De leden van de raad van de gemeente Papendrecht.
datum behandeld door ons kenmerk doorkiesnummer faxnummer onderwerp
15 januari 2007 Griffier -078-6418322 078-6418316 Uitnodiging voor de openbare raadsvergadering van 25 januari 2007
Geacht raadslid,
Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van een openbare raadsvergadering, te houden op donderdag 25 januari 2007 om 19.30 uur in de raadzaal van het raadhuis. Een agendavoorstel met bijlagen is bijgevoegd. De op de agenda betrekking hebbende stukken liggen voor u vanaf heden ter inzage in de leeskamer (kamer 0.06). De leeskamer is telefonisch bereikbaar onder nummer 078 – 6 418 213 en de raadzaal onder nummer 078 – 6 418 201.
Hoogachtend, de plv. voorzitter van de gemeenteraad,
W.C. Scheurwater.
De leden van de raad van de gemeente Papendrecht.
datum behandeld door ons kenmerk doorkiesnummer faxnummer onderwerp
15 januari 2007 Griffier -078-6418322 078-6418316 Uitnodiging voor de openbare raadsvergadering van 25 januari 2007
Geacht raadslid,
Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van een openbare raadsvergadering, te houden op donderdag 25 januari 2007 om 20.00 uur in de raadzaal van het raadhuis, met als uitloopdatum maandag 29 januari 2007 om 19.30 uur, in de raadzaal van het raadhuis. Een agendavoorstel met bijlagen is bijgevoegd. De op de agenda betrekking hebbende stukken liggen voor u vanaf heden ter inzage in de leeskamer (kamer 0.06). De leeskamer is telefonisch bereikbaar onder nummer 078 – 6 418 213 en de raadzaal onder nummer 078 – 6 418 201.
Hoogachtend, de voorzitter van de gemeenteraad,
C.J.M. de Bruin.
Voorstel agenda voor de openbare vergadering van de gemeenteraad van Papendrecht d.d. 25 januari 2007 om 19.30 uur
01. Opening.
-
-
-
02. Vaststelling van de agenda.
-
-
-
001
001
-
-
-
-
03. Aanbeveling tot herbenoeming van burgemeester C.J.M. de Bruin.
04. Sluiting.
Voorstel agenda voor de openbare vergadering van de gemeenteraad van Papendrecht d.d. 25 januari 2007 om 20.00 uur 01. Opening.
-
-
-
02. Vaststelling van de agenda.
-
-
-
03. Vaststelling van het verslag van de openbare vergadering van 30 november 2006.
-
-
CJMdB
002
-
CJMdB
-
-
Ph CJMdB
06. Voorstel om de inzameling van huishoudelijk afval en het grootschalig machinaal vegen, onder te brengen bij Netwerk N.V.
009
002
Ph MZ
07. Voorstel tot het vaststellen van het Lokaal Milieu-uitvoeringsprogramma 2007.
006
003
Ph MZ
08. Voorstel tot bevestiging van het besluit tot realisatie van een sportcentrum aan de Lange Tiendweg.
005
007
Ph AV
09. a) Voorstel om kennis te nemen van de brief van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19-12-2006 over de globale ontwerpen voor een theater;
-
-
Ph AV
b) Voorstel om kennis te nemen van het bericht van de heer Blase aan de raadsleden en het college van burgemeester en wethouders, per mail verzonden d.d. 22 december 2006, over de hierboven onder a) vermelde brief .
-
-
Ph AV
003
004
Ph JT
11. Voorstel tot het vaststellen van de Verordening Onroerende zaakbelastingen 2007 en de Verordening Roerende zaakbelastingen 2007.
004
005 006
Ph JT
12. Voorstel tot bekrachtiging van de collegebesluiten tot benoeming van de bestuursleden in de Stichting openbaar primair onderwijs Papendrecht * .
008
009
Ph JT
13. Voorstel tot het vaststellen van enkele begrotingswijzigingen conform de laatst vastgestelde Najaarsnota * .
007
008
Ph JT
-
-
-
04. Ingekomen en ter inzage gelegde stukken. 05. Initiatiefvoorstel om ten aanzien van het voorstel om de inzameling van huishoudelijk afval en het grootschalig machinaal vegen onder te brengen bij Netwerk N.V., een referendum te houden
H 10. Voorstel tot het vaststellen van de nota Misbruik en Oneigenlijk Gebruik.
14. Sluiting. * Deze stukken worden u bij wijze van uitzondering direct – zonder tussenkomst van een raadscommissie – aangeboden.
RAADSVOORSTEL Datum en nummer 25 januari 2007, nummer 002/2007
Raadsvergadering 25 januari 2007
Programmaveld Programma 8: Bestuur
Agendapunt 04
Portefeuillehouder C.J.M. de Bruin
Wettelijke basis Artikel 74, lid 2, van de Gemeentewet
Voorstel tot Het bespreken van de lijst van ingekomen en ter inzage gelegde stukken en mededelingen Gevraagde beslissing A. de ingekomen stukken onder 1 tot en met 13 voor kennisgeving aannemen; B. de ingekomen stukken onder 14 tot en met 17 in handen stellen van het college; C. de ter inzage gelegde stukken onder a tot en met e voor kennisgeving aannemen. D. de antwoorden van het college op schriftelijk ingediende vragen ex art. 36 van het Reglement van Orde onder I tot en met III voor kennisgeving aannemen. Financiële consequenties N.v.t. Aan de raad. INGEKOMEN STUKKEN A. gevraagd wordt de ingekomen stukken 1 tot en met 13 voor kennisgeving aan te nemen: 1. Van het Drechtstedenbestuur Een brief van 20 november 2006, waarbij wordt toegezonden een brief aan Gedeputeerde Staten inzake raadsbesluiten met betrekking tot de herziening van het Convenant ISV2 Drechtsteden. 2. Van de Vereniging van Nederlandse Circusondernemingen Een brief van 28 november 2006, waarbij aandacht wordt gevraagd voor het beleid ten aanzien van het verstrekken van vergunningen aan circussen met (wilde) dieren. 3. Van de gemeenteraad Waalre Een e-mail van 28 november 2006, waarbij wordt toegezonden een motie inzake gemeentelijke herindeling. 4. Van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Een brief van 30 november 2006 betreffende de ambtstoelage van burgemeesters en de (onkosten)vergoedingen voor wethouders, raadsleden en commissieleden. 5. Van de gemeenteraad Arnhem Een brief van 06 december 2006, waarbij wordt toegezonden een motie betreffende het stopzetten van de financiële bijdrage aan de kenniscentra.
1
6. Van de gemeenteraad Son en Breugel Een e-mail van 11 december 2006, waarbij wordt toegezonden een motie betreffende aanpassing van bushaltes. 7. Van de gemeenteraad Heemskerk Een e-mail van 13 december 2006, waarbij wordt toegezonden een motie betreffende het generaal pardon asielzoekers. 8. Van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Een brief van 14 december 2006, waarbij wordt toegezonden de Circulaire Gemeentefonds van 13 december 2006. 9. Van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Een brief van 18 december 2006 betreffende de werkgeversbijdrage kinderopvang. 10. Van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Een verzamelbrief van 19 december 2006 met relevante ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen. 11. Van de stichting Symbiose tussen Theater, Cultuur en Muziek i.o. Een brief van 29 december 2006 betreffende de berichtgeving over het theater alsook de reactie van 02 januari 2006 van de fracties van de PvdA, het CDA, de ChristenUnie, GroenLinks en SGP. 12. Van de Rekenkamercommissie Papendrecht Een overzicht met activiteiten in 2007. 13. Van de raadsgriffie van de gemeente Haarlemmermeer Een e-mail d.d. 05 januari 2007, waarbij wordt toegezonden een brief betreffende de behandeling van door andere gemeenteraden aangenomen moties.
B. gevraagd wordt de ingekomen stukken 14 tot en met 17 in handen van het college te stellen: 14. Van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland Een brief van 13 december 2006 betreffende de Begroting 2007. 15. Van het College van B & W Een brief van 19 december 2006 betreffende de globale ontwerpen voor het theater. 16. Van fracties van PvdA, CDA, ChristenUnie, GroenLinks en SGP Een e-mail van 22 december 2006 betreffende een aanpassing van het coalitieakkoord inzake het theater. 17. Van het Willem de Zwijger College Een brief van 20 december 2006, waarbij wordt toegezonden de begroting 2007 alsook ‘Enige notities bij de conceptbegroting 2007’.
TER INZAGE GELEGDE STUKKEN C. gevraagd wordt de onder a tot en met e genoemde stukken voor kennisgeving aan te nemen: a. Een nota van het college d.d. 11 december 2006 betreffende de ontwerpbegroting 2007 en de meerjarenraming 2008-2010 van het Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden.
2
b. Een brief van het college d.d. 20 december 2006 betreffende het vaststellen van de brancheringsvisie. c. Een brief van het college d.d. 21 december 2006 betreffende de oeverbeschoeiing Molenvliet. d. Een brief van het college d.d. 22 december 2006 betreffende de aankoop van het gebouw van de bibliotheek. e. Een brief van het college d.d. 27 december 2006 betreffende het parkeren in het centrum.
VRAGEN EX. ART 36 VAN HET REGLEMENT VAN ORDE D.
gevraagd wordt de hieronder vermelde antwoorden van het college op schriftelijk ingediende vragen ex art. 36 van het Reglement van Orde (onder I tot en met III) voor kennisgeving aan te nemen: I. Van de fractie van PAB Een schrijven van het college d.d. 30 november 2006 naar aanleiding van door de fractie van PAB gestelde vragen inzake het Werkcenter Jongeren. II. Van de fractie van PvdA Een schrijven van het college d.d. 14 december 2006 naar aanleiding van door de fractie van PvdA gestelde vragen inzake een beoogd treinstation in de gemeente Sliedrecht.
III. Van de fractie van ChristenUnie Een schrijven van het college d.d. 27 december 2006 naar aanleiding van door de fractie van de ChristenUnie gestelde vragen met betrekking tot de afvalinzameling en groot veegwerk.
Alle relevante stukken zijn voor u ter inzage gelegd. De voorzitter van de gemeenteraad,
C.J.M. de Bruin.
