Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Delflanden. Ondersteuningsplan incl. meerjarenbegroting

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Delflanden Ondersteuningsplan 2014-2018 incl. meerjarenbegroting

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Delflanden Ondersteuningsplan 2014-2018 incl. meerjarenbegroting

Inhoud

2

7 Programma 3 Lesplaatsen in het SBO en SO

24

7.1. 7.2

24 24 25 27 27 27 27 29 29

Analyse van de huidige situatie 7.1.1 SBO 7.1.2 SO Situatie vanaf 1 augustus 2014 7.2.1 Programma 3A Speciaal basisonderwijs 7.2.2 Programma 3B Speciaal onderwijs 7.2.3 Tussentijdse groei van SBO en SO 7.2.4 Programma 3C Toelaatbaarheid tot SBO en SO 7.2.5 Monitoring

8 Overige (tijdelijke) taken en activiteiten

30

8.1 8.2

30 30 30 30 30

Programma 4 Projecten Programma 5 Overgangsmaatregelen 8.2.1 Rugzakken (LGF) 8.2.2 Extra capaciteit i.v.m. herindicering SO leerlingen 8.2.3 Personeelsplan (Tripartiete overeenkomst)

9 Programma 6 Bestuur, organisatie en administratie

32 32 32 33 33 33 33 34 34 35 35 35

1 Voorwoord

4

9.1 9.2 9.3 9.4

2 Samenvatting en besluitvorming

6

10 Financien

36

10.1 10.2 10.3

36 36 37 37 37 37 37

2.1 Samenvatting 2.1.1 Monitoring 2.2 Besluitvorming

6 9 10

3 Missie en visie

11

4 Schets van het samenwerkingsverband

12

5 Basisondersteuning en de schoolondersteuningsprofielen

15

15 17 18 18

5.1 5.2 5.3 5.4

Programma 1A Facilitering basisscholen Programma 1B Lokale ondersteuningsadviseurs Schoolondersteuningsprofielen (Q3) Zorgplicht

6 Programma 2 Extra ondersteuning

20

6.1 6.2 6.3 6.4

20 21 22 22 22 23 23

Programma 2A Arrangementen op maat Programma 2B Scholen met Expertise-profielen Samenwerking met ouders 6.3.1 Communiceren en informeren 6.3.2 Als extra ondersteuning nodig is 6.3.3 Ondersteuningsplanraad Samenwerking met gemeentelijke instellingen

Ondersteuningsplan 2014-2018

Bestuur en organisatie Medezeggenschap 9.2.1 OPR 9.2.2 MR Samenwerking gemeemten 9.3.1 OOGO 9.3.2 Inhoudelijke taken gemeentelijke instellingen 9.3.3 Leerlingvervoer 9.3.4 Leerplicht 9.3.5 Huisvesting Communicatie

Financieel perspectief Financieel beleid 10.2.2 Financieel management Meerjarenbegroting 10.3.1 Inkomsten 10.3.2 Verplichte uitgaven 10.3.3 Programma’s

Bijlagen, bijgevoegd: • Informatie m.b.t. huidige situatie SBO en SO. • Leerlingpopulatie SBO-scholen naar postcode. • Specificatie Rugzakken naar school en naar type. • Voorbeeld arrangementen. ( wordt na pilot arrangementen definitief.) • Bedragen per school programma 1.A. Facilitering basisscholen. • Stroomschema. • Voor passend onderwijs relevante criteria uit het toezicht onderwijsinspectie. Bijlagen, te raadplegen via www.swv2802.nl

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Delflanden

3

1 Voorwoord

Het ondersteuningsplan is voortgekomen uit de opvattingen van diverse betrokkenen uit het samenwerkingsverband. Ouders (klankbordgroep), leerkrachten, Interne begeleiders, directeuren en schoolbestuurders hebben hun mening in diverse overlegsituaties kenbaar kunnen maken. Ook beleidsmedewerkers van gemeenten hebben meegedacht over m.n. de afstemming die moet gaan plaatsvinden tussen onderwijs en zorg. Dit ondersteuningsplan biedt de richting en kaders aan voor

Voor u ligt het ondersteuningsplan 2014 – 2018 van het

het uit te voeren beleid van het samenwerkingsverband

samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs

de komende twee jaren. Het ondersteuningsplan dient

Delflanden. Dit ondersteuningsplan is het eerste strategisch

daarbij ook als een document beoordeeld te worden van

beleidsdocument van het samenwerkingsverband.

een groeiproces. Het samenwerkingsverband is gereed

Het samenwerkingsverband heeft bewust gekozen voor een

om te starten per 1 augustus 2014, maar de ontwikkeling

uitwerking van de eerste twee jaren. Voor de ontwikkelingen

zal gaan doorlopen. Het veranderingsproces van indiceren

van Passend Onderwijs zijn geen blauwdrukken aanwezig.

naar arrangeren is een hele interessante, maar de wijze

De ontwikkelingen, die gaan voortvloeien uit Passend

waarop het samenwerkingsverband dit gaat uitwerken, zal

Onderwijs en de afstemming met jeugdhulporganisaties is

pas in de loop van 2014 – 2015 gaan blijken, nadat de pilot

nog niet uitgekristalliseerd. In 2016 zal waarschijnlijk wel een

“arrangementen” beëindigd is.

vierjarig beleidsplan geschreven gaan worden. Het ondersteuningsplan zal de komende maanden

4

Het ondersteuningsplan en de schoolondersteunings-

aan diverse overlegtafels besproken gaan worden. Het

profielen geven scholen input om te gebruiken bij het maken

bestuur van het samenwerkingsverband ziet uit naar een

van hun schoolplan 2015 – 2019.

constructieve samenwerking met alle betrokkenen.



5

2

toekennen wordt een interessante uitdaging. Het ontwikkelingsperspectief zal hierbij een belangrijke rol gaan spelen. In het programma speciale lesplaatsen vindt u hier meer over. Om dit alles goed uit te kunnen voeren zal verdere professionalisering belangrijk blijven. Schoolbesturen en samenwerkingsverband zullen hierbij een tot een goede samenwerkingsvorm komen. Zowel op bestuurlijk niveau als het niveau van medezeggenschap is afgesproken dat een heldere, volledige communicatie van belang is. Een van de uitgangspunten van het samenwerkingsverband is dan ook transparantie.

Samenvatting en besluitvorming

Het Ondersteuningsplan van ons samenwerkingsverband kenmerkt zich door een Programma-gerichte opbouw. Alles wat we ondernemen om onze doelstellingen te realiseren, hebben we gerubriceerd in Programma’s (activiteiten). Elke Programma-beschrijving kent in haar samenvatting een identiek stramien: Doel, activiteiten, beoogde resultaten, benodigde formatie, risicoanalyse, wijze van monitoren en het beschikbare budget (alsmede de verantwoordelijke budgethouder). Doelstelling

Beoogd resultaat

Activiteiten Benodigde formatie

2.1 Samenvatting Samen realiseren we in de regio Delflanden voor ieder kind passend onderwijs. Passend onderwijs geldt voor ieder kind. Het samenwerkingsverband gaat dit realiseren op de volgende wijze: – het belang van het kind centraal stellen in alle beslissingen; – scholen die een goede kwaliteit van onderwijs en ondersteuning leveren; – competente medewerkers die bijdragen aan die goede kwaliteit; – bestuurders en ondersteuners die inzetten op versterking van het primair proces en een zo optimaal mogelijke ondersteuning; – partnerschap met ouders: ieder vanuit de eigen rol bijdragen aan een optimale ontwikkeling van kinderen; – een cultuur van nabijheid, betrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid. Deze uitgangspunten zijn terug te vinden in drie hoofdprogramma’s. Het programma basisondersteuning houdt in dat er afspraken zijn voor alle basisscholen m.b.t. het geven van onderwijs. Voor ouders en leerlingen kan hiermee duidelijk worden wat er op een reguliere school aan begeleiding gegeven kan worden. Het programma extra ondersteuning geeft de mogelijkheid

6


om te komen tot arrangementen voor kinderen, die meer nodig hebben dan basisondersteuning. Met een arrangement kunnen zij wel onderwijs ontvangen op een reguliere school. Samenwerking met partners van speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en eventuele andere (gemeentelijke) partners is daarvan onderdeel. Het programma speciale lesplaatsen geeft de mogelijkheid aan om kinderen passend onderwijs te bieden in een specifieke setting. Basisondersteuning aangevuld met een arrangement biedt onvoldoende mogelijkheden om te komen tot een passende begeleiding. Voor deze specifieke setting zal meestal gebruik worden gemaakt van scholen voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Dit ondersteuningsplan is geen eindproduct, maar een groeidocument. Het bieden van passend onderwijs voor ieder kind zal een continue ontwikkeling vragen. Het werken van indiceren naar arrangeren vraagt een andere manier van denken en werken. Het werken met arrangementen is dan ook deels een nieuwe activiteit voor alle betrokkenen. Het samenwerkingsverband heeft besloten om met een pilot eerst te gaan oefenen, zodat vanaf 1 augustus 2015 er goed gewerkt kan gaan worden met deze activiteit. Tot die datum is besloten om de “rugzakjes” voor een jaar te verlengen. In het programma extra ondersteuning vindt u hier meer over. Maar ook het toekennen van een speciale lesplaats wordt een groeiproces. Voorkomen van buraucratie en adequaat

Wijze van monitoring

Risicoanalyse Budgethouder(s)

Beschikbaar budget

nieuwe stelsel passend onderwijs is flexibiliteit. Het samenwerkingsverband krijgt beschikking over de middelen en kan zelf bepalen waar en hoe leerlingen (extra) ondersteuning krijgen. Het samenwerkingsverband zet het merendeel van haar middelen in op de Programma’s 1, 2 en 3. De overige Programma’s zijn tijdelijk of randvoorwaardelijk van aard. Het ondersteuningsplan voldoet aan alle wettelijke eisen: – Het bieden van een samenhangend geheel van voorzieningen. – Procedure en criteria over verdeling en toewijzing van middelen. – Procedure en criteria voor plaatsing speciaal basisonderwijs. – Procedure en criteria voor plaatsing speciaal onderwijs. – Procedure en beleid voor terugplaatsing in regulier onderwijs. – Beoogde en bereikte kwalitatieve en kwantitatieve resultaten bij leerlingen, die extra ondersteuning behoeven en de daarmee samenhangende bekostiging. – Communicatie met ouders. Het budget van het SWV stijgt in de periode 2014-2020 van ruim € 4,6 miljoen naar ruim € 10 miljoen. Onderstaande drie grafieken vatten de uitgaven t.b.v. van de verschillende programma’s samen voor de jaren 2014-2015, 2015-2016, 2016-2017. Hoewel dit plan de periode 2014-2016 beslaat, is ook de jaarschijf 2016-2017 uit de meerjarenbegroting opgenomen, omdat dit het eerste jaar is waarin geen sprake meer is van overgangsmaatregelen e.d.

De volgende hoofd- en subprogramma’s1 worden onderscheiden: 1

Basisondersteuning

1a

Facilitering van de basisscholen

1b

Lokale ondersteuningsadviseurs

2

Extra ondersteuning

2a

Arrangementen

2b

Scholen met extra profielen

3

Lesplaatsen

3a

Lesplaatsen SO

3b

Lesplaatsen Speciaal basisonderwijs

3c

Werkzaamheden commissie toelaatbaarheid

4

Projecten

5

Overgangsmaatregelen

6

Bestuur, organisatie en administratie

1 In eerdere plannen was sprake van een Programma Helpdesk. In afwachting van nader onderzoek naar de aard en inhoud van dit programma is dit niet opgenomen. Onderzocht wordt

De Programma’s 1, 2 en 3 zijn communicerende vaten. Uitbreiding van de deelname aan het ene programma, kan leiden tot daling van de deelname in een ander programma. De communicerende vaten gezamenlijk moeten resulteren in het noodzakelijke dekkende aanbod. Kenmerk van het


of de inhoud verspreid kan worden over bijvoorbeeld: vragen te beantwoorden door het secretariaat van te SWV, FAQ op de website, beantwoording door de LOA’s, etc. Dit punt zal nader uitgewerkt worden o.b.v. een inventarisatie van de aan de helpdesk gestelde vragen.

7

2.1.1

2014-2015 (totale lasten € 4.659.030)

n

Programma 1A Basisondersteuning; facilitering basisscholen; 36%

n

Programma 1B Basisondersteuning; lokale ondersteuningsadviseurs; 3%

n

Programma 2A Extra ondersteuning; arrangementen; 17%

n

Programma 2B Extra ondersteuning; scholen met expertise-profielen; 3%

n

Programma 3A Lesplaatsen SO; 1% (alleen tussentijdse groei)

n

Programma 3B Lesplaatsen SBO; 0% (alleen deelname >2%)

n n

Programma 3C Werkzaamheden commissie toelaatbaarheid; 2% (alleen tussentijdse groei) Programma 4 Projecten; 6%

n

Programma 5 Overgangsmaatregelen 23%

n

Programma 6 Bestuur Organisatie en administratie; 9%

n


n


n


n

Programma 2B Extra ondersteuning; scholen met extra-profielen; 4%

n

Programma 3A Lesplaatsen SO; 36%

n


n

Programma 3C Werkzaamheden commissie toelaatbaarheid; 1%

n

Programma 4 Projecten; 4%

n


n


n

Verplichte besteding AB (LGF); 7%;

Monitoring van de uitvoering van de Programma’s is een belangrijke activiteit. Het samenwerkingsverband kan, mede op basis van deze monitoring, voldoen aan het Toezichtkader van de inspectie. De Inspectie geeft het toezicht op de samenwerkingsverbanden risico-gestuurd vorm, waarbij zes parameters worden gehanteerd: 1 parameters voor de kennisanalyse (nummer 1 t/m 4); 2 parameters voor de expertanalyse (nummers 42 t/m 6). Parameters: 1 Thuiszitters, niet deelnemers aan onderwijs (kennisanalyse) 2 Spreiding en doorstroom in het onderwijs (kennisanalyse) 3 (Eerder gegeven) inspectieoordelen op scholen en instellingen (kennisanalyse) 4 Signalen (kennis- en expertanalyse) 5 Het ondersteuningsplan, de jaarverslagen en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen (expertanalyse) 6 De deskundigheid op het gebied van zorg van de leraar (expertanalyse) Onderstaand wordt één en ander schematisch weergegeven.

1 thuiszitters

T1

2015-2016 (totale lasten € 8.536.627)

n


n


n


n

Programma 2B Extra ondersteuning; scholen met extra profielen; 4%

n

Programma 3A Lesplaatsen SO; 1% - 36%

n


n

Programma 3C Werkzaamheden commissie toelaatbaarheid; 1%

n

Programma 4 Projecten; 4%

n


n


naleving wet-en regelgeving

2 spreiding en doorstroom

3 arrangementen

4 signalen

primaire detectie, kennisanalyse toezichthistorie expertanalyse risicomodel omdersteuningsplan en jaarverslag, kwaliteit van de leraar, overige informatie, evt van derden bestuursgesprek

T2

2016-2017 (totale lasten € 8.528.955)

Monitoring

kwaliteitsonderzoek

2 Parameter nummer 4 heeft zowel een plaats in de kennisanalyse als in de expertanalyse.

8



9

2.2 Besluitvorming Deze versie van het plan is bestemd voor bespreking in de ondersteuningsplanraad. Het AB van het swv heeft op 14 november 2013 een voorgenomen besluit hierover genomen. Bouwstenen voor dit plan zijn besproken in de DB vergaderingen van 17 juni, 1 juli, 16 september en 28 oktober 2013. Opiniërend is een eerdere versie besproken in het AB van 11 september 2013.

