Bijlage Cursusbeschrijvingen. Bacheloropleiding HBO-Rechten, afstudeerrichting kandidaat - Gerechtsdeurwaarder Deeltijd

Bijlage Cursusbeschrijvingen Bacheloropleiding HBO-Rechten, afstudeerrichting kandidaat Gerechtsdeurwaarder Deeltijd 2015 - 2016

© Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015

Cursusbeschrijvingen Bacheloropleiding HBO-Rechten, afstudeerrichting kandidaat- Gerechtsdeurwaarder Deeltijd 2015-2016

Titel

Afstudeerproject GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016

1 Organisatorische gegevens 1.1

Cursuscode

ADR-GDW-422-13

1.2

Cursusnaam

Afstudeerproject GDW

1.3

Cursusnaam in Engels

Final Project

1.4

Aantal EC's

15 European Credits

1.5

Studiefase/niveau

B (bachelor hoofdfase)

1.6

Opleiding (varianten)

Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd

1.7

Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten?

Nee

1.8

Excellentiemogelijkheden?

1.9

Contactpersoon

I de Weert (tel. 5262) ([email protected])

1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen: Totale In welke blokken wordt contacttijd de werkvorm in minuten per aangeboden? blok

Werkvorm

Aanwezigheid verplicht?

Frequentie

Afstudeerproject

niet verplicht

1 maal per blok

120 minuten

bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR

Training

verplicht

1 maal per blok

120 minuten


Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 415 1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Aantal keren dat Weging een Minimum (afgerond Resultaatschaal toets wordt cijfer op hele aangeboden procenten) in een collegejaar

In welke blokken wordt de toets aangeboden?

Afstudeerpresentatie

Alle toetsresultaten toegestaan

5,5

20

2

bij aanvangsblok JAAR: 1. blok JAAR 2. blok JAAR

Onderzoeksplan


5,5

10

2


Onderzoeksrapport


5,5

70

2




2 Inhoudelijke gegevens 2.1

Cursus doel

Korte inleiding Het Afstudeerproject vormt het sluitstuk van uw opleiding HBO-Rechten, afstudeerrichting kandidaat-gerechtsdeurwaarder. U laat daarin zien dat u op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in staat bent om zelfstandig een praktijkgericht juridisch onderzoek uit te voeren en te presenteren op een voor het werkveld relevante manier. De keuze van het onderwerp dat u wilt onderzoeken, bepaalt u zelf in samenspraak met de opleiding: het onderwerp heeft een relatie met de gerechtsdeurwaarderspraktijk. Het project bestaat uit een onderzoeksplan, waarin u gemotiveerd (op projectmatige wijze) aangeeft wàt u gaat onderzoeken, waarom en op welke wijze. Dit onderzoeksplan dient als basis voor uw verdere onderzoek en het opstellen van het eindrapport. Tot slot presenteert en verdedigt u dit rapport mondeling aan een commissie, die bestaat uit twee docenten en een werkvelddeskundige. Daarbij komt niet alleen het rapport zelf - kort - aan bod, maar juist ook de bredere context ervan. Competenties Afhankelijk van het door u gekozen afstudeeronderwerp, zullen specifieke competenties (in meerdere mate) een rol spelen. Bij het eindgesprek dient u desgevraagd te kunnen aantonen, te beschikken over alle HBR-competenties. Middels het Afstudeerproject als geheel, laat u in alle gevallen zelf expliciet zien dat u de volgende HBR-competenties beheerst: - Juridisch analyseren. - Adviseren. - Beslissen. Afhankelijk van de doelstelling van uw onderzoek wordt verder aan minimaal één van de volgende competenties voldaan: - Reguleren. - Dossier managen. - Organiseren. Deze HBR-competenties zijn beroepsspecifiek uitgewerkt in GDW-competenties: zie Studiewijzer. Leerdoelen U laat zien dat u: Zelfstandig een praktijkgericht juridisch onderzoek kunt opzetten en uitvoeren met behulp van een onderzoeksplan. Een juridisch relevante probleembeschrijving, doelstelling en centrale vraag kunt formuleren. In staat bent om relevante informatie te zoeken en verwerken in een onderzoeksrapport met bruikbare resultaten voor een opdrachtgever. Een onderzoeksrapport kunt schrijven waarin u op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar: voldoende gegevens verwerkt om rechtsvragen te kunnen beantwoorden; juridische onderwerpen en problematiek op heldere wijze aan derden overbrengt; consequenties schetst van juridische en andere procedures en trajecten voor een opdrachtgever. Een conclusie en voor zover mogelijk aanbevelingen kunt opstellen. Uw bevindingen op heldere, correcte en overtuigende wijze schriftelijk en mondeling kunt presenteren. In staat bent om in de context van een presentatie te discussiëren over uw onderzoeksrapport op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. 2.2

Cursus inhoud

Het Afstudeerproject omvat het onderzoeksplan, het onderzoeksrapport en het eindgesprek.



2.3

Ingangseisen

Ingangseisen cursus U heeft maximaal twee studieonderdelen uit het curriculum van jaar 1, 2 en 3 niet behaald. U heeft de cursus Onderzoeksvaardigheden (ADR-GDW-330-11 of ADR-GDW-33014) behaald: zie verder Studiewijzer. Ingangseisen toetsen U heeft een VD voor het onderzoeksplan om te mogen starten met het eindrapport. U heeft minimaal een 5,5 voor het onderzoeksrapport om te mogen deelnemen aan het eindgesprek. U heeft voorts geen studieonderdelen meer te volgen om te mogen deelnemen aan het eindgesprek. 2.4

Kosten en studiematerialen

Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : G.A.F.M. van Schaaijk, Praktijkgericht juridisch onderzoek, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2011 (of recentere versie) Boek (verplicht) : M.H. Bastiaans e.a. , Leidraad voor juridische auteurs. Voetnoten, bronvermeldingen, literatuurlijsten en afkortingen in Nederlandstalige publicaties , Deventer: Kluwer 2013 (of recentere versie). Boek (verplicht) : M.G. IJzermans & G.A.F.M. van Schaaijk, Oefening baart kunst. Onderzoeken, argumenteren en presenteren voor juristen, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2007, p. 131-149 (digitaal beschikbaar). Reader (verplicht) : Reader 'Afstuderen HBO Rechten 2015-2016' (digitaal beschikbaar via de cursussite). Reader (verplicht) : Studiewijzer Afstudeerproject GDW 2015-2016 (digitaal beschikbaar via de cursussite). Diversen (verplicht) : J.G.L. van der Wees & W.G. Renden, Internet voor juristen, Recht.nl 2013 (of recentere versie) 2.5

Workload

Contactduur (uren): 4 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 415 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6

Opmerkingen

Vrijstelling Er wordt voor deze cursus geen vrijstelling verleend. 2.7

URL cursussite

https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/31/ADR-GDW-422-13



Titel

Arbeidsrecht & Onderhandelen GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-337-13

1.2

Cursusnaam

Arbeidsrecht en Onderhandelen GDW

1.3


Labor Law & Negotiation

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau


1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon


1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie

Totale contacttijd in minuten per blok

In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?

WC Arbeidsrecht

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten

bij aanvangsblok 1: blok 2

Training Onderhandelen

verplicht

1 maal per blok

450 minuten


Training Onderhandelen

verplicht

1 maal per blok

450 minuten



Toetsen:

Toetsvorm


Tentamen Arbeidsrecht


Verslag Onderhandelen



5,5

5,5

60

40


2

bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3

3

bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3 3. blok 4



Cursus doel

ARBEIDSRECHT GDW Korte inleiding In de cursus wordt ingegaan op het arbeidsrecht, een meer specifiek terrein van het overeenkomstenrecht waarmee ook de (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder in zijn praktijk te maken kan krijgen. Ten eerste vormt arbeid een belangrijke (mogelijke) inkomstenbron van debiteuren die hij treft. Ten tweede wordt in arbeidszaken veelal geprocedeerd bij de kantonrechter: de (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder is bevoegd om daarbij als gemachtigde op te treden. Ten derde speelt het arbeidsrecht mogelijk een rol in de eigen organisatie van de gerechtsdeurwaarder. De relatie tussen de individuele werknemer en werkgever wordt onder de loep genomen, waarbij de rechten en plichten van partijen alsmede het ontslagrecht een centrale rol innemen. Op het collectieve arbeidsrecht wordt beperkt ingegaan. Competenties - Juridisch rechercheren en analyseren. - Adviseren. - Procederen. Leerdoelen U kunt een arbeidsovereenkomst kwalificeren. U kunt de verschillende soorten overeenkomsten onderscheiden op basis waarvan ‘arbeid’ wordt verricht. U heeft kennis van de rechten en plichten van werkgever en werknemer uit hoofde van de arbeidsovereenkomst. U heeft kennis van (de bijzonderheden van) het arbeidsprocesrecht. U heeft kennis van de juridische mogelijkheden waarop een arbeidsovereenkomst kan eindigen. U kunt arbeidsrechtelijke wetgeving en jurisprudentie toepassen op casuïstiek ontleend aan de beroepspraktijk.

TRAINING ONDERHANDELEN GDW Korte inleiding Onderhandelen is een basisvaardigheid voor professionals in het algemeen. Voor gerechtsdeurwaarders is het zelfs een van de belangrijkste competenties. Zij hebben immers vaak te maken met situaties waarin degene met wie zij tot een oplossing moeten komen, een ander of zelfs tegenstrijdig belang heeft dan zijzelf. Er ontstaat een onderhandelingssituatie als de partijen voor het vinden van de beste oplossingen afhankelijk van elkaar zijn. In deze training leert u de basisprincipes van onderhandelen kennen en toe te passen in beroepssituaties. Competenties - Communiceren. - Adviseren. - Onderhandelen. - Professioneel samenwerken. - Zichzelf ontwikkelen in het beroep. Leerdoelen Hoofddoel: U kunt in situaties waarin u wilt onderhandelen een plan van aanpak maken, dat uitvoeren en reflecteren op de onderhandeling die u hebt gevoerd. Daarvoor is nodig: U kunt een plan van aanpak ontwerpen voor een specifieke onderhandelingssituatie op basis van de aangeboden literatuur. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


-

2.2

U kunt de informatie uit het boek ‘Vaardiger onderhandelen’ van Mastenbroek, inzetten in uw dagelijkse werk, en in uw eigen woorden uitleggen hoe u dat heeft aangepakt en wat het effect daarvan was. U kent de verschillende fasen van een onderhandeling , en weet wat u in welke fase kunt doen. U kent en herkent in gesprekken de factoren die een onderhandeling beïnvloeden en u kunt op uw beurt deze factoren beïnvloeden. Cursus inhoud

ARBEIDSRECHT GDW Onderwerpen: - Afbakening individuele arbeidsovereenkomst. - Rechten en verplichtingen werkgever en werknemer. - Gelijke behandeling. - Loon. - Arbeidsongeschikte werknemer. - Beëindiging van de arbeidsovereenkomst. - Collectieve arbeidsovereenkomst. - Arbeidsprocesrecht. TRAINING ONDERHANDELEN GDW Onderwerpen: - Basisprincipes van effectieve mondelinge communicatie in onderhandelingssituaties. - Beïnvloedingsfactoren in een onderhandeling. - Eigen casuïstiek van de deelnemers. 2.3

Ingangseisen

Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4


Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : P.M.H.J. van Grinsven, H.C. Geugjes & H.N.M. Soemers, Arbeidsrecht begrepen, Den Haag: Boom Juridische uitgevers, meest recente uitgave Boek (verplicht) : Training onderhandelen: W.F.G. Mastenbroek, Vaardiger Onderhandelen, Heemstede: Holland Business Publications. Studiewijzer (digitaal beschikbaar). Diversen (verplicht) : Studiewijzer Arbeidsrecht GDW 2015-2016 (digitaal verkrijgbaar via de cursussite). Diversen (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 (bijvoorbeeld Kluwer Collegebundel of Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving). 2.5

Workload


Opmerkingen

Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7

URL cursussite




Titel

Bedrijfsomgeving GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-335-12

1.2

Cursusnaam

Bedrijfsomgeving GDW

1.3


Company Environment GDW

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau


1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon

M Jansma (tel. 9242) ([email protected])

1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie


WC Bedrijfsomgeving

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten

In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 4: blok 4


Toetsen:

Toetsvorm

Verslag Bedrijfsomgeving

Aantal keren dat Weging een Minimum (afgerond Resultaatschaal toets wordt cijfer op hele aangeboden procenten) in een collegejaar Alle toetsresultaten toegestaan


5,5

100

2





Cursus doel

Korte inleiding Als kandidaat-gerechtsdeurwaarder is bedrijfskundig inzicht belangrijk. De gerechtsdeurwaarder is ambtenaar en tegelijkertijd ondernemer sinds de liberalisatie van 2001. Het totale curriculum waarin bedrijfskundig inzicht wordt opgebouwd, bevat vier cursussen, te weten; 1. Bedrijfsprocessen en Financiën, welke onderdelen komen voor in een bedrijf en hoe is de samenhang met financiën, 2. Bedrijfsorganisatie en Bedrijfsstrategie, hoe in de interne samenhang en hoe geven je leiding, en hoe zorgen we voor continuïteit en groei op de korte en lange termijn, 3. Bedrijfsomgeving, in welke omgeving bevindt het bedrijf zich en hoe ondernemen we maatschappelijk verantwoord. Bedrijfsomgeving gaat in op de omgeving van een bedrijf. De omgeving wordt gestructureerd bestudeerd en vertaald naar een strategie. Welke relaties heeft een bedrijf met de omgeving, welke invloeden brengt dat met zich mee. Als je onderneemt met welke externe factoren moet je rekening houden. Wat zijn belangrijke thema’s waar de deurwaarder mee te maken krijgt. Competenties Beslissen. Adviseren. Ondernemen. Leidinggeven. Bedrijfsvoering. Professioneel samenwerken. Leerdoelen U hebt een methode om gestructureerd naar de omgeving te kijken. U hebt inzicht in de plaats van de deurwaarder in de keten van bedrijven. U hebt inzicht in concurrentie analyse en samenwerkingsvormen. U hebt inzicht in de marketing van de dienstverlening. U hebt kennis van de wet en regelgeving waar de deurwaardersonderneming mee te maken heeft. U bent bekend met maatschappelijk verantwoord ondernemen. 2.2

Cursus inhoud

Onderwerpen: Stakeholder benadering, wie zijn allemaal betrokken bij een bedrijf. Ketenbenadering, de plaats van de bedrijfsactiviteit in de keten. Marketing processen. Concurrentie. Samenwerking. Wet en Regelgeving. Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Gedragsregels, ethische dilemma’s, tuchtrecht. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Diversen (aanbevolen) : Studiewijzer en reader via Sharepoint 2.5

Workload

Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 126 © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Totaal (uren) 141 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6

Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Bedrijfsproces, -Organisatie,- Strategie en Financiën

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016

1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode

ADR-GDW-326-11

1.2 Cursusnaam

Bedrijfsprocessen en Financiën& Bedrijfsorganisatie en Bedrijfsstrategie

1.3 Cursusnaam in Engels

Company Processes & Finances & Company Organization & Strategies

1.4 Aantal EC's

5 European Credits

1.5 Studiefase/niveau


1.6 Opleiding (varianten)


Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten?

Ja

1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon

M Jansma (tel. 9242) ([email protected])

1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Werkvorm

Aanwezigheid Frequentie verplicht?



WC Bedrijfsorganisatieen Strategie

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten


WC Bedrijfsprocessen en Financiën

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110 1.12 Toetsen:

Toetsvorm



Bedrijfsorganisatieen Strategie


5,5

50

2


Bedrijfsprocessen en Financiën


5,5

50

2





Cursus doel

BEDRIJFSORGANISATIE EN BEDRIJFSSTRATEGIE GDW Korte inleiding Als kandidaat-gerechtsdeurwaarder is bedrijfskundig inzicht belangrijk. De gerechtsdeurwaarder is ambtenaar en tegelijkertijd ondernemer sinds de liberalisatie van 2001. Het totale curriculum waarin bedrijfskundig inzicht wordt opgebouwd, bevat drie cursussen, te weten: 1. Bedrijfsprocessen en Financiën, welke onderdelen komen voor in een bedrijf en hoe is de samenhang met financiën. 2. Bedrijfsorganisatie en Bedrijfsstrategie, hoe is de interne samenhang en hoe geven je leiding, en hoe zorgen we voor continuïteit en groei op de korte en lange termijn. 3. Bedrijfsomgeving en Bedrijfsethiek, in welke omgeving bevindt het bedrijf zich en hoe ondernemen we maatschappelijk verantwoord. De cursus Bedrijfsorganisatie gaat in op de interne dynamiek van een bedrijf. De eerste cursus gaf inzicht in de interne onderdelen van een bedrijf, nu wordt ingegaan op hoe de onderdelen geleid worden en hoe ze samenwerken. In de cursus Bedrijfsstrategie wordt ingegaan op strategieprocessen, veranderen, innoveren en alles wat van belang is om het bedrijf te laten bestaan en te laten groeien. Competenties Beslissen. Adviseren. Ondernemen. Leidinggeven. Bedrijfsvoering. Professioneel samenwerken. Leerdoelen U hebt een methode om gestructureerd strategievorming te doen. U kunt een SWOT-analyse opstellen. U kunt een projectplan opstellen voor implementatie van een innovatie, inclusief business case. U hebt kennis van belangrijke aspecten van ondernemen. U hebt beeld van organisatie structuren en principes. U hebt een beeld van uw individuele rol in groepen en van groepsprocessen. U hebt inzicht in management, leiderschap en ondernemerschap. U hebt een inzicht verkregen in besturen en besluitvormingsprocessen. U bent bekend met kwaliteitsprocessen. U hebt een beeld gekregen van politiek in de organisatie en de cultuur van een organisatie. BEDRIJFSPROCESSEN EN FINANCIËN GDW Korte inleiding Als kandidaat-gerechtsdeurwaarder is bedrijfskundig inzicht belangrijk. De gerechtsdeurwaarder is ambtenaar en tegelijkertijd ondernemer sinds de liberalisatie van 2001. Het totale curriculum waarin bedrijfskundig inzicht wordt opgebouwd, bevat drie cursussen, te weten: 1. Bedrijfsprocessen en Financiën, welke onderdelen komen voor in een bedrijf en hoe is de samenhang met financiën. 2. Bedrijfsorganisatie en Bedrijfsstrategie, hoe is de interne samenhang en hoe geven we leiding, en hoe zorgen we voor continuïteit en groei op de korte en lange termijn. 3. Bedrijfsomgeving en Bedrijfsethiek, in welke omgeving bevindt het bedrijf zich en hoe ondernemen we maatschappelijk verantwoord. De cursus Bedrijfsprocessen en Financiën, gaat in op de processen die in een bedrijf © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


voorkomen en wat de onderlinge samenhang is. De bedrijfsprocessen in een deurwaarderskantoor worden vanzelfsprekend uitgebreider behandeld dan de processen die daar niet of in mindere mate voorkomen. Financiële en administratieve processen en de dienstverlenings- processen worden uitgebreid behandeld, met onder meer Bureau Financieel Toezicht en Wettelijke Tarieven Ambtelijke Handelingen. Competenties Beslissen. Adviseren. Ondernemen. Leidinggeven. Bedrijfsvoering. Professioneel samenwerken. Leerdoelen U hebt een overzicht van de meest voorkomende bedrijfsprocessen. U kent financiële verslaglegging, winst en verliesrekeningen en balans overzichten. U hebt inzicht in kosten structuren en management accounting. U kunt bijdrage analyses maken en kent het begrip business cases. U bent bekend met de meest voorkomende tariefstructuren. U kent de regelgeving die betrekking heeft op de deurwaarderspraktijk. 2.2

Cursus inhoud

BEDRIJFSORGANISATIE EN BEDRIJFSSTRATEGIE GDW Onderwerpen: Structuren. Individuen en groepen, personeelsbeleid. Management & leiderschap Kwaliteit. Besturen en besluitvormingsprocessen. Politiek. Cultuur. Strategie processen. Planning & implementatie. SWOT. Levenscyclus van bedrijven/producten/diensten. Innovatie. Change processen. Ondernemen.

