Collegeprogramma

Collegeprogramma 2014-2018, gemeente Venray

Collegeprogramma 2014-2018 Balans en vertrouwen Burgemeester en Wethouders van Venray

Een nadere invulling van het coalitieakkoord:

Samen aan de slag, Samen verantwoordelijk “Niet alleen de overheid, maar wij samen zorgen voor kwaliteit van leven”

26 augustus 2014

1


Inhoudsopgave Voorwoord

3

1.

Inleiding

4

2.

Strategische visie, ‘Venray, stad in de Peel (2025)’

6

3.

Leven

7

4.

Wonen

14

5.

Werken

22

6.

Besturen

28

7.

Financieel kader en meerjarenperspectief

34

Bijlagen

38

Colofon _________ Het concept-collegeprogramma 2014-2018, naam ‘Balans en vertrouwen’, van de gemeente Venray is vastgesteld in het college van B&W van 26 augustus 2014. Het programma is besproken in de gemeenteraad van 23 september 2014.

Het collegeprogramma is een uitwerking van het coalitieakkoord van CDA - Samenwerking Venray - D66 van 25 april 2014. Tijdens een bijeenkomst op 24 juni 2014 hebben inwoners van Venray, leden van de gemeenteraad, het college en de ambtelijke organisatie bijdragen geleverd aan het collegeprogramma.

2


Voorwoord Voor u ligt het collegeprogramma 2014 – 2018 (CP2014). De basis van dit programma wordt gevormd door het coalitieakkoord van CDA, Samenwerking Venray en D66 van 25 april 2014. Het programma is tot stand gekomen op een bijzondere manier. Zoals in het coalitieakkoord verwoord, ziet dit college de kracht van de samenleving als een van haar belangrijke uitgangspunten. Ook wil het college op een constructieve manier invulling samen met alle partijen in de gemeenteraad invulling geven aan haar ambities. Door de ‘Bijeenkomst collegeprogramma’ op 24 juni 2014 heeft dit college voor de eerste keer hieraan invulling gegeven. Voor het eerst hebben alle partijen in de Raad en partijen vanuit de gemeenschap invloed kunnen uitoefenen op de activiteiten in het programma. Het coalitieakkoord vormde daarbij, vanzelfsprekend, het kader (koers en afbakening). Tijdens deze collegeperiode blijven we alle partijen, zowel in de gemeenteraad als binnen de Venrayse samenleving, en indien nodig daarbuiten, uitnodigen om actief mee te denken en te werken aan de ‘warme jas’ van Venray. We realiseren ons dat er veel ontwikkelingen op ons af komen en de tijden onzeker zijn. Het collegeprogramma geldt vooral als richtlijn voor de komende jaren. We hebben balans aangebracht tussen ambities en het financieel meerjarenperspectief. Dit blijft de komende jaren een belangrijke opgave en zal van alle partijen flexibiliteit vragen. Samen zijn wij in staat om tijdig en daadkrachtig in te kunnen spelen op alle ontwikkelingen. Verder realiseren wij ons dat de omslag naar een andere manier van samenwerken, niet in één keer is gemaakt. We zullen dat samen moeten ervaren, daarvan leren, maar vinden het vooral belangrijk dat we dit proces zijn gestart. Van elkaar leren betekent voor ons allen dat we ons daar van bewust zijn, en de ander helpen bij dit proces, wanneer dat nodig is. Venray, 26 augustus 2014, College van Burgemeester en Wethouders van Venray

3


1. Inleiding Een belangrijk vertrekpunt voor coalitieakkoord en collegeprogramma is de ‘warme jas van Venray’. Die wordt beschreven in onze strategische visie ‘Venray, stad in de Peel (2025)’. In de kern komt het erop neer dat onze inwoners, Venray zien als prettig divers: ‘De unieke combinatie van tweede stedelijke kern in de regio en dertien kerkdorpen, een prachtig centrum met veel voorzieningen, winkels en horeca. Maar ook een omvangrijk buitengebied, gelegen tussen het natuurgebied de Peel en de rivier de Maas. We koesteren in Venray ons gevarieerd bedrijfsleven en een woon-leefklimaat met een divers en onderscheidend voorzieningenniveau. Er is een bruisend en bloeiend cultureel, maatschappelijk en economisch hart waar activiteiten en initiatieven van, voor en door ondernemende inwoners van Venray worden gestimuleerd’. Hierop voortbordurend onderschrijven wij de ambitie uit het coalitieakkoord: Venray is in 2018 veiliger, leefbaarder en welvarender. Onze inwoners zijn tevreden met de wijze waarop ze in de gemeente Venray kunnen wonen, leven en werken. We hebben flinke stappen gezet in het vinden van de balans tussen prettig wonen, een goede boterham verdienen en in partnerschap samenwerken aan de kwaliteit van leven voor Venrayse gemeenschappen. De basis hiervoor wordt gevormd door de diversiteit aan voorzieningen, woonmilieus, sociale cohesie, economische mogelijkheden en fraaie landschappen: onze eigen ‘warme jas’ van Venray, die we hebben weten te behouden. En waar het kan en nodig is door slimme verbindingen, ombuigingen en het stimuleren van innovaties (incl. duurzame ontwikkelingen), hebben weten te versterken. Zonder daarbij de lasten voor onze inwoners en bedrijven extra te verhogen.

Van coalitieakkoord naar collegeprogramma Balans tussen ambities en financiële mogelijkheden Het coalitieakkoord verwoordt veel ambities, principes en randvoorwaarden. In het proces om te komen tot een collegeprogramma hebben we ook gekeken naar de financiële mogelijkheden in meerjarig perspectief. Dit betekent dat we als college nadrukkelijk hebben geprobeerd om balans aan te brengen tussen enerzijds ambities en anderzijds een gezond financieel perspectief. Keuzes maken is daarbij onontbeerlijk gebleken, omdat de financiële gevolgen van de recessie in de voorbije periode nog een aantal jaren ons financieel meerjarenperspectief negatief zullen beïnvloeden. Denk daarbij onder andere aan de diverse rijks kortingen, het grondbedrijf en de ontwikkeling van de bouwleges. De komende jaren zal het bewaken van deze balans een belangrijke opgave zijn en van alle partijen flexibiliteit vergen. Samen zijn wij in staat om tijdig en daadkrachtig in te kunnen spelen op alle ontwikkelingen. Bijeenkomst 24 juni 2014 Op 24 juni heeft er een interactieve bijeenkomst plaatsgevonden over het collegeprogramma. Doel van de bijeenkomst was het uitwisselen van ideeën over een selectief aantal thema’s uit 4


het coalitieakkoord. Bij de bespreking van de diverse thema’s is geconcludeerd dat een vervolggesprek met stakeholders wenselijk en nodig is. Van de gemeente wordt verwacht dat zij hiertoe een eerste initiatief neemt. Het komende half jaar willen we daartoe een praktisch voorstel ontwikkelen wat ons houvast geeft, zonder op de stoel van de ander te gaan zitten. Onze leidende principes Het Coalitieakkoord noemt een aantal leidende principes. Dit college kiest nadrukkelijk voor een bestuursstijl die verbindend is en de kracht van de samenleving als uitgangspunt neemt (in het verlengde van de Verklaring van Wellerlooi). Een stijl die het onderzoeken van samenwerkingsmogelijkheden lokaal, regionaal en bovenregionaal, stimuleert en ondersteunt. Die Venray profileert als tweede stedelijke kern van Noord-Limburg en de samenwerking met Venlo ondersteunt (‘dubbelstad Venlo-Venray1’). En dit alles met respect voor de ‘warme jas van Venray’. We dragen deze principes actief uit en zijn daarop aanspreekbaar. Wij hopen en verwachten dat onze organisatie, uw raad en partners mee gaan ‘in de beweging’ die uit deze principes spreekt. In bijlage 3 worden alle principes uit het coalitieakkoord benoemd. Indeling en tactische opgaven Het collegeprogramma is, in navolging van het Coalitieakkoord, opgedeeld in een viertal inhoudelijke programma’s: Leven, Wonen, Werken en Besturen. Elk programma is uitgewerkt in deelprogramma’s. Deze indeling is ook de basis waarop de Programmabegroting 2015-2018 wordt ingericht. Dit proces is opgestart tijdens het opstellen van het collegeprogramma. De inhoudelijke uitwerking zal over meerdere jaren worden verdeeld. Met hieraan gekoppeld de inzet om de informatie meer SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, resultaatgericht en tijdgebonden) te presenteren. Meer dan voorheen proberen we het denken in drie niveaus te stimuleren: strategisch: 10 jaar vooruit, onze strategische visie; tactisch: 4 tot 6 jaar vooruit; operationeel: (volgend jaar). Per programma en vervolgens per deelprogramma formuleren we een tactische opgave. Deze opgave omschrijft waar we over vier tot zes jaar willen staan, rekening houdend met de leidende principes en doelen uit de herijkte strategische visie ‘Venray, stad in de Peel (2025)’. Vervolgens formuleren we activiteiten om de tactische opgaven te realiseren.

1 De term ‘dubbelstad Venlo-Venray’ is voor het eerst genoemd tijdens de bijeenkomst met partners op 24 juni 2014, en duidt op het samen gebruiken en inzetten van elkaars sterke punten.

5


2. Strategische visie, ‘Venray, stad in de Peel (2025)’ Eind 2013 hebben we, met bijdragen van inwoners, bestuurders, raadsleden en ambtenaren, onze strategische visie herijkt. Aanleiding voor dit proces was het besef dat er veel sociaaleconomische, technische en duurzaamheidstrends gaande zijn, en dat die trends en ontwikkelingen niet aan Venray voorbij gaan. Om er samen betekenis aan te kunnen geven, zijn er een drietal leidende perspectieven benoemd. Deze perspectieven helpen ons invulling te geven aan wat we samen belangrijk vinden. Te weten: •

Zelfsturing

•

Kwalitatieve ontwikkeling

•

(Regionale) samenwerking

In het schema in bijlage 1 zijn deze 3 perspectieven aangevuld met een aantal sturende uitspraken. De uitdaging in dit collegeprogramma (maar ook daarna) is om de geformuleerde acties steeds te bezien vanuit deze perspectieven. Met andere woorden; het zou mooi zijn dat iedereen die betrokken is bij (de uitwerking van) activiteiten uit het collegeprogramma, zich steeds drie vragen stelt: •

Hoe kunnen we inwoners en bedrijven ruimte geven om maatschappelijke, economische of persoonlijke initiatieven mogelijk te maken?

•

Hoe draagt de gewenste ontwikkeling bij aan een betere samenleving en/of een betere

•

Leidt samenwerking met partners op lokaal, regionaal of een ander niveau tot betere of

leefomgeving? Of anders geformuleerd: hoe voegen we kwaliteit toe? efficiëntere oplossingen? Bovenstaande aanpak verandert niet van de ene op de andere dag. Het vergt een doorgaande dialoog tussen organisatie en bestuur, bij discussies in de Raad, en in overleg met onze partners buiten. Het vergt van ons allen de bekende lange adem. In bijlage 2 staan de strategische opgaven uit de strategische visie ‘Venray, stad in de Peel (2025)’ per programma benoemd.

6


3. Leven Verbindend besturen, samen met inwoners, maatschappelijke partners en bedrijfsleven. We vinden met elkaar de balans tussen prettig wonen, een goede boterham verdienen en in partnerschap werken aan de kwaliteit van leven voor Venrayse gemeenschappen. Iedereen doet naar vermogen mee en participeert daardoor in de Venrayse samenleving. De kracht van de Venrayse samenleving geldt hierbij als uitgangspunt. Goede en betaalbare zorg en voorzieningen, gezonde burgers, voldoende kwantitatieve en kwalitatieve werkgelegenheid zijn daarbij belangrijke thema’s. Om dit te realiseren geven we ruimte en vertrouwen aan onze inwoners en organisaties om eigen initiatieven te ontplooien. Hierdoor groeit het draagvlak. De keerzijde van deze ontwikkeling is dat een groter beroep wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en organisaties. Het college beseft terdege dat we op dit moment nog midden in de ‘beweging zitten’ naar het neerleggen van meer verantwoordelijkheid bij de samenleving. Denk aan de (door)ontwikkeling van zelfsturing en gebiedsgericht werken, de decentralisatie van taken in het sociaal domein, de kantelingsgedachte. Het college wil deze ‘beweging’ doorzetten en begeleiden en daarbij proactief op zoek gaan naar haar eigen rol. Over vier jaar hebben we herkenbare stappen vooruit gezet..