Ruwe versies van dit plan worden sinds juni 2013 op diverse momenten en in diverse gremia met betrokkenen besproken. Het plan wordt op 14 november 2013 in concept vastgesteld door het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband, waarna het plan rijp is voor bespreking met het samenwerkingsverband VO in de regio en de gemeenten. Na 14 november 2013 wordt het concept-plan afgestemd met de Samenwerkingsverbanden VO in de regio (Delft en Rotterdam). Ook vindt afstemming met de landelijke Reformatorische samenwerkingsverband passend onderwijs PO plaats. Tevens vindt periodiek afstemmingsoverleg plaats tussen de directeuren van de vier PO verbanden in de regio Haaglanden. Op 13 januari 2014 heeft, na ambtelijk vooroverleg in de periode december 2012 – december 2013, over het plan Op Overeenstem-ming Gericht Overleg gevoerd en bereikt met de betrokken vier gemeenten. Begin december 2013 is het plan ter instemming voorgelegd aan de Ondersteuningsplanraad (zes schoolweken reactietermijn). De ondersteuningsplanraad heeft in haar vergadering van 20 januari 2014 instemming gegeven. Het algemeen bestuur heeft het plan op 3 maart 2014 definitief vastgesteld. Dit plan beschrijft met name de wiize waarop we als samenwerkingsverband passend onderwijs willen starten. Vanuit deze startsituatie zullen we, sterk monitorend, verder ontwikkelen en verbeteren. We zullen al werkende doorgronden hoe het nieuwe stelsel precies werkt en bovendien hoeft niet alles onmiddellijk veranderd te worden: er gaat al veel goed. Het geleidelijk opdoen van ervaringen met het nieuwe stelsel en hierop inspelen past ook bij het gegeven dat ook de bevoegdheden en met name de middelen gefaseerd onze kant op komen.

structuur van het samenwerkingsverband 2 Instemmen met de inhoud en de organisatie van de Basisondersteuning 3 Instemmen met het organiseren van Extra ondersteuning door middel van arrangementen en Expertiseprofielen op enkele scholen 4 Instemmen met het beoogde aanbod en de beoogde streefpercentages voor deelname aan SBO en SO 5 Instemmen met de overige geformuleerde Programma’s, inclusief de overgangsmaatregelen 6 Instemmen met de jaarschijven 2014-2015 en 2015-2016 van de meerjarenbegroting 7 Instemmen met de overlegstructuur en gespreksthema’s, die met de gemeenten gevoerd gaan worden.

3 Missie en visie

Na verkregen instemming is het plan aan de Onderwijsinspectie worden aangeboden en zal realisatie van de beoogde resultaten ter hand genomen worden.

Mission statement Samen realiseren we in de regio Delflanden voor ieder kind passend onderwijs. Missie en visie We denken in mogelijkheden en onderzoeken wat het kind nodig heeft om optimaal te profiteren van het onderwijs. We doen dit samen met de ouders (en de leerling) en werken samen met onze (gemeentelijke) partners.

Instemmen met dit Ondersteuningsplan houdt in: 1 Instemmen met de bestuurlijke en organisatorische

Om dit waar te maken willen we: – het belang van het kind centraal stellen in alle beslissingen; – scholen die een goede kwaliteit van onderwijs en ondersteuning leveren; – competente medewerkers die bijdragen aan die goede kwaliteit; – bestuurders en ondersteuners die inzetten op versterking van het primair proces en een zo optimaal mogelijke ondersteuning; – partnerschap met ouders: ieder vanuit de eigen rol bijdragen aan een optimale ontwikkeling van kinderen; – een cultuur van nabijheid, betrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid.

10


Dit ondersteuningsplan biedt ook input voor de Schoolplannen (2015-2019).


We stellen het belang van het kind boven het belang van schoolbesturen, scholen en medewerkers. We doen onze naam eer aan. Wij zijn een samenwerkingsverband. Krachtig samenwerken is de beste garantie voor zo passend mogelijk onderwijs voor elk kind. We maken écht werk van samenwerking door elkaar te stimuleren, te helpen, aan te spreken, van elkaar te leren en verantwoording aan elkaar af te leggen Binnen dit samenwerkingsverband en de deelnemende scholen heerst de overtuiging dat goede leerlingondersteuning en passend onderwijs het meeste gediend is met een optimistische en pedagogische manier van denken over kinderen. Niet een cultuur van ´verzorgen´, maar juist een cultuur van ´ontwikkelen en leren´ en een rotsvast vertrouwen in de mogelijkheden en kansen van kinderen helpen het kind (met speciale onderwijsbehoeften) het meeste vooruit. Niet het ´repareren´ van gebreken (deficit denken), maar het zoeken naar mogelijkheden en flexibele antwoorden binnen de organisatie op de uitdagingen die een kind ons stelt,.

11

4

Aangeslotenen Alle schoolbesturen met in dit gebied één of meer een vestigingen voor regulier basisonderwijs (78), speciaal basisonderwijs (3) en speciaal onderwijs (4) zijn lid van het samenwerkingsverband, met uitzondering van de Prins Mauritsschool te Delft, deze school maakt deel uit van het landelijk reformatorisch samenwerkingsverband passend onderwijs. Daarnaast drie besturen via opting.

Schets van het samenwerkingsverband

Naam bestuur

Scholen bao

Scholen sbo

Scholen so

Totaal aantal lln1.

1

-

-

206

De Haagse Scholen

-

-

1

17

Delftsche Schoolvereeniging

1

-

-

427

Verplicht aangesloten schoolbesturen Delftse Ver. Montess.- Onderw.

Herman Broerenstichting

Ons samenwerkingsverband is één van de 76 regionale samenwerkingsverbanden passend onderwijs PO en omvat

de gemeenten Delft, Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland en Midden-Delfland (m.u.v. postcode 3155).

-

-

1

67

Laurentius Stichting

18

1

-

6.008

Octant, Sticht. chr. basisonderw.

6

-

-

1.695

R'damse Ver. v. Kath. Onderw.

2

-

-

425

Sticht. Schoolbest. St. Jozef

1

-

-

261

Stg. Librijn Openb. onderwijs

6

1

-

1.872

Stg. Openb. Onderwijs Westland

1

-

-

264

Spectrum Stg. Pr. Chr. Onderw.

9

-

-

2.237

Scholengroep Holland

8

-

-

2.375

Stichting Natuurlijk Leren

1

-

-

108

Stichting Lucas Onderwijs

1

1

1

860

Stichting RESPONZ

-

-

1

103

Stichting Casa School

1

-

-

75

Sticht. de Vrije School Widar

1

-

-

210

Stg. Kathol. Onderw. Pijnacker

5

-

-

1.477

S.C.O.H.

1

0

SCO Delft e.o.

7

Ver. voor P-C B.O. Schipluiden

1

-

-

134

VGPO-WN

1

-

-

208

78

3

4

20.903

Totaal

-

-

1.874

Vrijwillig aangesloten schoolbesturen Prof. Dr. Leo Kanner Stichting, Leiden

-

Horizon Jeugdzorg, Rotterdam

-

BOOR, Rotterdam

-

1 Alle genoemde aantallen in dit plan betreffen de teldatum 1 oktober 2012, tenzij anders vermeld. Gegevens van de teldatum 2013 waren bij vaststelling van het plan slechts ten dele beschikbaar. Daarom is om redenen van consistentie er voor gekozen overal in het plan te werken met de cijfers van teldatum 1 oktober 2012.

12



13

5

Kengetallen leerlingen o.b.v. 1-10-2013 peilmoment december 2013

Nummer SWV PO2802 Naam SWV Stichting Passend Primair Onderwijs Delft e.o.

Basisondersteuning en de schoolondersteuningsprofielen

1. leerlingen bao

sbao

totaal (s)bao

20.207

334

20.541

so cat 1

so cat 2

so cat 3

so totaal

jonger dan 8 jaar

60

14

14

88

8 jaar en ouder

155

10

28

193 281

CLUSTER 4

LG

MG

LZ

ZMLK

so totaal

134

24

42

12

69

281

bao

sbao

totaal

20.424

340

20.764

CLUSTER 4

LG

MG

LZ

ZMLK

totaal rugzakken

in bao

41

28

1

15

13

98

in sbao

4

3

1

2

8

18

waarvan in bovenbouw

7

116

naar onderwijsoort

woonachtig in gebied swv

5.1 Programma 1A Facilitering basisscholen

2. rugzakken

3. deelname % sbao

so cat 1

so cat 2

so cat 3

so totaal

rugzakken

PO2802

1,63%

1,05%

0,12%

0,20%

1,37%

0,56%

Landelijk

2,52%

1,34%

0,09%

0,20%

1,63%

0,95%

4. cluster 1 en 2 leerlingen woonachtig in SWV en schoolgaand in het so

schoolgaand in het (s)bao in het SWV

14

cluster 1

cluster 2

cluster 1

cluster 2

9

38

0

64


Basisondersteuning is een omschrijving van wat alle basisscholen gaan bieden, zodat voor ouders, leerlingen en andere betrokkenen helder is wat er voor begeleidingsmogelijkheden op een reguliere school bestaan. Afspraken, die hiervoor gemaakt zijn, gelden voor alle deelnemende scholen. De lat voor basisondersteuning wordt hoog gelegd. Hiervoor zijn de volgende afspraken gemaakt: – Het samenwerkingsverband gebruikt de indicatoren, die de onderwijsinspectie hanteert m.b.t. ( zie bijlage.) Voor alle indicatoren wordt gescoord op het niveau van voldoende of goed. De scholen dienen deze indicatoren te gebruiken bij het formuleren van de onderwijsbehoeften van de leerlingen. M.n. bij het toekennen van arrangementen en/of speciale lesplaatsen is dan van belang om te formuleren wat de leerling dan meer nodig heeft. – Om te komen tot goed passend onderwijs wordt gebruik gemaakt van de uitgangspunten van handelingsgerichtwerken. • 1 Onderwijsbehoeften van de leerlingen centraal stellen. Denk aan de instructie, de leertijd en uitdaging.


•

• •

•

•

•

2 Afstemming en wisselwerking tussen kind en zijn omgeving: de groep, de leerkracht, de school en de ouders. De omgeving moet goed afgestemd zijn op wat het kind nodig heeft. 3 De leerkracht doet ertoe. Hij kan afstemmen op de verschillen tussen de leerlingen en zo het onderwijs passend maken. 4 Positieve aspecten zijn van groot belang. Dit gaat niet alleen om de positieve aspecten van het kind, maar ook van de leerkracht, de groep, de school en de ouders. Als een leerkracht een negatief beeld heeft van de leerling, dan zie hij vaak alleen nog maar het negatieve gedrag. Het is belangrijk dat de leerkracht dan zoekt naar positief gedrag, dan zijn er meer mogelijkheden om het probleem op te lossen. 5 Constructieve samenwerking tussen school en ouders. De verantwoordelijkheid voor initiatief ligt bij de school. Maar de school geeft wel de verwachtingen over de verantwoordelijkheid van ouders duidelijk aan. 6 Doelgericht werken. Het team formuleert doelen met betrekking tot leren, werkhouding en sociaal emotioneel functioneren. Het gaat hierbij zowel om korte als lange termijndoelen. De doelen worden geëvalueerd volgens de HGW-cyclus (zie hieronder). Ze worden SMARTI geformuleerd. 7 De werkwijze van school is systematisch en transpa-

15

rant. Er zijn duidelijke afspraken over wie wat doet en wanneer. – De school heeft een passend ingericht schoolondersteuningsteam. Dit team bestaat uit de directeur of adjunctdirecteur, die belast is met onderwijskundige zaken, betrokken ondersteuningsfunctionarissen als interne begeleider en/of gedragspecialist. Dit team kan waar nodig aangevuld worden met andere betrokkenen en m.b.t. casuïstiek zal altijd de groepsleerkracht worden betrokken.

Een belangrijk aandachtspunt bij de basisondersteuning zal het vergelijk zijn tussen basisondersteuning op schoolniveau en de uitvoering van de basisondersteuning door de leerkracht. De school kan aan de afspraken voor basisondersteuning voldoen, maar men dient er zeker van te zijn dat dit ook op individueel niveau plaatsvindt.

Samenvatting Programma 1A Doelstelling Alle scholen dienen het overeengekomen niveau van basisondersteuning te realiseren. Basisondersteuning is gedefinieerd met behulp van indicatoren van de onderwijsinspectie (alle geselecteerde indicatoren dienen groen te zijn; minimaal 3e bolletje), in combinatie met de zes elementen van Handelingsgericht Werken.

Beoogd resultaat Alle scholen realiseren uiterlijk 1-8-2014 het overeengekomen niveau van basisondersteuning. Bij scholen, die hier nog niet aan voldoen is een plan van aanpak beschikbaar voor 2014- 2015 en in het schoolplan 2015 – 2019 zal expliciet aandacht besteed worden aan de verbeterpunten. Uiterlijk 1-8-2018 hebben alle scholen dit doel bereikt.

Activiteiten Het SWV faciliteert via de schoolbesturen de basisscholen met een bedrag per leerling, om de leerkrachten in staat te stellen het overeengekomen niveau van basisondersteuning te realiseren. Scholen werken aan implementatie van gemaakte afspraken m.b.t. Basisondersteuning, een adequate ondersteuningsstructuur binnen de school is hier onderdeel van. Benodigde formatie In de basisscholen.

Wijze van monitoring Rapportage door schoolbestuur aan bestuur SWV, visitatie. Binnen het bestuur nader te bespreken i.c.m. risicoanalyse. Hoe volgen we de risico’s? zie verder paragraaf monitoring

Risicoanalyse Scholen realiseren het overeengekomen niveau van basisondersteuning niet. Door bezuinigingen en extra taken komt IB-formatie in de scholen onder druk te staan. Budgethouders Schoolbesturen Elke school krijgt via het schoolbestuur een geoormerkt bedrag per leerling. Dit bedrag is voor alle scholen gelijk.

Beschikbaar budget Het bedrag per leerling € 75 à € 80 (voorlopige indicatie)*. € 1.656.000. Het juiste bedrag zal worden opgenomen in de begroting 2014 -2015 i.v.m. verwijzingspercentages. (De scholen krijgen in de huidige situatie in dezelfde orde van grootte middelen van hun WSNS verband: bedrag per leerling, soms in combinatie met een vaste voet.) *Het eerste jaar wordt dit bedrag opgebouwd uit € 55 a €60 uit het swv PPO Delflanden en € 20 euro vanuit de schoolbesturen.