BEDRIJFSPROCESSEN EN FINANCIËN GDW Onderwerpen: Bedrijfsprocessen. Processchema’s. Inrichting. ICT. Besturing. Financieel management. Winst & Verlies. Balans. Kostprijs calculatie. Derden-gelden. Risico analyse. 2.3

Ingangseisen





Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : K. van Alphen, Financieel Management, ’s-Gravenhage: Academic Service 2010. Diversen (verplicht) : Studiewijzer via SharePoint Boek (verplicht) : Marketing Management, De Essentie, Philip Kotler, Kevin Lane Keller, Harry Robben, Maggie Geuens. 2.5

Workload


Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Burgerlijk Procesrecht GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-127-09

1.2

Cursusnaam

Burgerlijk Procesrecht GDW

1.3


Administrative Procedural Law

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau

D (propedeuse)

1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon

WK Lem (tel. 9257) ([email protected])

1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie

Hoor- en werkcollege

verplicht

7 maal per blok

Totale In welke blokken wordt contacttijd de werkvorm in minuten per aangeboden? blok 1260 minuten



Toetsen:

Weging Minimum (afgerond Toetsvorm Resultaatschaal cijfer op hele procenten)

Open vragen


5,5

100

Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar 2

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 4: 1. blok 4 2. blok 5


Cursus doel

Korte inleiding Het gaat in deze cursus om een eerste kennismaking met en een inleiding op het algemene Nederlands burgerlijk procesrecht. Het burgerlijk procesrecht is het formele recht dat regelt op welke wijze de materiële rechten uit het privaatrecht kunnen worden verwezenlijkt, met name in geval van geschillen. Competenties Diagnosticeren. Beslissen. Adviseren. Belangen behartigen. Informatie. 2.2

Cursus inhoud

Leerdoelen © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


-

-

-

U kunt uitleggen wat het belang is van het burgerlijk procesrecht in ons rechtsstelsel. U kunt aangeven welke personen in welke hoedanigheid een rol spelen in een burgerlijk proces. U kunt de belangrijkste beginselen van burgerlijk procesrecht toepassen en benoemen. U kunt de in de lesstof voorkomende procesrechtelijke begrippen toepassen en definiëren. U kunt de relevante rechtsbronnen hanteren en toepassen. U kunt uitspraken inzake burgerlijk (proces)recht van nationale en internationale rechters lezen en er de rechtsregel in herkennen. Daarbij kunt u aangeven wat het belang is van de betreffende uitspraak. U kunt beargumenteren welke rechter absoluut en relatief bevoegd is zowel nationaal als internationaal. U kunt beschrijven hoe de dagvaardingsprocedure verloopt en in een casus beargumenteren hoe deze in dat concrete geval kan/zal verlopen. U kunt beschrijven hoe de verzoekschriftprocedure verloopt en in een casus beargumenteren hoe deze in dat concrete geval kan/zal verlopen. U kunt beschrijven wat arbitrage is en hoe een arbitrageprocedure verloopt. Daarbij bent u ook in staat om de betreffende regels in een casus toe te passen. U kunt benoemen wat een kort geding procedure inhoudt en bent in staat om de betreffende regels in een casus toe te passen. U kunt benoemen hoe het bewijsrecht werkt en waar het staat. Ook de verschillende bewijsmiddelen kunt u benoemen en toepassen in casusposities. U kunt de bijzondere regels van procesrecht voor een aantal specifieke rechtsgebieden benoemen, (her)kennen en toepassen in een casus. U weet welke rechtsmiddelen er zijn en wanneer die ingesteld kunnen en moeten worden. U weet wat in een vonnis moet staan en welke vonnissen er zijn. U kunt de algemene regels van beslagen executierecht benoemen en toepassen in een concrete casus. U kunt uitleggen wat het belang is van het burgerlijk procesrecht in ons rechtsstelsel. U kunt aangeven welke personen in welke hoedanigheid een rol spelen in een burgerlijk proces. U kunt de belangrijkste beginselen van burgerlijk procesrecht toepassen en benoemen. U kunt de in de lesstof voorkomende procesrechtelijke begrippen toepassen en definiëren. U kunt de relevante rechtsbronnen hanteren en toepassen. U kunt uitspraken inzake burgerlijk (proces)recht van nationale en internationale rechters lezen en er de rechtsregel in herkennen. Daarbij kunt u aangeven wat het belang is van de betreffende uitspraak. U kunt beargumenteren welke rechter absoluut en relatief bevoegd is zowel nationaal als internationaal. U kunt beschrijven hoe de dagvaardingsprocedure verloopt en in een casus beargumenteren hoe deze in dat concrete geval kan/zal verlopen. U kunt beschrijven hoe de verzoekschriftprocedure verloopt en in een casus beargumenteren hoe deze in dat concrete geval kan/zal verlopen. U kunt beschrijven wat arbitrage is en hoe een arbitrageprocedure verloopt. Daarbij bent u ook in staat om de betreffende regels in een casus toe te passen. U kunt benoemen wat een kort geding procedure inhoudt en bent in staat om de betreffende regels in een casus toe te passen. U kunt benoemen hoe het bewijsrecht werkt en waar het staat. Ook de verschillende b bewijsmiddelen kunt u benoemen en toepassen in casusposities. U kunt de bijzondere regels van procesrecht voor een aantal specifieke rechtsgebieden benoemen, (her)kennen en toepassen in een casus. U weet welke rechtsmiddelen er zijn en wanneer die ingesteld kunnen en moeten worden. U weet wat in een vonnis moet staan en welke vonnissen er zijn. U kunt de algemene regels van beslagen executierecht benoemen en toepassen in



een concrete casus. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Diversen (verplicht) : Studiewijzer en Reader via SharePoint Boek (verplicht) : nader bekend te maken in studiewijzer 2.5

Workload


Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Executie- en Beslagrecht 1 & 2 GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-323-11

1.2

Cursusnaam

Executie- en Beslagrecht 1&2 GDW

1.3


Foreclosure and Repossession Law 1 & 2

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau


1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon


1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen: Totale contacttijd In welke blokken wordt in minuten per de werkvorm blok aangeboden?

Werkvorm


Frequentie

E&B 1 WC

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten


E&B 2 WC

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten


E&B1 HC

niet verplicht

7 maal per blok

420 minuten


E&B2 HC

niet verplicht

7 maal per blok

420 minuten



Toetsen:


Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar


Tentamen E&B1


5,5

50

2


Tentamen E&B2


5,5

50

2





Cursus doel

Korte inleiding Het executie en beslagrecht is een essentieel onderdeel van de kennis die de deurwaarder in de uitoefening van zijn beroep moet hebben. In vier op elkaar aansluitende cursussen wordt de stof behandeld. Daarmee is dit onderdeel van de opleiding in alle periodes van het derde jaar aan de orde. Per periode wordt een tentamen afgenomen, elk volgend tentamen bouwt voor op de kennis van de vorige periode. Competenties Betekenen. Redigeren van exploten. Executeren. Incasseren. Leerdoelen U bent in staat om het gehele executierecht zoals is neergelegd in de boeken 2, 3 en 4 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering te doorgronden en op verdiepingsniveau toe te passen, dit in samenhang met (o.a.) het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Koophandel. U bent in staat om Verdrags- en EU-verordeningsteksten toe te passen, voor zover voor het uitoefenen van het ambt van gerechtsdeurwaarder van belang. U kunt alle voorkomende aktes schrijven op het gebied van beslag en executierecht 2.2

Cursus inhoud

Onderwerpen: Algemene bepalingen. Beslag roerende zaken. Beslag onroerende zaken. Beslag op aandelen. Derdenbeslag. Beslagvrije voet. Afgifte. Bewijsbeslag. Verdeling executieopbrengst. Maritaal beslag. Ontruiming. Dwangsom. Beslag op schepen. EEX-EET. EBB, Small claims. Ontneming (Pluk ze wetgeving). Lijfsdwang. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Diversen (aanbevolen) : Studiewijzer en reader via SharePoint 2.5

Workload

Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): 6 Zelfstudie (uren): 92 Totaal (uren) 140 © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6

Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Executie- en Beslagrecht 3 & Pacht GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-333-12

1.2

Cursusnaam

Executie- en Beslagrecht 3 en Pacht GDW

1.3


Foreclosure and Repossession Law 3 & Lease GDW

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau


1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon


1.10

Voertaal

Nederlands

1.11


Werkvorm


Frequentie

E&B 3 HC

niet verplicht

7 maal per blok

420 minuten


E&B 3 WC

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Pacht WC

niet verplicht

2 maal per blok

480 minuten

bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4


Toetsen:


Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar


Tentamen E&B3


5,5

80

2


Tentamen Pacht


5,5

20

2





Cursus doel

EXECUTIE- EN BESLAGRECHT 3 GDW Korte inleiding Het executie- en beslagrecht is een essentieel onderdeel van de kennis die de deurwaarder in de uitoefening van zijn beroep moet hebben. In vier op elkaar aansluitende cursussen wordt de stof behandeld. Daarmee is dit onderdeel van de opleiding in alle periodes van het derde jaar aan de orde. Per periode wordt een tentamen afgenomen, elk volgend tentamen bouwt voor op de kennis van de vorige periode. Competenties Betekenen. Redigeren van exploten. Executeren. Incasseren. Leerdoelen U bent in staat om het gehele executierecht zoals is neergelegd in de boeken 2, 3 en 4 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering te doorgronden en op verdiepingsniveau toe te passen, dit in samenhang met (o.a.) het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Koophandel. U bent in staat om Verdrags- en EU-verordeningsteksten toe te passen, voor zover voor het uitoefenen van het ambt van gerechtsdeurwaarder van belang. U kunt alle voorkomende aktes schrijven op het gebied van beslag en executierecht.

PACHT GDW Korte inleiding In deze cursus wordt ingegaan op het pachtrecht, een meer specifiek civielrechtelijk terrein van het recht waarmee ook de deurwaarder in zijn praktijk te maken kan krijgen. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Betekenen. Redigeren van exploten. Executeren. Procederen. Adviseren. Leerdoelen U kunt de in de leerstof voorkomende pachtrechtelijke begrippen beschrijven. U kunt bij een aangeboden casus het antwoord op de casusvraag/casusvragen formuleren op basis van een analyse van de zelf geselecteerde relevante rechtsregels op het gebied van het pachtrecht. U kunt de pachtrechtelijke rechtsregels herkennen en beschrijven, op het gebied van: - de pachtovereenkomst - de totstandkoming van de pachtovereenkomst - de rechten en plichten van de pachter en verpachter - de wijzen van beëindiging van de pachtovereenkomst - het procesrecht, waaronder rechtsmiddelen, termijnen en instanties. U kunt bovengenoemde pachtrechtelijke rechtsregels koppelen aan de relevante feiten uit de casus. U kunt aan de hand van voornoemde koppeling een gemotiveerde en helder geformuleerde conclusie trekken. 2.2

Cursus inhoud



EXECUTIE- EN BESLAGRECHT 3 GDW Onderwerpen: Algemene bepalingen Beslag roerende zaken. Beslag onroerende zaken. Beslag op aandelen. Derdenbeslag. Beslagvrije voet. Afgifte. Bewijsbeslag. Verdeling executieopbrengst. Maritaal beslag. Ontruiming. Dwangsom. Beslag op schepen. EEX-EET. EBB, Small claims. Ontneming (Pluk ze wetgeving). Lijfsdwang.

PACHT GDW Onderwerpen: Het (nieuwe) pachtrecht, de pachtovereenkomst, de totstandkoming van de pachtovereenkomst, de rechten en plichten van de pachter en verpachter, de wijze van beëindiging van de pachtovereenkomst, het procesrecht (waaronder rechtsmiddelen, termijnen en instanties). 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 (bijvoorbeeld Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving of Kluwer Collegebundel) Diversen (verplicht) : Studiewijzer (digitaal beschikbaar) Diversen (verplicht) : Overige literatuur op SharePoint 2.5

Workload


Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Executie- en Beslagrecht 4 GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-325-11

1.2

Cursusnaam

Executie- en Beslagrecht 4 GDW

1.3


Foreclosure and Repossession Law 4

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau


1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon


1.10

Voertaal

Nederlands

1.11


Werkvorm


Frequentie

E&B4 HC

niet verplicht

5 maal per blok

300 minuten


E&B4 HC

niet verplicht

2 maal per blok

480 minuten


E&B4 WC

niet verplicht

5 maal per blok

600 minuten



Toetsen:


Tentamen E&B4



5,5

100





Cursus doel

Korte inleiding Het executie en beslagrecht is een essentieel onderdeel van de kennis die de deurwaarder in de uitoefening van zijn beroep moet hebben. In vier op elkaar aansluitende cursussen wordt de stof behandeld. Daarmee is dit onderdeel van de opleiding in alle periodes van het derde jaar aan de orde. Per periode wordt een tentamen afgenomen, elk volgend tentamen bouwt voor op de kennis van de vorige periode. Competenties Betekenen. Redigeren van exploten. Executeren. Incasseren. Leerdoelen U bent in staat om het gehele executierecht zoals is neergelegd in de boeken 2, 3 en 4 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering te doorgronden en op verdiepingsniveau toe te passen, dit in samenhang met (o.a.) het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Koophandel. U bent in staat om Verdrags- en EU-verordeningsteksten toe te passen, voor zover voor het uitoefenen van het ambt van gerechtsdeurwaarder van belang. U kunt alle voorkomende aktes schrijven op het gebied van beslag en executierecht. 2.2

Cursus inhoud

Onderwerpen: Algemene bepalingen. Beslag roerende zaken. Beslag onroerende zaken. Beslag op aandelen. Derdenbeslag. Beslagvrije voet. Afgifte. Bewijsbeslag. Verdeling executieopbrengst. Maritaal beslag. Ontruiming. Dwangsom. Beslag op schepen. EEX-EET. EBB, Small claims. Ontneming (Pluk ze wetgeving). Lijfsdwang. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Diversen (verplicht) : Literatuur word bekend gemaakt in de wegwijzer via SharePoint 2.5

Workload




Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Exploten 1 & Formele procesinleiding GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-223-10

1.2

Cursusnaam

Exploten 1 & Formele procesinleiding GDW

1.3


Civil law writs1 & Formal start of a civil procedure

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau


1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon

JH Rutten ([email protected])

1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen:

Frequentie



niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten


niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Werkvorm


Exploten 1 WC Formele procesinleiding WC


Toetsen:

Toetsvorm



Tentamen Exploten 1


5,5

50

2


Tentamen Formele procesinleiding


5,5

50

2





Cursus doel

EXPLOTEN 1 GDW Korte inleiding In dit cursusonderdeel wordt de plaats en functie van de gerechtsdeurwaarder in het Nederlandse recht behandeld en wordt een begin gemaakt met het schrijven van exploten. Verschillende basisonderdelen van exploten komen aan de orde, waaronder de meest voorkomende wijze van betekening. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Betekenen. Redigeren van exploten. Leerdoelen Na afronding van de cursus: Kunt u aangeven wat tot het ambt en de bevoegdheden van de gerechtsdeurwaarder behoort. Weet u wat het verschil is tussen een gerechtsdeurwaarder, waarnemendgerechtsdeurwaarder, kandidaat-gerechtsdeurwaarder en toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Kunt u een willekeurig "heb-ik"-relaas foutloos uitschrijven. Weet u hoe het toezicht en het tuchtrecht voor gerechtsdeurwaarders is geregeld. Kent u de organisatie en de bevoegdheden van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG). Weet u waar voor een natuurlijk persoon of rechtspersoon in Nederland exploot kan worden gedaan, bent u in dit verband bekend met de begrippen woonplaats (en de regeling hierover in Boek 1 Burgerlijk Wetboek), verblijfplaats en kantoor en kunt u deze begrippen toepassen in een concrete casus. Weet u hoe in deze gevallen afschrift van het exploot kan worden gelaten en kunt u het hierbij behorende betekeningsrelaas foutloos uitschrijven.

FORMELE PROCESINLEIDING GDW Korte inleiding In dit cursusonderdeel worden de formaliteiten rondom de civiele procesinleiding behandeld, met name waar deze de praktijk van de gerechtsdeurwaarder raken. Met name komen aan de orde de verschillende dagvaardingsvormen en overige exploten in het kader van het civiele proces, en, voor zover (bijna) in werking getreden, de herziene wijze van procesinleiding na de wetswijziging in het kader van het zogeheten project KEI (Kwaliteit En Innovatie) van de rechtspraak. Aan het einde van de cursus kunt u een dagvaarding of ander exploot in het kader van het civiele proces opstellen wat betreft de formaliteiten. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Betekenen. Redigeren van exploten. Leerdoelen Na afronding van de cursus: Kunt u de begrippen en de formaliteiten uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering benoemen en toepassen die gelden voor exploten in het algemeen en voor het exploot van dagvaarding in het bijzonder. Kunt u een willekeurig exploot in het civiele proces, waaronder een dagvaarding in eerste aanleg, verzet, hoger beroep en cassatie, indien aan de orde een oproepingsexploot onder KEI en een herstelexploot wat betreft de formaliteiten foutloos opstellen. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


2.2

Kunt u nietigheden in verschillende dagvaardingsexploten ontdekken en herstellen. Kent u de dagvaardingstermijnen en kunt u deze correct toepassen. Cursus inhoud

EXPLOTEN 1 GDW Onderwerpen: Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarvan zullen worden behandeld Boek I, titel 1, afdeling 6 (artikelen 45 t/m 66 Rv). Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, waarvan zullen worden behandeld artikelen 1 t/m 15 over woonplaats en de van belang zijnde bepalingen over rechten en plichten t.a.v. minderjarigen. Gerechtsdeurwaarderswet. Andere regelgeving op het gebied van het burgerlijk procesrecht en regelgeving die de positie van de gerechtsdeurwaarder betreft. FORMELE PROCESINLEIDING GDW Onderwerpen: Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, eerste boek. Algemene Termijnenwet. Andere regelgeving op het gebied van het burgerlijk procesrecht en regelgeving die de positie van de gerechtsdeurwaarder betreft. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : Ars Aequi Wetseditie Burgerlijk Procesrecht 2015-2016, ISBN: 9789069166162, € 34,50 Boek (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 waarin in elk geval het Burgerlijk Wetboek is opgenomen, bijvoorbeeld Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving (Blauwe VNW), Kluwer Collegebundel of Ars Aequi Wetseditie Burgerlijk Wetboek Boek (verplicht) : H.J. Snijders, C.J.M. Klaassen en G.J. Meijer, Nederlands burgerlijk procesrecht, 5e druk, Deventer: Kluwer 2011, ISBN: 9789013080384, € 64,00 Boek (verplicht) : J.A. Raukema, Gerechtsdeurwaarderswet, 3e druk, Deventer: Kluwer 2011, ISBN: 9789013087710 Diversen (verplicht) : Reader voor de vakken Exploten en Procesinleiding (vindplaats wordt bekend gemaakt in de studiewijzer). Diversen (verplicht) : Studiewijzer (digitaal beschikbaar). 2.5

Workload


Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Exploten 2 GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-224-10

1.2

Cursusnaam

Exploten 2 GDW

1.3


Civil law writs 2

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau


1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon


1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie


Exploten 2 WC

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten



Toetsen:


Tentamen Exploten 2



5,5

100





Cursus doel

Korte inleiding In deze cursus wordt behandeld hoe exploot moet worden gedaan aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon met een woon- of verblijfplaats of kantooradres in het buitenland (grensoverschrijdende of internationale betekening), of van wie woonplaats, verblijfplaats en/of kantooradres geheel onbekend is (openbare betekening). Competenties Betekenen. Redigeren van exploten. Leerdoelen Na afronding van de cursus: Kent u alle relevante bepalingen in de wet, verdragen en verordeningen die betrekking hebben op het betekenen van exploten van natuurlijke- en rechtspersonen die niet in Nederland wonen of kantoor houden, of zonder bekende woon en/of verblijfplaats zijn, en kunt u deze bepalingen toepassen. Kent u alle relevante bepalingen in de wet, verdragen en verordeningen die betrekking hebben op een opdracht vanuit het buitenland aan een gerechtsdeurwaarder tot het betekenen van een buitenlands stuk aan een persoon in Nederland. Kan u het betekeningsrelaas formuleren van een exploot dat is bestemd voor een natuurlijke- of rechtspersoon die niet in Nederland woont of kantoor houdt, of zonder bekende woon en/of verblijfplaats is. Kan u een exploot opstellen waarmee een buitenlands stuk aan een persoon in Nederland wordt betekend. Kent u de bijzondere formaliteiten in een civiele dagvaardingsprocedure als een gedaagde in het buitenland woont of kantoor houdt, of zonder bekende woon- of verblijfplaats is. 2.2

Cursus inhoud

Onderwerpen: Artikelen 54 tot en met 56 Rv, 63 Rv. het Rechtsvorderingsverdrag 1954, het Haags Betekeningsverdrag 1965 en de EUbetekeningsverordening. andere regelgeving op het gebied van het burgerlijk procesrecht en regelgeving die de positie van de gerechtsdeurwaarder betreft. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Boek (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 waarin in elk geval het Burgerlijk Wetboek is opgenomen, bijvoorbeeld Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving (Blauwe VNW), Kluwer Collegebundel of Ars Aequi Wetseditie Burgerlijk Wetboek. Boek (verplicht) : H.J. Snijders, C.J.M. Klaassen en G.J. Meijer, Nederlands burgerlijk procesrecht, 5e druk, Deventer: Kluwer 2011, ISBN: 9789013080384; Diversen (verplicht) : Reader voor de vakken Exploten en Procesinleiding (vindplaats wordt bekend gemaakt in de studiewijzer). Diversen (verplicht) : Studiewijzer (digitaal beschikbaar). Boek (verplicht) : Ars Aequi Wetseditie Burgerlijk Procesrecht 2015/2016, ISBN: 9789069166162 2.5

Workload

Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6

Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Faillissementsrecht + WSNP & Ethiek GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-338-13

1.2 Cursusnaam

Faillissementsrecht en WSNP & Ethiek GDW


Insolvency Law + Debt Relief Law (for natural persons) & Ethics GDW

1.4 Aantal EC's

5 European Credits






Ja


MVJ Noordermeer ([email protected])

1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Werkvorm




Ethiek HC

niet verplicht

3 maal per blok

180 minuten


Ethiek WC

niet verplicht

3 maal per blok

360 minuten


Faillissementsrecht en WSNP WC

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten



Toetsvorm



Verslag Ethiek


5,5

40

2


Tentamen Faillissementsrecht en WSNP


5,5

60

2





Cursus doel

FAILLISSEMENTSRECHT EN WSNP GDW Korte inleiding In de beroepspraktijk kunt u te maken krijgen met personen of bedrijven die hun schulden niet meer kunnen betalen. In dergelijke situaties moet u bekend zijn met de juridische aspecten van het faillissement, het minnelijke en het wettelijke traject van schuldsanering. Competenties Juridisch rechercheren en analyseren. Beslissen. Adviseren. Leerdoelen U kunt bij een aangeboden casus, het antwoord op de casusvraag/casusvragen formuleren op basis van een analyse van de zelf geselecteerde relevante faillissementsrechtelijke rechtsregels. U kunt de faillissementsrechtelijke rechtsregels herkennen en beschrijven op het gebied van: - Faillissement: - Faillietverklaring. - Rechtsmiddelen. - Gevolgen faillissement. - Handelingsbevoegdheid. - Leveringen. - Wederkerige overeenkomsten. - Procedures. - Executie. - Faillissementspauliana. - Bestuurdersaansprakelijkheid. - Verrekening. - Positie van verschillende schuldeisers. - Verschillende wijzen van eindigen faillissement. - Verificatie der schuldvorderingen - Schuldsanering, minnelijk traject: - Debiteuren in problematische schuldsituaties. - Betalingsregelingen. - Looncessie. - Ongelijke bevoegdheden en de gevolgen voor debiteuren en crediteuren. - Beslagvrije voet als ondergrens. - Schuldregistratie. - Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. - Convenanten NVVK. - Voorlopige voorziening/moratorium. - Dwangakkoord. - Particuliere schuldhulpverlening. - Bijzondere schulden en schuldhulpverlening. - Schuldsanering, wettelijk traject WSNP: - Wetsgeschiedenis WSNP. - Onderscheid faillissement en WSNP. - Toelatingseisen en afwijzingsgronden. - Gevolgen van toepassing. - Rol van de bewindvoerder. - Schone lei. - Eigen woning. - Ontruiming. - Beëindiging van de WSNP. U kunt bovengenoemde Faillissementsrechtelijke rechtsregels koppelen aan de © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


relevante feiten uit de casus.

