CHRISTENDOM
Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt
COLOFON Tekst: Olav Jansen Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr, Craydon, NCRSA, Wereldgodsdiensten Mysites, Worshipping Christian.
De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met ons op te nemen via
[email protected].
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
U kunt op de website http://www.cmo.nl terecht voor aanvullende informatie bij dit scriptiepakket. U vindt daar ondermeer voor gebruik in de klas: een onderzoeksopdracht gebaseerd op de inhoud van het scriptiepakket met een overzicht van de competenties die daarbij worden aangesproken. De gebruikersnaam is: christendom Het wachtwoord is: project026
De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de commissie PIN.
© Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2008
II
INHOUD Het christendom Jezus Maria Na Christus Protestantse afscheidingen
pag. 1 pag. 4 pag. 6 pag. 7 pag. 10
Christendom in het dagelijkse leven De bijbel Gebed en kerkdienst Geestelijkheid Sacramenten Feestdagen Katholieke feestdagen Protestantse feestdagen
pag. 13 pag. 13 pag. 14 pag. 16 pag. 17 pag. 18 pag. 20 pag. 20
Christendom wereldwijd
pag. 21
Christendom in Nederland Verzuiling Losser van de kerk: ontzuiling
pag. 22 pag. 23 pag. 24
Aantekeningen
pag. 25
Meer op internet
pag. 27
III
IV
HET CHRISTENDOM De doop is iets wat alle christenen gemeen hebben. Er zijn heel veel christenen overal in heel de wereld en ook in Nederland. Om precies te zijn is dopen een overgieting of onderdompeling met of in wijwater. Dit gebeurt op jonge leeftijd maar kan ook later in het leven van de mens gebeuren, zoals bij Jezus de zoon van God, zoals christenen geloven. Jezus werd op 30 jarige leeftijd gedoopt door Johannes de Doper in de rivier de Jordaan. Jezus komt uit het jodendom voort. Joden geloven in God en zo ook christenen door het geloof in Jezus Christus. Het christendom wordt tot een van de vijf wereldgodsdiensten gerekend. Er zijn verschillende soorten christenen. Er zijn rooms-katholieken, oosters-orthodoxen en protestanten. Van protestanten bestaan ook weer verschillende soorten zoals gereformeerden en doopsgezinden.
1
Jezus zegt alle mensen te zullen verlossen van de erfzonde. De erfzonde is over alle mensen gekomen toen Adam en Eva aten van een vrucht van de Boom van de Kennis van Goed en Kwaad. God had hen dat verboden, alleen God zelf mocht die kennis hebben. Maar de duivel -in de vorm van een slang- haalde Eva en via haar Adam ertoe over tóch van de vrucht te eten, opdat ze ook die kennis zouden krijgen. Adam en Eva krijgen die kennis niet en God straft hen voor die overtreding van het gebod. Hij stuurt ze het paradijs uit. Het paradijs is de tuin van Eden; een plaats gemaakt door God waar de mens is ontstaan zoals beschreven in het christelijke scheppingsverhaal. Deze verhalen staan in het eerste boek van de Bijbel, Genesis.
Uit de Bijbel (Genesis 3, 14-19) : God, de HEER, zei tegen de slang: “Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang. Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.” Tegen de vrouw zei hij: “Je zwangerschap maak ik tot een zware last, zwoegen zul je als je baart. Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.” Tegen de mens zei hij: “Je hebt geluisterd naar je vrouw, gegeten van de boom die ik je had verboden. Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan, zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang. Dorens en distels zullen er groeien, toch moet je van zijn gewassen leven. Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug.” 2
Het christendom is net als het jodendom en de islam een monotheïstische godsdienst. Dat wil zeggen: de gelovigen kennen maar één god (mono is één, theïsme is geloof in een god). Voor christenen is God het almachtige Opperwezen die hemel en aarde uit het niets gemaakt heeft. Hij heeft zijn zoon Jezus Christus naar de aarde gestuurd om Zijn Woord te verkondigen. God wordt ook voorgesteld als de Drieeenheid: God de Vader, de zoon Jezus en de Heilige Geest. De Geest is een onzichtbare kracht die van God uitgaat en werkzaam is op aarde. Het christendom is net als het jodendom en de islam een geopenbaarde godsdienst. Dat wil zeggen dat God de christenen geopenbaard (= verteld) heeft hoe ze moeten leven. Dat heeft hij niet zelf gedaan, maar via zijn zoon, de Messias of Verlosser Jezus Christus. De God namens wie Jezus spreekt, is ook de God die zich aan aartsvader Abraham en aan Mozes geopenbaard heeft. Moslims, volgelingen van de islam, geloven dat ook. Zij zijn ervan overtuigd dat dezelfde God nog eens gesproken heeft, via de profeet Mohammed. Ze menen dat Jezus wel een profeet is geweest, maar niet de Verlosser; die moet volgens hen nog komen. Alleen christenen zien Jezus als Verlosser. Joden en moslims wachten nog op de eerste komst van de Verlosser. Christenen wachten op de tweede keer dat hij op aarde zal komen. Het christendom geeft net als de islam en het jodendom antwoord op de vraag waartoe God hemel en aarde geschapen heeft. Het christendom heeft ook een duidelijk beeld van het einde van deze wereld: er komt een nieuwe wereld waarin iedereen in vrede met elkaar leeft. Wanneer dat is, weten ze ook heel precies: dat zal gebeuren wanneer Jezus Christus voor de tweede keer op aarde komt.
