Collegeprogramma 2013-2014 Concrete invulling voor 2013 Kadernota voor 2014 Doorkijk naar 2015-2017 23 april 2013
Pagina |2
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE ..................................................................................................... 2 1. INLEIDING: VERTROUWEN IN SAMENWERKING ............................................................. 3 2. ONZE INZET VOOR DE KOMENDE PERIODE .................................................................. 4 Concrete resultaten voor 2013 ......................................................................................4 De financiële vertaling van de ambities voor 2013 ..............................................................7 Incidentele dekking vanuit het coalitieakkoord ..................................................................8 3. NIEUW PERSPECTIEF ............................................................................................ 9 Kennis en kunde in de samenleving benutten ....................................................................9 Onze buurt ..............................................................................................................9 Vangnet met meerwaarde............................................................................................9 Beweging in het sociale domein................................................................................... 10 Online gemak ......................................................................................................... 10 Een sterke regio ...................................................................................................... 10 Vitale, duurzame stad .............................................................................................. 10 4. DE STRUCTURELE FINANCIËLE OPGAVE .................................................................... 12 De financiële opgave als gevolg van rijksbezuinigingen ...................................................... 12 Effecten van het Coalitieakkoord ................................................................................. 15 Overige financiële ontwikkelingen ............................................................................... 15 Overzicht: de totale financiële opgave .......................................................................... 17 5. OPLOSSINGSRICHTINGEN VOOR 2014 ...................................................................... 18 Richtingen en opdrachten vanuit het Coalitieakkoord ........................................................ 18 Budgettaire nullijn .................................................................................................. 19 Structurele dekking vanuit het coalitieakkoord ................................................................ 22 Het structurele beeld voor 2014 .................................................................................. 24 6. EEN DOORKIJK: OPLOSSINGSSTRATEGIE VOOR 2015 EN DAARNA .................................... 25 Een grote bezuinigingsoperatie ligt nog in het verschiet ..................................................... 25 Doorvertalen van de onderwijskorting naar het onderwijsveld ............................................. 25 Ruimte voor een nieuw college om een nieuwe operatie voor te bereiden ............................... 25 7. OVERIGE ONDERWERPEN ...................................................................................... 26 Lokale lasten ......................................................................................................... 26 Risico’s en Weerstandsvermogen ................................................................................. 27 Bezuinigingstaakstelling grote projecten ........................................................................ 29 Voortgang implementatie bezuinigingsmaatregelen .......................................................... 29 Wijkse voorzieningen Vathorst .................................................................................... 31 Inhuur externen ...................................................................................................... 33
Pagina |3
1. Inleiding: vertrouwen in samenwerking Het college dat eind februari is aangetreden wil de korte periode tot aan de volgende verkiezingen zoveel mogelijk voortgang maken. Op de korte termijn, met afspraken uit het coalitieakkoord die al dit jaar zichtbaar worden, en ook op de middellange termijn, gezien de fors oplopende bezuinigingsopgave. Wij zien de ernst van de komende bezuinigingen, maar willen ook kansen benutten. We doen dat in samenwerking met raad, wijk, stad en regio en hebben vertrouwen in de kracht, kennis en kunde van mensen die samen een vitale samenleving maken. Gezien de nieuwe bestuurlijke door start doorbreekt deze nota de afspraak om over te gaan naar een ‘vierjarige’ kadernota. Om diezelfde reden hebben wij ook een hoofdstuk opgenomen over de resultaten die wij in het lopende jaar willen boeken, als uitwerking van het coalitie-akkoord. Accenten in onze aanpak In onze stijl van besturen leggen we het accent op uitvoering en resultaten. Dat doen we in samenspraak met de stad, de raad en de regio. Naar de regio nemen we een open houding in gericht op samenwerking, want een sterke regio is goed voor de Amersfoorters. Dit college legt ook een accent op de ontwikkelingen in het sociale domein. Met de overheveling van rijkstaken op het gebied van jeugd, zorg, en arbeidsparticipatie naar gemeenten willen en moeten we zaken in beweging zetten. We willen voorzieningen dicht bij mensen brengen en omgekeerd mensen betrekken bij de zorg voor hun buurt en voor elkaar. Voor hen die door persoonlijke of economische tegenspoed worden geraakt zorgen we dat er een vangnet is, en maken daar extra middelen voor vrij. Ook hebben we speciale aandacht voor jeugd en jongeren. Amersfoort is een vitale, groene en aantrekkelijke stad. Wij zetten ons in om dat ook in de toekomst zo te laten zijn. Daarvoor moeten we banen en bedrijven werven, de mobiliteit op peil houden en er voor zorgen dat onze maatregelen duurzaamheid bevorderen. In het volgende hoofdstuk staan concrete resultaten voor 2013 benoemd. Voortgang en duidelijkheid op een aantal belangrijke langlopende dossiers, zoals Vathorst, Eemplein/Eemhuis, Sportcomplex Hogekwartier en de Westelijke Ontsluiting, komen daar nog bij. De samenleving verandert, en wij moeten, om meerdere redenen, daar onze gemeentelijke werkwijze op aanpassen. Nieuw Perspectief is een laatste accent in onze aanpak dat wij hier noemen: een voorwaardescheppende overheid, die problemen aanpakt vanuit een ontkokerde blik. Vertrouwend op samenwerking met de netwerksamenleving. Dat is nodig ook, want in de jaren na 2014 zal de bezuinigingsopgave nog fors oplopen. Wij willen deze druk inzetten voor vernieuwing en veerkracht. Leeswijzer Hierna volgt eerst een hoofdstuk over het lopende jaar: onze inzet op concrete resultaten in 2013, op een sluitende begroting voor 2014 en op de aanzet voor de middellange termijn. Ook financiële aspecten over 2013 komen aan de orde. Het hoofdstuk daarna gaat in op ‘Nieuw Perspectief’, onze aanzet voor de verkenning naar andere werkwijzen. Daarop volgen in zes pagina’s de elementen die opbouwen tot onze structurele financiële opgave (p.12), gevolgd door een hoofdstuk over de oplossingsrichting voor 2014. Het zesde hoofdstuk benoemt enkele belangrijke onderwerpen in de doorkijk naar 2015 en daarna, en tenslotte komen een aantal ‘overige’ onderwerpen aan de orde waarover wij u willen informeren omdat ze in financiële zin mede de ruimte bepalen die in deze nota aan de orde is.
Pagina |4
2. Onze inzet voor de komende periode 2013: concrete resultaten boeken en lange termijn strategie voorbereiden Ons college is aangetreden ongeveer een jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen. Met nog maar een klein jaar voor de boeg, moeten we erkennen dat de tijd om resultaten te boeken beperkt is. Toch hebben wij de ambitie om in het laatste jaar van deze raadsperiode een aantal zichtbare, concrete resultaten neer te zetten. Het coalitieakkoord biedt daarvoor een uitstekende basis. In het coalitieakkoord is aangegeven dat het door de gewijzigde financiële en maatschappelijke omstandigheden nodig is om de verhouding tussen gemeentelijke taken enerzijds en verantwoordelijkheden van inwoners en organisaties anderzijds te herijken. Wij zien het als onze opdracht om in 2013 deze lange termijn strategie voor te bereiden ten behoeve van een nieuwe raad en een nieuw college, dat zal aantreden na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014. Zie ook hfdst. 3 en 6. Reëel en structureel sluitende begroting voor 2014 Het is onze inzet om voor 2014 een begroting te presenteren waarin we concrete oplossingen bieden voor de financiële opgave waarvoor we staan. Dit sluit aan bij de wijze waarop de provinciale toezichthouder onze begroting beoordeelt. De regelgeving op dit punt is aangescherpt. Er moet sprake zijn van een reëel en structureel sluitende begroting. De term reëel heeft betrekking op de mate van realiteit van de ramingen. Structureel wil zeggen dat tegenover de structurele lasten ook structurele baten dienen te staan. Nieuw Perspectief draagt op korte termijn onvoldoende bij aan de structurele financiële opgave voor 2014. Daarom moeten we bij het sluitend maken van de begroting voor 2014 terugvallen op de meer klassieke oplossingsstrategieën. Het coalitieakkoord heeft daarvoor een aantal richtingen aangegeven: Bezuinigen, Efficiencymaatregelen, en Lokale lasten. Zie verder hfdst. 5 en 7. Een inhoudelijke en financiële doorkijk naar 2015 en volgende jaren Het College heeft er voor gekozen om eerst en vooral de jaarschijf 2014 van de nieuwe meerjarenbegroting sluitend te maken. Met een concreet, structureel sluitende begroting 2014 willen we niet alleen voldoen aan de regelgeving op dit punt, maar door Nieuw Perspectief vooraf te laten gaan aan de invulling van de financiële opgave voor 2015 en volgende jaren, geven we tevens de aanzet om ‘visievol’ te bezuinigen, zoals het coalitieakkoord ons opdraagt.
CONCRETE RESULTATEN VOOR 2013 Hierbij geven wij een overzicht van aantal belangrijke resultaten in 2013. Dit is overigens geen uitputtende lijst.
Onderwerp Toelichting Steun- en informatiepunten in de Instellen wijk-of gebiedsgerichte teams waarin professionele organisaties wijken / behoud activiteitencentra en informele aanbieders samenwerken op wijkniveau met als doel een afgestemd aanbod van zorg- en welzijnsdiensten. -
Implementatie sociale agenda’s, Implementatie bezuinigingen: haalbaarheidsonderzoeken naar de mogelijkheden voor het verplaatsen van welzijnsactiviteiten naar andere locaties, maatschappelijk aanbesteden van een aantal wijkaccommodaties en eventueel verkoop / verhuur wijkaccommodaties.
-
Realiseren van 4 activiteitencentra in de stad maatschappelijke overname, hetzij op andere wijze).
(hetzij
via
Pagina |5
Onderwerp
Toelichting -
Afbouwen subsidiëring wijkaccommodaties.
-
Het Makelpunt is vanaf 1 januari 2013 operationeel.
-
Uitwerken ‘formule’ STIPS en implementatie
Sociale maatregelen in economisch Ontwikkelen van reeks van sociale maatregelen, deels in de vorm van moeilijke tijden / vangnet een fonds, gericht op inwoners die hard geraakt worden door de crisis en armoedebeleid dreigen te worden uitgesloten en indirect op initiatieven in de stad die bijdragen aan armoedebestrijding. Sociaal Domein N.a.v. het regeerakkoord voortzetten van de voorbereiding van de decentralisatie AWBZ. De beleidsmatige uitgangspunten voor een te organiseren of te vernieuwen wijkgerichte ondersteuning nemen wij op in het nieuwe WMO-beleidskader. Hierin nemen wij ook de wijzigingen in de WMO Hulp bij het huishouden op. In 2015 is de decentralisatie van een groot deel van de jeugdzorg een feit. In 2013 gaan we verder met de voorbereiding van deze decentralisatie. Dit doen we onder andere met een experiment in het Soesterkwartier. Hierbij wordt samenhang gezocht met andere belangrijke ontwikkelingen, waaronder passend onderwijs. Westelijke Ontsluiting Wij voeren – samen met de provincie- een onderzoek uit naar de haalbaarheid van een tracé voor de Westelijke ontsluiting, zoals is aangegeven in het coalitieakkoord. Aanbesteding Kersenbaan In 2013 willen we de aanbesteding van de Kersenbaan afronden en starten met de uitvoering. Inrichtingsplan Elisabethlocatie Samen met betrokken bewoners wordt een inrichtingsplan voor een groene inrichting van de Elisabethlocatie opgesteld. Aanbesteding sportcomplex Voor het sportcomplex Hogekwartier is gekozen voor een design & buildHogekwartier aanbesteding: alle betrokken partijen hebben samen een voorstel ingediend voor het ontwerp en de bouw. Daardoor worden kennis en innovatiekracht gebundeld, wordt efficiënt gewerkt en heeft de gemeente te maken met één contractpartij die ontwerpt en bouwt. Binnenkort komt een voorstel naar de raad, teneinde het aanbestedingsproces te starten. Jongeren betrekken Jongeren meer betrekken bij politiek en bestuur van de stad. Versteviging samenwerking Versteviging van de samenwerking en programmering tussen de culturele instellingen verschillende culturele instellingen in de stad (podia, musea, festivals). Organisatorische samenwerking tussen de diverse podia. Bestuurlijke en beleidsmatige samenwerking met de gemeente Utrecht. Actualisering Milieubeleidsplan De insteek is één geïntegreerd strategisch plan op te stellen, waarin zowel de milieubeleidsvelden aan bod komen als ook de wijze van samenwerken met de stad.
