Ondersteuningsplan
Samenwerkingsverband O3 Passend primair onderwijs Oosterschelderegio PO 2902
Ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
Dit ondersteuningsplan is vastgesteld door het bestuur van de vereniging Passend primair onderwijs Oosterschelderegio d.d. 25 april 2014, volgens de in de statuten aangegeven procedure, met instemming van de ondersteuningsplanraad. Goes, april 2014
Dhr. A.H. Vis
Dhr. G.T. Pasman
Dhr. E. de Keijzer
voorzitter
Secretaris
Penningmeester
Ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
Inhoudsopgave ondersteuningsplan O3 Hoofdstukken 1. Inleiding 2. Missie en Visie 3. Beoogde resultaten passend onderwijs 4. Werkwijze in het samenwerkingsverband 5. Samenwerking met ouders 6. Organisatie van het samenwerkingsverband 7. Relatie tot gemeentelijk beleid 8. Kwaliteitsontwikkeling 9. Financiën Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Even voorstellen 1.2 Inhoud en opbouw ondersteuningsplan. 1.3 Samenhang met andere documenten 1.4 Planperiode 1.5 Totstandkoming Hoofdstuk 2 Missie en Visie 2.1 Missie van het samenwerkingsverband 2.2 Visie van het samenwerkingsverband 2.3 Relevante denkkaders en ontwikkelingen Hoofdstuk 3 Beoogde resultaten van passend onderwijs 3.1 Startsituatie 3.2 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten: onze doelen Hoofdstuk 4 Werkwijzen in het samenwerkingsverband 4.1 Basisondersteuning 4.1.1 Basiskwaliteit versus basisondersteuning 4.1.2 Handelingsgericht en opbrengstgericht werken 4.1.3 Basisondersteuning voor alle leerlingen vanuit het leerlingperspectief 4.1.4 De grens tussen basis- en extra ondersteuning 4.2 Ondersteuning van de basis 4.3 Extra ondersteuning 4.4 Toeleiding naar extra ondersteuning (routes) 4.4.1 Procedure en voorwaarden 4.4.2 Fases 4.4.3 Toelaatbaarheidsverklaring 4.4.4 Vormgeving zorgplicht 4.4.5 Extra ondersteuning nodig bij aanmelding 4.4.6 Rechtstreekse instroom vanuit voorschoolse voorzieningen of van buiten het samenwerkingsverband 4.5 Doorgaande lijn 4.5.1 Afstemming met voorschoolse voorzieningen 4.5.2 Afstemming met voortgezet onderwijs
Ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
1 1 1 2 3 3 5 5 6 7 8 8 9 11 11 11 12 13 14 14 15 17 17 19 21 22 23 23 24 24 25
Hoofdstuk 5 Samenwerking met ouders 5.1 Ouders als educatief partner 5.2 Afstemming rondom individuele leerlingen 5.3 Ouders en het samenwerkingsverband Hoofdstuk 6 Organisatie van het samenwerkingsverband 6.1 Model organisatie 6.2 De leerlingen 6.3 Medezeggenschap in de opr 6.4 Personeel en Loket O3 6.5 Coördinator 6.6 Het bestuur 6.7 De algemene vergadering 6.8 Geschillenregelingen 6.8.1 Tussen ouders en school(bestuur) 6.8.2 Tussen ouders en/of school(bestuur) en samenwerkingsverband rond toelaatbaarheid 6.8.3 Tussen schoolbestuur en samenwerkingsverband over andere zaken 6.8.4 Tussen samenwerkingsvergand en gemeenten 6.8.5 Tussen samenwerkingsverband en opr. Hoofdstuk 7 Relatie tot gemeentelijk beleid 7.1 Beleidsontwikkelingen bij gemeenten 7.2 Uitgangspunten voor samenwerking 7.3 Samenwerking met jeugdhulp 7.4 Leerlingenvervoer in relatie tot passend onderwijs 7.5 Onderwijshuisvesting in relatie tot passend onderwijs 7.6 Leerplicht in relatie tot passend onderwijs Hoofdstuk 8 Kwaliteitsontwikkeling 8.1 Monitoring en evaluatie 8.1.1 Functioneren van mensen die diensten leveren aan het samenwerkingsverband 8.2 Verantwoording 8.3 Inspectie 8.3.1 Risicomodel 8.3.2 Wettelijke voorschriften 8.3.3 Waarderingskader kwaliteit Hoofdstuk 9 Financiën 9.1 Allocatiemodel 9.2 Meerjarenbegroting Overzicht bijlagen
Ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
27 27 28 28 30 30 32 32 33 34 34 35 35 36 37 37 37 37 39 39 39 40 41 41 42 43 43 44 44 45 45 45 46 47 47 47 48
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Even voorstellen U leest het ondersteuningsplan van samenwerkingsverband O3. samenwerkingsverband O3 heeft vanaf augustus 2014 de taak passend onderwijs te organiseren voor leerlingen in het primair onderwijs in de Oosterschelderegio. Wij staan bekend onder samenwerkingsverband passend primair onderwijs Oosterschelderegio met nummer PO2902, maar hebben gekozen voor de werknaam O3. O3 staat voor: onderwijs ondersteuning Oosterschelderegio, de samenwerking tussen 3 regio’s die voorheen apart werkten: Bevelanden, Tholen en Schouwen-Duiveland, de samenwerking tussen 3 instituten die voorheen werkten met eigen regels en afspraken rond leerlingen: WSNS, REC 3 en REC 4.
In dit ondersteuningsplan legt het bestuur van samenwerkingsverband O3 afspraken vast over de wijze waarop voor leerlingen uit de gemeenten Tholen, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Kapelle, Goes, Noord-Beveland en Borsele een passende plek in het onderwijs kan worden gerealiseerd. We starten in ons denken bij de leerlingen en houden bij de afspraken die we maken steeds goed onderwijs voor leerlingen voor ogen. Alles wat we gaan organiseren heeft een goed, passend onderwijsaanbod voor alle leerlingen tot doel. 1.2 Inhoud en opbouw ondersteuningsplan In dit plan volgen we de opbouw zoals deze door de PO-raad is voorbereid op basis van het referentiekader en de wet. We geven aan hoe we de ondersteuningstoewijzing, organisatie en financiering van passend onderwijs voor onze regio voor ogen hebben.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
1
In dit ondersteuningsplan staan eerst de missie en visie (hoofdstuk 2) en beoogde resultaten (hoofdstuk 3) van het samenwerkingsverband beschreven. De visie en doelstellingen zijn uitgangspunt voor zowel de inhoudelijke (hoofdstuk 4) als de financiële aspecten (hoofdstuk 9) van passend onderwijs. De organisatie (hoofdstuk 6) moet het hele proces van ondersteuning in elke vorm faciliteren. Samenwerking en afstemming staan beschreven in hoofdstuk 5 (met ouders) en hoofdstuk 7 (met gemeenten). In hoofdstuk 8 beschrijven we hoe we onze verantwoordelijkheid verantwoorden en kwaliteit willen ontwikkelen. Wellicht bent u inmiddels termen tegengekomen waar u een vraag over heeft. Aan dit plan is om die reden een verklarende woordenlijst (bijlage 1) toegevoegd.
1.3 Samenhang met andere documenten Er is een samenhang tussen de schoolondersteuningsprofielen van de betrokken scholen binnen samenwerkingsverband O3 en het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Deze schoolondersteuningsprofielen zullen deels als bijlage terug te vinden zijn (bijlage 15). Ze vormen de basis voor het niveau van basisondersteuning (de ondersteuning die elke school geacht wordt zelfstandig te bieden). Ook zal afstemming plaatsvinden met de schoolplannen en zorgplannen die op de scholen verschijnen. Tussen het schoolplan en het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband treedt een wisselwerking op. Het bestuur van het samenwerkingsverband, bestaande uit de schoolbesturen is hiertussen de schakel. Het door het bestuur vastgestelde ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband beïnvloedt de keuzes binnen het schoolbeleid via het schoolbestuur. De beleidskeuzes en ontwikkelpunten van de scholen en hun besturen kunnen via de schoolbesturen worden ingebracht en dragen zo bouwstenen aan voor het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Ook is er samenhang met de plannen van partners als de jeugdhulp, gemeenten, cluster 1 (Visio), cluster 2 (Auris), de reformatorische samenwerkingsverbanden en het samenwerkingsverband VO. De samenwerkingsafspraken worden in het ondersteuningsplan vastgelegd.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
2
1.4 Planperiode Volgens het wettelijke kader wordt minimaal iedere vier jaar het ondersteuningsplan vastgesteld. Gezien de grote veranderingen stelt het bestuur dit ondersteuningsplan vast voor één jaar. Het plan wordt na dit jaar bijgesteld en indien nodig opnieuw vastgesteld. Het ondersteuningsplan wordt uitgewerkt in activiteitenplannen per schooljaar waarin de doelstellingen worden geconcretiseerd en in de benodigde activiteiten worden uitgeschreven. Het bestuur stelt dus ten minste éénmaal in de vier jaar een ondersteuningsplan vast. De coördinator stelt een concept voor het ondersteuningsplan op met inachtneming van de vastgestelde schoolondersteuningsprofielen. Daarbij wordt de volgende procedure gevolgd: -
Elk lid zendt het (de) vastgestelde schoolondersteuningsprofiel(en) vóór één november van het jaar voorafgaande aan de periode waarop het plan betrekking heeft aan de coördinator van het samenwerkingsverband.
-
De coördinator legt een concept-ondersteuningsplan voor aan het bestuur.
-
Vervolgens wordt het ondersteuningsplan voor 1 februari ter instemming voorgelegd aan de ondersteuningsplanraad.
-
Over het concept wordt door het bestuur op overeenstemming gericht overleg gevoerd met burgemeester en wethouders van de genoemde gemeenten.
-
Overleg wordt gevoerd met het samenwerkingsverband VO en het samenwerkingsverband voor reformatorisch onderwijs.
1.5 Totstandkoming Vanaf december 2011 zijn vertegenwoordigers van de deelverbanden van het nieuwe samenwerkingsverband een aantal maal bijeen geweest om een start te maken met het implementatietraject passend onderwijs. Op 14 februari 2012 waren (bijna) alle besturen aanwezig bij een officiële kick-off van het nieuwe samenwerkingsverband. Tijdens deze bijeenkomst van het bestuur in oprichting is een kernwerkgroep aangesteld. Deze kernwerkgroep heeft de opdracht gekregen met voorstellen te komen tot invoering van passend onderwijs en de oprichting van het nieuwe samenwerkingsverband. Deze voorstellen werden steeds voor besluitvorming voorgelegd aan het bestuur (in oprichting), waarin alle betrokken schoolbesturen zitting hadden.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
3
De kernwerkgroep heeft de volgende stappen doorlopen en documenten opgeleverd: 1
Organiseren van de startbijeenkomst, voorkeuren geïnventariseerd en een hoofdlijnennotitie opgesteld.
2
Opstellen van de intentieverklaring.
3
In samenwerking met een jurist opstellen van de statuten en samenwerkingsovereenkomst.
4
Voorbereiding en oprichting opr met bijbehorend statuut, reglement en huishoudelijk reglement.
5
Voorbereiden en opstellen ondersteuningsplan.
De genoemde documenten zijn terug te vinden op de site www.samenwerkingsverbando3.nl.
“Alle kinderen willen leren! Soms laten ze dat niet merken: dan zeggen ze: Ik heb geen zin in school.” De kinderraad
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
4
Hoofdstuk 2 Missie en Visie 2.1 Missie van het samenwerkingsverband Voor iedere leerling zorgen we als SWV gezamenlijk voor een passend onderwijsarrangement, afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerling. Uitgangspunten hierbij zijn: •
gezamenlijke verantwoordelijkheid; deels is die door de wet ingegeven, deels is het ook een bewuste keuze om de samenwerking te zoeken;
•
schoolbesturen beseffen dat zij elkaar nodig hebben en met elkaar meer bereiken dan alleen;
•
schoolbesturen beseffen dat zij speciale onderwijsvormen nodig hebben: regulier waar het kan, speciaal waar het moet. Leerlingen met specifieke behoeften hebben recht op een setting die aan die behoeften kan voldoen, leerlingen die regulier onderwijs volgen hebben in die setting recht op voldoende aandacht en ondersteuning; “Het is goed dat er speciale scholen zijn, maar ook als je iets hebt zou je op een
gewone school moeten kunnen leren. Juffen en meesters zouden ook kinderen die iets hebben moeten kunnen helpen .” De kinderraad
•
schoolbesturen willen helder communiceren dat zij recht willen doen aan diversiteit, ook in onderwijsvormen en niet streven naar inclusief onderwijs;
•
het ontwerpen van een onderwijsarrangement afgestemd op onderwijsbehoeften vraagt verdergaande aanpassingen van bovenschoolse voorzieningen, andere procedures, andere formulieren enz. dan tot op heden gevraagd wordt van scholen. Uitgangspunt daarbij is, naast de inhoudelijke verandering, zo efficiënt en effectief mogelijk te werken in de nieuwe organisatie.
Samenwerkingsverband O3 brengt samenwerking tussen de deelnemende schoolbesturen tot stand en onderhoudt deze. Zij is gericht op het bieden van een passende onderwijsplek voor alle leerlingen. Deze samenwerking vindt zijn grondslag in het wettelijk kader en het referentiekader
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
5
passend onderwijs. De visie en strategische doelstellingen zijn daarbij leidend voor de gezamenlijke vormgeving van het passend onderwijs in onze regio. 2.2 Visie van het samenwerkingsverband Onze visie schetst een breed gedragen, ambitieus en richtinggevend beeld voor het organiseren van passend onderwijs voor alle aan onze zorg toevertrouwde kinderen. De samenwerkende schoolbesturen zetten in op een maximale beweging: •
van curatieve naar preventieve onderwijsondersteuning zo dicht mogelijk bij huis,
•
van indiceren op basis van kindkenmerken naar arrangeren op basis van onderwijsbehoeften,
•
van sectoraal naar integraal denken en werken (één kind, één gezin, één plan).
Er wordt gewerkt vanuit de handelingsgerichte visie met de volgende uitgangspunten: 1. Het gaat erom dat je denkt, kijkt en praat over wat een kind nodig heeft i.p.v. hoe een kind is of doet; de onderwijsbehoeften van dit kind. 2. Het is de leerkracht die het doet! Hoe de leerkracht denkt en wat de leerkracht nodig heeft, bepaalt het succes van de begeleiding. 3. Wij streven voortdurend naar bruikbare, haalbare adviezen en kijken daarbij vooruit i.p.v. achteruit. 4. Er is samenwerking tussen leerkracht, kind, ouders, begeleiders. 5. Wij observeren, onderzoeken en bespreken de wisselwerking/interactie tussen kind, leerkracht, groep en ouders. Wat heeft invloed op wat? 6. Wij gaan uit van positieve factoren en zijn op zoek naar mogelijkheden. 7. Wij werken systematisch en zijn open en duidelijk naar elkaar; kind, ouders, leerkracht, begeleiders.
“Kinderen willen het ook graag goed kunnen.” De kinderraad
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
6
2.3 Relevante denkkaders en ontwikkelingen Onderliggend voor de missie en visie en de concrete uitwerking in dit plan zijn m.n. het handelingsgericht werken en ontwikkelingen als het Rijnlands organiseren en het duurzaam leren e.d. waarbij in het denken steeds gestart wordt bij het primaire proces (de leerkracht in de groep met de leerlingen), waarbij met en van elkaar leren en samenwerken centraal staan en waarbij gewerkt wordt vanuit vertrouwen. Deze ontwikkelingen passen bij het door het bestuur gekozen expertisemodel als basis voor de organisatie.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
7
Hoofdstuk 3 Beoogde resultaten van passend onderwijs 3.1 Startsituatie In de afgelopen jaren hebben de REC’s en samenwerkingsverbanden WSNS ernaar gestreefd de juiste zorg te bieden voor de leerlingen die aan hun zorg waren of werden toevertrouwd binnen de wettelijke kaders. Die wettelijke kaders waren beperkend. Binnen WSNS was relatief veel beleidsruimte, maar werd wel gewerkt met een verplichte PCL op basis van slagboomdiagnostiek. De laatste jaren gingen naast kindcriteria ook omgevingscriteria een grotere rol spelen in de besluitvorming. De LGF- regeling binnen de REC’s kende zijn beperkingen vooral in het alles-of-niets systeem en de dwingende kindcriteria. Door de alles-ofniets systematiek was de prikkel om indicaties aan te vragen te groot. Dit heeft in combinatie met de open eind financiering geleid tot overschrijding van het budget. Bij indicatie en keuze voor een rugzak was er een ‘vast’ aanbod: ambulante begeleiding met wettelijke planverplichting en een vast bedrag aan middelen. Binnen die kaders hebben de clusters samen met de scholen gezocht naar een meer vraaggestuurd, passend aanbod. De dwingende kindcriteria hebben geleid tot indicerende diagnostiek (labeling) waar men inhoudelijk streefde naar meer handelingsgericht denken en werken en in een omgeving waar de middelen om te diagnosticeren afnamen. Ook vielen leerlingen met fikse problemen buiten de regeling, omdat ze net niet aan de criteria voldeden, niet gediagnosticeerd werden of niet precies bij een bepaald cluster pasten. De doelgroep waarvoor we in het verleden werkten of waar we ons voor verantwoordelijk voelden vertoonde overlap en werd naar elkaar doorverwezen via stromen met eigen regels en afspraken waarbij soms ook leerlingen tussen en wal en schip vielen. Vanaf nu werken (bijna) alle schoolbesturen samen voor (bijna) alle leerlingen in het primair onderwijs in de Oosterschelderegio. Kortom: we zien veel kansen en mogelijkheden om een passender, flexibeler, meer vraaggestuurd, sterker, efficiënter en goedkoper systeem in te richten.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
8
3.2 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten: onze doelen 1. Alle kinderen in de primair onderwijsleeftijd in de Oosterschelderegio gaan naar school. 2. Het onderwijs wordt zo thuisnabij mogelijk verzorgd. 3. Het onderwijs in de scholen van samenwerkingsverband O3 is in ontwikkeling conform de afspraken die we met elkaar maken in de jaarplannen. Er zijn ambitieuze schoolplannen en schoolondersteuningsprofielen. 4. Het werken met een ontwikkelperspectief wordt doorontwikkeld, gekoppeld aan het ontvangen van extra ondersteuning, zodat naast het handelen en afstemmen ook het uitstroomperspectief van het kind en de lange termijn goed in beeld zijn. 5. Bij het aanvragen van extra ondersteuning wordt uitgegaan van wat in deze situatie wél kan en wat nodig is om dit kind te laten slagen (onderwijs- en ondersteuningsbehoeften). 6. Ouders en leerlingen zijn betrokken bij aanvragen en ontwikkelperspectieven. 7. Wanneer school en ouders het niet eens (dreigen te) worden, wordt tijdig hulp gezocht ter voorkoming van een conflict. 8. Van aanvraag tot start van het arrangement duren de procedures maximaal 8 schoolweken. 9. Het percentage leerlingen waarvoor scholen uitgebreide en langdurige begeleiding nodig hebben daalt t.o.v. het percentage rugzakken op 1 augustus 2014. 10. Het percentage langdurige verwijzingen naar een speciale setting daalt t.o.v. het percentage op 1 augustus 2014. 11. Er is een kinderraad actief die invloed heeft op het beleid. De kinderraad komt minimaal twee maal per jaar bij elkaar om het bestuur te adviseren. 12. Er wordt in het samenwerkingsverband binnen de basisondersteuning en binnen het
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
9
loket samengewerkt met jeugdhulporganisaties. Eén kind, één gezin, één plan. 13. De ouders en leerlingen die binnen het samenwerkingsverband ondersteuning ontvangen zijn hierover tevreden. Dit wordt jaarlijks gemeten. 14. De scholen zijn tevreden over het samenwerkingsverband. Dit wordt jaarlijks gemeten. 15. De inspectie is tevreden over het samenwerkingsverband.
