RAADSVERGADERING
Il
Ad. g7 Beslissing: -
Gemeente eente f}f Eergen op Zoom
Datum raadsvergadering Nummer
: SMD/04/17
Onderwerp
: Verslavingsbeleid
Aan de gemeenteraad, Voorstel De nota "Verslavingsbeteid in de regio West-Brabant" vast te stellen.
Toelichting Enkele jaren geleden is onze gemeente-aangewezen als centrumgemeente voor het verslavingsbeleid. In die hoedanigheid zijn wij verantwoordelijk voor het beleid in de regio, bestaande uit de gemeenten Halderberge, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Bergen op Zoom. De uitvoering van de verslavingszorg is in handen van Novadic-Kentron, die daarvoor door onze gemeente wordt gesubsidieerd. Als centrumgemeente willen wij een kaderstellende visie op de verslavingszorg ontwikkelen, welke als basis kan dienen voor de activiteiten in de komende jaren. Daarom hebben wij de voorliggende nota "Verslavingsbeleid in de regio West-Brabant" opgesteld. Het concept is met de regiogemeenten besproken. In de nota komen successievelijk aan de orde: Het probleem van de verslaving en een indicatieve schatting van de doelgroep van het beleid, - Beleidsbepaling aan de hand van de wettelijke opdracht en landelijke, regionale en plaatselijke kaders, - De aanwijzing van de rijksbijdrage MO / VB als het financiële kader, Het formuleren van doelstellingen en beoogde maatschappelijke effecten en - Het aangeven van concrete acties voor de komende jaren (2004 t/m 2006) De nota heeft geen financiële consequenties, waarvoor extra budget nodig zou zijn. Bijlage De volgende bijlage is, als onderdeel van dit raadsvoorstel, bijgevoegd: Nota "Verslavingsbeleid in de regio West-Brabant". Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, De secretaris,
Mr. P.B.J.M. Thomassen.
Dhr.^RAC.M. van der Veld
&
Gemeente {j Bergen op Zoom
De raad van de gemeente Bergen op Zoorn; gezien het voorstel van het college van 20 april 2004, nr. SMD/04 /17 ; gelet op; BESLUIT: De nota "Verslavingsbeleid in de regio West-Brabant" vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De griffier,
F.P. de Vos
^
VERSLAVINGSBELEID in de regio WEST- BRABANT. (2004-2006)
Inhoud.
Pagina.
1. Inleiding
2
2. Samenvatting
3-4
3. Probleemstelling en Doelgroep
5-7
4. Beleidskaders
8-11
5. Financieel kader
12
6. Maatschappelijke Effecten en Doelstellingen
13-14
7. Concrete acties 2004-2006.
15-16
Bijlagen
17- 22
Bergen op Zoom, april 2004
Hoofdstuk 1.
INLEIDING.
De vorige regionale visie op het verslavingsbeleid dateert uit 1998, Toen hebben de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal, samen met Breda, Tilburg en Waalwijk een visie op het verslavingsbeleid vastgelegd in de notitie" Verslavingszorg in de Regio". De andere gemeenten in onze beperktere regio, met name Halderberge, Rucphen, Steenbergen en Woensdrecht zijn bij de toenmalige totstandkoming geconsulteerd en hebben ingestemd met of kennis genomen van het eindresultaat. De nu voorliggende nota kan in zekere zin gezien worden als een vervolg op die notitie uit 1998. In 2001 is Bergen op Zoom als centrumgemeente verantwoordelijk geworden voor het verslavingsbeleid in de regio. Voorheen lag die verantwoordelijkheid bij de gemeente Breda. Om deze nieuwe verantwoordelijkheid waar te maken, is de behoefte aan een duidelijke visie op de verslavingszorg, welke als basis kan dienen voor het beleid in de jaren 2004 - 2006, toegenomen. Het is vanzelfsprekend van belang dat die visie mede gedragen wordt door de andere gemeenten en de betrokken uitvoerende instellingen.
Regio verslavingsbeleid Bergen op Zoom.
Gemeente
Inwoners 1-1-2004 Bergen op Zoom 66.145 29.687 Halderberge 77.879 Roosendaal Rucphen 22.636 Steenbergen 23.495 Woensdrecht [ 21.418 totaal 241.260
Wethouder verslavingszorg P. van den Kieboom A. Olsthoorn L. de Jaeger J. Vermunt C. Zijlmans A. Damen
Ambtenaar verslavingszorg T.' Kunst E. v. Leeuwaarden B. van Gastel P. Aerts W. Veeke M. de Beer
Hoofdstuk 2. Samenvatting. Probleemstelling en aantallen verslaafden Verslaving is een vorm van geestelijke of lichamelijke afhankelijkheid van een bepaald middel of een gedraging, die door de betrokkene zelf of zijn omgeving als problematisch wordt ervaren. Veel voorkomende verslavingen hebben te maken met alcohol, softdrugs, harddrugs, gokken en medicijnen. Een ernstige verslaving leidt in veel gevallen tot ontwrichting van het sociale en maatschappelijke leven van de verslaafde en zijn naaste familie en vormt een bron voor allerhande problemen op het gebied van gezondheid, relaties, financiën, huisvesting, werk, maatschappelijke participatie, politie en justitie. Het aantal verslaafden in de regio is niet bekend. Op basis van cliëntenaantallen van de verslavingszorg, op basis van landelijke cijfers en extrapolaties en beredeneerde gissingen, komen we tot een indicatieve schatting van onderstaande aantallen. Tabel indicatieve schatting aantallen verslaafden in West-Brabant (Roosendaal, Rucphen, Halderberge, Steenbergen, Woensdrecht en Bergen op Zoom)
Roosendaal Rucphen 77879 Inwoners 1-1-04 Alcohol 3327 Gokken 483 Medicijnen 3203 2805 Cannabis 104 Heroïne Cocaïne 230 600 Amfetamine Ecstasy (xtc) 223 Totaal
11275
Halderberge
Steenber- Woensdrecht Bergen op Westgen Zoom Brabant 23495 241260 21418 66145
22636
29687
830 87 995 476 32 57 647 171
1226 103 1149 566 30 65 237 65
1002 89 1014 424 26 58 224 59
998 84 968 460 22 47 220 57
3476 344 2947 1843 113 167 701 212
10859 1190 10276 6574 327 624 2629 787
3295
3441
2896
2856
9804
33567
W.Brab. % 4,6 4,2 4,2 2,7 0,13 0,25 1 0,3
Verslavingsbeleid.
Alle gemeenten in de regio (Bergen op Zoom, Halderberge, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen en Woensdrecht) zijn beleidsmatig verantwoordelijk voor het uitvoerende werk op de in de Welzijnswet 1994 genoemde terreinen, inclusief het Verslavingsbeleid; de gemeentebesturen bevorderen samenwerking, houden rekening houden met pluriformiteit en bevorderen het eigen initiatief van burgers. Bergen op Zoom heeft als centrumgemeente voor het Verslavingsbeleid in het kader van de rijksbijdrageregeling maatschappelijke opvang en Verslavingsbeleid (MO/VB) een specifieke verantwoordelijkheid voor dit werkterrein. Verslavingsbeleid bestaat niet alleen uit preventie, ambulante hulpverlening en overiastbestrijding, maar heeft ook raakvlakken en overlappingen met gezondheidsbeleid en veiligheidsbeleid. Afstemming van beleid en samenwerking van betrokkenen vormen mede een verantwoordelijkheid voorde gemeenten, die in dit proces de regie moeten voeren. Het bestaande voorzieningenniveau van de verslavingszorg blijft gehandhaafd. Gestreefd wordt naar completering van het pakket van voorzieningen in de zorgketen. Essentiële randvoorwaarde vormt de onderlinge afstemming en samenwerking van de betrokken organisaties en instellingen. Financieel kader. De rijksbijdrage MO/VB vormt de financiële basis voor het Verslavingsbeleid, met dien verstande dat de rijksbijdrage ook ingezet wordt ter financiering van voorzieningen voor maatschappelijke opvang. Het streven naar minimale handhaving van het bestaande voorzieningenniveau veronderstelt, dat de rijksbijdrage MO/VB evenredig zal stijgen met de inflatie van de kosten van het bestaande voorzieningenniveau. Aanvullende financieringsmogefijkheden zijn aanwezig in het gemeentelijke budget van het werkdeel van de Wet werk en bijstand en in budgetten van de provincie en de rijksoverheid.
