Ondersteuningsplan. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs V(S)O Groningen Ommelanden Ondersteuningsplan (versie 5

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs V(S)O Groningen Ommelanden 20.02

Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 1

Inhoudsopgave

1.

Inleiding........................................................................................................................... 6

1.1

Passend Onderwijs ................................................................................................................. 6

1.2

Eerste ervaringen in de praktijk ............................................................................................. 7

1.3

Samenwerkingsverband Groningen Ommelanden................................................................ 7

1.3

Het ondersteuningsplan......................................................................................................... 8

1.3

Leeswijzer............................................................................................................................. 10

2.

Ambities van het samenwerkingsverband....................................................................... 11

2.1.

Onze missie .......................................................................................................................... 11

2.2.

Onze visie ............................................................................................................................. 11

2.3.

Doelstellingen....................................................................................................................... 11

3.

Organisatie van het samenwerkingsverband................................................................... 13

3.1.

De stichting........................................................................................................................... 13

3.2.

Het bestuur .......................................................................................................................... 13

3.3.

De werkorganisatie .............................................................................................................. 16

3.4.

Communicatie ...................................................................................................................... 19

3.5.

Medezeggenschap................................................................................................................ 20

3.6.

Toezicht ................................................................................................................................ 21

4. 4.1. 5.

Samenwerking met ouders ............................................................................................. 22 Samenwerken....................................................................................................................... 22 Ondersteuning & aanbod ............................................................................................... 24

5.1.

Dekkend aanbod .................................................................................................................. 24

5.2.

Basisondersteuning & aanvullende ondersteuning ............................................................. 24

5.3.

Vormen van ondersteuning.................................................................................................. 25

5.4.

Ondersteuning onderwijs..................................................................................................... 29

6.

Toeleiding naar ondersteuning ....................................................................................... 31

6.1.

Handelingsgericht werken.................................................................................................... 31

6.2.

Toekennen van ondersteuning ............................................................................................ 31

6.3.

De toelaatbaarheidsverklaring............................................................................................. 33

6.4.

Toewijzing PrO en lwoo........................................................................................................ 34


7.

Financiën ....................................................................................................................... 36

7.1.

De bekostiging van het samenwerkingsverband ................................................................. 36

7.2.

Programmalijnen en toedeling van middelen...................................................................... 36

7.3.

Meerjarenbegroting ............................................................................................................. 38

8.

Samenwerking met derden............................................................................................. 40

8.1.

Eén kind, één gezin, één plan, één regisseur ....................................................................... 40

8.2.

AGO ...................................................................................................................................... 40

8.3.

OOGO ................................................................................................................................... 40

8.4.

De gemeente ........................................................................................................................ 41

8.5.

Kernpartners ........................................................................................................................ 42

8.6.

Overige partners .................................................................................................................. 44

9.

Kwaliteitszorg ................................................................................................................ 46

9.1.

Toezicht, verantwoording en borging .................................................................................. 46

9.2.

Professionalisering ............................................................................................................... 48

9.3.

Wet bescherming persoonsgegevens .................................................................................. 48

9.4.

Geschillen ............................................................................................................................. 49

Belangrijke contactgegevens.................................................................................................. 50 Bijlagen ................................................................................................................................. 51


Documentgeschiedenis Versie 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0

Datum 11 december 2014 17 december 2014 26 januari 2015 05 maart 2015 23 april 2015

Toelichting op wijzigingen Algemeen besturenoverleg, voorlopig vastgesteld Verzonden OPR Instemming OPR Instemming OOGO Instemming algemeen besturenoverleg


Samenwerken vanuit ambitie Het samenwerkingsverband Groningen Ommelanden is opgericht op 18 oktober 2013. Als dertien schoolbesturen VO, drie schoolbesturen V(S)O en vijf opting-in besturen hebben we sinds de oprichting vergaande afspraken gemaakt over de manier waarop we met elkaar de onderwijsondersteuning in onze regio willen organiseren. Het samenwerkingsverband garandeert op deze manier dat voor iedere leerling een passende onderwijsplek gerealiseerd wordt. Dit ondersteuningsplan beschrijft de afspraken binnen ons samenwerkingsverband voor de periode van 1 augustus 2015 tot 1 augustus 2016. Namens het bestuur van het SWV VO 20.02,

De heer drs. S. (Siemon) van der Wal De heer J. (Jaap) Hansen De heer F. (Ferdinand) Vinke De heer drs. B. (Bert) Dijkstra De heer drs. L. (Leendert) de Boom

voorzitter secretaris penningmeester plaatsvervangend voorzitter lid dagelijks bestuur


1. Inleiding 1.1 Passend Onderwijs Op 9 oktober 2012 is de Wet Passend Onderwijs aangenomen. Met de invoering van deze wet wil de overheid Passend Onderwijs voor iedere leerling garanderen. Daarnaast wil de overheid minder bureaucratie, meer financiële beheersbaarheid en betere samenwerking met het jeugddomein realiseren.

Wettelijke taak van het samenwerkingsverband Het samenwerkingsverband van scholen wordt met de invoering van Passend Onderwijs verantwoordelijk voor de lichte en zware onderwijsondersteuning in de eigen regio. Ieder samenwerkingsverband stelt eens in de vier jaar een ondersteuningsplan vast waarin de volgende vragen worden beantwoord:        

Hoe worden de middelen voor onderwijsondersteuning verdeeld en toegewezen? Hoe wordt onderwijsondersteuning in de scholen toegewezen? Hoe wordt beoordeeld of leerlingen toelaatbaar zijn tot het voortgezet speciaal onderwijs? Hoe vindt advisering plaats over de ondersteuningsbehoefte van een leerling; Hoe wordt binnen Passend Onderwijs de advisering van deskundigen over de aanwijzing van leerlingen tot het lwoo en de toelaatbaarheid van leerlingen tot het PrO vormgegeven? Welk niveau van basisondersteuning kunnen de scholen in het samenwerkingsverband realiseren? Hoe creëren de scholen een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen? Hoe worden de ouders geïnformeerd?

Zorgplicht Scholen binnen het samenwerkingsverband hebben zorgplicht. Dat betekent dat ouders hun kind mogen aanmelden bij de school die hun voorkeur heeft. Binnen 6 tot 10 weken moet de school een zo passend mogelijk aanbod regelen op de eigen school, een andere reguliere school of een speciale school binnen de regio. De school heeft een zorgplicht. De zorgplicht is niet van toepassing als er op school geen plaatsruimte beschikbaar is. De school regelt de extra ondersteuning:     

in de reguliere school en klas; in de tussenvoorziening van de reguliere school; via een plek op een andere school; via een plaatsing in het speciaal onderwijs.; via schakelbeleid in de terugplaatsing van speciaal naar voortgezet onderwijs.

Ouders hoeven dus niet meer zelf een ingewikkelde indicatieprocedure te doorlopen. De landelijke indicatiesystematiek wordt afgeschaft.

Nieuwe bekostiging Samenwerkingsverbanden ontvangen geld voor het organiseren van de ondersteuningsstructuur. Betalen en bepalen van onderwijsondersteuning komen hiermee in één hand. Op dit moment zijn de beschikbare middelen ongelijk verdeeld over het land. Met de invoering van Passend Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 6

Onderwijs worden de middelen naar rato van het aantal leerlingen verdeeld over de samenwerkingsverbanden. In de overgang van de oude naar de nieuwe berekeningswijze ontstaan herverdeeleffecten vanwege deze ‘verevening’. Daarom is een overgangsregeling van vijf jaar geformuleerd.

1.2 Eerste ervaringen in de praktijk Onderwijs & de klas Leerlingen krijgen binnen Passend Onderwijs geen medisch label meer. Het accent verschuift naar de daadwerkelijke behoefte van de leerling om onderwijs te kunnen volgen dat past bij zijn of haar uitstroomprofiel. Het uitstroomperspectief wordt onderbouwd op basis van de cognitieve mogelijkheden, beperkende en stimulerende factoren. In de wet wordt daarom expliciet gesproken over extra ondersteuning van leerlingen. Zo worden leraren opgeleid om in de klas om te kunnen gaan met verschillende soorten onderwijsbehoeften. Hierdoor krijgen leerlingen de aanvullende ondersteuning zo veel mogelijk in de klas, in plaats van daarbuiten.

Onderwijs & de leerling Als de basisondersteuning en ondersteuningsstructuur van de school onvoldoende toereikend zijn om het verwachte uitstroomperspectief van een leerling te realiseren, kan de leerling in aanmerking komen voor extra ondersteuning. Deze ondersteuning is altijd aanvullend op de basisondersteuning. We spreken binnen het SWV GO om die reden van aanvullende ondersteuning. Deze aanvullende ondersteuning wordt zoveel mogelijk op groepsniveau in de klas gerealiseerd.

Onderwijs & ouders Elk schoolbestuur binnen het samenwerkingsverband beschikt over een schoolondersteuningsprofiel. Daarin wordt aangegeven wat ouders van de school mogen verwachten als hun kind ondersteuning nodig heeft. Het profiel beschrijft de basisondersteuning en vormen van aanvullende ondersteuning binnen de school.

1.3

Samenwerkingsverband Groningen Ommelanden

Het samenwerkingsverband Groningen Ommelanden 20.02 (SWV GO) wordt gevormd door veertien schoolbesturen voor voortgezet onderwijs, drie schoolbesturen voor voortgezet speciaal onderwijs en vijf opting-in besturen. Sinds 1 augustus 2014 zijn de scholen binnen het samenwerkingsverband bezig met de invoering van Passend Onderwijs. De invoering van de nieuwe wet brengt veel veranderingen met zich mee. De schoolbesturen krijgen zorgplicht en het is aan het SWV GO om te zorgen voor een dekkende ondersteuningsstructuur in de regio.

Thuisnabij Het SWV GO wil het onderwijs en de ondersteuning zo thuisnabij mogelijk realiseren. Het werkgebied van het SWV GO is groot. Dat vraagt om regionale samenwerking, uitwisseling van expertise en goede afstemming met ouders, tussen scholen onderling en tussen scholen en gemeenten (inclusief zorginstellingen). Op deze manier werken we integraal aan het realiseren van één kind, één gezin, één plan en één regisseur.


Figuur 1 : integrale samenwerking

Integrale samenwerking Om de continuïteit en de doorgaande lijnen te garanderen werkt het SWV GO intensief samen met de volgende kernpartners (zie ook hoofdstuk 8):       

1.3

ouders (zie hoofdstuk 4); 4) cluster 1 en 2; samenwerkingsverband 20.01 primair onderwijs; samenwerkingsverband 20.01 voortgezet onderwijs; middelbaar beroepsonderwijs onderwijs; gemeenten emeenten en bijbehorende bijbeh gemeentelijke structuren; instellingen voor jeugdhulp.

Het ondersteuningsplan

Wat is het? In het ondersteuningsplan beschrijft het samenwerkingsverband op welke wijze de leerlingen Passend Onderwijs krijgen aangeboden.

Thema’s In de Wet Voortgezet Onderwijs (artikel 17a lid 8) is vastgelegd welke onderwerpen in het ondersteuningsplan steuningsplan moeten worden beschreven. Het SWV GO heeft bovendien gebruik gemaakt van het referentiekader (opgesteld gesteld door de sectororganisaties) sectororganisaties waarin enkele aaanvullende onderwerpen werpen staan beschreven. Tenslotte zijn de onderwerpen opgenomen die in het afstemmingsoverleg mingsoverleg gemeenten en onderwijs (AGO) aan bod zijn gekomen. Voor het uitwerken van de thema’s van het ondersteuningsplan ondersteu is de handreiking van het steunpunt unt medezeggenschap voor de ondersteuningsplanraden (OPR) als richtlijn genomen. Ondersteuningsplan (versie 55.0) pagina 8

Hoe is het tot stand gekomen? De basis voor dit ondersteuningsplan ligt in het ondersteuningsplan 2014-2015 dat op 15 april 2014 is vastgesteld. Het algemeen bestuur heeft (na afstemming met de OPR) het dagelijks bestuur opdracht gegeven om het ondersteuningsplan te herschrijven. Het dagelijks bestuur heeft deze opdracht uitbesteed aan de projectleiding. Het concept-ondersteuningsplan is besproken met de schoolbesturen tijdens het algemeen besturenoverleg op 11 december 2014. Op 5 maart 2015 heeft het samenwerkingsverband op overeenstemmingsgericht overleg (OOGO) gevoerd met de 23 gemeenten. Het conceptplan is voor 1 februari 2015 als voorgenomen besluit voorgelegd aan de Ondersteuningsplanraad van SWV GO. De Ondersteuningsplanraad heeft het ondersteuningsplan vastgesteld voor de periode van één jaar op 26 januari 2015. Vervolgens hebben het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur het ondersteuningsplan vastgesteld op 23 april 2015.

Looptijd van het ondersteuningsplan De looptijd van dit ondersteuningsplan is van 1 augustus 2015 tot 1 augustus 2016. Het SWV GO verkeert in de opbouwfase en staat voor de complexe opdracht om met veel verschillende partners het samenwerkingsverband verder in te richten. Daarbinnen moet veel geregeld worden. Er is veel geld mee gemoeid en het proces van wet- en regelgeving is nog niet afgerond. Dit betekent dat ook na vaststelling van het ondersteuningsplan nog veel werkafspraken moeten worden uitgewerkt en in de praktijk gebracht. Evaluatie kan leiden tot bijstelling van beleid en afspraken. In de komende jaren vindt ook de transitie Jeugdzorg gefaseerd plaats. Deze transitie kan ook consequenties hebben voor het beleid en de werkwijze van SWV GO. Om deze redenen zal naar verwachting in deze eerste periode jaarlijkse bijstelling van het ondersteuningsplan noodzakelijk zijn.

Samenhang met andere documenten De schoolondersteuningsprofielen van de scholen binnen het samenwerkingsverband vormen een belangrijke basis voor het ondersteuningsplan. Schoolondersteuningsprofiel Elk schoolbestuur beschikt over een schoolondersteuningsprofiel. Het profiel beschrijft de basisondersteuning en vormen van beschikbare aanvullende ondersteuning binnen de school. Elke school verwoordt in het schoolondersteuningsprofiel niet alleen wat de school nu kan, maar ook de ambitie van de school voor de toekomst. De school formuleert ook haar eigen beperkingen. Bij het vaststellen van het ondersteuningsplan kunnen we alleen beperkingen stellen aan de (door de school) gewenste invulling van het schoolondersteuningsprofiel, als dat voor het SWV GO een onevenredige belasting vormt met het oog op de beschikbare ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen. Schoolondersteuningsplan Elk schoolbestuur beschikt bovendien over een schoolondersteuningsplan. Hierbij is aangegeven wat de ouder van de school mag verwachten, als het gaat om de leerlingen die aanvullende ondersteuning nodig hebben. Elke school verwoordt in het schoolondersteuningsplan hoe de school deze ondersteuning biedt. Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 9

1.3

Leeswijzer

Het ondersteuningsplan is opgezet als een compact plan. Uitgebreide informatie is beschikbaar als achtergronddocumenten op de website van het SWV GO (www.passendonderwijsgroningen.nl). Aan het eind van ieder hoofdstuk geven we daarom een verwijzing naar relevante achtergrondinformatie. Daarnaast beschrijft het ondersteuningsplan een aantal schema’s die de inhoud van Passend Onderwijs en de werkwijze van het SWV GO tot de kern terugbrengen.

MEER INFORMATIE:    

Handreiking steunpunt medezeggenschap Format ondersteuningsprofiel Format ondersteuningsplan Basisondersteuning SWV GO


2. Ambities van het samenwerkingsverband 2.1.

Onze missie

Het SWV GO staat voor samenwerken vanuit ambitie. Deze ambitie is samengevat in de missie:  We bieden al onze leerlingen Passend Onderwijs aan, dat zoveel mogelijk thuisnabij gerealiseerd wordt. Dat betekent dat onze leerlingen successen kunnen behalen in de juiste onderwijsleersituatie en een leerroute doorlopen die past bij hun capaciteiten en mogelijkheden.