“Je moet ook als kind wel zelf kiezen. Wat jij als kind vindt is ook wel heel belangrijk.” De kinderraad
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
10
Hoofdstuk 4 Werkwijzen in het samenwerkingsverband 4.1 Basisondersteuning De basisondersteuning is de ondersteuning die elke school in het samenwerkingsverband geacht wordt zelfstandig te bieden. Elke school werkt aan haar kwaliteit en stemt zo goed mogelijk af op de onderwijsbehoeften van haar leerlingen. Voor veruit de meeste leerlingen is de basisondersteuning die wordt geboden in de reguliere basisscholen in de regio voldoende om de basisschool goed af te ronden. Waar mogelijk en nodig wordt de jeugdhulp betrokken bij het basisaanbod. Zo lang daarmee de leerling een passend uitstroomperspectief heeft en de school of leerling heeft geen andere
“Juffen en meesters
ondersteuningsbehoeften, is er sprake van basisondersteuning.
passen zich aan aan
In deze paragraaf beschrijft het samenwerkingsverband wat de basisondersteuning
het kind.”
in de Oosterschelderegio inhoudt: wat wordt van elke school verwacht? Mocht een
De kinderraad
school (nog) niet zelfstandig aan de basisondersteuning kunnen voldoen, dan is de school zelf verantwoordelijk voor het verbeteren van de kwaliteit, de benodigde scholing en/of het inkopen of inhuren van benodigde begeleiding. Of men via een aanvraag een beroep kan doen op het samenwerkingsverband is ter beoordeling van Loket O3 (zie hoofdstuk 6). De standaarden voor de basisondersteuning zijn ook opgenomen in bijlage 13.
4.1.1 Basiskwaliteit versus basisondersteuning Kwaliteit van onderwijs vinden we in eerste instantie een zaak van de scholen en hun besturen. Natuurlijk is een goede basiskwaliteit van belang voor de ondersteuning van leerlingen met extra onderwijsbehoeften, maar er is al een instantie die de basiskwaliteit beoordeelt. Ook willen we geen relatie leggen tussen het wel of niet voldoende scoren in de ogen van de inspectie en het wel of niet ontvangen van middelen voor basis- of extra ondersteuning. In de schoolondersteuningsprofielen geven scholen hun eigen reflectie op de standaarden van
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
11
de inspectie. We gaan er als samenwerkingsverband van uit dat scholen niet tevreden zijn met enkel de basiskwaliteit en dat zij ook zelf ontwikkelpunten destilleren vanuit het inspectiekader. Standaard 1: de school is gericht op ontwikkeling, ontwikkelt zijn basiskwaliteit en dat is zichtbaar in het schoolplan en jaarplan.
4.1.2 Handelingsgericht en opbrengstgericht werken Uit de schoolondersteuningsprofielen opgesteld in 2013 blijkt dat bijna elke school handelingsgericht en opbrengstgericht werken als ontwikkeldoelen heeft. Voor (de leerlingen van) het samenwerkingsverband is ten aanzien van OGW met name van belang dat scholen goede ontwikkelperspectieven kunnen opstellen met een beredeneerd onderwijsaanbod, uitstroomperspectief en concrete doelen. Bredere inzet van OGW zal verder vooral merkbaar zijn binnen de basiskwaliteit. Aangezien het traject van ondersteuningstoewijzing gebaseerd wordt op handelingsgericht werken is het voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften (en andere ook) van belang dat scholen hun aanvragen voor ondersteuning handelingsgericht formuleren en opbouwen. Dit betekent dat zij de onderwijsbehoeften van leerlingen kunnen bepalen, kunnen beschrijven en als uitgangspunt voor het handelen nemen, dat zij de eigen ondersteuningsbehoeften in kaart kunnen brengen en ook kunnen aangeven waar de mogelijkheden van de school ontoereikend zijn om aan de onderwijsbehoeften te kunnen voldoen. In de schoolondersteuningsprofielen hebben de scholen zelf geëvalueerd welke ontwikkelpunten zij nog zien voor zichzelf vanuit de zeven uitgangspunten van HGW. Het meer betrekken van leerlingen bij hun leerdoelen, leerproces en het bepalen van hun onderwijsbehoeften wordt door velen genoemd en zo ook de samenwerking met ouders. Dat laatste is ook van belang voor goede ondersteuningsprocessen in het bovenschools niveau. Dit levert de volgende standaarden voor de basisondersteuning op: Standaard 2: de school stelt ontwikkelperspectieven op met daarin een beredeneerd onderwijsaanbod, uitstroomperspectief en concrete doelen. Standaard 3: de school betrekt leerlingen en hun ouders bij het opstellen van het ontwikkelperspectief.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
12
Standaard 4: de school beschrijft de onderwijsbehoeften van leerlingen in de vijf domeinen (aandacht en tijd, gebouw, samenwerking, deskundigheid en voorzieningen) en betrekt leerlingen en hun ouders hierbij. Standaard 5: de school brengt bij aanvragen de eigen ondersteuningsbehoeften in kaart. Standaard 6: de school geeft aan waar de mogelijkheden van de school ontoereikend zijn om aan de onderwijsbehoeften te kunnen voldoen. Standaard 7: de school is in staat om in trajecten rond leerlingen met extra onderwijsbehoeften ouders als partner mee te nemen en eensluidend tot een aanvraag te komen. Daar waar dit niet lukt, vraagt de school tijdig ondersteuning zodat escalaties voorkomen worden.
4.1.3 Basisondersteuning voor alle leerlingen vanuit het leerlingperspectief Wij menen dat basisondersteuning gaat over de onderwijsbehoeften van alle leerlingen in de school. Volgens de leerlingen in de kinderraad betekent dat: Ik heb behoefte aan: een goede leerkracht die zorgt dat we veel leren voor later, zoals hoe je dingen op kan lossen, hoe je met elkaar om moet gaan, hoe je het best kunt leren, dat je het best moeilijke dingen eerst kunt doen bijvoorbeeld, die me leert plannen, die les geeft ook met computers e.d., niet alleen uit boeken, die energizers doet, zodat je weer energie krijgt tussendoor, die mij ook laat doen wat ik goed kan, die zorgt dat ik de lessen snap en soms wat langzamer gaat als ik dat vraag, die me soms zelf laat kiezen in de volgorde van wat ik ga doen, die me zelf laat kiezen om mee te doen of apart te oefenen, die me zelf laat kiezen welk niveau ik volg, dat weten we zelf ook wel goed, die ook dingen doet die ze zelf goed kan.
Standaard 8: de school werkt binnen plannen en HR beleid aan de kerncompetenties van alle leerkrachten waar het gaat om relatie, competentie en autonomie van leerlingen.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
13
Volgens de kinderraad heeft een leerling die moeite heeft met leren of zich niet prettig voelt op school behoefte aan een leerkracht: die me extra uitleg en hulp geeft, die makkelijker werk geeft, die me op een rustige plek laat werken in de school, die me werk laat afmaken op een moment dat ik prettig vind, in overleg, die aankondigt dat iets gaat gebeuren: over vijf minuutjes gaan we…, die mij en mijn ouders en misschien de intern begeleider of de directeur ook mee laat beslissen of ik beter naar een speciale school kan.
Standaard 9: de school werkt binnen plannen en HR beleid aan de kerncompetenties van alle leerkrachten waar het gaat om het ondersteunen van leerlingen met extra onderwijsbehoeften.
4.1.4 De grens tussen basis- en extra ondersteuning in concrete onderwijsbehoeften In veel beschrijvingen van basisondersteuning wordt gewerkt met preventieve en licht curatieve ondersteuning als onderdeel. Er wordt dan aangegeven voor welke problematieken men zelf verantwoordelijk is en voor welke men bij het samenwerkingsverband terecht kan. Een dergelijk onderscheid is wel te maken, maar we hebben dat geprobeerd te beschrijven in onderwijsbehoeften in de vijf domeinen. We verwachten namelijk van scholen dat zij deze behoeften kunnen beschrijven en het samenwerkingsverband heeft een weegmodel nodig. In bijlage 14 staat de grens aan de basisondersteuning verwoordt in onderwijsbehoeften.
4.2 Ondersteuning van de basis Het samenwerkingsverband ondersteunt de scholen in het doorontwikkelen van de basisondersteuning door scholing te organiseren, via netwerken, uitwisseling van interne specialisten en ervaringsdeskundigheid, het stimuleren van schoolbezoeken en zichtbaar maken van good practice via uitwisseling en film.
“Ik doe veel dingen apart, soms is dat niet leuk, want dan wil ik meedoen.” ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
De kinderraad
14
De thema’s voor scholing/ondersteuning in de eerste jaren zijn op grond van de ondersteuningsprofielen: vergroting van bekwaamheid van leerkrachten rond het vergroten van de verantwoordelijkheid van leerlingen zelf (autonomie), minder uitgaan van leerstofjaarklasseninstructie, afstemming in combinatiegroepen.
4.3 Extra ondersteuning Regelmatig kunnen scholen niet zelfstandig aan de onderwijsbehoeften van een leerling voldoen. Hiervoor biedt het samenwerkingsverband ondersteuningsmogelijkheden. Binnen de geboden arrangementen wordt altijd eerst gestreefd naar voortzetten van het onderwijs in een reguliere setting. Ondersteuning vanuit de jeugdhulp is, indien nodig, onderdeel van de extra ondersteuning en ook deze is gericht op versterking van een reguliere school- en thuissituatie. Er zijn arrangementen aan te vragen voor o.a. kortdurende begeleidingstrajecten van de leerling zelf (kindercoach, sova, weerbaarheid, rouw). Er zijn arrangementen voor langdurig zieke leerlingen. Er zijn ook trajecten mogelijk gericht op de interactie tussen de leerkracht en de leerling, intensiever dan bijvoorbeeld middels hgpd (dat valt onder de basisondersteuning): denk aan: SVIB, hgb/ab. Het is wel voorwaarde dat er in de school dan al gericht is gewerkt aan de interactie (bijvoorbeeld middels hgpd). Er kan geen verkapte coaching of nascholing via het Loket worden aangevraagd. Er kunnen (onderdelen van) arrangementen geboden worden gericht op het aanpassen van de omgeving: bijvoorbeeld uitleen van materialen, meubilair of aanpassingen in het gebouw (in overleg met gemeente). Voor situaties waarin, in de reguliere setting, ook met extra ondersteuning, niet aan de onderwijsbehoeften kan worden voldaan wordt bekeken of een tijdelijke of part-time plaatsing perspectief kan bieden. Hiertoe worden mogelijkheden o.a. op de huidige SBO en/of SO voorzieningen van cluster 3 en 4 in de regio. In verband met het leerlingenvervoer zijn hierover afspraken met de gemeenten.
“Als ze op een gewone school niet weten hoe ze me kunnen helpen dan zou ik kiezen voor een speciale school.” ondersteuningsplan schooljaar 2014-2015 versie 8 DeO3kinderraad
15
Tenslotte kan ook een fulltime plaatsing nodig zijn. Binnen samenwerkingsverband O3 hebben we een aanbod voor: •
Leerlingen die behoefte hebben aan een sterk aangepast leerprogramma in de brede zin, versterken van het zelfbeeld en klasgenoten met vergelijkbare behoeften.
•
Leerlingen die behoefte hebben aan (bijna) individuele begeleiding, zeer specifieke methodieken en gerichte aandacht voor de zelfredzaamheid.
•
Leerlingen met behoefte aan een sterk gestructureerde schoolomgeving met ruimte voor individuele aandacht en begeleiding en specifieke aandacht voor het opbouwen van sociale competenties en zelfredzaamheid.
•
Leerlingen die behoefte hebben aan aanpassingen in materiele zin of in het gebouw en/of aan medische ondersteuning die in de reguliere setting niet te realiseren zijn.
•
Leerlingen met een combinatie van bovenstaande behoeften.
In bijlage 4 is een overzicht van de speciale (basis)scholen die in onze regio staan met in bijlage 16 hun profielen. Voor leerlingen met bovenstaande behoeften voor wie een speciale (basis)school buiten het samenwerkingsverband dichter bij huis is, worden afspraken gemaakt met het bestuur van die scholen en de gemeente. Dat geldt ook voor leerlingen waarvan ouders de voorkeur geven aan een school met reformatorische grondslag. In bijlage 5 is een overzicht opgenomen van speciale scholen buiten ons samenwerkingsverband waar leerlingen uit de Oosterschelderegio heen gaan. Voor leerlingen met behoeften gekoppeld aan visuele beperkingen (blind en slechtziend) heeft samenwerkingsverband O3 afspraken met VISIO. Voor leerlingen met behoeften gekoppeld aan het gehoor of de taal-spraakontwikkeling (doof, slechthorend, ernstige taal-spraakproblemen) heeft samenwerkingsverband O3 afspraken met Auris zowel voor ambulante arrangementen als met SO De Kring voor eventuele plaatsing. Voor
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
16
leerlingen met epilepsie zijn er afspraken met het landelijk werkverband onderwijs en epilepsie. Zie voor al deze afspraken bijlage 12. 4.4 Toeleiding naar extra ondersteuning (routes) In dit hoofdstuk beschrijven we hoe arrangementen worden toegekend. Met opzet wordt gesproken over het meervoud 'routes'. Niet elke signalering vindt immers plaats binnen de reguliere basisschool. De route vanuit mogelijke andere startpunten worden uitgewerkt in paragraaf 4.5. 4.4.1 Procedure en voorwaarden In Zeeland is een model ontwikkeld voor de ondersteuningstoewijzing: het HOT model: handelingsgericht ondersteuning toewijzen. Ook samenwerkingsverband O3 baseert zich in haar procedures op dit model. Leerkrachten raken middels de HGW cyclus (zie afbeelding) steeds meer vertrouwd met het denken vanuit onderwijsbehoeften en eigen ondersteuningsbehoeften. Binnen de cyclus in de school worden stappen gezet wanneer de leerkracht niet meer op eigen kracht de doelen behaalt met een leerling of niet meer aan de onderwijsbehoeften kan voldoen. Leerling en ouders worden bevraagd in deze fase en er wordt een handelingsplan (en/of aanpassing in het groepsplan) en/of een ontwikkelingsperspectief opgesteld.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
17
De school stelt, wanneer zij extra ondersteuning bij het samenwerkingsverband willen aanvragen een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op en moet dit voorleggen aan de ouders. Ouders hebben instemmingsrecht op het handelingsdeel van het plan. In het ontwikkelingsperspectiefplan voor een leerling in het regulier onderwijs zijn in ieder geval opgenomen: “In de pauze wil • • •
het te verwachten uitstroomniveau van de leerling en een onderbouwing
ik graag even
daarvan;
naar buiten,
onderdeel van die onderbouwing zijn in ieder geval de stimulerende en
even wat
belemmerende factoren die van invloed zijn op het onderwijsproces;
anders.”
de (eventuele) afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma en de te
De kinderraad
bieden begeleiding en ondersteuning Scholen voor speciaal onderwijs nemen in hun ontwikkelingsperspectief alleen de eerste twee punten op. Een deel van de bovenstaande gegevens wordt door scholen voor leerlingen gedocumenteerd in handelingsplannen ofwel groepsplannen en/of in het leerlingvolgsysteem. Doel van het verplicht invoeren van een ontwikkelingsperspectief gekoppeld aan het ontvangen van extra ondersteuning is dat naast het aanbod ook het lange termijnperspectief goed in beeld is. Soms is het opstellen van een ontwikkelingsperspectief onderdeel van de aanvraag (bijvoorbeeld bij een instromende kleuter). Pas wanneer het voldoen aan de onderwijsbehoeften van de leerling de mogelijkheden van de school en binnen het bestuur overstijgt zijn er ondersteuningsbehoeften bij de school en wordt een aanvraag voor extra ondersteuning gedaan via de trajectbegeleider van de school.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
18
4.4.2 Fases •op school o.l.v. trajectbegeleider
voorstelfase
Weging en arrangeren
•Loket O3
eventueel
plaatsing
• TLV commissie in Loket O3
Voorstelfase: trajectbegeleider
De handelingsgerichte aanvraag
Leerling, ouders, leerkracht en evt. jeugdhulp
De trajectbegeleider vanuit Loket O3 maakt een afspraak op de school. Er wordt gesproken met de leerling, de ouders, de intern begeleider en de leerkracht. De directeur en eventuele zorgpartners worden betrokken indien nodig. De opbrengst van de gesprekken/ het gesprek is een aanvraagvoorstel waarin beschreven staat: •
de onderwijsbehoeften van de leerling geclusterd in de vijf domeinen: o
aandacht en tijd
o
deskundigheid in de school
o
voorzieningen
o
gebouw
o
samenwerking met ketenpartners
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
19
• de reden/onderbouwing dat men niet meer zelfstandig aan de Loket O3: Deskundigen met ervaring op het gebied van begeleiden. Afgevaardigd door schoolbesturen of zorgaanbieders.
onderwijsbehoeften kan voldoen • de ondersteuningsbehoeften van de school • de ondersteuningsbehoeften van ouders • het beoogde uitstroomperspectief mét ondersteuning Bij de aanvraag wordt de documentatie van het tot dan toe gelopen traject meegegeven. Deze gegevens worden uit het leerlingdossier en leerlingvolgsysteem gehaald, mogelijk op termijn overgeladen via de overstapservice onderwijs naar het samenwerkingsverband.
Trajectbegeleiders worden ingezet om de scholen en de medewerkers die voor het samenwerkingsverband ingezet worden gelegenheid te geven zich het nieuwe denken en werken goed eigen te maken. Samen de nieuwe taal leren spreken en formuleren. Het idee is dat de inzet van trajectbegeleiders tijdelijk is en dat scholen na een bepaalde periode de aanvraagvoorstellen zelfstandig kunnen samenstellen.
Het arrangement
Fase weging en arrangeren
Loket O3
De trajectbegeleider neemt het aanvraagvoorstel mee naar Loket O3 of stuurt het in. In Loket O3 wordt het voorstel gewogen: ontstijgt de gevraagde ondersteuning inderdaad de afgesproken basisondersteuning? Vervolgens wordt een passend arrangement beschreven en afgesproken wie dat arrangement gaat uitvoeren. Het samenwerkingsverband verstrekt van elk advies een afschrift aan de ouders. In het loket worden ook eventuele combinatiearrangementen afgesproken: arrangementen waarin zowel een aanbod aan de (leerling op) school als aan het gezin wordt beschreven. Daarom zitten in het loket naast onderwijsexperts ook deskundigen vanuit de jeugdhulp die zorgarrangementen kunnen opstarten.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
20
TLV commissie:
Eventueel plaatsingsarrangement
Onderdeel binnen
Wanneer een tijdelijke, part-time of fulltime plaatsing gevraagd wordt, wordt
Loket O3 dat over
eerst nagegaan of een andere basisschool op een voor ouders redelijkerwijs
plaatsing gaat.
acceptabele reisafstand mogelijk wel aan de onderwijsbehoeften kan voldoen.
