Bijeenkomst werknemers Horeca Nijmegen 19 juni 2012, Plaats 1 Nijmegen 5 werknemers: Eva (medewerker bediening restaurant), Teun (barmedewerker klein café), Bram (medewerker bediening klein café), Jasper (bedrijfsleider in opleiding café) en Lennert (medewerker bediening café). De namen van de werknemers zijn gefingeerd. Voorstelronde In het kader van het onderzoek naar arbeidsveiligheid in de horeca worden naast ondernemers ook werknemers geïnterviewd. Doel van beide activiteiten is het verkrijgen van informatie over arbeidsveiligheid op de werkvloer. Iedereen stelt zich voor. De deelnemende horecamedewerkers zijn: •
•
•
•
•
Jasper (27 jaar) vertelt dat hij wordt opgeleid als bedrijfsleider bij een café op de markt in Nijmegen. Het hele bedrijf bestaat uit 3 cafés naast elkaar gelegen die allen hun eigen identiteit hebben. Hij stuurt in een café een aantal mensen aan en krijgt steeds meer verantwoordelijkheden. Hij zou op termijn bedrijfsleider kunnen worden. Hij werkt fulltime in de horeca na een aantal mislukte studieavonturen. Bram (25 jaar) is student en werkt als bijbaan in een klein café. Hij staat achter de bar maar is ook bezig met serveren en afrekenen. In zijn bedrijf (hetzelfde als Teun) is er geen strikte scheiding tussen keuken, bar en bediening. Hij kwam vaak in de zaak en heeft op een geven moment gesolliciteerd bij het bedrijf en is aangenomen. Teun (25 jaar) is 7e jaars student sociale geografie. Ook hij werkt als bijbaan bij het kleine bedrijf en staat meestal achter de bar. Hij werkt al een aantal jaren hier en heeft het naar zijn zin. Hij vindt vooral de kleine ruimte en intieme sfeer erg prettig. Ook de sfeer in het team waar mensen al jaren samenwerken ervaart hij als prettig. Eva (24 jaar) werkt fulltime in een restaurant na een studie communicatie. Ze denkt niet dat ze altijd in de horeca blijft werken maar vindt het voor dit moment prima. Naast haar taken in de bediening houdt zij zich bezig met de PR van het bedrijf, bijvoorbeeld op Facebook. Toch ziet zij in haar huidige baan op termijn te weinig uitdaging. Lennert (19 jaar) is tweedejaars student biologie en heeft een bijbaan bij het bedrijf waar Jasper bedrijfsleider wordt. Hij werkt in de bediening en is vaak verantwoordelijk voor een gedeelte van het terras (een wijk).
Programma Het programma voor deze bijeenkomst bestaat uit 2 delen. Deelnemers vertellen om te beginnen iets over hun eigen organisatie. We staan stil bij de organisatie en samenstelling van het bedrijf, de aansturing en werkcultuur en de (eventuele) gevolgen van de crisis. Het tweede gedeelte gaat over arbeidsveiligheid: veiligheidsrisico’s, veilig werken, verantwoordelijkheid en tips.
1
DEEL 1: Het bedrijf Organisatie Jasper vertelt dat het bedrijf bestaat uit 3 cafés naast elkaar. Er zit ook een fysieke verbinding tussen de bedrijven, maar de keukens, kassa etc. zijn allemaal apart. Er wordt per bedrijf ook gemikt op een iets andere doelgroep. Het café waar Jasper werkt is nog zoekende hoe ze nou het beste de markt kunnen bedienen. Bij het hele bedrijf werken ongeveer 100 mensen. Ze werken met ongeveer 50 tafels in het café dat georganiseerd is in wijken. Jasper vindt het leuk om in de horeca te werken vanwege het gastheerschap en het blij maken van mensen.
Bram en Teun werken allebei in hetzelfde café. Ze vertellen dat zij te maken hebben met 12 tafels binnen en 10 tafels buiten. Het bedrijf is klein en is gevestigd in een klein monumentaal pand grenzend aan de markt in Nijmegen. Ze vertellen dat de rolverdeling minder strikt is dan bijvoorbeeld in het bedrijf waar Jasper werkt. Meestal zijn er 3 of 4 mensen tegelijk aan het werk; 1 of 2 mensen in de keuken en 2 in de bediening. Vaak sluit iemand uit de keuken ‘s avonds nog aan bij het bedienend personeel. In het bedrijf ligt heel veel nadruk op service naar de klant. Er wordt veel geïnvesteerd in de productkennis van alle mensen.
