Aanvulling op het Ondersteuningsplan 2015 – 2019 inzake LWOO en PrO Voor het kalenderjaar 2016
Vastgestelddoorhetalgem eenbestuurd.d.8 decem ber2015 Instem m ing doordeO P R d.d.8 decem ber2015
1. Inhoudsopgave 1. 2.
Inleiding
1
Routing LWOO/PrO ......................................................................................................................... 1 2.1
De VO-school vraagt het dossier op .................................................................................... 1
2.2
Werkwijze testafname kan ongewijzigd blijven .................................................................. 2
2.3
Beschikkingscriteria voor LWOO en Pro.............................................................................. 2
2.4
Aanmelding vóór 1 juli bij de Commissie van Toewijzing (CvT) .......................................... 3
2.5 Commissie van Toewijzing (CvT) ............................................................................................... 4 2.6 Commissie van Toewijzing stuurt binnen 2 weken een ontvangstbevestiging per mail........... 5 2.7 Commissie van Toewijzing maakt zelfstandig een afweging en neemt vervolgens een definitief besluit. ............................................................................................................................. 5 2.8 De school ontvangt een beschikking inzake de Aanwijzing LWOO of TLV PrO ......................... 5 2.9 Voorgenomen negatief besluit.................................................................................................. 5 2.10 Bezwaar en beroep.................................................................................................................. 5 2.11 Commissie van Toewijzing archiveert de aanvraag en het besluit ......................................... 6 3 Communicatie ...................................................................................................................................... 6 3.1 SWV 23-01 PO............................................................................................................................ 6 3.2 Ouders ....................................................................................................................................... 6 4.
Financiële paragraaf ........................................................................................................................ 7 4.1 LWOO- en PrO Leerlingen ......................................................................................................... 7 4.2 Budgetten LWOO-PrO in meerjarenperspectief ....................................................................... 7 4.3 Toelichting budgetten 2016 ...................................................................................................... 7
5
Tenslotte.......................................................................................................................................... 8 Bijlage 1 ........................................................................................................................................... 9 Bijlage 2 ....................................................................................................................................... 144
1. Inleiding Zoals reeds verwoord in het Ondersteuningsplan 2015-2019, worden in de komende jaren het LWOO en PrO geleidelijk ingepast in de systematiek van het Passend Onderwijs. De volgende veranderingen vinden dan ook per januari 2016 plaats: de Regionale Verwijzingscommissie (RVC) houdt op te bestaan. De taakstelling van de RVC gaat per 1 januari 2016 over naar het SWV VO, die dan de taak krijgt om op aanvraag van de scholen te verklaren dat de leerling is aangewezen op het LWOO dan wel toelaatbaar is tot PrO aan de hand van een TLV; het SWV VO is vanaf januari 2016 verantwoordelijk voor de toewijzing van de ondersteuningsbudgetten voor LWOO en PrO. Het Algemeen Bestuur van het SWV 23-01 VO heeft op 30 juni 2015 het besluit genomen tot een voortzetting van de huidige procedures inzake het beoordelen of een leerling is aangewezen op LWOO dan wel toelaatbaar is tot PrO. Op basis van de besluitvorming geschiedt de toewijzing van de ondersteuning als volgt: het SWV 23-01 VO geeft vanaf 1 januari 2016 een TLV voor PrO en een Aanwijzing voor LWOO af; binnen het SWV 23-01 VO voert de CvT de beoordeling voor zowel LWOO als PrO uit. Hiervoor is de huidige commissie uitgebreid met LWOO en PrO deskundigen; het SWV 23-01 VO hanteert de landelijk vastgestelde criteria; in het SWV 23-01 VO blijven de screenings- en testinstrumenten gehandhaafd; in het SWV 23-01 VO blijft de geldigheid voor een Aanwijzing LWOO dan wel een TLV voor PrO gedurende de gehele schoolloopbaan in het VO gehandhaafd; het SWV 23-01 VO geeft zelf vorm aan de procedure (zie hoofdstuk 2).
