Bedrijfsplan Brede Hoed Netwerk Samen verantwoordelijk, samen doen! Afdeling Samenleving
10 februari 2014
1
Opgesteld door: Afdeling Samenleving Team beleid Kwartiermaker Brede Hoed Team: Nicole Oltheten
[email protected] 06-41237237
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding
4
2. Beleid Sociaal Domein 2.1 Wmo beleidskader 2.2 Klantbenadering 2.3 Werken aan perspectief en participatie 2.4 Jeugdzorgbeleid en transitie jeugdzorg
4 4 7 8 8
3. Werkwijze Brede Hoed Netwerk, de zorgstructuur 3.1 Sociale netwerken 3.2 Het Brede Hoed Netwerk 3.2.1 De: 1e lijn 3.2.2 Brede Hoed Team: BHT 3.3 Backoffice 3.4 De werkwijze van het Brede Hoed Netwerk
9 9 11 11 12 14 15
4. Functies binnen het Brede Hoed Netwerk 4.1 Taken binnen het Brede Hoed Netwerk 4.2 Rollen binnen het Brede Hoed Netwerk
16 17 19
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1: 2: 3: 4: 5:
1e lijn Brede Hoed Netwerk en het BHT Functieprofielen Brede Hoed Netwerk Methoden en werkwijzen gebruikt door het Brede Hoed Netwerk Een casus Zelfredzaamheidmatrix
21 22 29 33 34
3
1. Inleiding De Gemeente krijgt de verantwoordelijkheid over drie samenhangende decentralisaties van taken in het sociale domein. Delen van de AWBZ (begeleiding en persoonlijke verzorging) worden onderdeel van de Wmo, de Wmo wordt getransformeerd, alle taken op het terrein van jeugdzorg en de Wajong en WSW, vallend onder de nieuwe Participatiewet, zullen vanaf 1 januari 2015 onder verantwoordelijkheid van de gemeenten worden uitgevoerd. De decentralisaties in het sociale domein betekenen niet alleen een bestuurlijk overgang van taken, maar ook het anders gaan regisseren en invullen van beleidsruimte. Er wordt ook een verandering in de verhouding tussen burger en gemeente gevraagd, tussen inwoners onderling en tussen aanbieders en de overheid. Deze verandering houdt in dat de rol van de gemeente anders wordt. Het streven is om de ondersteuning zo te organiseren dat inwoners in staat worden gesteld om zelf oplossingen te vinden voor hun sociaal maatschappelijke vragen. Onze publieke dienstverlening willen we dan ook zoveel mogelijk laten aansluiten bij de leefwereld van de inwoners van Diemen. We willen zo een gewenste omslag realiseren van generieke taak – en doelgroepgerichte benaderingnaar een benadering waarbij gebruikt wordt gemaakt van eigen kracht die aanwezig is bij de burger en hun omgeving. Als iemand op dit moment een vraag of meerdere vragen tegelijkertijd heeft voor ondersteuning en activering moet hij bij verschillende loketten en indicatieorganen langs. Deze zijn ingericht per leefgebied (werk en inkomen, Wmo, wonen, jeugdzorg etc). Elke individuele vraag leidt al dan niet door naar een voorziening. Dit moet veranderen. De vraag van de klant moet bij voorkeur zo breed mogelijk worden bekeken, zodat jij zijn verhaal zo min mogelijk keren hoeft te vertellen. Uitgangspunt voor de inrichting van het sociale domein is: Inwoners met hun huishouden en sociale netwerk staan centraal, het sociale domein is één geheel, inwoners worden niet in gescheiden hokjes gestopt, maar we zoeken naar maatwerk oplossingen vanuit een integrale benadering van de vraag. Daar waar nodig maken we dus een verbinding tussen de verschillende leefgebieden. Om dit mogelijk te maken wordt de werkwijze van het Brede Hoed Netwerk en daarbinnen het Brede Hoed Team (BHT) geïmplementeerd. Het team is snel en dichtbij voor inwoners die dit nodig hebben. De gemeente Diemen is in het 2013 gestart met de inrichting van het Brede Hoed Team (BHT). In dit document beschrijven wij ten eerste de beleidsmatige kaders voor het samenwerken binnen het Brede Hoed netwerk en het Brede Hoed Team. Daarna gaan we in op de werkwijze van het Brede Hoed Team. 2. Beleidskaders In de afgelopen jaren zijn forse stappen gezet in de beleidsontwikkeling op het gebied cliëntondersteuning in Diemen. met de ontwikkeling van het Brede Hoed Team wordt aangesloten op de beleidskaders die we de afgelopen jaren, en heel recentelijk, met elkaar hebben beschreven in de volgende notities: Het Wmo beleidskader van de gemeente Diemen Visie op de klantbenadering Werken aan perspectief en participatie Jeugdbeleid en transitie Jeugdzorg 2.1 Het Wmo beleidskader van de gemeente Diemen De Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) werd in 2007 ingevoerd en beslaat het hele terrein van wonen, welzijn, maatschappelijke zorg en participatie. Belangrijkste doelstelling van de wet is mensen in staat stellen deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Voor een grote groep mensen is die participatie een vanzelfsprekendheid. Er zijn echter ook groepen mensen waarvoor dit minder makkelijk is.
4
Gemeenten hebben in het kader van de Wmo een compensatieplicht, dat wil zeggen dat de gemeente inwoners moet compenseren voor de belemmeringen die ze ondervinden bij het meedoen in de samenleving. De manier waarop de gemeente haar inwoners helpt of compenseert, is maatwerk. Er kunnen van geval tot geval grote verschillen optreden in de mate en vorm van compensatie. Geen mens is hetzelfde. Met elkaar bepalen we wat ‘meedoen aan het maatschappelijk verkeer’ betekent. De Kanteling De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft op verzoek van de gemeenten een project uitgevoerd om invulling te geven aan die compensatieplicht. De Wmo werd vaak aanbodgericht ingevuld: de burger had een vraag of een claim en er volgde een aanvraag van een Individuele Voorziening. Deze aanvraag kon uitmonden in een toekenning of een afwijzing. De vraag of het probleem van de klant ook daadwerkelijk werd opgelost, werd niet altijd even duidelijk. Dit was één van de redenen om het project De Kanteling in te zetten: de kanteling van aanbod naar vraag. De basis voor De Kanteling is het Brede Gesprek, waarin met de burger gezocht wordt naar oplossingen en resultaten. Alles draait om de aanvrager met als uitgangspunt diens eigen kracht. Wat zijn de persoonskenmerken van een individuele aanvrager? Waar heeft deze behoefte aan? Wat kan de aanvrager zelf organiseren, wat met zijn sociale netwerk en wat kan de aanvrager zelf bekostigen? Waar moet het resultaat aan voldoen? Het is een wettelijke opdracht om voor deze vragen een antwoord te vinden. Om aan die opdracht te voldoen moet het volgende systematische onderzoek worden verricht. We haken als gemeente aan bij de Kanteling. Eerst wordt samen met de aanvrager gekeken wat deze op eigen kracht kan oplossen. Als tweede wordt gekeken of het sociale netwerk van de aanvrager kan bijdragen aan oplossingen. Daarna, als derde, wordt vanuit de voorliggende (andere wetten zoals AWBZ) en algemene voorzieningen beoordeeld of er gehele of gedeeltelijke oplossingen te vinden zijn. Pas daarna kan beoordeeld worden of er specialistische voorzieningen noodzakelijk zijn. We streven altijd naar maatwerk. Het Brede Gesprek Het Brede Gesprek vindt plaats als blijkt uit het eerste contact dat een burger een meervoudige of complexe vraag heeft. De locatie voor het gesprek kan de Brede Hoed zijn, bij een 1e lijns aanbieder (zoals de algemeen maatschappelijk werker) of bij inwoners thuis. In Diemen is een brede groep cliëntondersteuners getraind in het voeren van zo´n gesprek. Binnen het Gesprek wordt brede vraaggestuurde vraagverheldering toegepast, waarbij de volgende vier oplossingskaders aan de orde komen. 1. Inzetten van eigen kracht van de burger Tijdens het gesprek wordt ingegaan op de vraag van de burger. Door middel van vraaggerichte vraagverheldering (een methodiek) wordt de situatie van de burger in kaart gebracht en geanalyseerd. Hierbij zijn verschillende leefgebieden of domeinen leidend. Uitgangspunt van het gesprek is niet alleen de vraag van de burger, maar ook diens oplossingsmogelijkheden en competenties. De gespreksvoerder van het Brede Gesprek wordt opgeleid tot het voeren van deze vorm van gesprekken en getraind in het ontdekken en inzetten van de eigen kracht. 2. Bevorderen van het gebruik van het sociale netwerk Het bevorderen van het gebruik van het sociale netwerk wordt gedaan door het in beeld brengen van de huidige sociale contacten en de gewenste sociale contacten. Veel inwoners zullen zeggen dat zij anderen niet lastig willen vallen zonder zich te realiseren dat anderen graag wat voor hen zouden doen. Specifieke aandacht is hierbij voor de mantelzorgers rondom de burger met een beperking. Ook het inzetten van vrijwilligers hoort bij het bevorderen van het sociale netwerk.
