Concept agenda 1.
Opening (19.30 - 19.31 uur)
2.
Agenda d.d. 28 november 2013 (vaststellen) (19.31 - 19.32 uur)
3.
Ingekomen stukken (19.32 - 19.35 uur)
4.
Informatie van het college in het kader van de actieve informatieplicht (19.35 - 19.40 uur)
5.
Concept beknopt verslag vergadering commissie bestuur d.d. 31 oktober 2013 (vaststellen) (19.40 - 19.45 uur)
6.
Afsprakenlijst van de commissie (bespreken) (19.45 - 19.50 uur)
7.
Rondvraag (19.50 - 20.00 uur)
PROGRAMMA BESTUREN VAN DE STAD 8.
Expeditie Tiel - Huisvestingsmodel gemeentelijke organisatie (om advies) (20.00 - 20.45 uur)
PROGRAMMA VEILIGHEID 9.
Uitvoeringsplan integrale veiligheid 2014 (bespreken) (20.45 - 21.05 uur) De commissieleden wordt gevraagd of zij akkoord kunnen gaan met het opnieuw tot prioritiet benoemen van de aanpak woninginbraken en de aanpak van de criminele groep en of zij zich kunnen vinden in het uitvoeringsplan integrale veiligheid 2014
10. Wensen en bedenkingen bij de Raam- en Dienstverleningsovereenkomst inzake toezicht en handhavingstaken (om advies) (21.05 - 21.45) 11. Projectplan leerwerkbedrijf restaurant Zohra (bespreken) (21.45 - 22.05 uur) De commissieleden wordt gevraagd of zij zich kunnen vinden in het projectplan 12. Vaststellen Evenementennota 2013 (22.05 - 22.25 uur) OVERIG 13. Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (22.25 - 22.30 uur) 14. Sluiting (22.30 uur)
BEKNOPT VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE BESTUUR EN SAMENLEVING D.D. 28 NOVEMBER 2013
Aanwezig: B. Brink (voorzitter), de leden Y. Aliskan, S. de Boer, P. van den Burg, N.E. Gradisen, B. van Gurp, I. Joustra, Th.J.M. van Oostrom, M.E.C. Rijckenberg, W.G. van Rooijen, A.D. Sijpkes, J.D. Stoeten-Flach, P.G. van Wijk , T. Zuidema, R. Manuhutu (commissie samenleving) en J.W. Westerholt (griffier) Afwezig de leden A. Saddiki en D. de Klerk Eveneens aanwezig: H. Beenakker. L. Verspuij (portefeuillehouders), E. Prigge (politie) en E. van Keken, N. Smits, K. Fidder, T. van Kalkeren en K. van Moosel (ambtelijk adviseurs) 1.
Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. De griffier vestigt de aandacht op de raadsconferentie van de regio op 9 december 2013 Hiervoor hebben zich 3 raadsleden aangemeld. Hij doet een dringend beroep op meer aanmeldingen. Er is niet ingetekend op de ingekomen stukken en er zijn geen mutaties voor het verslag gemeld.
2.
Vaststellen van de agenda De agenda wordt conform vastgesteld.
3.
Ingekomen stukken De heer Gradisen vraagt n.a.v. ingekomen stuk 03.2 robuuste investeringsimpuls of het niet honoreren van de door Tiel aangedragen projecten welllicht samenhangt met een communicatiestoornis tussen provincie en gemeente en vraagt of er nog iets wordt ondernomen richting provincie. Antwoord: e.e.a. ligt mede aan de criteria waaraan projecten dienden te voldoen. Nader schriftelijk antwoord volgt. De heer Sijpkes vraagt n.a.v. ingekomen stuk 03.1 asbestproblematiek Fabriekslaantje of het wel zo efficiënt is om periodiek te controleren/te inventariseren. Wellicht is een goed hekwerk uiteindelijk goedkoper. De brief van de GGD roept deze vraag op. Antwoord: het terrein is nu veilig en schoon. Een jaarlijkse schouw is nodig om te kijken of er nog asbest bovenkomt en nieuwe dump van afval tegen te gaan.
4.
Actieve informatie van het college Er is schriftelijke informatie beschikbaar n.a.v. van de vraag van de heer Beijer tijdens de afgelopen raadsvergadering over de behandeling van de bezwaarschriften bij de BSR. De informatie is hem inmiddels verstrekt en zal eveneens aan de afsprakenlijst voor de volgende commissievergadering worden gehecht. In aanvulling op de informatienota over CGT die bij de ingekomen stukken zit, wordt gemeld dat de invoeringsdatum van 1-1-14 niet realistisch is gebleken (glasvezelverbinding en het nog aantrekken van de managers/kwartiermakers) en dat nu geopteerd wordt voor 31 maart 2014.
5.
Vaststellen verslag van de vergadering d.d. 31 oktober 2013 Het verslag wordt conform vastgesteld.
6.
Afsprakenlijst van de commissie Het antwoord op de vraag van de heer Sijpkes inzake collectes is vandaag binnengekomen en zal worden gehecht aan de afsprakenlijst voor de volgende commissievergadering. 1
De heer Sijpkes vraagt eveneens naar de stand van zaken m.b.t. de papierinzameling door de AVRI. Geantwoord wordt dat dit zal worden nagegaan. De proef loopt nog en de evaluatie is nog niet bekend. Tot dan verandert er niets voor de vrijwilligersorganisaties. Dit loopt door in 2014. De zorg op dit punt zal worden overgebracht in de programmaraad evenals de verwachting vanuit de commissie dat een evaluatie eerst actief met de commissie wordt besproken. De heer Van Wijk merkt in dit kader op dat hij niet zal deelnemen aan de beraadslagingen over dit onderwerp vanwege zijn betrokkenheid via de korfbalvereniging. 7.
Rondvraag Mevrouw Stoeten-Flach doet de suggestie om de incontinentieluiers die sinds 2008 niet meer apart worden opgehaald, in te brengen bij de AVRI t.b.v. de proef m.b.t. de vrijwiligersorganisaties. Mevrouw Joustra vestigt de aandacht op het vrachtwagenverbod op de Grote Brugsegrintweg dat met regelmaat wordt overtreden. Het signaal is niet bekend en het zal onderzocht worden. Mevrouw De Boer vestigt de aandacht op de her en der in de stad geplaatste roodwitte paaltjes. Ze zijn lelijk, geplaatst voor monumentale panden, bevorderen de verkeersveiligheid niet, in tegendeel zelfs (fietspad in Passewaay dat ook reeds in de commissie ruimte is gemeld) en zijn geplaatst voor een uitrit waardoor de ontheffinghouder in de problemen komt. Zij vraagt hoe deze plaatsing werkt, of ze waar nodig kunnen worden vervangen door Tielenaartjes. Schriftelijk antwoord volgt. De heer Van Wijk vestigt de aandacht op de conferentie leren en werken. Iedereen is hiervoor van harte uitgenodigd.
8.
Expeditie Tiel – Huisvestingsmodel gemeentelijke organisatie (om advies) In de eerste termijn wordt door de leden van de commissie het volgende naar voren gebracht. De heer Gradisen meldt dat zijn fractie worstelt met het onderwerp waarbij men zich afvraagt of het verantwoord is in deze moeilijke tijd en op dit moment zo'n bedrag aan huisvesting van ambtenaren te besteden, hetgeen overigens niet wegneemt dat goede werkplekken noodzakelijk zijn. Hij ervaart de financiële onderbouwing als een winterstampot waarbij allerlei potjes (budgetten, reserves, verwachte verkoopopbrengsten, huuropbrengsten, vrijvallende lasten etc.) in elkaar worden geschoven. Wat heeft de verkoop van Agnietenstraat 28 ermee te maken? Dit pand staat leeg. Informatie ontbreekt over de vraag wat er gebeurt als het pand aan de Achterweg niet wordt verbouwd. Anders geformuleerd: wat zijn de kosten van de expeditie Tiel/het nieuwe werken zelf en wat zijn de huidige huuropbrengsten van het UWV? Wat zijn de kosten van een geringe verbouwing om de ambtenaren van het Beursplein over te laten komen. Het financiële plaatje is niet compleet. Hij vraagt om een beter financieel en meer uitgesplitst overzicht van baten en lasten met meerdere varianten. Hij vraagt of er ook rekening wordt gehouden met de wensen van de klanten van het Beursplein als de klantvraag centraal komt te staan. De heer Van den Burg is ook niet overtuigd van het voorstel en ondersteunt daarom de vragen van de heer Gradisen. Reeds eerder heeft hij gevraagd om een middellange termijnvisie op de toekomst van Tiel. Wellicht is in de toekomst het pand aan de Achterweg niet meer nodig. Hij ervaart het voorstel op dit moment als een brug te ver. De heer Van Wijk heeft dezelfde vragen als de heer Gradisen. Voor hem is met name het onderscheid tussen de kosten expeditie Tiel/het nieuwe werken en de overige kosten niet helder. Hij begrijpt dat er rekenwerk is verricht om de huidige werkplekken efficiënter in te richten. Onder het nieuwe werken wordt ook verstaan het thuiswerken. Met de inrichting van thuiswerkplekken is geen rekening gehouden. Hij begrijpt dat het UWV een belangrijke partner is. In hoeverre is het UWV verplicht om bij de gemeente in te trekken. 2
Hij pleit er voor om als het voorstel doorgaat de ARBO-wet in acht te nemen maar tegelijkertijd het gezond verstand te gebruiken. De heer Sijpkes heeft eveneens vraagtekens bij de financiële kant van het voorstel. Voor hoe lang huurt het UWV van de gemeente nu en in de toekomst. En welke verplichtingen horen daarbij. Is er een reëel zicht op de verkoop van Agnietenstraat 28 en hoe verhoudt zich dit tot het idee om dit pand tijdelijk te verhuren voor de WLP. Is er nagedacht over het idee om het Koetshuis te bestemmen voor b.v. horeca? Hij pleit ervoor om nu geen advies uit te brengen maar om de zaak met inachtneming van de vragen opnieuw door te rekenen en dan opnieuw te bespreken. De heer Zuidema acht de voorgestelde verbouwingen en afstoting van panden noodzakelijk. Er is sprake van een gesloten financiële systematiek. Bovendien is de raad voorstander van het nieuwe werken en verwacht de raad flexibiliteit. Ook D66 vindt de kosten erg hoog en verwacht op dit punt nog een verdere onderbouwing. Mevrouw Joustra zit met dezelfde financiële vragen over de onderbouwing. Zij bepleit een efficiënte inzet van de gemeentelijke gebouwen en onderkent de noodzaak van nieuwe werkplekken. Zij wijst er op dat met dit voorstel de parkeerdruk in de binnenstad verder toeneemt hetgeen lastig zal zijn voor de klanten. Zij heeft twijfels of tijdens de bouw van de parkeergarage WLP deze druk in de omgeving voldoende kan worden opgevangen. Zij bepleit eveneens het voorstel met nadere gegevens opnieuw te bespreken en nu nog geen advies uit te brengen. Mevrouw Stoeten onderkent de noodzaak om de huidige werkplekken aan te pakken. Ook kan onderzocht worden om zo veel mogelijk werk bij externen onder te brengen en verwijst daarbij naar de gemeente Molenwaard. De afschrijvingstermijn van 20 jaar vindt zij erg lang en daarmee risicovol gelet op alle ontwikkelingen de komende jaren. De heer Van Gurp ervaart de termijn waarop dit voorstel geld gaat opleveren als erg ver wegliggend.
In eerste termijn wordt namens het college als volgt gereageerd. De worsteling door de heer Gradisen beschreven, heeft het college ook doorgemaakt. Alleen niets doen betekent dat huisvesting meer geld kost. Alle posten en kosten zitten nu reeds in de begroting voor huisvesting van de organisatie. Het college wil snel iets doen aan de huidige leegstand van gebouwen b.v. de bovenste verdieping van het Beursplein. Het college meent dat daaraan op korte termijn iets moet gebeuren. Dit kan door het hele Beursplein af te ramen. Daarmee rekent het college zich met het voorstel niet rijk en hangt het Beursplein niet meer als een molensteen om de nek. Alleen de waarde van de grond blijft in de boeken staan. De boekwaarde van 1mln. wordt afgeboekt. Met dit voorstel is de gemeentelijke huisvesting beter in beeld gebracht. T.a.v. het UWV is geen zekerheid of er over 15 jaar nog van de gemeente wordt gehuurd. Met het UWV is gesproken en hun intentie is om in te Tiel te blijven en van de gemeente te huren. Dit past ook in hun bedrijfsvoeringsconcept. De heer Van den Burg interrumpeert met de opmerking dat het UWV Tiel dit niet bepaalt, maar dat dit landelijke beslissingen zijn. Hierop wordt gereageerd met de opmerking dat deze discussie is gelopen. De opmerking over de klantwensen wordt meegenomen. Dit is een goed punt. Met dit voorstel verschaft de gemeente zich zelf ruimte. Wellicht dat in de toekomst ook andere PIAOF-taken in CGT-verband kan worden ondergebracht waardoor het pand Visser vrijkomt voor de verkoop. Een andere optie is om Mozaïek hier onder te brengen, hetgeen een bezuiniging oplevert voor huisvestingskosten van deze instelling. Over het opnemen van Agnietenstraat 28 in dit voorstel kan discussie worden gevoerd. Verkoop kan een voordeel extra opleveren. Met mogelijke huuropbrengsten van dit pand door huisvesting WLPis in dit voorstel geen rekening gehouden. Verkoop in het 1e jaar is niet perse noodzakelijk omdat het in het voorstel onderdeel uitmaakt van het zo geheten gesloten compartiment (voor kosten en baten en 3
dekking). De verkoopopbrengst voor Agnietenstraat 28 wordt volgens de systematiek pas in 2018 ingeboekt. Het herbestemmen van het koetshuis is een gedachte die wordt opgepakt. De parkeerproblematiek is een uitwerkingspunt omdat niet alle ontwikkelingen gelijktijdig beginnen en eindigen. Het gevraagde krediet van 3,6 mln. is geen nieuw geld maar zit al in de begroting. Dit is de essentie van de gesloten compartimentering. Nadere toelichting wordt gegeven op de diverse gehanteerde afschrijvingstermijnen. De systematiek van gesloten compartimentering is niet ongebruikelijk in Nederland. Periodiek zal de systematiek worden herijkt. Een vergelijking kan worden gemaakt met de gesloten huishouding van de riolering waar om de vijf jaar een herijking plaatsvindt.
De heer Gradisen merkt op dat het maar de vraag is of het hele voorstel uiteindelijk geld oplevert. Bij de verkoop van Beursplein en Agnietenstraat zal dit het geval zijn. Hierover kan dus al worden besloten De verbouw van het gemeentehuis zal alleen maar geld kosten. Vanuit het het college wordt opgemerkt dat deze splitsing te kort door de bocht is omdat medewerkers van het Beursplein opnieuw in het stadhuiscomplex moeten worden gehuisvest en daarvoor is nu onvoldoende ruimte D.m.v. het nieuwe werken kan hierin worden voorzien. De heer Gradisen vraagt om inzicht in de minimale kosten voor deze herhuisvesting aan de Achterweg voor de medewerkers van het Beursplein. Het college vervolgt de beantwoording in eerste termijn. De verbouw van de Achterweg is alleen inpandig van aard. Het krediet is nodig voor planvorming, technische voorzieningen, architectkosten, sloopwerkzaamheden van wanden en klimaatsystemen, meubilair, inrichtingskosten, KCC en raadszaal. Blijkens landelijke kengetallen zit Tiel t.a.v. kosten gebouwen per m2 onder het gemiddelde. Toegezegd wordt om nader inzicht te geven in de kosten voor de Achterweg, het koetshuis en de raadszaal. De heer Van Gurp constateert dat het krediet van 3,6 mln wordt afgeschreven met posten die nu al in de begroting zitten. Vanuit de commissie wordt in tweede termijn het volgende ingebracht. De heer Van den Burg meent dat de inzet van bestaand geld voor nieuw beleid (het nieuwe werken) bij de begrotingsbehandeling had moeten worden gemeld. Hij voelt zich met dit voorstel op dit moment overvallen. Hij krijgt het gevoel dat er snel iets voor de verkiezingen er door heen gefietst moet worden. Hij acht dit een onderwerp voor de verkiezingsprogramma's, collegeonderhandelingen en besluitvorming door de nieuwe raad. De heer Van Oostrom vindt dat de heer Van den Burg doorschiet. Aan de begroting verandert niets het gaat om bestaand geld. Het nieuwe werken is iets wat deze raad wil. Gelet op de complexiteit van de materie zou hij graag alle getallen in rust opnieuw willen bekijken. De heer Zuidema geeft aan dat de raad de huidige reorganisatie heeft gewild. De opmerking van de heer van den Burg komt neer op: nieuwe raad zoek het lekker uit. De heer Van Wijk pleit voor een consistente houding vanuit de politiek. De informatie is twee weken geleden verstrekt Sommige informatie is een verrassing zoals. b.v. de raadszaal (duale inrichting, geluidsinstallatie en klimaatbeheersing). Hij verwacht hierover nader overleg met de raad zelf en vraagt om een nadere financiële onderbouwing op de punten vanavond genoemd. Met inachtneming van goede informatie kan de raad overgaan tot besluitvorming. De heer Van Gurp acht het voorstel rijp voor behandeling in de raad. 4
De heer Gradisen pleit er voor om de nadere financiële informatie opnieuw te bespreken in de commissie alvorens advies uit te brengen aan de raad. Mevrouw Joustra constateert dat er in januari geen raadsvergadering is en schat in dat raadsbehandeling in februari te laat is. Mevrouw Stoeten geeft in overweging om de nadere financiële onderbouwing nog kort te toetsen in het presidium alvorens het voorstel te agenderen voor de raadsvergadering van december 2013.
Conclusie en advies De voorzitter constateert dat er procesmatig een geringe voorkeur bestaat om het voorstel regulier te agenderen voor de raadsvergadering van 18 december a.s. mits er een gedegen nadere financiële onderbouwing door het college wordt gepresenteerd waarin ingegaan wordt op de door de commissie gestelde vragen, waarbij het presidium d.d. 4 december a.s. het eerste toetsmoment is. Een tweede constatering is dat de raad het onderwerp van de agenda kan afvoeren indien het alsdan niet rijp voor behandeling wordt geacht. 9.
Uitvoeringsplan integrale veiligheid 2014 (bespreken) In z'n algemeenheid wordt het plan als duidelijk en goed door de commissie ervaren, m.n. de prioriteitstelling. Enkele vragen worden gesteld en opmerkingen geplaatst. Van de zijde van het college wordt hierop als volgt gereageerd. De volgende vergadering zullen de actuele cijfers (november verwerkt) aan de commissie worden verstrekt. Hierbij zal ook informatie worden gegeven over "vreedzame scholen". Overzicht wordt op de afsprakenlijst geplaatst (Rijckenberg, Zuidema, Van Gurp) T.a.v. de opmerking over de extra middelen van Minister Opstelten voor de 8 gemeenten met het grootste aantal criminaliteitscijfers klopt het dat gekeken is naar cijfers in absolute zin. In deze gemeenten zijn ook de meeste slachtoffers te betreuren. Tiel komt niet in aanmerking voor deze middelen. Er is contact met de projectleider op het Ministerie om te bezien of Tiel in aanmerking komt voor middelen t.b.v. de 50 gemeenten met relatief de meeste inbraken. (Gradisen) De interpretatie van cijfers is lastig omdat e.e.a. te maken heeft met meer registraties door boven op de problemen te zitten (o.a. criminele jeugdgroep, ruzies en vechtpartijen) De cijfers worden daardoor hoger terwijl de overlast feitelijk niet is toegenomen. Opnieuw zal worden gekeken naar het jeugdbeleid in de zin wat ontbreekt er aan m.b.t. de voorzieningen voor jongeren (Rijckenberg). Inventarisatie camera's in beeld is afgerond. Verkeersveiligheid zal komend jaar worden bevorderd door enkele drempels aan te leggen en de veilige wijkteams in te zetten voor prioriteitstelling (Rijckenberg en Joustra).
10.
Wensen en bedenkingen raam- en dienstverleningsovereenkomst BTH (om advies) Van de zijde van de commissie wordt in eerste termijn het volgende naar voren gebracht. Mevrouw Stoeten vindt de overeenkomsten er goed en helder uitzien. Zij mist echter nog de afstemming/verbinding met de veilige wijkteams en het programmabureau integrale veiligheid. Ook vraagt zij zich af de integrale veiligheid wel voldoende is terug te vinden. Mevrouw Joustra vraagt zich af of het verstandig is om een exact aantal van 25 evenementen te noemen. Ook vraagt zij of de inzet van stagiaires wordt bepaald door de AVRI. Zij mist de inzet van handhaving tussen 23.00 uur en 02.00 uur op vrijdag- en zaterdagnacht. 5
De heer Van Wijk vraagt of zijn constatering juist is ten aanzien van het aantal uren genoemd in de dvo en de huidige ureninzet. Blijven de mensen gewoon hun huidige werk doen en blijft de kwaliteit voor de inwoners hetzelfde. Waarom zijn geen uren geraamd voor inzet ter uitvoering van het hondenpoepbeleid. De heer Van Oostrom geeft aan dat hij de vertaling van de huidige ureninzet niet goed kan terugvinden. Hij wil echter de overeenkomsten niet in beton gieten en acht het daarom een goede zaak dat eerst een jaar proef wordt gedraaid om daarvan te kunnen leren. Daarna kan het contract worden bijgesteld. Hij wenst ruimte en vertrouwen aan de AVRI te geven. De heer Gradisen heeft geen opmerkingen. De heer Zuidema heeft geen behoefte wensen en bedenkingen te formuleren. De heer Van den Burg geeft aan dat het voorliggende resultaat hem meevalt. Wat te doen bij uren onder- en overschrijding. Te denken valt aan uitbreiding van het schilparkeren. Hij neemt aan dat daardoor er niet achteraf geld bij moet. De heer Van Gurp merkt op dat het contract nu geldt voor een jaar, terwijl je nu zou moeten afspreken om voor bepaalde tijd te gaan samenwerken. Als je stelt dat de huidige kwaliteit wordt gehandhaafd, zou je ook moeten afspreken waar je elkaar op afrekent. Het is verstandig om met behoud van flexibiliteit de te toetsen onderdelen af te spreken. Een beschrijving van de onbepaalde tijd is lastig. Daarbij zou je ook moeten beschrijven op basis waarvan je uit elkaar kunt gaan. Hij mist een vertaling van de inzet voor horecacontroles.
Van de zijde van het college wordt als volgt gereageerd. Extra inzet moet worden geprioriteerd. Het huidige budget is leidend. Het kan niet zo zijn dat overschrijdingen ontstaan. Dit is in de dvo omschreven. De opmerking over het aantal evenementen is terecht en wordt meegenomen. T.a.v. de stagiaires wordt de huidige werkwijze van het bureau gehandhaafd. De eerder beschreven achterblijvende frictiekosten zijn opgelost. De drie medewerkers die het betrof hebben passende functies elders aanvaard. Voor hondenpoepbeleid zijn 1670 uren geraamd (blz. 5). Gegevens zijn niet gebaseerd op urenregistratie, maar op basis van ervaringsgegevens. De AVRI gaat wel een urenregistratie starten. Het is goed om de overeenkomst voor onbepaalde tijd aan te gaan en het is niet verstandig om te formuleren hoe je zult onderbouwen als je uit elkaar gaat. Dit laat de raad de ruimte om het bureau terug te halen of b.v. te privatiseren. De relatie met veiligheid is geregeld onder toezicht algemeen (o.a. straatcoaches, veilige wijkteams en de politie). De opmerking over de ureninzet is terecht. Op blz. 7 is hiervoor 350 uren geraamd en dit is niet terug te zien in de tabel op blz. 12 in het bijzonder de vrijdag- en zaterdagnacht inzet op afroep. De inzet op basis van de nieuwe Drank- en horecawet zoals door mw. Stoeten tijdens de begrotingsraad gevraagd zal nader schriftelijk worden toegelicht. In de tweede termijn geeft de heer Van Gurp aan om het voorstel regulier te agenderen voor de raad. Hij vindt het met een goed gevoel uit elkaar kunnen gaan zwak geformuleerd is van mening dat kritische prestatie indicatoren wel opgenomen zouden moeten worden, zodat de raad beschikt over sturingsinstrumenten. In dit verband wordt er van de zijde van het college gewezen op de geformuleerde artikelen 5 en 18 van de raamovereenkomst. Advies commissie De commissie adviseert om, gegeven het standpunt van de heer Van Gurp, het onderwerp regulier te agenderen voor de raadsvergadering van 18 december a.s. 11.
Projectplan leerwerkbedrijf Zohra (bespreken) Vanuit de commissie wordt in eerste termijn het volgende naar voren gebracht. De heer Van Gurp meent dat als er niets gedaan wordt er met de doelgroep, behalve repressie, niets gedaan wordt. Het project kan worden gezien als een startpunt voor 6
verbetering. De vraag is of er zo precedenten worden geschapen. Dit valt te bezien omdat bij andere ondernemers geen gelijksoortige initiatieven bekend zijn. Hij acht de redenering van het college op dit punt navolgbaar. De heer Zuidema plaatst vraagtekens bij de deskundigheid van de projectleiding waarop een zwaar stempel drukt. Hij mist evaluatie en rapportagemomenten. Hij vraagt of er werk is voor 20 jongeren gelijktijdig. Wat als het traject mislukt en wie beslist dat. Vraag is of het verstandig is om deze groep jongeren, die ook een eigen plan kan trekken, te "pamperen". Hij vraagt waar het project zo plotseling vandaan komt. Naar zijn mening ademt het een beetje een "hap snap" aanpak. Mevrouw Rijckenberg bestrijdt dat er sprake is van een "hap snap aanpak en het "pamperen" van een specifieke doelgroep. Zij vraagt zich echter af of een ondernemer en een halve kracht begeleiding voldoende is voor de doelgroep. Gegeven het bijzondere ervaringsgebied is het de vraag wie de ondernemer coacht. Vervolgens vraagt zij zich af of de groep vrouwen afkomstig uit een werkloosheidssituatie goed af zijn bij de doelgroep van het project. En wat als mensen uit de doelgroep niet de horeca in willen. Zal worden gerekend met marktconforme prijzen. Een bedrijfsplan ontbreekt. Zij zou dit desnoods onder geheimhouding graag hebben ingezien. Mevrouw De Boer deelt een aantal vragen met mevrouw Rijckenberg. Het lijkt haar erg moeilijk en risicovol om een horecabedrijf op te starten en tegelijkertijd een categorie zeer moeilijke jongeren te begeleiden. Zijn er voldoende baangaranties voor jongeren die uit het project stromen? Hebben de jongeren keuzemogelijkheden? Wat vinden de andere horeca ondernemers op het Plein van dit plan? Is een spreiding van de groep jongeren over meerdere banen een betere oplossing dan het concentreren van deze groep op één locatie? Zij plaatst vraagtekens bij de rol en de mogelijkheden van de vrouwen in het project. Zij vraagt tot slot of de commissie dan wel de raad nog nee kan zeggen tegen dit project? De heer Gradisen is voor een integrale aanpak. Je kunt bij dit project veel vragen stellen, maar hij vindt het het proberen waard. Als de gemeente niets doet kost het ook geld en verandert het aantal woninginbraken niet. Het betreft hier een groep jongeren die gestrengheid nodig heeft. Ze kennen elkaar en zullen zich groot houden voor elkaar. In dit verband zou hij graag meer willen weten over de secundaire doelgroep, de vrouwen. Wat is hun meerwaarde voor de criminele groep jongeren. Mevrouw Stoeten vindt het plan er in eerste instantie goed uitzien. Zij mist in het plan de aandacht voor de jongeren zelf. Het lijkt op een trompet zonder orkest. Wat wordt b.v. gedaan aan het blow-gedrag. In dit verband wijst zij op het mislukte project van het leer-werkcentrum. Is er gesproken met andere partijen en is er klanten onderzoek gedaan. Gaat Tiel ook een bijdrage leveren aan de exploitatie of gaat het om de eenmalige inzet van 50.000 euro. Is er naast ruimte voor Marokkaanse jongeren ook ruimte voor Nederlandse jongeren? Hoe moet de stichtingsconstructie worden begrepen. De heer Sijpkes wenst een heel ander geluid te laten horen en is blij dat er ondernemers zijn die bereid zijn zich in te zetten voor de doelgroep. Hij vraagt of de heer Kok van den Heuvel met zijn fietsenzaak een beroep kan doen op soortgelijke ondersteuning. Zijn er al bij anderen subsidie aanvragen gedaan en hoe is daar op gereageerd? Van de zijde van het college wordt in eerste termijn als volgt gereageerd. Er is sprake van een stevige uitdaging en of het project gaat lukken is niet bekend. In ieder geval is er een ondernemer die z'n nek durft uit te steken. Er wordt vanuit de commissie erg veel informatie gevraagd voor een eenmalige bijdrage. Het is niet de bedoeling dat de gemeente jaarlijks een bijdrage in de exploitatie gaat verlenen. Er is sprake van een gescheiden exploitatie van het restaurant en van het leerwerkbedrijf. Met ondernemers op het Plein is gesproken en zij zijn enthousiast. Er is een projectgroep die het project begeleidt en waarmee een koppeling is gelegd met de politie en het veiligheidshuis. 7
De jongeren uit de doelgroep hoeven niet perse werkzaam te worden in de horeca. Het gaat er om ze te activeren (reinheid, rust, orde, structuur en regelmaat etc.) Van pamperen zal geen sprake zijn. En bij niks doen betekent dat er ook geld uitgegeven moet worden aan deze doelgroep b.v. aan detentie. Er zullen strakke contractafspraken met de jongeren worden gemaakt waardoor van een vrijblijvend karakter geen sprake zal zijn. Kok van den Heuvel is na de brand ook geholpen zij het niet via een startbedrag. Het project moet worden gezien als onderdeel van het veiligheidshuis dat ook actief blijft bij de verdere begeleiding van de doelgroep. Het gaat om de cirkel rond het kind/de jongere. Het ROC heeft aangegeven dat werk in de horeca een goed middel is om te structureren en te leren werken. Desgevraagd wordt bevestigd dat dit ook geldt voor jongeren met een opvoedingsverleden en verstandelijke handicaps. In de horeca kan werk op niveau worden aangeboden. Financiële aanvragen bij derden zijn ingediend, maar er zijn nog geen bedragen toegekend.
In tweede termijn wordt vanuit de commissie het volgende opgemerkt. Mevrouw Joustra is enthousiast geraakt en wenst veel succes. Mevrouw Stoeten vindt het plan goed in de zin van je moet iets met deze groep en de criminaliteit moet omlaag. Zij wijst er op dat meer leerwerktrajecten mogelijk zijn. Zij verwacht dat van de ondernemers een verklaring van goed gedrag wordt gevraagd. De heer Sijpkes geeft aan dat enthousiast verder gegaan kan worden met het project. De heer Van den Burg wil een voorbehoud maken en stemt niet in met het plan. Hij meent dat er wel iets voor de doelgroep moet worden gedaan, maar vindt de financiën in het plan te onduidelijk. Hij acht het van belang dat meerdere ondernemers mee doen. Voor de heer Zuidema zijn de zorgen weggenomen en als lid van de onderwijspartij bij uitstek spreekt hij de hoop uit dat het plan gaat lukken. Mevrouw Rijckenberg spreekt zich uit voor het ondersteunen van maatschappelijk ondernemen zoals verwoord in het plan. Het is de taak van de commissie en de politiek kritisch te kijken naar plannen vanuit de samenleving. De heer Gradisen dankt voor de heldere uitleg. Iets nieuws roept altijd vragen op en dat is niet erg. Duidelijk is dat geen zekerheid gegeven kan worden maar dat mag 50.000 euro waard zijn in dit geval. Conclusie De commissie stemt in meerderheid in met het gepresenteerde projectplan leerwerkbedrijf Zohra en de eenmalige gemeentelijke bijdrage van 50.000 euro (amendement begrotingsraad 2013).
12.
Vaststellen evenementennota 2013 (om advies) Vragen worden gesteld en beantwoord. De volgende opmerkingen worden meegenomen. Tiel stad van Flipje en centrum van de Betuwe is te lang, laatste deel weglaten. Bij meerdere evenementen op 1 dag rekening houden dat de parkeerterreinen voldoende beschikbaar blijven. T.a.v. de weigeringsgronden van vergunningen moet de praktijk uitwijzen wat wel kan en wat niet kan. Advies commissie De commissie adviseert met inachtneming van de gemaakte opmerkingen positief over het voorstel en geeft het presidium in overweging het te agenderen als hamerstuk.
8
13.
Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden Het college zal namens de raad dit jaar reageren op de begroting 2014 van de veiligheidsregio. De stukken waren te laat binnen voor behandeling. Dit is eenmalig. De cyclus voor de begrotingsvoorbereiding wijzigt volgend jaar en wordt gelijk getrokken met die van de andere gemeenschappelijke regelingen. Een positief bericht is dat de gemeentelijke bijdrage met 60.000 euro daalt. Het eerder in de begroting opgenomen bedrag zal worden aangepast. De commissie neemt kennis van deze mededeling.
14.
Sluiting De voorzitter dankt een ieder voor de inbreng en sluit de vergadering.
Tiel, 1 december 2013 J.W. Westerholt
9
CONCEPT BEKNOPT VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE BESTUUR D.D. 31 OKTOBER 2013
Aanwezig: B. Brink (voorzitter), de leden Y Aliskan, N.E. Gradisen, B. van Gurp, I. Joustra, D. de Klerk, Th. J.M. van Oostrom, M.E.C. Rijckenberg, W.G. van Rooijen, A. Saddiki, A.D. Sijpkes, J.D. Stoeten-Flach, P.G. van Wijk, T. Zuidema en J.W. Westerholt (griffier) Eveneens aanwezig: H. Beenakker (portefeuillehouder) en M. de Vries en I. van Wamel van de regio Rivierenland en E. van Keken en L. Vermeulen (ambtelijke adviseurs) 1.
Opening De voorzitter opent de vergadering en heet een ieder welkom, in het bijzonder mevrouw de Vries, AB-lid van de regio Rivierenland en mevrouw Van Wamel secretaris van de regio Rivierenland.
2.
Vaststellen van de agenda De agenda wordt conform vastgesteld.
3.
Ingekomen stukken Mevrouw Rijckenberg merkt n.a.v. de visuele tussenrapportage stadspromotie op dat zij over Flipje als promotor van gezond leven niets terug vindt in het stuk. Geantwoord wordt dat dit een meer lange termijn doel is. Geprobeerd wordt om bij concrete projecten fruit te promoten.
4.
Actieve informatie van het college het aantal woninginbraken is wederom gedaald, maar blijft nog te hoog in het AB van de veiligheidsregio is geconstateerd dat de bezuinigingstaakstelling op de brandweerbegroting van 5% gerealiseerd zal worden. De regionaliseringoperatie heeft hieraan bijgedragen. de blusboten van Nijmegen en Tiel worden vervangen. De Tielse boot is in 2015 afgeschreven. er wordt momenteel een visie ontwikkeld t.b.v. de gemeenteraden over een gedifferentieerde personele bezetting bij de uitruk. Met minder mensen kan een snellere inzet worden gerealiseerd. Ook wordt onderzocht of met snellere interventievoertuigen kan worden gewerkt.
5.
Vaststellen verslag van de vergadering d.d. 26 september 2013 Het verslag wordt met inachtneming van een kleine wijziging die door mevrouw Joustra is aangedragen, vastgesteld. De wijziging is verwerkt in het vastgestelde verslag. Bij het chippen van containers is het woord niet vervangen door wel. Mevrouw De klerk geeft aan dat zij met de informatie in de nota over het tariefsysteem AVRI (stuk 5b) niet zo veel kan. Met name de kostenkant biedt haar geen duidelijkheid.
6.
Afsprakenlijst van de commissie Geen punt van bespreking.
7.
Rondvraag de heer Van Wijk merkt op dat op diverse rotondes reclames zijn aangebracht. Dit kan de aandacht van het verkeer afleiden. Hij vraagt of hierdoor ook ongelukken zijn ontstaan. Geantwoord wordt dat dit niet bekend is. de heer Saddiki merkt op dat het het carbietschieten meegenomen wordt in de algehele herziening van de APV. Deze herziening is voorzien in januari 2014 en dat is dan te laat. Dit bevreemdt hem omdat in de gemeente Neder Betuwe dit wel is 1
8.
geregeld. Hij wijst in dit verband op signalen die hij heeft ontvangen uit Kapel Avezaath. Mevrouw Joustra vraagt n.a.v. een brand in een windturbine of de brandweer hierop is voorbereid. Langs de A15 staan enkele turbines. Geantwoord wordt dat de brandweer een dergelijk probleem in principe aan kan.
Toekomst regionale samenwerking (bespreken) Hierna wordt de uitwerking van de aantekeningen van de secretaris van de regio Rivierenland weergegeven. Deze uitwerking is een gerubriceerde weergave van de bespreking. Inleiding Beelden van individuele raadsleden over Regio Rivierenland: - Hoe het bij de Regio is georganiseerd en wat er gebeurt is niet helder of duidelijk voor raadsleden. ‐ Regio is te weinig transparant. Voor raadsleden is het moeilijk de hoofdlijnen te destilleren. ‐ Beleidsvorming moet bij de raad worden vormgegeven. Er is onvoldoende idee dat we betrokken zijn en sturing kunnen geven. ‐ Lange-termijnagenda ontbreekt om goed te kunnen anticiperen. ‐ Vaak is onduidelijk wat met de Regio wordt bedoeld: het gebied of de organisatie. ‐ De Regio-organisatie zou zich niet moeten richten op de uitvoering. ‐ Samenwerking hoeft niet altijd met tien gemeenten. ‐ Regio moet wel een sterke entiteit blijven; solidariteit onderling is belangrijk. Inhoud/focus in de samenwerking Opmerkingen van individuele raadsleden: ‐ De focuspunten worden als juist ervaren, maar er mogen wel accentverschillen per gemeente zijn (geen grijs gemiddelde). ‐ Is de huidige samenwerking met tien gemeenten wel goed? Er zijn zoveel verschillen en belangen dat de vraag is of we wel voldoende bereiken. ‐ Voor de toekomst is het goed om de focuspunten gezamenlijk te benoemen (afstemming in de raden). Beleid versus uitvoering Opmerkingen van individuele raadsleden: ‐ Gezamenlijke uitvoering zoveel als mogelijk uniform inrichten; bij beleid mogen er accentverschillen zijn. ‐ Uitvoering: mag met minder raadsbetrokkenheid, als maar duidelijk is welke producten met welk geld in welk tempo geleverd worden. Uitvoering kan in een aparte gemeenschappelijke regeling of op een andere manier georganiseerd worden (dan beleid). Rol raadsleden Opmerkingen van individuele raadsleden: ‐ Voorstellen zijn te veel uitgewerkt, zodat alleen nog maar ja kan worden gezegd. Er is weinig te kiezen of te sturen. ‐ Het verschil in kennisniveau bij de tien raden is groot. ‐ Afstemming van agenda’s en besluitvorming (timing wanneer) is nodig. Planningstechnisch moet de regio orde aanbrengen. ‐ Verbetering van de huidige structuur is nodig om de raad meer invloed te geven, daarbij is gelijkluidende info essentieel. ‐ Besluitvorming langs politieke-partijlijnen kan een goede optie zijn. ‐ Invloed van raad kan vergroot worden door kaderstelling via projectvoorstellen aan de voorkant.
Samenvattend: Op tijd kaderstelling en afstemming aan de voorkant is nodig, bijv. met behulp van een lange termijn agenda. De huidige raadsbijeenkomsten worden gewaardeerd. Verschil 2
in uitvoering en beleid is aanwezig, dit kan verder onderscheiden worden. Met de uitvoering kunnen we doorgaan; voor wat betreft beleid is kaderstelling vooraf nodig. Het is van belang dat we als gemeenten van elkaar weten wat belangrijk wordt gevonden. 9.
Verordening naamgeving en nummering adressen 2013 (om advies) Vragen worden gesteld en beantwoord. De commissie adviseert positief over het voorstel en geeft het presidium in overweging om et te agenderen als hamerstuk.
10.
Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden Van de gelegenheid wordt geen gebruik gemaakt.
11.
Sluiting De voorzitter dankt een ieder voor de inbreng en sluit de vergadering.
Tiel, 13 november 2013 J.W. Westerholt
3
Afsprakenlijst van de commissie Bestuur
NR. Onderwerp
Afspraak/toezegging
Datum afspraak
Planning
1.
Papierinzameling AVRI – vrijwilligersorganisaties
Op afsprakenlijst geplaatst om voortgang discussie te kunnen volgen. Binnen een jaar na heden zal de huidige wijze van oud papierinzameling worden bezien. Hieraan wordt gekoppeld de vraag van mevrouw Stoeten inzake werkzaamheden AVRI m.b.t. kleine ergernissen.
25-08-2011
Evaluatie papierinzameling t.b.v. uitwerking per 2014 in cie. gemeld d.d. 27-612 Herhaling ongewijzigde inzameling in 2013 d.d. 27-09-12
2.
Periodiek overzicht actuele criminaliteitscijfers
24-01-2013
Wordt periodiek verstrekt Zie bijlagen
vragen raads- / commissieleden 3. De heer Zuidema vraagt of het Schriftelijk antwoord is toegezegd 05-09-13 college zich, naast de positieve ontwikkelingen Westluidense Poort, actief blijft inzetten om te investeren in de stad Schriftelijk antwoord is toegezegd 26-09-13 4. De heer Sijpkes vraagt of de hoeveelheid collectes die naast de landelijke acties plaatsvinden, kan worden beperkt NB: indien de commissie geen opmerkingen heeft over punt dan wordt deze bij de volgende uitdraai van de lijst verwijderd.
Gemaakt op 14-11-13
Pagina 1 van 1
Het antwoord op de vraag van de heer Zuidema is volmondig ja. Naast de positieve ontwikkelingen rondom de Westluidensepoort, die een belangrijke impuls vormen voor het culturele aanbod en de dynamiek van Tiel, blijft het college de binnenstad van Tiel zien als de huiskamer van de stad en een belangrijke motor voor de lokale economie. Uit recente publicaties en onderzoek blijkt ook dat binnensteden, die gezegend zijn met monumenten, musea (cultuur), gevarieerd winkelaanbod en horeca de toekomst hebben (uit atlas voor gemeenten i.o.v. provincie Gelderland). Tiel valt binnen deze categorie. De inzet van het college is er dan ook op gericht zorgvuldig om te gaan met ons monumentenbestand. De relatie met de ondernemers en het stadhuis wordt verder versterkt. Een belangrijke basis hiervoor is gelegd tijdens de bijeenkomst van 10 juni jl. in de raadszaal. Met het gratis parkeren op zaterdagen gekoppeld aan een stevige publiciteitscampagne heeft de gemeente de daad ook bij het woord gevoegd. Ook wat betreft het faciliteren van nieuwe winkels wordt vanuit een positieve, pro-actieve voortvarende wijze gewerkt. Aan initiatieven door bewoners om straten aantrekkelijk te maken werkt de gemeente op positieve wijze mee (denk aan het initiatief in de Gasthuisstraat). Andere voorbeelden zijn de aanleg van gratis WIFI in de binnenstad, het bekleden van de brugleuning van de brug Kalverbos met bloembakken, het vormgeven van het waterelement op het Plein, de boomverlichting op het Plein, de nieuwe bestrating van de Varkensmarkt. Ook de inzet op het (tijdelijk anders) invullen van leegstaande panden is hiervan een voorbeeld. Een concrete invulling heeft inmiddels plaatsgevonden in de Weerstraat in samenwerking met lokale kunstenaars. Het vergroten van de zichtbaarheid van het unieke icoon Flipje, in toenemende mate samen met ondernemers is een voorbeeld van Tiel op de kaart zetten. Naast fysieke maatregelen wordt ook positief ingestoken op het faciliteren van evenementen in en om de binnenstad. De contacten met de centrummanager en het stadhuis zijn in alle opzichten intensief en constructief. Ook voor wat betreft de veiligheidsaspecten zitten gemeenten en ondernemers niet stil. Concrete voorbeelden zijn de afsluiting van de Marktgang en de activiteiten in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen. Momenteel wordt samen met de provincie gewerkt aan een beperkte facelift van de stoep naar de veerpont. Het college is er zich van bewust dat de aandacht voor de binnenstad de komende jaren zeker niet mag verslappen en probeert de kansen die zich voor doen maximaal te verzilveren. Daarnaast blijft het college, naast de Westluidense Poort, voor de lange termijn inzetten op de ontwikkeling van de andere poortgebieden naar de binnenstad. 1 november 2013
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
Expeditie Tiel - Huisvestingsmodel gemeentelijke organisatie 18 december 2013 L. Verspuij Programma 9 – Besturen van de stad Bedrijfsvoering – Expeditie Tiel
Besluit om: 1. een krediet beschikbaar te stellen, ten behoeve van het realiseren van het huisvestingmodel, van € 3.670.000,-- en de jaarlijkse kapitaallasten te dekken uit: de huuropbrengst die van het UWV wordt ontvangen voor het medegebruik van het stadskantoor (€ 101.400,--); de inzet van: i. een deel van de onderhoudsvoorziening stadhuiscomplex (t.w.v. € 500.000,--). ii. een deel van de reserve kapitaallasten stadhuiscomplex (t.w.v. € 380.406,--). iii. de opbrengst van leegkomende af te stoten huisvesting voor de gemeentelijke organisatie St. Agnietenstraat 28 (€ 480.000,--). iv. de vrijvallende dotatie aan de onderhoudsvoorziening als gevolg van het afstoten van St. Agnietenstraat 28 (jaarlijks € 15.489,--). v. lagere exploitatielasten als gevolg van efficiënter gebruik van de kantoorgebouwen en de vrijvallende kapitaallasten van het af te stoten Beursplein en andere aan het stadhuiscomplex gelieerde kapitaallasten (van eerdere investeringen). Hierbij gaat het om een bedrag van gemiddeld € 145.000,-- per jaar. Dit is het vormen van een gesloten compartiment voor de huisvesting van de gemeentelijke organisatie.
Inleiding Op 14 februari 2012 heeft het college het besluit genomen om de organisatieontwikkeling (Expeditie Tiel) te laten uitvoeren. Op 29 maart 2012 is het onderwerp Expeditie Tiel ook met de cie. Bestuur besproken. Op 16 mei 2012 en 6 januari 2013 zijn hiervoor, door de raad, ook budgetten voor ter beschikking gesteld. Hiermee is ook bestuurlijk het belang van de organisatie ontwikkeling onderstreept. Vanuit de aanpak van de organisatie ontwikkeling behoort het onderwerp Huisvesting tot het 'spoor 3 – Werkstijl & Cultuur – project R18'. Om de organisatie ontwikkeling mogelijk te maken en te zorgen dat Tiel klaar is voor de toekomstige ontwikkelingen, is huisvesting, naast cultuur / processen / organisatievorm, één van de middelen om de doelstellingen te realiseren. Anderzijds speelt in de huidige tijdgeest ook een toenemende druk op beschikbare middelen, een verdere focus op efficiëntie & effectiviteit en het beheersen van risico's. Huisvesting is bij uitstek een thema waarin snel sprake kan zijn van inefficiënt gebruik, toenemende kosten en beheersrisico's. Het voorliggende strategische huisvestingsmodel is gebaseerd op: a. flexibiliteit om toekomstige ontwikkelingen op te vangen zonder dat dit leidt tot extra kosten; b. gericht op het efficiente gebruik van benodigde huisvestingsruimte; c. een meerjaren sluitende beheersbegroting; d. tevens doet het huisvestingsmodel recht aan de in 2009 gemaakte keuze voor de '1 loket gedachte' en de hiermee samenvallende investering in het huidige KCC. Het KCC blijft in huidige vorm gehandhaafd en dient zelfs als vertrekpunt voor verdere verbreding Pagina 1 van 4
in het huisvestingmodel. De afgelopen maanden is intensief gewerkt aan een businesscase. Zo, is naast de inbreng van de portefeuillehouder, ook het college om inbreng en reactie gevraagd en zijn de financiële uitkomsten verbonden met de begrotingsstructuur van Tiel. De huidige businesscase is hiermee het sluitstuk van een intensief proces. Het resultaat is een huisvestingsmodel, gebaseerd op de uitgangspunten vanuit de Expeditie Tiel, met een meerjarig positief financieel perspectief. Om de uitvoering mogelijk te maken is een investeringskrediet van € 3.670.000 noodzakelijk. Hiervoor hoeft geen beroep op de algemene middelen gedaan te worden, omdat de dekking binnen de budgetten van de huisvesting van de gemeentelijke organisatie gevonden kan worden. Beoogde effecten Het verminderen van de totale kosten, ten opzichte van de huidige situatie, aan huisvesting voor de ambtelijke organisatie. Het bieden van een strategisch huisvestingsmodel dat past bij de organisatie ontwikkeling. Het bieden van een huisvestingsmodel dat ruimte biedt voor toekomstige groei en/of krimp. Het verminderen van de risico's ten aanzien van beheer en exploitatie. Het borgen van de 'aantrekkelijkheid' (als werkgever) van de organisatie. Het bieden van een werkomgeving die de gehele organisatie, ambtelijk en bestuurlijk, faciliteert en inspireert. Argumenten 1. Het huisvestingmodel leidt tot een structurele kostenbesparing. Het huisvestingmodel leidt tot een structurele kostenbesparing op de huisvestingskosten. Dit door het aantal m2 kantoorruimte efficiënter te gebruiken gerelateerd aan het aantal medewerkers en de mogelijkheid te bieden om te groeien en/of krimpen. De opbrengsten kunnen worden toegevoegd aan de algemene middelen. 2. Het huisvestingmodel sluit aan bij de organisatie doelstellingen. Het huisvestingmodel biedt de organisatie huisvestingsvormen die het integraal werken ondersteunt, communicatie bevordert en medewerkers verbindt. 3. Het huisvestingmodel biedt dienstverlening vanuit 1 loket. Het huisvestingmodel biedt, vanuit het oogpunt van dienstverlening aan de burger, de feitelijke invulling van de '1 loket' gedachte. Op 1 plaats in de stad vindt de dienstverlening aan de samenleving efficiënt en effectief georganiseerd, plaats. Hiermee doet het huisvestingsmodel recht aan de in 2009 gemaakte keuze voor de '1 loket gedachte' en de hiermee samenvallende investering in het huidige KCC. Dit KCC blijft in huidige vorm gehandhaafd en dient zelfs als vertrekpunt voor verdere verbreding in het huisvestingmodel. Daarnaast zal in het huisvestingsmodel extra aandacht worden besteed aan de wijze waarop Gemeente Tiel met gastvrijheid wil omgaan. De bereikbaarheid en toegankelijkheid voor de burgers worden hierin meegenomen. 4. Het huisvestingmodel voorkomt risico's ten aanzien van beheer en exploitatie. Het huisvestingmodel is gebaseerd op een sluitend meerjaren perspectief, gebaseerd op een gesloten financieel systeem. Hierdoor worden financiële risico's uitgesloten. Tevens is het model flexibel om personele groei en/of krimp binnen de huisvesting op te vangen. 5. De businesscase lost een afschrijvingsprobleem van het Beursplein op. In de begroting is rekening gehouden met een restwaarde van € 1.000.000 van het Beursplein in het jaar 2022. De huidige waarde wordt geschat op € 490.000. Dit zou een strop van € 510.000 betekenen voor de begroting. In de huidige businesscase wordt deze tegenvaller opgelost.
Pagina 2 van 4
Kanttekeningen 1. Waarom in deze tijd een bedrag van € 3.670.000 investeren in huisvesting? Het huidige aantal m2 kantoorruimte is 3500m2 te groot. Het huidige aantal vierkante meter bedraagt 8200m2 en nodig is 4700m2. De businesscase laat zien dat met deze investering een structureel bedrag van gemiddeld € 145.000,-- per jaar wordt bespaard op de totale huisvestingskosten van de organisatie. 2. In het nieuwe huisvestingsmodel kan de burger nog op één locatie terecht. Op dit moment kan de burger de producten en diensten van de gemeente Tiel verkrijgen op vier locaties. In het nieuwe huisvestingsmodel worden deze vier locaties geïntegreerd tot één locatie (samen met de strategische samenwerkingspartner UWV) waardoor er gehoor wordt gegeven aan de ‘1 loket gedachte’ die gemeente Tiel nastreeft. Dit brengt tevens synergievoordelen met zich mee en een kostenbesparing doordat er minder vierkante meters kantoorruimte nodig zijn. Aanpak / uitvoering Na besluitvorming in de raad, kan worden gestart met het opstellen van een implementatieplan. Vooralsnog wordt uitgegaan van een start van de verbouwing rond augustus 2014. Communicatie Na besluitvorming zal, via de lijn van het MT, de ambtelijke organisatie worden geïnformeerd. Hierbij met extra aandacht voor de collega's gehuisvest op het Beursplein. Tevens zullen gesprekken plaatsvinden met de huidige huurders van het Beursplein. Financiën Het invoeren van het huisvestingmodel (incl. uitwerking hiervan in huisvestingsvormen) vergt een investering van: 1. verbouwing € 3.040.000,-- (af te schrijven in 20 jaar) 2. inventaris (excl. ICT) € 530.000,-- (afschrijven in 10 jaar, vervanging na 15 jaar) 3. interne projectkosten € 100.000,-- (af te schrijven in 20 jaar) Totale investering € 3.670.000,--. De jaarlijkse kapitaallasten worden hierin gedekt uit: de huuropbrengst van het UWV door het medegebruik van het stadskantoor (€ 101.400,--); de lagere exploitatielasten (gemiddeld € 145.000,-- per jaar) als gevolg van efficiënter gebruik van de kantoorgebouwen en de vrijvallende kapitaallasten van het af te stoten Beursplein en andere aan het stadhuiscomplex gelieerde kapitaallasten (= het vormen van een gesloten compartiment voor de huisvesting van de gemeentelijke organisatie). Hoewel de hiervoor geschetste systematiek over een periode van 20 jaar - een in de vastgoedwereld geen ongebruikelijke termijn om mee te rekenen bij de exploitatie van gebouwen - tot een sluitende budgettaire situatie leidt, lijken de eerste 8 jaar een rekenkundig tekort te vertonen. Om ook in de eerste 8 jaar een bijdrage te leveren aan het meerjarig positief resultaat, worden vanuit de "portefeuille" bedrijfshuisvesting, de volgende dekkingsmiddelen ingezet: De onderhoudsvoorziening stadhuiscomplex (t.w.v. € 500.000,--). Een deel van de reserve kapitaallasten stadhuiscomplex (t.w.v. € 380.406,--). De opbrengst van leegkomende af te stoten huisvesting voor de gemeentelijke organisatie St. Agnietenstraat 28 (€ 480.000,--). De vrijvallende dotatie aan de onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen als gevolg van het afstoten van het hiervoor genoemde pand (jaarlijks € 15.489,--).
Pagina 3 van 4
Bijlage(n)
Kadernota Nieuwe Werkstijl Tiel (incl. Memo Beeldvorming Nieuwe Werkstijl Tiel) Financieel overzicht 2014 - 2034
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Advies commissie(s) d.d.:
Tiel, d.d. de commissiegriffier,
Beslissing raad d.d.: de griffier,
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Facilitair Bedrijf Koos van Moosel 7130
[email protected]
Pagina 4 van 4
Raadsbesluit Nummer: Wettelijke grondslag: Besloten in de raadsvergadering van: 18 december 2013
Besluit om: Het gevraagd krediet beschikbaar te stellen, ten behoeve van het realiseren van het huisvestingmodel, van € 3.670.000,-- en de jaarlijkse kapitaallasten te dekken uit: de huuropbrengst die van het UWV wordt ontvangen voor het medegebruik van het stadskantoor (€ 101.400,--); de inzet van: i. een deel van de onderhoudsvoorziening stadhuiscomplex (t.w.v. € 500.000,--). ii. een deel van de reserve kapitaallasten stadhuiscomplex (t.w.v. € 380.406,--). iii. de opbrengst van leegkomende af te stoten huisvesting voor de gemeentelijke organisatie St. Agnietenstraat 28 (€ 480.000,--). iv. de vrijvallende dotatie aan de onderhoudsvoorziening als gevolg van het afstoten van St. Agnietenstraat 28 (jaarlijks € 15.489,--). v. lagere exploitatielasten als gevolg van efficiënter gebruik van de kantoorgebouwen en de vrijvallende kapitaallasten van het af te stoten Beursplein en andere aan het stadhuiscomplex gelieerde kapitaallasten (van eerdere investeringen). Hierbij gaat het om een bedrag van gemiddeld € 145.000,-- per jaar. Dit is het vormen van een gesloten compartiment voor de huisvesting van de gemeentelijke organisatie.
de giffier,
de voorzitter,
Page 1 of 1
Kadernota Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Kadernota Nieuwe Werkstijl Tiel
" Je kunt de windrichting niet veranderen, maar wel de stand van de zeilen"
Oktober 2013
Kadernota Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Doel kadernota nieuwe werkstijl Deze kadernota hoort bij de businesscase ‘Tielse Nieuwe Werkstijl’ en geeft weer wat de aanleiding is om de nieuwe werkstijl in te voeren, welke doelen de Gemeente Tiel hiermee nastreeft en welke richtlijnen we gaan gebruiken om dit te vertalen naar een huisvestingmodel en werkplekinrichting. Dit is geen volledig uitgewerkt concept, maar enkel de kaders. Na besluitvorming door de raad zal er een volledig werkplekconcept worden uitgedacht met het MT, de medewerkers en de betrokken stakeholders (zoals UWV ). Ten behoeve van meer inhoudelijke achtergronden wordt verwezen naar de memo Beeldvorming Nieuwe Werkstijl Tiel.