Beoogde Maatschappelijke Effecten. Het gemeentelijke verslavingsbeleid beoogt uiteindelijk de volgende effecten teweeg te brengen: 1. Bevorderen van de volksgezondheid Voorkomen van verslavingen Ontwennen van Verslavingen Voorkomen van andere gezondheidsrisico's door gebruik van verslavende middelen 2. Bevorderen van het welzijn van de burgers Resocialisatie (maatschappelijk herstel) van de verslaafden Leefbaarheid bevorderen van verslaafden Terugdringen van de gevolgen van alcohol- en drugsgebruik (huiselijk geweld, vandalisme, ongevallen, schooluitval, werkuitval, financiële en relationele problemen etc.). 3. Voorkomen van verslavingsgerelateerde overlast in de openbare ruimte. 4. Verminderen van de maatschappelijke kosten van verslavingen en verslavingsgerelateerde verwervingscriminaliteit. De hoofddoelstellingen van het gemeentelijke verslavingsbeleid zijn: 1. Preventie van verslavingsproblemen, 2. Hulpverlening aan verslaafden (alcohol, drugs, medicijnen en gokken), 3. Bestrijding van drugsgerelateerde overlast. Doelstellingen. • Het organiseren en in stand houden van een netwerk van samenwerkende instellingen en organisaties, die met verslaafden werken. De regierol in dit geheel ligt bij de gemeenten; de gemeente Bergen op Zoom heeft daarbij als centrumgemeente voor het verslavingsbeleid een specifieke functie. • Preventie moet extra aandacht krijgen. Gezien de veelheid van verslavende middelen en de verkrijgbaarheid in elke stad en dorp, is informatie en voorlichting over de consequenties van het gebruik, gericht op het voorkomen van het gebruik, uiterst belangrijk. • Inzicht krijgen in de problematiek van het alcoholgebruik (in de persoonlijke sfeer en in de werksituatie) en formuleren van een alcohol(matigings)beleid. • Ontwikkelen en uitbouwen van de zorgketen voor langdurig verslaafden. De keten aan voorzieningen en diensten is in de regio nog niet compleet en moet verder worden ontwikkeld en uitgebreid. Bijvoorbeeld met oplossingen voor de huisvestingsproblemen, borging van de gezondheidszorg, resocialisatie, zinvolle dagbesteding en realisering van een dienstencentrum voor verslaafden. • Bestrijden van de drugsgerelateerde overlast
Concrete acties 2004-2006. 1. Continueren van dfc subsidiëring van Novadic Kentron voor de ambulante verslavingszorg in onze regio. Novadic Kentron zorgt voor de uitvoering van het gemeentelijke verslavingsbeleid. Bij de subsidiëring van de activiteiten worden gedetailleerde productie-afspraken gemaakt. 2. Regisseren van het netwerk van instellingen en organisaties. De gemeentelijke regie is gericht op de afstemming en samenwerking van alle betrokken (zorg)instellingen. 3. Ontwikkelen en uitbreiden van de Verslavingszorg. Binnen de financiële kaders zal de zorg worden uitgebreid of anders ingevuld. Prioriteit ligt bij de preventie en voorlichting aan de jeugd. Ook het onderzoeken van nieuwe mogelijkheden en het bijhouden van landelijke ontwikkelingen staat op het programma. 4. Hetjuitbóuwen van de voorzieningen van de zorgketen Binnen f e financiële mogelijkheden wordt gestreefd naarde realisering van de volgende voorzieningen: II1 Uitbouw van de dag- en «ïachtopvangvoorzieningen naar een dienstencentrum voor daklozen en verslaafden. - Realiseren van beschermde woonvormen (pensions of begeleid wonen) voor chronisch verslaafden. 5. Structureel overleggen met de gemeenten in de regio.
Hoofdstuk 3. Probleemstelling en Doelgroep Verslaving. Verslaving is iedere vorm van geestelijke of fysieke afhankelijkheid van een bepaald middel of gedraging, die door betrokkene zelf of zijn omgeving als problematisch wordt ervaren. Veel voorkomende verslavende middelen of gedragingen zijn: - alcohol, - softdrugs, - harddrugs,
-
gokken,
- medicijnen. Een verslaving leidt in veel gevallen tot ontwrichting van het sociale en maatschappelijke leven van de verslaafde en zijn naast familie en vormt een bron voor persoonlijke en maatschappelijke problemen. Doelgroepen van het verslavingsbeleid: Het verslavingsbeteid heeft als doelstellingen: preventie en informatie, hulpverlening en terugdringen van overlast. De verslavingszorg richt zich daarbij in de uitvoering van het beleid op de volgende doelgroepen: De totale bevolking van West-Brabant (terugdringen van overlast), - De West-Brabantse jeugd (Informatie en preventie) Partners, familieleden en vrienden van verslaafden (Informatie), - Alcoholverslaafden, Gokverslaafden, Verslaafden aan Medicijnen, Drugsverslaafden (ambulante en klinische zorg) Deze laatste doelgroep, de verslaafden, omvat personen in een scala van normaal functioneren tot volledig in de vernieling geraakt. Niet iedere alcoholist, wietroker, cocaïnesnuiver of piilenslikker is meteen een groot probleemgeval. Wel is de eerste stap gezet op het hellende vlak; elke verslaving vormt een fors risico voor toenemende problemen. Chronisch verslaafden met een multiproblematiek. Een aantal personen is langdurig verslaafd en daardoor in grote problemen geraakt. Deze groep laat zich karakteriseren als mensen met een langdurige verslaving, die de zorg mijden of die moeilijk bereikt worden door de verslavingszorg en bij wie bemoeienissen van de reguliere verslavingszorg nauwelijks effect hebben. Gemeenschappelijke kenmerken van deze groep zijn: - langdurig gebruik van (combinaties van) drugs, alcohol en medicijnen, - gezondheidsproblemen, - zelfverwaarlozing, meervoudige, veelal met elkaar samenhangende, problemen op diverse gebieden, - maatschappelijk isolement, - gebrek aan zinvolle dagbesteding, financiële problemen, - instabiele huisvesting, - herhaalde contacten met politie en justitie, - instabiele contacten met hulpverleners.
Aantallen verslaafden in de regio West-Brabant. De exacte aantallen zijn niet bekend. Wel is het mogelijk op basis van onderzoeken en landelijke cijfers en aantallen cliënten van Kentron extrapolaties te maken, waardoor de regionale aantallen met enige marge kunnen worden geduid. Om tot een schatting van de aantallen te komen, hebben wij twee berekeningen gemaakt van aantallen per gemeente en vervolgens de gemiddeldes daarvan berekend, welke gemiddeldes in deze nota worden gehanteerd als de indicatieve aantallen per gemeente. a) De eerste berekening bestaat uit het één op één omrekenen van landelijke aantallen, volgens de formule: (Aantal inwoners per gemeente: 16 miljoen) x landelijk aantal verslaafden = aantal verslaafden per gemeente. Bij deze berekening zijn de volgende aantallen gehanteerd. Roosendaal Rucphen Halderberge Steenbergen Woensdrecht Bergen op WestInwoners 1-1-2004 Zoom Brabant 77879 22636 29687 21418 66145 23495 241.260 Landelijk aantal verslaafden * Gokken Medicijnen Cannabis Heroïne Alcohol Amfetamine Ecstasy (xtc) Cocaïne 820.000 70.000 700.000 408.000 28.000 55.000 67.000 30.000 * Deze aantallen geven de primaire problematiek weer d.w.z. het verslavende middel, waarmee de persoon het meest te kampen heeft. Dit sluit niet uit dat een verslaafde ook nog andere middelen gebruikt. Consumptie van meerdere middelen naast en door elkaar is onder "zwaardere" gebruikers eerder regel dan uitzondering (bron: Ladis, IVZ)
b) De tweede berekening bestaat uit het omrekenen van de cliëntenaantallen van Kentron over het jaar 2002 met behulp van de landelijk bekende percentages van personen die in behandeling zijn bij de hulpverlening. De berekening gaat dan volgens de formule: (100 ƒ percentage in behandeling bij verslavingszorg) x aantal cliënten van Kentron = aantal per gemeente. De aantallen cliënten van Kentron in 2002 per gemeente zijn bekende "harde" cijfers. De percentages van personen, in behandeling bij de hulpverlening, zijn ontleend aan de "kerncijfers verslavingszorg 2002 * van het Landelijk Alcohol en Drugs Informatiesysteem (LADIS) % in behandeling bij de hulpverlening. Alcohol Gokken Medicijnen Cannabis Heroïne Cocaïne Amfetamine Ecstasy 4% 3% 0,05% * 0,9% 55% 14% 0,8 % * 0,8 % * * Door de hoge vermenigvuldigingsfactor (gokken x 25; medicijnen x 2000; amfetamine x 125 en ecstasy x 125) en de zeer kleine aantallen cliënten van Kentron of incidenteel de afwezigheid van cliënten, leidt een consequente toepassing van de formule tot absurde uitkomsten. Daarom zijn op deze vier categorieën de aantallen in redelijkheid over de gemeenten verdeeld.
c) De derde berekening is het bepalen van het rekenkundige gemiddelde van a) en b). Deze exercitie leidt tot onderstaande tabel, die een indicatie geeft over de aantallen per gemeente, maar nadrukkelijk ook niet meer dan dat. Tabel indicatieve schatting aantallen verslaafden in West-Brabant (Roosendaal, Rucphen, Halderfaerge, Steenbergen, Woensdrecht en Bergen op Zoom)
Roosendaal Rucphen Inwoners 1-1-04 Alcohol Gokken Medicijnen Cannabis Heroïne Cocaïne Amfetamine Ecstasy (xtc)
77879
22636
3327 483 3203 2805 104 230 600 223
830 87 995 476 32 57 647 171
Totaal
11275
3295
Halderberge 29687
1226 103 1149 566
Steenber- Woensdrecht Bergen op WestBrabant Zoom 241260 23495 66145 21418
W.Brab.
gen
10859 1190 10276 6574
220 57
3476 344 2947 1843 113 167 701 212
2856
9804
33567
30 65 237 65
1002 89 1014 424 26 58 224 59
998 84 968 460 22 47
3441
2896
(Bovenstaande tabel is opgenomen in de samenvatting van de nota.)