ETHIEK GDW Korte inleiding Nadenken over normen en waarden, dus over moraal, is ethiek. In relatie tot de opleiding tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder is ethiek dan ook het nadenken over de specifieke normen en waarden van het gerechtsdeurwaardersambt. Beroepsethiek derhalve. Ethiek die in de praktijk van alledag voor u als straks afgestudeerd kandidaat-gerechtsdeurwaarder handvatten moet bieden hoe om te gaan met de problemen waar u voor wordt gesteld. Competenties Adviseren. Leidinggeven. Professioneel samenwerken. Kwaliteitszorg toepassen en bewaken. Zichzelf ontwikkelen in beroep. Leerdoelen U verkrijgt kennis van de theorie van ethiek. U kunt de theorie toepassen op uw persoonlijke kijk op het ambt van gerechtsdeurwaarder. U kunt reflecteren op de eigen motivatie en het ideaalbeeld van het ambt. U kunt reflecteren op uw beeld van het begrip debiteur. U kunt uw professionaliteit ontwikkelen. U kunt ethische vragen analyseren en onderzoeken en daarover ook adviseren. 2.2

Cursus inhoud

FAILLISSEMENTSRECHT EN WSNP GDW Onderwerpen: Faillissement: de faillietverklaring, rechtsmiddelen, gevolgen faillissement, handelingsbevoegdheid, leveringen, wederkerige overeenkomsten, procedures, executie, faillissementspauliana, bestuurdersaansprakelijkheid, verrekening, de positie van verschillende schuldeisers, verschillende wijzen van eindigen faillissement, verificatie der schuldvorderingen. Schuldsanering, minnelijk traject: debiteuren in problematische schuldsituaties, betalingsregelingen, looncessie, ongelijke bevoegdheden en de gevolgen voor debiteuren en crediteuren, beslagvrije voet als ondergrens, schuldregistratie, Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, convenanten NVVK, voorlopige voorziening/moratorium, dwangakkoord, particuliere schuldhulpverlening, bijzondere schulden en schuldhulpverlening. Schuldsanering, wettelijk traject WSNP: wetsgeschiedenis WSNP, onderscheid faillissement en WSNP, toelatingseisen en afwijzingsgronden, gevolgen van toepassing, rol van de bewindvoerder, schone lei, eigen woning, ontruiming, beëindiging van de WSNP.

ETHIEK GDW Onderwerpen: In deze cursus wordt qua kennisbasis de basiskennis van Ethiek bestreken (rechtsfilosofie, sensitiviteit voor kloof tussen recht en rechtvaardigheid, tussen recht hebben en recht krijgen, tussen recht en politiek, sensitiviteit voor kloof tussen feit en fictie, beroepsregels, public governance / corporate governance codes en regels, belangenverstrengeling en integriteit). 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Materiaal: Boek (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 (bijvoorbeeld Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving of Kluwer Collegebundel) Boek (verplicht) : J.A Raukema, Lexplicatie Gerechtsdeurwaarderswet, Deventer Diversen (aanbevolen) : Studiewijzer en overige literatuur word nader bekend gemaakt 2.5

Workload


Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Goederenrecht GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-135-14

1.2 Cursusnaam

Goederenrecht GDW


Property Law

1.4 Aantal EC's

5 European Credits


D (propedeuse)




Ja


CAW Biezemans (tel. 06-18967822) ([email protected])

1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie


niet verplicht

7 maal per blok



Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 116 1.12 Toetsen: Aantal keren Weging dat een In welke blokken Minimum (afgerond toets wordt wordt Toetsvorm Resultaatschaal cijfer op hele aangeboden de toets procenten) in een aangeboden? collegejaar Klein werkstuk


5,5

10

2


Open vragen


5,5

90

2





Cursus doel

Korte inleiding Deze cursus gaat in op de rechtsverhouding tussen een deelnemer aan het rechtsverkeer en een goed of goederen. Naast de theoretische kennis wordt van u verwacht dat u deze kennis op de juiste wijze kunt toepassen. Hiervoor zult u veel werken met juridische casus. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren Adviseren Leerdoelen U kunt bij een aangeboden (eenvoudige) casus het antwoord op de casusvraag/casusvragen formuleren op basis van een analyse van de zelf geselecteerde relevante rechtsregels op het gebied van het goederenrecht. U kunt de goederenrechtelijke rechtsregels herkennen en beschrijven, op het gebied van: het verschil tussen goederenrechtelijke rechten en persoonlijke rechten; toepasselijke onderscheidingen op goederen/zaken (roerend/onroerend, registergoed/niet-registergoed, hoofdzaak/bestanddeel); bezit (al dan niet te goeder trouw) en houderschap; bezitsverkrijging en bezitsverlies; vereisten voor overdracht van goederen (zoals een geldige titel, leveringshandeling en beschikkingsbevoegdheid); beschikkingsonbevoegdheid en derdenbescherming; acquisitieve en extinctieve verjaring; eigendom; eigendomsverkrijging en eigendomsverlies, misbruik van recht, revindicatie; beperkte rechten (erfdienstbaarheid, opstal, erfpacht, vruchtgebruik, recht van gebruik en bewoning); beperkte zekerheidsrechten (pand, hypotheek), voorrecht, retentierecht. U kunt bovengenoemde goederenrechtelijke rechtsregels koppelen aan de relevante feiten uit de casus. U kunt aan de hand van voornoemde koppeling een gemotiveerde en helder geformuleerde conclusie trekken. 2.2

Cursus inhoud

Onderwerpen: plaatsbepaling van het goederenrecht in het materiële privaatrecht; relatie vermogensrecht tot het goederenrecht; goederenrechtelijke rechten en persoonlijke rechten; goederen en hun onderscheidingen; bezit; overdracht; beschikkingsbevoegdheid; derdenbescherming; verkrijging en verlies door verjaring; eigendom; beperkte goederenrechtelijke rechten; zekerheidsrechten. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Diversen (verplicht) : Studiewijzer via SharePoint Boek (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 (bijvoorbeeld Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving of de Kluwer Collegebundel). Boek (verplicht) : Inleiding Privaatrecht Cursusdeel 1, Algemeen deel en Goederenrecht, Open Universiteit: uitsluitend te koop bij de Onderwijsbalie FMR.

2.5

Workload




Opmerkingen

Compensatieregeling Wie voldoet aan de voorwaarden van de compensatieregeling ("tentamenvervangingsvraagregeling") verdient daarmee maximaal 10 (van de 100) punten en behoeft de laatste tentamenvraag ter waarde van 10 punten niet te maken. Taalvaardigheid De schriftelijke eindopdracht wordt ook op taalvaardigheid beoordeeld. 2.7

URL cursussite




Titel

Historie deurwaardersambt en Juridisch Argumenteren GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-141-14

1.2 Cursusnaam

Historie van het deurwaardersambt en Juridisch Argumenteren GDW


History of Function of Bailiff and Legal Argumentation

1.4 Aantal EC's

5 European Credits


D (propedeuse)




Ja


C van den Berg (tel. 0884819) ([email protected])

1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen: Totale contacttijd in minuten per blok


Werkvorm


Argumenteren WC

niet verplicht

0 maal per blok

0 minuten


Historie van het deurwaardersambt HC

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Juridisch Argumenteren WC

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten



Toetsvorm



Verslag Historie van het deurwaardersambt


5,5

40

2


Opdracht Juridisch Argumenteren 2


5,5

60

2





Cursus doel

HISTORIE VAN HET DEURWAARDERSAMBT (EN ARGUMENTEREN) GDW Korte inleiding De gerechtsdeurwaarder is zowel poortwachter in het rechtssysteem doordat hij het monopolie heeft op het uitbrengen van dagvaardingen als handhaver van het burgerlijk recht waarbij hij het executiemonopolie heeft. Dat geeft bijzondere verantwoordelijkheden aan de gerechtsdeurwaarder voor het functioneren van ons rechtsbestel en voor het vertrouwen in de rechtsstaat. Het gaat immers om een effectieve rechtsbescherming. Daarnaast moet men zich realiseren dat dit rechtsbestel ten dienste staat van de samenleving en van de burgers, de gerechtsdeurwaarder heeft daarin dus een dienende functie. Bij de uitoefening van die ambtelijke bevoegdheid, want daar hebben we het over, is onafhankelijkheid een belangrijk uitgangspunt. Niet de commercie, de opdrachtgevers, bepalen wat moet en mag, maar de eisen van de democratische rechtsstaat doen dat. Daarnaast is de gerechtsdeurwaarder ook ondernemer. De laatste jaren is ook hier marktwerking het credo: incassowerkzaamheden zijn commercieel aantrekkelijk, zo zeer zelfs dat soms de ambtelijke activiteiten minder centraal staan. De verwevenheid van het niet ambtelijk handelen, de incassopraktijk, met het ambtelijk handelen vormt een risico voor de integriteit van de gerechtsdeurwaarder en voor de kwaliteit van het rechtsbestel. Als er meer besef is van de rol van de gerechtsdeurwaarder in de rechtsstaat en van de traditie waarin hij staat kunnen noties over ethisch verantwoord handelen en over integriteitsvraagstukken beter worden belicht. Competenties Procederen. Adviseren. Kwaliteitszorg toepassen en bewaken.

JURIDISCH ARGUMENTEREN GDW Korte inleiding Bij het werken in de juridische beroepspraktijk zult u regelmatig juridische betogen moeten kunnen interpreteren en beoordelen. Daarnaast zult u zelf in staat moeten zijn - bijvoorbeeld in processtukken - een goede argumentatie op te bouwen en deze ook te kunnen presenteren. Het is van groot belang dat u de argumentatie van anderen (collegae, een wederpartij of de rechter) kunt doorgronden om te kunnen beoordelen of deze juist is en zo nee wat de gevolgen hiervan zijn. Een belangrijk en geëigend middel daartoe is het vervaardigen van een argumentatiestructuur waarin standpunt en argumenten logisch en inzichtelijk naar voren komen. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren Redigeren van exploten Procederen Adviseren Communiceren Leerdoelen U kunt uit een betoog de verschillen van mening, standpunten en argumenten benoemen en interpreteren. U kunt een argumentatiestructuur ontleden en opzetten aan de hand van een casus (feitencomplex) of vraag. U kunt een betoog beoordelen aan de hand van argumentatie- en discussieregels. U kunt een goed juridisch betoog schrijven. 2.2

Cursus inhoud

HISTORIE VAN HET DEURWAARDERSAMBT (EN ARGUMENTEREN) GDW © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Onderwerpen: De historie van het deurwaardersambt. De rol van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en de ledenraad. Kwaliteitsnormen en integriteitsnormen JURIDISCH ARGUMENTEREN GDW Onderwerpen: Benoemen en interpreteren argumenten en standpunten. Ontleden en opzetten van een argumentatiestructuur. Toepassen van argumentatie- en discussieregels. Schrijven van een goed juridisch betoog. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Diversen (verplicht) : Studiewijzer via SharePoint 2.5

Workload

Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6

Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Inl. Recht & Juridische Vaardigheden GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-136-11

1.2

Cursusnaam

Inleiding Recht en Juridische Vaardigheden GDW

1.3


Introduction to Law & Legal Skills

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau

D (propedeuse)

1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon

RJ Schakel (tel. 9756) ([email protected])

1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen:

Frequentie



niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Juridische Vaardigheden HC

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Training

verplicht

2 maal per blok

360 minuten


Werkvorm


Inleiding Recht HC


Toetsen:

Aantal keren Weging dat een In welke blokken Minimum (afgerond toets wordt wordt Toetsvorm Resultaatschaal cijfer op hele aangeboden de toets procenten) in een aangeboden? collegejaar Groot werkstuk


5,5

30

2


Open vragen


5,5

70

2





Cursus doel

Korte inleiding De cursus (Inleiding recht) omvat een elementaire inleiding in de belangrijkste rechtsgebieden, alsmede het oefenen in de voor een juridisch beroep noodzakelijke vaardigheden. De basisbeginselen van diverse rechtsgebieden zoals het staats- en bestuursrecht, het internationale recht, privaatrecht, strafrecht en het procesrecht worden in deze cursus uiteengezet. In het vervolg van de opleiding komen de rechtsgebieden uitgebreid terug in verdiepende cursussen. In deze cursus (Juridische vaardigheden) leert u tevens vaardigheden aan om het recht in de praktijk toe te passen, zoals het opzoeken van relevante wetteksten in de wettenbundel en het zoeken in juridische databanken. Er wordt een eerste aanzet gegeven tot meer complexe vaardigheden , zoals het ontleden van wetsartikelen in rechtsvoorwaarden en gevolgen en het oplossen van juridische casuïstiek via een stappenplan. Ook wordt aandacht besteed aan het analyseren van rechterlijke uitspraken. Daarnaast wordt er tweemaal een training van 2,5 uur gegeven, waarin in een computerlokaal geoefend wordt met het zoeken in juridische databanken. Competenties Juridisch analyseren. Beslissen. Leerdoelen U kunt de basisbegrippen van staats- en bestuursrecht, privaatrecht en strafrecht en internationaal recht weergeven en de essentie daarvan uitleggen. U kunt op basis van een aan u voorgelegde rechtsvraag in een wettenbundel de relevante artikelen en/of artikelonderdelen aanduiden en deze ontleden in rechtsvoorwaarden en rechtsgevolg. U kunt bij een aangeboden casus op het gebied van privaat- en publiekrecht het antwoord op de casusvraag/casusvragen formuleren op basis van een analyse van de zelf geselecteerde relevante privaatrechtelijke rechtsregels. U kunt de privaat- en publiekrechtelijke rechtsregels herkennen en beschrijven op het gebied van Nederlands recht. U kunt bovengenoemde privaatrechtelijke en publiekrechtelijke rechtsregels koppelen aan de relevante feiten uit de casus. U kunt aan de hand van de sub b. genoemde koppeling een gemotiveerde en helder geformuleerde conclusie trekken. U kunt rechterlijke uitspraken uit de verschillende rechtsgebieden op internet opzoeken en de uitspraak analyseren aan de hand van een vragenmodel. 2.2

Cursus inhoud

Onderwerpen: in de cursus passeren de verschillende rechtsgebieden de revue: het staatsrecht, bestuursrecht, het privaatrecht en het strafrecht. Daarnaast komen de volgende juridische vaardigheden aan bod: hanteren van een wettenbundel, ontleden van wetsartikelen, vinden en gebruiken van parlementaire stukken, vinden en analyseren van rechterlijke uitspraken en beargumenteerd oplossen van eenvoudige casusposities. Er is vier uur werkcollege per week. Twee uur daarvan (Inleiding recht) zijn bestemd voor een toelichting op de stof door de docent en voor het uitwerken van de vragen en casuïstiek die u hebt voorbereid alvorens naar het werkcollege te komen. In de andere twee uur (Juridische vaardigheden) staan de juridische vaardigheden centraal. Ook daarvoor heeft u thuis voorbereidende opdrachten gemaakt. 2.3

Ingangseisen

Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd

2.4




Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : Hoofdlijnen Nederlands Recht, C.J. Loonstra, Noordhoff Uitgevers ISBN 97890-01-83399-2 11e druk; of latere druk, indien verschenen Boek (verplicht) : Juridische Vaardigheden. C.J. Loonstra en M.M. Mok, ISBN 9789001794378 , Noordhoff Uitgevers; of latere druk, indien verschenen Boek (verplicht) : C.L. Hoogewerf, E.M. Oudejans en W. Riphagen, Zoeken in juridische databanken 978‐90‐8974‐941-3 6e druk, Boom Juridische UItgevers; of latere druk, indien verschenen Boek (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 (bijvoorbeeld de Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving of de Kluwer Collegebundel) 2.5

Workload


Opmerkingen


URL cursussite




Titel

(Consumenten)Koop&Adv.&Eff.beïnvl. GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-230-13

1.2 Cursusnaam

Koop en Consumentenkoop & Training Adviseren & Training Effectief Beïnvloeden GDW


Consumer Law & Advice & Effective Persuasion GDW

1.4 Aantal EC's

5 European Credits






Ja



1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Werkvorm




Adviseren TR

verplicht

1 maal per blok

450 minuten


Effectief Beïnvloeden TR

verplicht

1 maal per blok

450 minuten


Koop& Consumentenkoop WC

niet verplicht

7 maal per blok

1680 minuten



Toetsvorm



Tentamen Koop en Consumentenkoop


5,5

60

2


Verslag Training Adviseren&Eff. Beïnloeden


5,5

40

2





Cursus doel

TRAINING ADVISEREN GDW Korte inleiding Adviseren is een van de kerncompetenties van gerechtsdeurwaarders. U beschikt immers over gespecialiseerde juridische kennis op het gebied van het innen van vorderingen en de rechtsgang daaromheen. Om een goed advies te geven, is kennis echter niet voldoende. Voor de effectiviteit van het advies is de acceptatie van het advies minstens zo belangrijk. Daarbij speelt de overtuigingskracht van de adviseur een belangrijke rol. In deze training leert u hoe u uw advies begrijpelijk overbrengt en hoe u om gaat met de reactie van de ander. Competenties Communiceren. Adviseren. Professioneel samenwerken. Zichzelf ontwikkelen in het beroep. Leerdoelen Hoofddoel: U kunt in situaties waarin u wilt adviseren een plan van aanpak maken, dat plan uitvoeren, en daarop reflecteren, op basis van de aangeboden theorie. Daarvoor is nodig: U kunt een plan van aanpak ontwerpen voor een specifieke adviessituatie op basis van de aanboden theorie. U kunt de informatie over adviseren, zoals genoemd in het boek ‘Gespreksvoering in de juridische praktijk’ van Van den Doel ea., inzetten in uw dagelijkse werk, en in uw eigen woorden uitleggen hoe u dat heeft aangepakt en wat het effect daarvan was. U kent en herkent de drie verschillende adviesmodellen zoals genoemd in de literatuur, en kiest een adviesrol die past bij de situatie. U kunt omgaan met weerstand in adviesgesprekken. U toont aan inzicht te hebben in het ‘strategisch veld’ waar de deurwaarder zich in begeeft.

TRAINING EFFECTIEF BEINVLOEDEN GDW Korte inleiding Als gerechtsdeurwaarder heeft u met verschillende mensen te maken die vaak verschillende belangen hebben. Om een ander te beïnvloeden is het van doorslaggevend belang of u goed weet aan te sluiten bij de ander. Dit doet u door uw communicatiestijl op de ander af te stemmen en in te gaan op de diverse inhoudelijke belangen. Effectief beïnvloeden lijkt wat dat betreft op verkopen. We maken in deze training dan ook gebruik van kennis uit de verkooptechnieken. Na afloop weet u hoe u uw ideeën effectief aan de man kunt brengen en hoe u uw taak als gerechtsdeurwaarder in een organisatie of als zelfstandige ondernemer succesvol kunt invullen. Competenties Communiceren. Adviseren. Onderhandelen. Professioneel samenwerken. Zichzelf ontwikkelen in het beroep. Leerdoelen Hoofddoel: U kunt in situaties waarin u effectief wilt beïnvloeden een plan van aanpak maken, dat plan uitvoeren, en daarop reflecteren op basis van de aangeboden theorie. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Daarvoor is nodig: U kunt een plan van aanpak ontwerpen voor een specifieke situatie waarin u invloed wilt uitoefenen, op basis van de eerder genoemde literatuur. U kunt de zes principes, zoals genoemd in het boek ‘Invloed’ van Cialdini, inzetten in uw dagelijkse werk, en in uw eigen woorden uitleggen hoe u dat heeft aangepakt en wat het effect daarvan was. U kunt de vier verschillende communicatiestijlen, zoals genoemd in de training, beschrijven en herkennen. U bent in staat om in uw communicatie aan te sluiten bij de communicatiestijl van een ander. KOOP EN CONSUMENTENKOOP GDW Korte inleiding De gerechtsdeurwaarder heeft veel te maken met de juridische aspecten van koop en verkoop van zowel roerende als onroerende zaken. Zo wordt er menig exploot uitgebracht dat koop tot onderwerp heeft. Veelal betreft het dan het niet nakomen van verplichtingen die uit de koopovereenkomst voortvloeien. Daarnaast zal de gerechtsdeurwaarder vaak optreden als gemachtigde in procedures op het gebied van koop en consumentenkrediet. De cursus omvat ook consumentenrechten. Competenties Procederen. Adviseren. Leerdoelen U kunt (complexe) casusposities oplossen waarbij de verworven kennis wordt toegepast. U verkrijgt een diepere kennis van het kooprecht en aanverwante onderwerpen en wel zodanig dat u in staat bent om zelfstandig rechtsverhoudingen te benoemen en te analyseren, feitelijke verhoudingen te juridiseren en met de verworven kennis in de deurwaarderspraktijk op een goed niveau te kunnen functioneren. 2.2

Cursus inhoud

TRAINING ADVISEREN GDW

KOOP EN CONSUMENTENKOOP GDW Onderwerpen: De verworven kennis betreft: Wettelijke verplichtingen van de verkoper. Gevolgen van niet nakoming van de verplichtingen door de verkoper. Gevolgen van niet nakoming van de verplichtingen door de (consument)koper. Productaansprakelijkheid. Koop op afbetaling. Koop van onroerende zaken. Verbanden tussen koop onroerende zaken en beslag. Misleidende handelspraktijken. Misleidende reclame. Algemene voorwaarden. Wet op het Consumentenkrediet. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Materiaal: Boek (aanbevolen) : Training adviseren: B. van Dijk, Beïnvloed anderen, begin bij jezelf, Uitgeverij Thema: 2007. · V. van den Doel ea (red), Gespreksvoering in de juridische praktijk, (tweede herziene druk) Bussum: Coutinho · Studiewijzer (digitaal beschikbaar). Boek (aanbevolen) : Training effectief beïnvloeden: · R.B. Cialdini, De zes geheimen van het overtuigen, Den Haag, Sdu. · Studiewijzer, zie Sharepoint Diversen (aanbevolen) : Studiewijzer en reader via SharePoint Boek (verplicht) : P. Klik, Koop en consumentenkoop, , Deventer: Kluwer 2014 (NB alleen achtste druk!!) Actueel wetboek: 2015-2016 2.5