Pagina |6
Onderwerp Toelichting Duurzaamheid In al onze besluitvorming wegen wij duurzaamheid zichtbaar mee. Versterken groene netwerk Met een groene dag (en andere activiteiten), georganiseerd voor en door milieu-organisaties in de stad, wordt het groene netwerk versterkt en uitgebreid. Onderwijshuisvestingsplan In overleg met alle betrokken schoolbesturen stellen we de inhoudelijkeen financiële kaders op t.b.v. een Integraal Huisvestingsplan (IHP). Hier moet de huisvesting van het primair en voortgezet onderwijs aan voldoen. Duurzaamheid is een belangrijk uitgangspunt. N.a.v. het coalitieakkoord wordt nader invulling gegeven aan mogelijkheden voor verdere doordecentralisatie. Of de doordecentralisatie middelen oplevert, is nog onzeker en zal nog moeten blijken. Faciliteren van economische groei -
Actualisatie Economische Agenda. In 2013 maken we een agenda met meer focus. Het verbeteren van de gemeentelijke werkwijze bij dienstverlening en bedrijvenacquisitie blijft speerpunt.
-
Vitaliteit en leegstand. Samen met marktpartijen nemen we maatregelen in ons beleid en onze dienstverlening om economische vitaliteit en aanpak leegstand te bevorderen.
-
Afronding EFRO project Amersfoort Innovatief Sterk, o.a. gericht op het stimuleren van de creatieve economie (Amersfoort Creatieve Stad) en innovatie met breedband en ICT (Amersfoort Breed).
-
Participatie in Economic Board regio Utrecht (EBU). Dit doen we samen met Regio Amersfoort. De agenda van EBU is het nieuwe kader voor ons innovatieprogramma.
-
Intensiveren van de inzet op acquisitie en accountmanagement, om banen voor Amersfoort te werven en behouden.
Woonvisie 2011-2020 Over verschillende onderwerpen uit de Woonvisie gaan we met marktpartijen in gesprek: woonmilieus, beschikbaarheid van woningen, functiemenging (wonen en werken), Amersfoort in de regio, en kwaliteit en duurzaamheid.
Burgers actief betrekken bij beheer Zie hiervoor ook de paragraaf ‘onze buurt’ in het hoofdstuk 3 over nieuw eigen omgeving perspectief. Geactualiseerd sportbeleid Met de actualisatie streven wij de volgende ambities na: -
Zoveel mogelijk Amersfoorters sporten en bewegen;
-
Sterke, brede sportverenigingen die de ruimte krijgen;
-
Efficiente en effectieve multifunctionele sportvoorzieningen;
-
Een beweegvriendelijke openbare ruimte.
Vathorst Samen met de aandeelhouders uitvoeren van een verkenning naar de afronding van Vathorst, waarbij financiële risicobeheersing centraal staat (conform RIB’s 2012-101 en 2012-114). In het voorjaar van 2013 zijn de eerste resultaten van de verkenning te verwachten.
Pagina |7
Onderwerp Uitvoeringsagenda binnenstad -
Toelichting Actualisatie uitvoeringsagenda binnenstad. In 2013 houden we met onze partners ook de huidige visie binnenstad tegen het licht. Evaluatie Ondernemersfonds 2013.
-
Stimuleren ambulante handel voor meer levendigheid, met name op de route Eemplein-binnenstad.
-
Spreiding van Festivals
Horecanota In afstemming met horeca partners actualiseren we de horecanota. Oplevering Eemhuis Eind 2013 is de oplevering van het Eemhuis gepland, zodat de inrichting voor de gebruikers van start kan gaan. Oplevering park Randenbroek Herinrichten van Park Randenbroek en omgeving en het Waterwingebied.
DE FINANCIËLE VERTALING VAN DE AMBITIES VOOR 2013 Nieuwe wensen In het op 12 februari 2013 gesloten coalitieakkoord staat een aantal nieuwe wensen, zoals de realisatie van nieuwe Steun- en Informatiepunten (STIPS) en Activiteitencentra, het verzachten van de gevolgen van de Participatiewet en het in stand houden van de Combinatiefuncties. Voor 2013 gaat het om een bedrag van € 3 miljoen. Ten opzichte van het coalitieakkoord voeren wij één wijziging door: Bij het voorstel voor de bestemming van het rekeningsresultaat over 2012 hebben wij reeds € 1 miljoen geoormerkt voor het sociaal vangnet. Dit konden wij dekken door de benutting van de meevaller op het programma Werk en Inkomen. Dit wordt nu in mindering gebracht op de geoormerkte middelen voor dit doel in 2013. Bij de bestemming van het rekeningssaldo 2012 hebben wij uiteindelijk € 1 miljoen extra moeten onttrekken aan de saldireserve. Dat kan in 2013 worden verevend. Per saldo blijft de financiële opgave in 2013 hierdoor gelijk. De overige financiële ontwikkelingen over 2013 in beeld gebracht bij de Zomerrapportage Net als ieder jaar, zal ook dit jaar weer een Zomerrapportage worden uitgebracht waarbij de financiële ontwikkelingen voor het lopende begrotingsjaar (algemene uitkering, ontwikkelingen m.b.t. de bijstand, rente etc.) in beeld worden gebracht. In deze nota gaan wij daar niet op in.
Pagina |8
Incidentele opgave vanuit het coalitieakkoord (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2013
STIPS
-0,75
Activiteitencentra
-0,35
Sociaal vangnet
-0,5
Sport
-0,07
Jongeren
-0,1
Cultuur
-0,2
Aanvulling saldireserve
-1,0
Totaal
-3,0
2014
2015
2016
2017
INCIDENTELE DEKKING VANUIT HET COALITIEAKKOORD Teruggaaf afvalstoffenheffing en rioolrecht inzetten voor prioriteiten In de Tussenbalans vorig jaar is besloten om gedurende drie jaar (2013 t/m 2015) tot terugbetaling over te gaan van de meevallers van de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. In het coalitieakkoord is besloten om deze middelen in te zetten voor de incidentele prioriteiten. Rentevoordeel als gevolg van de contractafspraken met Meander Medisch Centrum Binnen de contractafspraken met Meander Medisch Centrum gaan wij uit van betaling voor gronden en opstal per medio 2014. Dit geeft een voordeel op kapitaallasten van € 900.000. Aflopen bestuursakkoord Bijstand Als gevolg van het aflopen van het bestuursakkoord inzake de bijstand kon over 2012 een voordeel worden gehaald ten opzichte van de begroting. In de Zomerrapportage is de gemeenteraad hierover geïnformeerd. Naar verwachting zal dit ook een doorwerking hebben in 2013. Daarom kan zonder gevolgen voor de doelgroep en zonder grote financiële risico’s hieraan in 2013 het resterende bedrag van € 300.000 worden onttrokken. Overzicht incidentele dekkingsmaatregelen Coalitieakkoord (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2013
Terugdraaien teruggaaf afvalstoffenheffing en rioolrecht Rente voordeel contract Meander Medisch Centrum
0,6
Aflopen bestuursakkoord bijstand
0,3
Totaal incidentele dekking
0,9
Incidentele opgave
-3,0
Saldo
-2,1
2014
2015
0,9
0,9
0,3
1,2
0,9
1,2
0,9
2016
2017
Pagina |9
3. Nieuw Perspectief KENNIS EN KUNDE IN DE SAMENLEVING BENUTTEN Ons college werkt aan een moderner stadsbestuur, dat vertrouwen krijgt van de Amersfoortse samenleving en dat vertrouwen heeft in de eigen verantwoordelijkheid van inwoners. Kennis en kunde die in de samenleving aanwezig is moet zo goed mogelijk worden benut. Tegelijk willen wij een vangnet bieden voor mensen in moeilijke situaties. Ook samenwerking in de regio moet worden versterkt. Daarnaast zijn wij ons bewust van de noodzaak om in de komende jaren structureel te bezuinigen. Wij willen andere werkwijzen verkennen, waarin burgerinitiatieven meer ruimte krijgen en het gezamenlijk met de stad en de regio oppakken van publieke taken wordt onderzocht. Op 5 februari 2013 werd op een rondetafelbijeenkomst met Amersfoorters, raads- en collegeleden en ambtenaren een opzet besproken voor die verkenningen naar andere werkwijzen vanuit een ‘nieuw perspectief’. Hieronder worden op een aantal thema’s voorbeelden geschetst. Andere thema’s zijn mogelijk en kunnen zeker volgen. Nadrukkelijk betreft het hier een tussenstand. Een en ander moet nog worden opgeschaald, al was het alleen maar omdat we in transitie zijn naar een kleinere overheid: de rolverdeling met de samenleving zal echt veranderen. In samenhang met en als onverbrekelijk onderdeel van het Nieuwe Perspectief is een organisatieontwikkeling ingezet onder de titel ‘Samen-foort’. Doel is om de organisatie meer open te laten staan naar de omgeving, naar het bestuur en naar elkaar. In het coalitie-akkoord ‘Samenwerken in Vertrouwen’ wordt het college gevraagd met nadere voorstellen te komen. Op 9 april jl besprak de raad de voordracht ‘Nieuw Perspectief – verkenning van andere werkwijzen’. De discussie daarover wordt vervolgd. De lopende verkenningen naar andere werkwijzen, waarover wij u in deze nota een tussenstand zouden melden, helpen daarbij.
ONZE BUURT De verkenning ‘onze buurt’ biedt mogelijkheden om mensen ruimte en verantwoordelijkheid te geven in hun directe leefomgeving. Vaak zijn mensen daarbij al zeer betrokken: het is concreet, tastbaar en dicht bij huis. Wij willen het gevoel van eigenaarschap van de directe leefomgeving teruggeven aan de Amersfoorters zelf. In de afgelopen jaren is al veel ervaring opgedaan met zelfbeheer-projecten. Kan het opdrachtgeverschap voor het dagelijks beheer verdergaand worden overgedragen aan bewoners?
VANGNET MET MEERWAARDE Kunnen door een intensivering en vernieuwing van de aanpak meer mensen met een WSW of WWB achtergrond op vacatures worden geplaatst? Om die vraag te beantwoorden werd met de SRO (verbonden partij) en het Crematorium en Begraafplaatsen een concrete business case uitgewerkt. Als meer vacatures beschikbaar komen wordt de doorstroom in het WWB/WSW-bestand vergroot en zal het bestand als totaal afnemen. Dat is prettig voor betrokkenen en kan geld besparen. De nieuwe aanpak komt bovenop de huidige werkgeversbenadering. Ter vergelijking: in 2012 werden bijna 250 mensen uit een uitkering in een reguliere baan geplaatst en zo’n 280 in een deeltijdbaan, waardoor de uitkeringslast daalde.
P a g i n a | 10
BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN De komende jaren willen en moeten wij een forse beweging in het sociale domein maken. Wij willen (zorg)taken beter regelen en dichter bij de mensen brengen. Er worden taken in de Jeugdzorg, AWBZ en arbeidsparticipatie overgeheveld vanuit het rijk, waarvoor minder geld beschikbaar is. De decentralisaties van deze taken bieden zowel een kans voor verbetering als ook een opgave om met een andere manier van werken de bezuinigingen zoveel mogelijk op te vangen.