Eva werkt bij een redelijk chique restaurant. Ze werkt hier in de bediening en vertelt dat er maximaal 65 couverts tegelijkertijd geserveerd kunnen worden. Bij een drukke dienst worden ook verschillende wijken aangewezen. Er zijn dan maximaal 6 mensen in de keuken aan het werk en 5 in de bediening. Men probeert zoveel mogelijk dezelfde mensen verantwoordelijk te maken voor één klant. Dus iemand die de bestelling opneemt, die eten en drinken wegbrengt en ook afrekent. Ze proberen hiermee de gast beleving te verhogen. Eva vindt het erg leuk om mensen een leuke avond te bezorgen en haalt hier veel voldoening uit.
Lennert is begonnen in de keuken (als afwasser) en werkt nu in de bediening. Hij denkt erover om ook weer andere taken te gaan doen in de keuken. Dat spreekt hem wel aan. Hij is hier gaan werken omdat zijn broer al in de keuken werkte en dat leek hem ook wel leuk. Hij denkt niet dat hij ooit bedrijfsleider wil worden. Sowieso wil hij eerst zijn studie biologie afronden en voorlopig combineert hij zijn studie met deze baan. Dat gaat prima. Bij het bedrijf waar hij werkt is er een strikte scheiding tussen keuken en bediening. Wel is het zo dat er nog gewerkt wordt met pen en papier omdat men zoveel mogelijk interactie wil tussen gast en personeel. Aansturing en werkcultuur Eva vertelt dat de sfeer bij haar in de zaak goed is. Ze krijgt veel vrijheid van haar leidinggevende en wordt niet steeds op de vingers getikt. Ze weet uit ervaring dat dat ook heel anders kan zijn. Ze heeft bijvoorbeeld bij een bedrijf in Antwerpen gewerkt en daar was de sfeer veel minder goed: men durfde nauwelijks fouten te maken. Verder mag ze van haar leidinggevende ook zaken doen voor het bedrijf op het gebied van PR en administratieve werkzaamheden.
Jasper vertelt dat bij hem in het bedrijf iedereen wordt gestimuleerd om door te groeien en meer taken in zijn/haar pakket te nemen. Zo wordt Jasper zelf voorbereid op een positie als bedrijfsleider. 2
Hij omschrijft het zelf nu als assistent bedrijfsleider. Het is alleen nog de vraag wanneer deze positie vrij komt. De organisatie waar Jasper werkt is vrij plat en de doorgroeimogelijkheden zijn dus beperkt.
In het bedrijf van Teun en Bram is de sfeer heel goed. De meeste medewerkers werken er al jaren waardoor een bijzonder hechte groep is ontstaan. Het komt vaak voor dat collega’s na een dienst blijven hangen om samen nog iets te drinken. Ook komen collega’s als ze niet hoeven te werken toch naar het café. De leidinggevende staat verder erg open voor ideeën van het personeel. Je kunt als werknemer echt iets inbrengen of veranderen. Er is regelmatig overleg en vaak bepalen de werknemers samen wat er op de agenda moet komen. Er wordt bij het aannemen van een nieuwe werknemer ook meer gekeken of iemand in het team past dan naar de vaardigheden. Dat is aan te leren aldus Teun. Bram vertelt dat deze baan zo leuk is omdat alles kan, er heerst een open sfeer en er is veel onderling vertrouwen.
Teun voegt toe dat hij ook veel vertrouwen van zijn baas krijgt. Als er iets voorvalt, bijvoorbeeld met vervelende gasten dat staat de baas altijd vierkant achter het personeel. Ook als de gast al lang over de vloer komt of als hij het gevoel heeft dat een medewerker iets niet zo handig heeft aangepakt. Dan zal hij dat pas achteraf bespreken en niet op het moment zelf.
Lennert vertelt dat de sfeer bij hun super is. Het is een erg gezellig team en mensen blijven altijd hangen om na de dienst nog samen iets te drinken. Hij vindt het motiverend om in zo’n team te werken en verder dat hij de gasten op een prettige manier snel kan helpen.
