Watervergunning Datum Nummer Onderwerp
23 maart 2015 RWS-2015/11662 Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet voor: BP Europa SE – BP Nederland, Hornweg 10, 1045 AR Amsterdam
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Aanhef Besluit Gewijzigde voorschriften Aanvraag Toetsing aanvraag Procedure Conclusie Ondertekening Mededelingen
Pagina 1 van 8
1. Aanhef
Datum 23 maart 2015
De minister van Infrastructuur en Milieu beschikt op grond van de volgende overwegingen op een aanvraag om wijziging van de vergunning zoals bedoeld in artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet. De aanvraag is ingediend door BP Europa SE – BP Nederland, verder BP genoemd, gevestigd aan de Hornweg 10 te Amsterdam.
Nummer RWS-2015/11662
De aanvraag is ontvangen op 6 februari 2015 en geregistreerd onder nummer RWS-2015/6102 (zaakindentificatie ZT2015-00012554).
2. Besluit Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwegingen besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt: I.
De aan BP Europa SE – BP Nederland verleende vergunning van 4 november 2013 met nummer RWS-2013/54224 als volgt te wijzigen: Voorschrift 1 wordt vervangen door het in hoofdstuk 3 genoemde voorschrift 1.
II. Het onderhavige wijzigingsbesluit te verlenen voor een periode tot 30 september 2015. III. De wijziging, zoals deze in paragraaf 4.2 van dit besluit is beschreven, voldoet aan de in artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet gestelde eisen. De wijziging kan als zodanig worden vergund.
Pagina 2 van 8
3. Gewijzigde voorschriften
Datum 23 maart 2015
Voorschrift 1 Soorten (afval)waterstromen 1. Het onttrekken van oppervlaktewater aan de Amerikahaven en de Australiëhaven en het brengen van stoffen in de Amerikahaven en de Australiëhaven mag uitsluitend bestaan uit de hieronder genoemde (afval)waterstromen. Deze (afval)waterstromen mogen uitsluitend via de bijbehorende onttrekkings- en lozingspunten aan het oppervlaktewater worden onttrokken c.q. in het oppervlaktewater worden gebracht:
Nummer RWS-2015/11662
Innamepunt
Soort waterstroom
A, B , C en D
Oppervlaktewater uit de Australiëhaven ten behoeve van het testen en het op druk houden van het brandblussysteem en voor hydrotesten Oppervlaktewater uit de Amerikahaven ten behoeve van het testen en het op druk houden van het brandblussysteem en voor hydrotesten Soort afvalwaterstroom
E, F, G en H
Lozingspunt Meetpunt 1
1
Effluent van de AWZI waarin de volgende afvalwaterstromen worden behandeld: · Hemelwater uit het oliehoudende riool · Hemelwater uit het niet-oliehoudende riool · Huishoudelijk afvalwater · Laboratoriumafvalwater · Drainwater · Waswater van de wasplaats · Schoonmaakwater tanks en gasbollen · Condensaat van de persluchtcompressor · Water dat vrijkomt bij het testen van het bluswatersysteem · Bronneringswater · Water dat vrijkomt bij het reinigen van de storm water holding pond Water uit de storm water holding pond Water dat vrijkomt bij hydrotesten
Pagina 3 van 8
4.
Aanvraag
De aanvraag heeft betrekking op de Watervergunning van 4 november 2013 met nummer RWS-2013/54224.
Datum 23 maart 2015 Nummer RWS-2015/11662
4.1 Bedrijfssituatie BP houdt zich bezig met de op- en overslag van vloeibare aardolieproducten en van tot vloeistof verdichte gassen (propaan en butaan). De opgeslagen producten behoren qua brandbaarheid tot de gevarenklasse K0-K3. De totale opslagcapaciteit bedraagt 1 miljoen m3 en de jaarlijkse doorzet van producten bedraagt 22,5 miljoen m3. Op a. b. c. d. e.
f.
het terrein van de inrichting vinden de volgende processen/activiteiten plaats: Opslag in tanks; Overslag van/naar zee- en binnenvaartschepen; Boord-boordoverslag (overslag tussen twee schepen); Overslag van/naar tankauto's; Behandelen van het product · Blenden (mengen van twee of meer productstromen); · Additieveren (kleine hoeveelheden product verbeterende stoffen toevoegen); · Op specificatie brengen van product m.b.v. butaan of pentaan; Ondersteunende processen en voorzieningen.