Leven, deelprogramma Zorg & Ondersteuning De kern van ‘zorg dichtbij’ is dat inwoners zich inzetten voor elkaar, op basis van solidariteit. Professionals ondersteunen in onderlinge afstemming. Hierbij richten we ons op maatwerk met betrekking tot de vragen van inwoners en maken gebruik van de ruimte die wetgeving biedt om te komen tot een nieuwe sociale infrastructuur. Meer ondersteuning en minder zorg. De bestaande en nieuwe middelen die we hebben en krijgen voor de decentralisatie van maatschappelijke taken, vormen het financiële kader. Bij het uitvoeren van de taken laten we ons leiden door kansen. Schotten tussen taken halen we zoveel mogelijk weg. We willen jeugd en jongeren boeien en binden aan Venray. Jeugd en jongeren worden de komende jaren actiever betrokken bij het vormgeven van nieuw beleid.

Wat willen we bereiken? Binnen het sociaal domein zijn grote veranderingen gaande door de decentralisatie van maatschappelijke taken. De gemeente krijgt er per 1 januari drie grote taken bij: de Participatiewet, taken die verschuiven van de AWBZ naar de Wmo en de Jeugdzorg. Met de overheveling van deze rijkstaken krijgt de gemeente de verantwoordelijkheid voor bijna de gehele maatschappelijke ondersteuning aan inwoners. Dit geeft ons de kans om voor dit beleidsveld te komen tot één afgestemd beleid, zonder schotten. Maar ook om samen met inwoners en partners zaken echt anders aan de pakken en te organiseren. De afgelopen jaren is ingezet op het mogelijk maken van de transitie, onder andere door het opstellen van

7


beleidskaders en regelgeving. In deze collegeperiode gaan we aan de slag met de transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur2. Uitgangspunt is adequate zorg binnen de middelen die we voor de 3D’s van het Rijk ontvangen, met de toevoeging dat we binnen deze middelen ook uitvoering geven aan de taken van de 3D’s. De financiële buffer zetten we in waarvoor het bedoeld is: als vangnet voor inwoners die tussen wal en schip dreigen te raken. Daar waar het gewijzigde rijksbeleid niet direct vertaald kan worden in ons eigen beleid, zou het voor kunnen komen dat inwoners buiten de boot vallen. De buffer is bedoeld om deze consequenties op te vangen, naast inzet voor noodzakelijke transitie-/uitvoeringskosten. We vragen zorgaanbieders en -afnemers om samen met ons het proces aan te gaan, gericht op behoud en verbetering van de kwaliteit en vermindering van administratieve taken en lasten. We maken geen beleid over en voor jeugd en jongeren, maar met onze jeugd en jongeren. Dit betekent dat we bij het ontwikkelen van beleid bijzondere aandacht hebben voor het op een goede en actieve manier betrekken van onze jeugd en jongeren. Ook hier gelden de principes van zelfsturing en overheidsparticipatie. Dit is een onderdeel dat als een rode draad bij alle programma’s terugkomt. Op het moment dat nieuwe ontwikkelingen of beleid jongeren raakt, gaan we met hen in gesprek. Bij voorkeur op manieren die bij de leefwereld van hen aansluiten. Dit is een aanpak die we ook toepassen bij andere groepen burgers die zichzelf normaal gesproken niet (snel) laten horen. Overigens blijven we ook in gesprek met groepen burgers waarvan in het verleden al is gebleken dat ze prima in staat zijn hun geluid te laten horen, zoals de Venrayse ouderen en onze inwoners met beperkingen. We hanteren het erkennen en waarderen van verschillen tussen burgers als principe bij het maken van beleid.

Wat gaan we daarvoor doen? •

We geven deze periode invulling aan de nieuwe sociale infrastructuur. We bieden inwoners, partners en medewerkers (binnen kaders) financieel en organisatorisch ruimte om van deze transformatie een succes te maken. Bijvoorbeeld door het stimuleren van de inzet van WMO-ontwikkelbudgetten.

•

We staan open voor en onderzoeken de mogelijkheden voor samenwerking in de uitvoering en bedrijfsvoering, om zo (efficiency)voordelen te behalen. Onder de voorwaarde dat we voldoende zeggenschap houden over onze middelen en beleidsaccenten.

•

We ontwikkelen beleid voor vrijwilligerswerk en mantelzorg passend bij de transformatie en gebaseerd op de vastgestelde beleidskaders en beleidsplannen 3 D’s. Dit doen we in overleg met inwoners en partners.

•

We evalueren op gezette tijden met alle betrokkenen het in gang gezette proces, rekening houdend met nieuwe ontwikkelingen. Dit doen we onder andere door het instellen van een Transformatietafel.

2 Voor een nadere toelichting zie het Beleidskader decentralisatie maatschappelijke taken gemeente Venray, raadsbesluit d.d. 25 februari 2014.

8


•

We zetten stevig in op het vormgeven van de ‘tegenprestatie’: iedereen die van de gemeente een uitkering ontvangt, levert voor die uitkering een tegenprestatie naar vermogen. Niet vrijblijvend, maar wel vanuit een positieve benadering, dus daar waar het kan aansluitend bij de interesses en talenten van inwoners.

•

We stellen een nieuwe nota ‘lokaal gezondheidsbeleid’ op. Deze nota zal de verbinding leggen met het gedachtegoed van de 3D’s en de kwaliteit van de leefomgeving.

•

We stellen een nieuwe ‘nota minimabeleid’ op; activerend minimabeleid is daarbij het credo. Ook hier wordt de verbinding gelegd met de 3D’s (meedoen). Het minimabeleid bevat maatregelen gericht op het wegnemen van financiële belemmeringen die meedoen in de weg staan.

•

We geven invulling aan het actief betrekken van jongeren bij de totstandkoming van beleid. We bedoelen hier niet mee specifiek beleid voor jongeren, maar wel het tot stand laten komen van beleid met en door jongeren.

•

We actualiseren gemeentebreed het subsidiebeleid, om daarmee het subsidiebeleid beter aan te laten sluiten bij de huidige tijdgeest, onze doelen uit de herijkte strategische visie en daaraan gekoppeld onze doelen op de diverse inhoudelijk beleidsterreinen (o.a. sporten kunst- & cultuurbeleid).

Leven, deelprogramma Voorzieningen & Onderwijs Bij voorzieningen gaat het allereerst om functies en niet om gebouwen (‘niet om stenen’), waarbij we onze ogen niet sluiten voor het gegeven dat diverse functies een ruimte nodig hebben om tot ontwikkeling te komen. Omdat gebouwen vaak een forse kostenpost behelzen, gaan we nadrukkelijker sturen op maatschappelijk vastgoed. Over vier jaar is over de volle breedte de beweging ingezet waarbij exploitatie en beheer van accommodaties voor rekening en verantwoordelijkheid van gebruikers komt. Slimme combinaties van functies bieden allereerst kansen aan de functies zelf. Daarnaast biedt het vaak mogelijkheden om de functies efficiënter (o.a. met minder overheidsmiddelen) te organiseren. Bij het combineren van functies zullen ook nabijheid en bereikbaarheid, onderdeel zijn van de afweging. We zetten social return in bij het subsidiëren van verenigingen en instellingen. Passend bij de positie van tweede stedelijke kern in Noord-Limburg, zetten we in op goed onderwijs en goede onderwijsvoorzieningen voor iedereen, regulier of speciaal.

Wat willen we bereiken? In 2014 wordt er samen met de schoolbesturen basisonderwijs gewerkt aan de totstandkoming van een ‘Toekomstvisie huisvesting scholen’. Hierin wordt ook de structurele huisvesting van de ‘Montessorischool Venray’ meegenomen. Als gevolg van veranderende wetgeving gaat het

9


buitenonderhoud primair onderwijs met ingang van 1 januari 2015 over naar de scholen. Het college wil een goede overdracht en wil noodzakelijk onderhoud voor de overheveling uit laten voeren. Dat betreft alleen die scholen die in de toekomst blijven bestaan, waardoor er meteen een link ligt naar de ‘Toekomstvisie huisvesting scholen’. Daarnaast wordt er samen met alle betrokken schoolbesturen gewerkt aan het ontwikkelen van een Talentencampus, waarbij gedacht wordt aan een brede onderwijsvoorziening, een expertisecentrum en een integraal kindcentrum. Dat doen we vanuit het streven naar ‘thuisnabij’ en ‘passend onderwijs’ voor ieder kind uit Venray en omstreken. Daarbij wordt gekeken naar het zoveel mogelijk laten aansluiten bij het reguliere onderwijs.


We stimuleren de ontwikkeling en realisatie van minimaal één integraal kindcentrum in deze collegeperiode.

•

We stellen een ‘toekomstvisie onderwijshuisvesting primair onderwijs’ op en gaan aan de slag met het daaraan gekoppelde uitvoeringsplan.

•

Samen met onder andere Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg (SSONML), Dynamiek Scholengroep en SPOVenray onderzoeken we nog in 2014 de mogelijkheden voor de definitieve huisvesting van het speciaal onderwijs in de vorm van een Talentencampus.

•

We brengen het beheer van maatschappelijk vastgoed op orde.

•

We zorgen voor een helder proces met betrekking tot accommodatiebeleid en vastgoed. Dit betekent duidelijkheid over de scheidslijn en over wie in welke fase welke rol heeft. Hierdoor kan een betere bestuurlijke ondersteuning worden geleverd.

•

Voor gemeenschapsaccommodaties geldt dat de exploitatie vanaf 2018 voor rekening en verantwoordelijkheid van de gebruikers komt. Voor de overige accommodaties maken we hiermee een start. Dit geldt in elk geval voor de binnen- en buitensportaccommodaties, waarvan de contracten de komende collegeperiode opnieuw en in de huidige tijdgeest, tegen het licht worden gehouden houden.

•

Binnen het nieuw op te stellen subsidiebeleid wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om social return in te zetten bij het verstrekken van subsidies.

10


Leven, deelprogramma Zelfsturing Steeds meer inwoners en partners ervaren dat het leuker is en tot betere resultaten leidt als je zélf actie onderneemt. Zelfsturing! Zelf zoeken naar een oplossing - samen met je omgeving in plaats van het over laten aan een ander. Zelfsturing is binnen de gemeente en gemeenschappen van Venray een erkende aanpak. We zetten de zelfsturingsprincipes in voor het stimuleren van andere duurzame samenwerkingsrelaties (zoals met sporten cultuurverenigingen, schoolbesturen, maar ook ondernemers en zorginstanties). De rol van de gemeente richt zich op verbinding zoeken, stimuleren en ondersteunen. Het bereiken van doelen sámen met partners in plaats van een dominante overheid die denkt de samenleving te kunnen besturen. In toenemende mate is communicatieve overheidssturing een belangrijke competentie van medewerkers, management en bestuur.

Wat willen we bereiken? In 2013 zijn de laatste structuurvisies vastgesteld. Elk DOP en WOP kent een eigen uitvoeringsprogramma met bijbehorende prioritering. In 2012 hebben we in Venray de eerste voorzichtige stappen gezet om de beweging naar vitale(re) dorpen en wijken op gang te brengen. Met het toen beschikbaar gestelde raamkrediet worden de prioritaire plannen ondersteund waarmee ook zelfsturingsprocessen binnen de dorpen en wijken op andere zaken worden gestimuleerd. Via een proces van co-creatie is deze werkwijze geëvalueerd en zijn nieuwe beleidsdoelstellingen geformuleerd die het proces van zelfsturing verder versterken. Conform het raadsbesluit d.d. 1-7-2014 gaan we samen met partners onderzoeken hoe we, op basis van een gedeeld beeld over het belang van zelfsturing, een breed gedragen financieringsfonds voor grotere leefbaarheidsplannen vorm en inhoud kunnen geven. De eerste resultaten van het tijdelijke beleid Stimulering zelfsturende dorpen en wijken 2013 – 2018 worden zichtbaar en zijn verwachtingsvol; zowel binnen de gemeenschappen als binnen de gemeentelijke organisatie.


We zetten het stimuleringsbeleid met inzet van het ‘Raamkrediet zelfsturing’ voort.

•

We geven uitvoering aan de raadsmotie juni 2013 door het organiseren van een debat door

•

We stellen samen met Wonen Limburg een nieuw Bewonersbudget in voor kleinschalige en

de gemeenteraad over het thema Zelfsturingsplannen. laagdrempelige bewonersinitiatieven. •

We hebben continu oog voor de belangen en autonome positie van gemeenschappen: vertrouwen is dé basisvoorwaarde voor zelfsturing.

•

We monitoren en evalueren zelfsturingsplannen (tien topprioriteiten uit alle 23 DOP’s en WOP’s).

•

We faciliteren de leerprocessen binnen en buiten. We benoemen belangrijke leerpunten en afspraken, bijvoorbeeld wie eindverantwoordelijk is voor het publieke domein en het

11


openbare domein. Beide domeinen verlangen van bewoners en professionals een verschillend handelingsperspectief. •

We voeren de doorgaande dialoog over de kernwaarden van zelfsturing met alle betrokken partijen, inclusief de gemeenteraad.