3
Aan: De voorzitter van de Gemeenteraad van de Gemeente Papendrecht De heer C.J.M. de Bruin
Papendrecht, 14 januari 2007
Onderwerp: Aanbiedingsbrief behorende bij initiatief raadsvoorstel ten behoeve van de gemeenteraad van 25 januari 2007
Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad van de gemeente Papendrecht,
Door het college is een voorstel aan de Raad voorgelegd tot uitbesteden van de dienst afvalinzameling bij Netwerk NV. Dit voorstel van het college is in een aantal commissievergaderingen besproken. Laatstelijk is dit gebeurd in de commissie Ruimte op 9 januari jongstleden. Voorafgaand aan de behandeling in deze commissie is door een Papendrechtse burger een groot aantal brieven en emails overhandigd aan wethouder Zaal. Op twee uitzonderingen na spraken al deze brieven en emails zich uit tot het behoud van de Papendrechtse zelfstandigheid voor wat betreft de reinigingsdienst en dus tegen het voorliggende collegevoorstel. Ook een drietal insprekers tijdens de behandeling door de commissie spraken zich voor behoud van de reiniging en tegen het voorstel uit. In de Papendrechtse persmedia en andere regionale media is ook een grote weerstand tegen dit voorstel op te maken op grond van opinie artikelen en ingezonden mededelingen. Ook TV Rijnmond heeft uitvoerig een aantal tegenstanders het woord laten voeren. Niettegenstaande de weerstand en de inhoudelijke kwaliteit van de argumenten van vele Papendrechters, volhardt het college in haar standpunt tot overdracht van de inzamelingstaak aan Netwerk NV. Formeel-juridisch wordt de weg voor deze overdracht vrijgemaakt middels een wijziging in de Afvalstoffenverording door de Raad. Gezien de discussies in de commissies lijkt zich een meerderheid in de Raad achter dit college voorstel te scharen. De VVD is van mening dat het uitbesteden van de afvalinzameling een zodanig ingrijpend en onomkeerbaar proces is in de Papendrechtse samenleving dat de Raad en het College van Papendrecht de bevolking van Papendrecht in de gelegenheid moeten stellen zich hier nader over uit te spreken. Dit kan door middel van een correctief raadgevend dan wel niet-correctief raadgevend referendum conform de Referendumverordening van de Gemeente Papendrecht. Het uitschrijven van een correctief of een niet-correctief referendum is afhankelijk van de besluitvoering in de Raadsvergadering van 25 januari 2007.
Het initiatiefvoorstel van de VVD dat wij u verzoeken te agenderen in de vergadering van 25 januari behelst het uitschrijven van een correctief of niet-correctief referendum ten aanzien van het voorgenomen besluit van het college (nummer 002/2007) tot wijziging van de Afvalstoffenverordening 2005 als uitvloeisel van het daaraan voorafgaande voorstel (nummer 061/2006 – 009/2007) tot het overdragen van de afvalinzameling en het grootschalig vegen aan een derde – in casu Netwerk NV. Naar onze mening kan het voorgestelde referendum effectief en efficiënt gecombineerd worden met de aanstaande Provinciale Statenverkiezingen op 7 maart 2007. Hoogachtend,
Roel Wolters,
VVD
Richard Korteland
RAADSBESLUIT Datum en nummer 25 januari 2007, nummer /2007 De raad van de gemeente Papendrecht Gelezen het initiatiefvoorstel van de VVD fractieleden, de heren Wolters en Korteland van 14 januari 2007. Gelet op de Verordening recht op initiatief (2004) en de Referendum verordening Gemeente Papendrecht Overwegende Dat het uitbesteden van de afvalinzameling een zodanig ingrijpend en onomkeerbaar proces is in de Papendrechtse samenleving dat de Raad en het College van Papendrecht de bevolking van Papendrecht in de gelegenheid moeten stellen zich hier nader over uit te spreken. Dat dit kan door middel van een correctief raadgevend dan wel niet-correctief raadgevend referendum conform de Referendumverordening van de Gemeente Papendrecht. Het uitschrijven van een correctief of een niet-correctief referendum is afhankelijk van de besluitvorming over het voorgenomen besluit van het college (nummer 002/2007) tot wijziging van de Afvalstoffenverordening 2005 als uitvloeisel van het daaraan voorafgaande voorstel (nummer 061/2006 – 009/2007) tot het overdragen van de afvalinzameling en het grootschalig vegen aan een derde – in casu Netwerk NV, in de Raadsvergadering van 25 januari 2007. Dat het uitschrijven van een correctief of niet-correctief referendum ten aanzien van het voorgenomen besluit van het college (nummer 002/2007) tot wijziging van de Afvalstoffenverordening 2005 als uitvloeisel van het daaraan voorafgaande voorstel (nummer 061/2006 – 009/2007) tot het overdragen van de afvalinzameling en het grootschalig vegen aan een derde – in casu Netwerk NV, afdoende gelegenheid biedt aan de Papendrechtse bevolking om zich over dit voorstel cq voorgenomen besluit uit te spreken.
Besluit Tot het uitschrijven van een correctief of niet-correctief referendum ten aanzien van het voorgenomen besluit van het college (nummer 002/2007) tot wijziging van de Afvalstoffenverordening 2005 als uitvloeisel van het daaraan voorafgaande voorstel (nummer 061/2006 – 009/2007) tot het overdragen van de afvalinzameling en het grootschalig vegen aan een derde – in casu Netwerk NV, in één van de drie volgende vormen: • Het uitschrijven van een correctief raadgevend referendum indien de Raad van de gemeente Papendrecht voornoemd collegevoorstel ongewijzigd in meerderheid goedkeurt.
• •
Het uitschrijven van een niet-correctief referendum indien de Raad voornoemd collegevoorstel aanhoudt. Het afwijzen van dit voorstel indien de Raad voornoemd voorstel van het college in meerderheid afwijst.
INITIATIEF RAADSVOORSTEL, TOELICHTING OP ONTWERP RAADSBESLUIT Datum en nummer 14 januari 2007, nummer /2007 Raadsvergadering 25 januari 2007 Programmaveld 5
Portefeuillehouder M.I.Zaal
Indieners Raadsleden Wolters, Korteland en V/d Beek, allen van de VVD fractie
Wettelijke basis: Verordening recht op initiatief (2004) Referendum verordening Gemeente Papendrecht Voorstel tot: Het uitschrijven van een correctief dan wel niet-correctief referendum met betrekking tot het door het college aan de raad voorgelegde ontwerp-besluit (nummer 002/2007) tot wijziging van de Afvalstoffenverordening 2005 als uitvloeisel van het daaraan voorafgaande voorstel (nummer 061/2006 – 009-2007) tot het overdragen van de afvalinzameling en het grootschalig vegen aan een derde – in casu Netwerk N.V; Gevraagde beslissing: • Het uitschrijven van een correctief raadgevend referendum indien de Raad van de gemeente Papendrecht voornoemd collegevoorstel ongewijzigd in meerderheid goedkeurt. • Het uitschrijven van een niet-correctief referendum indien de Raad voornoemd collegevoorstel aanhoudt. • Het afwijzen van dit voorstel indien de Raad voornoemd voorstel van het college in meerderheid afwijst. Aan de Raad Door het college is een voorstel aan de Raad voorgelegd tot uitbesteden van de dienst afvalinzameling bij Netwerk NV. Dit voorstel staat nu in de Raadsvergadering van 25 januari 2007 op de agenda. Dit voorstel van het college is in een aantal commissievergaderingen besproken. Laatstelijk is dit gebeurd in de commissie Ruimte op 9 januari jongstleden. Voorafgaand aan de behandeling in deze commissie is door een Papendrechtse burger een groot aantal brieven en emails overhandigd aan wethouder Zaal. Op twee uitzonderingen na spraken al deze brieven en emails zich uit tot het behoud van de Papendrechtse zelfstandigheid voor wat betreft de reinigingsdienst en dus tegen het voorliggende collegevoorstel. Ook een drietal insprekers tijdens de behandeling door de commissie spraken zich voor behoud van de reiniging en tegen het voorstel uit. In de Papendrechtse persmedia en andere regionale media is ook een grote weerstand tegen dit voorstel op te maken
op grond van opinie artikelen en ingezonden mededelingen. Ook TV Rijnmond heeft uitvoerig een aantal tegenstanders het woord laten voeren.
Niettegenstaande de weerstand en de inhoudelijke kwaliteit van de argumenten van vele Papendrechters, volhardt het college in haar standpunt tot overdracht van de inzamelingstaak aan Netwerk NV. Formeel-juridisch wordt de weg voor deze overdracht vrijgemaakt middels een wijziging in de Afvalstoffenverording door de Raad. Gezien de discussies in de commissies lijkt zich een meerderheid in de Raad achter dit college voorstel te scharen. De VVD is van mening dat het uitbesteden van de afvalinzameling een zodanig ingrijpend en onomkeerbaar proces is in de Papendrechtse samenleving dat de Raad en het College van Papendrecht de bevolking van Papendrecht in de gelegenheid moeten stellen zich hier nader over uit te spreken. Dit kan door middel van een correctief raadgevend dan wel niet-correctief raadgevend referendum conform de Referendumverordening van de Gemeente Papendrecht. Het uitschrijven van een correctief of een niet-correctief referendum is afhankelijk van de besluitvoering in de Raadsvergadering van 25 januari 2007. Het initiatiefvoorstel van de VVD behelst het uitschrijven van een correctief of nietcorrectief referendum ten aanzien van het voorgenomen besluit van het college (nummer 002/2007) tot wijziging van de Afvalstoffenverordening 2005 als uitvloeisel van het daaraan voorafgaande voorstel (nummer 061/2006 – 009/2007) tot het overdragen van de afvalinzameling en het grootschalig vegen aan een derde – in casu Netwerk NV. Juridisch en bestuurlijke aspecten De uitvoering en de verdere procedure met betrekking tot het referendum worden beschreven in de desbetreffende verordening Voorstel Het uitschrijven van een correctief of niet-correctief referendum ten aanzien van het voorgenomen besluit van het college (nummer 002/2007) tot wijziging van de Afvalstoffenverordening 2005 als uitvloeisel van het daaraan voorafgaande voorstel (nummer 061/2006 – 009/2007) tot het overdragen van de afvalinzameling en het grootschalig vegen aan een derde – in casu Netwerk NV. • Het uitschrijven van een correctief raadgevend referendum indien de Raad van de gemeente Papendrecht voornoemd collegevoorstel ongewijzigd in meerderheid goedkeurt. • Het uitschrijven van een niet-correctief referendum indien de Raad voornoemd collegevoorstel aanhoudt. • Het afwijzen van dit voorstel indien de Raad voornoemd voorstel van het college in meerderheid afwijst.
RAADSVOORSTEL Datum en nummer 05 januari 2007, nummer 061/2006 – 009-2007 Programmaveld 5
Raadsvergadering 25 januari 2007
Agendapunt 06
Portefeuillehouder M.I. Zaal
Wettelijke basis Artikel 149 en 160 lid 1 en 2 Gemeentewet, de Wet Milieubeheer, de afvalstoffenverordening 2005, het Europees Verdrag, artikel 4 van de Vrijstellingsbeschikking inzake staatssteun, Richtlijn 2004/18/EG inzake overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten. Voorstel tot De overdracht van de afvalinzameling en het grootschalige veegwerk aan Netwerk N.V.
Gevraagde beslissing • Het kenbaar maken van eventuele wensen en bedenkingen m.b.t. de overdracht van de afvalinzameling en grootschalig veegwerk aan Netwerk N.V.; • Het vaststellen van begrotingswijziging; • Het vaststellen van de 1e wijziging van de afvalstoffenverordening 2005.