2.2.

Onze visie

De visie van het SWV GO gaat uit van de manier waarop we in de praktijk uitvoering geven aan de samenwerking:  Iedereen draagt bij vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheden. Deze ambitie is niet nieuw en sluit aan bij wat onze scholen nu ook al doen.  We respecteren elkaars identiteit bij de samenwerking.  We bieden Passend Onderwijs vanuit het motto: ‘gewoon waar het kan, speciaal waar het moet’.  We streven naar transparantie in samenwerking. Voor ons betekent dat: ‘zeg wat je doet en doe wat je zegt’.  We vinden integraal samenwerken belangrijk. Dat doen we door aan te sluiten bij de capaciteiten en mogelijkheden van de leerling, het team, de school, ouders en ketenpartners Dit versterkt het vertrouwen dat het mogelijk is om de ambitie te realiseren.  We hebben de overtuiging dat door samenwerking meer te bereiken is en dat in de praktijk niet alles morgen te realiseren is.

2.3.

Doelstellingen

Het SWV GO streeft de volgende doelen na voor de periode 2015 – 2019:

Doelen: Onderwijs en ondersteuning  we willen meer leerlingen in het regulier onderwijs en minder leerlingen in het speciaal onderwijs door goede schakelen symbiosetrajecten;  we willen geen thuiszitters;  we willen doorgaande onderwijs- en ondersteuningsroutes bij de overgangen binnen het onderwijs;  we willen sneller schakelen vanuit de tussenvoorzieningen;  we willen de ondersteuningsstructuur implementeren (zie hoofdstuk 5);  we willen onderzoeken welke vormen van thuisnabij onderwijs we kunnen realiseren.

Doelen: Onderwijs en personeel  we willen meer focus op het deskundigheidsbevordering van medewerkers;  we willen meer handelingsgericht- en opbrengstgericht werken;  we willen dat alle medewerkers kunnen omgaan met verschillen; Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 11

 we willen meer expertise binnen de reguliere school (en niet daarbuiten);  we willen de uitvoering van het tripartiete akkoord afronden (inclusief decentraal georganiseerd overleg met de vakbonden).

Doelen: Onderwijs en gemeentelijke structuren  we willen beleid ontwikkelen op de thema’s voor OOGO (zie hoofdstuk 8);  we willen de gezamenlijke beleidsafspraken met onderwijs & gemeenten implementeren (zie hoofdstuk 8).

MEER INFORMATIE:  Uitvoering tripartiete akkoord


3. Organisatie van het samenwerkingsverband 3.1.

De stichting

De rechtspersoon van het samenwerkingsverband is een stichting. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 59029803.

Statuten en reglementen De werkwijze van het SWV GO is formeel vastgelegd in de statuten en reglementen van de stichting.

3.2.

Het bestuur

De Wet Passend Onderwijs eist dat het bestuur en het intern toezicht van het samenwerkingsverband in functie van elkaar gescheiden zijn. Het SWV GO kent daarom een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. Wel is afgesproken dat de afstand tussen algemeen en dagelijks bestuur niet te groot mag zijn. Het algemeen bestuur heeft een toezichthoudende rol en is daarmee kaderstellend. Het algemeen bestuur stelt uit haar midden een dagelijks bestuur aan dat de uitvoerende bestuurstaken regelt. De dagelijkse leiding wordt via een mandaat neergelegd bij de projectleiding van het SWV GO. Binnen het SWV GO is afgesproken dat de bestuurlijke inrichting binnen twee jaar wordt geëvalueerd, zodat er eventueel bijstelling kan plaatsvinden. Daarbij speelt ‘good governance’ een belangrijke rol. Het bestuur heeft de wens uitgesproken om toe te werken naar een duidelijke scheiding tussen bestuur en toezicht.

Algemeen bestuur Het algemeen bestuur geeft instemming op de belangrijkste besluiten (begroting, ondersteuningsplan en jaarrekening) en draagt het uitvoerend bestuur op aan het dagelijks bestuur. Taken Het algemeen bestuur heeft de volgende taken:      

goedkeuren van de missie en de visie en het toezichtskader; benoemen van de leden van het dagelijks bestuur; goedkeuren van ondersteuningsplan; goedkeuren van de (meerjaren)begroting en het jaarplan; goedkeuren van de jaarrekening en het jaarverslag; benoemen van de accountant.


Samenstelling Het algemeen bestuur wordt gevormd door vertegenwoordigers van de volgende besturen: Besturen van VO-scholen -

Dr. Aletta Jacobs College Terra Rsg de Borgen CSG Groningen PrO Stadskanaal Dollard College Eemsdeltacollege Gomarus College Het Hogeland College Lauwerscollege Dr. Nassau College Ubbo Emmius Winkler Prins

Besturen van scholen voor VSO - Scholengroep OPRON (Margaretha Hardenbergschool) - SOOOG (De Meentschool) - Scholengroep Perspectief(Meidoornschool)

Besturen (opting-in) - Gereformeerd Speciaal Onderwijs (de Steiger) - RENN4 - SCSOG (De Wingerd) - Portalis (RENN4) - Sprengencollege Wapenveld (RENN4)

De Steiger wordt in het bestuur van het SWV vertegenwoordigd door het Gomarus College. SCSOG wordt vertegenwoordigd door Ubbo Emmius, Portalis en het Sprengencollege door RENN4. Vergaderfrequentie  Het algemeen bestuur vergadert acht keer per jaar.

Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur voert geen eigen beleid, maar ziet toe op de uitvoering van het beleid dat het algemeen bestuur heeft goedgekeurd. Bij de uitvoering van haar beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende taken wordt het dagelijks bestuur ondersteund door een dagelijkse leiding (projectleiding). Afgesproken is dat de afstand tussen bestuur en dagelijkse leiding niet te groot mag zijn. Voor het geval de dubbelrol (lid dagelijks bestuur en schoolbestuurder) mocht gaan knellen hebben de leden van het dagelijks bestuur de gelegenheid om een vertegenwoordiger van hun schoolbestuur naar de algemene bestuursvergadering af te vaardigen. Tot dat moment kan een lid van het dagelijks bestuur zelf meestemmen. Taken Het dagelijks bestuur heeft de volgende taken:  instemmen met de onderwerpen die aan het bestuur worden voorgelegd (voorbereiding vergadering bestuur);  toezien op de uitvoering van het ondersteuningsplan (monitoring);  goedkeuren van de verantwoordingsrapportages van de projectleiding;  adviseren van de projectleiding (sparringpartner);  benoemen, schorsen en ontslaan van de projectleiding (werkgeversrol); Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 14

 onderzoeken van de haalbaarheid en wenselijkheid van samenwerkingsmogelijkheden met samenwerkingsverband 20.01 VO Groningen Stad. Samenstelling Het dagelijks bestuur wordt gevormd door de volgende functies:     

voorzitter secretaris penningmeester plaatsvervangend voorzitter lid dagelijks bestuur

Vergaderfrequentie  Het dagelijks bestuur vergadert negen keer per jaar.

Voorzitter algemeen en dagelijks bestuur De voorzitter van het dagelijks en het algemeen bestuur speelt een belangrijke rol om tot zorgvuldige besluitvorming te komen. De voorzitter is regisseur van het besluitvormingsproces en heeft als bijzondere taak erop te letten dat alle in het geding zijnde belangen aan bod zijn gekomen en dat een goede belangenafweging heeft kunnen plaatsvinden waarbij alle bestuursleden voldoende ruimte hebben gehad om hun inbreng te leveren. De voorzitter van het samenwerkingsverband heeft de volgende taken:  voorbereiden van de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur (met de projectleiding);  afstemmen met het SWV PO 20.01;  representeren van het SWV GO tijdens interne en externe vergaderingen;  voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met personeel dat werkzaam is voor het SWV GO. De voorzitter is benoemd uit het midden van het algemeen en dagelijks bestuur. Voor het geval de dubbelrol (voorzitter en schoolbestuurder) mocht gaan knellen heeft de voorzitter de gelegenheid om een vertegenwoordiger van zijn schoolbestuur naar de bestuursvergadering af te vaardigen. Tot dat moment kan de voorzitter zelf meestemmen. Vergaderfrequentie  de voorzitter vergadert 15 maal per jaar ter voorbereiding op het algemeen en dagelijks bestuur;  de voorzitter vergadert vier keer per jaar met de voorzitter van het SWV PO 20.01;  de representatie voor overige vergaderingen is p.m.


Besluitvorming In de statuten is vastgelegd hoe besluitvorming tot stand komt. Het SWV GO streeft naar transparantie en consensus. Als er geen consensus voor een besluit blijkt te zijn wordt het besluit op basis van meerderheid van stemmen genomen. Om recht te doen aan de positie van grote en kleine schoolbesturen is de volgende stemverdeling van toepassing:  0-750 leerlingen  750-1500 leerlingen  1500 of meer

3.3.

: 1 stem : 2 stemmen : 3 stemmen

De werkorganisatie

Het SWV GO heeft nadrukkelijk gekozen voor een model waarbij zo weinig mogelijk mensen in (vaste) dienst komen van het samenwerkingsverband. Dat leidt er toe dat scholen zelf de verantwoordelijkheid blijven voelen om de professionaliteit van eigen medewerkers te vergroten. Het samenwerkingsverband biedt flexibele ondersteuning aan die gericht is op het professionaliseren van de medewerkers en het beschikbaar stellen van specialistische expertise.

Projectleiding Het SWV GO kiest in de startfase voor een tijdelijke inrichting van de projectleiding voor de maximale duur van twee jaar. Vanaf 2016 wordt de tijdelijke projectleiding vervangen door een directeur/projectleider. Hiervoor wordt een procedure vastgelegd en wordt een profiel opgesteld. De projectleiding heeft de volgende taken:  voorbereiden, opstellen en uitvoeren ondersteuningsplan;  dagelijkse leiding geven aan het samenwerkingsverband, inclusief personeel dat werkzaam is voor het SWV GO;  beheren van de financiële middelen van het SWV GO, conform de goedgekeurde begroting;  verantwoorden van de resultaten en de inzet van middelen aan het dagelijks en algemeen bestuur;  overleg voeren met schoolbesturen, onderwijsinstellingen, gemeenten, gemeentelijke structuren, zorgverleners en de ondersteuningsplanraad (afstemmen voorbereiding en uitvoering).

Regiobijeenkomsten Regiobijeenkomsten spelen een belangrijke rol in de samenwerking tussen de scholen in het samenwerkingsverband. Taak De regiobijeenkomsten hebben de volgende taken    

afstemmen en uitvoeren van de bestuurlijke afspraken in de regio en school; inhoudelijke toelichting op de bestuurlijke besluiten; overleg en evaluaties bestuurlijke besluitvorming; overleg met scholenplatform (afstemmen voorbereiding en uitvoering).


Samenstelling Het werkgebied van SWV GO is verdeeld in drie regio’s: West, Noord en Zuidoost.

In de komende jaren verwachten we meerdere wijzigingen die van invloed kunnen zijn op regioindeling (o.a. de gemeentelijke herindelingen). Vergaderfrequentie  de ondersteuningscoördinatoren van iedere regio vergaderen 4 keer per jaar;  de schoolleiders van iedere regio vergaderen 4 keer per jaar.

Het Expertise- en ConsultatieTeam Binnen het SWV GO is een multidisciplinaire structuur aanwezig die het proces van toekenning van aanvullende ondersteuning (en middelen) ondersteunt. In het SWV GO wordt dit geregeld in de vorm van het Expertise- en ConsultatieTeam (ECT). Taken Het ECT heeft de volgende taken:  ondersteunen bij ondersteuningsvragen van de leerling/team/docent/ouders in de school en tussenvoorziening bij de toewijzing van ondersteuning;  ondersteunen bij het versterken van de expertise op het gebied van de basis- en aanvullende ondersteuning en de ondersteuningsstructuur;  ondersteunen bij thuiszittende leerlingen (of ter voorkoming van);  ondersteunen van de scholen in het samenwerkingsverband bij het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring;  monitoren van de ondersteuningsvragen; Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 17

 Bewaken van de doorgaande ondersteuningslijn bij: - de overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs; - de overgang van het voortgezet onderwijs naar het voortgezet speciaal onderwijs; - de overgang van voortgezet speciaal onderwijs naar het voortgezet onderwijs; - de overgang van het voortgezet onderwijs naar de arbeidsmarkt; - de overgang naar voortgezet onderwijs naar voortgezet onderwijs (tussentijdse verplaatsingen en verhuizingen). Op basis van de evaluaties en de beleidskeuzes van het samenwerkingsverband wordt de personele invulling en facilitering van het ECT verder ingevuld. Samenstelling Om de verschillende taken uit te kunnen voeren, bestaat het ECT minimaal uit begeleiders met uitstekende coachings- en begeleidingsvaardigheden en specifieke expertise op het gebied van o.a. dyslexie, dyscalculie, klassenmanagement, hoogbegaafdheid, gedragsproblemen, syndroom van Down, video interactiebegeleiding. Vergaderfrequentie  het ECT vergadert wekelijks met een afvaardiging van het SWV GO.

Commissie van Advies Als een leerling toegang wil krijgen tot het voortgezet speciaal onderwijs dan heeft de leerling een toelaatbaarheidsverklaring nodig. Het SWV GO heeft eigen beleidsruimte voor het beoordelen van de toelaatbaarheid naar het VSO (formele toets) en de manier waarop het de advisering door deskundigen organiseert. Binnen het SWV GO is de Commissie van Advies (CvA) verantwoordelijk voor het afgeven van deze adviezen. De CvA wordt provinciaal vormgegeven, samen met het samenwerkingsverband 20.01 VO Groningen Stad en het samenwerkingsverband 20.01 PO provincie Groningen. De CvA wordt functioneel aangestuurd door de projectleiding van het SWV PO 20.01. De toelaatbaarheidsverklaringen worden ondertekend door de secreataris van het dagelijks bestuur of in opdracht door de projectleiding. In geval van bezwaar en beroep is het samenwerkingsverband het eerste aanspreekpunt. Taken De Commissie van Advies heeft de volgende taken:  gemandateerd adviseren van het samenwerkingsverband bij de toelaatbaarheidsverklaringen voor het speciaal voortgezet onderwijs;  analyseren, evalueren en monitoren van de afgegeven adviezen (kwalitatief en kwantitatief). Samenstelling De Commissie van Advies is samengesteld op basis van de volgende expertise:  orthopedagoog generalist of GZ-psycholoog;  deskundige met specifieke expertise, afhankelijk van de hulpvraag van de leerling en het schooltype waarvoor de leerling verwezen wordt. Op de website www.passendonderwijsgroningen.nl (button Commissie van Advies) is een overzicht te vinden van de samenstelling van de CvA. Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 18

Vergaderfrequentie  de Commissie van Advies vergadert zes keer per jaar met een afvaardiging van het SWV GO, het SWV PO 20.01 en het SWV VO 20.01.