327 624 2629 787
% 4,6 4,2 4,2 2,7 0,13 L 0,25 1 0,3
Conclusie: Er zijn ruim 10500 alcoholisten in de regio, ruim 6500 gebruikers van softdrugs (cannabis) en ruim 4300 gebruikers van harddrugs {heroïne, cocaïne, amfetamines en ecstasy).
Recente gegevens van de GGD over West-Brabantse jongeren In het nummer van maart 2004 van de GGD Infokaart over Gezondheid in West-Brabant wordt het gebruik van genotmiddelen en gokken door jongeren van 12 tot en met 17 jaar beschreven. De gegevens zijn afkomstig uit een enquête in 2003 onder een representatieve onderzoeksgroep van 6862 WestBrabantse jongeren van 12 t/m 17 jaar. Voor pubers is experimenteren met genotmiddelen onvermijdelijk, aldus de GGD. "Ondanks dat het jongeren bekend is dat dergelijk gedrag risico's met zich meebrengt voor de gezondheid, experimenteren grote groepen met tabak, alcohol en cannabis. Ze doen dit niet alleen omdat het gebruik genot oplevert, maar ook om hun nieuwe positie in het leven te markeren. Een geruststellend idee is dat de meerderheid van de jongeren er in slaagt om redelijk verantwoord om te gaan met genotmiddelen. Excessief gedrag blijft beperkt tot een kleine minderheid." Roken: 0,3 % van de West-Brabantse jongeren is een "zware roker" (méér dan 20 sigaretten per dag). Van de 16 en 17-jarige rookt 20 % dagelijks. De mate waarin jongens en meisjes roken is vrijwel gelijk. Alcohol: Van de 16 en 17-jarigen drinkt 20 % in het weekend en ook doordeweeks alcohol. Bij nog geen 1 % van de West-Brabantse jongeren komt excessief alcoholgebruik voor. Mixdrankjes, zoals breezers zijn zeer populair onder jongeren. Vaak gaat alcoholgebruik gepaard met roken. Cannabis: Een kleine 4% van de jongeren gaf in de enquête aan in de voorgaande vier weken hasj of wiet gebruikt te hebben. Het cannabisgebruik is bij jongens meer voorkomend dan bij meisjes. Harddrugs (heroïne, cocaïne, ecstasy): In de leeftijdscategorie van 12 t/m 17 jaar komt gebruik van deze middelen slechts in zeer geringe mate voor. Preventie. Op basis van de gezondheidsrisico's van alcohol, drugs en roken (ook nog in combinatie met te lage consumptie van groente en fruit en te weinig bewegen) pleit de GGD voor extra aandacht voor preventie, waardoor er aanzienlijke gezondheidswinstte behalen is (toenemende levensverwachting, kwaliteit van het leven en vermindering van ziekten). Effectieve preventie vraagt om een lange adem voor een duurzaam vol te houden, geïntegreerde, systematische en planmatige benadering. De preventie dient bij voorkeur te beginnen vóórdat de jongere voor de keuze staat van het wel ,of niet experimenteren met een genotsmiddel. In concreto ziet de GGD als meest geschikte momenten voor preventieve interventies het 1e leerjaar van het voortgezet onderwijs voor roken en alcohol en het 2e leerjaar voor cannabis en gokken. (Bron: GGD Infokaart; te bestellen via www.ggdwestbrabant.nl)
Hoofdstuk 4. Beleidskaders. Voor de beleidsbepaling is vanuit verschillende invalshoeken gekeken naar landelijke bronnen voor het beleid, zoals wettelijke bepalingen in de Welzijnswet 1994, het beleid van de rijksoverheid en landelijke afspraken over de aanpak van verslavingsproblemen tussen de V.N.G. en GGZ Nederland en tussen GGZ Nederland en de raad van Hoofdcommissarissen. Vervolgens is gekeken naar regionale standpunten in de regiovisie GGZ van 1997 en in de notitie "Verslavingszorg in de regio" van Breda, Tilburg, Roosendaal, Waalwijk en Bergen op Zoom uit 1998. Tenslotte hebben de volgende Roosendaalse en Bergen op Zoomse documenten invloed op de beleidsbepaling: - de notitie "Lokaal Verslavingszorgbeleid Roosendaal" uit 1999, - de samenwerkingsafspraken in het project Courage van september 2002, - de Bergen op Zoomse nota's "Lokaal Sociaal Beleid" en "Lokaal Gezondheidsbeleid" van juni 2003. Hierna wordt van bovenvermelde bronnen de essentie voor het verslavingsbeleid weergegeven, Welzijnswet 1994.1 Het wettelijke kader voor het verslavingsbeleid is vastgelegd in de Welzijnswet 1994. De wet verplicht in de artikelen 3 en 4 alle gemeentebesturen tothet nemen van de verantwoordelijkheid voor het beleid inzake het uitvoerend werk, - het bevorderen van een goede samenwerking tussen overheid, particulier initiatief en andere betrokkenen teneinde de doelstellingen van het beleid op een doelmatige en doeltreffende wijze te realiseren, - het rekening houden met de pluriformiteit van de samenleving en bevorderen dat het gesubsidieerde particulier initiatief daarmee ook rekening houdt, het bevorderen van eigen initiatief en verantwoordelijkheid van de burgers, met inachtneming van waarborgen voor deugdelijkheid, doelmatigheid en democratisch functioneren, In de artikelen 10a, 11 en 12 is de positie van de "centrumgemeente" geregeld, die op basis van het "Besluit specifieke uitkeringen maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingsbeleid" een rijksbijdrage ontvangt De centrumgemeente krijgt daardoor een extra verantwoordelijkheid voor het beleid op het specifieke terrein. Het beleid dient zich te richten op preventie en ambulante hulpverlening bij verslavingsproblemen, inclusief activiteiten in het kader van de bestrijding van overlast door verslaving. De centrumgemeente is verplicht: - mee te werken aan door de minister ingestelde onderzoeken en te zorgen dat de uitvoerende instellingen bereid zijn desgevraagd gegevens aan de minister te verstrekken tb.v. monitoring van hun werk en tb.v. onderzoek naar de uitvoering van de landelijke functie, - met de omringende gemeenten te overleggen over de besteding van de specifieke uitkering, - te waarborgen dat de door de gemeente bekostigde voorzieningen toegankelijk zijn voor iedereen die in Nederland woont. Het rijksbeleid2 is gericht op een gezondere en veiligere samenleving, o.a. via de geestelijke gezondheidszorg, de verslavingszorg en de maatschappelijke zorg. Daarbij stelt de overheid taken voor zichzelf, als: - er moet doelmatiger en doeltreffender gewerkt worden met minder bureaucratie, - prioriteit moet gegeven worden aan preventie van criminaliteit en overlast / onveiligheid, - binnen de justitiële keten wordt bijzondere aandacht gegeven aan preventie, aan de rechterlijke macht, aan het gevangeniswezen en aan knelpunten bij de politie - heroïneverstrekking onder medisch toezicht aan zwaar verslaafden wordt voortgezet, - coffeeshops in de buurt van scholen en in grensgebieden moeten worden teruggedrongen.