5.2. Programma 1B Lokale ondersteuningsadviseurs Het SWV faciliteert de scholen met lokale ondersteuningsadviseurs (LOA’s). Zij ondersteunen de scholen in het realiseren van de basisondersteuning, zij stimuleren verbinding tussen scholen (onderling) en het SWV en faciliteren de school bij het schakelen naar intensievere vormen van ondersteuning. LOA’s zijn generalisten. Zij hebben m.n. een procesmatige rol, waarin de volgende taken onderscheiden kunnen worden: – periodiek en op afroep deelnemen aan de schoolondersteuningsteams, – optreden als trajectbegeleider richting ouders en leerkrachten, – schakelen naar intensievere vormen van ondersteuning (LOA’s hebben overview), – optreden als critical friend van de school.

De lokale ondersteuningsadviseurs worden altijd betrokken bij de volgende scharnierpunten: – Niveau van basisondersteuning naar arrangement. – Afweging tussen basisondersteuning ( wel of niet met arrangement) en speciale lesplaats. LOA’s zijn communicatief sterk. Kunnen met gezag en onafhankelijk opereren. Kunnen creatief en beleidsmatig denken, hebben theoretische kennis van de arrangementen. met (competentieprofiel wordt opgesteld). Gedacht wordt aan een flexibele invulling. Onderzocht wordt of de rol als LOA gecombineerd kan worden met een andere functie (Per 1/8/2013 start een pilot. Per 1/8/2014 kennen de LOA’s de nieuwe arrangementen toe en monitoren zijn de inzet van het via de overgangsmaatregel van het SWV nog aan de scholen toegekende voormalig rugzakgeld. Per 1 augustus 2015 wordt dan het nieuwe arrangementenbeleid geïmplementeerd). De ondersteuningsplanraad geeft aan dat de werktijdfactor van de lokale ondersteuningsadviseurs goed in de gaten gehouden moet worden. Kijkend naar de taakstelling en de beperkte omvang is hierbij een aandachtspunt.

Samenvatting Programma 1B Doelstelling a. Verbinding maken tussen de scholen (onderling) en het SWV. b. Arrangementen toekennen.

Beoogd resultaat Scholen maken maximaal gebruik van de kennis en diensten van de lokale ondersteuningsadviseurs, zodat zij maximaal participeren in het SWV. Arrangementen worden doeltreffend en effectief toegekend.

Activiteiten Het SWV faciliteert de scholen met lokale ondersteuningsadviseurs (LOA’s). Zij ondersteunen de scholen in het realiseren van de basisondersteuning, zij stimuleren verbinding tussen scholen (onderling) en het SWV en faciliteren de school bij het schakelen naar intensievere vormen van ondersteuning. LOA’s zijn generalisten. Zij hebben m.n. een procesmatige rol. Benodigde formatie De benodigde formatie is voorlopig geraamd op 1,8 fte, schaal 11 OOP. Verdeling over 2 óf 3 functionarissen is een punt van latere uitwerking (te kleine, opgesplitste baken voorkomen. Ook verdisconteren: piekbelasting na schooltijd: vergaderingen en gesprekken lln./ouder/leraar). De LOA’s zijn in dienst van het SWV. Ze worden aangestuurd door de directeur

Wijze van monitoring LOA’s registreren hun inzet Periodieke tevredenheidsenquête onder scholen Bewaken van arrangementenbudget. Ook bij meerjarige bestedingen.

Risicoanalyse benoemde LOA’s voldoen (nog) niet aan competentieprofiel – scholen betrekken LOA’s onvoldoende bij de school. – Omvang takenpakket LOA Budgethouders Directeur SWV

16



Beschikbaar budget € 135.000 (voorlopige raming)

17

5.3 Schoolondersteuningsprofielen (Q3) 5.3.2 Doelen SOP Het schoolondersteuningsprofiel is opgenomen in wetgeving m.b.t. passend onderwijs. Het geeft besturen een instrument om de zorgplicht uit te kunnen voeren. Het samenwerkingsverband kan hiermee een “dekkende”on derwijsondersteuningsstructuur maken. Scholen en leerkrachten krijgen de mogelijkheid om hier van elkaar te kunnen leren en expertise te delen. Ouders geeft het een handreiking om een passend onderwijsplek voor hun kind te vinden.

5.3.2

Proces

Het komen tot een goed schoolondersteuningsprofielinstrument is een lastige geweest. Een aantal uitgangspunten heeft het samenwerkingsverband hierbij gehanteerd: – De gegevens van scholen moeten onderling vergelijkbaar en stapelbaar zijn. – De gegevens dienen relevant te zijn voor een nieuwe handelingsgerichte systematiek. – Voorkeur heeft een instrument dat ook in aanpalende regio’s wordt gehanteerd. M.n. voor grensverkeer van belang. – Het instrument kan van waarde zijn bij het risicotoezicht van de onderwijsinspectie. November 2012 heeft het samenwerkingsverband besloten om gebruik te gaan maken van het Q3- schoolondersteuningsprofiel.Eind november 2012 is de klankbordgroep van ouders en leerkrachten hierover geïnformeerd en is deze informatie op de website van het samenwerkingsverband geplaatst. Begin januari 2013 zijn hiervoor instructiebijeenkomsten gehouden voor directeuren en interne begeleiders van scholen. Tot eind februari 2013 zijn scholen in de gelegenheid geweest om dit profiel d.m.v. een vragenlijst in te vullen. Geadviseerd werd om leerkrachtenteams en medezeggenschapsraden in een vroegtijdiog stadium te betrekken bij de inhoud van dit profiel. Na bespreking van de concept-profielen in het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband zijn deze toegestuurd naar de scholen. De besturen hebben in de maanden hierna overleg gevoerd met hun scholen over deze profielen. Tijdens de voorjaarsconferentie van 30 mei 2013 zijn deze profielen besproken. Aangegeven is toen waar scholen

18


behoefte hebben om hun profiel aan te passen, zij deze gelegenheid zouden gaan krijgen. Begin september 2013 zijn de profielen waar nodig aangepast. Na een voorgenomen besluit van de besturen worden deze in het najaar van 2013 voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen van de scholen ter advies. ( adviesrecht mr) De schoolondersteuningsprofielen zullen door het bestuur van het samenwerkingsverband defintief worden vastgesteld na de adviesronde van de medezeggenschapsraden en de instemming van de ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband voor het ondersteuningsplan dat voor u ligt.

5.3.3

Opbrengsten

Alle scholen hebben medio 2013 het SOP ingevoerd in Q3. De uitkomsten van deze inventarisatie zijn in samenvatting opgenomen in bijlage 2. Op basis van deze inventarisatie kunnen conclusies getrokken worden met betrekking tot: – het huidige niveau van Basisondersteuning (x.x.x.) – de mate waarin er sprake is van een dekkend aanbod (x.x.x.) – de mate waarin sprake is van expertise profielen (x.x.x.)

5.4 Zorgplicht

Ouders en school trekken gezamenlijk op om te komen tot een passende onderwijsplek. Indien er bijzondere omstandigheden zijn waardoor basisondersteuning niet goed uitgevoerd kan worden, nemen school en ouders gezamenlijk contact op met een andere basisschool. Indien gedacht wordt dat basisondersteuning niet voldoende is voor deze leerling, wordt de lokale ondersteuningsadviseur betrokken bij dit proces en een eventuele trajectbegeleiding. Ouders kunnen ook rechtstreeks aanmelden bij een speciale lesplaats. De directeur van deze school zal nagaan of basisondersteuning niet voldoende is.. Is basisondersteuning niet een passend onderwijsplek wel of niet met een arrangement en is daarom een speciale lesplaats van toepassing, dan neemt de directeur van de so-school contact op met de LOA. Indien de directeur van de speciale lesplaats tot de conclusie komt dat basisondersteuning wel een passende onderwijsplek voor dit kind, zal deze samen met de ouders overleg voeren en contact leggen met de gewenste reguliere basisschool. Indien een speciale lesplaats wel van toepassing is wordt de lokale ondersteuningsadviseur betrokken bij dit proces. Dit geldt ook voor een arrangement. Hiermee geldt voor de directeur van de school voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs dezelfde werkwijze als voor de directeuren van reguliere scholen. In het stroomschema in bijlage 6 wordt dit verder uitgewerkt. Het schoolbestuur van de school waar ouders zich hebben gemeld blijft tot plaatsing van de leerling op de juiste onderwijslocatie de zorgplicht houden.

In de wetgeving m.b.t. passend onderwijs hebben de schoolbesturen zorgplicht gekregen. Dit houdt in: De invoering van passend onderwijs betekent dat wanneer ouders hun kind dat extra ondersteuning behoeft op een bepaalde school aanmelden, deze school de taak heeft dit kind een zo goed mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Als de school zelf geen passend onderwijs kan bieden, heeft de school de verantwoordelijkheid om een zo goed mogelijke plek op een andere school aan te bieden. Ouders hoeven op deze manier niet zelf alle scholen af om een plek voor hun kind te vinden. In de praktijk wordt dit als volgt uitgevoerd: Ouders melden zich aan bij de school van hun voorkeur. De directeur van de school stelt na de intakeprocedure vast of basisondersteuning voor dit kind passend is en daarmee toelaatbaar voor de school op vierjarige leeftijd. In de meeste situaties zal het geval zijn. Indien er twijfels zijn of basisondersteuning een passende onderwijsbegeleiding is zal er met ouders overleg worden gepleegd.


19

6.1 Programma 2A Arrangementen op maat

6 Programma 2 Extra ondersteuning

Extra ondersteuning richt zich op de leerlingen voor wie Basisondersteuning onvoldoende soelaas biedt, maar die niet zijn aangewezen op een lesplaats in het SBO of het SO. Voor leerlingen die Extra ondersteuning ontvangen wordt door de school in overleg met de ouders een Ontwikkelings-perspectief opgesteld, dit is een wettelijke verplichting.

Dit programma behelst het arrangeren, uitvoeren, monitoren en evalueren van arrangementen in het kader van de Extra ondersteuning. Het kan zowel om onderwijsarrangementen gaan, als om zorgarrangementen (vanuit gemeentelijke instellingen). De arrangementen richten zich onder meer op de groep leerlingen die thans een rugzak heeft. De onderwijsarrangementen worden toegekend door de LOA’s, op voorstel van de school/ouders (groeidocument) geformuleerd in een formeel verzoek van de hand van de directeur van de school. Allerlei typen arrangementen kunnen voorkomen: – beschikbaar stellen van expertise (bijvoorbeeld ambulante begeleiding) – beschikbaar stellen van extra handen – beschikbaar stellen van materialen en hulpmiddelen (o.a. huidige AWBZ arrangementen in SO) – beschikbaar in geld, zodat het schoolbestuur zelf de inzet kan organiseren In bijlage 4 is een indicatieve lijst opgenomen van mogelijk toe te kennen arrangementen. Per casus (arrangement) wordt bepaald wie de regie voert. Inhoudelijke aansturing van de mensen die belast zijn met het uitvoeren van arrangementen vindt plaats door de lokale ondersteuningsadviseur.

Samenvatting Programma 2A Doelstelling Kortdurende en flexibele arrangementen in het kader van de Extra ondersteuning toekennen voor leerlingen in het bao, sbo en incidenteel ook so. Deze arrangementen realiseren, monitoren en evalueren.

Beoogd resultaat Kwalitatief goede uitvoering van kortdurende en flexibele arrangementen, zodat de leerling zonder arrangement de gestelde leerdoelen in groep 8 kan bereiken of met een arrangement de gestelde leerdoelen kan bereiken in groep 8.

Activiteiten Benodigde formatie Voor de functie “uitvoerder arrangementen” (bijv. ambulant begeleider), worden één of meer competentieprofielen opgesteld. De medewerkers die arrangementen leveren worden opgedeeld in een – vaste kern (in dienst > ), – flexibele schil (inhuur ) (En waar dan in dienst?> SO/SBO, bij SWV, combi? In aanvang weinig, later evt. meer? Deze uitwerking volgt in een nader op te stellen personeelsplan.

Wijze van monitoring Uitvoering arrangementen (o.b.v. gestelde doelen) volgen en evalueren (ook tussentijds). a. kwantitatief: aard en omvang van de arrangementen b. k walitatief: kwaliteit van de uitvoering, realisatie beoogd resultaat (ook in termen van leerwinst)

Risicoanalyse – het beschikbare budget is vroegtijdig uitgeput – LOA’s hanteren geen uniforme criteria bij toekenning Budgethouders De gezamenlijke lokale ondersteuningsadviseurs.

Beschikbaar budget In aanvang € 2 miljoen (eerste jaar deels in natura/AB), oplopend naar ruim € 4 miljoen. Mogelijk in later stadium een deel van dit budget verplaatsen naar 1A/1B.

Ongeveer 100 per jaar? Kunnen LOA’s dat aan? (Per 1/8/2013 start een pilot. Per 1/8/2014 kennen de LOA’s de nieuwe arrangementen toe en monitoren zij de inzet van het via de overgangsmaatregel van het SWV nog aan de scholen toegekende voormalig rugzakgeld).

Extra ondersteuning krijgt op twee manieren vorm: – door middel van arrangementen (Programma 2A) – in scholen met Extra Profielen (Programma 2B)

6.2 Programma 2B Scholen met Expertiseprofielen Elke school heeft een Schoolondersteuningsprofiel (ScOP) opgesteld. Dit profiel bestaat uit het (voor iedereen gelijke) deel Basisondersteuning en een eventueel een extra deel, op grond van specifieke expertise en/of voorzieningen die

Alvorens we de Programma 2A en 2B bespreken gaan we in op de onderlinge relatie tussen Basisondersteuning, Extra Ondersteuning en Schoolondersteuningsprofielen.

de school in huis heeft. Van een expertise-deel kan alleen maar sprake zijn als de Basisondersteuning op orde is. Schematisch kan dit als volgt worden voorgesteld.

schoolondersteuningsprofiel schoolspecifieke expertise

externe hulp

basisondersteuning

extra ondersteuning (ontwikkelingsperspectief)

Het Schoolondersteuningsprofiel (zie ook 5.2.) bestaat uit de overeengekomen Basisondersteuning, inclusief de externe hulp vanuit onder meer het SWV waarover de school kan beschikken. Daarnaast kán er sprake zijn van schoolspecifieke expertise.

20


*Het samenwerkingsverband heeft in haar missie geformuleerd dat er passend onderwijs voor ieder kind dient te zijn. Kijkend naar kinderen, die meer uitdaging nodig hebben dan basisondersteuning zal het samenwerkingsverband overleg houden met de scholen/ schoolbesturen om een passend beleid te ontwikkelen dat aansluit bij het beleid van de scholen. Schoolbesturen in deze.

extra hoofdstuk 5 en 6,7 van de Q3 rapportage extra

extra extra

extra extra

basisondersteuning

basisondersteuning

basisondersteuning

basisondersteuning

basisondersteuning

basisondersteuning

basisondersteuning

school 1

school 2

school 3

school 4

school 5

school 6

etcetera

hoofdstuk 3 Q3 rapportage


21

Samenvatting Programma 2B Doelstelling Alle scholen (bao, sbo en so) hebben een actueel en reëel ScOP opgesteld.

