CONCEPT Plan van aanpak sociaal team Veldhuizen en Ede-zuid (GSO 4) 1. Inleiding In deze notitie wordt een CONCEPT plan van aanpak beschreven om nog dit voorjaar in Ede te komen tot een sociaal team voor de wijken Veldhuizen en Ede-zuid. Dit is nadrukkelijk nog een CONCEPT. Wij beschrijven de richting, doelen en criteria voor een te starten sociaal team in Ede. Komende weken gaan we hierover open met de samenwerkingspartners in gesprek. Dit moet leiden tot een definitief Plan van Aanpak waarmee we nog in april van start gaan. We willen eerst een korte periode (4-6 maanden) ervaring op doen en daarna goed onderbouwd bepalen hoe we verder gaan. De projecten zijn bedoeld om met elkaar te leren en te ervaren. De projectleider en leden van het team krijgen een duidelijke opdracht mee om een kanteling te maken in de wijze van werken, een goede aansluiting te vinden tussen de 0 e, 1 e en 2 e lijn en te zorgen voor een verbreding van specialist naar generalist. Gedurende het proces en tijdens de evaluatie wordt gekeken wat wel en niet werkt, wat aangepast moet worden en hoe we kunnen zorgen voor een structurele inbedding van de sociale infrastructuur.
1.1
Waarom een sociaal team?
De in het Regeerakkoord voorgenomen decentralisatie van taken in het sociaal domein naar gemeenten maakt het noodzakelijk om die taken uit te voeren met minder geld, meer resultaat en een hoge klanttevredenheid. Een oplossing ligt in een integrale benadering die aansluit bij het gewone sociale leven en bij de concrete problematiek die zich daar voordoet. Deze benadering benut de verschillen tussen burgers en hun omgeving. Dit alles vergt een transformatie van het sociale domein. Een transformatie om het anders te doen. Meer vanuit de eigen kracht van burgers, minder individueel en meer collectief. Een omslag in zowel denken als doen. Dit is een omslag die zowel gemeente, aanbieders, professionals als ook burgers zelf moeten maken en die tijd kost. De start van een sociaal team op wijkniveau is een belangrijke schakel in de transformatie. Een sociaal team hanteert een vraaggerichte aanpak: samen met de burger en zijn omgeving wordt een integrale oplossing gezocht voor een probleem en wordt ook vastgesteld wat de resultaten moeten zijn van de ondersteuning. Professionals moeten daarbij de omslag maken door eerst te kijken naar de eigen kracht van inwoners en het sociale netwerk en pas daarna naar arrangementen van informele en formele zorg, waarbij ook nog wordt aangestuurd op een verschuiving naar welzijn. In het land zijn al een aantal voorbeelden van sociaal teams. Deze zijn verschillend van opzet en gericht op verschillende doelgroepen. Wel is er een rode lijn uit te halen. Algemene kenmerken zijn: • • • • • • •
Gericht op inwoners die er zelf (even) niet meer uitkomen Team met eerstelijns zorg Werken dichtbij de burger en outreachend Stimuleren eigen kracht burgers en uitgaan van talenten Arrangementen tussen informele en formele zorg met een verschuiving naar welzijn Gericht op individuele en collectieve ondersteuning Hulp snel en dichtbij 1
• • • 1.1
Breed ingezet op terrein van welzijn, ondersteuning, zorg en werk & inkomen Korte lijnen en weinig bureaucratie Werkt over de eigen grenzen heen en heeft hiervoor ook mandaat en handelingsruimte
Waarom Veldhuizen en Ede-Zuid?
Veldhuizen o.a. omdat daar ook al het project ‘de Zichtbare Schakel’ draait (samen met wijkverpleging en gezondheidscentrum) en eerder een ‘Signaleringsteam’ heeft gefunctioneerd. Ede zuid onder meer omdat daar in het kader van de herstructurering sociaal domein al enkele pilots lopen. En tenslotte omdat dit ook in GSO4 met de Provincie is afgesproken.
