2
3
Basisschool De Bongerd Eikenlaan 1 5802 CS Venray 0478 – 569711
[email protected] www.bongerdvenray.nl
4
een woord vooraf Voor u ligt de schoolgids 2015-2016 van basisschool De Bongerd. U treft hierin zowel praktische informatie over de organisatie van ons onderwijs als onderwijsinhoudelijke informatie aan, informatie over o.a. het aanname-,toelatings-, schorsings- en verwijderingsbeleid van leerlingen. Verder ook informatie m.b.t. gescheiden ouders en informatieverstrekking door school, de notitie ‘een kind als (g)een ander’ m.b.t. beleid voor leerlingen met een handicap, over het pestprotocol en het dyslexieprotocol. Het afgelopen schooljaar was een bijzonder jaar. Mart van Gessel, directeur van De Bongerd, vertrok als interim-directeur naar SWS Estafette en ondergetekende kwam als interim directeur naar De Bongerd. Ik heb De Bongerd leren kennen als een hele fijne school met een geweldig hardwerkend team, hele open en aardige kinderen en betrokken ouders. Ik voelde me er direct thuis en welkom. In toenemende mate vernemen wij dat de grootte van de school (wij willen geen grote school worden), de gemixte populatie (een gezonde afspiegeling van de huidige maatschappij) en de open en warme sfeer, aanspreken. In de tevredenheidpeilingen die onder leerlingen en ouders gehouden zijn scoorden wij op veel onderdelen boven het landelijk gemiddelde. Hier zijn wij blij mee en we willen dit als school blijven uitdragen. In de ontwikkeling van het onderwijs zullen we dit schooljaar o.a. veel aandacht besteden aan de sociaal emotionele ontwikkeling in het kader van ‘Voorbeeld voor elkaar’, de verdere invoering en uitwerking van het digitale onderwijs en de borging van het werken met groepsplannen. In het nieuwe koersplan (in het verleden schoolplan genoemd) staan de koers en de zaken uitgewerkt, die we in de komende jaren aan willen pakken. Hierin geven we ook aan hoe er planmatig gewerkt wordt om de kwaliteit van ons onderwijs te handhaven en te verbeteren. We stellen het zeer op prijs als ouders betrokken zijn bij de gang van zaken op school. Een open en respectvolle communicatie en omgang met elkaar vinden wij daarbij een belangrijke basis. Ook in die zin willen wij een school zonder drempels zijn. Een school waar kinderen, ouders en leerkrachten zich samen thuis voelen en zich kunnen ontwikkelen. Onze deur staat altijd voor u open. Mocht u naar aanleiding van deze schoolgids nog vragen of suggesties hebben, dan vernemen wij dat graag. Op de site van de school www.bongerdvenray.nl kunt u o.a. actuele informatie over de school lezen. Ouders die op zoek zijn naar een geschikte school voor hun kind, zouden we willen vragen een afspraak te maken. Dan kunnen we kennis met elkaar maken om vervolgens te kijken of De Bongerd die unieke school voor uw kind is die u zoekt. Tevens zijn er een aantal inloopmomenten waarop u van harte welkom bent. De data kunt u t.z.t. op onze site vinden. Met veel vertrouwen zien we uit naar het schooljaar 2015-2016, met als wens dat het wederom een schooljaar mag zijn waarin het goed 'dromen, denken, doen' is op onze school. Met vriendelijke groeten, namens met MT team (Lineke Roording (locatieleider), Sylvia de Nijs (intern begeleider) en ondergetekende) en verder alle andere grote en kleine mensen van onze school, Ben Ruhl directeur a.i.
5
inhoudsopgave 1.
de bongerd 1.1 1.2 1.3 1.4
2.
de organisatie van het onderwijs 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10
3.
integraal personeelsbeleid (IPB) (p.34) vervangingen (p.34) stagiaires (p.34)
de ouders 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
6.
de inschrijving (p.23) voor het eerst naar school (p.23) tussentijdse overstap naar een andere basisschool (p.24) het volgen van de ontwikkeling van de kinderen op onze school (p.24+25) de speciale zorg voor kinderen (p.25-31) naar het vervolgonderwijs (p.31+32) extra diensten ten behoeve van de school (p.32+33)
de leraren 4.1 4.2 4.3
5.
de organisatie van onze school (p.9) het gebouw (p.10) de schooltijden en het vakantierooster (p.10+11) het overblijven en buitenschoolse opvang (p.12+13) de activiteiten van kinderen en het rooster (p.14-20) verjaardagen op school (p.20) de jaarkalender (p.20) afspraken en regels (p.21) klachtenregeling (p.21+22) BHV en Arbo (p.23)
de leerlingen 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
4.
algemeen – historie (p.6) waar de school voor staat (p.6) de 8 visiekenmerken (p.7+8) het college van bestuur (p.8+9)
informatie en rapportage aan ouders (p.34+35) ouderhulp binnen de school (p.36) de oudervereniging (p.36) de Medezeggenschapsraad (MR) en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) (p.37) verzuimregeling (p.38+p.39) toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen (p.39) schoolverzekeringen (p.39) beeldmateriaal (p.40)
de ontwikkeling van het onderwijs 6.1 6.2 bijlage 1 bijlage 2 bijlage 3 bijlage 4
doelen en resultaten van het onderwijs (p.40) activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school (p.41) adressen en telefoonnummers (p.42) gebruik van persoonsgegevens door personeel Stichting Primair Onderwijs Venray (SPOV) (p.43) informatiefolder ondersteuningsloket (OSL) (p.44+45) schoolondersteuningsprofiel (p.46)
6
1.
De Bongerd
1.1
algemeen - historie De Bongerd is in 1985 ontstaan uit een fusie van de voormalige lagere scholen St. Clara en St. Franciscus met kleuterschool ’t Beukenhöfke. Onze school is gelegen in Venray-Zuid en staat op de plaats waar vroeger de appelbongerd (boomgaard) van de Paters Franciscanen was. Vandaar ook de naam ‘De Bongerd’. De school wordt bezocht door kinderen uit Antoniusveld, Brukske, Venray-Zuid, Venray-centrum en Landweert. Het team bestaat uit enthousiaste leerkrachten die de visie van de school ‘dromen, denken, doen’ gedreven vormgeven. We zien ‘onze school in een blijvende ontwikkeling’ als grote uitdaging.
1.2
waar de school voor staat Wij zien het kind in zijn totale ontwikkeling. Deze ontwikkeling geven wij inhoud door cognitieve, sociale, emotionele en creatieve aspecten in samenhang aan te bieden. ‘Dromen, denken, doen’ geeft enerzijds het proces van het ontwikkelen aan en vangt anderzijds de unieke belevingswereld van het kind in zijn ontwikkeling. De visie van De Bongerd is de afgelopen jaren doorgegroeid en is gericht op ontwikkeling en opbrengsten. De visie is verwoord in 8 visiekenmerken; we zijn uniek en een voorbeeld voor elkaar; met een goed gevoel; scheppen met hoofd en handen; actief en vol energie; doorgaand en opbrengstgericht; leren leren; verantwoordelijk naar mezelf en de ander; open naar de wereld. De essentie is het onvoorwaardelijke geloof in en het respect voor het kind in zijn ontwikkeling. In die essentie spelen de ouders en de professionals een belangrijke rol. De principes van de school die de visie vormen, worden gevoed door: 1. De theorie van de meervoudige intelligentie (H. Gardner) Volgens deze theorie is iedereen verschillend; verschillend intelligent, verschillend in hoe we leren, verschillend in hoe we de wereld construeren, verschillend in hoe we ‘dromen, denken, doen’. Gardner onderscheidt 8 intelligentieniveaus: woordknap, redeneerknap, tekenknap, muziekknap, beweegknap, groeiknap, mensenknap en ik-knap. 2. De uitgangspunten van het actuele leren - de leerlingen moeten actief zijn - de leerlingen moeten constructief zijn (construeren, uitdiepen, verbinden, reflecteren, ..) - de leerlingen moeten doelgericht met kennis omgaan (doel voor ogen, succeservaringen opdoen, …) - de leerlingen zijn coöperatief bezig met leren (elkaar uitleg geven, …) - de leerlingen moeten hun leerproces zelf leren reguleren (plannen, sturen, motiveren, …) De rol van de leerkracht: ‘Als je wilt dat gras groeit, dan moet je er niet aan trekken. Daar gaat het beslist niet harder van groeien. Wat wel helpt is de omstandigheden voor het gras verbeteren: veel licht geven, goed bemesten en voldoende water geven.’We kunnen stellen dat de acht visiekenmerken van De Bongerd nauw aansluiten bij het gedachtegoed van de meervoudige intelligentie en het actuele leren. De acht visiekenmerken zijn geformuleerd vanuit de wereld van het kind en geven inhoud aan ons ‘dromen, denken en doen’.
Dit is 3D, onze schoolmascotte. Zijn strepen staan voor onze verschillende talenten en maken iedereen uniek.
7
1.3
de 8 visiekenmerken
we zijn uniek en een voorbeeld voor elkaar. Iedereen hoort erbij op onze school. Het is heel belangrijk dat we respect hebben voor onszelf en respect voor de ander. Wij zijn niet allemaal hetzelfde en dat vinden we juist fijn. Iedereen is uniek en ieder heeft zijn talenten. Blijf jezelf en durf jezelf te zijn. Je bent goed zoals je bent. met een goed gevoel Op school voel ik me thuis, ik voel me er veilig en goed. Ik word gezien en we zien elkaar! We proberen het beste uit onszelf te halen. Op een fijne manier met elkaar omgaan leren we ook. En daarbij krijgen we ook taken, sociale taken noemen we dat. Zo blijft het gezellig bij ons op school. Over mijn gevoel kan ik schrijven in mijn kinderdagboek dat echt van mijzelf is. Papa en mama komen vaak op school tijdens de ontwikkelgesprekken, informatieavonden, kijkochtenden en inloopavonden. Onze school is open voor iedereen. Iedereen is welkom. scheppen met hoofd en handen We leren bij ons op school met ons gevoel (dromen), met ons hoofd (denken) en met onze handen (doen). Zo gebruikt ieder kind zijn eigen kwaliteiten en ook elkaars kwaliteiten. Samen sta je sterker dan alleen. Naast taal, rekenen en lezen besteden we ook aandacht aan beeldende vorming, drama, dans, muziek en techniek. Creatief bezig zijn noemen we dat. Uniek voor onze school is dat er bij wereldoriëntatie in alle groepen gewerkt wordt met thema’s waarbij onze nieuwsgierigheid, onze eigen leervragen en eigen inbreng belangrijk is. Wij leren in en buiten de school. In de hele school zijn werkjes van ons te zien zodat iedereen kan bekijken waar we mee bezig zijn. actief en vol energie Wij mogen veel verschillende dingen doen. We hoeven niet de hele dag stil te zitten. Op school en in de klas werken wij afwisselend met inspanning en ontspanning. We werken alleen of juist samen. Wij leren om elkaar te helpen en om verantwoordelijkheid te nemen. Dat geeft ons energie. Daardoor worden we enthousiast en is leren leuk. Onze leerkrachten helpen ons als het nodig is en laten ons ook zelf dingen uitzoeken en oplossen. We mogen vertellen wat we interessant vinden om te leren. We leren ook om aan elkaar te presenteren. In de pauzes spelen we actief op onze speelplaats, het voetbalveld en in het speeltuintje. Onze school heeft ook het vignet Gezonde School behaald. We doen op school veel dingen die goed zijn voor onze gezondheid. Bijvoorbeeld extra bewegen, letten op wat we eten en lessen over gezondheid. doorgaand en opbrengstgericht Onze leerkrachten praten veel met elkaar. Zo weten ze van elkaar hoe ze met ons werken. Onze leerkrachten vullen elkaar goed aan en leren van elkaar. Ze zorgen dat we een aantal belangrijke dingen hetzelfde doen in alle groepen. Dat is fijn als je naar de volgende groep gaat, je weet dan snel wat de bedoeling is. Regelmatig werken we bij elkaar en met elkaar in een andere groep. Ieder kind kan zoveel mogelijk op zijn eigen niveau werken. We werken ook groepsoverstijgend. Het kan dus zijn dat ik in een hogere of lagere groep ga rekenen of lezen. De leerkrachten houden rekening met wat we al kunnen en wat we nog moeilijk vinden. Zij helpen de kinderen om zich goed te ontwikkelen en te leren. Iedereen is uniek, heeft zijn eigen talenten en is op zijn eigen manier knap. leren leren Op onze school helpen ze mij om te leren, hoe ik iets moet leren. Leren gaat namelijk niet altijd vanzelf. Wij leren met elkaar en van elkaar en werken regelmatig samen. Wij leren ook al vanaf groep 1 om zelfstandig te werken, om het werk zelf te plannen en na te kijken. Weektaken en takenborden worden in alle groepen gebruikt. Hoe ouder we worden, hoe meer taken we zelf doen. Fouten maken mag, want daar leer je ook van. We leren van, door en met elkaar waardoor we met plezier naar school gaan. verantwoordelijk naar mezelf en de ander Samen met papa en mama, de andere kinderen en de leerkracht werken wij aan onze ontwikkeling. We bedenken samen regels en afspraken waar we ons allemaal aan moeten houden, want we willen goed met elkaar en anderen omgaan. We zorgen voor de eigen klas en de school. Ieder heeft zijn eigen taak, zo houden wij bijvoorbeeld samen de speelplaats schoon en zijn zelf verantwoordelijk voor onze sport- en speltas. Elke maand besteden we aandacht aan een doeregel die voor iedereen geldt. Deze doeregel wordt zoveel mogelijk samen met ons gemaakt. We mogen onze eigen meningen en ideeën vertellen. In de klas en ook tijdens het leerlingenpanel.
8 open naar de wereld Als er iets belangrijks is gebeurd in de wereld, op school of bij een kind thuis, praten we daar samen over. In de lessen leren we veel over andere landen en andere mensen. We kijken verder dan onszelf. We maken ook geregeld een uitstapje waar we iets van leren. Vaak komen ook mensen van buiten de school de klas in om ons iets te vertellen en nieuwsgierig te maken. Onze school is open. Dat kun je zien; het is er licht en er is ruimte. Open voor iedereen, open naar de wereld.
1.4 het college van bestuur Sinds 1 augustus 2007 is er binnen SPOVenray sprake van een College van Bestuur en een Raad van Toezicht. Mevrouw Y. Raaijmakers vormt het College van Bestuur. Het College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op de 15 scholen en is werkgever van alle medewerkers SPOVenray. Het College van Bestuur wordt bijgestaan door een stafbureau met een staflid voor financiële en huisvestingszaken dhr. J.Hendriks, met een beleidsmedewerker voor personele zaken mevr. F. van Lieshout, twee deeltijd beleidsmedewerkers voor kwaliteit en onderwijs mevr. M. Hoeijmakers en dhr. M. van Gessel en de medewerkers van het secretariaat. De Raad van Toezicht bestaat uit zes leden die zijn voorgedragen uit de drie zuilen: openbaar, protestants christelijk en rooms-katholiek onderwijs. De voorzitter is mevr. M. Boersma (RK), de overige leden zijn dhr. J. Schoeren (RK), en dhr. K. van Soest (RK), mevr. S. Smeets (OO), mevr. N. Kleijwegt (PC) en dhr. B. Linskens (OO). De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur of deze de kwaliteit van het onderwijs op een goede wijze bevordert en het werkgeverschap zorgvuldig vorm geeft. Sinds 2009 zijn het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van SPOVenray ook het bestuur en de toezichthouder van de Stichting Peuterspeelzalen Venray en de Stichting KinderWereld. Deze bestuurlijke verbinding is aangegaan om op zo veel mogelijk scholen te werken aan integrale kindcentra, waarbij de school op locatie dagarrangementen aanbiedt van 7.00- 19.00 uur voor kinderen van 0 tot 13 jaar. Tevens is het doel om een directe invloed te hebben op de kwaliteit van de voorschoolse educatie en de afstemming en samenwerking met groep 1, die van groot belang zijn voor de kinderen, hun ouders, en de basisscholen, die deze kinderen aangemeld krijgen. De directeur van de beide stichtingen is mevrouw P. Tielen. Voor u als ouder blijft de school uiteraard het aanspreekpunt voor alle zaken die uw kind of de school aangaan. De directie draagt de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken. Het College van Bestuur is verheugd dat het onderwijs op haar scholen van goede kwaliteit is. Ook al weten we dat het nooit goed genoeg kan zijn. Het belang van ouderparticipatie en de medezeggenschap neemt toe. Via de medezeggenschapsraad (M.R.) en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (G.M.R.) wordt deze inbreng gewaarborgd. De school streeft ernaar om ouders optimaal te betrekken bij de ontwikkeling van de school. Op de meeste scholen functioneert een ouder panel waarbij ouders en school hun ideeën uitwisselen en goede ideeën verwerkelijken. De school legt verantwoording af aan ouders middels deze schoolgids. Dit is het gevolg van de invoering van de kwaliteitswet. In deze wet wordt ook geregeld dat er klachtenregelingen zijn m.b.t. klachten over de gang van zaken op school. In deze schoolgids kunt u hierover meer lezen.