5
3. Inventariseren en inzetten van voorliggende voorzieningen Voor het inventariseren en inzetten van voorliggende voorzieningen is een speciale rol weggelegd voor de gespreksvoerder van het Brede Gesprek. Landelijke voorbeelden van voorliggende voorzieningen zijn: boodschappendienst, was- en strijkservice, schoonmaakdienst, tuinservice, inzet van vrijwilligers en Informele Zorg, buurtbus, een scootmobiel of rolstoelenpool. 4. Organiseren van het afspreken van resultaten en het inzetten van oplossingen Resultaten worden uitgewerkt als combinatie van oplossingen: Arrangementen. De elementen waaruit een arrangement uiteindelijk bestaat hangt af van het Brede Gesprek. Arrangementen zijn niet altijd in een voorziening/dienst uit te drukken. Als blijkt dat de combinatie van voorliggende voorzieningen en hulp van buren, vrienden en familie een oplossing voor het ondervonden probleem vormt, dan geldt de bemiddelende of verwijzende rol die de gemeente heeft gespeeld bij het oplossen van het probleem als arrangement. Het Brede Gesprek is een belangrijk instrument om het compensatiebeginsel goed te kunnen toepassen. Het arrangement zijn de afspraken die gemaakt worden aan het eind van het Brede Gesprek waarin wordt aangegeven: de doelen, de acties en de houders van de acties. Eigen kracht Onze inwoners kunnen (met en zonder hun netwerk) veel zelf en hebben soms alleen een stimulans of aanjager nodig. Uitgaan van de zelfredzaamheid en het zelf organiserend vermogen is daarom een belangrijk vertrekpunt. Wij stimuleren een sociale betrokken samenleving waarbij inwoners en vrijwilligers zorgen voor zichzelf en hun omgeving. Zij worden hierbij ondersteund door de gemeente, zie het onderstaande plaatje:
Voordat er een aanvraag voor een specialistische voorziening kan worden gedaan, zal er door middel van een Breed Gesprek een inventarisatie plaatsvinden. Daarin worden ook mogelijke niet-individuele voorzieningen beoordeeld. Dat betekent dat het duidelijk moet zijn dat er geen andere oplossingen zijn dan een specialistische voorziening. Regelgeving die ten grondslag ligt aan de verlening van Wmo-voorzieningen. De verlening van de voorzieningen is vastgelegd in: 1. de Wmo verordening 2013: is gebaseerd op de wet en geeft het raamwerk aan waarbinnen de verlening van voorzieningen moet plaatsvinden; 2. de Wmo beleidsregels 2013: zijn de uitvoeringsregels van de Verordening inclusief de financiële bijlage bij de Wmo beleidsregels. Aan het eind van het Brede Gesprek worden de belangrijkste punten kort samengevat en op papier gezet. De professional maakt daarna een uitgebreid (gespreks) verslag. Het verslag dient binnen 5 werkdagen beschikbaar te worden gesteld aan de belanghebbende. Als de belanghebbende het verslag ondertekent en het verslag is voorzien van zijn naam, adres en een dagtekening kan het verslag functioneren als
6
aanvraagformulier voor een specialistische voorziening, als dat (mede) de uitkomst is van het gesprek. 2.2 Visie op de klantbenadering Met de decentralisatie van de Jeugdzorg, gedeelte van de AWBZ en de invoering van de Participatiewet wordt de klantengroep van de gemeente groter en meer divers. Vanaf 2013 komen de klanten van de Wajong, de Jeugdzorg en de AWBZ begeleiding, naast de klanten van al bestaande regelingen Wwb (Wet werk en bijstand) en WMO, gefaseerd onder verantwoordelijkheid van de gemeente te vallen. Gemeenten krijgen daarmee gedeeltelijke zeggenschap over de ondersteuning van hun kwetsbare inwoners. Alleen de medische ondersteuning blijft elders ondergebracht. Om de uniformiteit in de klantbenadering binnen de gemeente en haar partners zoveel mogelijk te waarborgen, om te voorkomen dat deze mensen binnen één instantie (de gemeente) met meerdere aanspreekpunten te maken krijgen en om met de decentralisaties een verandering te bewerkstelligen, heeft de gemeente Diemen enkele algemene uitgangspunten benoemd voor de wijze waarop de gemeente haar dienstverlening wil vormgeven en de klant wil benaderen. We gaan uit van het principe `Eén klant of gezin, één plan. Tussen de klantgroepen zal overlap bestaan; een klant of gezin kan gebruik maken van verschillende regelingen. De diversiteit van klanten is enorm. Het is niet ondenkbaar dat er in Diemen gezinnen zijn die gebruik maken van een uitkering, begeleiding uit de AWBZ en waarbij een kind buiten de boot valt en in aanraking komt met jeugdzorg. Voor deze gevallen geldt dat ze één aanspreekpunt hebben bij de gemeente (of een externe organisatie), dat dit aanspreekpunt eventueel andere medewerkers erbij betrekt en dat zo de vraag, niet de klant langs de verschillende cliëntondersteuners wordt geleid. De klant zal worden ondersteund bij, en worden aangesproken op, het zelfoplossend vermogen. Getracht zal worden om dát wat de klant zelf kan doen of oplossen -de zogenaamde eigen kracht- te versterken. Burgers zijn primair zelf, met behulp van hun netwerk, verantwoordelijk voor het oplossen van problemen. Zij voeren daarbij ook regie over de hulp en steun die zij nodig hebben. Dit stelt wel eisen aan de woonomgeving van de klant; schoon en toegankelijk, met laagdrempelige voorzieningen voor alle leeftijden en voor alle inwoners. Speelplekken, huisartsenzorg, vrijetijdsbesteding, advies en ondersteuning. Er zijn mensen die inwoners bijstaan met raad en daad. Mensen uit het eigen netwerk, de vrijwilligersorganisaties, het OKC (Ouder-Kind-Centrum), het Wmo-loket en de huisarts. Daar staat ook iets tegenover. We gaan er van uit dat burgers, daar waar mogelijk, actief meewerken aan de oplossing van hun eigen problemen. Lokaal aanbod waar mogelijk, regionaal of bovenregionaal waar noodzakelijk. Een vertrouwd gezicht op een vertrouwde plek. Gespecialiseerde hulp wordt zoveel mogelijk in de directe omgeving van de burger geboden. We investeren in verbindingen tussen organisaties. Het toekomstige samenwerkingsverband tussen OKC en Wmo in de Brede HOED is hiervan een voorbeeld. Om de vraag van de klant op een goede manier te behandelen, is het ook van belang om een beeld te krijgen van wat er achter die vraag schuil kan gaan. In de huidige praktijk wordt vaak met lichte methodes begonnen en als dat niet helpt wordt er steeds zwaardere zorg ingezet. De geboden zorg moet sneller, beter passen. Dit kan door aan het begin van het proces -bij het vermoeden van meer problemen of op aangeven van de klant- een uitgebreid gesprek met de klant te voeren waarin verschillende leefgebieden1 aan de orde komen. 1 Er zijn een aantal leefgebieden te benoemen, bijvoorbeeld: psychisch functioneren, fysieke gesteldheid, huisvesting,
financiën, praktisch functioneren en sociaal functioneren.
7
We geven hulp, ondersteuning en advies zo licht als mogelijk en zo zwaar als noodzakelijk. Dit geldt voor de daadwerkelijk te verstrekken voorzieningen, maar ook voor de wijze waarop de klant benaderd wordt. Alle Diemenaren hebben wel eens vragen over zorg, financiën, relaties, opvoeden en opgroeien. Door die vragen te stellen, antwoorden te zoeken en elkaar aan te spreken als iets niet goed gaat, zorgen we er voor dat een ´gewone oplossing´ gevonden kan worden. De gemeente heeft het netwerk en de instrumenten om mensen op de meest uitgebreide wijze hulp te bieden, maar er kan ook worden volstaan met een enkel gesprek, het lezen van een folder of het raadplegen van internet. Een klant die niet tevreden is met de dienstverlening van de gemeente of van één van haar partners kan zich beroepen op het klachtenreglement van de gemeente. Niet alleen heeft de gemeente een dergelijke regeling, ze verwacht dit ook van haar partners. De gemeente is zich ervan bewust dat een goede relatie tussen klant en casemanager van groot belang is voor het succes van de dienstverlening. 2.3 Werken aan perspectief en participatie Inwoners uit Diemen zijn verantwoordelijkheid om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Economische zelfredzaamheid en participatie is daarbij het streven. Aanvullende inkomensondersteuning is gericht op het bieden van perspectief. Mensen die aantoonbaar hulp nodig hebben op de leefgebieden werk en inkomen krijgen die. Deze hulp is niet vrijblijvend: mensen werken maximaal mee aan de economische zelfredzaamheid. Hierin wordt verwacht dat mensen ook gebruik maken van de eigen netwerken. De medewerkers van de gemeente ondersteunen vanuit een integrale klantbenadering waarin ruimte is voor specialisten en gaan voor de mogelijkheden die iemand heeft. Een eerste stap is gezet met de integrale klantbenadering en de uitwerking van het Brede Hoed team. Niet de regeling, maar de klant staat centraal. Maatwerk en samenwerking met maatschappelijke partners vormen hiervoor de basis. 2.4 Jeugdbeleid en transitie jeugdzorg De jeugdzorg wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. Diemen wordt daarmee verantwoordelijk voor alle zorg en ondersteuning voor de jeugd. Nu is dat al het geval voor preventieve en welzijnsfunctie in het kader van de WMO zoals het OKC (OuderKind-Centrum) en jeugd – en jongerenwerk. De visie is vastgelegd in het document Opvoeden met gezond verstand. We hebben gekozen voor een sociaal domein brede aanpak, gebaseerd op een aantal uitgangspunten: uitgaan van wat mensen kunnen, hun eigen kracht en eigen netwerk benutten; Hulp – en ondersteuning nabij; Wie ondersteuning nodig heeft moet die ook krijgen: oplossingen zijn maatwerk! Gebruik van het vrijwilligersnetwerk; Een huishouden, een plan een regisseur; Professionals krijgen de ruimte. De huidige zorg en ondersteuning gaat nog teveel uit van voorzieningen en regels (het aanbod). In de nieuwe situatie wordt meer gekeken naar wat het gezin of huishouden nodig heeft (de vraag). Van professionals die langs elkaar heen werken mag geen sprake meer zijn. We hebben in Diemen al een sterke sociale infrastructuur en uiteenlopende voorzieningen waarin inwoners gebruik van kunnen maken. Goede basisvoorzieningen zijn van invloed op preventie om zwaardere zorg te voorkomen. Belangrijke lokale professionals waar inwoners ook nu al met hun hulpvragen naar toegaan zijn de huisarts, de school, de
8
jeugdgezondheidszorg (OKC), het maatschappelijk werk, de wijkagent etc. Op deze basis willen wij verder bouwen. 3. De werkwijze binnen het Brede Hoed Netwerk – de zorgstructuur Vanuit de in hoofdstuk 2 benoemde kaders is in maart 2013 gestart met een pilot Brede Hoed Team. Met de opzet van dit team worden de beleidsvoornemens op het gebied van de Wmo, de decentralisaties en de integrale klantbenadering bij elkaar en in de praktijk gebracht. In dit hoofdstuk wordt de werkwijze binnen dit Brede Hoed Netwerk nader uitgelegd. Het Brede Hoed Netwerk in beeld:
Hieronder wordt het plaatje nader toegelicht. 3.1 Sociale netwerken In Diemen zijn vele sociale netwerken/ vindplaatsen waar vragen, wensen, problemen en signalen rondom huishoudens worden opgemerkt. Denk hierbij aan de scholen, kinderopvang, sportclubs/ vrijetijdsbesteding, het OKC, maar ook aan de zogenoemde 1e lijn, zoals de huisarts, de welzijnsconsulent of het maatschappelijk werk en de wijkverpleegkundige. Vergeet hierbij niet het informele netwerk zoals de buurman en de vrijwilligers. Veel vragen, wensen en problemen worden opgelost of vinden hun weg binnen het sociale netwerk. Er wordt informatie en advies gegeven op vragen. Wensen worden gehonoreerd en voor problemen worden oplossingen gezocht en gevonden, vooral dichtbij (fysiek en emotioneel). Daar waar de vraag, de wens of het probleem niet opgelost kan worden in de netwerken, wordt er gekeken waar dit wel kan. Daarom is het van groot belang dat de mensen die een rol hebben in de sociale netwerken of op de vindplekken op de hoogte zijn van de
9