Workload


Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Materiële procesinleiding GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-225-10

1.2

Cursusnaam

Materiële procesinleiding GDW

1.3


Start of a civil procedure in terms of content

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau


1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon


1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen:

Werkvorm


Materiële procesinleiding WC

verplicht

Frequentie



7 maal per blok

840 minuten



Toetsen:

Toetsvorm

Tentamen Materiele procesinleiding



5,5

100

2





Cursus doel

Korte inleiding In deze cursus wordt behandeld hoe een procesinleidende stuk in een civiele procedure in eerste aanleg inhoudelijk moet worden opgesteld. Behandeld wordt hoe wordt vastgesteld wie waarvoor in rechte moet worden betrokken en hoe dit moeten worden vertaald in een processtuk. Waar bij het cursusonderdeel Formele procesinleiding werd aangeleerd aan welke formaliteiten een procesinleidend stuk moet voldoen, komt bij Materiële procesinleiding het inhoudelijke (materiële) deel van het processtuk aan de orde. Competenties - Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. - Betekenen. - Redigeren van exploten. - Procederen. Leerdoel Aan het eind van de cursus: - Kunt u een willekeurige dagvaarding in eerste aanleg volledig opstellen, niet alleen wat betreft de bij Formele procesinleiding geleerde formaliteiten, maar ook inhoudelijk. 2.2

Cursus inhoud

In de eerder gevolgde vakken Exploten 1 en 2 en Formele procesinleiding zijn alle formele vereisten behandeld waaraan een dagvaarding moet voldoen. In de gevolgde materieel rechtelijke vakken is kennis opgedaan van het materiële recht. In de cursus Materiële procesinleiding komen formele en materiële kennis samen. In het formele model van de dagvaarding wordt een materiële eis op materiële gronden in rechte aanhangig gemaakt. De cursus besteedt aandacht aan de wijze waarop eis en gronden in de dagvaarding moeten worden opgenomen. Aan de orde komen zowel de materieelrechtelijke bepalingen hierover (onder meer art. 3:296 e.v. BW) als de bepalingen hierover in het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Daarnaast worden enkele specifieke onderwerpen extra belicht, zoals rente en buitengerechtelijke incassokosten. Het grootste gedeelte van de cursus zal bestaan uit het oefenen met het opstellen van dagvaardingen. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : Ars Aequi Wetseditie Burgerlijk Procesrecht 2015/2016, ISBN: 9789069166162 Boek (verplicht) : H.J. Snijders, C.J.M. Klaassen en G.J. Meijer, Nederlands burgerlijk procesrecht, 5e druk, Deventer: Kluwer 2011, ISBN: 9789013080384 Boek (verplicht) : Andere wettenbundel 2015-2016 waarin in elk geval het Burgerlijk Wetboek is opgenomen, bijvoorbeeld Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving (Blauwe VNW), Kluwer Collegebundel of Ars Aequi Wetseditie Burgerlijk Wetboek. 2.5

Workload

Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 122 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


2.6

Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Oefenrechtbank GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-336-14

1.2

Cursusnaam

Oefenrechtbank GDW

1.3


Moot Court

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau


1.6



1.7


Nee

1.8


1.9

Contactpersoon


1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen:

Werkvorm




Oefenrechtbank Introductiebijeenkomst WC

verplicht

1 maal per blok

120 minuten


Oefenrechtbank Taal WC

verplicht

2 maal per blok

120 minuten


Oefenrechtbank Training

verplicht

4 maal per blok

720 minuten



Toetsen:

Toetsvorm



Verslag Processtukken


5,5

75

2


Presentatie Zitting


5,5

25

2





Cursus doel

Korte inleiding U heeft de rol van procesgemachtigde van een partij in een civiele procedure bij de kantonrechter. Om die rol goed te kunnen vervullen, moet u zelf relevante literatuur, regelgeving en rechterlijke uitspraken opzoeken, bestuderen en analyseren met betrekking tot aan u verstrekt casusmateriaal. U moet de voor de cliënt meest gunstige oplossing vinden en deze met juridische argumenten onderbouwen. De oplossing moet juridisch en taalkundig op juiste wijze worden geformuleerd, eerst in de op te stellen processtukken en vervolgens bij de behandeling van de zaak voor de Oefenrechtbank. Competenties Juridisch rechercheren en analyseren. Betekenen. Redigeren van exploten. Procederen. Communiceren. Onderhandelen. Leerdoelen U kunt relevante weten regelgeving, jurisprudentie en literatuur vinden bij een complexe civielrechtelijke casus. U kunt de gevonden informatie toepassen op de casus en zo de meest gunstige oplossing nastreven voor de cliënt (materieel recht). U kunt theoretische kennis over het burgerlijk procesrecht toepassen op een complexe civielrechtelijke casus (formeel recht). U kunt een juridisch en taalkundig correcte dagvaarding en conclusie van antwoord opstellen die beantwoorden aan het opgegeven doel van de cliënt. U kunt het standpunt van de cliënt beargumenteerd, correct en overtuigend presenteren, zowel schriftelijk als mondeling. U kent de juridische en praktische bijzonderheden ten aanzien van een comparitie van partijen bij de kantonrechter en kunt daarnaar handelen in het belang van de cliënt. 2.2

Cursus inhoud

U heeft de rol van procesgemachtigde van een partij in een civiele procedure bij de kantonrechter. Om die rol goed te kunnen vervullen, moet u zelf relevante literatuur, regelgeving en rechterlijke uitspraken opzoeken, bestuderen en analyseren met betrekking tot een verstrekte casus. U moet de voor de cliënt meest gunstige oplossing vinden en met juridische argumenten onderbouwen. De oplossing moet juridisch en taalkundig op juiste wijze worden geformuleerd, eerst in de op te stellen processtukken en vervolgens bij de behandeling van de zaak voor de Oefenrechtbank. Bij deze cursus komen de opgedane kennis en vaardigheden vanuit diverse andere studieonderdelen samen. Naast verdiepende kennis van het recht, draagt de cursus (verder) bij aan in elk geval de volgende vaardigheden van de bachelor of Laws: presenteren, sociale en communicatieve vaardigheden, taalvaardigheid, conflicthantering, projectmanagement, belangenbehartiging, onderhandelen en bemiddelen, onderzoeksvaardigheden, dossiermanagement, infomatiemanagement en (proces)vertegenwoordigen. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/)

Materiaal: © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Boek (aanbevolen) : J. Ekelmans, In eerste aanleg. De grenzen van het debat voor de civiele rechter, Deventer: Kluwer 2008. Reader (verplicht) : Reader Oefenrechtbank GDW 2015-2016 (via cursussite). Diversen (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 (bijvoorbeeld Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving of Kluwer Collegebundel). Diversen (verplicht) : Overig materiaal wordt gepubliceerd op/via de cursussite. 2.5

Workload


Opmerkingen

Taalvaardigheid In deze cursus wordt het werk op inhoud en op taalvaardigheid beoordeeld. 2.7

URL cursussite




Titel

Onderzoeksvaardigheden GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-330-14

1.2

Cursusnaam

Onderzoeksvaardigheden GDW

1.3


Research Skills

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau


1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon


1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen:

Werkvorm




Onderzoeksvaardigheden WC

niet verplicht

4 maal per blok

960 minuten


Onderzoeksvaardigheden introductie HC

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten



Toetsen:

Toetsvorm

Verslag Onderzoeksvaardigheden



5,5

100

2





Cursus doel

Korte inleiding Een (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder zal in zijn of haar werk te maken krijgen met allerlei vraagstukken in de juridische context. Praktijkgericht juridisch onderzoek zal nodig zijn om deze vraagstukken op te lossen. De (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder moet daarbij zelf een onderzoek kunnen opzetten en uitvoeren. Tijdens deze cursus leert u de vaardigheden om dit te kunnen doen. Competenties Juridisch rechercheren en analyseren. Procederen. Adviseren. Zichzelf ontwikkelen in het beroep. Leerdoelen U kent de basisbegrippen voor het opzetten en uitvoeren van een praktijkgericht juridisch onderzoek. U kunt een onderzoeksonderwerp kiezen dat geschikt is voor praktijkgericht juridisch onderzoek. U kunt een praktijkgericht juridisch onderzoek opzetten. U kunt een probleembeschrijving, doelstelling en centrale vraag formuleren voor uw onderzoek. U kunt een onderzoeksplan (plan van aanpak) maken. U kunt relevante informatie verzamelen en analyseren. U kunt adequaat bronnen gebruiken volgens juridische normen. U kunt juridisch verantwoorde onderzoeksmethoden gebruiken. U kunt een conclusie en aanbevelingen schrijven. U kunt een literatuurlijst opstellen. U kunt een onderzoeksrapport schrijven met een logische structuur en met correct taalgebruik. U kunt uw bevindingen op heldere en overtuigende wijze schriftelijk presenteren in een eindrapport. 2.2

Cursus inhoud

Onderwerpen Onderwerpkeuze. Oriëntatie alsmede informatie (bronnen) verzamelen en waarderen. Onderzoeksformulering, onderzoeksopzet en onderzoeksplan opzetten. Probleembeschrijving, doelstelling en centrale vraagstelling formuleren. Deelvragen formuleren. Onderzoeksstrategieën, bronnen en methoden bepalen. Planning. Uitvoering van praktijkgericht juridisch onderzoek. Argumenteren en concluderen. Aanbevelingen formuleren. Structuur van een onderzoeksrapport. Bronvermelding en literatuurlijst. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/)

Materiaal: © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Diversen (verplicht) : Studiewijzer Onderzoeksvaardigheden GDW 2015-2016 Boek (verplicht) : G.A.F.M. van Schaaijk, Praktijkgericht juridisch onderzoek, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2011 (of recentere versie) Diversen (verplicht) : J.G.L. van der Wees & W.G. Renden, Internet voor juristen, Recht.nl 2013 (of recentere versie) Diversen (verplicht) : M.H. Bastiaans e.a., Leidraad voor juridische auteurs. Voetnoten, bronvermeldingen, literatuurlijsten en afkortingen in Nederlandse publicaties, Deventer: Kluwer 2013 (of recentere versie) Diversen (verplicht) : Overig materiaal wordt gepubliceerd op/via de cursussite. 2.5

Workload


Opmerkingen

Taalvaardigheid In deze cursus wordt het werk op inhoud en op taalvaardigheid beoordeeld. 2.7

URL cursussite




Praktijktijd&LCO&Training Persoonlijke en professionele Effectiviteit GDW

Titel

Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-234-13

1.2 Cursusnaam

Praktijktijd & LCO & Training Persoonlijke en Professionele Effectiviteit GDW


Practicum Period & Career Competences Development & Personal & Professional Effectiveness

1.4 Aantal EC's

20 European Credits






Ja



1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Frequentie



verplicht

1 maal per blok

450 minuten


niet verplicht

0 maal per blok

0 minuten


Werkvorm


Trainining Persoonlijke Effectiviteit Praktijktijd


Toetsvorm

Aantal keren Weging dat een In welke blokken Minimum (afgerond toets wordt wordt Resultaatschaal cijfer op hele aangeboden de toets procenten) in een aangeboden? collegejaar

Verslag LCO opdracht 1


5,5

4

2




5,5

3

2




5,5

3

2


Verslag

Alle

5,5

10

3

bij aanvangsblok 1:



Persoonlijke Effectiviteit 2

toetsresultaten toegestaan

Verslag Praktijktijd


1. blok 1 2. blok 2 3. blok 3 5,5

80

2



Cursus doel

PRAKTIJKTIJD GDW Korte inleiding De opleiding GDW bestaat uit drie delen: a) studieonderdelen zoals cursussen en trainingen; b) begeleidende onderdelen zoals studieloopbaanbegeleiding en coaching, en c) het onderdeel Praktijktijd. In het onderdeel Praktijktijd wordt een koppeling gemaakt tussen praktijk en opleiding; de in de opleiding opgedane kennis, vaardigheden en competenties worden getoetst aan de eigen werkzaamheden van de student. Hiervoor heeft de student een relevante werkplek nodig. De opleiding stelt eisen aan de werkplek, omdat de student voldoende competenties moet kunnen ontwikkelen in de praktijk en omdat het niveau gewaarborgd moet zijn. Deze eisen worden scherper naarmate de opleiding vordert. In het curriculum onderscheiden we daarom drie niveaus in de Praktijktijd: niveau 1 voor studiejaar 1 en 2, niveau 2 voor studiejaar 3 en niveau 3 voor studiejaar 4, het stagejaar. De opleiding, vertegenwoordigd door de coördinator Praktijktijd en de medewerker Praktijktijd, bepaalt aan de hand van door de student aangeleverde bewijsstukken het niveau van de werkzaamheden. Het gaat niet om een beoordeling van het individuele niveau of het functioneren van de student, maar om de werkzaamheden en de relevantie van de werkplek. Het is daarom van groot belang dat de student nauwgezet verslag doet van zijn werkzaamheden. Instructies hiervoor worden aan het begin van het studiejaar aangereikt. Wanneer de werkzaamheden van de student substantieel veranderen of wanneer de student van werkgever verandert, moet hij dit aan de opleiding kenbaar maken onder inlevering van nieuwe bewijsstukken. De opleiding kan op deze manier te allen tijde volgen of de student zich op het juiste niveau bevindt en zo nodig sturing geven. Indien de student door een arbeidsconflict of wegens het niet verlengen van een contract of om eventuele andere redenen geen arbeidsbetrekking meer heeft, kan hij het beste zo spoedig mogelijk contact opnemen met de medewerker Praktijktijd, zodat naar een passende oplossing kan worden gezocht. De medewerker Praktijktijd kan een ondersteunende en adviserende rol spelen bij het zoeken naar werk. Het blijft echter wel de eigen verantwoordelijkheid van de student om te zorgen voor een geschikte werkplek. Bewijsstukken Om de studiepunten te behalen die aan het onderdeel Praktijktijd zijn verbonden moet de student aan een aantal voorwaarden voldoen. De student moet per jaar een verplicht aantal uren werken op minimaal het vereiste niveau (zie hieronder). De opleiding verlangt daarvoor de volgende bewijsstukken: een correct ingevuld door de opleiding te verstrekken urenregistratieformulier. In het stagejaar is er in plaats van een urenregistratieformulier een stageovereenkomst en moet de student periodiek rapporteren (zie daarvoor het onderdeel Stage). 1 EC (European Credit) staat voor 28 uur; een arbeidscontract of bij ontbreken daarvan andere stukken waaruit blijkt hoeveel uur de student in het studiejaar bij de werkgever werkt of heeft gewerkt; een functieomschrijving; een correct ingevulde door de opleiding te verstrekken niveaulijst; minimaal drie beroepsproducten die gemaakt zijn in het kader van de werkzaamheden © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


-

en die moeten voldoen aan het opgegeven niveau; een toelichting waarin de student zijn betrokkenheid bij de totstandkoming van de beroepsproducten aangeeft: heeft hij ze geheel zelfstandig gemaakt of had hij een kleinere rol?

Alle hierboven genoemde bewijsstukken moeten zowel door de student als de leidinggevende worden ondertekend. De naam moet er in leesbare letters onder worden gezet. De leidinggevende en de student staan door middel van hun ondertekening in voor de juistheid van alle bewijsstukken. Niveau 1 Onder niveau 1 worden werkzaamheden verstaan die worden verricht in een juridische werkomgeving en die nog niet al te complex zijn, maar die wel een juridische component hebben. De werkzaamheden zijn meestal gestandaardiseerd, administratief of uitvoerend van aard en worden zelfstandig uitgevoerd, onder verantwoordelijkheid van een leidinggevende. De werkzaamheden worden voornamelijk uitgevoerd in MBO-functies, bij voorkeur op een GDW-, incasso-, of advocatenkantoor. Andere werkgevers kunnen ook in aanmerking komen, maar vanwege het praktijkgerichte karakter van de opleiding verdient het aanbeveling zo vroeg mogelijk de overstap te maken naar een GDW-kantoor. De relevantie van de werkplek wordt bepaald door de opleiding. Niet de functie staat garant voor de toekenning van een bepaald niveau, maar de werkzaamheden in die functie. Bij vragen of twijfel kan de student contact opnemen met de medewerker Praktijktijd (zie onderaan). Er worden door de opleiding ook zogenaamde niveaulijsten ter beschikking gesteld waarop werkzaamheden kunnen worden aangekruist. Voorbeelden van werkzaamheden op niveau 1 (mits op een relevante werkplek) zijn baliewerkzaamheden, postbehandeling, dossiers archiveren, telefoonbehandeling, voorbereidende incassowerkzaamheden en dergelijke. Niveau 2 Onder niveau 2 worden werkzaamheden verstaan die voornamelijk zijn gericht op de juridische praktijk, bij voorkeur van de gerechtsdeurwaarder. De werkzaamheden zijn in mindere mate administratief van aard, betrekkelijk gecompliceerd en worden zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid uitgevoerd. De werkzaamheden worden voornamelijk uitgevoerd in MBO+ functies of functies waarin gedegen ervaring gewenst is. De werkzaamheden zullen voornamelijk plaatsvinden bij een GDW-kantoor en omvatten liefst taken in zowel het minnelijke - als het executoriale traject. Het is van belang dat de student op het eigen kantoor kan toewerken naar de werkzaamheden die horen bij niveau 3, de stage; die werkzaamheden kunnen alleen op een GDW-kantoor worden uitgevoerd. Werkzaamheden op een andere werkplek kunnen ook worden beoordeeld als geschikt voor niveau 2. De relevantie van de werkplek wordt bepaald door de opleiding. Ook hier geldt: niet de functie staat garant voor de toekenning van een bepaald niveau, maar de werkzaamheden in die functie. Bij vragen of twijfel kan de student contact opnemen met de medewerker Praktijktijd. Werkzaamheden op niveau 2 (mits op een relevante werkplek) zijn bijvoorbeeld het voeren van (gecompliceerde) correspondentie, het opstellen van betalingsregelingen, het voorbereiden van exploten, het bijhouden van de ‘rol’, het schrijven van dagvaardingen, het bijwonen van comparities en dergelijke. Niveau 3 Onder niveau 3 worden werkzaamheden verstaan die gericht zijn op de ambtelijke praktijk van de deurwaarder. Om deze werkzaamheden uit te voeren krijgt de student, als hij heeft voldaan aan alle voorwaarden, een tijdelijke ambtsbevoegdheid. (Zie voor verdere informatie het onderdeel Stage).

Invulling Praktijktijd per studiejaar Jaar 1 In het eerste studiejaar staan 15 studiepunten (EC) voor Praktijktijd en daarnaast nog eens 5 © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


EC voor de combinatie Praktijktijd en Loopbaan- en competentieontwikkeling (LCO). Feitelijk zijn dat 19 EC voor Praktijktijd en 1 EC voor LCO. Het onderdeel Praktijktijd is in het eerste studiejaar verdeeld in twee componenten. Om de 15 studiepunten van de eerste component van het onderdeel Praktijktijd in jaar 1 te behalen, moet de student 420 uur werken op niveau 1. Het is noodzakelijk om de eerste component van de Praktijktijd te behalen om door te kunnen stromen naar het tweede jaar. De student moet dus in het eerste studiejaar minimaal 420 uur werken op een geschikte werkplek om de opleiding te kunnen vervolgen. Voor het behalen van de 4 EC van de tweede component van het onderdeel Praktijktijd in jaar 1, moet de student 112 uur werken op niveau 1. Een student die deze component van het onderdeel Praktijktijd niet behaalt kan wel een positief studieadvies krijgen en dus doorstromen naar het tweede jaar. De ontbrekende uren kunnen worden doorgeschoven naar jaar 2. Het ontbrekende aantal uren komt dan in het tweede jaar boven op het voor dat jaar verplichte aantal uren. Jaar 2 In jaar 2 worden 20 EC toegekend aan Praktijktijd, LCO en Training Persoonlijke effectiviteit samen. Feitelijk komt dat neer op 18 EC voor Praktijktijd, 1 voor LCO en 1 voor Training Persoonlijke effectiviteit. Voor de 18 EC voor Praktijktijd moet de student 504 uur werken op een relevante werkplek, op (minimaal) niveau 1. Als de student nog werkzaam is op niveau 1, is het aan te raden tijdig in het tweede studiejaar uit te kijken naar een functie op niveau 2, of de huidige werkzaamheden naar dat niveau uit te breiden. Dat is van belang vanwege de opbouw van het curriculum en de hoge mate van beroepsgerichtheid. De niveaus zijn hiervoor beschreven. Jaar 3 In jaar 3 worden 15 EC toegekend aan de combinatie Praktijktijd en LCO. 14 EC zijn bestemd voor Praktijktijd en 1 EC voor LCO. Dat betekent dat de student 392 uur moet werken op een relevante werkplek, nu op niveau 2. Jaar 4 Het vierde jaar is het stagejaar. De praktijktijd is hier ingevuld als stage. Zie hiervoor elders in deze studiegids het onderdeel Stage. Medewerkster Praktijktijd is Sylvia van Son. Telefoon: 088-4819943; email: [email protected]

LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING GDW Korte inleiding Binnen vier jaar wordt u opgeleid tot een competente (beginnende) kandidaatgerechtsdeurwaarder. De opleiding en het werkveld hebben daarvoor een competentieprofiel opgesteld. Doel van de opleiding is dat u gaandeweg al deze competenties onder de knie krijgt. De cursus Loopbaan- en competentieontwikkeling ondersteunt deze competentieontwikkeling. Met opdrachten toont u aan wat u heeft geleerd in de praktijk. Daarnaast stimuleren zij u om gericht te kijken naar het werkveld: wat houdt het beroep precies in? Wat zijn de diverse ambtshandelingen? En: hoe verhoudt u zich daartoe? Wat zijn uw persoonlijke waarden en normen op specifieke beroepsgerelateerde gebieden? Doel is dat u na afloop helder beeld heeft van het beroep en uw eigen kwaliteiten en valkuilen daarbinnen. Leerdoelen U kunt reflecteren op uw competentieontwikkeling. U weet wat het vak inhoudt. U begrijpt wat het beroep van u vraagt. U heeft zicht op uw motivatie voor de functie van kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Betekenen. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


-

Redigeren van exploten. Executeren. Rechercheren. Incasseren. Boekhouden. Procederen. Communiceren. Adviseren. Onderhandelen. Ondernemen. Leidinggeven. Acquireren. Bedrijfsvoering. Kwaliteitszorg toepassen en bewaken. Professioneel samenwerken. Zichzelf ontwikkelen in beroep. Een bijdrage leveren aan ontwikkeling beroep.

