Bijlage 5
Concept overeenkomst Uitvoeringsafspraken Verkeer en Vervoer Gemeente……. – Stadsregio 2004 tot en met 2007
De Partijen A. De gemeente ………, ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet, te dezen vertegenwoordigd door de burgemeester* B. De Stadsregio Rotterdam, ingevolge artikel 38 van de gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter van het Dagelijks Bestuur* (* bij besluit van B&W en DB kan de ondertekening van de convenanten opgedragen worden aan respectievelijk de wethouder en de portefeuillehouder verkeer en vervoer)
Overwegende -
dat het beleid zoals dat is neergelegd in het Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (RVVP) en het Uitvoeringsprogramma bij het RVVP het kader vormt voor het verstrekken van regionale bijdragen aan projecten en dat partijen over de realisatie van die projecten afspraken willen maken;
-
dat het maken van afspraken over de uitvoering van zowel kleine projecten, grote projecten als niet-infrastructurele maatregelen het mogelijk maakt om een samenhangend maatregelenpakket vast te stellen en dat meerjarige zekerheid over de beschikbaarheid van budgetten en het maken van afspraken over de besteding hiervan, het voor partijen mogelijk maakt een betere afstemming tussen beschikbare middelen en ambities te bereiken ;
Komen het volgende overeen Artikel 1: Duur en reikwijdte van het convenant 1. De uitvoeringsafspraken in dit convenant beslaan de periode 2004 tot en met 2007. 2. De afspraken kunnen betrekking hebben op kleine projecten (kosten lager dan € 10 miljoen), maar ook op de planvoorbereiding van en samenwerking bij grote projecten (kosten tussen € 10 miljoen en € 225 miljoen). Daarnaast zijn afspraken opgenomen over niet-infrastructurele maatregelen. 3. De afspraken in dit convenant over projecten en maatregelen die in 2004 tot subsidieaanvragen leiden, worden één op één overgenomen in het RIVV 2004 – 2008. 4. De afspraken in dit convenant zijn ook bepalend voor de samenstelling van de jaarschijf 2005 in het RIVV 2005 – 2009. De gemeente ………. kan voorstellen tot verschuivingen in het projectenprogramma doen binnen het voor 2005 beschikbare bedrag. 5. In de voorbereiding op het RIVV 2006 – 2010 zullen de afspraken in dit convenant worden geactualiseerd op basis van de dan bestaande inzichten in de budgettaire randvoorwaarden en de voortgang van projecten.
Artikel 2: Reservering van budgetten voor projecten waarvan de kosten lager zijn dan € 10 miljoen. 1. De stadsregio reserveert voor 2004 en 2005 respectievelijk € …….. en €………. als regionale bijdragen voor de in 2004 en 2005 door de gemeente ……… in te dienen subsidieaanvragen ten behoeve van de in bijlage 1 in die jaren geplande projecten. Deze reserveringen worden tevens vastgelegd in het door de regioraad vast te stellen RIVV 2004- 2008. 2. De gemeente ……. reserveert voor de in 2004 en 2005 in te dienen subsidieaanvragen betreffende de in bijlage 1 genoemde projecten respectievelijk € ……… en € ………. op diverse posten van de gemeentebegroting als eigen bijdrage voor de realisatie van die projecten. De eigen bijdrage voor de projecten gerelateerd aan de ontsluiting van de locatie kan ten laste van de betreffende grondexploitatie worden gebracht. 3. Partijen constateren dat voor de financiële dekking van de in 2006 en 2007 geplande projecten respectievelijk € …… als regionale bijdrage en € ….. als bijdrage van de gemeente …….. benodigd is. Vanwege de beperkte financiële middelen is in de meerjarenraming van het RIVV 2004 – 2008 voor de budgetjaren 2006 en 2007 door de stadsregio een bedrag van € 2.080.576 gereserveerd als regionale bijdrage aan de projecten van de gemeente ……... De gemeente ……….. zal voor de eigen bijdrage aan de projecten in 2006 en 2007 tevens een reservering treffen. Bij de actualisatie van de uitvoeringsafspraken in de voorbereiding op het RIVV 2006 – 2010 worden op basis van de dan bestaande inzichten in de budgettaire randvoorwaarden en de voortgang van projecten, de definitieve verplichtingenreserveringen voor de in deze jaren opgevoerde projecten vastgelegd.
Artikel 3: Realisatie van projecten waarvan de kosten lager zijn dan € 10 mln. 1. De categorie Fiets Het regionale fietsroutenetwerk is nog niet volledig gerealiseerd. Er zijn ontbrekende schakels en er zijn fietsvoorzieningen van slechte kwaliteit. De gemeente ……… zal twee projecten realiseren die de kwaliteit van de bestaande fietspaden van het regionale net verhogen. 2. De categorie Verkeersveiligheid Het verbeteren van de verkeersveiligheid volgt twee sporen: aanpakken van black spots en het
inrichten van de infrastructuur volgens de eisen van duurzaam veilig. Door de gemeente ……….. worden 2 black spots aangepakt. Op 50 km-wegen (gebiedsontsluitingswegen) gaat het om de realisatie van twee rotondes en twee projecten met fietsvoorzieningen. Naast de infrastructurele zal de gemeente …….. ook één nietinfrastructureel verkeersveiligheidsproject uitvoeren. Het gaat het om verkeersveiligheid rondom basisschool……….. 3. Weg Ter bestrijding van doorstromings- en leefbaarheidsproblemen op wegen van het (sub)regionale wegennet worden door gemeente ……….. een tweetal projecten uitgevoerd. Voor de…….weg en de ………….weg worden projecten opgevoerd waarbij via capaciteitsuitbreiding aan de regionale kwaliteitseisen betreffende de minimale gemiddelde rijsnelheid tegemoet wordt gekomen.
