Aanvulling op het ondersteuningsplan 2014-2018 Samenwerkingsverband PO 30-03 Optimale onderwijskans.
Beschrijving van de beleidsafspraken die zijn gemaakt gedurende het schooljaar 2014-2015. Het werkplan voor het schooljaar 2015-2016, inclusief begroting en dataplanning.
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Organisatie van het samenwerkingsverband. 1.0 Inleiding 1.1 De uitvoeringsorganisatie Personeel 2.0 Inleiding 2.1 Afspraken samenwerkingsverbanden – (v)so-besturen
4
2.2
9
Herbestedingsverplichting buiten het eigen samenwerkingsverband Toeleiding extra ondersteuning 3.0 Het voortraject 3.1 Beoordeling van de aanvraag 3.2 Samenwerking SO cluster 1 3.3 Samenwerking SO cluster 2 Toedeling middelen extra ondersteuning 4.0 Inleiding 4.1 Toedeling middelen schooljaar 2015-2016. Kwantitatieve gegevens 5.0 Inleiding 5.1 Leerlingen in het primair onderwijs 5.2 Leerlingen in het speciaal onderwijs Kwaliteitszorg binnen het samenwerkingsverband 6.0 Inleiding 6.1 Eisen vanuit wet- en regelgeving: het inspectiekader
8
10
11 12
16
18
Passend Onderwijs
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
6.2 Opdracht aan het samenwerkingsverband 6.3 Opzet kwaliteitsmonitor 6.4 Concretisering uitvoering kwaliteitszorg Speerpunten beleid schooljaar 2015-2016 7.0 Inleiding 7.1 Missie en strategische doelstellingen 7.2 Kritische succesfactoren t.b.v. het samenwerkingsverband 7.3 Ontwikkeldoelen voor het schooljaar 2015-2016 7.4 Werkplan 2015-2016 7.5 Verwachting Financieel beleid 8.0 Inleiding 8.1 Consequenties begroting 2015-2016 Dataplanning
20 21 23 24
25 26 27
29
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
2
Bijlagen: Bijlage 1
Deelnemende bevoegde gezagsorganen
30
Bijlage 2
Bemensing algemeen bestuur en dagelijks bestuur
34
Bijlage 3
Privacy-reglement
36
Bijlage 4
Bemensing CTLV regionaal en sub-regionaal
44
Bijlage 5
Herbestedingsverplichting in kader van tripartite-akkoord
46
Bijlage 6
Beoordelingscriteria CTLV
49
Bijlage 7
Aanvraagformulier CTLV en format TLV en AV
54
Bijlage 8
Samenwerking SO cluster 1
58
Bijlage 9
Samenwerking SO cluster 2
62
Bijlage 10
Parameters risico-analyse inspectie
66
Bijlage 11
Werkplan 2015-2016
70
Bijlage 12
Meerjarenbegroting
84
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
3
Voorwoord. Het voor u liggende ondersteuningsplan beschrijft de wijze waarop de gezamenlijke schoolbesturen in de regio vorm geven aan ‘passend onderwijs’. Onze ambitie “passend onderwijs voor iedere leerling” wordt nagestreefd door met elkaar sluitende afspraken te maken over de invulling van de zorgplicht. Een ‘plicht’ die wij als vanzelfsprekend ervaren en benaderen. Deze aanvulling op het ondersteuningsplan 2014-2018 beschrijft de beleidsbesluiten die gedurende het schooljaar 2014-2015 zijn genomen en de beleidsvoornemens voor schooljaar 2015-2016, welke moeten leiden tot:
het voorkomen van thuiszitters; een goede begeleiding van ouders van kinderen met extra ondersteuningsbehoeften; het implementeren van een klachtenregeling; het inrichten van een ondersteuningsorganisatie; het tijdig inzetten van de juiste extra ondersteuning; het goed functioneren van de Commissie Toelaatbaarheidsverklaringen; de implementatie van het groeidocument op basis van handelingsgericht werken; verdere ontwikkeling van een dekkend netwerk van voorzieningen; flankerend beleid vanuit de samenwerking met gemeenten in het kader van de aansluiting jeugdzorg, leerplicht, onderwijshuisvesting, leerlingenvervoer, participatiewet en onderwijsachterstanden.
Het is de ambitie van het samenwerkingsverband om aan alle kinderen optimale onderwijskansen te bieden, en daar waar mogelijk thuisnabij. Hierbij gelden de principes: -
van indiceren naar arrangeren van curatief naar preventief van sectoraal naar intersectoraal en integraal
Passend onderwijs veronderstelt een nieuwe manier van denken over onderwijs- en opvoedingsondersteuning, waarbij het niet meer gaat over wat er mis is met het kind, maar wat er nodig is om het kind weer in de juiste ontwikkeling te krijgen, zodat doelen worden gehaald. Onder het motto ‘regulier waar kan, speciaal als het moet’ worden schoolbesturen uitgedaagd om voor alle leerlingen een ononderbroken onderwijs- en ontwikkelingslijn mogelijk te maken. Het samenwerkingsverband zet hiertoe de beleidslijnen uit, die elke sub-regio vertaalt naar een werkplan en elke schoolbestuur naar een bestuursplan. Het is aan de directeur van de basisschool, de speciale basisschool en het speciaal onderwijs om het bestuursplan te concretiseren in een schoolplan, zodat passend onderwijs daadwerkelijk op de werkvloer komt. Het samenwerkingsverband is in die zin slechts een faciliterende omgeving. Van dit aanvullend ondersteuningsplan verschijnt een publieksvriendelijke samenvatting die aan de scholen wordt aangeboden ter verspreiding onder hun ouders en leerlingen op de wijze die bij die school past. Graag bedank ik een ieder die de afgelopen periode heeft meegedacht en meegewerkt om de inhoud van dit ondersteuningsplan te ontwikkelen. April 2015 J.M. Aarts Voorzitter dagelijks bestuur
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
4
Hoofdstuk 1
Organisatie van het samenwerkingsverband.
1.0 Inleiding. Het samenwerkingsverband heeft gekozen voor de stichting als rechtsvorm en een one-tier bestuursmodel met zo min mogelijk hiërarchische lagen en zo laag mogelijke overheadkosten. In het one-tier model is sprake van een functionele scheiding van bestuur en intern toezicht. Dit houdt in dat er één orgaan is waarin personen zitten met een bestuursfunctie en andere personen met een toezichtfunctie: de vertegenwoordigers van de 28 aangesloten besturen ( zie bijlage 1) vormen samen het bestuur van het samenwerkingsverband. De vertegenwoordigers van de aangesloten besturen hebben uit hun midden de leden van het dagelijks bestuur gekozen op grond van vertegenwoordiging namens de “één-pitters”, de middelgrote besturen, grote besturen en een vertegenwoordiging namens het speciaal onderwijs. Het dagelijks bestuur functioneert als het bestuursorgaan. De leden van het dagelijks bestuur hebben uit hun midden de voorzitter en de penningmeester gekozen. Het algemeen bestuur functioneert als het toezichthoudend orgaan en kent eveneens een voorzitter zijnde geen lid van het dagelijks bestuur. De personele invulling van de genoemde organen is in bijlage 2 opgenomen.
1.1 De uitvoeringsorganisatie. Het samenwerkingsverband heeft in de voorbereidende fase een aantal uitgangspunten geformuleerd bij de inrichting van de organisatie, waarvan hier de belangrijkste genoemd:
De uitvoeringsorganisatie is een zo klein mogelijke organisatie, dit ter beperking van de overheadkosten en het maximaliseren van de inzet van middelen op de werkvloer; Er is een actief dagelijks bestuur; Het dagelijks bestuur wordt gesteund door een ambtelijk secretaris; Er zijn geen mensen in dienst bij het samenwerkingsverband; Aanwezige expertise moet zoveel mogelijk behouden blijven; Diensten worden niet ingekocht bij schoolbesturen i.v.m. betrokkenheid/ belangverstrengeling; Toeleiding en toewijzing moeten in het PO worden geregeld en mogelijk in samenwerking met het VO.
Vanaf juli 2014 is een start gemaakt met de inrichting van de uitvoeringsorganisatie hetgeen heeft geleid tot het nemen van besluiten ten aanzien van:
De huisvesting van de uitvoeringsorganisatie; De inrichting van het samenwerkingsverband in sub-regio’s; De inrichting van de CTLV; De benoeming van personeel;
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
5
Huisvesting van de uitvoeringsorganisatie. In overeenstemming met de uitgangspunten zijn zowel de stafbureaus als de commissies voor toelaatbaarheidsverklaringen voor het primair en voorgezet onderwijs bij elkaar gehuisvest in het gebouw Ridderstraat 34, 4902 AB te Oosterhout ( NB).
Inrichting samenwerkingsverband in sub-regio’s. Tijdens de bestuursvergadering november 2014 is bestuurlijk ingestemd met uitgangspunten die de basis vormen voor de inrichting van een operationele organisatiestructuur op basis van sub-regio’s. Deze uitgangspunten kunnen als volgt worden samengevat:
Er is sprake van eenheid van beleid om vorm en inhoud te geven aan het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband heeft oog voor substantiële verschillen in de ontwikkeling van ondersteuningsmogelijkheden tussen de sub-regio’s. De duurzame inrichting van subregio’s biedt de mogelijkheid om enerzijds te sturen vanuit eenheid van beleid en anderzijds oog te hebben voor de sub-regionale differentiatie.(verworvenheden, culturele eigenheid). De inrichting van sub-regio’s heeft tot doel om voor zoveel mogelijk leerlingen thuisnabij het onderwijs te organiseren, gebaseerd op de afspraken die zijn vastgesteld in het ondersteuningsplan van RSV Breda PO 30.03. De samenwerking tussen scholen in de wijk moet uitstroom naar het SBO en SO voorkomen. De sub-regio kan hiertoe keuzes maken, op basis van aan de schoolbesturen overgedragen middelen lichte ondersteuning ten behoeve van het inrichten van samenwerkende voorzieningen in de basis- en de lichte ondersteuning. De vorm van samenwerken volgt op de inhoud en faciliteert het proces. Hierbij kan een netwerkstructuur van bestuurlijk overleg, directieoverleg en netwerken-IB in de sub-regio dienend zijn. Een sub-regio bepaalt zelf of er vanuit de sub-regio wel/niet geïnvesteerd wordt in coördinatie. Als de sub-regio hiervoor kiest betaalt zij deze coördinatie zelf. Er wordt gestreefd naar solidariteit op het niveau van het samenwerkingsverband en deze solidariteit vormt de basis voor samenwerken. Dit vraagt van alle sub-regio’s stapsgewijs een inspanningsverplichting en een behoefte om aan elkaar verantwoording afte leggen. De verbinding tussen de sub-regio’s moet worden georganiseerd door bijvoorbeeld het houden van gezamenlijke studiemomenten en sub-regio-overstijgende inhoudelijke netwerken.
Het bestuur heeft er voor gekozen om de inrichting van sub-regio’s te koppelen aan de traditie van samenwerking met de bestaande SBO-voorzieningen. Dit houdt in dat sprake is van een sub-regio Etten-Leur/ Zundert rondom SBO Het Kompas, sub-regio Breda gesitueerd rondom Ons sbo en de sub-regio Oosterhout/ Dongemond en Dongen met als voorziening SBO De Wissel.
Inrichting Commissie voor Toelaatbaarheidsverklaringen. Ten behoeve van de inrichting van de commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen en het beleggen van taken en verantwoordelijkheden heeft het bestuur uitgangspunten geformuleerd, te weten:
Uitvoeren van de wettelijke taken; Verantwoordelijkheden laag in de organisatie; Sturen vanuit vertrouwen in plaats van controle en beheer.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
6
Het secretariaat van de commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen is ingericht op het kantoor Ridderstraat 34 te Oosterhout. Hier worden alle aanvragen voor een TLV of een arrangement ingeschreven en voorzien van een dossiernummer. Het privacyreglement ( zie bijlage 3) is hierbij van toepassing. Na controle op volledigheid aanvraag worden de dossiers toebedeeld aan de CTLV’s op sub-regionaal niveau gesitueerd rondom de voorzieningen voor speciaal basisonderwijs. De CTLV bestaat uit:
De coördinator ondersteuningstoewijzing, zijnde de voorzitter van de commissie ( 0,5FTE en lid van commissie); Een directeur basisonderwijs van een van de basisscholen in de sub-regio plus een plaatsvervangend lid ( ziekte of dossier van de basisschool waartoe het lid BaO behoort) ( 0,2FTE en hij/zij is tevens lid van de commissie); Een vertegenwoordiger namens het speciaal basisonderwijs die met name adviseert ten aanzien van de plaatsbaarheid van de leerling in de specifieke voorziening ( 0,2 FTE en hij/zij is adviseur van de commissie); Een gedragswetenschapper lichte ondersteuning ten behoeve van inhoudelijk advies aan de commissie t.a.v. aanvragen TLV SBO en ondersteuning van de basisscholen in het opstellen van een arrangement in de lichte ondersteuning ( 0,5 FTE en lid van de commissie); Een deskundige SO cluster 3, ten behoeve van een advies aan de commissie t.a.v. aanvragen TLV SO en arrangementen in de zware ondersteuning ( 0,35 FTE en adviseur van de commissie); Een deskundige SO cluster 4, ten behoeve van een advies aan de commissie t.a.v. aanvragen TLV SO en arrangementen in de zware ondersteuning (0,35 FTE en adviseur van de commissie).
Een overzicht van de bemensing van de CTLV regionaal en sub-regionaal is in bijlage 4 opgenomen. In totaal zijn er drie commissies die de werkzaamheden uitvoeren binnen respectievelijk sub-regio Etten-Leur/ Zundert, sub-regio Breda en sub-regio Oosterhout. Omdat in alle commissies de voorzitter en de gedragswetenschapper en de deskundigen SO dezelfde personen zijn is er enerzijds een garantie t.a.v. eenheid van beleid en anderszins oog voor de lokale kleur door inbreng van de vertegenwoordiging BaO en SBO. De samenstelling van de commissie is zo gekozen dat trajecten SBO of SO één en hetzelfde proces betreft en bij twijfel tussen SBO en SO door de commissie direct besluiten kunnen worden genomen. Stapeling van bureaucratie en procedures wordt hiermee voorkomen. In de commissie zijn alleen de voorzitter, het lid namens de basisschool en de gedragswetenschapper lichte ondersteuning stemhebbend. De overige leden en deskundigen hebben een adviserende taak. De CTLV voert met name de wettelijke taken uit zijnde het afgeven van beschikkingen ten behoeve van de toelaatbaarheid SBO en SO cluster 3 en 4 en arrangementsverklaringen in de zware ondersteuning. De commissie kan gebruik maken van deskundigen op het gebied van de Jeugdzorg, indien er ondersteuningsvragen zijn waarvan niet geheel duidelijk is of het antwoord moet worden gegeven op basis van de Wet Langdurige Zorg, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning of de Jeugdwet. Het verstrekken van arrangementen in de lichte ondersteuning ligt in handen van het afzonderlijke bevoegd gezag en de onder dat gezag ressorterende scholen.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
7
Benoeming van personeel. Het samenwerkingsverband heeft het beleid dat personen niet in dienst komen bij het samenwerkingsverband zodat het optreedt als werkgever. Vanaf augustus 2014 is een start gemaakt met het benoemen van personeel. In het onderstaande is opgenomen voor welke functies op basis van inleencontracten aan het samenwerkingsverband zijn verbonden.
Functie Directeur passend onderwijs Secretaresse PO en CTLV Coördinator ondersteuningstoewijzing Deskundige SO 4 Deskundige SO 3 Deskundige SBO 3 x vertegenwoordiger namens het basisonderwijs 3 x vertegenwoordiger namens het speciaal basisonderwijs
WTF 0,8 0,7 0,5 0,35 0,35 0,5 3 x 0,2 3 x 0,2
In de bijlage 4 is een overzicht opgenomen van de benoemde personen.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
8
Hoofdstuk 2
Personeel.
2.0 Inleiding Met de nieuwe wet passend onderwijs worden geldstromen verlegd naar de samenwerkingsverbanden. Het gaat hierbij om:
ambulante begeleiding cluster 3 en 4; geld van de regionale expertisecentra (REC’s); geld van de huidige samenwerkingsverbanden WSNS;
Dit heeft personele gevolgen, met name als het gaat om de geldstroom ambulante begeleiding. In samenwerking tussen de sector-, vakorganisaties en OC&W is een landelijk tripartiet kader voor de personele gevolgen opgesteld. Het betreft een principeakkoord dat er toe moet leiden de expertise van het personeel in het nieuwe stelsel passend onderwijs zoveel mogelijk blijft behouden. Hiermee wordt ook ontslag van het betrokken personeel zoveel mogelijk voorkomen. De tripartiete afspraak is een landelijk kader dat op het niveau van de samenwerkingsverbanden tot maatwerk moet leiden. Daarom moet er overleg plaatsvinden op het niveau van het samenwerkingsverband, de betrokken ‘oude/huidige’ werkgevers speciaal onderwijs besturen, de REC’s, de samenwerkingsverbanden WSNS en de vakorganisaties. Het RSV Breda PO 30-03, OOK erkent deze doelstelling en heeft om die reden afspraken gemaakt met de betrokken SO-besturen. Het samenwerkingsverband heeft deze afspraken gemaakt in volledige afstemming met het RSV Breda e.o.
2.1 Afspraken samenwerkingsverbanden – (v)so-besturen Aangezien het bestuur van het samenwerkingsverband er voor heeft gekozen om de middelen lichte ondersteuning zoveel mogelijk door te zetten naar de afzonderlijke schoolbesturen primair onderwijs is afgesproken dat er geen overleg hoeft plaats te vinden met de samenwerkingsverbanden WSNS. Elk voormalig samenwerkingsverband WSNS heeft zelf aan de verplichtingen kunnen voldoen. Er is een meer-jarenovereenkomst afgesloten met de (v)so-partners ten aanzien van de inzet van personeel dat 01-05-2012 tot de structurele formatie behoorde van AB-dienst en REC. Deze overeenkomst loopt tot en met het schooljaar 2020-2021, waarbij geldt dat:
het gaat om een afspraak omtrent beschikbaarheid van expertise in vastgesteld volume, waarbij de betreffende personeelsleden worden ingezet voor de volledige wtf waarop ze op een in overleg samengestelde lijst staan. Deze personeelsleden zijn gekend op naam en toenaam, functie, werktijdsfactor en salarisschaal plus trede; het samenwerkingsverband een garantie afgeeft voor de inzet van het volledige volume personeel zoals op de lijst voorkomt; de inzet plaatsvindt op basis van vraagsturing vanuit het samenwerkingsverband;
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
9
de betreffende personeelsleden in dienst blijven van het (v)so-bestuur, die als hiërarchisch leidinggevende acteert; overname van personeel dat niet op de lijst staat leidt tot vermindering van de verplichting voor eenzelfde wtf; de samenwerkingsverbanden RSV Breda PO 30.03 OOK en RSV Breda eo als communicerende vaten naar elkaar toe kunnen functioneren in het voldoen aan de herbestedingsverplichting; de te vergoeden kosten voor het inlenen van deze personeelsleden bedragen: o de brutoloonkosten zoals deze nu van toepassing zijn bij de betreffende werknemers; o een opslag van 42% ten behoeve van werkgeverslasten; o een aanvullende opslag op het brutoloon t.b.v. aanvullende kosten van 13 % (2 % inzet bestuurskantoor uitlenende org., 6 % collectieve bijdrage bij uitlener voor zaken als Arbo, Bapo, spaarverlof, gratificaties) en 5 % voor deskundigheidsbevordering en eerder terugkeerrisico).
In de bijlage 5 is een kapitalisatie opgenomen van de herbestedingsverplichting.
2.2
Herbestedingsverplichting buiten het eigen samenwerkingsverband
In een aantal gemeenten was het basisonderwijs voorheen aangesloten bij het Regionaal Expertise Centrum Midden Brabant voor zowel de indicatie REC 3 en 4 alsook de uitvoering van de ambulante begeleiding. Overleg met de betreffende schoolbesturen heeft geleid tot het inzicht dat vanuit de Stichting Biezonderwijs geen verplichtingen kunnen worden verwacht. De gewenste ambulante begeleiding SO cluster 4 wordt reeds gedurende het schooljaar 2014-2015 uitgevoerd door de ABdienst van Het Driespan. Vanuit de het bevoegd gezag van de Mytylschool Tilburg is een verplichting voorgelegd voor 0,83 FTE ambulante begeleiding voor het schooljaar 2015-2016, aflopend naar 0,60 FTE in het schooljaar 2020-2021. Stichting Saltho Onderwijs heeft een claim weggelegd voor de vier schooljaren voor een totaal bedrag ad € 4243, -.Deze claims worden door het dagelijks bestuur voor het zomerreces 2015 met genoemde partijen afgehandeld.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
10
Hoofdstuk 3
Toeleiding extra ondersteuning.
3.0 Het voortraject Het samenwerkingsverband heeft in het ondersteuningsplan inhoudelijke keuzes gemaakt ten aanzien van de inrichting van het voortraject en het beleggen van de verantwoordelijkheid. Hierbij is nadrukkelijk gekozen voor het Handelingsgericht Werken, werken volgens het indiceren voor ondersteuningsbehoeften, het OPP en het groeidocument. Dit voortraject is er op gericht om in het ondersteuningsteam samen met de ouders te komen tot het opstellen van een begeleidingsplan voor een leerling met extra ondersteuningsbehoeften. Het begeleidingsplan is gericht op wat de leerling nodig heeft en niet op wat de leerling mankeert. In dit ondersteuningsteam participeren de leden van het intern ondersteuningsteam ( intern begeleider, directeur, CJG-er, een generalist orthopedagoog/ psycholoog, eventueel consulent SBO etc.) aangevuld met externe leden, afhankelijk van de ondersteuningsvraag die moet worden beantwoord. Deze externe leden, sluiten aan op het interne ondersteuningsteam op grond van de expertise. Hierbij wordt gedacht aan gedragswetenschappers SO of SBO, trajectondersteuners, logopedisten, fysiotherapeuten, jeugdverpleegkundigen, ergotherapeuten etc. Ten behoeve van een goede beschrijving van het voortraject is door de CTLV een stroomdiagram opgesteld.