1
1n 2006 wordt de Wet Maatschappelijke Zorg (WMZ)ingevoerd. In dat kader verschuiven beleidsterreinen vanuit de Welzijnswet naar de WMZ of naar financiering door de AWBZ. Van de verslavingszorg is het momenteel nog onduidelijk onder welk regiem het straks ressorteert. Meer duidelijkheid is eind 2004 te verwachten als de ontwerp-WMZ uitkomt. 2 Zorgnota2003 (ministerie VWS); "Meedoen, meer werk, minder regels", Hoofdlijnenakkoord kabinet Balkenende II, mei 2003
M.b.t. de zorgsector merkt de overheid o.a. op: kwaliteit en kwantiteit van de zorg moeten omhoog, - de professionaliteit van medewerkers moet tot zijn recht komen, - bureaucratie en overhead moeten omlaag, de doelmatigheid moet verbeterd, - geld en tijd moeten aan de patiënten en cliënten worden besteed in plaats van aan bovenmatige overhead, formulieren en kantoren, - de verslavingszorg moet toegankelijk zijn en samenhangende en kwalitatief goede zorg bieden, - het bereik van de ambulante verslavingszorg moet omhoog. T.a.v. de maatschappelijke opvang en de vrouwenopvang stelt de rijksoverheid zich ten doel via de specifieke uitkering maatschappelijke opvang / verslavingsbeleid / vrouwenopvang (MO/VB/VO) de centrumgemeenten in staat te stellen een gevarieerd aanbod van opvangvoorzieningen te kunnen doen voor dak- en thuislozen en vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Specifiek voor het drugsbeleid creëert de rijksoverheid de randvoorwaarden, waarbinnen de gemeenten en de instellingen in staat zijn professioneel preventie- en zorgbeleid te realiseren. De landelijke koepels V.N.G en 6GZ Nederland3 hebben in april vorig jaar gerapporteerd over de vraag hoe om te gaan met mensen met een psychische stoornis en / of met een verslavingsprobleem, die overlast en onveiligheid veroorzaken in de samenleving. Het gaat hierbij om verkommerden en verloederden zonder hulpvraag, ambulante patiënten en ex-patiënten die in de samenleving terugkeren. De laatste jaren blijkt steeds meer dat deze groep mensen met hun meervoudige problematiek tussen wal en schip valt. Het rapport pleit voor maatwerk bij de totstandkoming van de maatschappelijke steunsystemen, gebaseerd op overeenstemming tussen de lokale partijen op het gebied van wonen, welzijn, zorg, gezondheidsbeleid. De regie ligt bij de gemeente. Beleidsafstemming tussen de gemeente en het zprgkantoor, medefinancier en dus mede-opdrachtgever van de steunsystemen, wordt aanbevolen. De GGZ en de verslavingszorg zijn mede verantwoordelijk vooreen goede uitvoering, als belangrijke partners in het netwerk. VNG en GGZ pleiten voor verdere uitwerking op lokaal niveau door het organiseren van netwerken van partners en het maken van concrete afspraken. In het convenant4 tussen de GGZ Nederland en de Raad van Hoofdcommissarissen (januari 2003) wordt over dezelfde doelgroep, "mensen met psychische stoornissen en of verslavingsproblematiek, die met de politie in aanraking komen", geconstateerd dat ze vaak ten onrechte en / of te lang in een politiecel verblijven en dat hulpverlening door de GGZ en de verslavingszorg vereist is. Vanuit dit raakvlak van verantwoordelijkheden van politie en gezondheidszorg wordt de intentie uitgesproken tot samenwerking met andere partijen binnen de zorgsector en de maatschappelijke opvang. Een knelpunt vormt de samenwerking rondom crisissituaties. Voorgesteld wordt regionale samenwerkingsafspraken tei gaan maken tussen de GGZ en de politie, justitie, zorginstellingen, gemeenten en zorgkantoor. Daarmee wordt hét overleg over vorengenoemd rapport VNG-GGZ en de convenant GGZ-hoofdeommissarissen in elkaar geschoven. De regiovisie GGZ Westelijk Noord-Brabant (1997.geactualiseerd in 2003) pleit ook voor afstemming tussen de geestelijke gezondheidszorg en de verslavingszorg en andere maatschappelijke voorzieningen. Als doelstellingen worden o.a. genoemd: méér resocialisatie en meer beschermende woonvormen voor chronisch verslaafden alsmede een adequaat aanbod voor de dubbelproblematiek (psychische stoornis en verslaafd). Tenslotte vermeldt de notitie de ideale zorgketen voor langdurig verslaafden: Preventie en vroegsignalerihg (spuitomruil, opiaatverstrekking, advisering over veilig gebruiken en veilig vrijen), Intensief traject- of casemanagement, coördinatie, psychosociale hulpverlening, materiële en praktische hulpverlening, Psychiatrische behandeling en begeleiding, Somatische en tandheelkundige zorg (inclusief methadonverstrekking), Crisisinterventie en acute zorg, Opvang, (dap- en nachtopvang, gebruikersruimte, huiskamers), Huisvesting (sociale pensions, begeleid wonen, beschermd wonen etc.) 3 4
Eindrapport VNG - GGZ (april 2003) m.b.t aanpak van overlast en onveiligheid veroorzakende verslaafden. Convenant ÖGZ Nederland - Raad van Hoofdcommissarissen van Politie (jan. 2003)
• • • • •
Dagbesteding (opleiding, arbeidstoeleiding, werk), Reclassering, Ondersteuning familie en omgeving, Zeffhulporganisatie (junkenbond e.d.) Bescherming en belangenbehartiging
De gemeenten Breda, Tilburg. Roosendaal, Waalwijk en Bergen op Zoom hebben in juni 1998 de gezamenlijke notitie "Verslavingszorg in de regio" uitgebracht. Deze notitie biedt een raamwerk voor gemeenten en instellingen voor beleidsontwikkeling op het terrein van preventie en ambulante verslavingszorg en nazorg. Bij de beoogde integrale aanpak van de leefsituatie van de verslaafde cliënt noemt de notitie het evident dat er een voortdurende en intensieve samenwerking tussen de verslavingszorg en de maatschappelijke opvang nodig is. Daarnaast wordt aandacht gevraagd voor de verslavingsproblematiek bij allochtonen en bij politieke vluchtelingen en asielzoekers. De kadernota is vervolgens nog uitgewerkt in 9 concrete actiepunten en voorstellen m.b.t. regionaal overleg en evaluatie van de resultaten. Bij de totstandkoming van deze notitie zijn ook de andere gemeenten in de regio geconsulteerd en geïnformeerd over de eindresultaten. Deze notitie uit 1998 vormt daardoor in zekere zin de voorloper van de nota die thans voorligt. In de notitie "Lokaal Verslavingszorgbeleid Roosendaal" (1999) zijn, aanvullend op de bovengenoemde notitie van de 5 gemeenten, drie speerpunten geformuleerd, met name: a. samenwerking binnen een heldere overlegstructuur, b. aandacht voor jongeren, c. aandacht voor allochtonen. Brabantse Buitensteden: project "Courage". Voor het per 1 januari 2003 gestarte project "Courage", hebben Bergen op Zoom en Roosendaal afspraken gemaakt over het aanpakken van de drugsoverlast door toezicht, handhaving en sancties. Doelstellingen van het project zijn: vermindering van de drugsoverlast, verhoging van het veiligheidsgevoel van burgers en herstel van vertrouwen van burgers in hun overheid. Belangrijke samenwerkingspartners zijn daarbij het openbaar ministerie, de politie, de woningstichtingen, de belastingdienst en de zorginstellingen. Als randvoorwaarden voor een succesvolle uitvoering worden genoemd: politiek en maatschappelijk draagvlak, hoge politieke prioriteit en groot bestuurlijk commitment, op onderdelen een gezamenlijke aanpak door betrokken organisaties, samenwerkingsbereidheid, die de grenzen van de eigen doelstelling en eigen werkterrein benadert en soms overschrijdt bereidheid tot een soms onconventionele aanpak, gericht op het oplossen van het probleem en een heldere organisatiestructuur met duidelijke taakverdelingen. Eén van de zaken waar de aandacht van Courage zich op richt zijn de legale en illegale verkpoppunten van softdrugs. In het kader van het gemeentelijke coffeeshopbeleid hebben Roosendaal en Bergen op Zoom elk 4 gedoogde coffeeshops. De overige gemeenten in de regio voeren een "nulbeleid" (geen gedoogde coffeeshops). AHe verkooppunten buiten het gedoogde aantal zijn dus illegaal. Momenteel (2004) wordt het coffeeshopbeleid van Roosendaal en Bergen op Zoom geactualiseerd en op elkaar afgestemd. Een en ander wordt ook beïnvloed door de parallel lopende herijking van dje visie van de regering op het cannabisbeletd. Lokaal Sociaal Beleid In het in juni 2003 vastgestelde lokaal sociaal beleid streeft Bergen op Zoom naar een gemeente, waar het prettig wonen en leven is voor alle inwoners. De doelstellingen "bestrijden en voorkomen van achterstanden' en "het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid" worden o.a. bevorderd door het stimuleren van de sociale samenhang. Binnen de totaliteit van de maatschappelijke activiteiten fungeert een vangnet voor de zorg, voor die burgers die bij onderdelen van hun leven ondersteuning nodig hebben. Binnen dit vangnet ziet de gemeente voor zichzelf taken weggelegd als inkomensondersteuning, schuldhulpverlening, jeugdgezondheidszorg, sociaal-medische kinderopvang, maatschappelijk werk en openbare geestelijke gezondheidszorg. In dit rijtje hoort ook de verslavingszorg. Op basis van deze doelstellingen en gemeentelijke taken dienen de politieke prioriteiten van de gemeenteraad, "een krachtig integraal veiligheidsbeleid" en "toegankelijkheid en kwaliteitvan gezondheidszorg en welzijn van de inwoners verbeteren" handen en voeten te worden gegeven.
