Appendix bij het Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband PO Noord-Kennemerland
Status: Definitieve aanvullingen op definitief plan 2014 Versie april 2015
1
Overzicht besluitvormingstraject 15-01-2015 12-02-2015 17-03-2015 01-04-2015 16-04-2015 29-04-2015
ter bespreking in bestuursvergadering definitief concept bestuursvergadering: goedkeuring op alle onderdelen ter instemming voorleggen aan OPR: instemming OPR verleend. ter advisering voorleggen aan OOGO’s: OOGO gemeenten regio N-K gevoerd. vastgesteld door bestuur ingediend bij Inspectie van Onderwijs
Inhoud 1. Aanleiding ................................................................................................................................................... 3 2. Doelmatige inzet middelen ....................................................................................................................... 6 3. Procedure herindicatie SBO-SO: omzetting van beschikking naar TLV afgegeven door het samenwerkingsverband............................................................................................................................... 15 5. Samenhangend dekkend netwerk – arrangementen - schoolondersteuningsprofiel ......................... 16 6. Expertisecluster ....................................................................................................................................... 18 7. Privacy ...................................................................................................................................................... 21 8. OPR ........................................................................................................................................................... 22 9. Weerstandsvermogen.............................................................................................................................. 22 10. Begroting: bekostigingsvariabelen en financieel beleid vanuit de onderwijs- en ondersteuningsinhoudelijke invalshoek ..................................................................................................... 24 11. OGSM planning 2014-2015, 2015-2016............................................................................................ 28
2
Appendix bij het Ondersteuningsplan De Appendix is een aanvulling op het Ondersteuningsplan zoals dat in april 2014 is vastgesteld. In schooljaar 2014-2015 heeft het samenwerkingsverband de eerste praktijkervaringen opgedaan met passend onderwijs. De Appendix doet recht aan de praktijk. Daarnaast bevat de Appendix onderwerpen die de inspectie nog miste, voornamelijk regelingen voor het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs (SBO en SO).
1. Aanleiding Het samenwerkingsverband is pas realiteit sinds 1 augustus 2014. Het inrichtingsproces is in volle gang. Tegelijkertijd zijn ook de uitvoeringstaken van het samenwerkingsverband in volle gang. We bouwen aan ons ‘passend onderwijs huis’, terwijl we er al in wonen. Het invoeringsproces is transformationeel en transactioneel tegelijkertijd. Dit betekent voor het beleid dat dit gaande de rit verder ontwikkeld wordt op basis van prioritering en op basis van voortschrijdend inzicht passend bij de missie en visie zoals vastgelegd in het Ondersteuningsplan. Niet alles is vooraf helemaal uitgekristalliseerd, we leren door te doen en op basis van onze ervaringen verbeteren we. Het is wennen dat de realisatie van passend onderwijs geen kant-en-klaar recept is maar soms meer lijkt op een expeditie. Maar dit betekent ook nieuwe kansen en het ontdekken van nieuwe mogelijkheden. Het vraagt een oplossingsgerichte aanpak en ontwikkelen van andere horizonten. Ook is samenwerking belangrijk. Onze naam is niet voor niets samenwerkingsverband: we zijn een netwerkorganisatie. Samenwerken met alle partners om passend onderwijs voor onze regio te realiseren vraagt een instelling van ik+jij=wij. Dit kan alleen maar door samen te delen, samen te leren en samen te creeren met behoud van diversiteit, eigenheid en verantwoordelijkheid. Dit is ook passend bij de ontwikkeling van onze maatschappij, waar de 21st century skills en het 3.0 denken en werken steeds meer ingeburgerd raken. Het Ondersteuningsplan is daardoor geen statisch document maar een levend document dat een beeld geeft van het beleid, passend bij de ontwikkelfase van het samenwerkingsverband. Dit alles dient natuurlijk wel te gebeuren binnen de wettelijke en de afgesproken kaders zoals vastgelegd in het Ondersteuningsplan 2014. Op basis van de 5 maanden waarin het samenwerkingsverband operationeel is, zijn er aanvullingen nodig. Dit jaar wordt gekozen voor een appendix bij het Ondersteuningsplan en volgend jaar zal conform overeengekomen beleid het Ondersteuningsplan herzien en geactualiseerd worden (p. 9 Ondersteuningsplan 2014). We bekijken dan ook of we synchroon moeten gaan lopen met de schoolplanperiode 2019-2023 van de basisscholen of dat we een jaar vooruitlopen op de schoolplanperiode.
3
Het beleid is nu gekoppeld aan de 4 ondersteuningsniveaus zoals benoemd in de handleiding handelingsgericht arrangeren. Dit geldt ook voor de begroting. Voor de volledigheid staan hieronder de ondersteuningsniveaus op een rij:
1
Ondersteuningsniveau 0: De leerling ontwikkelt en floreert goed bij het onderwijs dat de leerkracht/school biedt. Tijdens de groepsbespreking worden er geen zorgen geconstateerd in de brede ontwikkeling en situatie rondom het kind. De leerkracht voelt zich competent in het tegemoet komen van de onderwijsbehoeften van de leerling en heeft voldoende aan de ondersteuning die geboden wordt binnen de collegiale consultatie en groepsbespreking. Ondersteuningsteam: kind – ouders – leerkracht Het ondersteuningsteam voert overleg dat is gericht op overeenstemming.
Ondersteuningsniveau 1: Er is zorg geconstateerd door de leerkracht of ouder of leerling of intern begeleider. Zorg moet gezien worden binnen een breed perspectief; dit kan zijn in de cognitieve ontwikkeling, lichamelijke en/of de sociaal-emotionele ontwikkeling of in relatie leerkracht, groep, school, ouder, gezin. De leerling komt daarom in de leerlingbespreking. Op basis van een brede analyse wordt er een plan opgesteld en geëvalueerd. Hiervoor is het groeidocument een handig hulpmiddel, maar alleen die onderdelen die nodig zijn. De PDSA-cyclus1 wordt gevolgd. Dus een leerling wordt altijd een tweede keer besproken in de leerlingbespreking. Ook als het goed gaat. Dan kan er namelijk bepaald worden welke aanpak op welke wijze tot het succes heeft bijgedragen. Dit is belangrijk voor het behoud en het vieren van een goede aanpak voor die leerling. Wanneer blijkt op basis van de onderwijsbehoeften dat de basisondersteuning onvoldoende is, dan wordt opgeschaald naar ondersteuningsniveau 2. Ondersteuningsteam: (kind)– ouders – leerkracht – intern begeleider Belangrijk is dat het ondersteuningsteam tijdens de leerlingbespreking gericht is op het verkrijgen van overeenstemming vanuit gelijkwaardig partnerschap.
Ondersteuningsniveau 2: De extra ondersteuning, het arrangement, dat nodig is voor de specifieke onderwijsbehoeften kan binnen de eigen school worden verzorgd. Dit niveau valt onder de verantwoordelijkheid van de school. De school schakelt de onderwijsexpert van het samenwerkingsverband in en het groeidocument is leidraad voor de analyse, het plan en het overeenstemmingsgesprek. Ook voor deze fase geldt dat er altijd een nieuw overleg gepland wordt voor evaluatie, de PDSA-cyclus wordt toegepast.
PDSA-cyclus: Plan - Do - Study - Act; Study geeft aan dat evaluatie en reflectie een voortdurend proces is.
4
Ondersteuningsteam: (kind) – ouders – leerkracht – intern begeleider – onderwijsexpert – eventueel zorgexpert – eventueel leerkracht school met speciale deskundigheid Het ondersteuningsteam kan tijdelijk aangevuld worden met die deskundigheid die nodig is. Het ondersteuningsteam voert overleg gericht op overeenstemming.