2. Op weg naar een nieuwe sociale infrastructuur De betrokkenheid bij het sociaal domein kan worden onderscheiden in een 0e, 1e en 2e lijn. Schematisch kan dit als volgt worden weergegeven (bron gemeente Almere):
•
De inwoner en diens huishouden staan centraal. De eigen mogelijkheden van inwoners worden benut voor meer zelfredzaamheid en ‘samenredzaamheid’. Gemeente en professionele organisaties starten bij de mogelijkheden en talenten van inwoners. We praten mèt inwoners in plaats van over hen, we bouwen op hun mogelijkheden en talenten en we nemen belemmeringen weg voor initiatieven die zij nemen. Professionele ondersteuning is altijd gericht op het versterken van het sociale netwerk van mensen.
2
We benutten ervaringsdeskundigheid van inwoners en professionals. In de wijken krijgen vrijwilligers een grotere rol op het gebied van informatie en advies. •
In de wijken Veldhuizen en Ede-zuid vormen we sociaal teams. Een sociaal team functioneert op wijkniveau en legt actief contact met het hele sociaal netwerk in de wijk. Een sociaal team bestaat uit generalisten; bijvoorbeeld opbouwwerkers, maatschappelijk werkers, wijkverpleegkundigen, jeugdwerkers en/of consulenten van de gemeente (Wmo/WWB/BSB). Zij brengen door hun achtergrond kennis en ervaring en een netwerk mee dat een groot deel van het sociale domein beslaat (zoals welzijnswerk, maatschappelijk werk, jeugd/onderwijs, curatieve zorg/thuiszorg, werk & inkomen, Wmo-voorzieningen, onderwijs, GGZ). Deze generalisten kunnen een keukentafelgesprek voeren, kunnen zo nodig (kortdurende) ondersteuning bieden en hebben het mandaat om allerlei collectieve en individuele vormen van ondersteuning in te zetten. Zij zijn breed geschoolde professionals die een deskundige diagnose kunnen stellen, die op doortastende wijze ondersteuning kunnen bieden of inzetten en die weten wanneer zij een specialist moeten inschakelen. Zij zoeken aansluiting bij bestaande ondersteuningsstructuren in de wijk (zoals CJG) en gaan daar geleidelijk mee integreren, zodat voor inwoners/huishoudens een eenduidige en laagdrempelige toegang ontstaat tot ondersteuning. De sociaal teams worden bekostigd uit bestaande middelen door verschuiving van bestaande functies. Ondersteuning is in alle gevallen maatwerk dat bestaat uit een samenspel van eigen inzet, inzet van het sociale netwerk, informele ondersteuning en professionele ondersteuning. Het aanbod van collectieve vormen van ondersteuning op alle domeinen wordt vergroot en inwoners worden bij de vormgeving ervan betrokken.
•
Is er langdurige of intensieve ondersteuning nodig op meerdere leefgebieden, dan wordt een coach ingeschakeld. Deze coach maakt samen met de betrokkene(n) een integraal ondersteuningsplan volgens het principe ‘één huishouden, één plan, één aanpak’. De begeleider helpt bij het organiseren van de verschillende vormen van ondersteuning (m.n. in de ‘2e lijn’) en organiseert zo nodig een rondetafelgesprek (‘eigenkrachtconferentie’). In situaties waarin de ondersteuning vastloopt, is er een brandpuntfunctionaris, die - zo nodig met doorzettingsmacht - het proces weer vlot trekt.
•
Klanttevredenheid en het behalen van de afgesproken resultaten zijn de belangrijkste graadmeters voor de effectiviteit van de ondersteuning. Daarnaast wordt via een businesscase berekend en gemonitord op welke wijze we ook de financiële doelstellingen (m.n. gericht op substitutie van zware naar lichtere zorg) kunnen behalen. De functie van de Centrale Toegang blijft gehandhaafd, maar we onderzoeken of we die beter kunnen verbinden met het wijkwerk. Bestaande samenwerkingsstructuren worden geïntegreerd in het nieuwe model. Ook inwoners krijgen de mogelijkheid om in de wijk meldingen te doen van zorg of overlast.