Bestaat uit onafhankelijk
Dit gebeurt middels een gesprek met de eventueel in aanmerking komende
orthopedagoog en plaatsingscoördinator
scholen en ouders.
met kennis van en korte lijnen met speciale scholen.
Wanneer Loket O3 besluit dat een tijdelijke, part-time of fulltime plaatsing nodig is wordt het dossier behandeld door de TLV-commissie (paragraaf 4.4.3) en wordt de gemeente van de woonplaats van de leerling geïnformeerd. Binnen Loket O3 wordt een administratie bijgehouden die maandelijks wordt gerapporteerd aan de coördinator en steeds aan bod komt in de bestuursvergadering. “Als iemand zegt: je mag naar een andere school, dan zou ik er eerst willen kijken. Als je gaat kijken, moet het wel een eerlijk beeld zijn. Een dagje meedoen of met kinderen praten.” De kinderraad
4.4.3
Toelaatbaarheidsverklaring
De TLV-commissie bestaat uit een onafhankelijk orthopedagoog en de plaatsingscoördinator. De commissie heeft tot taak of plaatsing noodzakelijk is en zo ja, welke setting dan het meest passend lijkt. Er wordt contact gelegd met de setting en een verklaring wordt afgegeven. In de toelaatbaarheidsverklaring wordt de duur en categorie vastgelegd. Het samenwerkingsverband
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
21
verstrekt van elk besluit een afschrift aan de ouders. 4.4.4 Vormgeving zorgplicht In de wet staat: indien de toelating van een leerling die extra ondersteuning behoeft, wordt geweigerd, vindt de weigering niet plaats dan nadat het bevoegd gezag er, na overleg met de ouders en met inachtneming van de ondersteuningsbehoeften van de leerling en de schoolondersteuningsprofielen van de betrokken scholen, voor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Onder andere school kan ook worden verstaan een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. O3 rekent daartoe ook een SBO. Ouders melden hun kind schriftelijk aan bij de school van hun voorkeur. Daarbij geven zij aan dat het kind extra ondersteuning nodig heeft. Soms is dit nog niet helemaal duidelijk, in paragraaf 4.4.1. beschrijven we wat dan te doen. Het aanmelden moet minimaal 10 weken voor de gewenste plaatsingsdatum. In de meeste gevallen zullen scholen kinderen die worden aangemeld plaatsen. Wanneer een kind duidelijk extra ondersteuning nodig heeft kan het zijn dat de school twijfelt of plaatsing bij hen op school verstandig is. De school heeft dan 6 weken om te bekijken of het kind kan worden toegelaten. Deze periode kan de school 1 keer met maximaal 4 weken verlengen. In die weken wordt de leerling dan wel tijdelijk geplaatst. Kan de school het kind niet toelaten? Dan moet het schoolbestuur een passende onderwijsplek op een andere school aanbieden. Dit doet het schoolbestuur in overleg met de ouders waarbij men rekening houdt met: •
de behoefte van het kind;
•
de voorkeuren van de ouders;
•
de mogelijkheden van de school en de regio.
Om deze zorgplicht te kunnen realiseren moet er binnen het samenwerkingsverband samengewerkt worden. We kiezen er in samenwerkingsverband O3 voor om die samenwerking in een vroeg stadium in te zetten.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
22
4.4.5 Extra ondersteuning nodig bij aanmelding In de praktijk zal toelating tot een reguliere school pas ter discussie staan zijn als er sprake is of lijkt te zijn van onderwijsbehoeften die de basisondersteuning duidelijk overstijgen. Soms zullen de onderwijsbehoeften van de aangemelde leerling al helder en beschreven zijn, in veel gevallen is dat niet zo. Er kunnen zich dan drie situaties voordoen: 1. Wanneer de onderwijsbehoeften helder zijn, kan men ondersteuningsbehoeften in kaart brengen en bij Loket O3 een aanvraag voor ondersteuning doen. 2. Wanneer de onderwijsbehoeften helder zijn en het bevoegd gezag kan aantonen dat de scholen, ook met ondersteuningsarrangementen in de school, er niet aan kunnen voldoen kan via Loket O3 een schooladvies gevraagd worden. 3. Wanneer de onderwijsbehoeften, en daarmee ook de ondersteuningsbehoeften, nog niet helder zijn, kan een beroep worden gedaan op Loket O3 om de onderwijsbehoeften in kaart te brengen. 4.4.6 Rechtstreekse instroom vanuit voorschoolse voorzieningen of van buiten het samenwerkingsverband Als kinderen van buiten het samenwerkingsverband of vanuit voorschoolse voorzieningen worden aangemeld bij een school gaat de zorgplicht in (paragraaf 4.4.4). Leerlingen kunnen ook rechtsreeks worden aangemeld bij een SBO of SO school. Dan geldt voor hen de zorgplicht met dezelfde regels. Kinderen van buiten het samenwerkingsverband die al een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal onderwijs hebben kunnen rechtstreeks geplaatst worden in het speciaal onderwijs. Het samenwerkingsverband van herkomst betaalt de plaats. Datzelfde samenwerkingsverband is ook verantwoordelijk voor de herinidicatie. Dit geldt zowel voor grensverkeer, de leerling woont buiten het samenwerkingsverband, maar volgt speciaal onderwijs in samenwerkingsverband O3 als voor kinderen met een toelaatbaarheidsverklaring die verhuizen naar een van de gemeenten van samenwerkingsverband O3. Voor een toelaatbaarheidsverklaring van het SBO geldt dat laatste niet altijd: wanneer leerlingen verhuizen binnen 6 maanden voor of na plaatsing in het SBO, dan gelden de reguliere zorgplichtregels.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
23
4.5 Doorgaande lijn 4.5.1 Afstemming met voorschoolse voorzieningen In de Oosterschelderegio komen kinderen van diverse voorschoolse voorzieningen het onderwijs binnen. Veruit de meeste kinderen vanuit een reguliere setting als een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal naar een reguliere basisschool. Ook in de voorschoolse voorzieningen is veel aandacht geweest voor vroegsignalering en het tijdig met ouders bespreken van zorgen en bijzonderheden (o.a. via VVE-beleid). Er zijn ook speciale voorzieningen voor peuters van wie de ontwikkeling niet vanzelf gaat. Via ook o.a. VVE-beleid is in veel organisaties sprake van een warme overdracht van gegevens van de voorziening voor peuters naar de kleuterleerkrachten; zij voeren gesprekken met elkaar en dragen gegevens over. Ouders wordt gevraagd voor die overdracht toestemming te geven. Op die manier zijn (eventuele extra) onderwijsbehoeften van kinderen vroeg in beeld en kan de basisschool daar zo goed mogelijk bij aansluiten. Wanneer de basisschool verwacht daar ondersteuning bij nodig te hebben kan zij een beroep doen op Loket O3 via de trajectbegeleider. Deze procedure staat beschreven in de vorige paragraaf. In de regio zijn ook voorzieningen voor peuters die extra ondersteuning bij hun ontwikkeling nodig hebben; o.a. Kentalis, Auris peutergroepen, plusgroepen van Juvent, medisch kinderdagverblijf (MKD) en de kinderrevalidatie. Met deze voorzieningen zijn al veel contacten. Nu worden nieuwe werkafspraken gemaakt voor de overdracht van gegevens. Doel hiervan is dat het voor ouders in een vroeg stadium duidelijk is hoe de ondersteuning van hun kind doorloopt nadat deze als leerling is ingeschreven bij één van de onderwijsinstellingen. In lijn met de aanmeldprocedures in het samenwerkingsverband wordt vooral gebruik gemaakt van bestaande rapportages en vindt er een gesprek plaats met de betrokkenen (dus ook ouders) om zicht te krijgen op de onderwijsbehoeften van het kind en de ondersteuningsbehoeften van de ontvangende school. In Loket O3 wordt vastgesteld welk ondersteunend arrangement geboden kan worden. Soms zijn onderwijsbehoeften vanuit een gesprek nog niet duidelijk, dan worden onderwijsbehoeften bijvoorbeeld door middel van observatie en/ of diagnostiek in kaart gebracht. Kinderen hebben tot hun 4e jaar nog geen onderwijsinstelling bezocht en daarmee zijn onderwijsbehoeften soms lastig te bepalen in deze fase. Een observatieperiode is dan nodig. Soms is helder dat dat in regulier onderwijs (nog) niet haalbaar is, maar is nog niet
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
24
helder welke onderwijsvorm passend is. Daartoe bestaan een observatiegroep en peuterkleutervoorziening binnen het samenwerkingsverband. Daar worden kinderen in een schoolse setting geplaatst die afstemt op hun ontwikkeling en waar tegelijk wordt geobserveerd en onderzocht wat haalbaar is en wat nodig is om de leerling onderwijs te laten volgen. Een dergelijke observatie- en onderzoeksperiode wordt natuurlijk indien mogelijk liefst in een reguliere setting vormgegeven. Het samenwerkingsverband werkt binnen het loket samen met de leerplichtambtenaar van de gemeente. Soms krijgen jonge kinderen een onderwijsvrijstelling van de leerplichtambtenaar. Het samenwerkingsverband wordt op de hoogte gebracht van de vierjarigen of vijfjarigen bij wie dit speelt zodat deze kinderen al vroeg in beeld zijn en er zo snel mogelijk naar een passende onderwijsvorm gezocht kan worden. Streven is steeds om kinderen zo snel mogelijk in een passende onderwijssetting te plaatsen. In bijlage 6 is te zien met welke peutervoorzieningen afspraken zijn.
4.5.2 Afstemming met voortgezet onderwijs Leerlingen stromen uit naar diverse vormen van voortgezet onderwijs. Omdat de grootte van de scholen en de organisatievorm zo afwijkt van het basisonderwijs is een doorgaande lijn niet vanzelfsprekend. Voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften waarbij het samenwerkingsverband betrokken is, hebben we daarom met samenwerkingsverband VO Oosterschelderegio afgesproken in een vroeg stadium contact te hebben om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. Ook hier hebben we, in lijn met de andere procedures, de afspraak een warme overdracht te realiseren. Dossiers van leerlingen in hun zevende leerjaar met een arrangement van het samenwerkingsverband worden in de eerste helft van hun achtste leerjaar door de betrokken loketmedewerker(s) besproken met het loket van het voortgezet onderwijs. Doel is, indien nodig, het arrangement dat het voortgezet onderwijs kan bieden in een vroeg stadium helder te hebben. Door in het begin van het schooljaar de dossiers te bespreken kunnen lopende het schooljaar de contacten gelegd worden en de acties ondernomen worden die nodig zijn om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. Of en hoe een arrangement aangeboden wordt door het samenwerkingsverband VO is een besluit van dat samenwerkingsverband.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
25
Er stromen behoorlijk wat leerlingen uit naar scholen buiten het samenwerkingsverband VO Oosterschelderegio. Zie bijlage 7 voor een overzicht. Met de samenwerkingsverbanden van die scholen maken we ook werkafspraken. Een ander contactmoment met het samenwerkingsverband VO is bij het maken en uitvoeren van combinatiearrangementen rond kinderen uit gezinnen met kinderen op het basis- en het voortgezet onderwijs. Minimaal één keer per schooljaar is er een afstemmingsoverleg met de jeugdhulp, het PO en het VO in die situatie.
“Van drama kun je goed leren. Je kunt dan iets oefenen; hoe je dat het best kunt aanpakken. Hoe je dingen op kan lossen, hoe je met elkaar om moet gaan.” De kinderraad
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
26
Hoofdstuk 5 Samenwerking met ouders 5.1 Ouders als educatief partner Aanmelding In de meeste gevallen wordt een leerling na aanmelding geplaatst op de school waarvoor ouders de voorkeur hebben. Wanneer een kind duidelijk extra ondersteuning nodig heeft is het een punt van gesprek of de voorkeursschool van ouders die ondersteuning kan bieden. Schoolbesturen hebben vanaf augustus 2014 zorgplicht. In paragraaf 4.4 staat beschreven hoe dat in zijn werk gaat. In het schoolondersteuningsprofiel van de school staat beschreven welke ondersteuning de school kan bieden. Dit kan het gesprek tussen school en ouders ondersteunen. Elke situatie is echter uniek en mogelijkheden veranderen, dus is een gesprek over de actuele situatie altijd nodig. Het schoolondersteuningsprofiel helpt scholen duidelijk te maken wat zij wel en niet kunnen bieden. Men zal echter per situatie een actuele inschatting maken gebaseerd op de informatie en onderwerpen in het schoolondersteuningsprofiel. Basiscommunicatie Binnen het handelingsgericht werken is er een duidelijk beeld van de communicatie met ouders. Ouders en school werken gelijkwaardig aan de ontwikkeling van het kind, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid. Ouders zijn daarbij de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. De leerkracht is de onderwijsprofessional en is eerstverantwoordelijk voor het bieden van goed onderwijs aan de leerlingen, waaronder het pedagogisch klimaat, de didactiek, de klassenorganisatie, etcetera. Van wezenlijk belang is dat ouders en school enerzijds deze gescheiden verantwoordelijkheden (h)erkennen, maar anderzijds continu met elkaar in dialoog blijven. Op school wordt vanaf de start samen gesproken over wat een kind nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen en daarbij is er van beide kanten inbreng. Daarbij wordt de inbreng van de leerling zelf niet vergeten.
“Je moet wel met je ouders praten en de directeur moet meebeslissen, maar ik weet zelf het allerbest hoe ik me voel op school.” De Kinderraad ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
27
5.2 Afstemming rondom individuele leerlingen Als een leerling zich op school niet goed ontwikkelt heeft elke school daarvoor een zorgsysteem met interne afspraken. Leerkrachten kunnen terecht bij collega’s en de intern begeleider als zij er zelf met kind en ouders niet uitkomen. Elke school heeft beschreven hoe de interne zorgprocedure er uitziet in hun zorgplan. Ouders kunnen op eigen initiatief of op aanraden van de school ook zelf hulp zoeken buiten de school bij bijvoorbeeld het centrum voor jeugd en gezin. Zo lang de leerling zich conform de verwachting blijft ontwikkelen spreken we over basisondersteuning. Zowel school als ouders kunnen degenen zijn die als eerste signaleren dat een leerling nog meer ondersteuning nodig heeft en dat men hulp van buitenaf nodig acht. Scholen kunnen dan een aanvraag doen voor extra ondersteuning. Leerling en ouders worden bij zo’n aanvraag altijd betrokken. De school kan geen extra ondersteuning aanvragen zonder dat ouders daar vanaf weten. Ouders kunnen niet zelfstandig extra ondersteuning aanvragen zonder de school. In paragraaf 4.4 staat beschreven hoe het aanmeldproces werkt.
5.3 Ouders en het samenwerkingsverband Samenwerkingsverband O3 ziet ouders als een onmisbare schakel in de onderwijsondersteuning. Het zwaartepunt van de communicatie ligt bij de scholen. Communicatie tussen scholen en ouders staat daarom hoog op de agenda. Het bevoegd gezag (het schoolbestuur) zal ook beleid voeren op ouderbetrokkenheid en communicatie. Verder komen zij in beeld bij eventuele geschillen tussen school en ouders. Het samenwerkingsverband heeft o.a. een informatieve taak naar scholen en ouders. De website www.samenwerkingsverbando3.nl is daarvoor een belangrijk medium. Ook kunnen ouders voor informatie terecht bij Loket O3. Binnen de wet is ook voorzien in medezeggenschap. Ouders hebben op twee manieren inspraak op de wijze waarop het samenwerkingsverband is vormgegeven: 1. via het adviesrecht dat de Medezeggenschapsraad van een individuele school heeft op het schoolondersteuningsprofiel;
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
28
2. via deelname in de ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband. In hoofdstuk 6 wordt uitgebreider ingegaan op de ondersteuningsplanraad.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
29
Hoofdstuk 6 Organisatie van het samenwerkingsverband 6.1 Model organisatie
opr
kinderraad schoolbestuur A
leerling
schoolbestuur B
schoolbestuur C
trajectbegeleider ouders
Trajectbegeleider
specialist
jeugdhulp
leerkracht
jeugdhulp
Trajectbegeleider
specialist
leer oud ling ers leerk racht
Traject-
specialist
Loket O3 jeugdhulp
begeleider
TLV commissie Financiële en
coördinator gemeenten
secretariële
bestuur
ondersteuning
algemene vergadering
adviescommissie
In bovenstaand model is te zien welke organisatieonderdelen samenwerkingsverband O3 kent. Eerst volgt een toelichting per kleur, daarna een beschrijving van elk onderdeel in die kleur:
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
30
Blauw: schoolbestuur en scholen Het samenwerkingsverband is een vereniging van schoolbesturen. Elk schoolbestuur heeft één of meer scholen en vaak hebben schoolbesturen ook specialisten in dienst. Binnen de school vormt de samenwerking tussen leerling, ouders, leerkracht de basis.
leerling
ouders
Paars: leerlingen en ouders. Binnen trajecten is hun rol beschreven. Daarnaast hebben zij een rol
leerkracht
in de medezeggenschap (kinderraad en ondersteuningsplanraad)
het Loket
Rood: de extra ondersteuning Het samenwerkingsverband heeft tot de extra ondersteuning te organiseren. Daartoe zijn medewerkers werkzaam in en vanuit het Loket. Elke school heeft een trajectbegeleider.
Groen: beleidsstructuur Het samenwerkingsverband moet aangestuurd worden. Daartoe zijn de groene onderdelen. Ook de medezeggenschapsonderdelen zijn groen.
bestuur ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
31
gemeenten Oranje: samenwerkingspartners Goed passend onderwijs organiseren kan het samenwerkingsverband niet alleen. Samenwerking met de zorg en gemeenten is noodzakelijk. We bespreken nu de onderdelen en hun taak per paragraaf te starten met de leerlingen.
6.2 De leerlingen
kinderraad
leerling
De leerlingen zijn de start van het samenwerkingsverband. Zonder hen was er geen samenwerkingsverband nodig. De leerlingen weten als geen ander wat passend onderwijs is; zij ervaren dagelijks aan den lijve hoe het de mensen om hen heen lukt aan hun behoeften te voldoen. Hoewel wettelijk ouders de formele stem hebben, vindt samenwerkingsverband O3 dat leerlingen prima zelf kunnen verwoorden wat nodig is en in staat zijn mee te denken over wat passend onderwijs in hun regio zou moeten zijn. Om die reden werkt het samenwerkingsverband met een kinderraad. De vraagstukken waar het samenwerkingsverband een oplossing voor moet bieden worden voorgelegd aan de kinderraad. De kinderraad is samengesteld uit leerlingen uit diverse vormen van onderwijs, zowel regulier als speciale setting. De kinderraad heeft het samenwerkingsverband geadviseerd bij het opstellen van het ondersteuningsplan en zal dat ook blijven doen. Ze komt daartoe minimaal twee keer per schooljaar bij elkaar.
l ondersteuningsplanraad
ouders
leerkracht
6.3 Medezeggenschap in de opr Na de leerlingen zijn de ouders en het personeel in de scholen de voornaamste doelgroep in het samenwerkingsverband. Medezeggenschap is geregeld in de wettelijk verplichte ondersteuningsplanraad. De ondersteuningsplanraad heeft als voornaamste wettelijke taak het instemmingsrecht op het ondersteuningsplan. De ondersteuningsplanraad dient voor de helft uit ouders en voor de helft uit personeel te bestaan. Ons samenwerkingsverband telt 19 schoolbesturen, er is voor gekozen om 9
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
32
schoolbesturen te vragen om een personeelslid te leveren en 9 schoolbesturen een ouder te laten leveren. Het grootste schoolbestuur levert zowel een ouder als een personeelslid. In bijlage 8 is de samenstelling van de opr weergegeven. De opr van samenwerkingsverband O3 werkt met een door het bestuur vastgesteld statuut en reglement en een door henzelf vastgesteld huishoudelijk regelement. Deze documenten zijn beschikbaar op de website: www.samenwerkinsgverbando3.nl.