Financiële consequenties -
Aan de raad In de raadsvergadering van 14 februari 2001 ging de gemeenteraad akkoord met het verrichten van een onderzoek naar de reinigingstaak afvalinzameling. Het doel van dit onderzoek was inzicht te krijgen in de huidige en toekomstige positie van de taak afvalinzameling. De onderzoeksvraag bestond in ieder geval uit de volgende elementen: 1. Wat is de positie van de taak afvalinzameling op dit moment (prijs/kwaliteit verhouding, sterke en zwakke punten)? 2. Wat zijn de maatschappelijke ontwikkelingen en wat betekent dit voor de afvalinzameling (kansen en bedreigingen)? 3. Welke scenario’s zijn denkbaar en wat is het beste voor onze gemeente, rekening houdend met de gevolgen voor de andere taken die de gemeente uitvoert, zoals gladheidsbestrijding, huisuitzettingen, tractie, groenvoorziening, wijk- en buurtwerkwijze, werkgelegenheid etc. Het onderzoeksbureau Empowerman is medio 2001 met het onderzoek gestart. Eind 2001 werd de eindrapportage aangeboden. Uit de rapportage konden de volgende conclusies getrokken worden: • Er kan gesteld worden dat het milieurendement (kwaliteit) hoog is. Verdere trefwoorden zijn hoog vuilaanbod, goede brengmogelijkheden en hoge afvalscheiding. • Op het gebied van operationele aangelegenheden (personeel) blijkt dat de ploegprestaties hoog zijn, het ziekteverzuim laag is en de productiviteit van het materieel onder het gemiddelde ligt. • De arbeidsbelasting kan in de toekomst problemen opleveren. • De inzamelkosten (financiën) zitten op een gunstig niveau, de overhead toerekening is niet excessief. • In zijn algemeenheid kan geconcludeerd worden dat de Papendrechtse resultaten in alle opzichten beter dan gemiddeld elders zijn. Met name het brengsysteem scoort buitengewoon goed in Papendrecht. versie 5-1-07
1
In het onderzoeksrapport werd ten aanzien van de toekomst van de afvalinzameling het volgende geadviseerd (voorkeurscenario): 1. Toetreding met betrekking tot de inzamelactiviteiten (het haalsysteem) tot een Gemeenschappelijke Regeling (GR) in de regio. De voorkeur wordt uitgesproken voor samenwerking met Netwerk, dat toen nog een GR was. Het uitgangspunt is dat de toetreding binnen een termijn van 5 jaar gerealiseerd wordt. 2. Het afvalbrengstation (brengsysteem) blijft in het voorkeurscenario bij de gemeente Papendrecht. Er werd een (indicatieve) termijn van ongeveer 5 jaar gesteld om tot afronding van dit traject te komen. Een periode waarin onder meer de onderstaande punten uitgewerkt moesten worden: • Het ombouwen van de organisatie naar de toekomstige situatie. • Het kiezen van een GR. • Het onderhandelen over de toetreding in een GR (o.a. kwaliteitsniveau en financiële aspecten). • Het kiezen van de toekomstige inzameltechnieken. • Het geven van een eerste aanzet voor diftar. • Nader onderzoek omtrent het afvalbrengstation. • Het verder optimaliseren van de financiële positie (de afschrijvingstermijn van de containers en goede resultaten). • De uitvoering van de personele zorg. In de raadsvergadering van 28 februari 2002 besloot de gemeenteraad het voorkeurscenario (aansluiting bij een GR) in principe over te nemen en verder uit te laten werken. In de periode vanaf maart 2002 tot en met eind 2004 is diepgaand onderzoek verricht naar de mogelijkheden om het voorkeurscenario te realiseren. Vanuit concurrentieoogpunt is het onderzoek iets breder opgezet en is er met vijf mogelijke partners een oriënterend gesprek gevoerd over de samenwerkingsmogelijkheden. Hieruit kwam naar voren dat de voorkeur uit ging om de samenwerking met Netwerk (overheidsgedomineerd bedrijf) en Sita (privaat bedrijf) verder uit te werken. Op deze wijze zou een vergelijking kunnen worden gemaakt tussen verschillende soorten bedrijven en de mogelijkheden die zij zouden kunnen bieden voor de gemeente Papendrecht. Dit alles is vastgelegd in de tussenrapportage “toekomstige uitvoering werkzaamheden afvalinzameling”. Uit vervolggesprekken met deze twee partijen bleek echter dat er ontwikkelingen gaande zijn op het gebied van Europese aanbesteding. Om te voorkomen dat wij in een later stadium met allerlei juridische complicaties geconfronteerd zouden worden, is extern juridisch advies ingewonnen over de aanbestedingsregels. Op dat moment is even pas op de plaats gemaakt om de rechtsvormen waaronder men kan samenwerken zorgvuldig te onderzoeken. In de tussentijd is tevens onderzocht of samenwerking op het gebied van afvalinzameling met de gemeente Sliedrecht voordelen zou hebben. De conclusie van dit onderzoek was dat, alhoewel de gemeente Sliedrecht vergelijkbaar werkt als de gemeente Papendrecht, samenwerking geen meerwaarde heeft. Door te kiezen voor samenwerking in een gemeenschappelijke regeling c.q. overheids-NV kan de continuïteit beter gewaarborgd worden. Bij deze keuze zijn mogelijkheden met Netwerk en de G.G.N.Z onderzocht. Samenwerking met de G.G.N.Z leidt echter niet tot de gewenste schaalvergroting. In november 2005 hebben wij daarom besloten de voorkeur te geven aan Netwerk als mogelijk partner voor de afvalinzameling en dit verder uit te werken. Daartoe is een intentieovereenkomst met Netwerk gesloten, een overeenkomst met als uitgangspunten een vergelijkbaar kwaliteits- en prijsniveau van dienstverlening, zonodig aangevuld met maatwerk en waarbij de gemeente naar evenredigheid inschuift in het bedrijf. De keuze voor Netwerk heeft als voordeel dat er samengewerkt wordt in een overheids-NV waarbij de continuïteit beter gewaarborgd is. Netwerk is werkzaam in het Drechtstedengebied en heeft voldoende schaalomvang om risico’s te beperken. In 2006 zijn met Netwerk alle aspecten van de samenwerking uitgewerkt.
Bestuurlijke aspecten De gemeenten die deelnemen aan het samenwerkingsverband Netwerk hebben een aandeelhoudersovereenkomst afgesloten waarin een aantal spelregels zijn afgesproken om de samenwerking een duurzaam karakter te geven en de economische voordelen uit de samenwerking op een eerlijke wijze te verdelen. De (private) aandeelhoudersovereenkomst waarborgt dat het realiseren van economische voordelen in de samenwerking centraal staan. Wanneer voor een of meer deelnemende gemeenten geen economische voordelen meer uit de samenwerking gehaald kunnen worden valt de reden voor deelname in Netwerk-verband feitelijk weg. De gedachte achter de samenwerking in Netwerk-verband is dat een grotere schaal en duurzame doch zakelijke opdrachtrelaties vanuit gelijkgerichte opdrachtgevers met een verzelfstandigd overheidsbedrijf optimale prestaties opleveren die in prijs/kwaliteit-verhouding tenminste vergelijkbaar zijn met het aanbod van marktpartijen. Het overheidsgedomineerde karakter van Netwerk N.V. waarborgt een dienstverleningsaanbod dat primair gericht is op het realiseren van het gemeentelijk milieu- en afvalbeleid. versie 5-1-07
2
In de statuten van de Netwerk is gewaarborgd dat Netwerk de realisatie van algemene publieke belangen nastreeft en als (verzelfstandigd) verlengstuk van de overheid kan worden beschouwd. Deelname in Netwerk verplicht niet tot harmonisatie van het gemeentelijk milieu- en afvalbeleid. Iedere gemeente behoudt de volledige zeggenschap over het te voeren beleid (regierol). De samenwerking houdt wel in dat de uitvoering van de gemeentelijke afval- en reinigingstaken bij één gezamenlijk bedrijf wordt neergelegd (via zakelijke opdrachtrelaties). De economische voordelen van deze samenwerking nemen vanzelfsprekend toe naarmate gemeenten ook op taakinhoudelijk gebied samen optrekken. De feitelijke invulling hiervan geschiedt echter in afzonderlijke opdrachtovereenkomsten per gemeente en is gebaseerd op een puur economische prikkels (Netwerk levert, indien gewenst, dus extra diensten waarvoor de gemeente moet betalen). De overige rechten en verplichtingen tussen de gemeente als opdrachtgever en Netwerk NV als opdrachtnemer worden vastgelegd in een raamovereenkomst (bestuursovereenkomst geheten) en jaarafspraken (service level agreements ofwel SLA’s ) waardoor maatwerk per gemeente mogelijk is. Deze juridische structuur voor de opdrachtrelatie wordt in gezamenlijk overleg door de aandeelhouders vastgesteld. De inhoud hiervan is een zaak van de betreffende gemeenten en de ondernemingsleiding (Directie en RvC). Netwerk N.V. wordt geleid door een directie. De Raad van Commissarissen (2 commissarissen uit de gemeenten, 3 externe commissarissen) houdt toezicht op de directie. De deelnemende gemeenten zijn verenigd in de aandeelhoudersvergadering. Papendrecht schuift hier met 400 aandelen (tussen de 7 en 8% van het totaal) in. Belangrijke taken en bevoegdheden van de aandeelhoudersvergadering zijn het benoemen van de RvC en het goedkeuren van het strategisch ondernemingsbeleid. De statuten bepalen dat elk aandeel recht geeft op het uitbrengen van een stem. De meeste besluiten worden genomen met 2/3 meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen. Belangrijke besluiten worden echter met een 3/4 meerderheid genomen, bijvoorbeeld de uitgifte en vervreemding van aandelen, benoeming van bestuurders en commissarissen en de wijziging van statuten. Tevens is bepaald wie de bevoegdheid heeft en hoe de procedure is bij overdracht van aandelen. De tussen de gemeenten gesloten aandeelhoudersovereenkomst beperkt de mogelijkheid van overdracht, in die zin dat als gemeenten aandelen willen verkopen, zij deze allereerst moeten aanbieden aan de overige aandeelhouders. De aandelen zijn verdeeld op basis van omzet (afhankelijk van het takenpakket) per gemeente. Wij hebben de portefeuillehouder, mevrouw M.I. Zaal-Kwaak aangewezen om de gemeente Papendrecht te vertegenwoordigen in de aandeelhoudersvergadering van Netwerk N.V. Als portefeuillehouder milieu c.a. zal zij ook de rol van opdrachtgever vervullen.
