Welzijn Nieuwe Stijl Lelystad "Eigen kracht van de wijk" Vormen van een integraal netwerk _____________________________________________________________________________ 1. Inleiding "Iedereen doet mee" is de ambitie van het gemeentelijk Wmo beleid. De gemeente wil bevorderen dat burgers zich onderling betrokken voelen en zich meer verantwoordelijk voelen voor elkaar. De ambitie is een samenleving te creëren van en voor iedereen, waarin burgers worden aangesproken op hun verantwoordelijkheden. Kernwoorden zijn „participatie‟ en „zelfredzaamheid‟. De gemeente helpt mensen waar nodig, op weg, maar neemt hun eigen verantwoordelijkheid niet uit handen. Met de invoering van de Wmo heeft de gemeente de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat mensen kunnen meedoen. Uitgangspunt is het stepped care principe: eerst kijken wat iemand zelf kan en wat zijn of haar netwerk (familie, buren e.d.) kan betekenen, dan kijken of er vrijwilligers kunnen worden ingezet en welke collectieve arrangementen mogelijk zijn en pas als dat niet lukt professionele (individuele) zorg inzetten.
Persoon zelf
Vrijwilligers/ Netwerk
Collectieve arrangementen
Professionele (individuele) zorg
Lelystad vergrijst, hetgeen betekent dat de vraag naar ondersteuning, hulpmiddelen of zorgvoorzieningen stijgt. Tot voor kort werd de aanspraak op (AWBZ zorg)voorzieningen relatief makkelijk gehonoreerd. Deze ruime toekenning kan echter niet langer worden bekostigd. De ontwikkelingen in de Wmo en de verschuiving van AWBZ functies naar de Wmo, betekenen dat de compensatieplicht van gemeenten wordt uitgebreid.
De scheidslijn tussen Wmo en AWBZ wordt minder scherp en aanvragen moeten op een andere manier worden beoordeeld waarbij eerst gekeken wordt naar (andere) mogelijkheden alvorens (professionele) zorg wordt ingezet. Dit vereist een goede afstemming tussen, met name, welzijn- en zorgpartijen zodat het welzijn- en zorgaanbod steeds meer op elkaar gaan
1
aansluiten. Deze factoren maken het noodzakelijk de sociale infrastructuur in Lelystad kritisch te bekijken. De vraag is op welke wijze het beste invulling te geven aan het bevorderen van participatie, zelfredzaamheid en meer nabuurschap.
2. Ambitie
In
Lelystad
worden
al
diverse
collectieve
activiteiten
georganiseerd
ontmoetingsactiviteiten in diverse wijken. Er worden bijvoorbeeld
zoals
gezamenlijke
maaltijden georganiseerd in een aantal Multi functionele accommodaties (mfa's). De gemeente heeft de ambitie het vrijwilligerswerk en het gebruik van collectieve voorzieningen te stimuleren. Het welzijnswerk speelt hierin een grote rol. In Lelystad is ingezet op het creëren van woon- zorgzones. Deze zones zijn een deels fysieke maatregel die het mogelijk maakt dat mensen langer in de eigen omgeving kunnen blijven wonen. Naast het fysieke aspect wordt er in de twee- en driesterrenzones ook ingezet op het sociale domein door het bieden van ontmoetingsplekken en welzijnsactiviteiten. De samenwerking tussen zorg en welzijn heeft hiermee een belangrijke impuls gekregen. De ontwikkeling van integrale teams/netwerken is voor Lelystad onderdeel van de nieuwe manier van wijkgericht werken en geeft invulling aan de eisen van de Wmo. De teams/netwerken leveren een belangrijke bijdrage aan het bieden van vraaggerichte oplossingen die ervoor moeten zorgen dat de zelfredzaamheid en zelfstandigheid wordt vergroot.
