GEDRAGSPROTOCOL
BASISSCHOOL DE BONGERD SCHOOLJAAR 2013-2015
Geldigheidsduur: 2 jaar Evaluatie: juni 2015 Teamvergadering: mei 2015
Gedragsprotocol 2013-2015
2
Inhoudsopgave Gedragsprotocol van de Bongerd .........................................................................................4 Gewenst gedrag op school. Hoe pakken wij dat aan? ..........................................................4 Hoe werken wij op de Bongerd aan gewenst gedrag? ..........................................................5 Algemene Voorwaarden voor de aanpak van ongewenst gedrag. ........................................6 Aanleren van gedragsregels..................................................................................................7 Gedragsregels ........................................................................................................................8 De omgangsregels .................................................................................................................9 De doelen van omgangsregels zijn: ......................................................................................9 De omgangsregels van de Bongerd: ....................................................................................9 De aanpak van conflictsituaties en pesten (herhaald geweld) in acht stappen ............... 10 De begeleiding bij pestgedrag: ........................................................................................... 12 Begeleiding van de gepeste, benadeelde of verliezende leerling: ....................................... 12 Begeleiding van de veroorzakers van het conflict: .............................................................. 12 Begeleiding van de andere kinderen van de groep ............................................................. 12 Bijlage 1: Adviezen aan de ouders ..................................................................................... 13 Bijlage 2: Computer protocol ............................................................................................. 14 Bijlage 3: Win-Win oplossing ............................................................................................. 15 Bijlage 4: Stopmethode ....................................................................................................... 16 Bijlage 5: Time-out ............................................................................................................... 17 Bijlage 6: Stappenplan Gedragsregels ............................................................................... 19 Bijlage 6: Groepskaart beloning .......................................................................................... 21 Bijlage 7: Lessen in gedragsregels volgens PBS .............................................................. 22 Bijlage 8: Stappenplan: Handelen bij ongewenst gedrag .................................................. 30
Gedragsprotocol 2013-2015
3
Gedragsprotocol van de Bongerd
Gewenst gedrag op school. Hoe pakken wij dat aan? Op de Bongerd verwachten we dat de leerlingen, leerkrachten en ouders op een prettige manier met elkaar omgaan. Om gewenst gedrag te stimuleren, geven we het goede voorbeeld aan onze leerlingen. Om te laten zien hoe wij een veilige school vormen en om de aanpak hiervan inzichtelijk te maken, heeft de Bongerd een gedragsprotocol ontwikkeld. Hierin staat beschreven welke stappen de school neemt, op welk moment en wat er van leerlingen en ouders/verzorgers wordt verwacht. Ook worden de omgangsregels beschreven die door leerlingen en leerkrachten van alle groepen zijn opgesteld en waar de hele school zich aan houdt. Ongewenst gedrag o.a. pesten, komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus en het liefst preventief willen aanpakken. Met dit gedragsprotocol willen alle betrokkenen bij de Bongerd laten zien dat:
alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig mogen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. we door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, alle kinderen in de gelegenheid stellen om met veel plezier naar school te gaan! we door regels en afspraken zichtbaar te maken, het mogelijk maken dat kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aan kunnen spreken op deze regels en afspraken.
Dit protocol wordt onderschreven door alle leerkrachten, vertegenwoordigers van de ouders uit de medezeggenschapsraad en directie. Het protocol sluit aan op het gedragsprotocol van Stichting Optimus, het bestuur.
Gedragsprotocol 2013-2015
4
Hoe werken wij op de Bongerd aan gewenst gedrag? Op school werken we wekelijks met de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. Een methode die de sociale competentie en emotionele ontwikkeling van kinderen stimuleert. Ervaringen delen, Aardig doen, Samen spelen en werken, Een taak uitvoeren, Jezelf presenteren, Een keuze maken, Opkomen voor jezelf, Omgaan met ruzie Daarnaast worden aan het begin van het schooljaar de omgangsregels van school door leerkrachten en leerlingen samen besproken en worden er aanvullende groepsregels vastgesteld. Ook komen de consequenties aan de orde. De omgangsregels zijn gekoppeld aan de seo-methode vanuit een PBS; Positive Behaviour Support werkwijze. Leerlingen, leerkrachten, directie en ouders zorgen in samenwerking met elkaar voor de bewaking van een goed pedagogisch klimaat waarbij wenselijk gedrag positieve aandacht krijgt. Hierbij gebruiken wij de principes van PBS. De ouders worden via brieven op de hoogte gehouden van de afspraken die wij met de kinderen maken, zodat ze er thuis ook mee kunnen oefenen. Het voorbeeld van de leerkrachten (en thuis van de ouders) is van groot belang. Positief gedrag wordt gestimuleerd in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar conflicten uitgesproken worden. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Alle betrokkenen horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen. Jaarlijks wordt twee keer de SCOL (sociale competentie observatielijst) van ieder kind ingevuld. Dit is een leerlingvolgsysteem dat aansluit bij de methode “Kinderen en hun sociale talenten”. De kinderen worden dan beoordeeld op hun sociale vaardigheden. Vervolgens ontstaat een overzicht van de sterke en de zwakke kanten van een leerling en van de groep. De leerkracht gebruikt dit om zo nodig extra ondersteuning te bieden. Extra ondersteuning wordt t.a.t. met ouders besproken en vastgelegd in een groepsplan of een individueel plan. Jaarlijks wordt twee keer de SCOL door leerlingen in groep 6-7-8 ingevuld. De leerlingen beoordelen hun eigen sociale vaardigheden. De leerkracht gebruikt dit om de mening van de leerkracht en die van de leerling te vergelijken en zo nodig extra ondersteuning te bieden. De kinderen zien hun eigen sterke kanten en aandachtspunten door middel van picto’s in een grafiek. De leerkracht bespreekt met de kinderen deze overzichten. We gebruiken verschillende samenwerkingsvormen: kringgesprekken, het voorlezen of vertellen van verhalen, rollenspelen en andere spelvormen om kinderen positief betrokken te maken bij elkaar. We werken met een leerlijn social media in de groepen 5-6-7-8. Daaraan gekoppeld geven we 2 jaarlijks een informatieavond aan ouders over social media. Opmerkelijke gebeurtenissen positief en negatief worden genoteerd in het leerlingendossier. Dit is een soort logboek, waarin ruimte is voor positieve gebeurtenissen, maar vooral de negatieve gebeurtenissen duidelijk geregistreerd worden.