Brede HOED en welke rol deze kan spelen voor het bieden van informatie, advies en ondersteuning. Sociale kaart Daarnaast is een up to date en goed vindbare sociale kaart onontbeerlijk. In die sociale kaart staat niet alleen de hulpverlening omschreven. De Diemense initiatieven en de informele netwerken en preventieve voorzieningen krijgen hierin ook een prominente rol. Dit is ook wat het Wmo Beleidskader, De Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl van ons vraagt. Deze sociale kaart is voor iedereen inzichtelijk, zowel voor de inwoners als voor de getrainde vrijwilligers en de professionals. Brede HOED, het gebouw De Brede HOED is een locatie in Diemen die inwoners met een vraag, wens of probleem ontvangt en speelt een belangrijk rol bij het eerste contact. Informatie over de Brede HOED is te vinden op de website. De Brede HOED is telefonisch en via de e-mail bereikbaar. Verder kunnen inwoners tijdens openingstijden binnenlopen. Hier worden de mensen ontvangen door een baliemedewerker. De professionals, de getrainde vrijwilligers en de baliemedewerkers van de Brede HOED kunnen naast het direct geven van informatie en advies ook een vraagverkennend gesprek voeren. Tijdens de vraagverkenning wordt aandachtvol geluisterd en aangesloten bij de vraag die gesteld wordt. Als het een enkelvoudige en eenvoudige vraag is dan zal de baliemedewerker deze beantwoorden of zo nodig doorverwijzen naar de betreffende cliëntondersteuner. In het geval van een meervoudige en/of complexe vraag wordt deze doorgeleid naar een gespecialiseerde cliëntondersteuner met een brede blik voor het Brede Gesprek. Multi-problem-vragen vinden meteen hun plek in het BHT van het Brede Hoed Team. Als er uit het vraagverkennende gesprek blijkt dat de enkelvoudige vraag direct doorverwezen moet worden naar een backoffice, dan is dit zonder tussenkomst van de 1 e lijn en het Brede Hoed Team mogelijk. Welke rollen kunnen we binnen de sociale netwerken en op de vindplaatsen onder meer onderscheiden (in hoofdstuk 4 worden de termen nader uitgelegd): Informeel: - Informele netwerk - Vrijwilliger Formeel: - Beroepskracht (zoals IB’er/ SMW’er) professional in een andere organisatie - Baliemedewerker - Clientondersteuner - Beslisser - Generalist Welke taken vinden plaats binnen de sociale netwerken en op de vindplaatsen (de taken zijn in hoofdstuk 4 nader uitgewerkt): - vraagverkenning (door de cliëntondersteuner, getrainde vrijwilliger, informele netwerk en de baliemedewerker van de Brede HOED) - geven van informatie en advies (door iedereen) - signalering (door iedereen) Wat is er nodig op de vindplaatsen: - sociale kaart - informatie over de Brede HOED in relatie tot de totale lokale structuur
10
-
methodiek vraagverkenning
3.2 Het Brede Hoed Netwerk Het Brede Hoed Netwerk bevat alle professionals in de 1e lijn op het gebied van welzijn, zorg, participatie, inkomen, die inwoners ondersteunen bij de vragen die zij tegenkomen op hun levenspad. Binnen het netwerk werken verschillende gespecialiseerde cliëntondersteuners met een brede blik. Zij voeren het Brede Gesprek, bieden ondersteuning en zetten samen met de inwoners acties uit waarop zo nodig wordt bijgestuurd. Een aantal van deze cliëntondersteuners participeren in het Brede Hoed Team (BHT). Dit team is een onderdeel van het netwerk. De leden van het team zijn generalistische cliëntondersteuners. Dit betekent dat zij naast hun specialisme de rol van casemanager en hulpverlener hebben voor een huishouden dat zelf geen regie meer heeft met meervoudige of complexe problemen. De casemanager organiseert overleg en afstemming tussen de betrokken zorgverleners en het huishouden. 3.2.1 De 1e lijn Bij de 1e lijn kunnen de inwoners van Diemen direct terecht, met hun vraag, probleem of wens. De cliëntondersteuner voert eerst vraagverkenning uit, om zo de vraag achter de vraag te analyseren. Als blijkt dat de vraag enkelvoudig en eenvoudig is, geeft de cliëntondersteuner informatie en advies en verwijst zo nodig (warm) door. Mocht uit de vraagverkenning blijken dat er meer aan de hand is, dan wordt het Brede Gesprek gevoerd. Dit wordt gevoerd door een aantal cliëntondersteuners met een brede blik. Ze hebben daarvoor de juiste competenties en zijn hiervoor getraind zijn. Zij zijn dan ook lid van het Brede Hoed Netwerk. Het Brede Gesprek vindt plaats op afspraak. De locatie is de Brede HOED, op het kantoor van een cliëntondersteuner in Diemen, bij inwoners thuis, of op school, peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. In de uitnodiging voor het Brede Gesprek wordt de inwoner er op gewezen dat deze zich kan laten bijstaan door een derde. Ook kan de inwoner zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde om het Brede Gesprek te voeren. In het Brede Gesprek wordt brede vraaggestuurde vraagverheldering toegepast waarbij de volgende vier oplossingkaders aan de orde komen: het inzetten van eigen kracht van de burger, het bevorderen van het gebruik van het sociale netwerk, inventariseren en inzetten van voorliggende voorzieningen en organiseren van het afspreken van resultaten en het inzetten van oplossingen en arrangementen. De vraaggestuurde vraagverheldering vindt plaats aan de hand van de Zelfredzaamheidmatrix (zie in de bijlage), zodat alle levensgebieden volledig in beeld zijn. De cliëntondersteuner bedenkt creatieve oplossingen, denkt out of the box, durft en kijkt over de schaduw van de eigen organisatie heen. De oplossing is zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig. Naast de cliënt, krijgt ook de rol van de mantelzorger de nadruk. In het eerste contact zal gevraagd worden naar deze mantelzorger en deze zal betrokken worden bij het proces. Hierbij is ook aandacht voor situaties waarin er weinig steun van buren en bekenden te verwachten is en situaties waarin `de lamme de blinde leidt` en er voor moet worden gewaakt dat het netwerk niet zelf omvalt. Na het voeren van het Brede Gesprek biedt de specialistische cliëntondersteuner met een brede blik bij enkelvoudige vragen en meervoudige vragen ondersteuning. Deze zet acties uit en stuurt hierop samen met de cliënt.
11
Bij doorverwijzing naar een andere cliëntondersteuner zal er sprake zijn van een goede overdracht, zodat de klant niet nog een keer uitgebreid zijn verhaal hoeft te vertellen. Hierbij worden afspraken gemaakt over de privacy van de inwoner en wordt de inwoner gerichte toestemming gevraagd om gegevens tussen cliëntondersteuners uit te wisselen. Het verslag van het Brede Gesprek wordt door de inwoner en de cliëntondersteuner ondertekend. Dit ondertekende verslag is, zo nodig, een aanvraag voor specialistische voorzieningen en andere 2e lijns inzet die om een indicatie vraagt. De inwoner bewaakt, eventueel samen met de cliëntondersteuner, de acties die volgen uit het verslag van het Brede Gesprek. Indien de inwoner zich niet kan vinden in het verslag, dan kan deze zijn zienswijze geven, aanvullend op het verslag. Deze zienswijze ondertekent de inwoner. De inwoner kan alsnog een aanvraag indienen bij de gemeente. Hiervoor geldt de gebruikelijke rechtsgang. Als blijkt uit het Brede Gesprek dat het vraagstuk meervoudig en complex is en/ of er wordt getwijfeld over de eigen regie van het huishouden, dan wordt deze ingebracht in het Brede Hoed Team door de cliëntondersteuner die het Brede Gesprek gevoerd heeft. Er zijn huishoudens waar niet willen/ niet kunnen en een onveilige situatie een rol speelt. Hiervoor geldt de Wet Meldcode. Bij onveilige situaties wordt van de professional verwacht in melden volgens de bekende afspraken. De coördinator van het Brede Hoed Team wordt hiervan op de hoogte gesteld. Zodat in samenspraak wordt bepaald welke route bewandeld gaat worden. De specialistische cliëntondersteuners met een brede blik werken vanuit de moederorganisatie. Indien mogelijk werken zij in het Brede HOED gebouw, zodat de lijnen in het werkveld kort zijn. In bijlage 1 is aangegeven welke 1e lijn functies in het Brede Hoed Netwerk zitten. Welke rollen kunnen we in de 1e lijn onder meer onderscheiden - Gespecialiseerde cliëntondersteuner met brede blik - Beslisser Welke -
taken vinden plaats in de 1e lijn geven van informatie en advies vraagverkenning vraagverheldering cliëntondersteuning
Wat is -
er nodig voor de 1e lijn: sociale kaart methodiek vraagverkenning methodiek vraagverheldering zelfredzaamheidmatrix (zie bijlage) schema schuldhulpverlening samenwerkingsafspraken met partners ICT-registratietool om in samen te werken
3.2.2 Het Brede Hoed Team De doelgroep van het Brede Hoed Team (BHT) zijn kwetsbare huishoudens die niet zelf regie kunnen voeren.
12
Het BHT beoogt tot een gedragsverandering van de klant te komen met daarbij het optimaliseren van de zelfredzaamheid en vergroten van de participatie van de klant als uitgangspunt. Het huidige gedrag leidde niet tot oplossingen, dus wordt samen gezocht naar een passende gedragsverandering die wel tot oplossingen zal leiden. Dit wordt gedaan aan de hand van methodisch werken, waarbij De Kanteling in de praktijk wordt gebracht. De eigen kracht wordt ingezet en het netwerk wordt benut (zie voor verdere uitwerking paragraaf 3.4). Het team is een team van specialisten uit verschillende disciplines die beschikken over een generalistische blik en die in staat zijn ondersteuning aan huishoudens in de volle breedte te verzorgen. De leden zijn generalist naar het gezin en specialist naar de andere leden van het team. De leden werken als casemanager en zijn daadwerkelijk aan de slag in een huishouden. Een aantal leden zullen alleen als specialist bij het BHT betrokken zijn. Zij werken niet als casemanager in een huishouden. De leden van het BHT worden vanuit de eigen organisatie gedetacheerd bij het BHT (gemeente). Zij blijven wel in dienst bij hun moederorganisatie, om verbinding te houden met hun specialisatie en om flexibel inzetbaar te zijn. De leden hebben het Brede HOED gebouw als uitvalsbasis. Het team heeft multi-probleem vraagstukken onder haar hoede, verdeelt deze en stuurt erop. Ook hoort collegiaal consult tot het takenpakket van het BHT. Collega’s uit het netwerk kunnen vastgelopen casussen inbrengen of specifieke signalen bespreken. De 1e lijn werkt als een schil rondom het BHT. Als het huishouden wordt aangemeld door een een collega uit het netwerk (bijv de IB’er van een school), dan verzorgt het BHT een terugkoppeling aan de IB’er. Het BHT gebruikt het verslag van Het Brede Gesprek als input voor het bespreken van de casus in het team: hierbij wordt de casus uitgediept. Hiervoor wordt de Zelfredzaamheidmatrix gebruikt. Er wordt een verdiepend gesprek gevoerd met de cliënt om samen te komen tot een plan van aanpak. Dit betekent dat er altijd een startgesprek met het huishouden, het netwerk en de hulpverleners er omheen gevoerd wordt. Hierbij wordt methodisch gewerkt. De generalist uit het meest dominante levensgebied is het aangewezen lid om het verdiepende gesprek te voeren en om / het aanspreekpunt/ de hulp/ de centrale hulpverlener) voor het huishouden te zijn. Het verschil tussen de specialistische cliëntondersteuners met een brede blik uit de 1e lijn en de generalisten in het team is dat de generalisten werken bij huishoudens met een complexe of multi-problem vraag, waarbij de eigen regie van het huishouden niet of nauwelijks aanwezig is. De generalisten zijn gedetacheerd bij het BHT en de cliëntondersteuners werken vanuit de eigen organisatie. Bij meervoudige en complexe vraagstukken is het noodzakelijk dat er regie en coördinatie wordt gevoerd over de situatie van de klant. Mogelijk kan de cliënt of het netwerk dit zelf. Anders voert een generalist uit het BHT het casemanagement. Bij de uitvoering van casemanagement (1 gezin, 1 plan, 1 regisseur) is er sprake van een complexe hulpverlenings- of zorgsituatie waarbij meer hulpverleners betrokken zijn en waarbij het huishouden/ de cliënt niet zelf de regie kan voeren. De casemanager organiseert overleg en afstemming tussen die zorgverleners. Zo wordt er bij casemanagement altijd afstemming gezocht met de huisarts. Hierover worden nadere afspraken gemaakt met de huisartsen. Voor situaties waar het gaat om het niet willen/ niet kunnen van ouders en de veiligheid is in het geding, worden nadere werkafspraken gemaakt tussen de partijen.