Centraal informatiepunt Het centraal informatiepunt speelt een belangrijke rol in de informatievoorziening over de toeleiding naar voortgezet speciaal onderwijs en bij onderwijsondersteuningsvragen van scholen en ouders. De samenwerkingsverbanden PO en VO provincie Groningen hebben gezamenlijk een centraal informatiepunt opgezet. Taken Het centraal informatiepunt heeft de volgende taken:  aannemen en registreren van klantvragen (ouders/verzorgers en professionals) over het traject van toelaatbaarheidsverklaringen en de aanmeldingsprocedure (per e-mail, telefoon en mogelijk website) in het systeem;  aannemen en registreren van klantvragen (ouders/verzorgers en professionals) over onderwijsondersteuningsvragen (per e-mail, telefoon en mogelijk website) in het systeem;  toeleiden van onderwijsondersteuningsvragen richting het schoolbestuur en/of ECT;  verstrekken van specifieke informatie over de toelaatbaarheidsverklaring en de aanmeldingsprocedure;  verstrekken van algemene informatie over Passend Onderwijs binnen de samenwerkingsverbanden PO en VO provincie Groningen;  (digitaal) versturen van informatiemateriaal aan ouders en professionals. Samenstelling Op de website www.passendonderwijsgroningen.nl (button CI) is een overzicht te vinden van de samenstelling van het centraal informatiepunt. De medewerker van het centraal informatiepunt wordt functioneel aangestuurd door de projectleiding van het SWV PO 20.01. De medewerker frontoffice werkt nauw samen met het Expertise- en ConsultatieTeam en de Commissie van Advies. Op basis van tussen-evaluaties in de eerste twee jaren inventariseren we de vragen en knelpunten in de praktijk. Op basis van deze tussen-evaluaties kunnen de werkzaamheden worden aangepast. In die zin is er sprake van een groeimodel. Vergaderfrequentie  het Centraal informatiepunt vergadert zes keer per jaar met een afvaardiging van het SWV GO, het SWV PO 20.01 en het SWV VO 20.01.

3.4.

Communicatie

Samenwerking met ouders, leerlingen en personeel is een belangrijk uitgangspunt bij het inhoudelijk vormgeven aan Passend Onderwijs. Dat betekent dat deze doelgroepen op een goede manier geïnformeerd moeten worden over de mogelijkheden en veranderingen. Scholen vormen hierin het eerste en belangrijkste aanspreekpunt voor ouders en leerlingen.


Communicatie door het SWV GO Het samenwerkingsverband is voor ouders (nog) geen herkenbare organisatie. Dat betekent niet dat er geen verantwoordelijkheid ligt om zorg te dragen voor een goede informatievoorziening. Door scholen te voorzien van goede en heldere informatie zijn die op hun beurt in staat om de communicatie richting ouders, leerlingen en leerkrachten te verzorgen. Doordat op dit moment nog veel beleid ontwikkeld wordt en de ontwikkeling van Passend Onderwijs zowel voor ouders, leerlingen en leerkrachten nieuw is zal er in de komende jaren veel aandacht besteed moeten worden aan een goede communicatie. De website van het SWV GO is een belangrijk middel om de scholen en andere doelgroepen te informeren. Via de website www.passendonderwijsgroningen.nl is informatie te vinden voor ouders en professionals. Het SWV GO spant zich in om de informatie actueel, overzichtelijk en begrijpelijk aan te bieden. Dit vraagt naar de toekomst toe een verdere doorontwikkeling van de website, op het gebied van volledigheid en gebruiksvriendelijkheid. Het SWV GO onderzoekt de mogelijkheden of de informatievoorziening richting ouders en professionals via een online configurator (digitale wizard) kan worden verzorgd. Bezoekers krijgen daardoor de keuze om informatie te zoeken die specifiek is afgestemd op hun vraag en behoefte.

Centraal informatiepunt Via het centraal informatiepunt kunnen ouders informatie krijgen over de voorwaarden en de manier waarop leerlingen in aanmerking kunnen komen voor een toelaatbaarheidsverklaring voor het voortgezet speciaal onderwijs en over onderwijsondersteuningsvragen.

3.5.

Medezeggenschap

Het SWV GO vindt het belangrijk dat het beleid dat zij ontwikkelt kan rekenen op draagvlak vanuit de ouders en de scholen. Ouders en leraren hebben via de ondersteuningsplanraad instemmingsrecht op het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Ook de medezeggenschapsraad van het SWV GO speelt daarbij een belangrijke rol.

De ondersteuningsplanraad (OPR) De OPR is in september 2013 opgericht en is vanaf dat moment actief betrokken bij het proces rond de planvorming. Het ondersteuningsplan moet tenminste eens in de vier jaar worden vastgesteld. Voor 2014/2015 en 2015/2016 is met de OPR afgesproken om het ondersteuningsplan jaarlijks vast te stellen. Dit vanwege de verdere inrichting van Passend Onderwijs en de gemeentelijke transities. Taken De ondersteuningsplanraad heeft de volgende taak:  verlenen van instemming met het voorliggende ondersteuningsplan. Samenstelling Het SWV GO streeft naar een evenwichtige samenstelling van de ondersteuningsplanraad, met een afvaardiging vanuit het personeel van de scholen die onderdeel uitmaken van het samenwerkingsverband, ouders en leerlingen. De OPR moet draagvlak hebben vanuit de aangesloten schoolbesturen en slagvaardig zijn. Omdat er 22 schoolbesturen zijn, bestaat de OPR daarom uit maximaal 22 leden. In de startfase wordt gestart met 16 leden. Dit betekent dat elk Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 20

schoolbestuur of een ouder (eventueel leerling) levert of een personeelslid. Het recht op voordracht is een recht van de medezeggenschapsraad van het betreffende schoolbestuur. Vergaderfrequentie  de ondersteuningsplanraad vergadert vier keer per jaar. Daarnaast overlegt het dagelijks bestuur van de OPR 4 keer per jaar met een afvaardiging van het dagelijks bestuur en de projectleiding om de plenaire vergaderingen de OPR voor te bereiden.

Medezeggenschapsraad SWV GO Het is verplicht om een medezeggenschapsraad voor het personeel van het SWV in te stellen. Op dit moment zijn er geen personeelsleden in dienst bij het SWV GO, daarom betreft het een lege MR. Als er in de toekomst personeel in dienst treedt of in het kader van de tripartiete overeenkomst personeel wordt aangesteld bij het SWV GO wordt de medezeggenschapsraad alsnog ingericht.

3.6.

Toezicht

Intern toezicht Het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor het interne toezicht. Het bestuur van SWV GO gaat in de komende beleidsperiode nadere afspraken maken om te komen tot een betere scheiding tussen bestuur en toezicht. ‘good governance’ geldt daarbij als vertrekpunt.

Toezicht op de toelaatbaarheidsverklaringen Het algemeen bestuur van het SWV GO wil nauw betrokken zijn bij de advisering en beoordeling van de toelaatbaarheidsverklaringen, zowel kwalitatief als kwantitatief. Dit betreft zowel de werkzaamheden van de Commissie van Advies als de aanvragen vanuit de schoolbesturen. De Commissie van Advies is door het SWV GO gemandateerd om advies te geven over de toelaatbaarheidsverklaringen voor leerlingen. Vanuit het samenwerkingsverband vindt afstemming plaats over de advisering van de CvA aan het SWV met betrekking tot de toelaatbaarheid van leerlingen. Dat gebeurt in een overleg dat eens in de twee maanden plaatsvindt. De toelaatbaarheidsverklaringen worden door een functionaris vanuit het SWV GO (de projectleiding) ondertekend. In geval van bezwaar en beroep is het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband het eerste aanspreekpunt, aangezien zij verantwoordelijk is voor de besluitvorming.

MEER INFORMATIE  www.passendonderwijsgroningen.nl (CvA, CI en ECT)  werkwijze Commissie van Advies (2014 / 2015) Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 21

    

Medezeggenschapsstatuut SWV GO 20.02 V(S)O Bestuurs-en managementstatuut SWV Groningen Ommelanden 20.02 V(S)O Medezeggenschapsreglement ondersteuningsplanraad SWV GO 20.02 V(S)O Huishoudelijk reglement ondersteuningsplanraad SWV GO 20.02 V(S)O Huishoudelijk reglement bestuur SWV Groningen Ommelanden 20.02 V(S)O

4. Samenwerking met ouders 4.1.

Samenwerken

Integraal en handelingsgericht werken Ouders, school en gemeenten (inclusief de ketenpartners) werken samen in het belang van de leerling en hebben elk hun verantwoordelijkheid (één kind, één gezin, één plan, één regisseur). De onderwijsbehoeften van de leerling en/of de groep, de betrokkenheid van ouders en de ondersteuningsvraag van de leerkracht en/of het team staan centraal. Zowel gemeenten als onderwijs vinden dat bij elk signaal ouders betrokken moeten worden, tenzij een reëel gevaar wordt ingeschat voor kind, leerkracht of hulpverlener. Vanaf 16 jaar is het de keuze aan de leerling of ouders betrokken worden.

Rol van de ouders Het respecteren van elkaars identiteit is een belangrijke pijler in de samenwerking binnen de scholen van het SWV GO. De schoolbesturen respecteren elkaars identiteit bij de samenwerking. Dit uit zich onder meer in de wijze waarop het SWV GO met keuzevrijheid van ouders omgaat: de schoolkeuzevrijheid van ouders staat voorop. Bij sommige vormen van aanvullende ondersteuning moet de school een ontwikkelingsperspectief (OPP) opstellen. In dat geval voert de school over het gehele ontwikkelingsperspectiefplan op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met ouders. Op dit moment is de wetgeving rond het OPP nog in ontwikkeling (de motie Ypma).

Rol van de school De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de informatievoorziening over het beschikbare aanbod van onderwijsondersteuning. Bovendien hebben de schoolbesturen zorgplicht. Dat betekent dat ouders nauw betrokken worden bij het bieden van passende onderwijsondersteuning.

Rol van het SWV GO Binnen het SWV GO vindt afstemming plaats over ondersteuningsvragen vanuit de scholen en de communicatie met ouders hierover. Het Expertise- en ConsultatieTeam kan scholen en ouders hierbij ondersteunen. Het SWV GO ondersteunt schoolbesturen bij het realiseren van de schoolkeuze van ouders als leerlingen aanvullende ondersteuning nodig hebben op een school binnen het samenwerkingsverband.


Rol van de onderwijsconsulent Als blijkt dat het schoolbestuur en het samenwerkingsverband niet voldoende ondersteuning kunnen bieden, kunnen ouders, leerlingen en scholen een onderwijsconsulent inschakelen. De onderwijsconsulent kan helpen bij de volgende problemen:    

de reguliere school weigert een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte te plaatsen; de school schorst de leerling; de school wil de leerling verwijderen; problemen bij de geboden ondersteuning aan leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte.

Overgangen De overgang naar een ander schooltype is vaak een kwetsbaar moment voor leerlingen. Daarom worden ouders nauw betrokken op het moment dat zo’n overgang in beeld komt. Overgang PO – VO Voor de overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet (speciaal) onderwijs kent het SWV GO de 10 – 14 aanpak. Het doel van deze aanpak is in het kort:  korte lijnen tussen het primair onderwijs en voortgezet onderwijs realiseren voor leerlingen die moeilijk geplaatst kunnen worden;  expertise van het ECT betrekken om mismatch met de school voor voortgezet onderwijs te voorkomen;  vroegtijdig bepalen (begin groep 7) wat het perspectief is voor een leerling in het voortgezet onderwijs;  ruim voor de zomervakantie een plek in het voortgezet onderwijs regelen voor alle leerlingen van groep 8;  regionale afstemming in afstemming met de scholen voor voortgezet onderwijs om zo thuisnabij mogelijk onderwijs te realiseren;  ouders melden hun kind bij één VO-school binnen het SWV GO aan. Deze school heeft de zorgplicht Overgang VO-VO Er zijn sluitende afspraken over plaatsruimte bij tussentijdse verplaatsingen/verhuizingen in de schoolloopbaan van de leerling. Hierbij zijn specifieke afspraken gemaakt om de spreiding van aanvullende ondersteuning over de schoolbesturen mee te nemen en te bespreken voor aanmelding. Hierbij kan het ook gaan om grensverkeer tussen de samenwerkingsverbanden.

Overgang VO–arbeidsmarkt Deze overgang krijgt in afstemming met het middelbaar beroepsonderwijs, de gemeenten en de zorgpartners verder vorm en inhoud. Dat gebeurt in het afstemmingsoverleg onderwijs & gemeenten.

MEER INFORMATIE Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 23

   

Ouderbrochure Passend Onderwijs (zie website) Centraal informatiepunt www.onderwijsconsulenten.nl Integraal PO-VO beleid SWV PO 20.01 en VO 20.02

5. Ondersteuning & aanbod 5.1.

Dekkend aanbod

Het samenwerkingsverband heeft de taak om een dekkend netwerk van onderwijs en ondersteuning te realiseren. Scholen beschrijven in hun schoolondersteuningsprofiel welk aandeel zij daaraan leveren. De uitvoering van het dekkend aanbod vindt plaats in lokale en regionale afstemming met de scholen en (indien nodig) de gemeentelijke structuur (zorgpartners). Op de website www.passendonderwijs.nl zijn de kengetallen van het SWV GO te vinden. In het jaarverslag en de managementrapportages worden de volgende kengetallen in beeld gebracht:            

aantal thuiszitters *; percentage verwijzingen naar VSO cluster 3-4 en zittende leerlingen in VSO cluster 3-4 *; aantal leerlingen met VSO cluster 1 en 2 indicatie in het SWV *; uitstroom en schakeling VSO cluster 3-4; verwijzingen tussenvoorziening en terugschakeling naar de VO school, arbeidsmarkt, vervolgonderwijs; Aantal voortijdig schoolverlaters *; aantal combi-arrangementen met de gemeenten (inclusief de voormalige AWBZ); instroom: de afgewezen/doorverwezen leerlingen (i.h.k.v. de zorgplicht) in alle leerjaren; tussentijdse verwijzing en doorstroom * (V10 formulier dat nu al voor DUO wordt ingevuld); aantallen OPP’s/groepsplannen; aantallen/percentages schorsing en verwijdering *; bezwaar en beroepsprocedures CvA/ondersteuning in het VO.

* NB Hier wordt nog toegevoegd wat we registreren voor de CvA + ECT

5.2.

Basisondersteuning & aanvullende ondersteuning

Binnen Passend Onderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen basisondersteuning en aanvullende ondersteuning.

Basisondersteuning Onder de basisondersteuning verstaan we het door het SWV GO afgesproken geheel van preventief en licht curatief handelen dat beschikbaar is voor alle leerlingen. Hiermee worden zowel de onderwijskundige als de leergebiedoverstijgende doelen bereikt. Onder de basisondersteuning valt:  een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie (conform de protocollen); Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 24

 onderwijsprogramma’s nderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde intelligentie; intelligentie  (ortho)pedagogische en/of orthodidactische programma’s programma’s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen/aanpakken van gedragsproblemen; gedragsproblemen  fysieke toegankelijkheid;;  curatieve uratieve ondersteuning in samenwerking met ketenpartners; ketenpartners  consultatieve onsultatieve begeleiding; begeleiding  observatie atie en onderzoek; onderzoek  ondersteuning ndersteuning en begeleiding van leerkrachten. Bovengenoemde interventies zijn structureel beschikbaar voor en/of binnen de school en moeten de continuïteit in de schoolloopbaan van een leerling ondersteunen. Voor alle genoemde interventies nties geldt dat een diagnose behulpzaam kan zijn voor het inzetten van een handelingsgerichte aanpak. Er wordt geen indicatie afgegeven die recht geeft op extra (leerling (leerlinggebonden) financiering. Doel is om alle leerlingen te laten profiteren van het aanb aanbod aan de klas.

Aanvullende ondersteuning Als de basisondersteuning en ondersteuningsstructuur van de school onvoldoende toereikend zijn om het verwachte uitstroomperspectief van een leerling te realiseren kan de leerling in aanmerking komen voor aanvullende aanvulle ondersteuning. Deze ondersteuning is altijd aanvullend op de basisondersteuning. De aanvullende ondersteuning wordt zoveel mogelijk op groepsniveau in de klas gerealiseerd.