Gedragsprotocol 2013-2015
5
Algemene Voorwaarden voor de aanpak van ongewenst gedrag. Ongewenst gedrag zoals o.a. pesten en conflicten moeten als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (de twee direct betrokken partijen en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/ verzorgers (hierna genoemd: ouders) We hebben een eenduidige opvatting over het begrip pesten. We spreken van pesten als: soort gedrag dat een ander herhaaldelijk en over een langere periode treft. er sprake is van lichamelijke, geestelijke of materiële schade. er sprake is van machtsverschil: sterker, ouder, machtiger, met meer personen. Drie belangrijke stelregels: is dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroep leren we de kinderen de “Stopmethode” (zie bijlage 4) als je ruzie hebt of last hebt van een ander nadat je stop hebt gezegd en je komt er daarna zelf niet uit dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. een medeleerling heeft ook de verantwoordelijkheid om pestgedrag bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. Belangrijke sleutelelementen die we toepassen en die behoren tot de PBS aanpak zijn: preventie, effectief klassenmanagement, op data gebaseerde besluitvorming, positieve interventies en samenwerken met ouders. Als ongewenste gedragssituaties optreden, moeten leerkrachten en ouders (evt. in samenwerking met elkaar) dat signaleren en duidelijk stelling nemen. Bij problemen rondom ongewenst gedrag zullen de directie en de leerkrachten hun verantwoordelijkheid nemen en overleg voeren met de ouders. De inbreng van de ouders blijft beperkt tot het aanreiken van informatie, tot het geven van suggesties en tot het ondersteunen van de aanpak van de school. Samenwerken zonder bemoeienissen: School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Ook ouders hebben de verantwoordelijkheid om een probleem bij de leerkracht aan te kaarten. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen. Wanneer ongewenste situaties ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteken, beschikt de school over een directe aanpak (zie directe aanpak). Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van de schoolcontactpersoon nodig. De schoolcontactpersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren. Op de Bongerd zijn twee opgeleide intern contactpersonen aangesteld. Deze contactpersonen worden in de school op het SEO bord en op de website bij naam vermeld
Gedragsprotocol 2013-2015
6
Aanleren van gedragsregels We werken op de Bongerd bij het aanleren van regels volgens de vijf stappen van PBS: Positive Behaviour Support. Positive Behavior Support is een effectieve en schoolbrede aanpak, gericht op het expliciet maken en stimuleren van gewenst gedrag. De kernprincipes van PBS zijn: Stap 1: Ik heb duidelijke verwachtingen Stap 2: Leer verwachtingen aan. Stap 3: Positief bekrachtigen van gewenst gedrag. Stap 4: Minimaliseer de aandacht voor ongewenst gedrag. Stap 5: Eenduidige consequenties bij onacceptabel gedrag. In alle klassen hangen de gedragsregels die afgesproken zijn in het team en besproken met de kinderen. (Bijlage 6). Deze regels worden systematisch en in meerdere lessen ingeoefend en blijven structureel aan bod komen. (Zie bijlage 7) We starten met een les per week en belonen positief gedrag van de groep met het geven van groene muntjes. Bij een vooraf gesproken aantal krijgen de kinderen een beloning; ook deze kiezen ze zelf. Zo’n beloning kan zijn: 15 minuten een filmpje van Youtube kijken, verstoppertje door de school, extra voorleestijd, etc.
Gedragsprotocol 2013-2015
7
Gedragsregels De gedragsregels zijn gebaseerd op de volgende bouwstenen:
Respect in houding en gedrag; luisteren naar elkaar elkaar laten uitspreken niet discrimineren geen lichamelijk, geestelijk of verbaal geweld tegen elkaar respect voor verschillen in levensbeschouwing en cultuur rekening houden met elkaars gevoelens en wensen rekening houden met elkaars mogelijkheden en behoeften leren verschillen te accepteren
Vertrouwen in elkaar / zelfvertrouwen; stimuleren met complimenten en positieve waardering een positief kritische houding tegen elkaar ruimte voor een eigen mening tijd en aandacht voor elkaar voor elkaar opkomen
Eerlijk zijn;
open met elkaar communiceren met elkaar communiceren met als doel elkaar begrijpen met elkaar communiceren met als doel zaken bespreekbaar maken conflicten oplossen op basis van waarheid gevoel hebben voor rechtvaardigheid betrouwbaar willen zijn
afspraken nakomen voor elkaar opkomen en verantwoordelijkheid voor elkaar voelen met anderen meeleven behulpzaam naar elkaar zijn zich verantwoordelijk voelen voor het eigen werk zorgvuldig omgaan met eigen en andermans materiaal
conflicten willen oplossen pestgedrag afwijzen op willen komen voor zwakkeren zelfbeheersing en zelfdiscipline tonen
Verantwoordelijkheid;
Veiligheid;
Gedragsprotocol 2013-2015
8
De omgangsregels De doelen van omgangsregels zijn:
respect voor elkaar hebben waardering voor ieder kind hebben veiligheid voor iedereen creëren en behouden elkaar aanspreken op positief en negatief gedrag een duidelijk beeld geven van wat gewenst gedrag is. dat conflicten vreedzaam worden opgelost. dat gebruik gemaakt wordt van het zelf oplossend vermogen.
De omgangsregels van de Bongerd: 1. 2. 3. 4. 5.
Ik noem je bij je eigen naam. Ik voel me veilig en prettig bij jou. Ik zorg dat jij je veilig en prettig voelt bij mij. Ik los een probleem op door te luisteren en te praten. Ik houd me aan onze afspraken die vermeld staan in het PBS stappenplan. Als ik iets niet fijn vind dan zeg ik het tegen jou. Ik vind het goed dat je dat ook tegen mij zegt.
Alle groepsregels worden bij de start van het nieuwe schooljaar besproken en ingeoefend. Wanneer er aanpassingen of aanvullingen zijn, dan worden deze met de leerkracht en groep goed doorgesproken. Kinderen geven jaarlijks in hun eigen groep een aanvulling op deze vastgestelde schoolregels. Die aanvulling wordt opgesteld, door en met de groep, dit zijn de klassenregels. De klassenregels zijn zichtbaar in de klas opgehangen. Daarnaast hangen de schoolregels, ondersteund door prenten, in de gemeenschappelijke ruimten en de gangen van de school.