Juridische aspecten Bij de overdracht van de afvalinzameling en grootschalig veegwerk aan Netwerk N.V. dient rekening te worden gehouden met Europese regelgeving. EU-Verdrag De algemene beginselen van het EU-Verdrag (art 43 en 49) bij uitvoering van overheidstaken (zowel direct als indirect) zijn: • gelijke behandeling = Non-discriminatie (transparantiebeginsel= openheid van overheidshandelen) • voorkomen van verstoring van concurrentie (overheid mag markttaken alleen zelf uitvoeren als zij waarborgen heeft tegen verstoring van de concurrentie, verbod op kruissubsidiëring, overheidssteun), • voorkomen van discriminatie door private partijen als die belast zijn met openbare diensten d.m.v. de nondiscriminatie-clausule. Europese aanbestedingsrichtlijn In beginsel dient een opdracht voor afvalinzameling van een gemeente Europees te worden aanbesteed op grond van de Europese (aanbestedings)Richtlijn ((2004/18/EG), indien de geraamde waarde van de opdracht over de maximale looptijd van de overeenkomst de toepasselijke drempelwaarde overschrijdt. Voorgesteld wordt echter niet europees aan te besteden, rechtstreeks aan Netwerk op te dragen en hiervoor gebruik te maken van de volgende uitzonderingsbepaling. Afvalinzameling Als de gemeente aandeelhouder wordt van een overheidsgedomineerd bedrijf zoals Netwerk N.V., dan kan de gemeente voor de uitbesteding van haar afvalstoffendiensten een beroep doen op de uitzondering die artikel 18 van de genoemde richtlijn biedt. Netwerk N.V. kan als een samenwerkingsverband van aanbestedende diensten (gemeenten) worden aangemerkt, aangezien de statuten bepalen dat alleen publiekrechtelijke rechtspersonen aandeelhouder kunnen zijn. De gemeente dient om een beroep op deze uitzondering te kunnen doen in haar afvalstoffenverordening vast te leggen dat zij haar inzamelactiviteiten exclusief door Netwerk N.V. laat verrichten. Dit exclusieve recht dient op uitdrukkelijke en doorzichtige wijze te worden verleend. versie 5-1-07
3
Onder deze omstandigheden kan Netwerk N.V. de afvalinzameltaken voor de gemeente verrichten zonder voorafgaande Europese aanbesteding. Grootschalig veegwerk De afvalstoffenverordening, die na wijziging het alleenrecht van Netwerk N.V. regelt, is gebaseerd op de Wet Milieubeheer. Het grootschalig veegwerk heeft geen basis in de Wet Milieubeheer dan wel afvalstoffenverordening. De afwezigheid van een basis in de Wet Milieubeheer voor taken als de reiniging van openbare ruimten, laat onverlet dat de gemeenteraad in voorkomend geval valide redenen kan hebben om daarvoor zijn algemene verordenende (wetgevende) bevoegdheid te gebruiken. Het publieke domein vereist immers c.q. kenmerkt zich mede door publieke eigendommen, welke eigendommen publieke taken, verantwoordelijkheden en eventuele (wettelijke) aansprakelijkheden met zich meebrengen.Het schoonhouden van de gemeentelijke terreinen kan daarom noodzakelijk zijn uit milieu-, veiligheids-, leefbaarheids- en zorgvuldigheidsmotieven. De gemeenteraad kan zijn algemene verordeningsbevoegdheid krachtens artikel 149 Gemeentewet gebruiken om taken zoals de reiniging van de openbare ruimten vrij te stellen van de (Europese) aanbestedingsplicht. Uw raad dient deze wettelijke grondslag (artikel 149 Gemeentewet) uitdrukkelijk te noemen in de te wijzigen afvalstoffenverordening. Staatssteunbepalingen De gemeente Papendrecht heeft in haar relatie met Netwerk N.V ook te maken met de rechtstreeks werkende staatssteunbepalingen van het EG-Verdrag. Indien de onderhandse plaatsing van de opdracht aan Netwerk gezien wordt als het verlenen van staatssteun dient dit vooraf op grond van artikel 86 lid 2 EG bij de europese commissie te worden aangemeld. Indien er echter sprake is van dienst van algemeen economisch belang (DAEB) geldt dit niet. De dienstverlening op het gebied van afvalinzameling en reinigingstaken voor de openbare ruimte kan worden aangemerkt als dienst van algemeen economisch belang, waarvoor bijzondere regels gelden. De vergoedingen voor de dienstverlening worden beschouwd als compensatie voor het verrichten van de diensten en worden derhalve niet als staatssteun gekwalificeerd. Er moet dan cumulatief zijn voldaan aan de vier voorwaarden van het Altmarkt-arrest: 1. De begunstigde onderneming moet daadwerkelijk belast zijn met de uitvoering van openbaredienstverplichtingen en die verplichtingen moeten duidelijk omschreven zijn. 2. De parameters op basis waarvan de compensatie wordt berekend, moeten vooraf op objectieve en doorzichtige wijze worden vastgesteld. 3. De compensatie mag niet hoger zijn dan nodig is om de kosten van de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen, rekening houdend met de opbrengsten alsmede met een redelijke winst uit de uitvoering van die verplichtingen, geheel of gedeeltelijk te dekken. 4. Wanneer de keuze niet is gemaakt in het kader van een openbare aanbesteding, moet het bedrag van de compensatie worden vastgesteld aan de hand van de kosten die een gemiddelde, goed beheerde onderneming zou hebben gemaakt (rekening houdend met de opbrengsten en met een redelijke winst uit de uitoefening van haar verplichtingen). Ter verduidelijking van deze regels heeft de europese commissie een vrijstellingsbeschikking (PB L 312/67, 29 november 2005) genomen. Deze vrijstellingsbeschikking bepaalt onder welke voorwaarden compensaties aan ondernemingen belast met een DAEB verenigbaar zijn met de staatssteunregels en niet als steun hoeven worden aangemeld bij de Commissie. Aangezien voldaan dient te worden aan artikel 4 van de eerdergenoemde vrijstellingsbeschikking zal de te wijzigen afvalstoffenverordening de volgende bepalingen bevatten: - de aard en duur van de openbare dienstverplichting; - de belaste onderneming en het betrokken grondgebied; - de bepalingen m.b.t. de toekenning van exclusieve of bijzondere rechten aan deze onderneming; - de parameters voor de berekening en controle van de omvang van compensatie; - de maatregelen ter terugbetaling van eventuele overcompensatie. Bij de berekening van de omvang van de compensatie wordt van het volgende uitgegaan. In Papendrecht zijn ca. 13.100 woningen (peildatum 1-1-2007). De kosten van de afvalinzameling en reiniging worden betaald uit de afvalstoffenheffing die aan de inwoners wordt opgelegd. De afvalstoffenheffing bedraagt € 212,- per aansluiting. Volgens vastgesteld beleid is het tarief kostendekkend. De kosten bestaan uit de gemeentelijke apparaatskosten, de kosten van het afvalbrengstation, de gedeeltelijke kosten van het straatvegen en de kosten van het door derden (NetwerkN.V.) geleverde product. Verschillen worden verrekend in de tariefsegalisatie afvalstoffenheffing. Te wijzigen afvalstoffenverordening Voorgesteld wordt de verordening te wijzigen conform bijgevoegd raadsbesluit. In artikel 2 lid 1 wordt Netwerk versie 5-1-07
4
N.V. exclusief aangewezen als afvalstoffeninzameldienst voor het ophalen van huisvuil aan het woonperceel en voor het grootschalig veegwerk. In artikel 2 lid 2 is geregeld dat het college nog een andere inzameldienst voor afvalinzameling kan aanwijzen, met betrekking tot ander werk dan in lid 1 bedoeld. Hiermee wordt gedoeld op het afvalbrengstation dat de gemeente beheert. Verder kan zij andere inzamelaars aanwijzen voor bepaalde categorieën afvalstoffen.
Financiële aspecten De financiële aspecten die een rol spelen bij het uitbesteden van taken aan Netwerk N.V. bestaan uit een aantal onderdelen: Financiële gevolgen Voor het uitvoeren van de taak afvalinzameling is door Netwerk een offerte uitgebracht. Deze aanbieding is vergeleken en doorgerekend met onze eigen situatie. De prijsaanbieding van Netwerk laat een vergelijkbaar prijsniveau zien, maar er ontstaat wel een verschil doordat in de gemeentelijke situatie sprake is van frictie kosten en niet direct saneerbare overhead. Het streven is om deze kosten in de periode van de meerjarenbegroting 2007-2010 weg te werken. Participatie in Netwerk N.V. Omdat de gemeente gaat deelnemen in Netwerk worden er aandelen van de N.V. verworven. De wijze van waardering is beoordeeld door een extern advies bureau. Tevens is in dit verlengde de waarde van het afvalinzamelbedrijf Papendrecht berekend. De algemene conclusie van het onderzoeksrapport is dat de toegepaste waarderingssystematiek als correct beschouwd kan worden. Voor de financiering van de aankoop van de aandelen dient een investering plaats te vinden. Omdat de aandelen rendement opleveren geschiedt de aankoop van de aandelen kosten neutraal. De participatie kan plaats vinden per 31-12-2006. Opbrengst financiële afhandeling Papendrecht In het genoemde onderzoeksrapport is gemeld dat het afvalinzamelbedrijf Papendrecht een bepaalde waarde heeft. Netwerk accepteert de waardebepaling onder voorwaarde dat er géén dividend over 2006 uitgekeerd wordt en dat als er ontwikkelingen met betrekking tot het afvalbrengstation in de gemeente Papendrecht zijn, Netwerk de eerste gegadigde zal zijn voor het aangaan van een samenwerkingsverband op dit gebied. Conclusie Het inschuiven van de taak afvalinzameling c.a. in Netwerk kan binnen de meerjaren raming budgettair neutraal plaatsvinden. Na besluit zal de begroting van de gemeente Papendrecht aangepast moeten worden aan de nieuwe situatie. Door middel van een begrotingswijziging zullen alle hierop betrekking hebbende gegevens worden verwerkt.
Personele aspecten Het personeel dat rechtstreeks betrokken is bij de overdracht aan Netwerk is gedurende het hele traject over de stand van zaken geïnformeerd. Wij zijn de laatste jaren terughoudend geweest met de invulling van de vacatures bij de reiniging en andere onderdelen van de buitendienst. Op die manier hebben wij naar een zodanige personele situatie toegewerkt dat het vaste personeel van de afvalinzameling de keuze kan maken tussen meegaan naar Netwerk in dienst van de gemeente blijven. Daarbij geldt wel dat bij de keuze voor een dienstverband bij de gemeente de medewerkers (vanzelfsprekend) een ander takenpakket moeten uitvoeren, namelijk in het wijkonderhoud. Bij de personeelsgesprekken van de laatste jaren is deze keuzemogelijkheid regelmatig aan de orde gesteld. De keuze voor Netwerk is uitgewerkt in een pakketvergelijking arbeidsvoorwaarden. Met de medewerkers is deze vergelijking doorgesproken. In de vorm van een stage is aan de medewerkers de mogelijkheid geboden om hun keuze te onderbouwen. Na deze gesprekken met de medewerkers, Netwerk en de gemeente is een overgang naar Netwerk voor 1 of geen medewerkers reëel. De overige medewerkers blijven werkzaam bij de gemeente als wijkmedewerker. De medewerkers, die de overstap naar Netwerk maken, gaan er, via een compensatie in de vorm van een garantietoelage, netto niet op achteruit. Ook krijgen de medewerkers een eenmalige overstapbonus. Zowel de garantietoelage als de bonus komt ten laste van Netwerk. Uiteindelijk gaat de medewerker er per saldo op vooruit.
Voor de medewerkers die in dienst van de gemeente blijven is, conform het sociaal statuut, het bruto salaris(perspectief) gegarandeerd; de functiegebonden toelage, in dit geval de inconveniëntentoelage wordt stapsgewijs afgebouwd, tot het percentage dat geldt voor de functie van wijkmedewerker. De Ondernemingsraad is gedurende het hele traject over de stand van zaken geïnformeerd. Alle stappen hebben een positief advies danwel instemming van de OR gehad. Het voornemen om de afvalinzameling over te dragen aan Netwerk is medio september ter advisering voorgelegd aan de OR. De OR heeft hierover in november 2006 versie 5-1-07
5
positief geadviseerd. Ook het Georganiseerd Overleg (GO) is gedurende het gehele traject op de hoogte gehouden. Het GO heeft ingestemd met het voornemen tot overdracht.