3
Modelmatig ziet deze aanpak er als volgt uit (bron: gemeente Almere):
sociaal team in de wijk
3. Functioneren sociaal team in de wijk Er wordt uitgegaan van de ‘zichtbare schakels’ in de wijk. Het sociaal team zit letterlijk in de wijk en legt directe verbinding met verschillende vindplaatsen om actief relevante signalen op te halen, via: •
Kinderopvang/peuterspeelzalen
•
Primair en voortgezet onderwijs
•
Huisartsen
•
(Sport) verenigingen
•
Buren/vrienden en familie
•
Burger zelf
•
Politie, Woningbouwcorporatie etc. (link naar wijkteams en wijkregisseur).
Het sociaal team is een ‘handelingsoverleg’ met ‘doorzettingsmacht’. Het uitgangspunt is dat er zoveel mogelijk gebeurt, zonder indicatie. Bevoegdheden vanuit de participerende organisaties (incl. lichte indicaties) worden overgedragen aan het sociaal team. Als er meer aan de hand is wordt opgeschaald naar de tweedelijnszorg (lokale zorgnetwerken). Er wordt uitgegaan van een sluitende keten (ketenregie). Het sociaal team maakt een gezamenlijk handelingsplan. 4
Het sociaal team is bestemd voor alle (kwetsbare) inwoners van een wijk. Als jeugd betrokken is wordt nu eerst aangesloten bij het CJG en de vindplaatsgerichte manier van werken; later wordt dit verder geïntegreerd. Gestart wordt met een korte ‘oefenperiode’ van 4 tot 6 maanden. Daarna vindt een eerste evaluatie plaats om te kijken of het werkt en hoe het werkt, beter kan etc. (‘PDCA’). Het sociaal team gaat - conform De Kanteling - uit van de volgorde: •
Wat kan de betrokkene zelf nog?
•
Wat kan vanuit de directe omgeving van gezin of huisgenoten worden gedaan?
•
Wat kan vanuit het bredere netwerk (buurt, familie, vrienden) worden gedaan?
•
Welke algemene voorzieningen kunnen worden ingezet?
•
Pas in laatste instantie komt de verstrekking van een individuele voorziening aan de orde.
Door te werken met een multidisciplinair team met daarin specialisten die zich als generalisten opstellen, wordt er vanuit verschillende invalshoeken gekeken. Hierdoor zijn het geen individuen die een handelingsplan maken en uitvoeren, maar een team dat van elkaar kan leren. Naarmate de leerervaring gaat een ieder zich meer als specialist opstellen. De verbinding met de 2 e lijn vinden we belangrijk. Expertise wordt tijdens de pilotperiode ingebouwd door voorlichting en consultatie.
4.
Opzet, doelgroep, doelen en resultaten sociaal team
Opzet: •
Er wordt gestart met een klein en slagvaardig team, dat flexibel inspeelt op de vraag en behoeften van de wijk en de burgers die in de wijk wonen. Dit kan betekenen dat in de loop van de tijd partners toetreden tot of terugtreden uit het sociaal team
•
Projectleider maakt samenwerkingsafspraken met de partners in de tweede ring
•
Projectleider is ook linking pin naar het wijkteam resp. de wijkregisseur
Doelgroep: De doelgroep van het sociaal team zijn in feite alle kwetsbare burgers in een wijk met een nietenkelvoudige dan wel (nog) onduidelijke ondersteuningsvraag. Doelen: •
Sociaal team is toegankelijk; gaat uit van integraal perspectief vanuit de vraag van de burger
•
Sociaal team richt zich op preventie en substitutie, zodat zwaardere vormen van ondersteuning niet of later nodig zijn (kostenreductie)
•
Sociaal team is een op handelen gericht netwerk met korte lijnen en niet bureaucratisch
5
Resultaat: •
Een omschakeling naar meer uitgaan van eigen kracht en inzet sociaal netwerk
•
Meer diversiteit en kwantiteit in aanbod van algemene voorzieningen met combinaties van welzijn en zorginstellingen
•
Per saldo minder professionele ondersteuning en begeleiding en dus ook kostenreductie.
