VERSLAG HEIDEHEEREN LEZING 22 AUGUSTUS 2012-08-22 Aanwezig: Gerard, Gérard, Hans K., Hans G., Wim M., Luuk, Frans, Peter, Thijs Sp.,Thijs S., Wil, Anton, Sjed, Chris, Alexander, Jan, Rienk, Robert, Henk, Joop, Albin, Rini, Rob, Jeroen en verder vele gasten en roosjes De inkomend voorzitter heet iedereen welkom en vermeldt dat het de drukste HH bijeenkomst is ooit, er zijn 47 personen aanwezig. Hans krijgt het woord en is tevreden over het aantal toehoorders. Hij gaat het hebben over Indonesië na Soeharto, reformasi en restauratie en kunnen we in het Westen er wat van leren? Indonesië is een enorm begrip, een enorm groot gebied en er is een zeer rijke historie mee verbonden. Hans heeft gekozen om te spreken over de periode die hij zelf heeft meegemaakt. Zeg maar de tijd na Soeharto. Soeharto is in 1998 afgezet. Voor de gelegenheid heeft Hans slechts een Indonesische das aangedaan om zijn relatie met het land uit te drukken. Hij heeft zich niet geheel als Indonesiër verkleed; hij is per slot van rekening een Nederlander met een relatie tot en contacten in Indonesië. Hans laat even een sfeerfilmpje zien met fraaie landschappen, heerlijke gerechten en romantische muziek van het land om even in de stemming te komen. In 1928 ging de vader van Hans als KNIL militair naar Indië. Zijn moeder trouwde hem in 1930 met de handschoen, omdat, als je getrouwd was, de overtocht werd betaald. In 1932 werd Hans op Midden-Java geboren. In 1942 brak de oorlog uit en Hans kwam in een Jappenkamp terecht. Zijn vader werd naar Birma getransporteerd en overleed daar; later is hij in Djakarta herbegraven. Na de oorlog kwam Hans naar Nederland en ging, zij het vertraagd, de HBS volgen; daar deed hij in 1952 eind-examen en ging toen 2 jaar in militaire dienst. In 1954 ging hij naar de hogere bedrijfsschool van de NS., een 4jarige opleiding waarin je een brede ervaring opdeed van het spoorbedrijf. In 1987 kwam er een band via ontwikkelingssamenwerking tussen de NS en de spoorwegen van Indonesië tot stand. Hij is toen gevraagd of hij daar naar toe wilde voor aanvankelijk 3 maanden. Toen ontstond een duurzame samenwerking tussen beide spoorbedrijven en Hans was met zijn kennis van de NS en zijn achtergrond de geschikte man voor de Indonesiërs! Dat is dus de achtergrond van Hans’ relatie tot Indonesië.
Hans vraagt wie wel eens in dat land geweest is. Een meerderheid van de aanwezigen blijkt onze voormalige kolonie bezocht te hebben. Indonesië is de grootste Islamitische democratie, is het vierde land ter wereld(Het koninkrijk der Nederlanden was tot 1949 het grootste Islamitische rijk ter wereld, zo heeft uw secretaris wel eens vernomen! Ik betwijfel het, want het Verenigd Koninkrijk kon er ook wat van!), het heeft 230 miljoen inwoners en is daarmee groter dan Rusland en Brazilië. Qua oppervlakte is het zo groot als Europa vanaf het noorden van de Skandinavische landen tot de Middelandse Zee en vanaf Ierland tot de Oeral. Natuurlijk lopen er wel zeestraten tussen de eilanden. Daarvan zijn er minstens 10.000. Het is een gematigd moslimland, maar wel met enkele extremistische cellen. Java is zo groot als 4x Nederland, maar ¼ daarvan is onbewoonbaar vanwege vulkanen. Dus in een land 3x Nederland wonen 110 miljoen mensen! Sumatra is 9x Nederland. Het is een zeer divers land, met batakkers in Noord-Atjeh en Papoea’s in het oosten van de archipel. De verschillende volkeren hebben hun eigen talen. Op West Java heb je de Soendanezen, op de rest van Java, de Javanen. De archipel is daarom nooit helemaal