De teams werken hierbij samen met verschillende organisaties en netwerken die
actief zijn in de wijk. Doelen:
Vergroten van zelfredzaamheid;
Vergroten van netwerken rondom de cliënt;
Versterken "voorveld" (algemeen basisaanbod) ;
Bieden van alternatieven voor formele (professionele) zorg;
Efficiënte en duidelijke overlegstructuur in de wijken;
Gerichte en gedifferentieerde aanpak per wijk;
Het gebruik van professionele (zorg)voorzieningen verminderen;
Innoveren en veranderen;
Het voorkomen dat mensen buiten de boot vallen.
Om deze doelen te behalen is het noodzakelijk dat partijen in de wijk zich verbinden aan de ambities en nauw gaan samenwerken. Het vormen van integrale teams, bestaande uit welzijnen zorgpartners is hierin een belangrijke stap. Dit integraal team is het instrument om de genoemde ambities te halen.
3. Visie Niet leunen op de overheid maar steunen op jezelf en elkaar, is de kern van wat de Wmo van burgers verlangt. Er is een viertreden model geïntroduceerd dat steeds meer richtinggevend is
2
bij het toekennen van voorzieningen. Als iemand hulp nodig heeft of naar sociale verbanden zoekt, dan is hij als eerste aangewezen op zijn directe omgeving en/of hulp in
vrijwillig
verband. Wanneer deze inzet onvoldoende steun biedt, wordt hulp- of zorgverlening als collectieve voorziening geboden. Als achtervang en sluitstuk wordt professionele inzet in individueel verband geboden. In een overzicht: 1) individu - eigen netwerk 2) sociale omgeving - vrijwillige inzet en informele zorg 3) collectieve vormen van -zakelijke- dienstverlening, welzijn, hulpverlening en zorg. 4) professionele inzet op maat, individuele voorziening. Deze opschaling van eigen kracht naar (individueel) professioneel aanbod, leidt ook tot een getrapte benadering in ondersteuning en dienstverlening. Tot nog toe heeft de component "eigen kracht", toch punt 1 van de trap, te weinig aandacht gekregen. Een integraal team dat bestaat uit Welzijn Lelystad, Icare, MDF en Kwintes is het instrument dat hierin verandering moet brengen. Onderzoek naar onderling hulpbetoon (Linders 2009) wijst uit dat veel mensen die hulp kunnen gebruiken daar niet om durven te vragen (vraagverlegenheid). Maar ook aan de kant van de potentiële hulpverlener ontdekte zij vormen van handelingsverlegenheid. Hij of zij wil best helpen maar wil zich niet opdringen zo lang er geen hulp wordt gevraagd. Volgens Linders is vraagverlegenheid een grotere belemmering voor informele zorg dan het gebrek aan bereidheid tot hulp bij buren, vrienden en bekenden. Deze vraagverlegenheid is een belangrijk gegeven dat de integrale teams/netwerken in hun aanpak mee moeten nemen. Informele zorg neemt langzaamaan
steeds meer taken over van de formele zorg.
De
gemeente stuurt aan op de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers. Hierbij is het netwerk rondom personen essentieel. De informele zorg zorgt ervoor dat cliënten langer in de eigen omgeving kunnen verblijven. Dit kan alleen als de netwerken rondom cliënten optimaal worden ingezet. Hierbij is het belangrijk dat er een goede samenwerking bestaat tussen de informele- en formele zorg en dat het welzijnswerk (breed) wordt ingezet. 4. Afstemming welzijn en zorg Zowel zorg als welzijn moeten zich in de zelfde richting ontwikkelen op basis van de Wmo gedachte:
meer
nadruk
op
eigen
kracht
van
mensen,
minder
technocratische
en
bureaucratische regelgeving, zorg in de nabijheid van de cliënt gericht op het teruggeven van de eigen regie en als het nodig is daarbij professionele ondersteuning bieden. De integrale teams/netwerken voor welzijn en zorg zetten zich in voor alle inwoners (gebiedsgericht), waarbij de kwetsbare mensen, die moeite hebben met participeren, speciale aandacht krijgen. Deelnemende organisaties zullen daarbij een werkwijze moeten gaan hanteren die op de signalen afstapt en problemen oplost. De kernpartners van het integrale team vervullen hier een voorbeeldfunctie. Uiteindelijk is het de bedoeling dat alle professionals
3
in zorg/welzijn op deze manier gaan werken. Voor het omgaan met persoonlijke gegevens worden privacy regels gehanteerd (zie bijlage 3). Ter bevordering van deze resultaatgerichte aanpak en een goede afstemming tussen de verschillende partijen in de wijk worden er netwerkbijeenkomsten georganiseerd (integraal netwerk). Ook zal er een goede afstemming plaats moeten vinden met “fysieke” ontwikkelen die een welzijnscomponent hebben. Bij renovatie zal er bijvoorbeeld vanuit het team afstemming plaats moeten vinden met Centrada over de gevolgen voor de bewoners en de mogelijke rol van de welzijns- en zorgpartijen hierin. En ook als er bijvoorbeeld sprake is van een overlastpand zal er afstemming plaats moeten vinden om te komen tot een gezamenlijk en doelgerichte aanpak van de problematiek.