Artikel 4: Studies en niet-infrastructurele projecten Schoolproject “Samen Duurzaam Veilig op weg 1. Het Schoolproject “Samen Duurzaam Veilig op weg” is een pilot verkeersveiligheidsproject en bestaat uit het aanpassen of aanleggen van infrastructuur, verkeerseducatie en voorlichting. Bij een positieve beoordeling van deze pilot zal de gemeente……. het project in 2005 een vervolg geven. OWN Subregio ………. Op de subregionale wegen in de subregio ……. doen zich op diverse plekken doorstromingsproblemen voor. Het betreft hier onder andere de ………weg en de …….weg. De korte termijn maatregelen voor de ………weg zijn in beeld gebracht en opgevoerd in het programma kleine projecten van de gemeente ……….. Voor de lange termijn dienen de capaciteitsproblemen op netwerkniveau bestudeerd te worden. 2. De stadsregio neemt het initiatief om in 2004 in samenwerking met de betrokken wegbeheerders, waaronder de gemeente …….., een vervolgonderzoek te doen naar de toekomst van het .…plein. 3. De stadsregio neemt het initiatief om in 2004 in samenwerking met de wegbeheerders, waaronder de gemeente …….., een netwerkstudie te starten naar het onderliggend wegennet in de Subregio ……… met specifieke aandacht voor de functieverdeling tussen de ……weg en de ……weg en voor de capaciteit op de ……corridor. De gemeente ……… zal de benodigde kennis en kunde ter beschikking stellen. Busverbinding ……… Een busverbinding kan zorgen voor een verbetering van de ontsluiting van de gemeenten ……… en ……… richting knooppunt Zuidplein. Hiervoor zal echter eerst bepaald moeten worden of een dergelijke verbinding voldoende vervoerwaarde heeft om de aanleg van aparte busverbinding over de ……… te rechtvaardigen 4. De stadsregio zal het initiatief nemen tot een “quick scan” naar de vervoerswaarde van de busverbinding ………….. 5. Afhankelijk van de uitkomsten van de quick scan m.b.t. de busverbinding ……….., zal de nut en noodzaak van een fietsverbinding over de Rotte worden bezien.
Plan van aanpak bereikbaarheid De gemeente ……….. werkt aan een Plan van Aanpak Bereikbaarheid centrum. Dit Plan van aanpak kan afhankelijk van de verdere afronding van het plan en de bestuurlijke behandeling ingrijpende
veranderingen hebben voor het denken over verkeer en vervoersvraagstukken in de gemeente ……….. Voortvloeiend uit het Plan van Aanpak Bereikbaarheid zullen nieuwe projecten (zoals aanpassen …..weg) worden aangedragen. Zodra er meer duidelijkheid bestaat over deze projecten zal de gemeente ………. deze concretiseren en de benodigde investeringen nader specificeren. 6. Bij de actualisatie van de uitvoeringsafspraken in 2005 zal de gemeente …….. de projecten die voortvloeien uit het Plan van Aanpak Bereikbaarheid concretiseren. Knooppunt…….. De gemeente ……… werkt aan de studie Planvorming Knooppunt…….., waarin wordt bestudeerd wat er functioneel in dat gebied kan. Deze studie wordt verricht in samenspraak met de gemeente……. De scope is 2005-2010 en de ambitie is o.a. de verdubbeling van de P+R. De SR staat positief tegenover deze studie, waarbij de eindresultaten in samenhang moeten worden bekeken met de ambities ren aanzien van de knoop………... 7. De gemeente ……… verzorgt een Plan Knooppunt……. waarin o.a. onderzocht wordt of de P+Rcapaciteit kan worden uitgebreid.
Artikel 5: Fasering en financiering grote projecten (> € 10 Mln) Er zijn geen grote projecten waarvoor procesafspraken moeten worden vastgelegd tussen de stadsregio en de gemeente ………….
Artikel 6: Uitvoering van het convenant 1. Partijen zetten zich maximaal in om de per project of maatregel overeengekomen uitvoeringstermijnen tijdig te realiseren en de daarvoor benodigde procedures te doorlopen. 2. Indien gedurende de geldingsduur van dit convenant de omstandigheden zodanig wijzigen dat de afspraken in dit convenant niet kunnen worden nagekomen of dat het convenant niet in zijn huidige vorm kan worden gehandhaafd, treden partijen met elkaar in overleg.
Wethouder ……… van de gemeente …………..
S. Hulman Portefeuillehouder van de Stadsregio Rotterdam