Aan de gemeenteraad
Zaaknummer Programma Onderwerp
: 2012-10541 : Zorg, welzijn, werk en inkomen : Aanvullingen op het verslavingsbeleid
Katwijk, 22 mei 2012.
Inleiding Op 23 februari jl. heeft het College een brief gestuurd aan de Commissie Welzijn, met daarin een beschrijving van het integrale verslavingsbeleid dat de gemeente Katwijk voert (zie bijlage 1). In de speciale Commissie Welzijn van 20 maart jl. hebben de fracties gedebatteerd over het onderwerp alcoholmatiging. Daarbij is de genoemde brief niet behandeld. De uitkomst van het debat was dat de Commissie het College verzocht heeft met nadere adviezen te komen mbt de volgende onderwerpen: (1) inzet op volwassenen/ouderen, (2) inzet op ouders en (3) verscherping van het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet. In het activiteitenplan 2012 van platform Kocon staan acties omschreven die aansluiten bij de wens van de commissie (zie bijlage 2). Daarnaast zijn er nieuwe ontwikkelingen binnen de Katwijkse huisartsgroep en het platform Kocon die eveneens inzetten op de genoemde doelgroepen. Hieronder is een korte beschrijving opgenomen van de acties vanuit het activiteitenplan 2012 en van de nieuwe ontwikkelingen. Het ontwikkelen van verslavingspreventie/hulp voor volwassenen/ouderen Gezondheidspeilingen laten zien dat het overmatig alcoholgebruik door volwassenen en ouderen een groeiend probleem is. Niet alleen voor henzelf, maar ook voor de omgeving en de samenleving. In tien jaar tijd is bij deze doelgroep het overmatig drinken meer dan verdubbeld. In het kader is de richtlijn van de Gezondheidsraad voor gezond alcoholgebruik opgenomen. Wat boven het genoemde aantal glazen valt kan worden beschouwd als overmatig. Advies jongeren (21-)
Advies volwassenen (21+)
Advies ouderen 65+
<16 jaar niet drinken
5x per week 2 per dag (mannen)
1 per dag
>16 jaar 2 per week
5x per week 1 per dag (vrouwen)
2 alcoholvrije dagen
> 18 jaar tot 21 jaar 2 per week
2 alcoholvrije dagen
Overmatig alcohol drinken kan uitwerken op medicijngebruik, en veroorzaakt vaker valbreuken met een lang herstel of werkt vereenzaming in de hand door een stille alcoholproblematiek. De verwachting is dat deze groep door de vergrijzing blijft groeien en hiermee ook de kosten die voortkomen uit schadelijk alcoholgebruik. Het is van groot belang voortijdig risicovol alcoholgebruik bij volwassenen en ouderen te signaleren. In heel Nederland, maar ook in Katwijk, is te zien dat de focus voornamelijk ligt op de doelgroep jongeren. Dit heeft goede gronden. Hierdoor krijgt het terugdringen van problematisch alcoholdrinken door volwassenen echter een lagere prioriteit. Platform Kocon wil in 2012 en 2013 eerstelijnsvoorzieningen (thuiszorg, consulenten van stichting Welzijn Ouderen, AMW, huisartsen, verpleeghuisartsen, verplegend personeel van Valent) wijzen op het groeiend probleem van volwassenendrinken, draagvlak creëren om een rol te spelen in signalering, begeleiding en/of verwijzing voor hulp, hen desgewenst te voorzien van deskundigheidsbevordering of te consulteren bij het opstellen van instellingsbeleid. Intermediairs kunnen zo helpen om het risicovol alcoholgebruik onder volwassenen en ouderen terug te dringen.