Uitgangspunten De kracht in de wijk; Wederkerigheid tussen burgers onderling en tussen burgers, instellingen en gemeente; Ruimte voor professionele verantwoordelijkheid; Meer met welzijnsvoorzieningen regelen; Initiator nieuwe werkwijze en motiverend naar de achterban en andere organisaties; Aansluiten bij bestaande netwerken en dwarsverbanden met CJG en Wmo loket.
4.1 Integraal wijkteam, motor in de wijk Het integraal team is een duidelijk, herkenbaar aanspreekpunt waar burgers en partijen hun meldingen en vragen kunnen neerleggen. Het team bestaat uit een beperkt aantal zorg- en welzijnspartijen. In eerste instantie wordt gedacht aan Welzijn Lelystad, Icare, MDF en Kwintes De teams werken op stadsdeel niveau (4 teams). Zij stimuleren verbinding en zorgen voor het uitdragen van de Wmo visie naar de achterban en andere organisaties in de wijk. Door de teams klein te houden moet de slagkracht worden behouden.
Het team komt vooral in actie als de ondersteuning ontoereikend is, als personen tussen wal en schip vallen, als aangegeven wordt dat de samenwerking met andere partners stagneert, als er behoefte is aan een frisse blik, of als er behoefte is aan nieuwe collectieve arrangementen (zoals acties gezond gewicht). Het team staat niet los van de eigen organisaties; de personen blijven gewoon werken voor hun eigen organisatie maar hebben daarnaast een omschreven aanvullende taak. De teamleden moeten zeer nadrukkelijk gaan werken vanuit de nieuwe methodiek gericht op eigen kracht. Zij krijgen ruimte voor deze aanpak die zij op hun beurt, weer moeten uitdragen naar de eigen organisatie.
4
Functies integraal team:
1. Proactief aanwezig in de wijk
Is proactief in het veld, gaat erop af. Het team spoort problemen op en pakt deze aan maar signaleert ook kansen en stimuleert dat mensen eigen initiatieven kunnen ontwikkelen.
Hiermee dragen zij de Wmo visie uit naar de eigen en andere
organisaties. 2. Kennispunt voor de wijk Heeft inzicht in mogelijkheden en problematiek in de wijk: wat speelt er, wat zijn de mogelijkheden, naar welke partijen kan worden doorverwezen ?
3. Aanspreekpunt voor de wijk
Is een duidelijk en herkenbaar aanspreekpunt waar individuen en partijen hun vragen kunnen neerleggen. 4. Coördinatiepunt voor de wijk Zorgt voor de aanpak van problematiek: -
als individu tussen wal en schip valt;
-
als samenwerking tussen partijen stagneert;
-
als er behoefte is aan een frisse blik;
-
als er behoefte is aan nieuwe/andere collectieve arrangementen/voorzieningen.