ONLINE GEMAK Kunnen we de dienstverlening zó moderniseren dat de klant actiever wordt en de kosten afnemen? In de reisbranche is het al heel gewoon: je boekt zelf je ticket, kiest een comfort-niveau en print je boarding-pass. De gemeente kan hier nog wat van leren. Kunnen we 90% van de klantvragen via een ‘Easyjet-methode’ afwikkelen en de dure face-to-face begeleiding beperken tot de 10% voor wie het digitale kanaal niet voldoet of voor wat wettelijk nog niet mag? Onze ambitie is om nog dit jaar 5 producten/diensten te digitaliseren aan de hand van een op te stellen businesscase. Hierbij is niet enkel ‘de voorkant’ maar het hele proces in beeld, ook over de grens van onze eigen uitvoering bij bijv. keten- en regiepartners. Uit een eerste inventarisatie van ideeën en mogelijkheden blijkt een fors besparingspotentieel. Op voorhand gaan wij uit van een structurele besparing van € 0,1 miljoen met ingang van 2014.
EEN STERKE REGIO Een sterke regio levert ons allemaal wat op en is goed voor Amersfoorters. Dan gaat het om samenwerking in bedrijfsvoering en in beleidsonderwerpen. Welke bedrijfsvoeringstaken kunnen gezamenlijk worden uitgevoerd, om schaalvoordelen te behalen en/of kwetsbaarheid te verminderen? Daarbij speelt in regiogemeenten de bestuurlijke behoefte om de eigen zelfstandigheid zeker te stellen. In bedrijfsvoeringstaken wordt nu eerst nader verkend hoe een gezamenlijke inkoop tot stand kan komen. Op termijn liggen er kansen voor o.a. ICT en een expertisepool, mogelijk ook administraties. Op het gebied van inhoudelijke en beleidsmatige samenwerking zijn momenteel de volgende onderwerpen actueel: bedrijfsterreinen en coördinatie van bedrijvenvestiging; regionale woningbouwprogrammering; recreatie en toerisme; voorzieningen (in een verkennend stadium); sociaal domein. Ons college hecht aan een sterke regio en heeft dat benadrukt in een brief aan de regiogemeenten (2 april 2013). Samenwerking vereist op de eerste plaats goede omgangsvormen en onderling vertrouwen. In 2013 worden nog enkele momenten gecreëerd waarop de colleges en de gemeenteraden elkaar kunnen ontmoeten rond actuele samenwerkingsthema’s, zoals de ontwikkelingen op het Sociaal Domein.
VITALE, DUURZAME STAD Amersfoort heeft toekomst als duurzame stad. Economisch blijven de inzichten uit de economische visie van de Commissie Van Ek leidend (waaronder 1700 banen per jaar). Ons coalitie-akkoord beschrijft ook ambities op het gebied van duurzaamheid. Voor de verdere toekomst van de stad is de vraag: hoe kunnen we de beweging versterken, gericht op een schaalsprong in vitaliteit en duurzaamheid? Daarbij is het perspectief van de transitie nodig: het gaat om een blijvende verandering.
P a g i n a | 11
Transities vragen om een actieve, maar wel anders acterende overheid. Van sturen en voorschrijven, naar meer anticiperen en faciliteren. Hier dringt het nieuw perspectief zich op: als gemeente willen we meer uitgaan van wat speelt in de stad en met een open, flexibele houding onze inzet plegen. Bovenstaande verkenningen geven zicht op andere werkwijzen maar zijn momenteel niet ver genoeg om de bezuinigingsopgave 2014 te dragen. Ook met Nieuw Perspectief zelf moeten wij nog een schaalsprong maken met het oog op de structurele financiële opgave, die in het volgende hoofdstuk wordt besproken.
P a g i n a | 12
4. De structurele financiële opgave DE FINANCIËLE OPGAVE ALS GEVOLG VAN RIJKSBEZUINIGINGEN Uitgangspunt: Begroting bestaand beleid is sluitend De financiële opgave voor de komende meerjarenbegroting bestaat uit een aantal onderdelen, die hieronder een voor een de revue passeren en zo opbouwen tot de totale financiële opgave. We beginnen met de nieuwe begroting bij bestaand beleid. Dat zijn de jaarschijven van de lopende meerjarenbegroting, aangevuld met autonome (onontkoombare) ontwikkelingen zoals de ontwikkelingen in de bijstand, actualisering van kapitaallasten, echter zonder nieuw beleid. Voor deze nota nemen we als uitgangspunt dat de begroting bestaand beleid sluitend is. Dit is nog een forse opgave, vooral omdat we op een aantal terreinen worden geconfronteerd met een stijging van de BTW (van 19 naar 21%) die niet gecompenseerd wordt. Bijvoorbeeld bij onderwijs, bij individuele verstrekkingen en bij een aantal gesubsidieerde instellingen. Bovendien worden we op enkele onderdelen geconfronteerd met extreme prijsstijgingen, bijvoorbeeld bij het WMO-vervoer. In wezen gaat het hier om ontwikkelingen waar geen sprake is van bestuurlijke afweging, maar die onafwendbaar op ons af komen. We willen deze ontwikkelingen binnen de begroting bestaand beleid opvangen. Dat vraagt binnen de begroting bestaand beleid om een nadere afweging. In eerste instantie willen we bezien of we door het verder uitstellen van de vervangingsinvesteringen middelen kunnen vrijspelen die als dekking kunnen dienen. Daarbij moeten we wel bedenken dat we al een jaarlijkse stelpost voor onderuitputting in de begroting hebben opgenomen, die voor een groot deel gerealiseerd moet worden door het niet of later uitvoeren van geplande vervangingsinvesteringen. We hanteren als uitgangspunt dat de bezuinigingen op het sociale domein kunnen worden opgevangen binnen het beleidsterrein Vooralsnog gaan wij ervan uit dat de rijksbezuinigingen op het sociale domein worden opgevangen binnen het beleidsterrein zelf. De bezuinigingen zijn echter dermate omvangrijk, dat het onzeker is of deze veronderstelling haalbaar en houdbaar is. Zo hebben wij in de 20-miljoensoperatie een aantal maatregelen doorgevoerd, waar nu in het regeerakkoord op wordt bezuinigd. Deze bezuinigingen zullen dus op een andere manier moeten worden gecompenseerd. Daarnaast is het zeer wel denkbaar dat het één op één doorvertalen van rijksbezuinigingen tot maatschappelijke problemen leidt; hoe hier mee om te gaan is uiteindelijk een politieke afweging. Huidige meerjarenbegroting In de Tussenbalans is een taakstelling opgenomen van structureel € 6 miljoen. Daarmee anticipeerden we op de uitkomsten van het Lente-akkoord en het daarna te sluiten regeerakkoord. Deze taakstelling is onderdeel van de totale, nog op te lossen, financiële opgave. Bovenop de begroting bestaand beleid komen de effecten van het regeerakkoord en mogelijk nog bezuinigingsmaatregelen uit het zgn. ‘oranjeakkoord’ dat het kabinet begin maart jl. sloot met een aantal (oppositie)partijen, maar dat (vooralsnog) van tafel ging met het sociaal akkoord. Los van deze landelijke ontwikkelingen, zijn er andere zaken van invloed op het begrotingssaldo. In de huidige meerjarenbegroting 2013-2016 zijn de juni-, september- en decembercirculaire van het afgelopen jaar nog niet verwerkt, want de begrotingsopstelling vond eerder plaats dan het verschijnen van de circulaires. Deze circulaire gaven een vertekend (positief) beeld te zien, omdat de rijksbezuinigingen waar wij in de Tussenbalans al wel op geanticipeerd hadden, nog niet verwerkt waren in de circulaires. In onderstaande tabel wordt het effect van deze circulaires
P a g i n a | 13
afgezet tegen de reeds in de meerjarenbegroting ingeschatte lagere uitkering uit het gemeentefonds. Taakstelling op basis van huidige meerjarenbegroting, Inclusief juni- en septembercirculaire (Bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Bezuinigingstaakstelling Tussenbalans
-6,0
-6,0
-6,0
-6,0
Juni- en septembercirculaire
4,2
7,1
7,0
7,0
Totaal huidige meerjarenbegroting
-1,8
1,1
1,0
1,0
Effecten regeerakkoord Op 1 maart 2012 presenteerde het Centraal Planbureau de op dat moment nieuwste prognoses voor de economische situatie van 2012. Om aan de Europese norm van een begrotingstekort van maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product te voldoen, zou er in 2013 en latere jaren fors moeten worden bezuinigd op de rijksbegroting. Deze ontwikkelingen doorvertalend naar de Amersfoortse situatie, zou een aanvullende bezuinigingsoperatie van minimaal € 9 miljoen noodzakelijk zijn, zo werd in het voorjaar van 2012 bij de Tussenbalans geconcludeerd. Op Rijksniveau werd getracht deze opgave in te vullen via het zgn. Catshuisoverleg. Na het mislukken daarvan kwam een Kunduzakkoord of Lenteakkoord, dat later is vervangen door het Regeerakkoord van het kabinet Rutte II (na de verkiezingen van sept. 2012). Inmiddels is duidelijk dat de effecten voor Amersfoort niet beperkt zullen blijven tot het eerder ingeschatte bedrag van € 9 miljoen. De effecten van het regeerakkoord zijn op te splitsen in twee delen. Enerzijds zijn er de effecten die de rijksbezuinigingen hebben op het gemeentefonds via de ‘trap op trap af’ systematiek. Dat houdt in dat ontwikkeling van het Gemeentefonds gelijke tred houdt met de ontwikkeling van (een deel van)1 de rijksuitgaven. Wordt er op de rijksbegroting bezuinigt dan bezuinigt het Gemeentefonds evenredig mee, en omgekeerd. Een aantal weken na het verschijnen van het regeerakkoord heeft het Kabinet de zgn. ‘Startnota’ uitgebracht, waarin een aantal financiële uitgangspunten zijn bijgesteld of nader uitgewerkt. Deze Startnota gaf de eerste jaren een gunstiger beeld te zien dan aanvankelijk bij het Regeerakkoord werd verondersteld, maar vanaf 2016 verslechtert het beeld verder. De uitkomsten van de Startnota zijn vervolgens weer meegenomen in de Decembercirculaire van 2012.
1
Een aantal onderdelen van de rijksbegroting zijn uitgezonderd: Het betreft hier met name: Zorg, Sociale Zekerheid, Rente en de uitgaven voor Ontwikkelingssamenwerking.