Loket O3 6.4 Personeel en Loket O3 Loket O3 regelt de arrangementen voor de leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. In Loket O3 werken mensen die daarvoor gedetacheerd worden vanuit een van de schoolbesturen of van buitenaf. Het samenwerkingsverband heeft geen eigen personeel in dienst en is dus geen werkgever. In Loket O3 werken deskundigen met ervaring in het handelingsgericht begeleiden. Zij kennen veel scholen en zij hebben goed zicht op ondersteuningsmogelijkheden. In hoofdstuk 4 staat de procedure toegelicht. In bijlage… staan de meer precieze taakomschrijvingen. Naast de inhoudelijke uitvoerende taak is het van groot belang dat Loket O3 goed zicht heeft en houdt op de uitgaven die gepaard gaan met de arrangementen in verband met de negatieve verevening. Door het goed monitoren van deze gegevens kan tijdig geanticipeerd worden. Personele inzet en tri-partiete overleg In samenwerkingsverband O3 zijn andere taken en rollen te vervullen dan er vroeger waren in de samenwerkingsverbanden WSNS en de REC’s. Natuurlijk streeft het samenwerkingsverband er naar de jarenlange opgebouwde expertise te benutten en zoveel mogelijk te behouden. Gezien de verwachte krimp in leerlingaantallen gecombineerd met de negatieve verevening kunnen schoolbesturen niet vastleggen dat zij personeel van elkaar zullen overnemen, enkel kunnen zij afspreken te streven naar behoud van expertise. Dit is de inzet van het zogeheten tripartiete overleg. Expertise waarvan op dit moment al bekend is dat zij nodig is voor het samenwerkingsverband, is in kaart gebracht en op grond daarvan is overlegd met de schoolbesturen en externe partijen
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
33
of en welke personeelsleden zij kunnen detacheren. In bijlage 10.. is te zien om welke taken het gaat. In schooljaar 2014-2015 blijven de middelen die gemoeid waren met personele inzet in schooljaar 2013-2014 gehandhaafd. Daar waar nodig en mogelijk is geschoven met personeel om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan het gewenste profiel passend bij de taken. Dit jaar wordt gezien als een overgangsjaar waarin het volume aan personele inzet moet helpen om de nieuwe werkwijze te implementeren en verfijnen. coördinator
6.5 Coördinator
De coördinator is belast met de dagelijkse leiding en gang van zaken binnen het samenwerkingsverband en legt verantwoording af aan het bestuur. Er wordt gewerkt met een managementstatuut. De taken van de coördinator staan beschreven in bijlage11. De coördinator wordt bij zijn/haar taken ondersteund door een financieel controller en een secretariaat. Hij/zij is de schakel tussen het bestuur en de ondersteuners in het veld. De coördinator onderhoudt daarom nauwe contacten met de medewerkers in Loket O3, de kinderraad, de ondersteuningsplanraad en heeft jaarlijks een aantal bijeenkomsten met medewerkers van de scholen.
6.6 Het bestuur
bestuur
Het voldoen aan de wettelijke taken voor een samenwerkingsverband passend onderwijs brengt grote veranderingen met zich mee voor schoolbesturen in een regio. Het soepel laten verlopen van de overgang van de oude naar de nieuwe situatie voor leerlingen, hun ouders, hun leerkrachten en andere betrokkenen in het samenwerkingsverband is de verantwoordelijkheid van het bestuur van een samenwerkingsverband. Een grote verantwoordelijkheid, omdat het om veel leerlingen en veel belangen gaat. Het feit dat samenwerkingsverband O3 in een krimpregio gevestigd is en dat de verevening negatief uitpakt maakt het ook een zware taak. Desondanks ziet het bestuur ook de voordelen van een nieuwe werkwijze: een kans om het in de regio efficiënter, meer handelingsgericht, meer op maat en nog steeds kwalitatief goed te regelen.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
34
De betrokken schoolbesturen hebben zich aangesloten bij een vereniging. Er is gekozen voor een vereniging omdat zeker in de eerste jaren passend onderwijs grote betrokkenheid van elk schoolbestuur gewenst is. De schoolbesturen willen hun verantwoordelijkheid nemen en vrij direct betrokken zijn bij het beleid. Het bestuur van het samenwerkingsverband bestaat dan ook uit afgevaardigden van elk bevoegd gezag. De deelnemende schoolbesturen en hun bestuurslid staan genoemd in bijlage 3 De taken van het bestuur staan in bijlage 11 In de statuten van het samenwerkingsverband zijn de precieze taken en verantwoordelijkheden van het bestuur vastgelegd. algemene vergadering
6.7 De algemene vergadering
De algemene vergadering is een organisatieonderdeel dat hoort bij de keuze voor een vereniging. De algemene vergadering heeft tot taak toezicht te houden op de algemene gang van zaken binnen de vereniging, een en ander met het oog op de belangen van de vereniging en de bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid van de vereniging en de direct bij de vereniging betrokken belanghebbenden. De taken van de algemene vergadering staan in bijlage 11. In de statuten van het samenwerkingsverband zijn de precieze taken en verantwoordelijkheden van de algemene vergadering vastgelegd.
“Het is belangrijk dat je wat leert, omdat je dan later een goede baan kan krijgen.” De kinderraad
6.8 Geschillenregelingen Als een leerling extra ondersteuning nodig heeft, wordt dat georganiseerd volgens de regels van het samenwerkingsverband. Vaak gaat dat in goed overleg. Soms hebben betrokkenen verschillende inzichten over wat er moet gebeuren. Er kunnen verschillende inzichten ontstaan over de vraag wat een leerling nodig heeft en hoe die ondersteuning het best geboden kan worden. Verschillende belangen spelen een rol. Vaak kan dat in goed overleg worden opgelost, soms lukt dat niet.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
35
6.8.1 Tussen ouders en school(bestuur) Ook als ouders vroegtijdig en volledig over de ondersteuning voor hun kind zijn geïnformeerd en de communicatie tussen school en ouders met respect voor beider rollen is verlopen, kan het zijn dat ouders zich niet in het besluit van de school kunnen vinden. Zij kunnen dan een beroep doen op ondersteuning van de onderwijsconsulenten (www.onderwijsconsulenten.nl ) of mediation (http://www.onderwijsgeschillen.nl/extrasubnavigatie/mediation) om een geschil te voorkomen. Als dit voor partijen niet tot een
bevredigende oplossing leidt is er sprake van een geschil. 1. Een geschil kan worden voorgelegd aan klachtencommissies van de school en/of het schoolbestuur (bezwaarprocedure). 2. Ouders en het schoolbestuur kunnen een geschil over het al dan niet toelaten of verwijderen van een leerling voorleggen aan de Tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering (geschillenprocedure). Anders dan bij de regeling Bezwaar geeft bij deze procedure een onafhankelijke externe instantie een oordeel over het bestreden besluit. Indien de bezwaarprocedure en de geschillenprocedure bij de Tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering tegelijkertijd lopen, neemt het bevoegd gezag pas een beslissing over het bezwaar nadat de Tijdelijke geschillencommissie haar oordeel heeft gegeven. 3. Als de twee opties die hierboven staan het geschil niet naar tevredenheid oplossen, kunnen ouders het besluit van het schoolbestuur voorleggen aan de rechter. In het bijzonder onderwijs gebeurt dit bij de civiele rechter en in het openbaar onderwijs bij de bestuursrechter. Ouders uit het bijzonder onderwijs kunnen een geschil ook rechtstreeks aan de civiele rechter voorleggen, zonder eerst de bezwaarprocedure te doorlopen. Dit is alleen aan te raden als bij rond de beslissing van het schoolbestuur principiële vragen aan de orde zijn. In het openbaar onderwijs behandelt een bestuursrechter een zaak alleen als eerst de bezwaarprocedure is doorlopen. 4. Als ouders vinden dat rond het besluit over toelating en verwijdering sprake is van discriminatie op grond van handicap of chronische ziekte, kunnen zij het College voor de rechten van de mens vragen een oordeel te geven. Deze procedure staat los van de andere hier genoemde procedures. Indien er een oordeel van het College ligt, zal de rechter dat in zijn oordeel betrekken.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
36
6.8.2 Tussen ouders en/of school(bestuur) en samenwerkingsverband rond toelaatbaarheid Het samenwerkingsverband heeft een adviescommissie overeenkomstig artikel 7:13 van de algemene wet bestuursrecht, die adviseert over bezwaarschriften betreffende beslissingen van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband of tot het speciaal onderwijs. Mocht de hierboven genoemde bezwaarprocedure tot een onbevredigende uitkomst leiden, dan kunnen ouders en school(bestuur) naar de civiele rechter. Zij kunnen ook de bezwaarprocedure overslaan en meteen naar de civiele rechter gaan, maar dat is alleen zinvol als meer principiële zaken aan de orde zijn.
6.8.3 Tussen schoolbestuur en samenwerkingsverband over andere zaken De landelijke arbitragecommissie beslecht geschillen tussen scholen en de samenwerkingsverbanden passend onderwijs waarin zij deelnemen. 6.8.4 Tussen samenwerkingsverband en gemeenten De landelijke geschillencommissie oogo beslecht geschillen tussen gemeenten en samenwerkingsverbanden over het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband.
6.8.5 Tussen samenwerkingsverband en opr Voor geschillen rond de instemming met het ondersteuningsplan is er de landelijke commissie voor geschillen WMS.
Voor overige geschillen moet het samenwerkingsverband naar de civiele rechter. Het samenwerkingsverband streeft er natuurlijk naar geschillen te voorkomen. Samenwerking met leerlingen en ouders staat daarom centraal in de basisondersteuning. Het is een vaardigheid van elke school. Personeel dat werkzaam is ten dienste van het samenwerkingsverband (via Loket O3 of de toelaatbaarheidscommissie bijvoorbeeld) wordt geacht goed in staat te zijn ouders en scholen te begeleiden in de routes en procedures.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
37
Naast het grote belang dat het bestuur hier zelf aan hecht zullen eventuele geschillen ook bekeken worden in het toezichtskader voor samenwerkingsverbanden. Op de website www.geschillenpassendonderwijs.nl staat heldere informatie voor alle partijen rond geschillen die kunnen voorkomen.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
38
Hoofdstuk 7 Relatie tot gemeentelijk beleid 7.1 Beleidsontwikkelingen bij gemeenten Samenwerkingsverband O3 heeft te maken met zeven gemeenten. De grenzen van deze zeven gemeenten vormen ook de grenzen van ons samenwerkingsverband: de Oosterschelderegio. Met deze zeven gemeenten voert het samenwerkingsverband op overeenstemming gericht overleg over dit ondersteuningsplan. Dit doen we in de REA-vergaderingen met alle zeven gemeenten tegelijk. De belangrijkste ontwikkeling die direct raakt aan passend onderwijs is de transitie zorg voor jeugd. Vanaf januari 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg en daarmee krijgen samenwerkingsverbanden en gemeenten gedeelde belangen. Onderwijs en gemeenten hebben ook met elkaar te maken bij leerlingenvervoer, huisvesting en leerplicht. Deels zijn dat zaken tussen schoolbesturen en gemeenten, deels tussen samenwerkingsverbanden en gemeenten. Deze thema’s lopen we in dit hoofdstuk langs. 7.2 Uitgangspunten voor samenwerking Uitgangspunt voor de samenwerking is steeds het kind in zijn directe leefomgeving. Net als tussen school/ samenwerkingsverband en ouders is er ook tussen school/samenwerkingsverband en gemeenten een partnerschap met een gezamenlijk belang: de ontwikkeling van kinderen, maar ieder met eigen verantwoordelijkheden. Het geformuleerde beleid van het samenwerkingsverband en de gemeenten heeft duidelijke raakvlakken. De gemeente spreekt over ontmoeting, warme overdracht en verbinding. De werkwijze zoals het samenwerkingsverband die voor ogen heeft (hoofdstuk 4) past daar prima bij. In beide gevallen wordt gesproken over een beweging naar de voorkant: niet het kind naar de zorg brengen, maar de zorg naar het kind. Daarbij wordt van ondersteuners in het onderwijs en in de zorg verwacht dat zij handelingsgericht c.q. oplossingsgericht werken: ze gaan op zoek naar kansen en mogelijkheden, benutten dat wat wel goed gaat en stellen doelen met het belang/ de behoeften van het kind voorop. In beide gevallen is preventie van groot belang en tenslotte is er “Kinderen kunnen zelf kiezen in welke niveaugroep ze werken. Je moet dan wel goed nadenken wat je nodig hebt en niet bij je vriendin willen.” ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
De kinderraad
39
het integraal denken: het gaat om dit kind in deze situatie en we onderzoeken de wisselwerking die optreedt tussen het kind en zijn omgeving om zo (professionele) opvoeders te laten reflecteren en in hun kracht te zetten. Inhoudelijk zijn de uitgangspunten goed passend bij elkaar. 7.3 Samenwerking met jeugdhulp In elke gemeente zijn zorgadviesteams ingericht (ZAT). Scholen kunnen daar vragen stellen rond leerlingen waarbij opvoedproblematiek speelt die de school raakt. Het ZAT is een multidisciplinair team dat afhankelijk van de problematiek acties afspreekt. In de verschillende gemeenten werken de ZAT’s qua werkwijze anders en ook zijn er proefprojecten opgestart waarbij de zorg dichter bij de school en het gezin gebracht wordt. Scholen zijn vindplaatsen voor problematische opvoedsituaties, maar kunnen ook zelf vragen hebben over het omgaan met de situatie of de leerling. Het is dus van belang dat de zorg bereikbaar en beschikbaar is voor scholen, maar ook dat de school handvatten krijgt voor de ‘zorg op school’. Naast vindplaats is de school ook werkplaats voor zorg. We gaan er van uit dat scholen zich medeverantwoordelijk opstellen en niet de zorg afschuiven. Dit vraagt van de jeugdhulp dat zij de school betrekken, dat ook hun aandeel in één kind, één gezin, één plan duidelijk is en dat de jeugdhulp toegerust is ook de scholen te ondersteunen. Samenwerking tussen het samenwerkingsverband en de jeugdhulp is mede daardoor van belang om een totaalplan (combinatie-arrangement) op te kunnen stellen en om de ondersteuning in de diverse leefgebieden te kunnen waarmaken. In praktische zin vraagt het samenwerkingsverband aan de gemeenten om betrokken te worden bij het doorontwikkelen van de ZAT’s en bij eventuele proefprojecten die worden opgestart. Binnen de geschetste nieuwe werkwijze van het samenwerkingsverband zal op diverse momenten de jeugdhulp betrokken worden. Bij het opstellen van een aanvraag voor extra ondersteuning wordt de jeugdhulp (indien aanwezig in een gezin) betrokken (zie hoofdstuk 4). We vragen daarom de medewerking van de zorginstellingen nu en de gemeenten daarna om dit voor medewerkers mogelijk te maken. In Loket O3 zou het samenwerkingsverband graag een uitwisseling met de CJG’s zien. Indien mogelijk zou een CJG coördinator kunnen aansluiten in het loket om zo eventuele combinatiearrangementen mee in te richten. De CJG-coördinator kan ook eigen casuïstiek inbrengen. Ook voor de partijen in het samenwerkingsverband is de eerste periode in Loket O3 een
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
40
kennismaking, afstemmen van verwachtingen en daarmee een groeimodel. Zo zien we ook de betrokkenheid van de jeugdhulp in het loket. 7.4 Leerlingenvervoer in relatie tot passend onderwijs Het samenwerkingsverband streeft naar thuisnabij onderwijs en de gemeentelijke verordeningen gaan daar ook van uit. Bij het bezoeken van een school blijft het basisprincipe dat de ouders/verzorgers er primair verantwoordelijk voor zijn dat hun kind (op tijd) op school komt en tevens dat wie zelfstandig kan reizen ook zelfstandig reist. Daarnaast wordt in de verordening leerlingenvervoer aangepast dat binnen redelijkheid van ouders mag worden verwacht dat zij zelf voor het vervoer van hun kinderen zorgen. Wanneer de school met de voorkeur van ouders niet (meer) aan de onderwijsbehoeften van de leerling kan voldoen wordt gezocht naar een passende plaats. Altijd zal eerst worden nagegaan of een school in de buurt (op een voor ouders acceptabele afstand) de leerling kan opnemen. Wanneer een plaatsing in een andere reguliere setting niet haalbaar is (ter oordeel aan het samenwerkingsverband- Loket O3) komt eventueel leerlingenvervoer in beeld. Er zal contact zijn met de afdeling van de gemeente, voorafgaand aan het afgeven van de toelaatbaarheidsverklaring, waarbij er sprake is van informatievoorziening in de zin dat de argumentatie voor de gemeente helder is. Bij het afgeven van de toelaatbaarheidsverklaring is de gemeente dan al op de hoogte en is al duidelijk wat er geboden kan worden vanuit de verordening. Het samenwerkingsverband streeft naar een daling van het deelnamepercentage en daarmee is er een aanname dat het leerlingenvervoer zal afnemen. Gegevens hierover zullen in het overleg met gemeenten gemonitord en besproken worden.