Ieder integraal team heeft een coördinator die zowel aanspreekpunt, als het gezicht van het team is. De coördinator zorgt er voor dat het integrale netwerk (zie 3.2) een aantal keer per jaar bij elkaar komt zodat er goede afstemming is. Een taak omschrijving van de coördinator is toegevoegd als bijlage. Er zal duidelijk richting bewoners en partijen gecommuniceerd moeten worden waar men met vragen e.d. terecht kan (zowel een fysiek punt als een telefoonnummer).
4.2 Integraal netwerk Het integraal netwerk is een breed overleg dat 3 á 4 keer per jaar bij elkaar komt. Het bestaat uit partners uit de betreffende wijk zoals Centrada, scholen, vrijwilligersorganisaties etc. Het integrale netwerk wisselt informatie uit, maakt afspraken over de inzet in de verschillende gebieden en stemt de activiteiten op elkaar af. Vanuit deze basis ontstaan creatieve oplossingen en nieuwe arrangementen ten behoeve van de wijken en haar bewoners. Het is de bedoeling dat iedere professional/vrijwilliger gericht is op het stimuleren van mensen en bieden van ondersteuning daar waar nodig, met een methodiek die is gericht op het versterken van de eigen kracht. De afzonderlijke partijen blijven zelfprimair verantwoordelijk voor de uitvoering van de eigen kerntaken. Elke partij in het netwerk is dus verantwoordelijk voor:
5
1. het - actief - bereiken van hun klanten; 2. het zoeken naar een oplossing vanuit de eigen kracht methodiek; 3. de integrale aanpak ten behoeve van de cliënt waarvoor men “hoofdaannemer” is. De instelling waar de klant binnenkomt is “hoofdaannemer” en verantwoordelijk voor de ondersteuning/begeleiding
en
schakelt
daarbij
eventueel
andere
partijen
in.
Het
“hoofdaannemerschap” kan - in overleg - worden overgedragen aan een andere partij.
Organisatiemodel:
Stuurgroep welzijn en zorg (stedelijk) Kernteam (stedelijk) Integraal team (stadsdeel) Integraal netwerk (stadsdeel)
•Afspraken over prioriteiten; •Wethouder; •Directies van welzijn- en zorgpartijen; •Ambtelijke ondersteuning; •Drie keer per jaar. •Kaderstellend voor de uitvoering; •Managers van Welzijn Lelystad, Kwintes, Icare en MDF; •Vier keer per jaar.
•Coordinator; •Medewerkers van Welzijn Lelystad, Kwintes, Icare en MDF; •tweewekelijks.
•Medewerkers van de verschillende partijen die werkzaam zijn in het stadsdeel; •Twee keer per jaar.
Taakverdeling Algemene regie:
-
Gemeente maakt wijkanalyse en
Gemeente via Wmo beleid
-
Op basis daarvan worden afspraken gemaakt met de partijen in het veld: waar liggen prioriteiten, wie gaat wat doen?
Integraal team: Het integraal team bestaat uit de
Taken Integraal team: -
volgende kernpartners:
vastgestelde prioriteiten en wensen/behoeften vanuit
Icare MDF
de wijk (afstemmen met integraal netwerk) -
Signaleren van kansen en mogelijkheden op het gebied van (vernieuwende) methodieken
Welzijn Lelystad Kwintes
Opstellen van een werkprogramma op basis van
-
Stimuleren van nieuwe (collectieve) arrangementen
-
Organiseren netwerkbijeenkomsten
-
Oplossingen aandragen voor knelpunten in de wijk
-
Uitdragen van Wmo visie
-
Werken volgens bakens nieuwe stijl (Eropaf)
-
Oplossingen vinden voor problematiek en anders doorverwijzen.
6
Integraal netwerk:
Taken integraal netwerk:
Centrada;
-
Problematiek van de wijk gezamenlijk aanpakken;
Vrijwilligersorganisaties;
-
Afstemming van projecten en werkzaamheden;
Sportbedrijf;
-
Informatie-uitwisseling;
Scholen;
-
Gezamenlijk zoeken naar oplossingen (innovatief);
Kerken, moskeeën;
-
Ieder werkt voor zijn organisatie middels de Wmo methodiek.