2
Aanbod voor kinderen/jongeren met gedragsproblematiek en hun ouders -Er zijn kinderen/jongeren die zich niet goed lijken te ontwikkelen. Dit zijn de kinderen met druk gedrag in de klas maar ook de adolescenten die door alcohol/druggebruik overlast geven. Vaak wordt gezegd dat de rol van de opvoeder en de opvoeding het antwoord is op bovenstaande. Het valt op dat hierover dan in algemeenheden wordt gesproken. De aangedragen oplossing blijft veelal steken bij universele preventie of reguliere hulp. Een veelgehoorde klacht is dat de ouders van deze kinderen niet op voorlichtingsavonden verschijnen of dat hulpverleners twijfelen aan de motivatie van de hulpvrager. Dit terwijl juist veel ouders aangeven hulp te willen bij de opvoeding. Om deze reden willen de Katwijkse huisartsen (voor speciale projecten verenigd in de Zorggroep Katwijk), samen met het CJG, psychologen, GGZ, kinder-psychiatrisch centrum Curium-LUMC en Virenze een project starten om de zorg voor kinderen met ADHD te verbeteren. De aanname is dat het in Katwijk gaat om zo’n 300 kinderen. Vanwege de risicogevoeligheid van deze kinderen in combinatie met alcohol- en druggebruik is Platform Kocon gevraagd te adviseren en ondersteunen bij de opzet van een aanbod zoals de inzet van vroegsignalering, deskundigheidsbevordering en het geven van groepstrainingen over de omgang met genotmiddelen. De meerwaarde is meerledig. Enerzijds worden deze kinderen/jongeren en hun ouders sneller gesignaleerd en gerichter begeleid. Anderzijds wordt beoogd om kinderen/jongeren een beter perspectief te geven bij de ontwikkeling en ouders bij hun opvoeding. Uitwerking hiervan vindt op dit moment plaats en er is al overleg gepland met de huisartsengroep over de details van het project. De training voor de ADHD-groep kan als pilot dienen. Wanneer het project succesvol blijkt te zijn, kan de training ook worden toegepast bij andere groepen kinderen waarbij de kans op ontsporend gedrag groot is. -Verder is er regionaal vanuit het Bestuurlijk Overleg Alcohol (waarin ook de Katwijkse wethouder voor volksgezondheid zitting heeft) een handreiking ontwikkeld om ouders ‘te steunen achter de voordeur’ (zie bijlage 3). Een aantal van de hierin geboden adviezen worden al door Kocon ingezet, een aantal (nog) niet. Hieronder zijn de aanbevelingen uit de handreiking opgenomen met een toelichting op de haalbaarheid. 1.
Deskundigheidsbevordering professionals: Trainingen voor professionals over alcohol (en andere genotmiddelen en gamen en gokken) met daarin o.a. aandacht voor informatieoverdracht, signaleren, begeleiden, bespreekbaar maken, doorverwijzen en instellingsbeleid. De GGD zet, vanuit de doeluitkering maatschappelijke opvang en verslavingszorg, aanbod in in het onderwijs. De zorgorganisatie Brijder is, eveneens vanuit de doeluitkering, verantwoordelijk voor de deskundigheidsbevordering naar de 1e lijn. De gemeente Katwijk zal, via een zienswijze op de komende regionale visie op verslavingspreventie, Brijder verzoeken om een aanbod in te zetten voor professionals (Bureau Jeugdzorg, AMW, CJG, enz.).
2.
Opvoedingsondersteuning: Er is een breed aanbod trajecten opvoedingsondersteuning voor opvoeders, van korte informatiebijeenkomsten tot uitgebreide programma’s, zoals Triple P. Een deel van dit aanbod besteedt in meer of mindere mate ook aandacht aan alcoholgebruik. Op dit gebied gebeurt er al heel veel. In het verleden zijn er opvoedingsondersteuningscursussen vanuit Katwijk ingezet. Te denken valt aan het aanbod ‘opvoeden zo’ maar ook ‘de puber in huis- cursus’. Dit aanbod wordt inmiddels door een aantal organisaties gezamenlijk ingezet. Modulair is aanbod verzorgd voor het onderwerp genotmiddelgebruik en de houding van opvoeders hierin naar hun kinderen. Dit wordt uitgevoerd door de GGD en/of Brijder. De coördinatie ligt nu bij de GGD. Te zien is dat het Katwijkse CJG steeds meer gestalte krijgt en deze cursussen ook gaat aanbieden. 3
-
-
3.