Gedragsprotocol 2013-2015
9
De aanpak van conflictsituaties en pesten (herhaald geweld) in acht stappen Bij het aanspreken van de leerlingen hanteren wij de No Blame aanpak, een directe aanpak van conflictsituaties en pesten (herhaald geweld) in acht stappen. We spreken de kinderen aan op hun gedrag, niet op hun persoon. De relatie blijft hierdoor in stand en je geeft de mogelijkheid aan de leerling om fouten te herstellen en gedrag te veranderen. Wanneer leerlingen problemen met elkaar hebben en/of elkaar pesten volgen (zij en wij) de volgende stappen:
STAP 1: Probeer er eerst zelf (en samen) uit te komen. STAP 2: Op het moment dat een van de leerlingen er niet uitkomt, heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de leerkracht voor te leggen. De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderend gesprek en probeert samen met hen de conflictsituatie op te lossen. Hierbij gaan we uit van de “win-winsituatie” (zie bijlage 3). De leerkracht geeft aan dat bij herhaling van ongewenst gedrag tussen dezelfde leerlingen dit consequenties heeft. Fase: bewustwording. De leerling mede-eigenaar maken van de maatregel. Hoe los jij het op? STAP 3: Bij herhaaldelijke conflicten (in dit geval spreken we van pestgedrag) neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een gesprek met de leerling die de conflictsituatie veroorzaakt en brengt de leerling op de hoogte van de consequenties. De leerkracht spreekt ook met de zwijgende meerderheid en probeert met de hele groep een oplossing te bedenken. Iedereen in de groep is verantwoordelijk, van iedereen wordt een actieve inbreng verwacht. Ook wordt de naam van de betrokkenen in het leerlingendossier (Esis) genoteerd. Bij iedere melding in het leerlingendossier omschrijft de leerkracht ‘de toedracht’. STAP 4: Bij de derde melding in het leerlingendossier worden de ouders (telefonisch) op de hoogte gebracht van het gedrag. Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. Een kort verslag van dit gesprek met de gemaakte afspraken komt in het leerlingvolgsysteem te staan van het betreffende kind. STAP 5: Een gesprek met de ouders van de veroorzaker. Er worden duidelijke afspraken op papier gezet en een vervolgafspraak gemaakt. Een gesprek met de ouders van het benadeelde kind. Er worden duidelijke afspraken gemaakt en er wordt een vervolgafspraak gemaakt. STAP 6: Bij aanhoudend ongewenst gedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de ambulant begeleider van WSNS, de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk. De Intern begeleider wordt betrokken en coördineert.
Gedragsprotocol 2013-2015
10
STAP 7: Bij aanhoudend ongewenst gedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen, binnen de school. De directie wordt ingeschakeld en coördineert. STAP 8: Bij een ernstig incident kan de directie een time-out besluiten. Zie hiervoor protocol time-out (bijlage 5) Bij een conflictsituatie van een leerling met de leerkracht gebruiken we het stroomdiagram getoond in bijlage 8. Afhankelijk van de zwaarte van het negatieve gedrag, kiest de leerkracht een passende Consequentie. Zie: “Sancties bij overtreding gedragsregels door leerlingen”.
Gedragsprotocol 2013-2015
11
De begeleiding bij pestgedrag: De begeleiding geven we op de Bongerd via een Drie-sporenbeleid: Begeleiding van de verliezer/gepeste leerling Begeleiding van de aanvaller/pester Begeleiding van de andere kinderen van de groep Begeleiding van de gepeste, benadeelde of verliezende leerling: Medeleven tonen en luisteren en vragen: hoe en van wie heb je last? Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het conflict. Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die uitgelokt wordt. De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren. Zoeken en oefenen van een andere reactie bijvoorbeeld je niet afzonderen. Het benadeelde/gepeste kind in laten zien waarom een kind benadeelt/ pest. Nagaan welke oplossing het kind zelf wil. Sterke kanten van de leerling benadrukken. Belonen als de leerling zich anders/beter opstelt. Praten met de ouders van de benadeelde/ gepeste leerling. Het benadeelde kind niet over beschermen. Hiermee plaats je het kind juist in een uitzonderingspositie waardoor het ongewenste gedrag zelfs nog toe kan nemen. In overleg met de Intern Begeleider hulp inschakelen; sociale vaardigheidstrainingen; CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin), Schoolmaatschappelijk werk, huisarts. Begeleiding van de veroorzakers van het conflict: Praten; zoeken naar de reden van het conflict/ pesten Laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de benadeelde/gepeste. Excuses aan laten bieden. In laten zien welke sterke (leuke) kanten het andere kind heeft. Belonen als kind zich aan de regels houdt. Kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de ‘stop-eerst-nadenkenhouding’ of een andere manier van gedrag aanleren. Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind; wat is de oorzaak van het negatieve gedrag? (bijv. problematische thuissituatie, buiten gesloten voelen, jaloezie, verveling, baas willen zijn (macht), voortdurend de competitie aan gaan, in een niet passende rol worden gedrukt). In overleg met de Intern Begeleider hulp inschakelen; sociale vaardigheidstrainingen; CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin), Schoolmaatschappelijk werk, huisarts. Begeleiding van de andere kinderen van de groep De kinderen met gesprekken bewust maken van de invloed die ze (kunnen) hebben ten aanzien van het voortbestaan of het stoppen van het negatief gedrag. De kinderen stimuleren om voor zichzelf op te komen. De kinderen stimuleren om voor een ander op te komen. De sterke kanten van de benadeelde/gepeste leerling benadrukken. Samen spelen en samen werken met het gepeste kind stimuleren door bijvoorbeeld voor de pauze een buitenspeelplan te maken (wie speelt met wie, wat en waar) Kinderen aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor het behoud van een goede sfeer in de groep. Herhalen van de gedragsregels van school en de groepsregels. Benadrukken dat kinderen verschillend mogen zijn.
Gedragsprotocol 2013-2015
12
Bijlage 1: Adviezen aan de ouders Ouders van de benadeelde/gepeste kinderen Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. Als conflicten niet op school gebeuren, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de veroorzakers om het probleem bespreekbaar te maken. Conflictsituaties/pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken. Neem het probleem van uw kind serieus. Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug komen. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport. Steun uw kind in het idee dat er gezamenlijk aan een oplossing wordt gewerkt. Ouders van de veroorzakers/pesters Neem het probleem van uw kind serieus. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans een aanvaller/pester te worden. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. Besteed extra aandacht aan uw kind. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat. Alle andere ouders Neem de ouders van het benadeelde/gepeste kind serieus. Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan. Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag. Geef zelf het goede voorbeeld. Leer uw kind voor anderen op te komen. Leer uw kind voor zichzelf op te komen.