•

We gaan door met het ontwikkelen van het ‘Programma Zelfsturing’ ; we doen voorstellen om de facilitering en ondersteuning van zelfsturingsinitiatieven te borgen.

•

We organiseren in 2014 wederom de ‘Ambitiedag Gebiedsgericht Werken’ met alle gebiedspartners. Onderwerp: eigenaarschap en vorm van de DOP’s en WOP’s en de bijbehorende uitvoeringsprogramma’s.

Leven, deelprogramma Sport Ons sportbeleid is activerend en nodigt onze burgers uit tot meedoen door middel van sport en bewegen. Het college zet in op voldoende sport- beweegaanbod voor alle inwoners.

Wat willen we bereiken? Voldoende sporten en bewegen is een belangrijk uitgangspunt. Sporten bevordert een gezonde levensstijl en draagt bij aan sociale contacten voor jong en oud. Daarnaast is sport een van de motoren voor participatie/meedoen. Initiatieven die deze combinatie helpen ondersteunen kunnen op onze instemmening rekenen. We zetten in op het stimuleren van samenwerking tussen de betrokken partners, waaronder sportverenigingen, scholen, kinderopvang. Sportvoorzieningen dienen voor iedereen toegankelijk te zijn. Gezien de maatschappelijk verbindende functie willen wij een grotere en bredere inzet van de sportverenigingen in dorpen en wijken en bij maatschappelijke activiteiten. Bij de herijking van het subsidiebeleid zal de verdeling van het huidig gemeentelijk sportbudget tegen het licht worden gehouden. Uiteraard blijven we actief op zoek naar voordelen die op het gebied van sportbeleid te behalen zijn uit (regionale) samenwerking.


We zetten buurtsportcoaches (budget neutrale uitvoering), in voor: -

een verbindende factor tussen vraag en aanbod waarbij het vooral gaat om stimuleren en bij elkaar brengen;

-

het stimuleren van het actief krijgen en houden van inactieve inwoners van Venray, met extra aandacht voor inwoners met beperkingen, chronisch zieken en inwoners die vanwege leeftijd gerelateerde klachten niet participeren aan het sporten beweegaanbod;

•

het stimuleren van vitale sportverenigingen (verenigingsondersteuning).

We stimuleren en faciliteren samenwerkingsinitiatieven tussen sportverenigingen onderling (binnen – en buitensporten).

•

We stimuleren het eigenaarschap van sportaccommodaties. Relevante partijen zoals verenigingen en contractpartners, betrekken we bij de uitwerking hiervan.

12


•

We gaan actief op zoek naar de mogelijkheden die de Participatiewet biedt op het gebied van sport en bewegen; activeren en faciliteren zijn hierbij het credo.

Leven, deelprogramma Kunst en cultuur Venray heeft een rijk en gevarieerd kunst- en cultuuraanbod. We zetten in op behoud en waar het kan, versterking van ons huidige kunst- en cultuuraanbod. Enerzijds gezien de waardering van onze inwoners voor ons kunst- en cultuuraanbod, maar anderzijds ook gezien de bijdrage die het levert aan onze positie als tweede stedelijke kern in Noord-Limburg met een daarbij passend kunst- en cultuuraanbod.

Wat willen we bereiken? Cultuur zien we als een verbinder en aanjager om andere velden te ontdekken en nieuwe impulsen te geven aan regio, stad en gemeenschap, in samenwerking met (culturele) spelers. Dat vraagt om een kritische en creatieve blik op wat we nu hebben, en wat we er samen met anderen aan kunnen toevoegen. Het cultureel voorzieningenniveau in Venray is gezien de omvang van de gemeente hoog. Hier willen wij aan vasthouden. Dit neemt niet weg dat er nog verbeterslagen te maken zijn. We zijn van mening dat door betere samenwerking tussen de instellingen met name op organisatieniveau efficiencywinst te behalen is en er een verdere versterking van het kunst- en cultuuraanbod plaats kan vinden. Daarbij kijken we ook naar het effectiever en efficiënter benutten van de kunst- en cultuuraccommodaties.


We maken een nieuwe kunst – en cultuurnota. Daarbij zetten we in op het in stand houden van het huidige kunst- en cultuuraanbod in Venray, met de middelen die we beschikbaar hebben dan wel krijgen. We zetten daarbij in op het binnen deze collegeperiode realiseren van een gebundelde inzet van middelen en krachten op het gebied van kunst en cultuur.

•

Van onze partners op het gebied van kunst en cultuur vragen we de volledige medewerking om dit samen met ons te realiseren.

•

We betrekken bij deze samenwerking ook de vastgoedcomponent. Niet als doel op zich, maar als een van de mogelijkheden om efficiencywinst te behalen en ter versterking van het kunst- en cultuuraanbod.

•

We gaan actief op zoek naar de mogelijkheden die de Participatiewet biedt op het gebied van kunst en cultuur; activeren en faciliteren zijn hierbij het credo.

13


4. Wonen Verbindend besturen, samen met maatschappelijke partners, inwoners en bedrijfsleven. We vinden met elkaar de balans tussen prettig wonen, een goede boterham verdienen en in partnerschap werken aan de kwaliteit van leven voor Venrayse gemeenschappen. We spelen actief in op demografische en maatschappelijke ontwikkelingen. Voor Wonen betekent dit; vraaggericht en divers (jongeren, ouderen en arbeidsmigranten), duurzaam en levensloopbestendig. Het belang verschuift van nieuwe toevoegingen naar transformatie van de bestaande voorraad en vrijkomende panden. Wonen en woonkwaliteit gaan daarbij hand in hand. De overheid staat aan de lat voor een minimum (woon)kwaliteitsniveau, de bewoners kunnen zelf omgevingskwaliteit toevoegen. De overheid faciliteert ontwikkelingen via monitoring, flexibele inzet van instrumenten, experimenten en een duidelijke koers inzake ‘veiligheid en handhaving’ en ‘kwaliteit versus ontwikkeling’.

Wonen: deelprogramma Woningbouw We anticiperen (vroeg)tijdig op demografische en maatschappelijke ontwikkelingen en nieuwe en mogelijkheden vanuit Rijk (Omgevingswet 2018) en Provincie (POL-uitwerkingen/regionale (structuur)visies Wonen, Werken, Detailhandel, Vrijetijdseconomie en Energie). We gebruiken deze ontwikkelingen en mogelijkheden om eigen accenten te zetten en om de positie van Venray als tweede (woon)stad in Noord-Limburg te versterken. We verschuiven nadrukkelijk de aandacht van kwantiteit naar kwaliteit bij woningbouw en bouwen alleen dat waar ook daadwerkelijk behoefte aan is. Organisch en toekomstbestendig bouwen is het uitgangspunt. We geven hierbij prioriteit aan hergebruik van leegstaande gebouwen, aan plekken waar de ruimtelijke kwaliteit wordt bevorderd en/of waar sprake is van een maatschappelijke urgentie. Dit betekent ook dat we heldere keuzes maken welke plannen/locaties wij niet verder ontwikkelen, omdat zij onvoldoende bijdragen aan het woon- en leefklimaat in Venray. We zetten ons reguliere instrumentarium flexibel in, bieden ruimte voor experimenten en onderzoeken relevante nieuwe instrumenten voordat we ze inzetten.

Wat willen we bereiken? Op regionaal niveau gaat het om balans aanbrengen tussen vraag en aanbod. Bij te veel aanbod valt er niet te sturen op kwalitatieve ontwikkeling. In de periode tot medio 2016 worden regionale kaders, de POL-uitwerkingen, opgesteld voor de thema’s Wonen, Werken, Detailhandel, Vrijetijdseconomie, Energie, Landbouw/Landelijk gebied. Venray is regionaal trekker voor de uitwerking Wonen en ondersteunt Venlo bij de uitwerking Werken. Nadat op 14


regionale schaal de regionale kaders zijn vastgesteld, is het een logische en wenselijke ontwikkeling om samen met partners de lokale uitwerking van de regionale kwantitatieve en kwalitatieve kaders te duiden. Regionale en lokale kwaliteiten tezamen vormen de basis voor een structuurvisie nieuwe stijl op basis van de Omgevingswet 2018. De woningmarkt is een samenspel van verschillende partijen in het ruimtelijk domein. De overheid faciliteert gewenste ontwikkelingen door middel van uitnodigende kaders en flexibiliteit bij ontwikkelingen. Het is vervolgens aan de markt om hieraan invulling te geven. Nieuwe en bestaande woningbouwinitiatieven bekijken we kritisch in relatie tot de bestaande woningvoorraad, de toekomstige behoefte en reeds gedane publieke en private investeringen. Centraal hierbij staat het creëren van publieke meerwaarde. We zetten in op kwaliteit en diversiteit met specifieke aandacht voor jeugd, starters en ouderen. We stimuleren hierdoor dat onze burgers binnen Venray een wooncarrière kunnen maken.


We zijn regionaal trekker voor het opstellen van een regionale structuurvisie Wonen, als uitwerking van het POL. Hierin is aandacht voor het terugdringen en bijstellen van plancapaciteit, voor de transformatieopgave van de bestaande woningvoorraad en de thema’s wonen en zorg en woonurgenten.

•

We nemen een paragraaf demografische ontwikkelingen op in onze begroting. Deze paragraaf is niet sec gekoppeld aan woningbouw, maar kent een breder karakter.

•

We zetten onze inspanningen op het gebied van promotie en acquisitie voort (o.a. Woontafel) om de aantrekkelijkheid van Venray als woongemeente verder op de kaart te zetten.

•

We blijven inzetten op het regulier onderhoud van bestemmingsplannen. 2014: kleine kerkdorpen; 2015: grote kerkdorpen; 2016: Venray (de wijken); 2017: Centrum Venray.

•

We initiëren overleg en kijken samen met eigenaar en partners opnieuw naar de mogelijkheden van het St. Annaterrein. Het Globaal Stedenbouwkundig Plan (GSP) mag daarbij geen belemmering zijn voor goede initiatieven en ontwikkelingen op het St. Annaterrein.

•

We anticiperen op de Omgevingswet 2018. Daarbij sluiten we aan op het gedachtegoed van ´Wellerlooi´ en de organisatieontwikkeling om te komen tot een participatiebenadering van de komende Omgevingswet 2018. Een omslag van wat wel en niet mag, naar kwaliteiten en doelen benoemen, ambities en verleiding. Hiertoe stellen wij een plan van aanpak op, waarin alle relevante zaken een plek krijgen; uitnodigende kaders, zelfsturing, actuele ruimtelijke plannen.

•

We onderzoeken de mogelijkheden voor het realiseren van betaalbare (maar regeltechnisch toelaatbare) woonvoorzieningen voor arbeidsmigranten en urgent woningzoekenden.

•

Samen met betrokken partners en burgers werken we een regeling uit om leegstaande of vervallen woningen en panden aan te pakken. Hierbij staat het creëren van maatschappelijke meerwaarde in specifieke gebieden, centraal. Op basis van de eerste ervaringen nemen we in samenspraak met betrokken partners en burgers een besluit over

15


het voortzetten van de regeling. Ook stimuleren wij het tijdelijk gebruik van leegstaande panden. •

We onderzoeken de mogelijkheden van grondprijsdifferentiatie om gewenste ontwikkelingen te stimuleren. Daarbij houden we rekening met regionale afspraken, kosten, de (prijs)effecten voor bestaande woningen en de gevolgen voor ons grondbedrijf.

Wonen, deelprogramma Woonomgeving Alle inwoners van de Venrayse dorpen en wijken worden gefaciliteerd door een wijkteam Veilige, Leefbare en Zorgzame buurten. Per werkgebied wordt maatwerk geleverd als het om de bemensing van het wijkteam gaat. De werkwijze is daarentegen uniform, namelijk samen met bewoners werken aan thema’s die bewoners belangrijk vinden. Het wijkteam signaleert, adviseert, legt verbinding tussen individuele en collectieve signalen die door het dorp of de wijk opgepakt kunnen worden en probeert daarmee een beroep op professionele voorzieningen te voorkomen. Het wijkteam zoekt verder afstemming met wijkraden, de mensen van het Integraal Beheer Openbare Ruimte en andere professionele en niet professionele partners in de dorpen en wijken. In het deelprogramma duurzaamheid, natuur en landschap en platteland hebben wij een tactisch doel inzake het borgen van omgevingskwaliteit opgenomen.