stabiel. Er zijn een aantal manieren om de cohesie te bevorderen. Soekarno nam al het voortouw daartoe in 1928. Hij bedacht de staatsideologie Panccasila: 1) het geloof in de ene en enige god,(85% is moslim, volgens officiële registratie) 2) rechtvaardigheid en menselijkheid 3) nationale eenheid zonder onderscheid naar ras of geloof 4) consensus als voorwaarde voor de democratie(musywarah) 5) Sociale rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid en verspreiding van de welvaart. Je moet net zo lang met elkaar praten tot er consensus is. Hans belegde eens een vergadering en die zou om 14.00 uur beginnen. Niemand kwam aanvankelijk, pas rond 14.30 druppelden de eersten binnen; men gaat dan eerst met elkaar eten. Andere cultuur dus. Wel wordt er conform de musywarah veel gepraat maar uiteindelijk neemt de meerdere de beslissing. Er is een kleine steenrijke bovenlaag, en dan is er niets en vervolgens de grote massa arme mensen. Een middenklasse kent Indonesië nauwelijks of het moeten de door de Nederlanders geimporteerde Chinese zakenlui zijn. Die spelen belangrijke rol in het land. Er gaat nu langzaam ook een Indonesische middenklasse ontstaan. De werkelijkheid van alledag wordt gekenmerkt door corruptie, armoede, schendingen van mensenrechten, etnische conflicten en religieuze tegenstellingen. De moslims
hebben de macht. In Indonesië bestaat ook secularisatie maar zonder registratie als gelovige krijg je geen baan. Bhinneka Tunggal Ika, dat betekent “Eenheid in Verscheidenheid” komt ook in wapen van Indonesië voor. In 1998 werd de zeer autoritaire Soeharto door studenten afgezet. Toen kwam Habibi eventjes, daarna de slechtziende Wahid, daarna de dochter van Soekarno, Megawatie. Dat waren allemaal niet democratisch gekozen presidenten.
Pas Susilo Bambang Judhoyono is de eerst gekozen president en nu herkozen voor een tweede termijn van 4 jaar. Hij komt uit regime van Soeharto. Hij doet veel aan corruptiebestrijding, onderwijs en het aantrekken van buitenlandse investeerders. Hem wordt verweten dat hij te gematigd is; hij moet heel voorzichtig manoeuvreren tussen de verschillende groepen in zijn land. Het parlement is thans niet langer deels bezet door militairen en kent betere mensen dan voorheen, dat is een grote vooruitgang. Bovendien is er nu een scheiding gekomen tussen leger en politie. Soeharto bepaalde alles centraal. Dat is nu anders. Voorheen moesten de provincies hun inkomsten grotendeels aan Djakarta afdragen. Er zijn rijke provincies zoals Atjeh, die moesten 75% van hun olie- en gasinkomsten aan de centrale regering afdragen; nu houden ze die 75% zelf. Andere arme provincies zijn helemaal afhankelijk van Djakarta. Na het rumoer van 1998 dachten de mensen dat het paradijs op aarde zou komen(“geen gezeik iedereen rijk”, was ook daar doorgedrongen: cit. Jeroen). Maar al snel kwam ook daar de ontnuchtering. Toch is er nu enige financiele steun voor de allerarmsten en is er een vredesverdrag met Atjeh en is de subsidie op benzine verminderd. Dat zijn wapenfeiten van de huidige regering. Probleem blijft de corruptie die moeizaam te bestrijden is; de ambtenaren op de ministeries hebben daar nog teveel belang bij. Belangrijk is ook dat er onafhankelijke rechtspraak komt en wetshandhaving. Heel belangrijk is ook de regionale autonomie; sinds Soeharto’s vertrek is de regio heel belangrijk geworden. De boel zou anders gelijk Oost-Timor uit elkaar vallen. Je hebt een soort tweede kamer, PRP, een soort 1e kamer, NPR en een soort Raad van de Provincies, 27 in totaal.