“In het begin vond ik het niet zo leuk at ik naar een speciale school ging, maar nu vind ik het er leuker.” De kinderraad
7.5 Onderwijshuisvesting in relatie tot passend onderwijs Onderwijshuisvesting is een gezamenlijke taak van onderwijs en gemeenten, ook weer ieder met eigen verantwoordelijkheden. Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten enkel nog
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
41
verantwoordelijk voor nieuwbouw en uitbreiding. Beleid van het samenwerkingsverband kan leiden tot vraagstukken op het gebied van onderwijshuisvesting. Het samenwerkingsverband verwacht het eerste jaar daarin geen nieuwe zaken. Waar er concrete ideeën ontstaan rond bijvoorbeeld tussenvoorzieningen of er aanvragen zijn rond toegankelijkheid dan worden deze in een vroeg stadium met de gemeenten besproken. Actueel nu zijn de huisvesting van de Deltaschool, de Beatrixschool, de Veste en de Meie als huidige speciale voorzieningen. Hierover is al overleg tussen schoolbesturen en gemeenten, maar lijkt het wenselijk dat het samenwerkingsverband beleid op langere termijn formuleert ten aanzien van deze voorzieningen. 7.6 Leerplicht in relatie tot passend onderwijs De gemeenten zijn verantwoordelijk voor naleving van de leerplicht. Zij hebben dit georganiseerd in het regionaal bureau leerplicht (RBL). Het samenwerkingsverband moet een dekkend netwerk aan onderwijs realiseren en thuiszitten voorkomen. Informatie-uitwisseling rond (dreigend) thuiszitten en het gezamenlijk bespreken van gezinnen waarvan kinderen thuis blijven is gewenst. Een connectie tussen Loket O3 en de RBL lijkt, naast de contacten tussen scholen en het RBL, zinvol. We beschouwen ook dit als een groeimodel waarbij we eerst kennismaken en vervolgens gezamenlijk aftasten wie in welke frequentie in contact is met elkaar. Ook wil het samenwerkingsverband graag overleg over kinderen die een onderwijsvrijstelling krijgen.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
42
Hoofdstuk 8 Kwaliteitsontwikkeling 8.1 Monitoring en evaluatie Het ondersteuningsplan wordt, als voornaamste beleidsdocument, elke vier jaar geëvalueerd. Elk schooljaar wordt een activiteitenplan opgesteld en dat wordt jaarlijks geëvalueerd. Er is afgesproken het eerste jaar ook het ondersteuningsplan te evalueren. Het bestuur wil graag goed betrokken zijn bij de ontwikkeling van het nieuwe samenwerkingsverband. Er zal dus regelmatig (minimaal 3 keer) aan het bestuur gerapporteerd worden over de voortgang van het activiteitenplan gedurende het eerste schooljaar. Dit gebeurt middels een schriftelijke rapportage. Het samenwerkingsverband is er voor de leerlingen, hun ouders en de scholen. Tevredenheid van die partijen is daarom een belangrijk criterium voor de kwaliteit van het samenwerkingsverband. Om die reden krijgen ouders een evaluatieformulier wanneer hun kind extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband ontvangt (eind van het schooljaar) en ook wanneer de leerling speciaal (basis)onderwijs gaat volgen (na de plaatsing). Scholen krijgen jaarlijks een evaluatieformulier. Het samenwerkingsverband houdt de volgende kengetallen per jaar bij om de doelstellingen en het beleid op af te stemmen: Inhoudelijke kengetallen •
Aantal leerlingen in het regulier onderwijs
•
Aantal leerlingen in het speciaal (basis)onderwijs
•
Aantal leerlingen in het speciaal onderwijs per school
•
Aantal scholen met aangepast toezicht binnen het samenwerkingsverband
•
Aantal TLV’s afgegeven, uitgesplitst per categorie
•
Aantal verwijzingen en terugplaatsingen, uitgesplitst per school en bestuur
•
Ingezette arrangementen vanuit het samenwerkingsverband; periode, hoeveelheid ondersteuning, school en uitstroom
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
43
•
Aantal thuiszitters; meldingen van scholen en thuiszitters volgens de landelijke definitie
•
Aantal mediationtrajecten; aantal meldingen bij de landelijke geschillencommissie
Financiële kengetallen •
Rentabiliteit; resultaat gedeeld door de totale baten
•
Kapitalisatiefactor; activa zijde gedeeld door de totale baten (omzet)
•
Eigen vermogen
•
Weerstandsvermogen; het eigen vermogen minus de materiële vaste activa uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage OCW
•
Solvabiliteit; Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen
•
Minimale en maximale ondersteuningsbudget per leerling en de spreiding
Om de kengetallen inzichtelijk te maken wordt er jaarlijks een activiteitenverslag (inhoudelijke kengetallen, tevredenheidsmetingen, onderwijskundige resultaten vanuit activiteitenplan, personeel) en een bestuursverslag (financieel) opgesteld door de coördinator. 8.1.1 Functioneren van mensen die diensten leveren aan het samenwerkingsverband Jaarlijks wordt met alle medewerkers die diensten leveren aan het samenwerkingsverband een gesprek gevoerd door de coördinator. De evaluatie van de scholen en het bereiken en stellen van doelstellingen staan daarin centraal. Twee leden van het bestuur voeren jaarlijks een gesprek met de coördinator. 8.2 Verantwoording Het activiteitenverslag en het jaarverslag vormt de verantwoording aan de schoolbesturen van het samenwerkingsverband en aan de ondersteuningsplanraad. Daarnaast komt er een jaarlijks verslag voor scholen en ouders, één voor de kinderraad en een publieke voor gemeenten, zorginstellingen en andere samenwerkingsverbanden en stakeholders. In de statuten staat beschreven hoe de algemene vergadering toezicht houdt op het bestuur.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
44
Ook daartoe dienen activiteitenverslag en jaarverslag. Over de verantwoording naar de inspectie gaat paragraaf 8.3. 8.3 Inspectie Onder de wet passend onderwijs komen samenwerkingsverbanden onder toezicht te staan van de inspectie. Het toezichtkader bestaat uit 3 onderdelen: 1.
Een risicomodel aan de hand waarvan de inspectie kan bepalen of er signalen zijn dat een samenwerkingsverband onvoldoende kwaliteit levert. Als dit het geval is, voert de inspectie een kwaliteitsonderzoek uit.
2.
Een kader voor het toezicht op de naleving van de wettelijke voorschriften van het samenwerkingsverband. Zo kan de inspectie nagaan of het samenwerkingsverband zich aan de wettelijke voorschriften houdt.
3.
Een waarderingskader voor de kwaliteit. Hierin staat op welke punten de kwaliteit van het samenwerkingsverband kan worden beoordeeld.
8.3.1 Risicomodel Het risicomodel is erop gericht na te gaan of er signalen zijn dat het niet goed gaat in het samenwerkingsverband. Het geeft geen kwaliteitsoordeel. Als er signalen zijn, dan wordt een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. Het ‘verzamelen’ van deze gegevens levert het samenwerkingsverband geen extra werk op. Het gaat om: 1.
Thuiszitters
2.
Spreiding en doorstroom vergeleken met landelijke cijfers
3.
Inspectieoordelen van de scholen
4.
Signalen als klachten, bezwaarprocedures e.d.
5.
Procedure en inhoud ondersteuningsplan (wettelijke voorschriften) en jaarverslag
6.
Deskundigheid van de leraren
8.3.2 Wettelijke voorschriften De inspectie gaat jaarlijks na of scholen zijn aangesloten bij een samenwerkingsverband,
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
45
procedure ondersteuningsplan, inhoud ondersteuningsplan op wettelijke voorschriften en accountantscontrole op omgaan met middelen. 8.3.3 Waarderingskader kwaliteit Vanaf 1 augustus 2015 gaat de inspectie kwaliteitsonderzoeken uitvoeren. Het samenwerkingsverband moet de indicatoren waarop het onderzoek wordt uitgevoerd kennen en monitoren. Het gaat om 18 indicatoren verdeeld over de onderdelen: resultaten, management en organisatie en kwaliteitszorg, waarbij de indicatoren van het onderdeel resultaten leidend zijn. In bijlage17 staat een omschrijving van de 18 indicatoren.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
46
Hoofdstuk 9 Financiën 9.1 Allocatiemodel Er is gekozen voor het zogeheten expertisemodel. Dit betekent dat er afspraken zijn over de inzet van de middelen voor gezamenlijk beleid en het behoud van expertise; het bovenschoolse deel. In het eerste schooljaar is er voor gekozen de uitgaven aan personele inzet i.h.k.v. behoud van expertise en in verband met de begrotingen van betrokken organisaties te handhaven op het peil van schooljaar 2013-2014. Dat betekent dat organisaties die in 2013-2014 vanuit WSNS middelen ontvingen voor personele inzet in bijvoorbeeld PCL, zorgplatform, hulploket e.d. deze middelen ook in 2014-2015 ontvangen. Zij zullen daarvoor diensten leveren in het nieuwe samenwerkingsverband. Daar waar personeel met pensioen gaat of vertrekt wordt deze inzet niet langer vergoed. Naast de personele inzet is ook afgesproken dat de middelen voor de rugzakbegeleiding nog een jaar in stand blijven, zodat er voor ouders en scholen duidelijkheid is en onzekerheid geen aanleiding is kinderen in het speciaal onderwijs te plaatsen. Tenslotte blijft ook het bedrag per leerling dat scholen gewend waren te ontvangen nog een jaar op hetzelfde peil. Vaak worden hier o.a. uren voor interne begeleiding uit bekostigd. In de begroting zijn deze keuzes aan de lastenkant zichtbaar gemaakt. 9.2 Meerjarenbegroting De negatieve verevening en de krimp in leerlingaantallen maakt dat het meerjarenscenario financieel niet gunstig is. We verwachten zeker voordelen van het beleid rond passend onderwijs, ook in financiële zin, maar er zal goed gestuurd moeten worden om die parallel te laten verlopen met de verevening. Die voordelen zien we in het feit dat we van drie WSNS regio’s met drie coördinatoren, PCL’s e.d. naar één gaan, gecombineerd met nog twee aanmelden coördinatiepunten vanuit de REC’s: van vijf naar één organisatie zogezegd. Ook hopen we dat scholen steeds beter in staat zullen zijn zelfstandig arrangementen aan te bieden of met minder ondersteuning toe te kunnen. Er is veel deskundigheid opgebouwd de afgelopen jaren. De meerjarenbegroting speelt in op de teruglopende inkomsten vanuit noodzaak, maar zeker ook vanuit wens en positieve verwachting.
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
47
BEGROTING SAMENWERKINGSVERBAND SWV O3 vanaf 1 aug. 2014 2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Baten en lasten Baten Rijksbijdragen OCW waarvan Rijksbijdragen OCW lichte ondersteuning waarvan Rijksbijdragen OCW zware ondersteuning Overige overheidsbijdragen en -subsidies waarvan Overige Overheidsbijdragen lichte ondersteuning waarvan Overige Overheidsbijdragen zware ondersteuning Baten werk in opdracht van derden Overige baten
€ € € € € € € € €
1.102.421 712.245 390.175 1.102.421
€ € € € € € € € €
4.128.195 1.685.371 2.442.824 3.955 4.132.150
€ € € € € € € € €
5.873.016 1.633.807 4.239.209 7.990 5.881.006
€ € € € € € € € €
5.650.423 1.585.700 4.064.724 7.990 5.658.413
€ € € € € € € € €
5.396.017 1.548.045 3.847.972 7.990 5.404.007
€ € € € € € € € €
5.122.858 1.523.453 3.599.405 7.990 5.130.848
€ € € € € € € € €
4.835.100 1.509.314 3.325.785 7.990 4.843.090
€ € € € €
989.517 500 80.624 1.070.641
€ € € € €
3.374.337 500 316.127 3.690.964
€ € € € €
4.731.503 500 313.505 5.045.508
€ € € € €
4.641.652 500 313.726 4.955.878
€ € € € €
4.544.686 500 309.711 4.854.897
€ € € € €
4.431.976 500 308.357 4.740.833
€ € € € €
4.339.753 305.317 4.645.069
€
31.780
€
441.186
€
835.498
€
702.535
€
549.110
€
390.015
€
198.020
Financiële baten Financiële lasten
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
-
Saldo financiële baten en lasten
€
-
€
-
€
-
€
- €
- €
-
€
-
Resultaat
€
31.780
€
441.186
€
835.498
€
390.015
€
198.020
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
Saldo baten en lasten
Financiële baten en lasten
702.535
€
549.110
€
www. poraad.nl
BEGROTING SAMENWERKINGSVERBAND SWV O3 vanaf 1 aug. 2014
Weergave naar schooljaar
2014/15
2015/16
2016/17
2017/18
2018/19
2019/20
2020/21
Baten en lasten Baten Rijksbijdragen OCW waarvan Rijksbijdragen OCW lichte ondersteuning waarvan Rijksbijdragen OCW zware ondersteuning Overige overheidsbijdragen en -subsidies waarvan OverigeOverheidsbijdragen lichte ondersteuning waarvan OverigeOverheidsbijdragen zware ondersteuning Baten werk in opdracht van derden Overige baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
Saldo baten en lasten
€ € € € € € € € €
2.748.308 1.707.966 1.040.342 626 2.748.934
€ € € € € € € € €
5.951.435 1.653.852 4.297.583 7.990 5.959.425
€ € € € € € € € €
5.763.197 1.605.744 4.157.452 7.990 5.771.187
€ € € € € € € € €
5.495.570 1.558.292 3.937.278 7.990 5.503.560
€ € € € € € € € €
5.256.628 1.533.700 3.722.928 7.990 5.264.618
€ € € € € € € € €
4.938.608 1.509.763 3.428.845 7.990 4.946.598
€ € € € € € € € €
4.690.282 1.508.687 3.181.596 7.990 4.698.272
€ € € € €
2.374.842 792 265.031 2.640.664
€ € € € €
4.773.631 500 314.597 5.088.728
€ € € € €
4.672.525 500 313.634 4.986.659
€ € € € €
4.598.429 500 311.384 4.910.313
€ € € € €
4.469.446 500 308.921 4.778.868
€ € € € €
4.379.517 208 306.584 4.686.309
€ € € € €
4.284.082 305.317 4.589.399
€
108.269
€
870.697
€
784.527
€
593.247
€
485.751
€
260.289
€
108.873
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
€ €
- € - €
- € - €
- € - €
- € - €
- € - €
- € - €
-
Saldo financiële baten en lasten
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
Resultaat
€
108.269
€
870.697
€
784.527
€
593.247
€
485.751
€
260.289
€
108.873
Overzicht bijlagen 1. Verklarende woordenlijst 2. Contactgegevens samenwerkingsverband 3. Overzicht deelnemende scholen en schoolbesturen regulier 4. Overzicht speciale onderwijsvoorzieningen 5. Overzicht speciale onderwijsvoorzieningen buiten het samenwerkingsverband met leerlingen uit samenwerkingsverband O3 6. Overzicht voorschoolse voorzieningen waarmee werkafspraken zijn 7. Overzicht van de andere samenwerkingsverbanden in Zeeland en omgeving 8. Samenstelling opr 9. Samenstelling Kinderraad 10. Taken binnen het samenwerkingsverband 11. Taakverdeling coördinator/ bestuur/ algemene vergadering 12. Afspraken met LWOE, Visio en Auris 13. Standaarden basisondersteuning 14. Basisondersteuning in onderwijsbehoeften 15. Schoolondersteuningsprofielen regulier 16. Schoolondersteuningsprofielen speciaal (basis)onderwijs 17. Inspectie-indicatoren
ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 versie 8
48
Bijlage 1
Verklarende woordenlijst We beseffen dat het ondersteuningsplan vol staat met woorden en afkortingen die in het onderwijs veel gebruikt worden, maar daarbuiten niet gebruikelijk zijn. Met deze woordenlijst hopen we de lezer te helpen. Mocht u een woord of afkorting zoeken en hem niet op de lijst vinden meldt ons dit dan via
[email protected], we zorgen dan dat het toegevoegd wordt. Arrangeren/Arrangement
Organiseren: voortaan wordt een aanbod op maat ‘gearrangeerd’ op basis van de onderwijsbehoeften van een leerling en de ondersteuningsbehoeften van een school.
Auris
Auris is de organisatie die passend onderwijs verzorgt voor leerlingen met communiceren. Of het nu gaat om gehoorproblemen, om spraak- en/of taal problemen of een vorm van autisme. Zij functioneren net als het samenwerkingsverband, maar met een eigen toegang. Er zal zeker sprake zijn van intensieve samenwerking tussen Auris en het samenwerkingsverband.
Basisondersteuning
het aanbod dat een basisschool zelf moet leveren aan de leerlingen. Als zij dit niet kunnen moeten ze zelfstandig begeleiding inkopen.
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin. Elke gemeente heeft zo’n centrum waar ouders/ verzorgers met opvoedingsvragen terecht kunnen. Het samenwerkingsverband werkt samen met (medewerkers uit) het CJG als er zowel vragen op school als thuis zijn.
Curatief
een eenmaal geconstateerd probleem oplossen/ziekte genezen
Extra ondersteuning
het aanbod dat een basisschool mag aanvragen bij het samenwerkingsverband en dat door het samenwerkingsverband geleverd en betaald wordt.
Geschillencommissie
een instantie die beslist over zakelijke kwesties waar mensen het niet over eens kunnen worden.
Handelingsplannen
In dit plan wordt opgeschreven wat een school in een bepaalde periode wil bereiken met een leerling binnen het onderwijs en op welke manier.
Bijlage 1 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
HGW
Handelings Gericht Werken: een theorie/ werkwijze die momenteel veel gebruikt wordt in het onderwijs. Zie het ondersteuningsplan voor de uitgangspunten.
Indiceren
vaststellen dat iemand in aanmerking komt voor een behandeling.
Integraal
als iets alles omvat/volledig/ breed.
Intentieverklaring
verklaring waarin partijen vaststellen welke intenties zij hebben/ welke richting ze op willen.
Interactie
wisselwerking
Juvent
Organisatie die jeugdhulp biedt aan kinderen en jongeren met problemen of stoornissen.
Kentalis
een organisatie voor dove, slechthorende mensen en mensen met spraak/taalproblemen. In Zeeland hebben zij behandelgroepen voor peuters en kleuters.
LGF
Leerling gebonden financiering: als een leerling aan bepaalde criteria voldeed (vastgestelde stoornis o.a.) dan kwam hij of zij in aanmerking voor dit budget. Uit dat budget kon begeleiding en materiaal gekocht worden (ook wel Rugzak genoemd). Met de komst van passend onderwijs is deze vorm veranderd naar passende arrangementen.
Mediation
conflictbemiddeling
MKD
Medisch Kinderdagverblijf: kinderdagverblijf voor peuters en kleuters met ernstige ontwikkelingsproblemen op meerdere gebieden.
Multi-disciplinair
Samenwerking tussen professionals met verschillende achtergronden
OGW
Opbrengst Gericht Werken: een werkwijze die op veel scholen gehanteerd wordt. De leerresultaten in brede zin worden geanalyseerd op grond waarvan acties worden uitgezet.
Onderwijsbehoeften
Dat wat een leerling nodig heeft om goed te kunnen leren op school.
Ontwikkelingsperspectief
een document dat wordt opgesteld als een kind extra ondersteuning nodig heeft om de leerdoelen te halen. Hierin staan ontwikkelingsmogelijkheden en onderwijsdoelen en een uitstroomdoel (voortgezet onderwijs).
Bijlage 1 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
OPR
ondersteuningsplanraad: het medezeggenschapsorgaan van het samenwerkingsverband bestaande uit ouders en personeel van de scholen.
PCL
permanente commissie leerlingenzorg: de commissie die tot 1 augustus 2014 besloot over toelating van kinderen tot speciaal basisonderwijs. Met de komst van passend onderwijs bestaat deze commissie niet meer.
PO-raad
De PO-Raad is een vereniging van schoolbesturen die landelijk opereert.
Preventief
proberen te voorkomen
REC 3
Regionaal Expertise Centrum: verzorgt de toegang tot de begeleiding aan leerlingen die zeer moeilijk leren of een fysieke en/of verstandelijke handicap hebben en de toelating tot de bijbehorende speciale scholen. Met de komst van passend onderwijs zijn de taken van het REC opgegaan in het samenwerkingsverband.
REC 4
Regionaal Expertise Centrum: verzorgt de toegang tot begeleiding aan leerlingen met een gedrags - of psychiatrische stoornis en de toelating tot de bijbehorende speciale scholen. Met de komst van passend onderwijs zijn de taken van het REC opgegaan in het samenwerkingsverband.
Referentiekader
Het referentiekader is een hulpmiddel dat door de POraad is ontwikkeld voor samenwerkingsverbanden.
SBO
speciaal basis onderwijs
Schoolondersteuningsprofiel
In het schoolondersteuningsprofiel legt de school tenminste eenmaal per 4 jaar vast welke ondersteuning de school kan bieden aan leerlingen die dat nodig hebben.
Sectoraal
binnen de eigen sector/ smal
Slagboomdiagnostiek
indicatiestelling: onderzoek dat er op gericht is aan te tonen of iets wel of niet binnen de criteria past.
SO
speciaal onderwijs.