Wat willen we bereiken? In februari 2011 is het wijkteam Veilige en Leefbare Buurten in de wijk Landweert gestart. Na een evaluatie in 2013 is besloten enerzijds het werkterrein te verbreden met de functie zorg/participatie door aansluiting te zoeken bij de opgave die er ligt vanuit transitie Awbz-Wmo. Anderzijds is besloten het werkgebied te vergroten door de start van een tweede wijkteam in Venray Centrum en Centrum- West. Als het om de bemensing vanuit de zorgpartners gaat, is in het wijkteam Venray Centrum en Centrum-West gekozen voor de inzet van één generalistische wijkverpleegkundige. Dit in tegenstelling tot het wijkteam Landweert waar meerdere zorgpartners in vertegenwoordigd zijn. In 2012 is na een uitvoerig traject met belanghebbenden en raadsleden de Kadernota Afvalbeleid vastgesteld. Hierin is als ambitie geformuleerd dat in 2015 elke inwoner van Venray jaarlijks maximaal 100 kg afval produceert dat niet meer geschikt is voor hergebruik als product of materiaal. De ambitie neemt toe tot maximaal 50 kg afval per inwoner in 2020, en maximaal 10 kg afval per inwoner in 2025. Ook in de Euregio richt Venray zich de komende jaren op een verbindende bestuursstijl die de kracht van de samenleving als uitgangspunt heeft. In het euregionale project ‘Anders Belicht’ profileert Venray zich als gidsgemeente bij andere Duitse en Nederlandse overheden. Met het project Anders Belicht wordt inzicht verkregen in de rol van overheid als facilitator, de burger

16


als (mede)ontwerper van de openbare ruimte/verlichting en de rol van het bedrijfsleven/onderwijs en kennisinstellingen als (kennis)leverancier.


We investeren in onze wijkteams als één van de manieren om de leefbaarheid, variërend van goede zorg, kwaliteit in de omgeving en veiligheid, in wijken, dorpen en buurten minimaal in stand te houden en waar mogelijk te versterken. In ons streven naar vitale wijken en dorpen, gaan we in 2015 het werkgebied verder vergroten door de start van maximaal twee nieuwe wijkteams onder gemeentelijke regie.

•

We voegen zorg/participatie blijvend als functie toe aan de wijkteams. Hiermee maken we de wijkteams nog krachtiger als het gaat om het stimuleren van zelfredzaamheid van burgers en het elkaar helpen. Als het om de (toekomstige) samenstelling en omvang van de functie zorg/participatie in de wijkteams gaat, maken we gebruik van de uitkomst van de evaluatie van de pilots in de wijken Landweert en Centrum en Centrum-West (najaar 2014).

•

In 2015 wordt bij het afvalbeleid de fase ‘Optimalisatie’ bereikt en produceert elke inwoner van Venray jaarlijks maximaal 100 kg afval dat niet meer geschikt is voor hergebruik als product of materiaal.

•

De activiteiten in het bij de Kadernota Afvalbeleid behorende Uitvoeringsprogramma worden voortvarend voortgezet respectievelijk opgepakt.

•

Vanaf 2015 richten we ons op de fase ‘Omslag’ om in 2020 de ambitie te halen dat elke inwoner van Venray jaarlijks maximaal 50 kg afval produceert dat niet meer geschikt is voor hergebruik als product of materiaal.

•

We nemen in het euregionale project Anders Belicht de rol van leadpartner op ons.

Wonen, deelprogramma Veiligheid en Handhaving We zetten in op het versterken van de objectieve en subjectieve veiligheid in de Venrayse dorpen en wijken door enerzijds veiligheidspartners te verbinden aan de integrale aanpak van veiligheidsproblemen en anderzijds door burgers en ondernemers te stimuleren om zelf maatregelen te treffen om daarmee slachtofferschap te voorkomen. We vullen de gemeentelijke regierol in door de beleidsontwikkeling en –uitvoering op het gebied van integrale veiligheid aan de gang te houden, partners betrokken en aan hun afspraken te houden en nieuwe items snel op te (laten) pakken en van een aanpak te voorzien. We proberen vaker vooraan in de veiligheidsketen te opereren: ‘preventie waar mogelijk, handhaven als het niet anders kan’. We zetten verder primair in op het verbeteren van de (sociale) veiligheid in de openbare ruimte en aanpak sociale problematiek in dorpen en wijken.

Wat willen we bereiken? Binnen het brede veiligheidsdomein heeft de raad kaders en prioriteiten gesteld met de vaststelling van de Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2015. In 2014 start de herijking van deze kadernota. De uitkomsten van de gebiedsscan, zoals opgemaakt door de politie, en de

17


‘benchmark veiligheid’ worden hierin meegenomen. Op het niveau van de lokale driehoek (overleg burgemeester-politie-officier van justitie) worden afspraken gemaakt over de politieinzet in Venray.


We herijken de kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2015 en de daarbinnen geprioriteerde thema’s binnen de vijf veiligheidsvelden: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid.

•

Binnen het veiligheidsveld ‘veilige woon- en leefomgeving’ komt het accent te liggen op de (sociale) veiligheid in de openbare ruimte en op een gerichte aanpak van zwerfafval en illegale dumping. Onderzocht wordt wat de meest effectieve aanpak is, waarbij toepassing van cameratoezicht één van de mogelijkheden is. De integrale aanpak van fietsdiefstallen loopt in 2015 door.

•

We zetten in op de aanpak van sociale problematiek in dorpen en wijken. We gaan de verbinding tussen ontwikkelingen in het sociale domein (3D’s) en veiligheid verder verstevigen. Hiermee bereiken we dat de thuissituatie (psychisch) kwetsbare bewoners veilig(er) wordt en de sociale problematiek in wijken wordt teruggedrongen. Bij Multi probleemsituaties wordt de expertise van het Veiligheidshuis ingezet. Met het wegvallen van de provinciale subsidie per 2016 voor de Limburgse Veiligheidshuizen moeten we in 2015 besluiten of en zo ja, hoe we de toekomst van het Veiligheidshuis vanaf 2016 financieel kunnen borgen.

•

Binnen het veiligheidsveld ‘fysieke veiligheid’ vindt in 2015 de verdere implementatie plaats van de professionalisering van de ‘oranje kolom’ (rol gemeenten in calamiteiten-organisatie) en de Veilige Honken (veilige plekken op fietsroutes jeugd).

•

Op basis van het reeds door de acht Limburgse coffeeshopgemeenten uitgewerkte model om te komen tot regulering van de achterdeur van de coffeeshops steunen we een initiatief om daarmee een gerechtelijke uitspraak uit te lokken als het om de legalisering van de hennepteelt gaat.

Wonen, deelprogramma Handhaving en Toezicht We behouden de voortrekkersrol binnen de regio op het gebied van handhaving en toezicht. We zetten in op het continueren van de Regionale UitvoeringsDienst (RUD) als netwerkorganisatie, waarbij de RUD in 2018 Wabo-breed taken verricht en Venray in elk geval in de ontwikkelfase een voortrekkersrol binnen de regio blijft vervullen. Ook spannen we ons in om te komen tot een bovenlokale pool van buitengewoon opsporingsambtenaren.

Wat willen we bereiken? De Regionale UitvoeringsDienst (RUD) Limburg Noord bestaat sinds 1 januari 2013 en is een samenwerkingsverband van de 15 Noord- en Midden-Limburgse gemeenten en de Provincie

18


Limburg. De RUD Limburg Noord is een netwerkorganisatie, met als juridisch basis een bestuursovereenkomst. De RUD Limburg Noord beoogt een wezenlijke bijdrage te leveren aan een zo optimaal mogelijke kwaliteit van onze leefomgeving. De RUD ontwikkelt en levert hiervoor kennis en expertise op het gebied van vergunningverlening, toezicht, handhaving en advies. Daarbij gaat het vooralsnog om taken op het gebied van milieu.


We werken mee aan de landelijke RUD-evaluatie, waarvan de juridische samenwerkingsvorm onderdeel uit maakt. Het is niet uitgesloten dat dit gevolgen heeft voor de huidige samenwerking in een netwerkconstructie. We blijven tijdens de ontwikkelfase, waarin de RUD naast de (milieu)basistaken het volledige Wabo-takenpakket gaat oppakken, een voortrekkersrol vervullen door het leveren van een bestuurlijke trekker, directeur, en manager. Onderzocht wordt of het gastheerschap van het coördinatiecentrum in Venray kan blijven.

•

We richten de processen en de uitvoering in volgens de geldende kwaliteitscriteria, handelen hier ook naar door personeel structureel op te leiden en jaarlijks een uniforme risicoanalyse uit te voeren op alle taken.

•

We onderzoeken de haalbaarheid van een bovenlokale pool van buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s). Indien de gelegenheid zich voordoet streven wij ernaar een samenwerking met gelijkgestemde gemeenten op dit punt te benutten. Daar waar kansen liggen voor de vorming van een boa-pool wordt tevens de mogelijkheid voor het opzetten van een ‘opleidingstraject boa’ voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt meegenomen. De bovenlokale samenwerking op het gebied van Drank- & Horecawet wordt gecontinueerd.

•

Waar mogelijk zetten we onze dienstverlening op het gebied van toezicht, handhaving en vergunningverlening in voor andere partners, waarbij we streven naar een structurele samenwerking voor Wabo- en Wabo+-taken.

•

We continueren de deelname aan het project integrale interventieaanpak arbeidsmigranten, evenals de reguliere controles op huisvesting arbeidsmigranten.

Wonen: deelprogramma duurzaamheid, natuur & landschap en plattelandsontwikkeling Kwalitatieve ontwikkeling is één van de leidende perspectieven uit onze strategische visie (Venray, stad in de Peel, 2013). Daarbij zoeken we continu de balans tussen de ruimte voor sociale en economische ontwikkelingen en versterking van de omgevingskwaliteit. We borgen minimaal de bestaande omgevingskwaliteiten (milieukwaliteiten) van Venray. Nieuwe ontwikkelingen vormen een basis om omgevingskwaliteiten continu te verbeteren.

19


Wat willen we bereiken? Venray is in samenwerking met de regiogemeenten (waaronder Venlo en Beesel) bezig met de uitvoering van de Energiestrategie 2030. De ambitie van de gemeente is om in 2030 energieneutraal te worden met compensatiemaatregelen. Venray wil vooral inzetten op lokale mogelijkheden als biovergisting en zon, maar sluit geen enkel alternatief uit. Nieuwe technologische ontwikkelingen houden we in het oog. Duurzaamheid kent naast het aspect energie ook het gebruik van duurzame bouwmaterialen, duurzame gebiedsontwikkelingen, Cradle to Cradle, Biobased Economy, etc. Duurzaamheid vormt onderdeel van het afwegingskader waarbinnen beleidskeuzes en investeringsbeslissingen kunnen worden afgewogen. Het gaat om het zoeken van de hierboven benoemde balans. We stimuleren de verdere ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. Dat doen we door de juiste randvoorwaarden voor deze doorontwikkeling te scheppen. Met de uitvoering van de ‘visie Maasgaard’ worden de komende jaren tal van concrete projecten uitgevoerd. Naast het lopend project ‘Loobeekdal’ gaat het ook om het herstel van natuur in de ‘Heidsche Peel’, de recreatieve ontwikkeling van het natuurgebied ‘de Diepeling’ en het herstel van de ‘Castenrayse Vennen’ inclusief schaatsven. De financiering van deze projecten uit economische ontwikkeling zorgt voor het behouden van een balans tussen economische ontwikkeling en omgevingskwaliteit. Het denken in (de hierboven genoemde) balans geldt voor de hele gemeente, alsook bij het adviseren over en beoordelen van individuele (bedrijfs)ontwikkelingen. Plattelandsontwikkeling krijgt onder andere invulling via de regionale uitwerking Landelijk gebied/Landbouw. Onze insteek is om integraal naar het landelijk gebied te kijken, waarbij de samenhang tussen landbouw, bedrijvigheid (o.a. hergebruik gebouwen), natuur en landschap in samenhang aan bod komt.


We werken actief mee aan een regionale energievisie (POL-uitwerking). Bij voorkeur voortbordurend op de energievisie Venlo-Venray-Beesel uit 2013. Venray streeft daarbij naar een concrete regionale uitvoeringsparagraaf.

•

We werken actief mee aan een regionale visie voor het landelijk gebied (landbouw, intensieve veehouderij, glas, ruimtelijk kwaliteitskader) om daarmee de kwalitatieve ontwikkeling ook regionaal een impuls te geven en te komen tot een regionaal (ruimtelijk) kwaliteitskader.

•

Wij evalueren het bestemmingsplan buitengebied en ruimtelijk kwaliteitskader buitengebied.

•

We ontwerpen, samen met betrokken partners en burgers, een regeling/pilot om leegstaande of vervallen panden aan te pakken. Ook stimuleren wij het tijdelijk gebruik van leegstaande panden.