2. Routing LWOO/PrO Uitgangspunten: De werkwijze binnen het SWV blijft zo dicht mogelijk bij de huidige werkwijze; De route is zo efficiënt mogelijk; Daar waar het kan, is gestreefd naar uniformiteit en eenduidigheid; De VO school verzorgt in het LWOO/PrO traject alle communicatie naar ouders/basisscholen.
2.1 De VO-school vraagt het dossier op Vanuit het (s)bao op grond van de voorgenomen inschrijvingen op de VO-school. Het dossier bestaat uit de volgende onderdelen: Toestemming ouders (dit geldt voor PrO-leerlingen. Geadviseerd wordt de ouders van de LWOO-leerlingen te informeren); OKR (didactisch functioneren, handelingsplan, sociaal-emotioneel functioneren);
Volledige uitdraai LVS (CITO) (toegevoegde waarde bij discrepantie tussen leerachterstand en intelligentie); OPP (indien aanwezig); Diagnoses, indien relevant (dyslexie, dyspraxie, PDD-NOS, ADHD, etc.); IQ-test (indien aanwezig). Pagina 1 van 14
Opmerking over schooladvies: het schooladvies van de basisschool is leidend voor toelating tot het VMBO, HAVO en VWO. Voor LWOO en PrO geldt dit niet. Het SWV bepaalt of een leerling toelaatbaar is tot het PrO of aangewezen is op LWOO. Bovendien staat LWOO los van het schooladvies, omdat het een constatering is over de ondersteuning die de leerling naar verwachting nodig heeft na plaatsing in het VMBO. Het is dus niet zo, dat de basisschool bepaalt of een leerling in aanmerking komt voor LWOO of PrO. Handhaving van de te gebruiken testen Overzicht van de meest gebruikte testen in SWV 23-01 VO: NIO (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau); Drempelonderzoek (technisch lezen, spelling, woordenschat, begrijpend leen en spelling) gemiddeld niveau geeft schooladvies; NPVJ-2 (Nederlandse Persoonlijkheids Vragenlijst Junior: meten van persoonlijkheidseigenschappen; inadequatie, volharding, sociale inadequatie, recalcitrantie, dominantie); PMTK-2 (Prestatie Motivatie Test voor kinderen van 10-16 jaar). Vaststellen van presentatiemotief, positieve en negatieve faalangst, sociale wenselijkheid Of DVL (Docenten VragenLijst); SON-R (Niet verbale intelligentietest, voor niet talige PrO-leerling; WISC (individueel voor PrO-leerling). .
Overige te gebruiken testen dienen voor te komen op de lijst van Toegestane testinstrumenten t.b.v. indicatiestelling LWOO en PrO (Staatscourant september 2016)
ISK (EOA) leerlingen Ten behoeve van de ISK-leerlingen hanteert het SWV de volgende regels om in aanmerking te komen voor een Aanwijzing LWOO dan wel een TLV voor PrO: Een leerling tot 16 jaar die één jaar onderwijs heeft genoten, wordt een individuele test (SONR) afgenomen en indien gewenst een sociaal-emotionele test; Een leerling tot 16 jaar die twee jaar onderwijs heeft genoten wordt het totale pakket aan testen afgenomen.
2.2 Werkwijze testafname kan ongewijzigd blijven De scholen kunnen kiezen voor handhaving van de huidige werkwijze. De school regelt het testen zelf of besteedt dit uit aan derden.