5.3.

Vormen van ondersteuning

De basisondersteuning en aanvullende ondersteuning krijgt vorm op drie niveaus:


Bovenstaand schema geldt ook voor leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en in de tussenvoorziening. Voor deze leerlingen wordt er altijd op individueel niveau een OPP opgesteld.

Het toeleiden naar ondersteuning kent slechts één route. Deze loopt vanuit de basis van de piramide naar de top en inden mogelijk weer naar beneden. Dat wil zeggen de route begint in het gebied van de basisondersteuning, overstijgt deze en komt uit in het gebied van de aanvullende ondersteuning (arrangementen op een school binnen het samenwerkingsverband). De aanvullende ondersteuning kan bestaan uit:    

ondersteuning in de klas; individuele ondersteuning als aanvulling op het groepsaanbod; ondersteuning binnen een tussenvoorziening van de school voor voortgezet onderwijs; plaatsing in het voortgezet speciaal onderwijs.  


Niveau 1: Basisondersteuning A. Verdieping op groepsniveau- of leerlingniveau Het handelen dat ingezet kan worden door alle leerkrachten voor leerlingen die binnen het basisaanbod extra uitdaging nodig hebben m.b.t. het behalen van de doelen. De doelen zijn hetzelfde, de criteria om deze doelen te behalen worden uitgebreid en opgenomen in het groepsplan. Dit wordt bekostigd met de middelen voor de basisbekostiging per leerling (lumpsum) en de middelen vanuit het SWV voor de ondersteuningsstructuur. Hierbij valt te denken aan de inzet van:      

uitdaging; minder leertijd; kortere instructie; complexere stof; meervoudig strategiegebruik; cognitieve autonomie etc.

B. Intensivering op groeps- of leerlingniveau Het handelen dat op groepsniveau kan worden ingezet voor leerlingen die binnen het basisaanbod intensivering nodig hebben m.b.t. het behalen van de doelen. Dit wordt opgenomen in het groepsplan. De doelen zijn hetzelfde, de ondersteuning om deze doelen te behalen wordt geïntensiveerd. Dit wordt bekostigd met de middelen voor de basisbekostiging per leerling (lumpsum) en de middelen vanuit het SWV voor de ondersteuningsstructuur. Hierbij valt te denken aan de inzet van:      

herhaling van instructie; meer leertijd; ondersteunende materialen; enkelvoudige leerstrategieën; meer sturing op het leren; concretere opgaven etc.

Niveau 2 Aanvullende ondersteuning op groepsniveau A. Verdieping op groepsniveau Het handelen dat op groepsniveau kan worden ingezet voor leerlingen die aanvullend op het basisaanbod extra aanbod en bijbehorende doelen nodig hebben. Op basis hiervan wordt het groepsplan aangevuld. Dit kan, na toekenning op schoolniveau, plaatsvinden met behulp van de inzet van ondersteuningsmiddelen die beschikbaar zijn binnen de scholen (ondersteuningsbudget). In het groepsplan wordt gemeld voor welke leerlingen er een OPP is opgesteld. Hierbij valt te denken aan:  de inzet van extra vakken;  de inzet van vakken op een hoger niveau; Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 27

 www.schoolaanzet.nl/voortgezet-onderwijs/inhoudelijke-themas/excellentiehoogbegaafdheid. B. Intensivering op groepsniveau Het handelen dat op groepsniveau kan worden ingezet voor leerlingen die aanvullend op het basisaanbod intensivering nodig hebben met betrekking tot het behalen van de doelen. Op basis hiervan wordt het groepsplan aangevuld. Dit kan, na toekenning op schoolniveau, met behulp van de inzet van ondersteuningsmiddelen die beschikbaar zijn binnen de scholen (ondersteuningsbudget) worden ingezet. In het groepsplan wordt gemeld voor welke leerlingen er een OPP is opgesteld. Hierbij valt te denken aan de inzet van:     

trajectklas; inzet van een klassen-assistent; intensivering van een deel van het aanbod op groepsniveau; inzet possitive behaviour support (PBS); inzet individuele ontwikkelingsgesprekken in relatie tot voortgang en doelen.

Niveau 3 Ondersteuning op individueel niveau A. Verdieping op individueel niveau Het handelen dat ingezet kan worden voor leerlingen die aanvullend op het basisaanbod extra aanbod en bijbehorende doelen nodig hebben. Dit wordt opgenomen in een ontwikkelingsperspectief (OPP). Dit kan, na toekenning op schoolniveau, plaatsvinden met behulp van de inzet van ondersteuningsmiddelen die beschikbaar zijn binnen de scholen (ondersteuningsbudget). De doelen en bijbehorend handelen van het OPP worden als bijlage toegevoegd aan het groepsplan. Hierbij valt te denken aan:  de inzet van extra vakken;  de inzet van vakken op een hoger niveau;  www.schoolaanzet.nl/voortgezet-onderwijs/inhoudelijke-themas/excellentiehoogbegaafdheid. B. Intensivering op individueel niveau Het handelen dat ingezet kan worden voor leerlingen die aanvullend op het basisaanbod intensivering nodig hebben met betrekking tot het behalen van de doelen. Dit wordt opgenomen in een ontwikkelingsperspectief (OPP). Dit kan, na toekenning op schoolniveau, met behulp van de inzet van ondersteuningsmiddelen die beschikbaar zijn binnen de scholen (ondersteuningsbudget) worden ingezet. De doelen en bijbehorend handelen van het OPP worden als bijlage toegevoegd aan het groepsplan. Hierbij valt te denken aan:  de inzet van een aantal dagdelen ondersteuning in/vanuit een tussenvoorziening Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 28

   

de inzet van individuele ontwikkelingsgesprekken in relatie tot voortgang en doelen Intensivering van een deel van het aanbod op individueel niveau Begeleiding van leerlingen rondom plannen en organiseren Kortdurende trajecten in een tussenvoorziening (terugschakelen naar school, schakelen naar MBO, toeleiding naar de arbeidsmarkt)  Symbiosetrajecten

5.4.

Ondersteuning onderwijs

Onderwijs en inspanningsverplichting bij thuiszittende/dreigend thuiszittende leerlingen Onderwijs & gemeenten Het voorkomen van thuiszitten is afhankelijk van een effectieve gezamenlijke aanpak van onderwijs en gemeenten. Door de ‘zorgplicht’ van het onderwijs en de ‘jeugdhulpplicht’ van gemeenten krijgen onderwijs, leerplichtambtenaren en jeugdhulppartners meer mogelijkheden om samen met de ouders de ondersteuning van de leerlingen te versterken. Thuiszitten kan daarmee worden voorkomen.

Onderwijs Eén van de speerpunten van Passend Onderwijs is het voorkomen en opvangen van thuiszittende leerlingen. Naast het terugdringen van schoolverzuim is de opdracht voor SWV-en verbreed naar het terugdringen van alle vormen van ongeoorloofd verzuim. De verantwoordelijkheid voor de aanpak van ongeoorloofd verzuim ligt in de regio. Passend Onderwijs geldt voor alle leerlingen. Schoolbesturen dienen dan ook voor alle leerlingen die zich bij school (schriftelijk) aanmelden een passend onderwijsaanbod te verzorgen. Echter, dit vindt plaats binnen een groep/klas van één van de aangesloten scholen binnen het eigen of een ander SwV en dit betreft geen thuisonderwijs1. Vormen van niet-bekostigd onderwijs komen niet in aanmerking voor bekostiging vanuit het SwV. Er kan wettelijk gezien geen sprake zijn van het plaatsen van leerlingen op trajecten en plekken buiten het onderwijs waarbij de leerling is ingeschreven op een school. Indien er sprake is van ontheffing, is een schoolbestuur/SWV niet langer verplicht voor dat deel een onderwijsaanbod te doen. Hiermee is de leerling/jongere aangewezen op ondersteuning vanuit de gemeente. De onderwijsinspectie en OCW controleren deze trajecten op rechtmatigheid. In afwachting van het vastgestelde perspectief en plaatsing heeft de school een verplichting om de leerling een passend onderwijsaanbod te bieden.

1

thuisonderwijs kan bij langdurige ziekte incidenteel alleen na tussenkomst van onderwijsconsulent, onderwijsinspectie na een zeer uitgebreid en zorgvuldig traject plaatsvinden waarbij er slechts een deel bekostigd onderwijs plaats vindt. Dit kan gaan om o.a. één of twee vakken IVO afstandsonderwijs.


Toetsingskader: 1. In de schoolgids/ondersteuningsprofiel vermelde afspraken, regels en procedures en de binnen de schoollocatie geldende schoolregels. 2. Toetsingskader Inspectie Onderwijs In het ondersteuningsprofiel van de school wordt beschreven hoe deze inspanningsverplichting wordt vormgegeven. Onderwijs en medisch handelen Met de invoering van Passend Onderwijs kunnen scholen te maken krijgen met leerlingen met een fysieke beperking. Daarnaast kan het ook bij reguliere leerlingen voorkomen dat zij medische zorg nodig hebben. Hiervoor heeft ieder schoolbestuur een protocol medisch handelen en medicijnverstrekking opgesteld. Ieder deelnemend schoolbestuur in het SWV heeft per 1 augustus 2014 een protocol medisch handelen. Dit betreft een door de MR of OR vastgestelde versie.  Via het Expertise- en ConsultatieTeam kan de school ondersteund worden bij het vaststellen van de mogelijke ondersteuning van leerlingen met een fysieke beperking. Dit gebeurt in samenwerking met verpleegkundigen en een medisch specialist.

MEER INFORMATIE       

Symbiose en schakelbeleid ECT brochure en informatie PO- VO beleid www.vsvsgroningen.nl Protocollen AOB en VO raad Kengetallen thuiszittende leerlingen Kengetallen SWV GO (www.passendonderwijs.nl)


6. Toeleiding naar ondersteuning 6.1.

Handelingsgericht werken

Handelingsgericht werken is een benadering waarbij, uitgaand van de hulpvraag van de leerkracht/docent, de onderwijsbehoeften van de leerling worden vastgesteld. Het onderwijsaanbod, de pedagogische benadering en eventueel de aanvullende ondersteuning worden hierop afgestemd. Het vaststellen van de onderwijsbehoeften en de hulpvraag en de besluitvorming die erop volgt zijn doelgericht, systematisch, inzichtelijk en transparant. Alle betrokkenen (de professionals, de ouders en eventueel de leerling) werken constructief samen op basis van gelijkwaardigheid. Het benoemen van bevorderende en belemmerende factoren is een wezenlijk onderdeel van handelingsgericht werken. Ouders zijn nauw betrokken bij het vaststellen van de belemmerende en stimulerende factoren en moeten instemmen met het handelingsgerichte deel van het ontwikkelingsperspectief dat de school opstelt wanneer een leerling extra ondersteuning nodig heeft. Hierover dient de school op overeenstemming gericht overleg te voeren met ouders (wetgeving is n.a.v. de motie Ypma in ontwikkeling).

6.2.

Toekennen van ondersteuning

Om de aanvullende ondersteuning toe te kennen moet handelingsgericht werken ingebed zijn in de structuur van de basisondersteuning in de school. Deze staat beschreven in het schoolondersteuningsprofiel. Met behulp van het IVO-model (indicatie van onderwijsbehoefte) wordt concreet beschreven hoe de ondersteuning wordt vormgegeven en wat er nodig is om het verwachte uitstroomniveau en perspectief van een leerling te realiseren aan:     

aandacht en tijd; deskundigheid; methoden, middelen of materialen; inrichting van het schoolgebouw; samenwerking met ketenpartner;

Iedere school heeft een ondersteuningsteam dat bestaat uit de ondersteuningscoördinator (die onder eindverantwoordelijkheid van de directeur/teamleider besluiten kan nemen), eventueel aangevuld met een orthopedagoog, schoolpsycholoog, leerling/leerkrachtbegeleiders en een deskundige van het basisteam van de gemeente (o.a. CJG, wijkteam) wanneer signalen over de ontwikkeling van een leerling/groep daartoe aanleiding geeft (één gezin, één kind, één plan, één regisseur). Onderstaande stappen worden door de school gevolgd. Hierbij zijn per stap een aantal richtlijnen benoemd bedoeld ter ondersteuning voor de vaststelling van aanvullende ondersteuning. Het doorlopen van de stappen biedt de basis voor het opstellen van een groepsplan of een voorlopig ontwikkelingsperspectief.


De beschreven stappen dienen als een referentiekader en zullen in de praktijk worden gecombineerd (bijvoorbeeld stap 2 en 3): STAP 1: STAP 2: STAP 3: STAP 4: STAP 5: STAP 6: STAP 7: STAP 8:

Beginsituatie vastleggen (mentor/ondersteuningsteam) Vaststellen Dat extra ondersteuning nodig is (onderwijs &/of gemeente) (mentor/ondersteuningsteam/contactpersoon gemeente) Indien nodig wordt er een aanvraag gedaan voor ondersteuning vanuit het ECT via www.passendonderwijsgroningen.nl, onder de button ECT(ondersteuningsteam) Vaststellen Waarom extra ondersteuning nodig is (mentor, ondersteuningsteam/ouders/ketenpartners). Vaststellen Wat er nodig aan extra ondersteuning (mentor, ondersteuningsteam/ouders/eventueel ECT, ketenpartners). Vaststellen Waar de extra ondersteuning gerealiseerd kan worden (mentor, ondersteuningsteam/ouders/eventueel ECT/ketenpartners). Vaststellen Hoe de extra ondersteuning gerealiseerd kan worden (ondersteuningsteam/ECT, ouders worden betrokken). Aanvraag toelaatbaarheidsverklaring Voortgezet Speciaal Onderwijs via www.passendonderwijsgroningen.nl onder de button CvA (ondersteuningsteam/ECT, ouders worden betrokken).


Wanneer wordt er ondersteuning vanuit het ECT aangevraagd? Als in het ondersteuningsteam van de school is vastgesteld DAT er extra ondersteuning nodig is en hierbij sprake is van handelingsverlegenheid kan er ondersteuning worden aangevraagd bij het ECT. Extra informatie en het aanvraagformulier zijn te vinden op de website.

De rol van het ECT in de doorgaande ondersteuningslijn Wanneer de overstap naar een ander schooltype in beeld komt wordt tijdig besproken welke type onderwijs en welke specifieke school geschikt is voor een leerling, gezien de noodzakelijke extra ondersteuning Overgang PO-VO Bij de overgang, middels de 10-14 aanpak, worden leerlingen waarvan het schooltype of niveau niet kan worden vastgesteld aangemeld bij het ECT. Ook de toelatingscommissie van het voortgezet onderwijs kan bij ondersteuningsvragen rondom het vaststellen van de benodigde ondersteuning of plaats een beroep doen op het ECT. Overgang VO-VO Bij tussentijdse verplaatsingen en verhuisgevallen voor leerlingen met extra ondersteuning worden leerlingen aangemeld bij het ECT. Ook de toelatingscommissie van het VO kan bij ondersteuningsvragen rondom het vaststellen van de benodigde ondersteuning of plaats een beroep doen op het ECT. Overgang VO-/MBO/HBO/WO Decanen kunnen voor het vaststellen van de benodigde ondersteuning of plaats in het MBO/HBO/WO een beroep doen op het ECT. In het MBO kan daarbij ook gebruik worden gemaakt van de doorstroombegeleiders via het VSV beleid via www.vsvgroningen.nl De overgang van het voortgezet onderwijs naar de arbeidsmarkt is een provinciaal thema binnen de afstemming tussen gemeenten en onderwijs. Dit thema wordt in 2015-2016 verder uitgewerkt.

6.3.

De toelaatbaarheidsverklaring

De Commissie van Advies adviseert het bestuur van SWV GO over het afgeven van de toelaatbaarheidsverklaring.