TLV commissie
De toelaatbaarheidverklaringscommissie gaat na 1 augustus 2014 bepalen of een kind in aanmerking komt voor plaatsing op een school voor speciaal (basis) onderwijs.
Toezichtkader
De Inspectie van het Onderwijs maakt bij het beoordelen van de kwaliteit van het samenwerkingsverband gebruik
Bijlage 1 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
van een toezichtkader: een lijst van criteria waaraan voldaan moet worden.
Uitstroomperspectief
uitstroommogelijkheden naar het vervolgonderwijs.
Visio
Bij Visio kan iedereen terecht met vragen over slechtziend of blind zijn. Visio biedt informatie en advies, maar ook verschillende vormen van onderzoek, begeleiding, revalidatie, onderwijs en wonen.
VO
Voortgezet onderwijs
VVE- beleid
beleid voor de voorschoolse en vroegschoolse educatie: programma’s en afspraken waarmee peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en kleutergroepen werken aan de ontwikkeling van kinderen.
WSNS
samenwerkingsverband weer samen naar school verzorgde tot 1 augustus 2014 de bovenschoolse begeleiding voor leerlingen met leer- en gedragsproblemen en de toelating tot het speciaal basisonderwijs. Met de komst van passend onderwijs zijn de taken van WSNS overgenomen door het samenwerkingsverband.
ZAT
Zorg Advies Team: een team van professionals met verschillende achtergronden die scholen helpen bij het aanpakken van problemen die op school en thuis spelen.
Bijlage 1 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Bijlage 2
Contactgegevens Naam: Werknaam: Vestigingsadres: Postadres: Website: IBAN: KvK nr. : RSIN:
Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Oosterschelderegio (PO 2902) Samenwerkingsverband O3 Evertsenstraat 100, 4461 XS Goes Postbus 307, 4460 AS Goes www.samenwerkingsverbandO3.nl NL43 RABO 0136720587 59149698 853340067
Postadres Loket O3: Mailadres Loket O3:
nog onbekend nog onbekend
Voorzitter bestuur: Secretaris bestuur: Penningmeester: Coördinator: Emailadres: Telefoonnr. :
Ad Vis Bert Pasman Ewald de Keijzer Madeleine Weij- van Wanrooij
[email protected] 0118- 480834 of 06-21824366
Bijlage 2 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Bijlage 3 Overzicht deelnemende scholen en schoolbesturen BRIN/ NR BG
Sty
Naam
Adres
Postcode plaatsnaam
gemeente
03TW00
bao
Stichting Katholiek Onderwijs Borsele: Basisschool Don Bosco
Deken Tomaslaan 35
4453AK
s-Heerenhoek
Borsele
73932
4205
03YH00
bao
M G R Heyligersschool
Sportweg 2
4434AE
Kwadendamme
Borsele
73932
4205
14ZQ00
bao
Basisschool de Zandplaat
Burg Andriessenstraat 1
4441AN
Ovezande
Borsele
73932
4205
15DF00
bao
Jan van Schengenschool
Mr Dr Meslaan 8
4451AK
Heinkenszand
Borsele
73932
4205
09SE00
bao
Omnis school Franck v Borssele
Kalootstraat 2
4454BH
Borselle
Borsele
42634
4205
10LW00
bao
Omnis school 't Opstapje
Van Tilburghstraat 41
4438AJ
Driewegen
Borsele
42634
4205
11OA00
bao
Omnis school de Linden
Egelantierstraat 5
4431EP
s-Gravenpolder
Borsele
42634
4205
73932
42634
bg_nr
SWV oud
Stichting Omnisscholen:
11OA02
bao
Omnis school de Poel
van de Plasschestraat 10
4444AG
s-Heer Abtskerke
Borsele
42634
4205
11OA03
bao
Omnis school de Meidoorn
Diaconielaan 6
4443AP
Nisse
Borsele
42634
4205
12IT00
bao
Omnis school de Reiger
Mr Dr Meslaan 6
4451AK
Heinkenszand
Borsele
42634
4205
13JQ00
bao
Omnis school de Schakel
Vanderbijlparkstraat 3
4436AC
Borsele
Borsele
42634
4205
77533
Stichting PRISMA:
05GY00
bao
RK BS Bisschop Ernst
Bergweg 43
4461LX
Goes
Goes
77533
4205
08ZS00
bao
RK BS Holtkamp
Joseph Lunslaan 2
4463CV
Goes
Goes
77533
4205
05FH00
bao
RK BS De Horizon
Cromvlietstraat 9
4411AE
Rilland
Reimerswaal
77533
4205
06OD00
bao
RK BS Schuttevaer
Keeten 2
4417CD
Hansweert
Reimerswaal
77533
4205
03KA00
bao
RK BS St. Willibrordus
Hoge Molenstraat 41
4301KB
Zierkzee
Schouwen-Duivelan
77533
4202
06SK00
bao
IC BS De Leeuwerik
Zandkreekstraat 35
4456AL
Lewedorp
Borsele
77533
4205
41842
OCTHO:
04HB00
bao
De Luyster
Plataanstraat 3
4675AW
Sint Philipsland
Tholen
41842
4202
18PA00
bao
Ter Tolne
Molenvlietsedijk 9
4691HS
Tholen
Tholen
41842
4202
18QE00
bao
De Eevliet
Julianastraat 1
4693ED
Poortvliet
Tholen
41842
4202
18RG00
bao
Oosterscheldeschool
Watertorenstraat 6
4694AZ
Scherpenisse
Tholen
41842
4202
18SH00
bao
De Rieburch
Bloemenlaan 3
4695EE
Sint Maartensdijk
Tholen
41842
4202
18TC00
bao
De Schalm
Schoolstraat 3
4696CK
Staveniisse
Tholen
41842
4202
18TS00 18UE00
bao bao
De Casembrootschool Die Heenetrecht
Schoolstraat 38 Burg Versluijsstraat 18
4697CL 4698AS
Sint Annaland Oud-Vossemeer
Tholen Tholen
41842 41842
4202 4202
Bijlage 3 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
41582
Alpha Scholengroep:
03GJ00
bao
De Poeljeugd
Plein 15
4472AT
"s-Heer Hendrikski n Goes
41582
4205
03IW00
bao
Het Kompas
Moerplein 2
4401HZ
Yerseke
Reimerswaal
41582
4205
14YS00
bao
De Regenboog
Oostendestraat 4A
4433AK
Hoedekenskertke
Borsele
41582
4205
05UX00
bao
Ichthusschool
Gardenierhof 19a
4471CN
Wolphaartsdijk
Goes
41582
4205
06ED00
bao
De Wegwijzer
Mr Dr Meslaan 2
4451AK
Heinkenszand
Borsele
41582
4205
06EU00
bao
De Hoeksteen
Bierweg 1a
4424 EL
Wemeldinge
Kapelle
41582
4205
10ZS00
bao
De Linge
Noordstraat 5
4421JS
Kapelle
Kapelle
41582
4205
07EE00
bao
De Rank
Egelantierstraat 7
4431EP
s-Gravenpolder
Borsele
41582
4205
07JR00
bao
De Welle
Slotstraat 87
4416AT
Kruiningen
Reimerswaal
41582
4205
08JP00
bao
De Zevensprong
Appelstraat 2
4413ET
Krabbendijke
Reimerswaal
41582
4205
08LR00
bao
Prinses Beatrixschool
Elvis Presleylaan 103
4462LB
Goes
Goes
41582
4205
10GA00
bao
Prinses Ireneschool
Kamperfoeliestraat 63
4461NK
Goes
Goes
41582
4205
10JU00
bao
t Honk
Van der Biltlaan 19A
4421BB
Kapelle
Kapelle
41582
4205
10XC00
bao
't Noorderlicht
De Spinne 70
4463CW
Goes
Goes
41582
4205
04OT00
bao
De Regenboog
Prinses Irenestraat 1
4455AT
Nieuwdorp
Borsele
41582
4205
Burg Versluijsstraat 20
4698AS
Oud-Vossemeer
Tholen
40517
4301
Frambozestraat 29
4462EK
Goes
Goes
20254
4205
Zoekweg 1A
4691HT
Tholen
Tholen
30124
4202
40517 03QC00
Lowys Porquinstiching: bao
20254 03CJ00
Montessori Vereniging Zeeland: bao
30124 00FQ00
RK BS St Anthonius
Montessorischool de Basis Montessori Vereniging Tholen:
bao 40959
Montessori BS De Kraal PRIMAS-Scholengroep:
06RH00
bao
De Dubbele Punt
Barkey Wolfstraat 18
4494NP
Geersdijk
Noord-Beveland
40959
4205
08VL00
bao
De Kamperschouw
Nieuwstraat 32
4493BD
Kamperland
Noord-Beveland
40959
4205
05MV00
bao
De Schouw
Kerkplein 1
4318EB
Brouwershaven
Schouwen-Duivelan
41583
4202
05QD00
bao
CBS Samuel
Vloedstraat 15
4321AM
Kerkwerve
Schouwen-Duivelan
41583
4202
05VI00
bao
De Zonnewijzer
I.M. van der Bijlstraat 15
4316AB
Brouwershaven
Schouwen-Duivelan
41583
4202
07BZ00
bao
Helcherseeschool
Carlstraat 11
4322BA
Scharendijke
Schouwen-Duivelan
41583
4202
07MR00
bao
J.W. v.d. Doelschool
Kabbelaarsbank 2
4301XB
Zierikzee
Schouwen-Duivelan
41583
4202
07YS00
bao
Onder De Wieken
Julianastraat 45
4328AR
Burgh Haamstede
Schouwen-Duivelan
41583
4202
41583
RADAR:
Bijlage 3 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
08WF00
bao 41669
JL de Jonge
Vrije 32
4301JZ
Zierikzee
Schouwen-Duivelan
41583
4202
Stichting Facetscholen:
09EE00
bao
OBS Wemeldinge
Spoorlaan 9
4424CJ
Wemeldinge
Kapelle
41669
4205
10AC00
bao
OBS de Moolhoek
Lange Meet 1
4421GR
Kapelle
Kapelle
41669
4205
00HH00
bao
OBS De Vliete
Julianastraat 30
4491GB
Wissenkerke
Noord-Beveland
41670
4205
12RD00
bao
Obs Prof. Dr. Kohnstamm
Reigerstraat 1
4461RE
Goes
Goes
41670
4205
13JR00
bao
Obs Schengehof
Slotstraat 3
4458BJ
s-Heer Arendskerke Goes
41670
4205
13EH00
bao
Obs de Zuidwesthoek
Elvis Presleylaan 107
4462LB
Goes
Goes
41670
4205
13OS00
bao
OBS De Kloetingseschool
Groenedaal 1
4481 BK
Kloetinge
Goes
41670
4205
13SW00
bao
Obs de Kattenschulp
Van Heenvlietstraat 12
4474AT
Kattendijke
Goes
41670
4205
13WI00
bao
OBS St@mperius
I G J van den Boschstr 2
4475AL
Wilhelminadorp
Goes
41670
4205
41670
Nobego:
13ZV00
bao
OBS De Achthoek
Gardenierhof 19b
4471CN
Wolphaartsdijk
Goes
41670
4205
14FX00
bao
OBS De Tweemaster
Kuyperlaan 29
4463SH
Goes
Goes
41670
4205
18QG00
bao
OBS De Zuidvliet
Wilhelminastraat 2A
4484AG
Kortgene
Noord-Beveland
41670
4205
18SI00
bao
OBS Het Stelleplankier
Hovenierstraat 1
4486CK
Colijnsplaat
Noord-Beveland
41670
4205
41778
Stichting Samen Onderwijs Maken (SOM):
10MB00
bao
Parelmoer
Moerplein 4
4401HZ
Yerseke
Reimerswaal
41778
4205
11OE00
bao
De Reigersberg
Hoofdweg 50a
4411AR
Rilland
Reimerswaal
41778
4205
11ZM00
bao
BS Voorhoute
Voorhoute 3
4416BS
Kruiningen
Reimerswaal
41778
4205
12RI00
bao
BS De Eendracht
Eendracht 3
4417CA
Hansweert
Reimerswaal
41778
4205
12IY00
bao
BS De Klimroos
Hinkelingestraat 8
4413AG
Krabbendijke
Reimerswaal
41778
4205
05ZJ00
bao
‘t Meetje
Deensestraat 1
4323LE
Ellemeet
Schouwen-Duivelan
41557
4202
08FJ00
bao
OBS Duiveland
Weststraat 26
4306CN
Nieuwerkerk
Schouwen-Duivelan
41557
4202
08FJ01
bao
OBS Duiveland
Lageweg 13
4308AG
Sirjansland
Schouwen-Duivelan
41557
4202
08HQ00
bao
Theo Thijssenschool
Kaersemakerstraat 27
4301MA
Zierikzee
Schouwen-Duivelan
41557
4202
09FO00
bao
OBS de Oosterburcht
Dokter Schutterstraat 1
4307BP
Oosterland
Schouwen-Duivelan
41557
4202
09HY00
bao
‘t Kofschip
Scheldestraat 9
4301VA
Zierikzee
Schouwen-Duivelan
41557
4202
10RR00
bao
De Klimop
Nieuwe Schoolstraat 4-6
4315AW
Dreischor
Schouwen-Duivelan
41557
4202
09ZN00
bao
De Schoener
Schuitkade 2
4318EH
Brouwershaven
Schouwen-Duivelan
41557
4202
10BL00
bao
OBS 't Stoofje
Haneweg 13
4305AA
Ouwerkerk
Schouwen-Duivelan
41557
4202
10EL01
bao
OBS de Stove
Smidsweg 9
4326AE
Noordwelle
Schouwen-Duivelan
41557
4202
41557
Stichting OBASE:
Bijlage 3 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
10DM00
bao
OBS Binnen de Veste
Raamstraat 3
4301BP
Zierikzee
Schouwen-Duivelan
41557
4202
10EL00
bao
OBS 't Staepel'of
Mauritsweg 10
4325AH
Renesse
Schouwen-Duivelan
41557
4202
10VV00
bao
OBS De Kirreweie
Julianastraat 47
4328AR
Burgh Haamstede Schouwen-Duivelan
41557
4202
18FD00
bao
OBS De Meerpaal
Dreef 4
4311AK
Bruinisse
Schouwen-Duivelan
41557
4202
bao
CBS Op Dreef
Molenstraat 46
4311 ED
Bruinisse
Schouwen- Duiveland
41557
4202
41557
4202
83019 07XS00
Ver. bevordering Chr. Onderw. te Bruinisse:
40794
Ver. Prot.-Chr. Onderwijs te Tholen en omstreken:
04JJ00
bao
CBS Het Kompas
Steintjeskreek 2
4675RZ
Sint Philipsland
Tholen
40794
4202
09CY00
bao
CNS De Regenboog
Molenvlietsedijk 3A
4691HS
Tholen
Tholen
40794
4202
04UA00
bao
De Ark
Burg Versluijsstraat 14
4698AS
Oud-Vossemeer
Tholen
40794
4202
07OD00
bao
School met de Bijbel
Schoolstraat 6
4693BG
Poortvliet
Tholen
40794
4202
bao
Vereniging Gereformeerd Primair Onderwijs: De Wingerd
Noordhoeklaan 88
4464BB
Goes
Goes
41646
5607
41646 02ZY00
Bijlage 3 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Bijlage 4 Overzicht speciale voorzieningen
BRIN/ NR BG
Sty
Naam
Adres
Postcode plaatsnaam
gemeente
02CK00
so
Stichting 'De Korre': Mytylschool De Sprienke
Vivaldipad 1
4462JA
Goes
Goes
41312
nvt
14PR00
so
Deltaschool
Naereboutstraat 24
4461GT
Goes
Goes
41312
nvt
26NN00
so
Beatrixschool
Mulockstraat 42
4301KW
Zierikzee
Schouwen-Duivelan
41312
nvt
Grachtweg 8
4301KJ
Zierikzee
Schouwen-Duivelan
41557
4202
41312
41557 19QZ00
bg_nr
SWV oud
Stichting OBASE sbao
SBO De Meie
14OJ00
sbao
SSBO De Tweern
Evertsenstraat 100
4461XS
Goes
Goes
40876
4205
00NY00
sbao
SSBO De Veste
Schuttershof 2
4691CK
Tholen
Tholen
40876
4202
04EY09
so
OdyZee
Oostmolenweg 79
4481PM
Kloetinge
Goes
40876
Stichting Respont
Bijlage 4 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015
Bijlage 5
Speciale voorzieningen buiten O3 met leerlingen bekostigd door O3 BRINVEST
Naam
Plaats
Gemeente
00OJ00
Klimopschool
Middelburg
Middelburg
nr bg
41312 Stichting 'De Korre'
naam bevoegd gezag
categorie 1 3
categorie 2
categorie 3
3
01UC00
Yulius Onderwijs
Barendrecht
Barendrecht
85256 Stichting Yulius Onderwijs
2
2
02RH01
De Fakkel
Roosendaal
Roosendaal
41200 Stichting 'Het Driespan'
1
02SZ00
RK Mytylschool
Roosendaal
Roosendaal
75778 Stg. R.K. Mytylsch. Roosendaal
04EY12
SO/VSO Respont (Keurhove)
Middelburg
Middelburg
40876 Stichting Respont
27
27
07WD01
De Kornalijn
Bergen op Zoom
Bergen op Zoom
41200 Stichting 'Het Driespan'
14
14
16LO04
De Kameleon
Bergen op Zoom
Bergen op Zoom
74154 Stg. Kath. Prim. Ond. R'daal
14
14
16SN00
Openluchtschool voor SO
Breda
Breda
41407 INOS, Stg. Kath. Onderw. Breda
1
1
1 5
Bijlage 5 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Eindtotaal
1
6
Bijlage 6
Overzicht van voorschoolse voorzieningen Revant Revalidatiecentrum Reigersbos Schubertlaan 21 4462 KA Goes Tel 0113-236236 Angela Hoogesteger
[email protected] Kentalis Schaepmanstraat 21 4463SC Goes 0113-27336 www.kentalis.nl Michelle Budde GZ pscyholoog/behandel coördinator
[email protected] Marjan Ririhena ouderbegeleider/systeemconsulent
[email protected] Auris Auris Peutergroep Nassaulaan 8 4461SX Goes 0113-323264
[email protected] www.auris.nl Ineke Kristalijn
[email protected] Willian Heesters
[email protected] Juvent Consultatieteam kind en veiligheid Park Veldzigt 45 4336 DW Middelburg Postbus 140 4330AC Middelburg Truus de Gaaij
[email protected] Kibeo peuterspeelzaal en peuterspeelzaal + Stationspark 2 4462 DZ Goes Postbus 328 4460AS Goes 0113-760250
[email protected] www.kibeo.nl
Bijlage 6 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Het Gors “De Cirkel “ Beukenstraat 58/60 4462 TT Goes Postbus 2160 4460MD Goes 0113-273333 www.gors.nl unitmanager : Dolinde Webers
[email protected] Juvent Dagbehandeling Beukenstraat 62 4462CA Goes 0113-237066 www.juvent.nl Gedragsdeskundige: Gitte van der Put
[email protected]
Bijlage 6 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Bijlage 7
Overzicht samenwerkingsverbanden Zeeland en omgeving
Primair Onderwijs Zeeland Oosterschelderegio: Samenwerkingsverband O3 - www.samenwerkingsverbando3.nl Walcheren: Samenwerkingsverband Kind op 1 – www.swvkindop1.nl Zeeuws-Vlaanderen: Passend Primair Onderwijs Zeeuws Vlaanderen – www.pozv.nl Reformatorisch: Ref. swv primair onderwijs Zeeland - www.berseba.nl Voortgezet Onderwijs Zeeland Oosterschelderegio: PVO 2902 – Postbus 304, 4460 AS Goes Walcheren: PVO Walcheren – www.pvow.nl Zeeuws-Vlaanderen: PVO Zeeuws-Vlaanderen – Postbus 32, 4560 AA Hulst Reformatorisch: Reformatorisch swv VO – Klein Frankrijk 19 – 4461 ZN Goes Primair Onderwijs buiten Zeeland Stichting samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Goeree-Overflakkee http://swv.passendonderwijs.nl/PO2811/ Stichting Passend onderwijs Brabantse Wal - http://swv.passendonderwijs.nl/PO3001/ Voortgezet Onderwijs buiten Zeeland Goeree-Overflakkee Samenwerkingsverband VO2805 - www.samenwerkingsverband-vo.nl Stichting samenwerkingsverband VO Bergen op Zoom e.o. http://swv.passendonderwijs.nl/VO3001/
Bijlage 7 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Bijlage 8 Samenstelling OPR
Schoolbestuur Stichting 'De Korre'
Geleding ouder
Naam afgevaardigde Karin Sauter
Voorzitter
GPO-wn
ouder
Tineke van Langevelde
Voorzitter
Montessori-Vereniging Tholen (Kraal)
ouder
Anita Boot
Stg. Samen Onderw. Maken (SOM)
ouder
Corné Brouwers
Montessori Vereniging Zeeland (Basis)
ouder
Elco Simon
Stg. Kathol. Onderwijs Borsele (SKOB)
ouder
Ilse Middendorp
Ver. Prot.-Chr. Onderw. Tholen (VPCO)
ouder
Irene Boudeling
Stichting Prisma
ouder
Maarten Kaashoek
Stichting OBASE
ouder
Marco van Dulmen
Alpha Scholengroep
ouder
Martin Wissekerke
RADAR, Ver. voor. PCO Schouwen
personeelslid
Annemiek v.d. Mark
Stg. Facetscholen voor o.p.o.