Ondersteuningsniveau 3: De extra ondersteuning (het arrangement) dat nodig is voor de specifieke onderwijsbehoeften kan niet door de eigen school worden verzorgd. De school moet hierbij gebruikmaken van een arrangement van een andere basisschool, arrangement SWV of een S(B)O, of extra ondersteuning inkopen. Dit kan zijn binnen de eigen school of buiten de eigen school of op een andere school binnen het SWV. Ook bij deze fase is de onderwijsexpert de trajectbegeleider die ‘makelt en schakelt’ om de benodigde deskundigheid te organiseren. Ook hier wordt de PDSA-cyclus toegepast. Ondersteuningsteam: (kind) – ouders – leerkracht – intern begeleider – onderwijsexpert – eventueel zorgexpert – externe deskundige – eventueel intern begeleider van andere school De onderwijsexpert ‘makelt en schakelt’ om de benodigde deskundigen en arrangementen te organiseren. Het ondersteuningsteam voert multidisciplinair overleg gericht op overeenstemming. Het groeidocument wordt volledig ingevuld, behalve het gedeelte TLV (toelaatbaarheidsverklaring). Ondersteuningsniveau 4: Op basis van de onderwijsbehoeften en ondersteuningsbehoeften blijkt dat het benodigde arrangement alleen geboden kan worden door het S(B)O. Dit kan zijn voor een korte dan wel langere periode. Voordat toewijzing kan plaatsvinden wordt het ondersteuningsteam opgeschaald met de mogelijk ontvangende voorziening. Zij voeren aan de hand van het groeidocument multidisciplinair overleg. Het groeidocument wordt volledig ingevuld en wordt met bijlagen door de onderwijsexpert ingebracht bij de toewijzingscommissie. Ondersteuningsteam: (kind) – ouders – leerkracht – intern begeleider – onderwijsexpert – eventueel zorgexpert – vertegenwoordiger S(B)O Het ondersteuningsteam voert multidisciplinair overleg gericht op overeenstemming.
5
2. Doelmatige inzet middelen Budget voor het onderhoud en uitvoering basisondersteuning en lichte ondersteuning (ondersteuningsniveau 0 en 1) (aanvulling: § 4.2): De scholen zijn vol in ontwikkeling om de kwaliteit van de onderwijsondersteuning te versterken. Doel is dat alle scholen binnen onze regio voldoen aan de onderwijskwaliteit zoals bepaald in het toetsingskader van de onderwijsinspectie. De scholen hebben hier de gelegenheid voor tot 1 augustus 2016. In hoeverre 2016 haalbaar is voor de scholen zal aan het eind van het schooljaar 2014-2015 bepaald moeten worden na de rapportages door de schoolbesturen binnen het bestuur van het samenwerkingsverband. De realisatie van passend onderwijs en de gehele aanpak van de negatieve verevening valt of staat bij de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen en specifiek de kwaliteit van de onderwijsondersteuning op de scholen zelf. Daarom vindt het samenwerkingsverband een investering van € 115,- per leerling ook voor de Ondersteuningsplanperiode (tot 2018) van meerwaarde. Alleen zal daarvoor de gevraagde inspanning elk jaar van een hogere orde zijn op basis van evaluatie van de opbrengsten en op basis van doorontwikkeling. Het gemeenschappelijk doel wordt jaarlijks in samenspraak met alle bestuurders vastgesteld. De monitoring van de opbrengst wordt meegenomen in de kwaliteitszorg. Begroting 2015-2016 is € 2.429.260
6
Budget voor extra ondersteuning (ondersteuningsniveau 2 en 3): Naast de inzet van ambulant begeleiders en preventief ambulant begeleiders is er ook een financieel budget beschikbaar. Voor het schooljaar 2014-2015 is een overgangsregeling toegepast voor de ‘oude’ LGF-middelen. Dit houdt in dat de middelen zijn verdeeld op basis van in het verleden toegekende LGF-beschikkingen en het resterende deel is verdeeld op basis van leerlingaantal. Vanaf schooljaar 2015-2016 wil het samenwerkingsverband invulling geven aan het toekennen van een budget per werkgebied zoals genoemd en beschreven in § 4.3 van het Ondersteuningsplan. Hiermee kan het budget flexibel en op basis van vraag en behoefte ingezet worden. Ook krijgen de onderwijsprofessionals hiermee meer directe invloed op de inzet van het budget. De scholen, samen met de onderwijsexperts van het samenwerkingsverband, zijn verantwoordelijk voor een verantwoorde inzet van de middelen. Het samenwerkingsverband zal voor de besteding en verantwoording van de middelen een richtlijn ontwikkelen voor alle werkgebieden. Het groeidocument zal hier het leidende instrument worden. Het kan niet alleen ingezet worden op individueel niveau, maar ook op doelgroepniveau. Het budget per werkgebied wordt voor schooljaar 2015-2016 bepaald op basis van de volgende parameters: o Aantal leerlingen in het werkgebied. o Percentage oude LGF-indicaties. Jaarlijks zal per werkgebied een herijking plaatsvinden van de parameters waarmee het budget per werkgebied wordt bepaald, op basis van kwantitatieve en kwalitatieve data uit onder andere de groeidocumenten. Ook zullen de werkgebieden in de toekomst – door de doorontwikkeling van passend onderwijs – een grotere rol kunnen krijgen in de besteding van de middelen van ons samenwerkingsverband. In hoeverre dit mogelijk is, zal over 3 jaar bekeken worden bij de ontwikkeling van het nieuwe Ondersteuningsplan. Verdeling middelen ondersteuningsniveau 2 en 3 volgens de 40-60% verdeling vanaf 1 augustus 2015 tot 1 augustus 2016: 40% van de middelen wordt verdeeld over de besturen op basis van ‘oude LGFindicaties’ 1-8-2013. 60% van de middelen wordt verdeeld over de 8 werkgebieden. Vanaf 1 augustus 2016 worden de middelen op ondersteuningsniveau 2 en 3 verdeeld over de 8 werkgebieden. Budget totaal werkgebieden 2015-2016: € 2.442.000,00 Budget voor extra ondersteuning (ondersteuningsniveau 4): Het samenwerkingsverband bekostigt ondersteuningsniveau 4. Ondersteuningsniveau 4 zijn de onderwijsvoorzieningen zoals SBO en SO. Dit betekent dat het samenwerkingsverband in 7
zijn begroting rekening moet houden met de mate van verwijzing en de kosten die daarmee verbonden zijn. Voor de realisatie van ‘geen enkel kind tussen wal en schip’ is het belangrijk dat het samenwerkingsverband beschikt over voorzieningen van hoge kwaliteit. Na een SO zijn er geen onderwijsmogelijkheden! Tevens is het van belang dat het samenwerkingsverband, SBO- en SO-scholen opereren als samenwerkende partners om voor basisscholen een dekkend netwerk te realiseren van extra ondersteuning op niveau 4. Hiervoor zullen het SWV, SBO- en SO-scholen in ontwikkeling moeten evolueren om in hun ondersteuningsmogelijkheden altijd een passend antwoord te kunnen geven op de ondersteuningsvragen van basisscholen. Het samenwerkingsverband wil hier onderstaande regelingen voor SBO en SO uitvoeren zodat de SBO- en SO-scholen aan deze opdracht kunnen voldoen. Het winwinprincipe is een belangrijke motivator voor samenwerking. SBO binnen de regio van het SWV PO Noord-Kennemerland: DUO draagt zorg voor de bekostiging van personeel en materieel.2 De bekostiging bestaat uit de reguliere basisbekostiging die overeenkomt met de bekostiging van een leerling in het regulier onderwijs en een ondersteuningsbekostiging. De ondersteuningsbekostiging wordt betaald uit het budget van het samenwerkingsverband. Dit betekent dat het SBO op basis van de teldatum de basisbekostiging krijgt toegekend, plus het ondersteuningsbudget voor 2% van het aantal leerlingen van het samenwerkingsverband. Het aantal verwijzingen naar het SBO ligt voor ons samenwerkingsverband al jaren lager dan 2%. Dit betekent dat het Samenwerkingsverband geen overdrachtsverplichting heeft naar het SBO. De verwijzing naar SBO was op 1-10-2014 1,46%. Dit betekent dat de SBO-scholen ongeveer €502.398 meer ontvangen dan waar ze op basis van het leerlingaantal recht op hebben. Afgesproken was dat de SBO-scholen het teveel terug zouden storten op de rekening van het samenwerkingsverband. Om meerdere redenen vindt het samenwerkingsverband dat de SBO-scholen het grootste gedeelte van deze gelden beter kunnen investeren in de kwaliteit van hun onderwijs en de doorontwikkeling van passend onderwijs als partner van het samenwerkingsverband. Dit besluit is onderbouwd op basis van 3 onderdelen: €100.000 reserveren voor kinderen die ook binnen het SBO extra begeleiding nodig hebben. Dit bedrag is gebaseerd op de ‘oude’ LGF-gelden die zijn toegekend aan SBO-leerlingen. De SBO-scholen vallen niet onder een werkgebied en kunnen in die zin geen beroep doen op middelen die aan een werkgebied toegekend zijn. €100.000 reserveren voor kinderen die voor korte tijd (ongeveer 20 weken) opvang nodig hebben, wanneer uit analyse en plan – het groeidocument – blijkt dat een tijdelijke TLV nodig is. Daarna gaat de leerling met een plan en begeleiding terug naar
2
Bron: Keizer, B., 2014, “Bekostiging Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO”, PO-raad, Utrecht. 8