PERSOONLIJKE EN PROFESSIONELE EFFECTIVITEIT GDW Korte inleiding Het eerste studiejaar zit erop. Dit betekent dat u ervaring heeft opgedaan met de combinatie werk, studie, sociaal en privéleven. Tijdens deze training onderzoeken we welke waarden u belangrijk vindt, in uw persoonlijke leven, en in uw werk. En wat dat betekent voor uw carrière als gerechtsdeurwaarder. U krijgt feedback van uw medestudenten over de indruk die u op ze maakt, en u krijgt zicht op uw eigen kwaliteiten en bijbehorende valkuilen. Competenties Communiceren. Professioneel samenwerken. Kwaliteitszorg toepassen en bewaken. Zichzelf ontwikkelen in het beroep. Leerdoelen Hoofddoel; U kent uzelf en weet hoe u uw waarden, sterke en zwakke punten effectief kunt inzetten in uw werk als gerechtsdeurwaarder. Daarvoor is nodig; U weet welke waarden u belangrijk vindt en kunt in uw eigen woorden vertellen wat de impact daarvan is op de uitvoering van uw werk als gerechtsdeurwaarder. U kent uw eigen kwaliteiten en weet wat anderen als uw kwaliteiten zien. Bovendien reflecteert u hoe u uw kwaliteiten kan benutten in uw werk als gerechtsdeurwaarder. U bent in staat, op basis van de reflectiecirkel van Korthage, te reflecteren op uw eigen handelen. 2.2

Cursus inhoud

LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING GDW Inhoud Elk jaar werkt u aan LCO-opdrachten. Daarvoor gaat u deels op stap en reflecteert u deels op uw eigen motivatie en uw normen en waarden. De opdrachten staan op SharePoint. Daar vindt u ook de studiewijzer met alle benodigde informatie. Opdrachten die u inlevert via SharePoint en waar u van uw Studieloopbaanbegeleider (slb’er) feedback op krijgt. PERSOONLIJKE EN PROFESSIONELE EFFECTIVITEIT GDW Inhoud © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


-

2.3

Waarden. Kernkwadrant van Ofman. 5-stappenplan in goed ja/nee zeggen. RET.

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : S.R. Covey, De zeven eigenschappen van effectief leiderschap, Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Business Contact. Diversen (verplicht) : Studiewijzer (digitaal beschikbaar) 2.5

Workload


Opmerkingen

Toetsing Al uw opdrachten moeten voldaan zijn om deze cursus te halen. Als dat niet het geval is, geeft uw slb’er aan wat u moet doen om het geheel alsnog succesvol af te ronden. LCO vormt onderdeel van de Praktijktijd. Beide onderdelen moeten op orde zijn om de gestelde studiepunten te halen.

2.7

URL cursussite




Titel

Praktijktijd GDW jaar 1

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-139-13

1.2 Cursusnaam

Praktijktijd GDW jaar 1


Internship Year 1

1.4 Aantal EC's

15 European Credits


D (propedeuse)




Nee



1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie

Praktijktijd

niet verplicht

0 maal per blok

Totale contacttijd In welke blokken wordt in minuten per de werkvorm blok aangeboden? bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR

0 minuten

Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 420 1.12 Toetsen: Aantal keren dat Weging een Minimum (afgerond Toetsvorm Resultaatschaal toets wordt cijfer op hele aangeboden procenten) in een collegejaar Verslag Praktijktijd



5,5

100

2





Cursus doel

De opleiding GDW bestaat uit drie delen: a) studieonderdelen zoals cursussen en trainingen; b) begeleidende onderdelen zoals studieloopbaanbegeleiding en coaching, en c) het onderdeel Praktijktijd. In het onderdeel Praktijktijd wordt een koppeling gemaakt tussen praktijk en opleiding; de in de opleiding opgedane kennis, vaardigheden en competenties worden getoetst aan de eigen werkzaamheden van de student. Hiervoor heeft de student een relevante werkplek nodig. De opleiding stelt eisen aan de werkplek, omdat de student voldoende competenties moet kunnen ontwikkelen in de praktijk en omdat het niveau gewaarborgd moet zijn. Deze eisen worden scherper naarmate de opleiding vordert. In het curriculum onderscheiden we daarom drie niveaus in de Praktijktijd: niveau 1 voor studiejaar 1 en 2, niveau 2 voor studiejaar 3 en niveau 3 voor studiejaar 4, het stagejaar. De opleiding, vertegenwoordigd door de coördinator Praktijktijd en de medewerker Praktijktijd, bepaalt aan de hand van door de student aangeleverde bewijsstukken het niveau van de werkzaamheden. Het gaat niet om een beoordeling van het individuele niveau of het functioneren van de student, maar om de werkzaamheden en de relevantie van de werkplek. Het is daarom van groot belang dat de student nauwgezet verslag doet van zijn werkzaamheden. Instructies hiervoor worden aan het begin van het studiejaar aangereikt. Wanneer de werkzaamheden van de student substantieel veranderen of wanneer de student van werkgever verandert, moet hij dit aan de opleiding kenbaar maken onder inlevering van nieuwe bewijsstukken. De opleiding kan op deze manier te allen tijde volgen of de student zich op het juiste niveau bevindt en zo nodig sturing geven. Indien de student door een arbeidsconflict of wegens het niet verlengen van een contract of om eventuele andere redenen geen arbeidsbetrekking meer heeft, kan hij het beste zo spoedig mogelijk contact opnemen met de medewerker Praktijktijd, zodat naar een passende oplossing kan worden gezocht. De medewerker Praktijktijd kan een ondersteunende en adviserende rol spelen bij het zoeken naar werk. Het blijft echter wel de eigen verantwoordelijkheid van de student om te zorgen voor een geschikte werkplek. Bewijsstukken Om de studiepunten te behalen die aan het onderdeel Praktijktijd zijn verbonden moet de student aan een aantal voorwaarden voldoen. De student moet per jaar een verplicht aantal uren werken op minimaal het vereiste niveau (zie hieronder). De opleiding verlangt daarvoor de volgende bewijsstukken: een correct ingevuld door de opleiding te verstrekken urenregistratieformulier. In het stagejaar is er in plaats van een urenregistratieformulier een stageovereenkomst en moet de student periodiek rapporteren (zie daarvoor het onderdeel Stage). 1 EC (European Credit) staat voor 28 uur; een arbeidscontract of bij ontbreken daarvan andere stukken waaruit blijkt hoeveel uur de student in het studiejaar bij de werkgever werkt of heeft gewerkt; een functieomschrijving; een correct ingevulde door de opleiding te verstrekken niveaulijst; minimaal drie beroepsproducten die gemaakt zijn in het kader van de werkzaamheden en die moeten voldoen aan het opgegeven niveau; een toelichting waarin de student zijn betrokkenheid bij de totstandkoming van de beroepsproducten aangeeft: heeft hij ze geheel zelfstandig gemaakt of had hij een kleinere rol? Alle hierboven genoemde bewijsstukken moeten zowel door de student als de leidinggevende worden ondertekend. De naam moet er in leesbare letters onder worden gezet. De leidinggevende en de student staan door middel van hun ondertekening in voor de juistheid van alle bewijsstukken.



2.2

Cursus inhoud

Niveau 1 Onder niveau 1 worden werkzaamheden verstaan die worden verricht in een juridische werkomgeving en die nog niet al te complex zijn, maar die wel een juridische component hebben. De werkzaamheden zijn meestal gestandaardiseerd, administratief of uitvoerend van aard en worden zelfstandig uitgevoerd, onder verantwoordelijkheid van een leidinggevende. De werkzaamheden worden voornamelijk uitgevoerd in MBO-functies, bij voorkeur op een GDW-, incasso-, of advocatenkantoor. Andere werkgevers kunnen ook in aanmerking komen, maar vanwege het praktijkgerichte karakter van de opleiding verdient het aanbeveling zo vroeg mogelijk de overstap te maken naar een GDW-kantoor. De relevantie van de werkplek wordt bepaald door de opleiding. Niet de functie staat garant voor de toekenning van een bepaald niveau, maar de werkzaamheden in die functie. Bij vragen of twijfel kan de student contact opnemen met de medewerker Praktijktijd (zie onderaan). Er worden door de opleiding ook zogenaamde niveaulijsten ter beschikking gesteld waarop werkzaamheden kunnen worden aangekruist. Voorbeelden van werkzaamheden op niveau 1 (mits op een relevante werkplek) zijn baliewerkzaamheden, postbehandeling, dossiers archiveren, telefoonbehandeling, voorbereidende incassowerkzaamheden en dergelijke. Niveau 2 Onder niveau 2 worden werkzaamheden verstaan die voornamelijk zijn gericht op de juridische praktijk, bij voorkeur van de gerechtsdeurwaarder. De werkzaamheden zijn in mindere mate administratief van aard, betrekkelijk gecompliceerd en worden zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid uitgevoerd. De werkzaamheden worden voornamelijk uitgevoerd in MBO+ functies of functies waarin gedegen ervaring gewenst is. De werkzaamheden zullen voornamelijk plaatsvinden bij een GDW-kantoor en omvatten liefst taken in zowel het minnelijke - als het executoriale traject. Het is van belang dat de student op het eigen kantoor kan toewerken naar de werkzaamheden die horen bij niveau 3, de stage; die werkzaamheden kunnen alleen op een GDW-kantoor worden uitgevoerd. Werkzaamheden op een andere werkplek kunnen ook worden beoordeeld als geschikt voor niveau 2. De relevantie van de werkplek wordt bepaald door de opleiding. Ook hier geldt: niet de functie staat garant voor de toekenning van een bepaald niveau, maar de werkzaamheden in die functie. Bij vragen of twijfel kan de student contact opnemen met de medewerker Praktijktijd. Werkzaamheden op niveau 2 (mits op een relevante werkplek) zijn bijvoorbeeld het voeren van (gecompliceerde) correspondentie, het opstellen van betalingsregelingen, het voorbereiden van exploten, het bijhouden van de ‘rol’, het schrijven van dagvaardingen, het bijwonen van comparities en dergelijke. Niveau 3 Onder niveau 3 worden werkzaamheden verstaan die gericht zijn op de ambtelijke praktijk van de deurwaarder. Om deze werkzaamheden uit te voeren krijgt de student, als hij heeft voldaan aan alle voorwaarden, een tijdelijke ambtsbevoegdheid. (Zie voor verdere informatie het onderdeel Stage). Invulling Praktijktijd per studiejaar Jaar 1 In het eerste studiejaar staan 15 studiepunten (EC) voor Praktijktijd en daarnaast nog eens 5 EC voor de combinatie Praktijktijd en Loopbaan- en competentieontwikkeling (LCO). Feitelijk zijn dat 19 EC voor Praktijktijd en 1 EC voor LCO. Het onderdeel Praktijktijd is in het eerste studiejaar verdeeld in twee componenten. Om de 15 studiepunten van de eerste component van het onderdeel Praktijktijd in jaar 1 te behalen, moet de student 420 uur werken op niveau 1. Het is noodzakelijk om de eerste component van de Praktijktijd te behalen om door te kunnen stromen naar het tweede jaar. De student moet dus in het eerste studiejaar minimaal 420 uur werken op een geschikte werkplek om de opleiding te kunnen vervolgen. Voor het behalen van de 4 EC van de tweede component van het onderdeel Praktijktijd in jaar 1, moet de student 112 uur werken op niveau 1. Een student die deze component van het © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


onderdeel Praktijktijd niet behaalt kan wel een positief studieadvies krijgen en dus doorstromen naar het tweede jaar. De ontbrekende uren kunnen worden doorgeschoven naar jaar 2. Het ontbrekende aantal uren komt dan in het tweede jaar boven op het voor dat jaar verplichte aantal uren. Jaar 2 In jaar 2 worden 20 EC toegekend aan Praktijktijd, LCO en Training Persoonlijke effectiviteit samen. Feitelijk komt dat neer op 18 EC voor Praktijktijd, 1 voor LCO en 1 voor Training Persoonlijke effectiviteit. Voor de 18 EC voor Praktijktijd moet de student 504 uur werken op een relevante werkplek, op (minimaal) niveau 1. Als de student nog werkzaam is op niveau 1, is het aan te raden tijdig in het tweede studiejaar uit te kijken naar een functie op niveau 2, of de huidige werkzaamheden naar dat niveau uit te breiden. Dat is van belang vanwege de opbouw van het curriculum en de hoge mate van beroepsgerichtheid. De niveaus zijn hiervoor beschreven. Jaar 3 In jaar 3 worden 15 EC toegekend aan de combinatie Praktijktijd en LCO. 14 EC zijn bestemd voor Praktijktijd en 1 EC voor LCO. Dat betekent dat de student 392 uur moet werken op een relevante werkplek, nu op niveau 2. Jaar 4 Het vierde jaar is het stagejaar. De praktijktijd is hier ingevuld als stage. Zie hiervoor elders in deze studiegids het onderdeel Stage. Medewerkster Praktijktijd is Sylvia van Son. Telefoon: 088-4819943; email: [email protected] 2.3

Ingangseisen




Workload


Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Praktijktijd/LCO GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-142-13

1.2 Cursusnaam

Praktijktijd/LCO GDW


Internship/LCO

1.4 Aantal EC's

5 European Credits


D (propedeuse)




Nee



1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie

praktijktijd

niet verplicht

0 maal per blok

Totale contacttijd In welke blokken wordt in minuten per de werkvorm blok aangeboden? 0 minuten



Toetsvorm



LCO opdracht 1 t/m 4


5,5

20

2


Praktijktijd urenregistratie


5,5

80

2





Cursus doel

PRAKTIJKTIJD GDW Korte inhoud De opleiding GDW bestaat uit drie delen: a) studieonderdelen zoals cursussen en trainingen; b) begeleidende onderdelen zoals studieloopbaanbegeleiding en coaching, en c) het onderdeel Praktijktijd. In het onderdeel Praktijktijd wordt een koppeling gemaakt tussen praktijk en opleiding; de in de opleiding opgedane kennis, vaardigheden en competenties worden getoetst aan de eigen werkzaamheden van de student. Hiervoor heeft de student een relevante werkplek nodig. De opleiding stelt eisen aan de werkplek, omdat de student voldoende competenties moet kunnen ontwikkelen in de praktijk en omdat het niveau gewaarborgd moet zijn. Deze eisen worden scherper naarmate de opleiding vordert. In het curriculum onderscheiden we daarom drie niveaus in de Praktijktijd: niveau 1 voor studiejaar 1 en 2, niveau 2 voor studiejaar 3 en niveau 3 voor studiejaar 4, het stagejaar. De opleiding, vertegenwoordigd door de coördinator Praktijktijd en de medewerker Praktijktijd, bepaalt aan de hand van door de student aangeleverde bewijsstukken het niveau van de werkzaamheden. Het gaat niet om een beoordeling van het individuele niveau of het functioneren van de student, maar om de werkzaamheden en de relevantie van de werkplek. Het is daarom van groot belang dat de student nauwgezet verslag doet van zijn werkzaamheden. Instructies hiervoor worden aan het begin van het studiejaar aangereikt. Wanneer de werkzaamheden van de student substantieel veranderen of wanneer de student van werkgever verandert, moet hij dit aan de opleiding kenbaar maken onder inlevering van nieuwe bewijsstukken. De opleiding kan op deze manier te allen tijde volgen of de student zich op het juiste niveau bevindt en zo nodig sturing geven. Indien de student door een arbeidsconflict of wegens het niet verlengen van een contract of om eventuele andere redenen geen arbeidsbetrekking meer heeft, kan hij het beste zo spoedig mogelijk contact opnemen met de medewerker Praktijktijd, zodat naar een passende oplossing kan worden gezocht. De medewerker Praktijktijd kan een ondersteunende en adviserende rol spelen bij het zoeken naar werk. Het blijft echter wel de eigen verantwoordelijkheid van de student om te zorgen voor een geschikte werkplek. Bewijsstukken Om de studiepunten te behalen die aan het onderdeel Praktijktijd zijn verbonden moet de student aan een aantal voorwaarden voldoen. De student moet per jaar een verplicht aantal uren werken op minimaal het vereiste niveau (zie hieronder). De opleiding verlangt daarvoor de volgende bewijsstukken: een correct ingevuld door de opleiding te verstrekken urenregistratieformulier. In het stagejaar is er in plaats van een urenregistratieformulier een stageovereenkomst en moet de student periodiek rapporteren (zie daarvoor het onderdeel Stage). 1 EC (European Credit) staat voor 28 uur; een arbeidscontract of bij ontbreken daarvan andere stukken waaruit blijkt hoeveel uur de student in het studiejaar bij de werkgever werkt of heeft gewerkt; een functieomschrijving; een correct ingevulde door de opleiding te verstrekken niveaulijst; minimaal drie beroepsproducten die gemaakt zijn in het kader van de werkzaamheden en die moeten voldoen aan het opgegeven niveau; een toelichting waarin de student zijn betrokkenheid bij de totstandkoming van de beroepsproducten aangeeft: heeft hij ze geheel zelfstandig gemaakt of had hij een kleinere rol? Alle hierboven genoemdebewijsstukken moeten zowel door de student als de leidinggevende worden ondertekend. De naam moet er in leesbare letters onder worden gezet. De leidinggevende en de student staan door middel van hun ondertekening in voor de juistheid van alle bewijsstukken. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING GDW Korte inhoud Binnen vier jaar wordt u opgeleid tot een competente (beginnende) kandidaatgerechtsdeurwaarder. De opleiding en het werkveld hebben daarvoor een competentieprofiel opgesteld. Doel van de opleiding is dat u gaandeweg al deze competenties onder de knie krijgt. De cursus Loopbaan- en competentieontwikkeling ondersteunt deze competentieontwikkeling. Met opdrachten toont u aan wat u heeft geleerd in de praktijk. Daarnaast stimuleren zij u om gericht te kijken naar het werkveld: wat houdt het beroep precies in? Wat zijn de diverse ambtshandelingen? En: hoe verhoudt u zich daartoe? Wat zijn uw persoonlijke waarden en normen op specifieke beroepsgerelateerde gebieden? Doel is dat u na afloop helder beeld heeft van het beroep en uw eigen kwaliteiten en valkuilen daarbinnen. Leerdoelen U kunt reflecteren op uw competentieontwikkeling. U weet wat het vak inhoudt. U begrijpt wat het beroep van u vraagt. U heeft zicht op uw motivatie voor de functie van kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Betekenen. Redigeren van exploten. Executeren. Rechercheren. Incasseren. Boekhouden. Procederen. Communiceren. Adviseren. Onderhandelen. Ondernemen. Leidinggeven. Acquireren. Bedrijfsvoering. Kwaliteitszorg toepassen en bewaken. Professioneel samenwerken. Zichzelf ontwikkelen in beroep. Een bijdrage leveren aan ontwikkeling beroep. 2.2

Cursus inhoud

PRAKTIJKTIJD GDW Niveau 1 Onder niveau 1 worden werkzaamheden verstaan die worden verricht in een juridische werkomgeving en die nog niet al te complex zijn, maar die wel een juridische component hebben. De werkzaamheden zijn meestal gestandaardiseerd, administratief of uitvoerend van aard en worden zelfstandig uitgevoerd, onder verantwoordelijkheid van een leidinggevende. De werkzaamheden worden voornamelijk uitgevoerd in MBO-functies, bij voorkeur op een GDW-, incasso-, of advocatenkantoor. Andere werkgevers kunnen ook in aanmerking komen, maar vanwege het praktijkgerichte karakter van de opleiding verdient het aanbeveling zo vroeg mogelijk de overstap te maken naar een GDW-kantoor. De relevantie van de werkplek wordt bepaald door de opleiding. Niet de functie staat garant voor de toekenning van een bepaald niveau, maar de werkzaamheden in die functie. Bij vragen of twijfel kan de student contact opnemen met de medewerker Praktijktijd (zie onderaan). Er worden door de opleiding ook zogenaamde niveaulijsten ter beschikking gesteld waarop werkzaamheden kunnen worden aangekruist. Voorbeelden van werkzaamheden op niveau 1 (mits op een relevante werkplek) zijn baliewerkzaamheden, postbehandeling, dossiers archiveren, telefoonbehandeling, voorbereidende incassowerkzaamheden en dergelijke. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Niveau 2 Onder niveau 2 worden werkzaamheden verstaan die voornamelijk zijn gericht op de juridische praktijk, bij voorkeur van de gerechtsdeurwaarder. De werkzaamheden zijn in mindere mate administratief van aard, betrekkelijk gecompliceerd en worden zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid uitgevoerd. De werkzaamheden worden voornamelijk uitgevoerd in MBO+ functies of functies waarin gedegen ervaring gewenst is. De werkzaamheden zullen voornamelijk plaatsvinden bij een GDW-kantoor en omvatten liefst taken in zowel het minnelijke - als het executoriale traject. Het is van belang dat de student op het eigen kantoor kan toewerken naar de werkzaamheden die horen bij niveau 3, de stage; die werkzaamheden kunnen alleen op een GDW-kantoor worden uitgevoerd. Werkzaamheden op een andere werkplek kunnen ook worden beoordeeld als geschikt voor niveau 2. De relevantie van de werkplek wordt bepaald door de opleiding. Ook hier geldt: niet de functie staat garant voor de toekenning van een bepaald niveau, maar de werkzaamheden in die functie. Bij vragen of twijfel kan de student contact opnemen met de medewerker Praktijktijd. Werkzaamheden op niveau 2 (mits op een relevante werkplek) zijn bijvoorbeeld het voeren van (gecompliceerde) correspondentie, het opstellen van betalingsregelingen, het voorbereiden van exploten, het bijhouden van de ‘rol’, het schrijven van dagvaardingen, het bijwonen van comparities en dergelijke. Niveau 3 Onder niveau 3 worden werkzaamheden verstaan die gericht zijn op de ambtelijke praktijk van de deurwaarder. Om deze werkzaamheden uit te voeren krijgt de student, als hij heeft voldaan aan alle voorwaarden, een tijdelijke ambtsbevoegdheid. (Zie voor verdere informatie het onderdeel Stage). Invulling Praktijktijd per studiejaar Jaar 1 In het eerste studiejaar staan 15 studiepunten (EC) voor Praktijktijd en daarnaast nog eens 5 EC voor de combinatie Praktijktijd en Loopbaan- en competentieontwikkeling (LCO). Feitelijk zijn dat 19 EC voor Praktijktijd en 1 EC voor LCO. Het onderdeel Praktijktijd is in het eerste studiejaar verdeeld in twee componenten. Om de 15 studiepunten van de eerste component van het onderdeel Praktijktijd in jaar 1 te behalen, moet de student 420 uur werken op niveau 1. Het is noodzakelijk om de eerste component van de Praktijktijd te behalen om door te kunnen stromen naar het tweede jaar. De student moet dus in het eerste studiejaar minimaal 420 uur werken op een geschikte werkplek om de opleiding te kunnen vervolgen. Voor het behalen van de 4 EC van de tweede component van het onderdeel Praktijktijd in jaar 1, moet de student 112 uur werken op niveau 1. Een student die deze component van het onderdeel Praktijktijd niet behaalt kan wel een positief studieadvies krijgen en dus doorstromen naar het tweede jaar. De ontbrekende uren kunnen worden doorgeschoven naar jaar 2. Het ontbrekende aantal uren komt dan in het tweede jaar boven op het voor dat jaar verplichte aantal uren. Jaar 2 In jaar 2 worden 20 EC toegekend aan Praktijktijd, LCO en Training Persoonlijke effectiviteit samen. Feitelijk komt dat neer op 18 EC voor Praktijktijd, 1 voor LCO en 1 voor Training Persoonlijke effectiviteit. Voor de 18 EC voor Praktijktijd moet de student 504 uur werken op een relevante werkplek, op (minimaal) niveau 1. Als de student nog werkzaam is op niveau 1, is het aan te raden tijdig in het tweede studiejaar uit te kijken naar een functie op niveau 2, of de huidige werkzaamheden naar dat niveau uit te breiden. Dat is van belang vanwege de opbouw van het curriculum en de hoge mate van beroepsgerichtheid. De niveaus zijn hiervoor beschreven.