Gezondheidszorg; Politie; GGD; MEE; Triade; Ondernemers; Cjg; Zorgorganisaties E.a.
5. Procesplanning: Het is van belang dat de deelnemende partijen overeenstemming bereiken over de visie achter de integrale teams/netwerken. Een eerste stap is dan ook om dit document voor te leggen aan de betreffende directies zodat er draagvlak wordt gecreëerd om met deze visie verder te gaan. Nadat directies van de kernpartners overeenstemming hebben bereikt moet er een vertaling komen naar de uitvoering. Dit gebeurt door het integrale team. Een van de eerste stappen die gezet moet worden is de scholing van personeel die bij voorkeur wordt aangeboden aan groepen bestaande uit medewerkers van verschillende organisaties zodat onderlinge deskundigheid uitgewisseld kan worden. In januari wordt gestart met de implementatie van de vier integrale teams. Wat
Wie
Wanneer
Raadplegen achterban
Directies kerngroep en
Oktober 2011
wethouder Vaststellen visiedocument
College en directies kerngroep
November 2011
Op- en vaststellen
Welzijn Lelystad ism kerngroep
Oktober - december 2011
Welzijn Lelystad
December 2011
Start implementatie
Kernpartners
Januari 2012
Evaluatie
Kernpartners en gemeente
September 2012
Training medewerkers
Kernpartners
Januari – maart 2012
uitvoeringsplan Indienen uitvoeringsplan bij gemeente
7
Bijlage 1: Taakomschrijving coördinator integraal team
De coördinator is in dienst bij Stichting Welzijn Lelystad, afdelingen Stadsdelen. Hij/zij is het boegbeeld van het integrale team, zowel voor de wijkbewoners als de maatschappelijke instellingen. De coördinator geeft, binnen de gestelde kaders, richting aan de ontwikkeling van het integraal team. Hij/zij is verantwoordelijk voor het realiseren van de vastgestelde doelen. Hij/zij organiseert het integrale team, bewaakt de werkwijze en versterkt de samenwerking in het netwerk. Hij/zij verzorgt de periodieke rapportage aan het Kernteam1 over het teamresultaat en de verantwoording van keuzes voor aanpak en uitvoering.
Profiel -
Een ondernemende, ervaren, professional die van aanpakken weet en resultaatgericht werkt; Een doener die het team positioneert als zichtbare schakel in het brede wmo-beleid op stadsdeel niveau; Een netwerker die op grond van signalen, afspraken weet te maken met het maatschappelijk middenveld; Een vernieuwer die durft af te wijken van de gebaande paden en met nieuwe werkwijzen wil experimenteren.
Takenpakket -
Aanspreekpunt zijn voor bewoners, wijkvoorzieningen, onderwijs, boven- lokale instellingen, netwerken, enz.; Opbouwen en onderhouden van een netwerk van partijen uit het maatschappelijk middenveld en de sleutelfiguren op stadsdeelniveau; Draagvlak creëren bij lokale instellingen voor optimale ondersteuning aan buurtbewoners; doorzetten in gemaakte afspraken; Ontwikkelen van samenwerking en teamgeest, de teamleden inspireren, motiveren, instrueren; Bundelen van signalen over ontwikkelingen in de wijk en deze vertalen in voorstellen en oplossingsrichtingen voor het Kernteam; Signaleren en rapporteren van lacunes en overlap in het aanbod.
Functie-eisen -
1
Sociale vaardigheden, een goede netwerker, Mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden, Organisatietalent met een flexibele opstelling, Schakelen tussen partijen op diverse niveaus, Tactvol omgaan met tegengestelde belangen, Planmatig en gestructureerd werken, HBO niveau.
Kernteam is het managementoverleg van Welzijn Lelystad, Icare, MDF, Kwintes.