9 Scholen willen in het kader van burgerschapsvorming ook de kinderen bij het beleid van de school betrekken, dat gebeurt in de leerlingenpanels, waarbij kinderen en school bespreken wat goed is voor de kinderen om te doen en oplossingen te bedenken die passen bij het aan de orde gestelde onderwerp. De school is er voor de ontwikkeling van kinderen. Omdat kinderen recht hebben op het beste onderwijs heeft SPOVenray een strategisch beleidsplan 2015-2019 opgesteld met als titel “Leren in de wereld van morgen”. Dit beleidsplan is volledig gericht op de brede ontwikkeling van uw kind opdat het al zijn/ haar talenten kan ontwikkelen. We willen kinderen eigentijds onderwijs aanbieden dat ondersteund wordt door ICT. Hierdoor wordt de kwaliteit van het onderwijs aan de kinderen verbeterd en meer op maat, passend bij de leer- en ontwikkelingsvragen van uw kind. In dit strategisch beleidsplan worden doelen gesteld op basis van vier thema’s: 1.De brede ontwikkeling van het kind; 2. De professional; 3. ICT; 4. Partnerschap. Indien u hierover meer wilt weten, verwijs ik u naar onze website: www.spovenray.nl en naar de website van uw school. De scholen hebben dit beleidsplan voor hun eigen school vertaald in een Koersplan. Dit Koersplan is goedgekeurd door de MR van de school. De scholen van SPOVenray gaan intensiever samenwerken om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen door de kennis en kunde van onze leerkrachten en specialisten meer uit te wisselen en verder te ontwikkelen. Scholen werken hiertoe samen in een cluster. De school van uw kind werkt samen in cluster Zuid bestaande uit de scholen De Keg, de Coninxhof, de Estafette, De Meent en De Bongerd. Directie, team en alle andere geledingen willen samen met u, ouders, en de kinderen de school tot een steeds betere school maken met een prettig en veilig werkklimaat en goede resultaten. Wij wensen u allen en vooral de kinderen weer een fijn schooljaar toe. Yvonne Raaijmakers, College van Bestuur, Eindstraat 42, 5801 CR Venray, tel: 516215, e-mail:
[email protected]
2.
de organisatie van het onderwijs
2.1
de organisatie van de school Dit schooljaar formeren wij 7 groepen, te weten: groep 1-2a groep 1-2b groep 3 groep 4 groep 5 groep 6-7 groep 8
18 - 23 leerlingen 18 - 23 leerlingen 17 leerlingen 24 leerlingen 22 leerlingen 33 leerlingen 18 leerlingen
De groepsbezetting: groep 1-2a: de gehele week groep 1-2b: maandag t/m woensdag donderdag en vrijdag groep 3: de gehele week groep 4: maandag en dinsdag woensdag t/m vrijdag groep 5: maandag t/m woensdag donderdag en vrijdag groep 6/7:
groep 8:
de gehele week dinsdagmorgen en vrijwel elke donderdag dinsdagmorgen en woensdag t/m vrijdag maandag en dinsdagmiddag
Lieke Verweij Marga Hendriks Kitty van Nies Inge Geurts Judith van Dijck Kitty Driessen Ellen Steeghs Susan Nabuurs Paulien Verheijen Marieke Hendrix Nicole Litjens Marieke Hendrix
10
2.2
het gebouw Wij vinden het van groot belang dat de school warmte en rust uitstraalt. In het gebouw is onze visie zichtbaar. Gezamenlijk dragen we zorg voor een opgeruimde en schone school. Dit doen we d.m.v.: . de inzet van de conciërge . de extra inzet van een schoonmaakbedrijf . jaarlijks vinden er 2 klusochtenden plaats, waarbij m.b.v. ouders en leerkrachten de school extra goed wordt opgeruimd en gepoetst. Ook de speelplaats wordt dan aangepakt. . de doeregels van de maand (zijn m.n. sociaal emotioneel, maar ook gericht op omgang materialen en gebouw) . de taken die leerlingen in de groep dagelijks uitvoeren ten behoeve van de schone en opgeruimde school . groep 8 die samen met de conciërge zorgt draagt voor de hal van de school . elke maand een groep die de speelplaats afvalvrij maakt Ook de veiligheid is van groot belang: Ter optimalisering van de veiligheid is in de hele school een brand- en alarmmeldingssysteem aangebracht. Twee keer per jaar houden we een ontruimingsoefening. Het hele team volgt BHV nascholing (bedrijfshulpverlener). In 2 lokalen op de bovenverdieping is klimaatbeheersing aanwezig. In 2015-2016 wordt samen met de gemeente onderzocht hoe het gebouw verder aangepast moet worden, zodat we de klimaatbeheersing kunnen optimaliseren.
2.3
de schooltijden groep 1 t/m 8 ’s morgens 08.30 – 11.45 uur ’s middags 13.00 – 15.15 uur ’s woensdags 08.30 – 12.15 uur Op vrijdagmiddag zijn de leerlingen van groep 1 t/m 5 vrij. Wij gaan er vanuit dat uw kind op tijd op school is. Wij willen de leertijd optimaal benutten. Tien minuten voor het begin van de school wordt er door teamleden op de speelplaats gesurveilleerd. Vooral bij slecht weer vragen wij u, uw kind niet te vroeg naar school te sturen. De kinderen mogen dan om 8.20 u. naar binnen. Bij het eerste belsignaal (8.25 u.) komen de kinderen naar binnen. Bij het tweede belsignaal (8.30 u.) begint het onderwijs. Indien uw kind door ziekte of om andere redenen verhinderd is, vragen wij u dit telefonisch (0478569711) of schriftelijk voor schooltijd aan ons door te geven. Ook als een kind niet aan de gymnastiekles kan deelnemen of een bezoek moet brengen aan bijv. de orthodontist ontvangen we graag een bericht van u. Indien uw kind tijdens lestijd naar bijv. de orthodontist moet, is de afspraak dat u uw kind zelf op school ophaalt.
11
vakantierooster 2015-2016 – basisschool De Bongerd urenberekening (aantal lesuren in totaal van groep 1 t/m 8) groep 1 t/m 5 23.50 = 1222 1222 + 5.5 + 3.25 = 1230,75
52 x
groep 6 t/m 8 25.75 = 1339 1339 + 5.5 + 5.5. = 1350
do 29 + vr 30 september =5.5 +3.25/5.5 vakanties, studiedagen, calamiteitenuren studiedag spov* studiedag * herfstvakantie
woensdag 30-9 of 7-10 vrijdag 23 oktober maandag 26 okt t/m vrijdag 30 okt kerstvakantie maandag 21 dec t/m vrijdag 1 jan carnavalsvakantie maandag 8 februari t/m vrijdag 12 februari studiemiddag donderdag 3 maart Pasen * maandag 28 maart meivakantie maandag 25 april t/m vrijdag 6 mei Pinksteren * maandag 16 mei studiedag* dinsdag 17 mei studiedag * maandag 11 juli zomervakantie maandag 25 juli t/m vrijdag 2 september aantal vakantie-uren & studiedagen nb. calamiteitendag (5.5.) is niet ingepland, wordt wel meegeteld nb. meivakantie = inclusief koningsdag en hemelvaart
3.75 3.25 23.50
3.75 5.5 25.75
47
51.5
23.50
25.75
2.25 5.5 47
2.25 5.5 51.5
5.5 5.5 5.5 141
5.5 5.5 5.5 154.5
313,25 1225.25 – 313,25= 912
342,5 1344,5 – 342,5 = 1002
* = vierdaagse schoolweek Aantal lesuren per week:
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
groep 1 t/m 5 5.5 5.5 3.75 5.5 3.25 23.50
groep 6 t/m 8 5.5 5.5 3.75 5.5 5.5 25.75
4 x 912 = 3648 (verplichting van 3520 uur in de eerste 4
5 x 912
= 4560,00
3 x 1002
= 3006,00 7566,00 (met een verplichting van 7520 lesuren)
leerjaren)
12
2.4 het overblijven en buitenschoolse opvang Op onze school bestaat de mogelijkheid om op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tijdens de middagpauze over te blijven van 11.45–12.50 u. Gedurende die tijd worden de kinderen door de overblijfkracht op school opgevangen. Bij droog weer zijn er ook buitenactiviteiten. - het overblijven zelf Op maandag, dinsdag en donderdag eten de overblijvers om 11.45 u. in de eigen klas onder begeleiding van een overblijfkracht. Op vrijdag eten alle overblijvers gezamenlijk in de hal. Dan is er namelijk maar een beperkt aantal kinderen dat overblijft. Voor de liefhebbers is er thee. Andere drank, brood en fruit nemen de kinderen goed verpakt mee vanuit thuis. Kinderen die overblijven mogen geen snoep meenemen. Als kinderen structureel ongezonde voeding bij zich hebben wordt dit met de betreffende ouders besproken. Onder een gezonde lunch verstaan wij: brood, melkproducten, water, thee, vruchtensap (zonder suiker) en eventueel een stukje fruit of groente. Na het eten volgen er, afhankelijk van de groep en het weer, gezamenlijke activiteiten: . binnen: tekenen, computeren, spelletjes en spelen in de speelzaal . buiten: de zandbak, balspelen, vrij spelen, voetbalveld, speeltuintje enz. Om 12.50 u. nemen de surveillerende leerkrachten het toezicht over. - aanmelden van de overblijvers Voor de groepen 1 en 2 vullen de ouders de inschrijflijst bij de groep in. Voor de groepen 3 t/m 8 vullen de kinderen zelf de inschrijflijst bij de groep in. - financiële bijdrage Voordat een kind over kan blijven moeten eerst overblijfbonnen gekocht worden. Het overblijven kost één overblijfbon per keer. Deze bonnen zijn verkrijgbaar bij Wilma Lap. Maandag, dinsdag en donderdag kunt u deze bonnen kopen om 08.30u. in de hal van de school. De overblijfbonnen kosten 1,20 euro per stuk. U kunt bonnen per 5 – 10 of 20 stuks kopen. . een heel vel (20 stuks) kost 24 euro . een half vel (10 stuks) kost 12 euro . een kwart vel (5 stuks) kost 6 euro Mochten de kosten van een overblijfbon omhoog moeten gaan, dan wordt u hierover geïnformeerd via de Zebraflits. Als uw kind overblijft, geeft u een bonnetje mee. Op deze manier kunnen de overblijfkrachten het overzicht houden. Het meegeven van geld i.p.v. een bon kost ons te veel tijd. Wij willen graag alle aandacht aan uw kind kunnen geven. Er gelden m.b.t. gedrag bepaalde afspraken waar leerlingen zich aan moeten houden tijdens het overblijven. Mocht uw kind zich daar niet aan houden dan wordt u daar indien nodig over geïnformeerd. Mocht dit herhaaldelijk het geval zijn dan wordt per situatie bekeken hoe we daarmee omgaan. Deze afspraken zijn nodig om het overblijven voor alle overblijvende kinderen en ook voor de overblijfkrachten op een prettige manier te laten verlopen.
13 Het rooster van de overblijfkrachten: maandag
dinsdag
donderdag
vrijdag
Angelique Duivenvoorden Dèsirè van der Wielen Sanne Jacobs Marian Boom Arna van Ool Wilma Lap reserve
Irma Suvaal Gertjan Arts
reserve
Gertjan Arts Sanne Jacobs
reserve
Gertjan Arts Sanne Jacobs
reserve
Wilma Lap
Irma Suvaal Arna van Ool Marian Boom Dèsirè van der Wielen Angelique Duivenvoorden Wilma Lap
Irma Suvaal Angelique Duivenvoorden Dèsirè van der Wielen Marian Boom Arna van Ool Wilma Lap
Irma Suvaal
Op dagen dat er veel overblijvers zijn schakelen we een extra overblijfkracht in. Heeft u vragen over het overblijven, dan kunt u contact opnemen met Wilma Lap tel. 589529. Het mailadres is:
[email protected] De contactpersoon voor de overblijfkrachten vanuit het team is locatieleider Lineke Roording. Er is een protocol m.b.t. het overblijven op school aanwezig. Voor de voor- en naschoolse opvang heeft SPOV een overeenkomst met SSK (Spring Kinderopvang) afgesloten. Natuurlijk bent u vrij uw kind bij een andere kinderopvang aan te melden. Voor informatie m.b.t. de diverse aanbieders verwijzen we u naar de desbetreffende website. Op school is een centraal verzamelpunt voor de kinderen die van de naschoolse opvang gebruik maken. Van daaruit worden de kinderen door de taxibedrijven opgehaald.
14
2.5
de activiteiten van kinderen en het rooster Op onze school gaan we vooral uit van de ontwikkeling van het kind en het beredeneerde aanbod. Hierbij baseren we ons op de kerndoelen en de referentieniveaus. In de groepen 1 en 2 werken we met thema’s die aansluiten bij de leerlijnen, de kerndoelen en de belevingswereld van het kind. Het leren zien we in brede zin. Het kind leert omgaan met andere kinderen en volwassenen. Het ontwikkelt zijn taal, zelfstandigheid, motorische vaardigheden, speel-werkgedrag, emoties uiten en met anderen te delen. In de groepen 1 en 2 gaan de kinderen op een spelende manier om met taal, letters, hoeveelheden en cijfers. We gaan na of het kind zich zover heeft ontwikkeld, dat het kan beginnen met lezen, schrijven en rekenen. Deze ontwikkelingen worden door de leerkracht bijgehouden en vastgelegd met behulp van SCOL (gr. 1 t/m 8), OVM (gr. 1-2), het logboek (1 t/m 8) en Esis/Cito (1 t/m 8). De gegevens worden met de ouders tijdens de ontwikkelgesprekken besproken. Vanaf groep 3 verschuift het accent in de richting van het leren via een methode.
lezen Voor het technisch lezen, spelling en taal wordt in groep 3 de methode ‘Veilig Leren Lezen’ gebruikt. Hierin wordt het aanvankelijk technisch lezen aangeboden. Vanaf groep 4 maken we specifiek onderscheid tussen begrijpend lezen en technisch lezen. Kinderen moeten leren een tekst vloeiend, vlot en op toon te kunnen lezen. Daarnaast wordt ook geleerd de inhoud van een tekst te begrijpen. In het schooljaar 2013-2014 is de technisch leesmethode Estafette ingevoerd voor de groepen 4 t/m 8. Binnen deze methode worden de leerlingen ingedeeld in niveaugroepen (dit gebeurt groep doorbrekend) passend bij de AVI-niveaus. Daarbinnen worden ze nog ingedeeld in aanpak 1, 2 en 3. De instructie en de materialen worden daarop aangepast. Op deze wijze wordt er rekening gehouden met het niveau van het kind. Begrijpend lezen: in de groepen 4 t/m 8 werken wij met de methode Nieuwsbegrip. We werken klassen doorbrekend zodat kinderen op hun eigen niveau kunnen werken. We gebruiken structureel het bijbehorende computerprogramma. In groep 3 t/m 8 zijn er toetsen op het gebied van technisch lezen, begrijpend lezen en woordenschat.
schrijven In groep 1 en 2 wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de fijne motoriek, de schrijfbeweging, schrijfvormen en de penhouding. In groep 3 is het schrijven nauw verbonden met het aanvankelijk lezen. Er wordt gestart met losse schrijfletters, daarna is de overgang naar het verbonden schrift. Ook in de groepen 4 en 5 is het methodisch schrijven belangrijk. In groep 6, 7 en 8 worden ook andere vormen van schrijven toegepast, zoals blokletters en sierletters. In groep 7 en 8 ligt de nadruk op het ontwikkelen van een eigen, duidelijk leesbaar handschrift. Bij het schrijven is er voortdurend aandacht voor een goede houding en verzorging van het werk. De kinderen krijgen van school schrijfmateriaal: een pen, potlood, kleurpotloden, gum en liniaal. Het is vanaf groep 3 de bedoeling dat kinderen zelf een etui vanuit thuis meenemen. Het is niet de bedoeling dat leerlingen zelf nog andere spullen meenemen, of dit moet op verzoek van de leerkracht zijn.
taal Wij gebruiken de methode Taal en Spelling in Beeld voor de groepen 4 t/m 8. Deze methode biedt diverse mogelijkheden voor het omgaan met niveauverschillen tussen leerlingen. Het bijbehorende computerprogramma richt zich op de ontwikkeling van de woordenschat. De zelfstandigheid van de leerlingen wordt bevorderd. Binnen de lessen is er voldoende ruimte voor extra uitleg aan kinderen. Jaarlijks komen er 8 overkoepelende thema’s aan bod die elk jaar op hetzelfde moment terugkeren. Het zelf nakijken van werk door leerlingen wordt door de methode toegejuicht. Een groot voordeel van deze methode is dat we gemakkelijk binnen andere vakgebieden met deze methode kunnen werken. Zo worden bepaalde onderdelen van wereldoriëntatie ondersteund door Taal in beeld. Een voorbeeld: bij Taal in beeld leren kinderen hoe ze een presentatie kunnen maken voor een thema van wereldoriëntatie. Taal in beeld heeft ook veel raakvlakken met het leesonderwijs.