’Beter omgaan met pubers’ is een praktische cursus waarin alledaagse opvoedingssituaties worden besproken. Er is ruimte om met andere ouders te praten en om ervaringen uit te wisselen, waarbij respect voor verschillende manieren van opvoeden het uitgangspunt is. Tijdens de cursus Beter omgaan met pubers leer je hoe je een goed contact met je puber kunt bevorderen en ruzie kunt voorkomen. Pubers en genotmiddelen, seksualiteit en sociale media zijn belangrijke items die uitgebreid worden besproken. Deze cursus is in verschillende gemeenten en op verschillende data te volgen. Triple P 'Positief Opvoeden'. Een cursus van 8 weken die bestaat uit 5 bijeenkomsten van twee uur en drie telefonische contacten met de trainer. Tijdens de groepsbijeenkomsten leren ouders oorzaken van gedragsproblemen te herkennen, aandacht te besteden aan gewenst gedrag, om te gaan met ongewenst gedrag en te voorkomen dat situaties uit de hand lopen. In telefonische sessies worden ouders ondersteund in het uitvoeren van de nieuwe opvoedingsstrategieën. De training wordt afgesloten met een groepsbijeenkomst, waarbij aandacht wordt besteed aan het afbouwen van het programma. Tijdens de bijeenkomsten wordt gebruik gemaakt van een DVD en een praktisch werkboek, waarmee de ouders vanaf de eerste bijeenkomst thuis aan de slag gaan. Ook deze cursus is op verschillende momenten in het jaar te volgen.
De Gezonde School en Genotmiddelen: Preventieprogramma alcohol, roken, drugs genaamd “De gezonde school en genotmiddelen” bestaat uit 4 onderdelen: voorlichtingslessen; ouderparticipatie, opstellen/communiceren van een genotmiddelenreglement, signaleren/begeleiden van leerlingen die (problematisch) gebruiken. Dit aanbod wordt in Katwijk al jaarlijks door de GGD aangeboden en uitgevoerd. In een registratie wordt per school een dossier bijgehouden van waaruit kan worden aangestuurd. In het Voortgezet Onderwijs is een goede afname te zien van het programma. Werkcontacten zijn stevig en de motivatie van scholen om met dit onderwerp bezig te zijn is heel goed te noemen. Het basisonderwijs kan nog extra inspanning gebruiken. De afname is niet overal even goed. Dit komt niet door gebrek aan motivatie maar is eerder te wijten aan onderbezetting en ervaren werkdruk. De GGD doet jaarlijks een aanbod en bouwt middels schoolbezoeken aan de relatie. Ingeval van knelpunten wordt maatwerk geleverd waardoor er ruimte komt voor uitvoering. Vanuit Kocon worden bovendien lesmiddelen van de module “alcohol” voor leerlingen uit groep 7 en 8 aangeschaft en ter beschikking gesteld aan het basisonderwijs.
4. Interactieve ouderavonden met theater: Naar aanleiding van korte theaterscènes over herkenbare situaties en dilemma’s wordt een open discussie met het publiek gevoerd over communicatie met pubers. Dit is een bestaand concept, maar wordt nog niet uitgevoerd in de regio. Het is namelijk een kostbare activiteit. In Katwijk organiseerde Factor W en theaterstuk (“Roes”) over het thema alcohol en drugs voor en oor jongeren. De DVD die hiervan gemaakt is wordt gebuikt tijdens scholingen. Verder is als Katwijks alternatief hiervoor aansluiting gezocht bij initiatieven van jongerencentrum Scum dat eerder debatten heeft georganiseerd over genotmiddelengebruik of een discussieavond heeft gehouden als start van de Frizzz-feesten. Kort geleden is als invulling van jongerenparticipatie een discussieavond over alcoholgebruik georganiseerd. 5.
Uit met ouders: Ouders worden ontvangen op het gemeentehuis door de wethouder, krijgen daar een korte inleiding (met filmpje) en beginnen vervolgens in vier groepjes onder begeleiding (van gemeenteraadsleden) aan hun ‘kroegentocht’. Ouders krijgen uitleg over de onderwerpen: Dit is een enorm arbeidsintensieve activiteit waarbij het nog maar de vraag is hoeveel ouders bereikt worden. De mogelijkheid zal worden bekeken om een avond te organiseren waarbij ouders worden ontvangen op het gemeentehuis en zij een discussie kunnen aangaan met de horeca waarin zorgen geuit kunnen worden of men komt tot ideevorming. 4
6. Homeparty: Eenmalige groepsbijeenkomst bij ouders thuis van maximaal 2 uur. Ouders krijgen o.a. tips over hoe met alcohol (en drugs) in opvoeding om te gaan, bespreekbaar te maken, oefenen ouder-kind gesprek, informatie over alcohol (en drugs), informatie over verslavingszorg. Ouders worden gestimuleerd zich actief te blijven informeren. Dit is een bestaand concept, dat in Katwijk nog niet wordt toegepast. Het is wederom een zeer arbeidsintensieve activiteit waarbij het nog maar de vraag is hoeveel ouders ermee worden bereikt. Katwijk loopt echter al jaren met succes een min of meer vergelijkbaar initiatief. In het kader van de preventiesurvivals worden ouders van een groep jongeren namelijk ook vooraf geïnformeerd middels bijeenkomsten. Ook worden ouders concreet aangesproken als er reden is tot zorg bij een jongere. 7.