Teun vertelt verder dat er veel aandacht wordt besteed aan de productkennis en dat hierop ook wordt gecoacht. De eigenaar vindt het erg belangrijk dat zijn mensen iets kunnen vertellen over de producten die ze verkopen. De eigenaar is zelf een vinoloog en vertelt daar altijd uitgebreid over aan zijn medewerkers, zodat die goed kunnen adviseren. Verder vindt hij dat zijn mensen op een bepaalde manier met de gasten moeten kunnen omgaan. Teun vertelt dat ze daarop ook letten als ze mensen aannemen: extraverte mensen. Bram vult aan dat het ook niet erg gevonden wordt als je een keer niet weet waar het over gaat als een gast een vraag stelt. Hij vindt dat je dat best kan zeggen en dat je dan vervolgens een collega vraagt hoe het precies zit. Hij vertelt ook dat er veel aandacht is voor (bar) etiquette en dat medewerkers elkaar daarop corrigeren. Dus hoe zet je een glas neer, hoe schenk je iets uit.
Eva vertelt dat er bij hen ook veel aandacht is voor de etiquette. Het is een restaurant waar kwaliteit belangrijk is. Verder is er een klapper met handleidingen van alle apparatuur en beschrijvingen van het eten en de wijn die wordt geschonken.
Ook bij Lennert in de zaak is er aandacht en coaching op hoe je omgaat met gasten. De eigenaar vindt het belangrijk dat met name jonge werknemers dit op de goede manier aanpakken. Lennert
3
wordt dus bijvoorbeeld gecoacht door zijn bedrijfsleider op hoe je een bord neerzet, geen gasten tutoyeren, wat zeg je wel en wat zeg je niet. Gevolgen van de crisis Eva vertelt dat gasten naar haar bedrijf komen om verschillende redenen. Het is een bedrijf dat niet op een centrale route ligt in Nijmegen dus je moet het weten te vinden. Overdag is er een mooi terras waar mensen iets kunnen eten en drinken. ‘s Avonds is er een goede kaart met uitstekende kwaliteit eten. Hier komen mensen echt voor terug. Bij Jasper spelen er andere zaken. Hij geeft aan dat het bedrijf echt anders is dan dat van Eva. Mensen kunnen er wel iets eten maar dat is van een andere kwaliteit. Hij geeft aan dat er wel degelijk meer commerciële druk is gekomen met het de crisis. Het is een duur pand aan de markt in Nijmegen dus er moet een bepaalde omzet worden gehaald. Jasper vertelt dat ze nog zoekende zijn wat de identiteit moet worden van het café en waar ze zich precies mee onderscheiden. Bram vertelt dat het bedrijf waar hij werkt echt een begrip is in Nijmegen. Het is er vaak druk en ze merken weinig van de crisis. Ze zitten in een prettig hoekje van Nijmegen en zijn ook populair met de vierdaagse. Mensen komen vaak terug vanwege de kwaliteit en de aandacht van het personeel dat men krijgt als gast (en de “flauwe grappen”). Ze hebben een grote groep vaste gasten. Teun voegt toe dat mensen zich bij hen op hun gemak voelen en daar besteden ze ook veel aandacht aan. Qua eten is het simpel maar lekker (‘goed café-voedsel’). Jasper zegt dat ze merken dat de omzetten bij hen daarentegen wel achterblijven. Ze merken dat de stijgende accijnzen ook nog invloed hebben: gasten bestellen minder en kijken beter uit hoeveel ze uitgeven. Met name het einde van de maand is voor hen een lastige periode. Ook bij Eva merken ze wel dat het bestedingsgedrag van mensen verandert. Een tijd geleden zaten ze ook vaak overdag vol maar dat is nu een stuk minder. Daarentegen, wanneer gasten komen merkt ze niet dat mensen echt minder bestellen. Teun voegt toe dat ze bij hen nog niet echt last hebben van de crisis. Hij heeft wel het idee dat mensen wat minder drinken, vooral aan het einde van de maand.
