Bijlage nr.
:
63 - 2006
Onderwerp
:
Asbestsanering perceel de Kuilen
AAN de gemeenteraad;
Inleiding. Aankoop Op 24 maart 1994 heeft de gemeenteraad besloten tot aankoop van een perceelsgedeelte met bedrijfsgebouw, eigendom van de heer P. van der Maat, en gelegen aan de Kuilen 3 D. Op dit perceel bevindt zich een bedrijfsgebouw. Een gedeelte van het voorterrein is voorzien van een asfaltlaag, een hierop aansluitend gedeelte is halfverhard met puin en het overige gedeelte is weiland. Doel van deze aankoop was om de zeer ongewenste bedrijfsactiviteiten (transportbedrijf) ter plaatse te beëindigen. Het transportbedrijf is na aankoop verplaatst naar het bedrijventerrein Ekkersrijt. In het raadsvoorstel is nog toegelicht, dat na de verwerving in overleg getreden zal worden met de kandidaat-koper om een ander bestaande ruimtelijk knelpunt op te kunnen lossen. In het koopcontract is vastgelegd, dat vóór de notariële overdracht een indicatief bodemonderzoek ingesteld zal worden naar mogelijke verontreinigingen. Indien uit het onderzoek mocht blijken, dat de toetsingswaarden worden overschreden, kan de overeenkomst worden ontbonden. Dit onderzoek is ingesteld en de resultaten zijn vastgelegd in het rapport van 10 mei 1994. Geconcludeerd werd, dat “buiten de lichte verontreiniging van de puinverharding met zware metalen en enige lichte verontreiniging met olie ter plaatse van de bovengrondse opslagtank bij het bedrijfsgebouw, het terrein geschikt lijkt voor een toekomstige agrarische bestemming.” In de notariële akte van overdracht is nog de bepaling opgenomen; “uit het gehouden bodemonderzoek is gebleken, dat de gevonden (lichte) verontreinigingen redelijkerwijs niet onaanvaardbaar zijn te achten. Niet gesignaleerde verontreinigingen zijn voor koper (gemeente).” Op 30 juni 1994 is de notariële akte gepasseerd. Verkoop Vervolgens heeft overleg plaats gevonden met de heer J. van Wanrooij. Betrokkene exploiteerde een kwekerij op zijn percelen sectie E nrs. 304 en 305, gelegen in het Dommeldal nabij de Breugelse kerk. Het gebruik van deze percelen als (boom)kwekerij was niet expliciet in strijd met het toen geldende bestemmingsplan, Uit een oogpunt van milieu- en natuurbelangen was een dergelijk grondgebruik echter zeer ongewenst. In het kader van het overleg hebben wij nog een drietal aanvullende onderzoeken laten uitvoeren naar de aard en omvang van de verontreiniging. Uit deze aanvullende onderzoeken is niet gebleken, dat de grond ongeschikt zou zijn voor het beoogde gebruik of anderszins vervuild. Ook de Plantenziektekundige Dienst van het ministerie van landbouw, Natuurbeheer en Visserij heeft onderzoek ingesteld en een z.g. AM-verklaring afgegeven.