Sturende brief: De zogenaamde “burgemeestersbrief”. Wordt in Katwijk al ingezet bij overlast. Dit voorbeeld wordt in de regio steeds meer gevolgd. Recent is ook een “sturende brief” met betrekking tot alcoholgebruik vanuit Kocon en de wethouder uitgegaan naar de opvoeders van kinderen in groep 8.
8. Alcoholpoli: Multidisciplinair (kinderarts en psycholoog) nazorgtraject voor jeugdigen die met alcoholintoxicatie in het ziekenhuis terecht komen. Bestaande uit een medisch, een verpleegkundig/ pedagogisch en psychologisch onderdeel. Start vanaf moment opname tot follow up gesprek 6 maanden later. Er is regionaal (nog) geen alcoholpoli. Het Bestuurlijk Overleg Alcohol zal zich er regionaal voor moeten gaan inzetten dat ziekenhuizen kinderartsen instrueren om stevig in te zetten bij alcoholvergiftiging, valbreuken of letsel door vechten waar alcohol vermoedelijk de aanleiding voor is geweest. Naast het verwijzen van jongeren naar Brijder, dient een proactief beleid naar opvoeders hier onderdeel van uit te maken. 9. Boete of kanskaart (Haltmaatregel alcohol+) De zogenaamde “Haltmaatregel alcohol” wordt in Katwijk al ingezet, evenals de “Haltmaatregel drugs”. De regio volgt. Geadviseerd wordt om in te stemmen met de plannen die worden ontwikkeld door de zorggroep Katwijk en door Kocon om ouders en volwassenen/ouderen te bereiken en om vanuit de regionale handreiking de enkele genoemde elementen die in Katwijk nog niet worden uitgevoerd verder op uitvoerbaarheid te onderzoeken en de mogelijkheden mee te nemen in het activiteitenplan 2013 van Platform Kocon. Toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet In 2007 heeft de gemeente Katwijk deelgenomen aan de pilot decentralisatie toezicht drank- en horecawet (DHW). In deze pilot is de bevoegdheid van de Voedsel en Waren Autoriteit (WVA) overgeheveld naar de gemeente. In het kader van de pilot zijn twee toezichthouders aangesteld die vanaf 2008 actief controles op de naleving van de DHW hebben uitgevoerd bij horeca en detailhandel. Na afloop van de pilot heeft de gemeente Katwijk de bevoegdheid tot het uitvoeren van toezicht op de DHW behouden. Wel dienden de toezichthouders uit eigen middelen gefinancierd te worden, waar in de pilot de financiering nog vanuit het rijk kwam. De gemeente Katwijk heeft momenteel 1 fte voor toezicht op de naleving van de DHW, verdeeld over twee toezichthouders. 5
Voor het monitoren van het effect van het lokale toezicht zijn er sinds 2007 in de gemeente Katwijk drie onderzoeken gedaan naar de naleving van de DHW in de sectoren waar alcohol wordt verstrekt. In 2007 is eerst de nulmeting uitgevoerd. De andere metingen dateren van 2009 en 2010. Uit deze onderzoeken blijkt dat in 2007 de naleving van de DHW in de verschillende sectoren binnen de gemeente slecht was. Bij de eerste meting was bij alle sectoren een verbetering te constateren. Bij de laatste meting bleek dat de detailhandel (supermarkten en slijterijen) nog steeds goed scoorden. De horeca en sportverenigingen scoorden slecht en jongerensociëteiten scoorden gemiddeld. Uit deze cijfers is te concluderen dat die sectoren waar het toezicht zich op heeft geconcentreerd een verbetering hebben laten zien. Op basis van de cijfers uit het laatste nalevingsonderzoek zijn in het najaar van 2011 controles uitgevoerd bij sportverenigingen. Tijdens deze controles zijn geen overtredingen geconstateerd, ondanks de intensivering van het toezicht in deze sector. Uit de gegevens van het nalevingsonderzoek blijkt dat er door sportverenigingen bij een aankooppoging slecht wordt gecontroleerd op leeftijden van jongeren. Uit de controles van de toezichthouders blijkt echter dat er nauwelijks aankooppogingen zijn van jongeren onder de 16 jaar. Op basis van de gegevens uit de nalevingsonderzoeken blijkt dat jongerensociëteiten en de detailhandel een redelijke naleving hebben van de DHW. Uit de controles van de toezichthouders blijkt dat er bij de sportverenigingen nauwelijks aankooppogingen zijn. Hieruit valt te concluderen dat in de sector horeca nog de grootste winst valt te behalen. Intensivering van het toezicht op de naleving van de DHW