Oktober 2013
Kadernota Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Wat zijn we aan het doen? Expeditie Tiel In 2011 heeft het college van B&W het plan van aanpak voor de organisatieontwikkeling Expeditie ‘Tiel klaar voor de toekomst’ (ook wel het spoorboekje genoemd) vastgesteld. De noodzaak voor deze ontwikkeling is: 1. verbeteren van ambtelijk‐bestuurlijk samenspel, interne sturing en meer samenhang op inhoud; 2. doorontwikkeling Tielse werkstijl op gebied van cultuur en faciliteiten; 3. helderheid toekomstige positie van Tiel in de regio. In Expeditie Tiel werken we er naar toe dat onze gemeente een frisse dienstverlenende organisatie is die met kwaliteit en service haar inwoners, ondernemers en instanties van dienst is. Én waar medewerkers zich ontwikkelen en met plezier en enthousiasme samen hun bijdrage leveren en de organisatie glans geven. Om de organisatieontwikkeling mogelijk te maken zijn er verschillende projecten geformuleerd. Één daarvan is 'Werkstijl & Cultuur – project R18'. Vanuit dit project is een strategische huisvestingsvisie ontwikkeld, welke vertaald is naar een businesscase. Voorafgaand is de volgende opdracht geformuleerd: “Ga op zoek naar een, tenminste, kostenneutrale huisvestingsoplossing die de organisatieontwikkeling ondersteunt”. Urgentie aanpak huisvesting De huidige huisvesting belemmert de realisatie van de organisatieontwikkeling om verschillende redenen: ‐ De kamers zorgen voor een letterlijke verkokering van de organisatie. ‐ De afstand tussen Beursplein en het stadhuiscomplex maakt het lastiger om samen te werken. ‐ De huisvesting biedt geen mogelijkheid om integraal samen te werken, te verbinden en te ontmoeten. ‐ De verhouding van de soort werkplekken (vergaderen, concentreren, ontmoeten), sluit niet aan bij de behoeftes die de medewerkers hebben voor het uitvoeren van hun werkzaamheden. ‐ De burger en het bedrijfsleven moeten naar verschillende loketten voor de producten en diensten van de gemeente Tiel. ‐ Gemeente Tiel houdt teveel (dure) vierkante meters in takt voor de ambtelijke organisatie, zeker met het oog op de samenwerking en insourcingsvraagstukken die in de omgeving van gemeente Tiel spelen. ‐ Het is mogelijk om op de huisvesting te besparen, wanneer je een andere werkstijl invoert. ‐ De huidige huisvesting sluit niet aan bij de visie over goed werkgeverschap en het aantrekkelijk maken van de gemeente als professionele werkomgeving. De wijze waarop mensen met elkaar omgaan, functioneren, presteren en zich ontwikkelen wordt beïnvloed door de omstandigheden waarin ze verkeren. De structuur en huisvesting van een organisatie is daarmee een belangrijke hefboom voor het gedrag en resultaat van de organisatie.
Oktober 2013
Kadernota Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Wat willen we met het aanpakken van de huisvesting bereiken? De strategische huisvesting voor Tiel heeft als primair doel het ondersteunen van Expeditie Tiel. Net zoals bij de organisatiestructuur, geldt voor de werkplekken/huisvesting dat de structuur (‘harde kant’) medesturend is op het gedrag dat we met elkaar (willen) vertonen (‘zachte kant’). Het huisvesting‐ en inrichtingsconcept leveren aan de verschillende expeditiedoelstellingen een bijdrage: Versterken van de organisatiecultuur door grotere flexibiliteit, samenhang en verbinding in de inrichting. Versterken van een organisatie die beter in staat is integraal te werken. Zorgdragen voor een huisvestingsconcept welke flexibel is om mee te bewegen met de omgeving van gemeente Tiel (outsourching BTH, invoering RIW, samenwerking CGT, etc). Creëren van een moderne organisatie die ook als werkgever aantrekkelijk is en waar mensen met genoegen werken. Daarnaast worden de huisvesting‐ en exploitatielasten verminderd en is de businesscase over een periode van 20 jaar budgetneutraal. Proces Er is onderzoek gedaan naar het beste huisvestingsmodel welke aansluit bij de te behalen doelstellingen van de organisatieontwikkeling en voldoet aan het financiële kader. Tijdens dit onderzoek zijn er verschillende stappen ondernomen. Met het college en MT is een visiedag georganiseerd om de gewenste werkstijl te bepalen voor het realiseren organisatiedoelstellingen in relatie tot huisvesting. Medewerkers met een kantoorfunctie zijn gevraagd om aan te geven hoe zij hun werk organiseren, hoeveel tijd men gemiddeld hieraan besteedt en wanneer men op kantoor is. Met behulp van deze informatie zijn de uitgangpunten voor het werkplekconcept bepaald. Met het college en MT zijn bedrijfsbezoeken georganiseerd aan andere overheidsinstellingen welke al een nieuw inrichtingsconcept hebben ingevoerd om te leren van de ervaringen van anderen en om inspiratie op te doen. Naast de ‘zachte kant’ is de gehele bedrijfsvoeringportefeuille in kaart gebracht zowel, financieel (taxatie‐ en boekwaardes, exploitatielasten), kwalitatief (onderhoudsstaat e.d.) en kwantitatief (m2/ aantal werkplekken). Niets doen geen optie Als eerste heeft een vastgoed portefeuilleanalyse plaats gevonden en wordt duidelijk dat als we niets doen, dit niet bijdraagt aan de organisatieontwikkeling én dat het financieel de duurste optie is. Het college stemt in om het onderzoek verder te verdiepen. Campusmodel verder uitwerken Begin 2013 worden de uitkomsten van het vervolgonderzoek gepresenteerd aan het college. Uit het onderzoek zijn drie mogelijke varianten naar voren gekomen. Door het college is aangegeven om Variant 2 ‘het zogenaamde campusmodel’ in een businesscase verder uit te werken.
Oktober 2013
Kadernota Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Uitgangpunten huisvestingmodel (zogenaamd campusmodel) Er is naar een concept gezocht welke aansluit bij de expeditie en de financiële kaders. De volgende uitgangspunten zijn van toepassing wanneer er wordt ingestemd met het implementeren van het 'campusmodel'. Geconcentreerde huisvesting De huisvesting van de ambtelijke organisatie is gecentreerd op 1 locatie. Hiermee wordt het gemakkelijk gemaakt om verbinding met elkaar te maken. Flexibel in omvang t.b.v. toekomstige keuzes Een flexibele huisvestingsportefeuille om in te spelen op toekomstige ontwikkelingen als de RIW, insourcen van taken bij andere organisaties en de samenwerking met Geldermalsen en Culemborg. Huisvesting en inrichting maken het mogelijk om de teams beter in te laten spelen op de maatschappelijke taken die gedecentraliseerd worden. Ruimte voor RIW en UWV In het huisvestingmodel is er ruimte gereserveerd op de gehele begane grond van het stadhuis om daar volgens de 'één loketgedachte' de plek te creëren waar burgers en het bedrijfsleven terecht kunnen voor de producten en diensten van de gemeente Tiel en het UWV. Geen desinvestering ten aanzien van het KCC Het huidige KCC blijft behouden en uitgebreid naar de andere vleugel. Aantrekkelijke werkomgeving In het huisvestingmodel wordt een representatieve werkomgeving gecreëerd voor klanten, bezoekers en collega’s. Een gezonde en prettige werkomgeving dragen bij aan de werkvreugde, productiviteit en gezondheid van de medewerkers en de bezoekers. Gastvrijheid staat centraal, voor andere medewerkers maar ook voor externen of samenwerkingspartners die nodig zijn om de doelstellingen te behalen. Sluitende begroting beheer en exploitatie In de businesscase zijn voor de komende twintig jaar de beheers‐ en exploitatielasten opgenomen. Structureel lagere huisvestingskosten Minder kosten door het flexibiliseren van werkomgevingen, door bezettingsgraad per m2 te optimaliseren en het niet benodigde vastgoed af te stoten. Centrale dienstverlening Het nieuwe huisvestingmodel is een investering in de dienstverlening aan de burger/klant en de interne organisatie. Samen zorgen voor één dienstverlening met centraal één gezicht naar buiten – ‘Transparant’ en ‘kwalitatief beter dan voorheen’, zoals het nieuwe beleid voorstaat.
Oktober 2013
Kadernota Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Principes werkplekinrichting De uitgangspunten voor de inrichting van de gebouwen zijn als volgt geformuleerd. Flexibel in aard en vorm Meer verbinding en communicatie door alle teams op één campus wat leidt tot betere samenwerking en daarmee een effectiever werkende organisatie. Het huisvestingmodel Tiel is de fysieke realisatie van een werkomgeving waar mensen weer meer inspiratie krijgen. Plaats‐ en tijdonafhankelijk Iedereen kan plaats en tijd onafhankelijk werken. Dit betekent niet alleen in elke ruimte op kantoor, maar ook extern, in de trein, thuis of waar men het beste zijn/haar resultaten kan behalen1. Iedereen mag gebruik maken van alle werkplekken, zeker als het beter past bij het halen van de resultaten van Tiel. Kosten efficiënt Er is gekeken naar een betaalbaar inrichtingsniveau. We creëren geen 'luxe' omgeving maar zorgen met beperkte middelen dat we de omgeving creëren die we nodig hebben. De Tielse aanpak staat voor het toch leuk maken met betaalbaar meubilair, het gebruiken van slimme betaalbare materialen en niet meer gebruiken dan nodig is. Doordat iedereen overal kan werken, ruimtes niet specifiek geclaimd kunnen worden door een team, draagt dit bij aan de integrale werkwijze. Ook levert het een bijdrage aan het effectief gebruiken van ruimtes en wordt leegstand van werkplekken voorkomen. Activiteitgericht Er wordt een huisvestingsconcept gecreëerd dat aansluit bij de verschillende activiteiten van de medewerkers van Tiel (ontmoeten, vergaderen, werken in projectteams, concentreren, voeren van een bilateraal etc). Korte vergaderingen vinden plaats op informele overlegplekken op elke etage. Daarnaast worden er formele vergaderruimten gecreëerd in alle gebouwen. Het gebouw zal logisch worden ingedeeld: concentratiewerkplekken aan de uiteinden van het gebouw waar weinig verkeer komt en ontmoetingsplekken en samenwerkzones aan het begin van de etages. Teamzones Elke afdeling/team heeft een 'thuishonk' om het eenvoudiger te maken om elkaar te ontmoeten. Flexibiliteit op de lange termijn Het huisvestingmodel kan maximaal 330 Fte huisvesten (incl. UWV en RIW). De toekomstige ontwikkelingen laten zien dat deze grens de komende jaren volstaat. Wanneer het toch minder wordt kan verder worden ingekrompen door bijvoorbeeld pand Visser af te stoten. 1
Om dit mogelijk te maken is een ICT omgeving die bij dit concept aansluit noodzakelijk en is er een goed beleid voor thuiswerken nodig. I&A zal aan de hand van het werkplekconcept een ICT‐concept ontwikkelen dat hierbij aansluit (er zijn hiervoor aparte budgetten beschikbaar) en P&O zal het beleid voor thuiswerken verder ontwikkelen.
Oktober 2013
Kadernota Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Groeit het aantal medewerkers wat in Tiel gehuisvest moet toch boven de 330, dan is het waarschijnlijk het aantrekkelijkste om voordelige en flexibele huisvesting te gaan huren. Indien Beursplein nog niet is verkocht kan je dit gebouw ook opnieuw benutten, mits je deze volledig benut om de relatief dure exploitatielasten kostendekkend te maken. Flexibiliteit inrichting Het inrichtingsconcept is flexibel te gebruiken en is niet team‐ of organisatiegebonden. Hierdoor kan elk team groeien of krimpen zonder dat er verbouwingen noodzakelijk zijn en is de gemeente in staat om mee te bewegen met de omgevingsontwikkelingen.
Oktober 2013
Kadernota Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Bijlage 1 ‐ Voorbeelden ter illustratie Werkplekanalyse Aan alle medewerkers is gevraagd om een werkplekanalyse in te vullen. Hieronder een voorbeeld van deze uitkomsten. Aan de hand van de analyse wordt bepaald aan welk soort werkplekken er behoefte is en dit vertaald zich naar het werkplekconcept.
Voorbeeld vlekkenplan Op de volgende pagina is een schematische weergave van een mogelijk toekomstig vlekkenplan opgenomen. Op deze vleugel van het stadhuis zouden 45‐65 medewerkers kunnen werken. De volgende pagina geeft een aantal impressies van werkplekinrichting gekoppeld aan de 'activiteit'. Meer achterliggende informatie is ook te vinden in: Memo Beeldvorming Nieuwe Werkstijl Tiel dd. oktober 2013
Oktober 2013
Kadernota Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Aanlandplekken Informele overlegplekken
Concentratiewerkplek
Stiltewerkplekken Projectruimtes
Overlegplekken
Oktober 2013
Memo Beeldvorming Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
MEMO Beeldvorming Nieuwe Werkstijl Tiel
Oktober 2013
Memo Beeldvorming Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Aanleiding In 2011 heeft het college het plan van aanpak Expeditie Tiel goedgekeurd. Hiermee werd de opdracht gegeven de tielse organisatie te herstructureren, te werken aan een andere organisatiecultuur en een aantal knelpunten in de huisvesting op te lossen. Het huisvestingsvraagstuk is in het plan van aanpak geborgd in Spoor 3 – project R18. Het Facilitair Bedrijf heeft gedurende een aantal maanden in 2012 en 2013 deze opdracht in samenwerking met De Brink Groep nader uitgewerkt. Op 29 oktober 2013 is het college, voorafgaand aan besluitvorming, geïnformeerd over de uitkomsten van de businesscase en gevraagd het zogenaamde CAMPUS model als strategisch huisvestingsmodel te kiezen en de kadernota Tielse Werkstijl vast te stellen. Deze memo is in het bijzonder bedoeld om belangstellenden te voorzien van verdere achterliggende informatie. Deze informatie geeft een diepere kijk op het vraagstuk en, indien nodig, de gelegenheid om eventuele inhoudelijke vragen te beantwoorden. Wel is van belang te weten dat na de besluitvorming verdere uitwerking aan de hand van de vastgestelde uitgangspunten nog moet plaatsvinden. Alle voorbeelden en impressies in deze memo zijn daarom dus indicatief. De uiteindelijke uitwerking in Tiel zal afwijken van de getoonde impressies. Algemeen Het Nieuwe Werken, flexibel werken, flexwerken, virtueel werken, slimmer werken zijn enkele termen die gebruikt worden om de ontwikkelingen rondom nieuwe manieren van werken aan te duiden. Het Nieuwe Werken: een nieuwe manier van werken waarbij resultaatgericht wordt (samen)gewerkt in vertrouwen en verantwoordelijkheid en waarbij – waar mogelijk – de medewerkers invloed hebben op tijd en plaats van werken. In de kern komt deze manier van werken neer op: focus op het ‘wat’ (het resultaat) en geef/neem vrijheid in het ‘hoe’. Het gaat dus om een nieuwe werkstijl, waarbij specifiek wordt ingegaan op flexibiliteit in tijd, plaats en duur van werken.
Tijd: het tijdstip waarop gewerkt wordt.
Plaats: de locatie van werken.
Duur: het aantal te werken uren.
Door de flexibiliteit van werken ontstaat een andere relatie tussen leidinggevende en medewerker waarbij begrippen als vertrouwen, verantwoordelijkheid, resultaatgericht werken en autonomie aan de basis staan. Zoals de Engelsen het mooi verwoorden: ‘Work is what you do, not where you go to’. Het nieuwe werken is organisatiespecifiek Hoewel de uitgangspunten rondom HNW algemeen aanvaard lijken, is de invulling zeer organisatiespecifiek. Deze invulling begint met het formuleren van een visie op de manier van werken die de organisatie nastreeft. Deze visie vindt een vertaling in het beleid op het gebied van huisvesting en de inrichting van de kantooromgeving.
Oktober 2013
Memo Beeldvorming Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ De kadernota Nieuwe Werkstijl Tiel geeft de uitgangspunten/kaders weer, op basis waarvan in Tiel invulling wordt gegeven aan de Nieuwe Werkstijl Tiel. Uitgangspunten Nieuwe Werkstijl Tiel De strategische huisvesting voor Tiel heeft als primair doel het ondersteunen van Expeditie Tiel. Met het invoeren hiervan wordt er een bijdrage geleverd aan de volgende doelstellingen/uitgangspunten:
Klantvraag staat centraal;
Creëren van een organisatie die klaar is voor de toekomst;
Versterken van de organisatiecultuur door het versterken van flexibiliteit, de samenhang en de verbinding;
Een organisatie die beter in staat is integraal te werken;
Een moderne organisatie die ook als werkgever aantrekkelijk is en waar mensen met genoegen werken;
Speelt in op de flexibele omgeving waarin Tiel zich beweegt;
Verminderen van de huisvesting‐ en exploitatielasten.
Uitgangspunten huisvestingsconcept
Er wordt een huisvestingconcept gecreëerd dat aansluit bij de verschillende activiteiten van de medewerkers van Tiel (ontmoeten, vergaderen, werken in projectteams, concentreren, voeren van een bilateraal etc).
Iedereen mag gebruik maken van alle werkplekken, zeker als het beter past bij het halen van de resultaten van Tiel.
Doordat iedereen overal kan werken en ruimtes niet specifiek geclaimd kunnen worden door een team, draagt dit bij aan een de integrale werkwijze, levert een bijdrage aan het effectief gebruiken van de ruimte en voorkomt hiermee leegstand van werkplekken.
Gastvrijheid staat centraal, voor andere medewerkers maar ook voor externen of samenwerkingspartners die nodig zijn om de doelstellingen te behalen.
Elke afdeling/team heeft een 'thuishonk' om het eenvoudiger te maken om elkaar te ontmoeten.
Korte vergaderingen vinden plaats op informele overlegplekken op elke etage. Daarnaast worden er formele vergaderruimten gecreëerd in alle gebouwen.
Het gebouw zal logisch worden ingedeeld: concentratie werkplekken aan de uiteinden van het gebouw waar weinig verkeer komt en ontmoetingsplekken en samenwerkzones aan het begin van de etages.
Iedereen kan plaats en tijd onafhankelijk werken. Dit betekent niet alleen op kantoor, maar ook extern, in de trein, thuis of waar men zich het beste zijn/haar resultaten kan behalen.
Oktober 2013
Memo Beeldvorming Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Het huisvestingmodel Tiel:
Op elk gebouw ingezoomd: Stadhuis
Dienstverlening aan de klant, zowel de burger als het bedrijfsleven, centraal. Alle activiteiten moeten erop gericht zijn om op één locatie op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze de vragen van de klant te beantwoorden. De vragen en dienstverlening worden niet alleen meer en veelzijdig maar ook complexer. Hierdoor moeten meerdere disciplines vaker samenwerken aan hetzelfde vraagstuk.
De primaire functie van het Stadhuis wordt het huisvesten van alle klantgerichte functies, inclusief strategische partner UWV en de toekomstige RIW naar hele begane grond van Stadhuis.
Geen desinvestering huidig KCC. Het huidige KCC wordt niet verbouwd maar uitgebreid.
Draagt bij aan transparantie en hogere kwaliteit voor burgers en het bedrijfsleven: o
UWV en WIZ maken samen gebruik van KCC loketten en overlegruimtes.
o
De KCC ruimte staat in het teken van interactie met de klant/burger
o
WIZ en UWV zullen goed moeten nadenken over de bezetting/ planning om daluren goed te benutten.
o
Zo genaamde backoffice functies bevinden zich op de andere etages.
o
Digitaal loket wordt nadrukkelijker ingezet.
Het stadhuis zal op zoveel mogelijk plekken ruimtelijker gemaakt worden zonder 1 grote vloer te realiseren. Hierdoor kunnen werkomgevingen efficiënter ingedeeld worden en is er meer directe communicatie en interactie mogelijk.
Oktober 2013
Memo Beeldvorming Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het pand krijgt meer informele ruimtes zodat collega’s uit de andere panden tijdelijk kunnen aanlanden om een ochtend / middag samen te werken. Omgekeerd geldt dit natuurlijk ook voor de andere locaties op de campus.
Ambtmanshuis In het Ambtmanshuis verandert niet veel. Wel is er veel ruimte in de overloop. Ruimte die effectiever gebruikt kan worden door er meubilair te plaatsen die het voor meer groepen aantrekkelijk maakt om af en toe bij drukte of afspraken ook te gebruiken. Denk aan: o
Aanlandplekken (niet in hoogte verstelbare tafel, maar wel stroom en netwerkmogelijkheden en goede bureaustoelen die comfort bieden).
o
Informeel overleggen met focus.
Het Koetshuis De primaire functie voor het Koetshuis zal een centrale ontmoetingsplek worden. In de maanden dat het weer het toelaat kunnen er vaste banken buiten waarop men samen kan zitten en overleggen, zelf even van de tuin kan genieten of een lunch kan gebruiken. Pand Visser Het gesloten karakter past niet meer bij hoe de gemeente Tiel wil samenwerken en daarom worden waar mogelijk de wanden weer geopend zodat er efficiëntere ruimtes ontstaan die meer bureaublokken toelaat waar men in groepen kan werken. De ruimte wordt zoveel mogelijk opgefrist worden om een licht en open karakter te realiseren. Een aantal kamers of tafels zal ook ingericht worden als aanlandplekken zodat afdeling overstijgende samenwerkingsactiviteiten makkelijker kunnen plaatsvinden en collega’s samen kunnen werken. Bestuurscentrum Het bestuurscentrum heeft een aantal ruime kamers die als vergaderruimte worden gebruikt. Het redelijk open karakter leent zich voor een aantal ruimere kantoren waar meerdere bureaueilanden komen. Daarnaast zullen er verschillende plekken zijn waar men kan aanlanden en informeel overleggen. De verbinding met Pand Visser en het delen van voorzieningen zoals een pantry en informele overlegzones voorkomt dat afdelingen zich als eiland opstellen.
Oktober 2013
Memo Beeldvorming Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Uitwerken werkplekconcepten Na besluitvorming wordt op basis van de in deze nota genoemde uitgangspunten een aantal werkplekconcepten nader uitgewerkt. Betrokkenheid van de medewerkers is hierbij van groot belang, zij maken immers gebruik van de aangeboden voorzieningen. Ervaringen laten zien dat de uitwerking van de werkplekconcepten een continu proces is. Behoeften en wensen van de gebruikers veranderen immers in de loop van de tijd. Wel is het zo dat voor de tielse werkomgeving een aantal basis uitgangspunten gelden voor de verdere uitwerking. Dit zijn:
Er worden werkplekconcepten gecreëerd welke aansluit bij de verschillende activiteiten van de medewerkers. Denk hierbij aan de volgende functionele activiteiten:
1.
ontmoeten
2.
vergaderen
3.
werken in projectteams
4.
concentreren
5.
bilateraal overleg
6.
telefoneren etc.
Iedereen mag gebruik maken van alle werkplekken, zeker als het beter past bij het halen van de resultaten van Tiel. Doordat iedereen overal kan werken en ruimtes niet specifiek geclaimd kunnen worden door een team, draagt bij een de integrale werkwijze, levert het een bijdrage aan het effectief gebruiken van de ruimte en voorkomt leegstand van werkplekken.
Elk team heeft een 'thuishonk' om het eenvoudiger te maken om elkaar te ontmoeten.
Het gebouw zal logisch worden ingedeeld: concentratie werkplekken aan de uiteinden van het gebouw waar weinig verkeer komt en ontmoetingsplekken en samenwerkzones aan het begin van de etages.
Oktober 2013
Memo Beeldvorming Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Voorbeelden ter illustratie Werkplekanalyse Aan alle medewerkers is gevraagd om een werkplekanalyse in te vullen. Hieronder een voorbeeld van deze uitkomsten. Aan de hand van de analyse wordt bepaald aan welk soort werkplekken er behoefte is en dit vertaald zich naar het werkplekconcept.
Voorbeeld vlekkenplan Hieronder een schematische weergave van hoe het vlekkenplan er uit kan komen te zien. Op deze vleugel van het stadhuis zouden 45‐65 medewerkers kunnen werken.
Oktober 2013
Memo Beeldvorming Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ De basis functies (sfeerimpressies): Aanlandplekken: werkplekken geschikt voor kort durend gebruik door bijvb. CGT medewerkers
Informele overlegplekken: ruimte om met beperkt aantal personen kortdurend te overleggen
Formele overlegruimtes: ruimtes om met meerdere personen te overleggen
Projectruimtes: werkruimte om met meerdere personen te werken aan een gezamenlijk onderwerp
Oktober 2013
Memo Beeldvorming Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Concentratie of stilteplekken: werkplekken om in afzondering geconcentreerd te werken
Ontmoetingsruimtes: gezamenlijke ruimte voorzien van diverse faciliteiten
Open en ruimtes bevorderen communicatie en onderlinge verbinding
Oktober 2013
Memo Beeldvorming Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Digitaal werken is de basis:
Tijd en plaatsonafhankelijk werken het uitgangspunt:
Veel elementen en resultaatgebieden:
Oktober 2013
Memo Beeldvorming Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ De Tielse werkstijl biedt de klant: 1 Betere service Hoe flexibeler medewerkers zijn, hoe sneller je de klant van dienst kunt zijn. Dit geeft de klant meer rust en gemak en resulteert uiteindelijk in een grotere mate van klanttevredenheid. 2 Inhoudelijk betere diensten/producten De nieuwe werkstijl biedt de randvoorwaarden om meer integraal samen te werken. Dit bevordert het proces en leidt tot kwalitatief betere producten/diensten. 3 Kortere doorlooptijd door tijdwinst Mobiele werkers verwezenlijken meer dingen in dezelfde tijd. Met een draadloos netwerk kun je op elke willekeurige locatie werken op je laptop of pda. Op deze manier kunnen jij en je werknemers op elk moment van de dag e‐mailen, bestanden en gegevens uitwisselen en video‐ of audioconferences bijwonen. 4 Betere dienstverlening door meer werkplezier bij werknemers Uit onderzoek blijkt dat er een relatie bestaat tussen hoe mensen met hun privé‐ en werktaken omgaan, wat hun perceptie van controle over tijd is en hoe gelukkig ze zich voelen. Eén van de belangrijkste voordelen van mobiel werken is dat medewerkers flexibeler zijn en privé en werk beter kunnen combineren. Ze hebben meer controle over hun tijd en zijn ook zelfstandiger. Het werk wordt gedaan op het moment dat de werknemer zich het prettigst voelt. Hierdoor krijgen werknemers meer plezier in hun werk. Door werknemers meer vrijheid, regelruimte en vertrouwen te geven, raakt de werknemer actiever en meer betrokken bij het bedrijf. Het geven van vrijheid leidt tot verantwoordelijkheidsgevoel bij de werknemer. Dit resulteert uiteindelijk in energieke, toegewijde, (pro)actieve en productieve werknemers. De Tielse werkstijl biedt de organisatie: 1 Meer werkplezier bij werknemers Uit onderzoek blijkt dat er een relatie bestaat tussen hoe mensen met hun privé‐ en werktaken omgaan, wat hun perceptie van controle over tijd is en hoe gelukkig ze zich voelen. Eén van de belangrijkste voordelen van mobiel werken is dat medewerkers flexibeler zijn en privé en werk beter kunnen combineren. Ze hebben meer controle over hun tijd en zijn ook zelfstandiger. Het werk wordt gedaan op het moment dat de werknemer zich het prettigst voelt. Hierdoor krijgen werknemers meer plezier in hun werk. Door werknemers meer vrijheid, regelruimte en vertrouwen te geven, raakt de werknemer actiever en meer betrokken bij het bedrijf. Het geven van vrijheid leidt tot verantwoordelijkheidsgevoel bij de werknemer. Dit resulteert uiteindelijk in energieke, toegewijde, (pro)actieve en productieve werknemers. Voor het bedrijf betekent dit stijging van de productiviteit, minder verloop en betere prestaties. 2 Verhoogde productiviteit door tijdwinst Mobiele werkers verwezenlijken meer dingen in dezelfde tijd. Met een draadloos netwerk kun je op elke willekeurige locatie werken op je laptop of pda. Op deze manier kunnen jij en je werknemers op elk moment van de dag e‐mailen, bestanden en gegevens uitwisselen en video‐ of audioconferences bijwonen. 3 Betere service Hoe flexibeler je medewerkers zijn, hoe sneller je de klant van dienst kunt zijn. Dit geeft de klant meer rust en gemak en resulteert uiteindelijk in een grotere mate van klanttevredenheid. 4 Lager ziekteverzuim Verschillende onderzoeken laten zien dat ziekteverzuim onder mobiele werkers lager is dan bij personeel dat op kantoor werkt.
Oktober 2013
Memo Beeldvorming Nieuwe werkstijl Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------5 Minder reistijd De reistijd neemt veelal af of wordt beter verdeeld over de dag. Dit heeft een positief effect op het terugdringen van de fileproblematiek en dus ook op het milieu. 6 Bereikbaarheid Je medewerkers zijn altijd goed bereikbaar. Ook als ze niet op hun plaats zijn of onderweg zijn. De Tielse werkstijl biedt de medewerker: 1 Bepaal zelf je werktijden Check je mail eens thuis, voor je naar kantoor gaat. Zo kun je later vertrekken, reis je een stuk rustiger. Sport in de ochtend om daarna met een fris hoofd naar je werk te gaan. Begin eens lekker vroeg, zodat je 's avonds gezellig kunt mee‐eten. 2 Werk eens ergens anders Waarom altijd naar kantoor? Dat bureau kan wel een dagje zonder jou! Werk eens een dagje thuis. Ga brainstormen op het strand! Thuiswerken scheelt je reistijd en is nog vaak rustiger ook. Werk je op kantoor, dan zijn er genoeg werkplekken voor je beschikbaar. 3 Gebruik je phone smart Natuurlijk mag je bellen met je telefoon en tekstverwerken op je laptop. Gebruik je phone eens smart en haal alles uit je tablet. Want de mogelijkheden zijn eindeloos: videoconferencing, cloud computing, overal connected zijn, of gewoon een belafspraak maken. Dat is het Tielse werken! 4 Baas over eigen baan Hogere productiviteit, lager ziekteverzuim, meer loyaliteit en tevreden medewerkers. Dat zijn de voordelen van het Tielse werken. Voor werknemers én managers. Kortom: meer Baas over eigen Baan. Een moderne manager geeft haar of zijn medewerkers meer verantwoordelijkheden. Dat is goed voor beiden. Minder stress en meer werkplezier, wie wil dat nou niet? Je bent zelf verantwoordelijk voor je resultaten. 5 Werken slimmer samen Zeg nou eerlijk: wie vindt het nou leuk om de hele dag te vergaderen in een zaaltje? Samenwerken wil niet zeggen dat je samen in één ruimte zit. Dat kan ook door te Skypen, te bellen of bestanden te delen. Als je de ene keer thuis werkt, de andere keer onderweg of op kantoor wil je wel al je bestanden paraat hebben en iedereen kunnen bereiken.
Oktober 2013
FINANCIëLE SAMENVATTING VAN HET RAPPORT VAN DE BRINKGROEP + vertaling naar de Tielse begroting Onderlegger voor presentatie informatieavond 14 novemer Investering KAPITAALSLASTEN INVESTERING Stadhuis Bestuurscentrum Koetshuis Pand Visser
€ € € € €
inventaris stadhuis inventaris bestuurscentrum inventaris Ambtmanshuis inventaris pand Visser Totaal investering
€ € € € € €
Bijkomende kosten * intern projectmanagement rapportages
2015
2.590.000,00 200.000,00 60.000,00 190.000,00
€ € € €
3.040.000 € 400.000,00 60.000,00 20.000,00 50.000,00 530.000 3.570.000
€ € € € € €
I. TOTAAL KAPITAALLASTEN
100.000,00 € € €
EXPLOITATIE NA REALISATIE Stadhuis Pand Visser Raadszaal Bestuurscentrum Ambtmanshuis Koetshuis Toezicht & Handhaving Beursplein Exploitatie-effecten stadhuis MMP totaal
€ € € € € € € € € €
VERHUUROPBRENGSTEN Stadhuis
233.309 -
2016 € € € €
€ € € €
€ € € €
€ € € €
€ € € €
€ € € €
2022
262.462 €
256.379 €
250.296 €
244.213 €
54.628 8.224 3.023 6.847 72.722 341.267
53.022 7.989 2.936 6.651 70.598 333.060
51.415 7.754 2.850 6.455 68.475 324.854
49.808 7.519 2.764 6.260 66.351 316.647
48.202 7.284 2.677 6.064 64.227 308.441
46.595 7.049 2.591 5.869 62.104 300.234
€ € € € € €
207.386 16.398 5.239 15.191
2021
268.545 €
€ € € € € €
212.570 16.798 5.367 15.561
2020
56.235 56.235 289.544
€ € € € € €
217.755 17.198 5.495 15.932
2019
233.309 €
€ € € € € €
222.940 17.597 5.623 16.302
2018
€ € € € 238.130 €
€ € € € € €
228.124 17.997 5.750 16.673
2017
€ € € € € €
202.201 15.998 5.111 14.820
€ € € € € €
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
2032
2033
2034
197.016 15.598 4.984 14.450
€ € € € 232.048 €
191.832 15.198 4.856 14.079 225.965
€ € € € €
186.647 14.798 4.728 13.709 219.882
€ € € € €
181.462 14.398 4.600 13.338 213.799
€ € € € €
176.278 13.998 4.472 12.968 207.716
€ € € € €
171.093 13.598 4.345 12.597 201.633
€ € € € €
165.908 13.198 4.217 12.227 195.550
€ € € € €
160.724 12.798 4.089 11.856 189.467
€ € € € €
155.539 12.398 3.961 11.486 183.385
€ € € € €
150.355 11.998 3.834 11.115 177.302
€ € € € €
145.170 11.598 3.706 10.745 171.219
€ € € € €
139.985 11.198 3.578 10.374 165.136
€ € € € €
134.801 10.798 3.450 10.004 159.053
44.988 6.815 2.504 5.673 59.980 292.028
43.381 6.580 2.418 5.477 57.856 283.821
€ € € € € €
41.775 6.345 2.332 5.282 55.733 275.614
€ € € € € €
6.110 2.245 5.086 13.441 227.240
€ € € € € €
207.716
€ € € € € €
201.633
€ € € € € €
195.550
€ € € € € €
189.467
€ € € € € €
56.235 56.235 239.620
€ € € € € €
54.628 8.224 3.023 6.847 72.722 250.024
€ € € € € €
53.022 7.989 2.936 6.651 70.598 241.817
€ € € € € €
51.415 7.754 2.850 6.455 68.475 233.611
€ € € € € €
49.808 7.519 2.764 6.260 66.351 225.404
€ € € € € €
9.000 € 9.000 € 298.544 €
8.800 € 8.800 € 350.067 €
8.600 € 8.600 € 341.660 €
8.400 € 8.400 € 333.254 €
8.200 € 8.200 € 324.847 €
8.000 € 8.000 € 316.441 €
7.800 € 7.800 € 308.034 €
7.600 € 7.600 € 299.628 €
7.400 € 7.400 € 291.221 €
7.200 € 7.200 € 282.814 €
7.000 € 7.000 € 234.240 €
6.800 € 6.800 € 214.516 €
6.600 € 6.600 € 208.233 €
6.400 € 6.400 € 201.950 €
6.200 € 6.200 € 195.667 €
6.000 € 6.000 € 245.620 €
5.800 € 5.800 € 255.824 €
5.600 € 5.600 € 247.417 €
5.400 € 5.400 € 239.011 €
5.200 5.200 230.604
596.091 49.242 22.420 59.855 79.012 8.985 908.929 88.747 111.075
590.163 48.925 22.285 59.462 78.773 8.985 413.460 88.747 111.075
584.236 48.607 22.149 59.070 78.534 8.985 403.187 88.747 111.075
578.309 48.290 22.014 58.677 78.295 8.985 392.913 88.747 111.075
572.381 47.973 21.879 58.284 78.056 8.985 382.640 88.747 111.075
566.454 47.656 21.743 57.891 77.817 8.985 372.366 88.747 111.075
560.527 47.339 21.608 57.498 77.579 8.985 310.054 88.747 111.075
554.599 47.021 21.472 57.106 77.340 8.985 510.000 88.747 111.075
533.124 43.802 20.098 53.119 77.101 8.985 88.747 111.075
514.800 39.775 18.378 48.133 76.862 8.985 88.747 111.075
510.015 38.525 17.844 46.585 76.623 8.985 88.747 111.075
505.231 38.525 17.844 46.585 76.384 8.985 88.747 111.075
500.446 38.525 17.844 46.585 76.146 8.985 88.747 111.075
489.828 38.525 17.844 46.585 75.907 8.985 88.747 111.075
459.295 38.525 17.844 46.585 75.668 8.985 88.747 111.075
455.783 38.525 17.844 46.585 75.429 8.985 88.747 111.075
452.270 38.525 17.844 46.585 75.190 8.985 88.747 111.075
448.758 38.525 17.844 46.585 74.951 8.985 88.747 111.075
445.246 38.525 17.844 46.585 73.272 8.985 88.747 111.075
445.246 38.525 17.844 46.585 73.272 8.985 88.747 111.075
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
230.8961.190.979 €
229.4741.175.116 €
228.0531.159.252 €
226.6311.143.389 €
225.2091.127.525 €
223.7871.059.624 €
€ € € € € € € € € €
222.366-
€ € € € € € € € € €
II. TOTAAL NIEUWE EXPLOITATIE
€
232.3181.692.038 €
III. TOTAAL NIEUWE LASTEN
€
1.990.582 €
1.541.046 €
1.516.776 €
1.492.506 €
1.468.236 €
1.443.966 €
1.367.658 €
1.553.607 €
1.006.327 €
1.479.220
1.478.797
1.452.603
1.384.107
1.366.822
1.349.537
1.280.214
1.060.209
1.029.914
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € €
1.253.980 €
220.944715.106 €
219.522687.234 €
218.100680.299 €
216.679676.697 €
215.257673.096 €
213.835663.660 €
212.413634.310 €
210.992631.981 €
209.570629.652 €
208.148627.323 €
206.726623.552 €
206.726623.553
970.048 €
914.539 €
891.213 €
881.329 €
865.611 €
829.978 €
877.601 €
885.476 €
874.740 €
862.563 €
854.157
992.263
987.240
982.216
971.359
940.587
936.836
933.085
929.335
924.143
915.919
AF: BESCHIKBARE DEKKING Stadhuiscomplex Beursplein IV. Totaal huidige exploitatiebudgetten V. RESTERENDE NIEUWE LASTEN
1.000.620
€
511.362 €
62.249 €
64.173 €
108.399 €
101.414 €
94.429 €
87.444 €
493.398 €
23.587- €
30.571- €
77.724- €
96.026- €
100.888- €
105.749- €
110.610- €
59.236- €
47.610- €
54.595- €
61.580- €
61.762-
500.000,00 € 380.406,00 €
45.000 € 34.236 €
44.000 € 33.475 €
43.000 € 32.714 €
42.000 € 31.953 €
41.000 € 31.192 €
40.000 € 30.431 €
39.000 € 29.670 €
38.000 € 28.909 €
37.000 € 28.148 €
36.000 € 27.387 €
35.000 € 26.626 €
34.000 € 25.865 €
33.000 € 25.104 €
32.000 € 24.343 €
31.000 € 23.582 €
30.000 € 22.821 €
29.000 € 22.060 €
28.000 € 21.299 €
27.000 € 20.538 €
26.000 19.777
€ 480.000,00 € € * vrijval storting in onderhoudsvoorziening St Agnietenstraat 28 (15.489 €
43.200 € 23.200- € 15.489 €
42.240 € 22.240- € 15.489 €
41.280 € 21.28015.489 €
40.320 €
39.360 €
38.400 €
37.440 €
36.480 €
35.520 €
34.560 €
33.600 €
32.640 €
31.680 €
30.720 €
29.760 €
28.800 €
27.840 €
26.880 €
25.920 €
24.960
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489 €
15.489
MOGELIJKE EXTRA DEKKING: inzet voorzieningen * voorziening onderhoud stdhscomplex (toewijze € * reserve kapitaallasten stdhscomplex (Uitgestel € Opbrengsten uit verkoop inzetten: * St. Agnietenstraat 28
VI. Totaal mogelijke extra dekking VII. Totaal beschikbare dekking VIII. UITEINDELIJK NIEUWE EXTRA LASTEN
€
114.725
112.964
111.203
129.762
127.041
124.320
121.599
118.878
116.157
113.436
110.715
107.994
105.273
102.552
99.831
97.110
94.389
91.668
88.947
86.226
1.593.945
1.591.761
1.563.806
1.513.869
1.493.863
1.473.857
1.401.813
1.179.087
1.146.071
1.114.056
1.102.978
1.095.234
1.087.489
1.073.911
1.040.418
1.033.946
1.027.474
1.021.003
1.013.090
1.002.145
396.637 €
50.715- €
47.030- €
21.363- €
25.627- €
29.891- €
34.155- €
374.520 €
139.744- €
144.007- €
188.439- €
204.020- €
206.161- €
208.301- €
210.441- €
156.346- €
141.999- €
146.263- €
150.527- €
147.988-
Toelichting op de financiële samenvatting van de investeringen voor de toekomstige huisvesting & organisatie van de gemeente Tiel (Het Nieuwe Tielse Werken) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Inleiding. Aan het advies om te investeren in de toekomstige huisvesting & organisatie van de ambtelijke organisatie ligt een gedegen business-case, opgesteld door de Brinkgroep, ten grondslag. Onderdeel van de business-case is een uitgebreide financiële doorrekening van de benodigde investeringen en de huidige en toekomstige exploitatielasten. De conclusie van de Brinkgroep was dat de investering budgettair neutraal gerealiseerd kan worden. Om dit te toetsen is een analyse van de financiële business-case gemaakt die tevens gebruikt is om de uitkomst van de business-case te vertalen naar de gemeentelijke begroting. Die analyse is samengevat op één A3-spreadsheet die u hierbij aantreft. Het overzicht heeft een "looptijd" van 20 jaar. Deze is gelijk aan de afschrijvingsduur van de investering. Er is voor gekozen om niet alleen de eerste 4 jaren in beeld te brengen, maar om een meerjarig overzicht van de gemeentelijke huisvestingskosten te schetsen en daarmee aan te tonen dat de investering geen beslag legt op nieuwe algemene middelen. Op het overzicht is in de regels "V. resterende nieuwe lasten" en de laatste regel "VIII. uiteindelijk nieuwe lasten" met kleur rood aangegeven in welk jaar er geld bij moet en met de kleur groen in welk jaar er sprake is van lagere lasten dan nu in de begroting zijn opgenomen. De regel "V. resterende nieuwe lasten" geeft aan dat de uitvoering van de businesscase de eerste 8 jaren geld kost en de jaren daarna positief wordt. Daarom is gezocht naar extra dekkingsmogelijkheden die te linken zijn aan de "portefeuille" huisvesting ambtelijk apparaat (zie regel "VI. totaal mogelijke extra dekking". Dat leidt er toe dat in de laatste regel "VIII. uiteindelijk nieuwe extra lasten" slechts 2 jaren in het rood staan. Na inzet van de exta dekkingsmiddelen kun je stellen dat er sprake is van een meer dan budgettair neutrale situatie. Er is zelfs sprake van een structureel voordeel van gemiddeld € 75.000,-- per jaar.
Toelichting op de financiële samenvatting. Hieronder volgt een leeswijzer voor bijgevoegd A3-spreadsheet. Het spreadsheet bouwt eerst de lasten op die uit de herhuisvesting voortvloeien: de kapitaallasten die uit de investering voortvloeien plus de "nieuwe" exploitatielasten van de vernieuwde huisvesting. Daarna wordt tegen deze nieuwe lasten de (mogelijk) beschikbare dekking gezet. Het resultaat moet minimaal voldoen aan de eis van de budgettaire neutraliteit. Hieronder worden toegelicht de regels die met een Romeins cijfer beginnen (I, II enz.) I.
Kapitaallasten die voortvloeien uit de investering.
Dit zijn de jaarlijkse kapitaallasten over de benodigde investering van € 3.670.000,--. Gerekend is met een afschrijving van 20 jaar en een rente van 4%. II.
De exploitatie van de gemeentelijke huisvesting ná de verbouwing..
Dit zijn de geschatte/genormeerde exploitatielasten nà realisatie van de investering, dus in de nieuwe situatie. Ze zijn gebaseerd op: 1. de huidige in de begroting opgenomen exploitatielasten inclusief 2. een nieuw berekende jaarlijkse dotatie aan het MeerJarenOnderhoudProgramma en het Meerjarig Middelen Plan (vervanging meubilair e.d.). 3. + een opslag voor intensiever gebruik en 4. een verlaging als gevolg van het buiten gebruik stellen van het Beursplein.
III.
Totaal nieuwe exploitatie.
Dit zijn de bedragen van I en II opgeteld. IV.
Totaal huidige exploitatielasten.
Omdat hierboven is gerekend met nieuwe exploitatielasten, kunnen de huidige exploitatielasten die in onze begroting zijn verwerkt, als dekking dienen voor de nieuwe exploitatielasten. Deze zijn hoger dan de nieuwe exploitatielasten en kunnen daardoor dienen als dekking van de kapitaallasten van de benodigde investering. V.
Resterende nieuwe lasten.
Op deze regel is te zien dat de eerste jaren nog een tekort laten zien. Wel wordt dit voor een groot deel gecompenseerd door overschotten in de jaren daarna, maar we kunnen nog niet geheel spreken van budgettair neutraal. Daarom is gezocht naar aanvullende dekking met aan de gemeentelijke huisvesting gelieerde budgetten (zie VI). VI.
Mogelijke extra dekking.
Voor een deel zijn aanvullende dekiingsmiddelen gezocht in het inzetten van de reserve kapitaallasten stadhuiscomplex. Hierin zit incidentele ruimte als gevolg van uitstellen van investeringen bv de vervanging van meubilair enz. Verder is dekking beschikbaar in de onderhoudsvoooziening van de gemeentelijke huisvesting omdat groot onderhoud is uitgesteld. Voorts is het mogelijk om de opbrengst van het te verkopen pand Agnietenstraat 28 als dekking in te zetten. De opbrengst kan in één keer van de investering worden afgeboekt. De onderhoudsvoorziening voor deze panden hoeft dan na verkoop niet verder aangevuld te worden,waardoor de jaarlikkse dotatie wegvalt en een structurele besparing oplevert. VII.
Totaal beschikbare dekking.
Dit zijn de bedragen van IV en VI opgeteld. VIII.
Uiteindelijke nieuwe lasten.
Indien ingestemd wordt met de aangedragen dekkingsmogelijkheden, is het mogelijk om variant 2 uit het advies van de Brinkgroep budgettair neutraal uit te voeren. Het eerste en het achtste jaar vertonen een tekort, maar dat wordt ruimschoots goed gemaakt door de plussen in de overige jaren.
Conclusie: -
-
de investering die de herhuisvesting vergt, kost € 3.670.000,--. Deze wordt op gedekt door: o voor € 880.406,-- voor het doen van investeringen uit de daarvoor door de raad in het leven geroepen en in de begroting opgenomen reserve kapitaallasten stadhuiscomplex en onderhoudsvoorziening stadhuiscomplex; o voor € 1.100.000,-- uit de door van het UWV te ontvangen huur; o voor € 480.000,-- uit de opbrengst van de verkoop van het pand Agnietenstraat 28; o de resterende € 1.210.000,-- uit de besparing op de jaarlijks exploitatielasten; uit de besparing op de jaarlijkse exploitatielasten kan jaarlijks een bedrag van € 75.000,-- terug vloeien naar de algemene middelen.
Expeditie Tiel Organisatie - Cultuur - Huisvesting
Informatie bijeenkomst • • • • • • • •
Welkom en opening Expeditie Tiel – het Hoe en Waarom! Huisvesting als instrument bij veranderingen Projectaanpak, uitgangspunten huisvestingmodel en inrichting Werkstijl Tiel Van plan naar realisatie Financiën Ruimte voor vragen en discussie Afsluiting
Waar komen we vandaan? Eind 2011: College en cie. Bestuur bespreken Plan van Aanpak Expeditie Tiel en college krijgt opdracht het plan uit te voeren -> met uitgangspunten voor organisatievorm -> met ontwikkeling van cultuur en werkstijl -> met uitgangspunten voor de toekomstige huisvesting
Hoe & Waarom • • • • • • •
Veranderende rol (lokale) overheid Decentralisaties / ontwikkelopgaven Dienstverlening bundelen Houding en cultuur Organisatievorm en structuur Tiel als werkgever Bezuinigingen
Organisatie in beweging • • • •
Besluitvorming t.a.v. BTH Besluitvorming t.a.v. BOR Samenwerking met Geldermalsen en Culemborg Vorming RIW
Ander organisatiemodel Afdeling < 2013:
Team > 2014:
taakuitvoering
samenwerking
resultaat output/ outcome
Teamorganisatie Tiel Integrale beleids advisering
Projecten
Leefbaarheid Stad
Leefbaarheid Wijk
Bemiddeling en activering
Management ondersteuning
Werk voorbereiding
Ondersteuning & Zorg
Ontvangst
Participatie
Inwoners
Vergunning leefomgeving
Facilitair & vastgoed
Advies
MT
Ondersteuning BPO
Teammanagers
Huisvesting als instrument bij verandering Net zoals bij organogram/structuur organisatie, geldt voor werkplekken/huisvesting dat de structuur (‘harde kant’) meesturend is op het gedrag dat we met elkaar (willen) vertonen (‘zachte kant’).
Urgentie huisvesting Situatie nu: - 3500 m2 te veel aan kantoorruimte - versnipperd over 8 locaties - lege kamers / werkplekken - draagt niet bij aan noodzakelijke cultuur - financiële risico’s ten aanzien van exploitatie en investeringen. - verouderd voorzieningen niveau
Van
-
Naar
Project aanpak en uitvoering Opdracht: Werk een, tenminste budgetneutrale, huisvestingsvariant uit die de expeditie Tiel ondersteunt. • •
2012: start project, verkenning varianten, inventarisatie kosten, risico’s en marktpotentie verkoop/verhuur. 2013: presentatie varianten, zgn. ‘geclusterd’ model is voorkeursvariant college, visiesessie, bedrijfsbezoeken, uitwerking in strategisch huisvestingsmodel incl. financiën.
Geconcentreerde huisvesting door afstoten overbodige gebouwen Toegankelijk en gastvrij voor de burger Flexibel in omvang t.b.v toekomstige keuzes Structureel lagere huisvestingskosten Criteria huisvestingmodel
Sluitende begroting beheer en exploitatie
Aantrekkelijke werkomgeving
Ruimte voor UWV en evt. regionale samenwerking
Geen desinvestering huidig KCC
Huisvestingmodel Tiel 2015 Kern: Geclusterd, kostenefficiënt, gebruikseffectief, verbindend, flexibel, bijdrage aan aantrekkelijk werkgeversschap
Flexibel in aard en vorm
Teamzones Plaatsonafhankelijk Principes werkplekinrichting Tiel
Activiteitgericht Kostenefficiënt
Tijdonafhankelijk Adequate (digitale) hulpmiddelen
Financieel • • • • •
•
Initiële en rendabele investering € 3.6 miljoen Huidige exploitatiekosten v.s nieuwe exploitatiekosten Alle investeringen, beheerskosten en exploitatiekosten voor komende 20 jaar zijn verwerkt Bestaand financieel risico Beursplein t.w.v. € 500.000 is opgelost in nieuwe huisvestingmodel; Dekkingsmiddelen: - Bestaande gespaarde investeringsbudgetten - Inzet onderhoudsbudgetten - Verkoopopbrengst kantoorlocatie - Besparing op exploitatiekosten Resultaat: meerjarige kostenbesparing t.o.v. huidige kosten
Oude en nieuwe exploitatielasten € 2.500.000
€ 2.000.000
€ 1.500.000 Lasten Beschikbare budgetten € 1.000.000
€ 500.000
€1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Is niets doen een optie? • • • • • • •
Leegstand en onrendabel gebruik kost jaarlijks € 875.000; Restwaarde Beursplein € 1.000.000 straks in 1x af te schrijven; Risico’s t.a.v. beheer & exploitatie blijven; Toekomstige investeringen niet gedekt; Organisatieverandering wordt niet gefaciliteerd; Huidig huisvestingmodel past niet bij veranderende rol overheid; Geen ‘aantrekkelijk werkgeverschap’ voor nieuwe werknemers.
Samengevat • • •
Uitkomst voldoet aan de opdracht, zowel financieel als inhoudelijk; Sluitend meerjarenperspectief door efficiënte exploitatie en beheerssituatie; Huisvestingsmodel biedt ruimte voor toekomstige beleidskeuzes (groei/krimp).
Besluitvormingstraject
•
14 november: Informatie avond raad en commissie
•
28 november : cie. Bestuur - Huisvestingmodel incl. financiële uitkomst 18 december : Besluitvorming raad
•
Vervolgstappen in 2014 •
• • •
College geeft ambtelijke organisatie opdracht om: - projectorganisatie vormen - uitgangspunten kadernota uitwerken in ‘werkplekconcept’ - betrekken OR/medewerkers - afstemmen samenwerkingspartners Culemborg/Geldermalsen - technische infrastructuur bepalen - opstellen implementatieplan incl. tijdsplanning - afspraken maken met externe partners (zoals het UWV) Periodieke informatie via portefeuillehouder aan cie. Bestuur Tijdens realisatiefase kansen voor lokale/regionale ondernemers; Toepassen milieu maatregelen in kader van CO2 opgave.
Voorlopig tijdspad 2014/2015 •
Voorbereiding: januari – augustus 2014
•
Start verbouw : augustus 2014
•
Oplevering
: augustus 2015?
Bespreeknota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheimhouding:
Commissie Bestuur College van B&W Uitvoeringsplan integrale veiligheid 2014 Burgemeester Beenakker 5 november 2013 Nee
Vraag aan de commissie: 1. Kunt u akkoord gaan met het opnieuw tot prioriteit benoemen van de aanpak woninginbraken en de aanpak van de criminele groep? 2. Kunt u zich vinden in dit uitvoeringsplan integrale veiligheid 2014?
Context / achtergrondinformatie: Bijgevoegd plan is gebaseerd op een actuele (beknopte) veiligheidsanalyse en sluit aan bij het Meerjaren Programma Veiligheid 2011-2014, zoals eerder vastgesteld. Voor 2014 wordt voorgesteld om opnieuw woninginbraken als vijfde geprioriteerde onderwerp te benoemen. Reden hiervoor is het nog steeds te grote aantal woninginbraken in 2013. Positief wel is dat dit in 2013 fors gedaald is t.o.v. 2012 (circa 25%) Dit voorstel is gebaseerd op de volgende argumenten. 1. Aflopen van het vorige jaarplan Integrale Veiligheid (2013) 2. Het opmaken van een jaarlijks veiligheidsplan is m.i.v. 1-1-2013 wettelijk verplicht 3. Veiligheid is een belangrijk issue 4. Het is belangrijk om keuzes te maken 5. Het grote aantal woninginbraken in 2013 en de impact die dit heeft op onze burgers Door de Raad is eind 2010 de prioriteitstelling aangegeven. In het najaar 2012 zijn in een tussentijdse evaluatie de uitgangspunten nogmaals bevestigd. De focus binnen deze prioriteiten wordt nog meer gericht op woninginbraken en de aanpak van de jeugdgroepen. Integrale aanpak van de criminele groep is hierbij als topprioriteit benoemd. Aanpak van verkeersveiligheid zal in 2014 meer gericht worden op handhaving en het voor een gedeelte uitvoeren van duurzaam veilig (conform motie Raad).
Bijlage: Uitvoeringsplan integrale veiligheid 2014
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Programmabureau veiligheid Erik van Keken 0344-637362
[email protected]
Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid 2014 gemeente Tiel
Gemeente Tiel, 1 november 2013
integrale veiligheid gemeente Tiel
Inhoudsopgave Voorwoord
p. 3
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Integraal veiligheidsbeleid 2011 – 2014 Prioriteiten Overige strategische thema’s Dwarsverbanden thema’s Evaluatie 2011
p. p. p. p. p.
4 4 4 4 4
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Aanpak prioriteiten in 2012 Prioriteit 1: Jeugd en veiligheid Prioriteit 2: Drugsoverlast Prioriteit 3: Verkeersveiligheid Prioriteit 4: Geweld Prioriteit 5: Woninginbraken
p. p. p. p. p. p.
6 6 9 11 13 15
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Aanpak overige strategische thema’s in 2012 Thema Horeca en evenementen Thema Bedrijvigheid en veiligheid Thema Fysieke veiligheid Thema Integriteit Thema Veilige woon- en leefomgeving Thema Alcohol
p. p. p. p. p. p. p.
17 17 19 20 22 24 26
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Aandachtspunten organisatorische borging in 2012 Integrale veiligheid in de gemeentelijke organisatie Ambtelijke coördinatie Bestuurlijke coördinatie (+ ontwikkelingen brandweer en politie) Beleidscyclus Financiën
p. p. p. p. p. p.