15
rekenen Bij het rekenen ligt het accent op het ontwikkelen van denkprocessen en het beheersen van vaardigheden. De kinderen leren op verschillende manieren rekenproblemen oplossen en moeten dit ook kunnen verwoorden en toepassen in nieuwe situaties. Daarnaast blijft het kennen van de sommen t/m 20 en de tafels 1 t/m 10 belangrijk. In alle groepen is dan ook nadrukkelijk aandacht voor het automatiseren. Wij werken met de nieuwe versie van de rekenmethode Pluspunt. Bij deze nieuwe versie worden de leerlingen ingedeeld in 3 niveaugroepen. De instructie, de moeilijkheidsgraad van de opdrachten en de materialen worden daarop aangepast. Op deze wijze wordt er rekening gehouden met het niveau van het kind. Vanaf groep 6 werken de kinderen in een werkboek dat past bij hun niveau. Het niveau wordt aangegeven door het aantal sterren. De stof is voor ieder niveau uitdagend en biedt tegelijkertijd succeservaring. Voor de sterke rekenaar is er de Pluspunter (werkboek met moeilijkere opdrachten). De leerlingen werken ook met het bijbehorende computerprogramma. Op deze manier wordt het beste uit ieder kind gehaald. Er zijn lesgebonden activiteiten, waarbij er uitleg en instructie is door de leerkracht. Daarnaast zijn er lessen waarin de kinderen zelfstandig geleerde stof herhalen en nieuwe leerstof oefenen. De leerkracht heeft dan de gelegenheid om extra ondersteuning te geven aan kinderen die dat nodig hebben of om, in een combinatiegroep, de andere groep instructie te geven.
wereldoriëntatie De vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs komen veelal geïntegreerd aan bod: wij noemen dat wereldoriëntatie. Bij dit thematisch werken in de groepen 1 t/m 8 werken we o.a. vanuit de werkwijze van het ontwikkelingsgericht werken. Naast het verwerven van kennis zijn samenwerken en leren presenteren belangrijke vaardigheden die hierbij worden opgedaan. Een thema wordt in groep 4 t/m 8 afgesloten met een toets. Ook topografie krijgt de nodige aandacht. Bij deze manier van werken voldoen we aan de leervragen van kinderen en aan de kerndoelen, die wettelijk zijn vastgelegd. De leerlingen verzamelen hun themawerk in hun eigen portfolio. De inhoud hiervan krijgen ze na afloop van een thema mee naar huis. 1 keer per jaar hebben we een gezamenlijk thema met de hele school. Techniek komt vooral binnen wereldoriëntatie aan bod met behulp van de ‘Techniektorens’. Komend schooljaar neemt groep 7 deel aan het techniekplein. Verkeer wordt in de groepen 3 t/m 8 als apart vak gegeven. We werken hierbij met de materialen van Veilig Verkeer Nederland. Verder wordt in alle groepen aandacht besteed aan seksuele voorlichting: we nemen om het jaar deel aan de Week van de Lentekriebels. In de bovenbouw wordt ook aandacht besteed aan de actualiteit, bijv. door het kijken naar ‘het jeugdjournaal’ + nabespreking.
16
beeldende vorming (tekenen en handvaardigheid), drama en muziek Bij deze leergebieden staat vooral de creatieve ontwikkeling van de leerlingen centraal. Bij muziek komt naast zang ook ritme en beweging aan de orde. Ook drama en dans worden regelmatig gegeven. We zien deze vakken ook als een onderdeel van de cultuurontwikkeling van het kind. M.b.v. stichting Cultuurpad ondernemen we jaarlijks diverse culturele activiteiten. Binnen de thema’s van wereldoriëntatie krijgen deze creatieve vakgebieden ook veel aandacht.
lichamelijke opvoeding Dit gebied omvat alles wat met bewegen en gezondheid te maken heeft. De groepen 1 en 2 hebben spel- en bewegingslessen op de speelplaats of in de speelzaal. De groepen 3 t/m 8 hebben eenmaal per week gymles. De gymnastieklessen worden gegeven in de gymnastiekzaal van Focus. Tijdens de gymles dragen de kinderen sportkleding (t-shirt, korte broek en gymschoenen). Ook verwachten we van de kinderen dat ze lang haar in een staart/vlecht dragen en oorbellen uitdoen of afplakken. De groepen 3 t/m 8 volgen de jaarplanning behorende bij de methode ‘Basislessen bewegingsonderwijs’. D.m.v. korte oefeningen en bewegingsspelletjes tussendoor komen de leerlingen tijdens de reguliere lessen ook geregeld in beweging. We bieden ook structureel kennismakingslessen aan van diverse sportverenigingen. De sport- en speltassen worden in de pauzes ook dit schooljaar weer volop gebruikt.
sociale en emotionele vorming In alle groepen is structureel veel aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling van onze leerlingen. De wijze waarop dit gebeurt, de materialen en de werkvormen verschillen per groep. Het groepsgesprek is een werkvorm die veel wordt ingezet. Het gaat hierbij om de eigen inbreng van leerlingen rondom sfeer en omgang met elkaar. Openheid en eerlijkheid zijn hierbij belangrijk, net als het vormen van een eigen mening. We gebruiken o.a. de methode ‘Schatkist’ en ‘Beter omgaan met jezelf en de ander’ als bronnenboeken. De doeregels van de maand zijn ook onderdeel van de sociale en emotionele vorming. Jaarlijks keert het thema ‘Voorbeeld voor elkaar’ schoolbreed terug. We werken dan gedurende een aantal weken in alle groepen extra intensief aan de sociaal emotionele ontwikkeling. Hierbij worden de ouders ook betrokken. Verder zijn er op school verschillende spellen voor de sociaal emotionele ontwikkeling aanwezig die in de klas gebruikt kunnen worden. In de groepen 3 t/m 8 maken we gebruik van het kinderdagboek. Naast groepsactiviteiten maken vooral ook individuele aspecten deel uit van het kinderdagboek. De diverse kinderdagboeken verschillen dan ook van inhoud en vormgeving. We gebruiken SCOL (= Sociale Competentie Observatielijst) als nieuw volgmodel voor de sociaal emotionele ontwikkeling voor de groepen 2 t/m 8. In de groepen 1-2 blijven we ook de ontwikkelingslijnen van OVM (Onderwijs Volg Model) gebruiken en invullen. In de groepen 6-7-8 vullen de leerlingen zelf ook vragenlijsten van SCOL in.
17
levensbeschouwelijke vorming Onze school is een katholieke school waarvan de populatie uiteenlopende levensbeschouwelijke achtergronden kent. Wij respecteren die diversiteit en geven daar ook vorm aan. Zo wordt er in alle groepen aandacht besteed aan de diverse wereldgodsdiensten en bijbehorende feesten en gebruiken. We besteden expliciet aandacht aan de katholieke feesten. In groep 1 t/m 8 is de kinderbijbel onderdeel van ons levensbeschouwelijke onderwijs. Bijbelverhalen worden vooral in een sociale en emotionele context verweven en worden zodoende gekoppeld aan de concrete belevingswereld van de kinderen. Het gaat daarbij om aspecten als goed en kwaad, vreugde en verdriet, hoop en vertrouwen, zeker- en onzekerheid. Rondom Kerstmis organiseren we een viering in de Paterskerk. Deze viering wordt voornamelijk door de kinderen ingevuld. Alle kinderen nemen deel en ouders zijn welkom. Pastoor Miedema geeft samen met de leerkracht levensbeschouwelijke vorming in enkele groepen. Op school vinden ook lessen plaats voor de leerlingen die deelnemen aan de communie en het vormsel.
seksuele voorlichting In alle groepen is aandacht voor seksuele voorlichting. Dit vinden wij belangrijk omdat kinderen dan opgroeien tot volwassenen die weerbaar zijn en grenzen en wensen kenbaar kunnen en durven maken. Dit gebeurt: In groep 8: . jaarlijks tijdens 1 thema van wereldoriëntatie In de groepen 1 t/m 7: . tijdens de week van de Lentekriebels (hier nemen wij 1 x per 2 jaar aan deel) . tijdens een thema van wereldoriëntatie: bijv. ‘het menselijk lichaam en ‘groeien en bloeien’ . ongepland: op het moment dat hier aanleiding voor is in een groep Tijdens de klassikale informatieavonden komt seksuele voorlichting ook aan de orde en is er de mogelijkheid voor ouders om vragen te stellen. Verder bezoekt een van de interne contactpersonen (ICP-er) in het begin van het schooljaar alle groepen. Zo leren de kinderen deze vertrouwenspersoon kennen en weten zij bij wie ze terecht kunnen in het kader van o.a. problemen rondom ruzies, problemen thuis/op school en ook seksualiteit. (zie 2.9 vertrouwenspersoon)
18
bevorderen van gezond gedrag Vanuit de werkgroep De Gezonde school is er ook specifiek aandacht voor het bevorderen van gezond gedrag bij onze leerlingen. Wij zijn immers een Gezonde School en dragen dat ook uit middels het landelijke vignet dat we behaald hebben. Zo worden er in alle groepen lessen gegeven over gezonde voeding. De leerkrachten maken daarbij structureel gebruik van de klapper Smaaklessen. De sport- en speltassen, de gezonde pauzehapjes, het trakteren, de lessen seksuele vorming, de lessen van Hoortorens, en deelname aan Go for gold kids zijn allemaal voorbeelden waarbij wij als school gezond gedrag bevorderen.
sportactiviteiten Indien we als school deelnemen aan een door een Venrayse vereniging georganiseerde sportactiviteit wordt de betreffende informatie doorgegeven, vindt opgave plaats bij de school en wordt er door de school gezocht naar ouderbegeleiding. Voorbeelden van sportactiviteiten zijn het tafeltennistoernooi, de schoolatletiekdag, en de Vlakwatercross. Mochten er voor een activiteit te weinig begeleiders of deelnemers zijn, dan vervalt die activiteit. Tijdens de activiteit dragen de kinderen en begeleidende ouders altijd een t-shirt van de school. Dit krijgen ze van tevoren en willen we graag ongewassen retour.
jeugdsportfonds Venray Vanaf 1 januari 2009 is Venray aangesloten bij het Jeugdsportfonds. Dit fonds vergoedt contributie en aanschaf van sportartikelen aan kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. De regeling is voor kinderen van 4 tot 20 jaar die in de gemeente Venray wonen en willen (gaan) sporten. Kijk voor meer informatie op de website van het Jeugdsportfonds (www.jeugdsportfonds.nl). U kunt zich hiervoor melden bij Sythese.
19
het rooster 1 + 2
3
4
5
A. lichamelijke oefening werken met ontwik. materialen
zintuiglijke en lichamelijke oefening 1.75 1.50 1.50 1.50 6.00 0.50
B. taal en spelling lezen: technisch en begrijpend schrijven
Nederlandse taal 2.75 7.00#
5.25 3.50 1.00
C. rekenen
rekenen en wiskunde 1.00 4.75 4.75
D. engels
Engelse taal
E. wereldoriëntatie* sociale redzaamheid / verkeer geestelijke stromingen**
kennisgebieden 1.25 1.75 1.00 1.00 0.25 0.50
2.75 1.00 0.50
F. instructie weektaak
6
7
8
1.50
1.50
1.50
5.25 2.00 0.75
5.25 2.50 0.75
5.00 2.50 0.50
5.00 2.50 0.50
5.00
4.50
4.25
4.25
0.75
0.75
5.00 0.75 0.50
5.00 0.75 0.50
5.00 0.75 0.50
bevordering zelfstandig werken 0.25 0.50 0.50
0.50
0.50
0.50
G. beeldende vorming muziek spel, beweging, drama
expressieactiviteiten 2.00 1.75 1.50 1.50 0.75 0.75 4.75 1.00 0.50
2.00 0.75 0.50
2.00 0.75 0.50
2.00 0.75 0.50
H.
ochtendpauze 10.15-10.30u. (5 x 0.25 = 1.25) 1.25 1.25 1.25 1.25 1.25 23.50*** 23.50 23.50 23.50 25.75****
1.25 25.75
1.25 25.75
TOTAAL
1.50
* waaronder burgerschapsvorming en gezond gedrag ** waaronder godsdienst # waaronder lezen *** 23.50 = 23 uren en 30 minuten **** 25.75 = 25 uren en 45 minuten
1.75 1.00 0.50
1.75 0.75 0.50
20
huiswerk Vanaf groep 6 krijgen de kinderen structureel huiswerk. In de jaren daarvoor wordt er bij uitzondering gevraagd thuis iets voor te bereiden (bijv. een boekpresentatie). Dit huiswerk is vooral bedoeld om te leren plannen en verantwoordelijkheid te leren dragen met betrekking tot het eigen leren, en ook inhoudelijk extra oefening. We maken onderscheid tussen ‘maakwerk’ en ‘leerwerk’. Er is een duidelijke opbouw in de hoeveelheid huiswerk. Voor alle groepen geldt dat er ook weleens computerwerk bij zal zijn. De vakanties zijn uiteraard huiswerkvrij. groep 6
groep 7
groep 8
2.6
. start na de herfstvakantie met huiswerk . de kinderen krijgen wekelijks maakwerk en/of leerwerk dat vooral gericht is op rekenen, spelling, taal, begrijpend lezen of wereldoriëntatie. . start na 2 weken met huiswerk . de kinderen krijgen wekelijks maakwerk en/of leerwerk dat vooral gericht is op rekenen, spelling, taal, verkeer, begrijpend lezen of wereldoriëntatie. . start na 2 weken met huiswerk . de kinderen krijgen wekelijks maakwerk en/of leerwerk dat vooral gericht is op rekenen, spelling, taal, begrijpend lezen of wereldoriëntatie. . meteen bij de start van het schooljaar wordt hierbij voor het leren plannen gebruik gemaakt van een digitale agenda.
verjaardagen op school verjaardagen van kinderen Met veel plezier besteden we in groep 1 t/m 8 aandacht aan de verjaardag van uw kind. In alle groepen hebben we een grabbelton: de jarige ontvangt een kleine attentie van de school en een kaart. We hebben afgesproken dat de kinderen van de groepen 1 t/m 8 niet trakteren. In de groepen 1 en 2 vieren we van 8.30 tot 9.00u. feest. Hierbij mogen de ouders aanwezig zijn. Vanaf groep 3 vieren we alleen met de kinderen feest. Als een kind 4 jaar wordt, vieren we dit nog niet op school omdat het kind dan net in een groep instroomt en we een verjaardag dan te druk voor de instromer vinden. U wordt vriendelijk verzocht om uitnodigingen voor kinderfeestjes niet mee naar school te geven. Dit om pijnlijke situaties voor niet-genodigden te voorkomen. verjaardag van de leerkracht De leerkrachten vieren ook hun verjaardag met de groep. Tekeningen, knutselwerkjes, gedichten, verhalen, enz. vinden wij geweldige cadeautjes. Gekochte cadeautjes vinden wij niet nodig. feesten door het jaar heen Ondanks het feit dat wij een Gezonde School zijn, vinden we dat er een paar uitzonderingen zijn. Sinterklaas, Kerstmis en bijv. Pasen zijn feesten waarbij we een kleine ongezonde traktatie toestaan.
2.7
de jaarkalender In de jaarkalender, die eind tweede week van het nieuwe schooljaar verschijnt, zijn alle activiteiten opgenomen. Daarnaast ook de samenstelling van het team, de groepsindeling, de gymtijden, de vakanties en de vrije dagen.