Besluitvormingsprocedure Het uitplaatsen van een organisatie-onderdeel is een bevoegdheid van het College. Dat geldt ook voor het oprichten of deelnemen in een, in dit geval, vennootschap (artikel 160 lid 1 sub a en lid 2 Gemeentewet). Het College moet in dit soort gevallen de raad wel in de gelegenheid stellen om wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Om die reden hebben wij het voorgenomen besluit tot overdracht genomen om de gemeenteraad in de gelegenheid te stellen wensen en bedenkingen kenbaar te maken en de OR in de gelegenheid te stellen advies uit te brengen. Van de OR is een positief advies ontvangen. Uw gemeenteraad krijgt de mogelijkheid eventuele wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Ons besluit behoeft goedkeuring van Gedeputeerde Staten (artikel 160 lid 3 Gemeentewet). Met GS is hierover al contact geweest, zodat GS snel goedkeuring zullen verlenen. (GS kunnen alleen weigeren in geval van strijd met recht of algemeen belang.) Na definitieve besluitvorming door ons start ook de beroepstermijn (na publicatie van het besluit) van 1 t/m 15 februari 2007. Ook hierbij verwachten wij geen problemen zodat de bestuursovereenkomst en de SLA daarna spoedig getekend kunnen worden. De aandeelhoudersovereenkomst kan door de portefeuillehouder getekend worden in de eerstkomende aandeelhoudersvergadering. De inzameling van afvalstoffen kan dan met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007 aan Netwerk N.V. worden toegewezen.
Voorstel Gelet op het bepaalde in de artikelen 160, lid 2 en 169, lid 4 Gemeentewet wordt uw raad in de gelegenheid gesteld wensen en bedenkingen kenbaar te maken bij voorgenomen besluit van het College. Als uitvloeisel hiervan dient u als gemeenteraad: • De begrotingswijziging vast te stellen; • De 1e wijziging van de afvalstoffenverordening 2005 vast te stellen.
Voor het advies van de vakcommissie wordt verwezen naar het betreffende verslag. Alle relevante stukken zijn voor u ter inzage gelegd. Burgemeester en wethouders van Papendrecht, de secretaris,
de burgemeester,
ing. J.H. van de Zedde.
C.J.M. de Bruin.
versie 5-1-07
6
RAADSBESLUIT Datum en nummer 25 januari 2007, nummer 002/2007
De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college d.d. 03 oktober 2006; gelet op artikel 149 Gemeentewet, de Wet Milieubeheer, de afvalstoffenverordening 2005; gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie (Europees Verdrag) en artikel 4 van de Vrijstellingsbeschikking (PB L 312/67 d.d. 29 november 2005 betreffende staatssteun); gelet op artikel 18 van de Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten; overwegende, dat de gemeente Papendrecht de werkzaamheden m.b.t. het inzamelen van huisvuil bij woningen en het reinigen van de openbare ruimte (grootschalige veegwerk van de straten) niet langer zelf wenst te verrichten; dat zij hiervoor exclusief gebruik wenst te maken van Netwerk N.V.; dat Netwerk N.V. in het kader van de EU-richtlijn inzake overheidsopdrachten voor diensten is aan te merken als een samenwerkingsverband van aanbestedende diensten; dat de gemeente Papendrecht hiervoor een beroep doet op artikel 18 van genoemde richtlijn, betreffende het alleenrecht inzake gegunde opdrachten voor diensten; dat zij derhalve haar bestaande afvalstoffenverordening overeenkomstig dient aan te passen en bekend te maken; dat zij tevens in dit bekend te maken wettelijke besluit voldoet aan de voorwaarden, genoemd in artikel 4 van de hierboven genoemde Vrijstellingsbeschikking inzake staatssteun;
besluit: Vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Afvalstoffenverordening 2005 (1e wijziging) en deze bekend te maken.
Artikel 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 lid 1 onder f: na het woord “eerste” wordt toegevoegd de woorden “en tweede”.
1
Artikel 2 Artikel 7 van de Afvalstoffenverordening 2005 vervalt en komt als volgt te luiden: 1. Netwerk NV wordt voor onbepaalde tijd exclusief (met uitsluiting van andere instellingen) belast met het inzamelen van huishoudelijk afval bij elk woonperceel, als bedoeld in artikel 8 lid 1 sub a, d, j en k van de Afvalstoffenverordening 2005. Zij wordt de inzameldienst voor deze werkzaamheden. Tevens wordt Netwerk N.V. exclusief belast met het grootschalige veegwerk van de straten. Beide soorten werkzaamheden worden uitgevoerd in het gehele grondgebied van de gemeente Papendrecht. Hiermee wordt Netwerk NV formeel belast met een dienst van algemeen economisch belang in de zin van artikel 4 van de hierboven genoemde vrijstellingsbeschikking. De uitgangspunten van de berekening van de compensatie worden vermeld in het hierbij behorende raadsvoorstel. Eventuele overcompensatie zal ongedaan worden gemaakt.
2. Het college kan voor andere inzamelwerkzaamheden op grond van deze verordening, niet zijnde de werkzaamheden als bedoeld in lid 1, een andere inzameldienst en andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen. Artikel 3 Inwerkingtreding Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2007.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2007. De griffier,
De voorzitter,
Mr. A.P.M.A.F. Bergmans
C.J.M. de Bruin.
2
RAADSVOORSTEL Datum en nummer 15 januari 2007, nummer 006/2007
Raadsvergadering 25 januari 2007
Programmaveld 3
Agendapunt 07
Portefeuillehouder M.I. Zaal-Kwaak
Wettelijke basis Wet milieubeheer, artikel: 4.20
Voorstel tot Het vaststellen van het Lokaal Milieu-uitvoeringsprogramma 2007.
Gevraagde beslissing n.v.t.
Financiële consequenties In de (ontwerp)begroting 2007 is rekening gehouden met de uitvoering van de milieutaken opgenomen in het uitvoeringsprogramma.
Aan de raad. In artikel 4.20 van de Wet milieubeheer is bepaald dat de gemeenteraad jaarlijks voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk milieuprogramma moet vaststellen. Het programma bevat ten minste: a. een programma van door het gemeentebestuur in de betrokken periode te verrichten activiteiten ter uitvoering van de bij wettelijk voorschrift met het oog op de bescherming van het milieu aan het gemeentebestuur opgedragen taken; b. een overzicht van de financiële gevolgen van de onder a bedoelde activiteiten. Door de regionale samenwerking in Zuid-Holland Zuid vindt de uitvoering van een aantal milieutaken op regionaal niveau plaats. In het uitvoeringsprogramma zijn de locale- en regionale milieutaken opgenomen.
Voor het advies van de vakcommissie wordt verwezen naar het betreffende verslag. Alle relevante stukken zijn voor u ter inzage gelegd. Burgemeester en wethouders van Papendrecht, de secretaris,
de burgemeester,
ing. J.H. van de Zedde.
C.J.M. de Bruin.
RAADSBESLUIT Datum en nummer 25 januari 2007, nummer 003/2007
De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college d.d. 05 oktober 2006 gelet op
besluit: Het vaststellen van het Lokaal Milieu-uitvoeringsprogramma 2007.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2007. De griffier,
De voorzitter,
Mr. A.P.M.A.F. Bergmans
C.J.M. de Bruin.
RAADSVOORSTEL Datum en nummer 22 december 2006, nummer 005/2007 Programmaveld Cultuur, sport en recreatie
Raadsvergadering 25 januari 2007
Agendapunt 08
Portefeuillehouder A. Vogel
Wettelijke basis Niet van toepassing.
Voorstel tot Het realiseren van een nieuw binnen- en buitenzwembad met ligweide plus twee sporthallen en aanvullende voorzieningen aan de Lange Tiendweg en daarbij belanghebbenden nadrukkelijk te betrekken.
Gevraagde beslissing 1. Bevestigen van het besluit tot de realisatie van een sportcentrum aan de Lange Tiendweg, bestaande uit een zwembad en twee gekoppelde sporthallen. 2. In samenwerking met belanghebbenden en gebruikers c.a. komen tot de vaststelling van een programma van eisen voor het sportcentrum aan de Lange Tiendweg. 3. Het onder 2) genoemde proces doen uitvoeren op basis van het ‘Plan van aanpak, fase 1 sportcluster gemeente Papendrecht’ met het behorend communicatieplan ‘Van Start tot finish’.
Financiële consequenties Dekking van de kosten vindt plaats uit het Voorbereidingskrediet Sportcentrum.
Aan de raad, In vogelvlucht van toen naar nu Al jaren praten we in Papendrecht over hoe we onze sportvoorzieningen op het gewenste kwalitatieve peil kunnen krijgen. In de Startnotitie Toekomst overdekte sportvoorzieningen, die uw raad in oktober 2003 vaststelde, constateerden we dat het in 1968 gebouwde en in 1986 vernieuwde en uitgebreide zwembad De Hooght een zeer gewaarde voorziening is, maar aan het einde van zijn technische en economische levensduur is. Ook dat een aantal andere overdekte gemeentelijke voorzieningen verouderd is en onvoldoende voldoet aan veiligheidsen sporttechnische vereisten. Uitvloeisels hiervan waren de realisatie van de sporthal in Oostpolder (in gebruik genomen in maart 2006) en een onderzoek naar de sportbehoefte (door uw raad behandeld in november 2004).Ook gaf uw raad het college van B&W de opdracht om een oplossing te vinden voor het zwembad en de sporthallen De Donck en De Laaght. In september 2004 nam u het principebesluit tot vervangende nieuwbouw van het zwembad. Per raadsbesluit sprak uw raad in november 2004 uit (samengevat) de sporthallen De Laaght en De Donck in combinatie nieuw te bouwen aan de Lange Tiendweg. Daarbij zou de bestaande sporthal De Laaght gesloopt worden. In maart 2005 stelde u per raadsbesluit het voorstel tot vaststelling tijdpad (on)overdekte sportvoorzieningen vast, inclusief het projectonderdeel ‘Rapportage, Programma van Eisen, stichtings- en exploitatiekosten, ruimtelijke en juridische mogelijkheden – geclusterde – nieuwbouw sporthallen De Laaght en De Donck op de locatie Lange Tiendweg.’