H:\001_Alg\06-0011405_RVFD.doc
Dit betekent, dat de grond is onderzocht en vrij bevonden is van levende besmetting met het aardappelcysteaaltje. Vervolgens is overeenstemming bereikt over een grondruil, waarbij de gemeente de percelen in het Dommeldal en de heer Van Wanrooij het terreingedeelte aan de Kuilen in eigendom verkrijgt voor het exploiteren van een kwekerij en tuincentrum. De notariële akte van overdracht is gepasseerd op 14 november 1997. In de akte van ruiling is m.b.t. het door de gemeente over te dragen perceel de volgende bijzondere bepaling opgenomen. “Uit de gehouden onderzoeken blijkt, dat de gevonden lichte verontreinigingen geen gevaar “opleveren voor de volksgezondheid en het milieu en derhalve geen beperkingen opleveren ten “aanzien van het beoogde gebruik. “Indien echter de licht verontreinigde puin en/of grond afgevoerd wordt, kan deze niet zonder meer worden hergebruikt. “In verband hiermee komen partijen overeen, dat indien binnen vijf jaar na heden (datum notariële akte) puin en/of verontreinigde grond wordt afgevoerd, de extra afvoer- en stortkosten voor rekening van de gemeente zullen komen. Asbestverontreiniging. Omdat in hoofdlijnen reeds overeenstemming was bereikt hebben wij vooruitlopend op de notariële overdracht bij brief van 6 oktober 1995 er mee ingestemd, dat de gronden aan de Kuilen door koper in gebruik worden genomen. Bij brief 22 oktober 1999 heeft mevr. Mr. C. Vrencken, advocaat, namens de heer Van Wanrooij de gemeente aansprakelijk gesteld voor de in de bodem aangetroffen asbestverontreiniging. Een schadeclaim is ingediend van € 441.718--. De aansprakelijkstelling betrof sanering van de gehele puinlaag en het opnieuw asfalteren van het voorterrein. Aansprakelijkheid. De gemeente heeft als verkopende partij in meer dan voldoende mate voldaan aan haar meldingsplicht. In totaal zijn geheel conform de wettelijke regels 4 bodemonderzoeken uitgevoerd. Daarbij (grondboringen) is echter de aanwezigheid van asbest niet geconstateerd. Indien asbest vermoed zou zijn geweest, dan had men een daarop gericht onderzoek moeten verrichten en proefsleuven moeten graven. Daartoe bestond evenwel geen aanleiding. Het perceelsgedeelte met halfverharding met de zich daarin bevindende asbest is saneringsplichtig. Dit geldt niet voor het terreingedeelte, dat voorzien is van asfaltverharding met daaronder een puinlaag met asbest. Het betreft hier gebonden asbest, dat geheel met asfalt afgedekt is en voor de volksgezondheid geen enkel risico kan opleveren. Bovendien is het de bedoeling de asfaltverharding te handhaven t.b.v. opslag en parkeren. Er was naar ons oordeel geen enkele noodzaak om de puinlaag onder de asfaltverharding te saneren. Bij brief van 27 september 2000 hebben wij iedere aansprakelijkheid afgewezen. Wel hebben wij ons daarin bereid verklaard om in de geest van de gesloten overeenkomst (gemeente was verplicht bij te dragen in de extra kosten van het eventueel ruimen van puin i.v.m. olieverontreiniging) en uitsluitend uit coulance bij te dragen in de extra kosten van de verwijdering van het puin i.v.m. de aanwezigheid van asbest. Dit aanbod en ook ons latere aanbod om de totale kosten van sanering van het halfverhard terreingedeelte te vergoeden is afgewezen.
2
Civiele procedure I. Bij deurwaardersexploit van 15 augustus 2001 heeft de heer Van Wanrooij de gemeente voor de rechtbank gedagvaard met de vordering, dat gemeente veroordeeld wordt voor tot betaling van de kosten van sanering van de gehele puinlaag, die begroot zijn op € 378.906,--. Uiteraard zijn partijen in overleg gebleven om te trachten deze kwestie in der minne op te lossen. Vaststellingsovereenkomst. Op 18 november 2004 is overeenstemming bereikt over de asbestsanering. De volgende afspraken zijn vastgelegd in de Vaststellingsovereenkomst: 1. de gemeente zal voor haar rekening de asbestverontreiniging in het halfverhard terreingedeelte saneren overeenkomstig het plan van aanpak. 2. De asbestverontreiniging, die zich bevindt onder de asfaltlaag wordt door Van Wanrooij geaccepteerd en zal door gemeente niet gesaneerd worden; 3. Alle door partijen gemaakte en nog te maken kosten m.b.t. asbestverontreiniging, blijven ieder voor hun deel voor rekening van partijen; 4. De civiele procedure m.b.t. de asbestverontreiniging wordt geroyeerd. Uiteraard kunnen partijen, ook indien de werkelijke kosten van sanering aanzienlijk hoger zijn, niet van deze afspraken afwijken. Sanering. Op 11 april 2002 ontvingen wij een kostenraming voor sanering van het halfverhard terreingedeelte, inclusief de reeds door de heer Van Wanrooij ontgraven en in depot gezette gronden. De totale kosten zijn daarbij geraamd op € 111.970,-- (minimaal model) en € 209.534,-- (maximaal model). Het verschil tussen de minimale en maximale kosten