21
2.8
afspraken en regels We geven de regels meestal vorm vanuit de kinderen op het moment dat iets actueel of noodzakelijk is. Vijf vaste afspraken willen we hier graag noemen: 1 In het kader van de veiligheid op de speelplaats vragen wij iedereen de fietsen te stallen in de fietsrekken. Volwassenen vragen we niet onnodig met de fiets op de speelplaats te komen. Fietsen op de speelplaats en op de stoep is niet toegestaan. 2 Om de binnenkomst van de leerlingen zo goed mogelijk te laten verlopen, komen de kleuters bij de kleuteringang naar binnen. De groepen 3 en 4 komen bij de ingang bij groep 3 en 4 naar binnen. De groepen 5 t/m 8 komen door de hoofdingang naar binnen. 3 In het kader van De Gezonde School & Schoolgruiten is de afspraak dat de kinderen alleen groente of fruit eten tijdens de ochtendpauze. Kinderen nemen geen drinken mee. Als ze dorst hebben mogen ze water drinken, hiervoor zijn voorzieningen in de groepen. 4 Na iedere vakantie vindt een controle op hoofdluis plaats door de ‘luizenouders’. Indien er luizen geconstateerd worden volgen wij de door de GGD geadviseerde procedure. 5 Op het schoolplein mag niet worden gerookt. Wij stellen het erg op prijs als dit op het openbare gemeenteterrein ook niet gebeurt. Dit in het kader van de voorbeeldfunctie naar de kinderen toe.
doeregel van de maand Om in te kunnen spelen op actuele zaken maken we gebruik van de doeregel van de maand. Leerlingen of leerkrachten kunnen ideeën aanleveren voor een nieuwe doeregel. Het is ook mogelijk dat een doeregel ontstaat n.a.v. een leerling-panel of vanuit SCOL. Deze wordt dan opgehangen en besproken in alle groepen. Voor deze regel is dan gedurende een maand extra aandacht binnen de hele school. Er wordt door de leerkrachten ook regelmatig teruggegrepen naar ‘oude doeregels’. De doeregel is onderdeel van de sociale emotionele vorming.
2.9
klachtenregeling Vanuit het bovenschools management van SPOVenray; Als ouder heeft u recht op goede en juiste informatie. Bij vragen of klachten kunt u een afspraak maken met de leerkracht of de directie van de school. De leerkracht heeft de plicht u aan te horen. Ook als u een klacht heeft over de behandeling van uw kind, dient dit zo te zijn. Een rustig gesprek waarin beiden bereid zijn echt naar elkaars verhaal te luisteren, leidt bijna altijd tot duidelijkheid over wat er aan de hand is en hoe een en ander kan worden opgelost. Als een gesprek met een leerkracht niet tot een bevredigend resultaat leidt, kan de ouder altijd alsnog een gesprek met de directie regelen. Als ook dat geen bevredigende oplossing biedt, staan de ouder nog twee andere wegen open: een klacht
22 bij het college van bestuur en zonodig een gesprek met de externe vertrouwenspersoon en een formele klacht bij de klachtencommissie. Helaas komt het soms voor dat een ouder zich op een grove en onfatsoenlijke manier tot de leerkracht wendt, waarbij de leerkracht onterecht van iets wordt beschuldigd. Hierdoor kan een medewerker ernstig beschadigd raken en zelfs psychisch in de problemen komen. Dergelijke situaties moeten we met zijn allen niet willen. U als ouder heeft recht op een respectvolle benadering, datzelfde geldt voor onze medewerkers. Alleen met wederzijds respect kunnen problemen worden opgelost. Klachtenregeling – eenvoudig op te lossen klachten; Waar mensen werken, worden fouten gemaakt, worden zaken verkeerd ingeschat of verloopt soms de communicatie niet goed. Om iets aan problemen te kunnen doen, is het wel zaak dat we elkaars klachten kennen. Wij nemen uw klacht altijd serieus. U kunt met uw klacht terecht bij: . de groepsleerkracht – dit is de aangewezen persoon om problemen van uw kind te bespreken . de intern begeleider Sylvia de Nijs – zij coördineert hulpvragen van leerkrachten, leerlingen en ouders, wanneer zich op school leer- of gedragsproblemen voordoen . de locatieleider Lineke Roording . de directeur a.i. Ben Ruhl . de bovenschoolse directeur Yvonne Raaijmakers . de interne klachtencommissie van de Raad van Toezicht Klachtenregeling – ernstige klachten; Ook voor onze school geldt een op wettelijke basis gestoelde uniforme klachtenregeling. Voor ernstige klachten m.b.t. de kwaliteit van het onderwijs geldt: . een klacht wordt schriftelijk bij de contactpersoon ingediend . binnen 1 week krijgt u bericht van ontvangst . de klager wordt in de gelegenheid gesteld de klacht schriftelijk of mondeling toe te lichten . binnen 4 weken moet het schoolbestuur de klager meedelen wat de afdoening van de klacht zal zijn . de klager mag zich bij de behandeling van de klacht door iemand bij laten staan . indien de klager het nodig acht kan deze zich ook rechtstreeks bij de klachtencommissie melden. Het schoolbestuur is aangesloten bij de stichting Komm. De contactgegevens vindt u in bijlage 1 behorende bij deze schoolgids. Voor ouders en kinderen: Via secretariaat JGZ 088-1191291. Mevrouw A. ten Doeschate Mevrouw M. Klaassen Voor personeel: De heer van der Locht, Laagheidseweg 16, 5804 BJ Venray, 0478-585173 Mevrouw A. van Oers, Mgr. Nolenstraat 20, 5802 AR Venray, 0478-583385 Vertrouwensinspecteur Binnen de inspectie is al jarenlang een team van inspecteurs aangesteld als vertrouwensinspecteur. De vertrouwensinspecteur kan worden geraadpleegd wanneer zich in of rond de school (ernstige) problemen voordoen op het gebied van: seksuele intimidatie of seksueel misbruik, psychisch of fysiek geweld, discriminatie of radicalisering. Meldingen hierover kunnen voorgelegd worden aan de vertrouwensinspecteur. Deze zal luisteren, informeren en zo nodig adviseren. De vertrouwensinspecteur is alle werkdagen te bereiken tijdens kantooruren (08.00–17.00 uur) op telefoonnummer: 0900-1113111 (lokaal tarief). Vertrouwenspersonen De Bongerd Op onze school kunt u voor ernstige klachten op het gebied van machtsmisbruik (pesten, seksuele intimidatie, ongewenst gedrag, onjuiste bejegening, discriminatie) terecht bij interne contactpersonen machtsmisbruik: Kitty Driessen (leerkracht 0478-569711) en Melanie Swinkels (06-42056111). De klachtenregeling van KOMM is te downloaden op www.spovenray.nl - beleid – algemeen.
23
2.10
BHV en Arbo Op onze school besteden we aandacht aan de veiligheid en het welzijn van zowel de kinderen als van de leerkrachten. Hierbij kunt u denken aan de controle van de blustoestellen en de speeltoestellen, de klimaatbeheersing in het gebouw, het inruimplan en ontruimingsplan. Met betrekking tot dit laatste is het belangrijk te weten dat de kinderen de verzamelplek niet verlaten totdat de preventiemedewerker en hoofd BHV dit aangeeft. Dit is vanwege de overzichtelijkheid en dus in het belang van uw kind. Jaarlijks worden er meerdere ontruimingsoefeningen gehouden. Zowel met rook en alarm als zonder.
Veiligheidsplan Zowel op school- als stichtingsniveau is er veel geregeld omtrent de veiligheid op school. Voorbeelden hiervan zijn o.a. de klachtenregeling, Arbo-beleidsplannen, BHV-regelingen, etc. Om ervoor te zorgen dat alle onderdelen goed op elkaar afgestemd zijn heeft de SPOV een veiligheidsplan uitgewerkt waarin een en ander beschreven is. Dit plan, dat ook getoetst wordt aan wettelijke verplichtingen, zal blijvend onder de aandacht blijven en waar nodig worden aangepast of aangevuld. Bepaalde onderdelen zullen met regelmaat op schoolniveau terugkomen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het pestprotocol.
3.
de leerlingen
3.1
de inschrijving In maart vindt op alle basisscholen van Venray de inschrijving van nieuwe leerlingen plaats. De ouders krijgen hiervan bericht via de gemeente Venray. U bent als ouder altijd van harte welkom om kennis te komen maken met onze school. U kunt altijd bellen om een afspraak te maken. Natuurlijk kunt u ook op andere momenten uw kind aanmelden. (zie 3.3)
3.2
voor het eerst naar school De dag nadat de kinderen 4 jaar worden, mogen zij naar school. De leerkracht bij wie uw kind in de klas komt, neemt 6 weken van tevoren contact met u op. We maken dan een afspraak met u om één of enkele keren in de klas te komen kijken. Wettelijk mag dit maximaal 5 keer een hele dag. Wij houden meestal 5 dagdelen aan. I.v.m. een rustige start van uw kind op school vragen wij u de 4 e verjaardag van uw kind niet op school te vieren en uw kind de dag na de verjaardag op school te laten beginnen. Met de ouders van de leerlingen die op het einde van het schooljaar instromen, maken we passende afspraken. De algemene beleidsregel van SPOVenray in deze is dat leerlingen die vier weken voor de zomervakantie 4 jaar worden, in principe pas na de zomervakantie voor het eerst naar school komen.
24
3.3.
tussentijdse overstap naar een andere basisschool Ouders kiezen in principe een basisschool voor de hele schoolloopbaan van hun kind. Een enkele keer komt het voor, dat door de ouders tussentijds wordt overwogen om over te stappen naar een andere basisschool (anders dan door verhuizing). Uiteraard moet hierbij het belang van het kind leidend zijn. Daarom is zo’n overstap alleen mogelijk volgens een afgesproken procedure. Voordat de overplaatsing daadwerkelijk kan plaatsvinden, hebben de scholen onderling overleg, waarbij de onderwijsbehoefte van het kind in kaart wordt gebracht. Alleen als de “nieuwe school” aan deze onderwijsbehoefte kan voldoen, kan de overplaatsing worden afgerond. De te volgen procedure bij tussentijds vertrek van leerlingen naar een andere SPOV-school, zonder dat er sprake is van een verhuizing, is de volgende: Stappenplan bij aanmelding en/of inschrijving nieuwe leerlingen 1) De aanmelding van een leerling gebeurt schriftelijk door het invullen van het aanmeldingsformulier door ouders. Na schriftelijke aanmelding gaat de 6-weken onderzoekstermijn in. 2) Als ouders een leerling schriftelijk hebben aangemeld kan informatie worden opgevraagd bij de school van herkomst (ouders tekenen hier een toestemmingsverklaring voor) en kan er evt. onderzoek gedaan worden om de ondersteuningsbehoeften van het kind in kaart te brengen. Vervolgens kan een uitspraak gedaan worden of school het kind kan plaatsen. Indien ja, dan kan het kind worden ingeschreven. 3) Indien nee, dan dienen ouders een schriftelijk verslag te krijgen waarin staat wat de redenen zijn waardoor het kind niet kan worden geplaatst. Naast deze argumentatie, dient de school ook een passende school te noemen die deze leerling wel kan opvangen. Deze passende school wordt in onderling overleg tussen de beide scholen bepaald. Indien nodig kan de BOC-er hierin ondersteunen.
3.4
het volgen van de ontwikkeling van de kinderen op onze school De ontwikkeling van de leerlingen wordt door ons op systematische wijze gevolgd door: . observaties van de leerling in de klas; vastlegging hiervan gebeurt m.b.v. observatielijsten en het logboek van de leerkracht . bekijken en bespreken van het door de leerling gemaakte werk . informatie verstrekt door ouders of door een externe instantie . in oktober wordt in groep 3 de herfstsignalering van het aanvankelijk lezen afgenomen . het afnemen van methodeonafhankelijke toetsen, het CITO leerlingvolgsysteem in gr. 1 t/m 8 . het invullen van SCOL (2x per jaar) door leerkrachten voor groep 2 t/m 8 . het invullen van SCOL (2x per jaar) door de leerlingen zelf in groep 6 t/m 8 . het invullen van het ontwikkelingsvolgmodel OVM voor groep 1-2 . gebruik van hgpd of handelingsplan of OPP (ontwikkelingsperspectief) bij een zorgleerling . het gebruik van groepsplannen. Het Cito leerlingvolgsysteem binnen Esis: Hiervan maken wij gebruik om de leerling vanaf groep 1 t/m groep 8 te volgen in zijn ontwikkeling en om deze te vergelijken met het landelijk gemiddelde. Voor groep 1 en 2 betreft het de toetsen rekenen en taal voor kleuters. Bij alle leerlingen van groep 1 en 2 worden de toetsen 2 x per jaar afgenomen. Voor groep 3 t/m 8 betreft het de toetsen: begrijpend lezen, technisch lezen, dmt (leestoets), rekenen/wiskunde, spelling en woordenschat. Voor de groepen 3 en 4 ook het onderdeel luisteren. Deze toetsen worden 2 x per jaar afgenomen. In groep 7 en 8 nemen we de Cito werkwoordspelling af. De leerlingen van groep 7 maken rond maart de schoolloopbaantoets. In groep 8 maken de leerlingen de Cito Eindtoets. Mede door de toetsen zien wij welke leerlingen extra zorg behoeven. Ook kunnen wij de score van iedere groep apart en die van de gehele school vergelijken met het landelijk gemiddelde. Daarbij is de ontwikkeling op een bepaald leergebied, per groep of t.a.v. de gehele school, zichtbaar en meetbaar wat ten goede komt aan de kwaliteit van het onderwijs.
25 Na elke toetsperiode bespreken de intern begeleider en de leerkrachten de resultaten van de Citotoetsen op groepsniveau. Bij zorgleerlingen gebeurt dit tevens op individueel niveau. Door o.a. de ontwikkelingen van de kinderen nauwkeurig te volgen realiseren wij onze opdracht van het geven van 'onderwijs op maat’. De ontwikkelingen van de leerlingen zijn ook zichtbaar in de groepsplannen en groepsoverzichten die we in elke groep hanteren. De overgang van groep 2 naar groep 3 Tijdens de groepsbesprekingen wordt in overleg met de groepsleerkracht en de intern begeleider besproken of een kind op sociaal- emotioneel gebied en/of op cognitief gebied toe is aan groep 3. De inspectie en de school hanteren de datum 31 december als norm; kinderen die vóór die datum 6 jaar worden, mogen in principe in het nieuwe schooljaar door naar groep 3. Wij vinden het echter belangrijk dat ieder kind voldoende basis heeft, verstandelijk, sociaal en emotioneel, om succesvol in groep 3 te kunnen starten. Verlengd kleuterjaar: Wanneer op grond van observatie, CITO, SCOL en het OVM in de periode november tot april vermoed wordt dat een leerling uit groep 2 problemen zal ondervinden bij de doorontwikkeling in groep 3, stellen we ouders hiervan vroegtijdig, uiterlijk maart, in een gesprek op de hoogte. Eind mei / begin juni nemen we in overleg met ouders het besluit voor wel/geen verlengd kleuterjaar. We streven naar een besluit dat door alle betrokkenen gedragen wordt. Bij bovenstaand proces is de intern begeleider direct betrokken en wordt de directeur op de hoogte gesteld. Indien gekozen wordt voor een verlengd kleuterjaar zal aan de ouders duidelijk worden aangegeven hoe het onderwijsaanbod er in het verlengde jaar uit zal zien.
3.5
de speciale zorg voor kinderen Wij willen op De Bongerd de kinderen een passende zorg bieden die het kind nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen in een veilige en stabiele omgeving. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met verschillen tussen kinderen en de mogelijkheden die de school heeft. In de meeste gevallen sluit het onderwijs, dat een kind in de groep krijgt, goed aan bij zijn of haar ontwikkeling. Maar er zijn kinderen die extra aandacht, begeleiding en materialen nodig hebben bij het leren of de sociaal emotionele ontwikkeling op school. Onze school heeft een intern begeleider die leerkrachten ondersteunt bij het bieden van ondersteuning op maat. De intern begeleider heeft speciale aandacht voor de ontwikkeling van de leerkracht en voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Daarnaast onderhoudt de intern begeleider contacten met externe hulpverleners, instanties en adviseurs die bij de ontwikkeling van het kind en/of de school belangrijk zijn. De leerkracht is voor u het eerste aanspreekpunt. Als deze u niet verder kan helpen, dan kunt u uiteraard ook zelf contact opnemen met de intern begeleider. Om de leerlingenzorg op onze school zo goed mogelijk te laten verlopen, vinden er groepsbesprekingen plaats tussen de groepsleerkracht en de intern begeleider. Doel hiervan is het bespreken van de groepssfeer (sociaal en emotioneel, taakwerkhouding) en de school- en groepsresultaten op de diverse leergebieden. Onderdeel van de groepsbespreking is het bespreken van de individuele leerling. Doel is evaluatie en voortgang van de zorg bij individuele leerlingen. Tevens worden nieuwe leerlingen, die in aanmerking komen voor extra zorg, ingebracht en besproken. Voor ons schoolondersteuningsprofiel verwijzen wij naar bijlage 4 bij deze schoolgids.