De Boom van de Kennis van Goed en Kwaad
3
Jezus Ten tijde van keizer Augustus, in het begin van onze jaartelling, staat Palestina onder Romeins bestuur. Er wordt in Bethlehem een jongen geboren genaamd Jezus, zoon van de timmerman Jozef en zijn vrouw Maria. Hij groeit op in Nazareth en krijgt net als andere kinderen les in de synagoge (= joods gebedshuis) van die plaats. Als hij ongeveer 30 jaar is, wordt hij door de profeet Johannes de Doper in de Jordaan gedoopt. Dan begint hij het Woord van God te verkondigen. Net als vele profeten voor hem krijgt hij steeds meer volgelingen. Daaronder zijn de twaalf apostelen. Andere profeten beroepen zich op het heilige joodse boek de Thora. Maar Jezus zegt de Messias of afgezant van God te zijn, aangekondigd door profeten als Jesaja. Hij zegt ook de zoon van God te zijn. Hij zegt verder dat het niet belangrijk is om de Thora letterlijk na te volgen (wat de andere profeten vóór hem wel gezegd hebben). De belangrijkste boodschap in de Thora is volgens hem de grenzeloze liefde van God voor de mensen.
4
Zijn aanhang groeit en steeds meer mensen geloven dat Jezus de nieuwe koning van de joden is. Jezus preekt aan de hand van parabels of gelijkenissen. De bekendste parabels zijn die van de verloren zoon (= een afvallige die zich weer tot God keert) en die van de zaaier (= de prediker die Gods woord zaait onder de mensen). Hij onderstreept zijn boodschap door melaatsen en andere zieken te genezen, door duivels uit te drijven en door andere wonderen te verrichten. Het Romeinse bestuur wil hem dan vervolgen en doden wegens opruiing. Dat gebeurt vlak voor het joodse Paasfeest in het jaar 33, nadat één van zijn apostelen, Judas, hem verraadt. Hij sterft aan het kruis. Drie dagen na zijn kruisiging staat hij op uit de doden. Daarna keert hij terug naar God, zijn Vader.
5
Maria Vanaf de beginjaren van het christendom wordt Maria, de moeder van Jezus, voorgesteld als voorbeeld voor alle christelijke vrouwen. De ideale vrouw verzorgt –net als Maria- haar man en kinderen met liefde en toewijding en blijft trouw aan haar man. Ze wordt ook wel Heilige Maria Moeder van God genoemd. Ze wordt met name door roomskatholieken en oosters-orthodoxen vereerd. Zij hebben thuis vaak een beeld van Maria en ook in hun kerken zijn Mariabeelden te vinden. Er zijn ook bedevaartsplaatsen aan Maria gewijd. De bekendste daarvan is misschien wel Lourdes. Maria zou daar in 1858 aan de veertienjarige Bernadette Soubirous zijn verschenen. Nu gaan daar elk jaar honderdduizenden bedevaartgangers naar toe. Bij protestanten komt Mariaverering weinig voor.
Beeld van Maria in Lourdes
6
Na Christus Het christendom ontstaat in Palestina. Tijdens de eerste en tweede eeuw na Chr. bekeren mensen zich tot christen in het tegenwoordige Griekenland, Turkije, Noord-Afrika en Italië. Daarna verspreidt het christendom zich verder over delen van Europa die tot het Romeinse Rijk behoren. Ook in Oost-Afrika krijgt het christendom aanhang, bijvoorbeeld in Ethiopië. Het is niet zo dat de bevolking in een bepaalde streek in korte tijd bekeerd wordt. Vooral op het platteland blijven tot na het jaar 1000 veel mensen hun oude godsdienst aanhangen, ook al zijn de andere bewoners wel christen. De christenen noemen deze niet-christenen heidenen.
Ethiopische christenvrouw
De volgelingen van Jezus, de apostelen, stichtten de christelijke kerk. Vier apostelen, Johannes, Lucas, Mattheus en Marcus, tekenen het levensverhaal van Jezus op. Deze verhalen of evangelies (= goede boodschappen) staan in het Nieuwe Testament. Wat wij tot voor kort wisten van Jezus staat in het Nieuwe Testament en in een geschrift van de joodse geschiedschrijver Flavius Josephus. Maar in 1947 zijn bij de Dode Zee in Israël geschriften gevonden die door een godsdienstige groep genaamd Essenen zijn nagelaten. Ze worden genoemd naar de vindplaats: de Dode Zeerollen. Ze zijn tussen 200 v. Chr. en ongeveer 50 na Chr. ontstaan. Geleerden die de rollen voor een deel ontcijferd hebben, menen dat Jezus lid is geweest van de Essenen en er zelfs leider van is geweest. 7
Na de dood van Jezus zetten zijn volgelingen, de apostelen, zijn zendingswerk voort. Eerst doen ze dat in Jeruzalem, maar daar worden zij en hun aanhang door joodse bestuurders vervolgd. Ze verspreiden zich over het Midden-Oosten en stichten nieuwe kerken (= gebedshuizen, van het Griekse woord ecclesia: plaats van samenkomst). Paulus reist tussen de nieuwe christelijke gemeentes heen en weer en schrijft hen zijn Brieven (die in het Nieuwe Testament zijn opgenomen). Daarmee helpt hij de nieuwe godsdienst verder verspreiden. Ook in Rome vestigen zich christenen en worden inwoners bekeerd tot het christendom. Maar de keizers moeten niets hebben van de nieuwe godsdienst, omdat daarin niet de goden van de Romeinen aanbeden worden. Vooral keizer Nero moet niets van christenen hebben en laat er velen ombrengen.