kan dan ook het beste gericht worden op de sector horeca. Tijdens het debat over het alcoholbeleid in de commissie welzijn op 20 maart jl. is door de fracties gediscussieerd over de intensivering van de toezicht en handhaving van de DHW. Er is enerzijds gepleit voor intensivering van het toezicht door het uitbreiden van het aantal fte’s. Anderzijds werd ook het argument aangevoerd dat er in het kader van de bezuinigingen geen budget is voor een uitbreiding. De huidige inzet van 1 fte is berekend op basis van de aanwezige alcoholverstrekkende inrichtingen in de gemeente en het aantal controles per jaar voor elke type inrichting (zie bijlage 4 voor de berekening van de benodigde capaciteit voor de toezicht op drank en horeca uit het integraal vergunningen en handhavingsprogramma). Intensivering van het toezicht door middel van het uitbreiden van het aantal fte’s resulteert in het verhogen van de frequentie van het aantal controles per inrichting. Binnen het huidige budget is er echter geen ruimte voor uitbreiding van het aantal fte’s voor de toezicht op de DHW. Er zijn echter andere opties om de toezicht op de DHW te intensiveren. Momenteel zijn de DHW toezichthouders in verschillende mate bekend bij de horeca en andere inrichtingen die alcohol verstrekken. Een van de toezichthouders is algemeen bekend, de tweede nog niet. De bekendheid van de toezichthouders is nadelig voor het uitvoeren van controles. Bij het herkennen van de toezichthouder zal namelijk geen overtreding meer gepleegd worden. Daarom kan het nuttig zijn om toezichthouders uit te wisselen met andere gemeenten. Er zijn echter in de regio geen andere gemeenten die het eigen toezicht uitvoeren. Uitwisseling met andere gemeente is op dit moment lastig gezien de grote afstand tussen Katwijk en de andere gemeenten met eigen toezichthouders. Bovendien vereist het een goede onderlinge afstemming en uitwisseling via een samenwerkingsovereenkomst. Op dit moment is het daarom moeilijk toezichthouders uit te wisselen. Met de inwerkingtreding van de nieuwe DHW op 1 januari 2013 zullen buurgemeenten wel toezichthouders opleiden en aanstellen. Naar verwachting zal het nog enige tijd langer duren dan 1 januari 2013 voor deze toezichthouders operationeel zijn. Geadviseerd wordt deze ontwikkeling in de gaten te houden en t.z.t. buurgemeenten actief te benaderen voor eventuele uitwisseling van toezichthouders. Een tweede optie is de inzet van de weekendpoolers van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). De weekendpool is een groep jongere toezichthouders in opleiding die gespecialiseerd is in het controleren van de horeca. Een groot voordeel van de weekendpool is dat zij vanwege de jonge leeftijd niet opvalt in de horeca. De NVWA voert toezicht uit in de weekenden door verschillende personen van de weekendpool in te zetten, onder 6
begeleiding van een NVWA toezichthouder. De personen uit de weekendpool doen de constateringen en de toezichthouder van de NVWA verzorgt de verdere afhandeling van de controle. Indien op 1 januari 2013 de nieuwe DHW in werking treedt zal de weekendpool naar verwachting voor de periode van een jaar beschikbaar zijn voor gemeenten. Het is helaas op dit moment niet duidelijk met welke frequentie de weekendpool ingezet kan worden, omdat deze gedeeld zal moeten worden met andere gemeenten. Aangezien het echter op dit moment ook nog niet duidelijk is hoeveel gemeenten op 1 januari 2013 in staat zijn het eigen toezicht uit te voeren, zou dit kunnen betekenen dat er wel degelijk mogelijkheden zijn voor de gemeente Katwijk om de pool frequent in te zetten. Geadviseerd wordt om deze mogelijkheid uit te zoeken en zoveel mogelijk te benutten. Advies Geadviseerd wordt in te stemmen met voortzetting van het huidige verslavingsbeleid en met de extra inzet op ouders en volwassenen/ouderen, zoals hierboven omschreven. Aanvullend wordt geadviseerd om de mogelijkheden om in de toekomst gebruik te maken van de weekendpool en toezichthouders uit te kunnen wisselen met andere gemeenten, nader te onderzoeken om de toezicht op de naleving van de drank- en horecawet te kunnen intensiveren.