26 Als school hebben we een aantal mogelijkheden om extern advies in te winnen, bijvoorbeeld: de HGPD-adviseur (orthopedagoog) van BCO-Onderwijsadvies (kortweg BCO) is regelmatig bij ons op school om te praten over leerlingen en leerlingenondersteuning. de GGD (schoolarts), Bureau Jeugdzorg, de gezinscoach en vertegenwoordigers van het Centrum voor jeugd en gezin (CJG) zijn belangrijke partners in het bieden van ondersteuning op maat voor alle kinderen. Deze externe hulpverleners zijn regelmatig op onze school aanwezig om de school te adviseren over zaken die van belang zijn voor de ontwikkeling van het kind, waarbij ook zaken buiten school een belangrijke rol (lijken te) spelen. Deze externe hulpverleners kunnen deel uitmaken van het overleg in het Ondersteuningsloket (OSL), maar er kan door school ook een overleg worden gepland op andere momenten. Hiermee wordt onderwijs en jeugdzorg meer op elkaar afgestemd, een belangrijk onderdeel van landelijk beleid. De betreffende medewerker biedt ondersteuning aan school en, als dat nodig is, kortdurend binnen de opvoedingssituatie thuis, als blijkt dat het kind er op school ook onder lijdt. Indien nodig kan het deze medewerker u doorverwijzen naar overige instanties en kan tevens samen met u de aanmelding bij een instantie oppakken. Deze personen kunnen zonder meer door school worden geraadpleegd en/of betrokken bij overleg over uw kind, desnoods anoniem. Hoewel deze medewerkers in dienst kunnen zijn bij verschillende instellingen (denk aan Bureau Jeugdzorg, MEE, Synthese) is er nooit sprake van aanmelding van uw kind bij de betreffende instantie. U legt dus gewoon contact via de intern begeleider van de school en beslist altijd zelf als u bij bijv. Bureau Jeugdzorg zou willen aanmelden. een ambulant begeleider is regelmatig op de scholen aanwezig. De ambulant begeleider is een speciale leerkracht, in dienst van SPOVenray of van het speciaal onderwijs, en goed op de hoogte van ondersteuning aan kinderen met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden, kinderen die zeer moeilijk leren, lichamelijke en/of motorische problemen hebben en kinderen met gedrags- en omgangsproblemen (bijv. vanwege ADHD of een vorm van autisme). De ambulant begeleider is betrokken bij kinderen aan wie extra ondersteuning is toegewezen (voormalige rugzakmiddelen), maar kan ook om advies worden gevraagd/ ingezet worden bij de begeleiding van andere kinderen. het ondersteuningsloket adviseert namens het bestuur de scholen (op afroep) bij het bieden van ondersteuning op maat. De school kan het ondersteuningsloket inschakelen voor advies over de ontwikkeling van een kind, met name als de grenzen van de zorg (dreigen te) worden bereikt. Als de school er voor kiest om uw kind aan te melden bij het ondersteuningsloket, dan zal aan de ouders om medewerking worden gevraagd. Ook u als ouder kunt het ondersteuningsloket inschakelen. School en ouders hebben in principe van elkaar geen toestemming nodig om het ondersteuningsloket in te schakelen, maar het beste is natuurlijk als de aanmelding in gezamenlijk overleg gebeurt. Zie verder de paragraaf over het ondersteuningsloket. Passend onderwijs De wet op Passend onderwijs is in werking gegaan vanaf het schooljaar 2014-2015: Met passend onderwijs wordt er gekeken naar wat kinderen nodig hebben om optimaal te kunnen ontwikkelen, met of zonder diagnose. Voor ouders, scholen en externe instanties is het vaak een hele zoektocht om de goede ondersteuning voor hun kind te realiseren. Binnen het Passend Onderwijs in Noord-Limburg wordt er naar gestreefd om de toegang tot alle speciale vormen van onderwijs en de daarnaast noodzakelijke ondersteuning, onder te brengen bij één aanspreekpunt per bevoegd gezag. Daarvoor heeft elk bestuur in Noord-Limburg een bovenschoolse ondersteuningscoördinator (BOC). Ook binnen SPOVenray is deze taak ondergebracht bij de BOC die tevens beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit is, mevr. Monique Hoeijmakers-Jacobs (
[email protected]). SPOVenray heeft er daarnaast voor gekozen om een bovenschools ondersteuningsloket in te richten, onder voorzitterschap van de BOC. Uitgangspunten van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Noord-Limburg; Extra ondersteuning (inzet van expertise) is nodig als de basisschool met reguliere mogelijkheden (basisondersteuning) niet in staat is op een verantwoorde manier passend onderwijs aan de leerling te Bieden. . Elke school zal zich maximaal moeten inspannen om de persoonlijke ontwikkeling en het vakmanschap van elke leraar te vergroten en maximaal in te zetten t.b.v. signalering, analyse, (evt. diagnose), handelen, evalueren en reflecteren. In eerste instantie maakt dit onderdeel uit van het professionele handelen van de leraar, waar nodig in samenwerking met collega’s en de intern begeleider van de school. Dit alles maakt onderdeel uit van het schoolondersteuningsprofiel van elke school. In het schoolondersteuningsprofiel en in het vastgestelde bestuursprofiel zijn een aantal stoornissen /problemen die behoren tot de basisondersteuning te weten: ADHD, PDD-NOS, faalangst,
27 onrust/concentratie, leerproblemen, dyslexie, lezen/taalproblematiek, hoog-meerbegaafdheid, dyscalculie, waarvoor in principe dus geen extra ondersteuning wordt toegekend. Er kunnen echter omstandigheden zijn die maken dat het de school toch niet lukt om dit specifieke kind met bijv. ADHD op te vangen (bijv. groepssamenstelling, tijdelijk onrustige thuissituatie, competenties leerkracht). Tijdens het overleg worden deze factoren in kaart gebracht, gewogen en wordt gekeken of de huidige plek dan wel de meest passende plek is voor dit kind. Zo ja, dan kan extra ondersteuning uitkomst bieden om de ontwikkeling weer op gang te brengen. In de praktijk kan het betekenen dat kinderen met een diagnose/stoornis niet in aanmerking komen voor extra ondersteuning. Maar ook omgekeerd dat kinderen zonder diagnose/stoornis soms wel in aanmerking komen voor extra ondersteuning. Als er wordt gedacht aan kinderen die meer nodig hebben dan de reguliere basisondersteuning wordt: - binnen school eerst intern gekeken naar inzet zorgniveau 2 en 3a (zie indeling zorgniveaus hierboven) - vanaf het schooljaar 2014-2015 kan, naast de boven beschreven middelen een aanmelding bij het Ondersteuningsloket worden gedaan om extra middelen aan te vragen. - de extra ondersteuning wordt voor maximaal 1 jaar toegekend, waarna opnieuw de afweging gemaakt wordt; . Wat heeft dit kind nodig en is dit nog de juiste plek? . Welbevinden van het kind, maar ook draagkracht van de school zijn hierin belangrijke pijlers. De zorgplicht in het kader van Passend Onderwijs: Elk school is verplicht binnen 6 tot 10 weken nadat de ouders hun kind hebben aangemeld, een aanbod te doen aan ouders voor een passende plek voor hun kind in het onderwijs. Deze passende plek kan zijn op de eigen reguliere basisschool, op een andere reguliere basisschool of op een speciale (basis-)school binnen de regio. Als het kind op een school is of wordt geplaatst, regelt die school dus ook de nodige extra ondersteuning of, als de school niet langer aan de onderwijsbehoefte van het kind kan voldoen, regelt de school een passend alternatief. Een veelvoorkomend misverstand is, dat elke basisschool aan alle kinderen passend onderwijs moet kunnen bieden, ongeacht hun ondersteuningsbehoefte. Elke school moet wel regelen dat er een passend aanbod aan ouders wordt gedaan, ook al is dat op een andere school. Na aanmelding door de ouders zal de school samen met de ouders onderzoeken of de leerling specifieke ondersteuningsbehoeften heeft en of de school de nodige ondersteuning kan bieden. Een gesprek met de ouders (uiterlijk 10 weken voorafgaand aan de beoogde plaatsingsdatum of anders z.s.m.) en het opvragen van gegevens bij peuterspeelzaal, bij de vorige school en/of instanties maakt onderdeel uit van het onderzoek. Als duidelijk is dat de school het kind kan begeleiden, kan het kind worden ingeschreven. De school kan ook deskundigheid of begeleiding van buitenaf inroepen, bijvoorbeeld van deskundigen van BCO Onderwijsadvies , de GGD, bureau jeugdzorg of een ambulant begeleider. Dit gaat altijd in overleg met ouders en vindt plaats na toestemming van ouders. Soms bestaat er bij de basisschool twijfel of men in staat is een leerling op eigen kracht verantwoord te begeleiden. Op dat moment komt het OSL (Ondersteuningsloket) in beeld. M.b.v. het handelingsplan zal er een goede weging gemaakt worden en zullen de ondersteuningsbehoeften van het kind in kaart gebracht worden waardoor er een passend onderwijsaanbod gegeven kan worden. Dit alles wordt gedaan in een gezamenlijk overleg in het Ondersteuningsloket met school en ouders. Het Ondersteuningsloket: Wat is het Ondersteuningsloket (OSL) ? In het OSL zitten vertegenwoordigers van o.a. het onderwijs (bao,sbo,so), jeugdzorg, gezinscoach en eventueel een externe instantie. De samenstelling van het OSL is afhankelijk van de hulpvraag van de individuele leerling. Hoe gaat het OSL te werk? Aanmelding van kinderen bij het OSL gebeurt, met een aanmeldingsformulier, door de ouders of wettelijke vertegenwoordigers. In de praktijk zal het vaak zo zijn dat de ouders in overleg met de school of instelling waar het kind is ingeschreven, besluiten om bij het OSL aan te melden. Aan het OSL kan bij aanmelding gevraagd worden: - na te gaan of er nog begeleidingsmogelijkheden binnen het basisonderwijs zijn, evt. met extra ondersteuning - te beslissen of een kind toelaatbaar is tot de speciale school voor basisonderwijs - te beslissen of een kind toelaatbaar is tot het speciaal onderwijs.
28 Indien de leerling wordt aangemeld bij het Ondersteuningsloket (OSL), door de ouders of via de school, wordt door de basisschool een dossier aangeleverd. Dit wordt door de leden van het OSL bestudeerd en eventueel wordt aanvullend onderzoek verricht. In een overleg met alle direct betrokkenen (ouders, OSL en basisschool) wordt de ondersteuningsbehoefte van de leerling in kaart gebracht en wordt gekeken hoe deze hulp het beste geboden kan worden. Klachtenregeling Wanneer de ouders van mening zijn dat het OSL of OSL-leden niet zorgvuldig gehandeld hebben, kunnen Zij een beroep doen op de klachtenregeling. De ouders kunnen in zo’n geval contact opnemen met de vertrouwenspersoon van De Bongerd. Contact opnemen met het OSL: Het OSL is een onafhankelijke commissie die is gevestigd in het kantoor van SPOVenray. Het postadres luidt: Ondersteuningsloket / Groenewoltsepad 2 / 5801 AP VENRAY / telefoon: 0478-582701 Vaste leden van het OSL: Mevr. drs. AHC Lücker, orthopedagoog-generalist & Mevr. drs. MHA Hoeijmakers-Jacobs, Bovenschools Ondersteunings Coördinator (BOC). In de zorgverbreding onderscheiden wij 5 niveaus van zorg De organisatie wordt gebaseerd op de nieuwe niveaus van zorg behorend bij de invoering van Passend Onderwijs. Per niveau wordt aangegeven wie de betrokkenen kunnen zijn en wat mogelijke activiteiten zijn. Niveau 1 regulier aanbod en basisondersteuning. Betrokkenen: ouders, leerkrachten. De leraar geeft goed onderwijs aan zijn/haar groep leerlingen. Hij/zij heeft aandacht voor verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leerlingen in niveau 1 hebben geen extra zorg nodig van de leerkracht. Hij/zij richt het onderwijs zo in dat problemen van leerlingen zoveel mogelijk worden voorkomen.
-
-
-
Niveau 2 basisondersteuning (groepsplan/ handelingsplan) Betrokkenen: ouders, leerkrachten, intern begeleider. De leraar geeft extra zorg in niveau 2 aan een of meer kinderen die dat nodig hebben. De leraar geeft deze extra begeleiding op basis van de signaleringsgegevens die hij/zij zo nodig met de interne begeleider heeft besproken. De leraar geeft extra zorg door: meer individuele instructie en verwerking; stelt duidelijke (minimum)doelen; extra feedback aan kinderen; het inzetten van extra didactische materialen; het nemen van extra pedagogische maatregelen; toepassing van een groepsorganisatie, gericht op differentiatie. De leraar evalueert de gegeven hulp en gaat na of de extra zorg succes heeft gehad. Op grond van de evaluatiegegevens neemt de leraar een voortgangsbeslissing: Dit kan zijn: basisondersteuning (niveau 1); doorgaan met extra zorg (niveau 2); besproken met de ib’er: aanmelden bij de hgpd-adviseur: doorgaan naar zorgniveau 3a. Niveau 3a lichte ondersteuning Betrokkenen: ouders, leerkrachten, IB-er, HGPD-adviseur en/of Ambulant Begeleider. De leerling in niveau 3a heeft speciale ondersteuning en begeleiding nodig. Er is een individueel handelingsplan. Het inzetten van de speciale zorg richt zich op: het creëren van meer leertijd tijdens en na school; het vaststellen van aangepaste doelen en als gevolg daarvan verlegde leerlijnen; de intensivering van (individuele) instructie en verwerking; het ondersteunen van het leerproces door middel van orthodidactische-pedagogische materialen; het creëren van een positief werkklimaat. observaties in de groep door leerkracht, IB of AB.