de reguliere basisschool. De basisschool blijft verantwoordelijk voor de leerling. Dus de leerling blijft ingeschreven op de basisschool. €150.000 inzetten voor de uitrol van het beleid van het samenwerkingsverband binnen het SBO tot 2018. Doelen: - SBO-scholen versterken de eigen onderwijskwaliteit en het handelingsgericht werken met het groeidocument, zodat er een doorgaande lijn is voor terug- en doorverwijzing. De kwaliteit van het SBO zou inspirerend moeten zijn voor basisscholen. Een broedplaats voor onderwijsinnovatie voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften op de grens van ondersteuningsniveau 3 en 4. - SBO hanteert een gemiddelde klassengrootte van 15 leerlingen, conform berekeningssystematiek DUO. - SBO-scholen werken samen door expertise-uitwisseling en waar nodig uitwisseling van personeel naar aanleiding van gevraagde kwaliteit en krimp. - SBO ontwikkelt passend onderwijs mee, samen met het samenwerkingsverband. - Deskundigen nemen deel aan het MDO op uitnodiging van de onderwijsexpert. De inzet is gericht op het ontwikkelen van een passend plan voor het kind, met de ouders en de school. In eerste instantie wordt er ingestoken op het versterken van het handelingsrepertoire van de eigen school, ouders en kind zodat het kind op de eigen school passend onderwijs kan krijgen. - De SBO-scholen geven het samenwerkingsverband inzage in hun schoolplan, jaarplan met resultaatafspraken, jaarevaluatie met inzet middelen van het SWV en resultaten van hun schoolontwikkeling. SBO-scholen bespreken jaarlijks de behaalde resultaten met het samenwerkingsverband en maken afspraken over het jaar daarna. Dit vindt jaarlijks plaats in mei. - De SBO-scholen en het samenwerkingsverband blijven in gesprek om elkaars werkwijze te versterken. Het totaal aan extra budget voor de SBO-scholen is €340.000, dit is exclusief de reservering voor de groeiregeling. Dit betekent dat de SBO-scholen in totaal €150.000 terugstorten naar het samenwerkingsverband. Groeiregeling SBO: Groeiregeling SBO-scholen: bij toename tussen 1 oktober en 1 februari van het aantal leerlingen verwezen door SWV PO Noord-Kennemerland naar SBO-scholen in de regio Noord-Kennemerland, keert het samenwerkingsverband een financiële compensatie uit in het daarop volgende schooljaar (T-1). Voor de berekening van de groeiregeling wordt de teldatum 1 februari gehanteerd. Het samenwerkingsverband gebruikt daarvoor 2 bronnen: de groeitellingcijfers van DUO (in april van het schooljaar beschikbaar via Kijkglazen) en de eigen administratie van de afgegeven TLV’s. 9
In de groeiregeling worden de volgende componenten bekostigd: o Basisbekostiging o Bekostiging zware ondersteuning zowel personeel als materieel. Op basis van het verwijzingspercentage SBO 1,46% (dit percentage ligt lager dan de landelijke norm van 2%) en de kengetallen van ons samenwerkingsverband zijn de kosten voor deze regeling begroot op €50.000 voor schooljaar 2015-2016. Wanneer een groei in verwijzingen de begrote kosten overstijgt, dan zal de groeibekostiging gehaald worden uit de reserve met een maximum van €20.000. Blijkt dat dit nog niet voldoende is, dan zal het bedrag afgehaald worden van het budget van het verwijzende werkgebied. De verwijzingspercentages en herkomst zullen nauwgezet gemonitord worden en verwerkt in de trimesterrapportages. Groeiregeling voor drastische schommelingen waardoor de school in de problemen komt. Het gaat hier om fluctuaties die de school niet kan opvangen omdat hij geen reserves heeft en dus in ernstige problemen komt. De school zal moeten aantonen dat de hierboven geschetste situatie van toepassing is om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen. De school moet dan het samenwerkingsverband inzicht geven in de volgende zaken: o de GTB-overzichten uit Bron waaruit de bovenmatige fluctuaties blijken. o Jaarrekeningen en financiële reserves. Hiervoor wordt een bedrag van € 50.000 begroot. SO: De bekostiging3 van het SO gebeurt volledig op basis van afgegeven TLV’s door het samenwerkingsverband en wordt betaald door het samenwerkingsverband. Net als bij de bekostiging van het SBO wordt er een onderscheid gemaakt tussen basisbekostiging en ondersteuningsbekostiging. Ook hier wordt de bekostiging voor ondersteuning door DUO ingehouden op de ondersteuningsbekosting die het samenwerkingsverband ontvangt. De teldatum die de overheid hanteert is 1-10-2014 en het samenwerkingsverband vergoedt volgens de T-1 systematiek. Het samenwerkingsverband signaleert 3 mogelijke bekostigingsproblemen voor het SO. Uitleg en aanpak: Uitrol beleid samenwerkingsverband binnen SO €150.000 tot 2018: o SO ontwikkelt passend onderwijs mee, samen met het samenwerkingsverband. o Deskundigen nemen deel aan het MDO op uitnodiging van de onderwijsexpert. De inzet is gericht op het ontwikkelen van een passend plan voor het kind, met ouders en school. In eerste instantie wordt er ingestoken op het versterken van het 3
Bron: Keizer, B., 2014, “Bekostiging Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO”, PO-raad, Utrecht. 10
handelingsrepertoire van de eigen school, ouders en kind zodat het kind op de eigen school passend onderwijs kan krijgen. o SO-scholen versterken de eigen onderwijskwaliteit en het handelingsgericht werken met het groeidocument, zodat er een doorgaande lijn is voor terug- en doorverwijzing. De kwaliteit van het SO zou inspirerend moeten zijn voor basisscholen. De SO-scholen dienen een broedplaats voor onderwijsinnovatie te zijn voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften op ondersteuningsniveau 4. o De SO-scholen geven het samenwerkingsverband inzage in hun schoolplan, jaarplan met concrete resultaten, inzet middelen van het SWV en resultaten van hun schoolontwikkeling. SO-scholen bespreken jaarlijks de behaalde resultaten met het samenwerkingsverband en maken afspraken over het jaar daarna. Dit vindt jaarlijks plaats in mei. o De SO-scholen en het samenwerkingsverband blijven in gesprek om elkaars werkwijze te versterken. Crisisopvang in het SO van 10 weken Uit de casussen van de afgelopen maanden blijkt dat er soms crisisopvang op een SOschool nodig is. Het samenwerkingsverband kan alleen een TLV afgeven voor 1 jaar of 2 jaar. Dit betekent dat SO-scholen geen vergoeding ontvangen voor een leerling die niet ingeschreven staat op één van de teldata. Vanwege het belang van kortdurende interventies op een SO-school – vaak in samenhang met Jeugdzorg – voor een leerling, ouders en school, wil het samenwerkingsverband geld reserveren voor 10 opvangplaatsen gedurende één schooljaar. Daarvoor wordt de reguliere route gevolgd van groeidocument, MDO en TLV met de onderwijsexpert als trajectbegeleider en makelaar en schakelaar. Voor tijdelijke opvang van ongeveer 10 weken wordt een tijdelijke TLV afgegeven die niet geregistreerd wordt bij DUO. In het groeidocument wordt de bekostiging bepaald op basis van de categoriebepaling en basisbekostiging naar rato van het aantal weken. De leerling blijft dan ingeschreven op de basisschool en de basisschool behoudt de zorgplicht. De basisschool blijft actief betrokken en verantwoordelijk voor de leerling. Het doel van de interventie is om de leerling daarna met aangepast plan en begeleid terug gaat naar de basisschool. De werkwijze/procedure wordt uitgewerkt in de werkgroep SBO-SO. Groeiregeling SO-scholen: Bij toename tussen 1 oktober en 1 februari van het aantal leerlingen verwezen door SWV PO Noord-Kennemerland, keert het samenwerkingsverband een financiële compensatie uit in het daarop volgende schooljaar (T-1). Voor de berekening van de groeiregeling wordt de teldatum 1 februari gehanteerd. Het samenwerkingsverband gebruikt daarvoor 2 bronnen, namelijk Kijkglazen en de eigen administratie van de afgegeven TLV’s. De groeitellingcijfers van DUO zijn in april van het schooljaar beschikbaar via Kijkglazen. In de groeiregeling worden de volgende componenten bekostigd: 11
o Basisbekostiging o Bekostiging zware ondersteuning zowel personeel als materieel Op basis van het verwijzingspercentage SO voor cat. I t/m III 1,63% (dit percentage is gelijk te noemen aan de landelijke norm 1,64%) en de kengetallen van ons samenwerkingsverband zijn de kosten voor deze regeling begroot op €200.000 voor schooljaar 2015-2016. Wanneer een groei in verwijzingen de begrote kosten overstijgt, dan zal de groeibekostiging gehaald worden uit de reserve met een maximum van €75.000. Blijkt dat dit nog niet voldoende is, dan zal het bedrag afgehaald worden van het budget van het verwijzende werkgebied. De verwijzingspercentages en herkomst zullen nauwgezet gemonitord worden en verwerkt in de trimesterrapportages. Met deze werkwijze wil het samenwerkingsverband strategisch verwijzen voorkomen.