5. Partners en profielen 5.1
Ketenpartners
Er wordt, in eerste instantie, uitgegaan van de volgende kernpartners: • • • • • • •
CJG-coordinator Wijkverpleegkundige (zichtbare schakel) Medewerker (link naar vrijwilligers en mantelzorgers) Algemeen maatschappelijk werk (MD Veluwe) Lid multidisciplinair team integrale toegang gemeente Welstede (opbouwwerk, jongerenwerk, buurthuizen) SWO (gezien grote groep ouderen)
Voor de verschillende doelgroepen zijn daarnaast de volgende organisaties vertegenwoordigd in de tweede ring: • MEE (verstandelijke en lichamelijke beperking) • Pro Persona (psychiatrische achtergrond) • Woonconsulent (Woonstede) • Wijkagent etc.
5.2
Profiel leden sociaal team
Het team bestaat uit medewerkers van de ketenpartners. Het profiel voor hen is gebaseerd op de ‘nieuwe’ professional, zoals ook ingegeven door welzijn nieuwe stijl en de kanteling. Aangezien deze nog niet bestaat, gaat het vooral om een aantal competenties en vaardigheiden die iemand moet hebben. We zijn dan ook op zoek naar ‘best persons’: specialisten die generalistisch handelen. De teamleden worden geworven uit de medewerkers van de kernpartners. Profiel lid sociaal team: • Verheldert vragen en behoeften en kan de vraag achter de vraag naar boven krijgen • Versterkt de eigen kracht/regie van de burger • Ondersteunt de burger zelf of draagt de zorg over waar nodig • Is zichtbaar en gaat op mensen, is daarin ook toegankelijk en laagdrempelig • Stimuleert verantwoordelijk gedrag • Stuurt aan op betrokkenheid en participatie • Verbindt gezamenlijke en individuele aanpak • Werkt (interdisciplinair) samen en versterkt netwerken • Beweegt zich in systemen van burgers, samenwerkingspartners en beleidsmakers 6
• •
Doorziet verhoudingen en anticipeert op veranderingen Benut de professionele ruimte en is ondernemend
Functie-eisen: - MBO/HBO-diploma - Affiniteit en betrokkenheid met de doelgroep - Kennis van en ruime ervaring in de hulp- of dienstverlening - Ruime kennis van het werkveld - Kennis van en kunnen handelen vanuit een breed takenpakket
Niet alle competenties zullen bij iedereen aanwezig zijn. Bij de samenstelling is het daarom belangrijk om de verschillende kerncompetenties in het team te hebben. De benodigde inzet van de partners is een belangrijk uitgangspunt voor de evaluaties. Vooralsnog gaan we uit van een bijdrage van minimaal 20 uur per deelnemende organisatie (op basis ervaringen in Nijmegen). Op basis van de ervaringen na drie/vier maanden kan gekeken worden wat de inzet vervolgens moet zijn.
5.3 Deskundigheidsbevordering Een sociaal team en het profiel van de teamleden is nieuw. Dat betekent dat er ook ruimte moet zijn om van elkaar te leren, fouten te maken, te ontwikkelen en te ervaren. Naast een intervisie kan er ook gerichte deskundigheidsbevordering worden ingezet op kennis, kunde en vaardigheden. Dit is ook afhankelijk van de behoefte. Ook kan er een aanzet worden gemaakt voor een methodiekbeschrijving. Dit kan dan een olievlekwerking hebben voor organisaties. Gekeken kan worden welke rol de CHE hierin kan vervullen.