29 Niveau 3b Ondersteuningsloket OSL Betrokkenen: deelnemers ondersteuningsloket, ouders, leerkrachten, IB-er, AB-er , HGPD- adviseur De leerling in groep 3b heeft een complexe problematiek. School stelt een Ontwikkeling Perspectief op. Extra aanvraag voor begeleiding en / of extern onderzoek .Indien dit laatste noodzakelijk is. De hgpd-adviseur en ib-er formuleren i.o.m. ouders de onderzoeksvraag voor de bespreking ervan in het Ondersteuningsloket. Ouders zijn hiervan altijd op de hoogte, mogen bij het gesprek aanwezig zijn en geven schriftelijk toestemming. Indien de school extra ondersteuning nodig heeft bij de uitvoering kan een beroep gedaan worden op de bovenschoolse faciliteiten. Mogelijke toewijzingen vanuit het Ondersteuningsloket: - Arrangementen (inclusief) op de eigen school en/of in combinatie met andere scholen. - Toewijzing extra AB-uren en/of HGPD-adviseur uren (bv onderzoek) n.a.v. zorgvraag die extra kunnen worden ingezet. - Traject Preventief Ambulante begeleiding - Afgeven toelaatbaarheidsverklaringen (TLV) SBO en SO Niveau 4 lichte ondersteuning extern (SBO) Betrokkenen; OSL,ouders, leerkrachten, IB-er, AB-er, HGPD-adviseur Plaatsing in het Speciaal Basis Onderwijs. Als het ondersteuningsloket een beslissing heeft genomen op aanvraag van ouders over de toelaatbaarheid op de speciale school voor basisonderwijs, wordt de zeer speciale zorg geëffectueerd nadat de ouders het kind bij de SBO-school hebben aangemeld. Niveau 5 zware ondersteuning (SO) Betrokkenen; ouders, OSL, leerkrachten, IB-er, samenwerkingsverband/ schoolbestuur Plaatsing in het Speciaal Onderwijs. Een leerling met een indicatie is ook een zorgniveau 5 leerling. Als het ondersteuningsloket een beslissing heeft genomen op aanvraag van ouders over de toelaatbaarheid op de Speciale school, wordt de zeer speciale zorg geëffectueerd nadat de ouders hun kind bij de SO-school hebben aangemeld. Rechten en plichten over informatieverstrekking: Soms heeft een kind een ouder zonder formeel gezag over het kind. Deze “niet-gezaghebbende ouder” heeft het recht op feitelijke informatie over de ontwikkeling van het kind, maar heeft niet zonder meer het recht om mee te praten of mee te beslissen over het onderwijs voor het kind. De ouder die wel het gezag heeft, heeft de plicht om de niet-gezaghebbende ouder te informeren. Deze ouder moet er dus voor zorgen dat de andere ouder zich een beeld kan vormen van de ontwikkeling van het kind. Die informatieplicht ligt dus niet bij de school. We zullen bij een verzoek om informatie van een nietgezaghebbende ouder altijd eerst de mogelijkheden bekijken of de wel gezaghebbende ouder die informatie heeft en deze ook kan verstrekken. Echter, de ene ouder kan wettelijk de school niet verbieden om feitelijke informatie over de schoolvorderingen van een kind (zoals vermeld in het rapport van de leerling) door te geven aan de niet-gezaghebbende ouder. Zo nodig nemen we met beide ouders contact op en geven we beide ouders dezelfde informatie. Echter, we zullen als school altijd proberen te voorkomen dat we tussen de beide ouders in komen te staan. In ons handelen naar de ene en/of de andere ouder zullen we daarom nadrukkelijk onze inschatting van het belang van het kind voorop stellen. Een uitzondering op deze werkwijze wordt gemaakt als er sprake is van vermoedens van kindermishandeling. Dan geldt de wettelijke meldplicht van beroepskrachten, zoals de medewerkers van onze school. Daarvoor is geen toestemming van de ouders nodig. Om zorgvuldig om te kunnen gaan met vermoedens van kindermishandeling, hanteert elke school een Protocol Kindermishandeling. In dit protocol is vastgelegd hoe de school omgaat met vermoedens van kindermishandeling. U kunt het opvragen bij de school. We hopen natuurlijk dat er nooit aanleiding zal zijn om dit protocol te gaan gebruiken. Positie van de ouders Afspraken over de extra ondersteuning in ondersteuningsniveau 3 moeten altijd tot stand komen in overleg met relevante inhoudsdeskundigen en in afstemming met de ouders. Ouders worden dus altijd betrokken bij het overleg (ondersteuningsloket), het formuleren van doelen en activiteiten en bij het
30 formuleren van het ontwikkelingsperspectief als dit van toepassing is van de leerling. De afspraken worden omschreven in een individueel handelingsplan of in een (sub-)groepsplan. Tenminste twee keer per jaar worden de ouders uitgenodigd voor een evaluatie gesprek in aanwezigheid van de bij de extra ondersteuning betrokken medewerkers. Cluster 1 (blind, slechtziend) en cluster 2 (doof, slechthorend en ernstige spraaktaalmoeilijkheden) behoren feitelijk niet tot Passend Onderwijs. Voor extra ondersteuning vanuit cluster 1 en 2 geldt daarom een enigszins afwijkende procedure. Bij cluster 1 ligt het initiatief vaak bij de begeleidende instelling (Visio) in samenspraak met de ouders. Bij cluster 2 zal een trajectbegeleider in het ondersteuningsloket met school en ouders een ondersteuningsarrangement formuleren en dat als advies via een Multidisciplinair team van de samenwerkende cluster-2-besturen voorleggen aan een Commissie van Onderzoek (CvO). Na accorderen wordt de inzet vanuit cluster 2 toegankelijk. Afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring voor SO cluster 1 en 2 Over de toelaatbaarheid voor cluster 1 en cluster 2 beslist een daartoe bevoegde landelijke commissie. Er worden eisen gesteld aan de ernst van de stoornis en aan de handelingsverlegenheid van de basisschool. Zodra er meer helderheid is over de concrete uitwerking van de procedure, zal deze hier worden opgenomen. De voortekenen zijn dat de procedure erg zal lijken op de procedure voor toelating tot cluster 3 en 4 (hierna), met dien verstande dat het dossier daarna nog moet worden voorgelegd aan een Commissie van Onderzoek die uiteindelijke een besluit neemt. Leerlingen cluster 3 en 4 en de ambulante begeleiding in het primair onderwijs Passend Onderwijs gaat dus de extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben op een nieuwe manier organiseren. In plaats van de landelijke aanpak zoals we die nu kennen, gaan nieuwe regionale samenwerkingsverbanden deze ondersteuning zelf regelen. De landelijke indicatiestelling voor speciaal onderwijs en leerling-gebonden financiering (LGF) vervalt Afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring voor SBO en SO cluster 3 en 4 Een besluit over de noodzaak voor plaatsing in SBO en SO cluster 3 en 4 (hierna: SO) wordt genomen door het ondersteuningsloket in een interdisciplinair overleg van inhoudsdeskundigen die kennis van zaken hebben over de ontwikkelings- en/of opvoedingsvragen van de leerling, over de context (school en verdere omgeving), over de ondersteuningsbehoefte van leerlingen in het Speciaal (basis-)onderwijs en over de gevraagde (mogelijke) oplossing. Gezamenlijk zijn ze dus in staat om het beoogde onderwijsondersteuningsarrangement te definiëren. Ouders worden uitgenodigd om aan dit overleg deel te nemen. Als blijkt dat een kind is aangewezen op speciaal basisonderwijs of op speciaal onderwijs, zal er een toelaatbaarheidsverklaring worden afgegeven. De eerder genoemde termijn van 6 – 10 weken is ook op dit traject van toepassing. Voorzitter van het overleg is de bovenschools ondersteuningscoördinator van SPOVenray. Ouders en/of school (liefst in gezamenlijkheid) melden hun kind aan bij het ondersteuningsloket. Het overleg (en de voorbereiding daarvan) is er op gericht om het functioneren van de leerling in de bestaande context en de belangrijkste ondersteuningsbehoeften van het kind en de school van herkomst eenduidig in beeld te brengen. Dan kan het benodigde ondersteuningsarrangement worden gedefinieerd, waaruit al dan niet de noodzaak voor plaatsing in het SBO resp. SO kan worden afgeleid. De in beeld gebrachte ondersteuningsbehoeften van de leerling vormen de basis voor de verdere begeleiding binnen de (toekomstige) school van de leerling. Hierdoor kan er direct na plaatsing in een nieuwe schoolsetting gericht met de leerling gewerkt worden. Zo nodig wordt in dit verband tevens geadviseerd over aanvullende interventies die ten dienste staan van het kind en zijn/haar omgeving (school en thuis). Hierbij valt te denken aan vormen van jeugdzorg. Aanvullend onderzoek kan worden aangeleverd of worden uitgevoerd door school, het ondersteuningsloket en/of (externe) inhoudsdeskundigen. Onderzoek dat vooraf al heeft plaatsgevonden wordt meegenomen in de voorbereiding en de afwegingen die tot besluitvorming moeten leiden. Als het ondersteuningsloket (via het interdisciplinair overleg) uiteindelijk geen unaniem besluit kan nemen, wordt een door het samenwerkingsverband aangewezen persoon aan de commissie toegevoegd die een bindend advies geeft.
31 Een besluit is niet eerder definitief dan wanneer ouders in de gelegenheid zijn gesteld hierop te reageren waarbij hun inbreng is meegenomen in de afweging. De ouders kunnen bezwaar aantekenen tegen dit besluit bij een door het samenwerkingsverband aangewezen commissie die een bindend advies geeft. Als ouders het daarmee niet eens zijn kunnen de ouders het besluit voorleggen aan de rechter. Kinderen met lees- en spellingsproblemen, dyslexie Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van de woordidentificatie (lezen) en/of schriftbeeldvorming (spellen). Binnen SPOV is een protocol opgesteld, waarin beschreven is hoe omgegaan wordt met kinderen die lees- en spellingsproblemen (eventueel dyslexie) hebben. Een kernpunt uit de nota is dat op school wordt ingezet op de behandeling van alle lees- en taalproblemen. Ook de scholen van VO kunnen kinderen met dyslexie goede begeleiding geven. Zij hebben inmiddels allemaal een dyslexiebeleid ontwikkeld en een dyslexiespecialist in dienst. Ook zij volgen het dyslexieprotocol nl. dat voor VO-leerlingen. Daarmee is een doorgaande lijn met het BO gegarandeerd. Afspraken behorende bij het dyslexietraject: Dyslexieonderzoek vanuit de zorgverzekering: Per 1 januari 2009 valt de diagnostiek en behandeling van ernstige dyslexie onder de wet op de ziektekosten en wordt het dyslexieonderzoek betaald door de zorgverzekering. Vanaf 2013 wordt deze zorg vergoed voor alle leerlingen in het primair onderwijs waarbij ernstige dyslexie wordt vermoed. Indien blijkt dat een kind een ernstige leesachterstand houdt ondanks meer dan een jaar geboden extra leesinstructie- en begeleiding en er voldoende onderbouwing is voor het vermoeden van ernstige dyslexie, vindt aanmelding voor onderzoek plaats in onderling overleg tussen ouders en school. Onderzoek kan niet eerder plaatsvinden dan midden groep 4. Voorwaarde is dat de leerlingen 3 x achter elkaar een E of lage V-score heeft behaald bij de drie minuten leestoets (=DMT). De intern begeleider zal informatie geven aan de ouders over het traject van de aanmelding, de in te vullen formulieren en de dossiervorming. Indien de diagnose van hardnekkige dyslexie wordt vastgesteld, volgt er een behandeling betaald door de zorgverzekering en krijgt het kind 45 min. per week individuele begeleiding voor de duur van 20–60 weken. Om te voorkomen dat er allerlei particuliere en verschillende onderzoekstrajecten gaan lopen bij dyslexieonderzoeken willen wij vanuit school sterk de voorkeur aangeven voor onderzoek door Opdidakt.
3.6
naar het vervolgonderwijs
De schoolkeuze voor Voortgezet Onderwijs is afhankelijk van: o het advies van de school De leerkracht van groep 8 zet samen met de intern begeleider alle gegevens uit het leerlingendossier, rapporten en toetsen op een rij en komt tot een advies. Hierbij spelen naast de leerprestaties van het kind ook de inzet, motivatie, taakwerkhouding, zelfstandigheid, de huiswerkattitude en interesse een rol. In de klas wordt ook met de kinderen gesproken over hun verwachtingen. Het gesprek met ouders over het voorlopig advies vindt plaats in november/december. De leerkracht van groep 8 (en indien nodig de intern begeleider) hebben het definitieve adviesgesprek in februari met de ouders en de leerling zelf. Dit definitieve adviesgesprek vindt dus plaats voor de aanmelding van het kind bij het VO, half maart. De leerkracht vult voor ieder kind het onderwijskundig rapport (DOD= digitale overdracht dossier) digitaal in en bespreekt dit met de ouders. Daaropvolgend melden de ouders hun kind zelf aan bij het voortgezet onderwijs. Wanneer de leerlingen zijn aangemeld bij het voortgezet onderwijs worden alle leerlingen doorgesproken door de leerkracht van groep 8 en de afdelingsleider van de brugklassen voortgezet onderwijs.
32
3.7
o
de Cito Eindtoets De Cito eindtoets onderzoekt de schoolvorderingen van een kind en maakt een vergelijking mogelijk met leeftijdsgenoten en qua populatie gelijksoortige scholen. Het is een objectieve toets. De kinderen worden gedurende een periode hierop voorbereid. De Cito eindtoets wordt half april/mei afgenomen. Uw kind is dan dus al aangemeld voor het VO. De Cito eindtoets kan NIET bepalend zijn voor toelating VO.
o
De kinderen worden ook sociaal en emotioneel voorbereid op de overstap. Dit gebeurt door middel van gesprekken, beeldmateriaal, folders en werkboekjes.
o
Soms willen ouders een aanvullende test door het Loopbaan Adviesbureau. Dit vindt op vrijwillige basis plaats. De kosten ervan zijn voor rekening van de ouders.
o
I.o.m. ouders kunnen leerlingen aangemeld worden voor de cursus ‘met plezier naar school’, een voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Deze cursus vindt in de zomervakantie plaats en wordt gegeven door Synthese.
o
Wij ontvangen vanuit het voortgezet onderwijs 3 jaar lang terugkoppeling m.b.t. de vorderingen van onze oud-leerlingen.
extra diensten ten behoeve van het onderwijs De gezinscoaches De gemeente is sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de jeugdhulp. De gezinscoaches spelen hierbij een belangrijke rol. Een gezinscoach is voor alle jeugdigen en ouders van 0 t/m 23 jaar. Een huisarts, de IB-er, het consultatiebureau of de kinderopvang kan U als ouders in contact brengen met een gezinscoach. De gezinscoach kan u helpen bij opvoedingsvragen en helpen met lastige problemen. Samen met de ouders wordt bepaald welke hulp nodig is. Indien nodig schakelt de gezinscoach specialistische hulp in. Aanmelding gebeurt altijd door ouders. Voor vragen over de gezinscoaches kunt u contact opnemen met: o de intern begeleider van de school o de gemeente via tel. 0478-523333 o of u kunt een mail sturen naar
[email protected] Begeleidingscentrum Onderwijs en Opvoeding (BCO) BCO geeft o.a. begeleiding en ondersteuning aan de basisscholen. Wij krijgen schoolbegeleiding die gericht is op de ontwikkeling van de school en de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Om de dienstverlening te kunnen realiseren heeft BCO schoolbegeleiders in dienst. Het zijn onderwijskundigen, psychologen en (ortho-) pedagogen.
33 Logopedie Om te zorgen dat kinderen zonder spraak/taalproblemen het basisonderwijs instromen, wordt in een vroeg stadium, op het consultatiebureau logopedie ingezet. Op De Bongerd wordt uw kind uitsluitend door de logopedist gezien als er (mogelijk) spraak/taalproblemen zijn. Na overleg met en toestemming van ouders, wordt door de intern begeleider logopedisch onderzoek aangevraagd bij logopediste Liesbeth Tonen. Jeugdgezondheidszorg voor kinderen in het reguliere en speciale basis- en voortgezet onderwijs Jeugdgezondheidszorg in Nederland bestaat al meer dan 100 jaar, is uniek in de wereld en biedt basiszorg aan alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. Zo ook in de regio Limburg-Noord, waar de JGZ door de GGD Limburg-Noord, als onderdeel van de Veiligheidsregio, wordt aangeboden. Om de groei en ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen, is de JGZ regelmatig op school om uw kind te onderzoeken/screenen. Daarnaast wordt uw kind in deze periode op bepaalde leeftijden gevaccineerd. Vaste contactmomenten: tijdens de wettelijk vastgelegde contactmomenten, die voor ieder kind gelijk zijn, volgen we samen met u het gezond en veilig opgroeien van uw kind. Spreekuren: ook buiten de vaste contactmomenten kunnen er vragen of problemen zijn op het gebied van gezond en veilig opgroeien. Ouders of jongeren kunnen zelf een gesprek of onderzoek vragen op het spreekuur bij het team JGZ. Ook kunnen ouders gebruik maken van het inloopspreekuur op het consultatiebureau. Pedagogisch spreekuur: opvoeden roept soms vragen, zorgen en twijfels op. Het pedagogisch spreekuur is bedoeld als kortdurende opvoedingsondersteuning. Ook hiervoor kunt u bij ons terecht. JGZ Als uw kind of gezin met meerdere problemen kampt, zijn er doorgaans ook meerdere hulpverleners in beeld. Om kinderen beter te kunnen helpen moet er goed met elkaar worden samengewerkt. Daarom zijn er ‘netwerken’, gericht op het uitwisselen van informatie. De JGZ maakt deel uit van die netwerken. Indien er informatie met andere hulpverleners wordt uitgewisseld gebeurt dit na toestemming van ouders. De artsen en verpleegkundigen JGZ werken, binnen Zorg- en AdviesTeams, samen met andere partners zoals o.a. peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, scholen, Algemeen maatschappelijk werk, Bureau Jeugdzorg, Geestelijke gezondheidszorg. Als uit gesprekken of onderzoeken blijkt dat uw kind hulp of zorg nodig heeft, dan zoeken wij samen met u naar een oplossing. Soms kunnen wij die zorg of hulp zelf bieden, maar het kan ook zijn dat we u voor verder onderzoek, advies of hulp verwijzen naar een van onze partners op het gebied van gezond en veilig opgroeien. De Gezonde en Veilige School Ook achter de schermen wordt er hard gewerkt aan de gezondheid van uw kind. Door de school te stimuleren de schoolomgeving gezonder en veiliger te maken helpt de GGD mee aan een gezonder leefklimaat voor uw kind. De meeste scholen besteden al aandacht aan gezondheid, welzijn en veiligheid door lessen te geven over thema’s als gezonde voeding, maar ook door te praten over bijvoorbeeld een pestprotocol. De Gezonde en Veilige School-methodiek is dé praktische werkwijze om scholen daarbij te ondersteunen. De Bongerd heeft het vignet Gezonde School behaald. Gezondheidsbevordering Consulenten gezondheidsbevordering bieden scholen ondersteuning bij programma’s over gezondheid. Deze ondersteuning kan onder andere bestaan uit hulp bij het maken van keuzes voor projecten, teamtrainingen of oudervoorlichtingen. Wet KinderOpvang De GGD Limburg-Noord voert inspecties uit in het kader van de WetKinderOpvang (WKO). Deze inspecties worden uitgevoerd op peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders. Centrum voor Jeugd en Gezin Met vragen over opvoeden en opgroeien kunt u ook bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) terecht. Het CJG werkt samen met meerdere organisaties, waardoor uw vraag snel en goed beantwoord kan worden. De JGZ is één van de partners, die onderdeel uitmaakt van het CJG.