2.3 Beschikkingscriteria voor LWOO en Pro De criteria die de CvT van SWV 23-01 VO hanteert zijn vastgelegd in de Algemene Maatregel van Bestuur (Staatsblad 262 en 288 uit 2003). Criteria Leerachterstand
Praktijkonderwijs Meer dan 50% op minimaal 2 domeinen
Capaciteiten
Een IQ van minimaal 55 en maximaal 80
Leerwegondersteunend onderwijs Tussen 25% en 50% Tussen 25% en 50% op minimaal 2 op minimaal 2 domeinen domeinen Een IQ van 75 tot en Een IQ boven 90, met maximaal 90 maar maximaal 120
Pagina 2 van 14
Sociaal Emotionele problematiek
Faalangst en/of prestatie/motivatie problemen en/of emotionele instabiliteit
De leerachterstanden a) De leervorderingen moeten op vier domeinen worden vastgesteld; technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en inzichtelijk rekenen; b) Er dient op minimaal twee van de vier domeinen sprake te zijn van leerachterstand. Eén van de domeinen met leerachterstand dient begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen te zijn; c) De leervorderingen dienen gemeten te worden met een toets die voorkomt op ‘de lijst van toegestane instrumenten’. Wanneer er vóór februari getest wordt, mogen de afgenomen toetsen door de basisscholen niet ouder zijn dan 6 maanden (de maanden juni en juli niet meegerekend). Wanneer nà 1 februari getest wordt, dienen de toetsen door de basisscholen afgenomen te zijn in het leerjaar dat de aanvraag gedaan wordt. De capaciteiten a) Voor zowel een LWOO- als een PrO-beschikking gelden IQ-scores die niet ouder dan 2 jaar mogen zijn. Deze dienen verkregen te zijn met één van de tests op ‘de lijst van toegestane instrumenten’; b) Bij strijdigheid van de criteria IQ en leerachterstand (het ene criterium wijst naar LWOO, het andere naar PrO) beslist de CvT op grond van de gegeven motivering in de aanvraag; c) Ook bij het overlapgebied tussen LWOO en PrO (IQ in de bandbreedte 75-80) dient de aanvragende school te motiveren op grond waarvan voor LWOO dan wel voor PrO gekozen wordt. Sociaal emotionele problematiek Bij dit onderdeel mogen de testscores niet ouders zijn dan 1 jaar. Bij een IQ van 90 tot en met 120 is allereerst vereist dat er voldaan wordt aan het criterium leerachterstand (Zie bijlage 2). Daarnaast dienen er op sociaal emotioneel gebied problemen aangetoond te worden die het leerproces dusdanig belemmeren dat extra zorg noodzakelijk is. De conclusie, dat LWOO noodzakelijk is, dient gedaan te worden door een daartoe bevoegd orthopedagoog/ psycholoog. De notitie LWOO-plus van SWV 23-01 VO*) geeft richtlijnen bij de beslissing of sociaal emotionele problematiek als oorzaak van achterblijvende leerprestaties in voldoende mate is aangetoond. Advies: bij leerlingen, die begrijpend lezen op niveau groep 3, 4 of 5, wordt het invullen van een zelfbeoordelingslijst afgeraden. Als alternatief hiervoor kan de DVL gebruikt worden. *) zie bijlage 2.
2.4 Aanmelding vóór 1 juli bij de Commissie van Toewijzing (CvT) Inhoud dossier: SWV 23-01 VO verwijst naar het Inrichtingsbesluit WVO art. 15d lid 1. De school meldt aan en stuurt, namens het bevoegd gezag, de volgende gegevens, in één keer, digitaal naar de CvT:
[email protected]. Pagina 3 van 14
a) b) c) d)
Aanmeldingsformulier (te downloaden van de website: www.swv2301.nl); OKR; Onderliggende relevante documenten; Extra bij aanvraag TLV voor PrO: de zienswijze van de ouders.
Vanaf 2016 moeten leerlingen vóór 1 oktober een TLV-PrO hebben of een Aanwijzing LWOO hebben, omdat de scholen hier anders geen bekostiging voor ontvangen. In SWV 23-01 VO moet een aanvraag voor een TLV-PrO of een Aanwijzing op LWOO vóór 1 juli bij de CvT binnen zijn.