In het Colosseum in Rome zijn veel christenen omgebracht
Toch krijgt het christendom steeds meer aanhang. In 330 wordt keizer Constantijn christen. Hij roept het christendom uit tot staatsgodsdienst. Dan al is onder de christelijke priesters de rangorde ontstaan die we nu nog kennen. Aan het hoofd van de kerk staat de Paus die voor het leven wordt gekozen door kardinalen. Iedere kardinaal bestuurt een groot gebied, de kerkprovincie, en die is weer opgedeeld in bisdommen, elk bestuurd door een bisschop. Iedere priester en kloosterling staat onder gezag van een bisschop. Dit is ook de tijd van de kerkvaders, theologen die de boodschap van Jezus Christus bestuderen en daar zelf boeken over schrijven. Hierin staan geloofsregels waar alle priesters op kunnen terugvallen. De bekendste kerkvader is Sint Augustinus. Paus Benedictus XVI
8
Net als joden en moslims geloven christenen dat er leven is na de dood en dat dat leven eeuwig duurt. Hoe het leven na de dood er uit ziet, is bekend: christenen geloven dat een mens een lichaam en ziel heeft. Het lichaam sterft, maar de ziel blijft bestaan. Dat kan zijn in de hemel. Daar gaan de zielen van mensen naartoe die goed zijn geweest. Daar zijn ze bij God. Slechte mensen die nooit berouw hebben gehad van hun slechte daden (= zonden) gaan naar de hel. Daar zullen ze nooit meer iets merken van Gods goedheid en genade. Sommige christenen menen dat er ook een vagevuur bestaat. Daar doen mensen een tijd lang boete voor hun zonden tijdens hun leven en daarna gaan ze alsnog naar de hemel. Het christendom kent gebruiken en leefregels die al vele eeuwen lang zijn overgedragen en daarbij niet veel zijn veranderd. Bij de katholieken zijn deze tradities en leefregels opgeschreven in de Catechismus. Geestelijken als Sint Benedictus en Sint Dominicus stichten kloosterorden die overal in Europa kloosters bouwen. Tegelijkertijd ontstaan er meningsverschillen tussen verschillende groepen over godsdienstige zaken. Bijvoorbeeld over de volgende vraag: Is Jezus Christus een mens met ongekende voorspellende gaven? Of is hij een goddelijk wezen dat de gedaante van een mens heeft aangenomen? Dit leidt meermalen tot oorlogen. In 1054 loopt de onenigheid zo hoog op dat de christelijke wereld in twee delen uiteen valt: de rooms-katholieke kerk, bestuurd door de paus in Rome, en de oosters-orthodoxe kerk, bestuurd door een patriarch in Constantinopel (nu bekend onder de naam Istanbul). Deze tweedeling noemt men Scheuring of Schisma.
Bartholomaios I, patriarch van Constantinopel
9
Tussen 1095 en 1270 vinden zeven heilige oorlogen plaats tussen christenen en moslims. Het doel is telkens om Palestina weer onder christelijk bestuur te brengen. De oorlogen worden Kruistochten genoemd, omdat zich in Jeruzalem een deel zou bevinden van het kruis waaraan Jezus gestorven is. Geen enkele kruistocht heeft succes. Van de kruisvaarders komt maar een klein deel aan in Palestina. Het groepje dat wel aankomt, wordt in de pan gehakt. Één van de zeven kruistochten is de Kinderkruistocht in 1212. In Frankrijk begint een jongen, Stephan, met 30.000 leeftijdgenootjes een kruistocht, na in een droom een brief van Jezus te hebben gehad. Het nieuws bereikt Rijnland (= nu Duitsland). Daar gaat de tienjarige Nicolaus met 20.000 kinderen op pad. Ze gaan naar de Middellandse Zee. Deze zou wijken voor de jonge kruisvaarders. Dit gebeurt niet en per schip gaat de tocht verder. Schipbreuk speelt hen parten en de kinderen worden als slaven in Algerije verkocht. Protestantse afscheidingen Al vóór de 16e eeuw zijn er christenen in opstand gekomen tegen het gezag van de paus. Ze protesteren tegen de vervolgingen van de Inquisitie, een kerkelijke rechtbank. Maar in de eerste helft van de 16e eeuw neemt het verzet pas echt grote vormen aan. Dit is de tijd van de Reformatie of hervorming. Drie grote groepen christenen scheiden zich van Rome af.
Maarten Luther, een augustijner monnik, raakt
op diverse fronten in onenigheid met de kerk. Op 31 oktober 1517 spijkert hij op de deur van de kerk in Wittenberg Duitsland een plakkaat waarop hij zijn standpunten bekend maakt. Dit is symbolisch het begin van het protestantisme. In 1521 breekt hij met Rome. Hij trouwt met een uitgetreden non, Katharina von Bora op 13 juni 1525. Luther heeft het Oude Testament van het latijn naar de volkstaal omgezet en in druk genomen. Deze drukpers zorgt ervoor dat Luther erg groot wordt in zijn gedachtengoed. Hij wordt in 1546 in de slotkerk te Wittenberg begraven. 10
Maarten Luther
In Frankrijk sticht Johannes Calvijn ook een
protestantse beweging. Eerst is hij roomskatholiek, maar in 1533 keert hij zich van de kerk van Rome af. Hij zet zijn ideeën over God en geloof uiteen in het boek Onderricht in het Christelijk Geloof. Eerst komt er een Latijnse versie uit, in 1541 de Franse. Calvijn beweert dat alleen God zelf beslist wie naar de hemel gaat en wie naar de hel. Mensen hebben daar geen enkele invloed op. Hun eindbestemming ligt al vast, is dus voorbeschikt. Dankzij de Franse versie van zijn boek krijgt Calvijn snel aanhang in Frankrijk. De calvinisten worden er vervolgd door de koning en Calvijn wijkt uit naar Genève in Zwitserland. Het calvinisme weet zich in Duitsland en Nederland te handhaven. Nederlandse kolonisten brengen dit geloof over naar Zuid-Afrika en Noord-Amerika.
Johannes Calvijn
Koning Hendrik van Engeland wil
scheiden van zijn vrouw Catharina van Aragon, en daarna trouwen met een andere vrouw, Anna Boleyn. Deze is reeds zwanger van een geschikte troonopvolger. Dit verzoek ligt bij de paus sinds 1526, maar in 1533 breekt de koning met Rome. De toenmalige aartsbisschop Cranmer verklaart het huwelijk ongeldig en Hendrik VIII wordt hoofd van de nieuwe Anglicaanse kerk in Engeland. Hendriks opvolgster Mary Tudor weet de breuk met Rome weer te lijmen, omdat zijzelf roomskatholiek is gebleven. Maar onder Elizabeth I wordt de afscheiding definitief. De Anglicaanse kerk neemt de ideeën van de protestanten van het vasteland over. De kerk moedigt bijvoorbeeld het zelf thuis lezen van de Bijbel aan door een Engelse vertaling ervan in grote oplage uit te geven.