Wie vraagt de toelaatbaarheidsverklaring aan? Het schoolbestuur of het bevoegd gezag van de school waar de leerling staat ingeschreven vraagt de toelaatbaarheidsverklaring aan. Op verzoek kan de school onderwijsprofessionals met specifieke expertise inschakelen. Deze professionals kunnen helpen om het schoolondersteuningsteam vast te stellen, te bepalen wat er nodig is en wat er mogelijk is. Dat kan onder andere door de inzet van:  het expertise- en consultatieteam (ECT);  aanvullende expertise vanuit cluster 1, 2, 3 of 4;  expertise vanuit gemeenten/ketenpartners.


De aanvraag Op de website van het SWV GO zijn de formulieren voor de aanvraag van de toelaatbaarheidsverklaring te vinden, inclusief een procesgang ‘integrale onderbouwing’.

Betrokkenen bij de aanvraag

Op de website van het SWV GO staat beschreven welke school de aanvraag doet bij welke CvA.

Tijdpad en termijnen De kwaliteit van het inhoudelijk voortraject in de school en de kwaliteit van de TLV-aanvraag bepalen in hoge mate de snelheid waarmee de CvA advies kan uitbrengen aan het bestuur van het SWV GO. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het bewaken van de termijnen bij de aanvraag van een TLV . Als de Commissie van Advies een positief advies afgeeft over de toelating krijgen de ouders en het schoolbestuur hierover bericht en een kopie van de beschikking. Vervolgens kunnen zij hun zoon/ dochter aanmelden bij de school voor SBO of (V)SO. Op de website www.passendonderwijsgroningen.nl vindt u onder de button ‘ Commissie van Advies’ de stroomschema’s van OCW met de wettelijke termijnen waarbinnen de school een passende plaats kan worden geboden bij een overstap PO-SO/SBO, PO-VO, VO-VSO.

Bezwaar en beroepsprocedures Als ouders en school het oneens zijn over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring zijn er een aantal mogelijkheden:    

interne route om tot consensus te komen; procedure schorsen en verwijderen bij geschillen; voornemen tot een negatief advies door de CvA; procedure Bezwaar Besluit Toelaatbaarheid.

Op de website van het SWV GO is informatie te vinden over de bezwaar- en beroepsprocedures.

6.4.

Toewijzing PrO en lwoo

Tot 1 januari 2016 vindt de toewijzing van PrO en lwoo beschikkingen plaats op basis van de routes en criteria die gehanteerd worden door de RVC. In samenwerking met het SWV Groningen Stad en de RVC heeft het SWV een pilot uitgezet met als doel:  om in schooljaar 2015-2016 de huidige route en criteria voor PrO en lwoo indicaties af te stemmen, over te dragen door middel van een pilot;  op basis van deze ervaring de vertaling te maken naar een mogelijke nieuwe toewijzingsroute voor 2016;  de stappen in de ondersteuningsroute die de school zelf kan zetten ter voorbereiding op de toewijzing te concretiseren, waar mogelijk uit te breiden. In 2015 zullen de scholen en besturen in het samenwerkingsverband de verschillende scenario’s verkennen om uiteindelijk te komen tot een voorgenomen besluit om al dan niet te kiezen voor opting-out voor PrO/lwoo per 1 augustus 2015.


Scenario

Criteria

SWV

Budget

Geen opting-out

 Vasthouden en toepassen van de landelijke criteria.

 Alle beschikkingen voor lwoo en PrO zelf regelen  Indicatie is niet landelijk geldig/verhuisbaar.

 DUO verrekent.  Bedrag per leerling staat vast.

 Vaststellen van criteria op het niveau van het eigen SwV.

 Alle beschikkingen voor lwoo en PrO zelf regelen  Indicatie is niet landelijk geldig/ verhuisbaar.

 DUO verrekent.  Bedrag per leerling staat vast bij in standhouden lwoo& PrO-indicatie.

 Vaststellen van criteria op het niveau van het eigen SwV.

 Alle beschikkingen voor PrO zelf regelen.  Indicatie is niet landelijk geldig/verhuisbaar.

 DUO verrekent PRO  Bedrag per leerling staat vast bij in stand houden PRO indicatie.

 Ondersteuning arrangementen toewijzen op schoolbestuurlijk niveau (route PO-VO om de leerlingen in bij de overstap in beeld te hebben).

 Vaststellen verdeelsleutel arrangementen.

lwoo/PrO

Wel opting out lwoo/PrO + criteria

Wel opting out - PrO + criteria

- lwoo toevoegen aan de arrangementen (niveau 2: ondersteuning op groepsniveau)

Uitganspunten:  plaatsingswijzer als hulpmiddel bij het vaststellen van PrO en lwoo (huidige criteria zijn verwerkt in de matrix);  PrO als schoolsoort behouden;  wet en regelgeving extra ondersteuning: PrO: individuele ondersteuning, maatwerktrajecten inclusief OPP; lwoo: passend groepsaanbod, geen OPP;  snel, niet bureaucratisch en schoolnabije toewijzing van de ondersteuning;  handelingsgericht arrangeren als uitgangspunt voor de toewijzing van extra ondersteuning;  criteria als ‘ harde’ toetsing bij de beoordeling van de extra ondersteuning.


7. Financiën 7.1.

De bekostiging van het samenwerkingsverband

De invoering van het Passend Onderwijs is, ook in financieel opzicht, een groeitraject. De wetgeving is op een aantal terreinen nog in ontwikkeling. Daarnaast zijn er nog een aantal belangrijke keuzes die voorliggen in het algemeen bestuur (o.a. rondom het tripartiete akkoord, de onderwijs- zorgarrangementen, inpassing PrO en lwoo). Dit alles maakt dat we spreken van een begroting en meerjarenbegroting die het komende jaar aan veranderingen onderhevig zal zijn. De omvang van het budget per samenwerkingsverband wordt bepaald op basis van het aantal leerlingen binnen het samenwerkingsverband, vermenigvuldigd met een normbedrag. Zo ontstaat er een normatief ondersteuningsbudget voor het samenwerkingsverband. Op de website www.passendonderwijs.nl is de hoogte van het budget te vinden dat beschikbaar is voor SWV GO.

Verevening Omdat de nieuwe berekening leidt tot een andere verdeling van het budget, geldt er een overgangsregeling (ook wel verevening genoemd). Vanaf 1 augustus 2016 groeit het budget van het samenwerkingsverband, gedurende een periode van vijf jaar, toe naar het nieuwe budget. Hierbij wordt op basis van de peildatum 1 oktober 2011 het niet-verevende bedrag (de ‘oude’ situatie) vergeleken met het volledig verevende bedrag (de ‘nieuwe’ situatie). Het verschil tussen beide bedragen is het correctiebedrag.

7.2.

Programmalijnen en toedeling van middelen

De lichte en de zware ondersteuning van leerlingen wordt op verschillende manieren gerealiseerd. We onderscheiden daarbij de volgende programmalijnen:    

middelen voor het voortgezet onderwijs; middelen voor het voortgezet speciaal onderwijs; middelen voor thuiszittende leerlingen; middelen voor het ondersteuningsplan;

Bij iedere programmalijn hoort een specifieke manier van toedelen van de middelen. In de onderstaande tabel is dat schematisch aangegeven:

Middelen voor het VO Activiteit

Manier van toedelen van middelen

1

Ondersteuningsstructuur

Vast bedrag per leerling; 1 tarief voor alle leerlingen

2

Ondersteuningsbekostiging reguliere scholen

Bedrag per school die dit toewijst aan een leerling/groep in de ondersteuning op niveau 2 of 3 (zie hst 5.3 vormen van ondersteuning). Dit budget gaat bijna in zijn geheel naar de bestaande overgangsregeling van de rugzak.


3

Tussenvoorzieningen van de scholen

Bedrag per school die dit toewijst aan een leerling in de ondersteuning op niveau 1 (zie hst 5.3 vormen van ondersteuning). Verschillende tarieven zijn mogelijk afhankelijk van de aard van het arrangement.

4

ECT

Taakstellend budget voor dekking kosten, ECT en Monitoring.

5

PrO en lwoo

Taakstellend budget inpassing lwoo en PrO voor dekking kosten. Verschillende tarieven zijn mogelijk afhankelijk van de besluitvorming in 2015.

Middelen voor het VSO Activiteit


3

Tussenvoorzieningen van de scholen

Bedrag per school die dit toewijst aan een leerling in de ondersteuning op niveau 1 (zie hst 5.3 vormen van ondersteuning). Verschillende tarieven zijn mogelijk afhankelijk van de aard van het arrangement.

4

ECT


5

Zware ondersteuning in VSO school

Bedrag per leerling; 2 tarieven, afhankelijk van de bekostigingscategorie van de TLV ( 1 of 2).

6

CvA

Taakstellend budget voor dekking kosten.

Middelen voor thuiszittende leerlingen Activiteit




7

Ondersteuning van Thuiszitters

Bedrag per leerling die gebruik maakt van een arrangement in de toeleiding naar onderwijs in een klas/groep; verschillende tarieven zijn mogelijk afhankelijk van de aard van het arrangement.

4

ECT


Middelen voor het ondersteuningsplan Activiteit


8

Projecten

Bedrag per project Taakstellend budget voor dekking kosten.

9

Bestuur, management en

Taakstellend budget voor dekking kosten Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 37

organisatie 10 Administratie

Financieel beheer en administratie. Taakstellend budget voor dekking kosten.

11 Overige kosten


12 Advisering en verzekeringen


13 Onvoorzien

Nader te bepalen op basis van risicoanalyse.

14 Opbouw reserve/buffer

Nader te bepalen op basis van risicoanalyse.

7.3.

Meerjarenbegroting

Het SWV GO is een stichting met een eigen financiële huishouding. Om deze huishouding goed te besturen is het noodzakelijk dat er een meerjarenbegroting wordt opgesteld voor de middellange termijn en een jaarbegroting voor ieder boekjaar. In deze begrotingen wordt een heldere en duidelijke koppeling gelegd tussen de concrete doelstellingen en de inzet van de beschikbare financiële middelen. Door de koppeling tussen concrete doelstellingen en de inzet van de middelen en de financiële en inhoudelijke verantwoording ontstaat er ook aandacht voor de effectiviteit en de efficiency van het gebruik van de middelen. Taakstellend hierbij is om de begroting binnen een periode van vijf jaar sluitend te krijgen. Het betreft een werkbegroting op basis van aannames, deze zullen op basis van bekostigingsgegevens en beleidskeuzes worden bijgesteld. De meerjarenbegroting voor de periode 2015 - 2018 is opgesteld per schooljaar voor de periode van vier jaar (opgesteld op basis van de nieuwste cijfers)


MEER INFORMATIE  uitkering aan de scholen  werkwijze verantwoording middelen  transities binnen- en tussen samenwerkingsverbanden


8. Samenwerking met derden 8.1.

Eén kind, één gezin, één plan, één regisseur

Gemeenten en schoolbesturen hebben de verantwoordelijkheid de ondersteuning aan een jongere of gezin af te stemmen met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning en werk en inkomen. Het is de verantwoordelijkheid van het onderwijs en de gemeenten dat de jongere bij voorkeur in zijn eigen omgeving kan opgroeien en onderwijs kan volgen. Het onderwijs zorgt daarbij voor goed onderwijs en de gemeente zorgt voor een goede leefomgeving. Hier wordt nog een plaatje/organogram ingevoegd van de partners inclusief de verantwoordelijkheden/bevoegdheden (zelfde opbouw als schema pagina 45).

8.2.

AGO

Partners Het bestuurlijk afstemmingsoverleg gemeenten-onderwijs (AGO – Bestuurlijk) is een provinciaal breed overleg met vertegenwoordigende wethouders vanuit alle gemeenten en bestuurders vanuit het primair en voortgezet onderwijs, het MBO en de clusters 1 en 2. Hierin zijn ook alle kernpartners vertegenwoordigd.

Rol en taak Het AGO is een afstemmingsoverleg op de hoofdlijnen en thema’s die het onderwijs en gemeenten bindt. De ontwikkelopgaven hierin worden, door het AGO-bestuurlijk, op provinciaal niveau afgestemd. AGO-ambtelijk doet hiervoor de voorbereidingen. De aandacht in het AGO ligt onder andere op het bij elkaar brengen van de initiatieven en het zorgdragen voor bestuurlijke afstemming rondom de plannen.

Thema’s Er is een integrale notitie in voorbereiding waarin de provincie-brede samenwerking tussen onderwijs en gemeenten wordt uitgewerkt. Per thema worden hierbij de ontwikkelopgaven en de stand van zaken beschreven. De uitgangspunten zullen worden opgenomen in deze paragraaf.

8.3.

OOGO

Partners Het op overeenstemmingsgericht overleg (OOGO) is het formele overleg tussen gemeenten en het samenwerkingsverband. OOGO wordt gevoerd op de beleidsmatige hoofdlijnen. De uitvoering en de uitwerking van het ondersteuningsplan vindt plaats op lokaal of regionaal niveau. Op lokaal of regionaal niveau bestaat tevens de mogelijkheid om overleg te voeren over de ondersteuningsprofielen van separate schoolbesturen evenals dat op dat niveau ook lokaal of regionaal educatief overleg kan worden gevoerd. Op het schoolondersteuningsprofiel en schoolondersteuningsplan van de school vindt geen OOGO plaats.


Rol en taak Het OOGO vindt wettelijk gezien om de vier jaar plaats. Vooral in de beginjaren willen we één keer per jaar elkaar spreken in OOGO verband. Tijdens het OOGO worden afspraken vastgelegd tussen gemeenten en het primair en voortgezet onderwijs over de ontwikkelopgaven voor de korte- en lange termijn (1 jaar – 4 jaar). Uitgangspunt bij het maken van deze opgaven zijn de vragen:  wat heeft de gemeente nodig van het onderwijs?  wat heeft het onderwijs nodig van de gemeente?  welke ontwikkelopgaven kunnen we hiervoor benoemen? Gemeenten en het primair en voortgezet onderwijs gaan samen een traject in van vernieuwing: Voor het primair en voortgezet onderwijs is de Wet Passend Onderwijs op 1 augustus 2014 ingevoerd. Gemeenten zijn bezig met de vorming van een nieuw jeugdstelsel, waar zij vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor zijn. De nieuwe manier van samenwerken zal in eerste instantie gericht zijn op kennismaking en inzicht in elkaars trajecten. Op het vlak waarin de domeinen gemeenten en het primair en voortgezet onderwijs aan elkaar grenzen zoeken we naar de samenhang in het kader van de gezamenlijke ambitie. Voor zover hier nog geen passende antwoorden op zijn worden deze benoemd in de term van ontwikkelopgave. Het OOGO kan grotendeels worden voorbereid in het AGO, maar vergt wel een eigen voorbereidingstraject. In de provincie Groningen zijn drie OOGO’s (1 PO, 2 VO).

Thema’s Er is een integrale notitie in voorbereiding waarin de provincie-brede samenwerking tussen onderwijs en gemeenten wordt uitgewerkt. Per thema worden hierbij de ontwikkelopgaven en de stand van zaken beschreven.

8.4.

De gemeente

Verbinding basisteam gemeente Het onderwijs benoemt op lokaal niveau per schoollocatie een contactpersoon voor de verbinding met de basisondersteuning in de gemeente. Dit is bijvoorbeeld het CJG of een sociaal(wijk)team. Iedere gemeente, waar een Sbo, PrO, (V)SO, VO en MBO school gevestigd is, heeft een contactpersoon voor de locatie. Deze is verantwoordelijk om de verbinding te leggen met de contactpersoon in de plaats van herkomst. Vandaar uit wordt (desgewenst) het casusoverleg georganiseerd en bepaald waar de handelingen nodig zijn. Om deze verandering en de samenwerking tussen gemeenten en onderwijs te bewaken is er op gemeente/regio niveau een gebruikersoverleg tussen de contactpersonen onderwijs en gemeenten. Daar kunnen de ervaringen worden besproken en gedeeld zodat de veranderingen en ontwikkelingen bijgehouden kunnen worden.