Beoogd resultaat Collega-scholen, ouders en anderen kunnen zich op basis van het ScOP een goed beeld vormen van de ondersteunings(on)mogelijkheden van de school.

Activiteiten ScOP’s periodiek opstellen, vaststellen, realiseren, evalueren, etc. Benodigde formatie Voor het opstellen van de expertise profielen is geen specifieke formatie nodig. Voor het realiseren ervan wel. Deze formatie bevindt zich binnen de scholen en kan in bepaalde gevallen door het SWV bekostigd worden.

Wijze van monitoring schriftelijke beoordeling, visitatie, audit ? Dit dient nader bepaald te worden. Vindt plaats nadat besloten is om scholen met een extra profiel te laten werken.

Risicoanalyse – d oor verlies van expertise binnen de school, kan de schoolspecifieke expertise onder druk komen te staan, waardoor de school het betreffende profiel niet langer kan realiseren en er een lacune in het dekkend aanbod ontstaat. Budgethouders Directeur SWV

Beschikbaar budget Voorlopige indicatie: € 150.000 (2014-2015) € 300.000 (vanaf augustus 2015)

In het schooljaar 2013-2014 zal geïnventariseerd worden welke expertise-profielen op scholen binnen ons SWV aanwezig zijn, alsmede welke ambities schoolbesturen hebben op dit punt. In 2014-2015 zullen enkele pilots uitgevoerd worden. Hier zorgvuldig in evenwicht brengen van vraag en aanbod is hierbij een belangrijk aandachtspunt.

Een van de kernpunten van het beleid van het samenwerkingsverband is dat ouders aan het begin van trajecten betrokken worden bij de diverse stappen, die nodig zijn om te komen tot passend onderwijs voor hun kind. In zijn algemeenheid worden ouders geïnformeerd via de school waar hun kind verblijft en/of via de website van het samenwerkingsverband. Alle relevante informatie zal hier regelmatig worden geactualiseerd. Het samenwerkingsverband zal rondom diverse thema’s informatiebijeenkomsten organiseren als ontwikkelingen daarom vragen. Vooruitlopend op de daadwerkelijke start van het samenwerkingsverband op 1 augustus 2014 zal het er een bijeenkomst worden georganiseerd voor ouders, die momenteel

22


partners op verschillende manieren georganiseerd zijn. Het samenwerkingsverband heeft een heldere structuur, waardoor duidelijk is wie er deel gaat uitmaken van overleg met deze ketenpartners. ( zie stroomschema bijlage 6) Wanneer voor een leerling basisondersteuning passend onderwijs is, maar er is op ander gebied ondersteuning nodig, dan neemt een vertegenwoordiger van de school deel aan dit overleg. Overleg kan hier bvb. plaatsvinden met Bureau Jeugdzorg, GGZ, maatschappelijk werk en/of CJG. Indien een leerling een onderwijsarrangement ( extra ondersteuning) krijgt en er is ook op andere terreinen ondersteuning nodig, dan heeft de school overleg met de lokale ondersteuningsadviseur. In overleg wordt bepaald wie er vanuit onderwijs gaat deelnemen aan overleg. Indien een leerling een speciale lesplaats bezoekt voor passend onderwijs zal een vertegenwoordiger van deze school deelnemen aan overleg. School ( sbo of SO) heeft hierbij vooroverleg met de lokale ondersteuningsadviseur. Indien mogelijk vindt overleg plaats binnen de school. In casussen waarbij een andere locatie meer geschikt is voor overleg, wordt uiteraard afgeweken van deze regel. De ervaring is dat een locatie op een neutrale plek tot meer effect kan leiden. Ouders, school en/of andere experts hebben dan een meer gelijkwaardige positie. Het samenwerkingsverband kan dan gastheer/vrouw zijn.

6.3.3. Ondersteuningsplanraad

In 9.3. komt de samenwerking met de gemeentelijk overheid aan de orde.

In hoofdstuk 9.2. wordt hier uitgebreider op ingegaan. Het samenwerkingsverband heeft bij het begin van het open inrichten van deze nieuwe organisatie gebruik gemaakt van een klankbordgroep. In deze klankbordgroep zijn ouders en personeel van de scholen vertegenwoordigd. Zij zijn actief betrokken geweest bij de in- en oprichting van de ondersteuningsplanraad. De procedure voor deze ondersteuningsplanraad wordt in het najaar van 2013 opgestart, zodat er een ondersteuningsplanraad is benoemd voor de medezeggenschap van het samenwerkingsverband.

6.3 Samenwerking met ouders 6.3.1. Communiceren en informeren

kind. Op het moment dat de school van de betrokken leerling aangeeft dat deze leerling meer dan basisondersteuning nodig heeft, wordt contact opgenomen met de ouders en de lokale ondersteuningsadviseur van het samenwerkingsverband. De school overlegt met ouders om hen te informeren en te betrekken bij overleg. In overleg met de lokale ondersteuningsadviseur wordt vastgesteld of er meer nodig is dan basisondersteuning. De lokale ondersteuningsadviseur treedt hierbij op als “critical friend”. Als ouders, school en lokale ondersteuningsadviseur gezamenlijk constateren dat er meer nodig is dan basisondersteuning, wordt er een start gemaakt met het opstellen van een arrangement. Dit arrangement wordt geformuleerd in een ontwikkelingsperspectief van de leerling. Indien nodig betrekt de lokale ondersteuningsadviseur experts bij dit proces. Eventueel kan hierbij aanvullend handelingsgericht diagnostisch onderzoek plaatsvinden. Na het opstellen van dit ontwikkelingsperspectief dienen alle betrokkenen akkoord te zijn. (Ouders, school en samenwerkingsverband.) Het ontwikkelingsperspectief zal altijd voor een beperkte tijd geldig zijn. Regelmatig zal dit worden geactualiseerd.

een “rugzakje”hebben. Bij individuele begeleidingstrajecten voor leerlingen zullen ouders betrokken worden. In het stroomschema ( bijlage 6) wordt dit zichtbaar. De ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband zal regelmatig worden betrokken bij de diverse beleidsontwikkelingen. ( zie 6.3.3 en 9.2)

6.3.2. Als extra ondersteuning nodig is Op het moment dat basisondersteuning voor een leerling niet meer het passend onderwijs is, worden ouders in hert begin van een nieuw traject betrokken. Dit geldt bij het toekennen van een arrangement voor hun

6.4 Samenwerking met gemeentelijke instellingen Het samenwerkingsverband onderhoudt met diverse leveranciers van preventieve en curatieve arrangementen. Vaak zijn deze leveranciers onderdeel van een gemeentelijke instelling of worden gesubsidieerd door de lokale overheid. Het samenwerkingsverband functioneert binnen de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland. Door de aankomende decentralisering op diverse terreinen kan de samenwerking met deze keten-


23

7 Programma 3 Lesplaatsen in het SBO en SO

Dit programma verenigt alle activiteiten die te maken hebben met het plaatsen en bekostigen van leerlingen in het speciaal (basis)onderwijs. Het samenwerkingsverband heeft vier scholen voor speciaal onderwijs in haar geografisch gebied. – Maurice Maeterlinck , school voor leerlingen met een lichamelijke beperking, langdurig ziek of meervoudig beperkt; – Herman Broeren, school voor ZMLK; – Kraaienest, school voor ZMLK; – School verbonden aan het PI. Deze school heeft een kleine lesplaats voor jonge kinderen bij het Dagverblijf Delft. Het samenwerkingsverband heeft drie scholen voor speciaal basisonderwijs in haar geografisch gebied. Op dit moment zijn er vier scholen binnen het gebied werkzaam, maar de SBO Het Avontuur zal voor 1 augustus 2014 een nieuwe locatie gaan gebruiken in Den Haag en daarmee formeel geen deel uitmaken van het samenwerkingsverband. De overige sbo-scholen zijn: – SBO Laurentius – SBO Bouwsteen – SBO Prinsenhof. Deze school is vanaf 1 augustus 2013 gehuisvest met een locatie in Pijnacker. De andere locatie van deze school is gehuisvest in Zoetermeer en valt

24


voor die locatie in een ander samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband wil in ieder geval de huidige verwijzingscijfers handhaven. De ambitie om leerlingen thuisnabij onderwijs te geven kan hiermee grotendeels gerealiseerd worden. Deze liggen momenteel onder het landelijk gemiddelde. Het samenwerkingsverband vindt het van belang dat er voldoende middelen voor de drie grote ondersteuningskolommen beschikbaar blijven. In de huidge situatie kunnen er voldoende middelen voor de basisondersteuning ( Kolom 1), Arrangementen ( kolom 2) en speciale lesplaatsen ( kolom 3) beschikbaar blijven. Om tot een dekkend geheel van voorzieningen te komen zal in hoofdstuk 7.2 beleid geformuleerd worden. Een stevige verandering zal de procedure en criteria voor plaatsing in het sbo of so gaan betekenen. Om te komen tot minder bureaucratie en een heldere procedure zal gewerkt gaan worden met het gebruiken van een ontwikkelingsperspectief als onderdeel van de toelatingsprocedure. ( zie bijlage 6 en hoofdstuk 7.2.4)

7.1 Analyse van de huidige situatie

Het deelnamepercentage SBO bedroeg op 1-10-2012 1,72%. Dit betekent dat de SBO-scholen, die voor 2% van het aantal leerlingen in het SWV zorgbekostiging ontvangen, overbekostigd werden. Binnen de bestaande SWV zijn hierover de volgende afspraken gemaakt: Indien het aantal leerlingen lager dan 2% is op de teldatum, die bepalend is voor een nieuwe begroting, dan mogen de sbo-scholen dit bedrag houden om het proces van kwaliteitsverbetering te stimuleren. Tevens geven zij aan op welke wijze de basisscholen hiermee extra ondersteund kunnen worden. Begin 2016 zal dit besluit geëvalueerd worden.

7.1.2. SO Het aantal schoolgaande SO leerlingen bedroeg op 1-102012 240. Herman Broerenschool

Delft

67

Kraaiennest

Pijnacker-Nootdorp

53

Maurice Maeterlinckschool

Delft

103

School Verb A/J P.I

Delft

17

106 van deze leerlingen zijn woonachtig4 binnen ons samenwerkingsverband. Er waren op 1 oktober 2012 in totaal 272 SO cluster 3 en 4 leerlingen woonachtig5 in de regio.

7.1.1. SBO Er waren op 1 oktober 2012 363 SBO-leerlingen woonachtig in de regio. Het aantal schoolgaande SBO-leerlingen bedroeg 362. Hoewel er sprake is van substantieel in- en uitgaand grensverkeer is het effect hiervan op genoemde datum per saldo nihil. De regio telde op 1 oktober 2012 drie sbo scholen.

so cat 1

so cat 2

so cat 3

so totaal

jonger dan 8 jaar

60

14

14

88

8 jaar en ouder

155

10

28

193 281

naar onderwijsoort

SSBO de Bouwsteen

Delft

54

SSBO Laurentius

Delft

152

SBO Het Avontuur

Pijnacker-Nootdorp

156

Er zullen veranderingen optreden. SBO Het Avontuur verhuist per 1-8-2014 naar Ypenburg (SWV den Haag) en SBO De Prinsenhof verhuist per 1-8-2013 van Zoetermeer naar Pijnacker. Deze SBO-school telde op 1-10-2012 156 leerlingen. Van onder meer beide te verplaatsen SBO-scholen is in bijlage 2 bij dit plan een analyse van de herkomst van de leerlingen (postcode) opgenomen.

CLUSTER 4

LG

MG

LZ

ZMLK

134

24

42

12

69

so totaal 281

Zij bezoeken 26 verschillende SO-scholen (zie tabel volgende pagina). sbao

so cat 1

so cat 2

so cat 3

so totaal

rugzakken

PO2802

1,63%

1,05%

0,12%

0,20%

1,37%

0,56%

Landelijk

2,52%

1,34%

0,09%

0,20%

1,63%

0,95%

4 In het nieuwe stelsel wordt het samenwerkingsverband finan-

5 In het nieuwe stelsel wordt het samenwerkingsverband finan-

cieel verantwoordelijk voor de binnen de regio woonachtige

cieel verantwoordelijk voor de binnen de regio woonachtige

leerlingen die schoolgaand zijn in het SO.

leerlingen die schoolgaand zijn in het SO.


25

Naam

Gemeente

naam bevoegd gezag

Bergse Veld Sch SO/IOBK

Rotterdam

Stichting Horizon, Instituut

Prof Dr Leo Kannerschool

Zoetermeer

Prof Dr Leo Kannerschool

categorie 1 categorie 2 categorie 3 Eindtotaal 1

1

St. Prof. Dr. Kanneronderw.gr.

18

18

Oegstgeest

St. Prof. Dr. Kanneronderw.gr.

1

1

Herman Broerenschool

Delft

Herman Broerenstichting

35

4

39

Kraaienest

Pijnacker-Nootdorp Stichting Lucas Onderwijs

15

2

17

Yulius Onderwijs

Barendrecht

Stichting Yulius Onderwijs

3

3

RMPI School

Rotterdam

Stichting Yulius Onderwijs

1

1

Bernardusschool

s-Gravenhage


1

1

Koetsveldschool

s-Gravenhage

Stg. Christ. Onderw. Haaglndn

1

1

Maurice Maeterlincksch

Delft

Stichting RESPONZ

3

Tyltylcentrum De Witte Vogel

s-Gravenhage

Stichting RESPONZ

Instituut Mr Schats

Rotterdam

Stichting Horizon, Instituut

6

6

De Waterlelie

Haarlemmermeer

Stg. Epilepsie Instell. Ned.

1

1

De Keerkring

Zoetermeer

Stichting RESPONZ

3

De Opperd

Rijswijk


St Matth Sch VSO ZMLK

Rotterdam

Martinusstichting

Sch V Meerv Gebr Kind

Rotterdam

Stichting BOOR

Insp W P Blokpoelschool

s-Gravenhage

De Haagse Scholen

13

13

Eerste Ned Buitenschool

s-Gravenhage

De Haagse Scholen

12

12

De Regenboog SO/VSO Zmlk

Rotterdam

Stg. PC Basis-/Orthop. Onderw.

5

5

De Strandwacht

s-Gravenhage

De Haagse Scholen

35

35

School Verb A/H P.I.