Koning Hendrik VIII van Engeland
11
De rooms-katholieke kerk en staatshoofden die Rome trouw blijven, slaan keihard terug. Dat wordt de Contra-Reformatie genoemd. In Nederland vervolgt de Spaanse landvoogd Alva in opdracht van zijn koning Filips II op bloedige wijze de protestanten. In Parijs worden in 1572 in één nacht tijd 30.000 protestanten vermoord, in de Bartholomeüsnacht. De vervolgingen leiden tot de Dertigjarige Oorlog in Duitsland (1618-1648) en de Tachtigjarige Oorlog in Nederland (1568-1648). Tijdens deze oorlog, die eigenlijk al in 1566 begint met een opstand (de Beeldenstorm), wordt Nederland onafhankelijk van het rooms-katholieke Spanje.
Spaanse Hertog van Alva
Tot halverwege de 20e eeuw bepalen geloof en kerk bij christenen het dagelijkse leven. Vanaf omstreeks 1950 houden steeds meer christenen op te praktiseren (= hun geloof in praktijk brengen). De redenen hiervoor zijn verschillend: de geloofsregels zijn te streng, de kerk is te onverdraagzaam naar andere groepen christenen en niet-christenen, of de gelovigen volgen liever hun eigen geweten dan de boodschap van de kerk. De kerken proberen deze trend te keren. De roomskatholieke kerk roept het Tweede Vaticaanse Concilie bijeen. Dit concilie is een vergadering van kardinalen en bisschoppen, van 1962 tot 1965. Het concilie laat nagaan waarom steeds minder mensen zich aangesproken voelen door de boodschap van de kerk. Stijgende welvaart en betere scholing zijn mogelijke oorzaken. Het Concilie stelt voor om meer verdraagzaam te zijn jegens andere godsdienstige groepen. Ook zouden mensen meer een beroep mogen doen op hun eigen geweten.
Bartholomeüsnacht
Ook moeten rooms-katholieke kerkdiensten voor gelovigen toegankelijker worden. Tot dan toe wordt vooral Latijn gebruikt; alleen de lezingen en de preek zijn in de taal van het land waar de dienst gehouden wordt. Na het Concilie wordt voor de hele dienst steeds meer de taal van het land gebruikt.
12
CHRISTENDOM IN HET DAGELIJKSE LEVEN De Bijbel Het woord Bijbel komt van het Griekse woord biblia en dat betekent boeken. De Bijbel bevat twee delen:
Het Oude Testament, dat bij de jo-
den Tenach heet. Dit boek bestond al ten tijde van het leven van Jezus en is door de christenen overgenomen. Het bevat onder meer boeken van verschillende joodse profeten, de Psalmen, de Kronieken en de Spreuken.
Het Nieuwe Testament met de vier evangelies, de
Handelingen van de Apostelen, de Brieven die kerkleiders als Paulus aan christelijke gemeenten hebben gestuurd en het boek Openbaringen van Johannes. Alle geschriften van het Nieuwe Testament zijn geschreven tussen 50 en 130 n. Chr. Het evangelie van Marcus is het oudste en dat van Johannes het nieuwste. Marcus schreef voor joden die christenen waren geworden, de andere evangelies en de Handelingen zijn geschreven voor mensen die een andere godsdienst aanhingen dan de joodse. De Brieven en de Openbaringen zijn geschreven voor christenen.
Het joodse heilige boek, de Thora, wordt nooit vertaald en kan alleen in het Hebreeuws gelezen worden. Het heilige boek van de moslims, de Koran, wordt wel vertaald maar de vertaling wordt dan steeds samen met de tekst in de oorspronkelijke taal, het Arabisch, uitgegeven. Het heilige boek van de christenen, de Bijbel, is in de loop van de tijd in meer dan 3.000 talen vertaald. De oudste vertaling vanuit het Hebreeuws en Grieks, is de Vulgata, een vertaling in het Latijn, de taal van de Romeinen van de eerste eeuw na Chr. Door al die vertalingen is de Bijbel door iedereen te lezen en dat helpt bij de verspreiding van het christelijk geloof.
13
Gebed en kerkdienst Net als joden en moslims nemen christenen regelmatig de tijd om te bidden. Dat doen ze bij het opstaan en ‘s avonds, en ook aan het begin en het einde van een maaltijd. Op christelijke scholen wordt ook gebeden, door leraar en leerlingen voor en na de lessen. De bekendste gebeden zijn het Onze Vader en het Wees Gegroet. Het ‘Onze Vader’ is voor het eerst door Jezus uitgesproken als zijn volgelingen hem vragen hoe te bidden tot God (Mattheus 6, 9-13). Het ‘Wees Gegroet’ is van Elisabeth, de nicht van Maria, de moeder van Jezus. Als Elisabeth bij Maria op bezoek is, prijst zij de vrouw die zwanger is van Gods zoon. Het bidden kan ook via een rozenkrans gaan, een snoer van kralen. Elke kraal stelt een ‘Onze Vader’ of een ‘Wees Gegroet’ voor of een ander gebed. De kralen helpen na te gaan of je ieder gebed hebt uitgesproken. De gebeden worden bij het bidden van de rozenkrans vaak herhaald. Dit zorgt voor rust en inkeer. Bidden doen christenen meestal geknield, soms staand of zittend. Bidden, en ook zingen, doen christenen niet alleen thuis, maar ook gezamenlijk in de kerk. Een geestelijke leidt dan de gebedsdienst. Bij protestanten is dat een dominee, bij rooms-katholieken een pastoor. Meestal vindt de gebedsdienst op zondag plaats, maar bij een doop, huwelijk of uitvaart ook op andere dagen van de week. Tijdens de dienst wordt de geestelijke bijgestaan door één of meer helpers en een voorzanger. De dienst wordt bij de rooms-katholieken een eucharistieviering genoemd. Zij bestaat uit twee delen: de dienst van het woord en de dienst van de maaltijd. De dienst van het woord bevat een lezing uit het Oude en uit het Nieuwe Testament, een preek en het opzeggen of zingen van de geloofsbelijdenis. De lezing gaat over een bepaald thema en de preek licht dat thema verder toe.