Het bedrijf heeft op 4 november 2013 een nieuwe vergunning op grond van de Waterwet gekregen voor: 1. Het brengen van stoffen, afkomstig van BP, gelegen aan de Hornweg 10, 1045 AR in Amsterdam in de Amerikahaven en de Australiëhaven; 2. Het onttrekken van water aan de Amerikahaven en de Australiëhaven. 4.2 Gewenste wijziging(en) BP is voornemens om de Storm Water Holding Pond (SWHP) te reinigen en het water dat hierbij vrijkomt te lozen via de afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI) in het oppervlaktewater van de Amerikahaven. De SWHP is een buffer van de AWZI om pieken bij grote regenval op te vangen. Het is een open vijver met een oppervlak van 85 x 75 meter en een volume van 12.000 m3. Op de bodem heeft zich in de loop de jaren een hoeveelheid slib verzameld. Dit slib bestaat uit een combinatie van sediment, biomassa en koolwaterstoffen. Dit slib moet worden verwijderd. Het reinigen van de SWHP bestaat grofweg uit 2 fasen: a. Afpompen van het bovenstaande heldere water; b. Verwijderen en ontwateren van slib. Ad. a. Het verwijderen van het bovenstaande heldere water vindt plaats met behulp van een drijvende pomp met een capaciteit van 50 m3/uur. Het bovenstaande water wordt naar de AWZI gepompt, waarin het afvalwater fysisch chemisch wordt gezuiverd. Het effluent wordt via lozingspunt 1 op de Amerikahaven geloosd.
Pagina 4 van 8
Ad b. Zodra de bulk van het heldere bovenstaande water uit de SWHP is verwijderd, wordt gestart met het verwijderen van het slib. Hiertoe wordt een slibpomp geplaatst op het diepste punt in de put aan de zuidzijde van de SWHP. De slibpomp heeft een capaciteit van 50 m3/uur. Het slib wordt door middel van lagedruk spuiten in de richting van de put gebracht. Het slib wordt vervolgens in een Geotube gepompt. Dit is een op maat gemaakte cilindrische zak van geotextiel. Het slib blijft in de zak achter en het water stroomt door het textiel naar buiten. Om de ontwatering te optimaliseren wordt aan het slib de volgende polymeer toegevoegd: Polymeer Zetag 9048 FS
Verbruik in kg 500
Datum 23 maart 2015 Nummer RWS-2015/11662
ABM-klasse B
Het water dat uit de Geotube stroomt, wordt in eerste instantie door middel van een retourpomp terug naar de SWHP gevoerd. De capaciteit van deze retourpomp is eveneens 50 m3/uur. Zodra het uittredende water voldoende helder is, zal het water naar de AWZI worden gepompt waarin het afvalwater wordt gezuiverd. De gevulde Geotube zal na het vullen nog enige tijd aan de buitenlucht moeten drogen tot een acceptabel droge stofgehalte is gehaald (25 tot 30 %). De werkzaamheden duren ca. 30 dagen en starten op 1 juni 2015.
5. Toetsing aanvraag 5.1 Toetsing preparaat Op grond van de informatie, zoals opgenomen in sectie 3 van het veiligheidsinformatieblad (VIB)van het preparaat Zetag 9048 FS, kom ik tot een andere conclusie ten aanzien van de waterbezwaarlijkheid. Gelet op de range van >20% -<50% die het VIB vermeld voor kerosine (CAS#64742-47-8) en de sommatieregels van de Algemene beoordelingsmethodiek kom ik tot een waterbezwaarlijkheid van: · Schadelijk voor in water levende organismen; bevat stoffen die gevaarlijk zijn voor het aquatisch milieu met een saneringsinspanning A, indien de concentratie <25% is; · Vergiftig voor in water levende organismen; bevat stoffen die gevaarlijk zijn voor het aquatisch milieu met een saneringsinspanning A, indien de concentratie ≥25% is. 5.2 Beste beschikbare technieken Zoals in hoofdstuk 4 wordt aangegeven wordt het afvalwater, dat vrijkomt bij het reinigen van de SWHP gezuiverd in de AWZI. De AWZI bestaat in hoofdzaak uit de volgende technieken: · Een CPI (corrugated plate interceptor - gegolfde platen olie-waterafscheider); · Een flotatie unit (Dissolved Air Flotation, DAF) · 2 in serie geplaatste striptorens. · Zandfilter. · 2 in serie geplaatste actief koolkolommen.
Pagina 5 van 8
De striptorens, het zandfilter en de actiefkool filters zijn in twee identieke parallel van elkaar geschakelde straten geplaatst, met elk een capaciteit van 50 m 3/uur. In de zuivering worden de onopgeloste bestanddelen en de eventueel aanwezige koolwaterstoffen verregaand verwijderd. De AWZI is ontworpen om dit soort stoffen te verwijderen.