Gedragsprotocol 2013-2015
13
Bijlage 2: Computer protocol Gezien de steeds grotere rol die het computergebruik in de wereld van de kinderen speelt, vinden we het zinvol om voor de kinderen op de Bongerd een aantal afspraken te maken over ‘veilig internetten’. We hebben dit vastgelegd in het Computerprotocol. Tips voor de leerlingen
Ik werk alleen op internet als ik daar toestemming voor heb. Ik vertel aan mijn juf/meester als ik iets op internet zie waar ik me niet prettig bij voel of waarvan ik weet dat het niet hoort, zoals geweld, scheldwoorden en seks. Ik geef geen informatie over mijzelf zoals mijn telefoonnummer, foto of adres aan onbekenden. Op school mag ik niet, buiten de social media lessen om, op Hyves, Facebook, Twitter of andere chatboxen. Ik weet dat de juf/meester mij controleert en dat ik na 1 waarschuwing 1 week niet meer op de computer mag werken. Bij herhaling volgen andere afspraken.
Tips voor de ouders
Surf samen met uw kind. Ga regelmatig samen achter de computer zitten. Ouders en kinderen leren dan van elkaar. Maak duidelijke afspraken over het internetgebruik en de tijdsduur die het kind achter de computer mag doorbrengen. Houd goed zicht op de computer en plaats deze indien mogelijk op een centrale plaats in huis. Leer uw kind om zeer zorgvuldig met privacy om te gaan. Altijd toestemming vragen om aan derden een telefoonnummer, adres of bankrekeningnummer door te mogen geven. Bekijk regelmatig de historie van de browser, zodat u op de hoogte blijft van het surfgedrag van uw kind. Let wel: dit biedt geen garantie, want kinderen kunnen deze geschiedenisknop wissen. Gebruik een goede virusscanner en zorg dat deze up to date blijft. Vertel uw kinderen af te blijven van onbekende software en leer hen voorzichtig om te gaan met het downloaden van onbekende sites. Blijf geïnteresseerd in het surfgedrag van uw kind en wijs hem regelmatig op de minder leuke kanten hiervan, zoals pedofielen in chatboxen, pornosites, scheld e-mails, spam en nog veel meer.
Tips voor leerkrachten
Hang het computerprotocol goed zichtbaar in de klas, nadat je het in de klas besproken hebt. Op school gebruiken we internet alleen bij het opzoeken van informatie ten behoeve van een werkstuk of spreekbeurt en onder begeleiding van een leerkracht. Blijf in de buurt bij de internettende leerlingen Controleer of de schoolregels worden opgevolgd. Laat ook je eigen persoonlijke gegevens privé blijven Let er op dat er over de leerlingen zo weinig mogelijk valt te traceren. Op school chatten we niet. Pesten of bedreigen via mail wordt niet getolereerd. Bij overtreding van één van bovenstaande afspraken spreekt de leerkracht een ‘internetschorsing’ uit.
Gedragsprotocol 2013-2015
14
Bijlage 3: Win-Win oplossing Op de Bongerd mogen wij allemaal verschillend zijn. Conflicten horen erbij en geven je de mogelijkheid om je verder te ontwikkelen. Dit betekent dat wij de kinderen de kans geven om zelf hun conflicten op te lossen. Daarbij neemt de leerkracht een neutrale positie in (niet veroordelend). De oplossing van een conflict moet in redelijke mate tegemoet komen aan de wensen van de betrokkenen. Als de oplossing voor beiden goed is, dan spreken we van een win-winoplossing.
Gedragsprotocol 2013-2015
15
Bijlage 4: Stopmethode Als je wilt dat een ander stopt met “iets” dat jij niet wilt, dan zeg je Stop, hou op!! De ander moet direct stoppen! Dit houdt in: tot hier en niet verder. Het is dan ook overduidelijk wanneer iemand in overtreding is, dus door een stop heen gaat. Dit mag direct gemeld worden bij de leerkracht. De leerkracht roept de betrokken bij zich en laat de kinderen samen een win-winoplossing zoeken voor het conflict. Er wordt bewust niet naar de oorzaak gevraagd om welles-nietes situaties te voorkomen. Als de kinderen er niet samen uitkomen, maakt de leerkracht een afspraak om er op een later tijdstip, samen met de betrokkenen, op terug te komen.
Gedragsprotocol 2013-2015
16
Bijlage 5: Time-out In dit gedragsprotocol spreken we af wat wel of niet toelaatbaar is op de Bongerd. Soms ontstaan er op school situaties die lijken uit te draaien op een time-out van een leerling. Dit protocol is een leidraad voor deze situaties. Verder staan de stappen die we nemen beschreven. Deze vereisen een zorgvuldige afweging. Wat is een reden tot time-out? De Bongerd gaat over tot time-out als een leerling of ouder/verzorger zich schuldig maakt aan een ernstig incident. Onder een ernstig incident verstaat de school: Voortdurend, storend en/of agressief gedrag van de leerling; Dit kan een belemmering veroorzaken van het onderwijs aan de overige leerlingen en een gevaar voor de overige leerlingen vormen. Bedreigend of agressief gedrag van ouders/ verzorgers van de leerling. Van belang hierbij is dat het aannemelijk moet zijn dat herhaling niet is uitgesloten. Er moet gegronde vrees bestaan voor de veiligheid van het personeel of de andere leerlingen of voor de ongestoorde voortgang van het onderwijs. Het protocol van Optimus is hierin altijd leidend. Andere gronden tot time-out, schorsing of verwijdering kunnen zijn: School kan niet langer voldoen aan de zorgbehoefte van de leerling Niet kunnen instemmen met de gedragsregels die door de school zijn vastgesteld en vermeld in de schoolgids Vertrouwensbreuk met de ouders
Sancties bij overtreding gedragsregels door leerlingen Wanneer de gedragsregels worden overschreden, kunnen de volgende maatregelen worden getroffen met als enige doel de leerling bewust te maken van zijn/haar ongewenst gedrag en/of ongewenst gedrag voor de toekomst te voorkomen; de leerling wordt aangesproken op de overtreding de leerling biedt afhankelijk van de overtreding de verontschuldigingen/excuses aan de leerling krijgt extra werk en/of opdrachten, die op school of thuis worden gemaakt de leerling wordt tijdelijk uit het leslokaal verwijderd de leerling blijft tijdens een of meerdere pauzes binnen de leerling blijft gedurende een of enkele dagen na schooltijd na de leerling wordt verwezen naar de directie, die vervolgens maatregelen zal treffen De ernst van de overtreding bepaald of de ouders/verzorgers hiervan in kennis worden gesteld. Bij nablijven (langer dan 15 minuten) gebeurt een melding aan de ouders/verzorgers structureel. Onwerkbaar gedrag Gedragsregels kunnen zodanig worden overtreden dat er sprake is van onwerkbaar gedrag. Wij verstaan onder onwerkbaar gedrag als een leerling; al dan niet met aanleiding fysiek geweld gebruikt naar anderen, verbale agressie, agressie naar goederen en voorwerpen, agressie naar zichzelf in redelijkheid niet meer luistert naar zijn/haar meerdere op school.