personeelslid
Emma de Koeijer
Primas-Scholengroep
personeelslid
Evelien Capello
Stichting Respont
personeelslid
Hester Visser
Omnisscholen
personeelslid
Ineke Wandel
OCTHO, Stg. Openb. Prim. Ond.
personeelslid
Jos Uijtdewillegen
Stg. Openb. Prim. Ond. Nobego
personeelslid
Kitjan Colijn
Lowys Porquinstichting
personeelslid
Rina van den Boom
Alpha Scholengroep
personeelslid
nog onbekend
Ver. bevordering Chr. Onderw. (Op Dreef)
personeelslid
nog onbekend
Bijlage 8 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Bijlage 9
Samenstelling Kinderraad
Tweern in Goes
Jan
Honk in Kapelle
Mees, Mathijs en Vera
Don Bosco in ’s-Heerenhoek
Mara
Oosterburcht in Oosterland
Dominique
Bijlage 9 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Bijlage 10 Taken binnen het samenwerkingsverband Taakomschrijving trajectbegeleider De trajectbegeleiders van het samenwerkingsverband organiseren de aanvragen voor extra ondersteuning bij het loket op basis van een gesprek met de leerling, ouders en school, aangevuld met gegevens die de school aanlevert. Zij formuleren voor die aanvraag een aanvraagvoorstel waarin de onderwijsbehoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoeften van de school (en eventueel de ouders) geformuleerd staan. De gespreksvoering, interpretatie en vertaling daarvan op papier zijn de belangrijkste taken van de trajectbegeleider. Het is niet zozeer een adviesrol, als wel een inventariserende rol, waarbij de vraag centraal staat. Om deze taken goed uit te kunnen voeren beschikt de trajectbegeleider over de volgende competenties: • Heeft een HBO+ of WO opleiding en werk- en denkniveau • heeft goede communicatieve vaardigheden met respect voor ieders rol, • heeft veel ervaring in het voeren van (intake)gesprekken met scholen, ouders en leerlingen, • heeft goede gesprekstechnieken: onbevooroordeeld luisteren, goed doorvragen, • heeft goede schriftelijke vaardigheden, • heeft algemene kennis van en ervaring met een brede doelgroep leerlingen, • is goed ingevoerd in het handelingsgericht denken en werken, • heeft veel ervaring in het voeren van handelingsgerichte gesprekken, • is flexibel, • is bereid tot intervisie met andere trajectbegeleiders om zo de nieuwe werkwijze te verfijnen, • is bereid tot reflecteren op eigen handelen, • teamplayer, kan goed samenwerken, • heeft ervaring in opstellen ontwikkelingsperspectieven, • denkt actief mee over de nieuwe werkwijze en levert een bijdrage aan het ontwikkelen van eventuele (webbased) formulieren, • is gericht op het zelfstandig maken van de scholen, • bekendheid met de scholen in de regio is een pré. Taakomschrijving medewerkers loket Het loket is de plaats waar de aanvraagvoorstellen worden bekeken, gewogen en waar het eventuele arrangement wordt ingericht. In het loket werken mensen met verschillende achtergronden samen. Er is een loketcoördinator die als aanspreekpunt dient en dossiers voorbereid, er zijn medewerkers die zicht hebben op mogelijk arrangementen en als contactpersoon fungeren voor achterliggende, dienstverlenende organisaties en er is secretariële ondersteuning. In het loket is het van belang dat de monitoring goed geregeld wordt, medewerkers met affiniteit met kengetallen en monitoring zijn van belang. Eén van de medewerkers is een universitair geschoold orthopedagoog of psycholoog met onderwijsachtergrond/ ervaring. Het loket werkt nauw samen met de trajectbegeleiders en de TLV commissie. Om deze taken te kunnen vervullen beschikt een loketmedewerker over: • een HBO+ of WO opleiding of werk en denkniveau • goede communicatieve vaardigheden met respect voor ieders rol, • algemene kennis van en ervaring met een brede doelgroep leerlingen, • een breed netwerk aan begeleiders (voorheen cluster 3, 4 of WSNS)
Bijlage 10 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
• kennis van begeleidingsmogelijkheden en specialismen van begeleiders (voorheen cluster 3, 4 of WSNS), Hij of zij: • is goed ingevoerd in het handelingsgericht denken en werken, • is gericht op handelingsgerichte en oplossingsgerichte begeleidingsprincipes; kort en krachtig, gericht op zelfstandigheid, het versterken van het eigen netwerk en de reguliere situatie, benutten van kansen en mogelijkheden, • is creatief in het bedenken van oplossingen, • heeft een netwerk bij zorginstellingen, • is een teamplayer, kan goed samenwerken, • is flexibel, • kan snel schakelen, • is bereid tot intervisie met andere loketmedewerkers om zo de nieuwe werkwijze te verfijnen, • denkt actief mee over de nieuwe werkwijze en levert een bijdrage aan het ontwikkelen van eventuele (webbased) formulieren, • bekendheid met de scholen in de regio is een pré. Voor de Loketcoördinator komt daar bij: • heeft overzicht, • dient als aanspreekpunt, • kan een onafhankelijke rol vervullen, • bereidt besprekingen voor, • zit besprekingen voor. Taakomschrijving orthopedagoog of psycholoog i.h.k.v. de TLV commissie De orthopedagoog vormt samen met de plaatsingscoördinator de TLV commissie binnen het loket. In overleg beslissen deze twee functionarissen formeel of een leerling toelaatbaar is voor het speciaal (basis)onderwijs. Zij beslissen over de duur van de TLV en de categorie. Om deze taken goed uit te kunnen voeren beschikt de orthopedagoog over de volgende competenties: • heeft een universitaire opleiding orthopedagogiek of psychologie met een afstudeerrichting t.a.v. ontwikkeling van kinderen. • heeft algemene kennis van en ervaring met een brede doelgroep leerlingen in de basisschoolleeftijd, • heeft goede communicatieve vaardigheden met respect voor ieders rol, • heeft veel ervaring in het voeren van gesprekken met scholen, ouders en leerlingen, • is goed ingevoerd in het handelingsgericht denken en werken, • heeft ervaring met handelingsgerichte diagnostiek, • denkt actief mee over de nieuwe werkwijze en levert een bijdrage aan het ontwikkelen van eventuele formulieren, • kan goed samenwerken, • ervaring in het (speciaal) basisonderwijs is een pré.
Bijlage 10 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Taakomschrijving plaatsingscoördinator De plaatsingscoördinator vormt samen met de orthopedagoog de TLV commissie binnen het loket. In overleg beslissen deze twee functionarissen formeel of een leerling toelaatbaar is voor het speciaal (basis)onderwijs. Zij beslissen over de duur van de TLV en de categorie. Om deze taken goed uit te kunnen voeren beschikt de plaatsingscoördinator over de volgende competenties: • heeft een opleiding tot maatschappelijk werker, psycholoog, pedagoog, arts of kinderpsychiater. • heeft kennis van speciale (basis)scholen in de regio en hun aanbod, • heeft een netwerk aan directeuren en CVB leden van speciale (basis)scholen, • is flexibel, • kan snel schakelen, • goede bereikbaarheid, • heeft goede communicatieve vaardigheden met respect voor ieders rol, • heeft veel ervaring in het voeren van gesprekken met scholen, ouders en leerlingen, • heeft algemene kennis van en ervaring met een brede doelgroep leerlingen, • is goed ingevoerd in het handelingsgericht denken en werken, • denkt actief mee over de nieuwe werkwijze en levert een bijdrage aan het ontwikkelen van eventuele formulieren, • kan goed samenwerken. Taakomschrijving ambulant begeleiders De ambulant begeleiders gaan de vastgestelde arrangementen uitvoeren. Zij begeleiden de leerlingen en scholen op basis van de vragen. Om deze taken goed uit te kunnen voeren beschikken de ambulant begeleiders over de volgende competenties: • heeft een HBO+ of WO opleiding en werk- en denkniveau • is goed ingevoerd in het handelingsgericht denken en werken, • is gericht op handelingsgerichte en oplossingsgerichte begeleidingsprincipes; kort en krachtig, gericht op zelfstandigheid, het versterken van het eigen netwerk en de reguliere situatie, benutten van kansen en mogelijkheden, • is creatief in het bedenken van oplossingen, • werkt doelgericht, • heeft een netwerk bij zorginstellingen, • is een teamplayer, kan goed samenwerken, • is flexibel, • kan snel schakelen, • bekendheid met de scholen in de regio is een pré.
Bijlage 10 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Bijlage 11 Taken en bevoegdheden algemene vergadering, bestuur en coördinator
Algemene vergadering - Toezicht houden op de algemene gang van zaken binnen de vereniging met het oog op de belangen van de vereniging en de bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid van de vereniging. - Toezicht houden op het bestuur. - Vaststellen van het aantal leden van het bestuur. - Benoemen leden van het bestuur. - Bestuursleden schorsen of ontslaan. - Vaststellen van eventuele onkosten- en vacatievergoeding voor bestuursleden. - Het aanwijzen van een registeraccountant. - Statuten wijzigen. - Een huishoudelijk of ander reglement vaststellen, wijzigen of opheffen waarin onderwerpen worden geregeld waarin door de statuten niet wordt voorzien. - Het nemen van besluiten die statutair niet opgedragen zijn aan andere organen. Bestuur Algemene taken - De vereniging op hoofdlijnen besturen. - Optreden als vertegenwoordiger van het samenwerkingsverband. - Het realiseren van de doelstelling en wettelijke taken van de vereniging. - Integraal intern toezicht houden op de werkzaamheden van de coördinator. - De coördinator gevraagd en ongevraagd adviseren. Ondersteuningsplan - Ten minste één maal in de vier jaar een voorgenomen besluit nemen aangaande het concept- ondersteuningsplan. - Ten minste één maal in de vier jaar het definitieve ondersteuningsplan vaststellen voor één mei van het jaar voorafgaande aan de periode waarop het plan betrekking heeft en niet voordat het overleg met gemeenten en VO heeft plaatsgevonden en de OPR instemming heeft verleend. - Het ondersteuningsplan 2014-2015 vaststellen voor één jaar. Het plan na dit jaar bijstellen en indien nodig opnieuw vaststellen. - Jaarlijks een activiteitenplan vaststellen. Onderdeel van dit jaarlijks plan is in ieder geval ook het overzicht van kosten van de uitvoering van het ondersteuningsplan, de beschikbare middelen en de te verwachten kosten van administratieve ondersteuning. - Jaarlijks, voorafgaand aan het boekjaar, vaststellen van een begroting. - Jaarlijks vaststellen van de jaarrekening. Het betreft een overzicht van inkomsten en uitgaven in het kader van het samenwerkingsverband over het afgelopen boekjaar.
Bijlage 11 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Overige taken - Jaarlijks een gesprek voeren met de coördinator. - Jaarlijks een gesprek voeren met de kinderraad. - OOGO voeren met gemeenten. - Overleg met de OPR. - Indien gewenst één of meerdere commissies en/of personen aanwijzen of aanstellen die onder verantwoordelijkheid van de coördinator belast kunnen worden met (onderdelen van) de uitvoering van (de activiteiten voortvloeiend uit) het ondersteuningsplan. Coördinator (met ondersteuning van financieel controller en secretariaat) Algemene taken/bevoegdheden - Dagelijkse leiding en coördinatie over de dagelijkse gang van zaken binnen het samenwerkingsverband. - De door het bestuur vastgestelde hoofdlijnen van het beleid opvolgen. - Contacten onderhouden met de medewerkers in het Loket, de kinderraad, de ondersteuningsplanraad en andere belanghebbenden. - Jaarlijks een aantal bijeenkomsten houden met medewerkers van de scholen. - Bestuursbesluiten voorbereiden en uitvoeren. - Aan het bestuur verantwoording afleggen ter zake van de aan hem/haar bij of krachtens de statuten opgedragen taken en bevoegdheden. - De algemene ledenvergadering en het bestuur tijdig alle informatie verschaffen die nodig is voor een goede uitoefening van de taak van de algemene vergadering en het bestuur. - Instellen en handhaven van interne procedures die ervoor zorgen dat alle belangrijke informatie bij de ledenvergadering en het bestuur bekend is. - Jaarlijks samen met een bestuurslid met alle medewerkers een gesprek voeren met daarin centraal de evaluatie van de scholen en het bereiken van doelstellingen. Jaarlijkse plannen/verslagen - Een jaarlijks activiteitenplan voorbereiden. Onderdeel van dit jaarlijks beleidsplan is in ieder geval ook het overzicht van kosten van de uitvoering van het ondersteuningsplan, de beschikbare middelen en de te verwachten kosten van administratieve ondersteuning. - In het jaar 14-15 minimaal drie keer aan het Bestuur schriftelijk rapporteren over de voortgang van het activiteitenplan gedurende het eerste schooljaar. - Jaarlijks een begroting opstellen. - Jaarlijks een bestuursverslag bij de jaarrekening opstellen. - Het jaarlijks aan het eind van het schooljaar uitzetten van evaluatieformulieren bij scholen van het samenwerkingsverband en bij ouders. - Jaarlijks een activiteitenverslag (inhoudelijke kengetallen, tevredenheidsmetingen, onderwijskundige resultaten vanuit activiteitenplan, personeel) opstellen. - Opstellen van een jaarlijks verslag voor scholen en ouders, één voor de kinderraad en een publieke voor gemeenten, zorginstellingen en andere samenwerkingsverbanden en stakeholders.
Bijlage 11 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Het ondersteuningsplan - Elke vier jaar met inachtneming van de statutaire bepalingen daaromtrent een ondersteuningsplan en bijbehorende financiële meerjarenbegroting opstellen. - Elk jaar telgegevens van één oktober van dat jaar opvragen zodat deze vóór vijftien oktober van dat jaar voor de coördinator beschikbaar zijn. - Voorstel voor een ondersteuningsplan opstellen, gebaseerd op de door de Onderwijsorganisaties vastgestelde schoolondersteuningsprofielen. Daarbij wordt de volgende procedure gevolgd: o Elk lid zendt het (de) vastgestelde schoolondersteuningsprofiel(en) vóór één november van het jaar voorafgaande aan de periode waarop het plan betrekking heeft aan de coördinator van het samenwerkingsverband. o De coördinator legt een concept-ondersteuningsplan vóór 1 februari voor aan het bestuur. o Over het concept wordt op overeenstemming gericht overleg gevoerd met burgemeester en wethouders van de gemeenten. De betreffende burgemeesters en wethouders en het bestuur stellen hiertoe gezamenlijk een overlegprocedure vast welke procedure in ieder geval een geschillenregeling dient te bevatten. o Overleg wordt gevoerd met het samenwerkingsverband VO en het samenwerkingsverband voor reformatorisch onderwijs. o Vervolgens wordt het ondersteuningsplan vóór 15 maart ter instemming voorgelegd aan de ondersteuningsplanraad. De ondersteuningsplanraad wordt een termijn van vier weken gesteld waarbinnen een schriftelijk standpunt uitgebracht dient te worden ten aanzien van het voorstel voor het ondersteuningsplan. - Vóór één mei van het jaar voorafgaande aan de periode waarop het plan betrekking heeft, het plan toezenden aan de onderwijsinspectie. - Zorg dragen voor de uitvoering. Opgesteld op basis van de concept-samenwerkingsovereenkomst Passend Onderwijs, het concept ondersteuningsplan SWV O3 en de statuten.