wordt veroorzaakt door onzekerheid over de diepte van de noodzakelijke ontgraving en de hoeveelheid te verwerken puinafval. Ter voorkoming van verdere schade in de bedrijfsuitoefening hebben wij op 25 maart 2002 besloten om de Milieudienst opdracht te geven tot het saneren van de beide zanddepots en het uitgraven van een strook onder de asfaltverharding (i.v.m. aanleg nutsleidingen). De kosten hiervoor hebben € 28.500,-- bedragen (incl. BTW) en zijn reeds verwerkt in de jaarrekening van 2003. Op 23 november 2004 hebben wij de Milieudienst Regio Eindhoven opdracht gegeven om conform het Plan van Aanpak en de nieuwe kostenraming van in totaal € 66.400,-- , incl. BTW tot de uitvoering van de sanering van uitsluitend het halfverhard terreingedeelte over te gaan. Reeds kort na de start van de werkzaamheden (op13 december 2004) heeft de Milieudienst gemeld, dat de kosten aanzienlijk overschreden zullen worden en rekening moet worden gehouden met een bedrag van ten minste € 48.000,-- hogere kosten. Deze meerkosten worden veroorzaakt door een groter terreinoppervlak en een grotere laagdikte van het te saneren en af te voeren puin. Blijkens de ontvangen eindafrekening hebben de totale kosten van de asbestsanering in totaal € 155.440,79 bedragen. Er is dus sprake van een aanzienlijke overschrijding. Blijkens toelichting van de Milieudienst kan het verschil als volgt verklaard worden. Uitgegaan is van 810 m2, een puinlaag diepte van 0.75, inhoud van 600 m3 en tonnage van 1.020. De kosten hiervoor waren in februari 2004 geraamd op € 66.400,--. In werkelijkheid moest 1090 m2 ontgraven worden met een puinlaagdiepte van 1.55 m. Inhoud bedroeg 1689 m3 en de tonnage 2.843. De kosten hiervoor hebben € 155.440,79 bedragen.
3
De totale kosten van sanering hebben dus bedragen: € 28.500,-- (puindepots) + € 155.440,79 = € 183.940,--. Hiermee is wel gebleven binnen de oorspronkelijke raming van de Milieudienst van maximale kosten van € 209.534,--. Financieel Er is dus sprake van aanzienlijk hogere kosten voor sanering dan in tweede instantie geraamd Benodigde bedragen voor de sanering asbest zijn als volgt: Werkzaamheden door SRE Milieudienst totaal: € 155.440,79 Werkzaamheden Holland van Gijzen totaal: € 10.295,76 Juridische kosten van de nog lopende procedure: € 5.000,00 Totaal: € 170.736,58 In het verleden is er binnen de Algemene Reserve Flexibel Deel al € 56.500,00 gereserveerd voor de kosten van de sanering. Wij verzoeken dan ook om dit gereserveerde bedrag nu ter beschikking te stellen. Wij stellen voor om het verschil € 171.000,00 -/- € 56.500,00 = € 114.000,00 eveneens vanuit de Algemene Reserve Flexibel Deel ter beschikking te stellen. De stand van zaken van deze post is voldoende en bedraagt op dit moment 2.9 miljoen euro Subsidie. Op 30 juni 2005 heeft uw raad het Meerjarenontwikkelingsprogramma (MOP) Stedelijke vernieuwing vastgesteld. In het gemeentelijk Programma, dat onderdeel uitmaakt van het Regionaal Meerjarenontwikkelingsprogramma Regio Eindhoven, is opgenomen, dat in het kader van het milieubeleid de inspanningen gericht zullen zijn op sanering van gronden en met name de locatie aan de Kuilen. In totaal is voor de planperiode 2005-2010 voor bodemsanering een indicatief budget opgenomen van € 220.639,99. Wij zijn nog in overleg met het SRE of definitieve subsidietoekenning mogelijk is. Civiele procedure II Met betrekking tot de gesloten ruiltransactie willen wij nog het volgende toelichten. Onderdeel van de ruilovereenkomst is, dat de gemeente zich verplicht medewerking te verlenen voor het realiseren van een bedrijfswoning op het aan te kopen perceel aan de Kuilen. Aan deze inspanningsverplichting hebben wij voldaan, doch de door ons verleende bouwvergunningen zijn beide door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigd. Met de provincie wordt overleg gevoerd over de mogelijkheden tot aanpassing van het Streekplan, op grond waarvan een bouwplanprocedure voor een bedrijfswoning weer mogelijk zou zijn. toegestaan. In ieder geval staat wel vast, dat op korte termijn geen sprake zal kunnen zijn van een onherroepelijke bouwvergunning In de op 15 augustus 2001 aangespannen civiele procedure is naast de schadeclaim voor de asbestverontreiniging (na de vaststellingsovereenkomst is deze vordering geroyeerd) een tweede schadeclaim ingediend. Schade wordt gevorderd, omdat de gemeente niet zou hebben voldaan aan haar inspanningsverplichtingen m.b.t. het bouwen van een bedrijfswoning. Bij vonnis van 27 april 2005 heeft de Rechtbank deze vordering afgewezen. Tegen deze uitspraak is hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof. Als schadevergoeding wordt een bedrag van ongeveer € 300.000,-- gevorderd. Omdat de zaak nog “onder de rechter” is kunnen wij inhoudelijk hierop niet verder ingaan.