Gedragsprotocol 2013-2015
17
Aanpak en sancties bij onwerkbaar gedrag Eerste incident De leraar verwijdert de leerling uit het leslokaal dan wel plaatst de leerling alleen op de gang of andere ruimte in de school, indien de mogelijkheid bestaat zal een ander teamlid het kind onder zijn hoede nemen. De leraar neemt telefonisch contact op met de ouders/verzorgers en bespreekt het onwerkbare gedrag van de leerling. De leraar maakt preventieve afspraken met de leerling en ouders/verzorgers om het onwerkbare gedrag voor de toekomst te voorkomen. De leraar maakt in het leerlingendossier een korte notitie van het incident, het onwerkbare gedrag en de gemaakte afspraken. Tweede incident Wanneer een leerling een tweede keer wederom onwerkbaar gedrag vertoont, wordt de leerling verwezen naar een andere klas. De leraar meldt dit telefonisch aan de ouders met het verzoek direct na school op gesprek te komen bij de leerkracht. De leraar bespreekt het onwerkbare gedrag van de leerling. De leraar maakt preventieve afspraken met de leerling en ouders/verzorgers om het onwerkbare gedrag voor de toekomst te voorkomen. De leraar maakt in het leerlingendossier een korte notitie van het incident, het onwerkbare gedrag en de gemaakte afspraken. Afspraken worden door de ouders ondertekend. Derde en volgende incident Wanneer een leerling een derde keer wederom onwerkbaar gedrag vertoont, wordt de leerling verwezen naar de directie. De directie neemt een besluit en kan bij hoor en wederhoor beslissen over een time-out in de school. De leraar meldt dit telefonisch aan de ouders met het verzoek direct na school op gesprek te komen bij de leerkracht. De leraar bespreekt het onwerkbare gedrag van de leerling. De leraar maakt preventieve afspraken met de leerling en ouders/verzorgers om het onwerkbare gedrag voor de toekomst te voorkomen. De leraar maakt in het leerlingendossier een korte notitie van het incident, het onwerkbare gedrag en de gemaakte afspraken. Afspraken worden door de ouders ondertekend. Een ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: In geval van een ernstig incident treedt het protocol “Schorsing en verwijdering” in. In geval van een van een time-out wordt de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de klas ontzegd. Tenzij redelijke gronden zich daartegen verzetten worden de ouders/verzorgers onmiddellijk van het incident en de time-out gemotiveerd op de hoogte gebracht. De time-out maatregel kan eenmaal worden verlengd met 1 dag. Daarna worden besloten tot een time-out buiten de school of schoring voor maximaal 5 schooldagen. In beide gevallen dient de school vooraf of – indien dat niet mogelijk is – zo spoedig mogelijk na het effectueren van de maatregel contact op te nemen met de ouders. De ouders/verzorgers worden op school uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij is de groepsleerkracht en een lid van de directie van de school aanwezig. Van het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. De time-out maatregel kan alleen worden toegepast na goedkeuring door de directie van de school. De time-out maatregel wordt na toepassing schriftelijk gemeld aan het bevoegd gezag.
Gedragsprotocol 2013-2015
18
Bijlage 6: Stappenplan Gedragsregels Stap 1: Ik heb duidelijke verwachtingen Structuur/toezicht Groep 1-2 NAAR BINNEN De kinderen druppelen (met hun ouders) binnen tussen 8.20-8.30 en 13.05-13.15 uur.
In de gang: Afspraken gedrag kinderen: - Ik loop rustig. - Ik praat rustig. - Ik houd mijn handen en voeten bij mezelf. - Ik ruim mijn spullen op. In de klas: De leerkracht staat bij de klasseningang en verwelkomt de kinderen individueel. Afspraken gedrag kinderen: - Ik zet mijn fruitbakje op de afgesproken plaats. - Ik ga rustig op mijn plaats zitten. - Ik ga lezen. NAAR BUITEN In de klas: De leerkracht staat bij de klassenuitgang en ziet erop toe dat de kinderen rustig naar de gang en naar buiten gaan. In de gang: Afspraken: 1. Ik loop rustig. 2. Ik praat rustig. 3. Ik houd mijn handen en voeten bij mezelf. 4. Ik ruim mijn spullen op. Op de speelplaats: Afspraken: 1. Ik speel veilig met de ander 2. Ik ben aardig voor de ander 3. Ik stop als de ander dat zegt 4. Ik houd de speelplaats opgeruimd.
Groep 3-8
Na het belsignaal om 8.25 en 13.10 uur gaan de kinderen op een vaste plek staan bij hun leerkracht op de speelplaats. De leerkracht loopt voorop als de groepen in de volgorde 7/8- 3/4- 5/6 naar binnen gaan. In de gang: Afspraken gedrag kinderen: - Ik loop rustig. - Ik praat rustig. - Ik houd mijn handen en voeten bij mezelf. - Ik ruim mijn spullen op. In de klas: De leerkracht staat bij de klasseningang en verwelkomt de kinderen individueel. Afspraken gedrag kinderen: - Ik zet mijn fruitbakje op de afgesproken plaats. - Ik ga rustig op mijn plaats zitten. - Ik ga lezen.
In de klas: De leerkracht staat bij de klassenuitgang en ziet erop toe dat de kinderen rustig naar de gang en naar buiten gaan. In de gang: Afspraken: 1. Ik loop rustig. 2. Ik praat rustig. 3. Ik houd mijn handen en voeten bij mezelf. 4. Ik ruim mijn spullen op. Op de speelplaats: Afspraken: 1. Ik speel veilig met de ander 2. Ik ben aardig voor de ander 3. Ik stop als de ander dat zegt 4. Ik houd de speelplaats opgeruimd.