Afspraken en regie De gezamenlijke afspraken worden onder verantwoordelijkheid van de gemeente door de inhoudelijk (regulier- of specialistisch) casemanager vastgelegd in een gezinsplan. Dit plan wordt door de betrokkenen (onderwijs - gemeentelijke hulp - ouders) uitgevoerd, geëvalueerd en afgesloten of bijgesteld. Het onderwijs is verantwoordelijk voor de onderwijsondersteuning in dat plan. Dit is een cyclisch proces totdat de doelen zijn behaald en het plan kan worden afgesloten. In het kader van de wet bescherming persoonsgegevens gaan we ervan uit dat ieder vanuit zijn eigen professie een dossier bijhoudt. Daarin moet het moment onderbouwd worden van de afweging om een verzoek tot samenwerking te doen (Zorg voor Jeugd Groningen): de reden waarom voor het kind en het gezin wel of niet met meerdere partijen wordt samengewerkt.

8.5.

Kernpartners

Cluster 1 (visuele handicap)  Wanneer leraren, ouders of andere verwijzers vermoeden dat een jongere een visuele beperking heeft, kunnen de ouders hun kind aanmelden bij Visio of Bartiméus. Het uitgangspunt binnen het SWV GO is: regulier waar het kan, speciaal waar het moet. Het SWV GO kan leerlingen aanmelden als zij daarvoor toestemming hebben van de ouders. Na aanmelding worden de medische gegevens (waaronder de oogheelkundige gegevens) opgevraagd en worden er zo nodig onderzoeken uitgevoerd, zoals visueel functieonderzoek, psychologisch onderzoek en pedagogisch en/of didactisch onderzoek. Op grond van de resultaten van dit onderzoek beoordeelt de Commissie van Onderzoek van de betreffende onderwijsinstelling of het kind op basis van de landelijke toelatingscriteria recht heeft op ambulante onderwijskundige begeleiding of op onderwijs van een onderwijsinstelling voor leerlingen met een visuele beperking. Wanneer de jongere toelaatbaar is, wordt in afstemming met de ouders en (indien van toepassing) de reguliere school een passend arrangement samengesteld:  ambulante onderwijskundige begeleiding op een reguliere school, ieder arrangement wordt op maat ingevuld op basis van de behoeften en ondersteuningsvragen van de betreffende leerling;  (voortgezet) speciaal onderwijs bij een onderwijsinstelling voor leerlingen met een visuele beperking.

Cluster 2 (auditieve handicap, spraaktaalstoornis)  De instellingen van cluster 2 hebben vanaf 1 augustus 2014 ondersteuningsplicht. De overheid heeft bepaald dat cluster 2 niet tot het samenwerkingsverband behoort, maar een landelijke positie heeft. Cluster 2 is verantwoordelijk voor het leveren van expertise aan de leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben dan het regulier onderwijs kan bieden en voor die leerlingen die toelaatbaar zijn tot een instelling van cluster 2.Voor leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking (doof, slechthorend en/of ernstige spraaktaalmoeilijkheden), waarbij de ondersteuningsbehoefte de zorgplichtmogelijkheden overstijgt, werken het SWV GO en de scholen samen met Stichting Kentalis Onderwijs.


Andere samenwerkingsverbanden Het SWV GO voert periodiek overleg met de andere samenwerkingsverbanden in de provincie Groningen. Hierbij ligt het accent op de afstemming rondom verwijzing en leerlingenstromen over de grenzen van de samenwerkingsverbanden. Voor de samenhang in beleid en een dekkend ondersteuningsaanbod is samenwerking met deze omliggende samenwerkingsverbanden van belang. Het SWV GO is aangesloten bij 'Het Landelijk Platform SWV-VO'. SWV 20.01 Primair Onderwijs; Het SWV GO werkt nauw samen met SWV PO 20.01 bij de inrichting van de ondersteuningsstructuren. Belangrijke thema’s in de samenwerking zijn:     

ontwikkelingsperspectief (OPP); doorgaande ondersteuningslijn 10-14 aanpak; ondersteuningsprofielen; regionale samenhang; afstemming en verbinding van de Commissie van Advies (CvA) en expertiseteams.

Er is voor de aanmelding van 2015-2016 gezamenlijk integraal toelatingsbeleid vastgesteld met het SWV PO 20.01. De scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs vinden het een gezamenlijke verantwoordelijkheid dat, in samenwerking met de ouder, voor elke leerling een passende plaats in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs bij de start van het schooljaar wordt gerealiseerd. Dit beleid heeft als doel bij te dragen aan de onderlinge afstemming van het beleid en de procedures tussen primair onderwijs en voortgezet onderwijs en tussen de scholen onderling. Het bovenliggende doel is het vergroten van de kans dat de leerling succesvol, bij voorkeur zonder onderbrekingen, de opleiding afrondt waarin de leerling in het voortgezet onderwijs is geplaatst. SWV 20.01 Voortgezet Onderwijs; Het SWV GO werkt nauw samen met SWV VO 20.01 bij de inrichting van het samenwerkingsverband. Beide samenwerkingsverbanden hebben de intentie uitgesproken om te onderzoeken of het wenselijk en haalbaar is om bestuurlijk samen te gaan.In 2015 heeft dit onderzoek plaatgevonden. Daarbij is vastgesteld dat er afvaardigingen van de besturen in samenwerking met het projectmanagement van beide SWV-en periodiek gezamenlijk bijeenkomen voor nadere afstemming. Hierbij wordt intensief samengewerkt en is er vooralsnog geen sprake van samengaan. Middelbaar Beroepsonderwijs; Voor het MBO is het van belang dat in het voortgezet onderwijs gewerkt wordt aan het managen van verwachtingen van de opleiding en het beroep. Uitgangspunt is dat er naar toe wordt gewerkt dat jongeren op het vmbo- en havo-onderwijs in reële kansen over opleiding en arbeidsmarktperspectief gaan denken. Het MBO levert een lijst aan met de opleidingen en de competenties die daar op de eerste of tweede plaats staan. Zo wordt inzichtelijk gemaakt dat jongeren met (grote) beperkingen juist op die competentiegebieden geen of minder diplomaperspectief hebben en/of geen of minder arbeidsmarktperspectief. Voortgezet onderwijs en MBO werken gezamenlijk aan de perspectieven (of, indien noodzakelijk, de bijstelling ervan) van de jongeren. Het is daarbij van belang om gezamenlijk planmatig programma’s in het vo te ontwikkelen. Naast afstemming in het AGO is erop bestuurlijk vlak samenwerking via het Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 43

voortijdig schoolverlaten-convenant (VSV-convenant, expireert in 2016) en een bestuurlijk platform voor vo-mbo. Instellingen voor jeugdhulp. Het SWV zet in op afstemming met de zorgaanbieders in de regio via en in samenwerking met de gemeenten op provinciaal niveau. Deze samenwerking vindt plaats door periodiek bestuurlijk overleg vanuit het AGO in de werkgroep onderwijs-zorgarrangementen. De zorgaanbieders zijn de uitvoerders van zorgverlening aan de leerlingen. We willen als onderwijs goed zicht houden op de transities en de gevolgen daarvan voor onze leerlingen. Via de gebruikersoverleggen onderwijs en gemeenten gaan we in dialoog over de ondersteuning die de school biedt en de zorg die via de gemeente wordt aangeboden door de zorgaanbieders. In het AGO wordt er aanvullend beleid ontwikkeld op basis van de ervaringen en evaluaties vanuit de gebruikersoverleggen.

8.6.

Overige partners

Het SWV GO heeft nog een aantal andere partners die belangrijk zijn in de samenwerking.

KAFKA brigade Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de KAFKA brigade ingeschakeld om een aanpak te ontwikkelen en uit te voeren om onnodige bureaucratie rond Passend Onderwijs (zoveel mogelijk) te voorkomen. Het SWV GO is in gesprek met de KAFKA brigade. Het SWV GO maakt gebruik van de landelijke onderzoeken van de KAFKA brigade.

VSO-SO provinciaal overleg Deze werkgroep houdt zich bezig met de SWV overstijgende thema’s o.a.:        

periodiseren her-indicaties; aanvragen en plaatsen in overstap SO-VSO; vormgeven symbiose en overeenkomsten cluster 3 en 4 ; vervolg compensatieregeling AWBZ & onderwijs-zorgarrangementen; toekomst ‘bekostigingscategorie drie’ budgetten; observatieplaatsen; witte vlekken (in combi zorg-onderwijs); maximale looptijd toelaatbaarheidsverklaring en inzetten schakelbeleid van speciaal- naar regulier onderwijs.

Thuiszittende leerlingen provinciaal overleg Deze werkgroep houdt zich bezig met de overstijgende thema’s voor SWV GO, zoals:  het in kaart brengen van de verschillende doelgroepen;  aanpak en aanbod voor de verschillende doelgroepen vanuit onderwijs & gemeenten;  resultaatverwachtingen.

VSV (overleg en convenant) Dit overleg houdt zich bezig met nieuwe voortijdig schoolverlaters. Dit zijn jongeren die op 1 oktober niet ingeschreven zijn bij een onderwijsinstelling, terwijl dit op 1 oktober van het voorafgaande jaar wel het geval was. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:  ze zijn niet in het bezit van een startkwalificatie (diploma HAVO, VWO, MBO2 of hoger, dus ook jongeren met een diploma niveau 1 en/of werk). Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 44

 ze zijn op moment van uitschrijven jonger dan 23 jaar.

VSV kent de volgende arrangementen:    

plusvoorziening versterking relatie onderwijs en zorg; versterking relatie onderwijs en arbeidsmarkt; versterking relatie onderwijs en gemeente/RMC; monitoring, onderzoek en overleg.

Elke maatregel bestaat uit meerdere deelactiviteiten. Meer informatie over deze activiteiten die vallen onder de aanvraag Regiogelden staan op de website van VSV groningen.

Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE) Het LWOE ondersteunt leerlingen met epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen kunnen, als er sprake is van specifieke onderwijsbehoeften. Voor de regio Noord is hiervoor een expertisecentrum de waterlelie in Zwolle. Zij kunnen de school ondersteunen bij de juiste begeleiding en advies.

RVC (regionale verwijzingscommissie) De Regionale Verwijzingscommissie is door de overheid ingesteld als onafhankelijk orgaan dat de beschikkingen afgeeft voor lwoo en PrO. Per 1 augustus 2015 worden de middelen voor lwoo en PrO en de beschikkingen bij het samenwerkingsverband ondergebracht. De RVC wordt naar verwachting per 1 januari 2016 opgeheven. De contacten met de RVC worden tot opheffing van de RVC voortgezet door de dagelijkse leiding van het SWV GO

MEER INFORMATIE     

samenwerking onderwijs en gemeenten www.vsvgroningen.nl www.lwoe.nl www.dewaterlelie.nl http://www.passendonderwijs.kafkabrigade.nl


9. Kwaliteitszorg 9.1.

Toezicht, verantwoording en borging

Het SWV GO werkt de doelstellingen gedurende de ondersteuningsplanperiode jaarlijks uit en maakt deze concreet in jaarplannen. Na afloop van ieder jaar verantwoorden we het beleid in het jaarverslag en evalueren we het beleid. SWV GO In onderstaand schema staat at aangegeven hoe en aan wie het SWV GO verantwoording aflegt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen financiële verantwoording (blauw) ( ) en inhoudelijke verantwoording (groen). ). Aan de hand van het nummer in de cirkel is te zien aan wie de verantwoording wordt ordt afgelegd:

Schoolbestuur In onderstaand schema staat aangegeven hoe en aan wie de scholen binnen het SWV GO verantwoording afleggen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen financiële verantwoording (blauw)) en inhoudelijke verantwoording (groen). ( Aan de hand van het nummer in de cirkel is te zien aan wie de verantwoording wordt afgelegd:

Systeem kwaliteitszorg Dee thema’s uit het ondersteuningsplan zijn gekoppeld aan de zes thema’s van de CIIO CIIO-maatstaf, een praktische vertaling van de ISO 9001:2008 9001:2008 norm, die internationaal erkend is als model voor kwaliteitsmanagement. De CIIO Maatstaf is ontwikkeld vanuit de praktijk van een Ondersteuningsplan (versie 55.0) pagina 46

kennisintensieve organisatie en biedt houvast voor een kwaliteitsmanagementsysteem. Op basis van deze thema’s zijn in een basale uitwerking voor vier schooljaren (de looptijd van het ondersteuningsplan) de meest relevante ontwikkelthema’s beschreven. Per jaarschijf wordt vervolgens een meer concrete vertaling gemaakt in een jaarplan. Waarom CIIO? Zoals gezegd is de CIIO Maatstaf een praktische vertaling van ISO-9001 ISO 9001 en bedoeld voor organisaties in de professionele kennisintensieve dienstverlening, waar ook samenwerkingsverbanden toe behoren. Ten tweede is binnen het management van het samenwerkingsverband 20.01 ervaring met een kwaliteitszorgsysteem o.b.v. ISO ISO-9001 (één van de beide managementleden is gecertificeerd gecerti eerd auditor). Op basis hiervan kunnen we voortbouwen op bestaande expertise. Tot slot heeft CIIO als organisatie veel ervaring binnen onderwijsinstellingen. wijsinstellingen. Zij toetsen o.a. voor het Landelijk Expertise Centrum Speciaal Onderwijs) onderwijsinstellingen op de Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs. Onderwijs. En CIIO heeft ook alle (ruim 50) scholen in het VO beoordeeld die het predicaat Technasium voeren. Ook heeft CIIO vanuit de praktijk zicht op de transitie Passend Onderwijs en de positie van het speciaal onderwijs. CIIO-maatstaf De CIIO-maatstaf maatstaf kent zes aandachtsgebieden: 1. beleid: de beleidsvorming en innovatie; 2. organisatie: de afstemming van de organisatie en het kwaliteitsmanagementsysteem op het beleid; 3. kern- of primair proces: het maken van heldere afspraken met ‘de klant’ en deze ook nakomen; 4. mensen: het inzetten van mensen met de benodigde competenties; 5. partners: het samenwerken met relevante partners en leveranciers; 6. reflectie: het evalueren van en reflecteren op de uitgevoerde werkzaamheden en het beleid. Elk aandachtsgebied is uitgewerkt in een aantal onderliggende eisen die zijn gebaseerd op de ISO 9001 norm. De zes aandachtsgebieden zijn verwerkt in ons ondersteuningsplan, die weer zijn afgeleid van de voorgestelde hoofdstukindeling van het Steunpunt Medezeggenschap M edezeggenschap Passend Onderwijs:  Hoofdstuk 2: visie, missie, doelen (beleid);  Hoofdstuk 3: organisatie (incl. personeel/medezeggenschap);  Hoofdstuk 5: ondersteuning en aanbod (primair proces);  Hoofdstuk 6: toeleiding ondersteuning (primair proces);  Hoofdstuk 7: financiën (primair proces);  Hoofdstuk 8: samenwerking met derden (partners);  Hoofdstuk 4: samenwerking met ouders (mensen/partners);  Hoofdstuk 9: kwaliteitszorg (reflectie). Toezichtkader en verantwoording (monitor) In het model is ook rekening gehouden met het toezichtkader van de onderwijsinspectie en het kader voor verantwoording binnen het samenwerkingsverband. De inspectie beoordeelt het samenwerkingsverband op de volgende zes indicatoren: 1. Thuiszitters, niet-deelnemers deelnemers aan onderwijs. 2. Spreiding ng en doorstroom in het onderwijs. 3. Arrangementen: (eerder gegeven) inspectieoordelen op scholen en instellingen. Ondersteuningsplan (versie 55.0) pagina 47

4. Signalen: signalen die wijzen op tekortkomingen in de uitvoering van Passend Onderwijs (o.a. beroeps- en bezwaarprocedures, klachten, signalen ouderorganisaties, onderwijsconsulenten, gemeenten of jeugdzorg). 5. Het ondersteuningsplan, de jaarverslagen en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen. 6. De deskundigheid op het gebied van ondersteuning door de leraar. Voor de verantwoording binnen het SWV GO richten we ons op de verslaglegging van het beleid en op het resultaat van het beleid. Dit wordt uitgevoerd via een verantwoordingsinstrument (Excelbestand) en bijbehorende verslaglegging. Met de resultaten van het beleid willen we het ondersteuningsplan en het te voeren jaarlijks beleid verder aanscherpen. De kritische prestatie-indicatoren waarop we het resultaat van het beleid gaan monitoren zijn gebaseerd op de kengetallen (zie hoofdstuk 5): Op basis van het kwaliteitszorgsysteem is er een vierjarenplan opgesteld voor het SWV GO. Deze is te vinden in de bijlagen . Ontwikkeling basisondersteuning Het inhoudelijke gedeelte van het ondersteuningsplan drijft grotendeels op de schoolondersteuningsprofielen van de aangesloten scholen. Het samenwerkingsverband houdt toezicht op de uitvoering daarvan. Uiteraard gebeurt dit op basis van vastgesteld bestuurlijk beleid (scoort een vier op de vijfpuntschaal op voor alle thema’s op 01-01-2016). Daarnaast onderzoekt het SWV GO de afgesproken afstemming van de ondersteuning tussen de scholen. We voeren regelmatig consultatie en audits uit om de ontwikkeling van de profielen te volgen en gerichte adviezen te geven.