3.1 Beoordeling van de aanvraag De CTLV wil in de toekomst aanvragen voor een arrangement alleen procedureel toetsen als duidelijk is dat de school in het voortraject de stappen heeft gezet die worden verwacht en school de deskundigen heeft betrokken die van belang zijn bij het opstellen van de extra ondersteuning die moet leiden tot een passend onderwijs aanbod. De commissie toetst de aanvragen voor een toelaatbaarheidsverklaring SBO en SO cluster 3 en 4 en arrangementsaanvragen in de zware ondersteuning. Hierbij hanteert de commissie de volgende clusters indicatoren:
De aanvragende school; De inhoudelijke voorbereiding van het dossier; De gevolgde route en fasering; De rechtstreekse instroom; Observatieplaatsingen; TLV-verlenging.
Een uitwerking van deze beoordelingscriteria is opgenomen in bijlage 6. Ten behoeve van de samenwerking met de scholen heeft de CTLV in samenwerking met het werkveld aanvullend instrumenten ontwikkeld, zijnde:
Format aanvraagformulier ( zie www.rsvbreda.nl) (zie bijlage 7) Format groeidocument inclusief handleiding ( zie www.rsvbreda.nl) Ouderbrochure CTLV ( zie www.rsvbreda.nl) Format toelaatbaarheidsverklaring ( zie bijlage 7) Format arrangementsverklaring ( zie bijlage 7) Concrete situaties rondom TLV’s ( zie www.rsvbreda.nl)
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
11
3.3 Samenwerking SO cluster 1 Wanneer leraren, ouders of andere verwijzers vermoeden dat een kind of jongere een visuele beperking heeft, kunnen de ouders hun kind aanmelden bij Visio of Bartiméus. Ook samenwerkingsverbanden kunnen leerlingen aanmelden mits zij daarvoor toestemming hebben van de ouders. Na aanmelding worden de medische gegevens, waaronder de oogheelkundige gegevens, opgevraagd en worden er zo nodig gedurende één of meerdere dagen onderzoeken uitgevoerd, zoals visueel functieonderzoek, psychologisch onderzoek en pedagogisch en /of didactisch onderzoek. Op grond van de resultaten van dit onderzoek beoordeelt de Commissie van Onderzoek van de betreffende onderwijsinstelling of het kind op basis van de landelijke toelatingscriteria recht heeft op ambulante onderwijskundige begeleiding of op onderwijs van een onderwijsinstelling voor leerlingen met een visuele beperking. ( Zie bijlage 8) Contactadres voor de regio van het RSV Breda eo: Visio Breda, Galderseweg 65, 4836 AC Breda. www.visio.org.
3.4 Samenwerking SO cluster 2 De ambulante begeleiding aan leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking in het primair onderwijs wordt in de regio van RSV Breda eo uitgevoerd door de Spreekhoorn, onderdeel van de Auris Groep. Wanneer leraren, ouders of andere verwijzers vermoeden dat een kind of jongere een auditieve/communicatieve beperking heeft, kunnen de ouders hun kind aanmelden bij de Spreekhoorn. Ook samenwerkingsverbanden kunnen leerlingen aanmelden mits zij daarvoor toestemming hebben van de ouders. Na aanmelding worden de medische gegevens opgevraagd en wordt er zo nodig aanvullend onderzoek uitgevoerd. Op grond van de resultaten van dit onderzoek beoordeelt de Commissie van Onderzoek of de jongere op basis van de landelijke criteria recht heeft op ambulante onderwijskundige begeleiding. Zo ja, dan wordt er een van de drie mogelijke arrangementen (licht, medium of zwaar) toegekend en vindt overleg plaats met de po-school over de inzet van het arrangement. ( zie bijlage 9) Contactadres voor cluster 2: Aurisgroep, aanmeldpunt Zuid, locatie De Spreekhoorn Breda, Dirk Hartogstraat 10, 4812 GE Breda www.spreekhoorn.nl
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
12
Hoofdstuk 4
Toedeling middelen extra ondersteuning.
4.0 Inleiding. In het ondersteuningsplan is opgenomen dat het samenwerkingsverband in de toekomst op verschillend niveau wil omgaan met de beschikbaarheid van middelen extra ondersteuning. Het samenwerkingsverband onderscheidt hiertoe de volgende drie mogelijkheden, te weten:
Het leerlingenmodel; Het schoolmodel; Het organisatiemodel.
Het leerlingenmodel. Bij het leerlingenmodel wordt uitgegaan van een bekostiging van een specifiek arrangement voor een leerling met extra ondersteuningsbehoeften. Het schoolmodel. In het kader van het beleid om de ondersteuning zo thuisnabij mogelijk te organiseren kunnen basisscholen er voor kiezen om naast het reguliere onderwijs- en ondersteuningsaanbod zich ook te richten op een specifieke doelgroep als bijvoorbeeld zeer moeilijk lerende kinderen. De beschikbare middelen worden ingezet in de structuur van de school. Organisatiemodel. Van het organisatiemodel is sprake wanneer een aantal schoolbesturen het besluit neemt om een gezamenlijke netwerkvoorziening in te richten als bijvoorbeeld een expertisecentrum voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften gerelateerd aan hoogbegaafdheid.
4.1·Toedeling middelen schooljaar 2015-2016. Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft afspraken gemaakt omtrent de toedeling van middelen voor het schooljaar 2015-2016. Deze afspraken kunnen als volgt worden weergegeven, te weten: Basisafspraken
De middelen lichte ondersteuning worden overgedragen naar de afzonderlijke schoolbesturen op basis van het aantal leerlingen op de teldatum t-1 ( 1 oktober 2014) Voordat de middelen worden overgedragen worden de volgende zaken in mindering gebracht: o Bekostiging aantal leerlingen SBO > 2%; o Bekostiging aantal leerlingen SBO op de peildatum; o Bekostiging van arrangementen zoals observatieplaats en terugplaatsing SBO-BaO; o Bekostiging van 50% van de overheadkosten. Bekostiging van de arrangementen in de lichte ondersteuning is voor rekening van het afzonderlijke bevoegd gezag. Indien een sub- regio als netwerk van samenwerkende schoolbesturen een onderlinge solidariteit wil afspreken of een voorziening wil treffen ten behoeve van calamiteiten, dan behoort dat eveneens tot hun eigen verantwoordelijkheid.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
13
De middelen zware ondersteuning zijn in beheer van het samenwerkingsverband ten behoeve van de bekostiging van de leerlingen SO cluster 3 en 4 op de peildatum van 2 februari en de arrangementen in de zware ondersteuning in de basisscholen en de observatieplaatsen in het SO. Tevens wordt vanuit het budget zware ondersteuning eveneens 50% van de overheadkosten gefinancierd; Het samenwerkingsverband kent een collectieve solidariteit ten aanzien van de bekostiging van de plaatsingen in het speciaal basisonderwijs, de plaatsingen in SO cluster 3 en 4 en de arrangementen in de zware ondersteuning;
Specifieke afspraken ten behoeve van transitie LGF- bekostiging naar arrangement. Huidige situatie De invoering van de Wet Passend Onderwijs heeft geleid tot een noodzakelijke transitie ten aanzien van de leerlingen die met een LGF-indicatie in de basisschool zitten. Dit heeft het bestuur er vorig schooljaar toe doen besluiten dat: Voor alle leerlingen met een LGF-indicatie geldig tot 01-08-2014 op basis van een advies van een ambulante begeleider de indicatie qua bekostiging verlengd is tot 01-08-2015; Voor alle leerlingen met een LGF-indicatie tot 01-08-2015 of langer voor het schooljaar 2014-2015 eveneens de bekostiging op het niveau van de voormalige rugzak gegarandeerd is tot 01-08-2015. Omdat het samenwerkingsverband te maken heeft met leerlingen met een verschillende geldigheidsduur van voormalige LGF-beschikkingen heeft het bestuur de volgende besluiten genomen, te weten: - Leerlingen met een LGF-indicatie met een positief advies AB voor schooljaar 2014-2015. Indien de school ook na 01-08-2015 aanspraak wil maken op extra ondersteuning, dan dient de school voor 1 mei 2015 een verzoek in bij de CTLV aan de hand van een aanvraagformulier en een ingevuld groeidocument waaruit nadrukkelijk blijkt welke extra ondersteuning moet worden gerealiseerd om de ontwikkelingsdoelen in het OPP te bereiken. - Leerlingen met een LGF-indicatie die een geldigheidsduur had tot 01-08-2015. Indien de school ook na 01-08-2015 aanspraak wil maken op extra ondersteuning, dan dient de school voor 1 mei 2015 een verzoek in bij de CTLV aan de hand van een aanvraagformulier en een ingevuld groeidocument waaruit nadrukkelijk blijkt welke extra ondersteuning moet worden gerealiseerd om de ontwikkelingsdoelen in het OPP te bereiken. - Leerlingen met een LGF-indicatie die een geldigheidsduur had tot 01-08-2016. Indien de AB-er voor deze leerlingen een positief advies geeft ten aanzien van de verlenging van de extra ondersteuning, wordt voor deze leerlingen de oude ‘rugzakbekostiging’ gecontinueerd tot 0101- 2016. Indien de school ook na 01-01-2016 aanspraak wil maken op extra ondersteuning, dan dient de school voor 1 december 2015 een verzoek in bij de CTLV aan de hand van een aanvraagformulier en een ingevuld groeidocument waaruit nadrukkelijk blijkt welke extra ondersteuning moet worden gerealiseerd om de ontwikkelingsdoelen in het OPP te bereiken. Leerlingen met een LGF-indicatie die een geldigheidsduur had tot 01-08-2017 Indien de AB-er voor deze leerlingen een positief advies geeft ten aanzien van de verlenging van de extra ondersteuning, wordt voor deze leerlingen de oude ‘rugzakbekostiging’ gecontinueerd tot 0108- 2016. Indien de school ook na 01-08-2016 aanspraak wil maken op extra ondersteuning, dan dient de school voor 1 mei 2016 een verzoek in bij de CTLV aan de hand van een aanvraagformulier Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
14
en een ingevuld groeidocument waaruit nadrukkelijk blijkt welke extra ondersteuning moet worden gerealiseerd om de ontwikkelingsdoelen in het OPP te bereiken. Op deze manier wordt een trapsgewijze afbouw van de LGF-leerlingen bewerkstelligd en vindt tevens een geleidelijke afbouw plaats van bekostiging van arrangementen conform onderstaande tabellen. Aard beschikking LGF –indicatie tot 01-08-2014
Inhoudelijke stukken Inleverdatum Aanvraagformulier en Vóór 1 mei 2015 groeidocument
LGF-indicatie tot 01-08-2015
Aanvraagformulier en groeidocument
Voor 1 mei 2015
LGF-indicatie tot 01-08-2016
Adviesformulier RSV Breda met advies AB Adviesformulier RSV Breda met advies AB
Voor 1 mei 2015
Schooljaar 2015-2016 Arrangement nieuwe stijl Arrangement nieuwe stijl Tot 01-01-2016 5 maanden op basis van oude rugzak, daarna arrangement nieuwe stijl Volledig schooljaar bekostiging oude rugzak.
Schooljaar 2016-2017 Arrangement nieuwe stijl Arrangement nieuwe stijl Arrangement nieuwe stijl
LGF-indicatie tot 01-08-2017
Aard beschikking LGF –indicatie tot 01-08-2014 LGF-indicatie tot 01-08-2015 LGF-indicatie tot 01-08-2016
LGF-indicatie tot 01-08-2017
Voor 1 mei 2015
Resultaat Indien gewenst arrangement tot 0108-2016 Indien gewenst arrangement tot 0108-2016 Indien gewenst rugzakbekostiging tot 01-01-2016 Indien gewenst rugzakbekostiging tot 01-08-2016
Schooljaar 2017-2018 Arrangement nieuwe stijl Arrangement nieuwe stijl Arrangement nieuwe stijl
Arrangement nieuwe Arrangement nieuwe stijl stijl
Nieuw beleid arrangementen. Het bestuur van het samenwerkingsverband is tot de conclusie gekomen dat het leren arrangeren op basis van de IVO-velden ( hoeveelheid tijd/aandacht, onderwijsmaterialen, ruimtelijke omgeving, expertise en samenwerking met andere instanties) een zaak is van het leren voeren van de juiste dialoog, de samenwerking tussen het interne ondersteuningsteam en de betrokkenheid van ouders en de deskundigen vanuit de ondersteuningsorganisatie. Op basis van monitoren van ondersteuningsbehoeften en succesvolle arrangementen wil het samenwerkingsverband ervaringen verzamelen die moeten leiden tot het inzicht van het inrichten van een arrangeerkader. Dit houdt in dat gedurende het schooljaar 2015-2016 in dialoog wordt vastgesteld welke ondersteuningsbehoeften de leerling heeft en welke extra ondersteuning, in aanvulling op de basis- en lichte ondersteuning, vanuit het samenwerkingsverband moeten worden ingericht om voor de leerling een passend aanbod te realiseren. Dit houdt in dat het samenwerkingsverband komende schooljaar
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
15
werkt met verschillende niveaus van arrangementen in de zware ondersteuning, zoals vermeld in onderstaande tabel. Het arrangement nieuwe stijl is gebaseerd op de extra ondersteuning die de leerling nodig heeft, zoals kan worden beschreven aan de hand van de IVO-velden. Op basis van de reële ondersteuningsbehoefte kent de CTLV een arrangement toe ter hoogte van 50%, 70% of 85% van de huidige schooldeel in de rugzakbekostiging, d.w.z.
LZ, ZML, LG en REC 4 MG
Personeel € 3.060, € 6.295,
Laag ( 50%) Materieel € 508, € 508, -
Totaal € 3.568, € 6.802, -
LZ, ZML, LG en REC 4 MG
Personeel € 4.284, € 8.812, -,
Midden ( 70%) Materieel € 711, € 711, -
Totaal € 4.995, € 9.523, -
Personeel € 5.202, € 10.701, -
Hoog ( 85%) Materieel € 863, € 863, -
Totaal € 6.065, € 11.563, -
LZ, ZML, LG en REC 4 MG
LZ: langdurig ziek ZML: zeer moeilijk lerend LG: lichamelijk gehandicapt MG: meervoudig gehandicapt REC 4: gedragsproblemen en/of psychiatrische stoornissen
Dit beleid wordt gezien als een overgangsbeleid voor het schooljaar 2015-2016. Het ligt in de bedoeling dat vanaf 01-08-2016 de middelen worden toegekend conform de reële inzet ten behoeve van de extra ondersteuning.
Toekomstige allocatie middelen. Het bestuur heeft het besluit genomen om de komende twee schooljaren de inzet middelen zware ondersteuning, zowel ten aanzien van de plaatsingen SO als de inzet t.b.v. arrangementen in de zware ondersteuning in de basisscholen te monitoren en deze inzet te relateren aan een verhoudingsmaat die is gebaseerd op een toedeling van middelen aan de schoolbesturen op basis van het aantal leerlingen basisonderwijs op de teldatum. Het ene schoolbestuur zal dan mogelijk middelen overhouden en het andere zal tekort komen om de ondersteuning binnen de eigen scholen te organiseren. Op grond van deze monitor kan gedurende twee schooljaren, te weten 2015-2016 en 2016-2017, inzichtelijk worden gemaakt of het huidige systeem van collectieve solidariteit moet worden gehandhaafd of dat in het schooljaar 2017-2018 beleid moet worden bijgesteld en middelen zware ondersteuning worden toebedeeld aan de individuele schoolbesturen, analoog aan de middelen lichte ondersteuning. De uitvoering van de monitor levert tevens een bijdrage aan het kwaliteitsbeleid van het samenwerkingsverband.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
16
Hoofdstuk 5
Kwantitatieve gegevens
5.0 Inleiding. Het ministerie van OC&W heeft gedurende het schooljaar 2014-2015 de definitieve kengetallen kenbaar gemaakt waarop mede in het najaar 2014 door het bestuur van het samenwerkingsverband een meerjarenbegroting is opgesteld. In februari 2015 heeft het samenwerkingsverband de voorlopige cijfers ontvangen van de teldatum 01-10-2014. In dit hoofdstuk worden de kengetallen naast elkaar gepresenteerd om eventuele tendensen te onderkennen.
5.1 Leerlingen primair onderwijs. Leerlingen in het primair onderwijs Teldatum 01-10-2012 BaO SBO SO cluster 3 SO cluster 4 Totaal
01-10-2013 34.939 791 359 403 36.492
01-10-2014 34.516 771 348 393 36.028
34.059 740 743 35.542
Op grond van bovenstaande gegevens kan worden geconcludeerd dat het aantal leerlingen in de basisscholen jaarlijks daalt met 1,2% en 1,3%. Het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs daalt eveneens, maar het deelnemerspercentage SBO blijft ongeveer 2,1%. Ondanks daling van het aantal leerlingen in de basisschool is het aantal leerlingen in het SO cluster 3 en 4 licht gestegen.
5.2 Leerlingen in het speciaal onderwijs.
2011 2012 2013 2014
Jonger dan 8 jaar Ouder dan 8 jaar SO Cat 1 SO Cat 2 SO Cat 3 SO Cat 1 SO Cat 2 SO Cat 3 Totaal 175 20 16 453 30 93 787 180 24 16 429 25 88 762 162 22 19 445 34 59 741 175 27 10 435 37 59 743
SO Cat. : dit zijn bekostigingscategorieën
Bovenstaande tabel maakt duidelijk dat het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs de laatste twee schooljaren lijkt te stabiliseren. Het aantal lichamelijk gehandicapte leerlingen lijkt toe te nemen en het aantal meervoudig gehandicapte leerlingen neemt af. Ook kan het aantal leerlingen met een rugzakbekostiging in kaart worden gebracht. Dit leidt tot de volgende tabel: 2011 2012 Aantal rugzakken 342 351 *Aantal leerlingen door het RSV Breda zelf geteld.
2013 348
2014 312*
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
17
Uit de tabel blijkt dat, ondanks het feit dat het samenwerkingsverband de bekostiging van de rugzakken heeft gegarandeerd, ook die met een beschikking tot 01-08-2014, het aantal, dat voor bekostiging in aanmerking komen ten opzichte van de teldatum 2013 is gedaald. Naast absolute aantallen kan ook een vergelijking gemaakt worden op basis van percentages van de regio in vergelijking tot de landelijke percentages. In onderstaande tabel is dit voor de laatste vier schooljaren in kaart gebracht. Deelnemerspercentages SBO, SO en leerlingen met een rugzakbekostiging, PO 30-03 Teldatum 2011 2012 2013 2014
sbao 2,32% 2,21% 2,18% 2,13%
so cat 1 1,74% 1,70% 1,72% 1,75%
so cat 2 0,14% 0,14% 0,16% 0,18%
so cat 3 0,30% 0,29% 0,22% 0,20%
so totaal 2,18% 2,13% 2,10% 2,14%
rugzakken 0,95% 0,98% 0,99% 0,88%
Deelnemerspercentages SBO, SO en leerlingen met een rugzakbekostiging, landelijk Teldatum 2011 2012 2013 2014
sbao 2,68% 2,60% 2,52% 2,47%
so cat 1 1,35% 1,33% 1,34% 1,34%
so cat 2 0,09% 0,09% 0,09% 0,10%
so cat 3 0,21% 0,21% 0,20% 0,19%
so totaal 1,65% 1,63% 1,63% 1,63%
rugzakken 1,01% 0,96% 0,96% ---------
Op grond van bovenstaande tabellen kan worden geconcludeerd dat het samenwerkingsverband wat betreft het deelnemerspercentage SBO t.o.v. het landelijke gemiddelde op een goed niveau presteert. Dit geldt echter niet voor de deelnemerspercentages SO. Het percentage leerlingen met een rugzak kan niet meer vergeleken worden met een landelijk percentage, omdat deze categorie wettelijk niet meer bestaat.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
18
Hoofdstuk 6
Kwaliteitszorg binnen het samenwerkingsverband.
6.0 Inleiding. De invoering van een kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) is geen invuloefening; elke organisatie, elk samenwerkingsverband, elke school dient op basis van eigen motivatie, prioriteiten en analyses te bepalen hoe en op welke wijze zij haar kwaliteit inricht, borgt en voortdurend verbetert. Dezelfde taal spreken rondom het thema kwaliteit helpt om dit goed op elkaar af te stemmen: door een zelfde kwaliteitsnorm daarvoor als basis te nemen, wordt deze communicatie en denktrant een stuk eenvoudiger.