6.
De schakeling van sociaal team naar ‘één gezin, één plan, één regisseur’
6. 1
De inzet van een coach
Het sociaal team in de wijk probeert gesignaleerde problematiek zoveel mogelijk direct zelf op te lossen, samen met de betrokken burger(s) en directe omgeving. Als echter sprake is van langdurige en/of intensieve ondersteuning, wordt een begeleider/coach ingeschakeld, die samen met betrokkene(n) een integraal ondersteuningsplan maakt (één huishouden, één plan, één aanpak). Ook met deze aanpak willen we vanaf april in Ede ervaring opdoen. In de rol van begeleider/coach staan de volgende elementen centraal: • • • • •
Is vertrouwenspersoon voor het huishouden en aanspreekpunt voor organisaties Krijgt tijd krijgt om een vertrouwensband met het huishouden op te bouwen (1 op 10 caseload) Heeft mandaat en handelingsruimte om een zaken in te zetten en te organiseren Gaat integraal uit van alle relevante leefgebieden en stelt een plan op voor het hele huishouden Stelt samen met het huishouden en met consultatie van partnercoaches een analyse en plan op.
7
• • •
6.2
Gaat in het plan uit van gezamenlijke verantwoordelijkheid met doelen en (tussen) evaluaties. Gaat uit van eigen kracht van huishouden en omgeving bij opstellen en uitvoeren van het plan. Kijkt bij het plan naar mogelijkheden van sociale netwerk en inzet van vrijwilligers.
Doelgroep
De doelgroep betreft huishoudens , waarvan de problematiek zwaarder, veelal meervoudig en langduriger zijn dan regulier door het sociaal team kunnen worden opgepakt. Vaak gaat het om een combinatie van sociaal-economische en psychosociale problemen. Vaak hebben deze gezinnen juist problemen met de hulpverlening, bijvoorbeeld omdat ze hulp afwijzen of voortijdig afbreken, of omdat ze weigeren mee te werken. Problemen kunnen zich voordoen op vijf gebieden: •
het voeren van een huishouding
•
de maatschappelijke positie van het gezin: bijvoorbeeld armoede en werkloosheid
•
de opvoeding
•
problemen in de individuele ontwikkeling van de gezinsleden en
•
de relatie tussen de (ex)partners: (echtscheiding, spanningen of wisselende relaties)
We richten ons niet alleen op gezinnen, maar ook op echtparen zonder kinderen en alleenstaanden met multiproblemen.
6.3
Doelen •
• • • •
6.4
Opstellen van een plan van aanpak samen met het huishouden, het eigen netwerk en partnerorganisaties met daarin opgenomen doelen en resultaten, die zoveel mogelijk uitgaan van de eigen kracht van het huishouden en het inzetten van het sociale netwerk Zorgen voor een goede begeleiding naar de juiste hulpverlening voor huishoudens met meervoudige problemen, inclusief coördinatie van deze hulp Zorgen voor een effectieve aanpak door een multidisciplinaire samenwerking van partners Mandaat en duidelijke taken en verantwoordelijkheden voor de begeleider/coach ‘Achter de Voordeur’ voor een snelle doorgeleiding en werkwijze Realiseren van een sluitende keten met bestaande netwerken (zoals WIG en gezinsmanager)
Profiel van de begeleider/coach
Uit de ervaringen in het land blijkt dat het niet bepalend is uit welke organisatie deze coach komt. M.n. een specifieke combinatie van kennis, kunde en vaardigheden is van belang. We gaan dus op zoek naar’ the best person’. Voor de bestaande projecten zijn al gezinsmanagers actief vanuit Lindenhout. Maar we willen toe naar een team van generalisten met elk een eigen specialisme, zodat er van elkaar geleerd kan worden en het generalisme verder uitgebreid wordt. Vanuit deze gedachte willen we twee coaches werven vanuit organisaties. Deze coaches kunnen afkomstig zijn
8
vanuit de organisaties genoemd bij 6.5. We gaan uit van een brede insteek. Hierbij gaan we uit van een fulltime inzet. Elementen voor het profiel : • • • • • • • • • • •
Heeft een generalistische insteek met een specialisme Kan een vertrouwensband opbouwen met het huishouden Kan (achterliggende) vragen en behoeften verhelderen en verbanden leggen Krijgt samen met het huishouden inzicht in de eigen kracht en talenten en versterkt deze Spreekt het huishouden aan op de eigen verantwoordelijkheid (voor wat hoort wat) Motiveert, overtuigt en sanctioneert waar nodig; laat los waar dat kan. Heeft kennis om problemen te kunnen diagnosticeren en mandaat om te indiceren Is een goede samenwerkingspartner en netwerker. Sluit aan op de leefwereld van het huishouden en kan ook overweg met partnerorganisaties Benut de professionele ruimte, is ondernemend, creatief, heeft lef en durft fouten te maken. Heeft overtuigingskracht richting huishouden en de samenwerkende organisaties.