Op basis van uw besluit lieten wij een onderzoek naar de haalbaarheid uitvoeren. Dit leidde in september 2005 tot het besluit van het college om te kiezen voor nieuwbouw van het zwembad, de sporthallen en additionele voorzieningen en deze te laten realiseren in een publiekprivate samenwerking. Deze zogenaamde PPSconstructie is in 2006 nader bestudeerd en is vervolgens een plan van aanpak gemaakt voor de realisatie van de plannen. Nu, januari 2007, markeren we het moment dat we daadwerkelijk de uitvoering ter hand nemen. Definitieve stappen Daarmee hebben wij, uw gemeenteraad en het college van B&W, definitieve stappen gezet in de ontwikkeling van nieuwe, hoogwaardige sportfaciliteiten midden in onze gemeente. Het college is hiermee een goed eind op weg in het uitvoeren van wat wij in het coalitieakkoord 2006-2010 hebben afgesproken: ‘Het zwembad en de sporthallen zijn aan renovatie en / of nieuwbouw toe. De vernieuwingen op sportgebied hebben hoge prioriteit. Papendrecht is een uitstekende sportgemeente en wil dat blijven. Het zwembad blijft een voorziening voor jong en oud en blijft voorzien van een ligweide. Er wordt niet gestreefd naar een zwembad met allerlei extra’s. De toegangsprijzen mogen slechts beperkt stijgen als gevolg van de vernieuwing: het zwembad blijft een laagdrempelige voorziening die voor iedereen toegankelijk is. De sporthallen worden gerenoveerd of opnieuw gebouwd, waarbij overleg plaatsvindt met de gebruikers. Randvoorwaarde voor de hoeveelheid vernieuwingen die worden uitgevoerd in deze raadsperiode is dat het plaatsvindt binnen de grenzen van een degelijk financieel meerjarenperspectief’. Keuze voor 1 locatie Bundeling van de onderhavige sportvoorzieningen aan de Lange Tiendweg levert enkele synergievoordelen op. De exploitatie kan bedrijfsmatiger worden opgepakt en is financieel efficiënter. De gemeente gaat efficiënt om met schaarse grond; de vrijkomende grond op de huidige locatie De Laaght komt vrij voor een nieuwe bestemming. In de huidige oriënterende periode hebben wij specifiek gekeken naar de afstand die schoolkinderen in Westpolder moeten afleggen naar ‘hun’ gymlokaal in de huidige en toekomstige situatie. De kinderen van de basisscholen Viermaster en de Koningin Beatrixschool zullen straks wat langer moeten lopen; nu overbruggen zij een paar honderd meter naar de sporthal De Laaght, straks wordt dat iets meer dan een kilometer naar de nieuwe sporthal aan de Lange Tiendweg. De route is geheel over het trottoir en via zebrapaden af te leggen. Enthousiasme delen In deze afspraak leest u nog een belangrijk aspect: ‘… waarbij overleg plaatsvindt met de gebruikers.’ Uiteraard zal het college de gebruikers, onderwijs en sportverenigingen, nauw betrekken bij de totstandkoming van de nieuwe sportvoorzieningen aan de Lange Tiendweg en de sloop van sporthal de Laaght in Westpolder. Maar daarmee zijn we er nog niet. Ook uw raad, de Sportadviesraad en bovenal onze inwoners, directe omwonenden en aanliggende bedrijven willen we niet alleen informeren over- en betrekken bij, maar vooral laten delen in ons enthousiasme over het nieuwe zwembad en de nieuwe sporthallen. Reden voor ons om u naast het projectplan een communicatieplan aan te bieden waarin wij laten zien op welke creatieve en gestructureerde manieren wij als gemeente de dialoog gaan voeren, te beginnen in het traject om op een zorgvuldige manier te komen tot een Programma van Eisen. Als het aan het college van B&W ligt, zegt straks iedereen in de gemeente bij de opening van de nieuwe voorzieningen in 2010: ‘Ja, dit is ons zwembad en dit zijn onze sporthallen en we zijn er dik tevreden mee.’ Ambitieus, maar dit college gaat ervoor. Besluitvorming Het college van B&W heeft het voornemen om op korte termijn te starten met de definitiefase voor een aan de Lange Tiendweg te realiseren sportcentrum, bestaande uit een zwembad en twee sporthallen. Dit zal gebeuren aan de hand van het door BBN- adviseurs opgestelde ‘Plan van Aanpak, fase 1 sportcluster gemeente Papendrecht’ (bijlage 1), inclusief het communicatieplan ‘Van start tot finish’ van Actorion Communicatie Adviseurs (bijlage 2). Opgemerkt moet worden dat de planning van fase 1 uit het plan van aanpak zal worden aangepast op basis van het moment van uw besluitvorming.
Het college van B&W wil graag samen met u, andere belanghebbenden en de inwoners van Papendrecht op weg om de plannen in dit raadsvoorstel te realiseren. Wij stellen u daarom het volgende voor: 1. Bevestigen van het besluit tot de realisatie van een sportcentrum aan de Lange Tiendweg, bestaande uit een zwembad en twee gekoppelde sporthallen. 2. In samenwerking met belanghebbenden en gebruikers c.a. komen tot de vaststelling van een programma van eisen voor het sportcentrum aan de Lange Tiendweg. 3. Het onder 2) genoemde proces doen uitvoeren op basis van het ‘Plan van aanpak, fase 1 sportcluster gemeente Papendrecht’ met het behorend communicatieplan ‘Van Start tot finish’. Het Programma van Eisen met de daaruit voortvloeiende financiële consequenties zullen wij u ter besluitvorming voorleggen. Deze zal vergezeld gaan van een evaluerend verslag over het gelopen communicatietraject dat wij u ter kennisname zullen toesturen.
Voor het advies van de vakcommissie wordt verwezen naar het verslag. Alle relevante stukken zijn voor u ter inzage gelegd. Burgemeester en wethouders van Papendrecht, de secretaris,
de burgemeester,
ing. J.H. van de Zedde.
C.J.M. de Bruin.
RAADSBESLUIT Datum en nummer 25 januari 2007, nummer 007/2007
De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college d.d. 27 december 2006; besluit: 1. Het besluit te bevestigen tot de realisatie van een sportcentrum aan de Lange Tiendweg, bestaande uit een zwembad en twee gekoppelde sporthallen. 2. In overleg met belanghebbenden en gebruikers c.s. te komen tot de vaststelling van een programma van eisen voor het sportcentrum aan de Lange Tiendweg. 3. Het onder 2) genoemde proces doen uitvoeren op basis van het ‘Plan van aanpak, fase 1 sportcluster gemeente Papendrecht’ met het behorend communicatieplan ‘Van Start tot finish’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2007. De griffier,
De voorzitter,
Mr. A.P.M.A.F. Bergmans
C.J.M. de Bruin.
Beste collega raadsleden, Langs deze weg wil ik meedelen dat er coalitieoverleg heeft plaatsgevonden over de brief van het college en de onderliggende stukken over het theater. De coalitiepartijen hebben besloten tot een aanpassing van het coalitieakkoord. Deze aanpassing luidt als volgt:
“Op basis van de thans beschikbare gegevens, inclusief het ontwerp en de externe financiële toets, zoals genoemd onder de punten 2 en 3 op pagina 24 van het coalitieakkoord, wordt dit akkoord op genoemde pagina als volgt aangepast: -
De punten 4, 5 en 6 vervallen
De nieuwe tekst na punt 3 luidt: - Aangezien alleen de renovatie van de huidige Willem voldoet aan de gestelde criteria, wordt gekozen voor de uitvoering van deze variant. - Om inhoud te geven aan de betrokkenheid vanuit de bevolking wordt een klankbordgroep samengesteld vanuit de betrokkenen bij de eerdere trajecten. Met deze groep wordt bezien hoe het voorliggend plan voor renovatie van De Willem - binnen de gestelde kaders - kan worden geoptimaliseerd. Deze klankbordgroep kan bijvoorbeeld worden samengesteld op voordracht van de Culturele Raad. Tevens worden vertegenwoordigers van het Willem de Zwijgercollege actief betrokken. - Raadsbesluit (voorjaar 2007).
N.B.: Het standpunt van de SGP ten aanzien van het theater is overigens ongewijzigd. De SGP waardeert de constructieve wijze waarop de andere coalitiepartijen ten aanzien van het theater (weer) overeenstemming hebben bereikt.”
Ik stuur deze mededeling ook naar de griffier en voorzitter, met de vraag om deze mededeling formeel ter kennisneming van de raad en het college te brengen. Rest mij iedereen goede kerstdagen en jaarwisseling te wensen,
Namens de fracties van PvdA, CDA, ChristenUnie, Groenlinks en SGP, Bert Blase (22 december 2006 – per mail verzonden)
RAADSVOORSTEL Datum en nummer 16 januari 2007, nummer 003/2007
Raadsvergadering 25 januari 2007
Programmaveld Programma 9: Algemene dekkingsmiddelen
Agendapunt 10
Portefeuillehouder Mr. J. Tegelaar
Wettelijke basis Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG)
Voorstel tot Vaststelling van de nota Misbruik & Oneigenlijk Gebruik.
Gevraagde beslissing Vaststelling van de bijgevoegde nota Misbruik & Oneigenlijk Gebruik.
Financiële consequenties Geen Aan de raad. In het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG) en in de Financiële beheersverordening gemeente Papendrecht 2003 is bepaald dat het college aan de Raad een beleidsnota aanbiedt inzake de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) van de gemeentelijke regelingen door derden. M&O heeft in Papendrecht al jaren in diverse verordeningen en procedures aandacht, maar er was nog geen generiek beleid. Met deze nota wordt bestaand beleid geformaliseerd geeft op kaderstellend niveau richting aan de toekomstige activiteiten om M&O te bestrijden.
Burgemeester en wethouders van Papendrecht, de secretaris,
de burgemeester,
ing. J.H. van de Zedde.
C.J.M. de Bruin.
RAADSBESLUIT Datum en nummer 25 januari 2007, nummer 004/2007
De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college d.d. 14 november 2007, nummer 2006-14076;
besluit:
vast te stellen de Nota Misbruik en Oneigenlijk Gebruik.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2007. De griffier,
De voorzitter,
Mr. A.P.M.A.F. Bergmans.
C.J.M. de Bruin.
RAADSVOORSTEL Datum en nummer 16 januari 2007, nummer 004/2007
Raadsvergadering 25 januari 2007
Programmaveld Algemene dekkingsmiddelen
Agendapunt 11
Portefeuillehouder Dhr. J. Tegelaar
Wettelijke basis Artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet.
Voorstel tot Het vaststellen van de tarieven voor de roerende en onroerende zaakbelasting 2007.
Gevraagde beslissing Het vaststellen van de verordeningen op de heffing en de invordering van de roerende en onroerende zaakbelasting volgens bijgaande besluiten.