14
De dienst van de maaltijd is het vieren van het Laatste Avondmaal dat Jezus met zijn volgelingen heeft gehouden op de avond voor zijn lijden en dood. Tijdens deze maaltijd deelde Jezus brood uit onder zijn volgelingen en liet hij een beker met wijn rondgaan. De priester doet dat symbolisch ook: hij deelt brood of hosties uit en soms ook wijn onder de deelnemers van de dienst. Tussen de gebeden en lezingen in worden gezamenlijk of door een koor liederen gezongen. Deelnemers aan de dienst krijgen de tekst van de viering en een boek waar liederen in staan om mee te kunnen zingen en bidden. Gebeden (en ook liederen) zijn gebundeld in boeken die in kerken en kloosters gebruikt worden. Er zijn vijf soorten gebeden:
lofprijzingen voor God dankbetuigingen gebeden voor boetedoening gebeden om Gods hulp te vragen gebeden om God te vragen iets voor iemand anders te doen
Leden van kloosters, monniken en zusters, brengen de dag door met gebed, lezen in de Bijbel en houden gezamenlijke vieringen. Monniken of kloosterlingen (zoals ze bij de rooms-katholieken heten) houden ook andere gezamenlijke gebedsdiensten. Ze bidden of zingen dan de Getijden. Dat zijn zeven verschillende gebeden. Die worden in een vaste volgorde en op vaste tijdstippen verspreid over de dag uitgesproken of gezongen. Jezus zegt dat waar twee of drie mensen in zijn naam samenkomen Hij ook aanwezig zal zijn. Dat kan bij iemand thuis zijn, maar ook in een gebouw dat voor bijeenkomsten van christenen gebruikt wordt. Dat is dan een kerk. Het woord ‘kerk’ betekent oorspronkelijk ‘huis van de Heer’. Een kerk is dus een plaats waar je vlakbij God en Jezus kunt zijn. Het is ook een ontmoetingsplaats voor mensen uit de gemeente. Meestal komen mensen bijeen voor een viering, maar ook worden er mensen gedoopt, huwelijken gesloten en zijn er uitvaartdiensten voor overleden gemeenteleden.
15
Kerken hebben min of meer dezelfde indeling. Bij een rooms-katholieke kerk staat vooraan in de kerk, vaak op een verhoging, het altaar. Achter het altaar staat een tabernakel waar brood en wijn worden bewaard. Ook staat of hangt er een kruisbeeld. Naast het altaar staat een standaard waar een bijbel op gelegd kan worden tijdens een lezing. De deelnemers aan de dienst nemen plaats in het midden en in de zijbeuken van de kerk, voor een koor is vaak een vak vooraan bij het altaar ingeruimd. In de zijbeuken zijn in rooms-katholieke kerken biechtstoelen aangebracht. De meeste kerken (ook de protestantse kerken) hebben ook een orgel dat voor de begeleiding van gezangen wordt gebruikt. Naast de eigenlijke gebedsruimte bevindt zich een toren met klokken die worden geluid als een gebedsdienst gaat beginnen. Het luiden dient als oproep om naar de kerk te komen. In de toren is een uurwerk aanwezig en bij oude kerken is bovenop de toren een weerhaan geplaatst die de richting van de wind aangeeft. Naast de roomskatholieke kerk is ook de woning van de pastoor gebouwd. In Nederland is goed te zien of een kerk voor rooms-katholieke of voor protestantse gebedsdiensten gebruikt wordt. Zijn er beelden en schilderijen te vinden, dan wordt het gebouw door rooms-katholieken gebruikt. Protestanten willen meestal alleen een kruisbeeld in de kerk hebben. Bij rooms-katholieken en anglicanen zijn er kerken die kathedralen genoemd worden. Een kathedraal is de kerk waar een bisschop werkt. Geestelijkheid Al in de derde eeuw kent de rooms-katholieke kerk de rangorde onder geestelijken die we nu kennen (zie ook pag. 8). Ook bij de oostersorthodoxe kerken is dat het geval. Aan het hoofd van een oosters-orthodoxe kerk staat een patriarch. In Moskou bijvoorbeeld woont de patriarch van de Russisch-orthodoxe kerk. Aan het hoofd van de rooms-katholieke kerk staat de paus. Hij woont in Vaticaanstad (in Rome). De paus wordt gekozen voor het leven. Als de paus sterft, komen alle kardinalen (hoofden van kerkprovincies) bijeen om in conclaaf (= samenkomst) een van hen tot zijn opvolger te kiezen.
16
De paus is tevens de bisschop van Rome. De paus wordt in iedere kerkprovincie vertegenwoordigd door een kardinaal. Elke kerkprovincie is verdeeld in bisdommen, die ieder door een bisschop worden bestuurd. De bisschop heeft diakens, abten van kloosters en pastoors onder zich. Iedere pastoor bestuurt een parochie. Naast de pastoor werken in de parochies één of meer diakens. Die staan leden van de parochie bij in geval van ziekte of armoede. Protestantse kerken hebben net als het jodendom en de islam een minder uitgewerkte rangorde. Alleen die van de anglicaanse kerk lijkt op die van de rooms-katholieke en oosters-orthodoxe kerken. Maar bij de anglicaanse kerk is het staatshoofd (nu: Koningin Elizabeth II), en niet een geestelijke, leider van de kerk. Sacramenten Een sacrament is een gewijde handeling binnen de christelijke kerk. Er zijn zeven sacramenten:
De doop. Door onderdompeling of besprenkeling met wa-
ter wordt een mens in de christelijke gemeenschap opgenomen. Bij de doop wordt de mens symbolisch schoongewassen van zonden.