Functie eisen: - HBO-diploma - Affiniteit en betrokkenheid met de doelgroep - Kennis van en ruime ervaring in de hulp-of dienstverlening, bij voorkeur in het werken met multiprobleemhuishoudens - Ruime kennis van het werkveld en ervaring met mutidisciplinair werken - Kennis van en kunnen handelen vanuit een breed takenpakket Uitgegaan wordt van een caseload van 1 op 10. In de beginfase is de begeleider/coach meer uren kwijt, gemiddeld 6 uur per huishouden per week. Na verloop van het traject wordt dit minder. Ook in onze pilot gaan we hier vanuit, aangezien het in het begin ook nog veel leren van elkaar is.
6.5
Betrokken partners per leefgebied
De coach kijkt eerst - samen met het huishouden - wat hij of het team van coaches en sociaal team (eerste schil) kan bieden. Pas daarna wordt bekeken wat er aan specialisten nodig is (tweede schil). De betrokkenheid van partners verschilt, afhankelijk van de specifieke situatie. Sommige partners zullen vrijwel altijd direct betrokken zijn. Zo is bijv. bij veel huishoudens sprake van schulden, waardoor de schuldhulpverlening een belangrijke partner is. Het is dus maatwerk waarbij de coach aansluit op wat het specifieke huishouden nodig heeft. Per huishouden wordt - samen met de betrokken partners - een plan opgesteld, met een zekere flexibiliteit. De coach is de spil in het geheel: hij bepaalt (met mandaat) welke inzet wanneer nodig is. Om dit mogelijk te maken moeten er goede afspraken worden gemaakt met de organisaties op de verschillende leefgebieden. Domein Wonen
Organisatie Woonstede e.a. verhuurders
Participatie/werk
Werk, Inkomen & Zorg (WIZ)
Onderwijs/scholing
Leerplicht/RMC; Primair/voortgezet onderwijs; Kinderopvang/peuterspeelzaal
Financiën/schulden
Schuldhulpverlening; WIZ 9
Gezondheid, welzijn
Wmo-loket; Thuiszorg; HGGM (GGD); Welstede; MEE: …
Relaties
Bureau Jeugdzorg (BJZ); MD Veluwe; Opella (AMW)
Zorg, hulpverlening
Maatschappelijke werk; Thuiszorg; CJG; BJZ; OGGZ; Raad v.d. Kinderbescherming
Politie, justitie
Politie; OM; Reclassering; Raad voor de Kinderbescherming; Veiligheidshuis
6.6
Naar een nieuwe werkproces
Het introduceren van een sociaal team op wijkniveau en de schakeling van zwaardere en complexere problematiek naar een begeleider/coach maken het noodzakelijk om samen met ketenpartners nadere afspraken te maken over het gezamenlijke werkproces. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van diverse voorbeelden in den lande. Voor de start van het sociaal team moeten in elk geval nadere afspraken worden gemaakt over welke signalen door wie worden opgepakt. Vervolgens worden werkafspraken gemaakt over: -
Inbreng van een signaal Beoordeling van een signaal Diagnose/onderzoek situatie Opstellen Plan van Aanpak Uitvoeren Plan van Aanpak Afsluiting casus (met criteria) Nazorg