8
Bijlage 2: Bakens Welzijn Nieuwe Stijl
Acht bakens die samen het richtinggevend kader vormen:
Vraaggericht werken
De vraag van de burger staat centraal, niet het aanbod van professional of organisatie. Burger en professional werken samen aan vraagverheldering en zoeken samen naar de kern van de vraag. Niet alleen individuele vragen maar ook collectief.
Direct er op af
Niet alle burgers stellen hun vraag, wellicht hebben zij wel een behoefte. Professionals benaderen actief, die burgers die geen ondersteuning willen, of niet weten hoe die te organiseren.
Eigen kracht burger
Uitgangspunt zijn de eigen mogelijkheden van de burger. Eerst inzet van informele zorg, daarna pas formele zorg door professionals. Ondersteuning loopt op van licht naar zwaar: faciliteren, ondersteunen, interveniëren, beschermen.
Collectief versus individueel
Eerst mogelijkheden van collectieve welzijnsarrangementen inzetten, dan pas individuele voorzieningen
Informele zorg versus formele zorg
Verbeteren samenwerking tussen informele en formele zorg
Integraal werken
Uitvoering richt zich op een samenhangende aanpak van het probleem van de burger. Uitvoerende organisaties werken samen aan gezamenlijke probleemoplossing. Gemeenten maken in hun beleid en uitbesteding samenhangende aanpak mogelijk.
Resultaatgericht
Welk probleem los je op? Gemeenten formuleren opdrachten in termen van prestatie en zo mogelijk van resultaat, ook rekenen zij af op basis van prestaties/resultaten
Ruimte voor de professional
Professionals beschikken over de juiste kennis en vaardigheden. Professionals zijn ondernemend, krijgen ruimte en hun competenties zijn richtinggevend voor de uitvoering.
9
Bijlage 3: Privacy regels 1. Inleiding Een zorgvuldige omgang met persoonlijke gegevens is een voorwaarde voor een toegankelijke hulpverlening. Vertrouwelijkheid en openheid naar cliënten vormen belangrijke aspecten van de beroepshouding. Maar soms is het voor effectieve hulpverlening noodzakelijk dat professionals persoonlijke gegevens aan elkaar uitwisselen omdat alleen op die manier goede hulp kan worden geboden. 2. De integrale wijkteam partners & privacy Het integrale wijkteam vormt een netwerkorganisatie. Er wordt samengewerkt door uitvoerende kernpartners: Icare, MDF (Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland), Stichting Welzijn Lelystad en Kwintes en mogelijke signalerende partijen zoals GGD, MEE, politie, woningcorporaties en onderwijs. Iedere partner is gebonden aan het privacyreglement van de eigen instelling. De eigen instelling is gebonden aan eventuele melding aan het College Bescherming Persoonsgegevens. 3. Uitgangspunten Burgers zijn primair verantwoordelijk voor hun eigen doen en laten. Daarom is het een voorwaarde dat gesignaleerde zorgen met betrokkenen besproken worden. De uitvoering van het beleid is dicht bij betrokkenen en in het stadsdeel. De toegang tot de voorzieningen is laagdrempelig. Dit betekent dat we eerst gebruik maken van de eigen kracht en het netwerk van het betrokkenen. In tweede instantie kan (kortdurende) professionele hulp worden ingezet, al dan niet in combinatie met vrijwilligers/mantelzorgers. 4. De integrale wijkteampartners & klachtenregeling Burgers die menen dat een medewerker van het team onzorgvuldig is omgegaan met de persoonlijke gegevens kunnen gebruik maken van de klachtenprocedure van de betreffende organisatie. Als het gaat om het functioneren van team (geen klachten op het gebied van privacy) kunnen ouders een klacht indienen bij Stichting Welzijn Lelystad. 5. Privacy: begrippenkader en wet- en regelgeving - Persoonlijke gegevens: alle gegevens die direct of indirect zijn te herleiden tot een bepaalde persoon, bijvoorbeeld naam, adres, aantekeningen over een intakegesprek, over verleende zorg, of over de schoolopleiding. - Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP): de WBP geeft algemene regels voor een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens. Extra zorgvuldigheid vraagt de wet bij de omgang met bijzondere persoonlijke gegevens zoals medische gegevens en strafrechtelijke gegevens. 6. Privacy & netwerken Professionals nemen regelmatig deel aan netwerken met professionals van buiten de eigen organisaties. De randvoorwaarden en spelregels die hieronder worden genoemd staan niet letterlijk in de wet. Wel kunnen ze worden afgeleid uit de regels die de wet geeft voor omgang met persoonlijke gegevens.