Stap 2: Leer verwachtingen aan. In de week van de nieuwe afspraken gaan we in alle groepen het goede gedrag inoefenen. De leerkracht geeft een les over het nieuwe gedrag en gaat veel complimenten geven aan de kinderen die het goede gedrag laten zien. Daarvoor gebruiken we beloningsmunten. Alle leerkrachten krijgen van de SEO-groep 4 lesschema’s. De cyclus herhaalt zich gedurende het schooljaar. Les 1 Gedrag van speelplaats naar gang Les 2 Gedrag van gang naar klas Les 3 Gedrag van klas naar gang Les 4 Gedrag op de speelplaats Les 5 Gedrag op de gang Gedragsprotocol 2013-2015
19
Stap 3: Positief bekrachtigen van gewenst gedrag. Positief gedrag wordt ingeoefend door de kinderen veel positieve feedback te geven. De groep kan in de oefenweek munten verdienen door goed gedrag te vertonen. Al deze munten gaan in een pot die voor in de klas staat. Daarnaast wordt in een tabel bijgehouden wat de stand is en wat de gekozen activiteit is. (zie bijlage 6a) Afspraak 1: Wanneer de gehele groep de regels goed in praktijk brengt, dan mogen er 5 munten in de pot gedaan worden. Afspraak 2: Wanneer bijna de gehele groep de regels goed in de praktijk brengt, dan mogen er 3 munten in de pot. Afspraak 3: Bij 60 munten mag de groep een activiteit gaan doen die ze van tevoren zelf gekozen heeft. Wanneer we in de nieuwe week nieuw gedrag gaan aanleren, dan belonen we voor het nieuwe gedrag en niet meer structureel voor het al aangeleerde gedrag. Je beloont incidenteel en onverwacht nog het al aangeleerde gedrag! “You never know when you get a surprise!” Stap 4: Minimaliseer de aandacht voor ongewenst gedrag. Negeer ongewenst gedrag door het tegenovergestelde gedrag bij een ander te belonen. “Kijk, wat goed dat jij al op je plaats zit en leest”, in plaats van “Er zitten drie kinderen te niksen!” Juist de kinderen die al vaak gecorrigeerd worden, horen de bestraffingen niet meer, maar luisteren wel naar een compliment! Stap 5: Eenduidige consequenties bij onacceptabel gedrag. Als een kind regelmatig of flink over de schreef gaat, moet dit consequenties hebben. In de vergadering in november 2013 bepalen we hoe wij als team hiermee om willen gaan in de toekomst.
Gedragsprotocol 2013-2015
20
Bijlage 6: Groepskaart beloning
PBS groepskaart Bassischool De Bongerd
1
10
20
30
40
50
60
Waar gaan we voor sparen?
Gedragsprotocol 2013-2015
21
Bijlage 7: Lessen in gedragsregels volgens PBS PBS les nummer: 1 Ruimte: gang/klas Activiteit: Gedrag van de speelplaats naar de gang. 1= Goed voorbeeld Groep voorbereiden
“We gaan oefenen in het rustig van de speelplaats naar de gang en de klas te lopen. “Welke regels gelden daarbij?” Buiten: 1. Als de bel gaat gaan we op onze vaste plek op de speelplaats staan. 2. We staan twee aan twee. 3. We gaan met de juf naar binnen. In de gang: 1. Ik loop rustig 2. Ik praat rustig 3. Ik houd mijn handen en voeten bij mezelf 4. Ik ruim mijn spullen op. “Prima! Goed onthouden. Op deze manier gaat het veilig en met respect. Ik ga het jullie een keer voordoen. Letten jullie erop wat ik allemaal goed doe?”
‘Modelen’
Ga rustig op de plek staan buiten wanneer de bel is gegaan. Loop rustig naar binnen, houd je armen en voeten bij jezelf en praat rustig.
Nabespreken
“Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Hield ik mijn handen en voeten goed bij mezelf? Hoe liep ik? Praatte ik zachtjes? Liep ik rustig? Bekrachtig goede antwoorden
2= Fout voorbeeld (doet de leerkracht altijd zelf!) Groep voorbereiden “Ik ga het nu nog een keer voordoen. Let nog een keer goed op wat ik allemaal doe!” Fout voordoen
Ga pas na een tijdje op de goede plek staan, roep erbij, zwaai met je armen, duw tegen een ander kind. Gooi je tas in de hoek.
Nabespreken
“Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Wat vonden jullie van de manier waarop ik sprak? En hoe liep ik? Etc. Bekrachtig goede antwoorden
3=Goed voorbeeld Groep voorbereiden
“Nu ga ik het voor de laatste keer voordoen. Let goed op wat ik doe”
‘Modelen’
Ga rustig op de plek staan buiten wanneer de bel is gegaan. Loop rustig naar binnen, houd je armen en voeten bij jezelf en praat rustig.
Nabespreken
Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Hield ik mijn handen en voeten goed bij mezelf? Hoe liep ik? Praatte ik zachtjes? Liep ik rustig?
Bekrachtig goede antwoorden 4=Leerlingen oefenen Groep voorbereiden “Nu mag een van jullie laten zien hoe je veilig en respectvol van buiten door de gang naar de klas kunt lopen. Dus: Ga op de plek staan op de speelplaats, loop en praat rustig op de gang, houd je handen en voeten bij jezelf. Wie van jullie kan het voordoen?” Complimenteer het kind dat het voor wil doen. “Letten jullie er goed op wat (naam) allemaal goed doet?” Gedragsprotocol 2013-2015
22
Kind doet het op de juiste wijze voor
Kind doet het voor.
Nabespreken
“Wat zagen jullie (naam kind) goed doen?” Bekrachtig goede antwoorden
Gedragsprotocol 2013-2015
23
PBS les nummer:2 Ruimte: gang/klas Activiteit: Gedrag overgang gang naar klas 1= Goed voorbeeld Groep voorbereiden
‘Modelen’
Nabespreken
“We gaan oefenen in het rustig naar binnen gaan van de gang naar de klas. “Welke regels gelden daarbij?” In de klas: 1. Ik zet mijn fruitbakje op de afgesproken plaats 2. Ik ga rustig op mijn plaats zitten 3. Ik ga stil lezen. “Prima! Goed onthouden. Op deze manier gaat het veilig en met respect. Ik ga het jullie een keer voordoen. Letten jullie erop wat ik allemaal goed doe?” Zet het fruitbakje in de mand en loop rustig naar binnen. Ga rustig op je plaats zitten en ga lezen in een boek. “Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Stopte ik het fruitbakje in de mand? Hoe liep ik? Ging ik meteen op de plaats staan? Ging ik meteen stil lezen?” Bekrachtig goede antwoorden
2= Fout voorbeeld (doet de leerkracht altijd zelf!) Groep voorbereiden “Ik ga het nu nog een keer voordoen. Let nog een keer goed op wat ik allemaal doe!” Fout voordoen
Ga de klas in zonder je fruitbakje weg te zetten, ga kletsen en loop wat door de klas. Loop nog een keer terug om je fruitbakje weg te zetten en maak daarbij het nodige kabaal.