20


•

We stellen een lokaal uitvoeringsprogramma Energiestrategie Venlo-Venray-Beesel, 2014 2017 vast. We willen in de collegeperiode minimaal 1 aansprekend duurzaam energieproject realiseren.

•

We streven in 2018 naar een regionaal energieloket, op basis van het landelijke energieakkoord (6 september 2013). Doel is het substantieel bijdragen aan de energiebesparing en opwekking van duurzame energie in de particuliere woningvoorraad. Dit doen we in afstemming met lokale energiecoöperaties.

•

We werken het thema duurzaamheid uit de Regiovisie ‘Regio in balans’ verder uit. Daarbij leggen we nadrukkelijk de relatie met de andere thema’s in de regiovisie.

•

We geven uitvoering aan de projecten uit de visie Maasgaard.

•

We stimuleren de dialoog tussen de agrariër en zijn omgeving om te komen tot draagvlak voor het door ontwikkelen van agrarische bedrijven en investeren in de omgevingskwaliteit. Op basis van ervaringen en wensen, leggen we zo nodig de spelregels vast in beleid of regelgeving.

21


5. Werken Verbindend besturen, samen met bedrijfsleven, inwoners en maatschappelijke partners. We vinden met elkaar de balans tussen prettig wonen, een goede boterham verdienen en in partnerschap werken aan de kwaliteit van leven voor Venrayse gemeenschappen. We zetten in op de Venrayse ‘topsectoren’: zorg, agro, logistiek, maakindustrie, toerisme & recreatie en detailhandel. We zijn binnen de regio gidsgemeente als het gaat om agrofood en zorg (zie ook het thema Leven). We investeren in de samenwerking tussen ondernemersonderwijs-onderzoek-overheid-omgeving (5 O’s). We maken continu de afweging of we zaken lokaal of regionaal oppakken. Belangrijke randvoorwaarden daarbij zijn; efficiency en effectiviteit, snelheid en herkenbaarheid (van onze regio) door derden. Belangrijke dossiers zijn arbeidsmarkt, voorzieningen en mobiliteit. We vragen aan opdrachtnemers een bijdrage te leveren aan het vergroten van de arbeidsparticipatie. Daarnaast wordt social return ingezet op het tot stand brengen van duurzame samenwerking op de markt van opdrachtnemers en onderwijs.

Werken: deelprogramma Kennis en Innovatie We investeren in de samenwerking binnen de 5 O’s (zie hierboven) en initiëren en ondersteunen waar nodig de totstandkoming van (overleg)fora. Over 4 jaar hebben we voor alle Venrayse ‘topsectoren’ lokale of regionale fora. We bouwen voort op bestaande initiatieven zoals Recruitment Valley, LOGISCH (logistiek) en EiwitRijk (agro). Plattelandseconomie/vitaal platteland vraagt extra aandacht. We willen graag overleg op basis van (elkaars) kennis, feiten en gezamenlijke doelen; tweerichtingsverkeer en een zakelijke aanpak (o.a. cofinanciering) staan hierbij centraal.

Wat willen we bereiken? Kennis en innovatie zijn belangrijke stuwende krachten voor economische ontwikkeling. In toenemende mate ontstaat het besef dat het hierbij gaat om het (organiseren van) het delen van kennis, het clusteren van bedrijven en middelen, de relatie met onderzoek, onderwijs en arbeidsmarkt, maar ook als regio herkenbaar zijn voor het Rijk en Europa. De overheid heeft vooral een rol/meerwaarde in het samenbrengen van relevante partners. Daarbij streven we naar samenwerking op de meest effectieve schaal en onderzoeken kansen en mogelijkheden daartoe.

22



We stimuleren innovatie, onder andere door een proactieve rol te spelen bij het opzetten van samenwerkingsverbanden waaronder de doorontwikkeling van het Platform Logisch. Zeker in de sectoren waarin we koploper en/of gidsgemeente zijn, zoals maakindustrie, logistiek, agrofood en zorg.

•

In de overleggen met onze arbeidsmarktpartners vragen we nadrukkelijk aandacht voor voldoende aanbod aan stage-, leerwerk- en werkervaringsplekken. En bij alle niveaus, van lager tot wetenschappelijk onderwijs. Ook hier ligt de verbinding met het boeien en binden van jongeren aan de gemeente Venray en de regio.

•

We blijven investeren in de samenwerking in de regio Venlo en de gemeente Venray blijft deelnemen aan de verdere ontwikkeling van Greenpark Venlo (Campus ontwikkeling door Provincie). Deelname aan Development Company Greenport Venlo (DCGV) is alleen aan de orde indien deze van toegevoegde waarde is voor Venray.

Werken: deelprogramma Economische Ontwikkeling We zetten in op de Venrayse ‘topsectoren’: zorg, agro, logistiek, maakindustrie, toerisme & recreatie en detailhandel. De bestaande diversiteit (sectoren en diversiteit van bedrijven) zien we als onze kracht, Het MKB blijft een van de belangrijkste motoren van onze economie en verdient daarmee onze blijvende aandacht. We zorgen voor een goede beschikbaarheid, bereikbaarheid en kwaliteit van onze werklocaties, waaronder de uitbreiding van de haven in Wanssum. Hierbij verliezen wij de ontwikkelingen binnen en buiten onze regio niet uit het oog, maar zoeken wij actief de samenwerking op met onze regionale partners zodat ontwikkelingen elkaar niet beconcurreren maar juist versterken. Door samen te werken aan de realisatie van de Floriade, heeft de regionale samenwerking de afgelopen jaren al een positieve impuls gekregen. Deze samenwerking willen wij verder uitbouwen, met duidelijke afspraken die recht doen aan een ieders positie en kansen. Samen met onze partners werken wij aan de verdere ontwikkeling van toerisme en recreatie in Venray. Wij onderzoeken daarbij de mogelijkheid om in te zetten op een aantal kansrijke Venrayse thema’s zoals kunst, cultuur en cultuurhistorie, oorlog en vrede.

Wat willen we bereiken? Op regionaal niveau gaat het om balans aanbrengen tussen vraag en aanbod. Bij te veel aanbod valt er niet te sturen op kwalitatieve ontwikkeling. Uitnodigende (regionale) kaders zijn echter onvoldoende. Het is nodig om de samenwerking tussen relevante partijen op lokaal of regionaal niveau, gekoppeld aan de Venrayse topsectoren te versterken en te professionaliseren.


We werken actief mee aan het opstellen van een regionale Structuurvisie Werken, met aandacht voor herstructurering, acquisitie- en uitgiftebeleid en planning van

23


bedrijventerreinen en kantoorlocaties. Hierbij zetten wij ons in voor het maken van regionale programmeringsafspraken die recht doen aan de positie en regionale functie van Venray als tweede stedelijke kern van Noord-Limburg en één van de pijlers van de ‘logistieke hotspot’ in onze regio. In dit kader onderzoeken wij tevens de haalbaarheid en wenselijkheid van een regionaal grondbedrijf in Noord-Limburg. •

We werken actief mee aan het opstellen van een regionale (structuur) visie vrijetijdseconomie. Bestaande regionale documenten zijn daarvoor de basis.

•

We stellen sociale voorwaarden aan opdrachtnemers om ze een bijdrage te laten leveren aan het arbeidsmarktbeleid en de werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat kan alleen slagen en beklijven als daarbij zowel de belangen van de werknemer, de opdrachtgever, als de kandidaat gediend worden.

•

We streven naar een versteviging van het lokale toeristische platform ‘Rijk van Venray’ waarbij deze organisatie steeds zelfstandiger en zelfsturender opereert en de bijdrage van de gemeente geleidelijk wordt verlaagd.

•

We stellen een masterplan recreatief fietsen/mountainbiken/wandelroutes op en starten met de uitvoering.

•

We blijven de Leisure Port voor de regionale promotie ondersteunen. Voor de Venraypromotie zetten wij in op voortzetting van het project Venray Bloeit. Voor de lokale VVVfunctie voorzien wij de omvorming naar een agentschap dat een plek krijgt in het nieuwe Venrays museum.

•

We onderzoeken de mogelijkheden om te komen tot het inrichten van een gezamenlijk MKB Ondernemershuis en Bedrijvenloket. Dit doen we vanzelfsprekend samen met onze partners. De resultaten van de ondernemerspeiling 2014 vormen hier o.a. input voor.

•

We houden aandacht voor onze topsectoren en de ontwikkelingen daarbinnen. Dit doen we onder andere door het stimuleren en waar nodig initiëren van samenwerking met en tussen betrokken partners. Voortborduren op bestaande verbanden heeft hierbij de voorkeur.

•

Samen met betrokken partners en burgers werken we een regeling/pilot uit om leegstaande of vervallen panden aan te pakken. Ook stimuleren wij het tijdelijk gebruik van leegstaande panden.

24


Werken: deelprogramma Centrumontwikkeling Het centrum van Venray, met zijn diversiteit aan detailhandel, horeca, cultuur en voorzieningen is een belangrijk visitekaartje van Venray. Het onderscheidt ons van ons omringende gemeenten, en geeft Venray een herkenbare regionale positie. We willen de kwaliteit en diversiteit van het centrum behouden. Ingrepen gebeuren alleen zeer specifiek, indien relevante partijen mee willen investeren. Over vier jaar is de regionale positie van Venray-centrum verder versterkt. We zetten in op het kernwinkelgebied van Venray, met name het aanpakken en opknappen van het westelijk deel van het centrum. Het gaat daarbij om het versterken van de kwaliteit van de fysieke omgeving als ook in verbindingen tussen partijen in het centrum en daarbuiten, waaronder onze PDV-locatie (Perifere Detailhandels Vestigingen) De Brier. Daarbij is het doel het versterken van de positie van Venray als tweede stedelijke kern en het aantrekken van meer winkelend publiek en toeristen. Daarbij maken we nadrukkelijk gebruik van de kennis en kunde van onze partners. Net als voor woningbouw geldt ook voor het thema economie dat de nadruk steeds meer uitgaat naar een goed beheer en kwaliteit van de bestaande voorraad en het voorkomen en bestrijden van leegstand. Dit vergt keuzes, die wij samen met onze partners zullen moeten maken. Bij de overige winkelgebieden in de wijken en dorpen (o.a. Wanssum) zetten we in op het meeliften met ontwikkelingen van derden.

Wat willen we bereiken? De kwaliteit, diversiteit en regionale positie van Venray is ontstaan door hard werken van vele partijen. De samenwerking tussen partijen is gegroeid. We willen deze ontwikkeling verder vormgeven en stimuleren, en nieuwe samenwerkingsrelaties onderzoeken en steunen, bijvoorbeeld met toeristisch-recreatieve ontwikkelingen en initiatieven en evenementen. Gelijk de andere Venrayse ‘topsectoren’ willen we samenwerken op basis van (elkaars) kennis, feiten en gezamenlijke doelen, tweerichtingsverkeer en een zakelijke aanpak (o.a. cofinanciering).


Wij werken actief mee aan het opstellen van een regionale structuurvisie Detailhandel. Hiermee zorgen wij ervoor dat de binnenstad van Venray en onze PDV-locatie de Brier hun regionale positie en aantrekkingskracht behouden en versterken.

•

We stellen een centrumvisie op voor het westelijk deel van het centrum van Venray. Hierbij wordt overwogen om projecten op te starten of mogelijk te maken rondom de Bleek, de schouwburg en de Vergeten Driehoek, en leggen wij nadrukkelijk de koppeling met lopende projecten in het gebied zoals het Mgr. Goumansplein, de Laathof en de Gouden Leeuw. Dit met de bedoeling om hier synergie uit te halen. Goede, heldere en eenduidige communicatie met en het actief betrekken van partners is hierbij belangrijk.

25


•

We zetten de promotie van Venray door het project Venray Bloeit voort. Door te investeren in het centrum geven we tevens een impuls aan toerisme en recreatie in en naar het centrum.

•

We nemen een standpunt in over de doorontwikkeling van onze PDV locatie de Brier in relatie tot de ontwikkeling van het centrum van Venray.

•

We hebben aandacht voor de leefbaarheid in de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum. Dit geven we vorm door het stimuleren en faciliteren van ontwikkelingen in het centrum van Wanssum. Speciale aandacht krijgen de gebieden rondom de jachthaven en het nieuwe ‘MKB plein’.

•

We nemen het initiatief om de partijen die actief zijn in, of nadrukkelijk betrokken zijn bij, het centrum/de centrumontwikkeling bij elkaar te brengen in een platform om samen koers te bepalen en afspraken te maken.