6a. Randvoorwaarden: 1. Vaststellen doel van het netwerk 2. Duidelijkheid over de status van het netwerk
10
3. Openheid en aanspreekbaarheid van het netwerk 4. Klachtenregeling
6b. Spelregels voor het uitwisselen van persoonlijke gegevens: Voor een zorgvuldige omgang met persoonlijke gegevens binnen het netwerk gelden een aantal regels. Deze regels gelden ook voor casuïstiekbesprekingen waarbij het noodzakelijk is dat ook persoonlijke gegevens worden uitgewisseld. 1. Er worden alleen persoonlijke gegevens uitgewisseld als het doel van de bespreking niet kan worden bereikt door een anonieme casusbespreking. 2. Het netwerk heeft tot doel het belang te behartigen betrokkene die besproken wordt. 3. De professional die betrokkene aanmeldt voor het netwerk heeft een directe (hulpverleningsrelatie. 4. De casuïstiek van betrokkenen wordt alleen ingebracht als betrokkenen daarvoor (schriftelijke} toestemming hebben gegeven aan de professional die de situatie wil bespreken. Hebben betrokkenen geen toestemming/instemming gegeven dan wordt de casuïstiek alleen ingebracht als er sprake is van een overmachtsituatie/vermoeden van onveiligheid. - Een professional die een casus inbrengt geeft aan het begin van de bespreking aan of hij toestemming van heeft. Is er geen toestemming, dan legt de professional de overige deelnemers uit waarom hij meent dat er sprake is van een overmachtsituatie waarbij, ondanks het ontbreken van toestemming, deze toch besproken moet worden. - De persoonlijke gegevens die door de professionals worden verstrekt zijn noodzakelijk voor het dienen van het belang van betrokkene en worden alleen verstrekt aan die professionals van het overleg die deze gegevens nodig hebben voor hun taakuitoefening. - Iedere bespreking wordt afgesloten met afspraken over acties of vervolgstappen die naar aanleiding van de bespreking zullen worden ondernomen (handelingsplan). afspraken over de communicatie met betrokkenen. - Bij het maken van afspraken behoudt iedere professional zijn eigen professionele verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de zorg. - De professionals die deelnemen aan het netwerk gaan zorgvuldig om met de persoonlijke gegevens die in het netwerk worden verstrekt. Zij verstrekken deze gegevens alleen aan andere professionals van buiten het netwerk als daarover in het netwerk en betrokkenen afspraken zijn/worden gemaakt. In dat geval worden alleen die gegevens verstrekt die noodzakelijk zijn. 5. Verslagen van besprekingen in het netwerk beperken zich tot de afspraken die naar aanleiding van de bespreking zijn gemaakt. Deze verslagen maken deel uit van het dossier dat de verschillende professionals die aan het netwerk deelnemen over het kind hebben aangelegd. - Let op: betrokkenen recht op inzage in het verslag en dossier. 7. Email Het gebruik van e-mail heeft binnen organisaties een grote vlucht genomen. Naast de evidente voordelen voor professionals zoals productiviteit, bereikbaarheid en snelheid heeft email ook de negatieve kanten. Gebruiksregels zijn: Beschrijf de feiten in de email op dezelfde manier als op papier. Anonimiseer de cliëntgegevens wanneerbetrokkenen (nog) niet op de hoogte zijn. De organisaties beschikken over voldoende beveiliging. Check na het schrijven van de email het email adres van de geadresseerde. Voeg de email toe aan het dossier.
11