Nabespreken
“Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Wat vonden jullie van de manier waarop ik sprak? En hoe liep ik? Etc. Bekrachtig goede antwoorden
3=Goed voorbeeld Groep voorbereiden
“Nu ga ik het voor de laatste keer voordoen. Let goed op wat ik doe”
‘Modelen’
Zet het fruitbakje in de mand en loop rustig naar binnen. Ga rustig op je plaats zitten en ga lezen in een boek.
Nabespreken
“Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Stopte ik het fruitbakje in de mand? Hoe liep ik? Ging ik meteen op de plaats staan? Ging ik meteen stil lezen?”
Bekrachtig goede antwoorden 4=Leerlingen oefenen Groep voorbereiden “Nu mag een van jullie laten zien hoe je veilig en respectvol van de gang naar de klas kunt lopen. Dus: Zet je fruitbakje op de afgesproken plaats, ga rustig op je plaats zitten en ga lezen. Wie van jullie kan het voordoen?” Complimenteer het kind dat het voor wil doen. “Letten jullie er goed op wat (naam) allemaal goed doet?” Kind doet het op de juiste wijze voor
Kind doet het voor.
Nabespreken
“Wat zagen jullie (naam kind) goed doen?” Bekrachtig goede antwoorden
Gedragsprotocol 2013-2015
24
PBS les nummer: 3 Ruimte: gang/klas Activiteit: Gedrag vanuit de klas naar de gang 1= Goed voorbeeld Groep voorbereiden
“We gaan oefenen in het rustig naar buiten gaan van de klas naar de gang. “Welke regels gelden daarbij?” In de gang: 1. 2. 3. 4.
‘Modelen’ Nabespreken
Ik loop rustig. Ik praat rustig. Ik houd mijn handen en voeten bij mezelf. Ik ruim mijn spullen op.
“Prima! Goed onthouden. Op deze manier gaat het veilig en met respect. Ik ga het jullie een keer voordoen. Letten jullie erop wat ik allemaal goed doe?” Wanneer de juf bij de deur staat en deze open doet, mag ik naar buiten gaan. Ik loop en praat rustig. Ik houd mijn handen en voeten bij mezelf. “Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Hield ik mijn handen en voeten goed bij mezelf? Liep en sprak ik rustig? Bekrachtig goede antwoorden
2= Fout voorbeeld (doet de leerkracht altijd zelf!) Groep voorbereiden “Ik ga het nu nog een keer voordoen. Let nog een keer goed op wat ik allemaal doe!” Fout voordoen
Nabespreken
Loop naar buiten meteen als de bel gegaan is, terwijl de juf nog niet bij de deur staat. Roep door de gang en vergeet je fruitbakje. Ren alsof het lijkt of je iemand ziet waar je naar toe wilt. “Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Hield ik mijn handen en voeten goed bij mezelf? Liep en sprak ik rustig? Wachtte ik op de juf? Bekrachtig goede antwoorden
3=Goed voorbeeld Groep voorbereiden ‘Modelen’ Nabespreken
“Nu ga ik het voor de laatste keer voordoen. Let goed op wat ik doe” Wanneer de juf bij de deur staat en deze open doet, mag ik naar buiten gaan. Ik loop en praat rustig. Ik houd mijn handen en voeten bij mezelf. “Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Hield ik mijn handen en voeten goed bij mezelf? Liep en sprak ik rustig?
“Bekrachtig goede antwoorden 4=Leerlingen oefenen Groep voorbereiden ““Nu mag een van jullie laten zien hoe je veilig en respectvol van de klas naar de gang en naar buiten kunt lopen. Dus: Loop de klas uit als de juf bij de deur staat, loop en praat rustig op de gang en houd je handen en voeten bij jezelf. Wie van jullie kan het voordoen?” Complimenteer het kind dat het voor wil doen. “Letten jullie er goed op wat (naam) allemaal goed doet?” Kind doet het op de juiste wijze voor Nabespreken
Kind doet het voor. “Wat zagen jullie (naam kind) goed doen?” Bekrachtig goede antwoorden
Gedragsprotocol 2013-2015
25
PBS les nummer:4 Ruimte: speelplaats Activiteit: Gedrag op de speelplaats 1= Goed voorbeeld Groep voorbereiden
“We gaan oefenen in het rustig en fijn spelen op de speelplaats. “Welke regels gelden daarbij?” Op de speelplaats: Afspraken: 5. 6. 7. 8.
Ik speel veilig met de ander Ik ben aardig voor de ander Ik stop als de ander dat zegt Ik houd de speelplaats opgeruimd.
“Prima! Goed onthouden. Op deze manier gaat het veilig en met respect. Ik ga het jullie een keer voordoen. Letten jullie erop wat ik allemaal goed doe?” ‘Modelen’
Nabespreken
Je speelt fijn met een ander kind, bv knikkeren en je bent aardig. Je laat een ander met een spel beginnen. Als een kind stop zegt, stop je ook meteen. Als de bel is gegaan breng je je paardentuigje even naar het andere speelgoed toe. “Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Speelde ik veilig? Hoe zag je dat?Was ik aardig voor andere kinderen? Hoe ging ik om het de stopvraag van het andere kind? Hield ik de speelplaats opgeruimd?” Bekrachtig goede antwoorden
2= Fout voorbeeld (doet de leerkracht altijd zelf!) Groep voorbereiden “Ik ga het nu nog een keer voordoen. Let nog een keer goed op wat ik allemaal doe!” Fout voordoen
Nabespreken
Je duwt tegen andere kinderen aan, je schreeuwt naar anderen en roept “”Sukkel!”. Je gooit een snoeppapiertje op de grond en gaat door als een ander “Stop!” zegt. “Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Wat vonden jullie van de manier waarop ik omging met andere kinderen? Etc. Bekrachtig goede antwoorden
3=Goed voorbeeld Groep voorbereiden ‘Modelen’
Nabespreken
“Nu ga ik het voor de laatste keer voordoen. Let goed op wat ik doe” Je speelt fijn met een ander kind, bv met het skateboard en je bent aardig. Je laat een ander met een spel beginnen. Als een kind stop zegt, stop je ook meteen. Als de bel is gegaan breng je je skateboard even naar het andere speelgoed toe. Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Speelde ik veilig? Hoe zag je dat?Was ik aardig voor andere kinderen? Hoe ging ik om het de stopvraag van het andere kind? Hield ik de speelplaats opgeruimd?”
Bekrachtig goede antwoorden 4=Leerlingen oefenen Groep voorbereiden “Nu mag een van jullie laten zien hoe je veilig en respectvol buiten kunt spelen. Dus veilig spelen en aardig zijn voor andere kinderen, stoppen als anderen daarom vragen en de speelplaats opgeruimd houden. Wie van jullie kan het voordoen?” Complimenteer het kind dat het voor wil doen. Gedragsprotocol 2013-2015
26
“Letten jullie er goed op wat (naam) allemaal goed doet?”