13
Indien escalatie nodig is binnen een casus, wordt hier een escalatiemodel ingezet. In eerste instantie wordt er overlegd met de coördinator van het BHT. Deze zal interveniëren. Mocht dit niet doeltreffend blijken, dan volgt de escalatie de weg via de wethouder en dan de burgemeester. Pool van deskundigen Bij ingewikkelde casuïstiek kan een deskundige voor dat specifieke specialisme worden ingezet, denk aan een psychiater. Deze deskundigen werken bovenregionaal en kunnen ingezet worden bij meerdere gemeenten. Het BHT is een onderdeel van een keten. Mocht het huishouden weer eigen regie voeren en casemanagement door een generalist niet meer noodzakelijk zijn, dan wordt de casus voor het team afgesloten. In overeenstemming met het huishouden wordt de begeleiding overgenomen door een specialistische cliëntondersteuner met een brede blik uit de 1e lijn. Deze houdt ook eventueel ‘vinger aan de pols’. De generalist uit het BHT kan ook die cliëntondersteuner zijn, die de cliënt vanuit zijn rol als cliëntondersteuner zal ondersteunen. Mocht specialistische zorg nodig zijn of een maatwerkvoorziening, dan wordt het verslag van het Brede Gesprek en het Plan van Aanpak bij de betreffende backoffice ingediend als aanvraag. Op specifieke onderdelen verzorgt het BHT zelf de toegang naar specialistische voorzieningen. Binnen een casus wordt nauw samengewerkt met werkers uit het netwerk. Welke rol in het BHT - generalist naar buiten - specialist naar binnen Welke -
taken vinden plaats in het BHT Collegiale consultatie Vraagverheldering Vraagverdieping breed Casemanagement Methodisch werken
Wat is -
er nodig in het BHT: sociale kaart methodiek vraagverheldering methodiek casemanagement samenwerkingsafspraken met partners ICT: registratietool om in samen te werken
3.3 Backoffice Voor specialistische zorg en maatwerkvoorzieningen is toegang nodig. In de onderstaande tabel is in kaart gebracht welke toegang voor welke zorg en welke voorziening nodig is in de toekomstige situatie (per 2015), dit is nog niet uitgekristalliseerd. Gemeente
Gemeente backoffice
backoffice
participatie
huisarts
BHT
zorgverze
CIZ
keraar
Wmo/ jeugdzorg Participatie
X
Wmo
X
Jeugdzorg
x
X
x
x
14
Zorgverzekeringswet
X
WLIZ (Wet langdurig
x X
intensieve zorg)
Zoals hierboven duidelijk wordt, is bij een multi-problem vraag waar meer type specialistische zorg of maatwerkvoorzieningen nodig is, adequate samenwerking tussen toegangspoorten en hulpverleners noodzakelijk. Hierin spelen de generalisten uit het BHT een prominente rol. Het verschil tussen de beslisser uit de backoffice en de cliëntondersteuner uit de 1e lijn en de generalist uit het BHT is dat de beslisser een wettelijke taak heeft. Hij/zij beoordeelt de aanvraag. Deze objectiveert en weegt af en zoekt naar de goedkoopst en/of adequate inzet. De beslissers uit de gemeentelijke backoffice Wmo/ jeugdzorg en participatie maken onderdeel uit van het Brede Hoed Netwerk. Van de beslissers uit de gemeentelijke backoffices wordt verwacht dat zij het Brede Gesprek kunnen voeren, dat zij een brede blik hebben, dat zij een aanvraag kunnen beoordelen en zo nodig een verdiepend gesprek kunnen voeren gericht op de aanvraag. Ook geven zij specialistische informatie en advies, gericht op de aanvraag. Aanvragen kunnen door de inwoners immers ook direct bij de backoffices ingediend worden. De beslisser voert dan het Brede Gesprek. Zo nodig brengt de beslisser de casus in bij het BHT (als deze multi-problem of complex en zonder eigen regie lijkt te zijn). Ook kan de beslisser de cliënt verwijzen naar een andere specialistische cliëntondersteuner met een brede blik in de 1e lijn. Tijdens het Brede Gesprek voert de beslisser een open gesprek, waarbij alle levensdomeinen aan de orde komen. Indien nodig voert de (collega) beslisser een verdiepend gesprek en geeft specialistische informatie en advies, gericht op de aanvraag. Indien er vragen zijn waarvoor deskundigheid op sociaal medisch gebied is vereist wordt de medisch adviseur (arts) ingeschakeld. Als de aanvraag vanuit het BHT komt, wordt door de beslisser altijd het BHT geconsulteerd. De backoffice Wmo/ jeugdzorg werkt in het Brede HOED gebouw. Dit geeft korte lijnen met de 1e lijn, de generalisten uit het BHT de 2e lijn voorzieningen en de huisartsen. De backoffice participatie werkt vanuit het gemeentehuis en zal zo veel als mogelijk aansluiting zoeken bij de 1e lijn en de generalisten uit het BHT.
Het$Gesprek$
Welke rol in de backoffice - beslisser (cliëntondersteuner en indicatiesteller)
Vraag-
Resultaten Oplossingen afspreken
Welke -
Eerste taken vinden plaats in de backoffice verheldevraagverheldering contact vraagverdieping gericht ring op aanvraag indicatiestelling/ beoordeling
Arrangement
Wat is -
er nodig in de backoffice: sociale kaart Toewijzing methodiek vraagverheldering voorzieninmethodiek indicatiestelling inkoopcontracten en samenwerkingsafspraken met partners gen ICT: registratietool en afhandelings&betalingstool
3.4 De werkwijze van het Brede Hoed Netwerk – methoden en technieken
15
Het Brede Hoed netwerk zal werken met een aantal verschillende methoden en technieken om de klant zo goed mogelijk te ondersteunen. De cliëntondersteuners krijgen trainingen en handvatten om de nieuwe werkwijze zo goed mogelijk in te zetten. Dit is een belangrijk aandachtspunt, omdat vaak blijkt dat een dergelijk omslag in werken tijd kost en snel verwatert. De hier genoemde methoden zijn met uitgebreide toelichting opgenomen in bijlage 3. Inzetten Eigen Kracht De cliëntondersteuners, de generalisten en de beslissers zal geleerd worden hoe ze kunnen bepalen wat de eigen kracht van mensen is. - Focus op de kracht van de mensen. Dus ga van ‘oplossen voor’ naar ‘meedenken met’. - Inventarisatie van krachten (positieve competenties of eigenschappen, zoals veerkracht, doorzettingsvermogen, intelligentie, sociale vaardigheden) en bronnen (het totale beeld van competenties, achtergrond, sociale relaties, normen, waarden, lidmaatschappen etc.). - Vaststellen van ambities (wat wil iemand bereiken, waar droomt iemand van, wat is haalbaar?) en behoeften (acceptatie, empathie, vertrouwen, betekenis, uitdaging, stimulering etc.). - Uitgaan van kansen en mogelijkheden, niet van beperkingen
- Inzetten van beschermende factoren Het sociale netwerk In het kader van De Kanteling wordt als tweede oplossing het ondersteunen van het sociale netwerk genoemd. Het ondersteunen en activeren van het sociale netwerk moet niet gezien worden als een goedkope oplossing en vervanging van professionele krachten. Het activeren van het sociale netwerk biedt voor zowel de inwoner als voor de personen in dat netwerk veel kansen en mogelijkheden. Er zijn verschillende manieren om dit netwerk in beeld te krijgen. Dit kan bijvoorbeeld door het maken van een ecogram of door het inzetten van de werkwijze `Sociale Netwerk Strategieën`. Methodisch werken| casemanagement De bovenstaande werkwijzen zijn handvatten om de juiste informatie te vergaren en een breed beeld van de klant te krijgen. Alleen het hebben van die informatie is echter niet genoeg. Met de informatie gaan we binnen het BHT gestructureerd, methodisch, aan de slag. Methodisch werken is een vorm van procesbesturing. Het heeft als doel iets op een beheerste, gestructureerde en gecontroleerde wijze te laten verlopen. Methodisch werken heeft vier kenmerken: 1. Het handelen is doelgericht. 2. Het handelen is systematisch: het verloopt volgens van te voren geplande stappen. Deze stappen zijn afgeleid van de doelstelling. 3. Het handelen is procesmatig: de verschillende stappen sluiten op elkaar aan. Daarbij wordt rekening gehouden met het effect dat de ene stap op de andere heeft. 4. Het handelen is bewust: De uitvoerder weet wat hij doet (planning) en waarom (doel). Methodisch werken betekent 'handelen volgens een bepaald patroon'. Voor een uitgebreide uitleg van de gebruikte methoden en werkwijzen verwijzen we graag naar bijlage 3. 4. Functies binnen het Brede Hoed Netwerk Binnen het Brede Hoed Netwerk zijn verschillende functies te onderscheiden, deze zijn in de tabel hieronder weergegeven:
16
functie
taak
Baliemedewerker
Info
en
advies/
rol
positie
type vraagstukken
gastvrouw/heer
gemeente
Eenvoudig
Verkenning
en
enkelvoudig
Specialistische
Verkenning/
procesbegeleider
cliëntondersteuner
Verheldering/
met brede blik
cliënt
Eigen
Enkelvoudig
of
organisatie
meervoudig
met
eigen regie
ondersteuning Generalist
Vraagverheldering/ verdieping
casemanager
breed/
Brede Hoed
Meervoudig
Team
complex met twijfel
casemanagement/
of
of geen eigen regie
Methodisch werken Specialist
Methodisch werken
specialist
Brede Hoed
Specialistische
Team
op
hulp
specifiek
levensdomein Coördinator
Coachen/
coördinator
gemeente
Coördineren
beoordelaar
gemeente
Toegang
faciliteren Beslisser
Vraagverheldering/ vraagverdieping gericht
naar e
maatwerk- of 2 lijn op
voorzieningen
aanvraag/ indicatiesteller
In bijlage 2 zijn de functies van generalist, specialist en specialistische cliëntondersteuner met een brede blik in de 1e lijn nader uitgewerkt. 4.1 Taken binnen het Brede Hoed Netwerk Vraagverkenning Een vraagverkennend gesprek is een kort gesprek van enkele minuten om te bezien of iemand op de juiste plek is. De vraagverkennende gesprekken worden door de signaleerders, de baliemedewerkers van de Brede HOED, 1e lijn en de beslissers gevoerd en kunnen verlopen aan de hand van een protocol, een richtlijn en/of een beslisboom. Doel is op efficiënte wijze uitzoeken of de bezoeker aan het juiste adres is. In ieder geval wordt de vraag verstaan en her- of verkend. Afhankelijk van de situatie kan de bezoeker gericht worden doorverwezen, schriftelijke informatie meekrijgen en\of advies krijgen. Indien er sprake is van behoefte aan meer informatie, advies en ondersteuning volgt direct een gesprek of wordt een afspraak gepland voor een gesprek met een van de leden van het Brede Hoed Netwerk: de vraaggestuurde vraagverheldering volgt. Vraagverheldering: Het Brede Gesprek Deze gesprekken zijn langer van duur dan de vraagverkenning. Doel is op relatief snelle wijze inzicht te krijgen in een vraag (en eventuele achterliggende vragen). De vraag stuurt Het Gesprek. De eerste start is het letterlijk noteren van de eerste vraag die de aanleiding is tot het contact. Met het toepassen van vraaganalyse (via de zelfredzaamheidmatrix) komt men tot de kern van de vraag. Hierbij wordt rekening gehouden met de persoon achter de vraag. In de uitnodiging voor het Brede Gesprek wordt de inwoner er op gewezen dat deze zich kan laten bijstaan door een derde. Ook
17
kan de inwoner zich Gesprek te voeren.