9.2.

Professionalisering

Passend Onderwijs vindt plaats in de klas. De gezamenlijke ambitie is gericht op het vergroten van de basisondersteuning doordat schoolbesturen gericht inzetten op uitbreiding van bijvoorbeeld het handelingsrepertoire van onderwijspersoneel. Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op hun scholen. De schoolbesturen zorgen voor het bieden van de basisondersteuning die binnen het SWV GO is afgesproken en zijn hierop aanspreekbaar. We vinden het als het SWV GO belangrijk dat de professionalisering meetbaar ten goede komt aan de doorontwikkeling van de basisondersteuning. Alle leerlingen profiteren van de extra kennis en expertise in de school en in de klas. De docent en de ondersteuningsstructuur van de school vormen de spil waar het om draait, ook bij het realiseren van Passend Onderwijs. Daarom is er veel aandacht voor het professionaliseren van de medewerkers en het optimaliseren van de interne ondersteuningsstructuur op de scholen. Hierdoor kan ook meer in preventieve zin worden gewerkt.

9.3.

Wet bescherming persoonsgegevens

Het SWV GO is bevoegd om gegevens over de gezondheid van een leerling te verwerken. Dit gebeurt alleen als het noodzakelijk is voor de uitoefening van de taken. Het SWV GO houdt zich hierbij aan de wet bescherming persoonsgegevens. Het SWV GO verstrekt de gegevens alleen aan het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven. In het kader van Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 48

de samenwerking tussen onderwijs en partners voor jeugdhulp worden afspraken gemaakt over het omgaan met persoonsgegevens. Daarin is al veel ervaring opgedaan door het gebruik van de verwijsindex en zorg voor jeugd.

Bewaartermijnen gegevens leerlingen Het SWV GO heeft in het privacyreglement (modelreglement PO- en VO-raad) vastgelegd dat gegevens van leerlingen bewaard worden, tot drie jaar na afloop van:  de beoordeling van de toelaatbaarheid van de leerling tot het VSO;  de advisering over de ondersteuningsbehoefte van de leerling aan het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven;  de toewijzing van ondersteuningsmiddelen of ondersteuningsvoorzieningen aan de school, voor zover het voor die toewijzing nodig was gegevens van de leerling te verwerken.

9.4.

Geschillen

Het SWV GO heeft in de statuten een aantal bepalingen opgenomen rondom geschillen en geschillenprocedures. Uitgangspunt is dat het SWV GO altijd inzet op het intern oplossen van geschillen. Op de website van het SWG GO is een overzicht te vinden van alle interne en externe geschillenprocedures.

MEER INFORMATIE     

kader kwaliteitszorg verantwoording privacyreglement SWV Groningen Ommelanden geschillenprocedures professionalisering 2015-2019


Belangrijke contactgegevens Projectleiding SWV GO E-mail:

[email protected]

Expertise- en Consultatie Team Het Expertise- en ConsultatieTeam is als volgt bereikbaar Telefoonnummer E-mail: Postbus

050-520 91 20 (alle dagen bereikbaar van 8.30-17.00 uur) [email protected] Postbus 8061, 9702 KB GRONINGEN

Centraal informatiepunt Het Centraal informatiepunt is als volgt bereikbaar: Telefoonnummer E-mail: Postbus


Commissie van Advies De Commissie van Advies is als volgt bereikbaar: Telefoonnummer E-mail: Postbus


LWOE Website

www.lwoe.nl

De waterlelie

[email protected] / telefoonnummer 038-8457197

Bartiméus / Visio Bartiméus infolijn

: 0900-77 888 99

Visio Cliëntservice

: 088-585 85 85

Kentalis Adres Website

: Rijksstraatweg 63, 9752 AC te Haren : www.kentalis.nl


Bijlagen -

Oplegger begroting Begroting en meerjarenbegroting 2015-2018 als excel-bestand apart aangeleverd Meerjarenplanning 2015-2019 (kwaliteitszorgmatrix)


Oplegger Begroting 2015 Van:

Penningmeester & projectleiding SwV 20.02

Datum:

17 april 2015

Versie:

1.0

Bijlagen:

1

Status:

Bespreking en vaststelling AB 23 april 2015

Inleiding 

Voor het ondersteuningsplan 2015-2016 moet het SWV een begroting 2015 en meerjarenbegroting 2015 - 2018 opnemen. Bijgaand vindt u de concept begroting 2015. Deze zal in het AB-overleg van 23 april 2015 worden besproken en na eventuele aanpassingen worden vastgesteld. De deadline voor het aanleveren van de begroting voor de Inspectie is 1 mei.



Voor deze AB-bijeenkomst is deze conceptbegroting op 13 april met de OPR besproken. Tijdens deze bijeenkomst gaf de OPR aan tevreden te zijn over de wijze waarop begroting 2015 was vormgegeven en toegelicht. Ook was er draagvlak voor de inhoudelijke kant van deze begroting. De meerjarenbegroting kon tijdens het OPR-overleg nog niet worden gepresenteerd omdat die toen nog niet klaar was.



Deze begroting is opgesteld onder voorbehoud van aangekondigde wijzigingen vanuit OCW. Nog steeds blijven zaken moeilijk te duiden en worden bedragen aangepast: net als de vorige begroting 2014-2015 moeten we een slag om de arm houden. Toch is de onzekerheid minder groot dan bij de vorige begroting.



In deze begroting is uitgegaan van het ‘worst case scenario’. Er zijn nog een aantal zaken onduidelijk en wanneer we niet zeker zijn van een onderdeel, dan is het niet meegenomen bij de baten of wel uitgegeven bij de lasten. Het voorzien resultaat is op dit moment € 77.051 negatief. In de meerjarenbegroting was voor 2015 al een moeilijk begrotingsjaar voorzien. Over 2014 is er een voldoende reserve opgebouwd om dit verwachte tekort te kunnen opvangen.



De begrote tekorten op de meerjarenbegroting zijn ook het gevolg van het ‘worst case scenario’ denken. De komende maanden zal over een aantal zaken duidelijkheid komen waardoor we deze meerjarenbegroting later dit jaar beter kunnen inkleuren.



De eerste begroting van ons SWV ging over 2014 – 2015. Deze begroting gaat over 2015. We maken daarmee de switch van schooljaar naar kalenderjaar en sluiten daarmee aan bij de binnen het onderwijs gangbare methodiek van kalenderjaar/begrotingsjaar. Daarnaast zijn veel zaken wel duidelijker geworden en geeft een nieuwe begroting 2015 op dit moment meer inzage aan het AB. In de presentatieversie van de begroting 2015 is de begroting van 2014-2015 ernaast gezet om (op hoofdlijnen) een vergelijking te kunnen maken. Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 52



Met deze begroting stellen we de macrobudgetten vast. Later dit voorjaar volgen voorstellen voor de verdeling van een aantal budgetten over de schoolbesturen (bijv. ondersteuningsbekostiging en tussenvoorzieningen).



In het ondersteuningsplan 2014-2015 en 2015-2016 zijn de programmalijnen van de begroting vastgesteld. De begroting en MJB worden in een beknopte versie opgesteld: eenvoudig van opzet, in begrijpelijke taal en voornamelijk bedoeld voor de communicatie richting derden.

Wijzigingen begroting 2015 t.o.v. begroting 2014-2015 Lasten 

Afdracht VSO: door overname AB personeel VSO door het VO is dit bedrag verminderd.



Programma 2: Ondersteuningsbekostiging arrangementen i.v.m. afloop rugzakmiddelen. De verdeling van deze middelen zal nog moeten worden bepaald door het AB.



Programma 2: Tegemoetkoming overname VSO. Dit bedrag stijgt door de overname van AB personeel (per 1-08-2015).



Programma 3: Budget blijft gelijk. De verdeling van deze middelen zal nog moeten worden bepaald door het AB.



Programma 4: Thuiszitters, ondersteuningsbekostiging VO. Op basis van reële uitgaven is dit bedrag naar beneden bijgesteld.



Programma 4: Thuiszitters, ondersteuningsbekostiging VSO. Dit bedrag (totaal € 175.000) was in de begroting 2014-2015 samengevoegd met de afdracht AWBZ (€ 73.762). De AWBZ-middelen worden op basis van nadere berichtgeving ingehouden op het budget van het SWV en landelijk geïndiceerd. De hoogte van de inhouding is nog onzeker.



Programma 5: ECT werd tot 1-08-2015 betaald door het VSO. Vanaf 1-08-2015 door het SWV



Programma 6: Paramedici werd tot 1-08-2015 betaald door het VSO. Vanaf 1-08-2015 door het SWV.



Programma 7: Werd tot 1-08-2015 grotendeels betaald door het VSO. Vanaf 1-08-2015 door het SWV.



Programma 9: Vacatieregeling bestuur. Vorig budget (€ 13.500) was verkeerd begroot.



Programma 9: Verantwoording ondersteuningsmiddelen. Afname door ontwikkeling verantwoordingsinstrument voor scholen.



Programma 10: Administratie, accountant bedrag is verhoogd op basis van offertetraject dat is uitgezet bij een drietal accountants.



Programma 11: Huur is verhoogd i.v.m. huur werkruimte CvA, CI en ECT.



Programma 12: Vergaderkosten zijn verhoogd op basis van reële uitgaven. Ondersteuningsplan (versie 5.0) pagina 53



Programma 13: Reis en verblijfkosten zijn verhoogd i.v.m. inzet ECT.



Programma 14: Opbouw reserves dit jaar op nul i.v.m. restant liquiditeit 2014-2015.

Openstaande punten Lasten 

Materieel deel AB VSO onduidelijk wat de wettelijke grondslag is voor het al dan niet overhevelen van de € 58.248



Personeel deel AB VSO: dit bedrag wordt bijgesteld naar beneden op basis van het overleg met de vakbonden.



Ondersteuningsbekostiging peildatum tussentijdse groei: volgen nog wijzigingen in leerlingenaantal en afspraken over de groeiregeling.



Budget AWBZ middelen. Deze worden deels ingehouden door OCW (60%-80%). Onduidelijk is welk bedrag. Hierbij is uitgegaan van 80% van het bedrag dat het SWV hiervoor nu ontvangt.


Thema’s OP/CIIO 1. Beleid: Ambities van het SWV

Jaar 1 – 2015-2016 

Visie, missie & doelen 



Jaar 2 - 2016-2017

Evaluatie vorige jaarplan + opstelling nieuw jaarplan als afgeleide van het ondersteuningsplan



Evaluatie en bijstelling beleid o.b.v. toezichtkader inspectie en resultaten monitor + verslaglegging (KPI’s)





Uitwerken bestuurlijk beleid vanuit ‘good governance’

personeel, organisatie & medezeggenschap



Jaarplanning OPR vastleggen



Uitwerken communicatie- & overlegstructuur (incl. nieuwsbrieven en sociale media)





 Functiewaardering opstellen t.b.v. alle nieuwe functies binnen SwV  

Bijlage 1




Vastgestelde set normen / prestatie-indicatoren (KPI’s)



Beheerst proces van vernieuwing (pilots)



Basale uitwerking alle beleidsgebieden, van onderwijskundig tot aan facilitair

Start functionerings- en beoordelingsgesprekken

Evaluatie en bijstelling van communicatie- en overlegstructuren Vastgesteld nieuw bestuurlijk model + managementstatuut (governance) Functionerings- en beoordelingscyclus in beleid vastleggen Voorlopige beschrijving inwerkproces nieuwe medewerkers

Jaar 4 - 2018-2019 

SWOT-analyse en evaluatie van ondersteuningsplan



Opstellen nieuw ondersteuningsplan voor vier jaren incl. afgeleid jaarplan



Vastgestelde visie en beleid op alle beleidsgebieden, van onderwijskundig tot aan facilitair



Beheerst proces van voldoen aan wet- en regelgeving

Definitieve opzet communicatie & overlegstructuur, incl. nieuwsbrieven en sociale media



Evaluatie bestuurlijk model



Evaluatie samenwerking OPR + werkgroepen t.b.v. nieuw ondersteuningsplan



Beschreven procedures werving & selectie, functioneren en beoordelen



Evaluatie beleid functionerings- en beoordelingsgesprekken



Afronden gehele functiehuis incl. functiebeschrijvingen en –waardering

Evaluatie van de KPI’s zelf o.b.v. praktijkervaringen

2. Organisatie van het SWV



Jaar 3 - 2017-2018




Thema’s OP/CIIO

Jaar 1 – 2015-2016

3. Primair proces



Afronden traject herindicaties + evaluatie

Toeleiding ondersteuning



Evaluatie Commissie van Advies incl. analyse in- & uitstroom (en rol Centraal Infopunt)

4. Primair proces



Ondersteuning en aanbod 





Bijlage 1

Ingericht proces van ondersteuning & toewijzing middels arrangementen (incl. AWBZ) m.b.v. ECT Nader invullen dekkend aanbod van ondersteuning en voorzieningen Registratie thuiszitters via machinekoppeling DUO en inzicht voor SwV (pilot Ingrado en DUO) Uitgewerkt stappenplan thuiszitters (incl. absoluut/relatief verzuim, schoolweigering en problematisch verzuim)



Actualiseren toelatingsbeleid + transitiekalender PO-VO



Evaluatie ondersteuningsgesprekken POVO & commissie 'Aan Boord'

Jaar 2 - 2016-2017

Jaar 3 - 2017-2018

Jaar 4 - 2018-2019



Systematiek herindicaties voor langere termijn opzetten



Vastgesteld systeem klachten & bezwaren i.r.t. TLV’s



Evaluatie TLV-systematiek t.b.v. nieuw ondersteuningsplan



Jaarevaluatie CvA incl. analyse instroom & herindicaties









Evaluatie werkwijze, taken en rollen ECT





Evaluatie werkwijze, rollen en taken ECT t.b.v. nieuw ondersteuningsplan



Actualiseren toelatingsbeleid + transitiekalender PO-VO

Herijken basisondersteuning VOVSO middels zelfevaluatie & collegiale visitatie



Evaluatie proces van ondersteuning en toewijzing LWOO/PrO



Evaluatie toelatingsbeleid (+ Plaatsingswijzer, OSO, ondersteuningsgesprekken) breed t.b.v. nieuw ondersteuningsplan