P a g i n a | 14
Indicatieve effecten Regeerakkoord op gemeentefonds (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Regeerakkoord
0,0
-0,4
-2,1
-3,1
Startnota
1,6
1,5
-0,3
-1,7
Overige effecten dec. Circulaire
0,2
0,2
0,2
0,2
Totaal (circa)
1,8
1,3
-2,2
-4,6
Anderzijds zijn er bezuinigingen op het gemeentefonds zelf, los van de ‘trap op trap af’ methodiek. Zo is in het regeerakkoord uitvoering gegeven aan de motie van Van Haersma Buma. Die motie zegt dat de niet bestede middelen uit het gemeentefonds voor onderwijshuisvesting rechtstreeks aan de schoolbesturen worden overgemaakt. Het betreft hier een “theoretische onderbesteding”. Gemeenten worden niet gecompenseerd als er sprake is van een “theoretische overbesteding” op andere onderdelen. De eerdere aankondiging van de afschaffing van het BTW-compensatiefonds is inmiddels van de baan, maar heeft plaats gemaakt voor een generieke korting op het gemeentefonds. Daarnaast wordt het Gemeentefonds gekort vanwege het opschalen van gemeenten van 100.000 inwoners of meer, waardoor efficiencykortingen zouden kunnen worden behaald. Voor de reeds bestaande 100.000+ is dat natuurlijk een lastig te realiseren opgave. Extra kortingen op het gemeentefonds (bedragen x € 1 miljoen) Indicatieve bedragen
Omschrijving
2014
Uitname Onderwijshuisvesting Korting BTW-compensatiefonds
-2,1
Uitname vanwege opschalen van gemeenten Totaal (circa)
-2,1
2015
2016
2017
-2,2
-2,2
-2,2
-4,2
-4,3
-4,3
-0,5
-1,1
-1,6
-6,9
-7,6
-8,1
Oranje akkoord en Sociaal akkoord Op 28 februari 2013 presenteerde het Centraal Planbureau de nieuwste economische prognoses voor 2013. Een paar weken daarvoor was de Staat der Nederlanden weer een bank rijker geworden door de nationalisering van de SNS Bank. Deze nationalisatie heeft echter een opwaarts effect op de staatsschuld, met daardoor hogere rentebetalingen, die weer een negatieve impact hebben op het overheidstekort. Het Centraal Planbureau voorspelde daarom voor 2013 en latere jaren een groter tekort en een grotere schuld dan eerder geraamd. Als maatregel kondigde het Kabinet (samen met oppositiepartijen) nieuwe bezuinigingen aan, ter grootte van ruim € 4 miljard2. Omdat het grootste deel van de bezuinigingen betrekking heeft op de 2
We hanteren als vuistregel dat 1 miljard bezuiniging op de rijksbegroting voor 1 mjn. doorwerkt naar Amersfoort. Dit berekenen we als volgt: We gaan er van uit dat de helft (500 miljoen) wordt bezuinigd op het deel van de rijksbegroting dat niet relevant is voor het gemeentefonds en de andere helft neerslaat op het deel dat wel relevant is. Het aandeel van het gemeentefonds is ongeveer 20%, dus een korting van € 100 miljoen. Het aandeel van Amersfoort in het Gemeentefonds bedraagt grofweg 1%. Daarmee komen we op een Amersfoorts aandeel van € 1 mjn.. Het zal duidelijk zijn dat als in de praktijk andere verhoudingen gelden, dat dan het Amersfoortse deel in de rijksbezuinigingen ook anders zal uitvallen.
P a g i n a | 15
onderdelen van de rijksbegroting die niet meetellen voor de omvang van het gemeentefonds, is het effect op onze begroting relatief laag. Het niet uitkeren van loon- en prijscompensatie bij het Rijk heeft wél een doorwerking naar het gemeentefonds, via de trap op trap af systematiek. Het gemeentefonds krimpt hierdoor € 180 miljoen waardoor € 1,8 miljoen (1%) minder uit het gemeentefonds zouden krijgen. Maar: op 11 april jl. heeft het Kabinet een akkoord gesloten met de sociale partners en daarmee is de aangekondigde bezuiniging op de rijksbegroting voor 2014 vooralsnog van de baan. In augustus wordt opnieuw bezien of deze bezuiniging alsnog doorgang moet vinden. Bij onze financiële opgave houden wij daarom vooralsnog geen rekening met deze bezuinigingsopgave. Onze maatregelen, die verderop in deze nota worden beschreven, zijn zodanig van omvang dat wanneer in augustus mocht blijken dat het Oranjeakkoord toch weer van stal wordt gehaald, dit opgevangen kan worden.
Effecten Oranjeakkoord (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Oranjeakkoord
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
EFFECTEN VAN HET COALITIEAKKOORD In het op 12 februari 2013 in Amersfoort gesloten nieuwe coalitieakkoord staat een aantal nieuwe wensen, zoals de realisatie van nieuwe Steun- en Informatiepunten (STIPS) en Activiteitencentra, het verzachten van de gevolgen van de Participatiewet en het in stand houden van de Combinatiefuncties. Deze nieuwe wensen kosten structureel € 1,1 miljoen. Effecten coalitieakkoord (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
STIPS
-0,45
-0,45
-0,45
-0,45
Activiteitencentra
-0,2
-0,2
-0,2
-0,2
Sociaal vangnet
-0,28
-0,28
-0,28
-0,28
Sport
-0,13
-0,13
-0,13
-0,13
Totaal
-1,1
-1,1
-1,1
-1,1
OVERIGE FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Grondexploitaties en (Maatschappelijk) Vastgoed Door de tegenvallende economische ontwikkelingen hebben we in de achterliggende periode voor een bedrag van ongeveer € 39 miljoen afgeboekt op de grondexploitaties. De onderstaande tabel geeft een beeld van de afboekingen die de afgelopen vier jaar hebben plaats gevonden bij de vaststelling van de jaarrekening. Deze afboekingen zijn gedekt via bestemmingsreserves of opgevangen binnen het saldo van de jaarrekening.
P a g i n a | 16
Afboeking op Grondexploitaties en strategisch Vastgoed (2009-2012) (Bedragen x € 1 miljoen)
Jaar
Afboeking
2009
8,9
2010
3,5
2011
19,2
2012
7,4
Totaal afboekingen
39,0
Daarmee zijn we er nog niet. Van de drie categorieën: Gemeentelijke grondexploitaties, Publiek Private Samenwerking en Strategisch Vastgoed lopen we de grootste risico’s bij de laatste twee. Van de 10.000 woningen in Vathorst moeten er nog 3.000 ontwikkeld en gebouwd worden. Vanwege de situatie op de woningmarkt stagneert die ontwikkeling en moet rekening worden gehouden met grote verliezen. Dit laatste risico hangt vooral samen met risico's rondom het afzettempo (faseringsen rentekosten) en het opbrengstenniveau (voornamelijk in het duurdere woningsegment). Het moeizame verloop van de ontwikkeling van de kantorenlocatie Podium met oplopende risico’s heeft zijn weerslag op de samenwerking tussen partijen in de Vennootschap. De verhouding tussen partijen staan onder druk. Partijen verschillen van mening over de hardheid van de afspraken om de gronden van het Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (OBV) af te nemen. Het OBV is een juridische procedure gestart om de afname van de grond af te dwingen. Daarnaast is er aantal andere risico’s. Kortheidshalve verwijzen wij u naar de projecten- en risicorapportage bij de jaarrekening. In de Tussenbalans van 2012 is een bedrag gereserveerd van € 1 miljoen structureel om (op termijn) de vorming van een risicovoorziening mogelijk te maken. Wij stellen voor om daar bovenop een extra structurele reservering op te nemen om eventuele risico’s met betrekking tot grondexploitaties en maatschappelijk vastgoed op te kunnen vangen. Voor elke euro die we structureel opnemen, kunnen we ongeveer 13 euro incidenteel afboeken. In de verwachting dat in de komende jaren nog gefaseerd afgeboekt zal moeten worden, nemen wij in 2014 € 1 miljoen extra op. De jaren daarna laten we dit bedrag tot en met 2017 telkens stijgen met € 0,5 miljoen. Daarmee hebben we (op termijn) incidentele budgettaire ruimte om maximaal voor € 45 miljoen incidenteel af te boeken.
Stadhuis In de bezuinigingsoperatie is een taakstelling van € 1 miljoen opgenomen als gevolg van de renovatie van het Stadhuis en gelijktijdige invoering van Het Nieuwe Werken. In het coalitieakkoord is afgesproken dat er vooralsnog geen grootschalige renovatie van het Stadhuis komt. Wel wordt een besluit genomen voor het realiseren van noodzakelijk onderhoud. Het geheel aan maatregelen moet passen binnen het huidige onderhoudsbudget. Op langere termijn zullen grootschalige kosten voor renovatie, c.q. vernieuwende huisvestingsoplossingen gemaakt moeten worden. Uitstel kan nog worden opgevangen, afstel van de hele operatie leidt er toe dat er geen dekking is voor noodzakelijke aanpassingen, c.q. aangepaste huisvesting waardoor de bezuinigingstaakstelling op termijn niet meer kan worden gerealiseerd. In afwachting van verdere plannen gaan wij voorshands uit van een nadelig van financieel effect van € 1 miljoen structureel met ingang van 2017.
P a g i n a | 17
Overige ontwikkelingen (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Grondexploitaties / Vastgoed
-1,0
-1,5
-2,0
-2,5
Renovatie Stadhuis
-1,0
Begroting Bestaand beleid
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Totaal
-1,0
-1,5
-2,0
-3,5
OVERZICHT: DE TOTALE FINANCIËLE OPGAVE De totale financiële opgave voor 2014-2017 is, een en ander opgeteld, daarmee als volgt: De totale financiële opgave (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Huidige meerjarenbegroting
-1,8
1,1
1,0
1,0
Effecten Regeerakkoord
1,8
1,3
-2,2
-4,6
Overige bezuinigingen Gem. Fonds
-2,1
-6,9
-7,6
-8,1
Oranjeakkoord
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Coalitieakkoord
-1,1
-1,1
-1,1
-1,1
Overige financiële Ontwikkelingen
-1,0
-1,5
-2,0
-3,5
Totaal
-4,2
-7,1
-11,9
-16,3
P a g i n a | 18
5. Oplossingsrichtingen voor 2014 RICHTINGEN EN OPDRACHTEN VANUIT HET COALITIEAKKOORD In het Coalitieakkoord is een aantal randvoorwaarden opgenomen dat het zoeken naar oplossingsrichtingen om te komen tot eventuele bezuinigingsopties op korte termijn beperkt. Een aantal taakvelden worden impliciet dan wel expliciet ontzien. Strikt genomen zou dat betekenen dat we de bezuinigingsopgave op een beperkt aantal beleidsterreinen moeten vinden. Dat is een lastig te realiseren opgave. Daarnaast is ons College gevraagd om in de Kadernota te rapporteren over de haalbaarheid van: - de algehele nullijn voor loon- en prijsbijstellingen; - het kostendekkend maken van de rioolheffing; - het substantieel terugbrengen van personeelskosten en kosten voor externe inhuur en advies. Een aantal specifieke posten is benoemd ter dekking van de intensiveringen uit het coalitieakkoord, te weten de concentratie van ambtelijke diensten aan het Stadhuisplein, het stopzetten van personeelsuitbreiding verbonden aan areaaluitbreidingen en een besparing als gevolg van het aflopen van een overeenkomst met de gemeente Veenendaal inzake bemoeizorg en verslavingszorg. Bij de uitwerking van onze voorstellen, houden we rekening met eventuele stapelingseffecten. Voor de beleidsterreinen die worden ontzien, is afgesproken dat maatregelen die geen nadelig effect voor de betreffende doelgroepen geven, zoals efficiëntieverbeteringen, wel mogelijk blijven.
Visievol bezuinigen: ‘Nieuw Perspectief’ biedt voor 2014 nog onvoldoende soelaas In het coalitieakkoord is de volgende opdracht opgenomen: “Het college wordt gevraagd met een procesvoorstel te komen om ‘visievol’ te bezuinigen. Onlangs is al een eerste aanzet gedaan met ‘het nieuwe perspectief’. Onderzocht moet worden of een discussie over gemeentelijke taken en eigen inzet van inwoners en organisaties kan leiden tot het ontlasten van de gemeentebegroting.”
In het begin van deze nota hebben wij de stand van zaken met Nieuw Perspectief uiteengezet. Hiermee hebben wij een aanzet gegeven voor het zoeken van andere werkwijzen, die de kracht en kunde in de samenleving benutten en leiden tot lagere kosten. Voor de structurele opgave van 2014 biedt Nieuw Perspectief op dit moment nog onvoldoende oplossingen. Toch staan wij nu voor de opgave om richting te geven aan het structureel sluitend maken van de begroting voor 2014. Daar komt bij dat in het coalitieakkoord een heel aantal beleidsterrein expliciet zijn ontzien. Generieke maatregelen voor het sluitend maken van de begroting 2014 Eén en ander houdt in dat we, uiteraard rekening houdend met de richtingen die in het coalitieakkoord zijn aangegeven, de begroting 2014 structureel sluitend willen maken met generieke maatregelen. Voor de jaren daarna resteert nog steeds een forse opgave. Mede aan de hand van de uitkomsten van Nieuw Perspectief kan na de verkiezingen een nieuw college en een nieuwe raad inhoudelijke keuzes voorbereiden en vaststellen.