12
Groeiregeling voor drastische schommelingen waardoor de school in de problemen komt. Het gaat hier om fluctuaties die de school niet kan opvangen omdat hij geen reserves hiervoor heeft en dus in ernstige problemen komt. De school zal dit wel moeten aantonen om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen. De school moet daarvoor het samenwerkingsverband inzicht geven in de volgende zaken: o de GTB-overzichten uit Bron waaruit de bovenmatige fluctuaties blijken. o Jaarrekeningen en financiële reserves. Hiervoor wordt een bedrag van €200.000 begroot.
Grensverkeer Grensverkeer is volgens artikel 125 WPO van toepassing voor een verwijzing van de basisschool naar een SBO in een ander samenwerkingsverband. Voor een dergelijke regeling worden twee Toelaatbaarheidsverklaringen afgegeven: één door het verwijzende samenwerkingsverband en één door het ontvangende samenwerkingsverband. Het streven van het SWV PO Noord-Kennemerland is om in de verwijzingsprocedure in een vroeg stadium van het keuzeproces zorg te dragen voor thuisnabij onderwijs. De sturing kan alleen plaats vinden op basis van kwaliteit en maatwerk, omdat ouders leidend zijn in de keuze voor een SBO- of SO-school.
13
De overdrachtsverplichting bij grensverkeer is alleen van toepassing voor het SBO. Voor SOscholen geldt de vergoeding op basis van TLV-afgifte. Deze overdrachtsverplichting start in het schooljaar 2015-2016. Het SWV zal zijn grensverkeer in kaart brengen op basis van de Kijkglazen, zodat er een realistisch bedrag gereserveerd kan worden voor deze verplichting. De samenwerkingsverbanden regelen dit onderling. Grensverkeer overdracht: Vóór of op 1-10 schooljaar T: de ondersteuningsbekostiging personeel en materieel wordt overgedragen in het schooljaar T-1. Groeitelling 1-2 schooljaar T: zowel de basisbekostiging als de ondersteuningsbekostiging personeel en materieel wordt overgedragen in T-1. Als uitwerking van een transparante route van toewijzing, extra ondersteuning en doelmatige inzet van middelen, is er conform de beleidskaders van het Ondersteuningsplan door een kerngroep een conceptgroeidocument en -handleiding ontwikkeld. Dit document is in september en oktober 2014 verder verrijkt op basis van ‘feedforward’ (feedback gericht op de toekomst) van onderwijsexperts, beleidsmedewerkers en ketenpartners. Na de herfstvakantie is het groeidocument ingevoerd op casusbasis. Dit wil zeggen naar aanleiding van een ondersteuningsvraag. Op deze manier wil het samenwerkingsverband het groeidocument geleidelijk invoeren en beschikt het over een procesinstrument voor toewijzing op basis van multidisciplinaire vraagarticulatie en planvorming. Tevens kunnen de werkwijze en het groeidocument op basis van daadwerkelijke ervaring versterkt worden. In maart 2015 worden de werkwijze en het groeidocument geëvalueerd aan de hand van daadwerkelijke ervaringsgegevens. Daarna zal het groeidocument verbeterd worden waarna de digitaliseringfase gestart wordt. Doel is dat het groeidocument online ingevuld en bekeken kan worden in een beveiligde omgeving. Het zal ook ingebed worden in het te ontwikkelen communicatiebeleid. Met het groeidocument vindt vraagarticulatie en gezamenlijk planvorming plaats binnen het ondersteuningsteam: het zogenaamde MDO-overleg. Hiermee wordt een breed gedragen gezamenlijke handelingsgerichte aanpak geformuleerd met als doel dat alle educatieve partners elkaars handelen versterken en krachten bundelen. Het samen delen, samen leren en samen creëren is het motto. Ook met ouders en kind! Het groeidocument is geen doel op zich, maar een hulpmiddel om handelingsgericht te arrangeren. Het maakt het proces transparant en te evalueren. Het groeidocument is ook een hulpmiddel om de PDSA-cyclus te doorlopen. Wat hebben we bereikt en was dat conform ambitie? Doen we de goede dingen, doen we de goede dingen goed, en is het goede nog steeds passend? Wat moeten we aanpassen, waarom en wat betekent dat? Het groeidocument is ook een hulpmiddel om de middelen die ter beschikking staan voor passend onderwijs doelmatig en daar waar nodig in te zetten. Dit geldt voor de financiële 14
middelen per werkgebied én voor de inzet van ambulant begeleiders, inzet van jeugdzorg en andere ketenpartners en (tijdelijke) arrangementen binnen het SBO of SO. De gegevens uit de groeidocumenten worden verzameld, zodat de vraag, de gekozen arrangementen en de kwaliteiten in beeld worden gebracht. In de handleiding groeidocument staat ook de route van toewijzing en TLV geformuleerd. De procedure past binnen de gestelde kaders zoals geformuleerd in het Ondersteuningsplan.
3. Procedure herindicatie SBO-SO: omzetting van beschikking naar TLV afgegeven door het samenwerkingsverband Het toezichtkader van de onderwijsinspectie stelt dat het samenwerkingsverband een procedure opstelt waarin de beschikkingen van zittende leerlingen in de periode van augustus 2014 tot en met juli 2016 omgezet worden in een TLV. Het samenwerkingsverband gaat met de betreffende scholen in gesprek om te inventariseren om hoeveel leerlingen het gaat. Op basis van deze aantallen wordt in overleg vastgesteld hoe de geleidelijke overgang gerealiseerd wordt. Maatwerk en behapbaarheid zijn leidend in de overgang naar het groeidocument en TLV. Er wordt ook afgesproken op welke wijze er toegegroeid wordt naar een cyclisch PDSA-proces met behulp van het groeidocument waarin het belang van de ontwikkeling van het kind centraal staat. Welke leerlingen In schooljaar 2014-2015 moeten in ieder geval de volgende leerlingen een herindicatie krijgen: - Alle leerlingen in het S(B)O met een tijdelijke beschikking, die afloopt per augustus 2015. - Alle S(B)O -leerlingen die het primair onderwijs in 2017 gaan verlaten. De overige leerlingen worden geleidelijk verdeeld over de schooljaren 2014-2015 en 20152016 voor een TLV, in overleg met SO- en SBO-scholen. Ingangsdatum TLV Indien de huidige beschikking afloopt voor 1 augustus 2016, gaat de TLV in op de datum waarop de oude beschikking afloopt. Als de huidige beschikking na 1 augustus 2016 af zou lopen, gaat de TLV op 1 augustus 2016 in.