Om een snelle start te maken met de nieuwe aanpak ’één gezin, één plan, één regisseur’ wordt voorgesteld de beschreven werkwijze komende maanden uit te proberen door vanuit de wijken Veldhuizen/Ede-zuid een aantal huishoudens te selecteren en daarbij de volgende acties in te zetten: • • •
• •
Analyse huidige situatie: wat is de problematiek, welke ondersteuning en zorg wordt er al geboden, welke afspraken zijn gemaakt? Gesprekken gezinnen over ervaringen met hulpverlening Opstellen van een plan van aanpak die uitgaat van Eén gezin, één plan, één regisseur. Dit uiteraard in samenspraak en met actieve bijdrage van het gezin zelf. Informatiedeling van organisaties is hierbij een voorwaarde. Uitvoering plan van aanpak. Na een half jaar evaluatie en bijstelling.
Op deze wijze kan er bottom-up ervaring worden opgedaan welke vertaald kan worden in een procesmatige werkwijze. M.a.w. gewoon doen!
10
7.
Profiel projectleider
Voor de opzet van een sociaal team in beide wijken wordt door de gemeente twee projectleiders aangesteld (vooralsnog voor een periode van 4-6 maanden). Per wijk wordt er een projectleider aangesteld voor 20 uur per week. De projectleider is verantwoordelijk voor het sociaal team en de aanpak één gezin, één plan, één regisseur’. Dit vraagt een brede kennis, die waarschijnlijk niet in één persoon te vangen is. Als team kunnen de projectleiders deze competenties wel hebben. Op deze manier worden dit ook generalisten. Uitgaande van een start in april, vindt de eerste evaluatie plaats in juli/augustus. Op basis hiervan kan bepaald worden of deze opzet voor het sociaal team wordt voortgezet en in welke vorm. Voor deze periode wordt uitgegaan van een inzet van 20 uur per week per wijk. De verantwoordelijkheden en taken van de projectleider zijn als volgt: • Stelt samen met de klankbordgroep een werkplan op met o.a. evaluatiecriteria • Zorgt voor de opbouw en verdere ontwikkeling van het sociaal team en de aanpak één gezin, één plan, één regisseur’ • Zorgt voor coaching, persoonlijke ontwikkeling en eigen verantwoordelijkheid medewerkers • Initieert overleg met sociaal team en coachingsteam en neemt deel aan relevante overleggen • Ontwikkelt en bewaakt in samenspraak met partners een werkproces voor beide aanpakken • Bouwt en onderhoudt een breed netwerk met partners binnen het maatschappelijke veld • Maakt samenwerkingsafspraken met in- en externe partners en legt deze vast. (incl. mandaat) • Signaleert en onderneemt acties bij ervaren knelpunten • Zorgt voor de communicatie richting gemeente, partners en burgers • Is in staat praktijkervaringen om te zetten in beleidsinformatie • Is resultaatgericht en besluitvaardig ingesteld en durft initiatieven te nemen • Stelt in na 4-6 maanden een rapportage op met aanbevelingen voor het vervolg Functie eisen: - Tenminste afgeronde HBO-opleiding, bij voorkeur agogische richting - Aantoonbare management- en coachingskwaliteiten - Ruime kennis van het werkveld van de dienst- en hulpverlening - Kunnen opereren in een politiek-bestuurlijk en complexe omgeving
8.