P a g i n a | 19
BUDGETTAIRE NULLIJN Budget van € 4 miljoen beschikbaar voor loon- en prijsstijgingen In het coalitieakkoord is de volgende opdracht opgenomen: “Daarnaast rapporteert het college in de Kadernota tenminste over de uitkomsten van de volgende zoekrichtingen voor bezuinigingen: De haalbaarheid en de consequenties van een algehele nullijn voor loon- en prijsbijstellingen, voor zowel de gemeentelijke organisatie, de verbonden partijen, als de gesubsidieerde instellingen.”
Voor iedere jaarschijf reserveren wij in de begroting een bedrag voor loon- en prijsstijgingen. Voor een belangrijk deel kan dit worden gedekt doordat ook de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds groeit met de inflatie. Dit bedrag vullen wij aan met de middelen die beschikbaar komen als gevolg van de inflatoire bijstelling van de OZB. Hierdoor komt ieder jaar ongeveer € 4 miljoen structureel beschikbaar. Dit bedrag is grofweg toereikend om de budgetten met 2% te verhogen voor de prijsinflatie en om de salarisbudgetten met 2,5% te verhogen. In onderstaand overzicht geven wij aan wat de budgettaire consequenties zijn voor de onderscheiden programma-onderdelen. Overzicht financiële consequenties loon- en prijsbijstellingen (Bedragen x € 1.000)
Programma
Onderdeel
Effect
Algmeen Bestuur en Public Affairs
bestuur
115
dienstverlening
16
Totaal algemeen bestuur en public affairs
Veiligheid en handhaving
131
fysieke veiligheid
200
sociale veiligheid
17
Totaal veiligheid en handhaving stedelijk beheer en milieu
217 milieu (SB G)
44
stedelijk beheer (RWA, ROVA)
312
Totaal stedelijk beheer en milieu zorg welzijn en wijkontwikkeling
356 Diverse instellingen
115
WMO huishoudelijke hulp /persgeb.budget
272
vervoerscontinuum
24
st. zorg op maat/Riagg
16
buurtwerk
22
alg. gezondheidszorg/jeugdgezondheidszorg
12
st. Versa (welzijnswerk Vathorst)
9
Beweging 3.0
56
Victas
61
Servicebureau gemeenten
137
GGD midden nederland
117
Kwintis
79
Ravelijn
20
SWA st. Welzijn Amersfoort
82
SOVEE
26
Totaal zorg welzijn en wijkontwikkeling onderwijs
Totaal
1.048 Diverse instellingen
77
P a g i n a | 20
Programma
Onderdeel
Effect
onderwijsachterstanden/RMC
69
leerl. Vervoer
52
SRO
11
ROC
12
STAP
16
SWA st. Welzijn Amersfoort
32
SOVEE
31
Totaal onderwijs sport
300 Diverse instellingen
19
SRO Amersfoort bv
129
Totaal sport ruimtelijk ontwikkeling
148 grondexploitaties
2
ruimtelijke ontwikkeling
3
Totaal ruimtelijk ontwikkeling mobiliteit
5 openbaar vervoer
4
parkeren (Parkeerservice)
47
verkeersregelingen
9
vvp/verkeersveiligheid
1
wijkverkeer
3
Totaal mobiliteit cultureel klimaat
64 Diverse instellingen
52
De Flint
41
RMA de Hof, scholen in de Kunst
80
Theater de Lieve Vrouw
15
Verenigde Openbare Bibliotheken st.
76
Stichting Amersfoort in C
51
Totaal cultureel klimaat economie en wonen
315 economie
17
toerisme
15
wonen
5
Totaal economie en wonen werk en inkomen
37 St. Stadsring 51
34
Totaal werk en inkomen financien en belastingen
Totaal
34 indexering lonen ambtelijk apparaat
1.283
indexering prijzen algemene apparaatskosten
206
Totaal financien en belastingen
1.489
Eindtotaal
4.144
P a g i n a | 21
Een budgettaire nullijn voor 2014 Wij zijn voornemens om voor 2014 een zgn. ‘budgettaire nullijn’ te hanteren voor de loon- en prijsbijstelling. Dat geldt niet alleen voor onze eigen organisatie, maar ook voor alle gesubsidieerde instellingen en verbonden partijen. Dezen zullen we hierover tijdig inlichten. Feitelijk is hier sprake van een bezuiniging, waarbij reëel wordt ingeteerd op de budgetten. We realiseren ons dat dit een zware opgave zal zijn en dat we op onderdelen voor lastige afwegingen komen te staan. Implementatie van deze maatregel is alleen effectief als we geen of zo min mogelijk uitzonderingen toestaan die afgewenteld mogen worden op de algemene middelen. Instellingen Het overzicht zoals dat hierboven is gepresenteerd is gedaan op basis van algemene aannames. Het effect dat de instellingen ondervinden van de budgettaire nullijn is ondermeer afhankelijk van de uitkomsten van hun eigen CAO. Als de loonstijging bij de instellingen beperkt blijft, zullen ze minder last hebben van de maatregel, dan wanneer de loonstijgingen van grotere omvang zal zijn. Wij gaan in gesprek met de instellingen over de manier waarop de bezuinigingen zullen worden doorgevoerd. We realiseren ons dat dit ten koste kan gaan van de uit te voeren prestaties. Ten behoeve van de gesubsidieerde instellingen en verbonden partijen organisatie willen wij een bedrag van € 1,5 miljoen oormerken voor het incidenteel opvangen van knelpunten die optreden als gevolg van de budgettaire nullijn. Voor € 1 miljoen willen wij hiervoor de calamiteitenreserve voor gesubsidieerde instellingen inzetten. Jaarlijks wordt ca. 1% van het budgetsubsidie gestort in deze reserve en bij een eventuele calamiteit kan daarop een beroep worden gedaan. Een bedrag van € 0,5 miljoen wordt gedekt door implementatiereserve bezuinigingen. Geen extra geld voor stijgende personeelskosten De gemeentelijke organisatie krijgt geen extra geld voor loon- en prijsstijgingen. Dat betekent dat er bezuinigd moet worden op de kosten van de gemeentelijke organisatie. Effectief betekent dat een bezuiniging van 1,25 mln. die per 1 januari 2014 moet zijn geëffectueerd. Wij willen hierbij voorkomen dat we maatregelen nemen die leiden tot nieuwe knelpunten in de organisatie. Zo staat in de Tussenbalans: “De bezuinigingsoperatie van € 20 miljoen heeft geleid tot een aantal knelpunten in de organisatie. Om deze knelpunten op te lossen stellen we hiervoor € 0,2 miljoen structureel beschikbaar”. Om nieuwe knelpunten te voorkomen is zorgvuldig onderzoek nodig, waarin we als eerste kijken naar verdere mogelijkheden om efficiënter te werken. We realiseren ons tegelijkertijd dat er een grens is aan het verder optimaliseren van de organisatie. In de afgelopen bezuinigingsrondes van 10 en 20 miljoen is de gemeentelijke organisatie aangeslagen voor ongeveer één derde van het te bezuinigen bedrag. Dit heeft geleid tot een slankere organisatie met relatief minder overhead (minder management, minder ondersteuning), terugloop van externe inhuur en een optimalisatie van diverse werkprocessen (Lean six sigma). De komende maanden verkennen wij of deze aanpak nog ruimte biedt voor verdere besparingen in 2014, als eerste door vermindering van externen en overhead. Ook denken wij aan het verder optimaliseren van de werkprocessen. Wij hopen daarmee de beoogde besparingen te behalen. Tegelijk houden wij houden er rekening mee dat dergelijke maatregelen onvoldoende soelaas zullen bieden voor de nieuwe bezuinigingsopgaven in de toekomst. We denken dat stevige inhoudelijke keuzes onvermijdelijk zijn. ‘Waar zijn we van als overheid en waar niet meer van en wat betekent dit dan voor onze organisatie?’zijn de vragen die daarbij centraal staan. Met de mogelijkheden van het Nieuw Perspectief en Samen-foort willen wij deze vragen beantwoorden. Onder de titel ‘Samenfoort’ is een ontwikkelingstraject gestart om de organisatie meer open te laten staan voor de omgeving, terwijl in samenhang daarmee met Nieuw Perspectief gekeken wordt of en hoe publieke taken mede door de samenleving kunnen worden uitgevoerd – en ook welke publieke taken nog wel of niet meer uitgevoerd gaan worden. Zie daarover pagina 14 en verder, hierboven.
P a g i n a | 22
Voorts hebben we afgesproken dat we gaan onderzoeken voor welke werkzaamheden programmasturing en wijkgericht werken een bijdrage kunnen leveren aan de vergroting van onze effectiviteit en efficiency. Kern van onze aanpak is werkende weg inhoudelijke prioriteiten te stellen en tegelijkertijd zoeken naar slimmere en effectievere manieren van werken en organiseren. We kijken daarbij naar de organisatie als geheel, in plaats van naar afzonderlijke beleidsterreinen. Wij verwachten dat deze aanpak de komende jaren de nodige concrete besparingen zal opleveren.
STRUCTURELE DEKKING VANUIT HET COALITIEAKKOORD Maatschappelijke Opvang Veenendaal Veenendaal is een van de regiogemeenten waarvoor Amersfoort centrumgemeente is voor maatschappelijke opvang (MO), verslavingsbeleid (VB) en bemoeizorg. Echter, jaren geleden hebben Amersfoort en Veenendaal afgesproken dat Amersfoort een deel van de Rijksmiddelen voor MOVB overhevelt naar Veenendaal, voor lokaal beleid op een aantal van deze “centrumgemeente-taken”. Het gaat om € 353.000,-, waarover Veenendaal aan Amersfoort verantwoording aflegt. Op het bestuurlijk overleg van 25 januari 2012 liet Veenendaal weten, dat zij vanaf 2014 de “centrumgemeente-taken” niet langer wil uitvoeren en zich beperkt tot haar taken als regiogemeente. De Veenendaalse subsidiënten zijn afgelopen voorjaar op de hoogte gebracht van deze verandering. Amersfoort is voornemens, teneinde de taak als centrumgemeente in te vullen en de benodigde opvang te realiseren, om vanaf 2014 hiervoor een subsidie te verlenen aan Kwintes/Victas. Een bezuiniging van ongeveer € 100.000 kan worden behaald. Concentratie Ambtelijke Diensten In het coalitieakkoord is aangegeven kosten kunnen worden bespaard door concentratie van ambtelijke diensten aan het Stadhuisplein en het tegelijkertijd afstoten van decentrale panden. Wij zien mogelijkheden om met ingang van 2015 Arbeidsintegratie in het Stadhuis te huisvesten. Dit levert een meeropbrengst op van € 150.000 structureel. De incidentele opgave die dan voor 2014 resteert willen we overbruggen door de verlaging van de gemeentebrede huisvestingsbudgetten. Stelpost Wijkse Voorzieningen Vathorst Binnen de stelpost voor wijkse voorzieningen Vathorst is rekening gehouden met de noodzakelijke groei van de ambtelijke organisatie ten gevolge van Vathorst. Eerder hebben wij aangegeven dat bij invoering van Het Nieuwe Werken een dusdanige efficiencywinst verwacht mag worden, dat kan worden afgezien van deze uitbreiding. Ondanks het uitstel van de renovatie van het Stadhuis vinden wij het, mede gelet op de huidige beperkte groei van Vathorst, verantwoord om (tijdelijk) af te zien van deze middelen voor formatie-uitbreiding. Voor de komende meerjarenperiode levert dit een budgetruimte op van € 500.000. Na 2017 is het niet meer verantwoord om af te zien van de aanwending van deze middelen voor formatie-uitbreiding; dan vervalt deze ruimte weer. Rioolheffing De kosten van straatreiniging bedragen in de begroting 2012 circa € 3,0 mln. Van dit bedrag wordt al € 0,7 miljoen toegerekend aan de afvalstoffenheffing. Uit jurisprudentie blijkt dat de helft van de kosten van straatreiniging mogen worden doorberekend in de heffingen. Dat betekent dat, aanvullend, een bedrag van € 0,8 miljoen kan worden toegerekend aan de rioolheffing.