laten vertegenwoordigen door een gemachtigde om het Brede
Professionaliteit ten aanzien van de gespreksvoering en kennis van het werkveld zijn voorwaarden. Indien de vraag niet complex van aard is, kan deze gelijk opgelost worden door toe te leiden of te regelen. Zijn de omstandigheden van de vrager complex, dan zijn mogelijk meerdere gesprekken noodzakelijk. Tijdens de vraagverheldering worden resultaten en oplossingen besproken. De vier soorten oplossingen zijn: 1. Aanspreken van eigen kracht 2. Benutten van het sociale netwerk 3. Inzetten van algemene en/of voorliggende voorzieningen 4. Inzetten van individuele voorzieningen Na de vraagverheldering wordt in overleg met bezoeker en/of collega’s besloten of iemand wel of niet ondersteuning nodig heeft. Deze ondersteuning wordt in eerste instantie door de generalistische clientondersteuner met een brede blik geboden. Het is daarbij ook mogelijk dat meer of intensievere ondersteuning, begeleiding of hulpverlening vereist is. In dat geval wordt een bezoeker warm doorverwezen naar een specialist. Bij een complexe hulpvraag wordt het BHT ingezet. Signalering Signaleren is actief opmerken of onderzoeken dat er een probleem speelt. Zowel het informele netwerk als het formele Brede Hoed Netwerk en de overige organisaties voor wonen, welzijn, zorg, inkomensondersteuning, onderwijs en leefbaarheid vangen signalen op en spelen deze door. Het Brede HOED gebouw is de centrale plek voor ontvangst en doorgeven van signalen in Diemen. Informatie Er is veel informatie voorhanden. Zo veel zelfs dat niet alle professionals meer weten wat er is en veel inwoners door de bomen het bos niet meer zien. Het is van belang dat er een optimale sociale kaart wordt gerealiseerd c.q. een kennisbank met informatie over diensten en producten die bij het geven van informatie, advies en ondersteuning van belang zijn. Ook zal toegang tot het internet voor de bezoeker van de Brede HOED meerwaarde bieden. Een selectie van relevant informatiemateriaal is in de Brede HOED beschikbaar om door de bezoeker meegenomen te worden. Advies Advies is het zo nodig ondersteunen van de bezoeker bij het maken van een keuze. De gegeven vraagafhankelijke informatie is een van de twee delen van het advies; het andere deel bestaat uit het zo nodig ondersteunen van de bezoeker bij het maken van een keuze. Toeleiding Bij toeleiding is er sprake het regelen of organiseren van afdoende zorg of ondersteuning door een andere partij. De klant wordt hierbij ondersteund. Clientondersteuning Ondersteuning kan breed ingevuld worden: het regelen van antwoorden op de vragen en het oplossen van problemen. Ondersteuning richt zich op alle levensgebieden van een burger. Voorbeelden zijn ondersteuning bij financiële problemen, opvoedingsvraagstukken, het vinden van werk of scholing, het opbouwen of versterken van het sociale netwerk of materiële ondersteuning. Casemanagement Bij de uitvoering van casemanagement is er sprake van een complexe hulpverlenings- of zorgsituatie waarbij meer hulpverleners betrokken zijn. De casemanager organiseert overleg en afstemming tussen die zorgverleners. De hulpverlener uit het meest dominante levensgebied is de aangewezen casemanager.
18
Beoordelen Als blijkt uit Het Brede Gesprek dat de inwoner gecompenseerd zou moeten worden door een maatwerkvoorziening of door specialistische hulpverlening, dan wordt een aanvraag gedaan. In het verlengde van aanvraag ligt de indicatie. Behalve op rechtmatigheid wordt de aanvraag aan de hand van criteria beoordeeld op doelmatigheid, adequaatheid en op de vraag of de voorziening in de gegeven omstandigheid adequaat en het goedkoopst is. Het doel van de indicatie is na te gaan of de vraag voldoet aan de gestelde criteria. Verder kan nagegaan worden of de inwoner zelf in staat is om in (een deel van) de voorziening zelf te voorzien. Toewijzing is een positief (indicatie)besluit. Er wordt bepaald dat iemand iets krijgt. 4.2 Rollen binnen het Brede Hoed Netwerk Rollen baliemedewerker 1. Kennisdrager De baliemedewerker is een kennisdrager. Hij/zij bezit algemene kennis rondom de levensgebieden van de klant. Deze kennis is voorhanden vanuit de eigen professie en de sociale kaart. Daarnaast is kennis van Diemen nodig. Verder is (basis) kennis nodig van wetten en regelingen, jeugd en opvoeden, ouderenzorg, verslaving, (l)vb en psychiatrische stoornissen. 2. Informatie en advies gever De baliemedewerker is laagdrempelig toegankelijk voor alle inwoners van Diemen. Mensen kunnen bij hem/ haar terecht met vragen, problemen en wensen. De baliemedewerker helpt de klant op weg bij eenvoudige en enkelvoudige vragen. De baliemedewerker verwijst door en maakt afspraken. De klant heeft hierbij volledig eigen regie. Hierbij maakt de baliemedewerker gebruik van de sociale kaart van Diemen en de korte lijnen binnen het Brede HOED Gebouw en het Brede Hoed Netwerk. Rollen specialistische cliëntondersteuner met een brede blik: 1. Kennisdrager/ informatie en advies De cliëntondersteuner is een kennisdrager. Deze heeft alle benodigde kennis rondom de levensgebieden van de klant. Deze kennis is voorhanden vanuit de eigen professie. Daarnaast is kennis van Diemen nodig. Verder is (basis) kennis nodig van de transities, wetten en regelingen, jeugd en opvoeden, ouderenzorg, verslaving, (l)vb en psychiatrische stoornissen. 2. Procesbegeleider (toeleiding en clientondersteuning) De cliëntondersteuner is begeleider van het proces van de klant. De klant heeft een vraag of een probleem en is zelf de regisseur van het proces van het beantwoorden van de vraag of het oplossen van het probleem. De procesbegeleider loopt mee in het proces van de klant en pakt minimaal de regie. De cliëntondersteuner stimuleert, confronteert en motiveert, ondersteunt, activeert de klant om te komen tot geschikte resultaten en oplossingen. Rollen generalist (naar buiten)/specialist (naar binnen): 1. Kennisdrager De generalist is een kennisdrager. Deze heeft alle benodigde kennis rondom de levensgebieden van de klant. Deze kennis is voorhanden vanuit de eigen professie. Daarnaast is kennis van Diemen nodig. Verder is (basis) kennis nodig van de transities, wetten en regelingen, jeugd en opvoeden, ouderenzorg, verslaving, (l)vb en psychiatrische stoornissen. 2. Casemanager De generalist is casemanager (1 gezin, 1 plan, 1 regisseur). De casemanager vormt het aanspreekpunt voor zowel de hulpvrager als de betrokken hulpverlenende instanties. De casemanager is reisgenoot in plaats van reisagent en heeft een intensieve relatie met de
19
hulpvrager. Het is noodzakelijk dat een casemanager niet alleen maar een case aan het managen is maar daadwerkelijk zelf ondersteuning biedt in plaats van slechts aan het schakelen is tussen hulpverleners. Gaat op pad met de cliënt.
Rollen beslisser 1. Kennisdrager De indicatiesteller is een kennisdrager. Deze heeft alle benodigde kennis rondom de levensgebieden van de klant. Deze kennis is voorhanden vanuit de eigen professie. Daarnaast is kennis van Diemen nodig. 2. Beoordelaar De beslisser beoordeelt de aanvraag van de klant. Is de aanvraag volledig? Daarna wordt de aanvraag getoetst aan wet- en regelgeving en de Diemense verordeningen. Zo nodig heeft de beslisser een verdiepend vraagverhelderingsgesprek waarbij specifiek ingegaan wordt op hetgeen aangevraagd is door de klant. De aanvraag wordt beoordeeld, geobjectiveerd en afgewogen. Er wordt gezocht naar een goedkoop/ adequate oplossing. Er is inhoudelijke kennis nodig van wetten, regelingen en verordeningen, jeugd en opvoeden, ouderenzorg, verslaving, (l)vb en psychiatrische stoornissen.