2.5 Commissie van Toewijzing (CvT) In het kader van de Aanwijzing LWOO dan wel de afgifte van een TLV voor PrO, wordt de beoordeling uitgevoerd door de CVT, ondersteund door de Commissie van Advies (CvA). De samenstelling en de werkwijze van de commissies zien er als volgt uit: a) Commissie van Toewijzing De huidige commissie wordt in formele zin uitgebreid met twee leden, te weten . één deskundige LWOO; . één deskundige PrO. b) Commissie van Advies LWOO en PrO De adviescommissie bestaat uit 4 leden, te weten: . twee deskundigen LWOO; . twee deskundigen PrO; Vanuit deze adviescommissie nemen telkens twee leden LWOO/PrO in een wisselende samenstelling deel aan de CvT. c) Beide commissies staan onder voorzitterschap van de directeur van het SWV, ondersteund door de ambtelijk secretaris van de CvT. d) Alle aanvragen LWOO of PrO (± 500) worden in eerste instantie behandeld in de CvA die vervolgens per aanvraag een advies uitbrengt aan de CvT met daarbij de volgende spelregels: . bij unanimiteit in de CvA inzake een aanvraag, neemt de CvT het advies van de commissie over; . indien er geen sprake is van unanimiteit wordt de aanvraag behandeld in de voltallige CvT; . alle aanvragen die op het grensvlak zitten tussen PrO en VSO of tussen LWOO en PrO worden eveneens in de CvT besproken; . indien er sprake is van het grensvlak PrO/VSO dan wel LWOO/VSO werkt de CvT met het materiaal dat voor handen is bij de behandeling van een TLV-aanvraag voor het VSO. De CvT kan nog wel besluiten aanvullende informatie op te vragen. Indien er sprake is van een grensvlak LWOO/PrO naar VSO dient er door de school geen nieuwe TLV-aanvraag te worden ingediend.
Pagina 4 van 14
e) Traject van besluitvorming VO levert alle gegevens aan voorzien van advies van twee deskundigen
Aanlevering gegevens geschiedt in één keer digitaal
Ambtelijk Secretaris CvT bereidt voor t.b.v. de Commissies
Alle documenten en gegevens digitaal in Docuware
Zie spelregels 2.5 d
Commissie van Advies
Grensvlak LWOO/Pro/VSO
Commissie van Toewijzing (CvT) neemt besluit
Brengt advies uit aan de CvT
. Aanwijzing LWOO . TLV PrO
2.6 Commissie van Toewijzing stuurt binnen 2 weken een ontvangstbevestiging per mail naar de VO-school of een aanvraag administratief compleet is. Bij een onvolledige aanvraag wordt de procedure maximaal 5 werkdagen stopgezet zodat de ontbrekende gegevens alsnog aangeleverd kunnen worden.
2.7 Commissie van Toewijzing maakt zelfstandig een afweging en neemt vervolgens een definitief besluit
Uitslagen van het LWOO/PrO onderzoek en de aanvullende gegevens van de basisschool zijn uitgangspunten voor de CvT om tot een juist besluit te komen. De eerste deskundige is een orthopedagoog of een psycholoog. Het samenwerkingsverband kiest er voor als tweede deskundige een deskundige op het terrein van VMBO en PrO toe te voegen. Deze VMBO/PrOdeskundige is een deskundige met relevante ervaring en kennis over de schoolsoorten VMBO of Praktijkonderwijs. De CvT geeft vervolgens een Aanwijzing LWOO of een TLV PrO af.
2.8 De school ontvangt een beschikking inzake de Aanwijzing LWOO of TLV PrO die beiden de hele schoolloopbaan van een leerling geldig zijn. De school stuurt een afschrift van de beschikking aan zowel de ouders als ook de basisschool.
2.9 Voorgenomen negatief besluit Wanneer een aanvraag door de CvT niet positief kan worden besloten, ontvangt de VO school een voorgenomen negatief besluit en wordt de procedure ON-HOLD gezet. De VO school heeft 3 weken de tijd om met relevante aanvullende gegevens te komen.
2.10 Bezwaar en beroep Ouders en scholen kunnen bij de CvT schriftelijk bezwaar aantekenen tegen de beslissing. Desgewenst kunnen zij in beroep gaan bij de landelijke geschillencommissie.
Pagina 5 van 14
2.11 Commissie van Toewijzing archiveert de aanvraag en het besluit Voor de verwerking van de (persoons-)gegevens is aangesloten bij de wetgeving van Passend Onderwijs. Hierin is o.a. geregeld dat het SWV-gegevens maximaal 3 jaar bewaart. SWV 23-01 VO bewaart de gegevens digitaal in een beveiligd documentbeheersysteem. Na 3 jaar worden de gegevens in dit documentbeheersysteem gewist.