DEEL 2: Arbeidsveiligheid We gaan nu in op een aantal thema’s binnen arbeidsveiligheid. Ervaringen arbeidsveiligheid We vragen waar mensen spontaan aan denken bij arbeidsveiligheid in de horeca. Jasper: - Risico Inventarisatie &Evaluatie - Sociale hygiëne - bedrijfshulpverlening Bram: - netjes werken (een rommelige werkplek leidt tot rommel in je hoofd, een opgeruimde werkplek leidt tot orde in je hoofd, verbeterde concentratie en dus minder risico’s) - sociale hygiëne - gezond werken (let op gevaarlijke stoffen) Teun: - sociaal vaardig (de interactie met gasten kan ongewenst gedrag in grote mate positief beïnvloeden). 4
- hygiëne - inrichting werkplek (zorg dat je messen, glazen etc. altijd op dezelfde veilige plek opruimt en blijf daar alert op. Als je ergens langer werkt gaat bedrijfsblindheid optreden). Eva:
- BHV - verzekeringen - collega’s (we zijn verantwoordelijk voor elkaar)
Lennert:- opletten - coachen (iets gevaarlijks doorgeven, glasscherven in de daarvoor bestemde prullenbak) - voorkomen (zorgen dat gevaarlijke situaties niet eens kunnen ontstaan) Jasper verklaart zich nader. Hij geeft aan dat er in zijn organisatie een aantal vaste afspraken zijn en dat die voor een groot deel voortkomen uit de RI&E. Dit instrument neemt bij hen een belangrijke plaats in. Ze hebben de RI&E nu 2 jaar geleden echt opgepakt en zijn daar actief mee bezig. Hij merkt op dat je door het invullen bewustzijn creëert. Tegelijkertijd geeft hij ook aan dat nog niet iedere werknemer weet wat dit voor hem of haar voor consequenties heeft. Hetzelfde geldt voor sociale hygiëne en BHV. Door hier actief mee bezig te zijn word je geconfronteerd met aandachtspunten in je bedrijfsvoering. Bram vertelt dat er bij hen weinig expliciete aandacht is voor veilig werken. Er wordt niet op een gestructureerde manier bij stil gestaan maar het loopt meer impliciet mee in de dagelijkse bedrijfsvoering. Er is wel veel aandacht voor opgeruimd werken. De eigenaar blijft tot vervelens toe hameren op een opgeruimde werkplek. Volgens Bram leidt dit wel tot het terugdringen van onveilig werkomstandigheden. Bram heeft voor zichzelf een aantal regels waar hij zich altijd aan houdt: let op de stoppenkast (oud pand, soms onveilig), als je alleen sluit doe dan voorzichtig (maar liever nog met 2 mensen, zeker bij vrouwelijke werknemers) en kijk uit waar je zit met de kas opmaken (dus niet midden in het zicht). Lennert geeft eigenlijk precies aan wat Jasper bedoelt. In hun bedrijf komt niet alle informatie bij de juiste mensen terecht. Lennert vertelt dat hij niet echt expliciet iets heeft meegekregen over veilig werken, ook niet tijdens zijn inwerkperiode nu anderhalf jaar geleden. Wel is hem verteld waar alles staat en hoe hij zaken moet opruimen. Nu terugkijkend op die anderhalf jaar geeft hij aan dat het vooral impliciet onderdeel is van de dagelijkse gang van zaken. Wat opvalt bij alle medewerkers is dat ze bij veilig werken en het thema arbeidsveiligheid vooral denken aan agressie en geweld. Er gebeuren in de regio Nijmegen (zoals in ieder regio) af en toe overvallen in de horeca. Daar wordt vaak wel expliciet bij stil gestaan door de ondernemers. Het credo is altijd: werk altijd mee en geef alles mee. Verder geven alle medewerkers aan dat het goed is om het thema arbeidsveiligheid af en toe te bespreken. Al tijdens de bijeenkomst worden alle betrokkenen zich bewust van een aantal zaken. Men vindt het prettig om eens bij elkaar in de keuken te kijken. Rapportcijfer arbeidsveiligheid Lennert geeft zijn bedrijf op het gebied van arbeidsveiligheid een 7. Het vindt het allemaal wel oké, maar ziet echt nog wel ruimte voor verbetering. Hij geeft zelf toe dat hij zich ook wel eens heeft gesneden, maar dat hoort nu eenmaal erbij. Hij vindt dat veiligheid vooral ook bij jezelf ligt. Eva geeft haar bedrijf een 8. Eva kan zich namelijk geen arbeidsongeval herinneren in de tijd dat zij er 5
werkt. Ze vindt ook dat de manier waarop ze werken er voor zorgt dat ze weinig risico’s lopen. Maar ze geeft ook toe dat er een aantal (onveilige) aspecten zijn in het bedrijf waaraan ze helaas niks kan doen. Het is een oud pand met op een aantal plaatsen trapjes en afstapjes waar je goed moet opletten. Teun geeft ook een 8 voor arbeidsveiligheid in zijn bedrijf. Teun koppelt arbeidsveiligheid vooral aan sociale veiligheid. Kun je als werknemer en als gast gewoon jezelf zijn in het bedrijf? Hij vindt dat dat zeker zo is, voelt zich prettig in deze werkomgeving. De omgangsvormen van personeel maar in even grote mate van klanten worden bewust in de gaten gehouden. Zo is het voorgekomen dat klanten uit de zaak gezet zijn voor grappig bedoelde racistische opmerkingen. Bram vult aan dat hij zich kan vinden in het verhaal van Teun. Hij geeft als rapportcijfer een 8 voor de sociale veiligheid. Voor veilig werken geeft hij het bedrijf een 7. Hij legt uit dat het een oud bedrijf is met bijvoorbeeld een kleine zolder met een aantal dwarsbalken waar je je flink aan kan stoten. Verder staat er in de zaak een open trap naar boven. Daar moet je langs als je gasten boven wilt bedienen en ook de keuken is boven. Het komt dus voor dat je met borden met eten van boven naar beneden moet lopen. Tot op heden is dat altijd goed gegaan maar het houdt natuurlijk een risico in. Dit valt helaas niet te verhelpen aangezien het gebouw wordt aangemerkt als een rijksmonument.