27 27 27 27 28 28
2
integrale veiligheid gemeente Tiel
Voorwoord Voor u ligt het uitvoeringsplan 2014 van het Programmabureau Veiligheid van de gemeente Tiel. Dit uitvoeringsplan is het vierde en laatste jaarplan behorende bij het Meerjaren Programma Veiligheid (MJP) 2011-2014. Het plan laat zien welke activiteiten en maatregelen voor het jaar 2014 zijn gepland en hoe de beschikbare middelen worden ingezet. In dit uitvoeringsplan wordt aangesloten op de hoofdlijnen van het genoemde meerjaren programma. De prioriteiten en overige strategische thema's lopen parallel met de indeling van het meerjarenprogramma. In de commissie bestuur van 29 november 2012 is een tussentijdse evaluatie van het MJP 2011-2014 besproken. De uitkomst van deze evaluatie was dat de eerder gestelde prioriteiten gehandhaafd blijven, maar dat de focus binnen deze prioriteiten nog meer gericht zal worden op woninginbraken en de aanpak van de jeugdgroepen. Integrale aanpak van de criminele groep is hierbij als topprioriteit benoemd. Aanpak van verkeersveiligheid zal met name meer gericht worden op handhaving en 2014 zal een gedeelte van duurzaam veilig worden uitgevoerd. Een twaalftal verkeersremmende maatregelen in woonwijken en rond schoolomgevingen worden gerealiseerd. Het robuuste basisteam politie de Waarden is volop in ontwikkeling. Voor 2014 zal één jaarplan worden ontwikkeld, wat zal worden afgestemd met de verschillende gemeenten. Ook afstemming met dit uitvoeringsplan zal plaatsvinden. De door gemeente Tiel aangegeven prioriteringen worden tevens opgenomen in het jaarplan van het basisteam De Waarden. De verwachting is dat de toegezegde uitbreiding van het aantal wijkagenten eind 2014 zal zijn gerealiseerd. Vanuit de veiligheidsanalyse (het aantal woninginbraken ligt nog steeds op een te hoog peil) en op signalen vanuit de Raad wordt voorgesteld ook woninginbraken in 2014 wederom als prioriteit te benoemen. De actualiteit van het aantal woninginbraken (een sterke stijging in de jaren 2010 t/m 2012 maar gelukkig een neerwaartse trend (circa 25 % minder inbraken) in 2013 betekent dat we ook in 2014 hierop met alle energie zullen inzetten en wordt verder projectmatig ingezet op een verdere substantiële daling van het aantal woninginbraken. De in dit kader gerealiseerde activiteiten zullen in 2014 worden gehandhaafd en nog verder worden geïntensiveerd. Aanpak van de criminele groep en het verder betrekken van burgers zijn hierbij belangrijke speerpunten. Ook een extra aantal regionale maatregelen zullen in Tiel worden geïmplementeerd. Ook de aanpak van overlast jongeren blijft in 2014 een speerpunt. Verheugend is dat in 2013 een hinderlijke jeugdgroep is verdwenen, mede door een aantal gepleegde interventies. Uit de analyse van de cijfers 2013 kan worden geconstateerd dat een aantal cijfers de goede kant opgaan maar dat we een aantal van de gestelde doelen nog niet hebben bereikt. Dit betekent dan ook dat we in 2014 met nog meer focus, met alle partners, de schouders eronder moeten zetten om 'een veiliger Tiel' te kunnen realiseren. Ook onze burgers spelen hierin een belangrijke rol en zullen bij de aanpak hiervan zoveel als mogelijk worden betrokken. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de buurtpreventie projecten (inmiddels 10 in totaal) waarbij burgers actief en enthousiast bezig zijn met het verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid in hun buurt. Burgemeester Tiel, Ir J. Beenakker
3
integrale veiligheid gemeente Tiel
1.
Integraal veiligheidsbeleid 2011 - 2014
1.1
Prioriteiten
In het meerjaren programma Veiligheid 2011-2014 zijn vier beleidsprioriteiten benoemd en door de Raad vastgesteld: 1. 2. 3. 4.
Jeugd en veiligheid Drugsoverlast Verkeersveiligheid Geweld
Naar aanleiding van een actuele analyse van de veiligheidscijfers en op aangeven van de commissie Bestuur, wordt er jaarlijks een vijfde prioriteit aan toegevoegd. Voor 2011, 2012 en 2013 betrof dit: 5. Woninginbraken Ook in 2014 wordt voorgesteld dit als prioriteit te benoemen i.v.m. het nog steeds te grote aantal woninginbraken in 2013. Na de sterke stijging van het aantal woninginbraken in de laatste jaren kunnen we gelukkig wel concluderen dat er in 2013 een stevige trendbreuk is opgetreden en het aantal woninginbraken fors (met circa 25 %, stand 1-11-2013) is afgenomen.
1.2
Overige strategische thema’s
In het meerjarenprogramma Veiligheid 2011-2014 worden naast de vier beleidsprioriteiten ook nog zes 'overige strategische thema's' onderscheiden. Het betreft: 1. Horeca en evenementen 2. Bedrijvigheid en veiligheid 3. Fysieke veiligheid 4. Integriteit 5. Veilige woon- en leefomgeving 6. Alcoholoverlast
1.3
Dwarsverbanden thema’s
Belangrijk voor al deze thema's is handhaving en de integrale samenwerking binnen de veilige wijkteams M.b.t. handhaving wordt in 2014 een integraal handhavingprogramma ontwikkeld. Dit programma zal tweede kwartaal 2014 aan de Raad worden aangeboden. Uitgangspunten daarbij zijn dat de inhoudelijke handhaving vooralsnog bij het betreffende gemeentelijke team of externe partner blijft waarbij coördinatie (programmatische aansturing) zal plaatsvinden door de gemeente. Integrale en multidisciplinaire handhaving is daarbij een belangrijk gegeven. Beleid maken en plannen schrijven is natuurlijk maar een klein gedeelte van het werk. Uiteindelijk gaat het over het uitvoeren en realiseren van al die plannen. Het veiliger wijkteam is sinds 2011 in de wijken van Tiel operationeel geworden. Binnen dit team werken (veiligheids)partners samen aan het verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid in de wijk. Op operationeel niveau worden de verschillende interventiestrategieën op elkaar afgestemd. Zo wordt de ene keer preventief opgetreden (b.v. door de jeugdwerker) en bij een ander veiligheidsprobleem wordt strikt gehandhaafd (door politie of bureau toezicht en handhaving). Spin in het web hierbij is de wijkagent en de regisseur vanuit het programmabureau veiligheid. Het veiliger wijkteam blijft ook in 2014 essentieel in de aanpak van veiligheids- en leefbaarheidsvraagstukken.
1.4
Evaluatie Meerjaren Programma veiligheid (2011-2014)
Deze is najaar 2012 tussentijds uitgevoerd en besproken in de beeldvormingsavond in oktober 2012. In de commissie bestuur van 29 november 2012 is dit in relatie tot de prioritering verder besproken en zijn accenten gelegd. De uitkomst van deze evaluatie was dat de eerder gestelde prioriteiten gehandhaafd blijven, maar dat de focus binnen deze prioriteiten meer gericht wordt op woninginbraken en de aanpak van de jeugdgroepen. Integrale aanpak van de criminele groep is hierbij als topprioriteit benoemd. Aanpak van verkeersveiligheid zal meer gericht worden op handhaving en in 2014 zal een gedeelte van duurzaam veilig worden uitgevoerd. Een twaalftal verkeer remmende maatregelen in woonwijken en rond schoolomgevingen worden gerealiseerd. 4
integrale veiligheid gemeente Tiel
Vanuit de analyse van de cijfers en evaluatie uitvoeringsplan 2013 wordt voorgesteld om ook in 2014 dezelfde prioriteiten te handhaven. Met betrekking tot het monitoren van de cijfers wordt sinds 2011 het VNG-BVH model toegepast. Maandelijks wordt dit door de politie aangeleverd en vervolgens geanalyseerd. Dit wordt tevens als sturingsinstrument gebruikt om de aanpak van een relevant probleem bij te sturen. Regelmatig wordt ook de commissie bestuur inzicht geboden in de ontwikkelingen. De Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) Tiel wordt jaarlijks in het najaar uitgevoerd. De resultaten van najaar 2012 zijn augustus 2013 bekend geworden. Omdat de veiligheidsmonitor in 2012 landelijk ingrijpend van opzet is veranderd, kan helaas geen vergelijking worden gemaakt met die van 2011. Derhalve zal deze als nieuwe 0 meting worden gebruikt. De uitkomsten van de veiligheidsmonitor 2013 worden in mei 2014 verwacht. Medio 2014 zal worden gestart met de opzet van een nieuw meerjarenprogramma veiligheid. Na een gedegen analyse van de veiligheidssituatie zal in overleg met de commissie bestuur van de Raad het nieuwe meerjarenprogramma eind 2014 worden vastgesteld.
5
integrale veiligheid gemeente Tiel
2.
Aanpak prioriteiten in 2014
2.1
Prioriteit 1: Jeugd en veiligheid
Beschrijving thema Met betrekking tot jeugd en veiligheid zijn de volgende kaders en indicatoren vastgesteld. Zie het Meerjarenprogramma Veiligheid (MJP 2011-2014). Als prioriteiten zijn benoemd: Aanpak jeugdoverlast in de buurt Elke risicojongere een individueel plan van aanpak Voor iedere geïdentificeerde jeugdgroep (Beke systematiek) wordt een plan van aanpak opgesteld Beleid vaststellen voor ontmoetingsplekken en – voorzieningen voor jongeren Regie vanuit gemeente en integrale aanpak met partners Participatie (eigentijds) van jongeren Actief monitoren van problematiek en aanpak
Evaluatie doelstellingen/resultaten 2013 Activiteit
Maatregelen/acties 2013
Resultaten
Veiliger wijkteam
Gerealiseerd. Doorlopend proces
(Afstemmen) toezicht en handhaving
Jeugd preventie netwerk JOR (Justitieel overleg risicojongeren) Casusoverleg veelplegers
In beeld brengen groepen jongeren Afstemmen interventiestrategieën Brief aan ouders na politiecontact Bezoek aan huis door jongeren(opbouw)werker (Mozaiek) Inzet straathoekwerker (Iriszorg, verslaafde jongeren) Voorlichting op scholen (bureau Halt) Veilige wijk teams Handhaving door bureau Toezicht en handhaving Prachtouders Pilot straatcoach evalueren en voorstel bij voortzetting Ontwikkelen programma handhaving
Integrale aanpak partners veiligheidshuis en gemeente integrale aanpak partners veiligheidshuis Wrap around methode m.b.t. jeugdige veelplegers
Uitvoeren Beke systematiek jeugdgroepen
samen met politie en partners twee keer per jaar geactualiseerd
Opstellen plan van aanpak per jeugdgroep (hinderlijk en overlastgevend)
Samen met partners opstellen. Voorkomen dat groepen doorgroeien naar een zwaardere categorie
Integrale aanpak criminele jeugdgroep
Plan van aanpak met alle partners is gereed en wordt uitgevoerd. Groepdomeins en persoongerichte aanpak criminele jeugdgroep in het veiligheidshuis en VWT met inzet van de bestuurlijke mogelijkheden vanuit de positie van de burgemeester zoals is afgestemd in de driehoek van 21 januari 2013. Belangrijke prioriteit Beleid vaststellen. Burgers (inclusief jongeren en kinderen worden hierbij betrokken)
Vaststellen aan welke eisen ontmoetingsplekken en – voorzieningen voor jongeren moeten voldoen (joppenbeleid)
Gerealiseerd. Evaluatie straatcoaches is gerealiseerd. Voortzetting is voorlopig (2014) financieel geregeld binnen TSOB. Wel is contract met organisatie per 1-1-2013 beëindigd. Per 1- 5-2013 is met andere organisatie doorstart gemaakt. Vindt plaats Vindt plaats Vindt plaats. Wrap around aanpak wordt ook uitgebreid naar leden criminele jeugdgroep Gerealiseerd. 1 hinderlijke groep is in 2013 verdwenen. Nu nog 1 hinderlijke en 1 criminele groep. Plan van aanpak gerealiseerd. Binnen het Veiliger Wijkteam worden interventies op elkaar afgestemd. Gerealiseerd. Projectorganisatie ingesteld. Multidisciplinair Plan van aanpak opgesteld en wordt uitgevoerd. Jongeren zijn goed in beeld en elke risico jongeren heeft een individueel plan van aanpak.
Gerealiseerd (speelbeleid)
6
integrale veiligheid gemeente Tiel
Overzicht indicatoren Indicator
bron
nul-meting (2010)
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Realisatie^ 2013
gemeente
-
gerealiseerd
√
√
streefwaarde 2014^^ √
Opgestelde analyse jeugd en veiligheid Kaders jeugd en veiligheid Opstellen uitvoeringsplan Goedgekeurde beleidsnotitie ontmoetingsplekken jongeren Voortdurende rapportage Beke systematiek Aantal meldingen jeugdoverlast Aantal hinderlijke jeugdgroepen Aantal overlastgevende jeugdgroepen Aantal criminele jeugdgroepen Aantal risico jongeren JCO1 (12-18 jaar)
gemeente gemeente gemeente
-
gerealiseerd
√ gerealiseerd
√ √ √
√ √ √
gerealiseerd
√
√
√
-
politie politie Politie politie
406 2 1
436 2 0
450 2 0
359 1 0
350 2 0
politie Veiligheids -huis
0 49
1 96
1 117
0
Aantal risicojongeren JOR (1223 jaar)
Veiligheids -huis
10
15
16
Aantal ‘wrap around methode’ jeugdigen (veelplegers < 24 jaar) Aantal jongeren jeugd preventie netwerk (12 +) nieuwe aanmeldingen Aantal jongeren jeugd preventie netwerk (12 +) nieuwe aanmeldingen + vervolgbesprekingen Aantal jongeren jeugd preventie netwerk (12 -) nieuwe aanmeldingen Aantal jongeren jeugd preventie netwerk (12 -) nieuwe aanmeldingen + vervolgbesprekingen Perceptie overlast jongeren (% komt vaak voor) Verdachten 0-11 jaar Verdachten 12-17 jaar Verdachten 18-24 jaar Verdachten totaal Aantal Halt toepassingen
gemeente/ VHH
5
1
0
1 Niet meer in veiligheidshuis (ZSM) 28 (incl. criminele groep) 2
gemeente
36
45
46
39
84
69
144
49
39
28
117
61
78
Verwacht mei 2014 2 187 255 444 53
gemeente
gemeente
38
gemeente
IVM*
15
16
8
politie politie politie politie Halt/politie
5 161 224 390 25
10 187 255 452 55
10 234 364 608 58
1 Probleemjongeren
Wanneer jongeren stelselmatig overlast veroorzaken of zich aan criminaliteit schuldig maken, spreken we van ‘probleemjongeren’. We maken daarbij onderscheid tussen: - JPN jongeren; jongeren die zich nog niet schuldig hebben gemaakt aan delicten, maar die op grond van maatschappelijke criteria tot een categorie behoren die een bovengemiddeld risico lopen - JCO jongeren; JCO-jongeren zijn jongeren die worden besproken in het Justitieel Casus Overleg (JCO). Dit overleg richt zich op jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar voor een passende strafrechtelijke afdoening conform de Kalsbeeknorm en ter bepaling of de jongere besproken moet worden in het JOR. De Kalsbeeknorm schrijft voor dat ten minste tachtig procent van de processen verbaal binnen dertig dagen na het eerste verhoor van de minderjarige verdachte door de politie aan het Openbaar Ministerie wordt aangeboden. Het JCO overleg kent een zaaksgerichte benadering en kent dus geen monitorfunctie. - JOR jongeren; Een jeugdige in de leeftijd van 12-23 jaar, die één of meer strafbare feiten heeft gepleegd, daarmee (nog) niet voldoet aan de omschrijving van meerpleger of veelpleger en voor wie een verhoogd recidiverisico wordt ingeschat vanuit (ernstige) zorgen bij ketenpartners op leefgebieden met gebleken achterliggende sociale of geestelijke problematiek en/of vanwege een moeizaam lopende taakstraf of bijzondere voorwaarde hierbij. - jeugdige veelpleger; Een minderjarig persoon (12 t/m 17 jaar) die in zijn/ haar gehele criminele (misdrijf)verleden meer dan vijf processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan minstens één in het peiljaar (het jaar waarin hij/ zij zich als (jeugdige) veelpleger manifesteert).
7
integrale veiligheid gemeente Tiel *IVM is Integrale Veilgheids Monitor. Door andere opzet 2012 zijn cijfers niet 1 op 1 vergelijkbaar met voorgaande jaren. Cijfers 2013 medio Mei 2014 bekend. ^ Cijfers tot 15 oktober, ^^ Betreft doelstellingen Meerjaren programma veiligheid 2011-2014 (MJP)
Doelstellingen en activiteiten Gemeente Tiel 2014. (mede op basis analyse cijfers 2013) Activiteit
Maatregelen/acties 2014
Veiliger wijkteam
(Afstemmen) toezicht en handhaving
Jeugd preventie netwerk JOR (Justitieel overleg risicojongeren) Casusoverleg veelplegers Uitvoeren Beke systematiek jeugdgroepen Opstellen plan van aanpak per jeugdgroep (hinderlijk en overlastgevend) Integrale aanpak criminele jeugdgroep
In beeld brengen groepen jongeren Afstemmen interventiestrategieën Brief aan ouders na politiecontact Bezoek aan huis door jongeren(opbouw)werker (Mozaiek) Inzet straathoekwerker (Iriszorg, verslaafde jongeren) Voorlichting op scholen (bureau Halt) Groep- domeins en persoongerichte aanpak criminele jeugdgroep in het veiligheidshuis en VWT met inzet van de bestuurlijke mogelijkheden vanuit de positie van de burgemeester zoals is afgestemd in de driehoek van 21 januari 2013 en 28 oktober 2013. Veilige wijk teams Handhaving door bureau Toezicht en handhaving Prachtouders Straatcoaches Ontwikkelen programma integrale handhaving Aanpak partners veiligheidshuis en gemeente Integrale aanpak partners veiligheidshuis Wrap around methode m.b.t. jeugdige veelplegers Samen met politie en partners twee keer per jaar actualiseren
Samen met partners opstellen Voorkomen dat groepen doorgroeien naar een zwaardere categorie Systematiek +/-/mee toepassen Integraal plan van aanpak met alle partners is gereed en wordt uitgevoerd. Naast de strafrechtelijke aanpak ook aandacht voor gezinsaanpak en het bieden van perspectief jongeren. (o.a. opzetten project Zohra). Gemeente voert de regie. Belangrijke prioriteit
Bestuurlijk portefeuillehouder
Ambtelijk trekker
Partners
Burgemeester Beenakker Wethouder Vermeulen
Noor Smits en Kim Wiersma
Afdeling onderwijs en welzijn en stadsbeheer gemeente, politie, partners veiligheidshuis en veiliger wijkteams.
8
integrale veiligheid gemeente Tiel
2.2
Prioriteit 2: Drugsoverlast
Beschrijving thema Met betrekking tot drugs zijn de kaders en indicatoren vastgesteld (MJP 2011-2014). Als prioriteiten zijn genoemd: Terugdringen drugsgebruik door scholieren Aanpak dealen in of in de nabijheid van scholen Overlast verminderen in de nabijheid van coffeeshops (inclusief doorverkoop op straat) Integrale aanpak (ook de bestuurlijke aanpak) van drugsgerelateerde criminaliteit Verminderen aantal coffeeshops d.m.v. sterfhuisconstructie Nader onderzoek naar de situering van de coffeeshops en de (on)mogelijkheden van verplaatsing Daarnaast is in de Raad van 9 november 2011 een motie aangenomen waarin wordt opgeroepen om nader onderzoek te doen naar het coffeeshopbeleid en de mogelijkheden te onderzoeken om tot vermindering en/of verplaatsing van coffeeshops te komen. De uitkomsten van het onderzoek zijn 21 november 2012 in de Raad besproken. Een van de uitkomsten is dat verplaatsing van een aantal coffeeshops nader zal worden onderzocht. Overlast rond de coffeeshops zal verder worden aangepakt.
Evaluatie doelstellingen/resultaten 2013 Activiteit
Maatregelen/acties 2013
Resultaten
Onderzoek coffeeshopbeleid (motie Raad) Uitvoeringsplan drugs ontwikkelen
Medio 2013 gereed
Gerealiseerd. Locatieonderzoek eind 2013 opgestart. Gerealiseerd. Coffeeshophouders hebben 10 punten plan gepresenteerd.
Organiseren 2 integrale controles coffeeshops Tegengaan overlast rond coffeeshops Project (landelijke) screening coffeeshops Beleid vaststellen Overleg coffeeshophouders
Thema’s: zie prioriteiten. Ook inzet van partners (b.v. Mozaïek en Iriszorg) wordt hierin meegenomen. Mei 2012 gereed Voor- en najaar
Handhaving en toezicht door bureau toezicht en handhaving en politie. Vast onderwerp in veiliger wijkteams Bibobtoets Nota coffeeshops en gedoogbeleid vaststellen. Regelmatig overleg (circa 1 keer per 2 maanden) met coffeeshophouders
Dit jaar maar 1 integrale controle. Politie controleert regelmatig (circa 1 keer per maand). Geen bijzonderheden geconstateerd. Veel aan handhaving gedaan. Ook coffeeshophouders pakken hierbij hun verantwoordelijkheid (10 puntenplan) Screening Bibob uitgevoerd. Heeft geen bijzonderheden opgeleverd. Gerealiseerd en geaccordeerd in de gezagsdriehoek Gerealiseerd. Overleg loopt goed.
Overzicht indicatoren Indicator
bron
Opgestelde analyse drugsoverlast Kaders drugs Opstellen uitvoeringsplan Percentage jongeren sofdrugs gebruik Percentage jongeren harddrugs gebruik Percentage soft drugs aangeboden gekregen Percentage hard drugs aangeboden gekregen Incidenten drugsoverlast Incidenten drugshandel
nulmeting (2010)
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Realisatie^ 2013
gemeente
gerealiseerd
√
√
gemeente gemeente E-movo*
gerealiseerd
√
√ √ 5 (2011)
E-movo*
15 (2007) 4 (2007)
1
5 (2011) 1 (2011)
1 (2011)
E-movo*
26 (2007)
18
18 (2011)
18 (2011)
E-movo*
7 (2007)
6
6 % (2011)
6 (2011)
64 79
51 73
34 69
65 56
politie politie
5
streefwaarde 2014^^ √ √ √ < 15 % √ <4% √ < 25 % √ <7% √ < 45 < 60
9
integrale veiligheid gemeente Tiel Aantal integrale controles gemeente/ 2 1 1 1 2 per jaar coffeeshops** politie Perceptie drugsoverlast (% IVM*** 10 6 Verwacht komt vaak voor) mei 2014 *Betreft een onderzoek in 2007 en 2011 onder Tielse scholieren 2e en 4e klas middelbare school ** Daarnaast worden alle coffeeshops iedere maand gecontroleerd door de politie ***IVM is Integrale Veiligheids Monitor. Door andere opzet vanaf 2012 niet 1 op 1 vergelijkbaar met voorgaande jaren ^ Cijfers tot 15 oktober ^^ Betreft streefwaarde MJP 2011-2014
Activiteiten Gemeente Tiel 2014 Activiteit
Maatregelen/acties 2014
Onderzoek mogelijkheden verplaatsen coffeeshops (motie Raad) Uitvoeren uitvoeringsplan overlast drugs Organiseren 2 integrale controle coffeeshops Tegengaan overlast rond coffeeshops
Medio 2014 gereed
Coördineren acties netwerkpartners
Overleg coffeeshophouders
In veiliger wijkteam afstemmen. Daarnaast regelmatig controle door politie Handhaving en toezicht door bureau toezicht en handhaving en politie. Vast onderwerp in veiliger wijkteams. Uitvoeren 10 puntenplan door coffeeshophouders Voorbeeld is Iriszorg die een aantal activiteiten verricht zoals straathoekwerk, signaleren trends, in gesprek gaan met doelgroepen, brug slaan naar hulpverlening, spreekuur in coffeeshops, deelname veiliger wijkteam. Regelmatig overleg (circa 1 keer per 2 maanden) met coffeeshophouders
Bestuurlijk portefeuillehouder
Ambtelijk trekker
Partners
Burgemeester Beenakker Wethouder H.A. Driessen
Wiljan Driessen (m.b.t. coffeeshopbeleid) Erik van Keken
Gemeenteafdelingen, politie, brandweer, Veiligheidshuis
10
integrale veiligheid gemeente Tiel
2.3 Prioriteit 3: Verkeersveiligheid Beschrijving thema Met betrekking tot verkeersveiligheid is een zogenaamde miniconferentie georganiseerd waarna in de commissies Bestuur en Ruimte de kaders en indicatoren zijn vastgesteld. De besluitvorming rond het uitvoeringsplan Mobiliteit 2013-2016 wordt 4e kwartaal 2013 afgerond waarin de kaders en indicatoren concreet zijn uitgewerkt. In de commissie Bestuur van 29 november 2012 is vastgesteld dat handhaving een belangrijk onderwerp is. Voor 2014 is door de Raad € 90.000 budget toegekend (motie) voor het uitvoeren van verkeersmaatregelen en verkeersaanpassingen. Hiermee kunnen circa 12 verkeersremmende maatregelen gerealiseerd worden.
Evaluatie doelstellingen/resultaten 2013 Activiteit
Maatregelen/acties 2013
Resultaten
Analyse verkeersveiligheid Afronden besluitvorming Uitvoeringsplan Mobiliteit Tiel 2013-2016 Duurzaam veilig gemeente Tiel Reuchlinlaan (Passewaaij)
Maart 2013
Gerealiseerd
Vierde kwartaal 2013 gereed
Gerealiseerd
Uitsluitend lopende activiteiten 2013
Beperkt gerealiseerd ivm ontbreken budget. Gerealiseerd
Aanbrengen verkeersmaatregelen t.b.v. verkeersveiligheid
Overzicht indicatoren Indicator
bron
Opgestelde analyse verkeersveiligheid Kaders verkeersveiligheid Opstellen uitvoeringsplan verkeersveiligheid Verkeersongevallen dodelijke afloop Verkeersongevallen letsel Verkeersongevallen materieel Proces verbaal rijden onder invloed* Perceptie overlast te hard rijden
gemeente
Agressief verkeersgedrag % komt vaak voor % met voorrang aanpakken verkeersveiligheid
nulmeting (2010) -
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Realisatie 2013^
gerealiseerd
√
gemeente gemeente
-
politie
1
0
0
politie politie politie
37 267 136
50 237 118
32 250 82
37 183 56
IVM**
38
32
IVM
18
Niet meer opgenomen Niet meer opgenomen
Verwacht mei 2014 Niet meer opgenomen Niet meer opgenomen
Leefbaarheidmonitor
14 (2009)
gerealiseerd
Niet in veiligheids monitor 18
streefwaarde 2014 ^^ √
√ 4e kwartaal2013 1
√
Agressief weggedrag (% komt IVM 11 Verwacht vaak voor) mei 2014 % komt vaak voor geluidsoverlast leefbaarheid 14 19 Niet meer Niet meer door verkeer monitor (2009) opgenomen opgenomen * Sinds 2012 worden niet alle PV’s in BVH-VNG vermeld. Cijfers zijn dus niet vergelijkbaar **IVM is Integrale Veilgheids Monitor. Door andere opzet vanaf 2012 niet 1 op 1 vergelijkbaar met voorgaande jaren. Cijfers IVM 2013 zijn nog niet bekend. ^ Cijfers tot 15 oktober ^^ Streefcijfers MJP 2011-2014
11
integrale veiligheid gemeente Tiel
Activiteiten Gemeente Tiel 2014 Activiteit
Maatregelen/acties 2014
Analyse verkeersveiligheid Projecten duurzaam veilig
maart 2014 Duurzaam veilig inrichten van : Burgemeester Meslaan (wegvak Rauwenhoflaan-Lingeweg) Hogestraat Wadenoijenlaan Bevrijdingslaan (haalbaarheidsonderzoek begin 2014) Diderik Vijghstraat (haalbaarheidsonderzoek begin 2014) Prins Clausschool Stefanusschool De Moespot (Wijenburghlaan en Kinkelenburglaan)
Verbeteren verkeersveiligheid schoolomgevingen en school-thuisroutes
Bestuurlijk portefeuillehouder
Ambtelijk trekker
Partners
Wethouder Driessen
Erik van Keken, George Doelare
Gemeenteafdelingen, politie, Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid provincie Gelderland, onderwijsinstellingen, VVN.
12
integrale veiligheid gemeente Tiel
2.4
Prioriteit 4: Geweld
Beschrijving thema Geweld is als vierde prioriteit door de gemeenteraad aangemerkt waarvoor een programma zal worden opgesteld. Op 24 november 2011 heeft een miniconferentie plaatsgevonden en in de commissie Bestuur van 26 januari 2012 zijn de kaders en indicatoren vastgesteld. In de commissie Bestuur van 29 november 2012 is afgesproken geen uitvoeringsplan op te stellen maar de activiteiten binnen het uitvoeringsplan op te nemen. We spreken over geweld in de openbare ruimte (zoals overvallen, bedreiging, mishandeling en openlijke geweldpleging) en geweld 'achter de voordeur' (zoals huiselijk geweld en eergerelateerd geweld). De vastgestelde kaders (prioriteiten) zijn (MJP 2011-2014): 1. Huiselijk geweld 2. Geweld op straat (overvallen, bedreiging, mishandeling) 3. Geweld rond uitgaan (horeca, evenementen) 4. Geweld tegen hulpverleners/ ambtenaren 5. Geweld op scholen
Evaluatie doelstellingen/resultaten 2013 Activiteit
Maatregelen/acties 2013
Resultaten
Opstellen uitvoeringsplan geweld Veiligheidshuis
Derde kwartaal 2012 gereed. Zie kaders/prioriteiten Aanpak veelplegers, huiselijk geweld en jeugd. Terugkeer uit detentie
Toezicht en handhaving
Gericht toezicht door bureau Toezicht en Handhaving en politie. Coördinatie binnen veiliger wijkteams Vindt plaats met leerlingen, burgemeester, wethouder jeugd, hulpverleningsdiensten en bureau T&H Ontbijt sessie in week van de veiligheid. Roadshow overvallen November 2013
niet gerealiseerd. Vervalt en wordt geïntegreerd binnen dit uitvoeringsplan Er zijn in 2013 gemiddeld 9 veelplegers in behandeling geweest. Verder fungeert in het Veiligheidshuis het JOR, JPN en het overleg Huiselijk Geweld. Elke exgedetineerde wordt gescreend door de ketenregisseur ex-gedetineerden Gerealiseerd. Doorlopend proces
Speeddate respect Ondernemers
Gerealiseerd Gerealiseerd
Overzicht indicatoren Indicator
bron
Opstellen analyse geweld Kaders geweld Opstellen uitvoeringsplan geweld Aantal aangiften huiselijk geweld Aantal aangiften bedreiging Aantal aangiften mishandeling Aantal overvallen bedrijven Aantal ruzie/vechtpartij Aantal aangiften zedenmisdrijf Opgelegd huisverbod
gemeente gemeente gemeente politie politie politie politie politie politie politie/Veilig heidshuis Leefbaarheidsm.
% slachtofferschap
nulmeting (2010)
73 88 159 8 432 8 1
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Realisatie 2013^
√ √ 65 108 188 11 421 11 6
64 88 179 4 387 7 9
√ √ Vervallen 57 81 172 2 443 11 4
xx
Niet meer opgenomen Niet meer opgenomen 369
Niet meer opgenomen Niet meer opgenomen 238
Bedreiging (% komt vaak voor)
Leefbaarheidm./IVM*
3 (2009)
4
Aantal diensten slachtofferhulp
Veiligheids-
xx
290
streefwaarde 2014^^ √ √ Vervallen < 70 < 85 < 150 <8 < 380 <8
13
integrale veiligheid gemeente Tiel
% slachtoffer straatroof (laatste 5 jaar) % slachtoffer bedreiging (<5 jaar)
huis Leefbaarheidm/IVM IVM
3 (2009)
1
5
Verwacht mei 2014 xx 10 Niet meer Niet meer opgeopgenomen nomen **IVM is Integrale Veilgheids Monitor. Door andere opzet vanaf 2012 niet 1 op 1 vergelijkbaar met voorgaande jaren. Cijfers 2013 zijn nog niet bekend. ^Cijfers tot 15 oktober ^^ betreft streefcijfers MJP 2011-2014
Activiteiten Gemeente Tiel 2014 Activiteit
Maatregelen/acties 2014
Aanpak huiselijk geweld Veiligheidshuis
Uitvoeren protocol huiselijk geweld Invoeren top X systematiek. Gemeente voert hiervan de regie. Aanpak veelplegers, huiselijk geweld en jeugd en terugkeer uit detentie gedeeltelijk integreren binnen top X en zoveel als mogelijk behouden. Gericht toezicht door bureau Toezicht en Handhaving en politie. Coördinatie binnen veiliger wijkteams Vindt plaats met leerlingen, burgemeester, wethouder jeugd, hulpverleningsdiensten en bureau T&H Coördinatie toezicht en handhaving in veiliger wijkteam Organiseren bijeenkomst ivm winkelcriminaliteit en overvallen Ontwikkelen plan van aanpak Hic (zoals overvallen, geweld) anders dan woninginbraken (al gerealiseerd)
Toezicht en handhaving Speeddate respect Extra aandacht geweld op straat Ondernemers High Impact crimes
Bestuurlijk portefeuillehouder
Ambtelijk trekker
Partners
Burgemeester Beenakker Wethouder Vermeulen
Noor Smits
Gemeente afdelingen,Politie, OM, partners veiligheidshuis, ondernemers horeca, woningcorporaties
14
integrale veiligheid gemeente Tiel
2.5
Prioriteit 5: Woninginbraken
Beschrijving thema Omdat de laatste jaren een sterke stijging te zien is van het aantal woninginbraken’ is dit onderwerp afgelopen jaren tot extra prioriteit 'benoemd'. Met betrekking tot dit thema is in 2011 een plan van aanpak opgesteld, samen met politie en het Openbaar ministerie. Hierbij wordt aangesloten bij het in 2011opgestelde projectplan district de Waarden. Deze plannen zijn in 2012 en 2013 verder geïntensiveerd. In 2012 is projectmatig ingezet op een substantiële daling van het aantal woninginbraken. Tevens maakte dit een belangrijk onderdeel uit van het door de Raad vastgestelde jaarthema 2012:
‘een veiliger Tiel’ De Raad heeft hierbij verzocht de focus te leggen op het stimuleren van inbraakpreventie, brandpreventie en burgerparticipatie (met name gericht op het ondersteunen van buurtpreventieprojecten). Dit jaarthema is met veel energie uitgevoerd en de uitkomsten zijn geëvalueerd met de commissie Bestuur. Omdat de woninginbraken ook in 2012 op een (te) hoog niveau is gebleven en de doelstellingen niet zijn behaald was dit ook in 2013 een belangrijke prioriteit. In 2012 is er samen met politie en OM een regionale projectgroep gestart om regionaal een aantal zaken m.b.t. woninginbraken op te pakken. De hieruit voortvloeiende maatregelen worden 1 op 1 in Tiel toegepast. Dit zijn maatregelen gericht op Preventie (gemeente verantwoordelijk voor 'Besmettingsbrief', witte voetjesproject, Burgernet, Keurmerk Veilig wonen, Project Waaks en prevetieavonden), Toezicht en handhaving, Opsporing en Innovatie. Binnen dit laatste onderwerp (Innovatie) worden inzet ANPR (automatische nummer plaat registratie) voertuigen en het project Camera in beeld ondergebracht. In 2013 is naast deze maatregelen ook extra ingezet op de aanpak van de criminele groep. In de cijfers zien we in 2013 een trendbreuk in positieve zin en is het aantal woninginbraken t.o.v. 2012 met circa 25 % gedaald (stand ultimo oktober). Voorgesteld wordt ook in 2014 woninginbraken als prioriteit te bestempelen om het aantal woninginbraken nog verder te reduceren.
Evaluatie doelstellingen/resultaten 2013 Activiteit
Maatregelen/acties 2013
Resultaten
Analyse woninginbraken
Doorlopend monitoren
Project woninginbraken Veiligheidshuis
Uitvoeren Aanpak veelplegers. Terugkeer uit detentie gericht toezicht door bureau Toezicht en Handhaving en politie Communicatie, informatiebijeenkomsten
Gerealiseerd. Ook regelmatig terugkoppeling commissie Bestuur Volledig uitgevoerd Uitgevoerd
Toezicht en handhaving Bevorderen PKVW en veiligheidsbewustzijn Informatieavonden wijken Organiseren week van de veiligheid
Voor en najaar 1 informatieavond (gemeentebreed) Week 43
Opstellen communicatieplan
Regionaal opgepakt
Ondersteunen/bevorderen nieuwe buurtpreventieprojecten
Doorlopend proces
Uitgevoerd Binnen informatieavond aan de orde geweest In regionale krant veilig wonen opgenomen (december 2013) In najaar 2 avonden georganiseerd (in week van de veiligheid). 1 avond niet doorgegaan ivm onvoldoende belangstelling 2 informatieavonden (1 niet doorgegaan) 1 ontbijt voor ondernemers Veel communicatie rond woninginbraken Veel artikelen in diverse media Eerste week december regionale krant veilig wonen
Er lopen inmiddels 10 buurtpreventieprojecten te weten; Bulkensteinlaan e.o. Adriaan van Ostadestraat e.o. Wijenburghlaan e.o. Gerestein e.o. Groenendaalllaan e.o. 15
integrale veiligheid gemeente Tiel
Actieve informatie omwonenden inbraak Aanpak (criminele) jeugdgroep
Politie en gemeente
Promoten Burgernet
Onder regie gemeente met name door politie en OM. Ondersteuning door gemeente Doel is 15 %
Uitvoeren regionaal project woninginbraken
Toepassen regionale activiteiten
Molukse wijk Waardenburglaan e.o. Willem Alexander plein e.o. De Bark Appelgaard Passeway
Na elke inbraak verspreiden ‘besmettingsbrief’. Buurtonderzoek politie In uitvoering. Integraal plan van aanpak opgesteld.. Projectorganisatie opgezet
Inmiddels hebben wij met Burgernet doelstelling van 15 % gerealiseerd! (circa 6100 deelnemers) Gerealiseerd. Tiel participeert hierin actief en levert samen met de politie hiervoor de projectleider. Zie ook beschrijving thema voor maatregelen (blz. 15). Een aantal interventies vanuit Tiel zijn ook ingebracht in het regionale plan.
Overzicht indicatoren Indicator
bron
nulmeting (2010)
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Realisatie 2013^
streefwaarde 2014^^
Analyse woninginbraken
gemeente/ gereed √ Doorlopend politie monitoren Opstellen projectplan gemeente/ gereed √ √ √ politie Aantal aangiften woninginbraken politie 286 523 567 333 180 Percentage huizen met PKVW stichting 9,7 % 9,8 % 9,7 % 10 % 15 % PKVW <5 % slachtofferschap Leefbaarheid 5 8 8 Verwacht woninginbraak (< 5 jaar) monitor/IVM* (2009) mei 2014 *IVM is Integrale Veilgheids Monitor. Door andere opzet vanaf 2012 niet 1 op 1 vergelijkbaar met voorgaande jaren. Cijfers 2013 nog niet bekend. ^ cijfers 15 oktober ^^ streefwaarde MJP 2011-2014
Activiteiten Gemeente Tiel 2014 Activiteit
Maatregelen/acties 2014
Analyse woninginbraken Project woninginbraken Veiligheidshuis Toezicht en handhaving Bevorderen PKVW en veiligheidsbewustzijn Informatieavonden wijken Opstellen communicatieplan Ondersteunen/bevorderen nieuwe buurtpreventieprojecten Actieve informatie omwonenden inbraak Aanpak (criminele) jeugdgroep
Doorlopend monitoren Uitvoeren Aanpak veelplegers. Aanpak criminele groep. Terugkeer uit detentie Gericht toezicht door bureau Toezicht en Handhaving en politie Communicatie, informatiebijeenkomsten. Opzetten speciaal programma Voor en najaar 1 informatiebijeenkomst (gemeentebreed) Wordt regionaal opgepakt Continueren bestaande projecten en bevorderen nieuwe initiatieven
Promoten Burgernet Uitvoeren regionaal project
Besmettingsbrieven. Toepassen burgernet. Topprioriteit. Uitvoeren samen met partners van integraal plan van aanpak. O.a. toepassen ‘wrap around; aanpak op belangrijkste leden criminele groep. Perspectief bieden voor jongeren die uit de groep stappen of na detentie terugkeren (o.a. project Zohra). Politie en OM zetten extra capaciteit in m.b.t. de strafrechtelijke aanpak. Blijft belangrijk aandachtspunt. Doel is halen 17 %. Gaat ook actief ingezet worden bij woninginbraken (naast de besmettingsbrieven) Toepassen regionale activiteiten.
Bestuurlijk portefeuillehouder
Ambtelijk trekker
Partners
Burgemeester Beenakker
Noor Smits
Politie,woningcorporaties, stichting PKVW, burgers
16
integrale veiligheid gemeente Tiel
3.
Aanpak overige strategische thema’s in 2011
3.1 Thema Horeca en evenementen Beschrijving thema Tiel wil een stad zijn waar het gezellig en veilig recreëren is en Tiel wil zich profileren als evenementenstad.
Doelstellingen (MJP 2011-2014):
Horecagelegenheden worden tot 2014 ten minste eenmaal per jaar gecontroleerd op brandveiligheid. Integrale controle vindt plaats op een selectie van horecagelegenheden In 2013 heeft Tiel beleid ontwikkeld op het gebied van incidenteel en/of structureel cameratoezicht in de openbare ruimte. Tot 2014 wordt voor elke nieuwe aanvraag voor een exploitatievergunning horecabedrijf nagegaan of een BIBOB2-toets nodig is. Indien de indicatorenlijst aangeeft dat een BIBOB-toets wenselijk is, wordt deze altijd uitgevoerd. Met betrekking tot de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit wordt beleid ontwikkeld In 2014 zijn alle aanbevelingen, die het COT heeft gedaan ten aanzien van de voorbereiding en organisatie van belastende evenementen, geïmplementeerd. In 2013 vindt aanpassing van het evenementenbeleid plaats n.a.v. de in 2012 uitgevoerde evaluatie
Evaluatie doelstellingen/resultaten 2013 Activiteit
Maatregelen/acties 2013
Resultaten
Uitvoeren brandveiligheidscontrole
Alle horecagelegenheden minimaal 1 keer per jaar. (brandweer) Dit zal zoveel als mogelijk rond ‘feestdagen’ worden geconcentreerd Maken planning controles en uitvoeren 40% horecagelegenheden Opstellen beleid (derde kwartaal)
Uitgevoerd
Organiseren integrale horecacontroles Ontwikkelen beleid cameratoezicht Evenementencommissie
Voorbereiden en toetsen evenementen.
Veiligheidsoverleg
Beoordelen veiligheidsplannen organisatoren. Ontwikkelen risico scenario’s. Aansturing veiligheid tijdens grote evenementen
Uitvoeren BIBOB toets
Gebruik indicatorenlijst en voeren juridische procedures
Voorbereiden Oud en nieuw Ontwikkelen beleid bestuurlijke aanpak en 'tegenhouden' Aanpassen evenementenbeleid
Gemeente is kartrekker, samen met de partners opstellen plan van aanpak Tweede helft 2013
2
Eerste helft 2013 uitvoeren o.a. n.a.v. brede evaluatie 2012
Gerealiseerd Niet gerealiseerd. Wel afspraken gemaakt over aanschaf mobiele camera. Project camera in beeld ultimo 2013 gerealiseerd. Gerealiseerd. evenementencommissie komt om de 3 weken bijeen ter voorbereiding op de evenementen in de gemeente Tiel. De evenementenkalender 2012/2013 bevatte circa 30 categorie B en C evenementen. Het veiligheidsoverleg is regelmatig bijeen gekomen in 2012 om de veiligheidsplannen van de organisatoren te bespreken. Tijdens het AppelpopFruitcorso weekend is het veiligheidsoverleg 12 keer bij elkaar gekomen om de situatie te monitoren. Doorlopend proces. Specifiek landelijke screening (Bibob) coffeeshops uitgevoerd. Hierbij zijn geen bijzonderheden geconstateerd. Gerealiseerd. Jaarlijks terugkerend. Stuurgroep integrale aanpak Tiel is gestart en vier keer bijeen geweest Gerealiseerd (december in commissie en Raad)
Wet Bevordering IntegriteitsBeoordelingen Openbaar Bestuur 17
integrale veiligheid gemeente Tiel
Overzicht indicatoren Indicator
bron
nulmeting (2010) 100%
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Realisatie 2013^
% uitgevoerde brandveiligheidscontroles % integrale horecacontroles Ontwikkelen beleid cameratoezicht
gemeente/ brandweer gemeente gemeente
Overlast meldingen evenementen Overlast meldingen horeca
gemeente/ politie gemeente/ politie gemeente
streefwaarde 2014^^ 100%
95%
95 %
95%
steekproef -
25 % Beeldvormende avond
30% Niet
50 %
9
18
20
40 % Niet ontwikkeld Wel afspraken 10
27
29
20
31
< 20
-
100
100
100
gemeente gemeente
4 2
4 1
5 1
8 1
100 % √ 8 4
< 10
Implementatie aanbevelingen COT (Appelpop) Aantal BIBOB onderzoeken Aantal niet verleende vergunningen n.a.v. bibob Ontwikkelen beleid mbt bestuurlijke aanpak en 'tegenhouden' Evaluatie evenementenbeleid
gemeente
-
RIEC en stuurgroep
Niet
√
√
gemeente
-
-
Gerealiseerd
√
√
Aanpassen beleid evenementen
gemeente
December in Raad
√
^ cijfers 15 oktober ^^ streefwaarde MJP 2011-2014
Activiteiten Gemeente Tiel 2014 Activiteit
Maatregelen/acties 2014
Uitvoeren brandveiligheidscontrole
Alle horecagelegenheden minimaal 1 keer per jaar. (brandweer) Dit zal zoveel als mogelijk rond ‘feestdagen’ worden geconcentreerd Maken planning controles en uitvoeren 50% Voorbereiden en toetsen evenementen. Beoordelen veiligheidsplannen organisatoren categorie B en C evenementen. Ontwikkelen risico scenario’s. Aansturing veiligheid tijdens grote evenementen (categorie C evenementen) Gebruik indicatorenlijst en voeren juridische procedures Gemeente is kartrekker, samen met de partners opstellen plan van aanpak Tweetal projecten uitvoeren in het kader integrale aanpak Tiel.
Organiseren integrale horecacontroles Evenementencommissie Veiligheidsoverleg Uitvoeren BIBOB toets Voorbereiden Oud en nieuw Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit en 'tegenhouden' (stuurgroep integrale aanpak Tiel) Uitvoeren nieuwe evenementenbeleid
o.a. invoeren (digitale) evenement assistent
Bestuurlijk portefeuillehouder
Ambtelijk trekker
Partners
Burgemeester Beenakker Wethouder Verspuij
Wiljan Driessen(horeca, Bibob en oud en nieuw) en David Volmer (evenementen, veiligheidsoverleg)
Gemeentelijke afdelingen, politie, brandweer, GHOR, organisatoren evenementen, horecaondernemers
18
integrale veiligheid gemeente Tiel
3.2 Thema Bedrijvigheid en veiligheid Beschrijving thema Hierbij gaat het om verschillende vormen van onveiligheid in winkelgebieden en bedrijventerreinen.
Doelstellingen (MJP 2011-2014):
In 2014 is het aantal inbraken en diefstallen bij bedrijven en instellingen teruggebracht tot maximaal 110 per jaar. In 2014 zijn alle winkelcentra die dit willen gecertificeerd met het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Stimuleren dat in 2014 alle gecertificeerde bedrijventerreinen en winkelcentra de maatregelen hebben uitgevoerd die in hun Keurmerk Veilig Ondernemen waren opgenomen.
Evaluatie doelstellingen/resultaten 2013 Activiteit
Maatregelen/acties 2013
Resultaten
Stimuleren dat alle bedrijventerreinen en winkelcentra KVO acties continueren mbt hercertificering Stimuleren dat KVO criteria worden uitgevoerd Toezicht en handhaving
Initiëren en stimuleren uitvoering acties en hercertificering
Gerealiseerd. KVO Kwadrant heeft 2e ster behaald. Alle bedrijventerreinen vallen nu onder KVO B.
Regelmatig overleg over bruikbare en haalbare veiligheidsoplossingen Organiseren, samen met de ondernemers, van toezicht Ondernemers ontbijt in de week van de veiligheid. Avond bijeenkomst mbt overvallen. Standaard KVO overleg.
Gerealiseerd
Informatiebijeenkomsten ondernemers
Gerealiseerd Gerealiseerd
Overzicht indicatoren Indicator
bron
Aantal aangiften winkeldiefstal Aantal aangiften inbraak winkel % onveiligheidsgevoel winkelgebied
politie politie Leefbaarheidsmon. politie
Aantal aangiften inbraak bedrijven en kantoren Aantal overvallen bedrijven Aantal opgestelde KVO (Keurmerk Veilig Ondernemen) winkelgebieden Aantal bedrijventerreinen KVO
nulmeting (2010) 52 15
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Realisatie 2013
streefwaarde 2014 < 50 < 15
69 29 Niet in IVM
90 20 Niet in IVM
68
107
69
58 28 Niet in IVM 53
politie gemeente
8 2
11 2
4 4
2 5*
<4 5 √
gemeente
3
4
4
4
4 √
< 50
^ cijfers 15 oktober, ^^ Streefcijfers MJP 2011-2014, * Rauwenhof en West Rooijen in 1 KVO
Activiteiten Gemeente Tiel 2014 Activiteit
Maatregelen/acties 2014
Stimuleren dat alle bedrijventerreinen en winkelcentra KVO acties continueren mbt hercertificering Stimuleren dat KVO criteria worden uitgevoerd
Initiëren en stimuleren uitvoering acties en hercertificering Regelmatig overleg over bruikbare en haalbare veiligheidsoplossingen Organiseren, samen met de ondernemers, van toezicht Organiseren week van de veiligheid. Organiseren informatieavond overvallen
Toezicht en handhaving Informatiebijeenkomsten ondernemers
Bestuurlijk portefeuillehouder
Ambtelijk trekker
Partners
Burgemeester Beenakker
Noor Smits
Gemeentelijke afdelingen, Politie, Brandweer, Ondernemers verenigingen, SBBT
19
integrale veiligheid gemeente Tiel
3.3
Thema Fysieke veiligheid
Beschrijving thema Fysieke veiligheid kan worden omschreven als: De veiligheid voorzover deze afhankelijk is van fysieke factoren die aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van branden, ongevallen en rampen. Fysieke veiligheid betreft de dreiging die uitgaat van ‘zaken’ die samenhangen met de ontwikkeling, de staat en het gebruik van grond/water/lucht, gebouwen, transportwegen (weg, rail, water, lucht en buisleiding), vervoermiddelen, technische hulpmiddelen, energiebronnen en chemische stoffen en die mogelijk gevaar opleveren voor mens en dier. Bij het fysieke veiligheidsbeleid gaat het er om die dreiging en het gevaar zoveel mogelijk te beperken. En in het geval er zich een calamiteit voordoet goed gesteld te staan voor de bestrijding daarvan, de gevolgen zo klein mogelijk te houden en te zorgen voor een adequate opvang van mensen en dieren. De hoofddoelstelling van het gemeentelijke fysieke veiligheidsbeleid is dan ook het voorkomen, reduceren en beheersen van fysieke veiligheidsrisico’s. De omvang van mogelijke risico’s en de kans op de manifestatie van calamiteiten, bepalen in hoge mate de gewenste omvang en paraatheid van de rampenbestrijdingsorganisatie(s). Investeringen in een adequate rampenbestrijdingsorganisatie rekenen we ook tot het fysieke veiligheidsbeleid. Externe veiligheid is een onderdeel van fysieke veiligheid en betreft risico´s m.b.t. opslag, bewerking en transport van gevaarlijke stoffen
Doelstellingen (MJP 2011-2014):
In 2014 is duidelijk voor welke rollen en taken die bij de ‘oranje kolom’ 3horen, de gemeente een beroep kan doen op de regio en/of andere gemeenten in de regio. De stafsectie bevolkingszorg4 is volledig ingericht. In 2014 beschikt de gemeente over heldere werkafspraken en procesbeschrijvingen voor het omgaan met externe veiligheid. Hierdoor is voor alle gemeentelijke afdelingen die in hun werk met externe veiligheid te maken hebben (RO, bouwen, milieu, brandweer, veiligheid) duidelijk wat in welke fase van hen verwacht wordt en wat zij zelf van andere afdelingen mogen verwachten.
Evaluatie doelstellingen/resultaten 2013 Activiteit
Maatregelen/acties 2013
Resultaten
Inrichten Stafsectie bevolkingszorg
Inrichten Stafsectie bevolkingszorg (en per 1-42013 ´opheffen´ gemeentelijke rampen management team) actualiseren
Op schema
Actualisatie vergunningen risicobedrijven BEVI Organiseren rampenoefeningen
Organiseren table top oefening evenementenweekend Opleiden Afspraken brandweer ivm regionalisatie
3 4
Gerealiseerd.
Per 1-1-2013 naar veiligheidsregio
Uitgevoerd: vier telefonische alarmeringsoefeningen. 4 straatoefeningen voor de OVD bevolkingszorg. Oefening GBT, twee keer ROT oefening, tabletop oefening evenementenweekedn. Opleiding AC en leiderschap ten tijde van crisis. Een aantal feitelijke grip situaties zijn geëvalueerd.
Met alle hulpdiensten en organisatoren Organiseren opleiding LCMS en OVD-bevolkingszorg Werkafspraken maken met brandweer ( afsluiten DVO)
Gerealiseerd Gerealiseerd Brandweer per 1-1-12013 regionaal. Concept DVO afgesloten
gemeentelijke taken binnen de rampenbestrijding De (regionale) stafsectie bevolkingszorg vervangt de GRMT's (Gemeentelijke Rampen en Management team)
20
integrale veiligheid gemeente Tiel
Overzicht indicatoren Indicator
bron
Vastgesteld risico profiel
gemeenteveiligheids regio gemeenteveiligheids regio gemeenteveiligheids regio gemeente
Regionaal crisisplan en beleidsplan Regionaal deelplan en Stafsectie bevolkingszorg Procesbeschrijvingen externe veiligheid Aantallen brandstichting Aantal binnenbranden Aantal buitenbranden Aantal hulpverleningen Aantallen loos alarm % actuele vergunningen BEVI* (9 bedrijven) % actuele vergunningen BRZO* (2 bedrijven) Aantal uitgevoerde controles BEVI bedrijven per bedrijf per jaar Aantal uitgevoerde controles BRZO bedrijven per bedrijf per jaar Aantal rampenoefeningen Afgesloten DVO met brandweer
nulmeting (2010) -
politie brandweer brandweer brandweer brandweer gemeente
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Realisatie 2013^
gerealiseer d
√
√
streefwaarde 2014^^ √
-
gerealiseer d
√
√
√
-
Gereed (op papier)
Verder uitgewerkt
Verdere implementatie
Gereed
Niet gerealiseerd 34 67 150 184 182 Circa 67 %
21 86 106 135 168 90 %
13 39 61 106 110 90 %
100 %
100 %
100 %
28 100 160 163 167
gemeente
- 25 % Circa 90 %
gemeente
<1
1
1
1
1
gemeente
<1
2
2
2
2
Gemeente. Per 1-12013 regio gemeentebrandweer
3
4
4
8
4
Voorbereiding
Concept regionaal vastgesteld
√
√
*Betreft bedrijven waar gemeente bevoegd gezag is ^ cijfers 15 oktober ^^ streefwaarde MJP 2011-2014
Activiteiten Gemeente Tiel 2014 Activiteit
Maatregelen/acties 2014
Inrichten stafsectie bevolkingszorg Actualisatie vergunningen risicobedrijven BEVI (omgevingsdienst) Organiseren rampenoefeningen Opleiden
Verder inrichten stafsectie bevolkingszorg Actualiseren Per 1-1-2013 naar veiligheidsregio. Opleiden medewerkers die deel uitmaken van de Stafsectie bevolkingszorg
Bestuurlijk portefeuillehouder
Ambtelijk trekker
Partners
Burgemeester Beenakker
Myrna van 't Hof
Gemeentelijke afdelingen, brandweer, veiligheidsregio, provincie
21
integrale veiligheid gemeente Tiel
3.4 Thema Integriteit Beschrijving thema Het thema integriteit betreft in de eerste plaats maatschappelijke integriteit. Hieronder worden de inspanningen verstaan die overheden samen plegen om (georganiseerde) criminaliteit tegen te gaan. Maatschappelijke integriteit wordt ook wel aangeduid als de bestuurlijke aanpak van criminaliteit of de aanpak van het tegenhouden. Daarnaast gaat het ook om de integriteit van de ambtelijke en bestuurlijke organisatie
Doelstellingen/resultaten (MJP 2011-2014):
In 2014 werken de bij het ‘convenant integrale overheidshandhaving’ aangesloten partijen ook buiten de horecasector samen om criminaliteit ‘tegen te houden’. In 2014 zijn de maatregelen zoals geformuleerd in de update van het plan van aanpak ‘normalisatie woonwagenlocaties’ allemaal uitgevoerd. Tiel levert opvang en ondersteuning aan medewerkers van de gemeente die het slachtoffer zijn geworden van geweld, bedreiging of belediging.