15
4. Doorgaande lijn PO-VO (aanvulling §4.5.4) Voor de warme overdracht van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften vanaf ondersteuningsniveau 2 wordt het groeidocument leidend. Het is het enige hulpmiddel om samen met de verschillende educatieve partners (waartoe ook ouders en leerling behoren) vanuit een gezamenlijk vraagarticulatie en planvorming te zorgen voor een vloeiende en zorgvuldige overgang van PO naar VO en een goede start in het VO. Schooljaar 2014-2015 is een overgangsjaar waarbij de nieuwe en de oude procedure naast elkaar lopen. Dit betekent dat de PO-school zelf een keuze mag maken. Vanaf schooljaar 2015-2016 zal alleen het groeidocument gebruikt worden voor extra ondersteuning binnen VO, OPDC en VSO4. Voor LWOO/Pro wordt binnen de wettelijke kaders ook toegewerkt naar 1 kind 1 plan, namelijk het groeidocument. Om de routes goed te laten verlopen werken de samenwerkingsverbanden PO en VO nauw samen en zijn ze allebei vertegenwoordigd in de werkgroep POVO, zodat ook hier alle overdrachtsroutes zo efficiënt, transparant, elkaar versterkend en eenvoudig mogelijk werken. Dit betekent concreet dat er aangesloten wordt bij de overdracht via OverStapserviceOnderwijs (OSO) waar de basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs gebruik van maken.
5. Samenhangend dekkend netwerk – arrangementen schoolondersteuningsprofiel Elk kind goed onderwijs en passend onderwijs binnen Noord-Kennemerland. Dat is de opgave waar we voor staan. Om dit te realiseren, moeten we in onze regio op elke ondersteuningsvraag een antwoord hebben. Als samenwerkingsverband hebben we de opdracht om daarvoor een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen te organiseren binnen en tussen de scholen, zodat alle leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats krijgen in het onderwijs.
Notitie: “Aanmelding en toewijzing van leerlingen met extra onderwijsbehoeften vanuit het primair onderwijs (PO) Noord-Kennemerland naar het voortgezet onderwijs (VO) Noord-Kennemerland”. 4
16
Hoe realiseren we een dekkend netwerk als geheel van scholen en voorzieningen binnen het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland? Dit willen we in beeld brengen met een 3Darrangementenmatrix. Deze matrix is een hulpmiddel om vanuit inzicht in de ondersteuningsvragen en passende antwoorden de dialoog te voeren over de ontwikkeling van een samenhangend dekkend netwerk.
Het doel van de 3D-arrangementenmatrix is om op elk ondersteuningsniveau voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw de ondersteuningsvraag en ondersteuningsantwoorden in beeld te krijgen. Hiermee kunnen witte vlekken, de fit tussen vraag en aanbod en de ontwikkeling van de ondersteuningsvragen in beeld gebracht worden. Deze matrix wordt opgenomen binnen de inrichting van de kwaliteitszorg, c.q. kwaliteitsmonitor. De kwaliteitszorg wordt in 2015 ingericht. Tot die tijd – met ingang van januari-februari 2015 – maakt het samenwerkingsverband gebruik van een 3D-arrangementenmatrix, ontwikkeld in Excel. De instrumenten die belangrijke input gaan leveren voor de 3D-arrangementenmatrix zijn: Ondersteuningsniveau 0 t/m 2: het schoolondersteuningsprofiel en de ontwikkelambitie van de basisschool vanuit schoolconcept, kernwaarden en kernkwaliteiten. In schooljaar 2015-2016 zal het samenwerkingsverband samen met een kerngroep met een brede ver17
tegenwoordiging een format ontwikkelen waarmee inzichtelijk wordt, vanuit vergelijkbaarheid, wat een school kinderen met specifieke onderwijsbehoeften te bieden heeft. Gezocht wordt naar een match tussen kwaliteitszorg en ondersteuningsprofiel, dit om stapeling te voorkomen. Het schoolondersteuningsprofiel zou de resultante van een kwaliteitsmeting binnen de kwaliteitszorg kunnen zijn, waarna de school alleen nog maar zijn ambitie kan bepalen op basis van zijn schoolontwikkelplan. Ondersteuningsniveau 2 t/m 4: groeidocumenten binnen de PDSA-cyclus (vraag-gekozen arrangement- plan), ontwikkelde (groeps)arrangementen, schoolplannen S(B)O.
6. Expertisecluster Het in §4.3.2. genoemde expertisecluster zal een belangrijke rol gaan spelen in het creëren van een samenhangend geheel van onderwijsvoorzieningen. Het belang en de ontwikkeling van het kind staat centraal. Met als doel: Goede voorzieningen passend bij specifieke onderwijsbehoeften en ondersteuningsvragen. Uitwisseling van kennis en ervaringen bevorderen op SWV-niveau. Samenhangend geheel van voorzieningen.
Criteria Expertisecluster:
Hoge kwaliteit. Dekkend aanbod: op elke vraag een antwoord. Werkend binnen het professionaliseringsmodel. Flexibel. Samenhang in voorzieningen. Op SWV-niveau inclusief onderwijs, zodat we thuisnabij onderwijs kunnen realiseren voor alle kinderen in de regio Noord-Kennemerland.
18
Komende planperiode zal het expertisecluster als virtueel concept verder ontwikkeld worden, enerzijds binnen de werkgebieden op ondersteuningsniveau 2 en 3 en anderzijds op ondersteuningsniveau 4. In het voorjaar van 2015 zullen de SBO- en SO-scholen de basis gaan leggen van waaruit de samenwerking gestalte wordt gegeven en beleid verder ontwikkeld kan worden. Dit doen zij onder het motto: SBO-, SO-scholen en samenwerkingsverband bouwen samen aan een dynamisch en flexibel expertisecluster onder leiding van het SWV. De wetgeving rond passend onderwijs en de nieuwe Jeugdwet biedt kansen om de kwaliteit van de gezamenlijk inzet te vergroten. De verantwoordelijkheid van de schoolbesturen en het samenwerkingsverband is het bieden van passend onderwijs. De gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor het aanbieden van ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen (en hun ouders) bij alle denkbare opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen. Voor een dekkend aanbod aan onderwijs, ondersteuning en jeugdhulp is nauwe samenwerking tussen onderwijs en zorg noodzakelijk. Daarmee ontstaan er unieke kansen voor versterking van ieders doelen door integraal en interdisciplinair samen te werken, waarbij sprake is van wederzijdse beïnvloeding en toegevoegde waarde. Dit kan via zogenaamde onderwijs-zorgarrangementen (OZA’s).