6.1 Eisen vanuit wet- en regelgeving: het inspectiekader Passend Onderwijs Het samenwerkingsverband dient een aantal wettelijke taken uit te voeren. Op de uitvoering van die taken wordt toegezien door de Inspectie van het Onderwijs, die daartoe een specifiek toezichtkader heeft opgesteld. Het toezichtkader bestaat uit drie domeinen: Kwaliteitsaspect 1 - Resultaten Het samenwerkingsverband realiseert een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen, zodanig dat alle leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Met als indicatoren: Het samenwerkingsverband realiseert passende ondersteuningsvoorzieningen voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het samenwerkingsverband realiseert de toewijzing van de extra ondersteuning en de plaatsing van de leerling tijdig en effectief. Het samenwerkingsverband realiseert de beoogde kwalitatieve en kwantitatieve resultaten die het voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften heeft opgesteld. Binnen het samenwerkingsverband is geen schoolverzuim door leerlingen die (mogelijk) extra ondersteuning nodig hebben. Het samenwerkingsverband stemt goed af met jeugdzorg en WMO-zorg. Kwaliteitsaspect 2 - Management en organisatie Het samenwerkingsverband weet zijn missie en doelstellingen binnen het kader van de Wet passend onderwijs te realiseren door een slagvaardige aansturing, effectieve interne communicatie en een doelmatige, inzichtelijke organisatie. Met als indicatoren: Het samenwerkingsverband heeft een missie bepaald, waaruit consequenties zijn getrokken voor de inrichting van de organisatie en de te bereiken doelstellingen (visie). Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van de deelnemers aan het samenwerkingsverband en van degenen die voor het samenwerkingsverband taken (al dan niet in mandaat) uitvoeren, zijn helder vastgelegd. Het samenwerkingsverband heeft een doelmatige overlegstructuur. Het samenwerkingsverband heeft eenduidige procedures en termijnen voor het plaatsen van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en het toewijzen van extra ondersteuning.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
19
Het samenwerkingsverband voert een actief voorlichtingsbeleid over taken en functies van het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband heeft het interne toezicht op het bestuur georganiseerd, vastgesteld waarop dit toezicht betrekking heeft en zorggedragen voor middelen om dit toezicht te kunnen uitoefenen.
Kwaliteitsaspect 3 - Kwaliteitszorg Het samenwerkingsverband heeft zorg voor kwaliteit door systematische zelfevaluatie, planmatige kwaliteitsverbetering, jaarlijkse verantwoording van gerealiseerde kwaliteit en borging van gerealiseerde verbeteringen. Met als indicatoren: Het samenwerkingsverband plant en normeert zijn resultaten in een vierjarencyclus. Het samenwerkingsverband voert zelfevaluaties uit. Het samenwerkingsverband werkt planmatig aan kwaliteitsverbetering. Het samenwerkingsverband legt jaarlijks verantwoording af van gerealiseerde kwaliteit. Het samenwerkingsverband borgt gerealiseerde verbeteringen. Het samenwerkingsverband onderzoekt bij de belanghebbenden de tevredenheid over het samenwerkingsverband.
De inspectie heeft de implementatie van dit toezichtkader als volgt in de tijd gepland: Schooljaar 2013-2014: toetsen op de formele totstandkoming van het ondersteuningsplan en uitvoeren van een integrale simulatie; Schooljaar 2014-2015: controleren en rapporteren of het samenwerkingsverband voldoet aan wet- en regelgeving; Schooljaar 2015-2016: eerste kwaliteitsonderzoek met gebruik waarderingskader; Schooljaar 2016-2017: inspectie voert toezicht uit op basis van het risicomodel. Deze analyse kan aanleiding zijn voor een kwaliteitsonderzoek. De inspectie heeft twee groepen parameters vastgesteld op basis waarvan de risicoanalyse plaatsvindt: 1. parameters voor de kennisanalyse (nummers 1 t/m 4); 2. parameters voor de expertanalyse (nummers 4 t/m 6). Parameter nummer 4 heeft zowel een plaats in de kennisanalyse als in de expertanalyse. Deze parameters zijn: 1. Thuiszitters, niet deelnemers aan onderwijs (kennisanalyse) 2. Spreiding en doorstroom in het onderwijs (kennisanalyse) 3. (Eerder gegeven) inspectieoordelen op scholen en instellingen (kennisanalyse) 4. Signalen (kennis- en expertanalyse) 5. het ondersteuningsplan, de jaarverslagen en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen ( expertanalyse) 6. De deskundigheid van de leraar op het gebied van het bieden van extra ondersteuning ( expertanalyse) Voor een uitbreide uitleg over deze parameters zie bijlage 10
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
20
6.2 Opdracht aan het samenwerkingsverband. Goede monitoring ondersteunt de sturing (management- of stuurinformatie op korte termijn), de beleidsevaluatie (op langere termijn) en vereenvoudigt de verantwoording achteraf. Conform het model ondersteuningsplan omschrijft het samenwerkingsverband welke gegevens essentieel zijn voor het samenwerkingsverband om bij te houden als het gaat om sturing, evaluatie en verantwoording. Het gaat hierbij om sturingsinstrumenten als:
Financiën; Personeel; kernprocessen: toewijzen extra ondersteuning, onderverdeeld naar type; dekkend aanbod van voorzieningen; aantal thuiszitters; onderwijskundige resultaten.
6.3 Opzet kwaliteitsmonitor. In het artikel Systematische kwaliteitszorg in samenwerkingsverbanden PO en VO ( juni 2014) beschrijven M. Dekkers, C. Dams en E. Barendse een kwaliteitsmanagementsysteem specifiek gericht op samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Belangrijk hierbij is dat het ontwikkelen van een kwaliteitsmanagementsysteem geen doel op zich is, maar het een systeem is dat functioneert ten diensten van de organisatie teneinde diensten te verlenen aan de klant ( besturen, scholen, ouders en hun kinderen). Met uiteindelijk het doel: Het realiseren van een passende plaats voor elke leerling. Het kwaliteitsmanagementsysteem is opgebouwd uit de domeinen Beleid, Organisatie, Primair Proces, Mensen, Partners en Reflectie. Het kwaliteitsmanagementsysteem gaat uit van het verbinden van kwaliteit van professionals en de ontwikkelkant van kwaliteit. De domeinen laten zich als volgt kenmerken: 1. Domein Beleid In het domein Beleid legt de organisatie vast welke missie, visie en doelen zij heeft, welke planning zij daar aan hangt en hoe zij realisatie volgt. 2. Domein Organisatie Dit domein wordt gebruikt om de inrichting van de organisatie en het KMS afte stemmen op het realiseren van het beleid en dit ook te onderhouden. 3. Domein Primair Proces Dit domein beschrijft de ‘core business’ van het samenwerkingsverband: welke afspraken en doelen zijn er met de klant en hoe wordt dit vastgelegd, uitgevoerd, gemeten en afgesloten.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
21
4. Domein Mensen Om het kernproces uit te kunnen voeren zijn mensen met de benodigde competenties nodig. In domein Mensen worden afspraken gemaakt over in-, door-, en uitstroom van personeel. 5. Domein Partners Geen organisatie kan zonder partners, en zij zijn in meer of mindere mate altijd van invloed op de kwaliteit van de dienstverlening van de organisatie. Dit domein beschrijft hoe ook hier afspraken worden vastgelegd, uitgevoerd, gemeten en bijgesteld. 6. Domein Reflectie Reflectie brengt alle metingen en evaluaties samen. Zowel informatie van intern als extern, zowel op proces als op resultaat en zowel individueel als in samenhang.
6.4 Concretisering uitvoering kwaliteitszorg. In hoofdstuk 7 zijn de speerpunten van beleid voor het schooljaar 2015-2016 beschreven. Deze speerpunten worden gerelateerd aan de domeinen zoals deze in de vorige paragraaf zijn genoemd en voorzien van de monitor om de kwaliteitscyclus te kunnen maken en om horizontaal en verticaal de ontwikkeling van het samenwerkingsverband te kunnen monitoren. In onderstaand schema wordt hiervan een samenvatting gegeven. Domein Beleid
Doel Voorkomen van thuiszitters
Begeleiding van ouders
Organisatie
Opstellen klachtenregeling Operationele ondersteuningsorganisatie
Primair proces
Tijdige realisatie extra ondersteuning
Monitor Het samenwerkingsverband rapporteert per kwartaal hoeveel leerling er volgens leerplicht thuis zitten en hoeveel gebruik maken van een time-out voorzieningen of een observatieplaats en tot welke resultaten de interventies hebben geleid. Ouders vullen na het verkrijgen van een arrangement of een TLV SO of SBO voor hun kind een digitale vragenlijst in aan de hand waarvan de ouderbetrokkenheid en oudertevredenheid worden gemeten. Notulen van bestuursvergadering waaruit besluit van vaststelling blijkt. Personeel in de ondersteuningsstructuur registreert de uitvoering conform verzoek samenwerkingsverband ( klant, aard van de activiteit, bestede tijd, behaalde resultaat). De uitvoering van beleid wordt geregistreerd aan de hand van de gegevens in BRON en op grond van de registraties in de beschikbare leerlingenadministratie-systemen en de tijdregistraties die worden uitgevoerd door de personeelsleden in de ondersteuningsorganisatie.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
22
Primair proces
Tijdig handelen door de CTLV inzake de afgifte TLV en AV
Implementatie format groeidocument
Reflectie Partners
Opstellen beleid t.b.v. dekkend netwerk Ontwikkel agenda t.b.v. de afstemming onderwijs en jeugdzorg
Tevens worden basisscholen verzocht om plaatsing of start uitvoering arrangement te melden via de mail aan het secretariaat van het samenwerkingsverband. Invoering van de aanvragen CTLV in AFAS leidt direct tot koppeling wettelijke termijn. Controle vindt tevens plaats in het web based programma t.b.v. digitale aanvraag. Alle momenten die kritisch zijn ten aanzien van de voortgang van het project worden door de projectleider afzonderlijk geëvalueerd en besproken in de stuurgroep. Rapportage door de projectgroep aan de directeur PO Ontwikkelplan ter beschikking aan DB en OPR
Naast de monitor welke is gekoppeld aan het bereiken van de doelen zoals opgenomen in het volgende hoofdstuk, voert het samenwerkingsverband ook nog aanvullende monitors uit, te weten:
Schoolbesturen worden verzocht om de inzet van de middelen in de lichte ondersteuning te verantwoorden, waarbij met name gekeken wordt naar de efficiëntie en de effectiviteit van deze inzet; Schoolbesturen reiken van hun eigen scholen een schoolondersteuningsprofiel aan met behulp van het SOP van Q3; Het samenwerkingsverband bouwt een systeem van digitale aanmelding bij de CTLV. Aan de hand hiervan wordt o.a. in kaart gebracht: o Inzet middelen zware ondersteuning per bevoegd gezag t.b.v. plaatsingen SO en arrangementen in de zware ondersteuning; o Het aantal verwijzingen SBO per bevoegd gezag; o De stimulerende factoren op niveau kind, gezin school en omgeving; o De belemmerende factoren op niveau kind, gezin, school en omgeving; o De aard van de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen waartoe aan aanvraag is ingediend. In het financiële systeem is eveneens een monitor ingebouwd om zicht te krijgen op de besluiten de CTLV inzake o.a. het aantal TLV’s en AV’s, etc., per bevoegd gezag, per school. Hieraan is eveneens een module gekoppeld ten aanzien van de besteding van middelen.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
23
Hoofdstuk 7
Speerpunten beleid schooljaar 2015-2016.
7.0 Inleiding. Op basis van de ontwikkelingen en bereikte resultaten schooljaar 2014-2015 en het toezichtkader van de inspectie heeft het bestuur van het samenwerkingsverband besluiten genomen ten aanzien van de te bereiken doelen gedurende het schooljaar 2015-2016.
7.1 Missie en strategische doelstellingen. De missie van het samenwerkingsverband luidt als volgt: Het samenwerkingsverband PO 30-03 en de daarin participerende schoolbesturen streven naar optimale onderwijskansen en doen daarbij recht aan de onderwijsbehoeften van ieder individueel kind in de regio OOK ( Optimale Onderwijs Kans). Deze missie is vertaald naar een visie waarbij de verwachting wordt uitgesproken dat een onderwijsstelsel dat focust op mogelijkheden, talenten en handelingsgerichte oplossingen profijtelijk kan zijn voor leerlingen, ouder en leerkrachten. Het handelingsgericht werken biedt kansen om nieuwe perspectieven te openen bij het zoeken naar passende onderwijsvormen, waardoor zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen. Op grond van deze missie en visie zijn de volgende ambities geformuleerd: 1. Zoveel mogelijk leerlingen volgen onderwijs op een reguliere basisschool, thuisnabij. 2. Hiertoe realiseren de schoolbesturen een kwalitatief hoogwaardige basisondersteuning op alle scholen. 3. Hiertoe realiseert het samenwerkingsverband intern extra ondersteuning en specialistische begeleiding als deze noodzakelijk zijn. 4. Hiertoe realiseert het samenwerkingsverband een effectieve en efficiënte structuur mede door samenwerking met de gemeenten, het voortgezet onderwijs, de voorschoolse voorzieningen en het speciaal onderwijs cluster 1 en 2. 5. Hiertoe worden ouders in positie gebracht en gehouden om gebruik te kunnen maken van hun ervaringsdeskundigheid bij het zoeken naar oplossingen.
7.2 Kritische succesfactoren t.b.v. het samenwerkingsverband. Kritische succesfactoren van een organisatie zijn bepaalde processen of activiteiten die van groot belang zijn voor die organisatie. De succesfactoren bepalen in hoge mate of de organisatie haar doelstellingen of strategie kan behalen of niet. De kritische succesfactoren worden vaak meetbaar gemaakt aan de hand van prestatie-indicatoren. Deze indicator is een meeteenheid van de succesfactor en deze meeteenheid wordt vaak kwantitatief uitgedrukt in een getal of een percentage. Ten behoeve van het samenwerkingsverband kunnen de volgende kritische succesfactoren worden opgesteld:
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
24
De basisondersteuning van de scholen is van een hoge kwaliteit; De processen in de organisatie zijn effectief en efficiënt; Het samenwerkingsverband heeft een dekkend netwerk met intern goede partners; Het samenwerkingsverband heeft een integraal aanbod met extern goede partners; Het samenwerkingsverband is gebaseerd op wederzijds vertrouwen, waarbij transparantie en verantwoorden vanzelfsprekend zijn.
Aangezien het samenwerkingsverband zich bevindt in een veranderingsproces binnen een veranderende omgeving is het veranderingsproces zelf ook onderhevig aan kritische succesfactoren. Deze kunnen als volgt worden omschreven: a) Aangezien er verandering moet plaatsvinden ten aanzien van een groot aantal onderwerpen moet er focus zijn. Dit impliceert dat de juiste keuzes gemaakt moeten worden waarop de veranderingen zijn gericht. De schaarse middelen moeten besteed worden aan de ‘echte knelpunten’ in relatie tot de output die de organisatie moet leveren. Dit veronderstelt dat de doelen helder worden gemaakt en worden gekwantificeerd. b) Geef de afnemer een dominante rol. Betrek de schoolbesturen en de scholen bij het verandertraject, zowel bij de aanvang als gedurende de uitvoering daarvan. c) Concretiseer de stappen. Benoem de onderdelen van het verandertraject en toets ze op de toegevoegde waarde. Maak een overzicht van alle ‘projecten’ en ben duidelijk over de sturing van het geheel. Stel realistische doelen. d) Faciliteer. Degene die veranderen moeten procedureel en inhoudelijk worden ondersteund. e) Stuur strak op resultaat. De plannen moeten harde mijlpalen hebben waarop resultaten gerealiseerd moeten zijn. Dit betekent dat er slagvaardig gestuurd wordt waarbij alle actoren gewezen en aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid. Hierbij wordt gestuurd op persoonlijk commitment. f) Houd de goede regie vast. Belangrijk is dat het veranderprogramma in control wordt gehouden zodat de zekerheden dominanter zijn dan de onzekerheden. g) Leg uit wat je doet en waarom. Verplaats je in de rol van degene die de verandering moet uitvoeren en pas de boodschap aan aan de doelgroep. Stuur de verwachtingen en buit successen communicatief uit en beloon resultaten. h) Incentive cultuur. Creëer een cultuur waarin verbeteringen worden beloond. Stuur op verantwoordelijkheden.
7.3 Ontwikkeldoelen voor het schooljaar 2015-2016. De veranderdoelen voor het komend schooljaar zijn tot stand gekomen om basis van analyse van de huidige ontwikkeling van het samenwerkingsverband, het inspectierapport en het toezichtkader en de prioritering die het samenwerkingsverband zelf heeft toegekend aan de veelheid aan onderwerpen. De doelen kunnen achtereenvolgens als volgt worden opgesomd, zonder dat de volgorde een uitdrukking is van prioritering 1. Het samenwerkingsverband heeft een actief beleid ten aanzien van het voorkomen van thuiszitters. 2. Het samenwerkingsverband heeft een actief beleid ten aanzien van de begeleiding van ouders van kinderen die extra ondersteuningsbehoeften hebben.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
25
3. Het samenwerkingsverband beschikt over een klachtenregeling t.a.v. het functioneren van de CTLV en de activiteiten vanuit de interne ondersteuningsstructuur in het kader van het voortraject en de begeleiding van de arrangementen 4. Het samenwerkingsverband beschikt over een interne ondersteuningsorganisatie om de basisscholen te helpen met het toeleiden van leerlingen tot het speciaal (basis)onderwijs en het opstellen en uitvoeren van ondersteuningsarrangementen voor leerlingen die in aanmerking komen voor extra ondersteuning. 5. Het samenwerkingsverband is onder andere ingericht om voor leerlingen die in aanmerking komen voor extra ondersteuning een passend onderwijs aanbod te realiseren. Het samenwerkingsverband streeft er naar om binnen een termijn van 6 weken een antwoord te geven op die extra ondersteuningsbehoeften. 6. De CTLV handelt alle aanvragen voor een toelaatbaarheids- of een arrangementsverklaring af binnen de wettelijke termijnen, op voorwaarde dat de aanvraag aan de volledigheidseisen voldoet. 7. Alle scholen binnen het samenwerkingsverband werken vanaf 01-08-2016 met het format groeidocument op basis van handelingsgericht werken en handelingsgericht arrangeren binnen de school. 8. Het samenwerkingsverband beschikt over een dekkend netwerk van voorzieningen, zodat aan alle leerlingen een passend onderwijsaanbod kan worden gerealiseerd. 9. Het samenwerkingsverband heeft uitgewerkte ontwikkelagenda t.b.v. de afstemming onderwijs en jeugdzorg en een werkplan ten behoeve het opleveren van beleidsnotities die leiden tot gezamenlijk beleid.
7.4 Werkplan 2015-2016 In bijlage 11 bij dit plan is een werkplan opgenomen aan de hand waarvan de uitvoering van de doelen voor het schooljaar 2015-2016 in regie wordt gezet. In het werkplan zijn de bouwstenen opgenomen die in hoofdstuk 5 en 6 zijn beschreven. Dit betekent dat per doel is aangegeven:
Het domein inzake het kwaliteitsmanagementsysteem; De kritische succesfactoren; De kritische prestatie-indicatoren; De geplande activiteiten; De sturing op het proces; De betrokken personen; De geplande tijdlijn; De wijze van monitoren; De benodigde financiën.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
26
7.5 Verwachtingen Het werkplan van het samenwerkingsverband maakt duidelijk dat tijdens het schooljaar 2015-2016 ten aanzien van de schoolbesturen en de afzonderlijke scholen verwachtingen aan de orde zijn om de doelen daadwerkelijk met elkaar te bereiken. Deze verwachtingen zijn per doel als volgt te duiden: 1
Doel Voorkomen van thuiszitters
2
Begeleiding van ouders
3
Opstellen klachtenregeling
4
Operationele ondersteuningsorganisatie
5
Tijdige realisatie extra ondersteuning
6
7
Tijdig handelen door de CTLV inzake de afgifte TLV en AV Implementatie format groeidocument
8
Opstellen beleid t.b.v. dekkend netwerk
9
Ontwikkel agenda t.b.v. de afstemming onderwijs en jeugdzorg
Verwachting Afspraken over BaO-BaO verwijzing in kader van time-out/ observatieplaats Formuleren van observatievragen in plaats van schorsen en verwijderen Bereid zijn leerling terug op school te ontvangen Ouders meenemen conform stroomdiagram en hen juist positioneren zoals aangegeven in het groeidocument Klachtenregeling na bestuurlijk besluit bij ouders actief onder de aandacht brengen in voorkomende situaties Het leveren van een bijdrage aan het ter beschikking stellen van personeel Het correct inzetten van het personeel in het voortraject, de uitvoering van de arrangementen en bij de schakelpunten Met de betrokkenheid van de deskundigheid in de ondersteuningsorganisatie wordt geanticipeerd op de uitvoering van het aangevraagde arrangement of plaatsing SO of SBO. Dit leidt tot proactief handelen en adequate begeleiding van de ouders Zo goed mogelijk informatie aan te leveren aan de CTLV Leren werken met het groeidocument Uitvoeren nulmeting HGW en HGA Implementeren van HGW en HGA Aanpassen leerlingenadministratiesysteem Indien beleid tijdig klaar starten van wijk-gebonden overleg Indien tijdig besluit, uitvoering geven aan beleid EED ( ernstige enkelvoudige dyslexie) en dus aan het dyslexieprotocol binnen de school
Het bestuur gaat ervan uit dat elk schoolbestuur en elke school komend schooljaar middelen lichte ondersteuning inzet om de basisondersteuning van de eigen school te vergroten.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
27
Hoofdstuk 8
8.0
Financieel beleid
Inleiding
Uitgangspunt voor het financiële beleid is de meerjarenbegroting zoals die door het bestuur is vastgesteld tijdens de bestuursvergadering van november 2014. Aangezien het Ministerie van OC&W pas na medio april via DUO inzage geeft in de parameters inzake de bekostiging van de extra ondersteuning, de leerlingen die volgens BRON behoren tot de te bekostigen leerlingen voor het RSV Breda PO 30-03 en de te verwachten beschikking en overdrachtsverplichtingen, kan in het ondersteuningsplan geen definitieve begroting worden voorgelegd. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de te verwachten kosten in relatie tot de MJB en de wijze waarop het bestuur voornemens is de activiteiten zoals opgenomen in het werkplan te financieren.