Evaluatie doelstellingen/resultaten 2013 Activiteit
Maatregelen/acties 2013
Bestuurlijke aanpak criminaliteit en Tegenhouden
Stuurgroep komt 2 x per jaar bij elkaar. Afstemming vindt plaats over concrete casussen 2 tegenhoudacties Beleid formuleren m.b.t. bestuurlijke aanpak en tegenhouden (o.a. ook Bibob) 2 integrale schouwen per jaar per locatie. Daarnaast gevraagde en ongevraagde controles n.a.v. (vermeende) overtredingen In 2013 zijn 13 van de 14 locaties ‘genormaliseerd en opgeleverd’
Controles Handhaving woonwagen locaties ‘normalisatie’ woonwagen locaties Toepassen agressie- en geweldsprotocol gemeente Toepassen fysieke beveiligingsmaatregelen college . Projectmatige aanpak fraude risico's n.a.v. scan
Evaluatie en toepassen agressie- en geweldsprotocol Diverse verbeterpunten gemeentepanden (b.v. fysieke beveiliging) opgepakt N.a.v. uitgevoerde scan aanpakken benodigde beveiligingsmaatregelen woonadressen college Uitvoeren uitkomsten scan
Resultaten Gerealiseerd. Stuurgroep integrale aanpak Tiel 4 keer bijeen geweest. Vanuit 7 casussen de keus gemaakt voor aanpak 1 casus. Gerealiseerd
In totaal 12. I.v.m. procedure bestemmingsplan 13e nog niet gerealiseerd Gerealiseerd
Gerealiseerd Doorlopend proces
Overzicht indicatoren Indicator
bron
Realisatie 2011
Realisatie 2012
gemeente gemeente
nulmeting (2010) 1 4
Aantal uitgevoerde tegenhoudacties Aantal handhavingcontroles per woonwagenlocatie Aantal opgeleverde ‘genormaliseerde’ woonwagenlocaties Aantal gerapporteerde en in procedure genomen integriteitschendingen Aantal medewerkers waartegen geweld of bedreiging is toegepast
0 2
Realisa tie 2013^ 1 2
streefwaarde 2014^^ 2 1
1 3
gemeente
3
10
12
12
14
gemeente
-
1
1
0
0
gemeente
2
5
4
2
<5
22
integrale veiligheid gemeente Tiel
Activiteiten Gemeente Tiel 2014 Activiteit
Maatregelen/acties 2014
Bestuurlijke aanpak criminaliteit en Tegenhouden
Stuurgroep Integrale aanpak Tiel komt 4 x per jaar bij elkaar. Afstemming vindt plaats over concrete casussen 2 tegenhoudacties/integrale aanpak 2 integrale schouwen per jaar per locatie. Daarnaast gevraagde en ongevraagde controles n.a.v. (vermeende) overtredingen In 2013 zijn alle 14 locaties ‘genormaliseerd en opgeleverd’ (wel afhankelijk van mogelijke procedures) Evaluatie en toepassen agressie- en geweldsprotocol Diverse verbeterpunten gemeentepanden (b.v. fysieke beveiliging) opgepakt Uitvoeren uitkomsten scan
Controles Handhaving woonwagen locaties ‘normalisatie’ woonwagen locaties Toepassen agressie- en geweldsprotocol gemeente Aanpak fraude risico's n.a.v. scan
Bestuurlijk portefeuillehouder
Ambtelijk trekker
Partners
Burgemeester Beenakker (coördinatie handhaving) Wethouder Verspuij (normalisatie woonwagen locaties en bedrijfsvoering)
David Volmer (handhaving), Erik van Keken (Bestuurlijke aanpak criminaliteit) en Nathalie Verbeeck (mbt fraudescan)
Gemeentelijke afdelingen, politie, brandweer, belastingdienst, sociale recherche
23
integrale veiligheid gemeente Tiel
3.5
Thema Veilige woon- en leefomgeving
Beschrijving thema Veiligheid begint met veilig zijn en je veilig voelen in je eigen buurt. Het betreft buurtveiligheid m.b.t.(huiselijk) geweld, woninginbraken, voertuigcriminaliteit en buurtoverlast en gaan ook in op onveiligheidsgevoelens en leefbaarheid. De zaken met betrekking tot geweld, drugs en woninginbraken zijn geprioriteerde onderwerpen en worden besproken in hoofdstuk 2.2, 2.4 en 2.5
Doelstellingen (MJP 2011-2014):
Terugdringen aantal diefstallen af/uit auto met 10% Terugdringen aantal fietsendiefstallen met 10% In 2014 Is het aantal mensen dat zich vaak onveilig voelt gedaald van 25 naar 22%
Evaluatie doelstellingen/resultaten 2013 Activiteit
Maatregelen/acties 2013
Resultaten
Veilige wijkteams
Wijkscan maken Wijk aanpak plan vaststellen onder regie gemeente en wijkagent wordt 2- wekelijks gemonitord en acties op elkaar afgestemd
Bel en herstellijn
Snel oppakken gesignaleerde zaken Zoveel als mogelijk terugmelding geven Snel weghalen en opruimen Gedoogbeleid Graffiti plaatsen herzien
Uitgevoerd. Loopt goed en partners zijn tevreden. Handhaving politie en BTH is ondersteund door plaatsen bebording bij speelplekken en jongerenplekken. Plaatsing mobiele JOP in Rauwenhof nog niet gerealiseerd ivm vinden geschikte plek. Volgens protocol
Graffiti en rommel aanpak
Wijkgericht werken
Burgernet
Doorgaan op huidige weg. Informatieavonden organiseren ivm thema 'veiliger Tiel' Buurtpreventieprojecten opzetten Actief communiceren over behaalde resultaten Speciaal aandacht voor beleving subjectieve onveiligheid Blijven promoten deelname burgernet
Buurtbemiddeling
Inzet na bespreken veiliger wijkteam
Communicatie
Het graffitibeleid wordt geactualiseerd en is in concept gereed.(verwachting eerste kwartaal 2014 gereed) Het accent van dit beleid zal niet alleen meer liggen op het gedogen maar ook het verwijderen. Uitgevoerd 1 informatieavond (2e wegens gebrek aan belangstelling niet doorgegaan) 10 buurtpreventieprojecten actief Veel aan gedaan in week van de veiligheid en aanpak woninginbraken. O.a. regionale huis aan huis krant Gerealiseerd. Uitstekend resultaat met circa 15 % deelname(circa 6100 deelnemers) Is in totaal 6 x ingezet
Overzicht indicatoren Indicator
bron
Realisatie 2011
Realisatie 2012
politie politie politie politie politie
nulmeting (2010) 300 55 358 455 388
Aantal diefstal af/uit auto Diefstal motorvoertuigen Diefstal fiets, bromfiets, snorfiets Aantal aangiften vernieling/graffiti Aantal incidenten woonoverlast, burengerucht en relatieproblemen Aantal incidenten overlast zwervers Overlast overspannen/gestoord persoon Aantal incidenten baldadigheid jeugd Totaal aantal aangiften % bewoners dat afgelopen 2 jaar slachtoffer is geweest van
288 40 416 398 428
Realisa tie 2013^ 128 38 282 278 363
streefwaarde 2014^^ < 250 < 45 < 359 < 400 < 375
409 77 371 550 456
politie politie
22 130
33 138
49 131
39 186
<20 < 130
politie
49
55
56
27
< 45
politie IVM
3014
3447
3040 Niet meer opgeno-
2093
2900
24
integrale veiligheid gemeente Tiel discriminatie men IVM % respondenten dat aangeeft dat IVM 7 6 mei overlast buren vaak voorkomt 2014 Percentage bewoners dat zich vaak Leefbaarheid 25 15 2 Mei 22 onveilig voelt monitor/IVM 2014 Perceptie vermijden bepaalde Leefbaarheid 20 7 16 Mei < 20 plekken in eigen buurt (komt vaak monitor/IVM 2014 voor) Aantal operationele veilige Gemeente/ 0 5 5 5 5 wijkteams politie Aantal buurtpreventie teams gemeente 0 1 6 10 6 *IVM is Integrale Veilgheids Monitor. Door andere opzet vanaf 2012 niet 1 op 1 vergelijkbaar met voorgaande jaren. Cijfers 2013 nog niet bekend.
Activiteiten Gemeente Tiel 2014 Activiteit
Maatregelen/acties 2014
Veilige wijkteams
Bel en herstellijn
Burgernet
Buurtbemiddeling helingaanpak
Graffiti en rommel aanpak Wijkgericht werken
Communicatie
Wijkscan maken Wijk aanpak plan actualiseren onder regie gemeente en wijkagent wordt 2- wekelijks gemonitord en acties op elkaar afgestemd Snel oppakken gesignaleerde zaken Zoveel als mogelijk terugmelding geven Snel weghalen en opruimen Beleid Graffiti herzien Doorgaan op huidige weg. Organiseren 2 Informatieavonden m.b.t. veiligheid Ondersteunen (nieuwe) buurtpreventieprojecten Actief communiceren over behaalde resultaten Speciaal aandacht voor beleving subjectieve onveiligheid Blijven promoten deelname burgernet. Burgernet ook gerichter inzetten bij woninginbraken Inzet als instrument in daarvoor geschikte casussen invoeren digitaal opkoop register
Bestuurlijk portefeuillehouder
Ambtelijk trekker
Partners
Burgemeester Beenakker Alle wijkwethouders
Kim Wiersma
Gemeentelijke afdelingen, politie, prachtouders, Mozaïek.
25
integrale veiligheid gemeente Tiel
3.6
Thema Alcohol
Beschrijving thema Bij dit thema komen een tweetal onderwerpen aan de orde te weten alcoholgebruik (vooral bij jeugdigen) en alcohol gerelateerde overlast. Voor drugsgebruik zie hoofdstuk 2.2
Doelstellingen (MJP 2011-2014):
De startleeftijd waarop voor het eerst gedronken wordt daalt niet verder dan in 2007. De hoeveelheden die jongeren drinken per keer neemt af ten opzichte van 2007. Het aantal keren per week dat jongeren drinken neemt af ten opzichte van 2007. Terugdringen alcoholgerelateerde overlast door jongeren Organiseren handhaving drank en horeca wetgeving/beleid
Evaluatie doelstellingen/resultaten 2013 Activiteit
Maatregelen/acties 2013
Alcoholmatiging project jeugd regio Rivierenland Beleid opstellen handhaving drank en Horecawet en uitvoeren handhaving DHW
Uitvoeren projectplan
Resultaten Gerealiseerd
Beleid vaststellen
December 2013 gerealiseerd
Vanaf 1-1-2013 door gemeenten uit te voeren (i.p.v. de voedsel en warenautoriteit
Afspraken over handhaving BTH gemaakt. 1 Boa is opgeleid.
Overzicht indicatoren Indicator
bron
Leerlingen2e en 4e klas middelbare GGD/ school die alcohol hebben E-movo gedronken binnen 4 weken voor het onderzoek onderzoek* Leerlingen2e en 4e klas middelbare GGD/ school die binnen 4 weken voor het E-movo onderzoek > 5 alcoholhoudende drankjes hebben genuttigd (bij 1 gelegenheid)(Het zogenaamde Binge - drinken) Ziekenhuisopname jongeren ivm GGD alcoholvergiftiging *Vraagstelling is in 2011 veranderd tov 2007 ^ cijfers 15 oktober ^^ streefwaarde MJP 2011-2014
nulmeting (2010) Nulmetin g 2007 44%
Realisatie 2011
Realisatie 2012 31 %
Realisa tie 2013^ 31%
streefwaarde 2014^^ <44%
31 %
30%
23 %
23 %
23%
<30%
10
Cijfers niet bekend
Idem
idem
< 10
Activiteiten Gemeente Tiel 2014 Activiteit
Maatregelen/acties 2014
Alcoholmatiging project jeugd regio Rivierenland Organiseren handhaving D&H wet
Uitvoeren projectplan Handhaving vormgeven. Opnemen in DVO AVRI
Bestuurlijk portefeuillehouder
Ambtelijk trekker
Partners
Wethouder Vermeulen
Wiljan Driessen. Erik van Keken (programma veiligheid). Afdeling welzijn
Gemeente afdelingen, politie, NVWA, Horeca ondernemers, sportinstellingen, onderwijsinstellingen
26
integrale veiligheid gemeente Tiel
4.
Aandachtspunten organisatorische borging in 2014
4.1
Integrale veiligheid in de gemeentelijke organisatie
Het veiligheidsbeleid in Tiel heeft de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet in de samenwerking met andere partners (het Veiligheidshuis en de Veiliger Wijkteams zijn daar een goed voorbeeld van). In die samenwerking schuilt een belangrijke kracht van het veiligheidsbeleid: functioneren vanuit een gedeelde doelstelling. “Als één overheid” waarbij ook niet-overheidspartijen een belangrijke bijdrage leveren. De informatie-uitwisseling tussen de overheidsdiensten, gemeentelijke afdelingen en andere partijen is door de persoonsgerichte, groepsgerichte en gebiedsgerichte aanpak zodanig dat overlastgevenden en criminelen integraal worden benaderd: met preventieve maatregelen, repressief ingrijpen en nazorg. Een sluitende aanpak, waarin de partners zich niet laten uitspelen, maar echt als "één overheid" optreden. In 2014 zal ook steeds meer beroep gedaan worden op de verantwoordelijkheid van burgers zelf. Zij worden steeds meer zelf (mede)verantwoordelijk voor een veilige en goede leefomgeving.
4.2
Ambtelijke coördinatie
Gekozen wordt voor een programmatische aanpak. Het meerjaren programma Veiligheid 2011-2014 geeft de koers aan voor de komende vier jaar. Koersvast, maar met ruimte voor actuele ontwikkelingen. Dit programma bevat de hoofdlijnen: focus en doelen. Per jaar zal het programma van een uitvoeringsplan worden voorzien. Met ingang van 1-1-2014 wordt het Programmabureau Veiligheid in het kader van de reorganisatie opgeheven en worden taken verdeeld over verschillende teams. Nog niet geheel duidelijk is hoe coördinatie en integraliteit in de nieuwe structuur zal worden vormgegeven. Vermoedelijk zal een programmamanager binnen het team integrale beleidsadvisering hiermee belast worden. Van belang hierbij is dat door de gemeente regie wordt gevoerd op alle tot het domein van de integrale veiligheid behorende thema’s door zowel binnen de gemeente (met de betrokken teams) als buiten de gemeente (met de verschillende partners) samen te werken, productieafspraken te maken, de effecten te meten en hierover te rapporteren. De verbetering van de organisatie van de handhaving wordt vooral gezocht in een pragmatische aanpak: doen. Dat betekent dat in de praktijk van de komende jaren veel vaker sprake zal zijn van multidisciplinaire controles (zie hierna) en handhavingacties. Deze pragmatische insteek betekent ook dat de verbetering vooralsnog niet wordt gezocht in het optuigen van één grote handhavingorganisatie. Juist omdat handhaving zoveel verschillende beleidsterreinen betreft en de specifieke inhoudelijke expertise per beleidsterrein noodzakelijk is, blijft het inhoudelijke primaat van de handhaving vooralsnog bij betreffende teams zelf liggen. Naast de taken die door de Omgevingsdienst Rivierenland worden uitgevoerd blijven de teams vooralsnog zelf verantwoordelijk voor het opstellen van de handhavingplannen. Deze benadering vereist wel een stevige coördinatie. In 2014 wordt een Programma handhaving ontwikkeld (tweede kwartaal 2014). Ultimo 2014 zijn ook de uitvoeringsplannen gereed en op elkaar afgestemd.
4.3
Bestuurlijke coördinatie
Met het meerjarenprogramma heeft de raad de kaders zowel inhoudelijk als voor wat betreft de doelen vastgesteld. Jaarlijks wordt een uitvoeringsplan opgesteld, waarvan dit plan de vierde in de cyclus is. Dit plan wordt vastgesteld door het college en wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester die het afstemt met de politie en het OM. Bestuurlijk veiligheidsoverleg Om het bestuur te informeren over de uitvoering van het meerjarenprogramma, het jaarprogramma en de voorbereiding van grote evenementen vindt maandelijks een bestuurlijk veiligheidsoverleg plaats. In dit overleg wordt ook maandelijks de stand van zaken m.b.t. de ontwikkeling van de criminaliteit gemonitoord. Aan dit overleg nemen vanuit het bestuur de burgemeester en de betrokken wethouders deel. Vanuit de ondersteunende organisatie nemen, afhankelijk van het onderwerp, vertegenwoordigers van het Programmabureau Veiligheid, de gemeentelijke afdelingen, de hulpdiensten (politie, brandweer en GHOR) en eventueel andere externe partijen deel.
27
integrale veiligheid gemeente Tiel
Politieoverleg en brandweeroverleg De burgemeester overlegt wekelijks met de teamchef politie en regelmatig met de brandweercommandant over de invulling van zijn wettelijke gezagsrol en portefeuillehouderrol. Ontwikkelingen Politie Per 1 januari 2013 is de nationale politie een feit. Het (oude) team Neder Betuwe Tiel (en regio Gelderland-zuid) is ondergebracht binnen de regio Oost Nederland en is opgegaan in 1 robuust basisteam De Waarden. Dit betekent dat overleg maar ook bijvoorbeeld de afstemming van de jaaren beleidsplannen gaat wijzigen. Op dit moment wordt er een jaarplan 2014 ontwikkeld voor het robuuste basisteam. Afstemming met de betreffende gemeenten vindt hierbij plaats. Dit betekent dat het voormalig Districtsoverleg De Waarden is opgegaan in het basisteam overleg de Waarden en vormt daarmee de gezagsdriehoek Rivierenland. Voorzitter van dit basisteamoverleg is de burgemeester van Tiel. In de gezagsdriehoek worden strategische en tactische zaken besproken en ook de capaciteitsverdeling binnen het basisteam is hierbij een belangrijk onderwerp. Een belangrijke norm is hierbij dat er gemiddeld 1 wijkagent per 5000 inwoners zal zijn. Daarnaast blijft per gemeente lokaal overleg met de Politie over de lokale problematiek. In 2014 wordt een Multidisciplinair Regionaal Integraal Veiligheidsplan opgesteld met daarin lokale accenten en uitvoeringsplannen.
4.4
Beleidscyclus
Uitgangspunt is het meerjarenprogramma veiligheid 2011-2014. Jaarlijkse cyclus. Juli : Hoofdlijnen uitvoeringsplan jaar x+1 bekend Mei - oktober: Borging in begroting en werkplannen partners Uiterlijk 1 oktober: Geactualiseerde veiligheidsanalyse en evaluatie uitvoeringsplan gereed Uiterlijk 1 november: Actualisatie prioriteiten vaststellen 1 december: Uitvoeringsplan vastgesteld door college De voortgang van het programma wordt ten minste twee maal per jaar besproken in de raad: in november, zodat de raad prioriteiten kan stellen en input kan geven voor het op te stellen jaarplan en in december ter bespreking van de resultaten en het uitvoeringsplan. Daarnaast wordt één keer per twee maanden de voortgang besproken in het bestuurlijk veiligheidsoverleg. In 2014 zal een begin worden gemaakt met het totstandkomen van een nieuw meerjarenprogramma veiligheid 2015-2018. In het eerste kwartaal 2014 zal het veiligheidsbeleid getoetst (benchmark) worden door BMC. De uitkomsten hiervan zullen meegenomen worden in het vaststellen van het nieuwe meerjaren programma.
5.5
Financiën.
Bij het opstellen van dit Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid is er vooralsnog van uitgegaan dat uitvoering plaatsvindt binnen de huidige budgetten en formatie van de verschillende gemeentelijke afdelingen/teams en externe partners die hierbij een rol spelen. Daarbij zijn dan ook gelijk de kaders aangegeven waarbinnen vooralsnog wordt gewerkt. T.b.v. het uitvoeren van een aantal projecten duurzaam veilig is door de Raad € 90.000 beschikbaar gesteld (motie) Hier sluimert wel een mogelijk afbreukrisico m.b.t. het realiseren van de gestelde ambities en doelstellingen en mogelijk toekomstige bezuinigingen. Mocht er op dit programma bezuinigd moeten worden dan heeft dit consequenties voor de te maken keuzes en het behalen van de gestelde doelen.
28
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
18 december 2013 Dhr. L. Verspuij/ dhr. J. Beenakker 1 Wensen en bedenkingen bij de Raamovereenkomst en de Dienstverleningsovereenkomst tussen gemeente Tiel en regio Rivierenland/Avri inzake toezicht- en handhavingstaken
Besluit om: Te bepalen of u wensen en/of bedenkingen kenbaar wilt maken met betrekking tot de Raamovereenkomst en de Dienstverleningsovereenkomst tussen gemeente Tiel en regio Rivierenland/Avri inzake de uitvoering van toezicht- en handhavingstaken. Inleiding De taken die thans nog door bureau Toezicht en Handhaving worden uitgevoerd zullen per 1 maart 2014 worden overgedragen aan Avri. Op grond van artikel 160, lid 2 van de Gemeentewet wordt uw raad in de gelegenheid gesteld om wensen en bedenkingen kenbaar te maken met betrekking tot de voorliggende overeenkomsten (conform uw raadsbesluit d.d. 17 juli 2013). De essentie van de samenwerking wordt geregeld in de dienstverleningsovereenkomst met Avri. Omdat Avri deel uitmaakt van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Rivierenland is daarnaast een raamovereenkomst nodig (zie verder onder kanttekening 1.1) Beoogd effect Uw raad in de gelegenheid stellen om wensen en/of bedenkingen te uiten alvorens het college definitief besluit tot het aangaan van de Dienstverleningsovereenkomst (DVO) en de Raamovereenkomst (RO). Argumenten Bij de inbesteding bij Avri van de taken die thans nog worden uitgevoerd door Bureau Toezicht en Handhaving is een aantal aspecten van belang voor de gemeente Tiel: welke taken gaan precies worden uitgevoerd, op welke wijze (tijdstippen, kwaliteitseisen e.d.), door wie en tegen welke kosten. Het maatschappelijk belang van de (wijze van) uitvoering van deze taken maakt het wenselijk om de gemeenteraad mee te nemen bij de definitieve vaststelling van DVO en RO door het college. 1.1 De (ook) door de raad gewenste randvoorwaarden worden gerealiseerd Met deze DVO wordt naar de overtuiging van het college geregeld dat dezelfde taken op hetzelfde kwaliteitsniveau of beter zullen worden uitgevoerd. De flexibele/ ad hoc inzet in het kader van wijkschouwen, evenementen e.d. blijft mogelijk. Ook de beoogde besparingen worden gerealiseerd. Niettemin is de overeenkomst zo geformuleerd dat de gemeente desgewenst de samenwerking te allen tijde kan opzeggen Kanttekeningen 1.1 Er is een eén-op-één relatie tussen Tiel en Avri De gemeente Tiel gaat taken laten uitvoeren door Avri. Avri maakt onderdeel uit van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Rivierenland waaraan ook de gemeente Tiel deelneemt. Daarom is sprake van inbesteding en niet van uitbesteding. Pagina 1 van 3
De inhoudelijke afspraken van de inbesteding worden één-op-één met Avri gemaakt in een DVO, ondertekend door de directeur van Avri (die voor het aangaan van dergelijke overeenkomsten is gemandateerd). In de DVO wordt vastgelegd welke taken precies uitgevoerd gaan worden, op welke wijze (tijdstippen, kwaliteitseisen e.d.), door wie en tegen welke kosten. Omdat Avri onderdeel is van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Rivierenland sluit Tiel in formele zin een overeenkomst met Regio Rivierenland. Daarnaast wordt een raamovereenkomst met de Regio gesloten waarin slechts een aantal algemene zaken is vastgelegd. Daarmee geeft het Bestuur van de Regio aan in te stemmen met het feit dat Avri dit gaat doen. De één-op-één relatie tussen Tiel en Avri komt ook tot uitdrukking in de financiële verhouding waarover hieronder meer. 1.2 Kosten maar ook efficiency-voordelen zijn voor Tiel Avri is niet op winst gericht, hetgeen betekent dat de kosten voor deze inbesteding aan Tiel zullen worden doorberekend, maar ook dat eventuele efficiency-effecten volledig aan Tiel ten goede zullen komen. Dit betekent ook dat Avri de inbesteding niet zozeer ziet als “aangenomen werk”, maar veel meer als een samenwerkingsproject dat men in voortdurend goed overleg wil uitvoeren. Dit sluit goed aan bij de wens van Tiel om goed de vinger aan de pols te houden waar het de (kwaliteit van de) uitvoering betreft. 1.3 2014 overgangsjaar: van inputsturing naar outputsturing Bij het opstellen van de DVO is gebleken dat bij BTH voornamelijk op input (lees: inzet van uren verdeeld over enkele aandachtsgebieden en evenementen) wordt gestuurd. In de DVO is geregeld dat aan de hand van de taakuitvoering in 2014 en de rapportages daarover zal worden geprobeerd om in de loop van het jaar tot een verdere specifieke formulering van de gewenste inzet, outcome en kwaliteit te komen. Deze ervaringen zullen worden verwerkt in de voor 2015 af te sluiten DVO. 1.4 Formele besluitvorming in december nodig om ingangsdatum 1-3-2014 te halen De voorziene ingangsdatum is 1 maart 2014. Dit betekent dat de formele (ontslag- en aanstellings)brieven rond de jaarwisseling aan de betrokken medewerkers moeten worden gezonden. Voor die tijd moet het Algemeen Bestuur van de regio Rivierenland met de Raamovereenkomst hebben ingestemd voor een juridische grondslag voor de uitvoering van de inbesteding; het is de bedoeling dat dit in december gaat gebeuren. Aanpak / uitvoering Definitieve vaststelling van DVO en RO vindt plaats na behandeling in de raad van 18 december 2013. Communicatie Communicatie is aan de orde bij de ondertekening van Raamovereenkomst en Dienstverleningsovereenkomst. Met Avri is afgesproken dat de communicatie naar burgers en betrokken partijen zal worden afgestemd. Financiën In de DVO is een maximum budget afgesproken van € 952.941,00. Hiermee realiseren wij de beoogde besparingen. Omdat andere in Regio Rivierenland / Avri deelnemende gemeenten vanzelfsprekend niet belast kunnen worden met de kosten van deze Inbesteding, worden deze volledig doorberekend aan de gemeente Tiel. De financiële administratie van Avri is daarop ingericht. Zodoende kan daar ook steeds volledig en transparant over worden gerapporteerd. Voordeel van deze aanpak is bovendien dat bij het realiseren van grotere efficiency ook alle voordelen aan Tiel ten goede komen. Voor de uitvoering van deze taken mag Avri geen reserves opbouwen.
Pagina 2 van 3
Bijlage(n) 1. Definitief concept Dienstverleningsovereenkomst d.d. 12 november 2013. 2. Definitief concept Raamovereenkomst d.d. 9 november 2013. Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Advies commissie(s) d.d.:
Tiel, d.d. de commissiegriffier,
Beslissing raad d.d.: de griffier,
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
CS O. Sancak 0344-637335
[email protected]
Pagina 3 van 3
Raadsbesluit Nummer: Wettelijke grondslag: Besloten in de raadsvergadering van:
18 december 2013
Besluit om:
Te bepalen of u wensen en/of bedenkingen kenbaar wilt maken met betrekking tot de Raamovereenkomst en de Dienstverleningsovereenkomst tussen gemeente Tiel en regio Rivierenland/Avri inzake de uitvoering van toezicht- en handhavingstaken.
de giffier,
de voorzitter,
Page 1 of 1
GemeenteTiel
DEFINITIEF CONCEPT d.d. 12-11-2013 (t.b.v. BESTUURLIJKE BESLUITVORMING)
DIENSTVERLENINGSEENKOMST TUSSEN GEMEENTE TIEL EN REGIO RIVIERENLAND / AVRI INZAKE DE UITVOERING VAN TAKEN OP HET TERREIN VAN TOEZICHT- EN HANDHAVING
De ondergetekenden: De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Tiel, gevestigd te Tiel, voor deze overeenkomst op grond van artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer J. Beenakker, handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van ….datum…, ….nummer…, verder te noemen “de gemeente”; en De publiekrechtelijke rechtspersoon Regio Rivierenland, gevestigd te Tiel, als zijnde de rechtspersoon van AVRI, gevestigd te Geldermalsen, hiervoor rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer E.J. de Vries, in zijn functie van directeur van AVRI; hierna gezamenlijk te noemen: “partijen”; overwegende dat: 1. gemeente en AVRI op @@P.M.@@ een Raamovereenkomst hebben gesloten betreffende het door AVRI in opdracht van de gemeente Tiel verrichten van werkzaamheden op het terrein van toezicht en handhaving - zoals die bij het aangaan van de overeenkomst worden uitgevoerd door Bureau Toezicht en Handhaving van de gemeente Tiel - binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Tiel, hierna ook aan te duiden met “de Raamovereenkomst”; 2. deze Dienstverleningsovereenkomst (hierna ook aan te duiden met “DVO”) een dienstverleningsovereenkomst is als bedoeld in artikel 20 van de Raamovereenkomst; verklaren het navolgende te zijn overeengekomen: Artikel 1: Verhouding Raamovereenkomst en deze DVO 1.1 Het bepaalde in de Raamovereenkomst, inclusief de begripsomschrijvingen, is onverkort van toepassing op deze DVO. 1.2 Voor zover enige bepaling van de Raamovereenkomst en deze DVO en/of de bijlagen daarbij met elkaar in tegenspraak zijn, prevaleert het bepaalde in de Raamovereenkomst. 1
GemeenteTiel 1.3 Onder deze DVO wordt verstaan de onderhavige DVO, met de daarbij behorende bijlagen, inclusief na ondertekening overeengekomen schriftelijk vastgelegde wijzigingen. De bijlagen maken onverbrekelijk deel uit van deze DVO. Artikel 2: Door AVRI uit te voeren taken 2.1 Deze DVO heeft betrekking op het verrichten van toezicht- en handhavingstaken binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Tiel door AVRI in opdracht van de gemeente. 2.2 Een specifieke omschrijving van de uit hoofde van deze DVO te verrichten werkzaamheden is als bijlage I aan deze overeenkomst gehecht. 2.3 Bij het verrichten van bij deze DVO overeengekomen werkzaamheden is de uitvoeringssystematiek en regelgeving, alsmede het kwaliteitsniveau van de gemeente Tiel van toepassing tenzij anders overeengekomen in bijlage I. Artikel 3: Duur 3.1 Deze DVO is aangegaan voor onbepaalde tijd, met ingang van 1 maart 2014, maar eindigt bij het einde van de Raamovereenkomst. 3.2 Jaarlijks, na vaststelling van de gemeentelijke begroting en mitsdien tijdig voor het begin van een nieuw kalenderjaar, zal deze DVO in onderlinge overeenstemming tussen partijen worden aangepast. Deze aangepaste DVO geldt alsdan vanaf 1 januari van het nieuwe kalenderjaar. Artikel 4: Uitvoeringskosten; bestaande contracten met derden In bijlage I zijn onder meer vermeld de inzet in uren waarvan partijen verwachten dat die voor de vervulling van de diverse taken nodig zal zijn. Artikel 5: Verrekening werkzaamheden uit deze overeenkomst 5.1 De gemeente betaalt AVRI maandelijks een voorschot op de vergoeding voor de werkzaamheden die voortvloeien uit deze overeenkomst. 5.2 AVRI zal zorg dragen voor de volgende rapportages: uiterlijk de 7e werkdag van een maand zal een managementrapportage over de voortgang van de werkzaamheden gedurende de voorafgaande maand aan de gemeente worden gezonden; e uiterlijk de 7 werkdag van april en september zal een rapportage worden ingediend waarbij in ieder geval ook de realisatiecijfers (peildatum 1 april respectievelijk 1 september) zullen worden afgezet tegen de ramingen; uiterlijk 15 januari dient de afrekening over het voorafgaande jaar bij de gemeente te zijn ingediend; 2
GemeenteTiel AVRI is gehouden desgevraagd incidenteel informatie te verstrekken aanleiding van verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur, voor de beantwoording van vragen van burgers of in het geval van (onverhoopte) klachten. Met betrekking tot de voorbereiding van de begroting wordt het volgende afgesproken: indien AVRI en/of gemeente voorstellen wensen te doen met budgettaire consequenties die verwerkt moeten worden in de gemeentelijke begroting dient AVRI voorstellen daartoe in te dien vóór 1 april van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar. Artikel 6: Bijlagen Bij deze DVO behoort de daarmee onverbrekelijk verbonden en daarvan deel uitmakende bijlage “Door AVRI uit te voeren taken en daaraan te stellen voorwaarden”.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Tiel, op @@…………….@@
De gemeente Tiel, de burgemeester,
Regio Rivierenland, gemachtigde, directeur AVRI,
Ir. J. Beenakker
E.J. de Vries
3
GemeenteTiel BIJLAGE I
DOOR AVRI UIT TE VOEREN TAKEN EN DAARAAN TE STELLEN VOORWAARDEN
4
GemeenteTiel
1. Inleiding Deze overeenkomst is gebaseerd op de in 2013 bestaande praktijk bij Bureau Toezicht en Handhaving van de gemeente Tiel. Voor de uitvoering van deze taken zijn de volgende kengetallen van belang:
Aantal inwoners: ca. 42.000 2 Oppervlakte gemeente: ca. 33 km Aantal betaalde parkeerplaatsen: ca. 1.700 Aantal evenementen: 25 Aantal (geregistreerde) honden: ca. 3.100 Aantal woonwagenlocaties: 13 (ca. 80 wagens) Toezicht en handhaving t.a.v. de Drank- en horecawet heeft betrekking op: - ca. 80 reguliere horecabedrijven - ca. 40 paracommerciële horecabedrijven - ca. 25 niet alcoholische horecabedrijven - ca. 7 slijterijen - ca. 10 supermarkten.
2. Door AVRI uit te voeren taken Hieronder staan de door AVRI uit te voeren (structurele, incidentele en ondersteunende) taken beschreven.
2.1 Structurele en incidentele taken Voor de structurele en incidentele taken worden vier hoofdgroepen onderscheiden:
Veiligheid, Algemene Plaatselijke Verordening (Apv.) en evenementen (ca. 5.400 uren) Handhaving hondenpoepbeleid (ca. 1670 uren) Parkeren – fiscale naheffing (d.i. toezicht/handhaving betaald parkeren) (ca. 6.000 uren) Parkeren Mulderfeiten (d.i. toezicht/handhaving parkeren overig) (ca. 4.500 uren).
Ter algemene toelichting wordt het volgende opgemerkt: a. de inzet bij evenementen is enerzijds (per definitie) incidenteel, maar bestaat anderzijds vaak uit extra inzet op structurele taken (met name toezicht en handhaving van de Apv). Daarom is een en ander in één hoofdgroep opgenomen; b. in de tussen haakjes vermelde aantallen uren (gebaseerd op ervaringscijfers) zit ook de flexibele / ad hoc inzet (door het jaar heen) besloten; c. de tussen haakjes vermelde uren hebben uitsluitend betrekking op betaalde krachten. Om aan de eis van surveilleren in tweetallen te kunnen voldoen zal AVRI de betaalde uren aanvullen door stagiairs in te zetten; AVRI bepaalt de wijze waarop dat precies gebeurt; d. het af te spreken (hieronder aangegeven) budget is kaderstellend, d.w.z. het is een maximum bedrag voor de uitvoering van alle taken. Omdat het qua kosten uitmaakt of uren overdag, ’s avonds/’s nachts, in weekenden of tijdens feestdagen worden gemaakt, wordt het aantal uren bij benadering aangegeven. In de verantwoording achteraf zal AVRI aangeven hoe de uren daadwerkelijk zijn besteed. In de volgende subparagrafen zal nader op de vier hoofdgroepen worden ingegaan.
5
GemeenteTiel VEILIGHEID, ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING EN EVENEMENTEN In onderstaand overzicht zijn de in het kader van deze hoofdtaak uit te voeren werkzaamheden nader omschreven. Bij de deeltaken is het indicatieve aantal uren (exclusief stagiairs) vermeld. Aan de hand van de taakuitvoering in 2014 en de rapportages daarover zal door AVRI en de contactpersoon bij de gemeente worden geprobeerd om in de loop van het jaar tot een meer specifieke formulering van de gewenste inzet (bijv. in de vorm van een rooster), outcome en kwaliteit te komen. Door het bijhouden van de precieze inzet per activiteit kan dan ook beter worden onderscheiden tussen structurele en incidentele taken. Deze ervaringen zullen worden verwerkt in de voor 2015 af te sluiten dienstverleningsovereenkomst. Deeltaak Toezicht algemeen (630)
Handhaving algemeen (630) Toezicht en handhaving in centrum 1 (640 )
Toezicht en handhaving in wijken 1 (630 )
Uitvoering woonwagenbeleid (250)
2
Toezicht Horeca (500 )
Werkzaamheden Signaleren onveilige plekken/situaties, overtredingen en overlast Signaalfunctie voor verschillende gemeenteafdelingen (bijv. SB, Veiligheid, Bel- en herstellijn) Signaalfunctie voor andere instanties, zoals de politie Handhaven verbodsbepalingen APV (bijv. caravans op openbare weg Afstemmen van de inzet van straatcoaches Contactfunctie op straat voor burgers, instellingen en bedrijven (bijv. verdwaalde kinderen, mensen die de weg vragen e.d.) Toezicht n.a.v. klachten van burgers Aanspreken burgers en bedrijven Opmaken processen verbaal Optreden tegen jeugdoverlast Optreden tegen overlast gemeentuin Optreden tegen fietsen op promenade Optreden tegen drugsoverlast en drugshandel Fietswrakkenactie Optreden tegen jeugdoverlast Optreden tegen drugsoverlast en drugshandel Optreden tegen fietsen op voetpaden Toezicht bij jongerenontmoetingsplaatsen Toezicht en handhaving op zgn. genormaliseerde locaties Assistentie coördinator Apv (o.b.v. PvA) Uitreiken van schriftelijke berichten Aanwezig bij normalisatietraject, handhavingsacties en schouwen Controle maatwerkvoorschriften (geluidsoverlast, vergunningen, openingstijden) Integrale controles (met politie, brandweer, Belastingdienst, Nuon etc.) Drank- en Horecawet (o.a. leeftijden)
1
Dit is exclusief integraal werkende BOA’s “parkeren”; deze surveilleren ook in het centrum.
2
Controle vergunningen (maatwerk voorschriften): 150 uur; controle Drank en horecawet 350 uur.
6
GemeenteTiel Toezicht Winkeltijdenwet (30) Assistentie politie (100) Toezicht bij scholen (200) Alarmopvolging gemeentehuis en Zaak van de stad (30) Assistentie Bestuur, gemeenteraad en ambtenaren (bij geweldsdreiging) (120) Assistentie bij controle op GBAgegevens (20) Assistentie coördinator Veiligheid (40) Toezicht en handhaving op speciale dagen/evenementen (vnl. extra inzet Apv-controles) (1580)
AVRI neemt deel aan de evenementencommissie en is daardoor betrokken bij de voorbereiding van de jaarlijkse evenementenkalender, zodat daar bij de planning van de inzet rekening mee gehouden kan worden.
HANDHAVING HONDENPOEPBELEID Hondenpoepbeleid is een aparte hoofdcategorie omdat daaraan door de gemeenteraad prioriteit is toegekend. Die prioriteit blijft onaangetast ook in het kader van de integrale uitvoering van toezicht en handhaving. Actief handhaven Reageren op meldingen Bij de uitvoering van bovenstaande taken geldt in zijn algemeenheid het volgende: de BOA’s zijn het ‘visitekaartje’ van de gemeente en dienen zich als zodanig te gedragen: met name een vriendelijke en correcte bejegening van burgers is van belang; de BOA’s zijn de ‘ogen en oren’ van de gemeente en andere overheidsinstanties (zoals de politie), d.w.z. zij moeten alert zijn, ook op zaken die niet direct tot het taakveld behoren, maar waarvan melding aan de contactpersoon van belang kan zijn – op welke manier dan ook – voor de gemeente of die instanties; de BOA’s vervullen een belangrijke functie met het oog op het verhogen van de veiligheid op straat; voor alle evenementen geldt dat het vooral gaat om verminderen van overlast en (extra intensieve) controle op vergunningvoorschriften de BOA’s werken in beginsel integraal (zie punt 3.1), d.w.z. dat specifieke deeltaken heel goed kunnen worden uitgevoerd in reguliere taakuitvoering bijvoorbeeld tijdens surveillances; Aanvullend daarop gelden nog de volgende specifieke randvoorwaarden: toezicht en handhaving van maatwerkvoorschriften in de horeca dient vooral te geschieden in het weekend tussen 23:00 en 02:00 uur; aan toezicht en handhaving met betrekking tot de Drank- en horecawet dient (op jaarbasis) minstens 350 uur (van een bevoegde BOA) besteed te worden.
7
GemeenteTiel 2.1.1. PARKEREN FISCALE NAHEFFING
De parkeerplaatsen in en rondom de binnenstad van Tiel dienen op een efficiënte wijze te worden gecontroleerd op het voeren van een vergunning, een geldige ticket of het betalen via een vorm van real time parking. Voor de vormen van kenteken parkeren (incl. real time parking) wordt naar verwachting één database ingericht, bij het Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten (SHPV). Op dit moment zijn er 1880 parkeerplaatsen beschikbaar, verdeeld over vier grote terreinen en de straten in en om de binnenstad. Het aantal parkeerplaatsen waar een vorm van achteraf betaald parkeren wordt toegepast (en waar dus niet hoeft te worden gecontroleerd) zal verder toenemen. Dagelijkse controle op alle parkeerplaatsen is gewenst, sommige meerdere malen bij toerbeurt . De uren zijn te verdelen van maandag tot en met zaterdag tussen 8.30/9 uur en 18 uur. Om 8 uur al op straat controleren is minder efficiënt. Verder moet rekening gehouden worden met de koopavond (donderdag tot 21 uur), koopzondagen (jaarlijks wisselend schema) en (wisselende) afspraken tussen gemeente en middenstand over periodes waarin gratis mag worden geparkeerd. Bij de handhaving dient de zogenoemde 10 minutenregel te worden toegepast. Het aantal naheffingen is geen doel op zich. In 2012 waren er 4798 naheffingen, 584 sepots, ca. 200 bezwaren waarvan ca. 120 gegrond. In 2013 waren er t/m september ruim 2000 naheffingen, ca. 280 sepots, ca. 100 bezwaren waarvan ca. 65 gegrond. De DVO voorziet in rapportage en evaluatie, waarbij speciale aandacht zal worden besteed aan opvallende afwijkingen ten opzichte van voorgaande jaren. MULDERFEITEN
De mulderfeiten op staande voertuigen dient te worden uitgevoerd in geheel Tiel. Op alle parkeerterreinen, die voor de naheffing worden nagelopen, dient ook te worden gecontroleerd op fout parkeren, belemmeren van de doorgang en het parkeren buiten de vakken (parkeerverbodszone), hinderlijk parkeren (direct na een in-uitrit of binnen 5 meter vanaf het kruispunt). Hierbij dient wel de nodige coulance te worden betracht. Speciale aandacht is nodig voor invalideparkeerplaatsen; daarbij moet ook de geldigheid en validiteit van invaliden-parkeerkaarten worden gecontroleerd (m.b.v. de databases van SHPV en RDW). Ook speciale aandacht is nodig voor het handhaven van los- en laadvoorschriften; daarbij wel de zogenoemde 10 minutenregel hanteren. En verder, als een persoon met een ticket toch parkeert op een vergunningplaats, deze wel waarschuwen, maar op dat moment niet bekeuren. Bij herhaling wel bekeuren (kenteken opnemen in het systeem). Voor de wijken die zijn ingericht met vergunningparkeren (de schil rond de binnenstad) geldt dat de handhaver zich daar regelmatig te voet dient te tonen om de vergunningen te controleren. Deze vergunningen (op dit moment 1300) zijn blanco, dus kan niet worden gehandhaafd op een match tussen vergunning en kenteken. In deze gebieden zijn bovendien bezoekerskraskaarten te gebruiken, waarbij op postcode gecontroleerd dient te worden. Aan controle op het schilparkeren dienen minimaal 2000 uren besteed te worden. In 2012 waren er ruim 4600 mulderbonnen en ca 440 sepots. In 2013 waren er t/m september ruim 2000 bezwaren en ca 170 sepots. Het aantal bezwaarschriften is niet bekend, omdat die door het CJIB worden afgehandeld. De inkomsten uit de mulderbonnen (een administratieve vergoeding van €25 per bon) blijven rechtstreeks toekomen aan de gemeente.
8
GemeenteTiel ONDERHOUD PARKEERAUTOMATEN
Het reguliere onderhoud van de parkeerautomaten wordt door de BOA’s uitgevoerd. Hiervoor is het systeem voorzien van het zogenoemde Parking Hosting System (PHS), dat constant geraadpleegd dient te worden door de backoffice. Zodoende worden niet werkende automaten tijdig gesignaleerd en doorgegeven aan de BOA’s, zodat er geen (mogelijk onterechte) bonnen uitgeschreven worden. Minimaal één BOA (of ander aangewezen persoon) dient jaarlijks cursus te volgen bij de leverancier van de automaten, voor het kunnen oplossen van kleine storingen. Niet te verhelpen storingen dienen op de dag dat de storing is vastgesteld aan de gemeente Tiel te worden gemeld. Deze zal actie ondernemen om de storing z.s.m. te laten verhelpen door de leverancier. FIETSPARKEREN
Stationsomgeving Bij beide stationsomgevingen dient structureel gehandhaafd te worden. Fietsen worden wekelijks voorzien van een waarschuwingslabel. Op dit moment wordt één keer per jaar een opruimdag gehouden. Er ligt een voornemen om dit vier keer per jaar te gaan doen (binnen de beschikbare uren). Promenade Het (brom)fietsverbod op de promenade moet worden gehandhaafd. Er zijn twee (kleine) gebieden op de promenade waar geen fietsen gestald mogen worden. Naast reguliere handhaving dienen deze gebiedjes vier keer per jaar geruimd te worden. AUTOMATISERING
AVRI werkt met Sigmax handhelds. Hierin worden alle data van Tiel opgenomen, waarbij ook ( in kentekengebieden) gecontroleerd dient te worden op gestolen invalidenparkeerkaarten en auto’s. Bij waarschuwingen wordt na één keer waarschuwen bekeurd (kentekens en datum van de waarschuwing moeten worden opgenomen in het systeem). SEPOT
Seponering van zowel naheffing als mulderbonnen is mogelijk op verzoek van de gemeentelijk contactpersoon, mits schriftelijk en degelijk onderbouwd. WEGSLEPEN
Tot de werkzaamheden in het kader van deze dienstverleningsovereenkomst behoort ook het wegslepen van voertuigen. Dit betreft: het wegslepen bij hoog water (waarvoor een protocol is opgesteld; de gemeente zal zorgdragen dat AVRI over het protocol beschikt en tijdig wordt geïnformeerd over wijzigingen daarin); het wegslepen bij andere gelegenheden (bijv. i.v.m. een tijdelijk parkeerverbod zoals bij een braderie). TELLINGEN
AVRI kan op ad hoc basis worden gevraagd een bijdrage te leveren aan parkeertellingen; parkeerdrukmetingen; tellingen om betalingsbereidheid te meten.
9
GemeenteTiel RAPPORTAGE In aanvulling op de in artikel 5.2 van deze DVO overeengekomen rapportages geldt met betrekking tot parkeren het volgende: In de eerste drie maanden zal extra worden gecommuniceerd en gerapporteerd om inzicht te krijgen in de wensen en mogelijkheden over en weer. In goed overleg kunnen hierover nadere afspraken worden gemaakt. De maandrapportages moeten in ieder geval informatie bevatten over ureninzet, feitcodes in relatie tot straten, aangevuld met info over uitgevoerde seponeringen. De jaarrapportage (per kalenderjaar) dient uiterlijk eind februari aan de gemeente te worden uitgebracht. Deze rapportage moet in ieder geval bevatten: alle getotaliseerde lijsten per soort handhaving en feitcodes, totaal aan werkuren en gebieden. Verder is de jaarrapportage de plaats voor het signaleren van verbeterpunten (bij beide partijen).
2.2
Ondersteunende taken
AVRI zal de volgende ondersteunende taken uitvoeren c.q. ondersteunende diensten leveren:
de afhandeling van bonnen met betrekking tot Mulderfeiten; de afhandeling van bonnen in het kader van fiscaal parkeren; de verwerking van bestuurlijke strafbeschikkingen; de verwerking van aanvragen inzake (aanvullende) proces verbalen; het deelnemen aan beleidsoverleggen (bijvoorbeeld t.a.v. de inzet van straatcoaches en het hondenbeleid) en overleggen gericht op de voorbereiding en coördinatie van evenementen; het dragen voor een contactpersoon voor de uitvoering van het parkeerbeleid; het zorg dragen voor een contactpersoon voor het handhavingsbeleid; het zorg dragen voor een contactpersoon voor CJIB en leveranciers; het deelnemen aan (de voorbereiding op) de wijkschouwen; het voeren van een deugdelijke administratie en het opleveren van adequaat cijfermateriaal aan de hand waarvan de uitvoering van taken (mede) kan worden geëvalueerd; het binnen 24 uur na melding verzorgen van de klachtenafhandeling van de zogenoemde bel en herstellijn; klachten over de (wijze van) uitvoering van de toezicht- en handhavingstaken kunnen worden gemeld bij het klantcontactcentrum van AVRI; het bijdragen aan de procedures van de commissie Beroep en Bezwaar (waaronder het bijwonen van ca.15 hoorzittingen); het applicatiebeheer voor zover dat betrekking heeft op de uitvoering van de met deze overeenkomst geregelde taken.
De uitvoering van de taken door AVRI zal plaatsvinden binnen de volgende door de gemeente Tiel te bepalen formele en beleidsmatige kaders. De bestaande kaders zijn in deze Dienstverleningsovereenkomst vastgelegd. Wijzigingen daarin zullen tijdig aan AVRI worden gemeld, zodat kan worden bezien of en zo ja, welke gevolgen die hebben voor de uitvoering van de overeengekomen taken en de daarmee samenhangende kosten. Indien bedoelde wijzigingen het noodzakelijk maken dat deze Dienstverleningsovereenkomst wordt aangepast, is daarvoor instemming van beide partijen noodzakelijk.
10
GemeenteTiel
3. Voorwaarden Partijen komen overeen dat aan de volgende voorwaarden dient te worden voldaan.
3.1 Competenties medewerkers De medewerkers moeten voldoen aan de eisen en competenties zoals beschreven in de circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar d.d. 10 januari 2011 met kenmerk 5679441/10 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de daarbij behorende uitvoeringscirculaires. De BOA’s en stagiairs moeten communicatief vaardig en representatief zijn. Dit betekent in ieder geval een goede beheersing van de Nederlandse taal (in woord en geschrift) en herkenbaar gekleed als toezichthouder van de gemeente. BOA’s moeten een professionele houding uitstralen en een daarbij behorend gedrag laten zien. Zij moeten bijvoorbeeld een straat of een situatie kunnen "lezen"; ook moeten zij duidelijk kunnen uitleggen waarom er een naheffing of bekeuring wordt uitgeschreven; en zij moeten in staat zijn om bij onheuse bejegening op een nette wijze afstand te nemen. De Heffingsambtenaar van de gemeente Tiel is belast met het opleggen van de lokale heffingen. Hiertoe behoren ook de parkeerbelastingen. Om de bevoegdheid te krijgen om naheffingsaanslagen op te leggen dienen de controleurs op basis van artikel 231 Gemeentewet te worden aangesteld als (onbezoldigd) ambtenaar van de gemeentelijke belastingen. Daarnaast moeten zij mandaat krijgen van de Heffingsambtenaar om namens hem naheffingsaanslagen op te leggen. AVRI zal uiterlijk 1 maand voordat deze medewerkers hun werkzaamheden (of stage) daadwerkelijk aanvangen de gegevens aan de gemeente verstrekken die nodig zijn voor het besluit van de Heffingsambtenaar.
3.2 Integraal werken Er vindt geen specialistische taakuitvoering op deelterreinen plaats, met uitzondering van toezicht en handhaving met betrekking tot de Drank- en horecawet. De medewerkers werken integraal, zij “kijken meervoudig” en hebben een oog –en oorfunctie ten aanzien van alle taken en zo mogelijk ook van aanpalende werkgebieden. Omdat de mogelijkheid bestaat dat niet alle medewerkers in 2014 over alle bevoegdheden beschikken, geldt tot 1 maart 2015 een uitzondering, met dien verstande dat het integraal werken wel zoveel mogelijk wordt nagestreefd.
3.3 Surveilleren in koppels Surveilleren wordt altijd in koppels gedaan, waarvan minstens één bevoegd BOA dient te zijn. Indien nodig of gewenst kan toezicht en handhaving met betrekking tot de Drank- en horecawet door één bevoegde BOA worden uitgevoerd. Omdat de mogelijkheid bestaat dat niet alle medewerkers in 2014 over alle bevoegdheden beschikken, geldt tot 1 maart 2015 een uitzondering, met dien verstande dat zoveel als mogelijk in koppels met minstens één gekwalificeerd BOA zal worden gesurveilleerd.
11
GemeenteTiel
3.4 Tijdstippen van inzet De werkzaamheden dienen in ieder geval tijdens de volgende uren uitgevoerd te worden: Dag
Dagdeel
Tijden
Maandag
overdag
08:00-17:30
Dinsdag
overdag
avond avond Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag
alleen op afroep 08:00-17:30
avond
18:00-22:30
overdag
08:00-18:00
avond
18:00-22:30
overdag
08:00-18:00
avond
18:00-22:30
overdag
08:00-18:00
overdag avond
Evenementen
08:00-17:30
overdag
avond Zondag
alleen op afroep
alleen op afroep 08:00-17:30 alleen op afroep
overdag
flexibel
avond
flexibel
Als de omstandigheden daarom vragen wordt een flexibele inzet verwacht, aansluitend bij de actuele behoeften van gemeenten. Dit overzicht is richtinggevend, maar zal in de praktijk onderwerp van overleg zijn. In overleg kan tot een andere inzet worden besloten. Dit zal gebeuren binnen het bestaande budget, tenzij expliciet en schriftelijk anders is overeengekomen.
3.5 Wijze van aansturing AVRI stuurt de bij deze taken betrokken medewerkers aan. Er kunnen zich echter ook situaties voordoen waarin snel handelen is vereist en waarbij er geen tijd is om de normale contactlijnen te volgen. Partijen zullen zorg dragen voor het tijdig aan elkaar beschikbaar stellen van een lijst met medewerkers met bereikbaarheidsroosters, zodat 7 dagen in de week en 24 uur per dag contact met elkaar kan worden opgenomen.
3.6 Huisvesting De structurele en projectmatige taken zullen worden uitgevoerd vanuit een uitvalsbasis binnen de gemeente. De gemeente zal zorg dragen voor adequate huisvesting die als zodanig kan dienen. De gemeente stelt daartoe de Werf beschikbaar. Voorst zullen de surveillanten gebruik kunnen maken van de faciliteiten (toilet, bedrijfsrestaurant) van het stadhuis.
3.7 Bezwaarprocedures De gemeente blijft verantwoordelijk voor de behandeling van bezwaarschriften in relatie tot de taken die in deze overeenkomst worden geregeld. AVRI dient in het geval van een bezwaarprocedure zorg te dragen voor het aanleveren van relevante gegevens, waaronder in ieder geval worden gerekend de gegevens van de betreffende naheffing en de gemaakte foto’s waarop zichtbaar is of er al dan niet een geldig kaartje achter de voorruit ligt.
12
GemeenteTiel
4. Budgettair kader en tarief afspraken AVRI ontvangt voor de uitvoering van alle overeengekomen (structurele, projectmatige en ondersteunende) taken een bedrag van € 952.941,00. De AVRI rekent voor de duur van deze overeenkomst de volgende basistarieven: Werkdagen (08:00 – 18:00 uur): Avonden (18:00 – 22:00 uur): Zaterdag en avonden/nachten na 22:00 uur: Zon- en feestdagen:
€ 32,85 € 39,42 € 45,99 € 54,20
Op deze basistarieven zal steeds een overheadtoeslag van € 13,94 worden toegepast. In de overheadkosten is rekening gehouden met het coördineren van de stages.
13
GemeenteTiel
DEFINITIEF CONCEPT d.d. 9-11-2013 (t.b.v. BESTUURLIJKE BESLUITVORMING)
RAAMOVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE TIEL EN REGIO RIVIERENLAND / AVRI INZAKE UITVOERING TOEZICHT- EN HANDHAVINGSTAKEN
De ondergetekenden: 1. De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Tiel, gevestigd te Tiel, voor deze overeenkomst op grond van artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer J. Beenakker, handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van ….datum…, ….nummer…, verder te noemen “de gemeente”; en 2. De publiekrechtelijke rechtspersoon Regio Rivierenland, gevestigd te Tiel, als zijnde de rechtspersoon AVRI, gevestigd te Geldermalsen, hiervoor rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer E.J. de Vries, in zijn functie van directeur van AVRI, handelend ter uitvoering van het besluit van het Algemeen Bestuur Regio Rivierenland van …..datum, …nummer, en daartoe gemachtigd door de voorzitter van Regio Rivierenland bij besluit van ….datum, verder te noemen “AVRI; hierna gezamenlijk te noemen: “partijen”. overwegende dat: 1. Partijen van oordeel zijn dat uitvoering van toezicht- en handhavingstaken - zoals die thans worden uitgevoerd door Bureau Toezicht en Handhaving van de gemeente Tiel - door AVRI voordelen biedt op ondermeer de punten efficiency en kostenbeheersing; 2. Partijen de wens te kennen geven en ernaar te zullen streven om de grondslag voor deze overeenkomst mede te baseren op de Gemeenschappelijke Regeling Rivierenland. 3. Partijen daarom ervoor kiezen met elkaar een overeenkomst aan te gaan waarin de afspraken worden vastgelegd met betrekking tot ondermeer de overdracht van taken, bevoegdheden, personeel en materieel. 4. Partijen het erover eens zijn dat de AVRI met ingang van 1 maart 2014, of zoveel eerder of later gezamenlijk wordt overeengekomen, de reguliere permanente toezicht- en handhavingstaken zal uitvoeren in en voor de gemeente Tiel, zoals beschreven in de dienstverleningsovereenkomst die onverbrekelijk onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst.
Paraaf Gemeente Tiel:
Paraaf AVRI:
1
GemeenteTiel 5. Partijen het erover eens zijn dat het huidige kwaliteitsniveau van de uitvoering van deze taken door de AVRI kan en zal worden gewaarborgd. Wat dit inhoudt zal nader worden uitgewerkt en/of toegelicht in de Dienstverleningsoverkomst (zie bijlage 1). 6. De gemeente te allen tijde haar bestuurlijke verantwoordelijkheid voor toezicht- en handhaving dient waar te maken. 7. Partijen willen dat de medewerkers handhaving (BOA’s) van de gemeente Tiel en de betrokken opleidings- en stagecoördinator met ingang van 1 maart 2014, of zoveel eerder of later als gezamenlijk wordt overeengekomen, worden aangesteld in dienst van de Regio Rivierenland, conform hetgeen is bepaald in de CAR-UWO, het Sociaal Statuut en Sociaal Plan van de gemeente. 8. Partijen het erover eens zijn dat de CAR-UWO en daarop gebaseerde nadere regelingen van AVRI gelden en worden toegepast voor het in het zevende lid genoemde personeel dat bij de Regio Rivierenland in dienst is getreden, zoals is bepaald in het Sociaal Plan van de gemeente Tiel; 9. dat Avri deel uitmaakt van een Gemeenschappelijke Regeling, met ondermeer de gemeente Tiel als eigenaar en dat Avri geen winstoogmerk heeft, waardoor alle besparingen terugvloeien naar gemeenten (en burgers), met als consequentie dat niet alleen de lusten (kostenbesparingen, kwaliteitsverbeteringen, ontzorging, e.d.), maar ook de lasten (met name kosten) die voortvloeien uit deze raamovereenkomst thuishoren bij de gemeente Tiel. komen overeen: Artikel 1 a. b.
c. d. e. f. g.
h.
i.