Risico’s Vervolgens komen de risico’s die werknemers zien aan de orde. Bram vertelt dat snijden volgens hem een belangrijk risico is. Het overkomt hem met enige regelmaat dat hij zich snijdt. Zo heeft hij zich wel eens aan een kapot glas gesneden, maar hij heeft nooit iets ernstigs gehad. Hij geeft wel aan dat dit iets is wat je zelf in de hand hebt. Hij noemt ook agressie en geweld in de zaak. Het verschil hiermee is dat je dat niet zelf in de hand hebt: het overkomt je. Bram denkt wel dat met name het risico op snij-incidenten te verminderen is. Hij vertelt dat ze een nieuwe vloer hebben achter de bar waardoor glas minder snel stuk valt. Minder kans op scherven betekent een kleiner risico op snijden. Het is ook belangrijk om een bepaalde rust en orde op je werkplek te hebben. Bram heeft al eerder aangegeven dat een opgeruimde, nette (rustige) werkplek positief bijdraagt. Hij vindt dat je handelingen met een bepaalde rust moet doen. Ook de bewustwording van risico’s speelt volgens hem mee. Als je je bewust bent van risico’s dan stap je minder snel in een valkuil. Lennert en Jasper sluiten aan bij het feit dat je je vooral bewust moet zijn van risico’s. Als bijvoorbeeld een bedrijfsleider blijft herhalen wat de risico’s zijn slijp je er een bepaald bewustzijn in. Zij lezen beiden ook vakbladen van de horeca. Hierin wordt ook af en toe aandacht besteed aan risico’s die werknemers lopen. Dat zorgt bij hun beiden voor een hoger risicobesef. Ze noemen ook snijden als een risico en verder de zware vaten waar ze soms mee moeten sjouwen en de hete pannen en soms borden in de keuken. Teun noemt als belangrijk ander risico net als zijn collega Bram agressie in de zaak. Het komt helaas wel eens voor dat gasten vervelend gaan doen in de zaak of aan de deur. Teun zegt dat je als werknemer in de horeca altijd het risico loopt dat je de eerste klap krijgt, zeker als je er tussen springt. Hij heeft wel eens een klap gehad en dat is niet iets wat hij licht vergeet. Daarbij werken er bij hem in de zaak ook veel vrouwen, waardoor dit een belangrijk aandachtspunt is. Bram vult nog aan dat ook de inrichting van de zaak een belangrijke rol speelt. Zijn bedrijf zit in een relatief klein pand waardoor alles dicht op elkaar zit. Meer ruimte in de keuken en vooral achter de bar zou in zijn beleving de veiligheid vergroten. De eerder genoemde anti-slip vloer waardoor glazen minder snel stuk vallen heeft zeker geholpen. 6
Jasper erkent het voordeel van de anti-slip vloer alleen is die bij hen nog niet aangelegd. Dat geeft vaak onveilige situaties achter de bar maar ook in de keuken, vooral op vochtige dagen. Het komt dan gewoon wel eens voor dat iemand uitglijdt. Bij hem in het bedrijf hebben ze verder te maken met een kelder waar de drank is opgeslagen met als enige toegang een onveilig trap. De treden zijn smal, de laatste trede heeft een flinke afstand tot de grond en er is geen houvast. Helaas is dit lastig te verhelpen, omdat het pand oud is (alsmede de inrichting) en daardoor een goede nieuwe oplossing lastig te realiseren is. Wel hebben ze alle dorpels op de grond voorzien van LED verlichting. Dit verhoogt de zichtbaarheid en verkleint daarmee het risico dat mensen hier over vallen met een dienblad of bord eten. Verder zijn er voor gasten vluchtroutes aangegeven. Stimuleren veilig werken Eva vertelt dat het stimuleren van veilig werken bij hen een belangrijke onderwerp is. Ze heeft een leidinggevende die leidt door het goede voorbeeld te geven. Die heeft veel geduld en legt altijd uit waarom bepaalde