34
4.
de leerkrachten
4.1
integraal personeelsbeleid (IPB) In onze school gaan we uit van de ontwikkeling van de kinderen. Wij vinden dat ook de leerkrachten en het management zich moeten blijven ontwikkelen. Het streven is deze ontwikkeling steeds meer samen te laten lopen. SPOVenray heeft het integraal personeelsbeleid vastgesteld. Dit beleid moet er o.a. voor zorgen dat de leraren zich blijven ontwikkelen, o.a. d.m.v. scholing.
4.2
de vervangingen Bij ziekte van leraren wordt de vervangingscentrale geïnformeerd. Die gaat na welke vervangers op dat moment beschikbaar zijn. Dit kunnen ook vervangers zijn uit de vaste vervangerpool of uit de freelance pool. In geval van langdurige ziekte worden de ouders geïnformeerd en neemt de vervang(st)er de taken van de zieke leerkracht over.
4.3
stagiaires Vanuit diverse opleidingen (vooral Gilde-opleidingen) begeleiden we elk jaar een aantal stagiaires. De aanwezigheid van de studenten kan variëren van 1 dag per week tot een aaneengesloten periode van meerdere weken of maanden. In overleg, onder begeleiding en onder toezicht van de groepsleerkracht voeren de stagiaires hun opdrachten uit. Lineke Roording is stagecoördinator en aanspreekpunt in deze.
5.
de ouders
5.1
informatie en rapportage aan ouders Op onze school onderscheiden we de klassikale informatieavonden en de ontwikkelgesprekken naar aanleiding van o.a. de rapporten. Een overzicht van de ouderavonden: - De groepen 1 t/m 8 houden aan het begin van het schooljaar een klassikale informatieavond over o.a. de leerstof, afspraken in de groep, toetsen en activiteiten binnen en buiten de school. De leerlingen zelf dragen actief bij aan deze avond. - Voor de groepen 1 t/m 7 vinden 3x per jaar ontwikkelgesprekken plaats. Deze gesprekken duren 15 minuten. Voor groep 8 betreft dit de adviesgesprekken: 2x per jaar. Het is de bedoeling dat ouders hierbij aanwezig zijn. - Dit schooljaar nodigen wij tijdens het 2e ontwikkelgesprek ook de leerling uit om bij het gesprek Aanwezig te zijn. Dit betreft een pilotjaar. Na dit jaar bekijken of we hiermee doorgaan. - Twee inloopavonden voor de groepen 1 t/m 8, waarbij de kinderen aan hun ouders, familie en kennissen laten zien waar ze in de groep mee bezig zijn. - Andere informatieavonden worden o.a. gehouden n.a.v. bijv. de Eerste Communie of door de GGD.
ouderbezoeken in de groepen – de kijkochtenden We geven ouders graag de gelegenheid om hun kind onder schooltijd bezig te zien. Op het whitebord in de hal kunt u intekenen door te kiezen uit één van de 8 kijkochtenden. Dit geldt voor de ouders van de groepen 3 t/m 8. De kijkochtenden zijn wisselend op de dagen van de week gepland. Dit om alle ouders de mogelijkheid te bieden een keer te komen kijken. Voor de ouders van de groepen 1-2 is er 2-wekelijks de mogelijkheid om in de groep mee te kijken. De intekenlijst hiervoor hangt op bij de betreffende groepen.
35
rapporten en ontwikkelgesprekken Voor het schooljaar 2015-2016 is de planning van de rapporten en de ontwikkelgesprekken als volgt; . november/december 2015 De kinderen van groep 1 t/m 8 krijgen een rapport. In de week na het verschijnen van deze rapporten vinden voor de kinderen van groep 1 t/m 7 de eerste ontwikkelgesprekken plaats. Voor de leerlingen van groep 8 vinden de gesprekken m.b.t. het voorlopige advies voor het vervolgonderwijs plaats. . maart 2016 Voor de kinderen van groep 1 t/m 7 vindt de tweede reeks ontwikkelgesprekken plaats. Voor de leerlingen van groep 8 vinden de gesprekken m.b.t. het definitieve advies voor het vervolgonderwijs plaats. Bij dit advies hoort het digitale onderwijskundig rapport (DOD). Dit definitieve adviesgesprek vindt dus plaats voor de aanmelding van het kind bij het VO. . juni 2016 krijgen de kinderen van de groepen 1 t/m 8 het tweede rapport en vindt de derde reeks ontwikkelgesprekken plaats voor de groepen 1 t/m 7. Ongeveer 2 weken voordat de ontwikkelgesprekken plaatsvinden ontvangen ouders een schema Waarop iedereen ingeroosterd is. We gaan er vanuit dat iedere ouder op gesprek komt. Ouders en school zijn immers samen verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het kind,
de zebraflits De Zebraflits is het mededelingenblad met actuele gegevens en nieuws over de school voor ouders en leerlingen. De Zebraflits verschijnt ongeveer 20 keer per jaar via de mail en is ook te lezen op www.bongerdvenray.nl. De data waarop de Zebraflits verschijnt treft u aan op de jaarkalender. Wij verzenden in toenemende mate informatie per mail naar ouders. Heeftu relevante informatie? Geef dat dan door aan de leerkracht. Die kan voor plaatsing zorgen. Per e-mail mag ook:
[email protected]. Naast de Zebraflits verschijnt er ook een paar keer per jaar een Kidsflits. De Kidsflits wordt door de leerlingen zelf gemaakt! Aanvullende informatie wordt daarnaast zoveel mogelijk tegelijkertijd met de Zebraflits verzonden.
36
5.2
ouderhulp Op onze school zijn bij tal van activiteiten ouders actief. Wij vinden deze bijdrage belangrijk voor een optimale en functionele schoolcultuur. Deze ouderparticipatie kan uiteenlopen van hulpouder zijn tot het lid zijn van de medezeggenschapsraad. Er zijn een aantal spelregels die moeten zorgen dat de ouderparticipatie goed verloopt: . ouders zijn tijdens de schoolactiviteiten WA-verzekerd . de hulp is niet alleen bij/voor het eigen kind . de leerkrachten blijven verantwoordelijk voor alles wat er in de groepen gebeurt . u krijgt duidelijke instructie over uw taken . wat u hoort of ziet van leerlingen blijft binnen de school . de leerlingen weten dat ze naar de betrokken ouders moeten luisteren . bespreek vragen met de leerkrachten Als ouders tijdens een excursie of schoolreis leerlingen met de eigen auto vervoeren, dan is een geldige inzittendenverzekering verplicht.
5.3
de oudervereniging Op onze school is een oudervereniging actief. De oudervereniging houdt zich vooral bezig met de bijzondere activiteiten die zich op school afspelen, zoals bijv. sinterklaas, kerstmis en de schoolreis. Ouders worden bij de aanmelding en inschrijving van hun kind gevraagd lid te worden van de oudervereniging. Lid worden betekent niet dat u actief aan activiteiten moet deelnemen, maar dat u bijdraagt aan de kosten voor de activiteiten. Hiervoor kunt u zich wel opgeven. Aan het begin van het schooljaar worden alle werkgroepen samengesteld. Een commissie bestaat meestal uit 2 leden van de oudervereniging en 2 leerkrachten. De organisatie van een activiteit is in zijn geheel in handen van de werkgroep. De oudervereniging probeert ouders zoveel mogelijk te betrekken bij de leuke activiteiten op school. De oudervereniging is vooral praktisch gericht. We houden ook de belangen van de ouders in het oog. We hechten veel waarde aan een goed contact met de medezeggenschapsraad, het bestuur, het team en de directie. Er is geregeld onderling overleg. Als lid van de oudervereniging vragen wij u contributie te betalen. Zodoende kunnen we de activiteiten bekostigen. De contributie bedraagt € 15,00 per kind. Deze bijdrage is vrijwillig, maar wel heel hard nodig om alle activiteiten voor uw kind te kunnen bekostigen. Wij vragen u dit bedrag voor 15 oktober over te maken op: banknummer NL46ABNA0234788135 t.n.v. oudervereniging De Bongerd. onder vermelding van de namen van de kinderen. Voor kinderen die voor 1 maart instromen dient voor dat schooljaar het hele bedrag (15.00 euro) van de contributie voldaan te worden. Voor kinderen die na 1 maart instromen wordt de helft van het bedrag (7,50 euro) gevraagd. Mocht dit bedrag voor u financieel een probleem zijn, dan kunt u mogelijk aanspraak maken op een gemeentelijke tegemoetkoming. Dit schooljaar organiseren we: sinterklaas, Kerstmis, carnaval, Pasen, Koningspelen (onder voorbehoud), avondvierdaagse, schoolreis en de Bongerdochtend. Elk jaar presenteert de oudervereniging op de jaarvergadering een jaarverslag en een financieel overzicht. Melanie Hendrix (tel. 581476), de voorzitter, is de contactpersoon van de oudervereniging.
37
5.4 de medezeggenschapsraad Wat is medezeggenschap? Medezeggenschap is een recht dat opgesloten ligt in de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS). Het betekent letterlijk gevraagd of ongevraagd een mening te mogen uitbrengen over een bepaalde schoolse aangelegenheid. Elke school is wettelijk verplicht een MR te hebben. Wat zijn de werkzaamheden? Het werk van de MR bestaat uit (ongeveer 6 x per jaar) vergaderen en het lezen van informatie over de ontwikkelingen op school en het onderwijs in Venray. De bespreekpunten tijdens de MR-vergadering zijn meestal notulen, strategische beleidsstukken, onderwijskundige veranderingen binnen de school en jaarverslagen. De MR heeft aangaande beleidsmatige ontwikkelingen adviesrecht of instemmingsrecht. De werkzaamheden van de MR vallen te verdelen in: toetsen van en vormgeven aan beleid adviseren en/of geven van instemming nemen van initiatieven en standpunten kenbaar maken. Per beleidsterrein kan de bevoegdheid van de MR variëren. Wat zijn de bevoegdheden? De bevoegdheden van de MR liggen vast in het MR-reglement, gebaseerd op de Wet Medezeggenschap op Scholen. In het MR-reglement staat beschreven op welke onderwerpen de MR advies kan uitbrengen en op welke punten instemming. De verkiezingen voor en duur van het lidmaatschap zijn ook in het reglement vastgelegd. De samenstelling van de MR De MR bestaat uit twee geledingen. De personeelsgeleding wordt gekozen uit en door het personeel en de oudergeleding door de ouders. De leden van de MR worden gekozen voor een periode van 3 jaar. De MR bestaat in het schooljaar 2015-2016 uit 6 leden: functie
naam
team / ouder
lid
Melanie Swinkels
ouder
lid
Joyce Rypkema
ouder
lid secretaris + contactpersoon GMR/team
Frans Janssen Kitty Driessen
ouder team
penningmeester
Inge Geurts
team
voorzitter
Kitty van Nies
team
Het mailadres van de MR is
[email protected]
de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad – GMR SPOV en regio heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) die bovenschoolse onderwerpen bespreekt. Frans Janssen is onze contactpersoon vanuit de GMR.
38
5.5 de verzuimregeling Ziekte Wanneer een kind door ziekte, bezoek aan een arts e.d. verhinderd is naar school te komen, laat dit dan voor schooltijd weten (tel. 0478-569711). De regelmatige bezoeken aan arts of tandarts moeten in principe buiten de schooluren plaats te vinden. Hoewel de vierjarige geen leerplicht kent, willen we toch graag weten, wanneer hij/zij niet naar school komt. Kinderen vanaf vijf jaar zijn wel leerplichtig. De ouders van vijfjarige kinderen mogen hun kind 5 uur per week thuis houden. Ze kunnen tevens aan de directeur van de basisschool vragen of zij hun kind nog eens extra 5 uur in de week thuis mogen houden. Dus bij toestemming mogen deze kinderen in het totaal 10 uur per week thuis blijven. Langdurig ziek Indien een leerling gedurende langere tijd niet naar school kan komen, bekijken we samen met de ouders hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht. Wanneer u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen, dan kunt u informatie vinden op de website van de onderwijsbegeleidingsdienst in uw regio. Verlof (buiten de vastgestelde schoolvakanties) Een verzoek om vakantieverlof op grond van artikel 13a van de Leerplichtwet 1969 dient minimaal 2 maanden van tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Verlof indien: wegens de specifieke aard van het beroep van een van de ouders het slechts mogelijk is buiten de schoolvakantie te gaan; een werkgeversverklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat geen verlof in de officiële vakantie mogelijk is. Vakantieverlof: mag eenmaal per schooljaar worden verleend; mag niet langer duren dan 10 schooldagen; mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar. Gewichtige omstandigheden – maximaal 10 schooldagen per schooljaar: Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen per schooljaar of minder dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Dit geldt voor de volgende situaties: a) voor het voldoen van een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden b) voor verhuizing: ten hoogste één dag c) voor het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende d) bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad, duur in overleg met de directeur; bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste 4 dagen; voor bloed- en aanverwanten in de 2e graad voor ten hoogste 2 dagen; van bloeden aanverwanten in de 3e of 4e graad ten hoogste 1 dag e) bij 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12 ½-, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor 1 dag f) voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof.
39
Gewichtige omstandigheden – meer dan 10 schooldagen per schooljaar: Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient minimaal 1 maand van tevoren via de directeur van de school bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. Verlof indien: de ouders een verklaring van een arts of een maatschappelijk werker kunnen overleggen waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende een van de gezinsleden. De directeur is verplicht bij de leerplichtambtenaar ongeoorloofd schoolverzuim te melden. Tegen de ouders die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden, zal proces-verbaal worden opgemaakt.
5.6 toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen Om toegelaten te worden tot De Bongerd moeten de ouders de grondslag en de doelstellingen van onze school onderschrijven. Verwijdering en schorsing geschieden conform de wettelijke regels en volgens het protocol dat door SPOV is vastgesteld. Toelating en leerplicht Ouders zijn verplicht hun kind naar een basisschool te sturen met ingang van de eerste schooldag van de maand volgend op die waarin een kind 5 jaar wordt. Vanaf de leeftijd van 4 jaar hebben kinderen het recht een basisschool te bezoeken, waarbij een basisschool de volgende instroomkeuzen heeft: a. het kind wordt toegelaten op de eerse schooldag van de maand volgend op die waarin het kind 4 jaar wordt; b. het kind wordt toegelaten op de eerste schooldag volgend op de dag waarop het 4 jaar wordt; c. het kind wordt toegelaten op een door de school vastgesteld tijdstip, minstens eenmaal per maand. Op De Bongerd hanteren we punt B. De toelatingsregeling mag er niet toe leiden dat een kleuter, die net 4 jaar is geworden, langer dan vier schoolweken op toelating moet wachten. Vanaf de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden kunnen kinderen, bij wijze van gewenning gedurende de twee maanden voordat zij 4 jaar worden, maximaal 5 hele of 5 halve dagen de basisschool bezoeken.
5.7 schoolverzekeringen Het schoolbestuur heeft voor al haar scholen een aansprakelijkheidsverzekering voor onderwijsinstellingen. Deze verzekering heeft betrekking op het schoolbestuur als exploitant van scholen met alle daarbij behorende activiteiten in de ruimste zin. Verzekerd zijn alle personeelsleden, incl. stagiaires en vrijwilligers die aan activiteiten van de school deelnemen. Bovendien biedt de verzekering een aanvulling op de verzekering voor leerlingen. Wettelijke aansprakelijkheid: De verzekering van SPOV keert uit, daar waar de verzekering van ouders ontoereikend is, bij schade veroorzaakt door professionele hulpverleners die door het schoolbestuur zijn ingeschakeld. Ook stagiaires en stagedocenten zijn tijdens de uitoefening van de stagewerkzaamheden verzekerd. Verder dekt de verzekering schade veroorzaakt door leerlingen tijdens het verblijf op school, evenementen in schoolverband of het overblijven voor zover die niet wordt gedekt door een andere verzekering, b.v. een WA-verzekering van de ouders voor betreffende leerling.
40
5.8
beeldmateriaal Gedurende het schooljaar worden er door de leerkrachten op diverse momenten foto’s gemaakt van (buitenschoolse) lesactiviteiten. Deze foto’s worden op onze nieuwe site geplaatst, die in de loop van dit schooljaar online zal komen. Ouders ontvangen hiervoor een wachtwoord, de foto’s zijn dus niet openbaar. Het is niet de bedoeling dat u zelf fotografeert/filmt op school. Dit i.v.m. de privacy van andere kinderen. Bij het aanmelden van nieuwe leerlingen vragen wij ouders aan te geven of zij wel dan niet akkoord gaan met het maken van foto’s/films van hun kind. Het vertonen van film- en tv-beelden tijdens de lessen vindt uitsluitend plaats in het kader van en ter ondersteuning aan het lesprogramma, dit conform artikel 12 lid 5 van de Auteurswet.