Het verslavingsbeleid is dus een van de beleidsterreinen die onder de 'paraplu' valt van het Lokaal Sociaal Beleid. Binnen het Lokaal Sociaal Beleid wordt de werkelijkheid geanalyseerd met behulp van het kompas. Uitgangspunt van het kompas is de belevingswereld van de burger, weergegeven in cirkels. • In de eerste plaats het primaire leefverband, dus de manier waarop een individu woont en leeft; alleen of met meerderen, al dan niet in gezinsverband; • vervolgens de buurt en wijk: Het wonen, de leefbaarheid en veiligheid van de woonomgeving. Hierbij is te denken aan de openbare ruimte, volkshuisvesting, het voorzieningenniveau (sociaal, cultureel, economisch) en de sociale samenhang tussen bewoners in een buurt of wijk; • dan de maatschappelijke participatie: Het verslavingsprobleem in de ervaring van de burgers. Hoe neemt de verslaafde deel aan de maatschappij? Het gaat hierbij met name om beleidsterreinen als Onderwijs en arbeid en de besteding van de vrije tijd; • en tenslotte een vangnet voor zorg: In deze cirkel manifesteert zich de gemeentelijke beleidsverantwoordelijkheid voor diegenen, die hulp nodig hebben om met hun problemen te leven dan wel om hun problemen de baas te worden. De verslavingszorg biedt de verslaafde hulp om zijn leven weer op orde te krijgen. Naast het verslavingsprobleem is er vaak sprake van andere problemen op het terrein van huisvesting, inkomen, gezondheid, relaties, sociale participatie. Lokaal Gezondheidsbeleid. Conform de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (W.C.P.V.) hebben gemeenten vóór juli 2003 hun lokaal volksgezondheidsbeleid vastgesteld. Een van de wettelijke taken vormt het "bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg". Daarbij is "het verbeteren van de toegankelijkheid van de zorgvoorzieningen' als lokaal actiepunt toegevoegd. In dat kader worden twee onderwerpen nadrukkelijk in de aandacht geplaatst. a) de beschikbaarheid van huisartsenzorg voor elke inwoner b) de toegankelijkheid van de zorginstellingen voor allochtonen. Samenvatting van het Beleidskader voor de verslavingszorg voor de regio West-Brabant. • Alle gemeenten in de regio (Bergen op Zoom, Halderberge, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen en Woensdrecht) zijn beleidsmatig verantwoordelijk voor het uitvoerende werk op de in de Welzijnswet 1994 genoemde terreinen, inclusief het verslavingsbeleid; de gemeentebesturen bevorderen samenwerking, houden rekening houden met pluriformiteit en bevorderen het eigen initiatief van burgers. •
Bergen op Zoom heeft als centrumgemeente voor het verslavingsbeleid een specifieke verantwoordelijkheid voor dit werkterrein.
•
Het regionale verslavingsbeleid heeft raakvlakken en overlappingen met het (geestelijke) gezondheidsbeleid en met het veiligheidsbeleid; afstemming van beleid en samenwerking van betrokkenen vormen mede een verantwoordelijkheid voor de gemeenten.
•
Gestreefd wordt naar een compleet voorzieningenpakket voor de verslavingszorg; de witte vlekken in de zorgketen worden geleidelijk aan ingevuld, mede afhankelijk van de financiële mogelijkheden
•
Voor realisering van deze beleidslijn is samenwerking en afstemming onontbeerlijk binnen het netwerk van organisaties en instellingen, zoals Kentron, de Zuidwester, GGZ WNB, GGD, Traverse, woningcorporaties, Politie, CWI, Zorgkantoor en gemeenten.
Hoofdstuk 5. Financieel kader a. de rijksbijdrage maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid (MO/VB). Op basis van het "Besluit specifieke uitkeringen maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingsbeleid" ontvangt centrumgemeente Bergen op Zoom jaarlijks een specifieke uitkering van de rijksoverheid. Deze uitkering is bedoeld voor maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid in de regio, bestaande uit de gemeenten Halderberge, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Bergen op Zoom. (voor de vrouwenopvang is Breda centrumgemeente voor de 18 gemeenten in West Brabant) N.b. De rijksbijdrage MO/VB is dus niet alleen bedoeld voor het verslavingsbeleid, maar ook voor het beleid m.b.t, de maatschappelijke opvang! Door het rijk wordt daarbij geen nadere onderverdeling gehanteerd. Het is aan de centrumgemeente om de rijksbijdrage over de beleidsvelden te verdelen. Overzicht Rijksbijdragen (alle bedragen in euro's) Rijksbijdrage MO Rijksbijdrage MO/VB
2000 651.034
2001 991.268
2002
2003
2004
1.538.329
1.587.925
1,662.295 (raming)
*
•*• in 2001 is een éénmalige extra bijdrage van f500.000,- (€226.890,11) ontvangen i.v.m. het krijgen van de verantwoordelijkheid voor het verslavingsbeleid per 1-1 -2002..
In 2003 zijn ten behoeve van de maatschappelijke opvang en de verslavingszorg aan de Zuidwester en aan Kentron subsidies toegekend van respectievelijk € 862.345,- en € 826.448,-, dus in totaal: € 1.688.793,-. Het boven de rijksbijdrage uitstijgende bedrag is gedekt uit de in voorgaande jaren opgebouwde reserve. In 2004 bedragen de subsidies aan de Zuidwester en Novadic Kentron resp. € 1.045.000,- en € 529.982,-. b. Verruiming AWBZ De in 2003 gemoderniseerde (van aanbodgestuurde naar vraaggestuurde) AWBZ werkt met een zevental functies, die elk hun eigen financiële kader hebben. De verruiming van mogelijkheden voor de verzekerde cliënten, de zorginstellingen en de zorgverzekeraar vraagt om nadere afstemming tussen de door de gemeente gefinancierde taken en de door het Zorgkantoor via de AWBZ gefinancierde zorg. Met name de financiering van de t/m 2003 door de gemeente gesubsidieerde activiteiten van behandeling en begeleiding op medische indicatie, is vanaf 2004 overgenomen door het Zorgkantoor. Daardoor is ruimte ontstaan binnen de rijksbijdrage MOA/B, die benut is voor uitbreiding van het zorgpakket. c. Wet Werk en Bijstand, (v.a. 20041 In het kader van helgemeentelijke arbeidsmarktbeleid kunnen gemeenten ook voor de doelgroep verslaafden reïntegratie-activiteiten inkopen. De financiering daarvan komt ten laste van het werkdeel in het kader van de WWB. d. Andere financiers. Het rijk en de provincie zijn veelal wel bereid tijdelijke "aanjaagsubsidies" te verstrekken. Te denken valt aan bijdragen voor het opstarten van specifieke projecten en voorzieningen, zoals een huiskamerproject, een gebruiksruimte voor harddrugsverslaafden of een strafrechtelijke opvang voor verslaafden (SOV). Samenvatting financieel kader. > De rijksbijdrage MO/VB vormt de financiële basis voor het verslavingsbeleid, met dien verstande dat de rijksbijdrage ook ingezet wordt ter financiering van voorzieningen voor maatschappelijke opvang. Aanvullende financieringsmogelijkheden zijn aanwezig in de gemoderniseerde AWBZ en in het budget voor het werkdeel van de Wet Werk en Bijstand en in eventuele bijdragen van provincie en rijk.
Hoofdstuk 6. Maatschappelijke Effecten en Doelstellingen. a) Beoogde Maatschappelijke Effecten, De met het verslavingsbeleid beoogde maatschappelijke effecten zijn : > Bevorderen van de volksgezondheid Voorkomen van verslavingen Ontwennen van Verslavingen Voorkomen van andere gezondheidsrisico's door gebruik van verslavende middelen > Bevorderen van het welzijn van de burgers Resocialisatie (maatschappelijk herstel) van de verslaafden Leefbaarheid bevorderen van verslaafden Terugdringen van de gevolgen van drank- en drugsgebruik (huiselijk geweld, vandalisme, ongevallen, schooluitval, werkuitval, financiële en relationele problemen etc,). > Voorkomen van verslavingsgerelateerde overlast in de openbare ruimte. > Verminderen van de maatschappelijke kosten van verslavingen en verslavingsgerelateerde verwervingscriminaliteit. Toelichting/ Opmerking De concrete prestaties van de instellingen voor verslavingszorg en andere hulpverlening zijn meetbaar; dat geldt ook voor de prestaties van het intergemeentelijke project Courage. Of de prestaties van de uitvoerende organisaties leiden tot de gewenste maatschappelijke effecten is niet direct meetbaar. Een en ander manifesteert zich op termijn in trends en in gevoelens (van Welbevinden of veiligheid) van burgers en in over een reeks van jaren teruglopende maatschappelijke kosten. Elke gemeente in de regio kan daarnaar onderzoek doen. Inzicht daarin kan o.a. verkregen worden door bevolkingsonderzoeken en gemeentepeilingen. In deze nota zijn geen streefcijfers e.d. opgenomen. b) Hoofddoelstellingen van het verslavingsbeleid. Op basis van het landelijke "Besluit specifieke uitkeringen maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingsbeleid", dient het beleid van de centrumgemeente gericht te zijn op ambulante hulpverlening, preventie van verslavingsproblemen en activiteiten in het kader van bestrijding van overlast door verslaving. Hiermee zijn de drie hoofddoelstellingen bepaald: 1. Hulp, 2. Preventie, 3. Overlastbestrijding. c) Beleidsdoelstellingen. Uit de beleidsbronnen, zoals in hoofdstuk 4 genoemd, worden de volgende doelstellingen geformuleerd. • Hef organiseren en in stand houden van een netwerk van samenwerkende instellingen en organisaties, die met verslaafden werken. Vanuit hun raakvlakken van verantwoordelijkheden op de terreinen van welzijn, gezondheid, wonen, werken en justitie zijn daar o.a. bij betrokken: Novadic Kentron, GGZ West Noord-Brabant, de Zuidwester, de GGD, Traverse (agogisch werk), woningcorporaties, sociale diensten van gemeenten, het CWÏ, de politie. Gezien de meervoudige problemen waar de meeste verslaafden mee kampen, is afstemming en samenwerking tussen de instellingen nodig, gericht op de effectiviteit van de behandeling en begeleiding als ook het handelen in crisissituaties. De regierol in dit geheel ligt bij de gemeenten; de gemeente Bergen op Zoom heeft daarbij als centrumgemeente voor het verslavingsbeleid een specifieke functie.