Begripsomschrijvingen Voor de in deze overeenkomst gebruikte begrippen gelden de volgende omschrijvingen: Overeenkomst: deze raamovereenkomst met bijlagen. Dienstverleningsovereenkomst: de als bijlage aan deze overeenkomst aangehechte dienstverleningsovereenkomst, dan wel de gewijzigde versies daarvan en eventuele nieuwe dienstverleningsovereenkomsten, bevattende de afspraken over het uitvoeren van de taken voor toezicht en handhaving in de gemeente Tiel. Uitvoerende werkzaamheden: het geheel aan overeengekomen werkzaamheden, bestaande uit structurele taken, incidentele taken en ondersteunende taken. Structurele taken: taken die permanent dienen te worden uitgevoerd conform in de Dienstverleningsovereenkomst vastgelegde afspraken. Incidentele taken: incidentele taken die dienen te worden uitgevoerd conform in de Dienstverleningsovereenkomst vastgelegde afspraken. Ondersteunende taken: alle in de Dienstverleningsovereenkomst beschreven back office taken. Mediator: een door partijen aangewezen mediator (onafhankelijke conflictbemiddelaar) die tussen partijen staat en probeert de partijen bij elkaar te brengen om zelf tot een gezamenlijke oplossing van het geschil te komen. Sociaal Statuut: Het Sociaal statuut, op 28 mei 2013 vastgesteld door het college van de gemeente Tiel en vastgesteld voor akkoord in de vergadering van de commissie voor het Georganiseerd Overleg op 27 juni 2013. Sociaal Plan: Het Sociaal Plan vastgesteld door het college en het GO van de gemeente Tiel, op @@nog in te vullen@@
Paraaf Gemeente Tiel:
Paraaf AVRI:
2
GemeenteTiel Artikel 2
Voorwerp van de Overeenkomst
2.1 De gemeente geeft aan AVRI opdracht tot het uitvoeren van werkzaamheden door AVRI overeenkomstig deze raamovereenkomst en de dienstverleningsovereenkomst. De opdrachten op basis van deze raamovereenkomst worden hierbij door AVRI aanvaard. De aanvaarding van de opdrachten op basis van de dienstverleningsovereenkomst wordt geregeld in de dienstverleningsovereenkomst. AVRI zorgt voor een optimale integratie bij de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden en voert die zo efficiënt mogelijk uit. 2.2 De daadwerkelijke uitvoeringswerkzaamheden zijn gelegen binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Tiel en opgenomen in deze raamovereenkomst en de tussen partijen gesloten dienstverleningsovereenkomst. 2.3 Bij deze overeenkomst horen bijlagen. Als zij met elkaar in tegenspraak zijn dan geldt de volgende rangorde, waarbij het eerst genoemde document prevaleert boven het laatst genoemde: a. deze overeenkomst; b. de dienstverleningsovereenkomst; c. de overige bijlagen bij deze overeenkomst. 2.4 De overeenkomst wordt aangegaan onder de afspraak dat AVRI 12,89 fte aan personeel, zijnde 13 personeelsleden zoals vermeld in bijlage 2 @@tzt bijvoegen@@, waarvan de werkzaamheden aan AVRI worden overgedragen, van de gemeente overneemt in vaste dienst. Op de overgang van deze personeelsleden van de gemeente naar AVRI zijn van toepassing het Sociaal Statuut en het Sociaal Plan van de gemeente. AVRI is bekend met het Sociaal Statuut en het Sociaal Plan. In de Dienstverleningsovereenkomst wordt, voor zover nodig, de wijze van uitvoering van het Sociaal Statuut en het Sociaal Plan nader geregeld. Artikel 3
Samenwerkingsstructuur en overleg
Minimaal twee keer per jaar overleggen een of meer door de gemeente aangewezen bestuurder(s) met de directeur van AVRI. In het eerste jaar wordt deze bijeenkomst minimaal vier keer gehouden. Artikel 4
Planning & Control cyclus, informatieverstrekking, rapportages
4.1 AVRI zal met betrekking tot de door zijn, volgens deze overeenkomst en de dienstverleningsovereenkomst, uit te voeren werkzaamheden, informatie aan wettelijk verplichte instanties leveren, al dan niet in mandaat, zulks om te voldoen aan de wettelijke verplichting(en) van de gemeente. 4.2 AVRI zal de adminstratie zo inrichten dat aan de in artikel 4.1 genoemde verplichtingen kan worden voldaan..
Paraaf Gemeente Tiel:
Paraaf AVRI:
3
GemeenteTiel 4.3 Wederzijdse afstemming is noodzakelijk om de gehele planning & control cyclus (van Perspectievennota tot en met verantwoording in jaarrekening en jaarverslag) van partijen te kunnen waarborgen. 4.4 AVRI zal bij de rapportage en verantwoording aansluiten op de planning & control cyclus van de gemeente. 4.5 De wijze van informatieverstrekking, rapportage, kwaliteitsbewaking en specifieke (organisatorische en uitvoerings-) afspraken wordt bepaald in de dienstverleningsovereenkomst. 4.6 AVRI zal over de uitvoering van de werkzaamheden kunnen rapporteren aan haar Algemeen Bestuur met dien verstande dat daarin geen informatie wordt verstrekt die (nog) niet bekend is bij de gemeente, met uitzondering van bedrijfsvoeringsaspecten die alleen AVRI zelf betreffen. 4.7 Overeenkomstig de verordeningen ex artikel 212 en 213a van de Gemeentewet kunnen het College van B&W van de gemeente Tiel en de Rekenkamercommissie van die gemeente onderzoeken uitvoeren met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden. AVRI verplicht zich aan deze onderzoeken medewerking te verlenen, onder meer door gegevens en informatie daarvoor beschikbaar te stellen. Artikel 5
Verplichtingen en kwaliteitswaarborging
5.1 De werkzaamheden, die tijdens de duur van deze overeenkomst uitgevoerd worden, zijn in principe te onderscheiden in: a. De werkzaamheden met betrekking tot de uitvoering. Deze zullen door AVRI worden uitgevoerd conform deze overeenkomst en de dienstverleningsovereenkomst. b. De werkzaamheden met betrekking tot het toezicht en controle op de uitvoering. Deze zullen door zowel AVRI als door de gemeente worden uitgevoerd. Dit wordt nader omschreven in de dienstverleningsovereenkomst. 5.2 Als de gemeente constateert dat AVRI de overeengekomen werkzaamheden onjuist en/of onvolledig uitvoert en/of gegevens op onjuiste en/of onvolledige wijze verwerkt of behandelt, dan zal hij in overleg treden met AVRI. Als dit niet leidt tot aanpassingen, dan zal hij hiervan schriftelijk mededeling doen aan AVRI, inclusief de aard en omvang van de onjuistheden en/of onvolledigheden. AVRI is verplicht zo snel mogelijk zijn werkzaamheden en/of de gegevens aan te passen, zodanig dat deze juist en volledig zijn en daarover schriftelijk te rapporteren aan de gemeente. 5.3 Ten aanzien van de elektronisch en niet-elektronisch (verwerkte) informatie geldt, dat partijen deze volgens de geldende Archiefwet/regelingen dan wel in de gemeenschappelijke regeling
Paraaf Gemeente Tiel:
Paraaf AVRI:
4
GemeenteTiel en dienstverleningsovereenkomsten genoemde wijze en gedurende de wettelijk voorgeschreven bewaar periode in bewaring houden en na verloop van de wettelijk voorgeschreven bewaar periode vernietigen dan wel bewaren en overdragen aan het Regionaal Archief Rivierenland. 5.4 AVRI en door AVRI ingehuurde derden zijn, wanneer ze in de gemeente Tiel werkzaamheden verrichten, gehouden aan de door de gemeente vastgestelde richtlijnen en/of beleidsregels. 5.5 AVRI waarborgt bij de uitvoering van de werkzaamheden continuïteit en kwaliteit, zoals vastgelegd in de dienstverleningsovereenkomst. 5.6 De gemeente en AVRI zullen de voortgang van de werkzaamheden en kwaliteit van de geleverde prestaties monitoren middels schouwen, respectievelijk periodieke rapportages. Dit wordt in nader geregeld in de dienstverleningsovereenkomst. Artikel 6
Aansprakelijkheden en risico’s
6.1 Als een partij schade lijdt als gevolg van een toerekenbare tekortkoming van de andere partij in de nakoming van de volgens deze overeenkomst op laatstgenoemde partij rustende verplichtingen, is de schadelijdende partij verplicht om zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen twee maanden na ontdekking van deze schade hiervan schriftelijk melding te doen aan de andere partij. 6.2 AVRI blijft verantwoordelijk voor de nakoming van deze overeenkomst indien zij ter uitvoering daarvan derden inschakelt en vrijwaart de gemeente voor eventuele aanspraken ter zake van derden. 6.3 AVRI zorgt voor een aansprakelijkheidsverzekering waarmee de door derden geclaimde schade met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden uit deze overeenkomst genoegzaam wordt gedekt. Artikel 7
Prijzen en betaling
7.1 Vooraf zullen budgetten voor komende perioden worden samengesteld voor alle werkzaamheden die door AVRI uitgevoerd gaan worden. Er zijn drie soorten werkzaamheden te onderscheiden: structurele taken, incidentele en ondersteunende taken. 7.2 Alle taken worden door AVRI uitgevoerd conform de in de dienstverleningsovereenkomst gemaakte afspraken. Ook het hiervoor beschikbaar jaarlijks budget (voor uitvoering en uitvoeringskosten) wordt in de dienstverleningsovereenkomst vermeld. De verantwoording vindt plaats conform de in de dienstverleningsovereenkomst beschreven planning & control cyclus. 7.3 In de dienstverleningsovereenkomst wordt bepaald op welke wijze de betalingen (voor de uitvoering van de overeengekomen werkzaamheden) door de gemeente aan AVRI worden gedaan.
Paraaf Gemeente Tiel:
Paraaf AVRI:
5
GemeenteTiel 7.4 Als AVRI in de loop van een kalenderjaar in opdracht van de gemeente nieuwe structurele taken gaat uitvoeren, wordt in overleg tussen gemeente en AVRI vooraf bepaald of deze taken binnen de budgettaire ruimte worden uitgevoerd (door een herschikking van taken) of dat additionele middelen ter beschikking worden gesteld. De uitkomst van dit overleg wordt schriftelijk vastgelegd. Artikel 8
Kosten, verrekening en evaluatie
8.1 In de dienstverleningsovereenkomst wordt de afrekenmethode opgenomen die van toepassing is. 8.2 Deze Raamovereenkomst zal eens in de vijf jaar worden geëvalueerd. In afwijking hiervan vindt de eerste evaluatie plaats twee jaar na het sluiten van deze overeenkomst of zoveel eerder als partijen overeenkomen. 8.3 Als bij de evaluatie als bedoeld in artikel 8.2 blijkt, dat er sprake is van een evident structureel financieel voordeel of nadeel voor AVRI, is opheffing of beëindiging van dit voordeel of nadeel onderwerp van overleg tussen partijen over nieuwe tariefstelling en urenbegroting. Partijen zullen bij dat overleg streven naar een voor beide partijen redelijke en billijke oplossing. 8.4 De uiteindelijke hoogte van de gemaakte kosten voor de overgedragen taken en diensten conform de dienstverleningovereenkomst komt voor rekening van de gemeente, met dien verstande dat AVRI voor een overschrijding van het beschikbaar gestelde budget altijd vooraf en schriftelijk vastgelegd, toestemming moet krijgen van de gemeente. Artikel 9 Mandaten/machtigingen Het college van de gemeente Tiel verleent die mandaten en machtigingen, die voor AVRI noodzakelijk zijn om de door hem in het kader van deze overeenkomst opgedragen werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Artikel 10 Vertrouwelijkheid overeenkomst 10.1 Partijen gaan met de informatie die onderling gedeeld wordt vertrouwelijk om. Behoudens het bepaalde in de Wet openbaarheid van bestuur verplichten partijen zich over en weer tot geheimhouding van al hetgeen hen in verband met de uitvoering van de overeenkomst aan informatie wordt verschaft. 10.2 Partijen zullen deze informatie slechts gebruiken in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst. Dit betekent onder andere dat zij de informatie niet aan derden zullen verstrekken, openbaar maken of voor commerciële doeleinden zullen gebruiken. Artikel 11 Geschillenregeling, toepasselijk recht en domiciliekeuze
Paraaf Gemeente Tiel:
Paraaf AVRI:
6
GemeenteTiel 11.1 Verschillen van mening tussen partijen over de uitleg en uitvoering van de Overeenkomst, daaruit voortvloeiende of anderszins daarmee verband houdende overeenkomsten of uitvoering daarvan, zullen zoveel mogelijk langs minnelijke weg worden opgelost. Als een verschil van mening niet langs minnelijke weg is opgelost, wordt geacht een geschil te bestaan. Een partij stelt de andere partij hiervan schriftelijk in kennis. 11.2 Als zich tussen partijen een geschil voordoet over de inhoud van de overeenkomst, daaruit voortvloeiende of anderszins daarmee verband houdende overeenkomsten of uitvoering daarvan, zullen zij eerst binnen één maand een overeenkomst tot mediation aangaan om te trachten het geschil op te lossen. 11.3 Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing. 11.4 Mocht één van de partijen, nadat mediation als bedoeld in artikel 11.2 geen oplossing van het geschil heeft geboden, besluiten een geschil voor te leggen aan de rechter, dan is ter zake van het geschil bevoegd de rechter van de Rechtbank Arnhem. Indien het geschil de toepassing betreft van de Regeling Regio Rivierenland zullen partijen dit geschil conform het bepaalde in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen ter beslissing voorleggen aan gedeputeerde staten van Gelderland. Artikel 12 Nietigheid De nietigheid of de ontoepasbaarheid van een bepaling van de overeenkomst is niet van invloed op de geldigheid of de toepasbaarheid van de overige bepalingen van de overeenkomst. Partijen verbinden zich de nietigheid of de ontoepasbaar gebleken bepaling zo spoedig mogelijk te wijzigen of te vervangen door een geldige bepaling die het beoogd doel van de oorspronkelijke bepaling zoveel mogelijk benaderd. Artikel 13 Communicatie met burger De medewerkers van de buitendienst bij de AVRI zijn de ogen en oren van de gemeente op straat. De communicatie met de burger verloopt volgens de richtlijnen van de gemeente. Artikel 14 Afhandeling van meldingen en klachten over de openbare ruimte Meldingen en klachten van burgers over de openbare ruimte worden snel en adequaat afgehandeld volgens in de dienstverleningsovereenkomst overeengekomen procedures. Artikel 15 Huisvesting De taakuitvoering zal plaatsvinden vanuit een door de gemeente te verzorgen huisvestingslocatie. In de dienstverleningsovereenkomst kunnen hierover nadere afspraken worden gemaakt.
Paraaf Gemeente Tiel:
Paraaf AVRI:
7
GemeenteTiel Artikel 16 Duur van de overeenkomst Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van 1 maart 2014 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Artikel 17 Kostenvergoeding bij opzegging of ontbinding van Overeenkomst a. b. c.
Als de gemeente de Overeenkomst opzegt, zullen de aanwijsbaar gemaakte kosten welke direct en indirect voortvloeien uit de opzegging door de gemeente aan AVRI worden vergoed. Als AVRI de Overeenkomst opzegt, zullen de aanwijsbaar gemaakte kosten welke direct en indirect voortvloeien uit de opzegging door AVRI aan de gemeente worden vergoed. Na het opzeggen van de overeenkomst door een van de partijen zullen beide partijen zich tot het uiterste inspannen om de werkgelegenheid voor de betrokken medewerkers te behouden.
Artikel 18 Gewijzigde en onvoorziene omstandigheden 18.1 Als de omstandigheden drastisch wijzigen of zich onvoorziene omstandigheden voordoen en dusdanig ingrijpende gevolgen hebben voor een van de partijen dat de overeenkomst volgens de eisen van redelijkheid en billijkheid niet ongewijzigd in stand kan blijven, zullen partijen trachten in onderling overleg tot een voor beide partijen aanvaardbare aanpassing van die rechtsverhouding te geraken, daarbij rekening houdend met hun wederzijdse belangen. Indien gelet op de gewijzigde en/of onvoorziene omstandigheden een voor beide partijen aanvaardbare aanpassing van de rechtsverhouding niet mogelijk is zullen partijen in goed overleg komen tot een gedeeltelijke of gehele ontbinding van deze overeenkomst. 18.2 De partij aan wier zijde een omstandigheid als bedoeld onder 18.1 opkomt is verplicht de andere partij daarvan onmiddellijk mondeling en schriftelijk in kennis te stellen en voorafgaande aan een eventuele (gedeeltelijke) wijziging of ontbinding van de overeenkomst in overleg te treden met de andere partij om de ontstane situatie en de consequenties daarvan te bespreken en zo mogelijk in overleg op te lossen. 18.3 Ontbinding als bedoeld onder 18.1 vindt buitengerechtelijk plaats door middel van een aangetekende brief aan de wederpartij, binnen 6 maanden nadat de betreffende wijziging van omstandigheden of onvoorziene omstandigheid zich heeft voorgedaan. Na het verstrijken van deze termijn vervalt het recht op ontbinding van de overeenkomst. Artikel 19 Wijzigingen overeenkomst Wijzigingen in de overeenkomst zijn slechts mogelijk na overeenstemming tussen partijen. Deze wijzigingen treden in werking na ondertekening door beide partijen van de schriftelijke vastleggging daarvan tenzij partijen een andere ingangsdatum van de wijzigingen overeenkomen.
Paraaf Gemeente Tiel:
Paraaf AVRI:
8
GemeenteTiel Artikel 20 Dienstverleningsovereenkomst (DVO) 20.1 In onderling overleg leggen partijen de werkzaamheden en samenwerking vast in een dienstverleningsovereenkomst. De dienstverleningsovereenkomst wordt schriftelijk vastgelegd en moet zijn ondertekend door tekenbevoegde personen van partijen. 20.2 Wijzigingen van de dienstverleningsovereenkomst worden beschouwd als de vastlegging van nieuwe uitvoeringsafspraken en worden vastgesteld conform de afgesproken werkwijze hiervoor in deze overeenkomst. 20.3 Jaarlijks, na vaststelling van de gemeentelijke begroting, moet de dienstverleningsovereenkomst in onderlinge overeenstemming aangepast worden. In principe zullen taken zoveel mogelijk geclusterd worden. 20.4 De dienstverleningsovereenkomst is gedurende het kalenderjaar (na vaststelling van de gemeentelijke begroting) maatgevend en kaderstellend voor de door AVRI uit te voeren werkzaamheden. Tijdens het jaar kunnen eventuele afwijkingen, onduidelijkheden en leemtes in de dienstverleningsovereenkomst worden aangepast. Deze wijzigingen dienen schriftelijk te worden vastgelegd en voor inwerkingtreding door beide partijen te worden ondertekend. 20.5 De dienstverleningsovereenkomst wordt schriftelijk opgesteld door de gemeente in overleg met AVRI. Artikel 21 Wanprestatie 21.1 Als een partij tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst kan de wederpartij haar in gebreke stellen. De nalatige partij is echter onmiddellijk in gebreke als voor de nakoming een termijn is afgesproken en zij binnen deze termijn niet nakomt of als de nakoming van de desbetreffende verplichting anders dan door overmacht, binnen de overeengekomen termijn reeds blijvend onmogelijk is. 21.2 De ingebrekestelling geschiedt schriftelijk per aangetekende brief, waarbij aan de nalatige partij een redelijke termijn wordt gegund om alsnog haar verplichting na te komen. 21.3 Deze termijn is een fatale termijn. Als nakoming binnen deze termijn uitblijft, is de nalatige partij in verzuim. 21.4 Bij verzuim heeft de partij het recht de overeenkomst door middel van een buitengerechtelijke verklaring te ontbinden. 21.5 Een partij die toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen is tegenover de wederpartij aansprakelijk voor de door haar geleden dan wel te lijden schade. De nalatige partij
Paraaf Gemeente Tiel:
Paraaf AVRI:
9
GemeenteTiel vrijwaart de wederpartij voor eventuele aanspraken van derden op vergoeding van schade als gevolg van bedoeld tekortschieten. 21.6 De kosten van alle gerechtelijke en buitengerechtelijke maatregelen, waaronder in ieder geval zijn begrepen incassokosten en kosten van rechtskundige bijstand, door een partij gemaakt in verband met die niet nakoming en/of overtreding door de wederparij die in gebreke blijft, zijn voor rekening van die partij. Artikel 22 Overmacht 22.1 Partijen onderkennen dat overmacht van invloed kan zijn op de uitvoering van deze overeenkomst. 22.2 Als een partij door overmacht wordt getroffen dient deze de wederpartij daarvan onmiddellijk mondeling en schriftelijk per aangetekende brief in kennis te stellen. 22.3 Onder overmacht wordt in ieder geval niet verstaan: onvoldoende beschikbaarheid van personeel, ziekte van personeel, stakingen, ongeschiktheid van materieel of programmatuur, het tekortschieten van door de wederpartij ingeschakelde derden en liquiditeits- of solvabiliteitsproblemen van de wederpartij of van door haar ingeschakelde derden. 22.4 Ingeval van overmacht van de wederpartij treden partijen onmiddellijk met elkaar in overleg ter regeling van de gevolgen, waarbij zich de volgende mogelijkheden voordoen: het opschorten van de uitvoering van de overeenkomst, het wijzigen van de overeenkomst of het geheel of gedeeltelijk ontbinden ervan. 22.5 Indien partijen als gevolg van de overmachtsituatie overeenkomen de uitvoering van de overeenkomst gedurende een nader overeen te komen termijn op te schorten, dan blijven de gevolgen daarvan voor rekening en risico van partijen. 22.6 Als een partij, die door overmacht wordt getroffen, niet kan nakomen of tekortschiet in de nakoming na afloop van de ingevolge het onder artikel 24.5 overeengekomen termijn, dan heeft de wederpartij het recht de overeenkomst onmiddellijk bij aangetekende brief buiten rechte te ontbinden, zonder dat daardoor enig recht op schadevergoeding ontstaat. Artikel 23 Einde overeenkomst 23.1 Als de overeenkomst om welke reden dan ook eindigt, zullen partijen, onverminderd het overigens in de overeenkomst bepaald, die maatregelen nemen, die ertoe leiden dat de in de overeenkomst bedoelde werkzaamheden zo spoedig mogelijk weer door de gemeente dan wel door de gemeente aangewezen derde, kunnen worden voortgezet.
Paraaf Gemeente Tiel:
Paraaf AVRI:
10
GemeenteTiel 23.2 Verplichtingen die naar hun aard bestemd zijn ook na ontbinding van de overeenkomst voort te duren, blijven na ontbinding van de overeenkomst bestaan. Tot deze verplichtingen behoren onder meer: geheimhouding, geschillenbeslechting, toepasselijk recht. Artikel 24 Bijlagen Bij de Overeenkomst behoren de daarmee onverbrekelijk deeluitmakende navolgende bijlagen: Bijlage 1: Dienstverleningsovereenkomst tussen gemeente Tiel en Regio Rivierenland/AVRI inzake de uitvoering van toezicht- en handhavingstaken Bijlage 2: Lijst aanduiding overgaand personeel. Bijlage 3: Sociaal Statuut gemeente Tiel. Bijlage 4: Sociaal Plan gemeente Tiel. Aldus verklaard, in tweevoud opgemaakt en ondertekend te Tiel op ……..…. 2014 De gemeente Tiel, de burgemeester,
Regio Rivierenland, gemachtigde, directeur AVRI,
Ir. J. Beenakker
E.J. de Vries
Paraaf Gemeente Tiel:
Paraaf AVRI:
11
Bespreeknota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheimhouding:
Commissie Bestuur College van B&W Projectplan Leerwerkbedrijf restaurant Zohra Burgemeester Beenakker 12 november 2013 Nee
Vraag aan de commissie: 1. Kunt u zich vinden in de start van het leerwerkbedrijf (zoals beschreven in bijgevoegd projectplan) en de daarbij toegezegde bijdrage in de Raad van 6 november jl. van € 50.000 beschikbaar te stellen.
Context / achtergrondinformatie: Tiel kent een criminele groep jongeren die verantwoordelijk is voor een behoorlijk deel van de criminaliteit in Tiel. Op deze groep wordt een intensieve integrale aanpak toegepast. Naast een stevige repressieve aanpak door politie en Openbaar Ministerie wordt ook de zogenaamde wrap around aanpak toegepast. Dit wordt gecoördineerd door veiligheidshuis en gemeente. Als sluitstuk van deze aanpak is het leerwerkbedrijf een belangrijk onderdeel. Deze jongeren, het gaat hierbij hoofdzakelijk om Marokkaans-Nederlandse risicojongeren, beschikken vaak niet over een startkwalificatie en zijn veelal moeilijk bemiddelbaar. In de begrotingsraad van 6 november heeft burgemeester Beenakker een voorstel gedaan om een bedrag van € 50.000 beschikbaar te stellen voor de start van een leerwerkbedrijf. De Raad heeft in meerderheid hiermee ingestemd onder voorwaarde dat het projectplan nog eerst in de commissie Bestuur wordt besproken. Met dit project wordt beoogd om jongeren uit de criminaliteit te halen en ze te voorzien van een startkwalificatie met het uiteindelijke doel om door te kunnen stromen naar de reguliere arbeidsmarkt of een vervolgopleiding in het reguliere onderwijs. Dit geldt ook voor die jongeren die terugkeren uit detentie en hiermee een perspectief kan worden geboden. Dit voorstel is gebaseerd op de volgende argumenten: De doelgroep is verantwoordelijk voor een behoorlijk deel van de criminaliteit, waaronder woninginbraken De doelgroep kent een slechte arbeidsparticipatie en een zeer hoge werkloosheid Door het leerwerk bedrijf worden ze in staat gesteld hun leven weer op de rit te krijgen, uit de criminaliteit te komen en te worden voorzien van een startkwalificatie. Hierdoor neemt de kans op een baan aanzienlijk toe Door dit project uit te voeren ontstaat een volledige integrale aanpak van de criminele groep. Niet alleen een repressieve aanpak door politie en OM, de wrap around aanpak binnen het veiligheidshuis, maar ook het bieden van perspectief aan deze jongeren door dit project maakt de aanpak rond De aanpak van de criminele groep is op dit moment actueel. Daarvoor is ook van belang dat op korte termijn gestart moet worden met dit project omdat anders de integrale aanpak gevaar loopt bij uitstel van dit project. Investeren in deze doelgroep kost geld maar levert ook grote maatschappelijke voordelen op. Minder criminaliteit (en de daarmee gepaard gaande maatschappelijke kosten), meer jongeren met een startkwalificatie en minder uitkeringen zijn hiervan
voorbeelden. Op termijn betekent dit dus ook financiële voordelen. Naast een startbedrag van € 50.000, beschikbaar gesteld door de Raad op 6 november 2013, is een subsidieaanvraag gedaan bij Rijk en Provincie en wordt een beroep gedaan op diverse andere fondsen. Daarnaast worden participatiegelden ingezet (1 op 1 per jongere) Het idee voor dit project is (mede) afkomstig van een ondernemer die maatschappelijk bewust wil ondernemen. Dit past ook in de doelstellingen van het bevorderen van een zelfredzame samenleving.
Kanttekeningen 1 De betreffende ondernemer ondersteunen is gezien zijn motivatie en inzet verdedigbaar. Alleen de extra kosten die rechtsreeks op het project drukken worden gefinancierd en niet de reguliere exploitatielasten van het restaurant. 2 Ten aanzien van een gedeelte van de investering loopt de gemeente een beperkt risico dat bij faillissement van de ondernemer deze investering niet meer bijdraagt aan dit project 3 Wellicht kunnen andere bedrijven de ondersteuning van deze ondernemer aanmerken als ‘concurrentievervalsing’. Echter het unieke concept, de kennis en know how van de ondernemer (ook in het omgaan met deze jongeren) en het zijn van een rolmodel voor deze jongeren maakt dit zeker verdedigbaar. Ook wordt hiermee het initiatief van een ondernemer die maatschappelijk wil ondernemen hiermee ondersteunt. De voorbereidingen voor dit project zijn afgerond. Door de beschikbaar gestelde eenmalige bijdrage van de Raad en door de inzet van participatiegelden kan met het project een start worden gemaakt. Allereerst wordt gestart met de empowerment training. Op dit moment vindt selectie plaats van mogelijke kandidaten. Verwacht wordt dat het leerwerkbedrijf februari 2014 van start kan gaan. Gestart kan worden door de beschikbaar gestelde eenmalige bijdrage van de Raad. Op dit moment is een subsidieaanvraag gedaan bij Rijk en Provincie en wordt een beroep gedaan op diverse andere fondsen(burger weeshuis en start foundation). Daarnaast worden participatiegelden ingezet (1 op 1 per jongere)
Bijlagen: 1. Projectplan leerwerkbedrijf restaurant Zohra
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Programmabureau veiligheid Erik van Keken en Noor Smits 0344637362
[email protected],
[email protected]
Projectplan Leerwerkbedrijf restaurant Zohra Concept
Met respect voor mens en milieu.
Zohra is een Arabische naam en is afgeleid van het Arabische werkwoord 'zahara'. En dat betekent o.a. 'bloeien', 'stralen' en ‘schijnen’.
Zohra is een bloeiend en een stralend leerwerkbedrijf.
1
Inhoudsopgave Inleiding
3
2. Korte omschrijving van het horecaleerwerkbedrijf Zohra
4
3. Aanleiding voor het leerwerkbedrijf Zohra
5
4. Het probleem
6
5. Doelgroep
7
6. Doelen en werkwijze van het leerwerkbedrijf
8
7. Empowermenttraining & opvoedingstraining aan ouders
10
8. Eindproduct en resultaatbeschrijving
11
9. Het belang van het leerwerkbedrijf
13
10.Het restaurantconcept en het Zohra team
14
11.Samenwerkingspartners
15
12. Projectorganisatievorm
16
13. Planning
17
14. Evaluatiemomenten
18
15. Investeringsbegroting
19
16. Tot slot
21
Bijlage 1De ondernemer
22
2
Inleiding Vanuit het veiligheidshuis rivierenland en overige risicojongeren- en veelplegersoverleggen zijn er ongeveer 50 jongeren, tussen de 15 en 23 jaar, in beeld die niet beschikken over een startkwalificatie, een strafblad hebben en moeilijk bemiddelbaar zijn met alle gevolgen voor de persoonlijke situatie, maar ook voor de openbare orde en veiligheid. Sommige van deze jongeren maken onderdeel uit van de criminele jeugdgroep en zijn vermoedelijk verantwoordelijk voor een deel van de ca. 600 woninginbraken, per jaar, in de gemeente Tiel. Het criminaliteitspatroon van deze groep wordt gekenmerkt door lichte en zware vermogensdelicten. Naast woninginbraken, wordt deze groep ook in verband gebracht met andere delicten zoals vernieling, openlijke geweldpleging en mishandeling. Kenmerkend aan deze groep jongeren is dat zij criminaliteit plegen voor financieel gewin, in plaats van de kick of status. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om Marokkaans-Nederlandse risicojongeren. Daarnaast zijn er enkele jongeren van Somalische en Turkse etnische achtergrond. Het gaat om jongeren die in principe over de capaciteiten beschikken om hun schoolloopbaan met minimaal een startkwalificatie af te sluiten, maar die door een opeenstapeling van problemen (gedragsproblemen, instabiele thuissituatie, schulden, criminaliteit etc.) een groot risico lopen op school- en maatschappelijke uitval. Deze jongeren hebben een gecombineerd aanbod nodig waarbij intensieve begeleiding, zorg- en hulpverlening nauw verbonden is met het onderwijs- en werkaanbod, in een op het individu afgestemd traject. Als oplossingen voor dit probleem is het idee ontstaan om, in samenwerking met het Noord Afrikaanse en Midden Oosten restaurant Zohra, een leerwerkbedrijf te creëren. Zodat deze jongeren, ondanks eerdere tegenslagen, toch opgevangen kunnen worden en een vak kunnen leren. Naast beroeps-, werknemers- en sociale vaardigheden, wordt binnen het leerwerkbedrijf ook aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. Verder biedt het leerwerkbedrijf de jongeren de kans om zelfstandig te worden op persoonlijk vlak en om kwaliteiten en talenten zichtbaar te maken. Ook als die eventueel op andere vakgebieden liggen. Hoofddoel van het leerwerkbedrijf is dat deze jongeren in eerste instantie opgevangen worden. De jongeren die het talent hebben voor de horeca krijgen de kans gekwalificeerde horecamedewerkers te worden. Jongeren waarbij het talent op een ander vakgebied ligt worden ook opgevangen en verlaten de leerwerkplek pas op het moment dat een doorstroommogelijkheid of een aangepast traject gerealiseerd is. Voor alle jongeren geld het uiteindelijk doel om door te kunnen stromen naar de reguliere arbeidsmarkt of een vervolgopleiding in regulier onderwijs. Het leerwerkbedrijf biedt ook aan vrouwen, die zich hebben aangesloten bij bestaande projecten met betrekking tot koken en activering, de kans om horeca-ervaring op te doen. Deze vrouwen krijgen binnen het restaurant de gelegenheid om te ervaren wat het betekent om in een restaurantkeuken en in de bediening te werken. Verder krijgen zij de kans om hun landseigen producten o.a. via catering op de markt te brengen.
3
2.
Korte omschrijving van het horecaleerwerkbedrijf Zohra
Jaarlijks worden ongeveer 20 jongeren door het leerwerkbedrijf opgevangen en geholpen aan zinvol werk en een opleiding. Zoals in de inleiding is aangegeven wordt binnen het leerwerkbedrijf aandacht besteed aan vakkennis, werknemers- en sociale vaardigheden en sociaal-emotionele ontwikkeling. Naast de praktische begeleiding in het restaurant, volgen deze jongeren een speciaal ontwikkelde en vernieuwende empowerment- c.q. motivatietraining. Verder krijgen deze jongeren ook ondersteuning op de andere leefgebieden (wonen, gezinssituatie, dagbesteding, financiën en sociaal netwerk) waar deze jongeren in zijn vastgelopen. Het leerwerkbedrijf draagt ook een belangrijk opvoedingsaspect in zich. De jongeren leren “indirect” ook “huishoudelijke” taken en vaardigheden die hen helpen om voor zichzelf en voor anderen te kunnen zorgen, zoals: - afwassen, - koken (voor zichzelf en voor anderen), - persoonlijke hygiëne (zichzelf onderhouden en verzorgen), - hygiënisch werken, - op orde houden van de werkplek, - onderhouden van werkkleding, - milieu, o.a. scheiden van aval, - gezondheid en voeding, - initiatief nemen - etc. Verder biedt een horeca leerwerkbedrijf ook de mogelijkheid om andere talenten en kwaliteiten zichtbaar te krijgen die eventueel op een ander vakgebied liggen. En omdat het restaurant Zohra een aansluiting heeft gevonden met vrouwenprojecten, met betrekking tot koken en activering, wordt er een uniek samenwerkingsverband gecreëerd wat de betrokken partijen grote mogelijkheden biedt. Naast dat de vrouwen de nodige horeca-ervaring op kunnen doen, krijgen zij ook de kans om met jonge mensen, restaurantgasten, (catering)opdrachten en cateringopdrachtgevers te leren werken. Hiertegenover krijgen de jongeren door dit samenwerkingsverband de kans om kennis te maken met verschillende wereldkeukens, samen te werken met volwassenen, met diverse culturele achtergronden, en met het vrouwelijk geslacht. Het restaurant en het leerwerkbedrijf Zohra wordt geleid door de heer Mohamed Akrouni, een Nederlandse/ Marokkaanse ondernemer. Voor de achtergrond van deze ondernemer wordt verwezen naar zijn CV.
4
3.
Aanleiding voor het leerwerkbedrijf Zohra
Uit onderzoek van het Forum instituut voor multiculturele vraagstukken (de Forum Monitor van juli 2012) blijkt dat de werkloosheid onder jongeren van 15 tot 25 jaar in snel tempo toeneemt. De werkloosheid onder autochtone jongeren is in het eerste kwartaal van dit jaar naar 10 procent gestegen en onder allochtone leeftijdgenoten zie je een stijging van 22 tot 29 procent. Van de jongeren met een niet westerse afkomt, is 29% werkloos en van de Marokkaanse jongeren zelfs 39 %. Volgens het onderzoek van Forum (Forum Factsheet februari 2011) heeft de oorzaak van de werkloosheid, voor de allochtone jongeren, te maken met: - een te laag opleidingsniveau, - te weinig relevante werkervaring, - gebrekkige bemiddeling en toeleiding, - vooroordelen en discriminatie, - een beperkt sociaal netwerk, - een gebrek aan cultureel kapitaal en mindere taalvaardigheid, - gezondheid en werkstress. Deze barrières maken het voor allochtone jongeren, vooral voor Marokkaanse jongeren, moeilijk om werk te vinden wat vervolgens weer kan resulteren in crimineel gedrag, voornamelijk in de sfeer van het plegen van vermogensdelicten en overlast op straat. Tiel kent een criminele jeugdgroep die zich voornamelijk bezig houdt met woninginbraken en waarvan 95% van Marokkaanse afkomst. En volgens de AD misdaadmeter staat gemeente Tiel op nummer 1 als het gaat om gemeenten waar het meest wordt ingebroken. Een inventarisatie van de groep Tielse/Marokkaanse jongeren leert dat veel van hen werk zouden willen vinden in de horeca. En omdat een horeca leerwerkbedrijf meer dan alleen scholing in vakkennis, werknemers- en sociale vaardigheden te bieden heeft, is het idee opgevat tot de oprichting van een horeca leerwerkbedrijf. Deelnemers hieraan worden geselecteerd uit de doelgroep van de criminele jongeren in de leeftijd tussen 15 en 23 jaar zonder of met een gebrekkige startkwalificatie, vaak in combinatie met een LVG achtergrond.
5
4.
Het probleem
Het probleem is dat we te maken hebben met kwetsbare jongeren die problemen hebben op meerdere gebieden, met alle gevolgen voor de persoonlijke situatie, de omgeving maar ook voor de openbare orde en veiligheid. De eerder omschreven achterstand is voelbaar in de bemiddeling van deze doelgroep naar werk. Verder zien we een toename van het aantal vermogensdelicten, voornamelijk woninginbraken en overlast op straat. Ook is er sprake van het feit dat werkbedrijven zich in de bemiddeling en toeleiding naar werk meer richten op de hoger opgeleide groep van allochtonen, aangezien de bemiddeling sneller en efficiënter verloopt waardoor doelstellingen eerder worden gehaald (zie Forum Factsheet februari 2011). Bij de jongeren zelf zien we dat zij het vertrouwen in de autochtone bevolking hebben verloren, door de opgeworpen en eerdere beschreven barrières. Daarnaast speelt het trots kunnen zijn op de eigen culturele achtergrond en het op kunnen zien tegen een rolmodel uit eigen kring, bij vooral jonge Marokkanen, een belangrijke rol. En aangezien het cultureel kapitaal (de kennis van de sociale codes van de autochtone bevolking ) en het sociaal netwerk van deze groep beperkt is, zijn zij geneigd zich te richten op het eigen sociale netwerk en men wil eigenlijk alleen hierdoor worden aangesproken. De Nederlandse/Marokkaanse ondernemer is bij uitstek in staat vanuit het eigen sociale netwerk een brug te slaan naar de netwerken van de autochtone bevolking. Maatschappelijk gezien heeft deze ondernemer de aansluiting met de autochtonen bevolking gemaakt en kan hij deze kennis inzetten om de groep te motiveren eenzelfde stap te maken. Daarnaast fungeert Mohamed Akrouni als rol model, iemand om tegen op te kijken en die het heeft gemaakt. Iets wat deze doelgroep erg aanspreekt.
6
5.
Doelgroep
5.1.
Primaire doelgroep
De primaire doelgroep zijn jongeren tussen de 15 en 23 jaar oud met geen tot geringe maatschappelijke participatie. Ze hebben problemen met het vinden en/of behouden van werk of een opleiding. Een zinvolle dagbesteding ontbreekt of er is sprake van een patroon van snel wisselende dagbesteding. Hierdoor ontbreekt een gestructureerd leef- en dagritme. Veel van deze jongeren zijn in aanraking geweest met politie en/of justitie. Daarnaast zijn er (meestal) problemen in de thuissituatie en groeien zij op in een achterstandspositie. Ze gedragen zich passief en negatief en de sociale communicatieve vaardigheden zijn vaak matig tot zwak ontwikkeld. En doordat ze meer bekend zijn met tegenslagen dan met succes zijn ze teleurgesteld in zowel zichzelf als in de samenleving. 5.2.
Secundaire doelgroep
Secundaire doelgroep zijn vrouwen in een uitkeringssituatie, die zich hebben aangesloten bij het projecten met betrekking tot koken en activering en graag iets willen doen met hun talent op het gebied van koken. Deze vrouwen krijgen de mogelijkheid binnen het leerwerkbedrijf horecaervaring op te doen, het persoonlijk talent verder te ontwikkelen en de horecasector te verkennen. Naast ervaring en verkenning biedt het leerwerkbedrijf deze vrouwen ook de mogelijkheid om in loondienst te treden en binnen het bedrijf carrière op te bouwen.
7
6.
Doelen en werkwijze van het leerwerkbedrijf
6.1.
Doelen van het leerwerkbedrijf
Het leerwerkbedrijf biedt op de eerste plaats jongeren, met een afstand op de arbeidsmarkt, de mogelijkheid gekwalificeerde horecamedewerker te worden. Waarna zij door kunnen stromen naar de reguliere arbeidsmarkt of een vervolgopleiding in regulier onderwijs. Jongeren waarbij het talent op een ander vakgebied ligt worden ook opgevangen en verlaten de leerwerkplek pas op het moment dat een doorstroommogelijkheid of een aangepast traject gerealiseerd is. Om dit doel te kunnen realiseren, richt het leerwerkbedrijf zich ook op een aantal voor de toeleiding voorwaardelijke aspecten zoals: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Structuur en oplossingen op de vijf leefgebieden; een persoonlijk stappenplan met een helder en haalbaar geformuleerde doel; inzicht krijgen in eigen identiteit, kwaliteiten, vaardigheden en mogelijkheden; ontwikkelen van voldoende werknemers- en sociale communicatieve vaardigheden; het ontwikkelen van basisvaardigheden van het koken en serveren. Het opbouwen van een sociaal netwerk dat aanvullend en ondersteunend is.
6.2.
De werkwijze
De werkwijze die het leerwerkbedrijf hanteert is in grote lijnen gebaseerd op het gedachtegoed van Jamie Oliver’s Fifteen in Londen/Amsterdam en The Colour Kitchen. Kern van het concept is dat speciaal voor jongeren die de boot dreigen te missen een omgeving binnen het leerwerkbedrijf wordt gecreëerd waarin jongeren, ondanks eerdere tegenslagen, toch een vak kunnen leren. Naast beroeps- , werknemers- en sociale vaardigheden wordt ook aandacht besteed aan sociaal-emotionele ontwikkeling. Binnen het leerwerkbedrijf worden de jongeren allround praktisch geschoold in de keuken en bediening. Jongeren die de routine van een onderdeel onder de knie hebben, maken promotie en gaan over naar een ander onderdeel tot aan het moment dat ze alles onder de knie hebben en allround medewerker zijn geworden. Deze werkwijze stimuleert en is belangrijk voor het zelfbeeld en succeservaring en het brengt de jongeren dichter bij hun doel. Namelijk doorstromen naar betaalde arbeid of een vervolgopleiding in regulier onderwijs. Of een combinatie van werken en leren. Het leerwerkbedrijf werkt naast het vaste team van begeleiders ook met gastdocenten die ingehuurd worden voor specifieke thema’s of onderdelen. De jongeren leren o.a.: - Beroepshouding - Basisvaardigheden van het koken en serveren - Persoonlijke kwaliteiten - Netheid en zorgvuldigheid - Respect (ook voor voedsel, dier en milieu) - Omgaan met werkdruk /stress - Klant- gastgericht werken - Gevoel voor dienstverlening - Resultaat gericht werken - Bereiden van gerechten - Creativiteit (bij de samenstelling van gerechten) 8
- Sociale vaardigheden - Veilig werken - Zelfstandig werken - Omgaan met mensen - Snelheid - Zelfvertrouwen - Representativiteit - Hygiënisch werken - Ondernemend - Commerciële instelling - Werken in team verband
6.3.
Begeleiding naar werk of scholing
Bij het zoeken naar werk of scholing worden de jongeren gecoacht door een “Job coach”. De coach en de jongere maken gezamenlijke afspraken over de wederzijdse verwachtingen, waarbij het uitgangspunt is dat de jongere zich inzet naar vermogen. Het kan zijn dat niet direct wordt gezocht naar de ultieme baan, maar dat een jongere via tussenstations verdere werkervaring opdoet. Dit kan een belangrijke opstap zijn naar het uiteindelijke doel: duurzame deelname aan het arbeidsproces. 6.4.
Diverse begeleiding- en werkmethodes
Verder hanteert het leerwerkbedrijf diverse begeleiding- en werkmethodes zoals de peer education methode. Peer education betekend leren van gelijken. In de praktijk komt het er op neer dat jongeren van elkaar leren. Verder wordt deze methode ook ingezet om leeftijdgenoten positief te beïnvloeden op bewust-wording en gedragsverandering. Het positieve van deze methode is dat jongeren sneller iets van leeftijdsgenoten aannemen dan van volwassenen. Jongeren die de juiste inzet vertonen en een positieve ontwikkeling doormaken komen in aanmerking voor de titel peer educator. Een peer educator is een jong rolmodel, coach, die zijn kennis overdraagt aan leeftijdsgenoten. Het vaste jonge medewerkersteam van het restaurant fungeert ook als rolmodel c.q. peer educator.
9
7.
Empowerment- c.q. motivatietraining &opvoedingstraining aan ouders
7.1.
Empowerment- c.q. motivatietraining
Naast de praktische begeleiding in het restaurant volgen de jongeren een speciaal ontwikkelde en vernieuwende empowerment- c.q. motivatietraining. De training is voor een groot deel gebaseerd op de Wet van de aantrekkingskracht, positief denken, verbinding met de innerlijke krachtenbron, waarden en normen, omgaan met teleurstellingen en identiteit. Deelnemers gaan putten uit hun eigen krachten en mogelijkheden, wat helpt om meer zeggenschap te krijgen over hun eigen bestaan. Verder heeft de training als doel om het zelfvertrouwen, het zelfbewustzijn en het positief zelfbeeld te vergroten. Ook leren de deelnemers hoe zij op eigen kracht, op eigen initiatief en met inzet van hun talenten hun problemen zelf kunnen oplossen. Daarnaast is een belangrijk onderdeel het toerusten en stimuleren van maatschappelijke participatie, zodat de deelnemers in staat zijn zelfstandig in de samenleving te functioneren op een plek die zo goed mogelijk aansluit op hun wensen en competenties. 7.2.
Opvoedingstraining aan ouders
Ook word er een opvoedingstraining aan de ouders van de doelgroep verzorgd. De opvoedingstraining bestaat uit vijf bijeenkomsten, van twee en half uur. Elke bijeenkomst heeft een thema, maar in iedere bijeenkomst wordt ingegaan op de actualiteit die de ouders tegenkomen. De eerste bijeenkomst staat in het kader van persoonlijk kennismaken, inventarisatie van vragen rondom de opvoeding en uitleg over de training. Tijdens de tweede bijeenkomst wordt ingezoomd op ‘goed ouderschap’ en universele opvoedingswaarden. De derde bijeenkomst staat in het teken van belonen, straffen en negeren. De vierde bijeenkomst richt zich op het thema ‘bemoedigend opvoeden’. Op de vijfde en laatste bijeenkomst komen onderwerpen aan bod die eerder genoemd zijn maar nog niet besproken. Rekeninghoudend met de culturele code volgen de vaders en moeders de opvoedingstraining in aparte groepen. Tijdens de training wordt communicatie tussen ouders en kinderen, thuis, gestimuleerd. De groep bestaat per keer uit maximaal acht ouders. Er is bewust gekozen voor kleinere groepen, zodat elk individu voldoende aandacht kan krijgen. Verder leert dat kleine groepen het leerresultaat en veiligheid verhoogt.
10
8.
Eindproduct en resultaatbeschrijving
8.1.
Eindproduct en resultaatbeschrijving van het leerwerkbedrijf 1. Het leerwerkbedrijf biedt een concrete oplossing voor het feit dat er in relatie met de doelgroep een mis match is tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. 2. Ongeveer 20 jongeren per jaar worden binnen het leerwerkbedrijf allround praktisch geschoold in de keuken en bediening. 3. Elk jaar stroomt minimaal de helft door naar betaalde arbeid of een vervolgopleiding in regulier onderwijs. 4. Als eindresultaat van de empowermenttraining heeft iedere deelnemer een stappenplan met een concreet en haalbaar doel. 5. Een daling van het werkloosheid percentage van deze jongeren van 5 % ten opzichte van 2012 6. Met het leerwerkbedrijf wordt tevens getracht om het aantal vermogensmisdrijven zoals diefstal en inbraak te verminderen (bijvoorbeeld met 10 % ten opzichte van 2012) 7. Een concrete beschrijving van de methodiek van de leerwerkaanpak.
8.2.
Eindproduct en resultaatbeschrijving in relatie met de jongeren 1. Doordat de jongeren binnen het leerwerkbedrijf in gesprek komen met leeftijd, c.q. Lotgenoten, gaan zij ervaren dat er meer mensen zijn met dezelfde achtergrond en problematiek. Dit bewustzijn geeft de jongeren een impliciet gevoel van (meer) veiligheid en begrip. Lotgenoten geven elkaar steun en inzicht in het omgaan met ervaren problematiek. Samen met een ander in een soortgelijke situatie is er sprake van herkenning en erkenning. Zo vormen zij een positief ondersteunend netwerk van ‘gelijken’. 2. De deelnemende jongeren vergroten hun inzicht in eigen talenten, kwaliteiten en mogelijkheden. Dit inzicht helpt de jongeren dat zij hun eigen kwaliteiten, talenten en mogelijkheden herkennen, ervaren en leren te gebruiken. Door dit inzicht en door gebruik te maken van de eigen kwaliteiten, talenten en mogelijkheden versterkt het gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Ook bewust worden van beperkingen en grenzen helpt de jongeren het zelfvertrouwen en het zelfbeeld te vergroten. 3. De jongeren worden getraind in sociale en emotionele weerbaarheid. Ze leren hun sociale vaardigheden in te zetten i.p.v. fysieke weerbaarheid. En door bewust te zijn van de eigen emoties, deze te kunnen herkennen en te erkennen maakt dat er meer mogelijkheden ontstaan voor zelfreflectie. Nadenken over eigen handelen, leidt tot zelfontwikkeling en zelfvertrouwen. En door verantwoording te nemen voor de eigen emoties ontstaat een sterk onafhankelijkheidsgevoel en diepe innerlijke rust. De toename van sociale en emotionele weerbaarheid maakt dat de jongeren beter worden in het inzetten van de eigen kwaliteiten. 4. Gedurende de deelname aan het leerwerktraject wordt er gewerkt aan bewustwording van gedrag en attitudeverandering. De jongeren zullen op een gegeven moment in staat zijn te beoordelen welk gedrag in sociale situaties het leefklimaat positief beïnvloeden en welke een negatieve invloed hebben. En maken op grond van dit oordeel bewuste keuzes voor hun eigen gedragsrepertoire. 11
5. O.a. door opvoeding, normen, niet realistische idealen, onverwerkte teleurstellingen en ervaringen zijn deze jongeren verder afkomen te staan van wie ze werkelijk zijn. Patronen, opvattingen, overtuigingen en gedachten en de onzekerheid en angst die daaruit ontstaat maken dat deze jongeren vaak niet voluit leven met alles wat er is. Met als resultaat dat deze jongeren vaak in het verleden en in de toekomst leven en vergeten dat het leven zich in het NU afspeelt. Vooral de empowerment training maakt dit duidelijk. 6. Het is voor deze jongeren erg belangrijk om bewust te worden van opvattingen en gedachten die te maken hebben met “oude” overtuigingen. Door te kijken naar wat de basis is van innerlijke gevoelens, gedachten en overtuigingen en waar hun overtuigingen op gebaseerd zijn, worden zij er van bewust dat zij hun overtuigingen en beperkingen los moeten laten, zodat het meer levensvreugde, overgave aan het leven en creativiteit oplevert. Belangrijk bij dit hele proces is dan ook dat zij inzien wat positief of negatief is. 7. Doordat de jongeren tijdens het traject het zelfvertrouwen, het zelfbeeldbewustzijn en weerbaarheid vergroten, helpt dit de jongeren om het functioneren in de maatschappij (school, gezin, werk) soepeler te laten verlopen. 8. Naast de emotionele en sociale begeleiding worden de jongeren allround praktisch geschoold in de keuken en bediening. De jongeren krijgen de kans om de fijne kneepjes van het horeca vak te leren en daarmee een kans maken op een carrière in de horeca. Naast vakkennis nemen de jongeren actief deel aan de ontdekkingsreis van duurzaamheid, en worden ze getraind in werknemersvaardigheden. Werknemersvaardigheden en scholing worden het beste aangeleerd in een werkomgeving. 9. De jongeren leren binnen het leerwerkbedrijf om voor zichzelf te zorgen en de regie over het eigen leven te nemen. Dit versterkt het gevoel van zelfstandigheid en het dragen van maatschappelijke verantwoordelijkheid. 10. Als eindresultaat van de empowerment training heeft iedere deelnemer een stappenplan met een concreet en haalbaar doel. In dit stappenplan wordt nauwkeurig omschreven wat de aandachtspunten zijn bij de te zetten stappen. Hiermee heeft zowel de deelnemer als de begeleiding een instrument in handen, waarmee het proces nauwkeurig gevolgd kan worden. Kortom: Iedere jongere die het afgesproken leerwerktraject met succes heeft afgerond, is in staat een volgende stap te maken naar de reguliere arbeids- en scholingsmarkt. Hiernaast hebben de jongeren meer zelfinzicht, eigenwaarde en zelfvertrouwen gekregen. Ze zijn meer weerbaarder geworden, waardoor het functioneren in de maatschappij soepeler zal verlopen. Deze jongeren zullen gedurende het leerwerktraject inzicht krijgen in wie ze daadwerkelijk zijn. En inzicht in hun persoonlijke kwaliteiten, talenten en mogelijkheden. Dit inzicht zorgt ervoor dat zij werkelijk contact kunnen maken met wie ze werkelijk zijn, wat ze kunnen en wat ze willen. En hiermee wordt een antwoord gegeven op één van de levenstaken, namelijk het hebben van een toekomstperspectief.
12
9. Het belang van het leerwerkbedrijf Zoals eerder is aangeven gaat het om kwetsbare jongeren die problemen hebben op meerdere gebieden. Zij hebben een gecombineerd aanbod nodig waarbij intensieve begeleiding en zorg- en hulpverlening nauw verbonden is met het onderwijs- en werkaanbod, in een op het individu afgestemd traject. Het gaat hierbij om jongeren die een inhaalslag moeten maken in hun ontwikkeling én zij moeten de nodige ervaringen verwerken, een plek geven en hierin keuzes maken. Het gaat hierbij om jongeren die door samenleving overvraagd worden, door van hen te verwachten dat zij zich op zeer jonge leeftijd het wel zullen redden. Deze verwachting heeft de maatschappij ook niet bij jongeren die een betere start maken in het leven! Van belang is uitval te voorkomen en problemen die maatschappelijke ontwikkeling van jongeren in de weg staan op te lossen. Ook deze jongeren hebben recht op een plek op de arbeidsmarkt en als samenleving moeten we voorkomen dat zij afgeschreven worden. Zolang deze jongeren niet op de juiste wijze opgevangen worden en de economische crisis niet is bedwongen, zal de afstand tot de arbeidsmarkt voor deze groep alleen maar toenemen. Het gevolg hiervan kan zijn dat criminaliteit, zich uitend in een toename van het aantal vermogensdelicten, en overlast op straat, kan toenemen. Naast dat veiligheid een belangrijke prioriteit is in het nationale een lokale beleid, staat Tiel op nummer 1 als het gaat om gemeenten waar het meest wordt ingebroken (volgens de AD misdaadmeter). Deze argumenten maken het noodzakelijk om deze jongeren een toekomstperspectief te bieden en nu in te grijpen, om de veiligheid van Tiel beter te kunnen verbetern.
13
10.
Het restaurantconcept en het Zohra team 10.1.
Het restaurantconcept
Zohra is het enige restaurant in Tiel en omgeving dat zich richt op de Noord-Afrikaanse en Midden-Oosten keuken. Hierdoor biedt het de mogelijkheid om een leerwerkbedrijf te zijn voor de genoemde doelgroep. Voorts wil het restaurant zich ook gaan richten op catering en multiculturele feesten c.q. bruiloften in het voormalige pand van de Beurs, dat als zalen verhuur zal gaan fungeren. In een gesprek met de heer Mr. Alexander Breedijk van Bibitor BV, visionairs in horecavastgoed, over een mogelijke vestiging van het restaurant op het Korenbeursplein, is aangegeven dat de heer Breedijk een absolute maatschappelijke en economische haalbaarheid ziet in onderhavig plan. Op het Korenbeursplein wil hij alleen hoogwaardige horeca toestaan, waartoe hij dit idee ook wil rekenen. Verder onderscheidt dit restaurant zich door maatschappelijk maar ook duurzaam te willen ondernemen, waarmee het gelijkenis vertoont met een restaurant Fifteen in Amsterdam van Jamie Oliver en Buitensporig voor de LVG doelgroep in Tiel. 10.2.