Evalueren en monitoren
De pilot is bedoeld om te leren met een nieuwe manier van werken voor zowel gemeente, organisaties, professionals als burgers. Dit betekent dat we het ook willen volgen. Hiervoor wordt een klankbordgroep ingesteld waarin participeren: • wethouder • vertegenwoordigers van de kernpartners • vertegenwoordigers van de ‘2e schil’ (Lindenhout, BJZ, GGD, MEE, Veiligheidshuis/politie) • vertegenwoordigers van het programma • vertegenwoordigers van burgers • CHE
De klankbordgroep heeft de volgende taken: - Monitoren en evalueren pilot - Signaleren knelpunten en deze mede oplossen 11
-
Kijken naar eventuele bijstelling project, inzet deskundigheidsbevordering etc. Aanleveren tussenrapportage en eindrapportage Aanbevelingen formuleren voor het vervolg
Een half jaar na de start worden de pilots geëvalueerd en gekeken of deze verder uitgebouwd moeten worden en een meer structureel karakter moeten krijgen. Deze evaluatie vindt plaats op zowel procesmatig niveau als inhoudelijk niveau. De evaluatiecriteria en de wijze waarop de evaluatie vorm gaat krijgen, zal nog verder worden uitgewerkt door de projectleider. Op basis van de evaluatie kan ook gekeken worden hoe de aanpak verder vorm gaat krijgen en in welke structuur.
9.
Verbinding bestaande initiatieven en netwerken
Voor beide aanpakken geldt dat er al bestaande netwerken en initiatieven zijn. Het is niet de bedoeling om hier wat naast te organiseren. Wij willen aansluiten bij wat er al is en dit benutten en versterken. Maar wel met de vernieuwing in het opbouwen van een nieuwe sociale infrastructuur. Voor het sociaal team zijn de belangrijkste verbindingen met het wijkteam de zichtbare schakel. Vanuit de transitie jeugdzorg loopt er een pilot voor ambulante jeugdhulpverlening zonder indicatie. Ook hier willen we kijken hoe dit aansluit bij het sociaal team. Vanuit de aanpak gericht op intensievere ondersteuning wordt er verbinding gelegd met twee projecten vanuit Lindenhout: WIG en Gezinsmanagement. Deze hebben als insteek multiprobleem gezinnen, waarbij delinquent gedrag van kinderen en jongeren een rol spelen. In de aanpak die we voorstaan trekken we het breder naar alle leefgebieden.
10.
Communicatie
Door de projectleiders wordt gekeken op welke wijze er een goede communicatie kan plaatsvinden richting gemeente, partners en burgers zelf. Ook de Wmo-adviesraad zal geïnformeerd worden over de ontwikkelingen.
11.
Stappenplan
De volgende stappen worden ondernomen om te komen tot de realisatie van het sociaal team. Wat Gesprek over plan met zorgkantoor Gesprekken kernpartners voor draagvlak en inzet. Aanscherpen Plan van Aanpak Werkconferentie met partners t.b.v. concrete werkafspraken Instellen Klankbordgroep Werving projectleiders Start beide aanpakken Selectie coaches Selectie huishoudens Evaluatie en keuzes voor vervolg
Wie Programmadirecteur/ kwartiermaker Kwartiermaker/ accountmanagers Kwartiermaker Gemeente, management en ‘best persons’ sociaal team Bestuur/programma Programmacockpit Projectleider/team Projectleider + partners Projectleider + partners Klankbordgroep/Bestuur
Wanneer Februari Februari/Maart Maart April Maart Maart April April April Juli/Augustus 12
10.
Financiën
De deelname aan het sociaal team wordt vanuit de organisaties zelf betaald, te formaliseren door aanpassingen in de subsidiebeschikkingen. De inzet van de kernpartners en de partners in de tweede schil vallen onder het reguliere budget van de organisaties zelf. Ook deze kosten worden opgevoerd als co-financiering. Vanuit de GSO-middelen worden de volgende zaken bekostigd: • • • •
Projectleider Deskundigheidsbevordering Stimuleringsbudget inzet coaches Evaluatie en monitoren
13