Jaar 3 © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


In jaar 3 worden 15 EC toegekend aan de combinatie Praktijktijd en LCO. 14 EC zijn bestemd voor Praktijktijd en 1 EC voor LCO. Dat betekent dat de student 392 uur moet werken op een relevante werkplek, nu op niveau 2. Jaar 4 Het vierde jaar is het stagejaar. De praktijktijd is hier ingevuld als stage. Zie hiervoor elders in deze studiegids het onderdeel Stage. Medewerkster Praktijktijd is Sylvia van Son. Telefoon: 088-4819943; email: [email protected]

LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING GDW Inhoud Elk jaar werkt u aan LCO-opdrachten. Daarvoor gaat u deels op stap en reflecteert u deels op uw eigen motivatie en uw normen en waarden. De opdrachten staan op SharePoint. Daar vindt u ook de studiewijzer met alle benodigde informatie. Opdrachten die u inlevert via SharePoint en waar u van uw Studieloopbaanbegeleider (slb’er) feedback op krijgt. 2.3

Ingangseisen




Workload


Opmerkingen

Toetsing Al uw opdrachten moeten voldaan zijn om deze cursus te halen. Als dat niet het geval is, geeft uw slb’er aan wat u moet doen om het geheel alsnog succesvol af te ronden. LCO vormt onderdeel van de Praktijktijd. Beide onderdelen moeten op orde zijn om de gestelde studiepunten te halen. 2.7

URL cursussite




Titel

Praktijktijd/LCO jaar 3 GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-332-13

1.2 Cursusnaam

Praktijktijd/LCO jaar 3 GDW


Practicum Period/Career Competences Development year 3

1.4 Aantal EC's

15 European Credits






Ja



1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie

Praktijktijd

niet verplicht

0 maal per blok

Totale contacttijd In welke blokken wordt in minuten per de werkvorm blok aangeboden? bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR

0 minuten

Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 417 1.12 Toetsen: Aantal keren dat Weging een Minimum (afgerond Toetsvorm Resultaatschaal toets wordt cijfer op hele aangeboden procenten) in een collegejaar


LCO opdracht 1


5,5

2

2


LCO opdracht 2


5,5

2

2


LCO opdracht 3


5,5

2

2


Verslag Praktijktijd


5,5

94

2





Cursus doel

PRAKTIJKTIJD GDW Korte inhoud De opleiding GDW bestaat uit drie delen: a) studieonderdelen zoals cursussen en trainingen; b) begeleidende onderdelen zoals studieloopbaanbegeleiding en coaching, en c) het onderdeel Praktijktijd. In het onderdeel Praktijktijd wordt een koppeling gemaakt tussen praktijk en opleiding; de in de opleiding opgedane kennis, vaardigheden en competenties worden getoetst aan de eigen werkzaamheden van de student. Hiervoor heeft de student een relevante werkplek nodig. De opleiding stelt eisen aan de werkplek, omdat de student voldoende competenties moet kunnen ontwikkelen in de praktijk en omdat het niveau gewaarborgd moet zijn. Deze eisen worden scherper naarmate de opleiding vordert. In het curriculum onderscheiden we daarom drie niveaus in de Praktijktijd: niveau 1 voor studiejaar 1 en 2, niveau 2 voor studiejaar 3 en niveau 3 voor studiejaar 4, het stagejaar. De opleiding, vertegenwoordigd door de coördinator Praktijktijd en de medewerker Praktijktijd, bepaalt aan de hand van door de student aangeleverde bewijsstukken het niveau van de werkzaamheden. Het gaat niet om een beoordeling van het individuele niveau of het functioneren van de student, maar om de werkzaamheden en de relevantie van de werkplek. Het is daarom van groot belang dat de student nauwgezet verslag doet van zijn werkzaamheden. Instructies hiervoor worden aan het begin van het studiejaar aangereikt. Wanneer de werkzaamheden van de student substantieel veranderen of wanneer de student van werkgever verandert, moet hij dit aan de opleiding kenbaar maken onder inlevering van nieuwe bewijsstukken. De opleiding kan op deze manier te allen tijde volgen of de student zich op het juiste niveau bevindt en zo nodig sturing geven. Indien de student door een arbeidsconflict of wegens het niet verlengen van een contract of om eventuele andere redenen geen arbeidsbetrekking meer heeft, kan hij het beste zo spoedig mogelijk contact opnemen met de medewerker Praktijktijd, zodat naar een passende oplossing kan worden gezocht. De medewerker Praktijktijd kan een ondersteunende en adviserende rol spelen bij het zoeken naar werk. Het blijft echter wel de eigen verantwoordelijkheid van de student om te zorgen voor een geschikte werkplek. Bewijsstukken Om de studiepunten te behalen die aan het onderdeel Praktijktijd zijn verbonden moet de student aan een aantal voorwaarden voldoen. De student moet per jaar een verplicht aantal uren werken op minimaal het vereiste niveau (zie hieronder). De opleiding verlangt daarvoor de volgende bewijsstukken: een correct ingevuld door de opleiding te verstrekken urenregistratieformulier. In het stagejaar is er in plaats van een urenregistratieformulier een stageovereenkomst en moet de student periodiek rapporteren (zie daarvoor het onderdeel Stage). 1 EC (European Credit) staat voor 28 uur; een arbeidscontract of bij ontbreken daarvan andere stukken waaruit blijkt hoeveel uur de student in het studiejaar bij de werkgever werkt of heeft gewerkt; een functieomschrijving; een correct ingevulde door de opleiding te verstrekken niveaulijst; minimaal drie beroepsproducten die gemaakt zijn in het kader van de werkzaamheden en die moeten voldoen aan het opgegeven niveau; een toelichting waarin de student zijn betrokkenheid bij de totstandkoming van de beroepsproducten aangeeft: heeft hij ze geheel zelfstandig gemaakt of had hij een kleinere rol? Alle hierboven genoemde bewijsstukken moeten zowel door de student als de leidinggevende worden ondertekend. De naam moet er in leesbare letters onder worden gezet. De leidinggevende en de student staan door middel van hun ondertekening in voor de juistheid van alle bewijsstukken. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING GDW Binnen vier jaar wordt u opgeleid tot een competente (beginnende) kandidaatgerechtsdeurwaarder. De opleiding en het werkveld hebben daarvoor een competentieprofiel opgesteld. Doel van de opleiding is dat u gaandeweg al deze competenties onder de knie krijgt. De cursus Loopbaan- en competentieontwikkeling ondersteunt deze competentieontwikkeling. Met opdrachten toont u aan wat u heeft geleerd in de praktijk. Daarnaast stimuleren zij u om gericht te kijken naar het werkveld: wat houdt het beroep precies in? Wat zijn de diverse ambtshandelingen? En: hoe verhoudt u zich daartoe? Wat zijn uw persoonlijke waarden en normen op specifieke beroepsgerelateerde gebieden? Doel is dat u na afloop helder beeld heeft van het beroep en uw eigen kwaliteiten en valkuilen daarbinnen. Leerdoelen U kunt reflecteren op uw competentieontwikkeling. U weet wat het vak inhoudt. U begrijpt wat het beroep van u vraagt. U heeft zicht op uw motivatie voor de functie van kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Betekenen. Redigeren van exploten. Executeren. Rechercheren. Incasseren. Boekhouden. Procederen. Communiceren. Adviseren. Onderhandelen. Ondernemen. Leidinggeven. Acquireren. Bedrijfsvoering. Kwaliteitszorg toepassen en bewaken. Professioneel samenwerken. Zichzelf ontwikkelen in beroep. Een bijdrage leveren aan ontwikkeling beroep. 2.2

Cursus inhoud

PRAKTIJKTIJD GDW Niveau 1 Onder niveau 1 worden werkzaamheden verstaan die worden verricht in een juridische werkomgeving en die nog niet al te complex zijn, maar die wel een juridische component hebben. De werkzaamheden zijn meestal gestandaardiseerd, administratief of uitvoerend van aard en worden zelfstandig uitgevoerd, onder verantwoordelijkheid van een leidinggevende. De werkzaamheden worden voornamelijk uitgevoerd in MBO-functies, bij voorkeur op een GDW-, incasso-, of advocatenkantoor. Andere werkgevers kunnen ook in aanmerking komen, maar vanwege het praktijkgerichte karakter van de opleiding verdient het aanbeveling zo vroeg mogelijk de overstap te maken naar een GDW-kantoor. De relevantie van de werkplek wordt bepaald door de opleiding. Niet de functie staat garant voor de toekenning van een bepaald niveau, maar de werkzaamheden in die functie. Bij vragen of twijfel kan de student contact opnemen met de medewerker Praktijktijd (zie onderaan). Er worden door de opleiding ook zogenaamde niveaulijsten ter beschikking gesteld waarop werkzaamheden kunnen worden aangekruist. Voorbeelden van werkzaamheden op niveau 1 (mits op een relevante werkplek) zijn baliewerkzaamheden, postbehandeling, dossiers archiveren, telefoonbehandeling, voorbereidende incassowerkzaamheden en dergelijke. Niveau 2 © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Onder niveau 2 worden werkzaamheden verstaan die voornamelijk zijn gericht op de juridische praktijk, bij voorkeur van de gerechtsdeurwaarder. De werkzaamheden zijn in mindere mate administratief van aard, betrekkelijk gecompliceerd en worden zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid uitgevoerd. De werkzaamheden worden voornamelijk uitgevoerd in MBO+ functies of functies waarin gedegen ervaring gewenst is. De werkzaamheden zullen voornamelijk plaatsvinden bij een GDW-kantoor en omvatten liefst taken in zowel het minnelijke als het executoriale traject. Het is van belang dat de student op het eigen kantoor kan toewerken naar de werkzaamheden die horen bij niveau 3, de stage; die werkzaamheden kunnen alleen op een GDW-kantoor worden uitgevoerd. Werkzaamheden op een andere werkplek kunnen ook worden beoordeeld als geschikt voor niveau 2. De relevantie van de werkplek wordt bepaald door de opleiding. Ook hier geldt: niet de functie staat garant voor de toekenning van een bepaald niveau, maar de werkzaamheden in die functie. Bij vragen of twijfel kan de student contact opnemen met de medewerker Praktijktijd. Werkzaamheden op niveau 2 (mits op een relevante werkplek) zijn bijvoorbeeld het voeren van (gecompliceerde) correspondentie, het opstellen van betalingsregelingen, het voorbereiden van exploten, het bijhouden van de ‘rol’, het schrijven van dagvaardingen, het bijwonen van comparities en dergelijke. Niveau 3 Onder niveau 3 worden werkzaamheden verstaan die gericht zijn op de ambtelijke praktijk van de deurwaarder. Om deze werkzaamheden uit te voeren krijgt de student, als hij heeft voldaan aan alle voorwaarden, een tijdelijke ambtsbevoegdheid. (Zie voor verdere informatie het onderdeel Stage). Invulling Praktijktijd per studiejaar Jaar 1 In het eerste studiejaar staan 15 studiepunten (EC) voor Praktijktijd en daarnaast nog eens 5 EC voor de combinatie Praktijktijd en Loopbaan- en competentieontwikkeling (LCO). Feitelijk zijn dat 19 EC voor Praktijktijd en 1 EC voor LCO. Het onderdeel Praktijktijd is in het eerste studiejaar verdeeld in twee componenten. Om de 15 studiepunten van de eerste component van het onderdeel Praktijktijd in jaar 1 te behalen, moet de student 420 uur werken op niveau 1. Het is noodzakelijk om de eerste component van de Praktijktijd te behalen om door te kunnen stromen naar het tweede jaar. De student moet dus in het eerste studiejaar minimaal 420 uur werken op een geschikte werkplek om de opleiding te kunnen vervolgen. Voor het behalen van de 4 EC van de tweede component van het onderdeel Praktijktijd in jaar 1, moet de student 112 uur werken op niveau 1. Een student die deze component van het onderdeel Praktijktijd niet behaalt kan wel een positief studieadvies krijgen en dus doorstromen naar het tweede jaar. De ontbrekende uren kunnen worden doorgeschoven naar jaar 2. Het ontbrekende aantal uren komt dan in het tweede jaar boven op het voor dat jaar verplichte aantal uren. Jaar 2 In jaar 2 worden 20 EC toegekend aan Praktijktijd, LCO en Training Persoonlijke effectiviteit samen. Feitelijk komt dat neer op 18 EC voor Praktijktijd, 1 voor LCO en 1 voor Training Persoonlijke effectiviteit. Voor de 18 EC voor Praktijktijd moet de student 504 uur werken op een relevante werkplek, op (minimaal) niveau 1. Als de student nog werkzaam is op niveau 1, is het aan te raden tijdig in het tweede studiejaar uit te kijken naar een functie op niveau 2, of de huidige werkzaamheden naar dat niveau uit te breiden. Dat is van belang vanwege de opbouw van het curriculum en de hoge mate van beroepsgerichtheid. De niveaus zijn hiervoor beschreven. Jaar 3 In jaar 3 worden 15 EC toegekend aan de combinatie Praktijktijd en LCO. 14 EC zijn bestemd voor Praktijktijd en 1 EC voor LCO. Dat betekent dat de student 392 uur moet werken op een relevante werkplek, nu op niveau 2. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Jaar 4 Het vierde jaar is het stagejaar. De praktijktijd is hier ingevuld als stage. Zie hiervoor elders in deze studiegids het onderdeel Stage. Medewerkster Praktijktijd is Sylvia van Son. Telefoon: 088-4819943; email: [email protected]

LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING GDW Inhoud Elk jaar werkt u aan LCO-opdrachten. Daarvoor gaat u deels op stap en reflecteert u deels op uw eigen motivatie en uw normen en waarden. De opdrachten staan op SharePoint. Daar vindt u ook de studiewijzer met alle benodigde informatie. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Diversen (aanbevolen) : Studiewijzer en reader via SharePoint 2.5

Workload


Opmerkingen

Toetsing Al uw opdrachten moeten voldaan zijn om deze cursus te halen. Als dat niet het geval is, geeft uw slb’er aan wat u moet doen om het geheel alsnog succesvol af te ronden. LCO vormt onderdeel van de Praktijktijd. Beide onderdelen moeten op orde zijn om de gestelde studiepunten te halen 2.7

URL cursussite




Titel

Rechtspersonen, Personen en Fam.rechtGDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-125-09

1.2

Cursusnaam

Rechtspersonen, Personen en Familierecht GDW

1.3


Legal Persons, Individuals And Family Law

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau

D (propedeuse)

1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon


1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie


niet verplicht

7 maal per blok




Toetsen:


Open vragen



5,5

100





Cursus doel

Korte inleiding Deze cursus legt de basis voor uw kennis van de juridische hoedanigheid van uw debiteur respectievelijk uw opdrachtgever. Daartoe krijgt u een overkoepelende inleiding in het personen- en familierecht, erfrecht én het ondernemingsrecht/rechtspersonenrecht. Aan bod komen de basisbegrippen uit deze rechtsgebieden die u met name nodig heeft om te bepalen "wie u voor zich heeft" en hoe de vraag naar bevoegdheden, aansprakelijkheid en verhaal correct en optimaal is te beantwoorden. U gaat in op de natuurlijke persoon en hoe deze deelneemt aan het rechtsverkeer. Vervolgens worden de personenvennootschappen en rechtspersonen behandeld van waaruit hij als zelfstandige kan ondernemen Competenties Juridisch rechercheren en analyseren. Adviseren. Procederen. Leerdoelen U heeft kennis van en inzicht in de basisbegrippen van het personen- en familierecht en het erfrecht. U heeft kennis van en inzicht in de basisbegrippen van de personenvennootschappen. U heeft kennis van en inzicht in de basisbegrippen van het rechtspersonenrecht. U heeft kennis van de relevante weten regelgeving op ieder van vermelde gebieden. U kunt bepalen wie in een concrete casus aansprakelijk is/zijn voor een bepaalde schuld. U kunt bepalen wat de diverse verhaalsmogelijkheden voor een schuldeiser zijn, voor zover deze samenhangen met vermelde gebieden. U kunt kennis van het personen- en familierecht (inclusief erfrecht), de personenvennootschappen en het rechtspersonenrecht toepassen op casuïstiek ontleend aan de beroepspraktijk. 2.2

Cursus inhoud

Onderwerpen: Natuurlijke persoon: naam, woonplaats, afstamming, handelingsbekwaamheid. Huwelijk, geregistreerd partnerschap en ongehuwd samenwonen. Huwelijksvermogensrecht (en in dit verband: aansprakelijkheid, verhaal en draagplicht). Ontbinding huwelijk en de gevolgen daarvan. Minderjarigheid en gezag. Curatele, beschermingsbewind en mentorschap. Bijzonderheden ten aanzien van het procesrecht bij personen- en familierecht. Erfrecht. Eenmanszaak, maatschap, vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap. Rechtspersoonlijkheid (privaatrechtelijk). Naamloze vennootschap, besloten vennootschap. Vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij en stichting. Organen, besluitvorming, vertegenwoordiging en aansprakelijkheid bij rechtspersonen. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Diversen (verplicht) : - Studiewijzer via SharePoint - Wettenbundel 2015-2016 (Kluwer Collegebundel of Sdu) - lesboeken: wordt nader bekendgemaakt 2.5

Workload




Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Rechtssociologie & Huurrecht GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-229-14

1.2 Cursusnaam

Rechtssociologie & Huurrecht GDW


Sociology of Law & Tenancy Law

1.4 Aantal EC's

5 European Credits






Ja



1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie



Huurrecht WC

niet verplicht

7 maal per blok

1680 minuten


Rechtssociologie HC

niet verplicht

1 maal per blok

120 minuten


Rechtssociologie WC

niet verplicht

4 maal per blok

480 minuten



Toetsvorm



Tentamen Huurrecht


5,5

50

2


Tentamen Rechtssociologie


5,5

50

2





Cursus doel

RECHTSSOCIOLOGIE GDW Korte inleiding Rechtssociologie bestudeert de wisselwerking tussen recht en maatschappij. Vragen als het effect van het recht op sociale verhoudingen staan daarin centraal. Het wordt ook wel 'law in action' genoemd omdat het in de rechtssociologie niet gaat over 'law in books', de juirdische casus, maar over de maatschappelijke context of anders gezegd de praktijk van het recht. In deze cursus zal vooral de schuldenproblematiek centraal staan. Wat zijn de gevolgen van de huidige wetgeving voor de schuldenproblematiek? De WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) kwam tot stand met de bedoeling om debiteuren een nieuw perspectief voor de toekomst te geven, rechtssociologen onderzochten de totstandkoming van deze wet en de effecten ervan: de sociale werking van het recht. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat de minnelijke schuldhulpverlening niet werd ondersteund, terwijl dat wel de bedoeling van de wet was. Tevens zal aandacht worden besteed aan de gevolgen van commercialisering voor de juridische beroepen. Competenties Kwaliteitszorg toepassen en bewaken. Zichzelf ontwikkelen in het beroep. Professioneel samenwerken. Leerdoelen U verwerft inzicht in de samenhang tussen recht en samenleving. U verwerft inzicht in de totstandkoming van de WSNP en de sociale werking ervan. U verwerft inzicht in de maatschappelijke en juridische reactie op schulden. U verwerft inzicht in de problemen die zich voordoen in de juridische professies als gevolg van de commercialisering. HUURRECHT GDW Korte inleiding Dit studieonderdeel heeft betrekking op het huurrecht, waarbij uitgebreid ingegaan wordt op de regelgeving en rechtspraak met betrekking tot huur van woonruimte, (middenstands)bedrijfsruimte en overige bedrijfsruimte. Diverse onderwerpen komen aan bod, waaronder: kwalificatie huurovereenkomst, verplichtingen verhuurder, rechten en plichten huurder, nakoming, ontbinding en ontruiming, positie medehuurders en onderhuurders en huur- en termijnbescherming. Het huurrecht vormt een belangrijk onderdeel van de (gerechtsdeurwaarders)praktijk, zodat kennis van het theoretisch fundament daarvan noodzakelijk is. Daarnaast worden de actuele (huurrecht) thema’s uit de (gerechtsdeurwaarders)praktijk uitgebreid behandeld. Competenties Juridisch rechercheren en analyseren. Adviseren. Procederen. Leerdoelen U kunt bij een aangeboden casus op het gebied van huurrecht het antwoord op de casusvraag/casusvragen formuleren op basis van een analyse van de zelf geselecteerde relevante privaatrechtelijke rechtsregels. U kunt de privaatrechtelijke rechtsregels herkennen en beschrijven. U kunt bovengenoemde privaatrechtelijke rechtsregels koppelen aan de relevante feiten uit de casus. U kunt aan de hand van de hiervoor genoemde koppeling een gemotiveerde en helder geformuleerde conclusie trekken. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


2.2

Cursus inhoud

RECHTSSOCIOLOGIE GDW Onderwerpen: Empirisch onderzoek naar recht en samenleving. Schulden in de samenleving. Onderzoek WSNP. Commercialisering en de juridische beroepen.