Het team van het leerwerkbedrijf Zohra
De samenstelling van het team zal bestaan uit twee begeleiders van de jongeren, Mohamed Akrouni (tevens bedrijfsleider) en een assistent begeleider. Het team heeft als taak om de jongeren zowel in de groep als individueel te begeleiden in de basisvaardigheden van koken, serveren en werknemersvaardigheden. Naast vakkennis worden de jongeren geschoold in duurzaam koken en ondernemen. Verder wordt ook aandacht besteed aan sociaalemotionele ontwikkeling.
14
11.
Samenwerkingspartners
Onderstaande organisaties zijn nauw betrokken bij het leerwerkbedrijf. Gemeente Tiel Veiligheidshuis Restaurant Zohra Onderwijsinstellingen (ROC Rivor) 11.1.
Gemeente Tiel
Gemeente Tiel heeft de projectleiding. De projectleider bewaakt de voortgang van het proces en is intern en extern het aanspreekpunt voor het leerwerkbedrijf. De overige verantwoordelijkheden van de projectleider zijn. Het bewaken van de financiën (in relatie tot dit project); Verantwoordelijk voor de projectresultaten van het leerwerkbedrijf; Het onderhouden van interne en externe contacten Het rapporteren aan B&W en aan subsidieverstrekkers; 11.2.
Veiligheidshuis
Naast het Openbaar Ministerie, politie, reclassering, Jeugdzorg en de leerplichtambtenaar zijn veel organisaties aangesloten bij het veiligheidshuis. Het doel van dit samenwerkingsverband is om samen te zorgen dat ontspoorde jongeren niet in herhaling vallen. Door de korte lijntjes is de begeleiding optimaal. Het veiligheidshuis selecteert de jongeren die in aanmerking komen voor het leerwerkbedrijf. 11.3.
Restaurant Zohra
Restaurant Zohra is een uniek maatschappelijk verantwoord horecaonderneming, met een Noord Afrikaans en Midden-Oosten keuken. Daarnaast is het een leerwerkbedrijf voor jongeren met een afstand op arbeidsmarkt. 11.4.
Onderwijsinstellingen
Met diverse onderwijsinstellingen in de regio wordt samengewerkt en afgestemd op de leeractiviteiten en (vervolg)opleidingen. ROC Rivor is de belangrijkste samenwerkingspartner. ROC Rivor is het ROC voor regio Rivierenland, met vestigingen in Tiel, Geldermalsen, Culemborg en Zaltbommel. ROC Rivor biedt een breed scala aan beroepsopleidingen, cursussen en trainingen voor jongeren en volwassenen. ROC en Restaurant Zohra stemmen samen af wat de leeractiviteiten zijn voor de jongeren op de leerwerkplek.
15
12.
Projectorganisatievorm
De projectorganisatie bestaat uit een projectgroep, bestaande uit een vast team van 3 projectgroep leden die medeverantwoordelijk zijn voor het leerwerkbedrijf. Noor Smits is de projectleider en tevens voorzitter van deze projectgroep. De projectgroep is o.a. verantwoordelijk voor: Het monitoren van de voortgang van de werkzaamheden; Het monitoren van de voortgang van de jongeren; Het signaleren van knelpunten; Begeleidingssystematiek; 12.1
Projectgroep leden
De volgende personen zijn bij dit project betrokken: Naam Noor Smits Chris van der Lande
Organisatie Gemeente Tiel Veiligheidshuis Rivierenland
Mohamed Akrouni
Restaurant Zohra
Functie Projectleider Regionaal coördinator aanpak jeugdgroepen Bedrijfsleider en jongerenbegeleider
Overige leden zijn de hulpverleners die direct betrokken zijn bij de hulpverlening aan de jongeren. Voorbeelden hiervan zijn Humanitas, ROC Rivor en het werkcentrum Tiel. Naar aanleiding van de voortgangsbespreking zijn de desbetreffende hulpverleners aanwezig bij het overleg.
16
13.
Planning
Het leerwerk pilot project heeft een looptijd van 3 jaar. Bij succes wordt het leerwerkproject duurzaam voortgezet. 1.Voorbereidende fase (september/oktober/november 2013)
2. Start (oktober 2013)
3. Start empowerment training (november 2013)
4. Start leerwerkplek (ongeveer februari /maart 2014)
Als voorbereiding op de start in oktober 2013 hebben er inmiddels enkele voorbereidende gesprekken plaatsgevonden. De betrokken partijen hebben een intentieverklaring getekend waarin ze aangeven een innovatief en passend samenwerkingsaanbod te willen aanbieden. Het aanbod is primair gericht op de jongeren met een afstand op de arbeidsmarkt. Maar kan ook beschikbaar worden gemaakt voor andere kwetsbare doelgroepen. Er is een projectorganisatie opgezet met een projectwerkgroep, waarin eerder genoemde partijen vertegenwoordigd zijn. In deze projectgroep zit een projectleider die voortdurend bezig is met het bewaken van de doelstellingen van het leerwerkproject. In november start de empowermenttraining. Per keer worden 5 a 8 deelnemers geselecteerd om de speciaal ontwikkelde en vernieuwende empowerment- c.q. motivatietraining te volgen. Uit deze groep worden ongeveer 20 jongeren geselecteerd om in de leerwerkplek te plaatsen. Overige jongeren komen op de wachtlijst te staan, maar hebben na de training wel een concreet stappenplan waarmee zij i.s.m. met een coach alvast aan de slag kunnen om de persoonlijke doelstellingen te realiseren. De empowerment training vindt constant plaats, ook voor ander risico jongeren die via het veiligheidshuis in beeld komen. De empowerment training zorgt ook ervoor dat er een goed beeld en analyse kan komen van de jongeren. Begin 2014 gaat het restaurant/leerwerkplek starten. Om de 3 maanden vindt er een evaluatiemoment plaats, dat uit zal wijzen welke jongeren nog langer op de leerwerkplek moeten blijven en welke jongeren eventueel door kunnen stromen of een aangepast traject voor gevonden moet worden.
17
14.
Evaluatiemomenten
Er zullen jaarlijks 2 rapportage en 2 project evaluatiemomenten plaatsvinden. De eerste rapportage en evaluatiemomenten zullen plaatsvinden in april en oktober 2014. De uitkomsten hiervan zullen met B&W en subsidieverstrekkers besproken worden. De projectgroep heeft om de 3 maanden een evaluatiemoment, in het kader van de ontwikkelingen van de jongeren die deelnemen aan het leerwerkproject.
1. Eerste projectevaluatie moment (april 2014)
2. Tweede projectevaluatie moment (oktober 2014)
3. Start met het beschrijven van de methodiek van de leerwerkaanpak.
4. Derde projectevaluatie moment (april 2015)
5. Vierde projectevaluatie moment (oktober 2015)
6. Bespreking van de conceptbeschrijving van de methodiek van de leerwerkaanpak (oktober 2015). 7. Vijfde projectevaluatie moment (april 2016)
8. Bespreking van de definitieve beschrijving van de methodiek van de leerwerkaanpak (mei 2016). 9. Zesde en tevens de laatste projectevaluatie moment (oktober 2016)
In april 2014 vindt er een project evaluatiemoment plaats. De bevindingen en de voortgang zullen vertaald worden naar een rapportage. De uitkomsten en de rapportage zullen met B&W en subsidieverstrekkers besproken worden. In oktober 2014 vindt het tweede project evaluatiemoment plaats. De bevindingen en de voortgang worden vertaald naar een rapportage. Na het tweede project evaluatiemoment wordt gestart met het beschrijven van de methodiek van leerwerkaanpak. Doel hiervan is om de methodieken toepasbaar en overdraagbaar te maken. In april 2015 vindt het derde project evaluatiemoment plaats. De bevindingen en de voortgang worden vertaald naar een rapportage. In oktober 2015 vindt het vierde project evaluatiemoment plaats. De bevindingen en de voortgang zullen wederom vertaald worden naar een rapportage In oktober 2015 word de conceptbeschrijving van de methodiek van de leerwerkaanpak besproken en daar waar nodig aangepast.
In april 2016 vindt het vijfde project evaluatiemoment plaats. De bevindingen en de voortgang worden vertaald naar een rapportage. De uitkomsten en de rapportage zullen met B&W en subsidieverstrekkers besproken worden. Bij succes van het project wordt gestart met het vinden van de middelen om het project duurzaam voort te zetten. In mei 2016 wordt de definitieve beschrijving van de methodiek van de leerwerkaanpak besproken. Zodat deze vanaf medio oktober 2016 verspreid kan worden.
In oktober 2016 vindt de zesde en tevens laatste project evaluatiemoment plaats. De bevindingen en de voortgang worden vertaald naar een rapportage. De uitkomsten en de rapportage zullen met B&W en subsidieverstrekkers besproken worden.
18
15.
Investeringsbegroting
Om het niet commerciële onderdeel (het leerwerkbedrijf) te kunnen realiseren is een kapitaal nodig van € 360.000. Dit is gebaseerd op een instroom van 20 personen per jaar.
Investeringsbegroting
Opvang en begeleiding intern (1,5 FT) De opvang en begeleiding van de jongeren te vertalen naar een salaris gedurende eerste drie jaar. Hierbij gaat het om 1,5 begeleiders met een brutosalaris van € 2.626 (40 uur per week) Empowerment- c.q. motivatietraining 50 jongeren volgen de Empowermentc.q. motivatietraining in vijf groepen. Elk groep bestaat uit minimaal 8 en maximaal 10 deelnemers. De training bestaat uit 5 hoofdstukken verdeeld over 10 bijeenkomsten. Elke bijeenkomst bestaat uit twee dagdelen, waarin persoonlijke groei centraal staat. De training wordt door twee trainers verzorgd. Opvoedingstraining aan ouders Er zullen 50 opvoedingstraining bijeenkomstenplaats vinden. 25 voor de moeders en 25 voor de vaders. Verder is er bewust gekozen voor kleinere groepen, zodat elk individu voldoende aandacht kan krijgen. En zoals eerder is het een geven dat kleine groepen het leerresultaat en veiligheid verhogen Gastdocenten voor specifieke thema’s/onderdelen. Naast de praktische begeleiding in het leerwerkbedrijf wordt ook een beroep gedaan op gastdocenten die vanuit hun expertise specifieke thema’s behandelen. Bijdrage verbouwing keuken* Zoals eerder is aangeven is het noodzakelijk om de keuken zodanig te verbreden en aan te passen zodat de jongeren en de vrouwen van het
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
€ 53.000,00
€ 53.000,00
€ 53.000,00
€ 25.000,00
€ 25.000,00
€ 25.000,00
€ 15.000,00
€ 15.000,00
€ 15.000,00
€ 12.000,00
€ 12.000,00
€ 12.000,00
€ 20.000,00
19
wereldproject opgevangen en begeleid kunnen worden. Bijdrage inrichting keuken en werkmateriaal* Om de jongeren en de vrouwen van het wereldproject op te kunnen vangen en te begeleiden dient de keuken zodanig ingericht te worden dat men elkaar niet voor de voeten loopt en dat het commerciële gedeelte niet vastloopt. Verder is bij de inrichting van de keuken belangrijk om rekening te houden met de volgende aspecten: De juiste apparatuur. Met de juiste apparatuur wordt veel kostbare tijd bespaard, waardoor de efficiency wordt verhoogd. Routing en capaciteit. De routing moet afgestemd worden op de capaciteit. Dit houdt o.a. in dat iedereen aan een tafel gelijktijdig het juiste gerecht krijgt. Spoelkeuken. De spoelkeuken mag niet te dicht bij het restaurant gelokaliseerd worden in verband met het lawaai van de vaatwasser en het afruimen van het servies. Ergonomie. De keuken wordt zodanig ingericht dat het voor de keuken medewerkers een prettige werkomgeving wordt. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met de lichamelijke belasting die het werken in de keuken met zich meebrengt. Veiligheid. Het vermijden van gevaarlijke situaties behoort ook bij het inrichten van de keuken. Naast het juiste en veilige apparatuur moeten o.a. de looppaden afgestemd worden.
€ 20.000,00
Onvoorzien
€ 5.000,00
Kosten per jaar
€ 150.000,00
20
€ 105.000,00
€ 105.000,00
Totale kosten leerwerkproject
€ 360.000,00
* Dit betreft de extra benodigde kosten als gevolg van het leerwerk bedrijf Naast deze begroting t.b.v. het leerwerk bedrijf heeft restaurant Zohra een eigen exploitatiebegroting. Deze is hier niet opgenomen. Om het leerwerkproject te kunnen realiseren wordt een beroep gedaan op diverse subsidiegevers/fondsen. De te benaderen subsidiegevers/fondsen zijn: - Provincie Gelderland - Het Rijk - Gemeente Tiel (startbedrag van € 50.000 is door de Gemeenteraad toegezegd) - Starfoundation - Burger Weeshuis - Gemeentelijke participatiemiddelen
16.
Tot slot
Samenvattend levert het beoogde leerwerk project in potentie een geweldige positieve Impuls aan het maatschappelijke, economische en cultureel leven in Tiel. En leidt tot meer Veiligheid in Tiel. Het leerwerkbedrijf Zohra dient een maatschappelijk doel. In relatie met de jongeren is het noodzakelijk dat zij een plek op de arbeidsmarkt vinden en als samenleving moeten we voorkomen dat zij afgeschreven worden.
21
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
Evenementennota Tiel 2013 18 december 2013 Wethouder Verspuij Acht (maatschappelijke voorzieningen) Vaststellen evenementennota 2013
Besluit om: In te stemmen met de evenementennota Tiel 2013
Inleiding Sinds 2007 heeft de gemeente Tiel een beleid vastgesteld m.b.t. evenementen (Evenementennota Tiel 2007). Tussentijds in 2010 en in 2012 is de evenementennota 2007 uitgebreid geëvalueerd. Daarnaast zijn er nog een aantal andere (landelijke en regionale) ontwikkelingen die aanpassing van het beleid vragen Beoogd effect Een evenementenbeleid wat geactualiseerd is. Het doel van de evenementennota 2013 is te omschrijven als: ‘Een transparant en klantvriendelijk evenementenbeleid dat de kaders omschrijft voor het veilig organiseren van evenementen in de gemeente Tiel waarin de belangen van alle betrokkenen zijn afgewogen.’ Argumenten 1.1 Actualiseren van het beleid n.a.v. de eerder uitgevoerde evaluaties 1.2 Landelijke en regionale ontwikkelingen m.b.t. evenementen en veiligheid. Door een gestructureerde aanpak kunnen risico's met name op het gebied van veiligheid worden verkleind 1.3 Inbreng vanuit hulpverleningsdiensten 1.4 Tweetal COT onderzoeken m.b.t. het evenementenweekend (Appelpop, Fruitcorso en braderie) 1.5 Advies van het kenniscentrum evenementenveiligheid m.b.t. het aantal beveiligers bij Appelpop. Kanttekeningen 1.1 De evaluatie is eerder in 2012 vastgesteld. Vrijwel alle evaluatiepunten zijn overgenomen. Toevoegen van extra evenementenlocaties en komen tot meerjaren vergunningen zijn niet overgenomen. 1.2 Door aan te sluiten bij landelijke en regionale ontwikkelingen is ons beleid weer up to date 1.3 Door het beleid af te stemmen met de hulpverleningsdiensten is er duidelijkheid over het afstemmen van taken en verantwoordelijkheden 1.4 Alle aanbevelingen zijn geïmplementeerd waardoor risico's worden verminderd 1.5 Hiermee is een lange discussie met de politie v.w.b. de inzet van het aantal beveiligers bij Appelpop afgerond. Aanpak / uitvoering Er heeft een uitgebreide consultatieronde plaatsgevonden. De concept nota is besproken met de hulpverleningsdiensten, de betrokken gemeentelijke afdelingen en organisatoren van evenementen. Op 28 oktober heeft er een informatieavond plaatsgevonden waarbij burgers, ondernemers en organisatoren aanwezig waren. Tevens is er op 4 november nog een apart Pagina 1 van 2
overleg geweest met een aantal organisatoren. In 2014 zullen een aantal nieuwe instrumenten worden geïmplementeerd en gaat het nieuwe beleid van start. Communicatie De gebruikelijke communicatie rond College en Raadsbesluiten. De nieuwe evenementennota zal op de website van de gemeente worden geplaatst. De evenementennota zal worden aangeboden aan de hulpverleningsdiensten, de veiligheidsregio, organisatoren van jaarlijks terugkerende evenementen in Tiel en andere belangstellenden. Financiën Het nieuwe beleid brengt geen nieuwe kosten met zich mee m.u.v. de introductie van de evenement assistent. De jaarlijkse kosten (circa € 1700) worden bekostigd door een verhoging van de leges m.b.t. evenementen (m.i.v. 2015). De aanschaf (eenmalig € 5000) en de jaarlijkse kosten 2014 worden gemeld in de 1e voortgangsrapportage 2014. Bijlage(n) 1. Evenementennota Tiel 2013. (leeswijzer: In de samenvatting is het beleid op hoofdlijnen aangegeven. Tevens is bij elk punt vermeld of dit al bestaand beleid is of aangepast c.q. nieuw beleid)
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris,
de burgemeester,
Advies commissie(s) d.d.:
Tiel, d.d. de commissiegriffier,
Beslissing raad d.d.: de griffier,
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Programmabureau veiligheid Erik van Keken 0344637362
[email protected]
Pagina 2 van 2
Raadsbesluit Nummer:
xx
Wettelijke grondslag: artikel 108 van de Gemeentewet Besloten in de raadsvergadering van:
18 december 2013
Besluit om: in te stemmen met de Evenementennota 2013
de giffier,
de voorzitter,
Page 1 of 1
Evenementennota Tiel 2013 gemeente T i e l
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Samenvatting
5
Hoofdstuk 2 Evenementen in Tiel
11 11 11 11
2.1 2.2 2.3
Inleiding Evenementen: vroeger en nu Visie Tiel op evenementen
Hoofdstuk 3 Categorieën evenementen en procedure vergunning 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Categorieverdeling evenementen Procedure categorie O evenement Procedure categorie A evenement Procedure categorie B en C evenementen (evenementenkalender) Muziekdagen horeca Overzichtstabel
Hoofdstuk 4 Evenemententerreinen 4.1 4.2
Inleiding Evenementterreinen
Hoofdstuk 5 Procesmodel evenementenveiligheid (7 stappen) 5.1 5.2
Inleiding 7 stappen procesmodel
Hoofdstuk 6 Organisatie en overleg vergunningsprocedure 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
Inleiding Evenementcoördinator Evenementencommissie Veiligheidsoverleg Mobiliteitsoverleg Openbare orde en veiligheid Mandaat en machtiging Vergunningsaanvraag: één loket
Hoofdstuk 7 Overlast en geluid 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7
Inleiding Definitie geluidshinder Grenswaarden geluid evenementen categorie 0 en A Regulering geluid evenementen categorie B en C dmv hinderscore Aanvullende afspraken om overlast te beperken Eindtijden Klachtregistratie
15 15 15 16 16 18 19 21 21 21 25 25 25 29 29 29 30 30 30 30 31 31 33 33 33 33 34 36 37
3
Hoofdstuk 8 Toezicht en handhaving 8.1 8.2 8.3
Toezicht Handhaving Crowdmanagement en mobiliteit
Hoofdstuk 9 Communicatie 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
Rol evenementencoördinator Rol stadspromotie Rol afdeling communicatie Rol regionaal bureau voor toerisme (RBT) Website gemeente Tiel
Hoofdstuk 10 Evaluatie 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6
Inleiding Evaluatie ten behoeve van klantvriendelijkheid Evaluatie ten behoeve van de veiligheid en naleving Evaluatie ten behoeve sociaal-maatschappelijke effecten Frequentie Feedback
Hoofdstuk 11 Middelen en Financiën 11.1 Subsidies 11.2 Begroting 11.3 Levering diensten en middelen 11.3.1 Gebruik grond en derving parkeerinkomsten 11.3.2 Levering fysieke diensten 11.3.3 Crowdmanagement, bereikbaarheid en mobilteit 11.4 Hardheidsclausule
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9. Bijlage 10
4
Risico Analyse model Voorbeeld maatregelen Crowdmanagement en crowdcontrol Handhaving - scenario’s Nadere regels evenementenlocatie Plein Evenementenstructuur Procesmodel evenementenveiligheid Checklist per processtap Overzicht evenementensubsidies 2013 en begroting 2013 Risicoscan evenement veiligheid
39 39 39 40 41 41 41 41 41 41 43 43 43 43 44 44 44 45 45 45 45 46 46 46 46 47 47 51 53 55 57 61 64 65 67 68
1
Samenvatting
Hieronder is een opsomming van de belangrijkste uitgangspunten van het concept evenementenbeleid opgenomen. (Tussen haakjes wordt aangegeven of dit bestaand, aangepast of nieuwe beleid/uitgangspunten zijn t.o.v. de vorige versie evenementennota 2007) Visie 1. ‘Tiel, stad van Flipje en centrum van de Betuwe’. Tielse evenementen dragen in grote mate bij aan de centrumfunctie van de stad: zowel op cultureel, commercieel als maatschappelijk vlak. (bestaand beleid, wel nieuwe slogan) 2. Het Tielse evenementenbeleid is transparant, klantvriendelijk en kent een goede belangenafweging tussen de verschillende partijen en belangen. Daarnaast is het veilig organiseren van evenementen een belangrijk item. (bestaand beleid) 3. De organisator van een evenement is primair verantwoordelijk voor het goed en veilig organiseren van evenementen. De gemeente kan hierin ondersteunen. (bestaand beleid, wel iets aangescherpt ivm rol en verantwoordelijkheid organisator). Evenementen: definitie / terreinen / kalender / eindtijden 4. De benoeming van evenemententerreinen waarvoor een specifiek regime geldt. Per terrein kunnen regels worden opgesteld over bijvoorbeeld een verplichte tijd tussen evenementen, aantal geluidsbronnen en de afsluiting van wegen. De volgende terreinen zijn benoemd: Waalkade, Plein, (Groen)Markt/promenade, Taluud, Korenbeursplein, Bleekveld en overige terreinen. M.b.t. het plein zijn aanvullende voorwaarden afgesproken (zie bijlage 5) (bestaand beleid). Voor wat betreft de verplichte tijd tussen evenementen zijn de evenemententerreinen binnen het centrum (Plein, Korenbeursplein en groenmarkt/promenade) gelijkgesteld (2 weken periode, aangepast beleid.) 5. Onderscheid tussen vier categorieën van evenementen (aangepast beleid, aangepast aan landelijke/regionale standaard): Categorie 0 Meldingsplichtig evenement Kleinschalige evenementen zonder noemenswaardig risico en waarbij geen extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Deze evenementen zijn niet vergunningsplichtig, maar wel meldingsplichtig. Voorbeelden hiervan zijn de straatbarbecue en buurtfeest.
Categorie A Regulier evenement Een evenement waarbij niet verwacht wordt dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Ook worden geen maatregelen of voorzieningen verwacht van het bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. Voorbeelden hiervan zijn braderies en promenadeloop.
Categorie B Aandachtsevenement Een evenement waarbij het mogelijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Een dergelijk evenement kan maatregelen en voorzieningen vragen van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken1. Voorbeelden hiervan zijn activiteiten op het plein zoals House of Fame.
Categorie C Risico evenement Een evenement waarbij het te verwachten is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Het bevoegd gezag treft maatregelen of voorzieningen om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken2. Voorbeelden hiervan zijn Appelpop en Fruitcorso.
_______________ 1 2
Veelal zijn er ingrijpende verkeersmaatregelen en/of extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten vereist. Extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is noodzakelijk. 5
6. Deregulering m.b.t. evenementen categorie 0. Alleen meldingsplicht. (bestaand beleid). 7. Een verplichte evenementenkalender voor evenementen categorie B en C: - evenementenjaar van 1 april tot 31 maart; - alle evenementen categorie B en C moeten vóór 15 november zijn aangemeld; - evenementen categorie B en C die niet zijn aangemeld voor de evenementenkalender kunnen worden geweigerd. Hierop zijn een aantal uitzonderingen mogelijk (aangepast beleid. Meer ruimte voor vergunnen van aanvragen nadat kalender is vastgesteld). Overzicht (aangepast en nieuw beleid) Soort
Indientermijn
Melding/vergunning
Voorwaarden
Bespreken in
Evenement kalender
Voor 15-11
Inspraakprocedure
Binnen hinderscore en regels evenemententerreinen
Evenementencommissie
Evenement categorie 0
Minimaal 10 werkdagen Melding voor evenement
Zie blz. 13 en 14
Evenementencoördinator
Evenement categorie A
Minimaal 5 weken voor evenement
Vergunning
Ad hoc geluidsnormen
Evenementencommissie
Evenement categorie B
Minimaal 10 weken voor evenement
Vergunning
Ja. Hinderscore van toepassing. Veiligheidsplan en mobiliteitsplan facultatief
Evenementencommissie. Zwaardere categorie B ook in Veiligheidsoverleg
Evenement categorie C
Minimaal 10 weken voor evenement
Vergunning
Ja. Hinderscore van toepassing. Veiligheidsplan en mobiliteitsplan verplicht
Evenementencommissie en Veiligheidsoverleg
Evenementenweekend september (Appelpop, Fruitcorso en braderie)
Minimaal 14 weken voor evenement
Vergunning
Ja. Hinderscore van toepassing. Veiligheidsplan wn mobiliteitsplan verplicht
Evenementencommissie en Veiligheidsoverleg
Evenement categorie B
Minimaal 14 weken voor evenement
Vergunning
Ruimte hinderscore aanwezig en positief advies Evenementen-commissie Veiligheidsplan en mobiliteitsplan facultatief
Evenementencommissie. Zwaardere categorie B ook in veiligheidsoverleg
Evenement categorie C
Minimaal 14 weken voor evenement
Vergunning
Ruimte hinderscore aanwezig en positief advies Evenementen-commissie Veiligheidsplan en mobiliteitsplan verplicht
Evenementencommissie en Veiligheidsoverleg
Na vaststellen evenementenkalender
8. Weigeringscriteria evenementenkalender. (nieuw beleid) Indien meer evenementen worden aangemeld dan de maximale hinderscore toelaat dan heeft Tiel een voorkeur voor evenementen die door hun eigen inwoners worden georganiseerd en waarbij het te voorzien is dat zij ook spin-off opleveren voor de lokale middenstand. Als de inhoud of uitstraling van het evenement niet past in het evenementenbeleid, het imago of de belangen van de stad Tiel.
6
9. Eindtijden (bestaand beleid): - van zondag tot en met donderdag geldt een eindtijd van 24.00 uur; - op vrijdag en zaterdag geldt een maximale eindtijd van 01.00 uur; - op dagen die voorafgaan aan een vrije dag geldt een eindtijd van 01.00 uur. - het college heeft de mogelijkheid om in bijzondere situaties afwijkende eindtijden toe te staan. Veiligheid 10. Introductie van het procesmodel evenementenveiligheid. Zeven stappen model. Meer aandacht voor ontvankelijkheidtoets, classificatie evenement, risicoanalyse en evaluatie (nieuw beleid, aangepast aan landelijk/regionale standaard). 11. Toepassen van een aantal standaardvoorwaarden t.b.v. veiligheid welke aan de vergunning worden verbonden (bestaand beleid). 12. Verplicht veiligheidsplan en mobiliteitsplan voor evenementen categorie C, optioneel voor evenementen categorie B. (bestaand beleid). Overlast en Geluid 13. Beleidslijn t.a.v. geluid voor evenementen. Evenementen categorie 0 en A (bestaand beleid):
Periode
Referentie dB (A) (basisnorm binnen)
Max. niveau binnen dB (A)
Gevelisilotatie dB (A)
Maximale gevelbelasting dB (A)
07-19 h
35
50
20
70
19-23 h
30
50
20
70
23-24 h
25
45
20
65
00-07 h
25
25
20
45
Evenementen categorie B en C (bestaand beleid en nieuw beleid tav op- en afbouwdagen).
Hinderscore Gebleken is dat het erg lastig is om geluidsnormen voor belastende evenementen op te leggen. Dit komt omdat een geluidsproductie van 70 dB al als onduldbare hinder wordt gekwalificeerd, terwijl het niet mogelijk is in de nabijheid van woningen een popconcert, circus, e.d. te organiseren die minder dan 70 dB geluid produceert. Wanneer de 70 dB grens gehanteerd zou worden, komt dit feitelijk neer op een weigering van de vergunning. Om deze reden is er voor gekozen om evenementen categorie B en C niet aan een geluidsnorm te binden. Om toch tot een objectiveerbare norm te komen die zowel recht doet aan het belang van omwonenden en de belangen van organisatoren en bezoeker is niet gekozen voor een systeem volgens geluidsnormering, maar overlast wordt beperkt met behulp van een hinderscore. Dit betekent dat omwonenden geconfronteerd kunnen worden met ernstige - en bij vlagen zelfs onduldbare geluidshinder, doch dat het aantal van dergelijke evenementen aan een strikt maximum wordt verbonden. Feitelijk is er sprake van consolidatie van de bestaande situatie.
7
De hinderscore wordt als volgt berekend: Omschrijving
Voorbeeld
Score
Kleine evenemenen (Categorie O en A)
straat-/buurtfeest, braderie
1
Evenement met beperkte (geluids)overlast voor bewoners (Categorie A en B)
braderie met versterkte muziek, liveoptreden in b.v. buitengebied
5
Evenement met forse (geluids)overlast voor bewoners (categroei B en C)
kermis, liveoptreden op Plein, Appelpop, Fruitcorso
10
Voor wat betreft de tijdsduur wordt het aantal punten als volgt vermenigvuldigd: 1 of 2 dagen: x1 3 of 4 dagen: x2 5 of 6 dagen: x3 7 of >7 dagen: x4 Voor wat betreft het tijdstip wordt het aantal punten als volgt vermenigvuldigd: verlengde dagperiode 07 uur tot 21 uur: x1 verkorte avondperiode 21 uur tot 23 uur: x2 nachtperiode 23 uur tot 07 uur: x3 Introduceren: Per dag op- of afbouw 5 punten extra. (nieuw beleid) Wanneer alle in Tiel georganiseerde evenementen op deze wijze worden gescoord, bedraagt de totale maximale hinderscore 1650 punten (was 1255 punten). Hierbij wordt uitgegaan van de situatie 2010. Dit betekent dat in totaal 395 punten extra zijn opgenomen i.v.m. de op- en afbouwdagen. (aanpassing totale hinderscore i.v.m. introduceren op- en afbouwdagen). 14. De hinderscore voor het Korenbeursplein is enigszins verhoogd (+20). De hinderscore van het plein (-10) en de overige terreinen (-10) zijn iets verlaagd (aangepast beleid). 15. Aanvullende afspraken om overlast te beperken: • Standaard wordt de regel gesteld dat per locatie na een belastend evenement (categorie A, B of C) een periode van 4 weken in acht moet worden genomen waarin geen belastend evenement mag worden georganiseerd. Voor de evenementterreinen Waalkade, (groen)markt /promenade, plein en Korenbeursplein, gelden andere regels (bestaand beleid). • Het gelijktijdig vergunnen van een evenement op het Taluud en de Waalkade vindt niet plaats. Bij gelijktijdige aanvraag gaat een evenement op de Waalkade voor een evenement op het Taluud (nieuw beleid). • Een gedeelte van de Waalkade moet altijd beschikbaar blijven voor parkeren. Hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken (nieuw beleid) Organisatorisch 16. De gemeente kent 1 loket; de evenementencoördinator voor alle gemeentelijke vergunning-, subsidie- en informatieaanvragen (bestaand beleid). 17. Er is een evenementencommissie: deze adviseert ten aanzien van de aanvragen van evenementen. De commissie bestaat uit vaste (gemeente en hulpverleningsdiensten) en ad hoc leden (b.v. organisatoren), onder voorzitterschap van de gemeente. Daarnaast is er een veiligheidsoverleg en een mobiliteitsoverleg (aangepast beleid. Wel al twee jaar toegepast, rollen en verantwoordelijkheden zijn aangescherpt). 18. Op de website van de gemeente Tiel zal diverse informatie rond evenementen worden opgenomen (aangepast. Komt i.p.v. evenementenwijzer). 8
19. M.b.t. het evenementenweekend (Appelpop, Fruitcorso, braderie) wordt een strakke projectplanning gehanteerd (aangepast beleid). 20.Introductie van de evenement assistent waarmee melding of vergunning kan worden aangevraagd (nieuw beleid). Handhaving 21. Toepassen handhavingscenario’s voor de volgende overtredingen: overschrijding indieningtermijn, overtreding veiligheidsplan/vergunningsvoorwaarden veiligheid, overtreding wet- en regelgeving medebewind, overtreding eindtijden, overtreding geluidsnormen, schade aan weg en/of terreinen (bestaand beleid). Evaluatie 22. Beschrijven van de wijze waarop alle onderdelen van het beleid en de evenementen geëvalueerd worden (bestaand beleid). Financiën 23. Er is één loket voor subsidieaanvragen: de evenementencoördinator (bestaand beleid). 24. Samenvoegen van alle (evenementen)subsidies in één evenementenfonds. Er is een subsidiecommissie die dit fonds beheerd (bestaand beleid). 25. Doorbelasten van door de gemeente gemaakte (in)directe kosten. Hiertoe wordt een productenboek ontwikkeld (aangepast beleid). 26. Voor het gebruik van de grond gedurende een evenement wordt geen huur berekend. Wel kan er een vergoeding in rekening worden gebracht voor gederfde parkeerinkomsten (aangepast beleid, sinds 2 jaar toegepast). 27. In principe is de organisator van een evenement verantwoordelijk voor de kosten van crowdcontrol en mobiliteitsmaatregelen (bestaand beleid, maar zal meer worden toegepast). 28. Voor het doorberekenen van kosten aan de organisator van een evenement bestaat een hardheidsclausule (bestaand beleid).
9
10
2
Evenementen in Tiel
2.1 Inleiding Sinds 2007 heeft de gemeente Tiel een beleid m.b.t. evenementen. De gemeente Tiel probeert het aantal regels voor organisatoren van een evenement zo veel mogelijk te beperken. Tegelijkertijd is de gemeente verplicht om er op toe te zien dat een evenement zo veilig mogelijk verloopt en dat overlast, hinder en de aantasting van het milieu zo veel als mogelijk wordt voorkomen. Daardoor komen er nog altijd heel wat regels kijken bij het organiseren van een evenement. De gemeente Tiel wil organisatoren indien nodig hierbij ondersteunen. Het evenementenbeleid is tussentijds in 2010 geëvalueerd en gedeeltelijk aangepast. Daarnaast vormen ook een aantal andere ontwikkelingen input voor herijking van het huidige evenementenbeleid: 1. Brede evaluatie van de evenementennota in 2012. 2. Twee COT rapportages m.b.t. het evenementenweekend september (Appelpop en Fruitcorso). 3. Nieuw evenementenbeleid (2013) veiligheidsregio Gelderland-zuid. 4. Nieuwe landelijke handreiking evenementenveiligheid (2012). 5. Aantal suggesties vanuit hulpverleningsdiensten (met name vanuit de politie). 6. Advies van het kenniscentrum evenementenveiligheid m.b.t. het aantal beveiligers bij Appelpop. 7. Aanpassing beleid 'herriedagen' (inmiddels 'muziekdagen' genoemd). Vooropgesteld mag worden dat er in Tiel al jaren met succes een groot aantal evenementen wordt gehouden die in goed overleg tussen organisatoren, hulpdiensten en de gemeentelijke organisatie zijn voorbereid. Het evenementenbeleid van de gemeente Tiel geeft kaders voor het organiseren van deze evenementen en heeft daarbij in het bijzonder de aandacht voor transparantie, klantvriendelijkheid, ruimtelijk beleid en veiligheid.
2.2 Evenementen: vroeger en nu Zoals het een centrumgemeente betaamt, wordt in Tiel traditiegetrouw een aantal grote evenementen georganiseerd. Het meest bekend zijn het Tielse Fruitcorso dat sinds 1960 jaarlijks vele tienduizenden bezoekers trekt en het popfestival Appelpop dat sinds 1992 op de Waalkade gehouden wordt en is gegroeid tot een meerdaags evenement met landelijke uitstraling dat elk jaar vele muziekliefhebbers naar Tiel trekt. Naast deze bekende evenementen keren er jaarlijks vele evenementen terug op Tielse bodem (een voorbeeld hiervan is Tiel pakt uit). Ook is er ruimte voor incidentele evenementen (b.v. het megapiraten festijn). De Tielse evenementenkalender kent dan ook jaarlijks zo'n 100, waarvan 30 grotere, evenementen en is daarmee fors te noemen. De gemeente Tiel is hier met recht trots op. De afgelopen jaren hebben (Tielse) evenementen zich verder ontwikkeld. Daarnaast is ook de wijze waarop de (gemeentelijke) overheid omgaat met evenementen aan verandering onderhevig. Een duidelijke ontwikkeling in de afgelopen jaren, naar aanleiding van diverse incidenten op evenementen (denk aan Pukkelpop en Duisburg), is die van toenemende veiligheidsmaatregelen. Dit maakt dat de advisering van de operationele diensten (brandweer, politie, Geneeskundige Hulpverleningorganisatie in de Regio (GHOR)) aan het bestuur een belangrijk onderdeel is in de vergunningprocedure. De gemeente voert hierbij, naast het proces van vergunningverlening, de regie.
2.3 Visie Tiel op evenementen ‘Tiel, stad van Flipje en centrum van de Betuwe’ Met deze slogans wordt Tiel onder de aandacht gebracht. In de visie Stadspromotie, die in 2013 is vastgesteld, wordt dit nader toegelicht en uitgewerkt. Tiel is qua inwonertal de grootste stad in de regio en heeft bovendien een flink aantal regionale functies. Tiel 11
heeft een goedbezochte schouwburg, het grootste winkelhart van de regio, enkele horecapleinen en unieke en toonaangevende evenementen. Bovendien telt Tiel tal van andere voorzieningen met een streekfunctie (ziekenhuis, GGD, brandweer, Waterschap etc). Evenementen dragen bij aan de leefbaarheid van de stad. Wanneer het gaat om evenementen die georganiseerd worden door vrijwilligers dragen zij tevens bij aan de sociale cohesie in de stad, dorp en wijk. Een breed evenementenaanbod zegt bovendien iets over de vitaliteit en het organisatievermogen van Tiel. Evenementen zijn een uiting van cultuur en zijn zo een meerwaarde voor de samenleving. Een gevarieerde evenementenkalender trekt bezoekers uit de (wijde) omgeving naar de stad en biedt daardoor mogelijkheden aan de middenstand. Bovendien dragen evenementen bij aan de bekendheid van Tiel. Elk evenement kent zijn eigen doelgroep. Hoe gevarieerder het evenementenpallet hoe meer doelgroepen worden bereikt. Elk evenement is dan ook een kans voor promotie van de stad. Dit draagt bij aan een aantrekkelijk woon-, werk- en ondernemersklimaat. Tiel, de stad van Flipje is tevens het centrum van de Betuwe. Evenementen kunnen die kwaliteiten van Tiel verder uitdragen en versterken. Tiel kan meeliften op de evenementenpromotie en de evenementen kunnen gebruik maken van de unieke marketingkwaliteiten van de stad (Flipje en de Betuwe). De gemeente Tiel vindt dat: • evenementen een positief effect hebben op de leefbaarheid van de stad. Evenementen kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan: - een positieve beleving van de stad (dynamiek, culturele ontwikkeling en gezelligheid); - de economische spin-off van evenementenbezoekers voor de middenstand; - netwerken (die tijdens evenementen ontstaan); - de versterking van de sociale cohesie tussen mensen bij de organisatie van een evenement en/of het bezoek aan een evenement. • evenementen een positief effect hebben op de beleving van de stad Evenementen kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan: - het aanboren van nieuwe doelgroepen/bezoekers voor een bezoek aan de stad; - het vergroten van de naamsbekendheid en versterking van het imago van de stad; - de versterking van het toeristisch recreatief profiel van Tiel. • evenementen gefaciliteerd moeten worden Evenementen vinden hun kracht en meerwaarde in het feit dat ze gedragen worden door de betrokkenheid van mensen. Vaak gaat het hierbij om vrijwilligers (inwoners of ondernemers, die belangeloos iets willen organiseren voor en in de stad of de dorpen). De gemeente Tiel waardeert die inzet en inspanning en probeert vanuit haar rol te faciliteren, zonder daarbij het evenement over te willen nemen of te smoren in regelzucht. • evenementen veilig en ordelijk moeten plaatsvinden De gemeente formuleert een helder evenementenbeleid, dat enerzijds ruimte biedt aan initiatiefnemers, maar anderzijds ook scherp aangeeft waar de grenzen liggen. Met name de aspecten rondom veiligheid worden daarbij zorgvuldig gewogen en beoordeeld. • er ruimte moet zijn voor zowel commerciële evenementen als niet commerciële evenementen Naast evenementen die door vrijwilligers worden georganiseerd en geen winstoogmerk hebben, kennen we ook evenementen die bedrijfsmatig worden georganiseerd. Tiel streeft een evenwichtige balans na in het evenementenaanbod. Immers, voor de een is een evenement een beleving, voor de ander kan het een belasting vormen. In de afweging van deze balans heeft Tiel een voorkeur voor evenementen die door hun eigen inwoners worden georganiseerd en waarbij het te voorzien is dat zij ook spin-off opleveren voor de lokale middenstand.
12
Wat willen we bereiken? Het doel van deze nota is te omschrijven als: ‘Een transparant en klantvriendelijk evenementenbeleid dat de kaders omschrijft voor het veilig organiseren van evenementen in de gemeente Tiel waarin de belangen van alle betrokkenen zijn afgewogen.’ Wat wordt beoogd met transparantie, klantvriendelijkheid, veiligheid en belangenafweging wordt hierna puntsgewijs behandeld. 1. Transparantie Kan ik spontaan een evenement organiseren? Hoeveel (geluid)overlast mag een evenement veroorzaken? Aan welke voorwaarden moet een organisator zich houden? Welke evenementen worden gesubsidieerd? Welke overtreding leidt tot het stilleggen van het evenement? Wat te doen als er onvoldoende politie beschikbaar is? Wordt een vergunning geweigerd als de aanvraag te laat is? Dit zijn vragen die het gemeentebestuur kan verwachten als er geen duidelijke kader ligt voor het organiseren van een evenement. Aangezien maar weinig evenementen op elkaar lijken, verschilt het antwoord van geval tot geval. Naast een aantal duidelijke beleidslijnen dient er ook maatwerk mogelijk te zijn. Door duidelijkheid te creëren in wat een organisator wel en niet mag en dit laagdrempelig met betrokken partijen te delen ontstaat transparantie. 2. Klantvriendelijkheid Niet zelden worden organisatoren van een evenement geconfronteerd met verschillende ontheffingen of vergunningen. Vaak ook ligt de afhandeling hiervan bij verschillende afdelingen. Dat is niet alleen inefficiënt, maar ook weinig klantvriendelijk. Ondanks de vele regels rondom het organiseren van een evenement, richt de gemeente Tiel het proces zo in dat dit voor organisatoren het minste inspanning kost. Zij kunnen terecht bij de evenementencoördinator die als 1-loket zorgt voor de afstemming. Daarnaast geeft de gemeente Tiel advies en levert de gemeente Tiel standaard documenten die organisatoren helpen bij het veilig organiseren van hun evenement. In het kader van deregulering en lastenverlichting voor burgers en bedrijven is bepaald dat de vergunningsplicht voor categorie 0 evenementen (zie hoofdstuk 4, b.v. straatbarbecues) is vervangen door een meldingsplicht. Maar het evenementenbeleid dient niet alleen organisatoren te bedienen. Ook de Tielse inwoners en vooral omwonenden van evenemententerreinen, hebben recht op tijdige informatie over de evenementen van het komende seizoen en de bijbehorende overlast. Met deze informatie kunnen zij, indien gewenst, hun zienswijze of bezwaren kenbaar maken. In het kader van verminderen administratieve belasting en naar aanleiding van de brede evaluatie 2012 worden de volgende mogelijkheden geïntroduceerd: • Digitalisering van de melding en vergunningsaanvraag d.m.v. de evenement assistent. Dit is een landelijk systeem waarin Tiel in de pilotfase proefgedraaid heeft • Koppelen van de subsidieaanvraag aan de vergunningsaanvraag. 3. Veiligheid Veiligheid tijdens evenementen is een belangrijk item voor gemeenten. De incidenten bij diverse grote evenementen in binnen- en buitenland (bijvoorbeeld Hoek van Holland, Pukkelpop en Duisburg) hebben de aandacht voor veiligheid verder vergroot. Samenwerking met de hulpdiensten is daarbij essentieel en al vanaf de voorbereiding wordt de gezamenlijke verantwoordelijkheid onderkend. Er worden duidelijke regels gesteld betreffende het veiligheidsbeleid in het kader van evenementen. Het betreft zowel interne regels (protocollen) als verplichte maatregelen en informatieverstrekking door de organisator. Tiel heeft de laatste jaren bewezen veiligheid hoog in het vaandel te hebben staan en heeft aan dit onderwerp ook de ruimte gegeven binnen de processen. Dit is onder ander gedaan door het inrichten van een evenementencommissie en het veiligheidsoverleg, maar ook regelmatige toetsing door externe deskundigen (b.v. een tweetal onderzoeken door het COT).
13
4. Belangenafweging Evenementen in de gemeente Tiel raken diverse belangen. Organisatoren, omwonenden en hulpdiensten hebben daarbij de voornaamste belangen. Maar ook partijen zoals ondernemers, de gemeente Tiel, vervoersbedrijven, buurgemeenten en dergelijke worden geconfronteerd met de gevolgen van het organiseren van een evenement. Het Tielse evenementenbeleid stelt daarom de kaders voor het organiseren van een evenement waarin de belangen zoveel als mogelijk zijn afgewogen. Maatwerk blijft echter mogelijk en de burgemeester kan uiteindelijk aanvullend per evenement, in het kader van de openbare orde, een belangenafweging maken. Voor het tot stand komen van het evenementenbeleid is het belangrijk om de raakvlakken te onderkennen met andere beleidsterreinen. Daarbij erkennen we in ieder geval ruimtelijke beleid, recreatie- en toerismebeleid, stadspromotie, cultuur, veiligheidsbeleid en de aansluiting op de gemeentelijke rampenplannen.
Rol en positie gemeente Zoals gezegd heeft de gemeente Tiel klantvriendelijkheid als één van de pijlers van het evenementenbeleid benoemt. Tegelijk is de gemeente verantwoordelijk als vergunningverlener en het voeren van een toezicht en handhavingsbeleid. Tevens voert de gemeente de regie over het proces van totstandkoming van de vergunning (zie het procesmodel hoofdstuk 5). De organisator is verantwoordelijk voor het goed en veilig organiseren van het evenement en b.v. het opstellen van een veiligheidsplan. Dit blijft dus altijd verantwoordelijkheid van de organisator, waarbij de gemeente wel bereid is om ondersteuning en adviezen te geven.
14
3
Categorieën evenementen en procedure melding of aanvraag vergunning
3.1 Categorieverdeling evenementen De evenementen in de gemeente Tiel worden ingedeeld in een viertal categorieën. Deze indeling sluit aan bij de landelijke handreiking evenement en veiligheid en het regionale evenementenbeleid. De indeling in deze vier categorieën vindt plaats door een systeem van risicoclassificatie. Op voordracht van de evenementencoördinator of desgewenst op eigen initiatief adviseert de evenementencommissie het college over de vraag in welke categorie een evenement valt. Categorie
Omschrijving
Categorie 0
Meldingsplichtig evenement Kleinschalige evenementen zonder noemenswaardig risico en waarbij geen extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Deze evenementen zijn niet vergunningsplichtig, maar wel meldingsplichtig. Voorbeelden hiervan zijn de straatbarbecue en buurtfeest.
Categorie A
Regulier evenement Een evenement waarbij niet verwacht wordt dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Ook worden geen maatregelen of voorzieningen verwacht van het bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. Voorbeelden hiervan zijn braderies en promenadeloop.
Categorie B
Aandachtsevenement Een evenement waarbij het mogelijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Een dergelijk evenement kan maatregelen en voorzieningen vragen van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken3. Voorbeelden hiervan zijn activiteiten op het plein zoals House of Fame.
Categorie C
Risico evenement Een evenement waarbij het te verwachten is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Het bevoegd gezag treft maatregelen of voorzieningen om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken4.
3.2 Procedure voor categorie 0 evenementen Om het organiseren van categorie O evenementen te vereenvoudigen, is de vergunningplicht vervangen door een meldingsplicht. Organisatoren kunnen volstaan met een melding indien: • het evenement wordt georganiseerd tussen 07:00 uur en 24:00 uur; • de geluidswaarden die gelden voor kleine evenementen (categorie 0 en A) niet worden overschreden (zie hoofdstuk 7); • de burgemeester niet aan de melder kenbaar heeft gemaakt dat er, in het belang van openbare orde en veiligheid en het voorkomen van overlast, vergunning aangevraagd moet worden; • de burgemeester niet aan de melder kenbaar heeft gemaakt dat het evenement geen doorgang kan vinden in verband met een overschrijding van de maximale hinderscore; • het aantal deelnemers of bezoekers van het evenement beperkt blijft tot maximaal 100; _______________ 3
Veelal zijn er ingrijpende verkeersmaatregelen en/of extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten vereist. 15
• er ten allen tijde een vrije doorgang voor hulpdiensten wordt gerealiseerd. Indien de oorspronkelijke breedte van de weg minder is dan 4 meter dient een doorgang van 3,5 meter te worden vrijgehouden; • de organisatie van het evenement dan wel de activiteiten geen bedrijfsmatig karakter hebben; • de melding uiterlijk 10 werkdagen voorafgaand aan het evenement is gedaan.
3.3 Procedure categorie A evenementen (regulier) Deze evenementen zijn vergunningspichtig maar omdat de overlast en de veiligheidsrisico's voor categorie A evenementen beperkt blijven is het niet nodig om deze aanvragen volgens de jaarplanning (evenementen kalender) te behandelen. Een veiligheidsplan of mobiliteitsplan is over het algemeen niet nodig. Voor categorie A evenementen is het juist van belang dat de behandeltermijn beperkt blijft. Zo blijft het mogelijk om op relatief korte termijn evenementen te organiseren. Gelet op een goede voorbereiding en toetsing van evenementen (in de evenementencommissie) dient de aanvraag voor een categorie A evenement uiterlijk vijf weken voor aanvang van dat evenement te worden ingediend. Aanvragen die later binnenkomen worden - behoudens bijzondere omstandigheden - buiten behandeling gelaten5.
3.4 Procedure categorie B (Aandacht) en C (risico) evenementen Evenementen kalender Op de evenementen kalender wordt aangegeven voor welke data de vergunningen voor categorieën B en C evenementen zijn aangevraagd en op welke locatie. Verder wordt per evenement aangegeven wie de organisator is, een korte omschrijving van de activiteiten en de aanvangs- en eindtijden. Datum
Tijd
locatie
Evenement
Omschrijving
Aanvrager
10-09 t/m 11-09
14.00 tot 01.00
Waalkade
Appelpop
Popfestival
Stichting Muziekstad Tiel
Fig. 1. Voorbeeld evenementenkalender.
Een evenementenjaar loopt in Tiel van 1 april tot en met 31 maart. Alle B en C evenementen in dat ‘seizoen’ worden vermeld op de evenementenkalender. Het seizoen begint op 1 april. Deze kalender geeft iedereen, zowel organisatoren als omwonenden, in een vroeg stadium duidelijkheid. Ook maakt deze jaarplanning het mogelijk om evenementen te spreiden zowel in de tijd, als over de locaties.
Aanvraag en concept evenementenkalender Elk jaar, tot vijftien november, kunnen voornemens voor categorie B en C evenementen worden ingediend voor de evenementenkalender voor het volgende seizoen, dat loopt van 1 april tot en met 31 maart. In de eerste week van oktober worden organisatoren via een mailing en via een advertentie in de krant opgeroepen aanvragen in te dienen. Hiervoor is altijd een ‘meldingsformulier evenementen’ nodig. Vanaf evenementenjaar 2014 kan digitaal melding en aanvraag vergunning worden gedaan via de evenement assistent (landelijk systeem). In december wordt de evenementenkalender in concept ter vaststelling behandeld door de evenementencommissie. In deze vergadering neemt de evenementencommissie expliciet de evaluaties van de verschillende evenementen mee. Voor toewijzing van het aantal categorie B en C evenementen wordt het systeem van de hinderscore gebruikt (zie hoofdstuk 7, blz. 28)
_______________ 5
Feitelijk is er dan sprake van een weigering van de aanvraag. Deze bevoegdheid is aan de evenementencommissie gemandateerd.
16
Omstreeks de tweede week van december wordt het concept van de evenementenkalender en de lijst van niet gehonoreerde aanvragen/meldingen6 toegezonden aan de aanvragers en gepubliceerd in de stad Tiel en de website van de Gemeente Tiel. Vervolgens wordt het concept ter inzage gelegd bij het omgevingsloket, in het klant contact centrum. Een ieder krijgt gedurende vier weken7 na publicatie de gelegenheid zijn of haar zienswijze uit te brengen. Indien gaandeweg mocht blijken dat het concept omstreden is, kan worden besloten tot een bijeenkomst waarbij een ieder kan inspreken. Het college ontvangt een verslag van deze bijeenkomst, aangevuld met een advies door of namens de evenement coördinator, tot instandhouding of wijziging van het concept. Medio januari wordt de evenementenkalender en de eventueel geweigerde aanvragen ter vaststelling aangeboden aan het college. De definitieve evenementenkalender wordt uiterlijk medio februari gepubliceerd.
Afzonderlijke besluiten Hoewel de inspraakprocedure gelijktijdig voor alle op de evenementenkalender geplaatste evenementen wordt gevoerd, wordt op elke definitieve vergunningsaanvraag separaat besloten. In juridisch opzicht is de evenementenkalender te beschouwen als een groot aantal gelijktijdige doch separate voornemens tot het verlenen van een evenementenvergunning. Aanvraagtermijn Gelet op de benodigde voorbereidingstijd en het systeem van advisering door hulpverleningsdiensten moet de vergunningsaanvraag voor een categorie B en C evenement uiterlijk tien weken voor aanvang van dat evenement ontvangen zijn. Voor het evenementenweekend in september (Appelpop, fruitcorso en braderie) geldt een afwijkende termijn van veertien weken. De reden hiervoor is de vakantieperiode en de grootte en samenloop van de evenementen. Naast een volledige vergunningsaanvraag dienen ook, indien noodzakelijk, een volledig veiligheidsplan en mobiliteitsplan aanwezig te zijn. Aanvragen die later binnenkomen, of duidelijk onvoldoende of niet volledig zijn, worden - behoudens bijzondere omstandigheden - buiten behandeling gelaten8. Binnen de aanvraagtermijn (periode van 10 weken voor het evenement tot moment evenement) kunnen nog beperkte aanpassingen in de plannen plaatsvinden tot uiterlijk vier weken voor het evenement. Het streven is erop gericht de vergunning uiterlijk vier weken voor het evenement te verlenen.
Uitzonderingen In een beperkt aantal gevallen kan van de regel, dat een aanvraag voor een B of C evenement die niet is aangemeld voor de evenementenkalender wordt geweigerd, worden afgeweken: 1. Wanneer een evenement in het voorafgaande najaar niet te voorzien of te plannen was, kan de evenementencommissie een aanvraag voor een (belastend) evenement toch honoreren. Voorbeelden van dergelijke situaties: • Bezoek van (inter)nationale prominenten; • Feest naar aanleiding van een plotselinge gebeurtenis (b.v. sportieve overwinning).
_______________ 6
De beslissing om een evenement niet op de evenementenkalender te plaatsen, dient gekwalificeerd te worden als een voornemen tot weigering van de aanvraag voor een evenementenvergunning. 7 Omdat een voornemen tot weigering niet vatbaar is voor bezwaar en beroep is de procedure art. 3.4 algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. 8 Feitelijk is er dan sprake van een weigering van de aanvraag. Deze bevoegdheid is aan de evenementencommissie gemandateerd. 17
2. Indien na vaststelling van de evenementenkalender nog ruimte binnen de hinderscore aanwezig is of indien een ander evenement niet doorgaat, onder de volgende voorwaarden: • De hinderscore geeft hiervoor de ruimte; • Er geldt een afwijkende periode aanvraag vergunning. De vergunningsaanvraag voor dit evenement moet uiterlijk veertien weken voor aanvang van dat evenement volledig (inclusief veiligheidsplan en mobiliteits plan) ontvangen zijn. De reden voor deze afwijkende termijn is gelegen in de termijn die de politie nodig heeft om de capaciteitsplanning van haar personeel te kunnen beoordelen en te plannen; • De evenementencommissie c.q. het Veiligheidsoverleg een positief advies geven.
Weigeringscriteria evenementenkalender: Indien meer evenementen worden aangemeld dan de maximale hinderscore toelaat dan heeft Tiel een voorkeur voor evenementen die door hun eigen inwoners worden georganiseerd en waarbij het te voorzien is dat zij ook spin-off opleveren voor de lokale middenstand; Als de inhoud of uitstraling van het evenement niet past in het evenementenbeleid, het imago of de belangen van de stad Tiel.
3.5 Muziekdagen horeca Muziekdagen (voorheen herriedagen genoemd) zijn dagen waarop ondernemers van horeca-inrichtingen ingevolge artikel 4.1.2 en 4.1.3 van de APV festiviteiten mogen organiseren zonder dat de daarop voorschriften van het Activiteitenbesluit milieubeheer van toepassing zijn. In de praktijk betekent dit dat ondernemers tijdens muziekdagen meer geluid mogen produceren binnen 9 de onderneming dan anders. Volgens het Activiteitenbesluit mogen gemeenten een onbeperkt aantal collectieve en maximaal 12 incidentele (individuele) muziekdagen regelen. In Tiel wordt in 2013 geëxperimenteerd met deze regeling en op basis van het experiment mogen ondernemers gebruik maken van 12 collectieve en 12 individuele muziekdagen. Een individuele dag begint om 09.00 uur en eindigt om 01.00 uur als de daarop volgende dag een zaterdag of zondag is of een algemeen erkende feestdag. Op andere dagen eindigt de muziekdag om 23.00 uur. De collectieve muziekdagen gelden uitsluitend op de zondagen tot uiterlijk 21.00 uur. Iedere zondag geldt als collectieve muziekdag, met dien verstande dat een individuele ondernemer er slechts 12x per jaar gebruik van mag maken. Indien na evaluatie blijkt dat het beleid waarmee geëxperimenteerd wordt, niet tot overmatige hinder heeft geleid zal dit beleid zeer waarschijnlijk als definitief beleid worden vastgesteld.