P a g i n a | 23
Toeristenbelasting In 2012 heeft 75% van de gemeenten een toeristenbelasting. Een vast bedrag per overnachting komt het meest voor (in 70% van de gemeenten). Ook komt het voor dat het te betalen bedrag afhangt van de overnachtingprijs of het aantal sterren van het hotel of camping. In de meeste gemeenten met een toeristenbelasting ligt het tarief tussen € 0,50 en € 1,50 per nacht. De gemeente Oss is het goedkoopst (€ 0,41), Haarlemmermeer het duurst (€ 5,46). Het gewogen gemiddelde van gemeenten met toeristenbelasting bedraagt € 1,87. Wij stellen voor om een tarief van € 2,- per persoon per nacht te hanteren. Grofweg kunnen we in Amersfoort uitgaan van 100.000 overnachtingen. Uitgaande van € 2,- per overnachting levert dit € 200.000 op. Conform het coalitieakkoord zetten wij dit bedrag in voor economische doeleinden. Een deel van de kosten voor de Economische Agenda en Citymarketing (zakelijk toerisme etc.) die nu uit de algemene middelen wordt bekostigd kan hierdoor vrijvallen ten gunste van de algemene middelen. Het gaat hierbij om een bedrag van € 100.000 structureel. Extra taakstelling organisatie In het coalitieakkoord is de opdracht neergelegd om te rapporteren over de haalbaarheid en de consequenties van het substantieel terugbrengen van personeelskosten en kosten voor inhuur en extern advies. Verderop in deze nota geven wij een analyse van deze kosten. Een belangrijke conclusie is dat een flexibele schil voor inhuur en advies onlosmakelijk verbonden is met de regieorganisatie en de relatief geringe omvang van de vaste formatie. Toch willen wij ook op dit punt invulling geven aan het coalitieakkoord. Voor een deel met de invoering van de nullijn, die leidt tot inkrimping van de formatie, het langer open laten staan van vacatures en terughoudendheid bij inhuur en extern advies. Daar bovenop geven wij de organisatie een extra taakstelling van € 0,3 miljoen structureel.
Dienstverlening Zoals bij het Nieuw Perspectief al is aangegeven kunnen wij voor 2014 een structurele besparing inboeken van € 0,1 miljoen. Dit bedrag kan worden ingezet ter dekking van de structurele financiële opgave voor 2014.
P a g i n a | 24
HET STRUCTURELE BEELD VOOR 2014 Recapitulatie (Bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Budgettaire nullijn
4,0
4,0
4,0
4,0
Veenendaal
0,1
0,1
0,1
0,1
0,2
0,2
0,2
Concentratie Ambtelijke diensten Inzet centrale huisvestingsbudgetten
0,2
Stelpost Vathorst
0,5
0,5
0,5
0,5
Rioolheffing
0,8
0,8
0,8
0,8
Vijval middelen EZ agv invoering toeristenbelasting
0,1
0,1
0,1
0,1
Extra taakstelling organisatie
0,3
0,3
0,3
0,3
Dienstverlening (Nieuw Perspectief)
0,1
0,1
0,1
0,1
Totaal oplossingen
6,1
6,1
6,1
6,1
Structurele financiële opgave
-4,2
-7,1
-11,9
-16,3
Saldo
1,9
-1,0
-5,8
-10,2
P a g i n a | 25
6. Een doorkijk: oplossingsstrategie voor 2015 en daarna EEN GROTE BEZUINIGINGSOPERATIE LIGT NOG IN HET VERSCHIET Uit het voorgaande hoofdstuk blijkt dat er voor de jaren na 2015 nog een grote bezuinigingsoperatie in het verschiet ligt. Wanneer onverhoopt het Oranjeakkoord toch weer van stal wordt gehaald, dan loopt de structurele financiële opgave op tot ruim € 12 miljoen in 2017.
DOORVERTALEN VAN DE ONDERWIJSKORTING NAAR HET ONDERWIJSVELD In het coalitieakkoord is afgesproken de doordecentralisatie van onderwijshuisvesting verder mogelijk te maken. Met het onderwijsveld is al een proces gaande waar we hierbij goed op aansluiten: de totstandkoming van het integrale huisvestingsplan. De middelen die vanwege de korting op het gemeentefonds ten gevolge van de motie Haersma Buma, voor Amersfoort 2,2 miljoen euro, direct worden uitgekeerd aan het onderwijsveld, worden daarbij betrokken. Wij stellen de raad voor deze uitname van 2,2 miljoen euro uit het gemeentefonds per 1 januari 2015 ten laste te brengen van het programmaonderdeel onderwijsvoorzieningen, zodat per saldo de middelen voor onderwijshuisvesting bij gemeente en schoolbesturen gezamenlijk gelijk blijven. Aangezien binnen de gemeentebegroting alle middelen belegd zijn kan de korting alleen worden gecompenseerd als de onderwijsbesturen de taken overnemen die met deze middelen worden gefinancierd. Dit vraagt overeenstemming met de schoolbesturen. Zoals al opgenomen in de visie op onderwijshuisvesting, wil het college vooruitlopend op het IHP vaart maken met de versterking van de rol van het onderwijs in de wijk en het beter benutten van het beschikbare vastgoed in de stad en wijken.
RUIMTE VOOR EEN NIEUW COLLEGE OM EEN NIEUWE OPERATIE VOOR TE BEREIDEN Met de doorvertaling van de onderwijskorting naar het onderwijsveld is de financiële opgave voor 2015 voor een zeer belangrijk deel afgedekt. Dit zal ook afhangen van de vraag of de bezuinigingen uit het Oranjeakkoord wel of geen doorgang zullen vinden. We creëren daarmee voor een nieuwe raad, voor een nieuwe coalitie en voor een nieuw college in 2015 de ruimte om structurele maatregelen voor te bereiden voor 2016 en volgende jaren. Daarmee bieden we ook de stad, de instellingen en de eigen organisatie het perspectief dat er na de maatregelen voor 2014 even rust en ruimte ontstaat om twee jaar te overbruggen in de aanloop naar een nieuwe bezuinigingsronde met ingang van 2016.
Omschrijving
2015
2016
2017
Structurele financiële opgave
-1,0
-5,8
-10,2
Doorvertalen korting onderwijshuisvesting
2,2
2,2
2,2
Structureel opgave
1,2
-3,6
-8,0
P a g i n a | 26
7. Overige onderwerpen LOKALE LASTEN Bij de Tussenbalans is besloten om meevallers uit afval en riool gedurende drie jaar (2013, 2014 en 2015) voor een bedrag van € 0,9 mjn. per jaar terug te geven. In het coalitieakkoord is afgesproken om deze teruggaaf niet door te zetten, waarbij overigens de tarieven 2013 reeds zijn vastgesteld en niet meer worden gecorrigeerd. In onderstaande tabellen is te zien hoe het lastenniveau zich de komende jaren ontwikkelt voor zowel gezinnen als bedrijven. In dit overzicht zijn ook de effecten verwerkt van de dekkingsstrategie m.b.t. knooppunt Hoevelaken. In de begroting zullen wij verder uitgewerkte overzichten opnemen van de woonlasten van diverse categorieën belastingbetalers. Belastingopbrengst gezinnen (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Onroerende zaakbelasting (2013)
17.4
17.4
17.4
17.4
Afvalstoffenheffing (2013)
12.9
12.9
12.9
12.9
Rioolrecht (2013)
6.6
6.6
6.6
6.6
Aflopen teruggaaf (Tussenbalans)
0.85
0.85
Verlaging rioolrecht (Tussenbalans)
-1.1
-1.1
Verhoging OZB(Tussenbalans)
0.35
0.35
37,00
37,00
Geraamde opbrengst begroting 2013
36,90
36,90
Terugdraaien teruggaaf afval / riool
0.85
0.85
Kostendekkend maken rioolrecht
0.50
0.50
0.50
0.50
OZB t.b.v. wensen Hoevelaken
0.08
0.16
0.16
0.16
Totaal opbrengst
38.33
38.41
37.66
37.66
In % tov vorig jaar (excl. inflatie)
3,9%
0,2%
-2,0%
0%
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Onroerende zaakbelasting (2013)
14.7
14.7
14.7
14.7
Afvalstoffenheffing (2013)
0
0
0
0
Rioolrecht (2013)
3.7
3.7
3.7
3.7
Aflopen teruggaaf (Tussenbalans)
0.05
0.05
Verlaging rioolrecht
-0.6
-0.6
Verhoging OZB
0.35
0.35
18,20
18,20
Belastingopbrengst bedrijven (bedragen x € 1 miljoen)
Geraamde opbrengst begroting 2013
18,40
18,40
Terugdraaien teruggaaf afval / riool
0.05
0.05
Kostendekkend maken rioolrecht
0.30
0.30
0.30
0.30
OZB t.b.v. wensen Hoevelaken
0.07
0,14
0,14
0,14
Totaal opbrengst
18.82
18.89
18.64
18.64
In % tov vorig jaar (excl. inflatie)
2,3%
0,3%
-1.3%
0%
P a g i n a | 27
RISICO’S EN WEERSTANDSVERMOGEN
Risico’s In het Jaarverslag 2012 hebben wij uw Raad geïnformeerd over de risico’s en de grote projecten. Daarom volstaan we hier met het vermelden van een aantal grotere onzekerheden en risico’s: - De bandbreedte van risico’s binnen de grondexploitatie is erg groot. Wij hebben extra structureel budget opgenomen voor de opvang van deze risico’s. We volgen de risico’s nauwgezet en sturen tijdig bij. - Het aframen van de onderuitputtingspost zal pas in 2016 plaatsvinden. Tot dat moment zal elk jaar een bedrag van € 5,0 miljoen aan onderuitputting waargemaakt moeten worden, wil de rekening op dit onderdeel niet negatief uitpakken; - Als de economische situatie de komende tijd niet sterk verbetert, zal het Rijk wellicht aanvullende bezuinigingen doorvoeren. Dat heeft negatieve consequenties voor gemeenten; - De budgetten en taken voor de decentralisatie van de jeugdzorg en begeleiding zijn nog niet bekend. Wij verwachten meer helderheid in de loop van dit jaar. Momenteel zijn de financiële gevolgen van deze decentralisaties budgettair neutraal ingeschat; - De omvang van het BTW-compensatiefonds (BCF) wordt met ingang van 2015 beperkt. Wanneer de declaraties aan BTW hoger zijn dan het bedrag dat in het BCF beschikbaar is, wordt het restant aangezuiverd uit het gemeentefonds. We weten niet of deze situatie zich zal gaan voor doen en dat maakt het risico lastig in te schatten; - Van diverse grote projecten starten binnenkort de aanbestedingsprocedures. De financiële uitkomsten daarvan zijn onzeker en de risicomarges zijn groot. Tegelijk zijn de bijsturingsmogelijkheden van beginnende projecten groter zijn dan vergevorderde projecten. Weerstandsvermogen Het beschikbare weerstandsvermogen van onze gemeente daalt de komende jaren. De omvang van de reserves neemt immers af: reserves voor grote projecten dalen wanneer deze projecten in uitvoering of uitgevoerd zijn. Er zijn de komende jaren weinig financiële mogelijkheden om geld apart te leggen voor nieuwe reserves of om de saldireserve substantieel te vergroten. Weerstandsratio De ratio tussen de weerstandscapaciteit die nodig is om de risico’s op te kunnen vangen en het weerstandsvermogen dat daarvoor beschikbaar is, de weerstandsratio, zal de komende jaren een dalende trend vertonen. Enerzijds omdat de risico’s blijven bestaan of althans niet versneld afnemen; anderzijds omdat de reservepositie wel afneemt, in elk geval sneller dan de risico’s afnemen. Inmiddels beschikken we in onze gemeente ook over een uitgebreid risicomanagement systeem. Alle risico’s worden zo goed mogelijk in beeld gebracht, gekwantificeerd en besproken met de verantwoordelijke portefeuillehouder. Het volgende overzicht geeft een beeld van de verwachte ontwikkeling van het weerstandsratio bij een gelijkblijvend risicoprofiel, gebaseerd op gegevens bij de begroting 2013-2016. Deze gegevens zullen voor de komende meerjarenbegroting (2014-2017) geactualiseerd worden.