20
Bijlage 1. 1e lijn Brede Hoed netwerk en het BHT De leden uit de 1e lijn in het brede Hoed netwerk zijn specialistische cliëntondersteuners met een brede blik. Zij hebben de training het Brede gesprek gevolgd en met goed gevolg afgerond of volgen deze binnenkort. Daarnaast werken zij in de gezamenlijke registratieapplicatie. - Steunpunt Huiselijk Geweld - Jeugd GGZ - Algemeen maatschappelijk Werk - Participatiecoach - Schuldhulpverlener - Opvoedadviseur - Jeugdgezondheidszorg - Ouderenadviseur - Sociaal raadsvrouw - Thuiszorgorganisatie (case manager dementie) BHT: organisatie BJAA MEE ABC MaDi GGD JGZ GGD Vangnet gemeente Arkin Altra Spirit HVO Querido Amstelring
functie Aansluitmedewerker consulent Schoolmaatschappelijk werker AMW Sociaal verpleegkundige/ arts Medewerker Vangnet Participatiecoach SPV JMW JMW Woonbegeleider Thuisbegeleiding
Specifieke expertise Jeugd, vrijwillig en gedwongen kader LVG/ LB Schoolmaatschappelijk werk Maatschappelijk werk Jeugd en gezondheid Zorg coördinatie en casemanagement Werk/ inkomen/ schuldhulpverlening GGZ POH/ Verslavingszorg Gezinscoach Gezinscoach GGZ Ontregelde huishoudens
Beslissers: - Participatiecoaches - Wmo-consulenten - Leerplicht Signaleerders/ beroepskracht| professional in een andere organisatie - Pedagogisch medewerkers van de peuterspeelzalen en de kinderopvang - Huisarts en praktijkondersteuners - Politie - Woningcorporatie - MOC Kabouterhuis - Welzijn/ jongerenwerker - Leerkracht - Intern begeleider - Ouder contactfunctionaris - Vluchtelingenwerk - Aanbieders lichte ondersteuning voor kinderen met kleine problemen ( Sta Sterk Training, piep zij de muis, en nu ik, Scool is Cool, etc.) - Voedselbank - (Kinder)fysio Informeel netwerk - Clubs/ Sportclubs/cultuur - Belangenorganisaties en Ouderenbonden
21
Bijlage 2. Functie- en competentieprofielen Brede Hoed Netwerk Attitude leden van het Brede Hoed Netwerk - Open, neutraal, met respect en met invoelend vermogen luisteren; vol-ledig - Reageren op de feitelijke waarnemingen (gedrag) - (H)erkennen van gevoelens - Gericht doorvragen met open vragen (vraaganalyse) - Insteek met ‘ja en ..’ in plaats van ‘ ja, maar..’ of ‘nee, want..’ Cultuurwaarden Brede Hoed Netwerk 1. Gezond verstand: We doen gewoon en zoeken naar oplossingen die dicht bij mensen liggen. 2. Bieden van een perspectief:
Denken in kansen en mogelijkheden. We problematiseren niet maar nemen de (achter of onderliggende) vraag, waar de klant aan wil werken als uitgangspunt. We willen resultaatgericht naar realistische oplossingen zoeken en daar planmatig aan werken. 3. Vernieuwend en duurzaam:
We proberen nieuwe dingen uit. We bieden ruimte aan de bewoner om vaardigheden eigen te
maken en vertrouwen dat ze vaardigheden hebben, we nemen niet over. 4. Verbindend:
Investeren in informele netwerken van de cliënt, als je eruit stapt, is het overgenomen door het
netwerk, het is een stevig bouwwerk als je vertrekt. 5. Betrouwbaar en zichtbaar:
We doen wat we zeggen en zeggen wat we doen. We zijn bekend in Diemen en zijn er wanneer dat nodig is. 6. Wederkerigheid:
We verlangen ook eigen inspanningen van de bewoner, we nemen hen serieus in hun ‘eigen kracht’. Functie- en competentieprofiel generalist Resultaatgebieden 1. Het voeren van gesprekken met huishoudens conform de uitgangspunten van het Brede Gesprek. - Doel is op relatief snelle wijze inzicht te krijgen in een vraag (en eventuele achterliggende vragen). - Met het toepassen van vraaganalyse (via de zelfredzaamheidmatrix) komt men tot de kern van de vraag. Hierbij wordt rekening gehouden met de persoon achter de vraag. - De doelen op de verschillende levensdomeinen zijn de basis voor het vervolgtraject. 2. Het uitvoeren van activering, hulpverlening en casemanagement voor de huishoudens binnen de caseload. - Een complexe hulpverlening- of zorgsituatie waarbij meer hulpverleners betrokken zijn, waarbij huishouden geen eigen regie heeft. - De casemanager organiseert overleg en afstemming tussen huishouden en die zorgverleners en stelt gezamenlijk een plan van aanpak op. - De casemanager is het aanspreekpunt voor zowel de hulpvrager als de betrokken hulpverlenende instanties. - De casemanager is reisgenoot in plaats van reisagent en heeft een intensieve relatie met de hulpvrager. Het is noodzakelijk dat een casemanager niet alleen maar een case aan het managen is maar daadwerkelijk zelf ondersteuning biedt in plaats van slechts aan het schakelen is tussen hulpverleners. Gaat op pad met de cliënt. 3. Participeren in het BHT - leveren van specialistische input bij het bespreken van casussen in het BHT overleg
22
-
ondersteunen van huishoudens op het specialistische levensdomein, waarbij een andere generalist of gespecialiseerde cliënt ondersteuner op de 1 e lijn casemanager is.
Functiekenmerken - Relevante specialisme op het zorg- en welzijnsterrein met HBO werk en denkniveau - Generieke kennis op het gebied van wonen, welzijn, zorg en financiën en specifiek de Diemense sociale kaart - Kennis van relevante wet- en regelgeving - Beschikt over goede gespreksvaardigheden - Ziet samenhang en verbindt verschillende werelden - Beschikt over relevante methodieken om huishoudens adequaat te ondersteunen en hun eigen kracht en regie te versterken - Past waar nodig crisisinterventie toe, neemt snel beslissingen - Goede computervaardigheden om te schakelen tussen verschillende systemen - Houdt rekening met privacy, wetgeving en protocollen - Is kostenbewust en kan vanuit daaruit inschatten welke ondersteuning het best kan worden ingezet Contacten - met de coördinator om af te stemmen over operationele aangelegenheden - met de teamleden en collega hulp- en zorgverleners om af te stemmen over de voorgang van huishoudens - met de huishoudens om vraagverheldering toe te passen, een plan van aanpak op te stellen en het huishouden methodisch te ondersteunen Competenties - Creativiteit o Bedenken van originele of nieuwe ideeën en oplossingen o Verder kijken dan voor de hand liggende oplossingen o Denken in termen van kansen en mogelijkheden o Verbinden van concepten en denkwijzen uit verschillende vakgebieden o Komt met ideeën buiten bestaande kaders - Zelfontwikkeling o Besteedt tijd en energie aan eigen ontwikkeling o Is erop gespitst zichzelf te verbreden/ of te verdiepen o Kent eigen sterke en zwakke punten o Leert van gemaakte fouten - Durf o Heeft zicht op reikwijdte van het risico dat genomen wordt o Kiest liever voor een veelbelovend plan waar nog niet alles van te overzien is dan voor een middelmatig plan dat volledige zekerheid biedt o Draag zelf verantwoordelijkheid voor de gekozen acties o Heeft het lef fouten toe te geven -
Coachen o Spiegelen van het gedrag van de ander, onder meer door inzicht te geven in de effecten van het gedrag o Toont openheid en respect die afwijken van de eigen mening o Geeft gevoelens van anderen in eigen woorden weer om de ander het gevoel te geven deze niet alleen gehoord maar ook begrepen te hebben o Maakt vermoede onvrede en onuitgesproken gevoelens bespreekbaar door deze te benoemen o Stimuleert mensen verantwoordelijkheid te nemen en regie (terug) te nemen o Onderkent de talent van de ander
23
Draagt geen oplossingen aan, maar vergroot probleemoplossend vermogen van de anderen Samenwerken o Deelt kennis en ervaring met anderen o Viert successen en betreurt mislukkingen samen o Onderkent de bijdrage van andere disciplines en vakgebieden en benut deze door collega’s uit te nodigen om een bijdrage te leveren o Laat aderen inzien dat hun bijdrage noodzakelijk is om een gewenst gezamenlijk resultaat te bereiken Netwerken o Bouwt en werkt actief aan zijn (sociale netwerk) o Onderneemt actie om contacten te leggen en te onderhouden o Zoek samenwerking met interne en externe partners uit wederzijds belang o Schakelt in het eigen netwerk om eigen werkzaamheden te ondersteunen Aanpassingsvermogen o Past planningen en schema’s vlot aan en stuurt deze wanneer dit noodzakelijk blijkt o Werkt effectief wanneer taken onverwacht veranderen o Is in staat adequate werkrelaties op te bouwen en in stand te houden met klanten en collega’s van verschillende etnische achtergronden, religies en karakters o Staat open voor de grote diversiteit van normen, waarden en gedragsregels zonder het gevoel te hebben de eigen identiteit te verliezen Resultaatgericht o Zet interventies om in concrete acties o Monitoren acties binnen een plan van aanpak van een huishouden en de actiehouders hierop aanspreken o
-
-
-
-
Functie- en competentieprofiel specialist Resultaatgebieden 1. Participeren in het BHT - leveren van specialistische input bij het bespreken van casussen in het BHT overleg - ondersteunen van huishoudens op het specialistische levensdomein, waarbij een andere generalist of gespecialiseerde cliënt ondersteuner op de 1e lijn casemanager is. Functiekenmerken - Relevante specialisme op het zorg- en welzijnsterrein met HBO werk en denkniveau - Generieke kennis op het gebied van wonen, welzijn, zorg en financiën en specifiek de Diemense sociale kaart - Kennis van relevante wet- en regelgeving - Beschikt over goede gespreksvaardigheden - Ziet samenhang en verbindt verschillende werelden - Beschikt over relevante methodieken om huishoudens adequaat te ondersteunen en hun eigen kracht en regie te versterken binnen het specialistische levensdomein - Goede computervaardigheden om te schakelen tussen verschillende systemen - Houdt rekening met privacy, wetgeving en protocollen - Is kostenbewust en kan vanuit daaruit inschatten welke ondersteuning het best kan worden ingezet Contacten - met de coördinator om af te stemmen over operationele aangelegenheden
24
-
met de teamleden en collega hulp- en zorgverleners om af te stemmen over de voorgang van het specialistische onderdeel binnen huishoudens met de huishoudens om deze te ondersteunen op het specialistische levensdomein
Competenties - Creativiteit o Bedenken van originele of nieuwe ideeën en oplossingen o Verder kijken dan voor de hand liggende oplossingen o Denken in termen van kansen en mogelijkheden o Verbinden van concepten en denkwijzen uit verschillende vakgebieden o Komt met ideeën buiten bestaande kaders - Coachen o Spiegelen van het gedrag van de ander, onder meer door inzicht te geven in de effecten van het gedrag o Toont openheid en respect die afwijken van de eigen mening o Geeft gevoelens van anderen in eigen woorden weer om de ander het gevoel te geven deze niet alleen gehoord maar ook begrepen te hebben o Maakt vermoede onvrede en onuitgesproken gevoelens bespreekbaar door deze te benoemen o Stimuleert mensen verantwoordelijkheid te nemen en regie (terug) te nemen o Onderkent de talent van de ander o Draagt geen oplossingen aan, maar vergroot probleemoplossend vermogen van de anderen - Samenwerken o Deelt kennis en ervaring met anderen o Viert successen en betreurt mislukkingen samen o Onderkent de bijdrage van andere disciplines en vakgebieden en benut deze door collega’s uit te nodigen om een bijdrage te leveren o Laat aderen inzien dat hun bijdrage noodzakelijk is om een gewenst gezamenlijk resultaat te bereiken - Netwerken o Bouwt en werkt actief aan zijn (sociale netwerk) o Onderneemt actie om contacten te leggen en te onderhouden o Zoek samenwerking met interne en externe partners uit wederzijds belang o Schakelt in het eigen netwerk om eigen werkzaamheden te ondersteunen - Aanpassingsvermogen o Past planningen en schema’s vlot aan en stuurt deze wanneer dit noodzakelijk blijkt o Werkt effectief wanneer taken onverwacht veranderen o Is in staat adequate werkrelaties op te bouwen en in stand te houden met klanten en collega’s van verschillende etnische achtergronden, religies en karakters o Staat open voor de grote diversiteit van normen, waarden en gedragsregels zonder het gevoel te hebben de eigen identiteit te verliezen Functie- en competentieprofiel gespecialiseerde cliëntondersteuner met een brede blik Resultaatgebieden 1. Het voeren van een vraagverkennend gesprek en het versterken van informatie en advies en verzorgen van toeleiding Vraagverkenning - Een vraagverkennend gesprek is een kort gesprek van enkele minuten om te bezien of iemand op de juiste plek is. Dit verloopt aan de hand van een protocol, een richtlijn
25
-
Doel is op efficiënte wijze uitzoeken of de bezoeker aan het juiste adres is. In ieder geval wordt de vraag verstaan en her- of verkend. Afhankelijk van de situatie kan de bezoeker gericht worden doorverwezen, schriftelijke informatie meekrijgen en/of advies krijgen. Indien er sprake is van behoefte aan meer informatie, advies en ondersteuning volgt direct een gesprek of wordt een afspraak gepland voor een gesprek met een van de leden van het Brede HOED netwerk: de vraaggestuurde vraagverheldering volgt.