Delft

De Haagse Scholen

13

13

A Willeboerschool

Rotterdam

Stichting BOOR

1

1

Openluchtschool R'dam

Rotterdam

Stichting BOOR

8

8

Mytylschool De Brug

Rotterdam

Stichting BOOR

de Piloot

Rotterdam

Stichting BOOR

19

20

42

5

5

1

10

10

8

5

2

10

1

1

7

21 215

4

12 21

24

42

7.2 Situatie vanaf 1 augustus 2014 7.2.1. Programma 3A Speciaal basisonderwijs Het samenwerkingsverband streeft naar twee SBOscholen, in beide kernen één.Een projectgroep bereidt een voorstel voor m.b.t. de speciale lesplaatsen. Uitgaande van twee sbo-scholen en de vier so-scholen bekijkt men welke functies deze scholen in de toekomst moeten krijgen. Eerder is geconstateerd dat er behoefte is aan voorzieningen voor oudere leerlingen met gedragsstoornissen. Om tot een dekkend geheel te komen zal deze projectgroep met voorstellen komen Het samenwerkingsverband streeft naar stabilisatie van de deelname aan het SBO, d.w.z. 1,7% (ongeveer 360 leerlingen). Met dit aantal is vooralsnog gerekend in de meerjarenbegroting in hoofdstuk 10. Indien de deelname aan het SBO onder de 2% ligt, ligt de bekostiging van de SBO-scholen in principe op een te hoog niveau (men ontvangt zorgbekostiging voor 2% van de leerlingen, terwijl slechts 1,7% van de leerlingen aan het SBO deelneemt). Indien het aantal leerlingen lager dan 2% is op de teldatum, die bepalend is voor een nieuwe begroting, dan mogen de sbo-scholen dit bedrag houden om het proces van kwaliteitsverbetering te stimuleren. Tevens geven zij aan op welke wijze de basisscholen hiermee extra ondersteund kunnen worden. Begin 2016 zal dit besluit geëvalueerd worden.

281

gende aspecten meegenomen: – onderzoek naar samenstelling groep cluster 4 SO leerlingen ( 134) > hoe is deze groep samengesteld, wat zijn behoeften en mogelijkheden? – “gemeenten Delft en Pijnacker hebben huisvesting” – effecten op leerlingenvervoer? Hoewel niet uitgesloten wordt dat de gewenste cluster vier voorziening enigszins een aanzuigende werking zal hebben en er signalen zijn dat (landelijk gezien) het aantal MG leerlingen7 toeneemt, is in de in hoofdstuk 1 gepresenteerde meerjarenbegroting vooralsnog rekening gehouden met een stabilisatie van het aantal SO leerlingen (ongeveer 370). Dit zal gemonitord worden (zie paragraaf 7.2.5).

7.2.3. Tussentijdse groei van SBO en SO De bestaande WSNS-verbanden kennen specifieke maatwerkafspraken voor tussentijdse groei van het SBO. De overeenkomst tussen de regelingen is dat ze allemaal maatwerk willen bieden, resulterend in een adequate financiering van de scholen. Het SO kent thans een landelijke groeiregeling. Met ingang van 1 augustus 20148 wordt het SWV verantwoordelijk voor bekostiging van tussentijdse groei van het SO. Voor beide schooltypen geldt dat het SWV een peildatum vast moet leggen en op basis van deze peildatum (eventuele) groei moet bekostigen. In landelijke beleidstukken wordt 1 februari als peildatum geadviseerd. Indien hiervoor gekozen wordt ontstaat de situatie dat de betreffende scholen bekostigd worden op basis van de teldatum, alsmede een correctiemoment 4 maanden later (voor bijvoorbeeld het schooljaar 2015-2016, resp. 1-10-2014 en 1-2-2015). De overdracht die het SWV doet op basis van de peildatum bestaat uit de ondersteuningsbekostiging én de basisbe-

7.2.1.1. Grensverkeer SBO Het samenwerkingsverband is tevens financieel verantwoordelijk voor naar het SBO verwezen leerlingen die naar school gaan op een SBO school buiten het samenwerkingsverband. Omdat het aantal in- en uitgaande SBO-leerlingen elkaar vrijwel in evenwicht houdt, is het grensverkeer in de meerjarenbegroting vooralsnog op 0 gesteld (in MJB verwerkt in regel “Overdrachtsverplichtingen SBO”).

6 Ook in het Westland start per 1-8-2013 een cluster 4 school, vanuit De Strandwacht in Den Haag. En SBO De Bouwsteen en SBO Laurentius zijn met De Haagse

7.2.2. Programma 3B Speciaal onderwijs Het samenwerkingsverband streeft naar behoud van de bestaande SO voorzieningen binnen het gebied en vindt het wenselijk dat er een vestiging van een voorziening voor cluster 4 onderwijs komt binnen het gebied6. De eerder genoemde projectgroep in hoofdstuk 7.2.1 komt met een integraal voorstel.Bij dit voorstel worden de vol-

26



Scholen in gesprek over onderwijs aan “cluster 4 achtige leerlingen” in een SBO-setting. 7 Meervoudig Gehandicapte leerlingen, SO ondersteuningsbekostigingscategorie 3. 8 Hoewel het SWV pas per 1-8-2015 financieel verantwoordelijk wordt voor het overdragen van de ondersteuningsbekostiging aan het SO, geldt de financiële verantwoordelijkheid voor het bekostigen van tussentijdse groei al een jaar eerder.

27

7.2.4 Programma 3C Toelaatbaarheid tot SBO en SO

kostiging. Het samenwerkingsverband gaat de naast de reguliere teldatum van 1 oktober als peildatum 1 februari hanteren. De leerlingen die tussen 1 oktober en 1 februari de school voor sbo of so binnenkomen worden bekostigd op ondersteuningsbekostiging en basisbekostiging. In de monitoring zal per school het verwijzingspercentage gevolgd gaan worden. Ook leerlingen, die van buiten de regio de scholen voor sbo of so gaan bezoeken zullen worden gemonitord. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen leerlingen, die onder het grensverkeer vallen en leerlingen, die daarbuiten vallen.

Samenvatting Programma 3C Doelstelling Indicering van leerlingen voor SBO en SO

Activiteiten Dit betreft de (wettelijke) werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden in verband met het toelaatbaar verklaren van leerlingen voor SBO en SO. Aangenomen wordt dat dit gaat om 200 dossiers per jaar. De commissie bestaat uit minimaal twee personen. Dit zijn de twee wettelijk verplichte deskundigen: één orthopedagoog die altijd deel uitmaakt van de commissie en een tweede deskundige die wisselt, afhankelijk van de ondersteuningsvraag van de leerling (zoals blijkt uit de gegevens van de ouders of de school), bijvoorbeeld een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een maatschappelijk werker, een arts of een kinderpsychiater.

In de in hoofdstuk 10 gepresenteerde meerjarenbegroting is de SBO groei op peildatum vooralsnog op 0 gesteld en de SO groei op 5, resp. op de regels “Afdracht i.v.m. groei SO”en “Overdrachtsverplichtingen SBO”.

Samenvatting Programma 3B Doelstelling Dit betreft de bekostiging van leerlingen die woonachtig zijn in de regio van het SWV en onderwijs volgen op een SO school.

Beoogd resultaat Aangenomen wordt dat de SO deelname de komende jaren stabiel blijft. Zowel in totaliteit, als in de onderscheiden (prijs)categorieën.

Activiteiten Leerlingen onderwijs bieden in SO-scholen van goede kwaliteit. Benodigde formatie -

Wijze van monitoring -

Benodigde formatie Voorzitter, 0,4 fte (schaal 11). Kan beleidsmede-werker zijn die al in dienst van het SWV is (zie Programma 6). Orthopedagoog, 0,5 fte (schaal xx) Overige deskundigen, 0,5 fte (schaal xx) Secretariaat van de commissie, 0,6 fte (schaal 8) Voor genoemde functies zullen competentieprofielen worden opgesteld.

Beschikbaar budget Deze kosten zijn in de MJB te vinden op de regel “Afdracht SO (via DUO)”, ongeveer € 3 miljoen op basis van teldatum 1 oktober 2012.

Budgethouders -

In het schooljaar 2013 – 2014 worden de criteria voor toelating sbo en so worden geformuleerd. Centraal zal hierbij het ontwikkelingsperspectief staan. Het stroomschema in bijlage 6 geeft hierbij richting. Het ontwikkelingsperspectief krijgt hierbij drie doelstellingen: – Beschrijving ontwikkelingsproces leerling. – Instrument voor toelating. – Verantwoordingsinstrument

28


Wijze van monitoring Zie 7.2.5.

Risicoanalyse – meer dossiers, formatie ontoereikend

Risicoanalyse – D e budgethouder komt niet uit met het begrote budget – D e Budgethouders De Commissie Toelaatbaarheid

Beoogd resultaat Efficiënte en goede indicering


Beschikbaar budget De structurele kosten worden geraamd op € 100.000. (In de jaren 2014-2015 en 2015-2016 is er extra capaciteit nodig, omdat alle zittende SO leerlingen dan geherindiceerd moeten worden. Deze kosten zijn opgenomen in Programma 5.)

7.2.5 Monitoring Zoals eerder beschreven willen we voor alle drie ondersteuningskolommen ( basisondersteuning, arrangementen en speciale lesplaatsen) voldoende middelen beschikbaar houden om deze te kunnen bekostigen. Daarnaast dienen leerlingen zo thuisnabij mogelijk onderwijs te kunnen krijgen. Voor een goed overzicht en een heldere sturing aan het ondersteuningsproces worden diverse activiteiten gevolgd. In het kader van de speciale lesplaatsen worden verwijzingen sbo en so gemonitord. Ook terugplaatsingen van sbo/so naar de basisscholen zal worden vastgelegd. Deze gegevens worden naast andere kengetallen verzameld. Het toezichtskader van de onderwijsinspectie zal hierbij meegenomen worden.

29

8.2 Programma 5 Overgangsmaatregelen

8 Overige (tijdelijke) taken en activiteiten

8.1 Programma 4 Projecten Pilots e.d. En voor Professionalisering personeel € 50.000

Dit (tijdelijke) programma omvat activiteiten die bedoeld zijn als overgangsmaatregelen, om de transitie van het huidige naar het nieuwe stelsel te vergemakkelijken. De onderstaande overgangsmaatregelen zijn thans benoemd.

8.2.1 Rugzakken (LGF) De scholen in het SWV tellen op 1-10-2012 128 leerlingen met een Rugzak cluster 3 en 4 (116 in het basisonderwijs, 12 in het SBO). De waarde van deze rugzakken is ongeveer € 1,5 miljoen. In bijlage 3 is een specificatie per school en per type rugzak opgenomen, inclusief cluster 1 en 2. De geldstroom Rugzakken (LGF) wordt als gevolg van de stelselwijzing passend onderwijs omgebogen. Het schooldeel gaat vanaf 1 augustus 2014 naar het SWV, het AB deel van 1 augustus 2016. Om scholen (in werkwijze en formatie) goed te kunnen laten anticiperen op de verandering is een overgangsmaatregel geformuleerd. Deze houdt in dat scholen in het schooljaar 2014-2015 nog over het schooldeel van de rugzakgelden kunnen beschikken, indien een LGF leerling zowel op 1 oktober 2013 als op 1 augustus 2014 op een school aanwezig is. In die situaties zal het SWV het schooldeel van de rugzak aan de school beschikbaar stellen. Raming benodigd bedrag voor deze overgangsmaatregel in 2014-2015: € 950.000. De inzet van deze voormalige rugzakmiddelen wordt door de scholen besproken met de lokale ondersteuningsadviseurs.

Onder de diverse Programma’s in dit plan is de personele behoefte geinventariseerd. Onderstaand schema vat dit samen. Programma

Aard en omvang

1A. Basisondersteuning

N.v.t., formatie scholen

1B. Lokale ondersteuningsadviseurs

Schaal 11 OOP, 1,8 fte

2A. Arrangementen op maat

Vaste kern: …. Flexibele schil …

2B. Scholen met Expertise-profielen

N.v.t., formatie scholen

Opmerkingen

Etc.

Stap 3 Opstellen procedure matching In september 2013 zal een matchingsproceudre worden opgesteld. Stap 4 Matchting Najaar 2013 – t/m voorjaar 2016 Stap 5 Balans opmaken Afrondend DGO

8.2.2 Extra capaciteit i.v.m. herindicering SO leerlingen Geraamd op € 100.000.

8.2.3 Personeelsplan (Tripartiete overeenkomst) We voeren deze overeenkomst uit in vijf stappen. Stap 1 Inventarisatie personeel met ontslag bedreigd Stand van zaken > …. Stap 2 Inventarisatie toekomstige behoefte aan personeel

30



31

9

9.1.1 Inrichting bestuur en staf SWV

Samenvatting Programma 6

Ten laste van dit programma worden de medewerkers gebracht die geen taken verrichten ten behoeve van één van de overige Programma’s9 .

Programma 6 Bestuur, organisatie en administratie

Dit programma betreft de activiteiten die het SWV onderneemt om het samenwerkingsverband in bestuurlijk, organisatorisch en administratief opzicht goed te laten functioneren.

Directeur 1 fte, schaal 13

€ 100.000

Beleidsmedewerker (tevens cie. Toelaatbaarheid, zie 3C), 0,4 fte, schaal 11

€ 38.000

Secretariaat bestuur en directie 0,5 fte, schaal 10

€ 35.000

Managementassistentie 0,5 fte, schaal 5

€ 20.000

Huisvesting Kantoor- en organisatiekosten Administraties FA en PSA, incl. accountantskosten en controlling Inhuur deskundigenadvies (bijvoorbeeld juridische expertise) Facilitering OPR en MR PR&communicatie Overige kosten

€ 40.000 € 50.000 € 20.000

Totaal

€ 400.000

€ 50.000 € 10.000 € 10.000 € 27.000

9.1 Bestuur en organisatie Om het verband goed te kunnen laten functioneren dit te realiseren wordt de organisatie bestuurd door een bestuur en geleid door de directeur. algemeen bestuur dagelijks bestuur stafbureau senior beleidsmedewerker secretariaat/administratie controller

LOA Delft/Midden-Delfland

directeur

OP

Doelstelling Activiteiten Benodigde formatie Zie bovenstaand

LOA Pijnacker-Nootdorp

uitvoerders arrangementen

9 Eventueel met een deel van hun betrekkingsomvang. En het

Budgethouders Directeur SWV


Beschikbaar budget € 400.000

9.2 Medezeggenschap 9.2.1 OPR November 2012 is het samenwerkingsverband gestart met het instellen van een klankbordgroep bestaande uit ouders en leerkrachten van scholen, die gaan participeren in het nieuwe samenwerkingsverband. Deels is deze groep ingericht om hen te betrekken bij het open inrichtingsproces van het samenwerkingsverband, voor een groter deel is aan hen gevraagd om mee te werken aan de open inrichting van de ondersteuningsplanraad, die verbonden gaat worden aan het samenwerkingsverband. Leden van deze klankbordgroep zijn in samenwerking met het Landelijk Steunpunt Medezeggenschap Passen Onderwijs aan de slag gegaan en zijn begin juni 2013 met een advies gekomen voor deze open inrichting. Dit advies is begeleid door concept-reglementen en procedures. Het DB van het samenwerkingsverband heeft dit advies ontvangen en besloten om dit advies voor te leggen aan het AB van 11 september 2013. Na 11 september kan dan gestart worden met de procedure om te komen tot een ondersteuningsplanraad. De bijbehorende documenten zijn na vaststelling te lezen op de website van het samenwerkingsverband. Na instelling van deze OPR zal het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband aan hen worden voorgelegd ter instemming. De ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband heeft in december 2013 het concept-ondersteuningsplan ontvangen. Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft de ondersteuningsplanraad gevraagd om instemming. De ondersteuningsplanraad heeft instemming gegeven op 20 januari 2014.

andere deel t.l.v. één of meer Programma’s.