De illegale boskap is haast niet te bestrijden. De corruptie evenzeer en ook het justitiële apparaat en de wetshandhaving komen moeilijk tot stand. Heel belangrijk voor de toekomst is het Justitiële apparaat, dat moet gaan werken en verder moet het leger losgekoppeld worden van de economie, de bureaucratie aangepakt en de corruptie uitgebannen. Er is grote belangstelling voor Nederland. Zij waarderen de door ons aangelegde infrastructuur. Indonesië heeft een vrouwelijke ambassadeur in Den Haag. Wij kunnen hen helpen met de toegang tot Europa. Wat kunnen we van Indonesië leren? Het heeft één taal, het Bahasa Indonesia, die dus naast de eigen etnische taal wordt gesproken en onderwezen en één munt de Rupiah. Soekarno riep al één volk, één staat, één taal! Dan volgen nog een paar plaatjes, van stations, het nationale monument tegenover het paleis; onder dat monument is een museum met de geschiedenis van Nederlands Indië. Ook zien we sawa’s, die helaas in aantal afnemen door de huizenbouw, de Boeroeboedoer, die onlangs geheel onder een laag lava terechtkwam, maar weer schoon is geborsteld. Tot slot de bekende Stoepa’s die in de 70 jaren waren verwaarloosd en met geld van de Unesco weer zijn opgeknapt. Maar Hans toont ook de 3400 meter hoge berg Aggu, waarop hij is geweest, een zeer steile berg met een diepe krater. Hij is daar op de terugweg op een rul gruizig stuk gaan roetsjen en dat zag er slecht uit; gelukkig heeft de 21jarige gids ingegrepen door voor hem in het gruis te springen en hem zo tegen te houden. Tot slot een paar plaatjes van Bali, de moedertempel Besaka, en van Wajangh poppen. Op Bali maakt iedereen zowat muziek, hij toont een gamelan groepje. Als laatste toont hij een fraai strand op Bali. Hans wil praten over de Indonesische archipel en de lessen die wij mogelijk daarvan kunnen trekken. Dan dankt onze fungerend voorzitter Hans, naar wie het een feest was te luisteren. Achter elke zin zit een heel verhaal en je zag dat Hans soms moeite had daarover niet te kunnen beginnen. Hans komt binnenkort met 5 stellingen voor het avondje van 6 te houden op 5 september., daarna zal het onderwerp plenair op 19 september worden behandeld.
Vervolgens worden er een aantal vragen gesteld in afwachting op het eten. Hans legt uit dat de oude bestuurslaag van sultans etc geen beslissingen meer neemt, maar nog wel bekendheid geniet. In het parlement zitten 12 politieke partijen en het is dus niet een directe afspiegeling van de bevolking. De Decentralisatiewet die de regio’s belangrijk maakte was nodig om de boel bijelkaar te houden; zonder die wet waren vele provincies uit het rijk gelijk Oost-Timor vertrokken. In Djakarta wonen 14 tot 18 miljoen(met de illegale bewonere meegerekend) mensen. De drukte is zo erg dat in oude wijken met mooie panden palen op straat staan waarop nieuwe wegen rusten die daar overheen liggen. De stad zakt weg en is ooit gebouwd voor 800.000 mensen. Dit is een enorm probleem. De wolkenkrabbers staan met hun funderingen in het grondwater, een metro is daarom niet mogelijk, de sneltram heeft onvoldoende capaciteit. Men denkt nu een stuk van de Javazee te gaan indammen om de waterhuishouding in de greep te krijgen. De veiligheid voor de mensen was een voorwaarde voor financiering nieuw spoor in Indonesië. Hans vraagt zijn partners bij de Indonesische spoorwegen: “hoe gaan we aan die voorwaarde voldoen?”. Gaan we hekken plaatsen of een gracht langs het spoor graven? In dit land loopt iedereen op het spoor, doet er de was, ligt er te zonnen etc. Neen zeggen de Indonesische partners, we plaatsen geen hekken, daarop gaat men de was hangen, men neemt de hekken mee etc. Een gracht werkt ook voor geen meter. De oplossing van de heren was veel eenvoudiger. We laten eerst wat mensen doodrijden en dan leren ze vanzelf dat ze er niet meer moeten komen. Een verkeersongeluk met vier dode hogere ambtenaren is een nationale ramp. Een busongeluk met 10 tallen gewone dooie mensen hoort bij het dagelijks nieuws en daar is niemand van onder de indruk. Dan wordt er gegeten en iedereen rekent zijn eten en dat van zijn gasten af; de drank is voor rekening van Alexander. Uw secretaris