Beoogd resultaat Een verantwoord alcoholgebruik in de gemeente Katwijk Argumenten 1.1 Het huidige beleid is integraal en biedt voldoende legitimatie om op de ingeslagen weg voort te gaan. 2.1 De nieuwe (gedeeltelijk nog uit te werken) activiteiten sluit aan bij de wens om meer in te zetten op ouders en ouderen/volwassenen. De in het activiteitenplan 2012 en in de handreiking aanpak ouders genoemde activiteiten sluiten aan bij de wens van de raad om meer in te zetten op de doelgroepen ouders en volwassenen/ouderen. 3.1. Intensivering van de toezicht op de naleving van de DHW leidt tot een betere naleving van de DHW Door het toezicht te intensiveren door de inzet van de weekendpool en het uitwisselen van toezichthouders worden de controles kwalitatief beter. Overtreders worden sneller gepakt en zullen na sancties eerder geneigd zijn de DHW na te leven. 3.2. Intensiveren van de toezicht op de naleving van de DHW geeft een beter beeld van overtreders en inrichtingen die zich wel aan de wet houden Uit het nalevingsonderzoek blijkt dat met name de sportverenigingen en de horeca slecht scoren. Uit ethische overwegingen worden de individuele inrichtingen waarbij overtredingen zijn geconstateerd echter niet prijsgegeven door de onderzoekers. Door het toezicht op de DHW te intensiveren door middel van de inzet van de weekendpool en het uitwisselen van toezichthouders, worden er naar verwachting meer overtredingen geconstateerd. Hierdoor wordt duidelijk welke inrichtingen zich niet aan de regels houden. Los van eventuele sancties is het voor het overleg met deze sectoren van belang te weten welke specifieke inrichtingen zich niet aan de regels houden. 3.3. De eventuele inzet van de weekendpool en uitwisseling van toezichthouders met andere gemeenten is een intensivering van het toezicht op de naleving van de DHW, die in het bijzonder is gericht op de sector horeca. Uit het nalevingsonderzoek en de controles van de toezichthouders blijkt dat in de sector horeca de meeste winst te behalen valt met betrekking tot het intensiveren van de toezicht op de DHW. Het doel van de weekendpool is het controleren in de horeca, wat effectief is gezien de jonge leeftijd van de toezichthouders van de weekendpool. De uitwisseling van toezichthouders met andere gemeenten is tevens gericht op de 7
horeca. Toezichthouders van andere gemeente kunnen effectief controleren in deze sector omdat ze niet bekend zijn als toezichthouder.