P a g i n a | 28
Ontwikkeling Weerstandsratio (bedragen x € 1 miljoen)
Rekening Omschrijving
2012
2013
2014
2015
2016
Totaal reserves
114,3
90.8
74.2
71.4
69.8
minus stadhuiscomplex
-1,1
-0.6
0
0
0
minus dekkingsreserve
-12,8
-9.0
-9.1
-9.4
-9.8
minus dekking kapitaallasten
-38,7
-47.8
-46.6
-45.4
-44.1
minus buffer onderuitputting Beschikbare weerstandscapaciteit
-4,0
-4.0
-4.0
-4.0
-2.0
57,7
29.4
14.5
12.6
13.9
Benodigde weerstandscapaciteit
78.0
78.0
78.0
78.0
78.0
Ratio
0,74
0,37
0,19
0,16
0,18
Het bovenstaande overzicht toont aan dat bij een gelijkblijvend risicoprofiel de weerstandsratio, die nu al ver onder de gewenste norm van 1 zit, de komende jaren verder zal dalen. Onze norm van 1 (bestemmingsreserves toereikend om risico’s geheel op te vangen) is geen harde boven of ondergrens, maar een signaalwaarde. Wanneer we uitkomen onder de norm betekent dat dat we, als deze risico’s zich feitelijk voordoen, eerder zullen moeten overstappen op de andere twee opties: bezuinigen of lastenverzwaring. Om in 2013 een weerstandsratio van 1 te kunnen behalen, zouden we nog € 48,6 miljoen aan extra weerstandscapaciteit moeten hebben. Dit vraagt om een even grote bezuiniging, welke zeker niet op deze korte termijn realiseerbaar is. Overigens is het aannemelijk dat met het afronden van de diverse projecten op de middellange termijn, ook ons risicoprofiel en daarmee de benodigde weerstandscapaciteit afneemt. Zoals eerder is aangegeven reserveren we een bedrag van maximaal € 3,5 miljoen voor risico’s inzake grondexploitaties en de realisatie van de taakstelling voor Vastgoed. Wanneer dit bedrag wordt omgezet in een incidenteel budget, neemt de beschikbare weerstandscapaciteit op termijn toe met € 40 miljoen. Daarbij gaan we er wel van uit dat dit volledig kan worden ingezet voor de reeds geïnventariseerde risico’s. Eén en ander geeft het volgende beeld: Betrekening weerstandsratio, rekening houdend met gereserveerde budget voor grondexploitaties (Bedragen x € 1 miljoen)
=
Rekening
Omschrijving
2012
2013
2014
2015
2016
Beschikbare weerstandscapaciteit
57,7
29.4
14.5
12.6
13.9
26.0
32.5
39.0
Reservering grondexploitaties Saldo
57.7
29.4
40.5
45.1
52.9
Benodigde weerstandscapaciteit
78.0
78.0
78.0
78.0
78.0
Ratio
0,74
0,37
0,52
0,58
0,68
P a g i n a | 29
BEZUINIGINGSTAAKSTELLING GROTE PROJECTEN In Tussenbalans is er voor gekozen om op het totaal van de reeds ingezette grote projecten enige versobering aanbrengen, tot een totaalbedrag van € 2 miljoen, als “taakstellende uitdaging”. Projecten kunnen daarbij breed worden bezien: (aanbestedings)voordelen binnen projecten worden bij voorrang aangewend voor de invulling van deze taakstelling. Daarnaast zouden verdere versoberingsmogelijkheden worden bekeken, hoewel die mogelijkheden beperkt zijn. De taakstelling bedraagt € 1 mjn. voor elk van de jaren 2014 en 2015. Wij vinden het niet verstandig om de taakstelling vooraf toe te wijzen. Eventuele aanbestedingsvoordelen wegen wij per geval af of ze ingezet worden ten behoeve van het betreffende project, dan wel voor deze taakstelling.
VOORTGANG IMPLEMENTATIE BEZUINIGINGSMAATREGELEN Bezuinigingstaakstelling van € 20 miljoen Op 31 mei 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd een omvangrijk pakket aan bezuinigingsmaatregelen. Momenteel zijn we volop bezit met de implementatie daarvan. Het duurt nog enkele jaren voordat alle maatregelen daadwerkelijk zijn ingevoerd. De taakstelling was als volgt: Taakstelling op basis van huidige meerjarenbegroting (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2013
2014
2015
2016
2017
Apparaatskosten
3,1
5,1
5,2
5,2
5,2
Activiteiten
11,9
14,0
14,9
14,9
14,9
Totaal bezuinigingspakket
15,0
19,1
20,1
20,1
20,1
Bij de zomerrapportage hebben wij u gerapporteerd over de voortgang van de implementatie van deze bezuinigingsoperatie. De belangrijkste conclusie was dat over het algemeen de implementatie goed op schema lag. Een aantal ingeboekte bezuinigingsmaatregelen vraagt aandacht. In onderstaand overzicht is aangegeven op welk deelprogramma de risico’s zitten. Overzicht stand van zaken implementatie bezuinigingsoperatie € 20 miljoen (bedragen x € 1 miljoen) = = =
In overwegende mate is binnen dit deelprogramma geen sprake van actuele risico’s Binnen dit programma zijn wel risico’s, maar de beheersmaatregelen zijn thans voldoende Binnen dit programma zijn er risico’s in de implementatie die beheersmaatregelen noodzakelijk maken 2013
2014
2015 en volgende
Risico
Apparaats-
Activi-
Apparaats-
Activi-
Apparaats-
Activi-
Omschrijving
Kosten
teiten
Kosten
teiten
kosten
teiten
Algemeen bestuur
0,3
0,0
0.3
0.0
0.3
0.0
Sociale Veiligheid
0,0
0,2
0,0
0,2
0,0
0,2
Fysieke Veiligheid
0,0
0,3
0,0
0,8
0,0
0,8
Stedelijk Beheer
0,2
2,5
0,3
2,5
0,4
2,5
Milieu
0,0
0,3
0,2
0,3
0,3
0,2
P a g i n a | 30
2013
Omschrijving
2014
2015 en volgende
Risico
Apparaats-
Activi-
Apparaats-
Activi-
Apparaats-
Activi-
Kosten
teiten
Kosten
teiten
kosten
teiten
Kwetsbare groepen
1,4
2,0
2,5
Senioren
0,1
0,2
0,2
Zorg
0,4
Welzijn en wijkontwikkeling
Onderwijsbeleid
2,1
0,4
1,0
0,2
0,6
2,1
0,4
1,0
0,2
0,6
2,1 1,0
0,2
0,6
Onderwijsvoorzieningen
0,8
0,8
0,8
Sport
0,5
0,6
0,6
Ruimtelijke Ontwikkeling
0,1
0,2
0,1
Mobiliteit
0,3
0,3
0,3
Cultuur
0,1
0,6
0,1
1,5
Economie en Wonen
0,1
Minimabeleid
0,2
Sociale Zekerheid
0,4
0,4
0,4
Belastingen /Burgerzaken
0,3
0,3
0,3
Inkoop
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
0,1 0,8
Renovatie Stadhuis
0,2
0,1
0,1 0,8
0,2
ICT
0,5
0,5
0,5
Staf & Management
1,4
2,1
2,0
Overige en afronding
0,3
Dekking interne overhead
-2,0
Totaal bezuinigingspakket
3,1
0,1 -2,0
11,9
5,1
2,1
0,8
0,1 -2,0
14,0
5,2
14,9
Een paar specifieke posten willen hier nader benoemen. Versoberen leefvoorzieningen WMO Bij de WMO is besloten tot het invoeren van een inkomensafhankelijke bijdrage. Of dit gerealiseerd kan worden is nog onzeker. In zijn algemeenheid is er sprake van een openeinderegeling en een autonome groei van de uitgaven ten behoeve van de Wmo. Onzeker is of de binnen de begroting aanwezige middelen voldoende zijn om de vraag naar individuele verstrekkingen op te kunnen vangen. Ook is onzeker of de autonome groei door het Rijk gecompenseerd wordt. De in de reserve Wmo beschikbare middelen zijn niet voldoende voor het (structureel) opvangen van eventuele overschrijdingen.
P a g i n a | 31
Bijzonder risicovol zijn de volgende aspecten: - Om bezuinigingen op de individuele verstrekkingen op te vangen hanteren wij een draagkrachtprincipe op basis van individuele toetsing; de juridische houdbaarheid is nog onduidelijk; - Vanaf 2014 wordt de hulp bij het huishouden naar alle waarschijnlijkheid met 75% gekort en alleen toegankelijk voor mensen die het zelf niet kunnen betalen. Omdat wij al een vorm van draagkracht hanteren kunnen wij deze bezuiniging moeilijk opvangen; - Binnen de begroting zijn geen middelen aanwezig om de rijksbezuinigingen te compenseren. - Vanaf 2015 decentraliseert het Rijk een aantal functies uit de AWBZ naar de WMO, en boekt tegelijk 25% korting in. Wij rekenen op een bijdrage van ca € 30 miljoen euro, waar het Rijk thans ca € 40 miljoen aan deze taken besteedt. Het realisatierisico ligt bij de gemeente, evenals de onzekerheid m.b.t. het tempo van besluitvorming door het Rijk. Cultuur De subsidie voor Scholen in de Kunst verminderen wij in het kader van de bezuinigingsoperatie gefaseerd met € 700.000. De bezuinigingen worden gevonden door een versnelde uitvoering van het strategisch beleidsplan van Scholen in de Kunst. Er is sprake van een indirect wachtgeldrisico. Door middel van raadsinformatiebrief 2013-26 bent u van de actuele stand van zaken rond de bezuinigingen Scholen in de Kunst op de hoogte gesteld. Daarnaast spelen in mindere mate nog risico’s bij de bibliotheek. Renovatie Stadhuis In de bezuinigingsoperatie is een taakstelling van € 1 miljoen opgenomen als gevolg van de renovatie van het Stadhuis en de gelijktijdige invoering van Het Nieuwe Werken. In het coalitieakkoord is afgesproken dat er vooralsnog geen grootschalige renovatie van het Stadhuis komt. Wel wordt een besluit genomen voor het realiseren van noodzakelijk onderhoud. Het geheel aan maatregelen moet passen binnen het huidige onderhoudsbudget. Op langere termijn zullen grootschalige kosten voor renovatie, c.q. vernieuwende huisvestingsoplossingen gemaakt moeten worden. Uitstel kan nog worden opgevangen, afstel van de hele operatie leidt ertoe dat er geen dekking is voor noodzakelijke aanpassingen, c.q. aangepaste huisvesting en waardoor de bezuinigingstaakstelling op termijn niet meer kan worden gerealiseerd. Dit effect hebben wij meegenomen in de financiële opgave van deze Kadernota. Besparing op de organisatie agv digitalisering Als gevolg van de digitalisering van de procesgang van post- en archiefstukken hebben wij een taakstelling opgenomen van € 350.000. De formatie van de betreffende afdeling zal met 8 fte moeten worden teruggebracht. Randvoorwaarde daarbij is wel dat een Document Management Systeem operationeel zal zijn. De aanbesteding hiervan is momenteel in volle gang. De vertraging van de implementatie van het Document Management Systeem heeft gevolgen voor de implementatie van deze bezuinigingstaakstelling.