De belijdenis (protestants) of het vormsel (katholiek). Dit
is een hernieuwing van de doop. Olie wordt op het voorhoofd van de vormelingen gewreven. Dit vindt plaats op een leeftijd van ongeveer 12 jaar bij katholieken en vanaf 18 jaar (als je volwassen bent) bij protestanten.
Het avondmaal (protestants) of de eucharistie (katho-
liek). Rooms-katholieke kinderen mogen als ze 8 of 9 jaar oud zijn voor het eerst aan de avondmaalviering meedoen: de eerste communie. Er worden hosties uitgedeeld, schijfjes ongezuurd tarwemeel, en er gaat een beker wijn rond. Protestanten houden dit avondmaal éénmaal per maand terwijl katholieken en orthodoxen deze wekelijks opvoeren.
De boetedoening. De biecht is het spreken met de priester in de biechtstoel over zonden en spijt. De priester schenkt namens God vergeving, al moet de biechteling wel een penitentie doen (= lichte straf, zoals het uitspreken van gebeden of het doen van een goede daad).
Het huwelijk van man en vrouw. Het huwelijk wordt in de kerk tijdens een gebedsdienst gesloten. Man en vrouw beloven elkaar trouw in voor– en tegenspoed zolang beide partners leven. Bij de protestanten spreekt men van de inzegening van een huwelijk. Het huwelijk zelf is bij hen geen sacrament. 17
De wijding van een priester houdt in dat de pries-
ter trouw belooft aan God. Rooms-katholieke priesters beloven ook niet te trouwen (= de gelofte van het celibaat). En ze beloven niet met een vrouw of man te vrijen, de gelofte van kuisheid. Protestantse dominees hoeven deze geloftes niet af te leggen.
Het heilig oliesel dient de priester toe aan mensen die ernstig ziek zijn en kans lopen de ziekte niet te overleven. Het is dus niet altijd zo dat wie het oliesel krijgt ook spoedig sterft. De priester brengt olie aan op het voorhoofd van de zieke.
Rooms-katholieken en oosters-orthodoxen kennen alle zeven sacramenten. Protestanten alleen de doop , de belijdenis en het avondmaal . Feestdagen Sommige feestdagen vallen op vaste dagen in het jaar. Maar andere vallen ieder jaar op een andere dag. Dat zijn de feestdagen van de paascyclus. Hiertoe behoren de volgende feestdagen: Carnaval wordt alleen door rooms-katholieken gevierd. Het is een feest van uitbundigheid en vrolijkheid waarbij mensen zich verkleden. Ze brengen de avond door met dans en muziek (en drank!) en het feest wordt geleid door een Prins Carnaval. Het feest is oorspronkelijk een Romeins feest geweest, de saturnaliën ter ere van de god Saturnus. Het Carnaval bereikt zijn hoogtepunt op de avond voor Aswoensdag. Aswoensdag is ook een rooms-katholieke dag. Het is een dag van inkeer en het begin van de vastentijd of veertigdagentijd. Op deze dag staan veel rooms-katholieken stil bij het feit dat iedereen een keer doodgaat. De veertigdagentijd is de tijd tussen Aswoensdag en Pasen. Als boetedoening en om gehoorzaamheid aan de kerk te tonen, vasten rooms-katholieken. Vasten is het eten van slechts één volledige maaltijd per dag. Er is ook onthouding; het niet eten van vlees. Vis, eieren en zuivelproducten zijn wel toegestaan. Dit gebeurt op vrijdag, de dag waarop Jezus aan het kruis is gestorven en op Aswoensdag. Moslims hebben ook een vastenmaand. Die heet bij hen ramadan. 18
Op Palmzondag, een week voor Pasen, gedenken christenen hoe Jezus op een ezel Jeruzalem binnenreed en door een enthousiaste menigte met palmtakken werd begroet. De mensen dachten toen dat Hij een koning was die Kanaän zou bevrijden van de Romeinen. Witte Donderdag is de dag van het Laatste Avondmaal van Jezus en zijn apostelen. Goede Vrijdag is de herdenking van Jezus’ dood aan het kruis. De tweede en derde dag na Goede Vrijdag vieren de christenen Pasen, de Opstanding van Jezus uit de dood. Op Hemelvaartsdag wordt herdacht hoe Jezus voor de ogen van zijn apostelen naar de hemel werd gevoerd. Deze dag valt veertig dagen na Pasen. Pinksteren tenslotte is de dag waarop de Heilige Geest zich kenbaar maakte aan de apostelen in de vorm van vuurtongen. De Heilige Geest zou hen helpen met hun verkondiging en alle mensen bijstaan totdat Jezus weer op aarde verschijnt. Pinksteren valt vijftig dagen na Pasen; het woord is afgeleid van het Griekse woord ‘pentacosta’ voor ‘vijftig dagen’. Pasen valt op de eerste zondag na de eerste volle maan van de lente. De vroegste dag waarop Pasen kan vallen is 22 maart en de laatste op 24 april. De belangrijkste feestdagen die altijd op dezelfde dag in het jaar vallen zijn de volgende: De eerste zondag van de advent. Dat is een periode van vier of vijf weken tot Kerstmis waar altijd vier zondagen in vallen. Het is de tijd van het wachten op de komst van de Messias. Op deze dag begint een nieuw kerkelijk jaar. De Onbevlekte Ontvangenis is op 8 december. Dan wordt door rooms-katholieken herdacht dat Jezus door God is verwekt bij de Maagd Maria, en niet door een mens. Met Kerstmis wordt de geboortedag van Jezus gevierd. Het feest is op 25 december (1e Kerstdag, de eigenlijke geboortedag) en 26 december (2e kerstdag). Oorspronkelijk is het een Germaans feest. 19