32

Wijze van monitoring -

Risicoanalyse -

P-MR

LOA Lansignerland

Beoogd resultaat Een efficiënte aansturing van de organisatie


9.2.2. MR Het samenwerkingsverband zal personeel in dienst gaan nemen. Dit betekent dat er een personeelsdeel medezegggenschapsraad ingericht moet gaan worden. Over de inrichting van een dergelijk personeelsdeel MR zullen afspraken worden gemaakt voor 1 augustus 2014.

9.3 Samenwerking gemeenten 9.3.1 OOGO Vanaf september 2012 zijn vertegenwoordigers van het samenwerkingsverband en de gemeenten Delft, MiddenDelfland, Lansingerland en Pijnacker-Nootdorp regelmatig bijeen geweest om voorbereidingen te treffen voor de afstemming tussen samenwerkingsverband en deze vier gemeenten. Dit afstemmingsproces was gestart met een overleg van bestuurlijke vertegenwoordigers van het samenwerkingsverband en wethouders Onderwijs van deze vier gemeenten. De afstemming tussen de wijze waarop passend onderwijs vorm en inhoud gaat krijgen en de uitwerking van decentralisering bij de betrokken gemeenten m.b.t. jeugd en daarbij horende jeugdgerelateerde instellingen heeft hierbij centraal gestaan. De wetgeving met betrekking tot passend onderwijs geeft aan dat er op overeenstemming gericht overleg dient plaats te vinden tussen samenwerkingsverband en de gemeenten over het ondersteuningsplan. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een procedure, die gebaseerd is op het

33

model van de VNG, PO-raad en VO-raad. In de bestuurlijke overlegstructuur is afgesproken om centraal het OOGO te voeren met bespreking van het ondersteuningsplan als thema. Aangezien er per gemeente verschil kan ontstaan in de wijze van uitvoering zal er waar nodig lokaal voorbereidend bestuurlijk overleg plaatsvinden. De thema’s waar overleg en besluitvorming over plaatsvindt zijn: a De jeugdzorg. Verbinding tussen de vormgeving van de zorgstructuren in het onderwijs en de lokaal en regionaal georganiseerde jeugdzorg met speciale aandacht voor: a De ontwikkeling van een functionaliteit die de verbinding borgt tussen sociale team/sociaal wijkteam/ CJG en de ondersteuning van het onderwijs. b Signaleren via een instrument als de Verwijsindex. c Helderheid over de inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid voor onderdelen waarbij sprake is van een gecombineerd zorgarrangement en onderwijsondersteuningsarrangement. b Leerlingenvervoer. Toeleiding/advisering naar benodigd leerlingvervoer. c Leerplicht. Voorkomen en monitoring van thuiszitters en ongeoorloofd verzuim. d Doorlopende leerlijn. Begeleiding en monitoring van overgang po naar vo. e Huisvesting. Daar waar het passend maken van het onderwijs acties op het gebied van huisvesting vereist.

9.3.2 Inhoudelijke taken gemeentelijke instellingen Het samenwerkingsverband werkt samen met diverse leveranciers van preventieve en curatieve arrangementen. Vaak zijn deze leveranciers onderdeel van een gemeentelijke instelling of worden gesubsidieerd door de lokale overheid. Het samenwerkingsverband functioneert binnen de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland. Door de aankomende decentralisering op diverse terreinen kan de samenwerking met deze ketenpartners op verschillende manieren georganiseerd zijn. Om dit goed te organiseren zal er waar nodig op bestuursniveau overleg plaatsvinden tussen samenwerkingsverband en de afzonderlijke gemeenten. Waar gezamenlijk regionaal overleg nodig is, zal dit plaatsvinden. Waar lokaal overleg nodig is, zal dit ook plaatsvinden. Het samenwerkingsverband heeft een heldere structuur, waardoor duidelijk is wie er deel gaat uitmaken van overleg met deze ketenpartners. ( zie stroomschema bijlage 6)

34


Wanneer voor een leerling basisondersteuning passend onderwijs is, maar er is op ander gebied ondersteuning nodig, dan neemt een vertegenwoordiger van de school deel aan dit overleg. Overleg kan hier bvb. plaatsvinden met Bureau Jeugdzorg, GGZ, maatschappelijk werk en/of CJG. Indien een leerling een onderwijsarrangement ( extra ondersteuning) krijgt en er is ook op andere terreinen ondersteuning nodig, dan heeft de school overleg met de lokale ondersteuningsadviseur. In overleg wordt bepaald wie er vanuit onderwijs gaat deelnemen aan overleg.Indien een leerling een speciale lesplaats bezoekt voor passend onderwijs zal een vertegenwoordiger van deze school deelnemen aan overleg. School ( sbo of SO) heeft hierbij vooroverleg met de lokale ondersteuningsadviseur.Indien mogelijk vindt overleg plaats binnen de school. In casussen waarbij een andere locatie meer geschikt is voor overleg, wordt uiteraard afgeweken van deze regel. De ervaring is dat een locatie op een neutrale plek tot meer effect kan leiden. Ouders, school en/of andere experts hebben dan een meer gelijkwaardige positie. Het samenwerkingsverband kan dan gastheer/vrouw zijn. In het kader van één kind – één plan wordt op lokaal niveau afgestemd welke plek van overleg hiervoor dient. Zo kan het dat voor overleg wordt aangesloten bij een sociaal wijkteam of een anders ingericht overleg. Het samenwerkingsverband kan ook voor dit overleg, indien nodig, gastheer/ vrouw zijn.De regie voor het overleg van één kind – één plan dient bij de functionaris of organisatie te liggen, die het meest overzicht heeft. Per casus zal dit in een eerste overleg worden vastgesteld. Het samenwerkingsverband neemt een evenredig deel van de regie voor zijn rekening, zodat meerkosten t.a.v. de regievoering goed verdeeld zijn. Voor het samenwerkingsverband is voor het eerste overleg duidelijk wie namens onderwijs, de gesprekspartner zal zijn. ( zie boven). Deze is namens de onderwijspartners ( school, samenwerkingsverband) bevoegd om te handelen in dit overleg. Uitgangspunt bij dit overleg is dat onderwijsmiddelen aan onderwijs besteed moeten worden en zorgmiddelen aan zorg.

9.3.3 Leerlingvervoer Voor de S(B)O leerlingen en de leerlingen in het regulier basis onderwijs veranderen de criteria voor aanspraak op leerlingenvervoer niet met de invoering van de Wet passend onderwijs. We nemen aan dat gemeenten ook hun verordeningen op dit punt ook niet wijzigen. Het samenwerkingsverband kan op basis van casuïstiek meedenken over de toeleiding en advisering naar het benodigde leerlingvervoer voor de betrokken leerling.

9.3.4 Leerplicht Het samenwerkingsverband gaat het aantal thuiszitters monitoren. Van de afdeling leerplichtzaken van de betrokken gemeenten wordt gevraagd om hun kengetallen betreffende thuiszitters tijdig aan te geven. Voor overleg wordt het stroomschema in bijlage 6 gehanteerd om te bepalen wie er bij casuïstiek overleg voert. Daarnaast wordt overleg gevoerd om thuiszitters/ ongeoorloofd verzuim te voorkomen.

9.3.5 Huisvesting Huisvesting. Daar waar het passend maken van het onderwijs acties op het gebied van huisvesting vereist.

9.4 Communicatie De taken waar het samenwerkingsverband voor staat, kunnen complex zijn. Een goede en heldere communicatie is daarom van groot belang. Het samenwerkingsverband vindt het belangrijk om ouders, scholen en alle andere betrokkenen goed te informeren over ontwikkelingen in algemene zin. Daarnaast is de communicatie in bijzondere zin van belang als we over individuele kinderen praten. Het samenwerkingsverband gaat dit op de volgende wijze doen: Algemeen – Gebruik van een website ( www.swv2802.nl ) voor informatie en beschrijvingen van ontwikkelingen. – Naast digitaal gebruik van communicatiemiddelen ook bereikbaar d.m.v. gesprekken. – Thema-avonden. – De ondersteuningsplanraad. Deze bestaat uit vertegenwoordigers van ouders en leerkrachten. – Bijeenkomsten voor scholen. – Laagdrempeligheid om gemakkelijk in overleg te komen. In bijzondere zin – Ouders worden vanaf het begin meegenomen in het proces als er sprake is van extra ondersteuning voor hun kind. – Dit gebeurt bij het opstellen van arrangementen en procedures voor verwijzing sbo/ so. – We spreken met de ouders/ kind in plaats van over…….. – Ondersteunen van scholen waar nodig.


35

10 Financien

lichte ondersteuning (ruim € 3 miljoen) en het volledige budget voor zware ondersteuning (bijna € 7 miljoen), maar op laatstgenoemd bedrag wordt een afnemend deel het vereveningsbedrag in mindering gebracht. d 2020-2021 e.v.: de eindsituatie na verevening De inkomsten bestaan uit het volledige budget voor lichte ondersteuning (ruim € 3 miljoen) en het volledige budget voor zware ondersteuning (bijna € 7 miljoen).

10.2 Financieel beleid Beleidsuitgangspunt is dat we pas verplichtingen aangaan als middelen definitief beschikbaar zijn gesteld (bijvoorbeeld vereveningsgelden). Indien in enig jaar een begrotingstekort dreigt, zullen de uitgaven voor Programma 2A. worden verlaagd.

10.2.1

10.1 Financieel perspectief Het samenwerkingsverband zal op termijn kunnen beschikken over een budget van ongeveer € 10 miljoen per schooljaar. Ongeveer € 3 miljoen moet besteed worden aan de verplichte uitgaven voor de naar het SO verwezen leerlingen. Het resterende bedrag is “vrij” besteedbaar, voor taken die tot dusver door de WSNS-verbanden en de REC’s werden uitgevoerd, alsmede alle overige nieuwe taken. In het financieel meerjarenperspectief zijn enkele fasen te onderscheiden: a het overgangsjaar 2014-2015 De inkomsten bestaan dit schooljaar “slechts” uit het geld dat voorheen naar de SWV WSNS ging, het schooldeel van het rugzakgeld en een bedrag van ruim € 23 per leerling (ongeveer 5 miljoen). b het jaar 2015-2016 De inkomsten bestaan uit het volledige budget voor lichte ondersteuning (ruim € 3 miljoen) en het volledige budget voor zware ondersteuning (bijna € 7 miljoen), maar op laatstgenoemd bedrag wordt het vereveningsbedrag (bijna € 1,6 miljoen) in mindering gebracht en geldt er een verplichte winkelnering m.b.t. de ambulante begeleiding (kosten ongeveer € 6 ton). c de jaren 2016-2020 De inkomsten bestaan uit het volledige budget voor

36


Weerstandsvermogen

Het nieuwe samenwerkingsverband start zonder weerstandsvermogen. Immers, de reserves van de oude WSNSverbanden en REC’s worden uitgekeerd aan de besturen. Deze besturen dienen er echter rekening mee te houden dat het nieuwe SWV om een bijdrage aan het starten werkkapitaal zal vragen, want per 1 augustus 2014 nemen de taken, het budget en de risico’s van het SWV toe. In de diverse programma zijn risico’s geïnventariseerd. Samengevat komt dit hier op neer:

Onderwerp/ Programma

Risico

Krimp leerlingenaantal (o.a. door stagnatie bouwprojecten)

Daling bekostiging

Pr.1A Basisondersteuning

Extra uitgaven zijn nodig, omdat scholen overeengekomen niveau niet halen

Benodigde buffer

Op grond hiervan wordt geconcludeerd dat het verband een weerstandsvermogen van € 600.000,- nodig heeft. Dit zal als volgt worden gerealiseerd. Het eerste deel van het benodigde weerstandsvermogen zal worden gevormd uit het verwachte positieve saldo van de oprichtingsperiode. Daarnaast zal in 2014 een bijdrage van alle aangeslotenen bij het SWV worden gevraagd (bedrag per leerling, indicatie: € 20). Het samenwerkingsverband adviseert alle aangesloten schoolbesturen hiermee rekening te houden in hun begroting 2014. Het weerstandsvermogen zal vervolgens naar het gewenste niveau worden gebracht door middel van jaarlijkse positieve exploitatieresultaten (dit voornemen is verwerkt in de meerjarenbegroting).

10.2.2 Financieel management Het budget van het samenwerkingsverband loopt (ook na aftrek van de verplicht af te dragen ondersteuningsbekostiging) in de miljoenen. Aan het beheer en de verantwoording van het geld worden eisen gesteld. Het samenwerkingsverband moet dus werk maken van de inrichting van haar financiële functie. De financiële functie (planning- en controlcyclus) is het complete financieel beleid en beheer van een organisatie. Het gaat enerzijds om de opzet, namelijk het geformuleerde beleid en de structuur van de financiële “poot” binnen de organisatie. En anderzijds om de uitvoering, namelijk het verloop van de processen en de personele bezetting.

10.3 Meerjarenbegroting De meerjarenbegroting (MJB) bestaat uit drie onderdelen – inkomsten (paragraaf 10.3.1.), – verplichte uitgaven (paragraaf 10.3.2.) en – Programma’s (paragraaf 10.3.3.).

10.3.1 Pr. 1B LOA’s

(Voor een algemene toelichting op de bekostiging van SWV passend onderwijs PO wordt verwezen naar de “Handreiking financieel perspectief en financieel management SWV PO” van Infinite Financieel.) www.infinitebv.nl/site/infinite/assets/documents/Handreiking%20financieel%20perspectief%20en%20financieel%20 management%20SWV%20PO%20-%2023-11-2012.pdf

10.3.2 Verplichte uitgaven Uit het beschikbare budget van ruim € 10 miljoen, moeten om te beginnen de verplichte uitgaven bekostigd worden. Deze betreffen: – de Ondersteuningsbekostiging van leerlingen in het SO, woonachtig in het SWV (op basis van teldatum 1-102012 ongeveer € 3 miljoen), – de SBO deelname boven de 2% (n.v.t. in onze situatie, zie paragraaf 7.2.1.), – uitgaand grensverkeer SBO (zie paragraaf 7.2.1.1.). De verplichte uitgaven worden in de MJB in het bovenste deel van het blok Lasten getoond.

10.3.3. Programma’s In dit onderdeel van de meerjarenbegroting worden de kosten die samenhangen met de uitvoering van de in dit plan beschreven activiteiten (Programma’s) gepresenteerd. Samenvat zien deze uitgaven er als volgt uit.

De inkomsten zijn opgenomen in het bovenste blok van de MJB (paragraaf 10.4.). Qua inkomsten is in deze MJB nog geen rekening gehouden met een groei of krimp van het totaal aantal leerlingen in de regio. De gehanteerde aannames m.b.t. SBO en SO deelname zijn in hoofdstuk 7 verwoord.

Etc.