•
Preventie moet extra aandacht krijgen. Gezien de veelheid van verslavende middelen en de verkrijgbaarheid in elke stad en dorp, is informatie en voorlichting over de consequenties van het gebruik, gericht op het voorkomen van het gebruik, uiterst belangrijk. Speciale aandachtspunten vormen: - het verhogen van het bereik onder jongeren en allochtonen, - het verhogen van de effectiviteit. Belangrijke betrokkenen bij het preventiebeleid zijn Novadic Kentron, GGZ WNB, GGD, Politie, Onderwijs, Welzijnswerk, Huisartsen.
•
Inzicht krijgen in de problematiek van het alcoholgebruik (in de persoonlijke sfeer en in de werksituatie) en formuleren van een alcohol(matigings)beleid, De categorie alcoholverslaafden is veruit de grootste in vergelijking met verslaafden aan drugs, medicijnen en gokken. In het gemeentelijke beleid is de alcoholverslaving onderbedeeld qua beleidsmatige aandacht.
•
Ontwikkelen en uitbouwen van de zorgketen voor langdurig verslaafden. De "sociale verslavingszorg" biedt materiële en immateriële hulp aan chronisch verslaafde harddrugsgebruikers om verder afglijden te voorkomen. De zorg is niet in eerste instantie gericht op afbouwen van gebruik, maar op het bieden van een vangnet in de ruimste zin des woords. De keten aan voorzieningen en diensten, die in de sociale verslavingszorg een functie hebben, is in de regio nog niet compleet en moet verder worden ontwikkeld en uitgebreid. Bijvoorbeeld met oplossingen voor de huisvestingsproblemen, borging van de gezondheidszorg, resocialisatie, zinvolle dagbesteding en realisering van een dienstencentrum voor verslaafden.
•
Bestrijden van de drugsgerelateerde overlast. Het lopende project Courage is nadrukkelijk gericht op het aanpakken van de overlast. De preventie, de klinische en de ambulante verslavingszorg (inclusief de sociale verslavingszorg) zijn niet gericht op het bestrijden van de overlast, maar hebben impliciet wel dat effect. Nieuwe mogelijkheden, zoals dadergerichte aanpak en afkicken via het SOV model dienen te worden onderzocht op hun bruikbaarheid voor onze regio.
De gemeente streeft naar realisering van de gestelde doelen door als regisseur met instellingen afspraken te maken over het beleid en de uitvoering. De instellingen worden op hun verantwoordelijkheid aangesproken als partners bij het gezamenlijke belang. Bij een aantal instellingen kunnen de afspraken onderdeel uitmaken van de subsidievoorwaarden. Ook is het mogelijk dat wij als bestuurder van een organisatie medebepalend zijn voorde door de organisatie te ontplooien activiteiten. Rangschikking van de doelstellingen naar de belevingscirkels van het lokaal sociaal beleid van Bergen op Zoom levert het volgende op. 1. primaire leefverband geen doelstelling die zich specifiek richt op dit leefverband.
2. buurt en wijk »
bestrijden van drugsgerelateerde overlast
3. maatschappelijke participatie • extra aandacht voor preventie • alcoholbeleid 4. vangnet voor zorg • netwerk van samenwerkende instellingen • ontwikkelen en uitbouwen van de zorgketen.
Hoofdstuk 7. Concrete acties 2004-2006. 1. Subsidiëren van Novadic Kentron voor de uitvoering van ambulante verslavingszorg in onze regio. In 2002 en 2003 is aan Kentron subsidie toegekend ten behoeve van de ambulante verslavingszorg5: het verstrekken van informatie en het geven van voorlichting aan individuen en groepen over verslavingen (alcohol, drugs, medicijnen en gokken) en de behandel- en opvangmogelijkheden, - ambulante behandeling en begeleiding van verslaafden, - het verstrekken van methadon aan heroïneverslaafden, - straathoekwerk gericht op harddrugsverslaafden, - begeleiding van partners, familieleden en vn'enden van verslaafden, - het informeren van gemeenten en het voorlichten van de samenleving als geheel over ontwikkelingen die zich op het gebied van verslavingszorg voordoen. Voor het jaar 2004js aan Novadic Kentron een subsidie toegekend ter uitvoering van Preventie, Sociale verslavingszorg en Ambulante zorg. Een kopie van de subsidiebeschikking, met gedetailleerde prestatie-afspraken, is als bijlage 1 van deze nota opgenomen. In vergelijking met de voorgaande jaren is de omvang van de productie-afspraken afgenomen, omdat de financiering van behandeling en begeleiding voor een gedeelte is verschoven naar het zorgkantoor. (zie bijlage 2.) Ter completering van de informatie over de besteding van de rijksbijdrage MO/VB is als bijlage 3 de subsidiebeschikking 2004 voorde maatschappelijke opvang door de Zuidwester toegevoegd. 2. Regisseren van het netwerk van instellingen en organisaties. Afstemming en samenwerking tussen alle betrokken (zorg)instellingen is onontbeerlijk. Vanuit onze regisserende en subsidiërende positie leggen wij daar de nadruk op en zullen wij dit onderwerp constant onder de aandacht houden. 3. Ontwikkelen en uitbreiden van de Verslavingszorg. Binnen de financiële kaders zal de zorg worden uitgebreid of anders ingevuld. Belangrijke ontwikkelingen op het financiële vlak zijn de verruiming van de AWBZ, de komst van de Wet Maatschappelijke Zorg in 2006 en de consequenties van die wet voor de rijksbijdrageregeling MO/VB. Belangrijke inhoudelijke prioriteit ligt bij de preventie en voorlichting aan de jeugd, die dient aan te sluiten bij het lokale en regionale gezondheidsbeleid en bij de vele facetten van het preventieve jeugdbeleid via onderwijs en vrije tijd. Een ander belangrijk aandachtsveld vormt de begeleiding en hulpverlening aan de harddrugsverslaafden. Ook het onderzoeken van nieuwe mogelijkheden en het bijhouden van landelijke ontwikkelingen staat op het programma. Bijvoorbeeld de mogelijkheden van resocialisatie van langdurige harddrugsverslaafden conform het model van de Stichting Opvang Verslaafden (SOV). 4. Het uitbouwen van de voorzieningen van de zorgketen In 2003 zijn door Kentron en de Zuidwester plannen gepresenteerd voor een dienstencentrum voor daklozen en verslaafden. Om financiële redenen is dit plan niet gerealiseerd. Eind 2003 is besloten tot een eerste aanzet door het realiseren van een beperkte dagopvang voor daklozen en het uitbreiden van de bestaande capaciteit van de nachtopvang. In de komende jaren streven we naar uitbouw van deze voorziening. Een andere streving is het uitbouwen van de keten van zorgvoorzieningen met beschermde woonvormen (pensions of begeleid wonen) voor chronisch verslaafden. Langdurig verslaafden aan alcohol of drugs hebben vaak problemen met het handhaven van een stabiele woonsituatie. In een aantal gevallen leidt dat tot dakloosheid of zwerven van het ene adres naar het andere. 5
De verslavingszorg van Kentron kent drie hoofdfuncties met drie verschillende financieringsstromen. > Justitiële verslavingszorg, gefinancierd door Justitie > Poliklinische verslavingszorg, Deeltijdbehandeling en Klinische verslavingszorg, gefinancierd door het Zorgkantoor (AWBZ) > Ambulante en Sociale verslavingszorg, gefinancierd door de centrumgemeenten Tilburg, Breda en Bergen op Zoom (na de fusie per 1-1-2004 heeft Novadic Kentron voor deze werksoort te maken met 7 centrumgemeenten; Eindhoven, Den Bosch, Helmond en Oss completeren het gezelschap.)