Bij dit Germaanse feest wordt het weer langer worden van het licht overdag en dus het naderende einde van de donkere winter gevierd. Bij het feest worden huizen versierd met takken van altijdgroene planten en dennenbomen. De kerstboom die in de meeste huiskamers en op pleinen in de stad wordt opgezet, herinnert aan dit Germaanse gebruik. Rooms-katholieken vieren op 6 januari Driekoningen. Op deze dag wordt herdacht hoe drie koningen uit verschillende landen naar Bethlehem kwamen met geschenken om Jezus te begroeten. Oosters-orthodoxen vieren op deze dag de Theofania. Dat is de doop van Jezus door Johannes de Doper. Rooms-katholieke feestdagen Maria Hemelvaart valt op 15 augustus. Op die dag wordt herdacht hoe Maria naar God terugkeerde, op dezelfde wijze als Jezus. Maria Geboorte, de geboortedag van Maria, valt op 8 september. Allerheiligen, verering van alle heiligen, en Allerzielen, gedenken van overleden familieleden en vrienden, worden 1 en 2 november gevierd. Protestantse feestdagen Protestanten houden op de tweede woensdag van maart de biddag voor gewas en arbeid. Op de eerste woensdag van november hebben ze hun dankdag voor gewas en arbeid. Op de biddag danken ze voor een goede oogst, op de dankdag bedanken ze voor de oogst. Naast de bovenbeschreven feestdagen zijn er ook feestdagen voor heiligen. Die worden door rooms-katholieken en oosters-orthodoxen gevierd. De bekendste zijn die van Johannes de Doper op 24 juni en Sint Nicolaas op 6 december. Jaartellingen zijn er in verschillende soorten. De vijf wereldgodsdiensten hebben allen een verschillende. De christelijke jaartelling, of de Anno Domini-jaartelling, is zo ingesteld dat de geboorte van Jezus Christus als startpunt wordt aangehouden. Het jaar nul bestaat niet. Dionysius Exiguus was degene die deze jaartelling introduceerde, in het jaar 525. 20
CHRISTENDOM WERELDWIJD Het christendom is ontstaan in Palestina (zie pag. 4). De apostelen trekken rond om het christendom te verspreiden. Ze bezoeken het tegenwoordige Turkije, Griekenland en Italië en het christendom neemt vorm aan. Het Romeinse rijk ontkent in eerste instantie het christendom en vervolgt het zelfs. Dan neemt keizer Constantijn het christendom aan als staatsgodsdienst voor heel het Romeinse rijk. Het christendom groeit (zie ook pag. 4-7). Het noorden van Europa is dan nog geheel onbekend met het christendom. De Vikingen, rovers uit Scandinavië, komen tijdens hun strooptochten (tussen 800 en 1100), het christendom tegen. Vanaf eind 15e eeuw brengen Portugese, Spaanse, Nederlandse en Engelse kolonisten het christendom naar alle werelddelen. Zeevaarders als Columbus en Magelhaen krijgen de opdracht om nieuwe gebieden voor hun vaderland in bezit te nemen én de bevolking van die gebieden tot het christendom te bekeren. Als vanaf de 17e eeuw het Britse rijk een groot deel van de wereld aan zich onderwerpt, verspreidt het christendom zich nog sneller. Alleen in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en in grote delen van Azië krijgen de christenen geen voet aan de grond. Het christendom vindt het belangrijk om nietchristenen te overtuigen christen te worden. Dat heet zending (bij de protestanten) of missie (bij de katholieken). Sommige geestelijken wijden hun hele leven aan zending of missie. Deze zendingsdrang ontaardde vroeger soms in vervolging van mensen die tot een andere kerk behoren of helemaal geen christen (willen) zijn. Vooral joden zijn slachtoffer geweest van vervolgingen en zelfs van massamoord. Ook voeren verschillende christelijke groepen soms oorlog met elkaar, zoals tot voor kort in NoordIerland. De zending en missie helpen de Bijbel in allerlei talen uit te laten komen, en de vertaling helpt weer bij het verder verspreiden van het christelijke geloof. De Bijbel is zelfs vertaald in de talen van indianenvolken van Brazilië en de talen van Irian Jaya en Papoea Nieuw-Guinea. 21
Christoffel Columbus
CHRISTENDOM IN NEDERLAND In de 8e eeuw brengen twee monniken uit Engeland, Willibrordus en Bonifatius, het christendom naar Nederland. In die tijd hangt de bevolking de Germaanse godsdienst aan met Wodan als oppergod. Bij hun erediensten spelen heilige bomen een grote rol. Als Bonifatius bij Dokkum in 754 een heilige boom omhakt, wordt hij door bewoners van het dorp vermoord. Na deze zendelingen komen nog meer monniken naar wat nu Nederland is om de bevolking te bekeren. Na verloop van tijd is vrijwel iedereen christen. Tot in de 16e eeuw staan alle Nederlandse christelijke gemeenschappen onder gezag van de paus in Rome. In die tijd maken de Nederlanden deel uit van het Heilige Roomse Rijk met Karel V als staatshoofd. Na diens dood in 1555 volgt zijn zoon Philips II hem op. Die verplaatst zijn hof van Wenen naar Madrid en vanuit Brussel bestuurt een landvoogd Nederland. Meer en meer mensen sluiten zich aan bij de kerken van Luther en Calvijn. Alva, sinds Beeldenstorm 1568 landvoogd, gaat hier bloedig tegenin. In 1566 vindt de Beeldenstorm plaats; protestantse rebellen, dieven en ook plunderaars trekken het land door en nemen kerken en kloosters in bezit. De Tachtigjarige Oorlog begint. Er ontstaat een afscheidingsbeweging van de Geuzen (Gueux, Frans voor bedelaars). De Watergeuzen binden de strijd aan met de Spaanse vloot en Bosgeuzen met de Spaanse landtroepen. De strijd wordt geleid door Willem van Oranje. Nadat Willem van Oranje in 1584 is vermoord, zetten zijn zonen Maurits en Frederik Hendrik de oorlog voort. De oorlog duurt tot de Vrede van Münster in 1648 met een onderbreking van twaalf jaar van 1609 tot 1621. In 1579 wordt de Unie van Utrecht opgericht waarin de zeven noordelijke provincies van Nederland zich aaneensluiten. Deze unie groeit uit tot de Republiek die bij de Vrede van Münster als zelfstandige staat wordt erkend. Noord-Brabant en Limburg worden pas later bij Nederland gevoegd. In 1651 wordt de protestantse kerk, dan Nederlandse Hervormde kerk genaamd, de staatskerk. De rooms-katholieken verliezen hun vrijheid van godsdienst. Die krijgen ze terug als Frankrijk in 1795 Nederland bezet. 22