4
Uiteraard zullen wij na de uitspraak van het Gerechtshof u over deze zaak en eventuele financiële consequenties nader informeren. Beknopte samenvatting - Gemeente heeft na bodemonderzoek grond aangekocht. - Deze grond is, na aanvullende bodemonderzoeken doorverkocht. - Koper heeft na een aantal jaren bij het afgraven van grond asbest in de puinlaag geconstateerd Hiervoor heeft hij de gemeente aangesproken. - Aansprakelijkstelling van verkoper is juridisch geen optie. - Gemeente heeft aansprakelijkheid afgewezen. Wel heeft gemeente verantwoordelijkheid genomen voor de asbestverontreiniging van uitsluitend het halfverhard terreingedeelte - Gemeente heeft het depot gezet puinafval gesaneerd; de kosten bedroegen € 28.500,--. - Nadat de Vaststellingsovereenkomst is gesloten, waarbij gemeente zich verplicht heeft het halfverhard terreingedeelte te saneren, is de civiele procedure op dit onderdeel geroyeerd. - Milieudienst heeft op 11 april 2002 de saneringskosten (halfverhard terrein en puindepots) geraamd op € 111.970,-- (minimaal) en € 209.534,-- (maximaal). - Conform verbeterde kostenraming van Milieudienst (€ 66.640,--) is opdracht tot sanering gegeven. - Er is aanzienlijk meer puin verwijderd en gesaneerd, dan in tweede instantie was voorzien. De kosten hebben in werkelijkheid € 155.440,79 bedragen. - Op dit moment loopt nog civiele (beroeps)procedure, waarin gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor het niet kunnen bouwen van een bedrijfswoning. Een schadebedrag wordt gevorderd van € 300.000,--. Bijlagen. Op de gebruikelijke wijze hebben wij voor u de volgende stukken ter inzage gelegd: - Notariële akte van aankoop perceel de Kuilen, 1994; - Notariële akte van ruiling, 14 november 1997; - Aansprakelijkstelling 22 oktober 1999; - Brief van 27 september 2000, waarbij aansprakelijkheid afgewezen is; - Juridisch advies Mr. Smets, 15 juni 2001; - Vaststellingsovereenkomst 5 december 2004; - Vonnis rechtbank 27 april 2005; - Kostenraming Milieudienst 11 april 2002; - Kostenraming Milieudienst 11 februari 2004; - Saneringsplan december 2002; - Evaluatierapport 4 mei 2005; - Memo-concept Milieudienst in zake kostenoverschrijding, november 2005; - Foto’s van de sanering. Voorstel Gelet op het vorenstaande stellen wij u voor in totaal een bedrag van € 171.000,-- ter beschikking te stellen en de kosten te boeken zoals hiervoor is aangegeven. De commissie grondgebiedzaken stemt in met dit voorstel. Son, 12 september 2006. Burgemeester en wethouders van Son en Breugel, De secretaris, De burgemeester, drs. A.J.M. van Etten
drs. J.F.M. Gaillard.
5