Kanttekeningen 3.1. Er is nog geen duidelijkheid over de concrete mogelijkheden mbt de inzet van de weekendpool. Pas in de loop van het jaar wordt duidelijk wat de frequentie van de inzet van de weekendpool voor de gemeente zal kunnen zijn. De kans bestaat dat de inzet gedeeld moet worden met veel andere gemeenten. De uitgangspositie van de gemeente Katwijk is echter goed, omdat Katwijk een voorsprong heeft door de deelname aan de Pilot decentralisatie toezicht DHW. 3.2 Uitwisseling van toezichthouders met andere gemeente zal pas in een later stadium uitvoerbaar zijn, wanneer gemeenten uit de regio ook eigen toezichthouders hebben aangesteld. Gemeenten in de buurt van Katwijk hebben op dit moment geen toezichthouders. In het samenwerkingsverband van Holland Rijnland en het Bestuurlijk Overleg Alcohol wordt gewerkt aan een advies richting gemeenten om met de inwerkingtreding van de nieuwe DHW uitvoering te geven aan de verplichting toezicht te leveren op de naleving van de DHW. Op dit moment is er nog grote onzekerheid over hoe gemeenten deze toezichttaak willen gaan oppakken. Naar verwachting zullen de gemeenten uit Holland Rijnland op 1 januari 2013, bij de inwerkingtreding van de nieuwe DHW, nog geen toezichthouders opgeleid en functioneel hebben. Uitwisseling is pas mogelijk wanneer dit wel het geval is. 3.3 Intensivering van de toezicht op de DHW door verschuiving van de capaciteit van de toezichthouders van het taakveld milieu naar het taakveld DHW gaat ten koste van de capaciteit binnen het taakveld milieu. De capaciteit binnen het taakveld milieu wordt gekort door de intensivering binnen het taakveld DHW. De uiteindelijke gevolgen hiervan zijn op dit moment niet overzichtelijk. Deze ontwikkeling wordt nauwlettend gemonitord, om te voorkomen dat er binnen het taakveld milieu sprake is van kwaliteitsverlies. Indien er problemen worden geconstateerd wordt dit gerapporteerd en zal er een voorstel komen voor de uitbreiding van de capaciteit binnen het taakveld milieu.
Middelen Er zijn geen aanvullende middelen nodig voor het voortzetten van het integrale verslavingsbeleid. De verscherping van het toezicht zoals hierboven omschreven levert evenmin extra kosten op, aangezien deze wordt uitgevoerd binnen het huidige budget. Commissie Tijdens de commissievergadering van 19 juni jl. hebben de commissieleden gevraagd om een aanvulling op het voorstel t.a.v. de intensivering van het toezicht en handhaving van de DHW. Deze intensivering van toezicht en handhaving op de DHW moet resulteren in extra toezicht op horeca-inrichtingen. Het grootste probleem in deze sector betreft het overtreden van het verbod alcohol te schenken aan personen onder de 16 jaar en het verbod personen onder de 16 jaar na 22:00 uur in een horeca-inrichting toe te laten of aanwezig te hebben. Dit beeld is niet gefundeerd op harde constateringen, maar op signalen uit de maatschappij. De commissie vraagt, naast de in het voorstel genoemde maatregelen, een verhoging van de capaciteit op toezicht en handhaving op de DHW. Deze verhoging van de capaciteit is gelijk aan de wens van het college. In de discussie in de commissie zijn verschillende vormen van intensivering van de toezicht en handhaving op de DHW besproken. Er is door de commissieleden geopperd budget vrij te maken voor meer capaciteit op de toezicht en handhaving van de DHW. In de discussie is door het college aangedragen dat er mogelijkheden zijn binnen de huidige capaciteit, door een verschuiving van inzet binnen taakvelden van het team toezicht en handhaving. 8
Momenteel is er één fte voor de toezicht en handhaving van de DHW. Eén fte voor een toezichthouder kost maximaal €54.500,-. Binnen het huidige budget zijn er geen middelen om een extra toezichthouder in dienst te nemen. Voor het uitbreiden van het aantal fte voor de toezicht en handhaving op de DHW dient in de begroting geld gevonden te worden. Dit is niet erg efficiënt. Wanneer de nieuwe controleur bekend is binnen de horeca, vervalt de meerwaarde van deze nieuwe functionaris. Daarnaast is het niet noodzakelijk voor de capaciteit met 1 fte uit te breiden, aangezien alleen een intensivering op het toezicht van horeca-inrichtingen wenselijk is. In lijn met de opmerkingen in de commissie heeft het college gezocht naar een oplossing om de huidige capaciteit voor de toezicht en handhaving op de DHW te intensiveren, binnen de bestaande capaciteit. Momenteel zijn er 2 toezichthouders bevoegd voor de toezicht en handhaving van de DHW, die gezamenlijk 1 fte toezicht op de DHW vervullen. Naast dit taakaccent voeren