8.1
Uitgangspunten financieel beleid
Het samenwerkingsverband kent een vereveningopdracht ten bedrage van ongeveer 2 mio en heeft tot het schooljaar 2020-2021 om deze doelstelling te behalen. Dit impliceert dat binnen het samenwerkingsverband permanent wordt gestuurd op:
8.2
Lage overheadkosten zodat middelen maximaal op de werkvloer kunnen worden ingezet; Effectieve en efficiënte besteding van de middelen, zowel wat betreft de inzet in de basisondersteuning als ook de lichte en zware ondersteuning; Vermindering van de instroom SO en stimulering van terugplaatsingsbeleid SO-SBO/BAO en SBO- BaO; Vermindering van de kosten van extra ondersteuning voor leerlingen die met extra onderwijsbehoeften in het basisonderwijs verblijven, door te arrangeren op basis van wat er voor de leerling nodig is.
Consequenties begroting 2015-2016
Op grond van de reeds gemaakte beleidskeuzes, de beschikbare kengetallen en de te bereiken doelen worden consequenties voor de begroting 2015-2016 benoemd , te weten:
De overheadkosten komen evenals schooljaar 2014-2015 voor 50% ten laste van de middelen lichte ondersteuning en 50% van de middelen zware ondersteuning; Daling van het aantal leerlingen in het speciaal basisonderwijs ( van 771 naar 740 op opeenvolgende teldata) levert een besparing op in de kosten voor lichte ondersteuning van ongeveer € 250.000,-; Daling van het aantal te bekostigen leerlingen met een LGF-indicatie van 348 naar 312 levert een besparing op. De hoogte van deze besparing kan nog niet worden ingeschat vanwege het feit dat pas in juli duidelijk is welke leerlingen nog een verlenging van de rugzakbekostiging ontvangen en voor welke leerlingen een arrangement in de zware ondersteuning wordt aangevraagd; Het aantal leerlingen in het SO is op basis van de tellingen op de teldata niet gedaald, maar zelfs licht gestegen. Bij een dalend leerlingenaantal leidt dit tot percentueel hogere kosten,
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
28
waarvan de consequenties in kaart moeten worden gebracht op basis van de exacte cijfers die medio april beschikbaar komen; Inrichting van de CTLV op het niveau van het samenwerkingsverband en de bemensing van de commissie binnen de sub-regio’s leidt tot verhoging van de personele overheadkosten tot ongeveer € 350.000,-. In dit bedrag is echter ook de inleen van personeel verdisconteerd ( ongeveer € 60.000,-) dat behoort tot de her-besteding in het kader van het tripartiteakkoord, zodat kan worden gesteld dat het bedrag in de meerjarenbegroting dekkend is; Voor de herbestedingsverplichting is 1,5 mio opgenomen in de meerjarenbegroting. De verplichtingen duiden op een inzet van personeel ter hoogte van ongeveer € 900.000; Om de doelen, zoals opgenomen in dit aanvullend ondersteuningsplan, te kunnen realiseren zijn eveneens financiële middelen noodzakelijk. Hierbij wordt expliciet gedacht aan: Doel 1 Doel 2 Doel 3 Doel 4
Doel 5 Doel 6 Doel 7
Doel 8 Doel 9
Uitvoering arrangementen ter voorkoming van thuiszitters uit de middelen zware ondersteuning Ontwikkeling digitale vragenlijst Opstellen klachtenregeling Inrichting ondersteuningsorganisatie Hiertoe wordt + € 900.000,- gefinancierd vanuit de herbestedingsverplichting Beloning voor tijdige realisatie extra ondersteuning Ontwikkelkosten web based aanmelding CTLV Uitvoering project groeidocument Dit wordt bekostigd vanuit restant tientjesregeling. Beleidsvoorstel dekkend netwerk Afstemming jeugdzorg
€ 20.000,€ 2250,n.v.t. Nog nader te duiden
€ 250,€ 10.000,€ 150.000,-
€ 5000,n.v.t.
De bovenstaande feiten geven aanleiding tot het formuleren van de volgende voorlopige conclusies:
Er zijn voldoende middelen in de lichte ondersteuning beschikbaar om ook komend schooljaar aan de schoolbesturen een substantiële financiële bijdrage over te dragen voor het borgen en ontwikkelen van de basis- en de lichte ondersteuning binnen de school; De transitie van de LGF-bekostiging naar een arrangementsbekostiging in de zware ondersteuning biedt voldoende beleidsruimte om aan alle leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften een arrangement te bieden; De overheadkosten zijn in overeenstemming met de verwachtingen; De herbestedingsverplichting biedt ruimte om aanvullende afspraken te maken omtrent de inrichting van de ondersteuningsorganisatie van het samenwerkingsverband; Er zijn geen financiële belemmeringen om activiteiten uit te voeren die nodig zijn voor het bereiken van de inhoudelijke doelen voor het schooljaar 2015-2016.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
29
Hoofdstuk 9
Dataplanning.
Bestuursvergaderingen 2015-2016 Datum Dinsdag 17 november 2015 Dinsdag 22 maart 2016 Dinsdag 14 juni 2016
Tijd 15.30 uur tot 17.00 uur 15.30 uur tot 17.00 uur 15.30 uur tot 17.00 uur
Plaats Oosterhout Oosterhout Oosterhout
Tijd 13.30 uur tot 15.30 uur 13.30 uur tot 15.30 uur 13.30 uur tot 15.30 uur 13.30 uur tot 15.30 uur 13.30 uur tot 15.30 uur 13.30 uur tot 15.30 uur 13.30 uur tot 15.30 uur 13.30 uur tot 15.30 uur
Plaats Oosterhout Oosterhout Oosterhout Oosterhout Oosterhout Oosterhout Oosterhout Oosterhout
Tijd
Plaats
DB-vergaderingen 2015-2016 Datum Maandag 21 september 2015 Maandag 9 november 2015 Maandag 14 december 2015 Maandag 25 januari 2016 Maandag 7 maart 2016 Maandag 18 april 2016 Maandag 30 mei 2016 Maandag 4 juli 2016
Voorbereidend OOGO Datum
OOGO passend onderwijs/ jeugdzorg Datum
Tijd
Plaats
Ondersteuningsplanraad Datum Woensdag 16 september 2015 Dinsdag 20 oktober 2015 Dinsdag 8 december 2015 Donderdag 28 januari 2016 Dinsdag 1 maart 2016 Maandag 4 april 2016 Maandag 9 mei 2016 Donderdag 23 juni 2016
Tijd 19.30 uur tot 21.00 uur
Plaats ntb
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
30
Bijlage 1 Deelnemende bevoegde gezagsorganen
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
31
Naam Bestuur Stg. Kath. Onderwijs Ginneken SOM Oosterhout
Adres Postcode van Gaverenlaan 18 4835 CD Trekbeemd 34 4907 DP
Stichting Pallas
Bronkhorstsingel 11 5403 NA
Stichting OPMAAT SIPO Stg. Kathol. Onderw. Raamsdonk
Postbus 5142 Hooilaan 1 Kerkstraat 33
Stichting Vrije School Breda Stg. Kath. Onderw. Rijsbergen
Minckelersstraat 27 4816 AD Postbus 59190 3008 PD
Stichting Tangent Stichting OBO west Brabant
J. Asselbergsweg 80 5026 RR Vijfhuizenberg 157 4708 AJ
5004 EC 4816 EM 4944 XB
Stg. LeerSaam Openbaar Onderw. Postbus 497
4870 AL
Stg. PCPO. Etten-.-Leur
Postbus 1080
3000 BB
Stichting 'Het Driespan'
4873 AZ
Stichting BRAVOO
Hof van den Houte 91-93 Postbus 79
St. Kath. Ond. Het Groene Lint Stichting Nutsscholen Breda Uniek Stichting,
Postbus 21 Hooilaan 1 Postbus 122
4860 AA 4816 EM 4930 AC
Stg. Primair Onderwijs Zundert
Prinsenstraat 25
4881 VA
5170 AB
Plaats Breda Oosterho ut Uden Tilburg Breda Raamsdo nk Breda Rotterda m Tilburg Roosenda al EttenLeur Rotterda m EttenLeur Kaatsheuv el Chaam Breda Geertruid enberg Zundert
Bg._nr Vertegenwoordiger 32203 A.M. Fluitman 40546 D.T.M.G. de Rooij
e-mail
[email protected] [email protected]
41246 A.W. de Geus H. v.d. Boom 41611 M.H.F. Liebregts 41863 M. Talbi 43825 R.Th.P. Smeulders
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
59984 J. de Kort 75934 W. Melis
[email protected] [email protected]
40971 C.H.M.P. Dams 41471 A. Goossens
[email protected] [email protected]
M. Embregts 41604 vacature
[email protected] [email protected]
69539 A. van Beek
[email protected]
41200 R.S. Hofkes
[email protected]
41435 R. Venema
[email protected]
32060 B. van Hoek 40637 B.M.A. Sanders 41978 P.A.M. Hendrix
[email protected] [email protected] [email protected]
78066 vacature
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
32
St.Initia,Kath.Prim.Ond.Dongen Stg. Kathol. Onderw. Drimmelen Stg Nuwelijn Stichting K.P.O. Etten-Leur
Postbus 184 Postbus 23 Postbus 152 Postbus 182
5100 AD 4920 AA 5120 AD 4870 AD
Stichting Markant Onderwijs Stg. PC-Primair Ond. M-Brabant
Hooilaan 1 Hooilaan 1
4816 EM 4816 EM
Stichting Delta Onderwijs
Postbus 4318
4900 CH
INOS, Stg. Katholiek Onderwijs Stichting Biezonderwijs Stichting Mytylschool Tilburg
Postbus 3513 Postbus 5134 Postbus 5022
4800 DM 5004 EL 5004 EA
Dongen Made Rijen EttenLeur Breda Breda Oosterho ut Breda Tilburg Tilburg
40672 43967 73191 55303
M.A. Verhoeven R.J.A. Koevoets G.J.C. Miltenburg J. Verschueren
41869 J. de Kort 41001 A.W. Wever 40278 L.C.J.M. Oomen 41407 J.M. Aarts 73114 Mw. B. Rombouts 20233 J.J. Hoekjen
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] arnoud.wever@pcpomiddenbrabant. nl
[email protected] [email protected] [email protected] directiesecretariaatMT@mytylschool tilburg.nl
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
33
Bijlage 2 Bemensing algemeen bestuur en dagelijks bestuur
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
34
Deelnemers Algemeen Bestuur:
Organisatie
Functie
A.M. Fluitman
Stichting Kath. Onderwijs Ginneken
Lid van het bestuur
D.T.M.G. de Rooij
SOM Oosterhout
Lid van het bestuur
A.W. de Geus/ H.v.d. Boom
Stichting Pallas
Lid van het bestuur
M.H.F. Liebregts
Stichting OPMAAT
Lid van het bestuur
M. Talbi
Stichting Islamitisch Primair Onderwijs
Lid van het bestuur
R.Th.P. Smeulders
Stichting Kath. Onderwijs Raamsdonk
Lid van het DB
J. de Kort
Stichting Vrije School Breda
Lid van het bestuur
W. Melis
Stichting Kath. Onderwijs Rijsbergen
Lid van het DB
C.H.M.P. Dams
Stichting Tangent
Lid van het bestuur
M. Embregts
Stichting OBO West Brabant
Lid van het bestuur
Interim
Stichting LeerSaam Openbaar Onderwijs
Lid van het bestuur
A. van Beek
Stichting PCPO Etten-Leur
Lid van het bestuur
R.S. Hofkes
Stichting 'Het Driespan'
Lid van het DB
R. Venema
Stichting BRAVOO
Lid van het bestuur
B. van Hoek
St. Kath. Onderwijs Het Groene Lint
Lid van het DB
B.M.A. Sanders
Stichting Nutsscholen Breda
Voorzitter van het bestuur
P.A.M. Hendrix
Stichting Uniek
Lid van het bestuur
Interim
Stichting Primair Onderwijs Zundert
Lid van het bestuur
M.A. Verhoeven
Stichting Initia, KPO Dongen
Lid van het bestuur
R.J.A. Koevoets
Stichting Kath. Onderwijs Drimmelen
Lid van het bestuur
G.J.C. Miltenburg
Stichting Nuwelijn
Lid van het DB
J. Verschueren
Stichting KPO. Etten-Leur
Lid van het bestuur
J. de Kort
Stichting Markant Onderwijs
Lid van het bestuur
A.W. Wever
Stichting. PCPO Midden-Brabant
Lid van het bestuur
L.C.J.M. Oomen
Stichting Delta Onderwijs
Penningmeester
J.M. Aarts
INOS, Stichting. Kath. Onderwijs
Voorzitter van het DB
Mw. B. Rombouts
Stichting Biezonderwijs
Lid van het bestuur
J.J. Hoekjen
Stichting Mytylschool Tilburg
Lid van het bestuur
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
35
Bijlage 3 Privacy-regelement
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
36
Verwerking persoonsgegevens RSV Breda Artikel 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; b. verwerking van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens; c. bestand: elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens, ongeacht of dit geheel van gegevens gecentraliseerd is of verspreid is op een functioneel of geografisch bepaalde wijze, dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is en betrekking heeft op verschillende personen; d. verantwoordelijke: het samenwerkingsverband, dat wil zeggen de rechtspersoon als bedoeld in artikel 18a Wpo respectievelijk artikel 17a Wvo, dat het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt; e. bewerker: degene die ten behoeve en in opdracht van de verantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt, zonder aan zijn rechtstreeks gezag onderworpen te zijn; f. betrokkene: degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft; g. derde: ieder die gemachtigd is om persoonsgegevens te verwerken niet zijnde de betrokkene, de verantwoordelijke of de bewerker; h. toestemming van de betrokkene: elke vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting waarmee de betrokkene of diens wettelijk vertegenwoordiger aanvaardt dat hem betreffende persoonsgegevens of die van de vertegenwoordigde worden verwerkt; i. het College bescherming persoonsgegevens: het College als bedoeld in artikel 51 Wpb; j. verstrekken van persoonsgegevens: het bekend maken of ter beschikking stellen van persoonsgegevens; k. verzamelen van persoonsgegevens: het verkrijgen van persoonsgegevens; l. leerling: een leerling die extra ondersteuning behoeft, of waarvan dit wordt vermoed, bij het volgen van onderwijs op een school voor primair -, speciaal - of voortgezet (speciaal) onderwijs zoals bedoeld in de Wpo, Wvo en Wec en die is aangemeld dan wel ingeschreven bij een school gelegen in de regio of woont in de regio en is aangemeld of ingeschreven bij een school buiten de regio; m. scholen (school): alle vestigingen van basisscholen, van speciale scholen voor basisonderwijs, van scholen voor speciaal onderwijs, van scholen voor voortgezet onderwijs, van scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en van scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voor zover daaraan speciaal onderwijs dan wel voortgezet speciaal onderwijs wordt verzorgd, behorend tot cluster 3 en 4 bedoeld in de Wet op de expertisecentra en gevestigd in de regio; n. regio: het bij ministeriële regeling aan het samenwerkingsverband aangewezen aaneengesloten gebied waarbinnen het samenwerkingsverband haar doel verwezenlijkt;
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
37
o. Wbp: Wet bescherming persoonsgegevens; p. Wpo: Wet op het primair onderwijs; q. Wvo: Wet op het voortgezet onderwijs; r. Wec: Wet op de expertisecentra; s. Vrijstellingsbesluit Wpb: besluit van 7 mei 2001 houdende aanwijzing van verwerking van persoonsgegevens die zijn vrijgesteld van de melding bedoeld in artikel 27 Wpb.
Artikel 2 Reikwijdte en doelstelling van het reglement 1. Dit reglement is van toepassing op alle persoonsgegevens van een betrokkene die door of namens het samenwerkingsverband VO3003 (RSV Breda ) worden verwerkt. 2. Dit reglement heeft tot doel: a. vast te stellen van welke personen het samenwerkingsverband persoonsgegevens verwerkt; b. de persoonlijke levenssfeer van een betrokkene van wie persoonsgegevens worden verwerkt te beschermen tegen misbruik van die gegevens en tegen het verwerken van onnodige en onjuiste persoonsgegevens evenals tegen de verwerking op onjuiste of niet nauwkeurige wijze; c. te voorkomen dat persoonsgegevens worden verwerkt voor een ander doel dan het doel waarvoor ze verzameld zijn; d. de rechten van een betrokkene te waarborgen.
Artikel 3 Categorieën van de personen in de verwerking (betrokkene(n)) Persoonsgegevens worden verwerkt van de bij het samenwerkingsverband aangemelde leerling.
Artikel 4 Doelstellingen van verwerking persoonsgegevens en toestemming 1. De verwerking van persoonsgegevens geschiedt (als bron van informatie en met in achtneming van artikel 19 van het Vrijstellingsbesluit) ten behoeve van de realisatie van een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen in de regio van het samenwerkingsverband opdat leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. 2. De persoonsgegevens kunnen verder geanonimiseerd en niet meer herleidbaar tot een persoon gebruikt worden voor door het samenwerkingsverband georganiseerde beschrijvende, evaluatieve en onderzoeksmatige doeleinden inzake de geconstateerde ondersteuningsvraag van scholen en het aanbod van het samenwerkingsverband alsmede ten behoeve van beleidsvoering ter verbetering van de kwaliteit noodzakelijk ter uitvoering van de doelstellingen. Hierbij worden geen gegevens verwerkt die betrekking hebben op naam, adres, postcode of gegevens die in combinatie met elkaar herleidbaar zijn tot betrokkene. 3. Het samenwerkingsverband is bevoegd zonder toestemming van de leerling dan wel diens wettelijk vertegenwoordiger persoonsgegevens betreffende de gezondheid van de leerling te verwerken, ten behoeve van:
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
38
a. het verdelen en toewijzen van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen, b. het beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband of tot het speciaal onderwijs of tot het voortgezet speciaal onderwijs, op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven, en c. het adviseren over de ondersteuningsbehoefte van een leerling op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven, waaronder het bieden van orthopedagogische/didactische ondersteuning (OPDC) aan de leerling.
Artikel 5 Verantwoordelijke Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de verwerking overeenkomstig de bepalingen van de Wbp, de Wpo, de Wvo en de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en dit reglement. De verantwoordelijke treft daartoe de nodige voorzieningen, waaronder in elk geval zodanige opslag van persoonsgegevens dat deze niet voor onbevoegden toegankelijk zijn.
Artikel 6 Opname van gegevens en informatieplicht 1. Over de personen, zoals bedoeld in artikel 3, kunnen uitsluitend gegevens worden opgenomen voor zover verstrekt door de betrokkene, diens wettelijk vertegenwoordiger, de school, deskundigen of deskundige instanties. Persoonsgegevens verkregen op andere dan de in de eerste volzin bedoelde wijze kunnen slechts worden opgenomen indien de betrokkene daar toestemming2 voor geeft en voor zover de gegevens zich daarvoor lenen en voor zover dat noodzakelijk is voor de doelstelling van de verwerking. 2. Wanneer persoonsgegevens worden verwerkt doet de verantwoordelijke daarvan mededeling aan de betrokkene dan wel diens wettelijk vertegenwoordiger en deelt hij de doeleinden van de verwerking waarvoor de gegevens zijn bestemd aan de betrokkene dan wel diens wettelijk vertegenwoordiger mee, tenzij de betrokkene dan wel diens wettelijk vertegenwoordiger daarvan reeds op de hoogte is. 3. In alle gevallen worden in de verwerking uitsluitend persoonsgegevens opgenomen die noodzakelijk zijn ter verwezenlijking van het doel waarvoor zij worden verzameld. De verantwoordelijke treft de nodige maatregelen opdat de verzameling en verwerking van de persoonsgegevens op juiste en nauwkeurige wijze geschiedt.
Artikel 7 Soorten van gegevens Met betrekking tot de in artikel 3 genoemde personen worden geen andere persoonsgegevens verwerkt dan: a. naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, geboortedatum, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en soortgelijke voor communicatie bedoelde gegevens van de betrokkene1;
1
Indien de betrokkene minderjarig is en de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, of onder curatele is gesteld dan wel ten behoeve van de betrokkene een mentorschap is ingesteld, is in de plaats van de toestemming van de betrokkene
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
39
b. het persoonsgebonden nummer; c. nationaliteit; d. gegevens als bedoeld onder a, van de wettelijk vertegenwoordiger of verzorger van de leerling; e. gegevens betreffende de gezondheid of het welzijn van de leerling voor zover die noodzakelijk zijn voor de ondersteuning; f. gegevens betreffende de godsdienst of levensovertuiging van de leerling, voor zover die noodzakelijk zijn voor de ondersteuning; g. gegevens betreffende de aard en het verloop van het onderwijs en ondersteuning, alsmede de behaalde studieresultaten; h. gegevens met het oog op de organisatie van de ondersteuning (waaronder OPDC) en het verstrekken of ter beschikking stellen van ondersteuningsmiddelen of voorzieningen; i. schoolgegevens (waaronder naam school, naam ondersteuningscoördinator/mentor/ intern begeleider, klas/groep waarin de leerling zit, tijdstip van inschrijving bij deze school, naam van de indiener van de aanmelding bij het samenwerkingsverband, schoolloopbaan en rapportage vanuit primair en voortgezet onderwijs); j. aanleiding voor de aanmelding bij het samenwerkingsverband, relevante screenings- en onderzoeksgegevens en omschrijving van de problematiek die aan de orde is; k. activiteiten die door de school zijn ondernomen rond de betreffende leerling, alsmede de resultaten hiervan; l. bestaande of (relevante) afgesloten hulpverleningscontacten en de namen van contactpersonen; m. relevante persoonsgegevens die door externe partijen worden verstrekt met betrekking tot de aangemelde problematiek van de betreffende leerling; n. het opgestelde onderwijskundige rapport en/of het ontwikkelingsperspectief van de aangemelde leerling; o. gegevens over voortgang, de evaluatie en de afsluiting van de ingestelde ondersteuning; p. andere dan de onder a tot en met o bedoelde gegevens waarvan de verwerking wordt vereist ingevolge of noodzakelijk is met het oog op de toepassing van een wettelijke regeling.