 

Alle schoolbesturen binnen SwV zijn aangesloten op OSO 



Ingericht proces van ondersteuning en toewijzing LWOO/PrO



Ingericht proces van thuisnabij onderwijs



Uitbreiding en implementatie onderwijszorgarrangementen



Onderzoek en beleid toeleiding arbeidsmarkt (i.s.m. MBO)

Actualiseren toelatingsbeleid + transitiekalender PO-VO Ingericht proces toeleiding arbeidsmarkt (i.s.m. MBO)



Inzichtelijk maken ondersteuningsprofielen



Makelaarsrol invullen deskundigheidsbevordering o.b.v. basisondersteuning



Beleid uitwerken LWOO/PrO i.s.m. andere SwV’s en betrokken scholen



Onderzoek en beleid thuisnabij onderwijs VSO (incl. schakeltrajecten en symbiose)



Herijken basisondersteuning VO-VSO middels zelfevaluatie & collegiale visitatie

5. Primair proces



Opgestelde meerjarenbegroting



Afgeleide jaarbegroting



Afgeleide jaarbegroting

Financiën



Evaluatie en bijstelling voorlopige verdelingssystematiek



Vastgestelde verdeelsystematiek middelen



Vastgesteld protocol verantwoording





Verder uitgewerkte financiële planning- & controlcyclus o.b.v. evaluatie



Vastgestelde werkwijze rondom transities binnen het onderwijs



Evaluatie en bijstelling afspraken verantwoording



Financiële afspraken t.a.v. transities binnen het onderwijs

Bijlage 1

Definitieve financiële planning- en controlcyclus



Evaluatie begrotingssystematiek en afgeleide jaarbegroting

Thema’s OP/CIIO

Jaar 1 – 2015-2016

Jaar 2 - 2016-2017

Jaar 3 - 2017-2018

Jaar 4 - 2018-2019

6. Partners





Beschreven afspraken met alle samenwerkingspartners



Evaluatie afspraken met samenwerkingspartners



 

Alle scholen aangesloten op de machinekoppeling DUO

Gesprekken over thuiszitters vinden op structurele, systematische en cyclische wijze plaats

Samenwerking met derden

Verder inrichten overlegstructuren met samenwerkingspartners (AGOkader)



Uitrol regionale uitvoering samenwerkingspartners (cl. 1 en 2, MBO, PO, gemeenten/leerplicht, zorginstellingen e.d.)



Verder uitwerken basale afspraken transitie en inkoop jeugd-WMO zorg (AGO-kader)



N.a.v. de pilot met Ingrado, leerplicht en DUO pilot inzake machinekoppeling en inzicht SwV 20.01 in verzuimmonitor pilot uitvoeren



Start cyclus structurele gesprekken leerplicht inzake thuiszitters

7. Samenwerking met ouders

 Nieuwsbrieven voor medewerkers en ouders en externen

Ouders & informatievoorziening

 FAQ Centraal Informatiepunt uitbreiden en onderverdelen naar thema’s  Met drie SwV’s PO en VO rollen en taken Centraal Informatiepunt evalueren

Bijlage 1

 Evaluatie opzet en inhoud nieuwsbrieven + gebruik sociale media  Vastleggen rollen/taken Centraal Informatiepunt

Voorbereiden nieuw OOGO met vier gemeenten ondersteuningsplan

Thema’s OP/CIIO 8. Reflectie

Jaar 1 – 2015-2016 

Kwaliteitszorg

Verder uitwerken kwaliteitszorgsysteem (incl. collegiale visitatie en audits) mede o.b.v. indicatoren toezichtkader inspectie en KPI’s

Jaar 2 - 2016-2017 

 

Bijlage 1

Eerste opzet managementrapportages o.b.v. toezichtkader en KPI’s

Jaar 3 - 2017-2018 ste

Afname en rapportage 1 tevredenheidsonderzoek ouders en scholen via internet



Evaluatie + opzet integrale opbrengstanalyse op alle beleidsgebieden



Inrichten basis formeel kwaliteitshandboek



Besluit over start certificering SwV

Collegiale visitatie in de praktijk organiseren op basisondersteuning (incl. audits)

Jaar 4 - 2018-2019 

Uitwerking formeel kwaliteitshandboek



Afname en rapportage tevredenheidsonderzoek medewerkers SwV



Mogelijk certificeringstraject kwaliteitszorg starten

Begroting 2015 SWV Groningen Ommelanden 20.02

23-4-2015 2015

2014/2015

Baten Lichte ondersteuning - € 87 per leerling - overgangregeling bekostiging leerling vmbo 3/4 naar regulier VO

€ €

1.604.324 347.666

- normbekostiging personeel per lln VO (jan-jul 2015) - overgangsbekostiging (jan-jul 2015) - normbekostiging personeel € 495,38 per lln VO (aug-dec 2015) - verevening personeel i.v.m. lage deelnamepercentage VSO - normbekostiging materieel € 27,12 per lln VO (aug-dec 2015) - verevening materieel i.v.m. laag deelnamepercentage VSO - surplus overname tripartite akkoord (te veel uitbetaald aan VO-scholen) -normbekostiging(personeel en materieel) - verevening (personeel en materieel) -Overige baten aanvullende bekostiging OCW € 10 per lln. - naar VSO indien geen opting out

€ € € € € € €

177.164 595.229 3.830.092 -490.318 500.106 -59.474 184.087

€ €

1.731.844 376.004

€

1.346.896

€ € € € €

218.268 -47.217 183.400 1.314.205 5.123.400

€ €

141.764 1.314.206

Zware ondersteuning

€

6.688.876

- personeel deel AB VSO geen opting out - materieel deel AB VSO - ondersteuningsbekostiging materieel teldatum via DUO - ondersteuningsbekostiging personeel teldatum via DUO - ondersteuningsbekostiging materieel peildatum tussentijdse groei via SWV - ondersteuningsbekostiging personeel peildatum tussentijdse groei via SWV - verschil bekostigingscategorie 1 vs.3 of 2 vs.3 - ondersteuningsbekostiging (personeel en materieel) teldatum - personeel en materieel deel AB VSO bij geen opting out

€ € € € € € €

192.915 58.248 359.476 2.368.623 12.081 185.906 44.000

- budget AWBZ-middelen: € 4 per VO lln. (inschatting)

€

73.762

- ondersteuningsbudget € 30 per lln

€

570.615

€

550.200

- overgangsregerling rugzakmiddelen (aflopend) - ondersteuningsbekostiging arrangementen i.v.m. afloop rugzakmiddelen - tegemoetkoming VO-scholen bij i.v.m. overname AB-ers VSO (aflopend) Programma 3: Tussenvoorziening - ondersteuningsbekostiging tussenvoorzieningen VO Programma 4: Thuiszitters - ondersteuningsbekostiging VO o.a. schakelen vanuit tussenvoorziening naar arrangementen VO - ondersteuningsbekostiging bij VSO/VO (o.a. terugkeer vanuit residentiele instellingen) Programma 5: ECT - inzet bovenschoolse expertise VSO t.b.v. VO vanuit tripartite verplichting Programma 6: Paramedici - inzet bovenschoolse expertise VSO t.b.v. VO vanuit tripartite verplichting Programma 7: Commissie van Advies (CvA) - toelaatbaarheid VSO: adminstratie en beheer - toelaatbaarheid VSO: personeel (voorzitter + secretaris) - centraal informatiepunt SWV Programma 8: Projecten - inschatting (o.a. VPI, Entreeopleiding) - inrichting indicatiestelling lwoo/pro Programma 9: Bestuur & management - vacatieregeling dagelijks bestuur - vacatieregeling ondersteuningsplanraad (OPR) - verantwoording ondersteuningsmiddelen - projectleiding/management Programma 10: Adminstratie - financiële administratie - controlfunctie - accountant Programma 11: Overige kosten - huur - kantoorkosten - vergaderkosten - reis- en verblijfkosten - ICT Programma 12: Advies en verzekering - geschillenprocedures - advieskosten - bestuursaansprakelijkheid Programma 13: Onvoorzien - onvoorziene kosten Programma 14: Opbouw reserves - opbouw reserves

€ € €

863.552 36.448 250.400

€

893.362

€

900.000

€

900.000

€ €

150.000 100.000

€ €

325.000 175.000

€

49.837

€

12.109

€ € €

3.484 39.266 2.204

€

10.895

€ €

40.000 20.000

€

40.000

€ € € €

33.000 20.000 10.000 200.000

€ € € €

13.500 20.000 108.000 200.000

€ € €

20.000 8.000 20.000

€ € €

20.000 8.000 12.000

€ € € € €

18.000 6.000 6.000 20.000 15.000

€ € € € €

7.200 6.000 3.000 10.000 15.000

€ € €

18.000 12.000 2.000

€ € €

18.000 12.000 2.000

€

25.000

€

25.000

€

50.000

Totaal baten Lasten Afdracht VSO

Afdracht AWBZ

Lasten ondersteuningsplan Programma 1: Ondersteuningsstructuur Programma 2: Ondersteuningsbekostiging

-

Totaal lasten

€

6.765.927

€

4.880.127

Resultaat

€

-77.051

€

243.273

Meerjarenbegroting 2015-2018 SWV Groningen Ommelanden 20.02

23-4-2015 2015

2016

2017

2018

Baten Lichte ondersteuning - € 87 per leerling - overgangregeling bekostiging leerling vmbo 3/4 naar regulier VO - normbekostiging lwoo/pro

€ €

1.604.324 347.666

€ 1.733.407 € 173.833 € 15.768.600

€ 1.733.407 € € 15.768.600

- normbekostiging personeel per lln VO - overgangsbekostiging - normbekostiging personeel per lln VO - verevening personeel i.v.m. lage deelnamepercentage VSO - normbekostiging materieel per lln VO - verevening materieel i.v.m. laag deelnamepercentage VSO - surplus overname tripartite akkoord (te veel uitbetaald aan VO-scholen)

€ € € € € € € €

177.164 595.229 3.830.092 -490.318 500.106 -59.474 184.087 6.688.876

€ € € 9.215.886 € -1.127.731 € 500.106 € -53.527 € € 26.210.575

- personeel deel AB VSO geen opting out - materieel deel AB VSO - ondersteuningsbekostiging materieel teldatum via DUO - ondersteuningsbekostiging personeel teldatum via DUO - ondersteuningsbekostiging materieel peildatum tussentijdse groei via SWV - ondersteuningsbekostiging personeel peildatum tussentijdse groei via SWV - verschil bekostigingscategorie 1 vs.3 of 2 vs.3 - ondersteuningsbekostiging lwoo/pro

€ € € € € € €

192.915 58.248 359.476 2.368.623 12.081 185.906 44.000

- budget AWBZ-middelen: € 4 per VO lln. (inschatting)

€

- ondersteuningsbudget € 30 per lln - overgangsregerling rugzakmiddelen (aflopend) - ondersteuningsbekostiging arrangementen i.v.m. afloop rugzakmiddelen - tegemoetkoming VO-scholen bij i.v.m. overname AB-ers VSO (aflopend) Programma 3: Tussenvoorziening - ondersteuningsbekostiging tussenvoorzieningen VO Programma 4: Thuiszitters - ondersteuningsbekostiging VO o.a. schakelen vanuit tussenvoorziening naar arrangementen VO - ondersteuningsbekostiging bij VSO/VO (o.a. terugkeer vanuit residentiele instellingen) Programma 5: ECT - inzet bovenschoolse expertise VSO t.b.v. VO vanuit tripartite verplichting Programma 6: Paramedici - inzet bovenschoolse expertise VSO t.b.v. VO vanuit tripartite verplichting Programma 7: Commissie van Advies (CvA) - toelaatbaarheid VSO: adminstratie en beheer - toelaatbaarheid VSO: personeel (voorzitter + secretaris) - centraal informatiepunt SWV Programma 8: Projecten - inschatting (o.a. VPI, Entreeopleiding) - inrichting indicatiestelling lwoo/pro - indicatiestelling lwoo/pro Programma 9: Bestuur & management - vacatieregeling dagelijks bestuur - vacatieregeling ondersteuningsplanraad (OPR) - verantwoording ondersteuningsmiddelen - projectleiding/management Programma 10: Adminstratie - financiële administratie - controlfunctie - accountant Programma 11: Overige kosten - huur - kantoorkosten - vergaderkosten - reis- en verblijfkosten - ICT Programma 12: Advies en verzekering - geschillenprocedures - advieskosten - bestuursaansprakelijkheid Programma 13: Onvoorzien - onvoorziene kosten Programma 14: Opbouw reserves - opbouw reserves

€ € € 9.251.322 € -985.539 € 500.106 € -44.606 € € 26.223.291

€ € € , € € € € € € € €

9.258.775 -809.024 500.106 -35.685 8.914.173

€ 462.996 € € 359.476 € 5.684.696 € 12.081 € 185.906 € 66.000 € 15.568.000

€ 462.996 € € 359.476 € 5.684.696 € 12.081 € 185.906 € 88.000 € 15.568.000

€ € € € € € € €

462.996 359.476 5.684.696 12.081 185.906 110.000 -

73.762

€

59.010

€

59.010

€

59.010

€

570.615

€

570.615

€

570.615

€

570.615

€ € €

863.552 36.448 250.400

€ € €

527.991 372.009 538.360

€ € €

193.015 706.985 388.120

€ € €

900.000 237.880

€

900.000

€

900.000

€

900.000

€

900.000

€ €

150.000 100.000

€ €

150.000 100.000

€ €

150.000 100.000

€ €

150.000 100.000

€

49.837

€

119.609

€

119.609

€

119.609

€

12.109

€

29.061

€

29.061

€

29.061

€ € €

3.484 39.266 2.204

€ € €

8.362 94.239 5.290

€ € €

8.362 94.239 5.290

€ € €

8.362 94.239 5.290

€ €

40.000 20.000

€ € €

40.000 200.000

€ € €

40.000 200.000

€ € €

40.000 200.000

€ € € €

33.000 20.000 10.000 200.000

€ € € €

33.000 30.000 10.000 200.000

€ € € €

33.000 30.000 10.000 200.000

€ € € €

33.000 30.000 10.000 200.000

€ € €

20.000 8.000 20.000

€ € €

20.000 8.000 20.000

€ € €

20.000 8.000 20.000

€ € €

20.000 8.000 20.000

€ € € € €

18.000 6.000 6.000 20.000 15.000

€ € € € €

18.000 6.000 6.000 20.000 15.000

€ € € € €

18.000 6.000 6.000 20.000 15.000

€ € € € €

18.000 6.000 6.000 20.000 15.000

€ € €

18.000 12.000 2.000

€ € €

18.000 12.000 2.000

€ € €

18.000 12.000 2.000

€ € €

18.000 12.000 2.000

€

25.000

€

25.000

€

25.000

€

25.000

Zware ondersteuning

Totaal baten

-

Lasten Afdracht VSO

Afdracht AWBZ

Lasten ondersteuningsplan Programma 1: Ondersteuningsstructuur Programma 2: Ondersteuningsbekostiging

-

-

Totaal lasten

€

6.765.927

Resultaat

€

-77.051

-

€ 26.496.700

€ 26.368.460

€ 10.672.220

€

€

€ -1.758.047

-286.125

-145.169

Ondersteuningsplan. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs V(S)O Groningen Ommelanden Ondersteuningsplan (versie 5

Recommend Documents