Totaal

Inkomsten

– een budget voor lichte extra ondersteuning (de gelden die thans door de WSNS verbanden ontvangen worden) € 156 per leerling, ongeveer € 3,2 miljoen – een budget voor zware extra ondersteuning (o.a. de huidige LGF, REC en -een deel van de- SO gelden) € 323 per leerling, ongeveer € 6,8 miljoen (op termijn). Naast dit budget van de rijksoverheid van ruim € 10 miljoen, kunnen er additionele inkomsten zijn (bijvoorbeeld gemeentelijke subsidies en inkomend grensverkeer speciaal basisonderwijs). Het SWV krijgt in de periode 2015-2020 te maken met een positieve verevening van ongeveer € 1,6 miljoen. Dit betekent dat het budget voor zware extra ondersteuning in de periode 2015-2020 met € 1,6 miljoen zal stijgen, om uiteindelijk in 2020 op het niveau van € 6,8 miljoen uit te komen.

€

Het budget dat het samenwerkingsverband van de rijksoverheid ontvangt wordt onderscheiden in:


37

No.

Omschrijving

1.

Basisondersteuning

Structurele lasten

Opmerkingen

1.A.

Facilitering van de basisscholen

1.B.

Lokale ondersteuningsadviseurs

2.

Extra ondersteuning

2.A.

Arrangementen

2.B.

Scholen met extra profielen

3.

Lesplaatsen

3.A.

Lesplaatsen SO

3.B.

Lesplaatsen Speciaal basisonderwijs

3.C.

Werkzaamheden commissie toelaatbaarheid

€ 100.000

4.

Projecten

€ 300.000

5.

Overgangsmaatregelen

6.

Bestuur, organisatie en administratie

€ 1.656.000

Programma 4 Projecten

Op termijn meer? Ten koste van Programma 2A?

€ 135.000

€ 2.600.000 € 300.000

€ 2.970.000 € ---

€ 1.050.000

Oplopend In 2014-2015 de helft

2018/19

2019/20

2020/21

2021/22

Lichte ondersteuning

3.227.132

3.227.132

3.227.132

3.227.132

3.227.132

3.227.132

3.227.132

3.227.132

Zware ondersteuning

1.408.034

6.801.481

6.801.481

6.801.481

6.801.481

6.801.481

6.801.481

6.801.481

Grensverkeer sbao

Overdrachtsverpichting sbao

26.103

26.103

26.103

26.103

26.103

26.103

26.103

26.103

4.661.270

10.054.716

10.054.716

10.054.716

10.054.716

10.054.716

10.054.716

10.054.716

Lasten

Afdracht SO (via DUO)

2.969.925

2.969.925

2.969.925

2.969.925

2.969.925

2.969.925

2.969.925

68.030

68.030

68.030

68.030

68.030

68.030

68.030

68.030

Grensverkeer sbao

Overdrachtsverplichting

607.673

1.256.000*

1.656.000

1.656.000

1.656.000

1.656.000

1.656.000

1.656.000

1.656.000

135.000

135.000

135.000

135.000

135.000

135.000

135.000

135.000

800.000

1.600.000

2.600.000

2.900.000

3.300.000

3.700.000

4.100.000

4.200.000

150.000

300.000

300.000

300.000

300.000

300.000

300.000

300.000

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

Programma 1B Lokale ondersteuningsadviseurs Programma 2A Arrangementen Programma 2B Scholen met expertiseprofielen Programma 3C Werkzaamheden commissie Toelaatbaarheid

38

300.000

Programma 4 Overgangsmaatregelen

1.050.000

Programma 6 Bestuur Organisatie en administratie

400.000

400.000

400.000

400.000

400.000

400.000

400.000

400.000

Programma 7 Weerstandsvermogen

400.000

400.000

4.659.030

8.536.627

8.528.955

8.828.955

9.228.955

9.628.955

-1.578.437

-1.420.593

-1.183.828

-947.062

-473.531

10.028.955

10.128.955

*wordt door besturen opgehoogd met €20,- per leerling. De reserves uit de WSNS-verbanden en REC’s stromen naar de schoolbesturen toe.

2017/18

Programma 1A Facilitering basisscholen

300.000

€ 400.000

2016/17

Verplichte besteding AB bij SO (rugzakken 1-10-2013)

300.000

Vereveningstoeslag (korting)

2015/16

Lasten ondersteuningsplan

300.000

Alleen in 2014-2015

2014/15

Afdracht SO groei peildatum

300.000

Totale lasten

Baten

Totale baten

300.000

Deelname% onder de 2%

Meerjarenbegroting

Geoormerkte baten

300.000

Programma 8

Raming o.b.v. 1-10-2012

Op de volgende pagina wordt de meerjarenbegroting gepresenteerd.

Overige baten

300.000


Programma 1a en programma 2a worden als communicerende vaten gezien. De verhoging van het programma arrangementen tot 2012 ontstaat door de verevening. Deze verhoging of een deel daarvan kan ook worden geplaatst in programma 1a. De komende jaren zal naar aanleiding van ontwikkelingen bepaald worden waar deze verhoging naar toe kan gaan.


39

Bijlagen

40



41

Bijlage 1 Informatie m.b.t. huidige situatie SBO en SO Ontwikkeling leerlingen 2010-2013 peilmoment december 2013 Nummer SWV PO2802 Naam SWV Stichting Passend Primair Onderwijs Delft e.o. 1. leerlingen bao

sbao

totaal (s)bao

01-10-10

20.915

379

21.294

01-10-11

20.711

354

21.065

01-10-12

20.302

206

20.508

01-10-13

20.207

334

20.541

so cat 1

so cat 2

so cat 3

so totaal

197

18

34

249

01-10-10 01-10-11

211

17

40

268

01-10-12

212

19

41

272

01-10-13

215

24

42

281

CLUSTER 4

LG

MG

LZ

ZMLK

totaal rugzakken

75

36

0

24

20

155

2. rugzakken 01-10-10 01-10-11

74

33

0

19

14

140

01-10-12

60

32

1

13

18

124

01-10-13

45

31

2

17

21

116

sbao

so cat 1

so cat 2

so cat 3

so totaal

rugzakken

01-10-10

1,78%

0,93%

0,08%

0,16%

1,17%

0,73%

01-10-11

1,68%

1,00%

0,08%

0,19%

1,27%

0,66%

01-10-12

1,00%

1,03%

0,09%

0,20%

1,33%

0,60%

01-10-13

1,63%

1,05%

0,12%

0,20%

1,37%

0,56%

sbao

so cat 1

so cat 2

so cat 3

so totaal

rugzakken

3. deelname % PO2802

Landelijk

42

01-10-10

2,72%

1,33%

0,09%

0,21%

1,63%

1,05%

01-10-11

2,68%

1,35%

0,09%

0,21%

1,65%

1,01%

01-10-12

2,60%

1,33%

0,09%

0,21%

1,63%

0,96%

01-10-13

2,52%

1,34%

0,09%

0,20%

1,63%

0,95%



43

Bijlage 2 Leerlingpopulatie SBO-scholen naar postcode Laurentius

Het Avontuur postcode 2631

21,00

SBO Het Avontuur

2632

11,00

SBO Het Avontuur

2641

5,00

SBO Het Avontuur

2645

2,00

de Bouwsteen postcode

postcode

SSBO Laurentius

2282

1,00

SSBO de Bouwsteen

2498

1,00

SSBO Laurentius

2289

1,00

SSBO de Bouwsteen

2611

2,00

SSBO Laurentius

2497

2,00

SSBO de Bouwsteen

2612

4,00

SSBO Laurentius

2533

1,00

SSBO de Bouwsteen

2613

4,00

SSBO Laurentius

2611

3,00

SSBO de Bouwsteen

2614

5,00

SSBO Laurentius

2612

4,00

SSBO de Bouwsteen

2622

2,00

SSBO Laurentius

2613

9,00

SSBO de Bouwsteen

2623

2,00

SSBO Laurentius

2614

12,00

SSBO de Bouwsteen

2624

7,00

SSBO Laurentius

2622

11,00

SSBO de Bouwsteen

2625

19,00

SSBO Laurentius

2623

3,00

SSBO de Bouwsteen

2628

3,00

SSBO Laurentius

2624

16,00

SSBO de Bouwsteen

2635

1,00

SSBO Laurentius

2625

52,00

SSBO de Bouwsteen

2642

1,00

SSBO Laurentius

2628

8,00

SSBO de Bouwsteen

2645

2,00

SSBO Laurentius

2631

2,00

SSBO de Bouwsteen

2652

1,00

SSBO Laurentius

2635

6,00

SSBO Laurentius

2636

1,00

SSBO Laurentius

2641

2,00

SSBO Laurentius

2642

4,00

SSBO Laurentius

2645

13,00

SSBO Laurentius

onbekend

1,00

44

SBO Het Avontuur



45

Bijlage 3 Specificatie Rugzakken naar school en naar type

bao

RK Basissch de Oostpoort

0

0

0

0

0

0

1

0

bao

Cornelis Musiusschool

0

1

0

0

0

0

0

1

bao

Bernadette Mariaschool

0

0

0

0

0

0

0

0

bao

Obs de Omnibus

0

0

0

0

0

0

0

0

bao

Mgr Bekkersschool

0

0

0

0

0

0

0

0

bao

Freinetsch Delft Opb Bso

3

0

1

0

0

1

0

0

bao

Titus Brandsmaschool

0

1

0

0

0

0

0

2

bao

Chris Het Mozaiek

4

1

0

0

0

0

0

0

bao

Regenboog-School

0

1

1

0

0

0

0

1

bao

De Bonte Pael

1

0

1

0

0

0

0

0

bao

PC Bs Max Havelaar

0

1

0

0

0

0

0

1

bao

De Wilgenhoek

0

0

0

0

0

0

1

1

bao

Basisschool de Eglantier

0

0

0

0

0

0

0

0

bao

Chr Basissch de Horizon

0

0

0

0

0

0

1

0

Chr Basissch Rembrandt

0

1

0

0

0

0

0

0

cluster 4

LG

LZ

MG

ZMLK

ZMLK BB

cluster 1

cluster 2

bao

Openbare Basisschool

0

0

0

0

0

0

0

1

bao

Chr Basisschool de Ark

1

1

0

0

0

0

0

2

bao

Basisschool Kon Beatrix

2

0

0

0

0

0

0

0

bao

Montessorisch Jan Vermeer

2

0

1

0

0

0

0

1

bao

Het Galjoen

0

1

0

0

0

0

0

0

bao

De Kwakel

0

0

0

0

0

0

0

2

bao

St Jozef Basisschool

0

1

1

0

0

0

0

1

bao

Chr Basisschool de Bron

1

1

1

0

0

0

0

1

bao

Basisschool Sint Jozef

0

0

0

0

0

0

0

0

bao

De Poolster

0

0

0

0

1

0

0

0

bao

CBS Het Talent

0

0

0

0

0

0

0

1

bao

OBS S Carmiggelt

0

1

0

0

0

0

1

0

bao

Delftse Montessorischool

1

1

0

0

0

0

0

0

bao

o.b.s. De Eglantier Tanthof

0

0

1

0

1

0

0

1

bao

Chr Basissch De Triangel

1

0

0

0

0

0

0

0

bao

De Oosthoek school

0

0

0

0

0

0

0

0

bao

Pr Maurits Basisschool

1

0

0

0

0

0

0

0

bao

De Klimophoeve v KBSO

0

0

0

0

0

0

0

0

Maria Basisschool

0

0

0

0

0

0

0

1

sty

Naam

bao

bao

PC Basissch De Regenboog

0

1

0

0

0

1

0

0

bao

bao

RK Bs St. Joseph

3

0

1

0

0

0

0

0

bao

OBS Vuurvogel

0

0

0

0

0

0

1

5

bao

Basisschool Boterdorp

0

0

0

0

0

0

0

0

sbao

SSBO De Prinsenhof

1

1

1

0

3

0

0

0

bao

Chr Basissch De Wiekslag

0

0

0

0

0

0

0

0

sbao

SSBO de Bouwsteen

0

1

0

1

2

0

0

0

bao

Basisschool Pius 10

2

1

0

0

0

0

0

0

sbao

SSBO Laurentius

3

1

1

0

3

0

0

2

bao

De Vrije School Widar

0

1

1

0

0

0

0

0

bao

Obs Groenehoek

2

0

0

0

1

0

0

0

bao

Chr Basisschool De Ark

1

0

0

0

1

0

1

2

bao

RK BS Willibrord

2

1

0

0

0

0

0

0

bao

Basisschool Anne Frank

0

0

0

0

0

0

0

1

bao

PC BS De Acker

3

1

0

0

0

1

1

0

bao

Prins Johan Frisoschool

2

1

0

1

1

0

1

2

bao

RK BS Het Spectrum

1

2

0

0

0

0

0

0

bao

RK Bs Maria

0

1

0

0

0

0

1

0

bao

RK Bs De Waterwilg

1

1

0

0

0

0

0

0

PC BSO Ackerweide

4

0

3

0

0

0

0

1

bao

CBS De Regenboog

0

0

0

0

0

1

0

0

bao

bao

Chr Basisschool De Poort

0

0

0

0

0

0

0

0

bao

Obs De Bonte Tol

0

1

0

0

1

0

1

3

bao

Delftsche Schoolver

0

1

0

0

0

0

0

0

bao

Basisschool De Klipper

1

0

0

0

0

0

0

0

bao

Prins W Alexanderschool

1

2

0

0

0

2

0

1

bao

RK Basisschool Het Baken

0

1

0

0

0

0

0

0

bao

RK Bs Johannes

0

0

1

0

0

0

0

0

bao

De Gouden Griffel

0

0

0

0

0

0

0

1

bao

OBS De Tweemaster

0

0

0

0

0

0

0

0

bao

CBS Prinses Maxima

0

0

0

0

0

0

0

0

bao

Basisschool De Vlinderboom

0

0

0

0

0

0

0

0

bao

OBS de Meander

0

0

0

0

0

0

0

1

bao

Bs Willem Alexander

0

0

0

0

0

0

0

0

bao

De Keizerskroon

0

0

0

0

0

0

0

0

bao

Gabrielschool

0

0

0

0

0

0

0

0

bao

De kleine kapitein

0

0

1

0

0

0

1

0

bao

Casa

0

0

0

0

0

1

0

0

bao

Gabrielschool

0

0

1

0

0

0

0

1

bao

Beatrixschool

1

1

0

0

0

0

0

1

46



47

Bijlage 4 Overzicht arrangementen (voorbeeld)

Naam arrangement

Korte omschrijving

Plaats van aanbieding

Kosten per arrangement

1. B egeleiding van één of meer leerlingen door een expert

Bijvoorbeeld observaties of gesprekken

In of buiten de lessen, in of buiten de school

€ 1.000 - € 4.000

2. Begeleiding van één of meer docenten door een expert

Bijvoorbeeld observaties of gesprekken

In of buiten de lessen, in of buiten de school

€ 1.000 - € 4.000

Buiten de lessen, in of buiten de school

€ 1.000 - € 4.000

3. Begeleiding van één of meer ouders door een expert 4. Observatie-plaatsing

Plaatsing ter observatie op hierin gespecialiseerde locaties

5.Extra menskracht beschikbaar stellen

Extra handen in de klas of in de school

Geraamd aantal ’14-’15 en ’15-‘16

Totale kosten

10 Deze vorm van Extra ondersteuning komt niet voor rekening van het samenwerkingsverband, maar voor rekening van de instelling voor onderwijs aan blinde en slechtziende leerlingen. 11 Deze vorm van Extra ondersteuning komt niet voor rekening van het samenwerkingsverband, maar voor rekening van de instelling voor dove en slechthorende leerlingen. 12 Deze vorm van Extra ondersteuning komt niet voor rekening van het samenwerkingsverband, maar voor rekening van de betreffende instantie. 13 Deze vorm van Extra ondersteuning komt niet voor rekening

In de klas of in de school

van het samenwerkingsverband, maar voor rekening van de betreffende instantie.