Een beschermde woonvorm kan dan voorzien in de behoefte aan iets meer rust in het jachtige bestaan van de verslaafde. Op dit terrein (het organiseren van huisvesting voor die mensen die hier niet zelf in kunnen voorzien) ligt een duidelijke wettelijke verantwoordelijkheid bij alle in de regio werkzame woningbouwcorporaties. Samenwerking van de woningcorporaties met de verslavingszorg en de maatschappelijke opvang ligt voor de hand. Bij een gestabiliseerde woonsituatie kunnen deze instellingen samen met de verslaafde werken aan het onder controle krijgen van het gebruik, het aflossen van schulden, het herstellen van sociale contacten, het verwerven van een zinvolle dagbesteding etc. 5. Structureel overleggen met de regiogemeenten. Als centrumgemeente bespreekt Bergen op Zoom het beleid en de uitvoering met de andere gemeenten in de regio. In dat kader is er een periodiek bestuurlijk overleg van de portefeuillehouders. Veelal wordt het bestuurlijk overleg vooraf gegaan door overleg van de betrokken ambtenaren. Naast het verslavingsbeleid vormt ook het beleid m.b.t. de maatschappelijke opvang onderwerp van bespreking, corresponderend met de reikwijdte van de rijksbijdrage maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid (MO/VB).
Bijlage 1 Subsidiebeschikking 2004 aanKentron. (brief d.d. 19 dec. 2003) Geacht bestuur, In zijn vergadering van 17 december 2003 heeft de gemeenteraad besloten uw instelling voor het jaar 2004 een budgetsubsidie toe te kennen van € 529.982,-. Dit bedrag is gebaseerd op de productieafspraken, die wij voor 2004 met u hebben gemaakt. De kostprijzen in uw productievoorstel zijn geraamd met een opslag van 1 Vz % voor personeelskosten en 3 % voor materiële kosten, hetgeen resulteert in een algemene kostenstijging van 2,15 % to.v. 2003, overeeenkomstig de gemeentelijke richtlijnen voor 2004. Voorwaarden De subsidietoekenning gebeurt onder de volgende voorwaarden: • De "algemene subsidieverordening welzijn Bergen op Zoom" is van toepassing, • De werkzaamheden van Kentron worden uitgevoerd conform haar "Productencatalogus gemeentelijk gefinancierde zorg" (versie 30 oktober 2002). • Kentron dient, onder regie van de gemeente, in overleg met de andere zorginstellingen de inhoud van de zorgketen voor de toekomst vorm te geven, waarbij de bereidheid tot onderlinge afstemming en samenwerking aanwezig moet zijn. Productieafspraken In 2004 worden door Kentron de volgende activiteiten in de regio West-Brabant ontplooid. Preventie: 1. 265 uur bureaudienst publieksinformatie 2. 59 uur medewerking aan campagnes in het kader van het landelijke Alcohol VoorlichtingsPlan (A VP) 3. 64 uur productontwikkeling 4. 56 uur deelname aan twee gemeentelijke informatiemarkten (in 2004 wordt o.a. deelgenomen aan het Roosendaals Treffen; voor de andere informatiemarkt moeten nog afspraken worden gemaakt) 5. 545 uur project "Gezonde school en genotmiddelen" op 14 scholen voor middelbaar onderwijs in de regio (inclusief LDM van 225 uur in Roosendaal) 6. 460 uur project "Be Smart", gastlessen over roken, alcohol, drugs en gokken op de basisscholen in Roosendaal, Rucphen, Woensdrecht, Halderberge, Steenbergen en Bergen op Zoom;e.e.a. in samenwerking met politie, Halt en GGD. 7. 90 uur Theatertweedaagse "Achter het Masker" in Bergen op Zoom; een theatervoorstelling met "acteurs" uit de plaatselijke islamitische doelgroep voor de islamitische doelgroep over het gebruik van genotmiddelen 8. 120 uur project "Big Deal"; Training van jongeren en jongerenwerkers en inzet bij vooriichting over genotsmiddelen en de aanklevende risico's. 9. 150 uur "The Buzz"; 15 x 10 uur aangepaste vooriichting aan groepen hangjongeren, via een echte bus waarmee de jongeren op locatie worden bereikt; vervolgens terugkoppeling aan de gemeente. 10. 240 uur Beleidsadvisering aan de 6 gemeenten in de regio Sociale Verslavingszorg. 11. 3000 uur (2 fte's) straathoekwerk harddrugsverslaafden; contacten met harddrugsgebruikers en risicojongeren in Roosendaal en Bergen op Zoom; bemiddeling bij materiële en immateriële problemen en naar methadonverstrekking en hulpverlening m.b.t. de drugsverslaving 12. 208 uur methadonverstrekking via de verstrekkingsposten in Roosendaal en Bergen op Zoom
Ambulante zorg. 13. 1148 uur voor dagelijkse aanmeldspreekuren voor potentiële cliënten, gevolgd door indicatie voor intake of crisisinterventie of verstrekken van informatie of verwijzing naar een nadere instelling. 14. 520 uur bureaudienst; voor inhoudelijke vragen over de hulpverlening van cliënten, verwijzers en professionele derden die betrokken zijn bij hulpverlening aan cliënten. Tevens is de bureaudienst het eerste aanspreekpunt bij crisissituaties. 15. 80 uur Collegiale consultatie aan professionele derden 16. 100 uur Advisering aan aanverwante instellingen voor Zorg en hulpverlening, zoals GGD, GGZ, AMW, Thuiszorg, Maatschappelijke Opvang, huisartsen en andere instanties zoals Politie, woningstichtingen. Berekening van het subsidie/Financiële samenvatting van de productieafspraken 2004. -Preventie 2049 uur x 87,- = €178.263,- Sociale Verslavingszorg 3000 uur x 56,10 = €168.300,208 uur x 321,10= € 66.789,meerkosten decentrale methadon € 12.566,- Ambulante zorg 1668 uur x 53,- =€ 88.404,180 uur x 87,- = € 15.660,-
Totaal subsidie 2004:
€ 529.982,-
Informatie en Verantwoording, Onverlet de algemene informatieplicht conform artikel 13 van de algemene subsidieverordening welzijn Bergen op Zoom, dient u tussentijdse informatie en productiegegevens beschikbaar te stellen tb.v. de gemeentelijke managementsrapportages per 1 april en 1 september 2004. Conform artikel 11 van de algemene subsidieverordening welzijn Bergen op Zoom dient u vóór 1 juni 2005 de inhoudelijke en financiële verslagen over 2004 in te sturen. Uitbetaling van dé subsidie-voorschotten Het subsidie zal in 12 maandelijkse termijnen aan u worden uitbetaald, te beginnen in januari 2004. Het subsidie wordt overgemaakt naar uw rekening 116746 955. Subsidie 2005. Ingevolge de algemene subsidieverordening welzijn Bergen op Zoom dient een subsidieverzoek voor 2005 te worden ingediend vóór 1 juni 2004. Bezwaarschrift. Als u het oneens bent met de inhoud van deze beschikking, kunt u binnen zes weken na ontvangst van deze brief een gemotiveerd schriftelijk bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, namens het college, drs. A.M.A.Th. Beukman - Zuure MBA, directeur van de Sector Maatschappelijke Dienstverlening
Bijlage 2
Vergelijking: KENTRON 2003 - NOVADIC KENTRON 2004. Productie-afspraken 2003 Naar AWBZ 2004 Productievoorstel 2004 Novadic Kentron
1725 uur x 85,Preventie en Voorlichting Advisering aan gemeenten 240 uur x 85,-
Straathoekwerk
3000 uur x 55,-
Pillenspreekuur
150 uur x 85,-
Gebruiksruimte
~
Spreekuren, Intakes Intake-onderzoeken
1170 uur x 51,492 contacten x 191,-
Bureaudienst
520 uur x 51,1487 contacten x 127,208 uur x 314,208 uur x 75,-
Methadonverstrekking Spreekuur arts methadon extra kosten decentrale methadonverstrekking
230 uur x 85,-
Totalen
7451 uur +1979 contacten kostprijs €826.448,-
1 809 uur x 87,240 uur x 87,-
1809 uur 240 uur
3000 uur x 56,10
3000 uur
i i 11 48 uur x53,-
1148 uur
492 contacten S^tfï^ 1487 contacten 208 uurx 321,10
208 uur
208 uur
€ 12.200,-
Advies en consulten aan derden
Productieafspraken 2004
€ 12,566,-
€12.566,-
180 uur x87,-
1979 contacten + 208 uur ; kostprijs €298.421,-
10.698 uur totale kostprijs €725.511,-
180 uur
7105 uur totale kostprijs €529.982,-
Wijzigingen in het productievoorstel 2004 van Kentron in vergelijking met de productie-afspraken 2003: méér uren preventie uitbreiding t.b.v. gebruiksruimte / straathoekwerk - iets minder spreekuren, intakes - verdriedubbeling van de uren bureaudienst - overheveling naar de AWBZ minder advisering aan derden