Artikel 8 Toegang tot persoonsgegevens 1. De verantwoordelijke voor de verwerking verleent slechts toegang tot de in de verwerking opgenomen persoonsgegevens aan: a. de bewerker en de derde die onder rechtstreeks gezag van de verantwoordelijke, of de bewerker gemachtigd is om persoonsgegevens te verwerken alsmede de deskundigen, bedoeld in artikel 18a Wpo lid 11 en in artikel 17a Wvo lid 123.
die van zijn wettelijk vertegenwoordiger vereist. Een toestemming kan door de betrokkene of zijn wettelijk vertegenwoordiger te allen tijde worden ingetrokken.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
40
b. degenen aan wie krachtens wettelijk voorschrift toegang dient te worden verleend, echter niet dan deugdelijke legitimatie. 2. Degenen genoemd in lid 1 van dit artikel worden door het samenwerkingsverband geregistreerd in het ondersteuningsplan.
Artikel 9 Verstrekking van gegevens 1. De verantwoordelijke voor de verwerking verstrekt persoonsgegevens uit de verwerking slechts aan anderen dan de in artikel 8 genoemde personen uitsluitend en voor zover: a. de verantwoordelijke daartoe op grond van enige wettelijke bepaling verplicht is; b.de betrokkene op wie de te verstrekken gegevens betrekking heeft of diens wettelijk vertegenwoordiger daarin heeft toegestemd. 2. De verantwoordelijke verstrekt de gegevens, bedoeld in artikel 4 lid 3 van dit reglement, niet aan derden, met uitzondering van het bevoegd gezag van de school waar de desbetreffende leerling is aangemeld of ingeschreven. 3. Van de verstrekking van gegevens als bedoeld in dit artikel houdt de verantwoordelijke deugdelijk aantekening.
Artikel 10 Beveiliging en geheimhouding 1. De verantwoordelijke draagt zorg voor passende technische en organisatorische maatregelen ter voorkoming van verlies of onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Deze maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau, gelet op de risico’s die de verwerking en de aard van de te beschermen gegevens met zich meebrengen. De maatregelen zijn er mede op gericht onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen. 2. Indien sprake is van elektronische verwerking van persoonsgegevens zal het samenwerkingsverband via een coderings- en wachtwoordbeveiliging de verschillende personen, als bedoeld in artikel 82, toegang geven tot bepaalde gedeelten van de persoonsgegevens of tot alle persoonsgegevens al naar gelang hun werkzaamheden dit vereisen. 3. Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit reglement en daarbij de beschikking krijgt over persoonsgegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van beroep, functie of wettelijk voorschrift ter zake van de persoonsgegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan. Dit geldt niet indien enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit reglement de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
2
Dit zijn de deskundigen die advies geven over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het SBO of (V)SO zoals een orthopedagoog en door een tweede deskundige als een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een maatschappelijk werker, een arts of een kinderpsychiater.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
41
Artikel 11 Rechten betrokkene(n): inzage, correctie, verzet 1. Elke betrokkene dan wel diens wettelijk vertegenwoordiger heeft het recht op inzage. Aan een verzoek om inzage kunnen kosten5 worden verbonden. 2. Indien de verantwoordelijke twijfelt aan de identiteit van de verzoeker, vraagt hij zo spoedig mogelijk aan de verzoeker schriftelijk nadere gegevens inzake zijn identiteit te verstrekken of een geldig identiteitsbewijs te overleggen. Door dit verzoek wordt de termijn opgeschort tot het tijdstip dat het gevraagde bewijs is geleverd. 3. Een verzoek om inzage dient te worden gedaan aan de verantwoordelijke, die binnen vier weken na ontvangst van dit verzoek hierop schriftelijk reageert middels het tenminste ter beschikking stellen van een volledig overzicht van de hem betreffende persoonsgegevens in een begrijpelijk vorm en een omschrijving van de doeleinden van de verwerking met inlichtingen over de herkomst daarvan. 4. Indien de betrokkene dan wel diens wettelijke vertegenwoordiger de verantwoordelijke verzoekt tot verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming (correctie) omdat bepaalde opgenomen gegevens onjuist c.q. onvolledig zouden zijn, dan wel voor de doelstelling van de verwerking onvolledig of niet ter zake doen, dan wel strijdig zijn met dit reglement of een wettelijk voorschrift, neemt de verantwoordelijke binnen vier weken nadat betrokkene dan wel diens wettelijk vertegenwoordiger dit verzoek heeft ingediend, hierover een beslissing. 5. De verantwoordelijke bericht de verzoeker schriftelijk of en in hoeverre hij aan het verzoek voldoet. Een weigering is met redenen omkleed. 6. De verantwoordelijke draagt zorg dat een beslissing tot verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming zo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd. 7. De verantwoordelijke is verplicht om aan derden aan wie de gegevens daaraan voorafgaand zijn verstrekt, zo spoedig mogelijk kennis te geven van de verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming, tenzij dit onmogelijk blijkt of onevenredige inspanning kost. 8. Wanneer de verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt op de grondslag van artikel 8 onder e en f Wpb, dat wil zeggen dat die verwerking: a. noodzakelijk is voor de goede vervulling van een door de verantwoordelijke verrichte publiekrechtelijke taak, of b. noodzakelijk is voor een gerechtvaardigd belang van de verantwoordelijke of een derde, kan betrokkene dan wel diens wettelijk vertegenwoordiger schriftelijk verzet aantekenen tegen de verwerking van de gegevens, op basis van zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden. De verantwoordelijke dient binnen vier weken na ontvangst van het verzet te beoordelen of het verzet terecht is. Is dat het geval, dan dient de verwerking van persoonsgegevens onmiddellijk te worden beëindigd. 9. Voor het in behandeling nemen van een verzet kan de verantwoordelijke een vergoeding van kosten vragen, welke vergoeding wordt teruggeven in geval het verzet gegrond wordt bevonden. De regering bepaalt de hoogte van de vergoeding die in rekening kan worden gebracht (over het algemeen maximaal € 5,00). 10. Een beslissing op een verzoek om inzage, een beslissing als vermeld in lid 4 van dit artikel en de beoordeling als vermeld in lid 8 van dit artikel zijn besluiten in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
42
Artikel 12 Bewaartermijnen 1. De persoonsgegevens worden door de verantwoordelijke bewaard tot drie jaar na afloop van: a. de beoordeling van de toelaatbaarheid van de leerling tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband of tot het (voortgezet) speciaal onderwijs, b. de advisering over de ondersteuningsbehoefte van de leerling aan het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven, of c. de toewijzing van ondersteuningsmiddelen of ondersteuningsvoorzieningen aan de school, voor zover het voor die toewijzing nodig was gegevens van de leerling te verwerken. 2. De verantwoordelijke bewaart de gegevens op een plaats die uitsluitend toegankelijk is voor het samenwerkingsverband en de deskundigen, bedoeld in artikel 18a Wpo lid 11 en in artikel 17a Wvo lid 12.6
Artikel 13 Klachten 1. Als de betrokkene dan wel diens wettelijk vertegenwoordiger van mening is dat de bepalingen van de Wpb zoals uitgewerkt in dit reglement niet worden nageleefd of andere redenen tot klagen heeft, dient hij zich te wenden tot de verantwoordelijke. 2. Overeenkomstig de Wpb kan de betrokkene of diens wettelijk vertegenwoordiger zich wenden tot de rechter of het College bescherming persoonsgegevens.
Artikel 14 Slotbepalingen 1. Dit reglement kan aangehaald worden als “privacyreglement verwerking persoonsgegevens samenwerkingsverband VO3003 (RSV Breda ) en treedt in werking op 1-5-2015. 2. Het samenwerkingsverband maakt het reglement (digitaal) openbaar.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
43
Bijlage 4 Bemensing CTLV regionaal en sub-regionaal
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
44
Subregio
Lid
naam
Etten Leur
Lid BaO Reservelid BaO Lid SBO
Jolanda Wedage-Lucas Mari van den Brand Astrid Rens
Breda
Lid BaO Lid SBO
Esther de Wit Irma Hartmans
Oosterhout
Lid BaO
Huub van den Boom
Lid SBO
Peter Honcoop (reserve lid) Myriam Rietveld
Voorzitter Desk SBO Desk SO 4 Desk SO 3 Directeur Secretariaat
Dries Emmen Daniëlle kamerman Bernadette van Gool Els Lombarts Jacques van den Born Marie-Louise Haers
CTLV
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
45
Bijlage 5 Herbestedingsverplichting in kader van tripartite-akkoord
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
46
Kosten tripartite-overeenkomst schooljaar 2015-2016
Herbestedingsverplichtingen Driespan Functie
WTF
Schaal
Brutoloon
inclusief opslag 55%
leraar
0,44
lb15
€
21.079,94
€
32.673,91
leraar
0,5693
lb13
€
25.710,34
€
39.851,03
leraar
0,854
lb15
€
40.912,82
€
63.414,87
leraar
0,854
lb13
€
38.568,76
€
59.781,58
leraar
0,097
lb15
€
4.647,11
€
7.203,02
leraar
1
lb15
€
47.896,63
€
74.239,78
leraar
0,647
lb15
€
30.996,38
€
48.044,39
leraar
0,1523
lb15
€
7.296,91
€
11.310,21
leraar
0,234
lb15
€
11.210,94
€
17.376,96
leraar
0,217
lb15
€
10.396,27
€
16.114,22
leraar
0,35
lb15
€
16.767,66
€
25.989,87
subtotaal
5,4146
€ 255.483,76
€ 395.999,83
adm.med
0,13
5.12
€
4.036,78
€
6.257,01
adm.med
0,2168
5.12
€
6.732,68
€
10.435,65
adm.med
0,1152
5.12
€
3.572,08
€
5.536,72
adm.med
0,1027
5.12
€
3.189,16
€
4.943,20
adm.med
0,0868
4.11
€
2.573,01
€
3.988,17
adm.med
0,0868
4.5
€
2.208,89
€
3.423,78
subtoaal
0,7383
€
22.312,60
€
34.584,53
gdw
0,2168
11.15
€
11.427,99
€
17.713,38
gdw
0,13
11.15
€
6.852,08
€
10.620,72
€
18.280,07
€
28.334,11
subtotaal MW concierge Totaal
0,3468 0,518
8.13
€
20.616,57
€
31.955,68
0,0542
4.11
€
1.607,25
€
2.491,24
€ 318.300,25
€ 493.365,39
BvG is verbonden aan de CTLV en moet nog worden verdisconteerd.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
47
Herbestedingsverplichting INOS Functie
WTF
Schaal
Brutoloon
Inclusief opslag 55%
leraar
0,15
lb15
€
7.158,98
€
leraar
0,1
lb15
€
4.790,34
€
7.425,03
leraar
0,2
lb15
€
9.581,61
€
14.851,50
leraar*
0,6
lb15
€
28.744,91
€
44.554,61
leraar
0,4
lb15
€
19.163,30
€
29.703,12
leraar
0,7
lb15
€
33.536,17
€
51.981,06
leraar
0,6929
lb15
€
33.195,76
€
51.453,43
leraar
0,6
lb15
€
28.744,91
€
44.554,61
leraar
0,512
lb15
€
24.529,27
€
38.020,37
leraar
0,0678
lb15
€
3.248,26
€
5.034,80
subtotaal
4,0227
€
192.693,51
adm.med
0,4
4.11
€
11.859,02
€
adm.med
0,2
4.11
€
5.929,47
€
9.190,68
subtotaal
0,6
€
17.788,49
€
27.572,16
orthoped* leiding
€ 298.674,94
0
11.6
€
-
€
0,4
da12
€
21.190,96
€
€
231.672,96
Totaal
11.096,42
18.381,48
32.845,99
€ 359.093,09
Totale herbestedingsverplichting brutoloon
€ 549.973,21
Totale herbestedingsverplichting inclusief
€ 852.458,48
werkgeverslasten en opslag ( 55%)
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
48
Bijlage 6 Beoordelingscriteria CTLV
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
49
Beoordelingscriteria aanvraag extra ondersteuning bij de CTLV ( i.o.) De toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven door de commissie die door het samenwerkingsverband daartoe is ingericht. Deze commissie toetst de aanvraag procedureel en in geval van een arrangement in de zware ondersteuning ook inhoudelijk. Hierbij hanteert de commissie de volgende indicatoren. Indicator 1: Aanvragende school. De aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring ( TLV) is afkomstig van een reguliere school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs ( niet zijnde een school voor speciaal onderwijs cluster 1 of 2)
Waar de betreffende leerling staat ingeschreven, gelegen in het samenwerkingsverband waar de leerling woonachtig is; Waar de betreffende leerling is aangemeld, gelegen in het samenwerkingsverband waar de leerling woonachtig is; Waar de betreffende leerling is ingeschreven of aangemeld, buiten het samenwerkingsverband, waar de betreffende leerling woonachtig is.
Indicator 2: Inhoudelijke voorbereiding dossier. a. De aanvraag is inhoudelijk voorbereid en voorzien van een advies door het ondersteuningsteam van de school. Het advies wordt gestaafd door een adequaat ingevuld groeidocument* en bestaat tenminste uit: 1. Beschrijving van de stimulerende en belemmerende factoren voor de leerling op de gebieden cognitieve ontwikkeling, didactische ontwikkeling, sociaal emotionele ontwikkeling en de lichamelijk/motorische ontwikkeling. 2. Beschrijving van de onderwijs ( -en opvoed)behoeften van de leerling op de gebieden cognitieve ontwikkeling, didactische ontwikkeling, sociaal emotionele ontwikkeling en de lichamelijk/motorische ontwikkeling. 3. Beschrijving van de stimulerende en belemmerende factoren voor de leerling in de interactie met de leerkracht, de groep en de eigen sociale leefomgeving. 4. Beschrijving van de onderwijs(-en opvoed)behoeften van de leerling in de interactie met de leerkracht, de groep en de eigen sociale leefomgeving. 5. Een juist en volledig ingevuld ontwikkelingsperspepctiefplan, bedoeld in artikel18a van de Wet op het Primair Onderwijsresp. 41a van de Wet op de expertisecentra, volgens het door het samenwerkingsverband hiertoe opgesteld model. 6. Relevante verslagen/afspraken uit eerder leerlingenbesprekingen. Het akkoord van de beide ouders/ verzorgers van de leerling op het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectiefplan ( dag- en handtekening). *Het groeidocument kan een apart format zijn zoals aangereikt door de PO-raad, of worden samengesteld uit informatie zoals die reeds beschikbaar in het leerlingenadministratiesysteem. Het groeidocument verwijst naar een bundeling van gedocumenteerde kwaliteitsuitdrukkingen.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
50
b. De aanvraag is voorzien van een beargumenteerde keuze voor een arrangement in het speciaal (basis)onderwijs, die tegemoet kan komen aan de beschreven onderwijs( - en opvoed)behoeften van de leerling. Hierbij gaat het niet om de met naam te noemen school, maar de soort voorziening met de specifieke ondersteuningskwaliteiten om een de onderwijs ( en opvoed) behoeften te voldoen. c. Bij advisering/ voorbereiding van de aanvraag zijn aantoonbaar een orthopedagoog en/of psycholoog en een medewerker van jeugdhulp of jeugdzorg betrokken geweest, zoals een kinderarts of een schoolmaatschappelijk werker. d. Als de wettelijk verplichte tweede deskundige is bij de advisering/voorbereiding een vertegenwoordiger van het speciaal basisonderwijs betrokken geweest, wanneer een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal basisonderwijs aan de orde is. e. Als de wettelijk verplichte tweede deskundige is bij de advisering/voorbereiding een vertegenwoordiger van het speciaal onderwijs met specifieke expertise op het gebied van de onderwijsbehoefte van de leerling, betrokken geweest, wanneer een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal onderwijs( categorie 1,2 of 3) aan de orde is. f. Het positief advies van de tweede deskundige als bedoeld in lid d impliceert gelijktijdig een positieve beoordeling voor een toelaatbaarheidsverklaring van de betreffende leerling tot de voorgenomen school van aanmelding. g. Het positief advies van de tweede deskundige als bedoeld in lid e impliceert gelijktijdig een sterk positieve indicatie voor een toelaatbaarheidsverklaring van de betreffende leerling tot de voorgenomen school van aanmelding. h. De aanvraag is voorzien van een dag- en handtekening van zowel de ouders, de directeur van de verwijzende school, als de onder lid b bedoelde orthopedagoog of psycholoog als de onder lid d en e bedoelde tweede deskundige. i. De aanvraag is voorzien van een advies over de duur van de plaatsing en eventuele terugplaatsingsmogelijkheden. j. Indien de aanvraag een aanvraag voor speciaal onderwijs betreft, is deze voorzien van een indicatie van de zwaarte van de ondersteuning uitgedrukt in een keuze voor bekostigingscategorie 1, 2 of 3.
Indicator 3: Gevolgde route en fasering. De toelaatbaarheidscommissie stelt vast dat: a. De route van de ondersteuningstoewijzing, zoals beschreven in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband, inclusief de daarbij behorende termijnen, in lijn met wettelijke verplichtingen en afspraken in het samenwerkingsverband, is gevolgd; b. De school werkt volgens de principes van handelingsgericht werken en handelingsgericht arrangeren zoals omschreven in de afspraak over basisondersteuning van het samenwerkingsverband; c. De ouders/ verzorgers vanaf de aanvang van het traject zijn betrokken en hebben deelgenomen aan het overleg; d. De betreffende leerling vanaf de aanvang waar nodig bij het traject is betrokken; e. Het ondersteuningsteam beargumenteerd geen mogelijkheden ziet de leerling binnen de eigen school toereikend te ondersteunen binnen de basisondersteuning, waaronder in ieder geval is begrepen tijdelijke ondersteuning op de eigen school met behulp van expertise vanuit het samenwerkingsverband;
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
51
f.
Het ondersteuningsteam, na overleg met ouders, het eigen bestuur en het samenwerkingsverband, geen mogelijkheden ziet de leerling de noodzakelijke ondersteuning te geven op een andere school voor regulier basisonderwijs in het samenwerkingsverband; g. Het ondersteuningsteam van mening is dat het speciaal basisonderwijs en/of speciaal onderwijs ( niet zijnde een school voor speciaal onderwijs cluster 1 of 2) het meest passende arrangement is voor de leerling.
Indicator 4: Rechtstreekse instroom. In het geval dat de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft op de zogenaamde rechtstreekse instroom kan een toelaatbaarheidsverklaring voor de gehele schoolloopbaan van de leerling ( zonder herindicatie) worden afgegeven. Voor de afgifte van een dergelijke TLV dient in ieder geval voldaan te worden aan de volgende voorwaarden: a. De aanvraag betreft een leerling die geen schoolervaring heeft opgedaan in het regulier basisonderwijs. b. De aanvraag is behandeld door het ondersteuningsteam van de school van aanmelding onder indicator 5 beschreven voorwaarden of is behandeld en geaccordeerd. c. De aanvraag heeft betrekking op een leerling, waarvan evident is dat zij de gehele schoolloopbaan aangewezen is op het speciaal onderwijs ( stabiele kindkenmerken/evidente ondersteuningsbehoefte). Onder deze zogenaamde EMB-leerlingen ( ernstig meervoudig beperkt) worden leerlingen verstaan met: 1. Een laag ontwikkelingsperspectief ten gevolge van een ernstige verstandelijke beperking, vaak met moeilijk te ‘lezen’ gedrag en ernstige sensomotorische problematiek ( zoals ontbreken van spraak, bijna niet kunnen zitten/staan, of 2. Een matige tot lichte verstandelijke beperking en een grote zorgvraag ten gevolge van ernstige en complexe lichamelijke beperkingen, of; 3. Moeilijk te reguleren gedragsproblematiek ( ASS/ hechtingsproblematiek) als gevolg van ernstige psychiatrische stoornissen, in combinatie met een matig tot lichte verstandelijke beperking.