6. Extra ondersteuning vanuit cluster 1

Geen10

14 Deze vorm van Extra ondersteuning komt niet voor rekening van het samenwerkingsverband, maar voor rekening van de

7. E xtra ondersteuning vanuit cluster 2 8. Toekenning van kostbare hulpmiddelen

Geen11 Het hulpmiddel zal over het algemeen op school en thuis gebruikt worden

15 Deze vorm van Extra ondersteuning komt niet voor rekening Vanaf € 1.000

van het samenwerkingsverband, maar voor rekening van de betreffende instantie.

9. E xtra ondersteuning door het maatschappelijk werk

12

10. Extra ondersteuning door Jeudgzorg

13

11. Extra ondersteuning door Leerplicht

14

12. E xtra ondersteuning door GGZ instelling

15

13. Overgang van de ene school naar de andere

16

48


betreffende instantie.

16 Deze vorm van Extra ondersteuning komt niet voor rekening van het samenwerkingsverband, maar voor rekening van de betreffende instantie.


49

Bijlage 5 Bedragen per school Programma 1.A. Facilitering basisscholen

01-10 2012

Voorlopig programma 1A

12XN00

Beatrixschool

Julianalaan 2

2641HC

Pijnacker-Nootdorp

250

€ 18.750,00

13FA00

RK Basissch de Oostpoort

Oosteinde 6

2611SN

Delft

289

€ 21.675,00

13KK00

Cornelis Musiusschool

Prins Mauritsstraat 37

2628SR

Delft

119

€ 8.925,00

13PI00

Bernadette Mariaschool

Aan 't Verlaat 30

2612XZ

Delft

239

€ 17.925,00

13QZ00

Obs de Omnibus

Poptahof Noord 448

2624RZ

Delft

345

€ 25.875,00

13WS00

Mgr Bekkersschool

Isaac da Costalaan 313

2624ZA

Delft

155

€ 11.625,00

13YL00

Freinetsch Delft Opb Bso

Loevesteinplaats 8

2613LE

Delft

455

€ 34.125,00

14DJ00

Titus Brandsmaschool

van Rijslaan 6

2625KX

Delft

252

€ 18.900,00

14FM00

Chris Het Mozaiek

Caspar Fagelstraat 65

2613GV

Delft

324

€ 24.300,00

14GD00

Regenboog-School

Kraanvogelstraat 2

2623MZ

Delft

191

€ 14.325,00

14IX00

De Bonte Pael

Bikolaan 113

2622EE

Delft

164

€ 12.300,00

14KW00

PC Bs Max Havelaar

Voorstraat 30

2611JR

Delft

376

€ 28.200,00

14LL00

De Wilgenhoek

Pastoor Velthuijsestraat 4

2651GR

Lansingerland

188

€ 14.100,00

BRIN

Naam

Adres

Postcode Gemeentenaam

03EU00

Openbare Basisschool

De Poort 6

2631PT

Pijnacker-Nootdorp

432

€ 32.400,00

14MR00

Basisschool de Eglantier

Ina Boudier-Bakkerstraat 2

2624NX

Delft

311

€ 23.325,00

03HH00

Basisschool Kon Beatrix

Westersingel 2

2651CP

Lansingerland

208

€ 15.600,00

15AL00

Chr Basissch de Horizon

Brahmslaan 42

2625BW

Delft

356

€ 26.700,00

04HY00

Het Galjoen

Achterdijkshoorn 7

2635MK

Midden-Delfland

264

€ 19.800,00

15FT00

Chr Basissch Rembrandt

Rooseveltlaan 49

2625GM

Delft

216

€ 16.200,00

04KU00

St Jozef Basisschool

Sportparkweg 6-8

2631GA

Pijnacker-Nootdorp

668

€ 50.100,00

15FT01

Chr Basisschool de Ark

Lepelaarstraat 1

2623NW

Delft

121

€ 9.075,00

04LN00

Basisschool Sint Jozef

Schoolplein 2

2636GB

Midden-Delfland

261

€ 19.575,00

15IE00

Montessorisch Jan Vermeer

Maria Duystlaan 2

2612SR

Delft

362

€ 27.150,00

04LP00

CBS Het Talent

Achterdijkshoorn 9

2635MK

Midden-Delfland

208

€ 15.600,00

15JV00

De Kwakel

Chrysantenhof 20

2651XK

Lansingerland

271

€ 20.325,00

04MF00

Delftse Montessorischool

Jacoba van Beierenlaan 166

2613JK

Delft

206

€ 15.450,00

15LQ00

Chr Basisschool de Bron

Angolastraat 3

2622EA

Delft

274

€ 20.550,00

04ND00

Chr Basissch De Triangel

Florijnstraat 7

2645HH

Pijnacker-Nootdorp

462

€ 34.650,00

15MH00

De Poolster

Esdoornlaan 13

2651RC

Lansingerland

343

€ 25.725,00

04OJ00

Pr Maurits Basisschool

Orionstraat 1-2

2651GS

Lansingerland

€ 6.525,00

15NM00

OBS S Carmiggelt

Fuutlaan 13

2623MX

Delft

177

€ 13.275,00

04UW00

PC Basissch De Regenboog

Koningin Julianastraat 1

2631BK

Pijnacker-Nootdorp

340

€ 25.500,00

15PZ00

o.b.s. De Eglantier Tanthof

Derde Werelddreef 29

2622HB

Delft

168

€ 12.600,00

05IS00

RK Bs St. Joseph

Acacialaan 8

2641AC

Pijnacker-Nootdorp

231

€ 17.325,00

16DB00

De Oosthoek school

IJsvogellaan 14

2665ES

Lansingerland

175

€ 13.125,00

05MJ00

Basisschool Boterdorp

de Zilverspar 14

2661AP

Lansingerland

244

€ 18.300,00

16EL00

De Klimophoeve v KBSO

Hoefweg 49

2665CB

Lansingerland

250

€ 18.750,00

05MM00

Chr Basissch De Wiekslag

IJsvogellaan 1-3

2665ES

Lansingerland

199

€ 14.925,00

17KG00

Maria Basisschool

Oranje Nassauplein 27

2635HX

Midden-Delfland

658

€ 49.350,00

06OP00

Basisschool Pius 10

de Goudwinde 1

2661KZ

Lansingerland

322

€ 24.150,00

18DR00

OBS Vuurvogel

de Zilverspar 14

2661AP

Lansingerland

144

€ 10.800,00

06RE00

De Vrije School Widar

de Meesterstraat 2

2613XB

Delft

210

€ 15.750,00

25KN00

Obs Groenehoek

Stampioendreef 7

2661SR

Lansingerland

288

€ 21.600,00

06WU00

Chr Basisschool De Ark

Sint Maartensregtplein 15

2636GC

Midden-Delfland

134

€ 10.050,00

25KP00

RK BS Willibrord

Stampioendreef 9

2661SR

Lansingerland

549

€ 41.175,00

07FY00

Basisschool Anne Frank

Lijsterlaan 8

2665TK

Lansingerland

264

€ 19.800,00

25KR00

PC BS De Acker

Stampioendreef 5

2661SR

Lansingerland

390

€ 29.250,00

07LA00

Prins Johan Frisoschool

Oudelandselaan 147

2652ER

Lansingerland

369

€ 27.675,00

26AT00

RK BS Het Spectrum

Florijnstraat 5

2645HH

Pijnacker-Nootdorp

507

€ 38.025,00

07VK00

RK Bs Maria

Ru Paresingel 1

2642CR

Pijnacker-Nootdorp

426

€ 31.950,00

27CG00

RK Bs De Waterwilg

De Poort 4

2631PT

Pijnacker-Nootdorp

651

€ 48.825,00

07XI00

CBS De Regenboog

Eiberplein 3

2661BP

Lansingerland

209

€ 15.675,00

27CK00

PC BSO Ackerweide

Gantellaan 7

2642JK

Pijnacker-Nootdorp

457

€ 34.275,00

07XM00

Chr Basisschool De Poort

Dorpsstraat 44

2665BJ

Lansingerland

226

€ 16.950,00

27JX00

Obs De Bonte Tol

Gantellaan 5

2642JK

Pijnacker-Nootdorp

337

€ 25.275,00

08CF00

Delftsche Schoolver

Koningsplein 83

2611XG

Delft

427

€ 32.025,00

27KE00

Basisschool De Klipper

Oudelandselaan 141

2652ER

Lansingerland

433

€ 32.475,00

08VK00

Prins W Alexanderschool

Chrysantenhof 18

2651XK

Lansingerland

366

€ 27.450,00

27LY00

RK Basisschool Het Baken

Oudelandselaan 139

2652CJ

Lansingerland

562

€ 42.150,00

09AM00

RK Bs Johannes

Duivestein 27

2641LG

Pijnacker-Nootdorp

225

€ 16.875,00

28CE00

De Gouden Griffel

Annie M.G. Schmidtlaan 2

2652HJ

Lansingerland

456

€ 34.200,00

10AE00

OBS De Tweemaster

Duivestein 25

2641LG

Pijnacker-Nootdorp

113

€ 8.475,00

28CK00

CBS Prinses Maxima

Annie M.G. Schmidtlaan 6

2652HJ

Lansingerland

147

€ 11.025,00

11YJ00

Basisschool De Vlinderboom

Duivestein 23

2641LG

Pijnacker-Nootdorp

76

€ 5.700,00

28CZ00

OBS de Meander

Florijnstraat 3

2645HH

Pijnacker-Nootdorp

364

€ 27.300,00

12HQ00

Bs Willem Alexander

Groen van Prinstererlaan 1

2641CA

Pijnacker-Nootdorp

110

€ 8.250,00

29XP00

De Keizerskroon

Duivestein 29

2641LG

Pijnacker-Nootdorp

88

€ 6.600,00

12SL00

Gabrielschool

Michiel Ten Hovestraat 9

2613VX

Delft

274

€ 20.550,00

30BD00

De kleine kapitein

Stationssingel 304

2652HS

Lansingerland

107

€ 8.025,00

12SL01

Gabrielschool

Kristalweg 107

2614SH

Delft

157

€ 11.775,00

30KD00

Casa

Ru Paresingel 5

2642CR

Pijnacker-Nootdorp

75

€ 5.625,00

50


87


51

Bijlage 6

Rol betrokkenen Basisondersteuning School voert zorgplicht uit, overleg met ouders/ plaatsing in overleg. Basisondersteuning/ School, JMW en ouders overleg. Zorgbegeleiding CJG regie? 1kind – 1 plan.

Stroomschema

aanmelding

basisondersteuning

ja

plaatsing bao

basisondersteuning + zorgbeleiding

ja

betrekken ouders school / smw

1 kind - 1 plan zorgpartners regie?

extra ondersteuning

ja

betrekken LOA ouders

opstellen arrangement

- vaststellen door LOA - uitvoeren

extra ondersteuning + zorgbeleiding

ja

betrekken LOA ouders / smw

1 kind - 1 plan arrangement regie?

- vaststellen - uitvoeren

speciale lesplaats

ja

betrekken LOA ouders SBO / SO

ontwikkelingsperspectief

- toelaatbaarheid swv - plaatsing

speciale lesplaats + zorgbeleiding

ja

betrekken LOA ouders

1 kind - 1 plan regie?

vaststellen (Incl.toelaatbaarheid)

Extra ondersteuning School betrekt LOA en ouders voor overleg. ( Regie LOA) Vaststellen dat basisondersteuning onvoldoende is. Opstellen arrangement. In overleg met school en ouders stelt LOA namens swv vast. Extra ondersteuning/ School betrekt LOA en ouders voor overleg. Zorgbegeleiding Vaststellen dat basisondersteuning en extra ondersteuning onvoldoende zijn. CJG regie? 1 kind – 1 plan. Onderwijsarrangement en zorgarrangement opstellen. Zorgen voor afstemming. In overleg met ouders, school, LOA en zorgorganisatie(s) vaststellen. Speciale lesplaats School betrekt ouders, LOA en SBO/SO voor overleg. ( regie LOA) Vaststellen dat basisondersteuning en extra ondersteuning onvoldoende zijn. Opstellen ontwikkelingsperspectief. Toelaatbaarheid door swv. Speciale lesplaats/ School betrekt LOA, ouders en sbo/so voor overleg. Zorgbegeleiding CJG regie? 1 kind – 1 plan. Onderwijsperspectief en zorgarrangement opstellen. Toelaatbaarheid swv.

Opmerkingen Voor functioneren systeem is nodig: – Vertrouwen. – Openheid. – Kritisch vermogen. – Beheersbaarheid met aanvragen arrangementen en speciale lesplaatsen. – Groeiproces. Voor arrangementen komt een budget beschikbaar. (meerjarenbegroting) Voor toelaatbaarheid sbo geldt een omvang van maximaal 2 % van het aantal leerlingen in het swv ( ongeveer 400 leerlingen.) Denk aan grensverkeer en verhuzingen. Deze zijn moeilijk te beinvloeden. Voor toelaatbaarheid so. ( categorie 1 t/ 3 ) een maximale omvang van 1,3% van het aantal leerlingen in het swv ( ongeveer 260 leerlingen.) In arrangement en ontwikkelingsperspectief heldere aspecten van handelingsgericht werken. Vaststellen evaluatie, einde arrangement, terugplaatsingsbeleid en monitoring.

52



53

Bijlage 7 Voor passend onderwijs relevante criteria uit het toezichtkader van de onderwijsinspectie. 1

2

3

4

1.4

X

Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.

4.2

X

De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school.

4.4

X

De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.

4.5

X

De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school.

X

De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school.

4.7

X

Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.

5.1*

X

De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.

6.1

X

De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.2

X

De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.3

X

De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.4

X

De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

7.1*

X

De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

7.2

X

De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.

S7.3

X

De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast.

S7.4

X

De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes.

8.1

X

De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.

8.2

X

Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.

8.3*

X

De school voert de zorg planmatig uit.

8.4

X

De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.

54


4.6

8.5

X

De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden.

9.1

X

De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.

9.2

X

De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.

9.3

X

De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.

9.4

X

De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.

9.5

X

De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.

9.6

X

De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.


55

PPO Delflanden Ezelsveldlaan 2d 2611 RV Delft Postbus 698 2600 AR Delft 015 - 256 87 10 www.ppodelflanden.nl

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Delflanden. Ondersteuningsplan incl. meerjarenbegroting

Recommend Documents