HUURRECHT GDW Onderwerpen: Wanneer is er sprake van een huurovereenkomst. De totstandkoming van de huurovereenkomst. Verplichtingen van huurder en verhuurder. Huur van woonruimte. Huurprijs van woonruimte. Het eindigen van de huurovereenkomst. Ontruiming en ontbinding. Positie van medehuurder en onderhuurder. Huur van bedrijfsruimte. Termijnbescherming. Huurprijsbescherming. Gedwongen ontruiming. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : Wettenbundel 2015/2016 Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving of Kluwer Collegebundel) of ars aequi Diversen (verplicht) : Studiewijzer en reader via SharePoint 2.5

Workload


Opmerkingen

Taalvaardigheid In deze cursus wordt het werkstuk op inhoud en op taalvaardigheid beoordeeld. 2.7

URL cursussite




Titel

Schr. Communicatie & Gespreksvoering GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-140-11

1.2 Cursusnaam

Schriftelijke Communicatie & Training Gespreksvoering GDW


Written & Oral Communication Skills

1.4 Aantal EC's

5 European Credits


D (propedeuse)




Nee


TE Sikkema (tel. 0884819944) ([email protected])

1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Frequentie



verplicht

1 maal per week

840 minuten


Training Gespreksvoering

verplicht

1 maal per blok

450 minuten


Training Gespreksvoering

verplicht

1 maal per blok

450 minuten


Werkvorm


HC Schriftelijke communicatie


Toetsvorm



Verslag Gespreksvoering


5,5

40

3

bij aanvangsblok 2: 1. blok 3 2. blok 4 3. blok 5

Groot werkstuk Schr. Communicati


5,5

60

2





Cursus doel

TRAINING GESPREKSVOERING GDW Als gerechtsdeurwaarder spreekt u elke dag verschillende mensen met verschillende problemen en verschillende vragen. Om uw taak goed te doen moet u als eerste een helder beeld krijgen wat er aan de hand is. Pas wanneer u de situatie goed kent, kunt u van dienst zijn. Daarnaast zult u regelmatig te maken hebben met emotionele gesprekspartners (bijvoorbeeld boze debiteuren). U leert in de training hoe u daar op een goede en effectieve manier mee om kan gaan. Voort leert u hoe een slechtnieuwsgesprek voert. Natuurlijk wilt u de informatie in kort tijdsbestek vergaren. Daarom is het belangrijk om de regie in het gesprek te blijven voeren en eventueel feedback te geven. Die vaardigheden komen dan ook expliciet aan bod. We gebruiken uw eigen praktijksituaties en situaties uit de juridische cursussen. Zo ervaart u direct de link tussen kennis en vaardigheden. Competentie Communiceren. Leerdoelen Hoofddoel: U kunt in uw dagelijks werk op effectieve wijze een gesprek voeren, en daarop reflecteren. Daarvoor is nodig: U kunt de informatie, zoals genoemd in het boek ‘Gespreksvoering in de juridische praktijk’ van Van den Doel ea. inzetten in uw dagelijkse werk, en in uw eigen woorden uitleggen hoe u dat heeft aangepakt en wat het effect daarvan was. U weet hoe u effectief omgaat met emotionele gesprekspartners. U kent de fasen van een slechtnieuwsgesprek en kunt deze toepassen. U kunt op een effectieve manier feedback geven en ontvangen. SCHRIFTELIJKE COMMUNICATIE GDW Korte inleiding In de cursus Schriftelijke Communicatie leert u hoe u effectief - juridische - teksten leest en schrijft en welke middelen u kunt toepassen om toegankelijk te formuleren voor een juridisch én een niet-juridisch geschoolde lezer. U leert dat door tijdens de cursus een portfolio van zelf geschreven beroepsopdrachten op te stellen. De hbo-jurist is in staat effectief te communiceren. Dat wil zeggen dat u mondeling, schriftelijk en in gebaar, uw bedoeling, standpunt of boodschap aan alle in de beroepsuitoefening betrokken personen, zó kenbaar maakt dat u bij elke doelgroep uw doel bereikt. De betrokkenen kunnen cliënten, burgers, juristen of anderen zijn. Doelgericht schrijven betekent ook dat u correct schrijft. In uw teksten hebt u de structuur, stijl en formulering afgestemd op de lezer. U leert hoe u een - juridisch standpunt helder en overtuigend onderbouwt met argumenten en feiten. Competentie Communiceren. Leerdoelen U schrijft teksten die voldoen aan de criteria voor effectieve, zakelijke communicatie. Dit betekent dat u de tekst begrijpelijk, passend en correct formuleert. U beschrijft het doel, de doelgroep en de context van teksten. U selecteert de juiste inhoud. U onderbouwt uw standpunt met overtuigende, relevante argumenten. U structureert de tekst goed. 2.2

Cursus inhoud

TRAINING GESPREKSVOERING GDW Onderwerpen: © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


-

Actief luisteren. Diverse vraagtechnieken. Non-verbale communicatie in gesprekken. Regulerende vaardigheden. Helder formuleren. Feedback geven. Omgaan met weerstand.

SCHRIFTELIJKE COMMUNICATIE GDW Onderwerpen: Anticiperen op doel en doelgroep. Bewust zijn van effect van schriftelijke communicatie Effectief schrijven voor juristen en niet-juristen Stijl, vormgeving en structuur wordt uw gereedschap om uw tekstkwaliteit mee te verhogen. Toetsing Portfolio dat bestaat uit: twee reflectie-opdrachten. vier zelf geschreven opdrachtenberoepsproducten. eerste versie van de beroepsprocucten. De beoordeling bestaat uit een cijfer op basis van één van de gemaakte beroepsproducten. Het portfolio moet dan wel compleet en conform de opdrachtomschrijving zijn. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : Training gespreksvoering: V.N.M. van den Doel e.a. (red.), Gespreksvoering in de juridische praktijk, tweede herziene druk. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Studiewijzer (digitaal beschikbaar). Boek (verplicht) : Van Dijk (red),Schrijven voor juristen Groningen/Houten: Noordhoff uitgevers 1e of 2de druk Diversen (verplicht) : Reader formuleren (digitaal beschikbaar) Diversen (aanbevolen) : Wegwijzer en Reader via SharePoint 2.5

Workload


Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Staats-&Bestuursrecht/Europees Recht GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-123-09

1.2

Cursusnaam

Staats- en Bestuursrecht/Europees Recht GDW

1.3


Constitutional & Administrative Law/European Law

1.4

Aantal EC's

5 European Credits

1.5

Studiefase/niveau

D (propedeuse)

1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon

M Obers (tel. 0618972578) ([email protected])

1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen: Totale In welke blokken wordt contacttijd de werkvorm in minuten per aangeboden? blok

Werkvorm


Frequentie

Hoor- en Werkcollege

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Practicum

verplicht

7 maal per blok

420 minuten



Toetsen:

Aantal keren Weging dat een In welke blokken Minimum (afgerond toets wordt wordt Toetsvorm Resultaatschaal cijfer op hele aangeboden de toets procenten) in een aangeboden? collegejaar Mc en open vragen



5,5

100

2




Cursus doel

Korte inleiding In het Nederlandse staatsrecht is terug te vinden dat we een democratische rechtsstaat zijn, een parlementaire democratie en een gedecentraliseerde eenheidsstaat. In het bestuursrecht is geregeld hoe het bestuur haar bestuurstaken moet uitvoeren en welke rechtsbescherming daartegen kan worden ingezet. In deze cursus komen beiden aan bod. Omdat het bestuursrecht steeds meer beïnvloed wordt door 'Europa', komt ook het Europees recht in deze cursus aan de orde. Er wordt zoveel mogelijk toepassingsgericht aan de leerdoelen gewerkt. De praktische toepasbaarheid staat immers op het HBO centraal. Aan de orde komen dus in ieder geval de kenmerken van de rechtsstaat en de werking van die beginselen; de Nederlandse staatsinrichting; mogelijkheden om Nederlanderschap te verkrijgen en de bijbehorende rechten kunnen uitoefenen; de totstandkoming van wet en regelgeving, zowel centraal als decentraal; het verkrijgen van regelgevende- en bestuursbevoegdheid; de systematiek van de Awb en haar belangrijkste termen; Awb-besluiten en de regels die daarop van toepassing zijn uit hoofdstuk 1 tot en met 4; de rechtsbeschermingsbepalingen uit hoofdstuk 6 tot en met 8 van de Awb; de samenhang tussen bijzondere bestuurswetten en de Algemene wet bestuursrecht; de Verdragen die Nederland binden en vooral ook de Europese instituties. Behalve het kennen van regels en het kunnen toepassen ervan kunt u verder helder en onderbouwd eenvoudige regels opstellen danwel deze wijzigen. Competenties: - Juridisch analyseren. - Adviseren. - Beslissen. - Reguleren. Leerdoelen: Het kennen van basisregels van staatsinrichting. Het helder en onderbouwd kunnen toepassen van rechtsregels vooral op het gebied van het praktischer georiënteerde bestuursrecht, op eenvoudige casussen zoals dat gebeuren moet in de juridische adviespraktijk en bij bestuursorganen die besluiten nemen. 2.2

Cursus inhoud

Onderwerpen: aan de orde komen de rechtsstatelijke beginselen: de machtenscheiding, legaliteit, grondrechten en democratie; De inrichting en organisatie van het Nederlandse Koninkrijk en het land Nederland en de werking ervan; Rol van de Koning en ministeriële verantwoordelijkheid; Rechtmatig verblijf in Nederland en verkrijging van Nederlanderschap; Totstandkoming van wet en regelgeving ook op decentraal niveau; Decentralisatie en legaliteit in regelgeving en bestuur; Samenspel bijzonder en algemeen bestuursrecht; Bestuursorganen in verschillende vormen en Awb-besluiten in verschillende vormen en van toepassing zijnde regels; Belanghebbendebegrip en beginselen behoorlijk bestuur; Hoofdlijnen bestuursprocesrecht d.w.z. termijnen, bezwaar, beroep en hoger beroep en toetsing; De invloed van Europa met haar instituties en beginselen en internationale mensenrechtenverdragen. Wetten die we behandelen zijn de Grondwet, Provinciewet, Gemeentewet, Waterschapswet, Kieswet, Rijkswet Nederlanderschap en Algemene wet Gelijke behandeling, Algemene wet bestuursrecht, Wet Raad van State, Beroepswet, Verdrag betreffende de Europese Unie, Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, Handvest van de Verenigde Naties, Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Na een gedegen voorbereiding wordt de contacttijd benut voor verdieping en toepassing van de kennis. De toetsing bestaat uit een tentamen met mc-vragen en open vragen en tijdens de cursus kunnen door het tijdig inleveren van opdrachten bonuspunten worden gehaald.

2.3

Ingangseisen





Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : Recht in je opleiding: Bestuursrecht. mr. G.W. de Ruiter, Boom. (bestel altijd de laatste druk). Boek (verplicht) : Praktisch staatsrecht, mr. Y.M. Visscher, Noordhoff Uitgevers. (bestel altijd de laatste druk). Boek (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 (bijvoorbeeld Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving of Kluwer Collegebundel) Diversen (verplicht) : Studiewijzer en materiaal met huiswerk op HUbl of SharePoint. 2.5

Workload


Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Stage en Stage-onderwijs GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-424-13

1.2

Cursusnaam

Stage en Stage-onderwijs GDW

1.3


Internship and Internship - Learning

1.4

Aantal EC's

45 European Credits

1.5

Studiefase/niveau


1.6



1.7


Nee

1.8


1.9

Contactpersoon


1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen:


Werkvorm



Ambtshandelingen

niet verplicht

0 maal per blok

0 minuten


Ethiek in de Praktijk

verplicht

1 maal per blok

120 minuten


Exoten E&B

verplicht

1 maal per blok

180 minuten


Internationalisering

verplicht

1 maal per blok

120 minuten


Intervisie

verplicht

1 maal per blok

120 minuten


Juridische Stagebegeleiding

verplicht

1 maal per blok

120 minuten


LCO en Stageverslag

niet verplicht

0 maal per blok

0 minuten


Training Conflicthantering

verplicht

1 maal per blok

450 minuten


Beoordeling stage

niet verplicht

0 maal per blok

0 minuten


Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 1241

1.12

Toetsen: Toetsvorm

Resultaatschaal Minimum


Weging

Aantal

In welke blokken


cijfer

(afgerond keren dat wordt op hele een de toets procenten) toets wordt aangeboden? aangeboden in een collegejaar

Verslag Ambthandelingen


5,5

45

2


Verslag Beoordeling


5,5

45

2


Verslag Ethiek in de Praktijk


5,5

1

2


Deelname Exoten E&B


5,5

1

2


Deelname Internationalisering


5,5

1

2


Verslag Intervisie


5,5

2

2


Verslag Juridische Stagebegeleiding


5,5

2

2


Verslag LCO en Stageverslag


5,5

1

2


Verslag Training Conflicthantering


5,5

2

1

bij aanvangsblok JAAR: 1. blok JAAR


Cursus doel

STAGE GDW Korte inleiding De stage is een belangrijk onderdeel van de afstudeerrichting tot kandidaatgerechtsdeurwaarder. De stage volgt op de praktijkervaring die u al tijdens de eerste studiejaren opdoet tijdens het werk. Voorafgaand aan de stage wordt u (tijdelijk) toegevoegd als kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Hierdoor kunt u de voor de deurwaarderspraktijk specifieke ambtshandelingen verrichten die u voorheen niet mocht verrichten. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Betekenen. Redigeren van exploten. Executeren. Rechercheren. Incasseren. Boekhouden. Procederen. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


-

Communiceren. Adviseren. Onderhandelen. Ondernemen. Leidinggeven. Acquireren. Bedrijfsvoering. Kwaliteitszorg toepassen en bewaken. Professioneel samenwerken. Zichzelf ontwikkelen in beroep. Een bijdrage leveren aan ontwikkeling beroep.

Leerdoelen U verkrijgt inzicht in het reilen en zeilen van een gerechtsdeurwaarderspraktijk. U bent in staat om hetgeen u in theorie hebt geleerd in de deurwaarderspraktijk toe te passen. U bent geschikt voor de uitoefening van het beroep van kandidaatgerechtsdeurwaarder en in staat om zelfstandig de werkzaamheden van een kandidaat-gerechtsdeurwaarder uit te voeren.

LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING GDW Korte inleiding Binnen vier jaar wordt u opgeleid tot een competente (beginnende) kandidaatgerechtsdeurwaarder. De opleiding en het werkveld hebben daarvoor een competentieprofiel opgesteld. Doel van de opleiding is dat u gaandeweg al deze competenties onder de knie krijgt. Loopbaan- en competentieontwikkeling ondersteunt deze competentieontwikkeling. Met opdrachten toont u aan wat u heeft geleerd in de praktijk. Daarnaast stimuleren zij u om gericht te kijken naar het werkveld: wat houdt het beroep precies in? Wat zijn de diverse ambtshandelingen? En: hoe verhoudt u zich daartoe? Wat zijn uw persoonlijke waarden en normen op specifieke beroepsgerelateerde gebieden? Doel is dat u na afloop helder beeld heeft van het beroep en uw eigen kwaliteiten en valkuilen daarbinnen. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Betekenen. Redigeren van exploten. Executeren. Rechercheren. Incasseren. Boekhouden. Procederen. Communiceren. Adviseren. Onderhandelen. Ondernemen. Leidinggeven. Acquireren. Bedrijfsvoering. Kwaliteitszorg toepassen en bewaken. Professioneel samenwerken. Zichzelf ontwikkelen in beroep. Een bijdrage leveren aan ontwikkeling beroep. Leerdoelen U kunt reflecteren op uw competentieontwikkeling. U weet wat het vak inhoudt. U begrijpt wat het beroep van u vraagt. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


-

U heeft zicht op uw motivatie voor de functie van kandidaat-gerechtsdeurwaarder.

TRAINING CONFLICTHANTERING GDW Korte inleiding Oplopende emoties, intimidatie en agressie, als gerechtsdeurwaarder loopt u een reëel risico hiermee geconfronteerd te worden. Dat merkt u misschien al tijdens uw stage. Het is belangrijk dat u vanaf het eerste moment weet hoe u om kunt gaan met (potentieel) gevaarlijke situaties en hoe u de regie over het gesprek kunt blijven voeren. Tijdens deze training verdiept u uw gespreksvaardigheden. U leert verschillende soorten agressie te herkennen en ontdekt hoe u de ander kalmeert en hoe u veilig plus professioneel blijft functioneren. Hierbij maken we gebruik van situaties uit uw praktijk. Competenties Communiceren. Adviseren. Onderhandelen. Professioneel samenwerken. Zichzelf ontwikkelen in het beroep. Leerdoelen Hoofddoel: U kunt in conflictsituaties op effectieve wijze reageren, en reflecteren op uw eigen gedrag, op basis van de aangeboden literatuur. Daarvoor is nodig; U kent en herkent de drie soorten agressie, zoals genoemd in het boek ‘Agressiebeheersing’ van Klaasen. U reageert op effectieve wijze op de drie soorten agressie. U heeft inzicht in uw persoonlijke voorkeursstijl van conflicthantering (op basis van de Thomas Kilmanntest) en zet uw voorkeursstijl en andere stijlen in uw dagelijkse werkzaamheden. U reflecteert op uw ideeën en ervaringen aangaande agressie in uw functie van gerechtsdeurwaarder.

JURIDISCHE STAGEBEGELEIDING GDW Korte inleiding Tijdens de stage loopt u tegen juridische problemen of bijzonderheden aan. Deze brengt u in deze cursus in. De ingebrachte casuïstiek bespreekt u met de docent en de andere stagiair(e)s. Al doende verwerft en verdiept u kennis en vaardigheden die bijdragen aan de ontwikkeling van de juridische competenties die u zich eigen moet maken gedurende uw stagejaar. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Betekenen. Redigeren van exploten. Executeren. Incasseren. Adviseren. Leerdoelen U kunt juridische problemen onderkennen en onder woorden brengen. U kunt de relevante regelgeving en eventuele jurisprudentie vinden. U kunt beargumenteerde oplossingen vinden voor de, ook door anderen, ingebrachte problematiek. U kunt de oplossingen mondeling en schriftelijk verdedigen.



INTERVISIE GDW Korte inleiding U doet tijdens de stage allerlei ervaringen op, leuke en minder leuke, en kan tegen problemen van uiteenlopende aard aanlopen. U kunt in situaties terechtkomen die niet altijd even soepel verlopen. Deze ervaringen en problemen brengt u in deze cursus in. Het gaat hierbij om nietjuridische problematiek. Competenties Zichzelf ontwikkelen in beroep. Een bijdrage leveren aan ontwikkeling van beroep. Leerdoel U krijgt inzicht in de mogelijke benaderingswijzen in uiteenlopende praktijksituaties.

INTERNATIONALISERING GDW Korte inleiding In deze cursus wordt een kijkje over de grens genomen. Hoe is een (vergelijkbare) functie als gerechtsdeurwaarder aldaar geregeld? Kunnen we daar ook voor Nederland nog wat van leren? Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Zichzelf ontwikkelen in beroep. Leerdoel U kunt de taken en de positie van de Nederlandse gerechtsdeurwaarder in een meer internationaal rechtsvergelijkend verband plaatsen. Door rechtsvergelijking kunt u vanuit een andere invalshoek kijken naar het Nederlandse systeem, wat nieuwe gezichtspunten oplevert.

EXOTEN EXECUTIE- EN BESLAGRECHT GDW Korte inleiding Niet alle deelterreinen van het executie- en beslagrecht komen in de praktijk even vaak voor; denk bijvoorbeeld aan het beslag op luchtvaartuigen en wissel- en checkrecht. Toch is het belangrijk om ook over die meer “exotische” deelterreinen kennis te verkrijgen. Competenties Betekenen. Redigeren van exploten. Executeren. Incasseren. Zichzelf ontwikkelen in beroep. Leerdoel U krijgt inzicht in een aantal bijzondere, nog niet behandelde onderwerpen op het terrein van het executie- en beslagrecht.