Informatie en advies - Het verstrekken van relevante informatie aan de hand van de sociale kaart. Deze sociale kaart is via internet beschikbaar. - Advies is het zo nodig ondersteunen van de bezoeker bij het maken van een keuze. De gegeven vraagafhankelijke informatie is een van de twee delen van het advies; het andere deel bestaat uit het zo nodig ondersteunen van de bezoeker bij het maken van een keuze. Toeleiding - Het regelen of organiseren van afdoende zorg of ondersteuning door een andere partij. De klant wordt hierbij ondersteund. 2. Het voeren van het Brede Gesprek met huishoudens conform de uitgangspunten - Doel is op relatief snelle wijze inzicht te krijgen in een vraag (en eventuele achterliggende vragen). - Met het toepassen van vraaganalyse (via de zelfredzaamheidmatrix) komt men tot de kern van de vraag. Hierbij wordt rekening gehouden met de persoon achter de vraag (de doelgroep)? - De doelen op de verschillende levensdomeinen zijn de basis voor het vervolgtraject. - Het verslag van het gesprek wordt vastgelegd in het gemeentesysteem 3. Het uitvoeren van cliëntondersteuning en casemanagement voor de huishoudens binnen de caseload. Clientondersteuning - De cliëntondersteuner is begeleider van het proces van de klant. De klant heeft een vraag of een probleem en is zelf de regisseur van het proces van het beantwoorden van de vraag of het oplossen van het probleem. De procesbegeleider loopt mee in het proces van de klant en pakt minimaal de regie. De cliëntondersteuner stimuleert, confronteert en motiveert, ondersteunt, activeert de klant om te komen tot geschikte resultaten en oplossingen. - Ondersteuning kan breed ingevuld worden: het regelen van antwoorden op de vragen en het oplossen van problemen. Ondersteuning richt zich op alle levensgebieden van een burger. Casemanagement - Een meervoudige of complexe hulpverlening- of zorgsituatie waarbij meer hulpverleners betrokken zijn, waarbij huishouden eigen regie heeft. - De casemanager organiseert overleg en afstemming tussen huishouden en die zorgverleners en stelt gezamenlijk een plan van aanpak op. - De casemanager is het aanspreekpunt voor zowel de hulpvrager als de betrokken hulpverlenende instanties. - Het is noodzakelijk dat een casemanager niet alleen maar een case aan het managen is maar daadwerkelijk zelf ondersteuning biedt in plaats van slechts aan het schakelen is tussen hulpverleners. Gaat op pad met de cliënt.
26
Functiekenmerken - Relevante specialisme op het zorg- en welzijnsterrein met HBO werk en denkniveau - Generieke kennis op het gebied van wonen, welzijn, zorg en financiën en specifiek de Diemense sociale kaart - Kennis van relevante wet- en regelgeving - Kennis over de domeinen jeugd en opvoeden, ouderenzorg, verslaving, (licht) verstandelijke beperkingen en psychiatrische stoornissen en fysieke beperkingen - Beschikt over goede gespreksvaardigheden - Stimuleert verantwoordelijk gedrag - Stuurt op betrokkenheid en participatie - Verbindt het gezamenlijke en individuele aanpak - Werkt samen en versterkt het netwerk - Beweegt zich in uiteenlopende systemen - Doorziet verhoudingen en anticipeert op veranderingen - Benut professionele ruimte en is ondernemend - Ziet samenhang en verbindt verschillende werelden - Beschikt over relevante methodieken om huishoudens adequaat te ondersteunen en hun eigen kracht en regie te versterken binnen het specialistische levensdomein waarbinnen de cliëntondersteuner werkzaam is - Goede computervaardigheden om te schakelen tussen verschillende systemen - Houdt rekening met privacy, wetgeving en protocollen - Is kostenbewust en kan vanuit daaruit inschatten welke ondersteuning het best kan worden ingezet Contacten 1. met de moederorganisatie om af te stemmen over operationele aangelegenheden en het ontvangen van hiërarchische aansturing 2. met de huishoudens om deze te ondersteunen op het specialistische levensdomein en met een brede blik (als casushouder) 3. met collega hulp- en zorgverleners om af te stemmen over de voorgang van het traject van het huishouden (als specialist en als casushouder) 4. met de coördinator van het BHT om af te stemmen over de voortgang van specifieke individuele casussen Competenties - Creativiteit o Bedenken van originele of nieuwe ideeën en oplossingen o Verder kijken dan voor de hand liggende oplossingen o Denken in termen van kansen en mogelijkheden o Verbinden van concepten en denkwijzen uit verschillende vakgebieden o Komt met ideeën buiten bestaande kaders - Coachen o Spiegelen van het gedrag van de ander, onder meer door inzicht te geven in de effecten van het gedrag o Toont openheid en respect die afwijken van de eigen mening o Geeft gevoelens van anderen in eigen woorden weer om de ander het gevoel te geven deze niet alleen gehoord maar ook begrepen te hebben o Maakt vermoede onvrede en onuitgesproken gevoelens bespreekbaar door deze te benoemen o Stimuleert mensen verantwoordelijkheid te nemen en regie (terug) te nemen o Onderkent de talent van de ander o Draagt geen oplossingen aan, maar vergroot probleemoplossend vermogen van de anderen - Samenwerken o Deelt kennis en ervaring met anderen
27
Viert successen en betreurt mislukkingen samen Onderkent de bijdrage van andere disciplines en vakgebieden en benut deze door collega’s uit te nodigen om een bijdrage te leveren o Laat anderen inzien dat hun bijdrage noodzakelijk is om een gewenst gezamenlijk resultaat te bereiken Netwerken o Bouwt en werkt actief aan zijn (sociale netwerk) o Onderneemt actie om contacten te leggen en te onderhouden o Zoek samenwerking met interne en externe partners uit wederzijds belang o Schakelt in het eigen netwerk om eigen werkzaamheden te ondersteunen Aanpassingsvermogen o Past planningen en schema’s vlot aan en stuurt deze wanneer dit noodzakelijk blijkt o Werkt effectief wanneer taken onverwacht veranderen o Is in staat adequate werkrelaties op te bouwen en in stand te houden met klanten en collega’s van verschillende etnische achtergronden, religies en karakters o Staat open voor de grote diversiteit van normen, waarden en gedragsregels zonder het gevoel te hebben de eigen identiteit te verliezen Resultaatgericht o Zet interventies om in concrete acties o Monitort acties binnen een plan van aanpak van een huishouden en de actiehouders hierop aanspreken o o
-
-
-
28
Bijlage 3: methoden en werkwijzen gebruikt door het Brede Hoed Netwerk Hoe zet je eigen kracht van mensen in? - Focus op de kracht van de mensen: van ‘oplossen voor’ naar ‘meedenken met’ - Inventarisatie van krachten en bronnen - Vaststellen van ambities en behoeften - Uitgaan van kansen en mogelijkheden, niet van beperkingen
Krachten: Krachten zijn de positieve competenties of eigenschappen die het iemand mogelijk maken om tot veranderingen en oplossingen te komen. Voorbeelden zijn veerkracht, doorzettingsvermogen, intelligentie, sociale vaardigheden.
Soorten krachten 1. Persoonlijke kwaliteiten: ik ben ...
2. Talenten en competenties: ik kan ...
3. Krachten en mogelijkheden in de omgeving: ik heb ... 4. Interesses, ambities en inspiraties, ik wil ... Bronnen: Bronnen zijn onder te verdelen in informatief, materieel, financieel, relationeel. Voorbeelden van hulpbronnen zijn te lezen in de onderstaande tabel. Hulpbronnen Voorbeelden van hulpbronnen, geclusterd rond de condities van sociale kwaliteit: 1. Sociaal- economische zekerheid: inkomen & toeslagen, financiële buffer, opleiding &
scholing, werk, (openbaar) vervoer, woonruimte, huisgenoten 2. Sociale cohesie: contacten met familie, vrienden, collega’s & buren, sociale steun,
vertrouwen, gedeelde waarden & normen, positieve verhalen en gebeurtenissen,
culturele waarden en tradities, collectieve identiteit, veiligheid en leefbaarheid 3. Sociale empowerment: aspiraties & hoop, competenties, zelfwaardering, zelf- en ervaringskennis, geloof dat door eigen inspanning verbetering van (sociale) status bereikbaar is, aanmoediging en bevestiging, geboden kansen en mogelijkheden,
participatie in actie- en cliëntengroepen & politieke activiteiten 4. Sociale inclusie: acceptatie (afwezigheid van stereotypering en stigmatisering),
participatie in maatschappelijke en educatieve activiteiten, lidmaatschap van verenigingen of clubs (sport, muziek, religieus genootschap), vertrouwen in professionals en instituties, toegankelijke en responsieve dienstverlening en zorg, betaalbare kinderopvang Persoonlijke, sociale of maatschappelijke en institutionele bronnen: 1. Persoonlijke bronnen: gezondheid, opleiding, arbeidsmarktpositie, kwaliteiten en
talenten, zelfredzaamheid, veerkracht 2. Sociale of maatschappelijke bronnen: sociale relaties, sociale steun, zorgzaamheid &
solidariteit, tastbare materiele zaken (huisvesting, goederen), culturele activiteiten, clubs en verenigingen, religieuze genootschappen, wijkvoorzieningen en (openbaar) vervoer 3. Institutionele bronnen: arbeidsbemiddeling en arbeidsmarkt, sociale zekerheid, maatschappelijke instanties en (geestelijke) gezondheidszorg, onderwijs, rechtsbijstand, zakelijke dienstverlening (banken, verzekeringen, overheidsdiensten, politieke partijen en vakbonden Ambities: Wat is het ambitieniveau van iemand? Wat wil hij of zij bereiken? Waar droomt de persoon van? Wat is haalbaar of bereikbaar? Wat is hiervoor nodig? Behoeften: Voorbeelden van behoeften zijn onder meer erkenning (acceptatie, affectie, empathie, vertrouwen), betekenis (begrip, bewustzijn, uitdaging, stimulering), lichamelijk welbevinden, autonomie.