Financiële consequenties Geen. Aan de raad. Bij het vaststelling van de programmabegroting 2007 zijn de belastingtarieven op de WOZ-waarden van 1 januari 2003 gebaseerd en ten opzichte van 2006 met de inflatie van 1,5% verhoogd. Ingevolge de gemeentewet en de WOZ is vaststelling van de waarde van roerende en onroerende zaken per de peildatum 1 januari 2005 voor de heffing van het belastingjaar 2007 verplicht. De consequentie hiervan is dat de belastingtarieven door de nieuwe taxaties en het vastgestelde beleidskader nog moeten worden vastgesteld. De hertaxaties zijn op basis van de WOZ en de instructies van de waarderingskamer uitgevoerd. Dit betekent dat de hertaxaties zoveel als mogelijk modelmatig zijn bepaald. Gegevens vanuit de verkopen, verhuur, bouwvergunningen en luchtfoto’s worden procesmatig verzameld, geanalyseerd en vervolgens voor de universele waardebepaling gebruikt. De waardeontwikkeling van het vastgoed tussen 2003 en 2005 is als volgt: Waarde ontwikkeling vastgoed
eigenaar woningen eigenaar niet-woningen gebruiker niet-woningen
Waarde peildatum 1 januari 2003
Waarde peildatum 1 januari 2005
Procentuele toename
2.465.000.00 0 365.000.000 365.000.000
2.625.000.000 371.000.000 371.000.000
6,5% 1,7% 1,7%
Bij deze waardeontwikkeling is geen rekening gehouden met verminderingen als gevolg van bezwaarschiften. De procentuele netto waardeontwikkeling zal een fractie lager uitvallen. Uitgaande van een geplande stijging van de belastinginkomsten met de inflatie van 1,5% kunnen de tarieven als gevolg van de waardestijging als volgt
worden verlaagd naar :
objectsoort
eigenaar woningen eigenaar niet-woningen gebruiker niet-woningen
€ € €
Af: Inflatietarief 2007 per procencorrectie cf waarde-eenheid van tarief 2006 tuele programma€2.500,00 waardebegroting (afgerond) stijging 2,24 2,35 1,5% -6,5% € 3,91 3,92 1,5% -1,7% € 3,13 3,14 1,5% -1,7% €
Uiteraard stijgen de belastingopbrengsten ook als gevolg van nieuwbouw en door verbouwingen. Deze waardestijging wordt echter grotendeels in mindering op de uitkering van het gemeentefonds gebracht en maakt daardoor als zodanig geen onderdeel van dit voorstel uit. Voor het vaststellen van de belastingtarieven is ter bestrijding van forse belastingverhogingen sinds 2006 nadere wetgeving van kracht. Het gaat vooral om het limiteren van de gemeentelijke tarieven die boven de drempeltarieven liggen. Bij de gemeente Papendrecht liggen de tarieven voor de niet-woningen boven de drempeltarieven voor eigenaren van € 3,00 en voor gebruikers van €2,42. Boven de drempeltarieven is een maximale stijging van de belastinginkomsten exclusief de stijging als gevolg van nieuwbouw etc van 2,75% toegestaan. Het belastingtarief voor de woningen ligt onder het drempeltarief van € 2,34. Gemeenten zijn tot het drempel in het vaststellen van belastingtarieven autonoom.Onderstaande rekenvoorbeelden bevestigen een correcte toepassing van de wettelijke bepalingen.
objectsoort
eigenaar woningen eigenaar niet-woningen gebruiker niet-woningen
Rekenvoorbeel d met een WOZ-waarde per 1 januari 2003
aanslag 2006 (waardeeenheden * € 2.500,00)
€200.000 €1.002.000 €1.002.000
€ 188,00 € 1.568,00 € 1.256,00
Rekenvoorbeeld met een WOZ- aanslag waarde per 1 2007 januari 2005 €212.982 €1.019.018 €1.019.018
€190 €1.590 €1.273
% toenam e t.o.v. 20061 1,2% 1,4% 1,4%
Financiële aspecten. Het vastgestelde beleidskader is de belastinginkomsten met de inflatie van 1,5% te verhogen. De voorgestelde tarieven zullen resulteren in een opbrengststijging van 1,5%. In de programmabegroting 2007 is met een belastingopbrengst van € 3.300.000 gerekend. Het aandeel van de nietwoningen bedraagt € 965.000. Zoals wettelijk geregeld zijn gebruikers van woningen voor de heffing van roerende en onroerende zaakbelasting vrijgesteld.
Alle relevante stukken zijn voor u ter inzage gelegd. Burgemeester en wethouders van Papendrecht, de secretaris,
de burgemeester,
ing. J.H. van de Zedde.
C.J.M. de Bruin.
1
Door afronding wijkt de procentuele verhoging van de aanslag af van de gemiddelde procentuele waardestijging. In individuele gevallen kan de waardestijging in combinatie met de tariefstelling tot financiële afwijkingen ten opzichte van het rekenvoorbeeld leiden.
RAADSBESLUIT Datum en nummer 25 januari 2007, nummer 005/2007
De raad der gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college d.d. 15 januari 2007, nummer 004/2007; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN 2007
Artikel 1 Belastingplicht 1. Onder de naam “onroerende-zaakbelastingen” worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting; b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen: eigenarenbelasting. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven; b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld. 3. Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. Artikel 2 Belastingobject 1. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken. 2. Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 3 Maatstaf van heffing 1. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar bedoeld in artikel 1. 2. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
1
Artikel 4 Vrijstellingen 1. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van: a. ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; b. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voorzover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond; c. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; d. één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de in artikel 1, derde lid, onderdeel b, van die wet bedoelde voorwaarden met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen; e. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden; f. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken; g. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; h. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; i. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendom zijn aan te merken; j. onroerende zaken voor zover die bestemd zijn om te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs; k. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen; l. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht; m. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; n. ongebouwde onroerende zaken, waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht; o. onroerende zaken, die in hoofdzaak in gebruik zijn als sportaccommodatie, voorzover niet bedrijfsmatig geëxploiteerd; p. zwembaden, waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht; q. niet in gebruik zijnde onbewoonbaar verklaarde woningen. 2. De vrijstelling met betrekking tot de in onderdeel j van het eerste lid bedoelde onroerende zaken voor de eigenarenbelasting geldt niet voor zover de gemeente van die zaken niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. Artikel 5 Belastingtarieven 1. Het tarief van de belasting is voor elke volle € 2.500,- van de heffingsmaatstaf: a. bij de gebruikersbelasting: - voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen: b. bij de eigenarenbelasting: - voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen: - voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen: 2. Indien de heffingsmaatstaf van de onroerende zaak beneden € 2.500,- blijft, wordt geen belasting als bedoeld in artikel 1, geheven.
2
3,13 2,24 3,91
Artikel 6 Wijze van heffing De belastingen worden bij wege van aanslag geheven. Artikel 7 Termijn van betaling 1. Voor niet-natuurlijke personen: in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald, uiterlijk op de laatste dag van de maand, twee maanden na de maand die in de dagtekening is vermeld; 2. Voor natuurlijke personen: a indien geen machtiging tot automatische incasso is afgegeven: in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald, uiterlijk op de laatste dag van de maand, twee maanden na de maand die in de dagtekening is vermeld; b indien vóór de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, een machtiging tot automatische incasso is afgegeven: in afwijking van lid 2b van dit artikel moeten de aanslagen worden betaald op de tijdstippen zoals overeengekomen ten tijde van het afgeven van de machtiging tot automatische incasso; 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen. Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De “1e wijziging van de Verordening onroerende-zaakbelasting 2006”, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007. 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening onroerende-zaakbelastingen 2007”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2007. De griffier,
De voorzitter,
A.P.M.A.F. Bergmans
C.J.M. de Bruin.
3
RAADSBESLUIT Datum en nummer 25 januari 2007, nummer 006/2007
De raad der gemeente Papendrecht. gelezen het voorstel van het college d.d. 8 januari 2007, nummer 004/2007; gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN BELASTINGEN OP ROERENDE WOONEN VERBLIJFSRUIMTEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. ruimte: een roerende woon- of bedrijfsruimte, welke duurzaam aan een plaats gebonden is en dient tot permanente bewoning of permanent gebruik; b. woonruimte: een ruimte waarvan de vastgestelde waarde in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van de ruimte die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden; c. bedrijfsruimte: een ruimte die niet kan worden aangemerkt als woonruimte. Artikel 2 Belastingplicht 1. Onder de naam 'belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten’ worden terzake van binnen de gemeente gelegen roerende woon- en bedrijfsruimten ruimten twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die - naar de omstandigheden beoordeeld - bij het begin van het kalenderjaar een ruimte al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt; b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een ruimte het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 2. Met betrekking tot de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruik door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden; b. gebruik door degene aan wie een deel van een ruimte in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; c. het ter beschikking stellen van een ruimte voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die ruimte ter beschikking heeft gesteld. 3. Degene die een in het vorige lid, onder b bedoelde deel of een onder c bedoelde ruimte ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die ruimte of deel daarvan ter beschikking is gesteld.
1
Artikel 3 Belastingobject Als één ruimte wordt aangemerkt: a. een binnen de gemeente gelegen ruimte; b. een gedeelte van een onder a bedoelde ruimte dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt; c. een samenstel van twee of meer onder a bedoelde ruimten of onder b bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren; d. het binnen de gemeente gelegen deel van een onder a bedoelde ruimte, van een onder b bedoeld gedeelte daarvan of van een onder c bedoeld samenstel. Artikel 4 Maatstaf van heffing 1. De heffingsmaatstaf is de ingevolge de Wet waardering onroerende zaken voor het betreffende belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar als bedoeld in artikel 2. Artikel 5 Vrijstellingen 1. In afwijking in zoverre van artikel 4 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, de waarde van: a. glasopstanden, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit cultuurgrond die bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd ten behoeve van de land- of bosbouw. Onder cultuurgrond wordt mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; b. ruimten die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; c. ruimten ten behoeve van waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; d. ruimten die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; e. werktuigen die van een ruimte kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als ruimten zijn aan te merken. f. bedrijfsruimten voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige bedrijfsruimten die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs; g. ruimten voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt ten behoeve van begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning. 2. De vrijstelling met betrekking tot de in het eerste lid, onderdeel f, bedoelde ruimte geldt niet voor de eigenarenbelasting voor zover de gemeente van die ruimten niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. Artikel 6 Belastingtarieven 1. Het tarief van de belasting is voor elke volle 2.500,- van de heffingsmaatstaf: a. bij de gebruikersbelasting: 1. voor roerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 3,13 b. bij de eigenarenbelasting: 1. voor roerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 2,24; 2. voor roerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 3,91. 2. Indien de heffingsmaatstaf van de roerende zaak beneden € 2.500,- blijft, wordt geen belasting als bedoeld in artikel 2, geheven. Artikel 8 Wijze van heffing De belastingen worden geheven bij wege van aanslag. Artikel 9 Termijnen van betaling 1. Bij een afgegeven machtiging tot automatische incasso: in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald op de tijdstippen zoals overeengekomen
2
ten tijde van het afgeven van de machtiging tot automatische incasso, te weten: 8 maandelijkse termijnen, waarvan de eerste vervalt in de laatste week van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld; 2. Indien niet door belastingplichtige een machtiging tot automatische incasso is afgegeven: in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald, uiterlijk op de laatste dag van de maand, twee maanden na de maand die in de dagtekening is vermeld. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen. Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten. Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De “Verordening roerende-zaakbelasting 2006”, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007. 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening roerende zaakbelasting 2007'.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2007. De griffier,
De voorzitter,
A.P.M.A.F. Bergmans.
C.J.M. de Bruin.
3
RAADSVOORSTEL Datum en nummer 09 januari 2007, nummer 008/2007 Programmaveld 2
Raadsvergadering 25 januari 2007
Agendapunt 12
Portefeuillehouder J.Tegelaar
Wettelijke basis Wet op primair Onderwijs respectievelijk de akte van oprichting van de Stichting openbaar primair onderwijs Papendrecht. Voorstel tot Instemming en bekrachtiging van de benoeming van bestuursleden van de Stichting openbaar primair onderwijs Papendrecht door het college van burgemeester en wethouders per 1 januari 2006.
Gevraagde beslissing In te stemmen met de door het college van Burgemeester en wethouders op respectievelijk 18 oktober 2005 en 10 januari 2006 genomen besluiten tot benoeming van de heren D.Groenendijk, H.Verhoef, W.A.Veldhuis, J.H.Vermeulen, J.G.Troost en R.Buscher tot bestuurslid van de Stichting voor openbaar primair onderwijs Papendrecht en deze besluiten met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006 te bekrachtigen.