19
Waarom is een onderwijs-zorgarrangement van belang? Doel van een OZA is zorgen voor een ononderbroken schoolloopbaan voor het kind, via een integrale aanpak op school, in de vrije tijd en thuis. De school wordt gezien als vind- en werkplaats. Bij het tijdig inschakelen van passende hulp en ondersteuning halen meer jongeren een startkwalificatie. Onderwijs volgen is essentieel om kinderen en jongeren perspectief te bieden op een volwaardige positie in de samenleving. Het doel is dat kinderen en jongeren zich optimaal kunnen ontwikkelen, daar ligt de focus. Uitgangspunt hierbij is het versterken van de eigen kracht van de jeugdige en zijn omgeving. Afhankelijk van de ontwikkelbehoefte is soms de ondersteuningsbehoefte op het gebied van jeugdhulp voorliggend om leren mogelijk te maken. Soms is onderwijs voorliggend en is de steun van jeugdhulp essentieel om het onderwijs te versterken. Er wordt samengewerkt op basis van één gezin, één kind, één plan. Dit samenspel vraagt om maatwerk en dialoog op casusniveau en faciliterende kaders op bestuurlijk en organisatieniveau, die dit mogelijk maken. Urgentie Op dit moment hebben gemeenten en samenwerkingsverbanden in
onze regio onvoldoende zicht op de wijze waarop OZA’s inhoudelijk, organisatorisch en financieel zijn ingericht. Van belang is om met elkaar in gesprek te gaan om een goed beeld te krijgen van de huidige OZA’s in de regio en om beleid te ontwikkelen. De transformatie die passend onderwijs en de nieuwe Jeugdwet met zich mee brengen vraagt hierbij om een kritische blik en oog voor integraal arrangeren, op een nieuwe manier. Gemeenschappelijke opdracht van samenwerkingsverbanden en gemeenten Gemeenten en samenwerkingsverbanden gaan in gesprek om een goed beeld te krijgen van de huidige OZA’s in de regio en om beleid te ontwikkelen dat aansluit bij de gezamenlijke visie op de verbinding tussen onderwijs en zorg. Om dit te realiseren worden de volgende acties uitgezet: 1. Het vormen van een projectgroep van betrokkenen rondom OZA’s: inhoudelijk deskundigen, beleidsmakers, financiers, ouders en bestuurders. 2. Opdracht aan de projectgroep: “Draag zorg voor inhoudelijke uitwerking en rapportage en waarborg de continuïteit en doorontwikkeling van de OZA’s.” 3. Stappenplan: - Analyse van de aard en omvang van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de leerlingen in de regio. - Inventarisatie van de huidige OZA’s: een gedeeld beeld over de OZA’s met betrekking tot doelgroep, organisatie, financiering en dergelijke. Vervolgens kunnen op basis van de analyse en inventarisatie de volgende vragen worden beantwoord: - Doorontwikkeling van het huidige aanbod, mogelijke nieuwe ontwikkelingen - Inhoudelijke borging van het OZA binnen het Jeugdplan en het Ondersteuningsplan 20
- Afspraken over de integrale procedure van toewijzing en toelaatbaarheid, en de financiële machtiging voor het toekennen van een OZA Dit proces wordt begeleid vanuit het landelijk ondersteuningsaanbod van het Nederlands Jeugdinstituut. Compensatieregeling AWBZ: passend onderwijs en de herziening van de AWBZ Onderwijsondersteuning en zorg Het gaat hierbij om leerlingen die ernstige beperkingen hebben en zorg (verpleging en/of begeleiding) nodig hebben om op school onderwijs te kunnen volgen. Voor deze zorg kon een beroep gedaan worden op de AWBZ. Door de hervorming van de AWBZ verandert de bekostiging van de zorg drastisch. Aan het totaalbudget van het SWV wordt ongeoormerkt een relatief klein geldbedrag toegevoegd, dat tot 1 augustus 2014 in de compensatiemaatregel AWBZ is opgenomen. Tot op heden werden deze middelen door zogeheten Regionale Expertisecentra (REC) waar nodig leerlinggebonden beschikbaar gesteld. Over de inzet van dit bedrag zullen samenwerkingsverbanden nieuwe afspraken gaan maken met de aangesloten schoolbesturen. De gemeente en de samenwerkingsverbanden PO en VO van regio Noord-Kennemerland willen op basis van OOGO (op overeenstemming gericht overleg) een gezamenlijk arrangement opzetten met het SO-bestuur waarbij de financiering en werkwijzen afgesproken worden. Hiervoor wordt onder leiding van de PO-raad en VNG een gezamenlijke werksessie gepland. Een memo is hiervoor met de werkgroep Passend Onderwijs en Decentralisatie Jeugdzorg voorbereid, met input van de SO-school. Het samenwerkingsverband reserveert voor deze overgang €85.000.
7. Privacy Samenwerkingsverbanden hanteren voor de uitoefening van hun opdracht persoonsgegevens en moeten derhalve voldoen aan de wet bescherming persoonsgegevens. Het samenwerkingsverband vindt een goede bescherming van persoonsgegevens belangrijk en wil zich derhalve houden aan de modelverklaring zoals de PO-raad en VO-raad die hebben opgesteld.5
Nijkamp, mr. drs. H., Janssen, mr. V., 2014, “Model privacyreglement Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO/VO”, PO-raad, VO-raad, Utrecht. 5
21
8. OPR Variawet wijziging wetgeving OPR: Met de Variawet worden artikelen 11, 12, 13, 14 en 14a van de WMS aangepast en wordt voorgesteld een nieuw artikel 11a toe te voegen. De belangrijkste wijzigingen zijn:
de geledingen van de Ondersteuningsplanraad (OPR) krijgen instemmingsrecht over de faciliteitenregeling (over de invulling van de redelijkerwijs noodzakelijke kosten van medezeggenschapsactiviteiten die zij in de Ondersteuningsplanraad verrichten, waaronder bijvoorbeeld scholingskosten of kosten voor inhuur van deskundigen). de OPR krijgt adviesrecht over de door het samenwerkingsverband vast te stellen competentieprofielen van de toezichthouders en het toezichthoudend orgaan. De OPR van het samenwerkingsverband wordt uitgezonderd van het adviesrecht over de competentieprofielen, omdat anders een dubbel adviesrecht zou ontstaan.
9. Weerstandsvermogen Net als voor elke organisatie is een financiële gezondheid belangrijk voor een samenwerkingsverband dat middelen ontvangt voor een maatschappelijke opdracht: het organiseren van passend onderwijs. Het samenwerkingsverband PO Noord-Kennemerland heeft ten aanzien van zijn taak een extra uitdaging: krimp en een negatieve verevening. Daarnaast is het samenwerkingsverband in een bouwfase waarin de implicaties van beleid nog niet duidelijk zijn. Dit betekent dat niet alle risico’s, en daarmee de benodigde reserves, kristalhelder zijn. In de begroting is rekening gehouden met de negatieve verevening en wel op 3 onderdelen:
Verdeling middelen per werkgebied voor ondersteuningsniveau 2 en 3. Reservering herbestedingsverplichting voor inzet ambulant begeleiders. Reservering voor nieuw beleid.
De begroting voor de komende jaren is gebaseerd op een krimpend leerlingenaantal van 22.117 nu naar 19.703 leerlingen in 2019. Rekening is gehouden met een krimp van 2.414 leerlingen. Voor samenwerkingsverbanden wordt een weerstandsvermogen geadviseerd tussen de 5 en 15%. Dit is afhankelijk van de risico’s. Gezien de ontwikkelfase waarin het samenwerkings22
verband zit, lijkt vooralsnog een weerstandsvermogen van 5% toereikend met een algemene reserve van € 500.000,-. Het samenwerkingsverband werkt naar deze algemene reserve toe. Jaarlijks zal op basis van een risicoanalyse het weerstandsvermogen bekeken worden. Hiervoor zal het risicoanalyse-instrument van de PO-raad worden gebruikt. In de begroting zijn schattingen gemaakt van de uitgaven voor bepaalde beleidsuitgangspunten (o.a. crisisopvang, groeiregeling, zware arrangementen werkgebieden, centrale kosten, nieuw beleid voor het SWV). Als uit de jaarrekening blijkt dat de werkelijk bestede bedragen lager zijn dan begroot, dan worden er bestemmingsreserves gevormd om in de toekomst het geld wel voor de geoormerkte bestemming uit te geven. Wanneer de bestemmingsreserves hoger worden dan € 500.000,- dan vloeien de gelden naar inzet voor ondersteuningsniveau 2 en 3. Voor het samenwerkingsverband geldt het principe dat de financiële middelen die het ontvangt, worden ingezet voor passend onderwijs van de kinderen nu en niet voor het opbouwen van onnodige reserves. De begroting is een afspiegeling van de ontwikkelingsfase waar het samenwerkingsverband in zit. Het is een lerende en inhoudelijke begroting. De inhoudelijke begroting maakt de relatie tussen beleid en financiën zichtbaar. De lerende begroting uit zich in een jaarlijkse cyclus en wordt aangepast en vastgesteld op basis van voortschrijdend inzicht.
23
10. Begroting: bekostigingsvariabelen en financieel beleid vanuit de onderwijs- en ondersteuningsinhoudelijke invalshoek Actuele situatie o.b.v. nieuwe informatie De financiering van SWV PO2703 is gebaseerd op de volgende leerlinggegevens; (raming, dit is nog niet definitief). Schatting Werkelijk Werkelijk Prognose 1-10-2013 1-10-2013 1-10-2014 1-10-2015 2014/2015 2014/2015 2015-2016 2016-2017 Leerlingen BAO (95 brinnummers) 21.443 21.451 21.124 20.624 Leerlingen SBO (3 scholen) 329 329 312 300 Aantal rugzakken in SWV 328 340 0 0 Leerlingen SO categorie I t/m 7 jaar 67 75 77 75 Leerlingen SO categorie I 8 jaar en ouder 162 168 178 174 Leerlingen SO categorie II t/m 7 jaar 9 3 6 6 Leerlingen SO categorie II 8 jaar en ouder 26 18 15 14 Leerlingen SO categorie III jonger t/m 7 jaar 28 19 14 14 Leerlingen SO categorie III 8 jaar en ouder 62 45 42 41 Verw.percentage SBO Verw.percentage SO Cat I Verw.percentage SO Cat II Verw.percentage SO Cat III Verw.percentage SO totaal
Prognose 1-10-2016 2017-2018 20.124 293 0 73 170 6 14 13 40
Prognose 1-10-2017 2018-2019 19.624 286 0 72 165 6 14 13 39
Prognose 1-10-2018 2019-2020 19.124 278 0 70 161 5 14 13 38
1,51%
1,46%
1,46%
1,46%
1,46%
1,46%
1,12%
1,19%
1,19%
1,19%
1,19%
1,19%
0,10%
0,10%
0,10%
0,10%
0,10%
0,10%
0,29%
0,26%
0,26%
0,26%
0,26%
0,26%
1,51%
1,55%
1,55%
1,55%
1,55%
1,55%
24
Begroting op schooljaar 2015/2016 en meerjarenraming tot en met schooljaar 2019/2020 (vergelijking vastgest. begroting onderst.plan 2014/2015 en actuele bijstelling begroting 2014/2015) Conform
Aangepast
O.b.v.