Indicator 5: Observatieplaatsingen. ( beleid in voorbereiding) In het geval de aanvraag een toelaatbaarheidsverklaring voor een observatieplaatsing op in het speciaal (basis)onderwijs betreft, dient voldaan te zijn aan de volgende aanvullende voorwaarden: a. De aanvraag is voorzien van de voor de observatievoorziening relevante observatievragen; b. De aanvraag is voorzien van een, met de observatievoorziening afgestemde, observatietermijn; c. De aanvraag is voorzien van een, met de observatievoorziening afgestemde, afspraak over evaluatie na afloop van de observatietermijn; d. De aanvraag is voorzien van een afspraak over een eventuele terugplaatsing op de verwijzende school, na afloop van de observatietermijn.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
52
Indicator 6: TLV-verlenging. In het geval de aanvraag de verlenging van een reeds bestaande toelaatbaarheidsverklaring betreft dient de aanvraag enkel vergezeld te gaan van: a. De ( tussentijdse en eind-) evaluatieresultaten van het ontwikkelingsperspectiefplan van de leerling. b. Een door aanwezige partijen ondertekend verslag van het eindevaluatiegesprek met het ondersteuningsteam van de betreffende school voor speciaal (basis)onderwijs en de ouders van de leerling, waarin opgenomen een motivatie voor verlenging. c. Een bijgesteld ontwikkelingsperspectief, waarbij de ouders door middel van dag- en handtekening instemming hebben verleend op het handelingsdeel.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
53
Bijlage 7 Aanvraagformulier CTLV Format toelaatbaarheidsverklaring Format arrangementsverklaring
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
54
Commissie Toelaatbaarheidsverklaringen RSV Breda, Optimale Onderwijs Kans Ridderstraat 34, 4902 AB Oosterhout Tel: 076-5607778, email:
[email protected]
Aanvraagformulier Verzoek om een TLV / ondersteuningsarrangement Voor de hieronder vermelde leerling wordt door ondergetekende aan de Commissie ondersteuningstoewijzing/ toelaatbaarheidsverklaringen een verzoek gedaan tot: o Toelaatbaarheidsverklaring SBO; o Toelaatbaarheidsverklaring cluster 3 (LZ / LG / ZML / MG*); o Toelaatbaarheidsverklaring cluster 4; o Ondersteuningsarrangement zware ondersteuning cluster 3 (LZ / LG / ZML / MG*); o Ondersteuningsarrangement zware ondersteuning cluster 4. Naam leerling
Doopnamen:
Geboortedatum
Roepnaam: Geslacht:
Adres Postcode en woonplaats:
BSN nr.:
Naam school:
Naam ouders:
Postadres Postcode en plaats Tel. nr.: Brin nr.:
Postadres Postcode en plaats: Tel. Nr. Email :
Schoolbestuur :
Huidige CvI-beschikking/toelaatbaarheidsverklaring Nummer Afloopdatum Datum: Plaats:
Datum: Plaats:
Handtekening school:
Handtekening ouders/verzorgers / wettelijk vertegenwoordiger**:
*a.u.b. omcrikelen wat van toepassing is. **doorstrepen wat niet van toepassing is. Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
55
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
56
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
57
Bijlage 8 Samenwerking SO cluster 1
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
58
Cluster 1 Koninklijke Visio Aanmelding en toelating Wanneer leraren, ouders of andere verwijzers vermoeden dat een kind of jongere een visuele beperking heeft, kunnen de ouders hun kind aanmelden bij Visio. Ook samenwerkingsverbanden kunnen leerlingen aanmelden mits zij daarvoor toestemming hebben van de ouders. Na aanmelding worden de medische gegevens, waaronder de oogheelkundige gegevens, opgevraagd en worden er zo nodig gedurende één of meerdere dagen onderzoeken uitgevoerd, zoals visueel functieonderzoek, psychologisch onderzoek en pedagogisch en /of didactisch onderzoek. Op grond van de resultaten van dit onderzoek beoordeelt de Commissie van Onderzoek van de betreffende onderwijsinstelling of het kind op basis van de landelijke toelatingscriteria recht heeft op ambulante onderwijskundige begeleiding of op onderwijs van een onderwijsinstelling voor leerlingen met een visuele beperking. Wanneer het kind/de jongere toelaatbaar is, wordt in afstemming met de ouders en (indien aan de orde) de reguliere school een passend arrangement samengesteld: ambulante onderwijskundige begeleiding op een reguliere school; (voortgezet) speciaal onderwijs bij een onderwijsinstelling voor leerlingen met een visuele beperking; samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs. Ieder arrangement wordt op maat ingevuld op basis van de behoeften en ondersteuningsvragen van de betreffende leerling.
Aanmeldingsprocedure en financiering De aanmeldingsprocedure gaat als volgt:
Aanmelding door of namens de ouders komt binnen bij Commissie van Onderzoek (CvO) van Visio; Criteria van toelating worden toegepast; Leerling wordt uitgenodigd voor onderzoek; Voorzitter CvO informeert ouders over besluit; Leerling krijgt aob’er toegewezen
Financiering De dienstverlening van Visio Onderwijs valt binnen Cluster 1 van het speciaal onderwijs. De financiering van Cluster 1 vindt niet plaats vanuit de rugzakgelden, zoals vaak wordt gedacht. Aan de begeleiding door Visio zijn voor de leerling en de school geen kosten verbonden. De reguliere school kan jaarlijks een vast bedrag voor extra bekostiging bij het ministerie aanvragen. Voor scholen binnen het speciaal onderwijs is er een andere regeling.
Gedifferentieerde indicatie De onderwijsinstellingen cluster 1 werken aan de ontwikkeling van een gedifferentieerde indicatiesystematiek. Dat houdt in dat de ondersteuningsbehoefte van de leerling bepalend is voor het budget dat de school ontvangt om de begeleiding voor de leerling vorm te geven. In 2014-2015 worden alle leerlingen opnieuw geïndiceerd, zodat de betreffende scholen in het schooljaar 20152016 een budget krijgen dat is gebaseerd op de ondersteuningsbehoeften van hun cluster 1-
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
59
leerling(en). Inmiddels hebben scholen voor basis- en voortgezet onderwijs met cluster 1-leerlingen een brief met informatie over de nieuwe regelingen en procedures ontvangen.
Begeleiding in regulier onderwijs Met begeleiding in het reguliere onderwijs, ambulante onderwijskundige begeleiding, maakt Visio het mogelijk dat een slechtziend of blind kind naar een basisschool in de buurt kan gaan. Op deze manier kan het kind in de natuurlijke leefomgeving naar school, het kan een eigen vriendenkring opbouwen in de nabijheid van zijn woonplek en het kan stapsgewijs leren om zelfstandig naar school te gaan. Uitgangspunt is: regulier waar het kan, speciaal waar het moet.
Ambulante onderwijskundige begeleiding Ambulante onderwijskundige begeleiding (aob) is er voor leerlingen in het basisonderwijs, in het speciaal onderwijs (zoals zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk), mytyl-tyltyl onderwijs), in alle vormen van het voortgezet onderwijs, in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en indien noodzakelijk in het begin van het hoger beroepsonderwijs of de universiteit. De begeleiding is voor slechtziende en blinde leerlingen in de leeftijd van vier tot twintig jaar. De begeleiding op het mbo, hbo en universiteit kan doorlopen tot de leeftijd van dertig jaar. De ambulant onderwijskundig begeleider (aob'er) van Visio helpt leerlingen met een visuele beperking om zo goed mogelijk deel te kunnen nemen aan het reguliere onderwijs. Hij of zij biedt bijvoorbeeld advies aan leerkrachten over een geschikte lesomgeving en het aanpassen van lesmateriaal. Hij of zij adviseert niet alleen bepaalde hulpmiddelen aan leerlingen, maar ondersteunt ook bij het gebruik ervan. Dankzij de richtlijnen, adviezen en aangeleerde vaardigheden kan de leerling samen met zijn goedziende klasgenoten deelnemen aan het onderwijs.
Onderwijslocatie. Visio Onderwijs Breda biedt onderwijs aan leerlingen met een meervoudige beperking in de leeftijd van vier tot twintig jaar. Naast een visuele beperking hebben alle leerlingen een verstandelijke beperking. Daarnaast hebben veel leerlingen nog extra beperkingen. Zoals motorische beperkingen of een aan autisme verwante contact stoornis (ASS), of bepaalde syndromen zoals Batten Spielmeyer Vogt of het syndroom van Down.
Aangepaste omgeving Vanaf het moment dat men het gebouw van Visio Onderwijs Breda binnenstapt valt de manier waarop de medewerkers met leerlingen omgaan op. De school biedt een warme, veilige omgeving aan leerlingen en ouders. Alles in en om de school wordt volkomen aangepast aan de doelgroep: de gangen zijn leeg en overzichtelijk en de klassen zien er uitnodigend en geordend uit. Het zwembad we gebruiken voor diverse therapieën.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
60
Ontwikkelen op eigen niveau Het uitgangspunt is de leerling als uniek persoon. Per leerling zoeken we naar een specifieke manier waarop hij of zij iets kan leren. Er wordt gekeken naar wat het kind kan in plaats van naar wat het allemaal niet kan. Ontwikkeling van de leerling, op zijn of haar eigen niveau, staat altijd voorop. Leerroutes 1. voor leerlingen met een ontwikkelingsleeftijd van 0-24 maanden 2. voor leerlingen met een ontwikkelingsleeftijd van twee tot vier jaar 3. voor leerlingen met een ontwikkelingsleeftijd van vier tot zes jaar 4. voor leerlingen met een ontwikkelingsleeftijd vanaf zes jaar Voor alle leerroutes is een veilige, uitnodigende leeromgeving het uitgangspunt, zodat leerlingen hun zelfstandigheid en weerbaarheid kunnen vergroten. Leerdoelen worden individueel bepaald en worden zeer regelmatig in samenwerking met de ouders geëvalueerd. In het leerjaar dat de leerling vijftien jaar wordt, wordt er in samenspraak met de ouders, gekeken naar het uitstroomperspectief. Er wordt dan al vooruitgeblikt naar de naschoolse periode. Interesses en mogelijkheden van de leerling zijn, naast de resultaten uit het verleden, bepalend voor de inrichting van het onderwijs vanaf dat moment.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
61
Bijlage 9 Samenwerking SO cluster 2
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
62
Cluster 2 Koninklijke Auris groep De Spreekhoorn De regio waarin De Spreekhoorn cluster 2 onderwijs of begeleiding verzorgt bestaat uit de volgende disciplines: Aanmeldpunt Zeeland & Noord-Brabant in Goes en in Breda Leslocaties: 4 SO scholen en 1 VSO school te weten: SO De Spreekhoorn – Breda De Spreekhoorn – Tilburg Montaal – Bergen op Zoom Auris de Kring – Goes VSO Auris College Goes Er is over het hele voedingsgebied één Ambulante dienst. Binnen de ambulante dienst wordt gewerkt in regio’s die aansluiten bij de leslocaties. Entree: Aanmelding Scholen kunnen een leerling aanmelden bij het aanmeldpunt. De leerling wordt aangemeld bij het aanmeldpunt. Na de aanmelding wordt direct een trajectbegeleider ingezet die het hele proces begeleidt. Consulatie en advies: Bij het aanmeldpunt kunnen scholen ook terecht voor het aanvragen van een consultatie. Een consultatie is een eenmalige (gratis) interventie waarbij op grond van de hulpvraag handelingsaanbevelingen worden gegeven. Een aanmelding en een consultatie kunnen niet tegelijkertijd uitgevoerd worden. Onderstaande figuur geeft het aanmeldtraject weer.
Voor leerlingen die niet voldoen aan de criteria om toegelaten te worden tot cluster 2 kan een begeleid betaald arrangement zogenaamd, BBA, aangevraagd worden.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
63
Toekenning arrangement De zwaarte van een arrangement wordt bepaald op grond van de onderwijsbehoefte van de leerling en het ondersteuningsprofiel van de school. De onderwijsbehoefte(n) van de leerling staan hierbij centraal. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de velden van Sardes waarbij de 5 onderstaande onderdelen worden onderscheiden - Tijd en aandacht - Onderwijsprogramma en materialen - Benodigde expertise, kennis en vaardigheden - Aanpassingen klas, school, omgeving - Betrokkenheid en samenwerking Wanneer een leerling voldoet aan de criteria om in aanmerking te komen voor een toelaatbaarheidsverklaring van cluster 2 kunnen er 3 arrangementen toegekend worden. De arrangementen verschillen in zwaarte. We onderscheiden de volgende arrangementen: Intensief arrangement Dat betekent plaatsing van de leerling op één van onze SO locaties of op de VSO locatie SO: De Spreekhoorn – Breda De Spreekhoorn – Tilburg Montaal – Bergen op Zoom Auris de Kring – Goes VSO Auris College Goes Medium arrangement De leerling staat ingeschreven bij een reguliere school. Een medium arrangement is een intensieve vorm van cluster 2 begeleiding binnen het reguliere onderwijs. Op grond van de onderwijsbehoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoefte van de school wordt de inzet bepaald. Medium setting In de toekomst is cluster2 voornemens om ook medium settingen te formeren in samenspraak met het reguliere werkveld. Een medium setting biedt onderwijs aan leerlingen met een cluster 2 arrangement die op een vastgesteld tijdstip per week in een groep cluster 2 onderwijs krijgen op een daarvoor aangewezen locatie. Het taalonderwijs dat gegeven wordt sluit aan bij de onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Het is mogelijk dat ook andere leerlingen, zonder cluster 2 arrangement, aansluiten bij een dergelijke setting. Binnen de setting wordt gewerkt door cluster 2 medewerker(s) in samenwerking met leerkrachten/ docenten uit het reguliere werkveld. Licht arrangement De reguliere school wordt bezocht door de leerling. Lichte vormen van ambulante begeleiding, zoals observatie en het geven van handelingsadviezen worden uitgevoerd n.a.v. de onderwijsbehoeften van de leerling en ondersteuningsbehoefte van de school. Wanneer een leerling op een SBO is geplaatst of LWOO heeft zal de uitvoering van het arrangement altijd licht zijn.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
64
Verantwoording Als verantwoordingsdocument wordt binnen cluster 2 gewerkt met een Ontwikkelingsperspectief, het zogenaamde OPP. Het ontwikkelingsperspectief bestaat uit vier gedeeltes. Deel 1 bevat naast algemene gegevens de logopedische en de onderzoeksgegevens, de bevorderende en de belemmerende factoren. Deel 2 behelst het verwachte uitstroomniveau en de tussendoelen. Deel 3 gaat over de specifieke onderwijsbehoeften en het onderwijsaanbod en deel 4 beschrijft de verwachte uitstroombestemming en het integratief beeld. Deel 3 en 4 noemen we het handelingsgerichte deel en daar is cluster 2 voor verantwoordelijk. Deel 1 en 2 horen onder de verantwoordelijkheid van de school. Uiteraard is het ook mogelijk om het handelingsgerichte deel onder te brengen in het OPP of groeidocument dat de school hanteert.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
65
Bijlage 10 Parameters risicoanalyse inspectie
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
66
Risico-gestuurd onderzoek. De inspectie voert vanaf augustus 2016 een risico-gestuurd onderzoek uit. Bij het risico-gestuurd toezicht is sprake van een getrapt model: altijd eerst een risicoanalyse die bestaat uit een kennisanalyse, gevolgd door een expertanalyse. Wanneer er aanleiding toe is volgt een gesprek met het bestuur en alleen als er dan nog aanwijzingen zijn dat de kwaliteit mogelijk niet op orde is, volgt een kwaliteitsonderzoek. Voor de risicoanalyse bij de samenwerkingsverbanden gebruikt de inspectie een model dat is gebaseerd op zes parameters. De inspectie gaat ervan uit dat deze parameters voorspellend kunnen zijn voor de kwaliteit van het samenwerkingsverband. Risicoanalyse is dus iets anders dan kwaliteitsbepaling. Het is een middel om zicht te krijgen op een mogelijk kwaliteitstekort. Of er ook daadwerkelijk sprake is van een kwaliteitstekort, is alleen vast te stellen door een kwaliteitsonderzoek en volgt nooit uit een risicoanalyse. Geen risico Als de risicoanalyse geen aanwijzing geeft dat er een kwaliteitstekort kan zijn, is er voor de inspectie geen reden om een gesprek met het bestuur te voeren of een kwaliteitsonderzoek te starten. Wel risico Als er wel aanwijzingen zijn voor een mogelijk kwaliteitstekort, kan de inspectie beslissen om dit te bespreken met het bestuur van het samenwerkingsverband. De risicobepaling is in dat geval pas afgerond nadat de uitkomsten van de analyse zijn besproken met het samenwerkingsverband. Indien nodig kan de inspectie daarna een kwaliteitsonderzoek uitvoeren. Hierin stelt de inspectie aan de hand van het waarderingskader vast of er tekortkomingen zijn. Wanneer dit het geval is, volgt een interventie. Kennisanalyse en expertanalyse De risicoanalyse valt uiteen in een kennisanalyse en een expertanalyse. De kennisanalyse is een geautomatiseerde waarde-meting van parameters. Na de kennisanalyse volgt een expertanalyse. De expertanalyse is een waarde- meting van parameters via deskonderzoek door inspecteurs en analisten. De expertanalyse wordt alleen uitgevoerd bij samenwerkingsverbanden waar mogelijke risico’s blijken na de kennisanalyse en bij de samenwerkingsverbanden die in aanmerking komen voor een steekproefonderzoek. Indien nodig vraagt de inspectie ten behoeve van de expertanalyse aanvullende informatie op bij de samenwerkingsverbanden of bij derden. De inspectie heeft twee groepen parameters vastgesteld op basis waarvan de risicoanalyse plaatsvindt: 1. parameters voor de kennisanalyse (nummers 1 t/m 4); 2. parameters voor de expertanalyse (nummers 4 t/m 6). Parameter nummer 4 heeft zowel een plaats in de kennisanalyse als in de expertanalyse.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
67
1 - Thuiszitters, niet deelnemers aan onderwijs (kennisanalyse) Zijn er leerlingen die niet deelnemen aan onderwijs? Het betreft de leerplichtige jongeren tussen de vijf en de zestien jaar of jongeren van zestien of zeventien jaar met kwalificatieplicht die: vier weken verzuimen, zonder dat zij ontheffing hebben van de leerplicht respectievelijk vrijstelling van geregeld schoolbezoek of wegens het volgen van ander onderwijs. 2 - Spreiding en doorstroom in het onderwijs (kennisanalyse) Aan welke onderwijsinstelling volgen leerlingen die extra ondersteuning krijgen onderwijs? De inspectie vergelijkt hierbij op het niveau van de samenwerkingsverbanden de doorstroom binnen en tussen de verschillende onderwijssoorten, de uitstroom, de afstroom en de opstroom naar ander onderwijs met het landelijk gemiddelde of met andere vergelijkingsgroepen. 3 - (Eerder gegeven) inspectieoordelen op scholen en instellingen (kennisanalyse) Wat is het aantal scholen met aangepast toezicht binnen het samenwerkingsverband en in hoeverre wijkt dit af van het landelijk gemiddelde? Bij een aangepast arrangement of bij scholen uit de jaarlijkse steekproef in het kader van het Onderwijsverslag, maakt de inspectie ook een analyse van de kwaliteitsoordelen van de scholen in het samenwerkingsverband op het kwaliteitsaspect 'ondersteuning van de leerling'. 4 - Signalen (kennis- en expertanalyse) Zijn er signalen die wijzen op tekortkomingen in de uitvoering van passend onderwijs in een regio? Deze parameter is zowel een variabele bij de kennisanalyse als een informatiebron bij de expertanalyse. Vast onderdeel is dat de inspectie input van de gemeenten vraagt. Daarnaast kijkt de inspectie bijvoorbeeld naar het aantal, de inhoud en de uitkomst van beroeps- en bezwaarprocedures en van klachten die voorgelegd zijn aan de Commissie Gelijke Behandeling. Verder kunnen er signalen komen vanuit ouderorganisaties, onderwijsconsulenten, vakbonden, gemeenten of jeugdzorg, maar ook van individuele ouders. Ook kan er sprake zijn van een patroon van signalen in de vorm van telefonische contacten met vertrouwensinspecteurs of publieksfuncties, zoals Informatie Rijksoverheid (voorheen: Postbus 51) en het Loket Onderwijsinspectie. 11
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
68
5 - Het ondersteuningsplan, de jaarverslagen en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen (expertanalyse) De inspectie hanteert een (risico)analysemodel voor het ondersteuningsplan. Hierin komen vragen aan de orde, als: Hoe zijn de schoolbesturen in het samenwerkingsverband aan elkaar verbonden?
Is er sprake van een structuur waarin ze kunnen komen tot een verdeling van inzet van personele en financiële middelen op het gebied van ondersteuning?
Is er een dekkend systeem om te komen tot passend onderwijs voor alle leerlingen?
Is het ondersteuningsplan afgestemd met de gemeente(n) in een op overeenstemming gericht overleg?
Heeft dit overleg tot overeenstemming geleid?
Hoe is de verantwoording geregeld, is er sprake van transparante inzet van ondersteuningsgelden en is het interne toezicht geregeld?
Hoe is de communicatie met leraren en ouders en is hun inbreng voldoende gewaarborgd?
Zodra de jaarverslagen van de samenwerkingsverbanden beschikbaar zijn, betrekt de inspectie ook deze bij de expertanalyse. 6 - De deskundigheid van de leraar op het gebied van het bieden van extra ondersteuning (expertanalyse) De inspectietaak is met ingang van 1 juli 2012 uitgebreid met het beoordelen en bevorderen van de kwaliteit van het onderwijspersoneel. De vraag is aan de orde of er in de scholen voldoende deskundigheid aanwezig is en of de leraren voldoende vakbekwaam zijn op het gebied van pedagogische en didactische ondersteuning van de leerling die extra ondersteuning nodig heeft. De inspectie ontwikkelt een werkwijze om uitspraken op schoolniveau te kunnen doen over de kwaliteit van de leraar op deze gebieden. De gegevens die daarmee (te zijner tijd) ter beschikking komen, kan de inspectie op het niveau van het samenwerkingsverband bij de expertanalyse betrekken.
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
69
Bijlage 11 Werkplan schooljaar 2015-2016
Aanvullend ondersteuningsplan schooljaar 2015-2016 versie 1.0
70
Werkplan 2015- 2016 Onderdeel Beleid Doel 1 KSF
KPI
Activiteiten
Sturing
Het samenwerkingsverband heeft een actief beleid ten aanzien van het voorkomen van thuiszitters.