Bijlage 11 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Bijlage 12 Afspraken met LWOE, Visio en Auris
Voor veel leerlingen met extra onderwijsbehoeften kan extra ondersteuning aangevraagd worden bij samenwerkingsverband O3. Er zijn een paar uitzonderingen gemaakt voor kinderen met o.a. zintuigelijke handicaps, te weten: 1. leerlingen met visuele beperkingen, 2. leerlingen die doof zijn, slechthorend zijn of met een spraak-taalstoornis, en 3. leerlingen met epilepsie. Voor deze 3 groepen zijn wettelijk aparte toeleidingsroutes bepaald. Voor deze leerlingen kunt u terecht bij de volgende organisaties: Leerlingen met een visuele beperking Zie 11 a
Cliëntservicebureau Visio T 088 585 85 85 www.visio.org
Leerlingen die slechthorend zijn, doof of een Auris aanmeldpunt cluster 2 Zeeland spraak-taalstoornis hebben. Nassaulaan 8 4461 SX Goes Zie 11 b T: 0113- 250342 F: 0113-323684 E:
[email protected] Leerlingen met epilepsie Zie 11 c
Expertisecentrum de Berkenschutse Sterkselseweg 65 5591 VE Heeze T 040-2279300 www.lwoe.nl
11 a Afspraken met Visio Veruit de meeste leerlingen met een visuele beperking volgen onderwijs op een reguliere school. Visio biedt daarvoor ambulante onderwijskundige begeleiding in nauwe samenwerking met zorg. Er gelden indicatiecriteria op grond van medische gegevens en onderzoeken en de commissie van Onderzoek van Visio besluit over toelating en onderwijskundige begeleiding. In Goes heeft Visio een locatie voor revalidatie en advies, maar de onderwijskundige begeleiding is benaderbaar via het cliëntservicebureau. 11b Afspraken met Auris De criteria om in aanmerking te komen voor ondersteuning vanuit Auris zijn niet heel sterk gewijzigd. De aanmeldroute lijkt op die van O3. Via het bovengenoemde aanmeldpunt kunnen ouders contact opnemen met de cliëntbegeleiders. In Zeeland zijn dat Ineke Seghers en
Bijlage 12 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Carla Pollée. Een Aurismedewerker gaat vervolgens met school en ouders in gesprek om te bekijken of men voor ondersteuning in aanmerking komt en zo ja, welk arrangement passend lijkt. Het besluit over het arrangement ligt vervolgens bij de commissie van onderzoek van Auris. In de arrangementen wordt net als bij O3 rekening gehouden met de 5 domeinen: aandacht en tijd, samenwerking, deskundigheid, aanpassingen en materialen. Soms twijfelt u wellicht tussen aanmelding bi het samenwerkingsverband of aanmelding bij Auris, bijvoorbeeld als er sprake is van onderwijsbehoeften op meerdere gebieden. Er is afgesproken dat er een heel korte lijn zal zijn tussen het Loket en de cliëntbegeleiders. Zij zullen waarschijnlijk regelmatig aanschuiven bij het Loket. 11 c Afspraken met Landelijk werkverband onderwijs en epilepsie Leerlingen met epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen kunnen, als er sprake is van specifieke onderwijsbehoeften, rekenen op ondersteuning vanuit het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE). Het LWOE wordt gevormd door de ambulante diensten van de twee Nederlandse epilepsiescholen ‘De Berkenschutse’ in Heeze en ‘De Waterlelie’ in Cruquius. Beide scholen zijn verbonden aan een Epilepsiecentrum (3e-lijns ziekenhuis) voor epileptologie en neurologisch bepaalde leerstoornissen, respectievelijk Kempenhaeghe en Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN). Het LWOE biedt ondersteuning aan leerlingen met epilepsie in het reguliere onderwijs en leerlingen in het speciaal onderwijs. Na aanmelding bij het LWOE door ouders, arts, school of samenwerkingsverband volgt directe, preventieve betrokkenheid door een onderwijskundig begeleider van het LWOE. In Zeeland is vooral Hanneke Verstijnen actief in het begeleiden van leerlingen met epilepsie. Indien meer intensieve ondersteuning nodig is, wordt de ondersteuningsbehoefte en het begeleidingsarrangement voor de betreffende leerling vastgesteld. Naast de eerste preventieve interventie worden de volgende arrangementen onderscheiden: lichte begeleiding, medium begeleiding en zware onderwijszorg. De lichte begeleiding is screenend en kortdurend van aard. De medium begeleiding is handelingsgericht en langer durend van aard. In voorkomende gevallen zal het LWOE het samenwerkingsverband zware onderwijszorg adviseren om een leerling toe te laten tot het (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs. Ter toerusting van leerkrachten en docenten biedt het LWOE een signaleringslijst aangaande het herkennen van epilepsieproblematiek. Tevens biedt het LWOE voorlichting, workshops en scholing met betrekking tot epilepsie, leren en gedrag. Voor de aanmeldroute en alle andere genoemde informatie kunt u terecht op www.lwoe.nl
Bijlage 12 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Bijlage 13
Standaarden basisondersteuning
Standaard 1: de school is gericht op ontwikkeling, ontwikkelt zijn basiskwaliteit en dat is zichtbaar in het schoolplan en jaarplan. Standaard 2: de school stelt ontwikkelperspectieven op met daarin een beredeneerd onderwijsaanbod, uitstroomperspectief en concrete doelen. Standaard 3: de school betrekt leerlingen en hun ouders bij het opstellen van het ontwikkelperspectief. Standaard 4: de school beschrijft de onderwijsbehoeften van leerlingen in de vijf domeinen (aandacht en tijd, gebouw, samenwerking, deskundigheid en voorzieningen) en betrekt leerlingen en hun ouders hierbij Standaard 5: de school brengt bij aanvragen de eigen ondersteuningsbehoeften in kaart. Standaard 6: de school geeft aan waar de mogelijkheden van de school ontoereikend zijn om aan de onderwijsbehoeften te kunnen voldoen. Standaard 7: de school is in staat om in trajecten rond leerlingen met extra onderwijsbehoeften ouders als partner mee te nemen en eensluidend tot een aanvraag te komen. Daar waar dit niet lukt, vraagt de school tijdig ondersteuning zodat escalaties voorkomen worden. Standaard 8: de school werkt binnen plannen en HR beleid aan de kerncompetenties van alle leerkrachten waar het gaat om relatie, competentie en autonomie van leerlingen. Standaard 9: de school werkt binnen plannen en HR beleid aan de kerncompetenties van alle leerkrachten waar het gaat om het ondersteunen van leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Standaard 10: de school kan aan een aantal veelvoorkomende onderwijsbehoeften van de leerlingen voldoen. Zie schema bijlage 14.
Bijlage 13 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Bijlage 14 Basisondersteuning in onderwijsbehoeften Op het gebied van
Leerlingen die behoefte hebben aan (een): Deskundigheid
-
Aandacht en tijd
Leren en ontwikkeling
Voorzieningen
Gebouw Samenwerking
-
Aandacht en tijd
-
Samenwerking met ouders i.v.m. extra inoefentijd. Behandelaar i.h.k.v. de vergoedingsregeling dyslexie Met HGPD-er Met zorginstelling. Leerkrachten die creatief nadenken over oplossingen voor licht motorische problemen. Leerkrachten die zich verdiepen in medische problemen voor zover die aandacht van de leerkracht vragen qua signalering of toedienen medicatie passend medisch protocol aanscherpen Extra aandacht of tijd voor verwerking.
Voorzieningen
-
Afspraken rond medisch handelen Aanpassingen in materiaal i.v.m. lichte motorische beperkingen Werken met laptop, tablet of computer Hulpmiddelen als wiebelkussen e.d. Protocollen Aanpassingen in ruimte i.v.m. lichte motorische beperkingen. Speellokaal Ruimte om even terug te trekken en tot rust te komen Met ouders rond medisch handelen Met zorginstellingen/ therapeuten e.d.
Deskundigheid
-
Fysiek en medisch
Aangepast onderwijsaanbod voor lezen en spelling (het hoe en/of het wat), ook in geval van een stoornis Meer uitdagende leerstof naast of in plaats van het reguliere groepsaanbod Aangepast onderwijsaanbod voor rekenen, begrijpend lezen en andere vakgebieden (het hoe en/of het wat) als het een of twee vakgebieden betreft. Verlengde instructie, aangepaste instructie Extra inoefentijd Extra aandacht van de leerkracht Pre-teaching Tutor Remediërende materialen Remediërende software Visuele ondersteuning Werken op een computer Aanpassingen in ruimte i.v.m. concentratie of instructie in kleine setting.
Gebouw Samenwerking
Bijlage 14 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Sociaal-emotioneel en gedrag
Deskundigheid
Aandacht en tijd
Voorzieningen Gebouw Samenwerking Deskundigheid
Aandacht en tijd
Werkhouding
Voorzieningen
Gebouw Samenwerking Deskundigheid
thuissituatie
Aandacht en tijd Voorzieningen Gebouw Samenwerking
-
Begrip en geduld bij leerkrachten en klasgenoten Een planmatige aanpak van de interactie of gedragsinterventies Leerkrachten met basiskennis van gedragsproblemen of stoornissen die zich flexibel willen opstellen Rust en orde in de groep Een veilig pedagogisch klimaat Het bevorderen van vriendschappen en acceptatie Ondersteuning van het zelfvertrouwen Korte individuele gesprekjes Een vertrouwenspersoon Een maatje en/of tutor Gerichte pedagogische aanpak (belonen, straffen en negeren). Methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling
-
Ruimte om even terug te trekken en tot rust te komen Ruimte voor gesprekjes Met ouders Met HGPD-er Met zorginstellingen Gevarieerd aanbod van instructie- en verwerkingsvormen Heldere structuur qua regels en afspraken Een leerkracht die verwachtingen uitspreekt en afstemt Een duidelijk programma Regelmaat Aandacht tijdens zelfstandige verwerking
-
Time-timers Klok Ondersteunende materialen Werken op computer, laptop of tablet Rustige werkplekken
-
Met ouders Met HGPD-er luisterend oor leerkracht die vaardig is in gespreksvoering leerkracht die vaardig is in signaleren afgestemde verwachtingen duidelijke afspraken Individuele gesprekjes
-
Meldcode Duidelijke afspraken en protocollen in de school Gespreksruimten
-
Met ouders Met zorginstellingen
-
Bijlage 14 bij ondersteuningsplan O3 schooljaar 2014-2015 vastgesteld d.d. 16 april 2014
Bijlage 17 Inspectie-indicatoren
Kwaliteitsaspect 1 – Resultaten Het samenwerkingsverband voert de aan hem opgedragen taken uit en realiseert een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen, zodanig dat alle leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. 1.1
Het samenwerkingsverband realiseert passende ondersteuningsvoorzieningen voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het samenwerkingsverband doet aantoonbaar al het mogelijke om voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben passende ondersteuningsvoorzieningen te organiseren. Dit leidt er toe dat geen leerlingen van passende ondersteuning verstoken blijven, verwijtbaar aan het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband kan verantwoorden dat het zijn bevoegdheden en invloed heeft aangewend om deze ondersteuningsvoorzieningen in en/of tussen de scholen te realiseren.
1.2
Het samenwerkingsverband realiseert de toewijzing van de extra ondersteuning en de plaatsing van de leerling tijdig en effectief. Toewijzing en plaatsing zijn aan termijnen gebonden. Het samenwerkingsverband kan voor iedere leerling voor wie extra ondersteuning is aangevraagd, desgevraagd aantonen dat - wanneer van toepassing - ten minste de wettelijk voorgeschreven termijnen gehaald zijn en dat de leerling geplaatst is in een bij zijn ondersteuningsbehoefte passend arrangement in of buiten het regulier onderwijs. In de periode augustus 2014 t/m juli 2016 herindiceert het samenwerkingsverband de zittende so- /vso- leerlingen.
1.3
Het samenwerkingsverband zet zijn middelen doelmatig in. Het samenwerkingsverband werkt met een meerjarenbegroting waarin het beleid uit het ondersteuningsplan duidelijk herkenbaar is vertaald in gekwantificeerde doelstellingen. De meerjaren-begroting op zijn beurt is vertaald in een gedetailleerde begroting op jaarbasis. Minstens een keer per jaar toetst het samenwerkingsverband de realisatiecijfers aan de begroting, analyseert de verschillen en past zo nodig de meerjarenbegroting en/of de jaarbegroting aan.
1.4
Het samenwerkingsverband realiseert de beoogde kwalitatieve en kwantitatieve resultaten die het voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften heeft opgesteld. Het samenwerkingsverband toont aan dat het de geplande kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (incl. bekostigingsaspecten) behaalt.
. 1.5
Binnen het samenwerkingsverband is geen schoolverzuim door leerlingen die (mogelijk) extra ondersteuning nodig hebben. Het samenwerkingsverband bevordert in voldoende mate dat alle leerplichtige of kwalificatieplichtige leerlingen die mogelijk extra ondersteuning nodig hebben, ingeschreven staan bij een school en daadwerkelijk onderwijs volgen. Het samenwerkingsverband toont aan dat het alsnog bestaande schoolverzuim door deze leerlingen buiten zijn invloedsfeer ligt en niet voorzienbaar was. Dit kan aan de hand van kengetallen, analyses en planningen van activiteiten om schoolverzuim te voorkomen. Het samenwerkingsverband kan bovendien aantonen dat het ten behoeve van het bereiken van dit doel functionele contacten onderhoudt met relevante ketenpartners (leerplicht, jeugdzorg, politie, pcl, rmc, et cetera).
1.6
Het samenwerkingsverband stemt goed af met jeugdzorg en WMO-zorg. Het samenwerkingsverband toont aan dat mede door zijn inspanningen de afstemming met zorg-aanbieders in de regio leidt tot een geïntegreerde aanpak van zorg en onderwijs, met als doel de verbetering van het onderwijsaanbod. Het samenwerkingsverband heeft een actueel beeld van de zorgvoorzieningen/aanbieders in de regio en heeft zicht op het zorgaanbod en de tekortkomingen in het zorgaanbod in de regio. Het samenwerkingsverband maakt hiertoe – onder meer in het op overeenstemming gericht overleg - werkbare afspraken met de gemeenten7 over de afstemming met jeugdzorgaanbieders, jeugdgezond-heidszorg en WMO- zorg gericht op jeugdigen.
7
Maakt voor de te overbruggen tijd tot de decentralisatie afspraken met de provincies (Nieuwe Wet op de jeugdzorg).
Kwaliteitsaspect 2 - Management en organisatie Het samenwerkingsverband weet zijn missie en doelstellingen binnen het kader van de Wet passend onderwijs te realiseren door een slagvaardige aansturing en effectieve interne communicatie en een doelmatige, inzichtelijke organisatie. 2.1
Het samenwerkingsverband heeft een missie bepaald, waaruit consequenties zijn getrokken voor de inrichting van de organisatie en de te bereiken doelstellingen (visie). Het samenwerkingsverband heeft zijn missie en visie geformuleerd. De missie is uitgewerkt in een strategisch beleid en bevat een karakteristiek van het samenwerkingsverband, een visie op de toekomst en daarop aansluitende strategische doelen. Missie en visie zijn gekoppeld aan de wetgeving; doelen en beoogde resultaten zijn eenduidig vastgelegd. Het besturingsmodel van het samenwerkingsverband past bij de missie en de beleidsvoornemens. Er is een kader vastgesteld waarbinnen de organisatie haar taken uitvoert en waarmee zij aangeeft hoe de activiteiten die daarbij horen, passen binnen het grotere geheel.
2.2
Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van de deelnemers aan het samenwerkingsverband en van degenen die voor het samenwerkingsverband taken (al dan niet in mandaat) uitvoeren, zijn helder vastgelegd. Het samenwerkingsverband heeft een organisatieschema waaruit eenduidig blijkt waarop elk orgaan formeel aanspreekbaar is. De taken en de operationele bevoegdheden van de verschillende organen binnen het samenwerkingsverband zijn eenduidig belegd, vastgesteld en bekendgemaakt.
2.3
Het samenwerkingsverband heeft een doelmatige overlegstructuur. Het samenwerkingsverband kan aantonen dat het georganiseerd overleg binnen de organen van het samenwerkingsverband voldoende gericht is op realisatie van het beleid en op de samenhang tussen de taken van het samenwerkingsverband. Het functioneel overleg richt zich zowel op de inhoud als op de planning, uitvoering en evaluatie van taken. Het samenwerkingsverband heeft een procedure vastgesteld met de gemeente(n) die in het samenwerkingsverband liggen om te komen tot een op overeenstemming gericht overleg.
2.4
Het samenwerkingsverband heeft eenduidige procedures en termijnen voor het plaatsen van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en het toewijzen van extra ondersteuning. Er is een toewijzingsprotocol vastgesteld. Dit protocol bevat ten minste de criteria voor toewijzing van middelen voor extra ondersteuning, de inhoudelijke plaatsingscriteria voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, de termijnen voor de toelaatbaarheidsbepaling en termijnen voor de stappen in de plaatsingsprocedure. Voor de periode augustus 2014 t/m juli 2016 heeft het samenwerkingsverband een procedure vastgesteld voor de herindicatie van zittende so- /vso- leerlingen.
2.5
Het samenwerkingsverband voert een actief voorlichtingsbeleid over taken en functies van het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband profileert zich in de regio actief als dienstverlener voor passend onderwijs. Daartoe beschikt het in elk geval over adequate informatievoorzieningen ten behoeve van belanghebbenden bij het samenwerkingsverband en overige voorzieningen zoals cluster 1 en cluster 2, over voorzieningen in de sfeer van de jeugdhulpverlening en over de overstapmogelijkheden naar vervolgvoorzieningen. Waar dit waarderingskader spreekt over belanghebbenden behoren daartoe ten minste: ouders, deelnemende schoolbesturen, medezeggenschapsorganen, leraren, gemeente(n), jeugdzorg-instellingen.
2.6
Het samenwerkingsverband heeft het interne toezicht op het bestuur georganiseerd, vastgesteld waarop dit toezicht betrekking heeft en zorggedragen voor middelen om dit toezicht te kunnen uitoefenen. Het interne toezicht is onafhankelijk van het bestuur van het samenwerkingsverband en wordt op systematische en planmatige wijze uitgevoerd. Het interne toezichtsorgaan beschikt over voldoende middelen om taken, bevoegdheden te kunnen uitvoeren en zijn verantwoordelijkheid te nemen en beschikt over een toezichtkader. Het interne toezicht rapporteert jaarlijks schriftelijk over zijn bevindingen, conclusies en beleidsaanbevelingen.
Kwaliteitsaspect 3 - Kwaliteitszorg Het samenwerkingsverband heeft zorg voor kwaliteit door systematische zelfevaluatie, planmatige kwaliteitsverbetering, jaarlijkse verantwoording van gerealiseerde kwaliteit en borging van gerealiseerde verbeteringen. 3.1
Het samenwerkingsverband plant en normeert zijn resultaten in een vierjarencyclus. Het samenwerkingsverband vertaalt tenminste eens per vier jaar de beleidsdoelstellingen naar kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (incl. bekostigingsaspecten). Onderdeel daarvan is het in overleg met belanghebbenden vaststellen van acceptabele normen voor die resultaten.
3.2
Het samenwerkingsverband voert zelfevaluaties uit. Intern: Ten behoeve van de evaluatie van het gevoerde beleid verzamelt het samenwerkingsverband jaarlijks, aan de hand van vastgestelde procedures en instrumenten, ten minste gegevens over de toewijzing van de extra ondersteuning die leerlingen nodig hebben en de plaatsing van deze leerlingen. De ondersteuningsprofielen van de deelnemende scholen aan het samenwerkingsverband zijn beschikbaar. Het samenwerkingsverband toetst de verzamelde informatie aan de vastgestelde doelen en normen en trekt daaruit conclusies voor de kwaliteitsverbetering op korte en langere termijn. Extern: Het samenwerkingsverband stelt zich jaarlijks op systematische wijze op de hoogte van de ervaringen van de belanghebbenden met de gerealiseerde dienstverlening, toetst deze aan de vastgestelde doelen en trekt daaruit conclusies voor de kwaliteitsverbetering op korte en langere termijn.
3.3
Het samenwerkingsverband werkt planmatig aan kwaliteitsverbetering. Op basis van de conclusies uit de zelfevaluatie werkt het samenwerkingsverband jaarlijks beargumenteerd, doelgericht en aan de hand van een plan aan verbeteractiviteiten.
3.4
Het samenwerkingsverband legt jaarlijks verantwoording af van gerealiseerde kwaliteit. Het samenwerkingsverband verantwoordt zich jaarlijks schriftelijk aan belanghebbenden over de gerealiseerde kwaliteit, de kwaliteitsverbetering en daarmee samenhangend de inzet van middelen.
3.5
Het samenwerkingsverband borgt gerealiseerde verbeteringen. Het samenwerkingsverband legt nieuwe afspraken op een concrete en controleerbare manier vast en gaat systematisch na of betrokkenen volgens die afspraken handelen.
3.6
Het samenwerkingsverband onderzoekt bij de belanghebbenden de tevredenheid over het samenwerkingsverband. Uit een tenminste vierjaarlijkse, betrouwbare en valide (zelf)evaluatie blijkt de mate van tevredenheid met de realisatie van het beleid van het samenwerkingsverband. Ook evalueert het samenwerkingsverband haar klachtbehandeling. De resultaten van de evaluaties leiden tot afstemming van beleid.