29
Benutten van het sociale netwerk In het kader van De Kanteling wordt als tweede oplossing het inzetten van het sociale netwerk genoemd. De bedoeling is dat we het concept van de verzorgingsstaat verlaten en met elkaar tot een participatiesamenleving komen. Het inzetten van het sociale netwerk moet niet gezien worden als slechts een goedkope oplossing en vervanging van professionele krachten. Het benutten van het sociale netwerk biedt voor zowel de inwoner als voor de personen in dat netwerk veel kansen en mogelijkheden. Zie ook: www.trekhaakgezocht.com ‘Je hebt anderen nodig om verder te komen’
En kijk naar het filmpje. Als je anderen op een directe manier persoonlijk vraagt om hulp dan kan je een nee krijgen, maar vaak gebeuren er allemaal bijzondere dingen die in het voordeel van beiden zijn: zowel voor degene die vraagt als voor degene die helpt. Wat werkt niet? Vragen stellen als: ‘Wie kent u allemaal?’ of ‘Is er iemand die u kan helpen?’ Het zijn algemene vragen die niet aansluiten bij de behoeften, oplossingen en resultaten. Het leidt tot druk vanuit de vraagsteller en tot teleurstellingen als het gaat om antwoorden. Het is een voorbeeld hoe je iemand niet in zijn eigen kracht zet. Veel gehoorde antwoorden zijn: ‘Ik ken niemand’ of ‘Iedereen heeft het te druk’. Wat werkt wel? In de inventarisatiefase zal methodisch aandacht besteed moeten worden aan het letterlijk in kaart brengen van het sociale netwerk van de klant. Dit kan goed met een ecogram. Pas na de inventarisatie ga je met de klant kijken naar de soort relaties en de wederkerigheid van deze relaties. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: - Voor wie ben jij belangrijk? Wie help jij wel eens? Aan wie geeft jij steun? - Wie is voor jou belangrijk? Wie helpt jou wel eens? Wie geeft jou steun?
Bij het tekenen van het ecogram wordt de klant in een cirkel in het midden geplaatst. Daarna worden de personen eromheen getekend. Dit zal bij de klant de beleving oproepen dat hij in het middelpunt staat en de hoofdrolspeler is. Het plaatsen van mensen om hem heen maakt veel duidelijk over de soort relaties die er zijn: zowel in afstand als in nabijheid en de soorten steun die over en weer verleend worden. Soorten steun
: E = emotionele steun, M = materiële steun, G = gezelligheid, A = advies en informatie, O = opvoedsteun.
Een andere optie is het toepassen van de methodiek van de Sociale Netwerk Strategieën. Sociale Netwerk Strategieën De werkwijze Sociale Netwerk Strategieën (SNS) is een besluitvormingsmodel dat uitgaat van de eigen kracht van de cliënt en zijn omgeving: de kracht om beslissingen te nemen, plannen te maken en deze plannen samen uit te voeren. SNS richt zich op het activeren van het sociale netwerk van een volwassene, een kind of een gezin. Dit netwerk kan bestaan uit familieleden, vrienden, buren, collega’s en dergelijke. Doel van de SNS is dat de cliënt samen met zijn sociaal netwerk oplossingen zoekt voor zijn problemen. Werkwijze De werkwijze voor de sociale netwerk strategie bestaat uit drie onderdelen c.q. fasen: Netwerkkompas (fase 1), Familienetwerkberaad (fase 2)
en Actieteam (fase 3) 1. Netwerkkompas (fase 1) In fase 1 vindt een netwerkverkenning en – analyse plaats met het netwerkkompas. De instrumenten die hiervoor tot de beschikking van cliënt en facilitator staan zijn:
- Genogram: stamboom waarin de familie over meerdere generaties letterlijk in beeld wordt gebracht
30
- Levenslijn: in chronologische volgorde worden op papier alle ingrijpende levensgebeurtenissen getekend en geschreven, zowel leuke als minder leuke - Ecogram: inventarisatie van alle sociale contacten - Sociogram: verdieping van het genogram en ecogram door in beeld te brengen wat de
betekenis en inhoud van de contacten is - Drieluik: op een flipover worden drie kolommen getekend. In de eerste kolom staat de
vraag: ‘Hoe ziet de situatie er over zes maanden uit wanneer er niets verandert?’ In de derde kolom staat de vraag: ‘Hoe zou je willen dat de situatie eruit ziet over zes maanden?’ In de tweede, de middelste kolom, formuleert men wat er moet gebeuren om van de huidige situatie naar de gewenste situatie te komen. Deze thema’s worden tot vragen omgebogen in de taal van de cliënt. De tweede kolom wordt het plan voor de toekomst.
2. Familienetwerkberaad (fase 2) Het familienetwerkberaad is vooral een platform voor besluitvorming. Centraal staat dat de cliënt een plan maakt voor de toekomst met de voor hem belangrijke mensen. Het heeft vaak een grote meerwaarde als personen uit een ruime cirkel van de familie en het sociale netwerk deelnemen aan het familienetwerkberaad. De facilitator brengt samen met de cliënt het sociale netwerk in kaart. Hij motiveert de cliënt om een familienetwerkberaad te organiseren, waarin voor de cliënt belangrijke mensen meedenken en een plan maken. Het familienetwerkberaad bestaat uit een informatieronde, privéberaad en presentatie van het plan.
3. Actieteam (fase 3)
Een actieteam bestaat uit de cliënt, vertegenwoordigers uit de familie en het sociale netwerk en professionals die een rol spelen in de dienst- of hulpverlening aan de cliënt. Het actieteam komt regelmatig bij elkaar, in het begin minimaal eens in de zes weken. Het team bespreekt de voortgang van het plan, deelt successen en zorgen en stelt zo nodig het plan op onderdelen bij.
Bron: Daarom Sociale Netwerk Strategieën! een leergeschiedenis, december 2012; MEE Plus Groep: www.meeplusgroep.nl Methodisch werken| casemanagement Binnen het BHT wordt methodisch gewerkt. Methodisch werken is een vorm van procesbesturing. Het heeft als doel iets op een beheerste, gestructureerde en gecontroleerde wijze te laten verlopen. Methodisch werken heeft vier kenmerken: 5. Het handelen is doelgericht. 6. Het handelen is systematisch: het verloopt volgens van te voren geplande stappen. Deze stappen zijn afgeleid van de doelstelling. 7. Het handelen is procesmatig: de verschillende stappen sluiten op elkaar aan. Daarbij wordt rekening gehouden met het effect dat de ene stap op de andere heeft. 8. Het handelen is bewust: De uitvoerder weet wat hij doet (planning) en waarom (doel). Methodisch werken betekent 'handelen volgens een bepaald patroon'. Wanneer er een complexe gezinssituatie is, dan wordt dit als volgt aangepakt: Stap 1: Er is een (complexe) hulpvraag.
Het Brede Gesprek vindt plaats en hieruit volgt een verslag. Stap 2: Wat willen we bereiken? Welke doelen heeft de cliënt? Met welke acties gaan we de doelen bereiken?
31
Wie gaan de acties uitvoeren en binnen welk tijdsbestek? Kortom: de generalist gaat om tafel met het huishouden, de mantelzorgers en de hulpverleners rondom het gezin. Gezamenlijk wordt er een plan van aanpak opgesteld en acties worden verdeeld. Stap 3: De uitvoering. Het plan van aanpak wordt uitgevoerd. Het huishouden en de hulpverleners gaan aan de slag met de acties en werken hierin nauw samen. De generalist ondersteunt het gezin en monitort de acties en spreekt zo nodig de actiehouders hier op aan. Op welke wijze de generalist ondersteunt wordt nog nader vormgegeven door de leden van het BHT. Hiertoe zijn diverse technieken, zoals het gezinsgericht werken van BJAA. Stap 4: Evalueren en bijstellen. Periodiek wordt het plan van aanpak geëvalueerd met het huishouden, de mantelzorger, de hulpverleners rondom het gezin en de generalist. Is het doel gerealiseerd en is dit gegaan op de wijze waarop wij dat gedacht hadden? Hoeveel tijd en inzet is nodig geweest? Moet het doel of de planning worden bijgesteld?
32
Bijlage 4: Een casus: een voorbeeld van een arrangement Mevrouw Sterk van 66 jaar heeft de zorg voor zowel haar man als de kleinkinderen. De echtgenoot is 67 jaar en revalideert in het verpleeghuis na een hersenbloeding. Hij heeft een halfzijdige verlamming aan de rechterkant, is rolstoelafhankelijk, heeft hulp nodig bij verplaatsing in en uit de rolstoel en kan niet goed meer praten (afasie). Hij wil echter wel op korte termijn naar huis komen. De eengezinswoning is hier niet op aangepast. De dochter van mevrouw (moeder van de kleinkinderen) is met haar nieuwe vriend in het buitenland. Er zijn nog openstaande schulden van de dochter bij zowel moeder zelf als bij diverse instanties. De zorg voor de kleinkinderen is niet formeel overgedragen. Het echtpaar heeft alleen AOW, moet wel een eigen bijdrage betalen voor het verblijf in het verpleeghuis en krijgt geen compensatie voor de zorg aan de kinderen. Zij overwegen om formeel de pleegouders te worden, zodat zij wel aanspraak op een vergoeding kunnen maken want zij hebben grote moeite met het rond komen. Mevrouw Sterk komt met enige ondersteuning tot de volgende resultaten: 1. Genoeg geld om mee rond te komen
2. Aanpassingen in het huis zodat haar man weer thuis kan komen wonen 3. Pleegouders voor de kinderen worden Eigen Kracht -
Het doen van het huishouden voor haar, haar man en de kinderen Persoonlijke verzorging van haar man (na de cursus ‘thuisverzorging thuis’)
Sociale Netwerk -
Een vriendin komt een middag per week langs om bij haar man te zijn De kleinkinderen gaan een keer per week bij vriendjes lunchen Een buurvrouw past incidenteel op de kleinkinderen op
Voorliggende voorzieningen -
Ondersteuning van het sociaal wijkteam bij het op orde krijgen van de inkomsten en uitgaven (in samenwerking met de participatiecoach en schuldhulpverlening) en het realiseren van het pleegouderschap (in samenwerking met het OKC). Haar man gaat als hij weer thuis is drie middagen per week naar het Huis van de buurt Hulpmiddelen via de thuiszorgwinkel en de zorgverzekeraar
Individuele voorzieningen -
Rolstoel
Woningaanpassingen
De rol van de participatiecoach is die van beslisser. Dit betekent dat de participatiecoach de cliënt informatie en advies geeft op het gebied van inkomen en schulden en daarnaast beslist of de cliënt recht heeft op een uitkering of een schuldhulpverleningstraject. In het BHT functioneert de participatiecoach dan ook als specialist en niet als generalist.
33
Bijlage 5: Zelfredzaamheidmatrix
Nadere informatie hierover is ook te vinden op: www.zelfredzaamheidmatrix.nl
34