(Meerjaren)raming o.b.v. gemaakte aannames
o.b.
BATEN Rijksbijdragen OCW: - Lichte Ondersteuning (LO) - Zware ondersteuning (ZO) - Correctie vereveningsbijdrage - Schoolmaatschappelijk werk Overige overheidsbijdragen en -subsidies Grensverkeer/Overige baten - Overdracht van SBO ivm <2% - Restant enveloppegelden inrichting enveloppegelden Financiële baten Incidentele baten Totaal baten
LASTEN Centrale kosten SWV-organisatie Personeel Materieel
ondersteuningsplan 2014/2015 €
informatie 2014/2015 €
Begroting 2015-2016 €
Begroting 2016-2017 €
Begroting 2017-2018 €
Begroting 2018-2019 €
Begroting 2019-2020 €
3.350.646 2.749.748 0 36.122 0
3.360.691 2.931.081 0 35.299 0
3.311.971 7.199.072 1.808.939 35.299 0
3.234.360 7.030.423 1.718.492 35.299 0
3.156.000 6.860.276 1.447.151 35.299 0
3.077.640 6.690.129 1.085.363 35.299 0
2.999.280 6.519.676 542.682 35.299 0
380.000 0 0 0
462.528 0 0 0
502.398 90.000 0 0
506.692 0 0 0
493.810 0 0 0
480.928 0 0 0
472.340 0 0 0
6.516.516
6.789.599
12.947.678
12.525.267
11.992.537
11.369.360
10.569.277
(Meerjaren)raming o.b.v. gemaakte aannames Begroting Begroting Begroting Begroting 2016-2017 2017-2018 2018-2019 2019-2020 € € € €
2014/2015 €
Werkelijk 2014/2015 €
Begroting 2015-2016 €
825.000 361.122
825.000 360.299
850.000 360.299
850.000 360.299
850.000 360.299
850.000 360.299
850.000 360.299 25
Ondersteuningsniveau 0 en 1 Basisondersteuning reguliere basisscholen
2.465.836
2.466.865
2.429.260
2.371.760
2.314.260
2.256.760
2.199.260
Ondersteuningsniveau 2 en 3 Extra ondersteuning reguliere basisscholen werkgebieden Extra ondersteuning vanuit ambulante begeleiding
1.457.539 0
2.236.586 0
2.442.000 1.639.000
2.325.000 1.560.000
2.162.000 1.451.000
1.956.000 1.314.000
1.668.000 1.120.000
0 0 0
50.000 100.000 100.000
50.000 100.000 100.000
50.000 100.000 100.000
50.000 100.000 100.000
0 0 0
0 0 0
0
150.000
150.000
150.000
150.000
0
0
Ondersteuningsniveau 4 binnen SO-voorziening Ondersteuningsbekostiging i.v.m. verwijzing naar SO Groeiregeling SO Tijdelijke crisisopvang op het SO, 10 opvangplekken Doorontwikkelingsmiddelen SO i.v.m. uitrol beleid SWV
0 0 0 0
0 200.000 100.000 150.000
3.771.500 200.000 100.000 150.000
3.681.497 200.000 100.000 150.000
3.585.627 200.000 100.000 150.000
3.511.316 0 0 0
3.422.443 0 0 0
Nieuwe beleidspunten Kwaliteit Communicatie Monitoring en ontwikkeling arrangementen Digitalisering groeidocument
0 0 0 0
0 30.000 0 0
80.000 80.000 100.000 90.000
80.000 80.000 100.000 0
80.000 80.000 100.000 0
80.000 80.000 100.000 0
80.000 80.000 100.000 0
Nader te specificeren beleid (P.M.)
1.407.019
20.849
255.619
266.710
159.351
860.985
689.275
Totaal lasten
6.516.516
6.789.599
12.947.678
12.525.266
11.992.537
11.369.360
10.569.277
0
0
0
0
0
0
0
Ondersteuningsniveau 4 binnen SBO-voorziening Tussentijdse groeiregeling SBO Extra begeleiding op het SBO gebaseerd op oude LGF Tijdelijke crisisopvang op het SBO, 10 opvangplekken Doorontwikkelingsmiddelen SBO i.v.m. uitrol beleid SWV
Saldo baten en lasten (resultaat)
26
1.412.726
Ondersteuningsbekostiging i.v.m. verwijzing naar SBO
1.412.726
1.339.728
1.288.200
1.258.142
1.228.084
1.193
Ondersteuningsbekostiging SBO maakt geen onderdeel uit van de financiering van het samenwerkingsverband conform de Wet Passend onderwijs. De omvang van de ondersteuningbekostiging die rechtstreeks aan de SBO-scholen wordt toegekend, worden wel meegenomen in de grafische weergave betreffende de totale verdeling van de ondersteuningsmiddelen van het samenwerkingsverband. De grafische weergave is gebaseerd op onderstaand overzicht.
Centrale kosten SWV-organisatie Ondersteuningsniveau 0 en 1 Ondersteuningsniveau 2 en 3 Ondersteuningsniveau 4 binnen SBO-voorziening Ondersteuningsniveau 4 binnen SO-voorziening Nieuwe beleidspunten Nader te specificeren beleid (P.M.)
Centrale kosten SWV-organisatie Ondersteuningsniveau 0 en 1 Ondersteuningsniveau 2 en 3 Ondersteuningsniveau 4 binnen SBOvoorziening Ondersteuningsniveau 4 binnen SO-voorziening Nieuwe beleidspunten Nader te specificeren beleid (P.M.)
2014/2015 versie 1 1.186.122 2.465.836 1.457.539 1.412.726 0 0 1.407.019
2014/2015 1.185.299 2.466.865 2.236.586 1.762.726 450.000 30.000 20.849
2015-2016 1.210.299 2.429.260 4.081.000 1.689.728 4.221.500 350.000 255.619
2016-2017 1.210.299 2.371.760 3.885.000 1.638.200 4.131.497 260.000 266.710
2017-2018 1.210.299 2.314.260 3.613.000 1.608.142 4.035.627 260.000 159.351
2018-2019 1.210.299 2.256.760 3.270.000 1.228.084 3.511.316 260.000 860.985
20191.210 2.199 2.788 1.193 3.422 260 689
7.929.242
8.152.325
14.237.406
13.763.466
13.200.679
12.597.444
11.763
2014/2015 versie 1 2014/2015 2015/2016 2016/2017 2017/2018 2018/2019 2019/2020 15,0% 14,5% 8,5% 8,8% 9,2% 9,6% 10,3% 31,1% 30,3% 17,1% 17,2% 17,5% 17,9% 18,7% 18,4% 27,4% 28,7% 28,2% 27,4% 26,0% 23,7% 17,8% 0,0% 0,0% 17,7%
21,6% 5,5% 0,4% 0,3%
11,9% 29,7% 2,5% 1,8%
11,9% 30,0% 1,9% 1,9%
12,2% 30,6% 2,0% 1,2%
9,7% 27,9% 2,1% 6,8%
10,1% 29,1% 2,2% 5,9%
27
11. OGSM planning 2014-2015, 2015-2016 Objective SWV PO Noord-Kennemerland
De partners ervaren het SWV als verbindende, kritische partner in de realisatie van Passend Onderwijs en goed thuisnabij onderwijs voor alle kinderen in Noord-Kennemerland. Goals
Strategy
Measures Wat
Realisatie Passend Onderwijs Kwaliteitsaspect 1 6 Resultaten Het samenwerkingsverband voert de opgedragen taken uit en realiseert een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen, zodanig dat alle leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen.