De basisondersteuning van de scholen is van een hoge kwaliteit Dit is een voorwaarde om de leerling op een andere basisschool te kunnen plaatsen. De processen in de organisatie zijn effectief en efficiënt. Bij BaO- BaO traject komen directeuren en intern begeleiders van de scholen in dezelfde wijk snel bijeen en maken conform protocolafspraken; Bij BaO- SBO wordt de deskundige SBO van de CTLV geconsulteerd t.b.v. de observatieplaats SBO te arrangeren; Bij BaO – SO wordt de deskundige SO 4 of 3 van de CTLV V geconsulteerd t.b.v. de observatieplaats SBO te arrangeren; Het samenwerkingsverband heeft een integraal aanbod met extern goede partners In geval van een onderwijs- en zorgtraject is de CJG-er gelijk beschikbaar t.b.v. indicatie zorg tweede lijn. Het samenwerkingsverband is gebaseerd op wederzijds vertrouwen, waarbij transparantie en verantwoorden vanzelfsprekend zijn. Na plaatsing in de nieuwe setting vindt er na 6 weken een feedbackgesprek plaats tussen de samenwerkende scholen Het samenwerkingsverband heeft voor januari 2016 een beleid vastgesteld om thuiszitters te voorkomen. Na januari 2016 kent het samenwerkingsverband geen kinderen die thuiszitten die afkomstig zijn van één van de eigen scholen binnen het samenwerkingsverband. Opstellen beleid time-outvoorziening BaO inclusief protocol plaatsing en terugplaatsing Opstellen beleid observatieplaatsing SBO inclusief protocol plaatsing en terugplaatsing Opstellen beleid observatieplaatsing SO inclusief protocol plaatsing en terugplaatsing Feedback en monitoring resultaten t.a.v. de uitvoering De uitvoerders zijn betrokken bij de voorbereiding van beleid. Focus: uitvoerders zijn alleen betrokken bij hun eigen traject Betrokkenheid uitvoerder: afvaardiging van de werkvloer is betrokken bij beleidsvoorbereiding Concreet: leidt tot beleid en uitvoeringsprotocol Faciliteer: uitvoering van het beleid leidt tot bekostiging van arrangement 71
Betrokkenen
Tijdlijn Monitor
Financiën
Doel 2
KSF
Sturen op resultaat: uitvoering beleid moet leiden tot voorkomen thuiszitters Houd de regie vast: onderdeel van gesprek tijdens werkbespreking met voorzitter CTLV. Leg uit: Uitleg tijdens de studiebijeenkomsten voor directeuren en intern begeleiders en de actoren in de ondersteuningsorganisatie in de sub-regio’s Incentive cultuur: directeur PO monitort uitvoeren beleid en geeft feedback en complimenten. Ten behoeve van opstellen en uitvoeren beleid: - BaO-BaO: afvaardiging directeuren BaO en intern begeleiders met afvaardiging CTLV - BaO- SBO: afvaardiging intern begeleiders BaO en gedragswetenschappers SBO met afvaardiging CTLV - BaO – SO: afvaardiging intern begeleiders BaO en gedragswetenschappers SO met afvaardiging CTLV September t/m december 2015 t.b.v. opstellen beleid Uitvoering beleid na 01-01-2016 Het samenwerkingsverband rapporteert per kwartaal hoeveel leerling er volgens leerplicht thuis zitten en hoeveel gebruik maken van een time-out voorzieningen of een observatieplaats en tot welke resultaten de interventies hebben geleid. Deze rapportage is tevens beschikbaar voor de OPR. Per time-out plaatsing basisonderwijs: € 1500, Per observatieplaatsing speciaal basisonderwijs: van € 1250, - en € 2000, Per observatieplaatsing speciaal onderwijs: van € 2400, - tot € 3600, -
Het samenwerkingsverband heeft een actief beleid ten aanzien van de begeleiding van ouders van kinderen die extra ondersteuningsbehoeften hebben.
De basisscholen hebben hun interne ondersteuningsteam ingericht Leerkrachten zijn bekend met de ondersteuningsafspraken binnen de school De basisscholen hebben aansluiting op de ondersteuningsorganisatie van het samenwerkingsverband De basisscholen hebben aansluiting op de externe partners als de jeugdzorg De school heeft de interne procedures omtrent extra ondersteuning voor ouders gedocumenteerd De school heeft de eigen mogelijkheden van ondersteuning in het schoolondersteuningsprofiel geëxpliciteerd School betrekt ouders in het proces als partners met ervaringsdeskundigheid ( praten met in plaats van praten over) Het samenwerkingsverband heeft een dekkend netwerk dat transparant is, zodat ouders kunnen worden meegenomen in het besluitvormingsproces. 72
KPI Activiteiten
Sturing
Betrokkenen
Tijdlijn Monitor
Financiën
Minimaal 80% van de ouders geeft aan tevreden te zijn over de wijze waarop zij zijn geïnformeerd over extra ondersteuning, zijn begeleid bij het opstellen van het begeleidingsplan voor hun kind en de wijze waarop hun inbreng is betrokken bij de besluitvorming Ontwikkelen digitale vragenlijst t.b.v. meten ouderbetrokkenheid en oudertevredenheid Beheren van deze digitale vragenlijst via de website van het samenwerkingsverband Ouders ontvangen van de CTLV bij de kopie van de TLV of AV een verzoek tot invullen van de vragenlijst plus instructie Directeur PO stelt aan de hand van de ingevulde vragenlijsten een rapport op en geeft feedback aan de schoolbesturen en de scholen ter verbetering van de begeleiding van ouders. Focus: De vragenlijst moet effectief en efficiënt zijn en alleen dat meten dat gemeten moet worden. Betrokkenheid uitvoerder: afvaardiging van de werkvloer en ouders zijn betrokken bij beleidsvoorbereiding ( oudergeleding OPR) Concreet: leidt tot beleid en uitvoering en effectmeting en draagt daarmee bij aan de kwaliteitsverbetering van de processen Faciliteer: uitvoering van het beleid leidt informatie om de eigen processen te verbeteren Sturen op resultaat: uitvoering beleid moet leiden tot goede ouderbetrokkenheid door de scholen Houd de regie vast: onderdeel van gesprek tijdens werkbespreking met voorzitter CTLV. Leg uit: Uitleg tijdens de studiebijeenkomsten voor directeuren en intern begeleiders en de actoren in de ondersteuningsorganisatie in de sub-regio’s en feedback aan schoolbesturen, directeuren en intern begeleiders. Incentive cultuur: directeur PO monitort uitvoeren beleid en geeft feedback en complimenten. In de fase van de ontwikkeling zijn betrokken: - Directeur PO - Lid van de CTLV - Een directeur basisonderwijs - Een interne begeleider basisonderwijs - Lid van de oudergeleding OPR - Beheerder van de website. In de fase van uitvoering zijn betrokken: - Secretaresse PO en CTLV - Directeur PO - Beheerder website Voor 1 januari 2016 beschikt het samenwerkingsverband over een digitale vragenlijst om ouderbetrokkenheid en – tevredenheid te meten. Vanaf januari 2016 worden data verzameld en vindt rapportage plaats naar het bestuur van het samenwerkingsverband. Ouders vullen na het verkrijgen van een arrangement of een TLV SO of SBO voor hun kind een digitale vragenlijst in aan de hand waarvan de ouderbetrokkenheid en oudertevredenheid worden gemeten. De directeur PO stelt aan de hand hiervan in mei 2016 een eerste rapportage op t.b.v. het bestuur en de scholen en de OPR. Ontwikkeling digitale vragenlijst € 2000, - en beheer €250, - per schooljaar. 73
Onderdeel Organisatie Doel 3
Het samenwerkingsverband beschikt over een klachtenregeling t.a.v. het functioneren van de CTLV en de activiteiten vanuit de interne ondersteuningsorganisatie in het kader van het voortraject en de begeleiding van de arrangementen.
KSF
Het samenwerkingsverband heeft de werkwijze van de CTLV voldoende expliciet en eenduidig geformuleerd Het samenwerkingsverband heeft de taken en de verantwoordelijkheden van de interne ondersteuningsorganisatie voldoende expliciet gemaakt ten aanzien activiteiten in het voortraject en de begeleiding van arrangementen. November 2015 beschikt het samenwerkingsverband over een klachtenregeling die door het bestuur van het samenwerkingsverband is vastgesteld. Opstellen klachtenregeling mede op basis van landelijk beschikbare documentatie Vaststellen van de klachtenregeling door het bestuur Informeren van de OPR omtrent de klachtenregeling Publiceren van de klachtenregeling binnen het samenwerkingsverband. Focus: de klachtenregeling heeft alleen betrekking op die onderdelen waarvoor het bestuur van het samenwerkingsverband verantwoordelijk is. Betrokkenheid uitvoerder: afvaardiging bestuur met directeur PO. Ten behoeve van afbakening overleg met de voorzitter van de CTLV, bevoegde gezagsorganen SO die het personeel beschikbaar stellen voor de ondersteuningsorganisatie. Concreet: leidt tot een klachtenregeling die het mogelijk maakt om klachten om te buigen naar een wederzijds acceptabele oplossing Faciliteer: uitvoering van beleid leidt tot duidelijkheid omtrent verantwoordelijkheden en plichten in het traject van toeleiding en ondersteuning. Wat ligt bij de school, wat bij het bevoegd gezag en wat bij het samenwerkingsverband. Sturen op resultaat: uitvoering beleid moet leiden tot of een bevredigende oplossing of tot begrip van de situatie. Houd de regie vast: onderdeel van gesprek tijdens directeur PO en dagelijks bestuur Leg uit: Uitleg aan bestuurders en tijdens studiebijeenkomsten voor directeuren en intern begeleiders en de actoren in de ondersteuningsorganisatie in de sub-regio’s Incentive cultuur: directeur PO monitort uitvoeren beleid en geeft feedback en complimenten. Directeur PO Afvaardiging bestuur Voorzitter CTLV
KPI Activiteiten
Sturing
Betrokkenen
74
Tijdlijn Monitor Financiën
Vertegenwoordiging besturen SO 3 en SO4 Tussen augustus en oktober 2015 wordt de klachtenregeling in concept opgesteld, waarna in november bestuurlijke vaststelling kan plaatsvinden. Na vaststelling publicatie via de website en informatie aan de OPR. Uit de notulen van de bestuursvergadering blijkt of de klachtenregeling is vastgesteld. Met de ontwikkeling van de klachtenregeling zijn geen aanvullende kosten gemoeid.
Doel 4
Het samenwerkingsverband beschikt over een interne ondersteuningsorganisatie om de basisscholen te helpen met het toeleiden van leerlingen tot het speciaal (basis)onderwijs en het opstellen en uitvoeren van ondersteuningsarrangementen voor leerlingen die in aanmerking komen voor extra ondersteuning.
KSF
Er is een goed zicht op de ondersteuningsvragen in het onderwijsveld Er is in het samenwerkingsverband zowel kwalitatief als kwantitatief voldoende expertise aanwezig om de ondersteuningsvragen te kunnen beantwoorden Het samenwerkingsverband heeft met de SO-partners goede afspraken gemaakt om er voor te zorgen dat kwalitatief goed personeel voor het samenwerkingsverband behouden blijft Alle schoolbesturen hebben op hun eigen scholen een gedragswetenschapper ( generalist) in het interne ondersteuningsteam, die mede het besluit neemt om een beroep te doen op deskundigheid van de ondersteuningsorganisatie van het samenwerkingsverband gericht op expertise SBO of SO. Gedurende het schooljaar 2015-2016 hebben alle scholen tijdig ( binnen een termijn van twee weken) de juiste deskundigheid in aansluiting op het interne ondersteuningsteam kunnen inzetten ten behoeve van de toeleiding tot de CTLV. Gedurende het schooljaar 2015-2016 hebben alle scholen binnen twee weken na afgifte van de arrangementsverklaring afspraken kunnen maken over de directie ondersteuning bij de uitvoering van het arrangement binnen de school. In kaart brengen van de ondersteuningsvragen van de basisscholen om zicht te krijgen omtrent gewenste expertise en volume Afspraken maken over: o beheer en aansturing van personeel o de beschikbaarheid van personeel in antwoord op de vraag van de basisschool o de activiteiten m.b.t. verwachte kwaliteit en benodigde tijd Het personeel dat werkzaam is in de ondersteuningsorganisatie wordt opgeleid vanuit de cultuur van het samenwerkingsverband – voor zoveel mogelijk thuisnabij een passend onderwijsaanbod. Na inrichting van de organisatie wordt deze een het scholenveld gepresenteerd inclusief alle afspraken die zijn gemaakt.
KPI
Activiteiten
75
Sturing
Betrokkenen
Tijdlijn Monitor
Financiën
Focus: de inzet van de ondersteuningsorganisatie van het samenwerkingsverband is beperkt tot de toeleiding tot de CTLV, het ondersteunen van de uitvoering van arrangementen en het ondersteunen van leerlingen met extra ondersteuning in het proces van de schakelmomenten als PO-VO, SO-BAO, SBO-BaO, SBO-SO etc. Betrokkenheid uitvoerder: directeur PO, 2 intern begeleiders, de direct leidinggevenden van de huidige AB-diensten. Ten behoeve van afbakening overleg met de voorzitter van de CTLV, bevoegde gezagsorganen SO die het personeel beschikbaar stellen voor de ondersteuningsorganisatie. Concreet: leidt tot ondersteuning van de basisscholen in hun directe behoeften van ondersteuning bij toeleiding en uitvoering arrangement of nemen van schakelpunten. Sturen op resultaat: uitvoering beleid moet leiden goed onderbouwde groeidocumenten zodat de CTLV op basis van procedurele toetsing besluiten kan nemen omtrent TLV of AV. Tevens leidt dit tot het inzichtelijk maken wat de leerling nodig heeft om op de eigen basisschool de ontwikkelingsdoelen te behalen en op welke wijze de ondersteuningsorganisatie daartoe een bijdrage kan leveren. Houd de regie vast: onderdeel van gesprek tussen de directeur PO, de CTLV en de leiding van de ondersteuningsorganisatie Leg uit: Uitleg aan bestuurders en tijdens studiebijeenkomsten voor directeuren en intern begeleiders en de actoren in de ondersteuningsorganisatie in de sub-regio’s Incentive cultuur: directeur PO monitort uitvoeren beleid en geeft feedback en complimenten. Directeur PO Voorzitter CTLV Bestuurders SO Intern begeleiders September 2015 tot en met juli 2016. Inrichting moet in september zijn geregeld. De uitvoering start gelijk daarop aansluitend. Personeel in de ondersteuningsstructuur registreert de uitvoering conform verzoek samenwerkingsverband ( klant, aard van de activiteit, bestede tijd, behaalde resultaat). In het voorjaar 2016 presenteert de directeur PO de jaarcijfers aan het bestuur t.b.v. het opstellen / verbeteren van beleid. Na het bestuur worden de gegevens gedeeld met de OPR en het scholenveld. Het samenwerkingsverband zet voor deze ondersteuningsorganisatie minimaal het bedrag in dat nodig is in het kader van de herbestedingsverplichting, zijnde ongeveer € 900.000.
76
Onderdeel Primair proces Doel 5
Het samenwerkingsverband is onder andere ingericht om voor leerlingen die in aanmerking komen voor extra ondersteuning een passend onderwijs aanbod te realiseren. Het samenwerkingsverband streeft er naar om binnen een termijn van 6 weken na afgifte beschikking of verklaring van de CTLV een antwoord te geven op die extra ondersteuningsbehoeften.
KSF
De ondersteuningsorganisatie van het samenwerkingsverband is ingericht en operationeel Het personeel in de ondersteuningsorganisatie is voldoende opgeleid om de ondersteuningsvragen te beantwoorden Het SBO heeft voldoende plaatsingsmogelijkheden en de plaatsingsprocedure is goed ingericht. Het SBO doet namens de vertegenwoordiger in de CTLV een uitspraak omtrent de plaatsbaarheid van de leerling De betrokkenheid van de expertise SBO of SO in het voortraject leidt tot een proactieve houding t.a.v. de voorbereiding tot plaatsing of de uitvoering ondersteuning arrangement. SO 3 en SO 4 hebben voldoende plaatsingsmogelijkheden en de plaatsingsprocedures zijn goed ingericht Ouders zijn voldoende meegenomen in het traject om coöperatief medewerking te verlenen Alle leerlingen zijn binnen een termijn van 6 weken na afgifte TLV geplaatst in het SBO of SO cluster 3 of 4 of is de uitvoering van het arrangement binnen de basisschool met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband opgestart. Opstellen protocol t.b.v.: - ondersteuning basisschool aan ouders bij verwijzing SBO of SO na afgifte TLV - inzet ondersteuningsorganisatie bij uitvoering arrangement - plaatsingsprocedure SBO en SO 3 en SO4 - registratie in leerlingenadministratiesysteem en in BRON ( bij plaatsing SO) Focus: het gaat om het tijdig realiseren van de extra ondersteuning aan leerlingen met medewerking van ouders. Betrokkenheid uitvoerder: directies SBO, SO 3 en SO4 en ondersteuningsorganisatie. Concreet: leidt tot realisatie van gewenste ondersteuning binnen acceptabele termijnen. Sturen op resultaat: het beleid moet leiden tot het ontwikkelen van routines in de realisatie van tijdige beschikbaarheid van extra ondersteuning. Leg uit: Uitleg aan bestuurders en tijdens studiebijeenkomsten voor directeuren en intern begeleiders en de actoren in de ondersteuningsorganisatie in de sub-regio’s Incentive cultuur: directeur PO monitort uitvoeren beleid en geeft feedback en complimenten. De melder van elke 50ste leerling ( plaatsing of uitvoering arrangement) ontvangt van het samenwerkingsverband een taart.
KPI Activiteiten
Sturing
77
Betrokkenen
Tijdlijn Monitor
Financiën
Bij het opstellen van beleid zijn betrokken: - directeur PO - afvaardiging directies SBO en directies SO 3 en SO 4 - leidinggevenden van de ondersteuningsorganisatie - afvaardiging directie basisscholen ( maximaal 2 personen) Gedurende het gehele schooljaar 2015-2016 De uitvoering van beleid wordt geregistreerd aan de hand van de gegevens in BRON en op grond van de registraties in de beschikbare leerlingenadministratiesystemen en de tijdregistraties die worden uitgevoerd door de personeelsleden in de ondersteuningsorganisatie. Tevens worden basisscholen verzocht om plaatsing of start uitvoering arrangement te melden via de mail aan het secretariaat van het samenwerkingsverband. Monitor is onderdeel van de evaluaties tijdens netwerken intern begeleiders. Juni 2016 volgt de eerste rapportage naar bestuur en daarna naar de OPR Aan het opstellen beleid zijn geen aanvullende kosten verbonden. De kosten van arrangement of plaatsing zijn in het bekostigingssysteem reeds opgenomen. Kosten verbonden aan het uitdelen van taarten € 250, -.
Doel 6
De CTLV handelt alle aanvragen voor een toelaatbaarheids- of een arrangementsverklaring af binnen de wettelijke termijnen, op voorwaarde dat de aanvraag aan de volledigheidseisen voldoet.
KSF
De CTLV is wat betreft de procesvoering adequaat ingericht De CTLV beschikt over voldoende deskundigheid zowel kwalitatief als kwantitatief De ondersteuningsorganisatie van het samenwerkingsverband is zodanig ingericht dat de juiste ondersteuning tijdig kan worden geleverd De ondersteuningsorganisatie van het samenwerkingsverband ondersteunt de scholen op de juiste manier om de gewenste kwaliteit aan te leveren aan de CTLV Scholen hebben hun interne procedures en structuur op orde en komen tegemoet aan de eisen die de CTLV stelt Scholen hebben ouders adequaat betrokken in het proces van toeleiding, zodat zij partner zijn in de aanvraag aan school Tijdens het schooljaar 2015-2016 geeft de CTLV voor alle aanvragen op basis van een volledig dossier binnen de termijn van 6 weken een toelaatbaarheidsverklaring of een arrangementsverklaring af. De CTLV ontwikkelt een web based programma om vanaf 01-09-2015 alle aanvragen digitaal te ontvangen en te verwerken. Vanaf september 2015 informeert de CTLV het scholenveld over de wijze van digitale aanvraag en ontvangen de bestuurders en de scholen een introductie op de monitor van de CTLV
KPI Activiteiten
78
Sturing
Betrokkenen Tijdlijn Monitor
Financiën
Focus: het gaat om digitaal aanvragen zodat de CTLV het gehele interne proces eveneens digitaal kan afwerken waardoor processen simultaan kunnen verlopen in plaats van successief. Betrokkenheid uitvoerder: directeur PO en de leden van de CTLV inclusief secretariaat, in samenwerking met programmeerbedrijf Concreet: leidt tot vermindering planlast, snellere procedures en centrale monitor. Sturen op resultaat: het beleid moet leiden tot het ontwikkelen een kwalitatief hoogwaardige en snelle afhandeling van aanvragen bij de CTLV. Leg uit: Uitleg aan bestuurders en tijdens studiebijeenkomsten voor directeuren en intern begeleiders en de actoren in de ondersteuningsorganisatie in de sub-regio’s Incentive cultuur: directeur PO monitort uitvoeren beleid en geeft feedback en complimenten. De leden van de CTLV en het secretariaat zijn in samenwerking met het programmeerbedrijf degenen die het softwarepakket ontwerpen. Introductie volgt daarna i.s.m. de directeur PO. In de maanden april tot en met juli wordt het programma gebouwd en uitgetest, zodat met de ingang van het nieuwe schooljaar kan worden gestart. Alle wettelijke termijnen zijn ingevoerd in AFAS t.b.v. de financiële organisatie. Invoering van de aanvragen CTLV in AFAS leidt direct tot koppeling wettelijke termijn. Controle vindt tevens plaats in het web based programma t.b.v. digitale aanvraag. De directeur PO meldt per kwartaal het aantal aanvragen TLV en AV en het aantal malen dat de wettelijke termijn niet is gehaald. De ontwikkeling van het web based programma kost ongeveer € 10.000, -
Doel 7
Alle scholen binnen het samenwerkingsverband werken vanaf 01-08-2016 met het format groeidocument op basis van handelingsgericht werken (HGW) en handelingsgericht arrangeren ( HGA) binnen de school.