•

We monitoren de ontwikkelingen in de supermarktsector, spiegelen deze aan het bestaande detailhandelsbeleid. Indien daartoe aanleiding bestaat, ontwikkelen wij voorstellen om dat beleid te herijken.

•

We evalueren het parkeer- en fietsbeleid. We onderzoeken hierbij de effecten van betaald parkeren. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek bepalen we hoe we in de toekomst verder gaan met het betaald parkeren.

Werken: deelprogramma Mobiliteit en infrastructuur Venray ligt strategisch op de oost-westas (Duits achterland-Noord-Limburg-Brainport Eindhoven-havens Rotterdam/Amsterdam/Antwerpen) en is goed bereikbaar via diverse modaliteiten. De bestaande bereikbaarheid willen we verder verbeteren. Naast de bestaande ambities, zoals de Via Venray en de haven Wanssum, geven we extra aandacht aan andere modaliteiten: spoor (personen- en goederenvervoer) en digitaal. We doen dit zo veel mogelijk via de samenwerking in RMO-verband. Bij het maken van keuzen kijken we natuurlijk ook naar de kansen die aansluiten op de lokale infrastructuur. Bij het doen van afwegingen kijken we steeds naar de betrouwbaarheid en kwaliteit van de bestaande infra-netwerken.

Wat willen we bereiken? Regionale bereikbaarheid, voor personen en goederen, is een belangrijke randvoorwaarde voor een excellente leefomgeving. Rijk, provincie en regio staan hiervoor primair aan de lat. Goed samenwerken en relevante lokale initiatieven opstarten, is daarbij van belang om gemeente en regio op de kaart te zetten. Samen met provincie en het bedrijfsleven in Venray en omgeving werken we intensief en constructief aan de integrale verbetering van de infrastructuur en de toegankelijkheid van de economische zone rond Venray. In het buitengebied worden we regelmatig geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen die consequenties hebben voor het gebruik van de bestaande wegenstructuur. Binnen de mogelijkheden die de grondexploitatiewet (grexwet) biedt worden de financiële gevolgen van noodzakelijke aanpassingen bij de initiatiefnemers neergelegd.

26



We zetten in op het goed monitoren van de kwaliteit van onze infrastructuur. Waar nodig

•

We effectueren een eerder vastgestelde bezuinigingsmaatregel en wijzen 10 km asfaltweg

grijpen we in, met als uitgangspunt dat voorkomen beter is dan genezen. in het buitengebied aan waar geen onderhoudsmaatregelen meer op worden uitgevoerd. Daarbij houden we rekening met de visie op landbouwverkeer die samen met Provincie en RMO Noord- en Midden-Limburg wordt ontwikkeld. Gezamenlijk stellen we een plan van aanpak op voor de periode 2014 tot en met 2018. Binnen deze periode wordt minimaal één route voor landbouwverkeer ingericht. •

We geven integraal en actief vorm, inhoud en uitvoering aan de Gebiedsagenda Via Venray en het Infraplan Via Venray.

•

We blijven, zoals ook in de Regionale Mobiliteits Visie van het RMO verwoord, de mogelijkheden onderzoeken om te komen tot een vrachtwagenparkeerplaats. Dit betekent dat binnen de regio in 2015 wordt gezocht naar een locatie voor deze voorziening. Voor zover deze locatie binnen de Venrayse gemeentegrenzen ligt wordt de ontwikkeling van deze locatie door ons opgepakt.

•

We zetten ons in voor een bovenregionale betekenis van het station Venray binnen het netwerk openbaar vervoer. In dit kader verlenen we onze medewerking aan het plan van de Provincie om het station Venray, binnen de OV-concessie, aan te merken als topscharnier. We doen dit in afstemming met het project van Pro-Rail met betrekking tot de stationoutillage.

•

Kansen en mogelijkheden om te komen tot een honderd procent dekkend glasvezelnetwerk voor de gemeente Venray worden benut. In dit kader wordt het zelfsturingsinitiatief van het Dorpsradenoverleg en Wijkradenoverleg zo veel mogelijk gefaciliteerd.

•

We ondersteunen de provincie, samen met andere partners, bij de verdere uitwerking van de verdubbeling en elektrificatie van de Maaslijn.

•

We ondersteunen, in RMO-verband, de verbetering van de openbaar vervoer verbindingen tussen Eindhoven, Venlo, Düsseldorf.

•

We blijven ons inzetten voor de ambities zoals opgenomen in de regionale infra-ambitie. In dat kader onderzoeken we de mogelijkheden voor de komst van een railterminal in Venray.

•

We stellen een masterplan recreatief fietsen/mountainbiken/wandelroutes op en starten met de uitvoering.

27


6. Besturen Verbindend besturen, samen met inwoners, bedrijfsleven en maatschappelijke partners. We vinden met elkaar de balans tussen prettig wonen, een goede boterham verdienen en in partnerschap werken aan de kwaliteit van leven voor Venrayse gemeenschappen. We hanteren een open en transparante bestuurscultuur en besturen op basis van beleid dat we gezamenlijk met partners vormgeven, op grond van geluiden uit de samenleving. We worden hierbij ondersteund door een professionele en dienstverlenende organisatie die ‘in control’ is en die in staat is op basis van heldere doelen, ambities op te pakken en uit te voeren.

Wat willen we bereiken? We realiseren onze missie binnen een open en transparante bestuurscultuur, samen met onze partners. Op de terreinen waar we als gemeente over gaan, zijn maatschappelijke doelen en het inhoudelijke beleid vastgesteld. We staan open voor nieuwe ideeën en initiatieven van inwoners, instellingen en bedrijven. We dienen het belang van onze inwoners in samenwerking met de samenleving, de gemeenteraad, het college en de ambtelijke organisatie. Efficiency, kwaliteit en behoud van goede dienstverlening staan hierbij hoog in het vaandel. Deze criteria zijn ook uitgangspunt bij het vraagstuk van gemeentelijke samenwerking. We maken een scherp onderscheid tussen onderwerpen waar we als gemeente over gaan en waar we niet over gaan. De kracht van de gemeenschap is de basis voor ons handelen. We activeren en ondersteunen burgers, maatschappelijke organisaties en bedrijven om te doen waar ze goed in zijn. Het uitgangspunt is zo weinig mogelijk overbodige nieuwe regelgeving te ontwikkelen en te dereguleren waar mogelijk. Onze houding is zoveel mogelijk gebaseerd op ‘ja, tenzij’ in plaats van ‘nee, tenzij’. We denken in oplossingen, niet in beperkingen. We sturen actief op de houding en het gedrag dat hier bij hoort.

Besturen: deelprogramma Bestuur Over vier jaar zijn we nog steeds de tweede stedelijke kern in Noord Limburg, naast Venlo. We werken zowel binnen als buiten de regio samen op basis van onze eigen kracht en ambitie. De gemeenteraad werkt op basis van de kracht van de gemeenschap en jongeren doen actief mee.

Wat willen we bereiken? Naast lokale samenwerking investeren we ook in samenwerking met andere gemeenten binnen en buiten de regio op basis van een duidelijke visie op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Vanuit deze visie bekijken we per niveau met welke andere gemeente(n) we samenwerken. Zoals al eerder benoemd is Venlo op dit moment de meest logische partner op strategisch niveau (‘dubbelstad Venlo-Venray’), maar op tactisch en operationeel niveau kijken we zeker ook naar onze buurgemeenten Horst aan de Maas en Gennep. We beseffen dat

28


samenwerken leidt tot het prijsgeven van een stuk autonomie. We willen daarbij de ruimte houden om waar nodig Venrayse accenten te leggen. Met name op tactisch-operationeel niveau is deze ruimte noodzakelijk voor een goede dienstverlening die aansluit op de vragen van onze klanten.


We stellen een eigen visie op gemeentelijke samenwerking op, waarbij we onderscheid maken tussen samenwerking op strategisch en tactisch-operationeel niveau.

•

We onderzoeken tevens de mogelijkheden tot (intensievere) samenwerking zowel binnen als buiten de regio Noord-Limburg.

•

We doen een oproep aan de raad om met elkaar het gesprek aan te gaan over hoe college en gemeenteraad zich moet verhouden op vormen van (regionale) samenwerking en het streven om aan te sluiten op de kracht van de gemeenschap.

•

We stimuleren en faciliteren manieren om jeugd en jongeren actief betrokken te krijgen bij de Venrayse politiek. We zetten in op het geven van een structureel vervolg aan het kinderen jongerendebat. We zien dit als een mogelijke opstap naar de oprichting van een jongerenraad. In samenspraak met de raad en griffie willen wij daar verder vorm aan geven.

•

We handhaven de huidige structuur en de huidige cyclus van raad en commissies. Wel willen we dat de dialoog in de commissie plaatsvindt en het debat in de raad. Ook zoeken we naar manieren om meer betrokkenheid vanuit de samenleving te krijgen bij de dialoog. De verdere invulling hiervan geven we graag vorm in samenspraak met alle politieke partijen. Samen met de griffie organiseren we een dialoog tussen raad, commissies, college, organisatie en waar nodig en mogelijk de samenleving om binnen de huidige structuur van raad en commissies veranderingen te organiseren die de kwaliteit van de beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming kunnen verhogen.

Besturen: deelprogramma Dienstverlening & Bedrijfsvoering Onze dienstverlening is resultaatgericht, efficiënt en voorziet in diensten en voorzieningen die noodzakelijk zijn daar waar zelfredzaamheid binnen de samenleving ontbreekt. We zijn een procesgerichte organisatie gericht op de behoeftes en vragen van onze klanten. We denken oplossingsgericht en niet vanuit belemmeringen, zowel extern als intern. We hebben medewerkers die vanuit deze houding werken. We voeren onze beheersmatige taken efficiënt en doeltreffend uit en hebben ruimte gecreëerd voor ontwikkeling. De bedrijfsvoering is gebaseerd op gestandaardiseerde processen en generieke ICT-voorzieningen. We zijn ‘in control’.

Wat willen we bereiken? Het uitgangspunt voor onze dienstverlening is ‘Venray voorkomt vragen’. Dit betekent een proactieve houding van onze medewerkers in het (her)kennen van behoeftes van klanten en daarop tijdig inspelen. We sturen onze medewerkers actief op het gedrag dat hier bij hoort.

29


We worden in de dienstverlening ondersteund met digitale hulpmiddelen die de informatieuitwisseling makkelijker en sneller maken waardoor de klantvraag leidend is (‘zaakgericht werken’). Dit helpt ons om uniforme en eenduidige producten en diensten te verstrekken aan klanten. De organisatie ontwikkelt zich van een activiteit- naar procesgerichte organisatie, gericht op ontwikkeling. Beheersmatige taken worden zo efficiënt mogelijk uitgevoerd op basis van het principe ‘lean management’. Daarvoor is het nodig inzichtelijk te maken waar we als gemeente wel en niet over gaan en welke ruimte er is voor discussie. We sturen resultaatgericht en volgen en evalueren beleids- en doelrealisatie om voeding te geven aan permanent ‘leren en verbeteren’. Als organisatie komen we steeds meer “in control”. We investeren in heldere programmering en prioritering. Dat wil zeggen dat we vooraf onze doelstellingen, de te behalen resultaten en de daarvoor benodigde activiteiten duidelijk bepalen. Daarbij brengen we ook de risico’s in beeld en de maatregelen om die risico’s te beheersen, zonder hierin door te schieten. Tevens zijn de in te zetten middelen inzichtelijk, met name de inzet van personele capaciteit en financiële middelen. We sluiten daardoor verrassingen tijdens het proces en/of deze collegeperiode zoveel mogelijk uit. Ook zijn we daardoor, op momenten dat het nodig is, in staat om op basis van de juiste stand van zaken, keuzes te maken en eventueel te (her)prioriteren. We maken de Plan-DoCheck-Act-cirkel rond. We ontwikkelen de Planning & Control-producten naar een instrument dat de gemeenteraad, het bestuur en de ambtelijke organisatie ondersteunt bij invulling geven aan ieders verantwoordelijkheden. Hierbij is de insteek “sturen op hoofdlijnen”. ICT is een succesbepalende factor voor onze dienstverlening en ons streven om in control te zijn. Dit vraagt expliciete keuzes ten aanzien van architectuur en investeringen daartoe. Dit is vastgelegd in het InformatieBeleidsPlan 2014-2016. De toenemende complexiteit van de bedrijfsvoering en informatisering zorgt ervoor dat werken onder architectuur onvermijdelijk is geworden. Duidelijk is dat er op dit moment een technologische omslag aan het plaatsvinden is en er tegelijk behoefte is aan stabiliteit en continuïteit. Met alle investeringen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden, is het nu tijd om de verbinding te leggen en te profiteren van de voordelen die te behalen zijn.