Datum 23 maart 2015 Nummer RWS-2015/11662
De flocculant Zetag 9048FS zal zich met name hechten aan het slib/zwevend stof en in de Geotube worden afgescheiden. De flocculant bestaat voor een groot deel (20 tot 50 %) uit petroleumdestillaten. Eventuele restanten aan flocculant, die zich nog in het afvalwater bevinden, zullen door absorptie aan kool, in de AWZI verder worden verwijderd. De AWZI wordt voor het zuiveren van het afvalwater dat vrijkomt bij het reinigen van de SWHT dan ook aangemerkt als best bestaande techniek. Zoals in hoofdstuk 4.2 is aangegeven, is de SWHP een buffer van de AWZI om pieken bij grote regenval op te vangen. Als deze uit gebruik wordt genomen voor onderhoud, heeft BP mogelijk een probleem bij hevige regenval hetgeen kan leiden tot overbelasting van de AWZI. Om dit probleem te elimineren worden bij hevige regenval, in volgorde van opsomming, de volgende acties ondernomen: 1. Het debiet van het afvalwater uit het oliehoudende riool en het niet oliehoudende riool naar de AWZI wordt handmatig ingeregeld door middel van het knijpen van afsluiters. Daarmee kan het debiet van het afvalwater door de AWZI niet ongelimiteerd toenemen; 2. De operator van de AWZI is te allen tijde aanwezig om de waterflows te managen en de waterkwaliteit te meten; 3. Tankputten waarin zich hemelwater verzamelt worden niet gedraind, waardoor de tankputten de buffer vormen; 4. Het drainen van producttanks wordt uitgesteld waardoor er minder oliehoudend afvalwater naar de AWZI wordt geleid; 5. Het staken van het schoonmaken en de SWHP weer in gebruik nemen. Deze maatregelen bieden voldoende waarborgen dat de AWZI niet wordt overbelast waardoor het rendement van de AWZI in negatieve zin wordt beïnvloed en de kwaliteit van het afvalwater verslechtert. 5.3 Gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem Het afvalwater, dat vrijkomt bij het reinigen van de SWHP, wordt in de AWZI verregaand gezuiverd. De kwaliteit van het effluent van de AWZI zal door de extra hoeveelheid afvalwater niet wijzigen. Het lozen van afvalwater, dat vrijkomt bij het reinigen van de SWHP, via de AWZI in het oppervlaktewater van de Amerikahaven, zal dan ook niet leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem dan volgens de geldende vergunning is toegestaan. Daarom is het lozen van deze afvalwaterstroom via de AWZI toegestaan.
Pagina 6 van 8
6. Procedure Op grond van artikel 6.26, tweede lid heeft de voorbereiding van deze vergunning volgens het gestelde in artikelen 3.8 en 3.9, eerste lid, onderdeel a en tweede tot en met vierde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht jo. Afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht plaatsgevonden. Aangezien de aanvraag tot wijziging van de vergunning voor het lozen van stoffen niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan, is volgens artikel 6.26 lid 2 Waterwet afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
Datum 23 maart 2015 Nummer RWS-2015/11662
Deze vergunning treedt in werking na de bekendmaking.
7.
Conclusie
De ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens voldoen aan de in artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet gestelde eisen. De beoogde verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen dan volgens de geldende vergunning al zijn toegestaan.
8.
Ondertekening
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, hoofd afdeling Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Noord
Pagina 7 van 8
9. Mededelingen
I. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden, gedurende een periode van zes weken vanaf de dag na bekendmaking, tegen deze vergunning een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: Minister van Infrastructuur en Milieu, p/a Rijkswaterstaat West-Nederland Noord, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.
Datum 23 maart 2015 Nummer RWS-2015/11662
De indiener van het bezwaarschrift kan in het bezwaarschrift verzoeken om rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter. Indien ik met een dergelijk verzoek instem, kan de bezwaarprocedure op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht worden overgeslagen en zend ik het bezwaarschrift onverwijld door aan de bevoegde rechter. II. De vergunning treedt in werking na bekendmaking. Op grond van artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan, indien tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend, gedurende de bezwaartermijn tevens een verzoek om een voorlopige voorziening worden ingediend. Het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Sector bestuursrecht van de rechtbank Amsterdam. Voor het treffen van een voorlopige voorziening is een griffierecht verschuldigd. Afschrift van het besluit is gezonden aan: · Het Bureau Verontreinigingsheffing Rijkswateren (Postbus 20906, 2500 EX Den Haag); · Omgevingsdienst NZKG, Postbus 209, 1500 EE Zaandam.
Pagina 8 van 8