WIJKSE VOORZIENINGEN VATHORST De kost gaat voor de baat uit De kapitaal- en exploitatielasten van de voorzieningen die wij in Vathorst realiseren bekostigen wij uit de extra middelen die de gemeente ontvangt vanwege de groei van Vathorst (extra OZB en extra gemeentefondsuitkering). Sinds enige jaren melden wij dat deze reserve door een sterk negatief dal zal gaan, omdat we de voorzieningen realiseren voordat de mensen er zijn . Al enkele jaren moeten we de groeicijfers naar beneden bijstellen. In de laatste begroting presenteerden we een scenario met een groei van Vathorst van gemiddeld 350 woningen per jaar, voortgezet tot na de huidige
P a g i n a | 32
meerjarenperiode. In dat scenario zou Vathorst rond 2023 tot een afronding komen. Inmiddels is duidelijk dat we de komende jaren ver onder dit aantal van 350 woningen per jaar zullen uitkomen. Het groeitempo is verder naar beneden bijgesteld In de nieuwe meerjarenbegroting zullen we de groeicijfers van Vathorst verder naar beneden bijstellen. De jongste prognoses gaan uit van een groeitempo van 150 woningen per jaar. In dit scenario gaan we er wel weer vanuit dat na de huidige meerjarenperiode (na 2017) het woningbouwtempo in Vathorst weer op 350 woningen per jaar komt. Op dit moment valt niet te zeggen of dit een realistisch-, een optimistisch- of een pessimistisch scenario is. Zeker is wel dat ook in dit scenario Vathorst een aantal jaren later tot afronding komt, waarmee dus ook de structurele dekkingsmiddelen later beschikbaar komen terwijl het overgrote deel van de structurele lasten al wel gemaakt zijn. De Reserve Wijkse Voorzieningen Vathorst komt daarmee verder in de rode cijfers. Het betekent dat er geen middelen voor onderhoud Openbare ruimte beschikbaar kunnen worden gesteld. Over de periode tot en met 2025 gaat het om € 6 miljoen (incidenteel). Daarna zullen de middelen weer volledig beschikbaar komen. Vathorst is een jonge wijk waarin in het begin de onderhoudslasten relatief laag zijn, dus enige fasering moeten we kunnen opvangen. Of dat ook in deze mate haalbaar is, zal nog moeten blijken. Maar het betekent wel degelijk bezuiniging op de beschikbare budgetten voor onderhoud en zal ook versobering in de aanleg noodzakelijk maken. Wij zullen dit nauwgezet blijven volgen en zo nodig hierover met nadere voorstellen bij u terugkomen. Wanneer het toch noodzakelijk wordt gevonden om de onderhoudsbudgetten eerder te verhogen, dan zal dit moeten worden meegenomen binnen het kader van totale begrotingsafweging. Zwemwateronderzoek Voor het Zwembad Vathorst zijn geen middelen beschikbaar. Wij moeten u ook dit jaar voorstellen te besluiten dit zwembad niet te realiseren als onderdeel van de Wijkse voorzieningen Vathorst. In de vergadering van 6 december 2011 heeft uw Raad een motie ingetrokken, naar aanleiding van het voorstel van het College om de fasering (van het zwembad) voor één jaar toe te kennen en te onderzoeken wat op de langere termijn de werkelijke zwemwater behoefte is in Amersfoort. Op 30 oktober 2012 is het raadsvoorstel Onderzoek zwemwaterbehoefte Amersfoort besproken in de ronde (voorbereiding besluit). Besluitvorming is tot dusverre niet geagendeerd. Conclusie uit dit onderzoek is: “De zwembadconfiguratie in Amersfoort vanaf 2017 (zwembad Hoogland en het zwembad Hogekwartier) is passend bij de toekomstige bevolkingsomvang en –samenstelling van Amersfoort (2017-2031), mits de zwembaden in de buurgemeenten en het huidige gebruik van deze zwembaden bij deze afweging worden betrokken”. Ontwikkelingen Nijkerk De gemeenteraad van Nijkerk heeft op 2 april 2013 besloten tot nieuwbouw van een centraal gelegen zwembad (open 2018) en sluiting van de bestaande 2 overdekte baden in 2018. Nijkerk doet nog aanvullend onderzoek, o.a. naar de locatie en de afstemmingmogelijkheden met Amersfoort. Conclusie Het aanbod van zwemwater in de regio zal, volgens de normen in het zwemwateronderzoek, door uitvoering van het raadsbesluit in Nijkerk naar verwachting verminderen. Ongeacht deze mogelijke vermindering van het aanbod zwemwater zien wij gezien de stand van de reserve Wijkse voorzieningen Vathorst geen andere optie dan uw raad voor te stellen af te zien van de realisatie van een zwembad in Vathorst. Er is binnen de Wijkse Voorzieningen Vathorst is er ook geen ruimte om middelen te reserveren voor een financiële bijdrage aan de bouw van een zwembad in Nijkerk. Indien de raad toch eerder middelen beschikbaar wil stellen voor het Zwembad, dan geldt ook hier dat dit moet worden meegenomen binnen het kader van de totale begrotingsafweging.
P a g i n a | 33
Pas ultimo 2026 uit de rode cijfers Pas ultimo 2026 is de reserve weer uit de rode cijfers. Administratief kan dit worden opgevangen door een combinatie te maken met andere (positieve) reserves, zodat het totaal in de plus komt en er ook vanuit het provinciale toezicht sprake is van een acceptabele situatie. Overzicht realisatie Wijkse Voorzieningen Vathorst (bedragen x € 1 miljoen)
Omschrijving
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
Stand per 1/1
-3.9
-4.3
-6.0
-7.7
-9.6
-11.4
-13.0
-13.8
-13.9
-13.1
-11.6
-9.2
-5.8
-1.5
Rente
-0.2
-0.2
-0.3
-0.4
-0.5
-0.6
-0.6
-0.6
-0.6
-0.6
-0.5
-0.4
-0.2
-0.1
Overheveling
0.9
Bestaand beleid
-1.8
-1.2
-1.2
-1.7
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-2.3
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
-0.5
4.4
Ambtelijk apparaat Onderuitputting
0.3
0.2
0.1
Netto voeding (agv woningbouw)
0.3
-0.2
-0.9
-1.5
-1.2
-0.9
-0.2
0.5
1.2
1.8
2.5
3.2
3.8
0.2
0.9
1.4
1.4
1.4
1.4
1.4
1.4
1.4
1.4
1.4
1.4
0.7
1.0
1.0
1.0
1.0
1.0
1.0
1.0
1.0
1.0
0.1
0.2
0.3
0.3
0.5
0.6
0.8
0.9
1.0
1.2
0.1
0.1
-0.1
-0.1
-0.1
-7.7
-9.6 -11.4 -13.0 -13.8 -13.9 -13.1 -11.6
-9.2
Maatregelen Laak-2-cluster Zwembad Openbare ruimte
0.1
Afronding
0.1
Stand per 31/12
-4.3
-6.0
-0.1 -5.8
-1.5
0.0
In de komende begroting zullen de jaarschijven 2014 t/m 2017 uit dit overzicht worden verwerkt. Bij de volgende begroting vraagt de jaarschijf 2018 om een nieuwe afweging. Dat zal dan worden bezien in het licht van de dan geldende prognoses ten aanzien van deze reserve.
INHUUR EXTERNEN De gemeente Amersfoort maakt, net zoals andere gemeenten, overheidsinstellingen en bedrijven, gebruik van de diensten van derden. Onze gemeente is een regie-organisatie. In het verleden is bewust gekozen voor een relatief kleine ambtelijke organisatie. Veel taken zijn uitbesteed en externe, specialistische expertise wordt ingehuurd. In het coalitieakkoord is het college verzocht om de haalbaarheid en consequenties aan te geven van het substantieel terugbrengen van de kosten voor externe inhuur en adviesdiensten. In dit hoofdstuk gaan wij daar nader op in. Externe inhuur, of het inwinnen van extern advies vindt plaats vanwege: (1) vervanging wegens ziekte; (2) tijdelijke invulling van een vacature; (3) opvangen van werkpieken en tijdelijke projecten, of (4) andere redenen. Voor wat betreft de inhuur van derden, maken we onderscheid in de inhuur van tijdelijk personeel en de inhuur van specialistische diensten waarvoor de kennis in de organisatie veelal ontbreekt. Bovendien kunnen we door de inzet van externen gemakkelijker inspelen op een bezuinigingsopgave.
P a g i n a | 34
Inhuur tijdelijk personeel Vanwege vacatures, ziekte, zwangerschap of anderszins is er behoefte om tijdelijk personeel in te huren, zodat het werk toch verricht wordt. Ongeveer de helft van het totaalbedrag dat we uitgeven aan inhuur, gaat op dit tijdelijk personeel. In totaal bedraagt het aantal ingehuurden (ultimo 2012) 107 Fte. De kosten van de inhuur, ongeveer € 11,1 mln. over heel 2012 zijn als volgt verdeeld: uitzendkrachten (53%); ingenieursdiensten (15%); interim management (12%). Het restant (20%) van de € 11,1 mln. wordt uitgegeven aan diverse diensten als marketing/ communicatie, beleidsondersteuning en ICT diensten en advies en nog wat kleinere zaken. Adviesdiensten Omdat binnen een regie-organisatie als de gemeente Amersfoort niet alle deskundigheid in de eigen organisatie voorhanden is worden vaak diensten en adviezen van derden ingehuurd. Amersfoort heeft bijvoorbeeld geen eigen ingenieursbureau. Deze moeten worden ingehuurd. Aan adviesdiensten is in 2012 € 6,7 mln. uitgegeven. Het grootste deel hiervan (48%) wordt uitgegeven aan ingenieursdiensten. Andere grote brokken betreffen de beleidsondersteunende diensten (12%) en architectdiensten (10%). Van de adviesdiensten komt ongeveer een kwart ten laste van investeringsbudgetten. Dit zijn m.n. de ingenieursdiensten (bijv. projectleiders). Bekostiging inhuur tijdelijk personeel De uitgaven aan inhuur van tijdelijk personeel zijn allemaal gedekt binnen de begroting en leiden in principe niet tot een overschrijding op de budgetten. De bekostiging van de inhuur vindt plaats via: vacatureruimte (50%); projecten of grondexploitaties (10%); leges (burgerzaken, VTH; 20%), en activiteitenbudgetten (zowel incidenteel als structureel, samen 20%). Dit betekent dat in feite alle uitgaven aan tijdelijk personeel gedekt zijn in de begroting. Ziekteverzuim en natuurlijk verloop Het ziekteverzuimpercentage in 2012 lag op 4,8%. Op basis van een personeelsformatie van 723 fte (per 31 december 2012) betekent dit dat er in 2012 35 fte ziek waren. Het aantal zwangerschapsverloven bedroeg in 2012 5 fte. Het natuurlijk verloop was in 2012 5,7%. De uitstroom komt daarmee op 41 fte. Wanneer we alle ziektes, zwangerschappen en natuurlijk verloop op willen vangen via inhuur, is 80 fte nodig. Dat verklaart een groot deel van de totale inhuur. Daarnaast is er ongeveer 30 a 40 fte voor het opvangen van piekmomenten en als flexibele schil, met name bij VTH en sociale zekerheid. Consequenties terugbrengen kosten externe inhuur en advies De totale uitgaven aan externe inhuur en adviesdiensten is de afgelopen jaren gedaald. Werd hier in 2008 nog € 28 miljoen uitgegeven; in 2011 was dat € 22 miljoen en in 2012 is dit gedaald naar € 18 miljoen. Voor een deel komt deze daling op het conto van een lager aantal ingehuurde fte’s; voor een ander deel is er in 2012 sprake van lagere tarieven dan in 2008. De inhuur van externen vindt volledig plaats binnen de bestaande budgetten. Ons College probeert daar waar mogelijk het aantal en de kosten verbonden aan de externe inhuur en adviesdiensten te verlagen. Het is uiteraard mogelijk om zonder flexibele arbeidsschil te werken en alleen met een vaste formatie. Dat zou betekenen dat we minder flexibel zijn om fluctuaties in de werkvoorraad op te vangen, of om de continuïteit te garanderen bij ziekte, zwangerschap of uitstroom. Door middel van het afsluiten van raamovereenkomsten en het scherp onderhandelen over de tarieven van de ingehuurde externen proberen wij de kosten te drukken.
P a g i n a | 35