3 Communicatie 3.1 SWV 23-01 PO In samenwerking met het SWV 23-01 PO worden de basisscholen op de hoogte gesteld rondom de gang van zaken inzake de Aanwijzing LWOO of het afgeven van een TLV voor PrO. De basisscholen zijn op de hoogte: dat de organisatie van de toets afname bij alle VO-scholen binnen ons SWV onveranderd is t.o.v. de jaren ervoor; van de toets- en screeningsinstrumenten met de daarbij behorende kritische factoren en de grenswaarden; op welke wijze er wordt gecommuniceerd vanuit de VO-scholen naar zowel de basisscholen zelf als ook naar de ouders.
3.2 Ouders Bij het proces van aanvraag tot en met besluitvorming worden de ouders op de volgende wijze betrokken: opvragen van de dossiers toestemming van de ouders inzake PrO; informatieronde voor ouders inzake LWOO; berichtgeving naar ouders de VO-school informeert de ouders schriftelijk of de leerling al dan niet in aanmerking komt voor plaatsing op een school voor VMBO met LWOO dan wel een school voor PrO; de basisschool dan wel de VO-school blijven in contact met de ouders inzake de testen screeningresultaten; Beroep en bezwaar Ouders kunnen bij de CvT schriftelijk bezwaar aantekenen tegen de beslissing. Desgewenst kunnen de ouders in beroep gaan bij de landelijke geschillencommissie.
Pagina 6 van 14
4. Financiële paragraaf 4.1 LWOO- en PrO-leerlingen LWOO- en PrO-leerlingen LWOO LEERLINGEN AOC Oost Chr SGM Reggesteijn Openbare SGM Erasmus PC SGM Het Noordik Pius X College RK SGM Canisius SGM De Waerdenborch Totaal aantal LWOO leerlingen Percentage LWOO-leerlingen PrO LEERLINGEN Chr SGM Reggesteijn PRO Erasmus Totaal praktijkonderwijs Percentage PrO-leerlingen
okt.2012 239 421 261 709 243 332 178 2383 16,8%
okt.2013 260 399 354 778 253 393 176 2613 18,1%
okt.2014 241 420 408 768 231 390 172 2630 17,8%
okt. 2015 206 435 431 739 266 352 193 2622 17.5%
106 229 335 2,4%
111 236 347 2,4%
129 250 379 2,6%
144 240 384 2.5%
4.2 Budgetten LWOO-PrO in meerjarenperspectief Budgetten (x € 1.000--) 2016 2017 2018 2019 2020 2) LWOO ( x € 4.122,--) 10.421 10.348 10.217 10.081 9.930 PrO ( x € 4.122,--) 1.465 1.465 1.435 1.418 1.398 Aanvullend budget SWV 503 283 119 110 106 Totaal 12.389 12.096 11.771 11.609 11.434 *) een eventuele verevening is niet meegerekend
4.3 Toelichting budgetten 2016 De budgetten LWOO en PrO komen vanaf het begrotingsjaar 2016 onder verantwoordelijkheid van het SWV. Aangezien ons SWV, ten aanzien van het LWOO, vooralsnog gekozen heeft voor een voortzetting van de huidige systematiek, zullen de budgetten aan de hand van het aantal afgegeven indicaties rechtstreeks door DUO worden overgemaakt naar de schoolbesturen. Hoewel er v.w.b. het LWOO een lichte afname is voor het aantal LWOO leerlingen, ligt het aantal nog altijd ruim boven het landelijk gemiddelde. Budget LWOO 16.83% x 15.022 leerlingen = 2528 x € 4.122,-- = Budget PrO 2.37% x 15.022 leerlingen = 356 x € 4.122,-- =
€ 10.420.416,-€ 1.467.432,--
Pagina 7 van 14
Aangezien het aantal LWOO leerlingen en PrO leerlingen hoger is dan het budget voor LWOO en PrO aangeeft, is er in de begroting 2016 aan de lastenkant een extra budget voor LWOO en PrO opgenomen: Budget: Overbrugging PrO 28 leerlingen x € 4.122,-- = Budget: Overbrugging LWOO 94 leerlingen x € 4.122,-- =
€ 117.140,-€ 386.046,--
5 Tenslotte Zoals eerder beschreven worden de procedures, de uitvoering van de testen, en de besluitvorming binnen het SWV goed bewaakt door de CvA en de CvT. Met name hoofdstuk 2, waarin de routing LWOO/PrO is beschreven, is ontwikkeld door de CvA met ondersteuning van de Ambtelijk Secretaris onder voorzitterschap van de directeur van het SWV. Naast de CvA is de algehele routing kritisch beoordeeld door een klankbordgroep, bestaande uit drie directeuren van de VO-scholen. Ook heeft het SWV advies ingewonnen bij den lid van de RVC, die ons een aantal duidelijke kaders heeft aangereikt. Thans ligt er als aanvulling op het Ondersteuningsplan een procedurebeschrijving voor die voldoet aan de wet- en regelgeving en overige voorschriften. Vanaf januari 2016 kunnen wij dan ook met vertrouwen de totale afhandeling van de aanvragen LWOO en PrO tegemoet zien.