Kind doet het op de juiste wijze voor
Kind doet het voor.
Nabespreken
“Wat zagen jullie (naam kind) goed doen?” Bekrachtig goede antwoorden
Gedragsprotocol 2013-2015
27
PBS les nummer: 5 Ruimte: gang Activiteit: Gedrag op de gang. 1= Goed voorbeeld Groep voorbereiden
‘Modelen’
Nabespreken
“We gaan oefenen in het rustig werken op de gang. “Welke regels gelden daarbij?” In de gang: 1. Ik loop rustig 2. Ik praat rustig 3. Ik houd mijn handen en voeten bij mezelf 4. Ik ruim mijn spullen op. 5. Ik houd me aan het computerprotocol. “Prima! Goed onthouden. Op deze manier gaat het veilig en met respect. Ik ga het jullie een keer voordoen. Letten jullie erop wat ik allemaal goed doe?” Loop rustig naar een vrije plek achter de computer, ga rustig op de plek zitten, houd je armen en voeten bij jezelf en praat rustig. “Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Hield ik mijn handen en voeten goed bij mezelf? Hoe liep ik? Praatte ik zachtjes? Liep ik rustig?
Bekrachtig goede antwoorden 2= Fout voorbeeld (doet de leerkracht altijd zelf!) Groep voorbereiden “Ik ga het nu nog een keer voordoen. Let nog een keer goed op wat ik allemaal doe!” Fout voordoen
Ga pas na een tijdje op de goede plek zitten, roep erbij, zwaai met je armen, duw tegen een ander kind. Stoor een ander kind bij zijn werk. Reageer hardop en eventueel fysiek op andere kinderen die naar de wc lopen uit andere klassen.
Nabespreken
“Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Wat vonden jullie van de manier waarop ik sprak? En hoe liep ik? Etc. Bekrachtig goede antwoorden
3=Goed voorbeeld Groep voorbereiden
“Nu ga ik het voor de laatste keer voordoen. Let goed op wat ik doe”
‘Modelen’
Loop rustig naar een vrije plek achter de computer, ga rustig op de plek zitten, houd je armen en voeten bij jezelf en praat rustig.
Nabespreken
Wat zagen jullie? Was dit het goede voorbeeld? Hield ik mijn handen en voeten goed bij mezelf? Hoe liep ik? Praatte ik zachtjes? Liep ik rustig?
Bekrachtig goede antwoorden 4=Leerlingen oefenen Groep voorbereiden “Nu mag een van jullie laten zien hoe je veilig en respectvol op de gang kunt werken. Dus: Loop rustig naar een vrije plek achter de computer, ga rustig op de plek zitten, houd je armen en voeten bij jezelf en praat rustig. Wie van jullie kan het voordoen?”
Kind doet het op de juiste wijze voor Nabespreken
Complimenteer het kind dat het voor wil doen. “Letten jullie er goed op wat (naam) allemaal goed doet?” Kind doet het voor. “Wat zagen jullie (naam kind) goed doen?” Bekrachtig goede antwoorden
Gedragsprotocol 2013-2015
28
Les 6: Time-out op de speelplaats Let op: modellen met twee volwassenen. Kinderen niet probleemgedrag laten voordoen. 1= Goed voorbeeld We gaan oefenen wat er gebeurd wanneer het niet goed gaat/ wanneer er probleemgedrag is. Wat zijn ook alweer de regels op de speelplaats? Gebruik de eigen gedragsverwachtingen van de school. Voorbeeld: Plezier: ik speel met iedereen Respect: ik laat de ander fijn spelen Veiligheid: ik ga goed met materialen om Verantwoordelijkheid: ik houd de speelplaats netjes. Letten jullie op wat wij gaan doen. ‘Modelen’ Eén volwassene laat klein probleemgedrag zien, b.v. zand uit de zandbak gooien of een kind duwen. De leerkracht waarschuwt eenmaal (benoemt gewenst gedrag en loopt weg), maar er wordt niet gehoorzaamd. De leerkracht geeft een time-out, benoemt waar de “leerling” moet staan/zitten. De ander gaat korte tijd rustig op de aangewezen time-outplek staan/zitten tot de leerkracht aangeeft dat hij weer mee mag doen. Nabespreken Wat zagen jullie? Bekrachtig goede antwoorden. De afspraak is dat andere kinderen de time-outplek respecteren en het kind met rust laten, dus niet in de buurt komen en niet aanspreken. Dat is respectvol omgaan met elkaar. 2= Fout voorbeeld (doet de leerkracht altijd zelf!) Groep voorbereiden We spelen nog een keer dat het mis gaat. Kijk goed wat er gebeurt. Fout voordoen Eén volwassene laat ander klein probleemgedrag zien, b.v. grote mond of onveilig gebruik van materiaal. Tijdens de time-out blijft de leerling niet rustig zitten/staan, gaat roepen naar andere kinderen, roept naar de leerkracht of hij weer mag spelen, etc. Nabespreken Wat zagen jullie? Wat vonden jullie van deze time-out? Dit kind gehoorzaamt niet bij de time-out. Dan krijgt hij een extra straf van de juf/meneer. 3=Goed voorbeeld Groep voorbereiden Nu doen we het voor de laatste keer voor dat het mis gaat. Kijk goed wat er gebeurt. ‘Modelen’ De time-out wordt deze keer correct uitgevoerd. De volwassene die de leerling speelt staat rustig en wacht tot hij/zij het signaal van de leerkracht krijgt om weer mee te spelen. Nabespreken Wat zagen jullie? Was dit een goed voorbeeld? Waarom? Bekrachtig goede antwoorden. 4=Leerlingen oefenen Groep voorbereiden Nu mag één van jullie laten zien hoe je respectvol naar de time-outplek gaat en daar rustig blijft zitten/staan. Kind doet het op de De leerling doet geen probleemgedrag voor. juiste wijze voor Alleen het gebruik van de time-outplek wordt geoefend. Nabespreken Wat zagen jullie (naam leerling) goed doen? Bekrachtig goede antwoorden Groep voorbereiden
Gedragsprotocol 2013-2015
29
Bijlage 8: Stappenplan: Handelen bij ongewenst gedrag Benoem de gedragsverwachting
Loop weg, wacht 5-10 seconden
Bied de leerling de keuze: de consequentie of het verwachte gedrag
Loop weg en wacht 5-10 seconden
Voer consequentie uit
Gedragsprotocol 2013-2015
Bekrachtig!
30