Wat gaan we daarvoor doen? Thema dienstverlening •

We bepalen in samenspraak met dorps- en wijkraden een definitief beeld over de te realiseren dienstverlening door de gemeentelijke organisatie met een toekomstperspectief van vijf jaar en koppelen daar SMART geformuleerde doelstellingen aan.

•

We heroverwegen hoe verder te gaan met de website www.venray.nl. De behoeftes van de klant zijn leidend bij de toekomstige inrichting en de aangeboden ‘content’.

30


•

We organiseren via een klantcontactcenter (landelijke opgave) de toegang tot de diensten van gemeente Venray, waarbij de medewerkers gefaciliteerd worden om de dienstverlening in één keer goed uit te voeren en waarbij klanten de status van hun aanvraag digitaal kunnen volgen.

•

We toetsen bij onze klanten of onze ICT voorzieningen voldoende zijn om goede diensten te kunnen verlenen. We besteden aandacht aan beheer en controle van de effecten van onze ICT voorzieningen.

•

We organiseren de signaalfunctie vanuit de professionele dienstverleners (ook ketenpartners), zodat signalen van in- en externen snel worden opgepakt en doorgegeven om verder te bespreken omdat we alleen zo duurzaam vraaggericht diensten realiseren.

Thema Organisatieontwikkeling •

We stellen een strategisch personeelsplan op dat richting geeft aan de gewenste kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkeling van ons personeelsbestand.

•

We werken volgens het principe van programmeren en prioriteren, gericht op het behalen van vooraf bepaalde resultaten.

•

We werken aan een houding en gedrag die past bij een vraag gestuurde, resultaatgerichte en efficiënte organisatie.

• •

We werken processen uit volgens de principes van ‘lean management’. We realiseren een vraaggerichte hoofdstructuur op basis van logische klantprocessen met bijbehorende bedrijfsvoering en passen daarop de aansturing aan.

Thema in control •

We maken de kwaliteitscirkel (Plan-Do-Check-Act) rond door de realisatie van vooraf beschreven doelstellingen en resultaten (tussentijds) te evalueren en daarmee de vervolgacties te bepalen.

•

We analyseren de belangrijkste risico’s die het realiseren van onze doelstellingen in de weg staan en nemen passende beheersmaatregelen. Hieronder verstaan we ook tijdig inzicht krijgen in en grip houden op subsidiestromen. Met name bij nieuwe opdrachten, tijdens het proces van programmeren, stellen we een risicoanalyse op.

•

De P&C- producten worden gedurende deze collegeperiode doorontwikkeld tot documenten waarmee maximaal sturen op doelen en resultaten mogelijk is. De informatie wordt, op hoofdlijnen, overzichtelijk gepresenteerd en biedt meer inzicht. Dit gebeurt op het aggregatieniveau van de deelprogramma’s.

•

Doelstellingen en daarop afgestemde beleid- en beheersactiviteiten worden vanuit de begroting en het directieplan door vertaald naar afdelingsplannen en individuele werkplannen.

•

De rekenkamer is een instrument dat we gericht(er) inzetten om in control te blijven. Bijvoorbeeld door de rekenkamer ook onderzoek te laten doen bij de grote gesubsidieerde instellingen.

31


Thema ICT-Informatiemanagement •

Het bereiken van efficiëntere en klantgerichte processen willen we realiseren door het verwijderen van overbodige ‘ballast’ en bottlenecks uit de processen.

•

We integreren en standaardiseren het gegevensgebruik. Integratie houdt in dat gegevens over klanten, zaken, documenten en geografische informatie bij elkaar kan worden gebracht. Doel is om deze gegevens beschikbaar te kunnen stellen aan de betreffende klant, front-office medewerkers en in geaggregeerde vorm aan het management.

•

Dienstverlening aan de klant wordt verbeterd door het beschikbaar te stellen van eformulieren die zijn opgebouwd volgens een standaardmethode met de op dat moment beschikbare functionaliteit.

Besturen: deelprogramma Financiën We voeren een solide financieel beleid waarin onze meerjarenbegroting structureel en reëel in evenwicht is. Daarnaast hebben we voldoende buffers om risico’s te kunnen opvangen. We hanteren kostendekkende tarieven.

Wat willen we bereiken? Om een solide financieel beleid te kunnen voeren, is het belangrijk dat er sprake is van een integrale financiële afweging op daartoe afgesproken momenten, passend binnen het proces van programmeren en prioriteren. In een meerjarenbegroting die structureel en reëel in evenwicht is worden structurele lasten gedekt door structurele baten en wordt realistisch geraamd. Daarnaast is het begrote resultaat in het eerste en vierde jaar minimaal € 0 en realiseren we tevens de noodzakelijke bezuinigingen. We geven invulling aan houdbare gemeentefinanciën waarbij we ook bij economisch slecht weer, genoeg geld overhouden om onze schuldverplichtingen, in de vorm van rente en aflossingen, te betalen. Onze financiële positie is dermate flexibel dat we buffers kunnen vormen om tegenvallers op te vangen en nieuwe ontwikkelingen te kunnen dekken. Beide uitgangspunten moeten er toe leiden dat onze noodzakelijke publieke voorzieningen niet in de knel komen. We blijven investeren in een kwaliteitsverbetering van ons financieel beleid en beheer. Binnen de ambtelijke organisatie hebben budgetverantwoordelijken inzicht in de relatie tussen maatschappelijk effect, te leveren prestaties en geld (het geraamde budget). Voor deze collegeperiode hanteren we als uitgangspunt dat de OZB met de macronorm wordt verhoogd. Bij de uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie wordt ingespeeld op de gevolgen van de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) en de Wet schatkistbankieren. Deze verplicht gemeenten om hun overtollige financiën onder te brengen bij het Rijk.

32



We blijven de komende vier jaar investeren in de verdere doorontwikkeling van financieel beleid en beheer. Daarbij noemen we in het bijzonder een visie op tijdschrijven (mede in relatie tot een integrale kostenverdeling), horizontaal toezicht (verminderd toezicht belastingdienst), procesverbeteringen binnen de financieringsfunctie en een efficiënter en effectiever budgethouderschap in brede zin.

•

We maken een analyse van de huidige lastendruk woningen/niet-woningen. Aan de hand van deze analyse wordt bekeken of er verbetervoorstellen mogelijk zijn. Dit binnen de afspraak dat het totaalbedrag aan OZB inkomsten gelijk moet blijven.

•

We maken een analyse van de overheadkosten en streven naar reductie.

•

We geven uitvoering aan de wet Markt & Overheid en de voorgenomen aanpassing van de Wet Vennootschapsbelasting.

•

We eisen maximale transparantie, ook van de samenwerkingsverbanden en gesubsidieerde organisaties, om verrassingen achteraf te voorkomen.

33


7. Financieel kader en meerjarenperspectief Onze doelstelling is een solide financieel beleid, met een sluitende meerjarenbegroting waarvan het eerste en het laatste jaar minimaal € 0 is. Het uitgangspunt daarbij is dat de structurele uitgaven gedekt worden door structurele inkomsten. De eis van de provincie is dat minimaal het eerste jaar sluitend is. In onze doelstelling gaan we dus een stap verder, door ook het vierde jaar een sluitende begroting te realiseren. We staan aan het begin van deze collegeperiode en moeten concluderen dat we deze doelstelling op dit moment niet realiseren. Met de huidige kennis en het huidige inzicht sluit het jaar 2018 met een tekort van ruim € 2 miljoen. Daarbij wel de kanttekening dat dit het perspectief is op een moment dat de samenstelling van de begroting nog niet afgerond is. Definitieve bedragen voor de programmabegroting 2015-2018 zijn eind september 2014 bekend. Zoals u van ons mag verwachten, werken wij aan het herstel van het evenwicht van onze meerjarenraming. Een mogelijke oplossing ligt in de (gedeeltelijke) vrijval van de decentralisatiebuffer. De opdracht van de raad is om de uitvoering van de drie decentralisaties te realiseren met de middelen die we daarvoor krijgen van het Rijk. Indien dit gerealiseerd wordt, kan de buffer die we opgenomen hebben om in de eerste jaren de negatieve effecten op te kunnen vangen, op termijn vrijvallen. Die buffer bedraagt voor 2018 € 1.425.000. Een (gedeeltelijke) vrijval zou betekenen dat het negatieve saldo in 2018 grotendeels wegvalt. Wij realiseren ons dat deze optie pas op termijn afgewogen kan worden. Het weinig rooskleurig financieel perspectief op dit moment, zoals al in de inleiding is genoemd, heeft tot gevolg dat onze ambities op dit moment maar voor een deel opgepakt kunnen worden. Jaarlijks zoeken we naar mogelijkheden om de ambities wel waar te maken binnen de financiële kaders die we ons zelf opgelegd hebben. Meerjarenperspectief In de raadsinformatiebrief over de meicirculaire 2014 is het op dat moment meest actuele meerjarenperspectief gepresenteerd. Dit perspectief , met de stand van juni, vertoont voor de jaren tot en met 2017 overschotten. Het jaar 2018 laat een groot tekort zien. In dit perspectief zijn meegenomen de resultaten van de meicirculaire en de financiële effecten van de voorjaarsnota 2014, inclusief de beleidsarme MUIP 2015-2018. Diverse bijstellingen Inmiddels zijn er nog diverse ontwikkelingen die van invloed zijn op dit meerjarenperspectief . Parallel aan het schrijfproces van dit collegeprogramma, loopt namelijk het begrotingsproces 2015-2018. Diverse ontwikkelingen die hieruit naar voren komen, zoals de verlaging van de opbrengst toeristenbelasting, de verlaging van de opbrengst leges bouwvergunningen3, de definitieve gevolgen van de meicirculaire, het vrijvallen van een deel van de voorziening

3

In het collegeprogramma is rekening gehouden met een verlaging van de bouwleges. Momenteel wordt onderzocht of deze verlaging structureel van aard is en in welke mate. Bij de behandeling van de begroting 2015 wordt hierover meer duidelijkheid gegeven.

34


aandelen Essent, verlaging OZB opbrengsten alsmede diverse financiële gevolgen uit nota’s, zijn verwerkt in het perspectief. Onderstaand financieel meerjarenperspectief is ons vertrekpunt bij het maken van de keuzes voor dit collegeprogramma: 2014 1.157.000

2015 431.000

2016

2017

-155.000

-764.000

2018 -2.273.000

Realiseren speerpunten Middels het formuleren van tactische opgaven hebben wij onze ambities in dit collegeprogramma opgenomen. Om die ambities te realiseren hebben we per deelprogramma speerpunten benoemd. Gezien ons meerjarenperspectief hebben wij als uitgangspunt genomen om zo min mogelijk speerpunten op te pakken die structureel extra geld kosten. Door bewuste keuzes te maken, willen we voorkomen dat ons meerjarenperspectief nog negatiever wordt, zonder daarbij onze ambities te bevriezen. De keuzes die we uiteindelijk gemaakt hebben en die verwoord staan in de vier programma’s Leven, Wonen, Werken en Besturen, betekenen een extra last voor onze meerjarenbegroting. De financiële gevolgen van deze keuzes zijn verwerkt in het ‘Overzicht geactualiseerd financieel meerjarenperspectief 2015-2018’ op de volgende pagina. Taakstelling vermindering politiek ambtsdragers Het rijk was in eerste instantie voornemens de gemeenteraden te verkleinen met 25%. Dit had een korting op de algemene uitkering tot gevolg van structureel € 279.000. Later is dat voornemen verzacht tot een afname naar de toestand van vóór de dualisering. Dit komt neer op een structurele verlaging van de algemene uitkering met € 46.000. De realisatie is landelijk niet doorgezet. De korting op de algemene uitkering is wel gehandhaafd. Het college stelt voor om deze korting te verwerken in de meerjarenbegroting 2015-2018, omdat verwacht wordt dat deze niet gerealiseerd kan worden binnen de budgetten van de raad. Het effect van deze twee ontwikkelingen leidt tot het geactualiseerd meerjarenperspectief zoals opgenomen in de tabel op de volgende pagina. Dit perspectief toont aan dat onze definitie van een sluitende meerjarenbegroting momenteel niet haalbaar is. Als bestuur hebben we ons de opdracht gegeven om vóór de begrotingsbehandeling 2015 met concrete voorstellen te komen waarmee we het tekort van € 392.000 in 2015 kunnen dekken. Deze voorstellen zullen gezocht worden in bezuinigingen of andere oplossingen op inhoudelijk beleid. Het uitgangspunt is dat deze bezuinigingen/oplossingen zoveel mogelijk structureel van aard zijn.