KSF
De scholen werken met een digitaal leerlingenadministratiesysteem Het leerlingenadministratiesysteem maakt een koppeling groeidocument mogelijk De scholen weten wat handelingsgericht werken is Scholen zijn bereid om de interne ondersteuningsstructuur handelingsgericht in te richten Het samenwerkingsverband realiseert een projectorganisatie om het groeidocument te implementeren Vanaf 01-08-2016 zijn de scholen in het samenwerkingsverband voldoende toegerust in het werken met het groeidocument dat de CTLV de bij 80% van de aanvragen alleen nog maar procedureel hoeft te toetsen. Vanuit het projectteam worden de volgende activiteiten uitgevoerd. Voor 1 augustus 2015 zijn alle actoren die werkzaam zijn in de ondersteuningsorganisatiegeschoold in het gebruik van het groeidocument
KPI Activiteiten
79
Sturing
Betrokkenen
Tijdlijn Monitor
Financiën
en het toeleiden naar extra ondersteuning Voor 1 augustus 2015 is van alle scholen inzichtelijk welke ontwikkeling zij hebben doorgemaakt t.a.v. het handelingsgericht werken en handelingsgericht arrangeren Voor 1 augustus 2015 is duidelijk welke mogelijkheden er zijn om de leerlingenadministratiesystemen te koppelen aan het groeidocument Voor 1 januari 2016 zijn alle intern begeleiders gecoacht in het werken met het groeidocument Voor 1 januari 2016 zijn alle zorgactoren ( CJG, SMW, GGD etc.) geïnformeerd over het groeidocument, de werkwijze binnen het samenwerkingsverband en wat van hen wordt verwacht als zij aansluiten op het interne ondersteuningsteam van de school Voor juli 2016 hebben alle scholen HGW en HGA ingevoerd op het niveau van de werkvloer, de klas Voor juli 2016 hebben alle scholen een passende digitale aansluiting op het groeidocument Vanaf augustus 2016 kunnen alle scholen met ondersteuning een inhoudelijk volledig groeidocument aanleveren. Focus: het gaat om het inrichten van de bedrijfsprocessen op zodanige wijze dat met vermindering planlast, maar door het beleggen van de primaire verantwoordelijkheid bij de leerkracht, kwalitatief goede aanvragen worden verstuurd naar de CTLV. Betrokkenheid uitvoerder: de projectorganisatie Concreet: leidt tot vermindering planlast, geborgde procedures in de school en de samenwerking met de ondersteuningsorganisatie Sturen op resultaat: het beleid moet leiden tot passend ondersteuning voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften Leg uit: Uitleg aan bestuurders en tijdens studiebijeenkomsten voor directeuren en intern begeleiders en de actoren in de ondersteuningsorganisatie in de sub-regio’s Incentive cultuur: directeur PO monitort uitvoeren beleid en geeft feedback en complimenten. Projectleiding ( Ronald Teuns (proces) en Inge Bloemers (inhoud)) Stuurgroep ( projectleiding, directeur PO en afvaardiging DB) Projectgroep inhoud Projectgroep proces Het project wordt uitgevoerd van april 2015 tot augustus 2016. Alle momenten die kritisch zijn ten aanzien van de voortgang van het project worden door de projectleider afzonderlijk geëvalueerd en besproken in de stuurgroep. Daarna wordt vanuit de stuurgroep gerapporteerd aan het DB. De voortgang van het project wordt gecommuniceerd aan de hand van de nieuwsbrief van he samenwerkingsverband. Voor het project is een budget gereserveerd tot maximaal € 150.000,-
80
Onderdeel
Reflectie
Doel 8
Het samenwerkingsverband beschikt over een dekkend netwerk van voorzieningen, zodat aan alle leerlingen een passend onderwijsaanbod kan worden gerealiseerd.
KSF
Scholen hebben een schoolondersteuningsprofiel (SOP) ingevuld en dit gedeeld moet leerkrachten en stakeholders Scholen zijn bereid om hun eigen SOP kritisch te beschouwen vanuit de wetenschap dat ondersteuningskwaliteit evolueert Scholen zijn bereid om met en van elkaar te leren Scholen zijn op zoek naar een objectivering van de ondersteuningskwaliteit van de scholen Voorjaar 2016 beschikt het bestuur van het RSV Breda PO 30-03 over een beleidsnotitie om besluiten te nemen omtrent verbetering zich op dekkend netwerk schooljaar 2016-2017 Binnen het samenwerkingsverband gaat een projectgroep antwoord geven op de vragen: - Op welke wijze krijgen we de ondersteuningskwaliteiten van de scholen transparanten communiceerbaar? - Op welke wijze maken we de kwaliteit van de basisondersteuning inzichtelijk? - Op welke wijze houden we de informatie omtrent de ondersteuningskwaliteiten van de scholen actueel? - Kan een systeem van interne audits een bijdrage leveren aan het objectiveren van de ondersteuningskwaliteiten van de scholen en levert dit een bijdrage aan het leren van en met elkaar? - Op welke wijze zou het uitvoeren van de audits moeten worden georganiseerd en op grond van welke parameters vinden deze audits plaats? Focus: het gaat om het opstellen van beleid om een transparant dekkend netwerk te realiseren. Betrokkenheid uitvoerder: de projectgroep en de directeur PO Concreet: leidt tot planmatige dialoog omtrent ondersteuningskwaliteit, tot dekkend netwerk op het niveau van de wijk. Sturen op resultaat: het beleid moet leiden tot een zo thuisnabij mogelijk, passende ondersteuning voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften Leg uit: Uitleg aan bestuurders en tijdens studiebijeenkomsten voor directeuren en intern begeleiders en de actoren in de ondersteuningsorganisatie in de sub-regio’s Incentive cultuur: directeur PO monitort beleidsontwikkeling en geeft feedback en complimenten. Aan de werkgroep wordt deelgenomen door: - Externe projectleider - 2 intern begeleiders - 2 directeuren basisonderwijs
KPI Activiteiten
Sturing
Betrokkenen
81
Tijdlijn
- 1 directeur namens SBO/SO - 1 bestuurder September 2015- tot april 2016 Na bestuurlijke vaststelling wordt het plan gedeeld met de OPR.
Monitor Financiën
De projectgroep rapporteert aan de directeur PO. € 5000,- t.b.v. projectleiding, secretariële ondersteuning en aanschaf materialen.
Onderdeel Partners Doel 9
Het samenwerkingsverband heeft uitgewerkte ontwikkelagenda t.b.v. de afstemming onderwijs en jeugdzorg en een werkplan ten behoeve het opleveren van beleidsnotities die leiden tot gezamenlijk beleid.
KSF
Het samenwerkingsverband heeft een ondersteuningsplan De gemeenten hebben een jeugdplan Het samenwerkingsverband en de gemeenten voeren jaarlijks met elkaar OOGO omtrent de ontwikkelagenda De directeuren passend onderwijs PO en VO voeren voorbereidend overleg om ambtelijk niveau Voor 1 januari 2016 beschikken de samenwerkingsverbanden en de participerende gemeenten over een gedeelde ontwikkelagenda die is vertaald naar een werkplan voor de schooljaren 2016-2017 tot en met 2018- 2019 De directeuren PO en VO stellen in samenwerking met beleidsambtenaren van de elf gemeenten een uitgewerkte ontwikkelagenda. Deze uitgewerkte ontwikkelagenda wordt vertaald naar een werkplan t.b.v. het opstellen van beleidsnotitie. In verschillende groepen worden de beleidsnotities in concept uitgewerkt. Het gaat hierbij o.a. om: - Onderwijs achterstandenbeleid - Leerlingenvervoer - Onderwijshuisvesting - Leerplicht - Aansluiting jeugdzorg en de achterliggende zorg. Focus: het gaat om het opstellen van beleid om de samenwerking onderwijs en gemeenten te bevorderen t.b.v. flankerend beleid. Betrokkenheid uitvoerder: de directeuren passend onderwijs en de beleidsambtenaren Concreet: leidt tot eenduidige samenwerkingsafspraken om passend onderwijs en onderwijs en zorg goed te kunnen uitvoeren.
KPI Activiteiten
Sturing
82
Betrokkenen
Leg uit: Uitleg aan bestuurders Incentive cultuur is alleen indirect van toepassing ( win - win) De directeuren passend onderwijs en de beleidsambtenaren onderwijs en jeugd.
Tijdlijn
September 2015 tot januari 2016.
Monitor Financiën
Oktober 2015 ligt het werkplan voor aan de beide DB’s ( PO en VO) en de OPR. Geen aanvullende financiering.
83
Bijlage 12
Meerjarenbegroting
84
Samenvatting meerjarenbegroting SWV PO 30-03 Vanaf 1 aug. 2014
Baten
2014/2015
2015/2016
2016/2017
2017/2018
2018/2019
2019/2020
€ 5.152.894 € 144.211 € 5.297.104
€ 5.101.389 € 142.812 € 5.244.200
€ 5.050.481 € 141.413 € 5.191.893
€ 5.000.021 € 140.014 € 5.140.034
€ 4.950.158 € 138.615 € 5.088.772
€ 4.900.743 € 137.323 € 5.038.066
Materieel - Bekostiging materieel
€
€
€
€
€
€
Totaal lichte ondersteuning
€ 5.552.063
€ 5.496.613
€ 5.441.786
€ 5.387.432
€ 5.333.702
€ 5.280.549
Rijksbijdragen zware ondersteuning Personeel - Pers. Bek. Rugzakken schooldeel (Excl. AB-deel) + extra - Bekostiging personeel SWV - Overgangsbudget SWV ZO (vereveningsbedrag) Totaal Personeel
€ 2.694.556 € € € 2.694.556
€ € 10.419.321 € 2.076.823 € 12.496.144
€ € 10.313.723 € 1.972.982 € 12.286.704
€ € 10.209.019 € 1.661.458 € 11.870.478
€ € 10.105.509 € 1.246.094 € 11.351.603
€ € 10.002.894 € 623.047 € 10.625.941
Materiaal - Mat. Bek. Rugzakken Schooldeel (excl. AB-deel) + extra
€
763.626
€ 1.042.022
€ 1.031.451
€ 1.020.988
€ 1.010.627
€ 1.000.356
Totaal zware ondersteuning
€ 3.458.182
€ 13.538.166
€ 13.318.156
€ 12.891.465
€ 12.362.230
€ 11.626.297
€ € €
€ € €
€ € €
€ € €
€ € €
€ € €
Rijksbijdragen lichte ondersteuning Personeel - Bekostiging personeel - Extra bekostiging ondersteuning achterstandsleerlingen Totaal personeel
Overige baten - Restant tientjesregeling - Extra ondersteuning passend onderwijs Totaal overige baten
1)
3)
254.959
485.000 485.000
252.413
341.710 341.710
249.892
338.300 338.300
247.398
334.920 334.920
244.930
331.580 331.580
242.483
328.270 328.270
Totale baten
€ 9.495.245
€ 19.376.489
€ 19.098.241
€ 18.613.818
€ 18.027.512
€ 17.235.116
Samenvatting gesplitst naar personeel, materieel en overig - Personeel
€ 7.991.660
€ 17.740.344
€ 17.478.598
€ 17.010.512
€ 16.440.375
€ 15.664.007
85
- Materieel - Overige
€ 1.018.585 € 485.000
€ 1.294.435 € 341.710
€ 1.281.343 € 338.300
€ 1.268.386 € 334.920
€ 1.255.556 € 331.580
€ 1.242.839 € 328.270
Totale baten
€ 9.495.245
€ 19.376.489
€ 19.098.241
€ 18.613.818
€ 18.027.512
€ 17.235.116
Vanaf 1 aug. 2014
Lasten
2014/2015
Overdracht i.v.m. leerlingen SBO - Personeel - Materieel Totaal overdracht i.v.m. leerlingen SBO
2015/2016
2016/2017
2017/2018
2018/2019
2019/2020
€ € €
429.929 54.452 484.381
€ € €
405.513 32.752 438.266
€ € €
381.098 31.535 412.634
€ € €
360.751 30.150 390.901
€ € €
332.266 28.708 360.974
€ € €
307.849 27.360 335.209
€ €
165.422 20.281
€ €
165.422 20.281
€ €
165.422 20.281
€ €
165.422 20.281
€ €
165.422 20.281
€ €
165.422 20.281
€
185.704
€
185.704
€
185.704
€
185.704
€
185.704
€
185.704
€ € € €
-
Materieel - Overdracht i.v.m. leerlingen SO op 1 okt T-1 - Overdracht i.v.m. leerlingen SO op peildatum - Leermiddelen Totaal Materieel
€ € € €
Totaal zware ondersteuning
Project 1, Overhead - personeel
Totaal overdracht SBO i.v.m. groei peildatum - Personeel - Materieel
4)
Totaal overdracht SBO i.v.m. groei peildatum Zware ondersteuning Personeel - Overdracht i.v.m. leerlingen SO op 1 okt T-1 - Overdracht i.v.m. leerlingen SO op peildatum - herbestedingsverplichting maximaal (exclusief PAB) Totaal Personeel
5)
€ 7.102.765 € 351.196 € 1.503.906 € 8.957.868
€ 7.009.453 € 351.196 € 1.503.906 € 8.864.556
€ 6.916.141 € 351.196 € 1.503.906 € 8.771.244
€ 6.822.828 € 351.196 € 1.503.906 € 8.677.931
€ 6.729.516 € 351.196 € 1.503.906 € 8.584.619
375.187 21.351 396.538
€ € € €
€ € € €
€ € € €
€ € € €
€ € € €
€
396.538
€ 9.803.440
€ 9.701.950
€ 9.600.461
€ 9.498.971
€ 9.400.422
€
269.500
€
€
€
€
€
638.408 36.602 170.562 845.572
294.500
630.231 36.602 170.562 837.394
294.500
622.054 36.602 170.562 829.217
294.500
613.877 36.602 170.562 821.041
294.500
608.640 36.602 170.562 815.803
294.500
86
- materieel Totaal project 1
€ €
15.000 284.500
€ €
15.000 309.500
€ €
15.000 309.500
€ €
15.000 309.500
€ €
15.000 309.500
€ €
15.000 309.500
Project 2, Uitvoeringskosten - personeel - materieel Totaal project 2
€ € €
35.500 35.500
€ € €
35.500 35.500
€ € €
35.500 35.500
€ € €
35.500 35.500
€ € €
35.500 35.500
€ € €
35.500 35.500
Project 3, Bijeenkomsten en overleg - personeel - materieel Totaal project 3
€ € €
14.000 4.000 18.000
€ € €
14.000 4.000 18.000
€ € €
14.000 4.000 18.000
€ € €
14.000 4.000 18.000
€ € €
14.000 4.000 18.000
€ € €
14.000 4.000 18.000
Project 4, Lichte ondersteuning (overdracht schoolbesturen) - personeel - materieel Totaal project 4
€ 4.810.677 € € 4.810.677
€ 4.787.200 € € 4.787.200
€ 4.872.327 € € 4.872.327
€ 4.843.600 € € 4.843.600
€ 4.823.664 € € 4.823.664
€ 4.800.014 € € 4.800.014
Project 5, Zware ondersteuning - personele verplichting LGF leerlingen - materiele verplichting LGF leerlingen - nieuwe arrangementen ZO Totaal project 5
€ 1.819.982 € 303.134 € 250.000 € 2.373.116
€ 1.819.982 € 303.134 € 250.000 € 2.373.116
€ 1.819.982 € 303.134 € 250.000 € 2.373.116
€ 1.819.982 € 303.134 € 250.000 € 2.373.116
€ 1.819.982 € 303.134 € 250.000 € 2.373.116
€ 1.819.982 € 303.134 € 250.000 € 2.373.116
Project 6, Samenwerking onderwijs jeugdzorg - personeel - materieel Totaal project 6
€ € €
144.210 144.210
€ € €
-
€ € €
-
€ € €
-
€ € €
-
€ € €
-
6)
€ € €
476.284 476.284
€ € €
279.000 279.000
€ € €
400.000 400.000
€ € €
400.000 400.000
€ € €
400.000 400.000
€ € €
400.000 400.000
3)
€ € €
52.386 52.386
€ € €
52.386 52.386
€ € €
52.386 52.386
€ € €
52.386 52.386
€ € €
52.386 52.386
€ € €
-
Project 7, Frictiekosten speciale ondersteuning - personeel - materieel Totaal project 7 Project 8, Voorziening ondersteuningsprojecten - personeel - materieel Totaal project 8
87
Project 9, Transitiekosten vereveningsoperatie - personeel - materieel Totaal project 9
€ € €
Totale lasten
€ 9.075.593
€ 18.239.219
€ 18.316.825
€ 18.163.477
€ 18.010.726
€ 17.809.084
€
419.652
€ 1.137.270
€
€
€
€
Samenvatting gesplitst naar personeel, materieel en overig - Personeel (exclusief project 8) - Materieel - Overige (t.o.v. de baten, zijnde project 8))
€ 7.964.583 € 808.624 € 52.386
€ 16.700.875 € 1.235.958 € 52.386
€ 16.787.876 € 1.226.563 € 52.386
€ 16.644.090 € 1.217.001 € 52.386
€ 16.500.957 € 1.207.383 € 52.386
€ 16.358.287 € 1.200.797 € -
Totale lasten
€ 8.825.593
€ 17.989.219
€ 18.066.825
€ 17.913.477
€ 17.760.726
€ 17.559.084
Totaal resultaat (totale baten -/- totale lasten)
7)
€ € €
-
142.812 142.812
€ € €
141.413 141.413
781.416
€ € €
140.014 140.014
450.340
€ € €
138.615 138.615
16.785
€ € €
137.323 137.323
-573.968
Toelichting *) Ontwikkeling aantal leerlingen In de meerjarenbegroting is uitgegaan van de volgende ontwikkelingen wat betreft aantal leerlingen: Basisscholen: Voor het aantal leerlingen basisscholen is uitgegaan van het aantal volgens teldatum 1 oktober 2013 zijnde 34.516 leerlingen met een afname van 1% de jaren hierna. Het aantal leerlingen neemt hierdoor af naar een totaal aantal basisschoolleerlingen van 32.499 leerlingen in het schooljaar 2020/2021. De aantallen wijken licht af van de aantallen volgens het scenariomodel. Schoolgewichten: Voor de som van de schoolgewichten in het SWWV per 1 oktober 2013 is voor het schooljaar 2014/2015 aangesloten op de beschikking "Bijzondere bekostiging schoolmaatschappelijk werk risicoleerlingen 2014-2015" met een afname van 1% voor de jaren hierna. Leerlingen SBO: Voor het aantal SBO leerlingen is uitgegaan van het aantal volgens teldatum 1 oktober 20113 met een afname van 2% de jaren hierna. In het schooljaar 2020/2021 is het aantal SBO leerlingen hierdoor afgenomen tot 693 SBO leerlingen (schooljaar 2014/2015 op basis van teldatum 1 oktober 2013: 771 leerlingen). In de meerjarenbegroting is uitgegaan van een groei per peildatum van 41 leerlingen in het SBO. Grensverkeer: In de meerjarenbegroting is ervan uitgegaan het grensverkeer (inkomende en uitgaande) per saldo nihil is. SO leerlingen: In de meerjarenbegroting is uitgegaan van de volgende lineaire ontwikkeling van het aantal leerlingen c.q. groei per peildatum 2014/2015*
2020/2021*
Groei peildatum*
88
Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3
607 56 78
578 51 68
41 4 2
* totaal leerlingen jonger en ouder dan 8 jaar. 1) De schoolbesturen ontvangen op basis van de overdracht middelen lichte ondersteuning een bedrag ad € 139 per leerling voor het schooljaar 2014/2015 (zie project 4). 2) Bedrag is opgenomen op basis van beschikking 637447-1 (bedragen van € 107,62 per leerling). Mutatie gedurende de jaren wordt veroorzaakt door afname van het aantal leerlingen. 3) De directeur PO stelt voor om het restant van de tientjesregeling ad € 485.000 in vijf gelijke bedragen te besteden aan projecten die de ontwikkeling van passend onderwijs ondersteunen, waarbij een dekking van 1/3 deel voor overheadkosten (project 1, 2 en 3) als dekking in mindering is gebracht op het beschikbare budget. 4) In de meerjarenbegroting is ervan uitgaan dat de groei in het SBO voor 7/12 wordt bekostigd, zowel personeel als materieel (volgens het model van de PO Raad wordt standaard 12/12 bekostigd). 5) In de meerjarenbegroting is ervan uitgaan dat de groei in het SO voor 7/12 wordt bekostigd, zowel personeel als materieel (volgens het model van de PO Raad wordt standaard 12/12 bekostigd). 6) Op basis van de prognose moet mogelijk een bedrag van € 400.000 worden aangewend vanaf het schooljaar 2015/2016. 7) Het positieve resultaat 2014/2015 wordt met name veroorzaakt door de inleg van restant tientjesregeling ad € 485.000. Van dit bedrag moet een bedrag van € 330.000 worden gereserveerd voor beleid komende jaren.
89