6.
de ontwikkeling van het onderwijs
6.1
doelen en resultaten van het onderwijs
In de diverse onderdelen van deze schoolgids hebben we aangegeven structureel de resultaten van het onderwijs vast te stellen en hieraan verbeterpunten te koppelen. Wij meten dus of de doelstellingen die we ons stellen, behaald worden. Bij het ontwikkelen en vaststellen van de doelstellingen gaan wij uit van de kerndoelen. Kerndoelen zijn wettelijk vastgelegde beschrijvingen van wat kinderen in elk geval moeten leren op school. Tijdens het laatst afgelegde inspectiebezoek in het schooljaar 2014-2015 heeft de inspecteur geconcludeerd dat de tussen- en eindopbrengsten voldoende zijn. de uitstroom naar het vervolgonderwijs Cito eindtoets groep 8: De gemiddelden van een school worden op twee manieren met elkaar vergeleken: 1. Met de scores van alle deelnemende scholen (dit is het landelijk gemiddelde). Het landelijk gemiddelde van schooljaar 2015 is 534,8. zonder correctie LG (=leerlinggewicht) 534,9 met correctie LG De score van De Bongerd is 535,6 zonder correctie LG 536,7 met correctie LG 2. Met de scores van scholen die op het punt van schoolgroep overeenkomen met de eigen school. De gemiddelde score van onze schoolgroep is 533,3 Onze score is 535,6 Van belang is te weten dat de inspectie de scholen beoordeelt op punt 2. De uitstroomgegevens: 2015 HAVO / VWO
6
VMBO TH
5
VMBO KT
3
VMBO BK
0
VMBO B PRO
2 0
Totaal aantal leerlingen
16
41
6.2
activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Hieronder staan de hoofdpunten ter verbetering van ons onderwijs kort beschreven. In het Koersplan is dit verder uitgewerkt: 1. Pedagogisch klimaat: het thema ‘Voorbeeld voor elkaar’ wordt verder voortgezet. Binnen dit thema is er hernieuwde aandacht voor de sociale en emotionele aspecten van ons onderwijs, de burgerschapsvorming, het partnerschap met ouders en de teambuilding. 2. SCOL, de sociale competentie observatielijst, is afgelopen jaar in gebruik genomen. Het gebruik daarvan gaan we en analyseren en optimaliseren. Vanuit de trendanalyse zullen de verbeteracties in de praktijk worden uitgevoerd. 3. Koppelend aan Voorbeeld voor elkaar en Scol gaan wij starten met het ontwikkelen van het format groepsplan gedrag. 4. De gezonde en veilige school staat centraal: monitoring van het gezonde school beleid, oprichting werkgroep schoolplein: met als doel vernieuwing hiervan, de schoolomgeving zo veilig mogelijk maken. 5. Onder leiding van de ICT- ambassadeur zetten we de ontwikkeling op het gebied van de digitalisering door. 6. We stemmen het ondersteuningsprofiel verder af op de mogelijkheden van De Bongerd. Er vindt scholing plaats m.b.t. de orthobeelden. 7. De vakgebieden muziek en drama krijgen een kwaliteitsimpuls. 8. Professionalisering: we richten een systeem in (gekoppeld aan de nieuwe cao) waarin leerkrachten kunnen groeien in hun bekwaamheid: specialisten en het vastleggen van hun ontwikkeling in een bekwaamheidsdossier. 9. Alle leerkrachten gaan verder met de ontwikkeling die afgelopen jaar is ingezet: de specialisatie in een vakgebied (‘ieder een specialist’). 10. We herijken de Katholieke identiteit van De Bongerd vanuit de visie van De Bongerd en bekijken de concrete invulling van het vakgebied levensbeschouwing. 11. De samenwerking en uitwisseling van expertise binnen de scholen van cluster Zuid wordt geïntensiveerd. Cluster Zuid bestaat uit de scholen: de Estafette, de Coninxhof, De Keg, De Meent en De Bongerd.
42
adressen + telefoonnummers Basisschool De Bongerd
overblijven oudervereniging medezeggenschapsraad SPOVenray
GGD
BCO inspectie basisonderwijs
bureau jeugdzorg onafhankelijke klachtencommissie
Eikenlaan 1, 5802 CS, Venray 0478-569711
[email protected] www.bongerdvenray.nl
[email protected] [email protected] [email protected] Mevr. Yvonne Raaijmakers (Raad van Bestuur) 0478-516215 Eindstraat 42, 5801 CR, Venray
[email protected] Multifunctioneel centrum ’t Brukske Kiosk 7 5802 NP venray Tel; 088- 1191200 077–3519284 Postbus 829, 5900 AV Venlo
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl vragen over onderwijs 0800–8051 (gratis) meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 0478–517484 Noorderhof 14, 5804 BV, Venray Bestuur Stichting KOMM p/a Postbus 396 5201 AJ Den Bosch
[email protected] Ambtelijke secretariaat regio midden/oost Stichting Komm t.a.v. Mevr. G. van Rangelrooij Postbus 32 5328 ZG Rossum
centrum voor Jeugd en Gezin schoolarts logopedist
www.mijncjg.nl 088 3300 60
[email protected] 088-1191505 Liesbeth Tonen
[email protected]
bijlage 1
43
bijlage 2 Gebruik van persoonsgegevens door personeel - Stichting Primair Onderwijs Venray - 11 april 2005 Gebruik van persoonsgegevens door personeel Stichting Primair Onderwijs Venray (SPO Venray) Richtlijnen met betrekking tot het gebruik van persoonsgegevens van leerlingen en personeel De wet bescherming persoonsgegevens (WBP) schrijft voor dat persoonsgegevens alleen met toestemming van de betrokkene gebruikt mogen worden. Binnen een organisatie is dit ook toegestaan zonder toestemming, wanneer er een gerechtvaardigd belang mee gemoeid is. Zo’n belang kan voortvloeien uit de doelstelling van de organisatie. In de praktijk zijn zoveel verschillende situaties denkbaar dat het geven van precieze richtlijnen voor al die situaties ondoenlijk is. In situaties, waar bovenstaande regel duidelijk van toepassing is, moet deze worden nageleefd. In gevallen waar de situatie minder duidelijk is, moet gewerkt worden in de geest van de wetgeving. Daarbij dient rekening te worden gehouden met het volgende: In veel gevallen is een inschatting van de gevoeligheid van de gegevens nodig. Gebruik van persoonsgegevens, die niet (gemakkelijk) in openbare bronnen terug te vinden zijn, ligt in het algemeen gevoelig. Een voorbeeld daarvan is de door leerlingen behaalde cijfers. Een combinatie van verschillende gegevens ligt altijd gevoeliger dan die gegevens afzonderlijk. Foto’s, waarop personen staan afgebeeld, moeten ook als persoonsgegevens worden beschouwd, omdat het een momentopname betreft en de foto de betrokkenen in het algemeen laat zien in een bepaalde context.
algemeen Bij de inschatting van de gevoeligheid van persoonsgegevens van leerlingen en personeel dient het personeel van de Stichting Primair Onderwijs Venray zich terughoudend op te stellen. Dat wil zeggen dat in geval van twijfel altijd toestemming moet worden gevraagd aan de betrokken persoon/personen. Bij het vragen van toestemming dient een personeelslid van de Stichting Primair Onderwijs Venray zich bewust te zijn van de afhankelijke positie waarin de ouder of de leerling zich bevindt. Er mag op geen enkele wijze druk worden uitgeoefend om de toestemming te verkrijgen. Wanneer het om het bekendmaken van uitgebreide, privacygevoelige informatie gaat, is bij alle leerlingen (jonger dan 16 jaar) toestemming van de ouders/opvoeders nodig. Zo’n toestemming kan altijd weer ingetrokken worden.
gegevens vastleggen en inzien De school mag alleen gegevens over leerlingen vastleggen, die nodig zijn voor de doelstelling van de organisatie. Ouders en leerlingen hebben er recht op te weten welke gegevens er worden vastgelegd. In het verlengde hiervan geldt dat het personeel alleen die gegevens mag inzien, die voor het uitoefenen van zijn/haar speciale taak in de organisatie nodig zijn. De school heeft de verplichting al het mogelijke te doen om inzage van de gegevens door anderen (ook personeel dat voor zijn/haar taakuitoefening geen inzage nodig heeft) onmogelijk te maken. In de volgende gevallen mogen foto’s zonder toestemming vooraf gepubliceerd worden: Foto’s van personeel en/of leerlingen bij optredens voor publiek (bijv. jubilea, musicals, sportdagen) Foto’s van personeel en/of leerlingen bij spreken in het openbaar (bijv. aankondigingen, speeches) Foto’s van personeel en/of leerlingen in normale schoolse situaties (bijv. tijdens een les of schoolactiviteit) Bij alle foto’s van personen, waarbij het denkbaar is dat deze niet akkoord gaan met publicatie, is publicatie niet toegestaan, tenzij uitdrukkelijk toestemming voor de publicatie is gegeven. Voorbeelden hiervan zijn: Foto’s waarop herkenbare personen duidelijk onflatteus staan afgebeeld. Foto’s waarbij de situatie of de combinatie van afgebeelde personen aanleiding kan geven tot een verkeerde interpretatie van de foto. Foto’s van personen die een intieme relatie tonen. Daarnaast is het altijd mogelijk voor afgebeelde personen om achteraf bezwaar te maken tegen publicatie op de website. De foto zal dan verwijderd worden. Wanneer foto’s van personen worden gecombineerd met namen, anders dan bij foto’s van min of meer openbare optredens, zoals de musical, dient altijd toestemming te worden gevraagd. Dat geldt ook voor het gebruik van alleen voornamen, al zal dat in het algemeen als minder privacygevoelig worden ervaren, dan het gebruik van volledige namen. Als gevolg daarvan zal gemakkelijker toestemming worden gegeven. NB:
Daar waar personeel staat - lees stagiaires, hulpouders, andere vrijwilligers- die onder supervisie van leerkrachten actief zijn op school.
44
bijlage 3 ondersteuningsloket van SPOVenray Informatiefolder voor ouders Inleiding Kinderen in Nederland brengen nogal wat uren door binnen de schoolmuren. Gelukkig is voor de meeste kinderen de basisschooltijd een prettige tijd. Elke school heeft zijn eigen manier om kinderen goede zorg te bieden, in een veilige en stabiele omgeving. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met verschillen tussen kinderen en de mogelijkheden die de school heeft. In de meeste gevallen sluit het onderwijs, dat een kind in de groep krijgt, goed aan bij zijn of haar ontwikkeling. Maar er zijn kinderen bij wie het leren op school problemen oplevert. Soms kan de school dan zelf extra hulp geven. De school kan ook deskundigheid of begeleiding van buitenaf inroepen, bijvoorbeeld van deskundigen van BCO Onderwijsadvies. Soms bestaat er bij de basisschool twijfel of men in staat is een leerling op eigen kracht verantwoord te begeleiden. Op dat moment komt het OSL (Ondersteuningsloket) in beeld. Het Ondersteuningsloket is opgericht n.a.v. de invoering van de wet op Passend Onderwijs. Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen verantwoord binnen de basisschool kunnen worden geholpen is het goed om in het OSL samen met school, ouders en evt. externen in gesprek te gaan over een kind. Om uiteindelijk te komen tot het in kaart brengen van de ondersteuningsbehoeften van een kind, waarna in samenspraak gekeken wordt wat het best passende aanbod voor dit kind is. Wat is het OSL? Het OSL is een commissie die is ingesteld door SPOV. Het OSL bestaat uit twee vaste leden; de Bovenschools Ondersteuningscoördinator (BOC-er) en een medewerker van BCO-onderwijsadvies die beiden gedragswetenschapper zijn. Afhankelijk van de casus kunnen externe leden aanschuiven voor overleg in het Ondersteuningsloket. U kunt hierbij denken aan leerplichtambtenaar, maatschappelijk werkende, schoolarts, BJZ, etc. Naast de gedragswetenschappers zijn bij elk overleg de ouders en afgevaardigden van de huidige school van het kind aanwezig. Als het Ondersteuningsloket gevraagd wordt om advies te geven over toelaatbaarheid tot de Speciale School voor Basisonderwijs (SBO) zal er ook een vertegenwoordiger van het SBO aanwezig zijn om mee te denken. Als het Ondersteuningsloket gevraagd wordt om advies te geven over toelaatbaarheid tot het Speciaal Onderwijs (SO) zal er ook een vertegenwoordiger van het SO aanwezig zijn om mee te denken. Verder beoordeelt de commissie ook aanvragen voor extra ondersteuning op de basisschool en wijst deze toe. Ook adviseert het OSL ouders en scholen over andere zorgmogelijkheden, waaronder plaatsing op een andere (basis-) school. Hoe gaat het OSL te werk? Aanmelding van kinderen Aanmelding van kinderen bij het OSL gebeurt, met een aanmeldingsformulier, door de ouders of wettelijke vertegenwoordigers. In de praktijk zal het vaak zo zijn dat de ouders in overleg met de school of instelling waar het kind is ingeschreven, besluiten om bij het OSL aan te melden. Een aanmeldingsformulier is daar aanwezig of kan opgevraagd worden bij het secretariaat. Aan het OSL kan bij aanmelding gevraagd worden te beslissen of een kind toelaatbaar is tot de speciale school voor basisonderwijs na te gaan of er nog begeleidingsmogelijkheden binnen het basisonderwijs zijn, evt. met extra ondersteuning te beslissen of een kind toelaatbaar is tot het speciaal onderwijs Als het OSL het aanmeldingsformulier heeft ontvangen zal zij de school vragen om een dossier op te sturen waaruit blijkt wat de hulpvraag is, welke hulp de school tot nu toe geboden heeft en wat de effecten zijn, welke evt. onderzoeken hebben plaatsgevonden en verdere relevante informatie. Naast dit aangeleverde dossier kan het OSL bij andere instanties informatie opvragen, uiteraard slechts met toestemming van de ouders.
45 Na ontvangst van de gegevens zal het OSL het dossier bestuderen, samenvatten en voorbespreken. Alle betrokkenen ontvangen hiervan een verslag. Vervolgens vindt er een overleg plaats met alle betrokkenen (ouders, school, evt. externen) waarin gezocht wordt naar verklaringen, compenserende factoren en uiteindelijk ondersteuningsbehoeften worden vastgesteld. Op basis daarvan wordt in het overleg een beslissing genomen over het best passende aanbod. Dit kan variëren van extra ondersteuning om passend onderwijs op de eigen school te realiseren tot het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor SBO of SO. Rechten en plichten Het OSL is conform de wet op de privacy verplicht de beschikbare gegevens vertrouwelijk te behandelen. Dit betekent onder andere dat de gegevens in een gesloten dossier worden bewaard en niet zonder toestemming van de ouders aan derden mogen worden verstrekt. Daarnaast wordt de volgende persoonsgevoelige informatie in een computersysteem opgenomen: Naam, adresgegevens, geboortedatum, school en groep van herkomst en een opsomming van de probleemgebieden bij aanmelding en het uiteindelijke besluit van het OSL. Deze gegevens worden jaarlijks na 1 oktober anoniem in een jaarverslag verwerkt. Ouders ontvangen bij de TLV een schriftelijke motivering op basis waarvan het OSL tot haar besluit is gekomen Ouders hebben inzagerecht in alle rapportages die door het OSL worden gebruikt bij haar afwegingen Het OSL is verplicht op een aanmelding binnen 8 schoolweken te reageren. Wanneer de aanvrager het niet eens is met de beslissing van het OSL dan moet dit binnen zes schoolweken schriftelijk aan het OSL kenbaar gemaakt worden In het geval dat het OSL niet ontvankelijk is voor de bezwaren van de ouders, moet zij advies vragen aan de Regionale Verwijzingscommissie (RVC), een onafhankelijke commissie voor de provincie Limburg. Die commissie brengt –na bestudering van alle gegevens- advies uit aan het OSL. Het OSL kan haar besluit dan heroverwegen. Klachtenregeling Wanneer de ouders van mening zijn dat het OSL of OSL-leden niet zorgvuldig gehandeld hebben, kunnen zij een beroep doen op de klachtenregeling. De ouders kunnen in zo’n geval contact opnemen met de vertrouwenspersoon van de school van hun kind (zie schoolgids). Contact opnemen met het OSL: Het OSL is een onafhankelijke commissie die is gevestigd in het kantoor van SPOVenray. Het postadres luidt: Ondersteuningsloket Groenewoltsepad 2 5801 AP VENRAY telefoon: 0478-582701 Vaste leden van het OSL: Mevr. drs. AHC Lücker, orthopedagoog-generalist Mevr. drs. MHA Hoeijmakers-Jacobs, Bovenschools Ondersteunings Coördinator (BOC)
46
schoolondersteuningsprofiel
bijlage 4