Willem van Oranje
In 1813 wordt de godsdienstvrijheid weer ingeperkt als Nederland weer zelfstandig wordt onder koning Willem I. In 1848 komt in de Grondwet de bepaling dat iedereen vrijheid van godsdienst heeft en die bepaling geldt nog steeds. Maar de Nederlandse Hervormde kerk blijft de toon aangeven, mede doordat het Koningshuis zelf bij deze kerk hoort. Verzuiling Reeds vóór 1848, maar vooral daarna, ontstaan binnen de Nederlandse Hervormde kerk allerlei stromingen die elkaar soms fel bestrijden. Er ontstaan twee hoofdstromingen: hervormden en gereformeerden. Hervormden zijn vaker gematigder. Ze houden zich minder vast aan de ‘rechtzinnige’ traditie(s), Ze beroepen zich op de geloofsregels van Calvijn. Gereformeerden zijn vaak streng in de leer. Zij beroepen zich ook op Calvijn. Daarnaast is er de evangelisch-Lutherse kerk, een veel kleinere kerk in Nederland, die zich beroept op de geloofsregels van Luther. Binnen de rooms-katholieke kerk rijst verzet tegen de overheersing door de protestanten in Nederland. Schrijvers, kunstenaars en journalisten richten rooms-katholieke tijdschriften op en stichten bibliotheken. Geestelijken stichten scholen en internaten. Het opzetten van eigen rooms-katholieke scholen, clubs en media gaat steeds verder en ook gemeentes van de Nederlands Hervormde kerk zetten hun eigen voorzieningen op. Iedere godsdienstige groep krijgt haar eigen scholen, kranten, bibliotheken en politieke partijen. Dit heet verzuiling. De zuil van de rooms-katholieke groep bijvoorbeeld omvat De Volkskrant, de Rooms-Katholieke Staatspartij Nederland (later Katholieke Volkspartij KVP, in 1977 opgegaan in het CDA) en de Katholieke Radio Omroep (KRO). De zuil van de protestantse groep omvat onder meer de Christelijk-Historische Unie (CHU) en de Anti-Revolutionaire Partij (ARP, beide later opgegaan in het CDA) en de Nederlandse Christelijke Radio Vereniging (NCRV). Iedere godsdienstige groepering heeft ook eigen clubs voor sport, vrije tijd, cultuur en jeugdwerk. De zuilen gaan weinig met elkaar om. Katholieken doen hun boodschappen bij katholieke winkeliers en protestanten bij protestantse winkeliers. 23
Koning Willem I
Losser van de kerk: ontzuiling Vanaf halverwege de vorige eeuw houden mensen zich minder streng aan het christelijk geloof. De zuilen hebben steeds minder te vertellen. Dit noemt men ontzuiling. Zo worden in 1977 de Katholieke Volkspartij (KVP), Christelijke-Historische Unie (CHU) en Anti-Revolutionaire Partij (ARP) ondergebracht in het Christelijk Democratisch Appèl (CDA). In de politiek zijn de zuilen samengegaan. Ontzuiling is ook bij de kranten te zien. Zo is de Volkskrant een krant geworden voor lezers met een hoge opleiding die zich tot het socialisme en andere progressieve politieke stromingen aangetrokken voelen. Het is dus geen rooms-katholieke krant meer. De laatste ontwikkeling bij de protestanten is het samengaan van drie kerken. De Nederlandse Hervormde Kerk, De Gereformeerde Kerken en De EvangelischLutherse Kerk zijn sinds 1 mei 2004 verenigd in De Protestantse Kerk in Nederland. Deze kerken hebben nog ‘Samen op Weg Kerken’ geheten. Dit was vóór de term ‘De Protestantse Kerk in Nederland’ zijn intrede deed. Het aantal protestanten in Nederland is ongeveer even groot als het aantal rooms-katholieken. Ook zijn er groepen allochtonen die nieuwe kerken hebben gesticht in Nederland. Dat zijn bijvoorbeeld de Molukse Evangelische kerk en de Surinaamse Evangelische Broedergemeenschap. Tegen de trends van ontzuiling in is de (protestantse) Evangelische Omroep onder jongeren steeds populairder geworden; de jaarlijkse EO-jongerendagen trekken elk jaar meer bezoekers.
24
AANTEKENINGEN
25
26
MEER OP INTERNET Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt. Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je het beste je spreekbeurt kunt inkleden. Ook vind je daar een website met nuttige links die horen bij dit scriptiepakket. Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.
27
SCRIPTIESERVICE De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu en Mensenrechten. Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons. Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/ werkstuk en bij dit pakket is er een website met aanvullende informatie, nuttige links en voor de leerkrachten een (groeps-)opdracht voor in de klas.
De versie op papier is te bestellen bij: Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
Schoolmediatheken, (jeugd)bibliotheken en documentatiecentra kunnen een abonnement op de scriptieservice nemen en ontvangen dan per jaar vijf nieuwe titels.