Pagina 8 van 14
Bijlage 1 Aanmeldformulier LWOO/PrO 2016-2017
Pagina 9 van 14
Pagina 10 van 14
Pagina 11 van 14
Pagina 12 van 14
Pagina 13 van 14
Bijlage 2 Notitie LWOO-plus in SWV 23-01 VO De Commissie van Toewijzing moet bij elk LWOO-dossier waarbij de leerling een IQ van boven de 90 heeft op basis van alle beschikbare informatie tot een beslissing komen of de sociaal emotionele problematiek als oorzaak kan worden aangenomen van de achterblijvende schoolprestaties. De CvT hanteert een lijst van testen*) als hulpmiddel bij de beslissing of de sociaal emotionele problematiek als oorzaak van achterblijvende leerprestaties in voldoende mate is aangetoond. Deze lijst geeft een beknopte opsomming van de (relevante)(sub-) schalen, de aard van de scores en de aanduidingen van grenswaarden en klinische of kritische scores. De beslissing wordt vergemakkelijkt, als de bevoegd deskundige op basis van de toetsuitslag(en) en de achterliggende informatie uit het leerling-dossier de relatie expliciet weet te leggen. Gaat de betreffende deskundige in dit oordeel alleen af op de toetsuitslag, dan is het voor de CvT goed om te weten of het hierbij gaat om een enkele grensscore op één van de subschalen van een instrument, of om een kritische score op een test. Afspraak in SWV 23-01 VO Indien alleen informatie uit scores op testen m.b.t. sociaal emotionele problematiek voorhanden zijn kan één kritische score op een instrument of op een van z’n onderdelen beschouwd worden als een onderbouwing voor de aanwezigheid van sociaal emotionele problematiek. Indien alleen sprake is van grensscores, dan kunnen deze alleen bij stapeling de doorslag geven. Als vuistregel wordt hier geadviseerd tenminste drie grensscores als doorslaggevend te zien. Aanvullende informatie uit het leerling-dossier kan maken dat van deze vuistregel afgeweken wordt. Als in het leerling-dossier bijvoorbeeld sprake is van eerder aangetoonde en behandelde psychische problemen, dan kan de CvT besluiten dat sociaal emotionele problematiek mogelijk de oorzaak is van de achterblijvende leerprestaties en derhalve een LWOO-indicatie afgeven. Aandachtspunt: één bepaalde score op een schaal voor Sociale Wenselijkheid is op zich geen indicatie voor de sociaal emotionele problematiek. Een extreme score op een dergelijke schaal is echter wel van belang voor de interpretatie van de scores op de andere dimensies. Advies: Bij leerlingen die begrijpend lezen op niveau groep 3,4 of 5, wordt het invullen van een zelfbeoordelingslijst afgeraden. Als alternatief hiervoor kan de DVL gebruikt worden. Tenslotte: het gaat in de te beoordelen “LWOO-plus dossiers” telkens om het zoeken naar een oorzaak voor achterblijvende leerprestaties bij leerlingen met een normale intelligentie (tussen de 90 en 120). Het gedrag op school is daarom leidend voor de vaststelling van sociaal emotionele problematiek, dit in tegenstelling tot het gedrag in de thuissituatie of bij vrijetijdsbesteding.
*)
de VO scholen beschikken over de lijst van testen.
Pagina 14 van 14