Bijlage 3 Subsidiebeschikking 2004 aan de Zuidwester (brief d.d. 19 december 2003) Geacht bestuur, In zijn vergadering van 17 december 2003 heeft de gemeenteraad uw instelling voor de uitvoering van activiteiten van maatschappelijke opvang in 2004 een garantiesubsidie toegekend van € 1.045.000,Bij de berekening is een verhoging van het algemene kostprijsniveau van 2,15% meegenomen, overeenkomstig de gemeentelijke richtlijn. Voorwaarden. > De 'algemene subsidieverordening welzijn Bergen op Zoom" is van toepassing. > De eigen bijdragen van de cliënten moeten worden geheven conform de verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang. > De Zuidwester moet desgevraagd gegevens leveren voor de gemeentelijke en landelijke monitoring. > De Zuidwester dient, onder regie van de gemeente, in overleg met de andere zorginstellingen de inhoud van de zorgketen voor de toekomst vorm te geven, waarbij de bereidheid tot onderlinge afstemming en samenwerking aanwezig moet zijn. Prestatienorm 2004. Op grond van artikel 8 lid 1 van de "algemene subsidieverordening welzijn Bergen op Zoom" is de volgende prestatienorm voor 2004 voor de Zuidwester vastgesteld. • Bed, Bad, Brood. 10 Plaatsen (bedden) voor overnachting van daklozen aan de Zuidoostingel 45 in Bergen op Zoom. De kfanten betalen een eigen bijdrage van € 4,75. Een overnachting impliceert een (verplichte) douche, een bed en een ontbijt. Ook kan kleding worden gewassen en tweede hands kleding worden gekocht. Naast de slaapkamers beschikt BBB over een huiskamer. BBB is dagelijks open van 17.30 uur tot de volgende ochtend 8.30 uur (in het weekend tot 10.30 uur). • Intensief Begeleid Wonen 6 plaatsen voor intensieve hulpverlening aan daklozen. Individuele hulpverlening gericht op het weer zelfstandig een bestaan opbouwen. In 2 woningen in Bergen op Zoom. • Dagopvang voor daklozen. 20 plaatsen dagopvang gedurende 5 dagen per week aan de Zuid-Oostsingel 45 in Bergen op Zoom. • Pension voor Zwerfjongeren. Het pension voor zwerfjongeren in Breda biedt dakloze, zwervende jongeren tussen 15 en 25 jaar een tijdelijk onderdak, waarbij een traject wordt afgewerkt, gericht op leren, werken en wonen. Het pension heeft 17 plaatsen en is toegankelijk voor jongeren uit de regio Breda en u'rt de regio Bergen op Zoom. De maatschappelijke opvang Bergen op Zoom van de Zuidwester is samen met organisaties uit de regio Breda medeverantwoordelijk voor het pension. • Ambulante hulpveriening. Ambulante begeleiding en hulpveriening aan daklozen en andere cliënten van de Zuidwester. Via informele contacten met daklozen en andere cliënten, inventariseren van hun problemen, hulp aanbieden en evt. doorverwijzen en doorgeleiden naar gespecialiseerde hulpveriening door andere zorginstellingen. • Algemene crisisopvang 8 plaatsen voor tijdelijk verblijf voor mensen in een psychosociale crisis in combinatie met dakloosheid aan de Zuid-Oostsingel 45 in Bergen op Zoom. De hulpverlening is erop gericht de crisis te stabiliseren en een nieuw evenwicht te realiseren. De pedagogische medewerkers werken in een rooster van 7 dagen x 24 uur. • Begeleide opvang 10 plaatsen voor tijdelijk verblijf voor mensen, die niet geheel zelfstandig kunnen wonen, maar geen 24-uurs begeleiding nodig hebben, aan de Erasmuslaan 2 b in Bergen op Zoom. De begeleide opvang vormt een tussenstap tussen de crisisopvang en zelfstandig wonen. • Begeleid wonen Ampulante woonbegeleiding voor (jongvolwassenen op 16 plaatsen in het regionale werkgebied. De begeleiding richt zich op het aanleren van vaardigheden en nef creëren van omstandigheden, waardoor de klant weer zelfstandig kan wonen.
-
Sociaal-medisch spreekuur Het wekelijkse spreekuur voor de klanten van de verschillende opvangvoorzieningen van de Zuidwester is bedoeld als laagdrempelige zorg om de gezondheidssituatie van de klanten te verbeteren door vroegtijdige signalering, medische hulp, begeleiding en verwijzing naar huisartsen. Het spreekuur wordt op maandagavond van 18.30 uur tot 19.30 uur verzorgd door een sociaal verpleegkundige van de GGD West - Brabant in het pand van de Zuidwester.
Subsidie 2004. Voor de uitvoering van de vorengenoemde prestatienorm 2004 wordt de subside als volgt berekend. - Pelsöneeiskösten" 628.422,- Huisvestingskosten 144.086,- Apparaatskosten 48.374,- Activiteitenkosten/verzorgingskosten 63.525,- Kosten sociaal-medisch spreekuur 11.102,- Exploitatiekosten Zwerfjongerenpension 100.000,- Overhead sectorbureau Bergen op Zoom en centraal Bureau Teteringen 156.824,Totaalkosten € 1.152.333,Inkomsten van derden: - Eigen bijdragen verzorgingskosten cliënten 59.284,- Bijdrage Zorgkantoor W.Brabant voor begeleiding GGZ cliënten 32.715,- Bijdrage woningstichtingen in projectkosten laatste kans beleid 15.334,Totaal inkomsten -€ 107.333,Subsidie maatschappelijke opvang 2004: € 1.045.000,Het subsidie wordt als garantiesubsidie toegekend, (zie art. 6 "algemene subsidieverordening welzijn Bergen op Zoom") Informatie en Verantwoording. Onverlet de algemene informatieplicht conform artikel 13 van de "algemene subsidieverordening welzijn Bergen op Zoom", dient u tussentijdse informatie en productiegegevens beschikbaar te stellen tb.v. de gemeentelijke managementsrapportages per 1 april en 1 september 2004. Conform artikel 11 van de algemene subsidieverordening welzijn Bergen op Zoom dient u vóór 1 juni 2005 de inhoudelijke en financiële verslagen over 2004 in te sturen. Uitbetaling van de subsidie-voorschotten Het subsidie zal in 12 maandelijkse termijnen aan u worden uitbetaald, te beginnen in januari 2004. Het subsidie wordt overgemaakt naar uw rekening 656592656. Subsidie 2005. Ingevolge de algemene subsidieverordening welzijn Bergen op Zoom dient een subsidieverzoek voor 2005 te worden ingediend vóór 1juni 2004. Bezwaarschrift. Als u het oneens bent met de inhoud van deze beschikking, kunt u binnen zes weken na ontvangst van deze brief een gemotiveerd schriftelijk bezwaar indienen bij het college van burgemeesteren wethouders Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, namens het college, Drs. A.M.A.Th. Beukman-Zuure MBA, directeur van de Sector Maatschappelijke Dienstverlening
Bijlage 4.
Overzicht van hard-en softdrugs, werking van de middelen, n'sico's en beschikbaarheid (markt).
Drugs zijn middelen die het bewustzijn beïnvloeden, d.w.z. dat ze het gevoel, de stemming en het denken van een persoon kunnen veranderen. Opium
ruim 30 uur
snelle tolerantie, lichamelijke afhankelijkheid
komt vrijwel niet meer op illegale markt voor
Morfine
Remmend, dempend Lichte euforie pijnstillend en roeswekkend als opium
6-8 uur
zie opium
Heroïne
als opium
4-6 uur
allergische reactie, jeuk uitslag zie opium
Methadon
als opium
20 uur
zie opium
Barbituraten
Slaapveroorzakend
enkele minuten tot vele uren
Benzodiazepines (benzo's) Cannabis (marihuana, hasjiesj)
Kalmerend, rustgevend Euforie, kleuren worden intenser en muziek mooier
enkele tot vele uren
afhankelijkheid prikkelbaar, angst beven, traagheid, sufheid, onverschillig^ uitgebreide grijze zie barbituraten + onrust en zweten markt in gedoogde flippen = duizelig coffeeshop wordt het kopen van 5 gram getolereerd psychose en vrij beperkte markt voor partycircuit flashbacks Paddestoelen worden onbekend door smartshops verkocht zelden verkrijgbaar onbekend
LSD (acid)
Sterk hallucinogeen, visueel Psilocybine (paddo's) Hallucinogeen Mescaline (peyote)
DOB (synthetische drug) Phencyclidine (PCP) MDMA (XTC) MDEA (eve) Amfetamine (speed) Methylamfetamine (perf) Cocaïne (coke) Cathine(KhatofQat)
2-3 uur
ca. 8 uren enkele uren
Sterk hallucinogeen 6-8 uren met licht stimulerende werking Sterk hallucinogeen 18-30 uren Hallucinogeen Stimulerend en bewustzijnsveranderend Stimulerend
dodelijke afloop bij overdosering psychose
ca. 4 uren
nierfalën, psychose hart-longstoornissen
5-6 uren
ziemdma
Krachtig stimulerend. ca, 8 uren Honger/slaap verdwijnen zie amfetamine ca. 12 uren
hartkloppingen, hoofdpijn, agitatie, verward zie amfetamine
zie amfetamine
zie amfetamine
licht stimulerend
snuiven 1 uur, roken 10-15 uren ca. 4 uren
wordt op illegale markt door "dealers" aangeboden "medisch" vervangmiddel voor heroïne deels via medisch voorschrift naar illegale markt
beperkte illegale markt Uitgaariscircuit en housecultuur wordt vaak als xtc gebruikt house-uitgaanscultuur bestaat in rookbare vorm uitgebreide markt in uitgaanscultuur Legale import uit Somalië