_______________ 9
Dit geldt dus niet voor het terras
18
3.6 Overzicht Soort
Indientermijn*
Melding/vergunning
Voorwaarden
Bespreken in
Evenementen kalender
Voor 15-11
Inspraakprocedure
Binnen hinderscore hinderscore en regels evenemententerreinen
Evenementencommissie
Evenement categorie 0
Minimaal 10 werkdagen voor evenement
Melding
Zie blz. 12 en 13
Evenementencoördinator
Evenement categorie A
Minimaal 5* weken voor evenement
Vergunning
Ad hoc geluidsnormen
Evenementencommissie
Evenement categorie B
Minimaal 10* weken voor evenement
Vergunning
Ja. Hinderscore van toepassing. Veiligheidsplan en mobiliteitsplan facultatief
Evenementencommissie. Zwaardere categorie B ook in veiligheidsoverleg
Evenement categorie C
Minimaal 10* weken voor evenement
Vergunning
Ja. Hinderscore van toepassing. Veiligheidsplan en mobiliteitsplan verplicht
Evenementencommissie en Veiligheidsoverleg
Evenementenweekend
Minimaal 14** weken voor evenement
Vergunning
Ja. Hinderscore van toepassing. Veiligheidsplan en mobiliteitsplan verplicht
Evenementencommissie en Veiligheidsoverleg
Evenement categorie B
Minimaal 14*** weken voor evenement
Vergunning
Ruimte hinderscore aanwezig en positief advies Evenementencommissie Veiligheidsplan en mobiliteitsplan facultatief
Evenementencommissie. Zwaardere categorie B ook in veiligheidsoverleg
Evenement categorie C
Minimaal 14*** weken voor evenement
Vergunning
Ruimte hinderscore aanwezig en positief advies Evenementencommissie Veiligheidsplan en mobiliteitsplan verplicht.
Evenementencommissie en Veiligheidsoverleg
Na vaststellen evenementenkalender
* Deze termijnen wijken af van de termijnen genoemd in de landelijke handreiking evenement en veiligheid. Hierin zijn de termijnen zes weken m.b.t. een categorie A evenement en 8 weken m.b.t. categorie B en C evenement. Deze afwijkende termijnen zijn in overleg met de hulpverleningsdiensten vastgesteld. ** I.v.m. de vakantieperiode en de grootte en samenloop van de evenementen geldt t.a.v. het evenementenweekend september (Appelpop, fruitcorso en braderie) een afwijkende periode van 14 weken. *** I.v.m. afwijking van de evenementenkalender en het proces van planning capaciteit politie geldt hiervoor ook een afwijkende periode van 14 weken. College kan hiervan gefundeerd afwijken.
19
, l e i T d van Flipje sta
www.uitintiel.nl
20
4
Evenemententerreinen
4.1 Inleiding Wat onder ‘evenement’ moet worden verstaan is gedefinieerd in de Algemene Plaatselijke Verordening: “elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van enkele specifiek benoemde activiteiten.” 10 Een aantal locaties in Tiel wordt veel gebruikt voor het houden van grote evenementen. Hieronder worden de belangrijkste evenementterreinen omschreven en aangegeven welke specifieke eisen gesteld moeten worden aan de aldaar te organiseren evenementen. Voor de evenemententerreinen is per locatie een maximale hinderscore vastgelegd. Het beleid ten aanzien van de hinderscore is geregeld in hoofdstuk 7. Het specifieke regime in combinatie met de hinderscore maakt het mogelijk om de belangen van omwonenden zo veel mogelijk te verenigen met de belangen van organisatoren en bezoekers van evenementen. Uit de tussentijdse evaluatie in 2010 is o.a. naar voren gekomen dat het Plein een bijzondere positie inneemt binnen de gemeente Tiel. Om die reden zijn er aanvullende afspraken en randvoorwaarden t.a.v. dit evenemententerrein gesteld. Deze zijn in bijlage 5 nader uitgewerkt. In verband met de beschikbaarheid van voldoende parkeerplaatsen in het centrum wordt bepaald dat gelijktijdig een evenement op de Waalkade en het Taluud niet wordt toegestaan. Voor zover de ruimte dit toelaat dient een gedeelte van de Waalkade altijd beschikbaar te zijn voor parkeren.
4.2 Evenemententerreinen Evenemententerrein 'Waalkade' Het evenemententerrein ‘Waalkade’ is vanwege zijn ligging van oudsher de belangrijkste evenementenlocatie van Tiel. De specifieke ligging en de historie rechtvaardigen dan ook een minder restrictief beleid vergeleken met de overige locaties die in dit hoofdstuk worden genoemd. 1. Na een evenement categorie A, B of C dient een rustperiode van 1 weekend vrij van evenementen in acht te worden genomen zodat de overlast voor omwonenden zoveel mogelijk gespreid wordt. 2. Een gedeelte van de Waalkade moet beschikbaar blijven voor parkeren, tenzij hiervan gemotiveerd wordt afgeweken.
_______________ 10
Dit is een verkorte weergave van de definitie genoemd in de APV. 21
Evenemententerrein 'Bleekveld' Om de functie van het evenemententerrein goed samen te laten gaan met de belangen van omwonenden, gelden de volgende regels specifiek voor dit terrein: Het Bleekveldterrein wordt uitsluitend gebruikt als uitwijkmogelijkheid. Bijvoorbeeld in het geval de Waalkade in verband met hoog water niet bruikbaar is.
Evenemententerrein 'Taluud' Om de functie van het evenemententerrein goed samen te laten gaan met de belangen van omwonenden, gelden de volgende regels specifiek voor dit terrein: 1. Het aantal evenementen waarvoor het taluud grotendeels voor verkeer. moet worden afgesloten blijft beperkt tot 4 evenementen per jaar. 2. Na een evenement categorie A, B of C dient een periode van vier weken in acht te worden genomen waarin geen evenementen worden georganiseerd. 3. Het is niet toegestaan om gelijktijdig vanuit twee of meer bronnen11 verschillende versterkte muziek ten gehore te brengen.
Evenemententerrein '(Groen)Markt/promenade' Om de functie van het evenemententerrein goed samen te laten gaan met de belangen van omwonenden, gelden de volgende regels specifiek voor dit terrein: 1. Na een evenement categorie A, B of C dient een periode van twee weken in acht te worden genomen waarin geen evenementen worden georganiseerd, met uitzondering van de viering van Koningsdag en de 5 mei-viering. 2. Het is niet toegestaan om gelijktijdig vanuit drie of meer bronnen verschillende versterkte muziek ten gehore te brengen.
_______________ 11
Onder bronnen wordt o.a. verstaand: muziekpodia / draaitafel / geluidsinstallatie. 22
Evenemententerrein 'Plein' Om de functie van het evenemententerrein goed samen te laten gaan met de belangen van omwonenden, gelden de volgende regels specifiek voor dit terrein: 1. Na een evenement A, B of C dient een periode van twee weken in acht te worden genomen waarin geen evenementen worden georgani eerd, met uitzondering van de viering van Koningsdag en de 5 mei-viering. 2. In het kader van de veiligheid zijn er t.a.v. het plein diverse aanvullende regels vastgesteld. Zie hiervoor de bijlage 5.
Evenemententerrein 'Korenbeursplein' Om de functie van het evenemententerrein goed samen te laten gaan met de belangen van omwonenden, gelden de volgende regels specifiek voor dit terrein: 1. Na een evenement A,B of C dient een periode van twee weken in acht te worden genomen waarin geen evenementen worden georganiseerd, met uitzondering van de viering van Koningsdag en de 5 mei-viering. 2. Het is niet toegestaan om gelijktijdig vanuit twee of meer bronnen verschillende versterkte muziek ten gehore te brengen.
Overige terreinen Voor de overige terreinen (b.v. het Paardenwater en grasveld Passewaay) gelden de volgende regels: 1. Na een evenement A, B of C dient een periode van vier weken in acht te worden genomen waarin geen evenementen worden georganiseerd.
23
24
5
Procesmodel evenementenveiligheid
5.1 Inleiding Hoewel evenementen van alle tijden zijn, is de aandacht voor de risico’s die evenementen met zich meebrengen vergroot door een aantal incidenten in binnen en buitenland (b.v. Hoek van Holland, Duisburg en Pukkelpop), die zich de laatste jaren hebben voorgedaan. Om deze reden worden aan evenementen de nodige randvoorwaarden en eisen gesteld. In deze evenementennota wordt qua systematiek zoveel als mogelijk aangesloten bij de landelijke handreiking evenementen veiligheid (2012) en het beleidsplan evenementenveiligheid Gelderland-zuid (maart 2013). De organisator van een evenement blijft ten alle verantwoordelijk voor het veilig organiseren van een evenement. De organisator is dus ook verantwoordelijk voor het opstellen van een goed veiligheidsplan. De gemeente Tiel en/of de hulpdiensten zal de aanvragers, indien gewenst, ondersteuning bieden bij het opstellen van een veiligheidsplan. Hiertoe wordt gewerkt met een model veiligheidsplan dat onderdeel uitmaakt van de aanvraagformulieren. Hieronder wordt het proces (7 processtappen) beschreven wat uiteindelijk de basis legt voor het uitvoeren van veilige evenementen12. (zie schematisch het procesmodel, bijlage 7).
5.2 7 stappen procesmodel Stap 1 Melden evenement c.q. aanvragen vergunning Met behulp van de evenement assistent of het vastgestelde vragenformulier, kan de organisator een evenement aankondigen, melden of relevante vergunningen en ontheffingen aanvragen bij de gemeente Tiel. Doel van deze stap is dat gegevens worden verstrekt voor het beoordelen, behandelen en registreren van het klantverzoek en om risico's van het evenement in te kunnen schatten. Deze processtap eindigt dus met de digitale melding of aanvraag en vormt het begin van processtap 2. Stap 2 Bepalen behandelaanpak door uitvoeren risicoscan Alle evenementen worden door de evenementen coördinator geclassificeerd op basis van een eenduidige risicoscan. Hiervoor wordt de Risicoscan evenementveiligheid gebruikt welke omschreven staat in het regionaal beleidsplan evenementenveiligheid Gelderland-zuid. (Zie de bijlage 10) De uitkomst hiervan is een classificatie van het evenement in categorie 0, A, B of C (zie blz. 12) De hulpverleningsdiensten kunnen gemotiveerd aangeven als zij vinden dat de classificatie moet worden aangepast. Deze classificatie wordt ook gebruikt voor melding op zowel de lokale als de regionale evenementenkalender. Afhankelijk van de risicoclassificatie wordt advies gevraagd bij de hulpverleningsdiensten.
_______________ 12
Alleen bij categorie C evenementen worden alle processtappen gevolgd. 25
Uitkomst risicoscan
Advies betrekken van
Categorie O
Nvt. Bevoegd gezag beslist zelfstandig
Categorie A (regulier evenement)
Optioneel brandweer, politie, GHOR (standaardadvies)
Categorie B (aandachtsevenement)
Evenementencommissie. optioneel kan organisator worden uitgenodigd in veiligheidsoverleg. Voor zwaardere categorie B Veiligheidsoverleg voor multidisciplimnair advies*
Categorie C (Risico evenement)
Evenementencommissie en Veiligheidsverleg voor multidisciplinair advies*. Organisator wordt standaard uitgenodigd in veiligheidsoverleg.
* De hulpverleningsdiensten behouden wel hun eigen zelfstandige adviesbevoegdheid.
Middels een risicoscan (en –classificatie) kan dus een (eerste) oordeel worden gegeven over de waarschijnlijkheid dat het evenement: • leidt tot risico's voor de openbare orde, openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu; • maatregelen of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen. Primair wordt daarbij beredeneerd dat dit voor een regulier evenement (categorie A) (zeer) onwaarschijnlijk is, voor een aandachtevenement (categorie B) mogelijk is en voor een risicovol evenement (categorie C) (zeer) waarschijnlijk is. Relevante resultaten van stap 2 zijn de risicoclassificatie, de lokale en regionale evenementenkalender en het verzoek tot integraal veiligheidsadvies. Zij vormen de basis voor processtap 3. Stap 3 Signaleren en (integraal) adviseren Het resultaat van de derde processtap is het (integraal) veiligheidsadvies, gebaseerd op het risicoprofiel evenement. In deze stap wordt de behandelaanpak van een risico evenement (categorie C) beschreven. In het geval dat een multidisciplinair advies is benodigd is de voorzitter van het veiligheidsoverleg verantwoordelijk voor het opstellen van dit advies. Hiervoor is een regionaal format ontwikkeld. Advisering vindt plaats over; alarmering, opschaling, informatiemanagement, leiding en coördinatie, samenloop van evenementen en oefening. Ook geeft het integrale advies aan welke (deel)plannen moeten worden ontwikkeld. Het kan hierbij gaan om een veiligheidsplan, mobiliteitsplan, plan crowdmanagement en een gezondheidsplan. In het geval dat er sprake is van minder risicovolle evenementen (categorie A en B) dan zal advisering plaatsvinden door schriftelijke monodisciplinaire adviezen vanuit de hulpverleningsdiensten. Categorie B evenementen worden besproken in de evenementencommissie. Voor bepaalde (zwaardere) categorie B evenementen kan worden afgesproken dat deze in het veiligheidsoverleg beoordeeld worden. Daarnaast is een belangrijk onderdeel het opstellen van het veiligheidsplan door de organisator. Hiermee bundelt een organisator de voor de veiligheid van het evenement relevante informatie en een organisator kan laten zien dat hij zich bewust is van de risico's en weet hoe hij hiermee dient om te gaan. Deze processtap eindigt dus met de uitkomst van het inventariseren en analyseren van risico's en vormt al dan niet aangevuld met de monodisciplinaire adviezen het integraal veiligheidsadvies. Hiervoor wordt het Risico Analyse Model toegepast (zie bijlage 1. Dit veiligheidsadvies is dan de start van de vierde processtap. Stap 4 Besturen van het werk (Bestuurlijke afweging) Hierbij wordt het feitelijk goedkeuren c.q. instemmen door de burgemeester met het integraal veiligheidsadvies verstaan. Dit resulteert in het weigeren of het d.m.v. voorschriften afgeven van een vergunning. Het gaat in feite om het risicobeleid van het betreffende evenement dat (uiteindelijk door de burgemeester) wordt vastgesteld. Voor ieder evenement geldt dat er in bepaalde mate risico's ontstaan. De maatregelen die de organisator treft, de voorschriften die de gemeente in de vergunning stelt en de inzet die betrokken diensten plegen, reduceren deze risico's.
26
Risico's kunnen echter niet volledig worden uitgesloten. Dit betekent dat bepaalde restrisico's geaccepteerd moeten worden. De burgemeester stelt dit restrisico bij voorkeur vast, in overleg met de gezagsdriehoek, in het risicobeleid van het evenement13. De burgemeester stelt samen met de overige leden van de driehoek ook de beleids- en tolerantiegrenzen voor het evenement vast. Als het integrale veiligheidsadvies eisen richting de organisatie formuleert dan worden deze als verplichting in de vergunning opgenomen. De volgende voorwaarden worden standaard verbonden aan de vergunning voor een evenement, categorie B en C: - Gezondheids-, geneeskundige en hygiënevoorwaarden zoals geadviseerd door het regionaal bureau GHOR Gelderland-zuid. - De vergunninghouder of organisator dient voldoende toezichthouders aanwezig te hebben. - In geval van toegangscontrole en/of kaartverkoop dient de beveiliging in overeenstemming met de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus plaats te vinden. - Op de vergunning wordt de vergunninghouder of leidinggevende vermeld die te allen tijde op het festivalterrein aanwezig en aanspreekbaar moet zijn. Deze persoon dient de aanwijzingen van hulpdiensten en het gezag stipt op te volgen. - Er dient een gebruiksvergunning te zijn aangevraagd indien dit vereist is op grond van de brandbeveiligingsverordening. - Constructies en voorzieningen voor gas water en licht op het festivalterrein moeten voldoen aan de eisen gesteld in het Bouwbesluit. - Er moeten voldoende duidelijk gemarkeerde vluchtwegen op het terrein aanwezig zijn. Het personeel dient hierover te zijn geïnstrueerd. - Op het terrein moeten voldoende toiletten aanwezig zijn. - Indien er vuurwerk wordt ontstoken dienen de eisen v.h. Vuurwerkbesluit in acht genomen te worden. - Er wordt een calamiteitenroute vrijgehouden die tenminste aan de volgende eisen voldoet: • Doorrijdbreedte voor voertuigen van de hulpdiensten van minimaal 4,5 meter; • Minimale doorrijhoogte van 4 meter; • Hekwerken die deze route blokkeren moeten snel en gemakkelijk kunnen worden verwijderd. Deze vierde stap eindigt dus met het vaststellen van het risicobeleid wat van belang is ten behoeve van de behandelaanpak (stap 2,) het verlenen van de vergunning en het voorbereiden van het werk (stap 5, integraal operationeel plan) Stap 5 Voorbereiden van het werk (Preparatie voor het evenement) Planvorming vindt grotendeels plaats binnen de afzonderlijke diensten. De gemeente is de regisseur om deze plannen op elkaar af te stemmen. Het resultaat is een integraal operationeel plan (ook wel multidisciplinair coördinatieplan genoemd). Hierin worden de volgende onderwerpen opgenomen; de risico's van het evenement gebaseerd op het risicoprofiel en risicoclassificatie; het multidisciplinair integraal advies waarmee is ingestemd; uitvoering van de preparatiemaatregelen en de daarvoor benodigde capaciteit; het leveren van ondersteuning door het leveren van personele, facilitaire en informatievoorzieningen; de organisatiestructuur. Het veiligheidsplan, wat tevens bruikbaar is als handboek voor de organisator, dient naadloos aan te sluiten op het operationele plan. De vergunninghouder is, zoals al eerder gezegd, als eerste verantwoordelijk voor de veiligheid op het evenemententerrein. Deze moet daarom voor de bestrijding van kleine incidenten hiervoor zelf zorgdragen. In een veiligheidsplan (opgesteld door de organisator evenement), dat is gebaseerd op de risicoanalyse van de brandweer, politie, GHOR, gemeentelijke diensten en/of organisator, staat hoe de diverse voorzienbare incidenten worden bestreden. Bij het opstellen van het plan kunnen de hulpdiensten adviseren.
_______________ 13
geldt alleen t.a.v. categorie C evenement. 27
Het veiligheidsplan voorziet in de maatregelen die de organisator neemt bij het voorkomen en afhandelen van kleine incidenten. Bij grotere incidenten, waarbij de inzet van de hulpdiensten noodzakelijk is, treden de daarvoor bestemde plannen en procedures (opschaling GRIP) in werking en krijgt een van de hulpdiensten de leiding over het afhandelen van het incident. In het uiterste geval kan het gemeentelijke rampenplan worden opgestart, waarbij de burgemeester het opperbevel voert. Desgewenst kunnen organisatoren van evenementen categorie B en C voorafgaand aan de vergunningaanvraag bij de evenementencoördinator een verzoek doen tot advisering bij het schrijven van een veiligheidsplan. In dat geval wordt de organisator uitgenodigd in een veiligheidsoverleg. Daarnaast kan het raadzaam zijn bij evenementen categorie C de preparatie af te sluiten met een oefening. Deze vindt standaard plaats m.b.t. het evenementenweekend september (Appelpop, fruitcorso, braderie). Stap 6 Uitvoering Het integraal operationeel plan (multidisciplinair coördinatieplan) vormt het kader voor het uitvoeren van maatregelen en voorzieningen voorafgaand, tijdens en na het evenement. Ook hierin komt de regierol van gemeenten tot uiting. Controle en handhaving is hierbij een belangrijk item. Besloten kan worden om voor een ordelijk verloop van het evenement toezichthouders van bureau toezicht en handhaving in te zetten. Uitgangspunt is dat de inzet zich beperkt tot openbare orde en veiligheidstaken. Andere taken zoals het regelen van verkeer of het verzorgen van bewaking worden in principe door dit bureau niet verricht en alleen bij wijze van uitzondering en wanneer daarvoor voldoende capaciteit aanwezig is. Het veiligheidsoverleg kan het evenement voorafgaand of tijdens het evenement monitoren en desnoods maatregelen nemen indien dat noodzakelijk is. Ingeval een evenement categorie C wordt een monitorplan opgesteld. De monitoring geeft daarnaast ook input voor de evaluatie van het evenement. Voorafgaand aan het evenement kan een multidisciplinaire schouw plaatsvinden. In bijlage 2 zijn voorbeelden opgenomen van te nemen maatregelen. Stap 7 Evaluatie (verbeteren van het werk) Categorie C evenementen worden altijd in brede zin geëvalueerd en voor categorie B evenementen wordt dit sterk aanbevolen. Bij de evaluatie wordt de effectiviteit van de getroffen maatregelen beoordeeld en worden conclusies getrokken die in het daaropvolgende jaar kunnen leiden tot een (nog) betere opzet. De hulpverleningsdiensten sturen binnen vier weken na afloop van het evenement de evaluatiepunten naar de gemeente. Deze worden integraal in de evenementencommissie (categorie B) en veiligheidsoverleg (categorie C) besproken. In de bijlage 8 is een checklist per processtap opgenomen.
28
6
Organisatie en overleg rond de vergunningprocedure
6.1 Inleiding Als het over evenementen gaat, wordt van de gemeente Tiel verwacht dat zij (aan)vragen van burgers zo correct en spoedig mogelijk verwerkt. Tegelijkertijd staan klantvriendelijkheid, veiligheid en een juiste afweging van alle betrokken belangen hoog in het vaandel. Om aan deze doelstellingen te voldoen is het onontbeerlijk om afspraken te maken over de wijze waarop advisering en vergunningverlening tot stand komt.
6.2 Evenementencoördinator De evenementencoördinator speelt een centrale rol bij de beoordeling van vergunningaanvragen voor evenementen en subsidies. De belangrijkste taken van de coördinator zijn: - Regie voeren op proces vergunningverlening - Uitvoeren ontvankelijkheidtoets vergunningsaanvragen - Uitvoeren risicoscan d.m.v. de risicoscan evenementveiligheid (zie bijlage 10) - 1 loket functie uitoefenen voor zowel organisatoren als (hulpverlenings)diensten - Deelname aan de evenementencommissie - Deelname subsidiecommissie evenementen - Beheer van het evenementenfonds
6.3 Evenementencommissie De evenementencommissie adviseert het bestuur ten aanzien van de aanvragen van alle evenementen. De commissie bestaat uit vaste en ad hoc leden, onder voorzitterschap van de gemeente. De evenementencommissie wordt bij de vaststelling van dit beleid ingesteld krachtens artikel 84 Gemeentewet. Zij handelt in naam van het college van burgemeester en wethouders. De vaste kern van deelnemers wordt gevormd door: 1. Gemeentelijk voorzitter 2. Evenementencoördinator 3. Politie Gelderland-Zuid 4. Brandweer 5. Geneeskundige hulpverleningsorganisatie Regio (GHOR). (Geen permanente deelname) 6. Stadsbeheer (inclusief coördinator bureau toezicht en handhaving). Op uitnodiging van de voorzitter nemen daarnaast een of meerdere van de volgende diensten/personen deel: 7. Bouwen- en milieu 8. IV-coördinator/ambtenaar 9. Organisatoren evenement Uiteraard geldt dat de commissieleden die namens externe organisaties deelnemen, bevoegd moeten zijn een geldig advies uit te brengen namens deze organisaties.
29
Vergaderschema Eens per drie weken behandelt de evenementencommissie vergunningaanvragen. In de maanden oktober-februari wordt de evenementenkalender voorbereid: Oktober-novemer: voorbereiding/evaluatie evenementenkalender December-januari: concept kalender Februari: definitieve kalender Ondertekening, besluitvorming, quorum Adviezen door de evenementencommissie worden ondertekend door de voorzitter of diens vervanger. Alle deelnemers (en de door hen vertegenwoordigde dienst of organisatie) worden gebonden door het advies van de evenementencommissie. Besluiten worden met absolute meerderheid genomen. Er geldt geen quorum. Daarnaast behouden de hulpverleningsdiensten wel hun eigen zelfstandige (mono disciplinaire) adviseringsbevoegdheid aan de burgemeester.
6.4 Veiligheidsoverleg Met betrekking tot de categorie C evenementen (altijd) en sommige (zwaardere) B evenementen vindt een veiligheidsoverleg plaats. Het veiligheidsoverleg wordt gevormd door gemeente en hulpverleningsdiensten. Organisatoren kunnen hierbij worden uitgenodigd. De gemeente treedt op als voorzitter van het overleg. Het veiligheidsoverleg is in het voorbereidingstraject verantwoordelijk voor de risico analyse en toetsing van de veiligheidsplannen. Het veiligheidsoverleg adviseert integraal en rechtstreeks, via de voorzitter, aan de burgemeester m.b.t. veiligheidszaken.14 Tijdens grote en risicovolle evenementen (bijvoorbeeld Appelpop en fruitcorso) kan het veiligheidsoverleg operationeel zijn om de actuele veiligheidssituatie te monitoren en te sturen. Het veiligheidsoverleg kan dan met mandaat zelfstandig beslissingen nemen over veiligheidsissues m.b.t. het betreffende evenement. Na het evenement voert het veiligheidsoverleg een evaluatie uit. Het veiligheidsoverleg is een subcommissie en maakt deel uit van de evenementencommissie.
6.5 Mobiliteitsoverleg Onder regie van de gemeente vindt overleg plaats over mobiliteitsmaatregelen rond grote evenementen en het voorbereiden van verkeersbesluiten. Deelnemers aan het mobiliteitsoverleg zijn de gemeente en de hulpverleningsdiensten. De voorzitter van het mobiliteitsoverleg neemt deel aan de evenementencommissie en het veiligheidsoverleg en rapporteert aan de voorzitter. Het mobiliteitsoverleg is een subcommissie en maakt onderdeel uit van de evenementencommissie.
6.6 Openbare orde en veiligheid Beslissingen inzake handhaving, openbare orde en veiligheid zijn in handen van de programma coördinator veiligheid15 gelegd. In het geval van belastende evenementen is deze verantwoordelijk en bevoegd tot het nemen van alle beslissingen die nodig zijn om de veiligheid en de openbare orde van een dergelijk evenement te garanderen. Uiteraard vindt hiertoe voorafgaand overleg plaats met de evenementencoördinator, de betrokken (hulp)diensten en de burgemeester.
_______________ 14 15
De hulpverleningsdiensten behouden daarnaast hun separate adviesbevoegdheid richting burgemeester Het is nog niet geheel duidelijk waar dit wordt belegd na de reorganisatie (januari 2014)
30
6.7 Mandaat en machtiging Ter uitvoering van het evenementenbeleid worden de volgende mandaten en machtigingen verleend: - De bevoegdheid tot het beschikken op aanvragen voor evenementen wordt gemandateerd aan de voorzitter van de evenementencommissie. Deze informeert het college voorafgaand in geval van een negatieve of omstreden beschikking. M.b.t. categorie C evenementen ligt deze bevoegdheid bij de burgemeester. - De bevoegdheid tot het beschikken op aanvragen voor het verlenen van subsidie voor evenementen wordt verleend aan de voorzitter van de subsidiecommissie evenementen. Deze informeert het college voorafgaand in geval van een negatieve of omstreden beschikking. - De bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang, dwangsom of intrekking van de evenementenvergunning wordt verleend aan de manager team inwoners. Het college of de burgemeester wordt altijd voorafgaand geïnformeerd. - De bevoegdheid om met toepassing van bestuursdwang een evenement stil te leggen of af te lasten en het terrein te ontruimen wegens overtreding van het veiligheidsplan of vergunningvoorwaarden die betrekking hebben op de openbare orde of veiligheid wordt gemandateerd aan de districtschef van de Politie GelderlandZuid. Hierbij wordt gehandeld conform het relevante handhavingscenario (zie bijlage 4). De burgemeester wordt altijd voorafgaand geïnformeerd. - De machtiging door het college van burgemeester en wethouders aan de evenementen-coördinator om namens hen de Gemeente Tiel contractueel te binden ten aanzien van het gebruik van grond, opstallen en diensten voor evenementen. - De bevoegdheid tot het beslissen over alle uitvoerende maatregelen die nodig zijn voor het waarborgen van de veiligheid en openbare orde van een evenement wordt verleend aan de voorzitter van het veiligheidsoverleg/evenementencommissie. De mandatering van bevoegdheden maakt een efficiënte afwikkeling van de maatregelen m.b.t. evenementen mogelijk. Tegelijkertijd behoud het college of de burgemeester te allen tijde de mogelijkheid om bindende instructies te geven16 of alsnog zelf te beschikken.
6.8 Vergunningaanvraag: één loket Naast de evenementenvergunning kunnen tevens andere vergunningen of besluiten vereist zijn. Het betreft: - de gebruiksvergunningen voor tenten e.d. - melding bouwvergunning/ voldoen eisen Bouwbesluit - tijdelijke verkeersmaatregelen voor het afsluiten van wegen/verkeersbesluit - vuurwerk (vergunning provincie) - ontheffing drank en horecawet voor verkoop alcoholische dranken - ontheffing van de Zondagswet - ontheffing van de Winkeltijdenwet - ontheffing voor geluid ex. 4.1.5 APV - loterijvergunning op grond de wet op de kansspelen - verklaring van geen bezwaar op grond van de Luchtvaartwet (helikopters e.d.) - ontheffing wet beheer rijkswaterstaatwerken (Rijkswaterstaat) - ontheffing van het binnenvaart politiereglement - vergunning reclame(sandwich)borden op grond van de APV Alle aanvragen die niet door provincie of rijkswaterstaat worden verleend, worden ingediend bij de evenementencoördinator. Deze zet de aanvragen uit bij de relevante organisatieonderdelen. Voor een uitgebreide beschrijving van taken en bevoegdheden evenementencommissie en de bijbehorende overlegstructuren zie bijlage 6. _______________ 16
Zie de artikelen: 10:6 en 10:7 van de Algemene wet bestuursrecht. 31
32
7
Overlast en geluid
7.1 Inleiding Evenementen leiden over het algemeen tot een bepaalde vorm van overlast. Hierbij kun je denken aan geluidsoverlast maar ook overlast in de zin van een slechtere bereikbaarheid van gedeelten van Tiel en het minder beschikbaar zijn van parkeerplaatsen in het centrum. Per gemeente bestaan er nogal wat verschillen over geluidsgrenzen. Gemeenten hebben dan ook veel vrijheid bij het vaststellen van normen. De Regio Rivierenland heeft in samenwerking met de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen en Zaltbommel een notitie geschreven die handvatten moet bieden bij het vaststellen van geluidsnormen voor evenementen. De notitie “Geluid bij evenementen” is een belangrijke bron van het hier beschreven beleid. Daarnaast is geput uit de nota “Evenementen met een Luidruchtig karakter” door de Inspectie Milieuhygiëne Limburg.
7.2 Definitie geluidshinder Geluid van evenementen kan bij omwonenden leiden tot tal van irritaties en complicaties. De vraag welk geluidsniveau door omwonenden geduld moet worden laat zich moeilijk beantwoorden aangezien de mate waarin overlast wordt ervaren van individu tot individu verschild. De notitie ‘Geluid bij evenementen” van de Regio Rivierenland wordt de geluidsoverlast in vijf categorieën verdeeld: enige, veel, ernstige, zeer ernstige en onduldbare hinder. Van onduldbare hinder is sprake indien het absolute geluidsniveau 50 dB(A) is en het referentieniveau17 met meer dan 20 dB(A) wordt overschreden. Daarnaast zijn de volgende gegevens van invloed op de beleving van geluidsoverlast. - de spraakverstaanbaarheid: Om elkaar goed te kunnen verstaan is een verschil tussen het achtergrondgeluid en het gespreksniveau noodzakelijk van meer dan 10 dB(A) - slaapverstoring: Uit onderzoek blijkt dat bij evenementen waarbij muziek en spraak ten gehore wordt gebracht al bij een geringe overschrijding van het achtergrondgeluidsniveau slaapverstoring kan worden ondervonden.
7.3 Grenswaarden geluid evenementen categorie 0 en A Uitgangspunt: Het voorkomen van onduldbare hinder gedurende dag en avond. Het voorkomen van onduldbare hinder én slaapverstoring gedurende de nacht. In de onderstaande tabel wordt het uitgangspunt vertaald naar geluidswaarden.18 Periode
Referentie dB (A) (basisnorm binnen)
Max. niveau binnen dB (A)
Gevelisilotatie dB (A)
Maximale gevelbelasting dB (A)
07-19 h
35
50
20
70
19-23 h
30
50
20
70
23-24 h
25
45
20
65
00-07 h
25
25
20
45
_______________ 17
Varieert tussen 25 en 35 dB(A) afhankelijk van dag-, avond- of nachtperiode. Zie ook de notitie “Geluid bij evenementen”, d.d. 15 december 2003, pagina 10. 18 Normering op basis van hinder/spraakverstaanbaarheid (één-minuut LAeq) en slaapverstoring. 33
Opmerkingen - Wanneer geconstateerd wordt dat de gevelisolatie c.q. de geluids(on)gevoeligheid van de ruimten achter de bepalende gevels beter of slechter is dan hetgeen is vermeld in de tabel, kan de gevelbelasting met 5 tot 10 dB(A) worden aangepast. - Incidentele niveaus van 80 á 85 dB(A) zijn niet altijd te voorkomen. Hiermee dient met de metingen rekening te worden gehouden.
7.4 Regulering geluid van evenementen categorie B, C d.m.v. de Hinderscore Uit de nota “Geluid bij evenementen”19 en de nota “Evenementen met een luidruchtig karakter”20 blijkt dat het opleggen van een geluidsnorm van 70 dB(A) bij grote evenementen weinig zinvol is. Enerzijds omdat het achtergrondniveau van het publiek al zo hoog is dat minimaal 80 dB(A) nodig is om überhaupt boven het geluid van het publiek uit te komen. Anderzijds omdat handhaving in een dergelijk geval risico’s voor de openbare orde schept. Om toch tot een objectiveerbare norm te komen die zowel recht doet aan het belang van omwonenden en de belangen van organisatoren en bezoeker is niet gekozen voor een systeem volgens geluidsnormering, maar wordt overlast beperkt met behulp van een hinderscore. Dit betekent dat omwonenden geconfronteerd kunnen worden met ernstige geluidshinder, doch dat het aantal van dergelijke evenementen aan een strikt maximum wordt verbonden. Feitelijk is er sprake van consolidatie van de bestaande situatie doordat de normering aansluit op praktijkmetingen. Om te voorkomen dat de leefomgeving onaanvaardbaar wordt aangetast doordat er te veel evenementen plaatsvinden die ernstige geluidshinder met zich meebrengen, hanteert de gemeente Tiel een hinderscore.
Hinderscore De hinderscore is een instrument waarmee de overlast van evenementen wordt gekwantificeerd door op grond van hinderfactoren verschillende evenementen te typeren en van punten te voorzien. Hinderfactoren zijn: volume geluid, duur evenement, periode van op- en afbouw en het tijdstip evenement. Deze factoren zijn van toepassing op drie typen evenementen21: Omschrijving
Voorbeeld
Score
Kleine evenemenen (Categorie O en A)
straat-/buurtfeest, braderie
1
Evenement met beperkte (geluids)overlast voor bewoners (Categorie A en B)
braderie met versterkte muziek, liveoptreden in b.v. buitengebied
5
Evenement met forse (geluids)overlast voor bewoners (categorie B en C)
kermis, liveoptreden op Plein, Appelpop, Fruitcorso
10
Voor wat betreft de tijdsduur wordt het aantal punten als volgt vermenigvuldigd: 1 of 2 dagen x 1 3 of 4 dagen x 2 5 of 6 dagen x 3 7 of >7 dagen x 4 Per op- of afbouwdag 5 extra punten. _______________ 19
Geluid bij evenementen, IOR, 15-12-2003, pagina 14. Nota “Evenementen met een luidruchtig karakter, VROM Inspectie Milieuhygiëne Limburg, januari 1996, pagina 10. 21 Onderzocht wordt nog of de nieuwe categorie-indeling (0,A,B,C) vertaald kan worden naar de hinderscore, zonder dat dit invloed heeft op het aantal evenementen binnen de hinderscore ( peil 2010) 20
34
Per op- of afbouwdag 5 extra punten Voor wat betreft het tijdstip wordt het aantal punten als volgt vermenigvuldigd: verlengde dagperiode 07 uur tot 21 uur x 1 verkorte avondperiode 21 uur tot 23 uur x 2 nachtperiode 23 uur tot 07 uur x 3
Voorbeeld Het popfestival ‘Appelpop’ scoort als volgt: - categorie: 10 (groot belastend evenement) - factor tijdsduur: 01 (2 dagen) - factor tijdstip 03 (na 23 uur) - dagen op- en afbouw 65 (13 dagen x 5 punten) Hinderscore: 10 x 01 x 03 + 65 = 95 De hinderscore heeft nauwelijks betekenis voor de kleinste evenementen. Om deze reden worden evenementen met hinderscore 1 niet meegewogen. De maximale hinderscore van 1255 punten is opgesteld aan de hand van de evenementen die in 2010 plaats hebben gevonden. Gelet op het feit dat er in dat jaar niet of nauwelijks is geklaagd en er ook van gemeentewege geen onduldbare overlast is waargenomen, mag worden aangenomen dat deze score voor alle betrokkenen aanvaardbaar is. De hinderscore per locatie is bedoeld als richtsnoer, niet als dwangbuis. Daarom dient bij de interpretatie van de maxima een marge van circa 10 procent in acht te worden genomen. Per 1-1-2014 wordt de hinderscore verhoogd van 1255 naar 1650 punten. Deze verhoging is het gevolg van het toekennen van extra punten (395) m.b.t. de op- en afbouw van evenementen. Hiervoor is het jaar 2010 als maatstaf genomen. Tabel hinderscore: Terrein Tiel Centrum bestaande uit
Score Waalkade
380
Bleekveld
0
Taluud
65
(Groen)Markt/promenade
150
Plein
320
Korenbeursplein
165
Overige
185
Tiel Passewaaij
80
Tiel Oost
30
Tiel Noord
30
Tiel West
60
Wadenoijen
85
Kapel Avezaath
70
Zennewijnen
30
Medel
-
Kellen
-
Totaal
1650
35
Om het een en ander formeel juist af te bakenen is de indeling gekoppeld aan de CBS wijkindeling. Terrein
CBS-wijkindeling
Tiel Centrum
0000 Binnenstad 0001 Sterrebos 0004 Stationsbuurt
Tiel Passewaaij
0102 Passewaaij-Noord 0106 Passewaaij-Zuid
Tiel Oost
0005 Santwijck 0006 De Lok 0007 Het Ooij 0009 Latenstein
Tiel Noord
0100 Elzenpas 0101 Westroijen 0103 Rauwenhof 0104 Drumpt
Tiel West
0002 Hertogenwijk 0003 Burgemeesterwijk 0008 Ridderweide
Wadenoijen
0200 Wadenoijen dorp 0209 Wadenoijen omg.
Kapel Avezaath
0201 Kapel-Avezaath dorp 0208 Kapel-Avezaath omg.
Zennewijnen
0105 Zennewijnen dorp 0107 Zennewijnen omg.
Medel
0202 Industrieterrein Medel
Kellen
0108 Veluwe 0109 Industrieterrein Kellen
7.5 Aanvullende afspraken om overlast te beperken Naast geluidsoverlast leveren evenementen nog andere vormen van overlast op, zoals een slechtere bereikbaarheid van gedeelten van Tiel en het minder beschikbaar zijn van parkeerplaatsen in het centrum. Om die redenen zijn er naast de geluidseisen nog een aantal aanvullende afspraken van toepassing. • Standaard wordt de regel gesteld dat per locatie na een belastend evenement (categorie A, B of C) een periode van 4 weken in acht moet worden genomen waarin geen belastend evenement mag worden georganiseerd. Voor de evenementterreinen Waalkade, (groen)markt /promenade, plein en Korenbeursplein, gelden andere regels (zie hoofdstuk 4) • Het gelijktijdig vergunnen van een evenement op het Taluud en de Waalkade vindt niet plaats. Bij gelijktijdige aanvraag gaat een evenement op de Waalkade voor een evenement op het taluud (nieuw beleid) • Een gedeelte van de Waalkade moet altijd beschikbaar blijven voor parkeren. Hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken.
7.6 Eindtijden Om enerzijds tegemoet te komen aan de wens tot ruimere eindtijden en anderzijds de belangen van omwonenden in acht te nemen, is gekozen voor differentiatie: Van zondag tot en met donderdag geldt een eindtijd van 24:00 uur. Op vrijdag en zaterdag geldt een maximale eindtijd van 01:00 uur. Hetzelfde geldt voor dagen die voorafgaan aan een algemene vrije dag. 36
Het college kan gemotiveerd afwijken van de maximale eindtijden. Hierdoor is de regeling voldoende flexibel om ook evenementen die voor Tiel en de regio van bijzondere betekenis zijn, maar niet binnen de reguliere eindtijden vallen, doorgang te laten vinden.
7.7 Klachtregistratie, toename van klachten als weigeringgrond Door het ontbreken van een absolute geluidsnorm bij evenementen categorie B en C is het des te belangrijker dat adequaat wordt ingegrepen indien blijkt dat omwonenden onaanvaardbare overlast ondervinden van het evenement. Hiertoe dient de klachtregistratie op orde te zijn. Burgers kunnen geluidsklachten melden op de ‘bel- en herstellijn’, bij de evenementcoördinator en in spoedgevallen uiteraard bij de politie. Monitoring van de klachten gebeurt door de evenementencoördinator. Deze legt een overzicht van de klachten die bij politie, provincie en de gemeente zijn binnengekomen ter bespreking voor in de evenementencommissie. De evenementencommissie adviseert het bestuur indien de klachten aanleiding geven tot aanpassing van het beleid of gevolgen heeft voor toekomstige vergunningverlening. Een (volgende) evenementenvergunning wordt geweigerd indien blijkt dat: 1. De evenementencommissie de klacht(en) heeft beoordeeld en tot de conclusie is gekomen dat de overlast voor omwonenden onaanvaardbaar is. 2. Indien de politie of een gemeentelijke toezichthouder van de verantwoordelijke persoon heeft gevorderd dat het volume verlaagd wordt en hieraan geen of te laat gevolg is gegeven. Ad. 1: Wanneer overlast onaanvaardbaar wordt is lastig te bepalen. Toch kunnen er in voorkomende gevallen wel degelijk aanwijzingen zijn dat dit het geval is. Gedacht wordt aan: - een forse toename van het aantal klachten ten opzichte van voorgaande jaren. - wanneer niet alleen direct aanwonende klagen maar ook burgers die op enige afstand van het evenement wonen. - Wanneer uit geluidsmetingen blijkt dat de geluidsniveaus vergeleken met voorgaande jaren drastisch zijn gestegen. Ad. 2: Wanneer aanwijzingen van het bevoegde gezag niet prompt worden opgevolgd is er per definitie sprake van onnodige overlast voor omwonenden. Van organisatoren mag nu juist worden verwacht dat zij al het nodige in het werk stellen om onnodige overlast voor de omgeving te voorkomen. Wanneer blijkt dat de vergunninghouder op dit punt om wat voor reden dan ook in gebreke blijft dient een volgende vergunning te worden geweigerd.
37
38
8
To ezi cht e n Ha n d havi n g
8.1 Toezicht De evenementencoördinator stuurt een afschrift van elke vergunningaanvraag naar: - de afdeling bouwen, milieu en monumenten - de afdeling stadsbeheer - politiedistrict Gelderland-Zuid, basisteam De Waarden - Brandweer (preventie) - GHOR Gelderland-Zuid Indien één van de ontvangers van mening is dat er (preventief) toezicht plaats dient te vinden, laat deze dat binnen twee weken na ontvangst van het afschrift weten aan de evenementencoördinator (al dan niet tijdens het evenementenoverleg). Uit het oogpunt van klantvriendelijkheid zullen de controles doorgaans gezamenlijk plaatsvinden. Desgewenst adviseert de coördinator handhaving over (de noodzaak tot) integrale controles.
8.2 Handhaving Overtredingen van de vergunningvoorwaarden, de APV of wetten waarop het college toeziet (medebewind) kunnen worden gesanctioneerd door middel van bestuursdwang of dwangsom. In beide gevallen wordt de overtreder een ‘last’ opgelegd waarin wordt omschreven op welke wijze de overtreding beëindigd dient te worden. Wanneer aan deze last niet wordt voldaan zal het college de overtreding op kosten van de overtreder zelf beëindigen (bestuursdwang) of zal de overtreder telkens een fors bedrag verbeuren per tijdseenheid gedurende welke de overtreding voortduurt (dwangsom). De keuze tussen dwangsom of bestuursdwang hangt af van de vraag met welk middel de overtreding het meest doeltreffend kan worden bestreden. Daarbij spelen onder andere de kosten en de risico’s van handhaving een belangrijke rol. Naast de toepassing van bestuursdwang of dwangsom is het natuurlijk ook mogelijk de evenementenvergunning in te trekken zodat het evenement geen doorgang kan vinden.
Conflicterende belangen Handhaving van evenementen is geen eenvoudige zaak. Met name het beëindigen van een evenement is in enkele gevallen praktisch onmogelijk omdat dit grote openbare orde risico’s met zich meebrengt (mensenmassa’s) of omdat er conflicterende financiële, imagotechnische en politieke belangen in het spel zijn. Wanneer overtreding van vergunningvoorwaarden of ernstige veiligheidsgebreken vlak voor de start van het evenement aan het licht komen ontstaat al snel een padstelling: afbreken van het evenement is dan vaak niet meer mogelijk, ongeacht de ernst van de (veiligheids)gebreken. Toezicht en handhaving dient dus vooral tijdig plaats te vinden! Om deze reden dienen organisatoren o.a. strikt te worden gehouden aan de termijnen die gelden voor het indienen van een aanvraag. Bij evenementen categorie C vindt altijd van te voren een integrale schouw plaats, samen met de hulpverleningsdiensten. Scenario’s Handhavend optreden kan voor organisatoren en de Gemeente Tiel behalve financiële risico’s ook schade aan het imago van de stad Tiel en het evenement met zich meebrengen. Daarom dient het handhavend optreden voorspelbaar en consequent te zijn. Door het ontwikkelen van handhavingscenario’s voor de meest precaire overtredingen wordt aan deze belangen tegemoet gekomen. De scenario’s zijn opgenomen in bijlage 4. Integrale handhaving Doorgaans zijn bij een evenement enkele gemeentelijke toezichthouders of Bijzondere Opsporings Ambtenaren (BOA’s) of de politie aanwezig. Daarnaast worden (grote) evenementen incidenteel bezocht door inspecteurs van landelijke diensten. Deze controles c.q. handhaving vinden in principe integraal plaats. Concreet betekent dit dat partijen niet alleen 39
samenwerken ten aanzien van controles en handhaving, maar dat ook informatie over de te volgen procedures onderling wordt uitgewisseld.
Afstemming handhaving evenementencommissie De evenementencoördinator dient tijdig op de hoogte te zijn van handhavingacties gedurende een evenement. Deze informatie kan immers gevolgen hebben voor de vergunningverlening en de veiligheidsanalyse. Handhaving door de vakafdelingen dient daarom altijd voorafgaand in overleg met de evenementencoördinator plaats te vinden. Zo nodig stelt de evenementencoördinator de kwestie aan de orde in de evenementencommissie.
8.3 Crowdmanagement en mobiliteit Crowdmanagement en crowdcontrol is bij het organiseren van grotere evenementen (categorie B en met name categorie C) een steeds belangrijker onderdeel van de maatregelen om een evenement veilig te kunnen laten verlopen. Dit geldt t.a.v. maatregelen op het evenemententerrein zelf maar ook m.b.t. maatregelen in de (ruimere) omgeving van het evenemententerrein. Zie ook de bijlage 3. In principe is de organisator van een evenement hiervoor in het geheel, inclusief de daarbij behorende kosten, verantwoordelijk. De gemeente kan hier wel ondersteuning in bieden (b.v. het evenementenweekend september (Appelpop/, fruitcorso, braderie) Evenementen categorieën B en C kunnen door hun omvang veel invloed hebben op het verkeer. Daarom is het belangrijk vooraf na te denken over de aan- en afvoer van bezoekers, om zo de overlast voor bewoners, bedrijven en overige verkeersgebruikers zo veel mogelijk in te perken. De bereikbaarheid van het evenement wordt geschat aan de hand van de volgende factoren: • geraamde hoeveelheid bezoekers • samenloop met andere evenementen in de omgeving of elders in de stad • wegwerkzaamheden, afsluitingen of andere knelpunten • beschikbaarheid van openbaar vervoer • beschikbaarheid van parkeervoorzieningen Afhankelijk van deze factoren kan van de organisator worden verlangd dat deze een mobiliteitsplan opstelt. Uitgangspunt van het plan is dat de overlast voor bewoners en bedrijven en overige verkeersgebruikers zo veel mogelijk beperkt blijft. In een mobiliteitsplan wordt aandacht besteed aan de: • diverse vervoersstromen (openbaar vervoer, taxi’s, particulier vervoer, georganiseerd vervoer (pendelbussen, ontheffingen, fietsers en voetgangers); • routes (incl. calamiteitenroutes, omleidingen, afsluitingen); • parkeerfaciliteiten (ook fietsenrekken); • bebording; • verkeersregelaars Een mobiliteitsplan is voor evenementen categorie C verplicht en voor categorie B facultatief.
40
9
Communicatie
9.1 Rol evenementencoördinator De evenementencoördinator is het aanspreekpunt voor organisatoren van evenementen en de adviserende (hulpverlenings)diensten. Voor wat betreft (pro) actieve informatie is de evenementencoördinator niet alleen betrokken bij de informatieronde voorafgaand aan het evenementenseizoen (zie hoofdstuk 4 over de evenementenkalender) maar informeert hij organisatoren en belanghebbenden indien wet- of regelgeving is gewijzigd of ten aanzien van andere gewijzigde omstandigheden. De lokale krant en de website van de Gemeente Tiel zijn geschikte media voor dergelijke publicaties. De evenementencoördinator kan in voorkomende gevallen als vergunningvoorwaarde opnemen dat de organisator omwonenden afdoende informeert.
9.2 Rol stadspromotie De centrumfunctie van de Gemeente Tiel brengt met zich mee dat in Tiel een behoorlijk aantal bijzondere evenementen wordt georganiseerd, al dan niet van bovenregionale betekenis. De stadspromotor heeft niet alleen tot taak om deze bijzondere (toeristische) positie van de Gemeente Tiel uit te dragen, maar verstrekt ook gevraagd en ongevraagd adviezen bijvoorbeeld over de vorm en inhoud van een evenement of het evenementenbeleid.
9.3 Rol afdeling communicatie De expertise van de communicatieadviseurs van de Gemeente Tiel wordt ingezet bij de voorbereiding van een informatieronde. Het initiatief hiertoe zal doorgaans in handen van de evenementencoördinator liggen, maar uiteraard kunnen communicatieadviseurs ook ongevraagd adviseren. De beantwoording van persvragen namens de Gemeente Tiel aangaande een evenement of het evenementenbeleid wordt altijd gecoördineerd door de afdeling communicatie. De afdeling communicatie zorgt ervoor dat een wekelijks of maandelijks overzicht van de komende evenementen in de stad Tiel en op de website van de gemeente wordt gepubliceerd. Indien een multidisciplinair coördinatieplan wordt opgesteld bij bepaalde evenementen categorie C, is een onderdeel daarvan een communicatieplan. Integraal afgestemd met hulpverleningsdiensten en organisatoren.
9.4 Rol regionaal bureau voor toerisme (RBT) Het RBT draagt zorg voor de toeristische informatie over de regio. Het RBT kan in samenwerking met organisatoren zorg dragen voor promotie van het evenement.
9.5 Website gemeente Tiel Op de website van de gemeente Tiel zal diverse informatie rond evenementen worden gepubliceerd. Hiermee worden organisatoren van evenementen gefaciliteerd bij de aanvraag van de evenementenvergunning en kunnen burgers informatie vinden rond evenementen. Op de website worden de volgende thema's opgenomen: • waar kunnen organisatoren met de aanvraag terecht • een uitleg van de definities verschillende soorten evenementen • een uitleg van de aanvraagprocedure, zowel schematisch als in tekst • een toelichting op de (procedure van) de evenementenkalender 41
• • • • • • • • • •
de meest relevante regels tav geluid, veiligheid en beheer een overzicht van de evenemententerreinen een uitleg over de klacht- en bezwaarprocedure door omwonenden en belanghebbenden aansluitend een overzicht van de sancties die kunnen worden opgelegd een overzicht van de kosten voor aanvrager tips: overige regels / verzekering / promotie / milieu / subsidies adressen van relevante instanties of diensten vermelding van: evenementenloket voor informatie/gemeentelijk nummer voor klachten relevante formulieren vergunningen
42
10
Evaluatie
10.1 Inleiding Belangrijk is om het evenementenbeleid maar ook de uitvoering van specifieke evenementen goed te evalueren. Daarvoor worden de principes van de Deming-cirkel toegepast Hieronder wordt beschreven op welke wijze de resultaten van het beleid gemeten kunnen worden. (check) Indien de uitkomsten van die meting daartoe aanleiding geven zal er een aanpassing van het beleid (act) van de nota (plan) plaatsvinden. De beleidscyclus is voltooid op het moment dat de uitvoering (do) van deze nota opnieuw wordt geëvalueerd.
Fig. 1. De Plan-Do-Check-Act cyclus, ook wel ‘Deming-cirkel’ genoemd.
10.2 Evaluatie ten behoeve van klantvriendelijkheid Klantvriendelijkheid is een centraal thema van het evenementenbeleid. De Gemeente Tiel heeft ervoor gekozen om organisatoren zoveel mogelijk te ondersteunen door middel van modellen en ‘advies op maat’. Op deze wijze wordt de administratieve lasten voor aanvragers tot een minimum teruggebracht. Een ander instrument is de centrale advisering via de evenementencoördinator zodat wordt voorkomen dat de burger het gevoel heeft van ‘van het kastje naar de muur’ te worden gestuurd. Ook zal in 2014 de evenement assistent ingevoerd worden, waardoor organisatoren op een eenduidige en eenvoudige manier digitaal vergunning kunnen aanvragen. Ook informatie-uitwisseling tussen de gemeente en hulpverleningsdiensten kan daardoor makkelijker verlopen. Door middel van een gebruikersenquête kan worden gemeten of burgers en organisatoren daadwerkelijk ervaren op een efficiënte en klantvriendelijke wijze geholpen te worden.
10.3 Evaluatie ten behoeve van de veiligheid en naleving Noodzakelijkerwijs bevat het beleid een aantal regels en procedures om de veiligheid te garanderen en overlast voor de omgeving zoveel als mogelijk te voorkomen. Het is van belang dat de Gemeente Tiel zich doorlopend de vraag stelt of deze regels nog actueel en nodig zijn. Bovendien zal ook bekeken moeten worden of de gestelde regels handhaafbaar zijn. Beide vragen zijn door middel van een kwalitatieve analyse te beantwoorden. Een dergelijke analyse wordt door de evenementencommissie uitgevoerd. Evenementen categorie B (in evenementencommissie en grotere categorie in veiligheidsoverleg) en C (in het veiligheidsoverleg) worden standaard geëvalueerd.
43
10.4 Evaluatie ten behoeve sociaal-maatschappelijke effecten De subsidiecommissie evenementen bekijkt jaarlijks of de gehanteerde criteria nog recht doen aan het uitgangspunt dat ook evenementen om sociaal-maatschappelijke redenen van belang zijn in voldoende mate door de Gemeente Tiel worden ondersteund. Uiteraard is een dergelijke evaluatie niet cijfermatig te onderbouwen zodat ook op dit punt een kwalitatieve analyse plaats zal vinden.
10.5 Frequentie Het evenementenbeleid wordt 1 keer per drie jaar geëvalueerd. De evenementenkalender en met name de veiligheidsaspecten worden jaarlijks geëvalueerd binnen de evenementencommissie.
10.6 Feedback Op de website van de gemeente Tiel zal voor belanghebbenden de mogelijkheid worden geboden om te reageren op het (concept) beleid en/of de uitvoering daarvan. Tijdens de totstandkoming van het beleid zijn belangstellenden ook door middel van een publicatie in de Stad Tiel opgeroepen om hun mening kenbaar te maken en is een informatieavond georganiseerd.
44
11
Middelen en Financiën
11.1 Subsidies In de subsidieverordening evenementen worden de criteria besproken op grond waarvan bepaald kan worden of een evenement in aanmerking komt voor subsidie. Hiertoe is er een evenementenfonds ingestelde waarbij de subsidieverlening voor evenementen is gecentraliseerd en alle subsidiestromen hierin zijn ondergebracht. In het evenementenfonds vloeien niet alleen de bedragen die als subsidie verstrekt worden, maar ook de indirecte kosten. Dit zijn de materiële kosten en de kosten die door gemeentelijke diensten worden doorbelast.22 Het evenementenfonds wordt beheerd door de subsidiecommissie. De evenementencoördinator is verantwoordelijk voor het beheer van het evenementenfonds. Subsidieaanvragen voor belastende evenementen kunnen worden aangemeld tot vijftien november van het jaar voorafgaand aan het evenementenseizoen. Latere aanmelding leidt - behoudens bijzondere omstandigheden tot weigering van de subsidieaanvraag. Op deze wijze wordt aangesloten op de procedure van de evenementenkalender zodat er tijdig een overzicht is van de te subsidiëren evenementen. Met een dergelijk overzicht kan de (toegevoegde) waarde van individuele evenementen beter worden beoordeeld. Zie v.w.b. een overzicht van de evenementensubsidies 2013 de bijlage 9.