Financiële consequenties Er zijn geen financiële consequenties aan dit voorstel verbonden.
Aan de raad. Bij akte van oprichting d.d. 7 december 2005 is per 1 januari 2006 is de Stichting voor openbaar primair onderwijs Papendrecht opgericht. Bij de besluitname tot benoeming van bestuursleden van deze Stichting is gebruik gemaakt van een concept versie van voornoemde akte. In afwijking van het gestelde in artikel 6 lid 2 van de concept versie bepaalt de gepasseerde akte in artikel 6 lid 2 echter dat bestuursleden van deze Stichting worden benoemd door de gemeenteraad. Om de benoeming van betreffende bestuursleden te legaliseren wordt u voorgesteld in te stemmen met de door het college van burgemeester en wethouders in deze genomen besluiten en de benoeming van de heren D.Groenendijk, H.Verhoef, W.A.Veldhuis, J.H.Vermeulen, J.G.Troost en R.Buscher tot bestuurslid van de Stichting voor openbaar primair onderwijs Papendrecht met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006 te bekrachtigen.
Voor het advies van de vakcommissie wordt verwezen naar het betreffende verslag. Alle relevante stukken zijn voor u ter inzage gelegd. Burgemeester en wethouders van Papendrecht, de secretaris,
de burgemeester,
ing. J.H. van de Zedde.
C.J.M. de Bruin.
RAADSBESLUIT Datum en nummer 25 januari 2007, nummer 009/2007
De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college d.d. 21-12 2006; gelet op
besluit: In te stemmen met de door het college van Burgemeester en wethouders op respectievelijk 18 oktober 2005 en 10 januari 2006 genomen besluiten tot benoeming van de heren D.Groenendijk, H.Verhoef, W.A.Veldhuis, J.H.Vermeulen, J.G.Troost en R.Buscher tot bestuurslid van de Stichting voor openbaar primair onderwijs Papendrecht en deze besluiten met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006 te bekrachtigen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2007. De griffier,
De voorzitter,
Mr. A.P.M.A.F. Bergmans
C.J.M. de Bruin.
BEGROTINGSWIJZIGING NUMMER 5
Gemeente: Provincie: Begrotingsjaar:
Papendrecht Zuid-Holland 2006
De raad der gemeente Papendrecht; besluit: de begroting van baten en lasten van de gemeente Papendrecht voor het begrotingsjaar 2006 te wijzigen als hierna aangegeven.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2007
De Griffier,
de voorzitter,
Mr. A.P.M.A.F. Bergmans
C.J.M. de Bruin.
Mee- en tegenvallers najaarsnota Sector: Dienstjaar
Bestuur en Bedrijfsvoering : 2006
KostenActiviteit catenr. gorie
Bedrag (nadeel=+ voordeel=-)
Nadeel/ voordeel (N/V)
nieuwe raming begrotingsjaar
Omschrijving
Programma
Afdeling
4 4
brw brw
61210100 61210300
4110005 4110005
10.000 13.000
N N
82.360 Vergoedingen repressieve brandweerzorg 61.240 Vergoedingen preparatieve brandweerzorg
8
fin
60120400
4343000
-20.000
V
15.000 Artikel 213a-onderzoeken
9
fin
69310305
4000001
-50.000
V
9
idv
79911105
4110003
-85.000
V
129.700 Levensloopregeling
9
idv
79911105
4110003
-10.000
V
119.700 Vergoedingen IZA
9
fin
79900001 totaal 4610000
295.000 -432.000
N V
9 9
fin fin
69110300 69110300 69310310
6411001 4000000 4411001
-175.000 -75.000 75.000
V N
69310310 69910105
6431000 4600000
-260.000 260.000
V N
79910501
4343071
12.000
N
69110201 69110200
6210004 6423000
-55.000 -80.000
V V
9
brw
-577.000
0 Onvoorziene uitgaven
-1.142.000 Renteresultaat 2.408.000 Kapitaallasten Algemene uitkering - Algemene uitkering Belastingcontrole - btw Dotatie BTW-compensatiefonds Reserve BTW-compensatiefonds 13.100 Brandweerkazerne Extra dividend BNG Garantstellingsprovisie Gevudo + dividend HVC
Sector: Burger en Samenleving Dienstjaar
:
2006
Programma
Afdeling
Activiteit nr.
Kostencategorie
08
PuZa
60210800
6340010
19.000
n
08 08
60210202 60210801
4411001 6340010
28.000 -91.000
n v
08 08 08 08 08
60210600 60210600 60210600 60210600 60210600
4343010 4343016 4343018 4343049 4343075
1.000 2.000 7.000 10.000 3.000
n n n n n
02
64310300
442300
10.000
n
64310500
4424000
11.000
n
02
66720200
4425000
-10.000
v
01 02 02
67520201 66610100 66620100
4424000 4425000 4425000
-14.000 10.000 20.000
v n n
66210701
4424000
-50.000
v
01
66910100
4343002
-30.000
v
01
66920100
4343086 4423002 4423010 4423012
-40.000 -10.000 -75.000 5.000
v v v n
01
66930101
4423001
-90.000
v
02
01
Sam
SoZa
Bedrag (nadeel=+ voordeel=-)
Nadeel/ voordeel (N/V)
nieuwe raming begrotingsjaar
Sector: Burger en Samenleving Dienstjaar
:
2006
01
Activiteit nr. 66930102
Kostencategorie 4343089 4423001
Bedrag (nadeel=+ voordeel=-) -25.000 80.000
01
66930200
4343000
60.000
n
01
66110300 66110300
4422001 6421000
-190.000 142.000
v n
01
66110300
6422002
-9.000
v
01
66120101
-60.000
V
01 01
66110100 66110100 66110100 66110100
4610000 4343003 4300001 4333008
160.000 121.000 10.000 12.000 7.000
n n n n n
01 01 01 R
66110101 66110209 66110119 69910106
4422001 6421000 6421000 4600000
-169.000 -19.000 346.000 -158.000
v v n v
06 06 06 06
65410200 65420300 65420300 66720301
6340000 4310001 4310001
-10.000 -20.000 70.000 14.000
v v n n
Programma
Afdeling
78.000
Nadeel/ voordeel (N/V) v n
nieuwe raming begrotingsjaar
Omschrijving
Opbrengst afgifte rijbewijzen Afgifte reisdocumenten Opbrengst afgifte reisdocumenten Verkiezingen Verkiezingen Verkiezingen Verkiezingen Verkiezingen Leerlingenvervoer Leerplicht Overige jeugdactiviteiten; bijdrage Bureau Halt Logopedische Dienst Kinderdagverblijven Peuterspeelzalen Gemeentelijke bijdrage Sociale Werkvoorziening Drechtwerk WVG algemeen WVG woonvoorzieningen WVG woonvoorzieningen WVG woonvoorzieningen WVG woonvoorzieningen WVG rolstoelvoorzieningen
Omschrijving WVG auto-aanpassingen WVG vervoersvoorzieningen Invoeringskosten WMO Uitkeringen IOAW Uitkeringen IOAW Uitkeringen IOAW Schuldhulpverlening Proceskosten Sociale Dienst Drechtsteden Software uitkeringenadministratie; extra afschrijvingen Verstrekken van uitkeringen Verstrekken van uitkeringen Verstrekken van uitkeringen Uitkeringen WWB Terugvordering & Verhaal: WWB WWB-inkomensdeel Reserve WWB inkomensdeel Sportraad Zwembad De Hooght Zwembad De Hooght Jeugdcentrum Interval
Mee- en tegenvallers najaarsnota Sector: Dienstjaar
ROB :
2006
Programma
Afdeling
Activiteit nr.
Kostencategorie
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
Sted Beh Sted Beh Sted Beh Sted Beh Sted Beh Sted Beh Sted Beh Sted Ontw Sted Ontw Sted Beh
67110201 67110202 67210104 67220100 67220101 67220106 67230101 67310400 68340300 68410104
6402003 6401003 4343000 4610000 4343000 4343000 4424000 4300000 6340003 6340010
50.000 50.000 -40.000 -148.000 20.000 30.000 -15.000 10.000 245.000 28.000
N N V V N N V N N N
-2.704.500 -200.800 45.300 379.189 58.800 54.900 38.700 28.000 -346.800 42.900
5 5 5 5 5 5
Sted Beh Sted Beh Sted Beh Sted Beh Sted Beh Sted Beh
62110501 62120302 62130107 62420107 65510100 65520201
4300000 4343000 4343000 6340000 4343000 4343000
-10.000 20.000 -20.000 30.000 12.000 15.000
V N V N N N
11.700 30.000 164.400 0 22.200 15.000
Verkeerregelinstallaties Gladheidbestrijding Werkzaamheden openbare verlichting Baggeren vijvers en watergangen Regulier onderhoud openbaar groen Molen Noordhoek
9 9 9 R
Sted Beh Sted Beh Sted Beh Sted Beh
79924603 79924700 79924700 69910104
4343000 4310003 4343067 4600000
-100.000 10.000 15.000 153.000
V N N N
744.200 70.200 72.200 169.300
Kostenplaats afvalverwerking Kostenplaats tractie, brandstoffen Kostenplaats tractie, onderdelen en hulpmiddelen Tariefsegalisatie riolering
3
GrExpl
-20.000 200.000 70.000
V V N N
Grondexploitatie Reserve stedelijke vernieuwing Risicoreserve grondexploitatie Resultaat aankoop terrein Lingen Beton
1.000.000 -1.000.000
N V
grondexpl Land van Matena grondexpl Land van Matena
3
GrExpl
Bedrag (nadeel=+ voordeel=-)
zie bijgaande specificatie 69910101 4600000 69910108 4600000 68510100 68511707 68511700
4333000 6630000
605.000
Nadeel/ voordeel (N/V)
nieuwe raming begrotingsjaar
Omschrijving
Opbrengsten afvalstoffenheffing particulieren Opbrengsten afvalinzameling bedrijven Gemeentelijk rioleringsplan Onderhoud rioolstelsel, kapitaallasten Rioolreiniging Overig rioolonderhoud Bijdrage rioolwaterzuiveringsinstallatie Geluidhinder Opbrengst bouwvergunningen Gegevensbeheer vastgoed
Dienstjaar
: 2006
Overheveling beleidsvoornemens najaarsnota
Activiteit nr. 79911101 79911103 65410100 68610100 64320100 66930200 67210105 68110101 62110301 62210301 62220201
Kostencategorie 4.343.000 4.343.058 4343000 4343000 4343000 4300000 4343999 4343000 4333999 4333002
Bedrag (negatieve waarde) -20.000 -25.000 -77.000 -35.000 -27.000 -76.000 -25.000 -30.000 -40.000 -226.000 -40.000 -621.000
nieuwe raming begrotingsjaar
Omschrijving
Organisatieontwikkeling en -beheer 65.800 Personeelszorg en -beleid Sportvisie Wijkgericht werken Onderwijsvisie Invoeringskosten WMO 0 Gemeentelijk rioleringsplan 0 Structuurvisie 155.094 Bruggen 0 Treffen verkeersmaatregelen 60.000 Uitvoering convenant duurzaam veilig