Doelmatige inzet middelen en ondersteuning scholen t.a.v. hun zorgplicht gebeurt m.b.v. groeidocument (1 kind 1 plan) en MDO onder begeleiding van onderwijsexpert. Doelmatige inzet middelen op basis van vraagarticulatie en planvorming ter versterking werkvloer en eigenaarschap.
Groeidocument en gebruik groeidocument is geïmplementeerd en past bij de visie en uitgangspunten SWV. Het groeidocument is geëvalueerd door de gebruikers op het gebruik als ondersteunend hulpmiddel ter realisatie passend onderwijs, op overeenstemmingsgericht MDO en de hantering van de PDSA-cyclus. Het groeidocument wordt door de onderwijsexperts op een dusdanige wijze gebruikt dat het de eigenaarschap van leerling, ouder, leerkracht, intern begeleider en school versterkt. Daarin worden de OE’s geschoold.
Wie Staf en OE’s SWV
Wanneer Okt ‘14
Budget 2014-2015: verdeling oude LGF middelen naar scholen. €2,3 milj.
April ‘15
2015-2016 Budget per werkgebied totaal € 2,4 milj.
Okt’14- april ‘15
Het groeidocument is aangepast op basis van evaluatie door gebruikers. Deze wordt voorgelegd aan bestuur en OPR.
6
Inspectiekader Samenwerkingsverbanden 28
Het groeidocument wordt opgenomen in het communicatieplan en een digitale versie wordt ontwikkeld m.b.v. een klankgroep.
Mei ‘15
Mei-sept’15
Inrichten dekkend netwerk met behulp van de arrangementenmatrix
Vraag en aanbod worden met behulp van de arrangementen 3Dmatrix in beeld gebracht. De komende 2 jaar wordt het dekkend netwerk vormgegeven waarna onderhoud en evolutie kan plaatsvinden op basis van evaluatie en voortschrijdend inzicht.
SWV samen met scholen en ketenpartners
professionalisering OE, IB en digitalisering groeidocument van Rest subsidie inrichting SWV €90.000
2015
2015
Bij het vormgeven dekkend netwerk wordt gebruik gemaakt van de input van basisscholen, voorzieningen en ketenpartners. Ten behoeve van het dekkend netwerk basisondersteuning door de basisscholen is een ondersteuningsprofielformat ontwikkeld waarmee in beeld gebracht wordt wat het arrangement en mogelijkheden zijn en wat de ambitie van de basisscholen ten aanzien van de basisondersteuning is. Deze wordt gecombineerd met de kwaliteitszorg.
Dec ‘15
29
Bij geconstateerde witte vlekken wordt samen met een kennisgroep een passend arrangement ontwikkeld. De kennisgroep wordt samengesteld uit deskundigen vanuit het onderwijs en waar nodig de zorg. Een dergelijke kennisgroep heeft een flexibele samenstelling op basis van benodigde deskundigheid.
Doorlopend Voor ontwikkelen monitor en arrangementen €100.000 (uit nieuw beleid)
Het SWV zet een (virtueel) expertisecluster op met de voorzieningen samen t.b.v. een dekkend netwerk op ondersteuningsniveau 4.
2015
Verbindende kritische partner Kwaliteitsaspect 2 – Management en organisatie Het samenwerkingsverband weet zijn missie en doelstellingen in het kader van de Wet Passend onderwijs te realiseren door een slagvaardige aansturing en effectieve interne communicatie en een doelmatige, inzichtelijke organisatie.
Samen met de gemeente werkwijze opzetten t.a.v. de leerplicht
In samenwerking met de werkgroep Passend Onderwijs & Decentralisatie Jeugdzorg wordt dit georganiseerd. De Onderwijsexperts werken samen met de leerplichtambtenaren en Jeugdzorg. Kennismaking is gestart als groep om samen de samenwerking vorm te geven
SWV + ketenpartners
Juli 2015
Dec 2014 en Jan ‘15
30
Bestuursfilosofie t.b.v. netwerkorganisatie met scheiding toezicht en bestuur waarbij de schoolbesturen als partners het samenwerkingsverband kunnen ontwikkelen en policy governance een gewoonte is.
Samen met het bestuur van het SWV wordt een heidag onder leiding van een extern adviseur georganiseerd.
Bestuur en directeur SWV
Samen met het bestuur is de bestuursfilosofie beschreven en wordt het bestuur en management van het SWV ingericht conform deze filosofie, die wordt voorgelegd aan bestuur en OPR.
Zowel de interne als externe communicatie is transparant, inhoudsgedreven gericht op de doelen Ondersteuningsplan en wettelijk kader.
Contouren blended (fysiek + virtueel) communiceren, delen, leren en creëren -> aanzet communicatieplan. Het ouderloket krijgt hierin ook zijn plek.
Feb ‘15
€8.000 (uit begroting kantoor & organisatie)
Mei-juni 2015
Werkgroep communicatie o.l.v. directeur
Feb ‘15
€30.000 (uit nieuw beleid 2014-2015)
Juni ’15 Het samenwerkingsverband met zijn partners opereert als een dynamisch en flexibel professioneel lerend systeem waar samen delen, samen leren en samen creëren het motto is en dit gebeurt blended.
Het communicatieplan is ontwikkeld.
2015-2016 Het communicatieplan wordt uitgerold.
(€80.000 uit nieuw beleid inclusief website en virtuele werkomgeving + uit kantoor/organisatie/ administratie)
31
Het SWV is lean en mean ingericht vanuit een vaste schil en flexibele schil ter realisatie van de doelstelling.
Onderwijsexperts zijn gecoacht en geschoold ten behoeve van uitoefening van hun rol.
OE
Sept’14-juni ‘15
Ab-ers worden ingezet op basis van vraagarticulatie en plan door de onderwijsexperts.
+ Personele kosten OE’s
Onderwijsexperts voeren minimaal 2 keer per jaar een werkoverleg met de professionals van hun werkgebied.
Samenwerken met ketenpartners om vandaaruit een sterke ondersteuning te kunnen bieden voor de werkvloer.
Financiën is dienend aan het beleid.
Goed thuisnabij onderwijs voor alle kinderen in Noord-Kennemerland. Kwaliteitsaspect 3– Kwaliteitszorg
Het samenwerkingsverband heeft inzicht in de belangrijkste kwantitatieve en kwalitatieve sturingselementen.
OE’s en AB’s geven hun samenwerking vorm ter realisatie van de doelstellingen van het Ondersteuningsplan. Binnen het werkgebied werken de onderwijsprofessionals samen met de ketenpartners. De onderwijsexpert stimuleert en begeleidt deze samenwerking. De begroting is afgestemd op de doelen van het Ondersteuningsplan en het jaarplanen werkt faciliterend. Trimesterrapportages 2015-2016 in één maand na 1-10 – 1-02 – 1-06 bestuur SWV De kijkglazen worden gebruikt t.b.v. de trimesterrapportages.
€ 20.000 (professionalisering uit organisatiekosten)
+ kosten inleen ABers
OE en directeur
2015
Directeur en controller
Jan ‘15
Personele kosten OE en staf SWV
Eén maand na 110 / 1-02 / 1-06
Staf SWV
Jan ’15
Zowel de kwantitatieve als kwalita-
32
Het samenwerkingsverband heeft zorg voor kwaliteit door systematische zelfevaluatie, planmatige kwaliteitsverbetering, jaarlijkse verantwoording van gerealiseerde kwaliteit en borging van gerealiseerde verbeteringen.
tieve parameters groeidocumenten, TLV’s, inzet AB-ers/PAB-ers worden bijgehouden en verwerkt in de trimester rapportages. Contouren kwaliteitszorg en verantwoording aan elkaar is vormgegeven. Beleid kwaliteitszorg – inclusief kwaliteitsmonitor – is ontwikkeld en vastgelegd.
OE’s, staf SWV en ABers
Mei ‘15
Directeur en Bestuur SWV
Feb’15
Werkgroep kwaliteitszorg o.l.v. directeur
Dec ’15
€80.000 (uit budget nieuw beleid)
33
Passend onderwijs voor ieder kind in Noord-Kennemerland. We gaan ervoor!
34