handelingen op die manier moeten. Eva vindt dit erg prettig. Toch vindt ze haar leidinggevende niet alleen verantwoordelijk. Iedereen heeft daar een taak in, ook de andere medewerkers. Ze geeft aan dat een belangrijke regel is dat niemand alleen de zaak sluit. Het wordt altijd zo geregeld dat ze minimaal met twee mensen zijn. Lennert geeft aan dat er bij hen heel veel nadruk wordt gelegd op eigen verantwoordelijkheid. Let goed op wat je zelf kunt doen aan veilig werken en deel dat ook met je collega’s. Maar uiteindelijk is de baas eindverantwoordelijk, zeker ook omdat hij een klimaat moet scheppen waarin op elkaar wordt gelet en dat wordt besproken. Uit een eerdere bijeenkomst blijkt dat veilig werken in sommige bedrijven een vast agenda punt is bij functioneringsgesprekken. Alle deelnemers herkennen zich hier niet in. Een enkeling geeft zelfs aan dat er nooit functioneringsgesprekken plaats vinden. De meeste werknemers geven echter aan dat ze wel ieder halfjaar een gesprek met hun leidinggevende hebben. Teun vult nog aan dat er tijdens werkoverleg wel eens punten aan de orde komen die veilig werken indirect raken, maar dan alleen als die een soepele bedrijfsvoering in de weg staan. Tips Als afronding van de bijeenkomst kan iedere werknemer aangeven wat hij een goede tip zou vinden voor zijn of haar collega werknemers op het gebied van arbeidsveiligheid. Lennert geeft aan dat hij denkt dat veilig werken veel te maken heeft met bewustzijn. Hij vindt het belangrijk dat er gepraat wordt over arbeidsveiligheid, zoals op deze bijeenkomst. Hij vindt het een verantwoordelijkheid voor iedereen: zowel leidinggevenden als werknemers zelf. Hij benadrukt het belang van zaken naar elkaar uitspreken. Teun hecht veel waarde aan sociale veiligheid. Hij vindt het belangrijk dat er altijd iemand is die je kan helpen als je als werknemer in een vervelende situatie belandt met bijvoorbeeld een dronken klant. Hij noemt als voorbeeld dat het voor homo’s niet in iedere kroeg veilig is omdat er niet gehandhaafd wordt op een prettige omgang. Hij vindt het erg belangrijk dat er een sfeer heerst van rekening houden met elkaar en je veilig voelen. Dit zorgt ervoor dat potentieel explosieve of vervelende situaties op voorhand in de kiem worden gesmoord. Bram sluit zich hierbij aan. De uitstraling van een horecabedrijf is heel belangrijk. Hij merkt op dat de sfeer en ambiance compleet kunnen omslaan wanneer er bijvoorbeeld een luidruchtige groep mannen binnen komt en dat willen ze in zijn bedrijf voorkomen. Het gevoel van sociale veiligheid 7
zorgt ervoor dat werknemers op een meer ontspannen manier hun vak kunnen uitoefenen. Al pratende komt hij tot de conclusie dat dit impliciet doorwerkt op de arbeidsveiligheid, doordat hier relatief veel aandacht aan wordt besteed in zijn bedrijf. Mensen die in een ontspannen omgeving kunnen werken, zijn minder geneigd fouten te maken of onhandige dingen te doen. En daarmee wordt de kans op een arbeidsongeval verkleind. Hij komt nogmaals terug op het belang van een nette werkplek. Letterlijke rust en orde op de werkplek zorgt volgens hem ook voor een kleinere kans op ongevallen. Jasper denkt dat het voor hem vooral zit in drie belangrijke zaken. Hij is een groot voorstander van de implementatie van de RI&E. Hiermee ondervang je volgens hem op de beste manier arbeidsongevallen. Verder wil hij dat zoveel mogelijk werknemers ook als BHV’er kunnen optreden. Als laatste noemt hij het belang van sociale hygiëne dat volgens hem zeer sterk samenhangt met arbeidsveiligheid.
8