35


Overzicht geactualiseerd financieel meerjarenperspectief 2015-2018: X € 1.000

2014

2015

2016

2017

2018

Vertrekpunt meerjarenperspectief

1.157

431

-155

-764

-2.273

0

-777

-201

-100

-150

0

-46

-46

-46

-46

1.157

-392

-402

-910

-2.469

0

392

392

392

392

1.157

0

-10

-518

-2.077

Totaal speerpunten Taakstelling politieke ambtsdragers Subtotaal meerjarenperspectief Taakstelling Bestuur Meerjarenperspectief 2015-2018

Op basis van de beschikbare middelen kunnen we, zoals het er op dit moment naar uitziet, onze ambities maar deels realiseren. Jaarlijks wordt bij de voorjaarsnota en de begroting, op basis van de financiële situatie van dat moment, de afweging gemaakt welke speerpunten er aanvullend opgepakt kunnen worden. Ontwikkelfonds Om toch ruimte te hebben om grotere ontwikkelingen te financieren, stellen wij voor een ontwikkelfonds in te stellen. De raad heeft de bevoegdheid te besluiten over de inzet hiervan. Bij concrete opdrachten worden aan de raad voorstellen voorgelegd om uit dit fonds te putten. Het ontwikkelfonds wordt geen aparte reserve maar legt een claim op de vrije ruimte binnen de algemene reserve. Dit doen we bewust om zo zicht te houden op onze noodzakelijk vrije ruimte die minimaal € 0 dient te bedragen. Voor een goed begrip; de (netto) vrije ruimte is het saldo van de reserves (minus Essentgelden) en de gekwantificeerde risico’s. Het voorstel is om de omvang van de claim vast te stellen op € 2 miljoen, voor zover er een positieve vrije ruimte resteert. De in onderstaande opzet opgenomen vrije ruimte gaat uit van een sluitende exploitatie 20142018. Op dit moment wordt rekening gehouden met een positief rekeningresultaat over 2014 van ruim één miljoen euro. Voorzichtigheidshalve nemen we dit nog niet mee. Mocht einde van het jaar een saldo resteren komt dit ten goede aan de “resterende vrije ruimte”. Voor de ontwikkeling van de reservepositie en de risico’s gaan we uit van de per 15 augustus 2014 begrote reserves en risico’s voor 2015-2018. 2015 Vrije ruimte Claim ontwikkelfonds Resterende vrije ruimte

2016

2017

2018

2.504

3.341

4.254

5.016

-2.000

-2.000

-2.000

-2.000

504

1.341

2.254

3.016

36


Taakstellingen Organisatie De organisatie heeft, nadat er in de afgelopen jaren al € 3,5 miljoen structureel is gerealiseerd, nog een restant taakstelling open staan die oploopt van ruim € 1,3 miljoen per 1-1-2015 naar bijna € 1,9 miljoen in 2018. Dit is nog een forse opgave. De oplossingen waaraan momenteel wordt gewerkt zijn voornamelijk te vinden in de samenwerking met Gennep, verdere efficiency van processen en de reguliere uitstroom van medewerkers. We gaan er nog steeds vanuit dat deze opgave gerealiseerd wordt. Wellicht dat de taakstelling 2015 niet per 1-1-2015 volledig gerealiseerd kan worden. Ter overbrugging wordt daarvoor deels het frictiebudget ingezet. Dit betekent wel dat we voorstellen om het plafond van € 2,5 miljoen tijdelijk los te laten. Indien er in enig jaar meer gerealiseerd wordt dan geraamd, kan het meerdere volledig toegevoegd worden aan de frictiereserve. Vastgoed Deze taakstelling is in 2013 ontstaan omdat het rijk van mening was dat de gemeenten minder aan onderwijshuisvesting besteden dan hiervoor via de algemene uitkering wordt vergoed. Een deel van deze taakstelling is gerealiseerd door verlaging van de budgetten op onderwijshuisvesting. Vorig jaar, bij de vaststelling van de begroting 2014, is besloten het restant te realiseren binnen het totaal vastgoed. Het restant van de vastgoed taakstelling is als volgt: 2015 334.000

2016 324.000

2017

2018

313.000

307.000

Op dit moment is de organisatie aan het onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Duidelijk is wel dat het lastig wordt deze taakstelling volledig binnen vastgoed te realiseren zonder rigoureuze maatregelen te nemen, zoals het grootschalig afstoten van vastgoed.

37


Bijlage 1: Leidende perspectieven Strategische Venray, stad in de Peel WONEN, WERKEN en LEVEN Zelfsturing

Ruimte geven aan inwoners en bedrijven om maatschappelijke en economische initiatieven mogelijk te maken.

Het beleid is gericht op maximalisatie van participatiemogelijkheden en maximalisatie van zelfredzaamheid.

Inwoners bepalen zelf (mede) de inrichting van hun leefomgeving.

We koesteren onze ondernemende cultuur.

Kwalitatieve

Ruimte voor ontwikkelingen gaat samen met versterking van de excellente

ontwikkeling

leefomgeving (zowel gericht op sociale aspecten als kwaliteit landelijk gebied en omgevingskwaliteit).

De bestaande economische diversiteit wordt gewaardeerd en verder ontwikkeld. In het brede palet verdienen agrofood en zorg extra aandacht.

(Regionale)

Venray is een bepalende (economische) speler in de regio.

samenwerking Naast samenwerking in de regio Venlo, kijken we ook naar andere ons omringende regio’s zoals Brabant/Brainport Eindhoven, Gelderland en Duitsland.

We werken samen met (maatschappelijke) partners voor sterkere gemeenschappen en regio.

Venray stimuleert actief nieuwe verbindingen tussen kennisinstellingen en bedrijven.

38


Bijlage 2: De strategische opgaven uit de strategische visie Wil een strategische visie effectief zijn, dan zullen niet alleen haar leidende perspectieven, maar ook de strategische opgaven hun doorvertaling moeten krijgen in het collegeprogramma. Hieronder zijn de strategische opgaven uit onze strategische visie benoemd. Leven •

Zorg, onderwijs en voorzieningen; de opgave hierin is, hoe verbinden we beschikbaarheid, bereikbaarheid aan schaalvergroting en planmatige sanering.

•

Aandacht voor het vraagstuk rondom de toenemende zorgvraag, in relatie tot kostenbeheersing en een dreigend tekort aan personeel.

•

Aandacht voor het behouden en versterken van de economische pijler rondom zorg (instellingen).

•

Organiseer een triple helix in de zorg. D.w.z. we zetten binnen de triple helix onder meer in op innovatie in de zorg en het faciliteren in en bijdragen aan het oplossen van arbeidsmarktvraagstukken

•

We prikkelen social return en social ondernemerschap. We durven van de gebaande paden af te wijken.

Wonen •

Ruimtelijke ontwikkeling; van blauwdrukplanning naar samen ontwikkelen en beheren.

•

Integratie van vraagstukken; sociaal en ruimtelijk-fysiek. D.w.z. als gemeente zijn we in staat om vooraf de afweging te maken hoe integraal we een vraagstuk oppakken? En tussentijds te schakelen als het vraagstuk om een integrale aanpak vraagt.

•

Het ontwikkelen van een aantrekkelijk woon- en leefklimaat om jongeren te binden of te laten terugkeren.

•

Hoe betrekken we gemeenschap en gemeente jongeren actief bij hun leefomgeving?

•

De opdracht is om als regio divers, compleet en herkenbaar te zijn.

•

Behoud en versterk de fraaie ligging van stad en dorpen.

•

Goed afronden van de grote projecten + omslag maken naar aanbod gestuurd, organisch en vraaggericht.

•

St. Annaterrein actief aandacht geven.

•

Hoe brengen we economische ontwikkeling en ontwikkeling van woon- en leefomgeving dichter bij elkaar? D.w.z. elk initiatief, of het nu gaat om een economische initiatief of een woon / leefomgevingsinitiatief, kijkt bij de ontwikkeling altijd naar beide aspecten.

Werken •

Profileer je als Venray nadrukkelijk als 2e “stedelijke” kern met eigenstandige relaties met haar buurregio’s. D.w.z. dat we niet inboeten op de huidige aantrekkingskracht. Dus de bovenlokale voorzieningen op zijn minst op het huidige niveau houden, in samenspel met ondernemers, burgers en regio.

•

De opdracht is om als regio divers, compleet en herkenbaar te zijn. D.w.z. we zijn tevreden als de regio Venlo met de inspanning van de regiogemeenten uitgroeit tot een

39


van de top 5 regio’s op het gebied van economische aantrekkingskracht, excellente woon-en leefomgeving, recreatie. •

Gebruik actief de mogelijkheden van de Omgevingswet 2018; kansen mogelijk maken,

•

Behoud en versterk de functies en kwaliteiten van Venray-centrum = meer stad met

met een eigen balans tussen kwaliteit en ontwikkeling. meer kwaliteit. •

Economisch knooppunt Venray verder ontwikkelen; haven Wanssum, Via Venray met

•

Extra aandacht voor toekomstige arbeidskrachten, arbeidsmigranten (arbeidsmarkt) op

agrofood en logistiek. alle niveaus. •

Maaslijn (helpen) opwaarderen.

•

Extra focus op agrofood, logistiek en zorg + innovaties en versterken van de basis.

•

Triple helix aanpak en innovatie van de economie (economische en sociale sectoren) op regionaal niveau organiseren.

•

Ontwikkel in regionaal verband een nieuw verdienmodel voor agribusiness.

Besturen •

De verhouding tussen overheid en burgers verandert => We spelen ten allen tijde in op de veranderende verhouding overheid en burgers (mentaliteit/competenties). Het gaat vervolgens om capaciteit, financiële mogelijkheden en het stellen van prioriteit.

•

We zijn 100% transparant en zetten onze slimme spelregels op papier.

•

Samen verantwoordelijk; gemeente draagt zorg voor dialoog, ontmoeting en bezieling zodat iedereen mee doet. D.w.z. gemeenschap en gemeente faciliteren elkaar optimaal bij het vormgeven van de opgaven die voor hen en Venray van belang zijn. En er een eerlijk gesprek is over de herverdeling van taken, rollen en verantwoordelijkheden tussen overheid en gemeenschap en visa versa.

•

Venray als gidsgemeente (op onderdelen), die mede de ’lead’ neemt in de regionale samenwerking.

40


Bijlage 3: Onze principes Om de ambitie vorm te geven hanteert ons college de volgende principes, die allen voortkomen uit het Coalitieakkoord. We dragen die principes actief uit en zijn daarop aanspreekbaar. Wij hopen en verwachten dat onze organisatie, raad en partners mee gaan ‘in de beweging’ die uit deze principes spreken: •

Een bestuursstijl die verbindend is en de kracht van de samenleving als uitgangspunt neemt. ‘Niet alleen de overheid maar wij samen, zorgen voor kwaliteit van leven’.

•

‘Slim verbinden’ betekent samenwerking op allerlei niveaus: met diverse maatschappelijke partners, tussen en binnen sectoren, maar ook tussen overheden, van lokaal, regionaal tot internationaal. Dit is geen ‘moeten’, maar vooral het durven onderzoeken van de mogelijkheden.

•

We maken optimaal gebruik van de kennis en kunde in de Venrayse samenleving.

•

We willen eigen verantwoordelijkheid actief vormgeven, door rollen en

•

Onze warme jas (=‘Venray is prettig divers’) is onze gezamenlijke basis; behouden en waar

verantwoordelijkheden voor iedereen (overheid, inwoners, partners) helder te maken. nodig en mogelijk versterken is ons credo. •

Venray profileren als tweede stedelijke kern van Noord-Limburg en het versterken van de stedelijke as/samenwerking met Venlo (‘dubbelstad Venlo-Venray’4).

•

We zijn financieel ‘in control’ en durven zo nodig te her-prioriteren; doelen, risico’s en inzet van middelen zijn vooraf helder. ‘We zijn financieel en sociaal solide’.

•

Onze organisatie maken we klaar voor de toekomst; rollen en verantwoordelijkheden zijn helder, we investeren in overleg en communicatie, geven ruimte voor initiatieven, en doen dit op basis van heldere afspraken.

•

Demografische ontwikkelingen nemen we consequent mee in alle beleidsontwikkelingen; wonen, werken, leven, besturen.

•

Eigen kracht van mensen en hun omgeving is uitgangspunt en als het niet anders kan dragen we zorg voor een (tijdelijk) vangnet.

•

Samenwerking van de 5 O’s (ondernemers-onderwijs-onderzoek-omgeving-overheid) is de basis voor de Venrayse topsectoren en arbeidsmarktaanpak.

4 De term ‘dubbelstad Venlo-Venray’ is voor het eerst genoemd tijdens de bijeenkomst met partners op 24 juni 2014, en duidt op het samen gebruiken en inzetten van de gezamenlijke sterke punten.

41

Collegeprogramma

Recommend Documents