ETHIEK IN DE PRAKTIJK GDW Korte inleiding In de hectiek van alledag zal de gerechtsdeurwaarder in de praktijk worden geconfronteerd met tal van ethische dilemma’s. Hoe daarmee om te gaan? Wat is de relevante regelgeving? Wat © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


zijn de kaders wat betreft het tuchtrecht? De cursus bouwt voort op het basis vak ethiek. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren, formuleren. Betekenen. Executeren. Communiceren. Adviseren. Kwaliteitszorg toepassen en bewaken. Professioneel samenwerken. Zichzelf ontwikkelen in beroep. Een bijdrage leveren aan ontwikkeling van beroep. Leerdoelen U krijgt inzicht in en leert om te gaan met ethische beroepsdilemma’s. U kent de relevante regelgeving. U kent de kaders wat betreft het tuchtrecht. 2.2

Cursus inhoud

STAGE GDW Inhoud U dient tijdens de stage verschillende soorten ambtshandelingen en andere werkzaamheden te verrichten. Voordat u aan de stage begint krijgt u een lijst met door u te verrichten ambtshandelingen en andere werkzaamheden waarbij per handeling/werkzaamheid vermeld staat welk aantal er in het stagejaar verricht moet worden. De stage hangt nauw samen met de Intervisie, de Juridische stagebegeleiding, Ethiek in de praktijk en de training Conflicthantering. Onderwijsvorm Het opdoen van praktijkervaring (stage van 40 EC waarin een groot aantal voorgeschreven ambtshandelingen dienen te worden verricht) onder begeleiding van een deurwaarder en het schrijven van verslagen. Toetsing Getoetst wordt op basis van de wijze waarop u het stagejaar volbrengt. Hiervan brengt de stagebegeleider van de stageverlenende organisatie schriftelijk verslag uit. U maakt zelf tussentijdse verslagen en een eindverslag van de stage. Aan de hand van het verslag van de stageverlener en uw eigen verslagen geeft de opleiding een oordeel dat in een voldoende of onvoldoende wordt uitgedrukt.

TRAINING CONFLICTHANTERING GDW Inhoud - Kenmerken van verschillende soorten agressie. - Oefenen met behulp van praktijksituaties - Conflicthanteringstijlen op basis van Thomas Kilmanntest - Uitwisseling medestudenten gericht op conflicten en agressie.

JURIDISCHE STAGEBEGELEIDING GDW Inhoud In deze cursus gaat het om de praktijkproblemen en ervaringen van juridische aard, waarmee u tijdens de stage wordt geconfronteerd. De te bespreken onderwerpen zijn afhankelijk van de © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


inbreng van de stagiair(e)s.

INTERVISIE GDW Inhoud In deze cursus gaat het om de praktijkproblemen en -ervaringen van niet-juridische aard, waarmee u tijdens de stage wordt geconfronteerd. De ingebrachte casuïstiek bespreekt u in een klein groepje met de stagedocent en andere stagiair(e)s. De te bespreken onderwerpen zijn afhankelijk van uw inbreng en die van uw medestagiair(e)s. Eventueel kan de docent een casus inbrengen.

INTERNATIONALISERING GDW Inhoud De taken en de positie van de Nederlandse gerechtsdeurwaarder worden in een meer internationaalrechtsvergelijkend verband geplaatst. Buitenlandse rechtssystemen worden met het Nederlandse rechtssysteem vergeleken.

EXOTEN EXECUTIE EN BESLAGRECHT GDW Inhoud -

Luchtvaartuigenbeslag; Wissel- en checkrecht; Strafvorderlijke beslagen; Evt. nader te bepalen onderwerpen; Evt. actualiteiten.

ETHIEK IN DE PRAKTIJK GDW Inhoud Ethische dilemma’s in de praktijk, op kantoor en aan de deur. Relevante regelgeving. Tuchtrecht.

2.3

Ingangseisen

Ingangseisen Om op stage te kunnen moet u alle studiepunten uit de jaren 1 t/m 3 hebben behaald. 2.4


Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : J.A Raukema, Lexplicatie Gerechtsdeurwaarderswet, Deventer: Kluwer 2011 C.L.Hoogewerf, E.M. Oudejans & W. Riphagen, Zoeken in juridische databanken, Amsterdam: Boom Juridische uitgevers, nieuwste druk Boek (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 (bijvoorbeeld Sdu Verzameling Nederlandse © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Wetgeving of Kluwer Collegebundel). Diversen (aanbevolen) : Aangeboden literatuur via Sharepoint Boek (aanbevolen) : Agressiebeheersing van A. Klaassen. Kluwer. Laatste druk (of in overleg eerdere druk) Literatuur De stagemap die aan het begin van de stageperiode beschikbaar is voor aankomend stagiairs en de begeleidend gerechtsdeurwaarder bevat nadere informatie over de vereisten om met goed gevolg de stage te volbrengen. 2.5

Workload


Opmerkingen

JURIDISCHE STAGEBEGELEIDING GDW, INTERVISIE GDW, ETHIEK IN DE PRAKTIJK GDW: Toetsing Om de EC voor dit onderdeel te behalen is aanwezigheid vereist, evenals het inleveren van casuïstiek voor elke bijeenkomst en actieve deelname aan dit onderdeel. 2.7

URL cursussite




Titel

Stage GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

ADR-GDW-423-12

1.2

Cursusnaam

Stage GDW

1.3


Traineeship bailiff

1.4

Aantal EC's

40 European Credits

1.5

Studiefase/niveau


1.6



1.7


Ja

1.8


1.9

Contactpersoon


1.10

Voertaal

Nederlands

1.11

Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie

Stage

niet verplicht

0 maal per blok

Totale contacttijd In welke blokken wordt in minuten per de werkvorm blok aangeboden? 0 minuten



Toetsen:

Toetsvorm



Verslag Ambtshandelingen


5,5

50

2


Verslag Beoordeling


5,5

50

2





Cursus doel

Leerdoelen U verkrijgt inzicht in het reilen en zeilen van een gerechtsdeurwaarderspraktijk. U bent in staat om hetgeen u in theorie hebt geleerd in de deurwaarderspraktijk toe te passen. U bent geschikt voor de uitoefening van het beroep van kandidaatgerechtsdeurwaarder en in staat om zelfstandig de werkzaamheden van een kandidaat-gerechtsdeurwaarder uit te voeren. 2.2

Cursus inhoud

Korte inleiding De stage is een belangrijk onderdeel van de afstudeerrichting tot kandidaatgerechtsdeurwaarder. De stage volgt op de praktijkervaring die u al tijdens de eerste studiejaren opdoet tijdens het werk. Voorafgaand aan de stage wordt u (tijdelijk) toegevoegd als kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Hierdoor kunt u de voor de deurwaarderspraktijk specifieke ambtshandelingen verrichten die u voorheen niet mocht verrichten. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Betekenen. Redigeren van exploten. Executeren. Rechercheren. Incasseren. Boekhouden. Procederen. Communiceren. Adviseren. Onderhandelen. Ondernemen. Leidinggeven. Acquireren. Bedrijfsvoering. Kwaliteitszorg toepassen en bewaken. Professioneel samenwerken. Zichzelf ontwikkelen in beroep. Een bijdrage leveren aan ontwikkeling beroep. Inhoud U dient tijdens de stage verschillende soorten ambtshandelingen en andere werkzaamheden te verrichten. Voordat u aan de stage begint krijgt u een lijst met door u te verrichten ambtshandelingen en andere werkzaamheden waarbij per handeling/werkzaamheid vermeld staat welk aantal er in het stagejaar verricht moet worden. De stage hangt nauw samen met de Intervisie, de Juridische stagebegeleiding, Ethiek in de praktijk en de training Conflicthantering. Toetsing Getoetst wordt op basis van de wijze waarop u het stagejaar volbrengt. Hiervan brengt de stagebegeleider van de stageverlenende organisatie schriftelijk verslag uit. U maakt zelf tussentijdse verslagen en een eindverslag van de stage. Aan de hand van het verslag van de stageverlener en uw eigen verslagen geeft de opleiding een oordeel dat in een voldoende of onvoldoende wordt uitgedrukt.

2.3

Ingangseisen

Ingangseisen Om op stage te kunnen moet u alle studiepunten uit de jaren 1 t/m 3 hebben behaald. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


2.4


Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Reader (verplicht) : Stagemap (digitaal op SharePoint; wordt ook aan het gerechtsdeurwaarderskantoor verstrekt) Literatuur De stagemap die aan het begin van de stageperiode beschikbaar is voor aankomend stagiairs en de begeleidend gerechtsdeurwaarder bevat nadere informatie over de vereisten om met goed gevolg de stage te volbrengen. Het kan raadzaam zijn om literatuur die tijdens de studie is bestudeerd als naslagwerk te gebruiken tijdens de praktijkuitoefening. Zo wordt een juiste koppeling tussen theorie en praktijk gerealiseerd, waardoor de te verrichten werkzaamheden zo goed mogelijk uitgevoerd kunnen worden. Tot slot staat er informatie in SharePoint. 2.5

Workload


Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Verbintenissenrecht GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-134-14

1.2 Cursusnaam

Verbintenissenrecht GDW


Law Of Obligations

1.4 Aantal EC's

5 European Credits


D (propedeuse)




Ja



1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

niet verplicht

7 maal per blok

1260 minuten


Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 115 1.12 Toetsen: Aantal keren Weging dat een In welke blokken Minimum (afgerond toets wordt wordt Toetsvorm Resultaatschaal cijfer op hele aangeboden de toets procenten) in een aangeboden? collegejaar Klein Werkstuk


5,5

10

2


Open vragen


5,5

90

2





Cursus doel

Korte inleiding Deze cursus gaat over de totstandkoming van rechtsrelaties (verbintenissen) tussen deelnemers aan het rechtsverkeer (rechtssubjecten) onderling, de inhoud van die verbintenissen en het tenietgaan ervan. De gevolgen van niet-nakoming van bestaande verbintenissen maakt tevens deel uit van deze cursus. De hoofdbronnen van ontstane verbintenissen worden aan een systematisch onderzoek onderworpen. Hierbij is het belangrijk om de verbintenisrechtelijke juridische casus op een systematische wijze aan te pakken. Ook hier zal veel aandacht voor zijn. Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Procederen. Communiceren. Adviseren. Leerdoelen U kunt bij een aangeboden (eenvoudige) casus het antwoord op de c casusvraag/casusvragen formuleren op basis van een analyse van de zelf geselecteerde relevante rechtsregels op het gebied van het verbintenissenrecht. U kunt de verbintenisrechtelijke rechtsregels herkennen en beschrijven, op het gebied van: - de verbintenis - de rechtshandeling - de overeenkomst - de gevolgen en inhoud van de overeenkomst, voor partijen en derden - handelingsonbekwaamheid - wilsgebreken - strijd met de goede zeden, openbare orde en wet - nakoming - niet-nakoming - (toerekenbare) tekortkoming - ontbinding - onrechtmatige daad. - zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking - schadevergoeding. U kunt bovengenoemde verbintenisrechtelijke rechtsregels koppelen aan de relevante feiten uit de casus. U kunt aan de hand van voornoemde koppeling een gemotiveerde en helder geformuleerde conclusie trekken. 2.2

Cursus inhoud

Onderwerpen: de verbintenis; de rechtshandeling; de overeenkomst, gevolgen en inhoud van de overeenkomst voor partijen en derden; handelingsonbekwaamheid; wilsgebreken; strijd met goede zeden, openbare orde, wet; nakoming; niet-nakoming; (toerekenbare) tekortkoming; ontbinding; onrechtmatige daad; zaakwaarneming; onverschuldigde betaling; ongerechtvaardigde verrijking; schadevergoeding. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : Inleiding Privaatrecht Cursusdeel 2, Verbintenissenrecht, Open Universiteit: uitsluitend te koop bij de Onderwijsbalie FMR. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Boek (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 (bijvoorbeeld Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving of de Kluwer Collegebundel). Diversen (verplicht) : Studiewijzer (digitaal beschikbaar). 2.5

Workload


Opmerkingen

Taalvaardigheid De schriftelijke eindopdracht wordt ook op taalvaardigheid beoordeeld. Compensatieregeling Wie voldoet aan de voorwaarden van de compensatieregeling ("tentamenvervangingsvraagregeling") verdient daarmee maximaal 10 (van de 100) punten en behoeft de laatste tentamenvraag ter waarde van 10 punten niet te maken. Deze regeling is te vinden in de studiewijzer. 2.7

URL cursussite




Titel

Verdieping Goederenrecht GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-228-10

1.2 Cursusnaam

Verdieping Goederenrecht GDW


In-Depth Learning: Property Law

1.4 Aantal EC's

5 European Credits






Ja



1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie


Werkcollege 1

niet verplicht

7 maal per blok

1050 minuten




Open vragen



5,5

100





Cursus doel

Korte inleiding In dit studieonderdeel zal nader op de stof van de cursus Goederenrecht uit het eerste jaar worden ingegaan. De regeling van het goederenrecht in het BW wordt nader uiteengezet door o.a. verder in te gaan op bezit en houderschap, eigendom en beperkte rechten, het verschil tussen roerende en onroerende zaken, natrekking, zaaksvorming, retentierecht en verhaalsuitoefening door schuldeisers. Competenties Procederen. Adviseren. Executeren. Leerdoelen U kunt (complexe) goederenrechtelijke casusposities oplossen waarbij de verworven kennis wordt toegepast. U verkrijgt een diepere kennis van het goederenrecht en wel zodanig dat u in staat bent om zelfstandig rechtsverhoudingen te benoemen en te analyseren, feitelijke verhoudingen te juridiseren en met de verworven kennis in de deurwaarderspraktijk op een goed niveau te kunnen functioneren, met name ten behoeve van de executie- en beslagpraktijk. 2.2

Cursus inhoud

Onderwerpen: Het begrip “goederen”. Vermogensactiva als verhaalsobject voor schuldeisers. Natrekking, zaaksvorming, vermenging. Bezit en houderschap. Verkrijging van goederen. Levering bij voorbaat. Derdenbescherming. Verhaalsuitoefening door schuldeisers. Zekerheidsrechten. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : W.H.M. Reehuis e.a., Pitlo. Het Nederlands burgerlijk recht. Deel 3. Goederenrecht. Deventer: Kluwer 2012 Boek (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 (bijvoorbeeld Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving of Kluwer Collegebundel). Boek (verplicht) : J.A Raukema, Lexplicatie Gerechtsdeurwaarderswet, Deventer: Kluwer 2011 (of nieuwe druk) Boek (verplicht) : C.L.Hoogewerf, E.M. Oudejans & W. Riphagen, Zoeken in juridische databanken, Amsterdam: Boom Juridische uitgevers 2012. (of nieuwe druk) Diversen (verplicht) : Studiewijzer (digitaal beschikbaar) 2.5

Workload




Opmerkingen


URL cursussite




Titel

Verdieping Verbintenissenrecht 1 GDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-232-14

1.2 Cursusnaam

Verdieping Verbintenissenrecht 1 GDW


In-Depth Learning: Law Of Obligations 1

1.4 Aantal EC's

5 European Credits






Ja



1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 123 1.12 Toetsen: Aantal keren Weging dat een In welke blokken Minimum (afgerond toets wordt wordt Toetsvorm Resultaatschaal cijfer op hele aangeboden de toets procenten) in een aangeboden? collegejaar Open vragen tentamen


5,5

90

2


Werkstuk


5,5

10

2





Cursus doel

Korte inleiding In dit studieonderdeel zal nader op de stof van de cursus Verbintenissenrecht uit het eerste jaar, en dan met name op het contractenrecht, worden ingegaan. Voorts wordt actuele jurisprudentie toegevoegd. Er wordt nader ingegaan op de verbintenis, de rechtshandeling en de overeenkomst en de nakoming met haar rechtsgevolgen en de niet-nakoming komen met name aan de orde. Competenties Procederen. Adviseren. Leerdoelen U kunt de in de leerstof voorkomende verbintenisrechtelijke begrippen beschrijven. U kunt bij een aangeboden casus het antwoord op de casusvraag/casusvragen formuleren op basis van een analyse van de zelf geselecteerde relevante rechtsregels op het gebied van het verbintenissenrecht (meer bijzonder het contractenrecht). U kunt de verbintenisrechtelijke rechtsregels herkennen en beschrijven, op het gebied van: de bronnen van de verbintenis; verbintenissen met meer dan twee partijen; rechtshandelingen; totstandkoming van overeenkomsten; vertegenwoordiging en volmacht; nietigheid en vernietigbaarheid; rechtsgevolgen van overeenkomsten ten aanzien van partijen en ten aanzien van derden; nakoming en rechtsvorderingen; niet-nakoming; gevolgen van overgang van vorderingen en schulden; schade en schadevergoeding. U kunt bovengenoemde verbintenisrechtelijke rechtsregels koppelen aan de relevante feiten uit de casus. U kunt aan de hand van voornoemde koppeling een gemotiveerde en helder geformuleerde conclusie trekken. 2.2

Cursus inhoud

Onderwerpen: De bronnen van de verbintenis; verbintenissen met meer dan twee partijen; rechtshandelingen; totstandkoming van overeenkomsten; vertegenwoordiging en volmacht; nietigheid en vernietigbaarheid; rechtsgevolgen van de overeenkomst ten aanzien van partijen en ten aanzien van derden; nakoming en rechtsvorderingen; niet-nakoming; gevolgen van overgang van vorderingen en schulden; schade en schadevergoeding. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Boek (verplicht) : C.J.H. Brunner en G.T. de Jong, Verbintenissenrecht algemeen (Studiereeks Burgerlijk recht, deel 4), Deventer: Kluwer 2014 Boek (verplicht) : J. Hijma e.a., Rechtshandeling en overeenkomst (Studiereeks Burgerlijk recht, deel 3), Deventer: Kluwer 2013. Boek (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


Diversen (verplicht) : Studiewijzer via SharePoint 2.5

Workload


Opmerkingen

Taalvaardigheid In deze cursus wordt het schriftelijk werkstuk op inhoud en op taalvaardigheid beoordeeld. 2.7

URL cursussite




Titel

VerdVerbintenissenrecht 2 &PrivacyrechtGDW

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2015-2016


ADR-GDW-233-11

1.2 Cursusnaam

Verdieping Verbintenissenrecht 2 & Privacyrecht GDW


In-Depth Learning: Law Of Obligations 2 & Privacy Law

1.4 Aantal EC's

5 European Credits






Ja



1.10 Voertaal

Nederlands

1.11 Werkvormen:

Werkvorm


Frequentie



WC Privacyrecht

niet verplicht

2 maal per blok

240 minuten


WC verd. verb. recht 2

niet verplicht

7 maal per blok

840 minuten



Toetsvorm



Tentamen Privacyrecht


5,5

40

2


Tentamen Verdieping Verbintenissenrecht 2


5,5

60

2





Cursus doel

PRIVACYRECHT GDW Korte inleiding Voor een (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder is het van essentieel belang om een goede kennis te hebben van het privacyrecht. Behandeld worden onder meer de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en relevante regelgeving als de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders en de Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming persoonsgegevens. Wat is wel en wat is niet toegestaan? Relevantie jurisprudentie wordt behandeld, waaronder ook tuchtrechtelijke uitspraken. Centraal staat de praktijk, hoe dient te worden omgegaan met persoonsgegevens? Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Executeren. Rechercheren. Procederen. Leerdoelen U verkrijgt kennis van het privacyrecht, meer bijzonder de Wet bescherming persoonsgegevens inclusief relevante (tuchtrechtelijke) jurisprudentie. U verkrijgt kennis van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders. U verkrijgt kennis van de Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming persoonsgegevens. U weet hoe in de praktijk dient te worden omgegaan met persoonsgegevens, met name ook hoe dient te worden omgegaan met een GBA-aanvraag.

VERDIEPING VERBINTENISSENRECHT 2 GDW Korte inleiding In dit studieonderdeel zal nader op de stof van de cursus Verbintenissenrecht uit het eerste jaar, en dan met name het aansprakelijkheidsrecht, worden ingegaan. Aan bod komen onder meer de verbintenissen uit de wet (met name de aansprakelijkheid uit hoofde van onrechtmatige daad) en schadevergoeding. Tevens zal actuele jurisprudentie worden toegevoegd. Voorts wordt aandacht besteed aan aspecten van verzekeringsrecht, gezien ook de raakvlakken met het aansprakelijkheidsrecht (denk aan de aansprakelijkheidsverzekering). Competenties Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. Procederen. Adviseren. Leerdoelen U kunt de in de leerstof voorkomende verbintenisrechtelijke begrippen beschrijven. U kunt bij een aangeboden casus het antwoord op de casusvraag/casusvragen formuleren op basis van een analyse van de zelf geselecteerde relevante rechtsregels op het gebied van het verbintenissenrecht (meer bijzonder het aansprakelijkheidsrecht). U kunt de verbintenisrechtelijke rechtsregels herkennen en beschrijven, op het gebied van: - de verbintenis uit de wet. - de aansprakelijkheid voor eigen gedrag op grond van art. 6:162 BW. - de aansprakelijkheid voor personen. - de aansprakelijkheid voor zaken en stoffen. - de aansprakelijkheid voor motorrijtuigen. - arbeidsongevallen en beroepsziekten. © Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015


2.2

- schadevergoedingsrecht. - zaakwaarneming,onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking. - de aansprakelijkheidsverzekering. U kunt bovengenoemde verbintenisrechtelijke rechtsregels koppelen aan de relevante feiten uit de casus. U kunt aan de hand van voornoemde koppeling een gemotiveerde en helder geformuleerde conclusie trekken. Cursus inhoud

PRIVACYRECHT GDW Onderwerpen: Algemene begrippen en uitgangspunten Wet bescherming persoonsgegevens. Relevante jurisprudentie, inclusief tuchtrechtelijke uitspraken Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders. Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming persoonsgegevens.

VERDIEPING VERBINTENISSENRECHT 2 GDW Onderwerpen: De verbintenis uit de wet. Aansprakelijkheid voor eigen gedrag op grond van art. 6:162 BW. Aansprakelijkheid voor personen. Aansprakelijkheid voor zaken en stoffen. Aansprakelijkheid voor motorrijtuigen. Arbeidsongevallen en beroepsziekten. Schadevergoedingsrecht. Zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking. De aansprakelijkheidsverzekering. 2.3

Ingangseisen



Kosten: (Actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop en op https://hu.xeroxwebwinkel.nl/) Materiaal: Diversen (verplicht) : Studiewijzer en Reader via Sharepoint Boek (verplicht) : J. Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding (Studiereeks Burgerlijk recht, deel 5), Deventer: Kluwer 2012 (of nieuwe druk, indien verschenen) Boek (verplicht) : Wettenbundel 2015-2016 (bijvoorbeeld Sdu Verzameling Nederlandse Wetgeving of Kluwer Collegebundel) 2.5

Workload


Opmerkingen


URL cursussite



Bijlage Cursusbeschrijvingen. Bacheloropleiding HBO-Rechten, afstudeerrichting kandidaat - Gerechtsdeurwaarder Deeltijd

Recommend Documents