11.2 Begroting Jaarlijks wordt een begroting opgesteld. Hierin worden subsidies, (in)directe kosten en inkomsten opgenomen. Zie v.w.b. de begroting 2013 de bijlage 9. M.b.t. het evenementenweekend september (Appelpop, Fruitcorso, Braderie) wordt een separate projectbegroting opgesteld.
11.3 Leveren van diensten en middelen Het organiseren van evenementen brengt voor de gemeente een aantal werkzaamheden en kosten met zich mee. Het belang dat de gemeente Tiel hecht aan het zijn van evenementenstad maar ook de financiële situatie vergt dat er een goede afweging dient plaats te vinden welke diensten en middelen de gemeente Tiel kan en wil leveren aan organisatoren van evenementen. Hoewel het consequent in rekening brengen van kosten uit het oogpunt van transparantie te verkiezen is, mag het niet zo zijn dat waardevolle evenementen die met beperkte middelen worden georganiseerd, onbetaalbaar worden. Binnen dit afwegingskader wordt ook een verschil gemaakt tussen commerciële en niet commerciële evenementen. In de navolgende hoofdstukken geeft de gemeente Tiel aan tot hoe ver de dienstverlening strekt. De jaarlijks kosten van de evenement assistent worden verrekend in de leges (m.b.t. evenementen). De kosten van aanschaf worden eenmalig in de begroting opgenomen.
11.3.1 Gebruik grond en derving parkeerinkomsten Vanuit de gedachte dat Tiel evenementenstad is kiest de gemeente Tiel ervoor om geen huur te vragen aan organisatoren van evenementen voor het gebruik van de grond. Het in gebruik geven van de grond dat in eigendom is van de gemeente Tiel geschiedt middels het verlenen van de evenementenvergunning. _______________ 22
Voorbeelden zijn de kosten vanwege de huur van dranghekken en fietsenrekken en de doorbelasting van de arbeidsuren die nodig zijn om deze voorzieningen te plaatsen. 45
In verband met het betaald parkeren in Tiel kiest de gemeente er wel voor om een vergoeding in rekening te brengen voor gederfde parkeerinkomsten.23 Dit is van toepassing op een aantal evenementlocaties te weten; Waalkade, Taluud en eventueel het Bleekveld. Hiervoor wordt met de organisator vooraf een overeenkomst gesloten. Betaling van de vergoeding voor gederfde parkeerinkomsten dient voorafgaand aan het evenement plaats te vinden. Om extra administratieve lasten voor organisatoren te voorkomen wordt dit bedrag zo mogelijk direct verrekend met een eventueel te verstrekken subsidie. Het college machtigt de evenementencoördinator tot het aangaan van de voornoemde huurovereenkomsten.
11.3.2 Levering fysieke diensten Hierbij wordt onderscheid gemaakt in het ondersteunen van organisatoren door het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden en/of het aanleveren van hulpmiddelen (b.v. hekken plaatsen) en het verrichten van diensten na een evenement (b.v. schoonmaken evenementterrein en omgeving daarvan). Door de gemeente Tiel wordt een productenboek opgezet waarin de levering van fysieke diensten zijn opgenomen. Per te leveren dienst wordt weergegeven voor organisatoren wat zij van de gemeente kunnen erwachten en welke kosten hiervoor worden doorbelast.
Schoonmaak en beheer terrein Helaas is in het verleden nogal eens geconstateerd dat het terrein waar een evenement plaats heeft gevonden vervuild of beschadigd is achtergelaten. Daarom hanteert de gemeente het uitgangspunt dat organisatoren verplicht zijn het evenemententerrein op te leveren in de staat waarin het zich bevond voor aanvang van het evenement. Afspraken hierover worden vermeld in de evenementenvergunning (als onderdeel van de gebruiksovereenkomst). Indien een organisator deze afspraken niet naleeft, zal de gemeente voor herstel zorgen. De kosten voor schoonmaak, reparatie of andere werkzaamheden worden in principe op de organisator verhaald.
11.3.3 Crowdmanagement, bereikbaarheid en mobiliteit In principe is de organisator van een evenement hiervoor in het geheel, inclusief de daarbij behorende kosten, verantwoordelijk. De gemeente kan hier wel ondersteuning in bieden en in bijzondere gevallen (b.v. het evenementenweekend september (Appelpop/, fruitcorso, braderie) ook zelf een rol vervullen en (een gedeelte van) de kosten voor haar rekening nemen.
11.4 Hardheidsclausule: doorberekenen kosten diensten en middelen Ten aanzien van de door de gemeente Tiel doorberekende kosten mag het niet zo zijn dat waardevolle evenementen die met beperkte middelen worden georganiseerd, onbetaalbaar worden. Organisatoren van dergelijke evenementen kunnen de gemeenten verzoeken de hiervoor genoemde kosten niet in rekening te brengen.
46
Bijlage 1 Risico Analyse model Het regionaal evenementenbesluit kent de afspraak dat er bij aandachtsevenementen (eventueel) of risico evenementen (altijd) een veiligheidsoverleg (vergunningverlener, parate diensten en organisator) bijeenkomt. Om de veiligheid tijdens een aandacht of risico evenement te kunnen waarborgen is het raadzaam dat er door dit overleg een risicoanalyse van het evenement wordt uitgevoerd. Dit kan het beste plaatsvinden in een van de eerste veiligheidsoverleggen. In deze bijlage vindt u een format voor een risico inventarisatie. Het is bedoeld als een voorbeeld dat u kunt gebruiken. De matrix behorende bij dit format kunt u downloaden op de site www.vrgz.nl Het belang van een goede risicoanalyse is de vaststelling van de hulpverleningsbehoefte. Het opstellen van deze analyse is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Als uitgangspunt hiervoor wordt gebruik gemaakt van de ''veiligheidsketen'' Deze keten bestaat uit de fasen: 1. pro-actie; het inkaderen van de risico's; 2. preventie; het opleggen van maatregelen; 3. preparatie; het voorbereiden van de bestrijding; 4. repressie; het optreden bij incidenten; 5. nazorg. Gebruik van het model Het model bestaat uit twee delen. 1: Een beschrijvend deel 2: Een risicomatrix De risicomatrix wordt ingevuld op basis van de informatie verkregen uit het beschrijvend deel. Deel 1: Beschrijvend deel In het beschrijvend deel van de risicoanalyse wordt gekeken naar 3 specifieke profielen en een profiel overigen. 1. aard van het evenement (activiteitenprofiel); 2. aard van het publiek (publieksprofiel); 3. de plaats van het evenement (ruimtelijk profiel); 4. overige factoren. De samenhang van deze profielen bepaalt het risico. Tevens wordt er gekeken of samenloop van evenementen, demonstraties of andersoortige maatschappelijke onrust (massale rouw en massale vreugde) tot een verhoogd risico leidt. Op basis van de beschrijving worden vervolgens de risico's beschreven. Hiervoor wordt de informatie uit de profielen samengevoegd.
Werkwijze: Voorafgaand of tijdens het eerste veiligheidsoverleg wordt op basis van de bestaande informatie de beschrijving op de 4 onderdelen gemaakt door elke partner. Dit kan in de vorm van een brainstormsessie tijdens het overleg. Ook kan er voor gekozen worden dat elke deelnemer dit voor het overleg al heeft gedaan. De uitkomsten worden op papier gezet. Indien de beschrijving door ieder voorafgaand aan het overleg apart wordt gemaakt, wordt in het veiligheidsoverleg een compleet overzicht gemaakt. Beschrijven van de profielen: De volgende vragen worden hierbij gesteld.
47
Ad 1) Aard van het evenement Beschrijf hier de aard van het evenement. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan: gaat het om een groot festival, sport, muziek, danceparade, carnaval, wandelevenement? wat is de aard van de activiteit; installaties, bouwwerken, toestellen, gevaarlijke stoffen, optreden van 'boyband' (emoties)? zijn het meervoudige evenementen zoals, binnenstadsfeesten, samenstelling van meerdere activiteiten die elkaar mogelijk beïnvloeden? wat is de tijdsdimensie van de activiteiten, maar ook uitloop, wijzigingen in tijdschema's? wat is de relatie activiteit tot publiek, zijn ze zelf betrokken (dance), meerdere podia, de mogelijkheid om de massa te monitoren en te beïnvloeden? wat zijn de eigenschappen van het personeel organisator? wordt er gewerkt met vrijwilligers, uitzendkrachten of jongeren (van invloed op in te zetten omvang personeel en geoefendheid)? Ad 2 ) Aard van het publiek Afhankelijk van de samenstelling van het publiek kunnen risico's sterk verschillen. Beschrijf hier het publiek. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan: wat is het type bezoeker/ deelnemer? zijn ze anoniem of identificeerbaar? is er een contractrelatie tussen organisator en bezoeker (voetbal, dance-event) of niet (markt, braderie)? is het een homogene groep (scouting) of heterogene groep (festival)? wat is de culturele achtergrond (allochtone afkomst, taalkennis)? hoe is leeftijdsopbouw van het publiek? wat is de te verwachten opkomst? wat is de algehele conditie-/gezondheidstoestand van deelnemers en publiek? wat is het verwacht gedrag van bezoekers? hoe is de kennis en ervaring van de bezoekers? wat is geestelijke en emotionele conditie van bezoekers? is er (excessief) gebruik van middelen of alcohol te verwachten? is het publiek aanwezig als toeschouwer of als deelnemer (zoals bij de marathon)? wat is de verblijfsduur:doorstromend of stilstaand? wat is de massaliteit van het publiek? wat is het doel de verwachting van het publiek? is er sprake van individueel of juist van groepsgedrag (groepsgedrag kan makkelijker leiden tot normafwijkend gedrag)? is er sprake van rivaliserende groepen of groepen met verschillende belangen? Ad 3) De locatie van het evenement De locatie van het evenement is van belang bij de risicoanalyse. De risicoanalyse moet uitgevoerd worden met betrekking tot de daadwerkelijke plaats van het evenement en de aanwezige infrastructuur in de omgeving. Beschrijf hier de locatie van het evenement. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan: wat is de plaats van het evenement; in een gebouw of in de openlucht, in landelijk of stedelijk gebied (trappen, kwetsbare ondergrond, tent)? hoe is de bereikbaarheid van het evenement voor de hulpverleningsdiensten? hoe is de toegankelijkheid; openbare weg of is het afgesloten gebied met toegang (recreatieplassen)? hoe is de bereikbaarheid van het evenement voor de bezoekers, op eigen gelegenheid dan wel per openbaar vervoer? hoe is de parkeervoorziening? hoe is de bereikbaarheid in relatie tot de grote van het evenement en de verwachtte bezoekers? hoe is de eigendomsstructuur privaat/publiek?
48
Ad 4) Overige factoren van invloed op het evenement Beschrijf hier de overige factoren die van belang zijn. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan: wat is de capaciteit van het openbaarvervoer, busstations, treinstations? wat is het seizoen; temperatuur van lucht en water (bij sport), windsnelheid, wind-chill, neerslag? hoe is de infrastructuur ter plaatse? wat zijn de aanwezige voorzieningen op het vlak van crisisbeheersing? hoe zijn de communicatievoorzieningen? Van profielen naar de risico's Wanneer je een duidelijk beeld hebt gekregen van het profiel van het evenement is het ook makkelijker om de risico's in te schatten. Het is hierbij van belang goed naar alles te kijken wat je onder profielen beschreven hebt. Wat voor een risico zie je hierbij. Het is belangrijk hierbij niet terughoudend te zijn. De inschatting hoe reëel een risico daadwerkelijk is wordt hierna pa gemaakt. Ook dit deel wordt op papier gezet. Deel 2: Risicomatrix Bovenstaande beschrijving leidt tot een beschrijvende risicoanalyse. Op basis van deze risicoanalyse wordt de risicomatrix ingevuld. In de risicomatrix worden: 1. de potentiële risico's tijdens het evenement benoemd; 2. oplossingen en te treffen maatregelen benoemd t.a.v. de gevonden risico’s; 3. afspraken beschreven met betrokken partijen om de maatregelen daadwerkelijk te treffen. De risico's hebben betrekking hebben op de onderstaande hoofdgroepen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Risico verkeer en vervoer Risico Openbare orde veiligheid Risico Volksgezondheid Risico Brand en veiligheid Risico Monitoring en opschaling Risico aflasten van het evenement
Voorbeeld: Risico Openbare Orde en Veiligheid
Beschrijving
Risico inschatting kans x effect
Actie Organisator
Diefstal
Zakkenrollers
Groot
Veel contant geld aanwezig
Groot
Rellen/ plundering
Actie GHOR
Actie brandweer
Actie politie
Actie gemeente
Organisator zorgt voor beveiliging, kluisjes (preventieve maatregelen)
MSP ter plaatse
Eis aan organisator verwerken in vergunning)
Mogelijkheid pinbetaling
MSP ter plaatse
Eis aan organisator verwerken in vergunning
Zeer klein
49
Hieronder staat beschreven wat er onder de verschillende kopjes moet worden vermeld.
Risico: T.a.v. van de hoofdgroepen worden onder dit kopje die incidenten gescoord die n.a.v. de risicoanalyse mogelijk worden geacht. Wees hierbij zo creatief mogelijk benoem alles wat maar mogelijk wordt geacht. Beschrijving: Onder het kopje beschrijving wordt de praktische doorvertaling van het risico in steekwoorden vermeld. Risico inschatting: Onder risico inschatting wordt aangegeven of het risico zeer klein, klein, gemiddeld, groot of zeer groot wordt geacht. Dit geeft het belang aan voor verdere uitwerking in de draaiboeken. Wanneer een risico als zeer klein wordt beschouwd wordt het niet nader uitgewerkt. Actie: Onder dit kopje wordt voor de betreffende dienst, organisator of gemeente aangegeven welke actie wordt verwacht n.a.v. het benoemde risico. In het voorbeeld wordt dus ingeschat dat er t.a.v. openbare orde diefstal een risico is. Het kan zich uiten in de vorm van zakkenrollers. Het risico wordt groot geacht. Het overleg vindt dat de organisator daarom voor beveiliging moet zorgen en kluisjes moet plaatsen. De politie richt een mobiel steunpunt in. De gemeente zal de punten voor de organisator in de vergunning opnemen. Het zelfde risico (diefstal) wordt ook groot geacht door dat er veel contant geld is. De organisator moet zorgen voor de mogelijkheid van pinbetaling. Ook dit wordt in de vergunning opgenomen. De kans op het risico rellen/ plunderingen wordt zeer klein geacht. Daarom wordt dit niet verder uitgewerkt. Risicomatrix Hierna een voorbeeld m.b.t. Verkeer en Vervoer. Daarnaast zijn er nog matrixen op het gebied van: Openbare orde en veiligheid, volksgezondheid, Brand en veiligheid, monitoring e opschaling, aflasten evenement. Risico Verkeer en vervoer Infrastructuur Openbaar vervoer Parkeergelegenheid Wegafsluitingen Calamiteitenroute Verkeersplan
50
Beschrijving
Risico inschatting
Actie van Organisator
Actie van GHOR
Actie van brandweer
Actie politie
Actie van gemeente
Bijlage 2 Voorbeeld maatregelen Maatregelen pro-actie: - Afgelasting of niet vergunnen evenement - Uitsluiting van specifieke groepen - Veranderen van locatie - Veranderen van aanvangstijdstip - Routering vrachtwagens gevaarlijke stoffen Maatregelen preventie: - Minimum aantal beveiligers24 of toezichthouders (advies hulpdiensten) - Spreiding publiek in tijd - Spreiding programma-aanbod in tijd (voor- en naprogramma). Invloed op line up (b.v. minder grote publiekstrekkers en niet als afsluiting van het programma) - Geografische spreiding - Aanpassing geluidsniveau - Publieksstroombeïnvloeding via stewards (zie ook bijlage 3) - Publieksstroombeïnvloeding via bebording/elektronische signalering/schriftelijke instructies - Dosering toegang door kaartverkoop - Tellen van publiek: verkochte tickets/elektronisch/polsbandjes/schatten - Alcoholbeleid - Drugsbeleid - Visitatie- en controlebeleid - Gratis openbaar vervoer - Beperken wachttijden - Amusementprogramma bij wachtrijen en –plaatsen - Informatieverschaffing vervoersschema’s/faciliteiten/plattegrond - Afzettingsbeleid - Scheiden verkeerstypen (auto, openbaar vervoer, voetgangers, tweewielers) - Eenrichtingsverkeer - Circulaire verkeersroutes - Scheiden publieksstromen op terrein - Eenrichtingsstromen op terrein - Circulaire publieksroutes op terrein - Verstevigen ondergrond/terreinaanpassingen - Wegnemen versmallingen/trappen/hoogteverschillen - Compartimentering stadsgedeelte - Compartimentering buitenterrein - Compartimentering gebouw(en) - Speciale hekken/’barriers’ - Klimaatbeheersing gebouwen - Crowd monitoring - Één EHBO-post per 750 bezoekers - Één ambulance per 15.000 bezoekers
_______________ 24
Conform Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus en advies KCEV 51
Maatregelen preparatie/repressie - Vaststellen maatscenario’s in gezamenlijke risicoanalyse - Monodisciplinaire planvorming (per organisatie voor basiszorg) - Multidisciplinaire planvorming (voorbereiden maatscenario’s) - Afspraken over alarmering en waarschuwing - Communicatiestructuur - Permanent Veiligheidsoverleg - Briefings - Paraatheid ambulance, brandweer, ME - Afspraken over (bijzondere) aanrijdroutes en opstelplaatsen - Afspraken over opschaling in relatie tot GRIP structuur - Uniform kaartmateriaal - afspraken over opkomsttijden - multidisciplinaire oefening operationeel leidinggevenden - monodisciplinaire operationele oefening - mono- en/of multidisciplinaire oefening verbindingen/communicatie - opleiding en instructie publieksstewards - opleiding en instructie verkeersregelaars - opleiding en instructie EHBO’ers, diverse typen toezichthouders - surveillancebeleid - personele surveillance - camarasurveillance - helikoptersurveillance Maatregelen nazorg - opvangruimte publiek op evenemententerrein - opleiding en instructie publieksopvangteam organisator - bedrijfsopvangteams (organisator, hulpverleningsdiensten) - debriefing (per organisatie en/of gezamenlijk) - evaluatie (per organisatie en/of gezamenlijk) - klachtenregeling - schadeafwikkeling
52
Bijlage 3 Crowdmanagement en crowdcontrol Crowdmanagement en crowdcontrol Een te hoge publieksdichtheid bij een evenement brengt een verhoogde kans op incidenten met zich mee. Daarom moet er in de voorbereiding van het evenement een schatting gemaakt worden van het verwachte aantal bezoekers, aan de hand waarvan de organisator maatregelen kan treffen. Ook is het van belang een publieksprofiel te maken, om de risico’s in te schatten. Daarbij wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan het soort mensen (relschoppers, bejaarden of theaterpubliek), leeftijd, percentage mannen en vrouwen en animositeit. De politie heeft veel kennis en ervaring in de omgang met grote mensenmassa’s en verkeersstromen en adviseert daarom vaak bij evenementen. De organisator van een evenement is in principe verantwoordelijk voor crowdmanagement en crowdcontrol. Crowdmanagement is de systematische planning voor, en supervisie over de ordelijke verplaatsing en verzameling van personen. Hiervoor moet duidelijkheid bestaan over de toegankelijkheid van het evenement (is het afgeschermd of niet), de mate van planning (is het vooraf of spontaan georganiseerd), de focus (één evenement of meerdere tegelijk), de locatie (aan de rand van de stad, bij een woonkern etc), de gesteldheid van het terrein (verharde of onverharde grond) en de aard van crowdmanagement (gaat het om management van een grote mensenmassa of het potentiële management waarbij een grote mensenmassa is betrokken). Bij crowdmanagement wordt (ondermeer) aandacht besteed aan onderstaande - nauw met elkaar samenhangende - punten: Toevoer van de bezoekers Het is van belang dat de bezoekers gespreid naar het evenement komen, om te voorkomen dat er grote opstoppingen rondom het evenemententerrein ontstaan. De spreiding wordt bevorderd als er voorafgaand aan het evenement al vermaak is, bijvoorbeeld door een voorprogramma of de mogelijkheid er tevoren te kunnen eten of drinken. Wel kunnen de ‘aanvullende evenementen’ extra bezoekersstromen op gang brengen. De aankomst van veel bezoekers kan voorspeld worden aan de hand van de line up programma en bijvoorbeeld tijden van openbaar vervoer. Afvoer van de bezoekers Om opstoppingen bij de uitgang of in het openbaar vervoer te voorkomen, moet ook aandacht besteed worden aan het gespreide vertrek van de bezoekers. Dit kan men bereiken door niet ineens alle activiteit te stoppen, maar de entertainment geleidelijk af te bouwen, bijvoorbeeld door enkele bars open te laten, en nog korte tijd muziek te spelen. Een ander voorbeeld is bijvoorbeeld om niet af te sluiten met een hoofdact. Spreiding van de bezoekers over het terrein Hier ligt een belangrijke verantwoordelijkheid voor organisatoren. Dit betreft bijna alle facetten van het evenement: verkeer en vervoer, keuze van de locatie, inrichting van het terrein, calamiteiten, toegangscontrole, beveiliging en communicatie. Door van tevoren een goede indeling te maken van de diverse activiteiten op het evenemententerrein (bv. spreiding podia, bars, toiletten etc) en duidelijk aan te geven hoe de bezoekers overal kunnen komen, kunnen zich verdringende mensenmassa’s goeddeels voorkomen worden. Voorkomen van overcrowding Overcrowding en daarmee het gevaar van verdrukking en vertrapping zijn gerelateerd aan de dichtheid van de menigte op een (deel van de) locatie. Het is daarom van belang per locatie een maximaal gewenste publieksdichtheid te benoemen. Dit percentage zal (o.m.) afhangen van het soort evenement, de grootte en de aard van de locatie (een hellend terrein moet bv. minder dicht bevolkt worden dan een vlak terrein) en van het aantal toegangswegen. Rekening moet ook worden gehouden met concentraties van de menigte op deellocaties van het terrein. Om overcrowding te voorkomen kun je maatregelen nemen om minder mensen tot het gebied toe te laten, de stromen binnen het gebied te managen, en de uitstroom te bevorderen. Vanaf elke plaats op het terrein moet het voor het publiek duidelijk zijn hoe ze het terrein kunnen verlaten.
53
Creëren van loop- en noodroutes De routes naar de diverse activiteiten moeten minimaal 7 meter breed zijn, zodat er naast grote stromen bezoekers ook hulp- en nooddiensten langs kunnen. Het spreekt voor zich dat deze goed bewegwijzerd moeten zijn en er op de looproutes geen obstakels als podia of tappunten staan. Op looproutes moet de publieksdichtheid niet meer zijn dan 70%. Het werkt deëscalerend als de massa kan blijven lopen: het geeft een geruststellend idee ‘weg te kunnen’. Met videoregistratie kan de publieksdichtheid vastgesteld worden. Er dienen voldoende nooduitgangen aanwezig te zijn. Communicatie aan bezoekers Communicatie met de bezoekers is van essentieel belang voor het slagen van het evenement. Door de makkelijkste vervoerswijze naar het evenement, de programmering, de locaties en de makkelijkste manier deze locaties te bereiken duidelijk kenbaar te maken, voorkom je dat er grote ongecontroleerde (en onverwachte) mensenmassa’s op gang komen. Dat kan voorafgaand aan het evenement op tickets of in een folder, maar ook op het terrein zelf door een plattegrond van het terrein uit te delen, posters te maken, informatieborden, een informatiebalie, radio/tv of andere media, of door iemand boodschappen te laten omroepen. Daarnaast is het raadzaam afspraken te maken tussen stagemanagers en politie over het gebruik van geluidsapparatuur van het evenement in geval van nood om het publiek toe te spreken. Crowdcontrol is het beperken van collectief gedrag met repressieve maatregelen, zoals het leiden van bezoekers met afzettingen/hekken, lik op stuk beleid (boetes op vernielingen en ander ongewenst gedrag van tevoren vaststellen, publiceren en meteen uitdelen), verbod op crowdsurfen. Bij evenementen waar een grote toeloop van het publiek te verwachten valt, bijvoorbeeld voor het podium, bij de kaartverkoop of vlak voor de opening van het evenement, bestaat kans op drang. In dat geval kan in de vergunningvoorschriften worden opgenomen dat de betreffende ruimte gecompartimenteerd moet worden met behulp van dranghekken. Bij grote menigten is het wenselijk een ‘crowdwatcher’ aan te wijzen, die tijdig kan signaleren wanneer mensen in de verdrukking komen. Huisregels of crowdcontrolregels moeten zichtbaar gehandhaafd worden om te voorkomen dat mensen de regels overtreden en de veiligheid van de menigte niet meer gegarandeerd kan worden.
54
Bijlage 4 Handhavingscenario’s Overschrijding indieningtermijn Evenementen op evenementenkalender 1. Versturen voornemen tot weigeren. Respijt mogelijk van van maximaal één week.* Verhaal kosten termijnoverschrijding op aanvrager.
Overige evenementen Versturen voornemen tot weigeren. Respijt mogelijk van maximaal drie dagen.* Verhaal kosten termijn-overschrijding op aanvrager.
2. Indien geen aanvraag ontvangen binnen respijttermijn: weigering vergunning waarvan afschrift naar politie en bureau toezicht en handhaving. 3. Controle bureau toezicht en handhaving:. Indien evenement toch plaatsvindt of wordt voorbereid: - mondeling aanzeggen bestuursdwang door toezichthouder APV - toezichthouder pleegt voorafgaand overleg met politie indien evenement reeds is aangevangen i.v.m. orde verstoring - organisatie wordt mondeling gevorderd het terrein te ontruimen. - proces verbaal wegens organiseren evenement zonder vergunning zo nodig flankerend optreden politie. 4. Achteraf op schrift stellen bestuursdwangprocedure.
Overtreding veiligheidsplan/vergunningsvoorwaarden veiligheid 25 1. Constatering door politie of toezichthouder APV 2. Voor zover de veiligheid van bezoekers en omwonenden dit toelaat wordt de organisator in de gelegenheid gesteld de overtreding binnen een redelijke termijn te verhelpen. 3. Indien de veiligheid van bezoekers en/of omwonden in onmiddellijk en ernstig gevaar is terwijl het veiligheidsgebrek niet onmiddellijk kan worden verholpen, wordt de organisatie gevorderd het evenement te beëindigen. Wanneer dit wordt geweigerd wordt mondeling bestuursdwang aangezegd en wordt de beëindiging desnoods met hulp van de sterke arm geforceerd. 4. Indien de beëindiging van het evenement grotere of even grote veiligheidsrisico’s met zich meebrengt als het gevaar dat is ontstaan als gevolg van het veiligheidsgebrek, wordt het evenement niet of gefaseerd/gedeeltelijk beëindigd. Wanneer dit wordt geweigerd wordt mondeling bestuursdwang aangezegd en wordt de beëindiging desnoods met hulp van de sterke arm geforceerd.26 5. Zo nodig achteraf op schrift stellen bestuursdwangprocedure. 6. De evenementencoördinator wordt achteraf geïnformeerd over de veiligheidsgebreken. Indien de overtreding te wijten was aan verwijtbare nalatigheid van de vergunninghouder of indien er niet (voldoende) is meegewerkt aan het opheffen van de overtreding, zal een volgende vergunningaanvraag worden geweigerd. De vergunninghouder wordt hiervan door de evenementencoördinator op de hoogte gesteld.
Overtreding wet- en regelgeving medebewind (o.a. drank- en horecawet) 1. Overtredingen van: Drank- en horecawet (tappen zonder ontheffing, verstrekken alcohol minderjarigen), Winkeltijdenwet, Luchtvaartwet, Wet beheer rijkswaterstaatwerken. Te constateren door politie, gemeentelijke toezichthouder/BOA. 2. De vergunninghouder wordt op de hoogte gesteld van de overtreding. 3. Zo mogelijk wordt op eigen bevoegdheid procesverbaal opgemaakt, anders rapportage. 4. Rapportage of afschrift proces verbaal wordt in handen gesteld van de handhavingcoördinator en de evenementencoördinator van de Gemeente Tiel. 5. De handhavingcoördinator informeert de organisaties en diensten die met het toezicht op de overtreden norm zijn belast en/of start een handhavingprocedure.
_______________ * Gerekend vanaf de uiterste indieningsdatum. 25 Tevens van toepassing op overtreding brandbeveiligingsverordening. 26 De politie Gelderland-Zuid is gemandateerd om het evenement desnoods met toepassing van bestuursdwang te beëindigen indien de overtreding betrekking heeft op veiligheidskwesties. 55
Overtreding eindtijden 1. Constatering door politie of toezichthouder APV. 2. De vergunninghouder wordt in de gelegenheid gesteld om het evenement onmiddellijk te beëindigen. In overleg met politie kan worden besloten tot gefaseerde beëindiging omwille van de veiligheid van het publiek. 3. Van de overtreding kan proces verbaal worden opgemaakt . In ieder geval wordt de evenementencoördinator geïnformeerd. De daartoe bevoegde handhaver onderneemt de volgende actie: 1e overtreding: waarschuwing vergunninghouder 2e overtreding: laatste waarschuwing vergunninghouder, last onder dwangsom aanzegging op het moment van volgende vergunningaanvraag. 3e overtreding: weigering verdere vergunningaanvragen, verbeuring dwangsom.27 Gecombineerd met overtreding geluid of veiligheid: weigering verdere vergunningaanvragen. 4. Wanneer beëindiging door of namens vergunninghouder wordt geweigerd, wordt mondeling bestuursdwang aangezegd en wordt de beëindiging desnoods met hulp van de sterke arm geforceerd.28 In dit geval wordt de evenementencoördinator geïnformeerd en worden volgende vergunningaanvragen geweigerd. 5. Zo nodig achteraf op schrift stellen bestuursdwangprocedure.
Overtreding geluidsnormen / Veroorzaken overlast 1. Politie of toezichthouder APV kunnen de toezichthouder van de omgevingsdienst Rivierenland (ODR) vragen geluidsmetingen te verrichten. De mate van overlast wordt onderzocht. 2. De vergunninghouder wordt in de gelegenheid gesteld om het geluidsniveau onmiddellijk te verlagen tot de toegestane waarden. De vergunninghouder wordt in de gelegenheid gesteld de overlast te beëindigen. 3. Van de overtreding kan proces verbaal worden opgemaakt . In ieder geval wordt de evenementencoördinator en de daartoe bevoegde handhaver geïnformeerd. Deze onderneemt de volgende actie: 1e overtreding: waarschuwing vergunninghouder. 2e overtreding: laatste waarschuwing vergunninghouder, last onder dwangsom29 aanzegging op het moment van volgende vergunningaanvraag. 3e overtreding: weigering verdere vergunningaanvragen, verbeuring dwangsom. Gecombineerd met overtreding eindtijden of veiligheid: weigering verdere vergunningaanvragen. 4. Wanneer verlaging / opheffen overlast door of namens vergunninghouder wordt geweigerd, wordt mondeling bestuursdwang aangezegd en wordt de geluidsapparatuur desnoods met hulp van de sterke arm verwijderd of aangepast. In dit geval wordt de evenementencoördinator geïnformeerd en worden volgende vergunningaanvragen geweigerd.
Schade aan weg en / of terreinen 1. Vaststelling door team realisatie en uitvoering afdeling stadsbeheer. De schade wordt gemeld aan de evenementencoördinator. 2. De vergunninghouder wordt in de gelegenheid gesteld om de schade te repareren binnen een redelijke termijn (afhankelijk van de schade). 3. Tweede controle door team realisatie en uitvoering na verloop van termijn. Begroting van de schade wordt door de afdeling Stadsbeheer verzonden naar evenementencoördinator. 4. Resterende schade wordt ingehouden wordt gefactureerd. 5. Zo nodig invordering in handen stellen van de deurwaarder.
____________ 27
Bestuurlijke sancties worden voorbereid door de afdeling Bestuur en Communicatie. De politie Gelderland-Zuid is gemandateerd om het evenement desnoods met toepassing van bestuursdwang te beëindigen indien de overtreding betrekking heeft op veiligheidskwesties. 29 Bestuurlijke sancties worden voorbereid door de afdeling Bestuur en Communicatie. 28
56
Bijlage 5 Nadere regels evenementenlocatie Plein
Terrasvak A: nr's 18 t/m 29 Terrasvak B: nr's 30 t/m 35
Terrasvak C: nr's 36 t/m 40 Terrasvak D: nr's 41 t/m 48
P1, P2, P3: podiumlocaties middelgrote evenementen
Terrasvak E: nr's 49 t/m 51
HP: hoofdpodium grootschalige
2.1 Algemene uitgangspunten De locatie Plein heeft een aantal bijzondere kenmerken die van invloed zijn voor de toetsingscriteria als beschreven in de hoofdstukken 6 (verkeer), 7 (veiligheid) en 8 (geluid) van de nota. Zowel de organisator als de vergunningverlener dient hiermee rekening te houden. Het betreft: 1. De geringe breedte van het Plein, met name aan de westzijde. 2. De grote concentratie horeca op het Plein 3. De obstakelvrije hulpverleningsroute aan de noordoostzijde van het Plein 4. De positie van het Plein ten opzichte van de evenementlocatie 'Waalkade' 5. De aanwezigheid van een 'hoofdpodium' (verder: HP)
ad. 1 De geringe breedte en relatief grote lengte van het Plein brengt een aantal potentiële complicaties met zich mee: Bij grote bezoekersaantallen kan de bereikbaarheid van het Plein in gevaar komen. Met name aan de westzijde van het Plein ontstaat bovendien het risico dat maximale bezoekersdichtheid van 4 personen per m2 wordt overschreden. Indien uit de aanvraag blijkt dat de bezoekersdichtheid waarschijnlijk meer dan 4 personen per m2 zal bedragen dient de vergunning altijd gewijzigd of geweigerd te worden! Door de lengte van het Plein ontstaat bovendien het risico dat de bezoekers zich zeer ongelijk over het Plein verdelen. Beide risico's doen zich met name voor indien gebruik wordt gemaakt van de podia P1 en P3. Daarom verdient het gebruik van P2 / HP de voorkeur. Zie verder ad. 5. ad. 2 In het vigerende bestemmingsplan heeft het Plein primair een horecafunctie gekregen. De concentratie van horeca op het Plein heeft niet alleen een historische achtergrond, maar is ook vanuit het oogpunt van veiligheid en leefbaarheid van belang. Bij de toetsing van een evenementenvergunning dient het belang van de horecaondernemers bij een ongestoorde bedrijfsuitoefening daarom zwaar te wegen. Dit is met name van belang voor wat betreft de samenloop van evenementen en terrassen. Uitgangspunt is dat de terrassen van horecabedrijven gehandhaafd blijven indien dit vanuit veiligheidsoogpunt verantwoord is. Anderzijds dient er in het belang van een goede handhaving van de openbare orde een duidelijke scheiding te zijn tussen de reguliere terrasexploitatie en de organisatie van het evenement. Het is voor toezichthouders en hulpdiensten van essentieel belang dat er geen enkele twijfel is over de vraag wie voor een bepaalde activiteit verantwoordelijk is. 57
Tijdens evenementen met zeer grote bezoekersaantallen kan het nodig zijn om terrasruimte vrij te maken ten gunste van het evenement. Hiervoor gelden de volgende richtlijnen: 1. Indien het redelijkerwijs te verwachten aantal bezoekers groter is dan 4000 dienen alle terrassen te worden ingetrokken omdat anders de bezoekersdichtheid per m2 zo hoog wordt dat de veiligheid van bezoekers in geding komt. Het is in dit geval tevens van groot belang dat de aan- en afvoerroutes (in ieder geval Kleibergsestraat, de Waterpoort en de Varkensmarkt) vrij zijn van obstakels. 2. In geval van een bezoekersaantal dat is gelegen tussen de 2000 en 4000 bezoekers kan het nodig zijn om niet alle, doch een deel van de terrasruimte in te trekken. Het beslag op terrasruimte is echter een uiterst middel. Hiertoe wordt alleen overgegaan indien er redelijkerwijs geen andere mogelijkheden zijn om de veiligheid van het evenement te waarborgen. Alternatieven kunnen zijn: Het verplaatsen van een podium, tent, e.d. naar een locatie waar meer ruimte is voor bezoekers. Indien de aanvrager niet meewerkt aan het vinden van een redelijk en veilig alternatief, zal de vergunning geweigerd moeten worden. 3. Indien één of meerdere podiumlocaties als zodanig onderdeel uitmaken van (vergunningaanvraag voor) een evenement dient kritisch te worden gekeken naar de grenzen van gebied dat ten behoeve van het evenement vrijgehouden moet worden. Binnen dit gebied kan immers geen reguliere terrasexploitatie plaatsvinden. Om de vergunningverlener, aanvrager en terrasexploitant bij deze beoordeling enig houvast te bieden is hieronder per terras aangegeven in welke gevallen het evenement in beginsel prevaleert over de terrasexploitatie. Indien gebruik wordt gemaakt van podium
Zullen in beginsel de volgende terrassen moeten wijken:
HP
Terrasvlakken A t/m E
P2
Terrasvlak C en de nummers 41, 42, 46
P3
Terrasvlak E en de nummers 43, 44, 45, 47, 48
P1
Terrasvlak A
4. Het is vanuit veiligheidsoogpunt niet verantwoord om meer dan 7500 bezoekers op het Plein toe te laten (gebaseerd op de oppervlakte van het Plein met aftrek van oppervlakten van podia, verstrekpunten van drank- en/of etenswaren maar zonder aftrek van terrassen). Bij een bezoekersaantal van meer dan 7500 personen kan het Plein in voorkomende gevallen worden afgesloten dan wel kan een vergunningaanvraag worden geweigerd. 5. Indien gebruik wordt gemaakt van één of meerdere podiumlocaties P1 t/m P3 mag uitsluitend aan de organisator maximaal één verstrekpunt van drank en/of etenswaren per podiumlocatie vergund worden. De (maximale) afmetingen van dit verstrekpunt worden in de evenementenvergunning vastgelegd. Het gebruik van de weg door anderen dan de vergunninghouder van het evenement wordt, met uitzondering van reguliere terrasexploitatie, niet toegestaan. Onder reguliere terrasexploitatie wordt de exploitatie conform de daartoe verleende terrasvergunning verstaan. Voorzieningen waarvoor een (tijdelijke) uitbreiding/wijziging van de vergunning nodig is, zoals de plaatsing van buitentaps, grillplaten en dergelijke vallen niet onder reguliere terrasexploitatie! 6. Bij gebruik van de podiumlocaties ten behoeve van optredens mag alleen in de lengterichting van het Plein worden gespeeld. 7. Een geringe afwijking van de aangewezen podiumlocaties is mogelijk. In geen geval mag echter een podium worden geplaatst op de loop- of hulpverleningsstrook. 8. Bij gebruik van meer dan één podium dient de vergunningaanvraag te worden aangevuld met een speel schema. Het speelschema dient zo te zijn opgesteld dat geluidsoverlast zoveel mogelijk wordt voorkomen. In geen geval mag er vanuit meer dan één podium tegelijk worden gespeeld.
ad 3. Het Plein is zo ingericht dat er aan de noordoostzijde een vrije doorgang is voor hulpverleningsvoertuigen. Deze route dient volledig obstakelvrij te zijn. De aanwezigheid van de bezoekers op de route is geen probleem indien er voldoende mogelijkheden zijn voor het publiek om plaats te maken voor passerende hulpverleningsvoertuigen. Verder is van belang dat de aan- en afvoerwegen zo veel mogelijk obstakelvrij blijven. In het kader van ontslui58
ting van het terrein worden er vanaf 4000 bezoekers geen vergunningen verleend voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg (de reguliere terrasexploitatie en objecten binnen de evenementenvergunning uitgezonderd) op het Plein, de Varkensmarkt, de Kleibergsestraat, de Molensteeg, de Zoutkeetstraat, de Marktgang en de Waterpoort.
ad 4. Jaarlijks vindt er in Tiel een zeer groot evenement plaats op de Waalkade dat meer dan 100.000 bezoekers trekt. Een aanzienlijk deel van de bezoekersstroom passeert het Plein. Ook wordt er door het publiek veel tussen de locaties heen en weer gelopen. In deze situatie vervult het Plein een dubbelfunctie: - het is een van de ontsluitingswegen van het evenemententerrein Waalkade - het is – naast de Waalkade – een zelfstandig evenemententerrein Evenementen die op het Plein plaatsvinden, mogen de ontsluitingsfunctie in dit geval niet belemmeren. Is dat toch het geval dan dient de bewuste aanvraag gewijzigd dan wel geweigerd te worden. ad 5. Tijdens de inrichting van het Plein is op terrasvlak C ruimte voor een 'hoofdpodium' (HP) gecreëerd. Vergeleken met de andere podiumlocaties kunnen op het 'hoofdpodium' veel meer bezoekers bestreken worden terwijl de bezoekers beter over het Plein verdeeld worden. Een optimale spreiding van het publiek ontstaat wanneer dit podium naar beide zijden van het Plein is gericht of indien twee podia ruggelings tegen elkaar worden geplaatst. Bij grote bezoekers aantallen (zie ook ad. 1) wordt daarom bij voorkeur het 'hoofdpodium' benut. Concreet betekent dit dat aanvragen voor podia P1 en/of P3 worden gewijzigd of geweigerd indien blijkt dat het 'hoofdpodium' vanwege grote bezoekersaantallen een beter alternatief biedt. Voor wat betreft de vergunningverlening gelden de volgende specifieke richtlijnen indien gebruik wordt gemaakt van het hoofdpodium: - Indien gebruik wordt gemaakt van het hoofdpodium kunnen maximaal drie verstrekpunten van drank- en/of etenswaren aan de organisator worden vergund. De (maximale) afmetingen van de verstrekpunten én het hoofdpodium worden in de evenementenvergunning vastgelegd. - Het gebruik van de weg door anderen dan de vergunninghouder van het evenement wordt, met uitzondering van reguliere terrasexploitatie, niet toegestaan. Zie 'ad 2' voor de definitie van 'reguliere terrasexploitatie').
2.2 Regeling conflicterende aanvragen Een bekend en steeds terugkerend dilemma is dat de op het Plein gevestigde ondernemers het onderling niet eens kunnen worden over het gebruik van het Plein als evenementenlocatie. Het is regelmatig voorgekomen dat de gemeente Tiel werd geconfronteerd met vele verschillende aanvragen voor evenementen die gelijktijdig op het Plein plaats zouden moeten vinden. Deze praktijk is vanuit het perspectief van openbare orde handhaving zeer onwenselijk. Gebleken is dat organisatoren elkaar 'beconcurreren', bijvoorbeeld door met versterkte muziek tegen elkaar op te spelen. Daar komt nog eens bij het niet altijd op voorhand duidelijk is aan welke organisator een overtreding moet worden toegeschreven. Vanwege bovenstaande redenen is er behoefte aan een eenduidige regeling op grond waarvan een ongewenste samenloop van evenementen voorkomen kan worden. Daarbij zal uitgangspunt moeten zijn dat de verschillende evenementen zo op elkaar worden afgestemd dat aan ieders belang bij de organisatie van zijn/haar evenement tegemoet wordt gekomen. Dit impliceert dat alle partijen er rekening mee moeten houden dat zij hun aanvraag ten gunste van het algemeen belang moeten beperken. In de praktijk zal dit nadeel overigens niet altijd gelijkelijk verdeeld kunnen worden: de ene aanvrager zal afhankelijk van de omstandigheden meer moeten inschikken dan de ander.
59
De gemeente Tiel kan bij een dergelijke afstemming een nuttige rol spelen door als mediator op te treden. Hiertoe organiseert zij een bijeenkomst waarbij organisatoren en één of meerdere leden van het veiligheidsoverleg aanwezig zijn. Laatstgenoemden geven het veiligheidskader aan, terwijl de overige partijen tot een vergelijk proberen te komen. Indien partijen niet tot afstemming van de aanvragen komen worden alle conflicterende aanvragen geweigerd! Deze regel leidt slechts uitzondering indien er aanwijzingen zijn dat één van de aanvragen is ingediend met de enkele bedoeling om de organisatie van een ander evenement te frustreren. Een dergelijke aanvraag wordt altijd geweigerd. Aanwijzingen kunnen zijn: pro-forma of onvolledige aanvraag, onrealistische programmering en het ontbreken van enige samenwerking met medeondernemers en/of –aanvragers.
60
Bijlage 6 Evenementenstructuur Schematische weergave evenementenstructuur. Proces besluitvorming- en communicatiestructuur voor een evenement categorie B en C.
Evenementen categorie 0 worden direct afgehandeld door de evenementencoördinator. Evenementen categorie A worden summier besproken in de evenementencommissie. Proces tijdens een evenement (van toepassing op enkele vooraf gekozen evenementen categorie C)
Taken Burgemeester - Besluiten over een aanvraag evenementenvergunning (is grotendeels gemandateerd) - Verantwoordelijk voor openbare orde en veiligheid o.a. via aansturing politie (wettelijke taak)
Wethouder evenementen - zorgdragen voor een evenementenbeleid en de uitvoering daarvan Evenementencommissie - advisering van de burgemeester ten aanzien van aanvragen van alle evenementen - contact met de organisatoren over de evenementenvergunning Veiligheidsoverleg - maken van risicoanalyse - toetsen van veiligheidsplan en mobiliteitsplan - opstellen integraal advies - tijdens een aantal belastende evenementen verantwoordelijk voor veiligheid en mobiliteit Mobiliteitsoverleg - voorbereiden mobiliteitsmaatregelen (incl. verkeersbesluiten) voor het weekend van Appelpop/Fruitcorso. - M.b.t. andere (belastende) evenementen is voorzitter mobiliteitsoverleg aanspreekpunt 61
Formele bevoegdheden Burgemeester is op grond van de APV bevoegd evenementenvergunningen te verlenen. Daarnaast blijft hij te allen tijde verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid.
Wethouder evenementen. Deze wethouder is verantwoordelijk voor het evenementenbeleid in de gemeente. In de gemeente Tiel is er sprake van een integraal beleid met een heldere visie en duidelijke regels. De wethouder evenementen brengt de verschillende belangen (ondernemers, organisatoren, hulpverleningsdiensten, bewoners, bezoekers enz.) samen. De evenementencommissie is een officiële commissie op grond van art. 84 Gemeentewet. De commissie adviseert het bestuur ten aanzien van de aanvragen van alle evenementen. Alle deelnemers van de commissie worden gebonden door het advies van de evenementencommissie. Besluiten worden in absolute meerderheid genomen30 en er geldt geen quorum. . Het veiligheidsoverleg (VO) is een onderdeel van de evenementencommissie en is erop gericht de risioc-analyse te verrichten en veiligheidsplannen te toetsen. Het veiligheidsoverleg adviseert integraal en rechtstreeks, via de voorzitter, aan de burgemeester m.b.t. veiligheidszaken. De voorzitter van de evenementcommissie is tevens voorzitter van het veiligheidsoverleg en is gemandateerd om te beschikken op aanvragen voor evenementen. Hij informeert het college voorafgaand in geval van een negatieve of omstreden beschikking. Hij heeft portefeuillehoudersoverleggen met de burgemeester en wethouder evenementen. De evenementencoördinator is dé loketfunctie voor organisatoren voor zowel gemeentelijke vergunning-, subsidie- en informatieaanvragen. Neemt deel aan de subsidiecommissie evenementen en het beheren van het evenementenfonds. Het mobiliteitsoverleg is belast met de voorbereiding van alle mobiliteitsmaatregelen (inclusief verkeersbesluiten) rondom grotere evenementen (m.n. het weekend van Appelpop en Fruitcorso). De gemeente Tiel zit het mobiliteitsoverleg voor. Voorzitter van het mobiliteitsoverleg overlegt met voorzitter evenementencommissie over kaders en uitvoering. Tevens neemt hij deel aan het veiligheidsoverleg waarin hij terugkoppeling geeft van mobiliteitszaken. De hulpverleningsdiensten behouden hun eigenstandige adviesbevoegdheid aan de burgemeester.
_______________ 30
De hulpverleningsdiensten behouden wel hun eigenstandige adviesbevoegdheid aan de burgemeester.
62
Overlegstructuren Naam overleg
Deelnemers
Aantal bijeenkomsten
Evenemenencommissie
- Politie - Brandweer - Gemeente - Agendaleden: voorzitter werkgroep mobiliteit, GHOR, communicatie, financiën (m.n. Appelpop/corso)
Om de 3 weken
Veiligheidsoverleg
- Politie - Brandweer - GHOR - Gemeente - Organisatoren van evenementen categorie C op uitnodiging
Volgens planning. Afhankelijk aantal evenementen categorie C en zwaardere categorie B
Mobiliteitsoverleg
- Politie - Brandweer - Regionale Ambulance Voorziening - Gemeente (vz).
Volgens planning
Bestuurlijk Veiligheidsoverleg
- Gemeente (burgemeester (vz), wethouder en ambtenaren) - Brandweer - GHOR (facultatief)
Om de 12 weken (toenemende frequentie richting 2e weekeinde september)
Portefeuillehoudersoverleg (wethouder evenementen en burgemeester)
- Burgemeester - Wethouder evenementen - Voorzitter evenementencommissie
Om de 4 weken
63
Bijlage 7 Procesmodel evenementenveiligheid
64
Bijlage 8 Checklist per processtap Geldt m.b.t. evenementen waarbij de risico-aanpak wordt gevolgd. Stap 1: Melden evenement / aanvragen vergunning • De gemeente verzoekt organisatoren van risico-evenementen een vooraankondiging van hun evenement te geven conform het gemeentelijk evenementenbeleid. • Het evenementenloket van de gemeente ontvangt de vooraankondiging van een evenement. • De gemeente informeert de politie en de veiligheidsregio over de vooraankondiging. • De gemeente hanteert een uitvraagprotocol dat mogelijk maakt dat processtap 2 succesvol kan worden doorlopen. • Het evenementenloket van de gemeente ontvangt een melding of vergunningaanvraag. Stap 2: Behandelaanpak bepalen • De gemeente toetst een melding op volledigheid, juistheid en aan het vigerende beleid. Indien nodig wordt de organisator verzocht een vergunningaanvraag in te dienen. • De gemeente toetst een vergunningaanvraag op volledigheid, aan het vigerende beleid en aan overige wettelijke voorschriften. Ze besluit hierop of de aanvraag in behandeling wordt genomen. • De gemeente registreert een vooraankondiging, melding of vergunningaanvraag op de evenementenkalender. • De gemeente verstrekt de melder of aanvrager een ontvangstbevestiging. • De gemeente voert voor iedere vergunningaanvraag een risicoscan uit. Zij kan hiervoor advies aan relevante (hulpverlenings)diensten vragen. • De gemeente bepaalt de behandelaanpak op basis van de uitkomst van de risicoscan. • De gemeente vult de door de organisator geleverde gegevens aan met informatie die voor diensten relevant is om tot een advies te komen.31 • De gemeente vraagt advies: o Ze vraagt de nodige diensten32 om advies ten behoeve van de vergunning. De gemeente bundelt deze adviezen. Of: o Ze stelt een adviesfase in en vraagt om een integraal veiligheidsadvies. De gemeente ontvangt van de organisator definitieve plannen, inclusief het veiligheidsplan. • De gemeente verleent al dan niet een evenementenvergunning en andere vergunningen en ontheffingen die met het evenement samenhangen.33 Stap 3: Signaleren en integraal adviseren • De gemeente kan ongevraagd advies ontvangen van relevante diensten. • De gemeente nodigt de organisator uit voor de adviesfase. • De gemeente ontvangt van de veiligheidsregio een integraal of in ieder geval zoveel mogelijk op elkaar afgestemd veiligheidsadvies.34 Dit advies is gebaseerd op het risicoprofiel. Stap 4: Besturen van het werk • De gemeente leidt het overleg met de adviserende diensten en de organisator. • De gemeente stelt het risicobeleid voor het evenement vast en stemt dit af met overige ‘bestuurders’. Stap 5: Voorbereiden van het werk • De gemeente leidt het voorbereidend overleg met de betrokken diensten en de organisator. • De betrokken diensten (lokaal en regionaal) bereiden hun inzet voor. Diensten leggen dit vast in een integraal operationeel plan. • De gemeente, de organisator en de betrokken diensten stemmen het integraal operationeel plan en het veiligheidsplan op elkaar af. • Leden van dienstdoende crisisteams worden gebrieft over het evenement. _______________ 31
Hierbij kan onder meer worden gedacht aan informatie over de organisator en aan relevante beleidsregels van de gemeente. Het kan gaan om externe diensten en om interne gemeentelijke diensten. 33 Deze activiteit vind in de risico-aanpak plaats na stap 3 en 4. Stap 2 loopt dus door tot na stap 4. 34 Dit is nog onderwerp van overleg. 32
65
Stap 6: Uitvoeren en ondersteunen van het werk • Nieuwe informatie kan leiden tot herziening van adviezen en bijstellen van voorschriften en beperkingen aan de organisator. • Medewerkers Toezicht en Handhaving worden gebrieft over het evenement. • De gemeente regisseert een schouw voor het evenement. • Gemeentelijke diensten houden toezicht, controleren en handhaven tijdens het evenement, in afstemming met andere toezichthouders en inspecties. • De gemeente zit het veiligheidsoverleg voor. • De gemeente monitort vanuit het veiligheidsoverleg het verloop van het evenement en neemt waar nodig maatregelen. Stap 7: Verbeteren van het werk • De gemeente neemt kennis van bijzonderheden over het verloop van het evenement en trekt hieruit de nodige lessen. • De gemeente verzamelt en bundelt informatie voor de evaluatie. Ze organiseert een plenaire evaluatie en formuleert lessen. De betrokken diensten participeren in de evaluatie. • De gemeente vertaalt lessen naar verbetering van beleid en werkprocessen en gebruikt ze voor bestuurlijke verantwoording.
66
Bijlage 9 Overzicht evenementensubsidies 2013 en begroting 2013 In de begroting 2013 is voor kosten evenementen het volgende opgenomen: - 31.010 gas en elektra € 4.120,00 - 34.009 adviezen/dienstverlening derden € 37.668,00 - 34.042 water en zuiveringslasten € 2.060,00 - 34.200 overige materiële kosten € 53.784,00 _________ Totaal € 97.632,00
De doorbelasting van andere afdelingen is hier niet vermeld. Voor het evenementenweekend (Appelpop, Fruitcorso en Braderie) was een bedrag van € 80.000,00 geraamd zodat er een bedrag voor alle overige evenementen beschikbaar is van € 17.632,00. M.b.t. het evenementenweekend wordt een separate projectbegroting opgesteld.
Daarnaast is in de begroting de volgende post opgenomen: - 42.070 subsidie maatschappelijke instellingen.
Totaal € 121.106,00
Overzicht evenementensubsidies die in 2013 zijn uitgegeven. Naam evenement
subsidie
Tiel Pakt Uit
categorie
totaal
€ 1.000,00
overig
€ 1.000,00
Koninginnedag Tiel
€ 1.000,00
cultureel
€ 1.000,00
Koninginnedag Kapel-Avezaath
€ 1.000,00
cultureel
€ 1.000,00
Koninginnedag Wadenoijen
€ 1.000,00
cultureel
€ 1.000,00
Bevrijdingsdag
€ 1.000,00
cultureel
€ 1.000,00
Jeugdtoernooi RKTVC
€ 2.500,00
sport
€ 5.000,00
Badmintonclub Thiela
€ 2.500,00
sport
€ 2.500,00
Corso
€ 10.000,00
cultureel Pinksterkermis
€ 24.500,00 € 20.000,00
Sinterklaasintocht
€ 5.000,00
cultureel
€ 5.000,00
Appelpop
€ 10.000,00
cultureel
€ 20.000,00
Smartlappenfestival
€ 5.000,00
cultureel
€ 5.000,00
Distress Outdoor
€ 1.000,00
Stichting Leef Bewust Festival
€
500,00
sponsoring
€ 2.500,00
€ 14.500,00 Compensatie
€ 10.000,00
€ 1.000,00 overig
€
500,00
TOTAAL
€117.300,00
67
Bijlage 10 Risicoscan evenement veiligheid Risicoscan evenementenveiligheid naam evenement
Voorbeeld
datum evenement behandelaar aanvraag nummer Publieksprofiel
Punten
Leeftijd
0-10 jaar
0
Gebruik van alcohol/drugs
Geen
0
Aanwezigheid publiek
Als toeschouwer
2
Aantal bezoekers/deelnemers
<500
1
Aanwezigheid van specifieke groep
Geen
0
Ervaringen m.b.t. publieksprofiel
Geen
0
Subtotaal
3
Ruimtelijk profiel
Punten
Publiekstroom tussen evenementlocaties
1 locatie
1
Locatie evenement
Buiten locatie
1
Toegankelijkheid aan- en afvoerwegen
Goed
0
Gevoeligheid weersomstandigheden
Geen
0
Type ondergrond
Harde ondergrond: Steen, asfalt ed.
1
Locatie toegesneden op evenement
Goed
0
Ervaringen m.b.t. ruimtelijk profiel
Geen
0
Subtotaal Activiteitenprofiel
3 Punten
Duur evenement
< 5 uur overdag
2
Meerdere (risico) dagen
Nee
0
Soort activiteit
Markt/braderie
1
Is er verhoogde kans op besmetting
Nee
0
Gebruik vuurwerk
Illegaal
5
Ervaringen m.b.t. activiteiten profiel
Geen
0
Ervaringen met het totale evenement
Geen
0
Subtotaal Totaal
Advies na classificatie: 68
Regulier-evenement (A)
8 14
Colofon Gemeente Tiel Achterweg 2 Postbus 6325, 4000 HH Tiel Tel: (0344) 637 111 Fax: (0344) 637 299 e-mail:
[email protected] internet: www.tiel.nl Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Druk: Repro gemeente Tiel November 2013
Einde De notulen van deze vergadering vindt u terug op het Raadsinformatiesysteem van de gemeente Tiel. http://raad.tiel.nl