deze toezichthouders controles uit binnen het taakveld milieu. Een feitelijke uitbreiding van de toezicht en handhaving op de DHW is te realiseren door een verschuiving van de capaciteit van de toezichthouders binnen deze taakvelden. Gezien de complexiteit van problematiek is het echter niet efficiënt simpelweg de frequentie van controles op horecainrichtingen te verhogen. Een controle in de horeca is immers meer gecompliceerd dan een controle in een supermarkt of een sportvereniging. Door slechts het aantal controles te verhogen wordt alleen de repressieve kant van het probleem benaderd. Een integrale benadering zal meer resultaat opleveren en is derhalve wenselijk. Geadviseerd wordt de intensivering van het toezicht op de DHW vorm te geven in een integraal handhaving project. In dit project dienen verschillende activiteiten gecombineerd te worden om te komen tot een zo goed mogelijk resultaat. Het gaat hier om een periodieke toename in het toezicht op horeca-inrichtingen, een bijgaande communicatiestrategie en passende handhavingsstrategie. Capaciteit voor de toezicht en handhaving kan worden gedekt binnen de huidige capaciteit. Dit kan gerealiseerd worden door een regelmatige periodieke verschuiving van de capaciteit van de DHW toezichthouders van het taakveld milieu naar het taakveld DHW, te beginnen in de periode van september 2012 tot december 2012. Aanvullend kunnen toezichthouders met andere taakaccenten de DHW toezichthouders ondersteunen. Uitgangspunt voor een DHW controle is dat er twee controleurs een controle uitvoeren. Deze regel is opgesteld voor de veiligheid van de toezichthouders. Er dient echter slechts 1 toezichthouder bevoegd te zijn op het gebied van de DHW. Een controleur binnen een ander taakveld, kan een DHW controleur vergezellen tijdens een controle. Dit ontlast de DHW controleurs, maar draagt tevens bij aan het onopvallend uitvoeren van de controles binnen de horeca. De periodieke toename van DHW controles binnen de horeca leidt tot een verdubbeling van het aantal controles op jaarbasis. Dit kost circa €11.000,- aan loonkosten, welke ten kosten worden gebracht van het taakveld milieu. Mocht dit problemen opleveren binnen het taakveld milieu dan volgt hierover een nadere rapportage, met een voorstel voor eventuele uitbreiding van capaciteit op het gebied van milieu. Beslispunt 3 is aangepast n.a.v. de opmerkingen uit de commissievergadering van de commissie Welzijn op 19 juni jl. De verschuiving van de capaciteit van de DHW toezichthouders is van het taakveld milieu naar het taakveld DHW, is toegevoegd aan het voorstel.
9
Uitvoering Na goedkeuring van het voorstel wordt het beleid voortgezet zoals omschreven in bijlage 1 en voor 2012 zoals concreet beschreven in het activiteitenplan 2012 van platform Kocon. De aanvullende inzet op ouders en volwassenen/ouderen wordt uitgewerkt in 2012 en ingezet vanaf 2013. De mogelijkheden voor verscherpt toezicht worden eveneens in 2012 nader uitgewerkt en zo snel mogelijk ingezet. De concrete uitwerking van de inzet op al deze aandachtspunten zal in het activiteitenplan 2013 van platform Kocon worden opgenomen, dat de raad ter kennisname zal worden toegezonden (planning eind 2012). Het opstellen van de handhavingsprojecten zal georganiseerd worden vanuit de afdeling veiligheid. Het team Beleid en Strategie coördineert de projecten en de uitvoering ligt binnen het team Toezicht en Handhaving bebouwde omgeving. Het onderzoeken van de mogelijkheden voor intensivering van de toezicht op de DHW wordt gerealiseerd door het team Beleid en Strategie. Bijlage(n) 1. 2. 3. 4.
Brief van 23 februari jl. aan de Commissie mbt evaluatie verslavingsbeleid Activiteitenplan 2012 Platform Kocon Regionale handreiking aanpak ouders Integraal vergunningen en handhavingsprogramma (pagina 17)
Burgemeester en wethouders van Katwijk, De secretaris De burgemeester
10
Raadsbesluit Zaaknummer Programma Onderwerp
2012-10541 : Zorg, welzijn, werk en inkomen : Aanvullingen op het verslavingsbeleid
De raad van de gemeente Katwijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Katwijk van 22 mei 2012.; gelet op artikel2, lid 2d van de Wet Publieke Gezondheid en artikel147, lid 2 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
1.
In te stemmen met voortzetting van het huidige integrale verslavingsbeleid, zoals omschreven in bijlage 1.
2.
In te stemmen met de extra aandacht voor ouders en volwassenen via de in het voorstel genoemde (deels nog nader uit te werken) projecten waarbij het platform Kocon betrokken is.
3.
In te stemmen met het intensiveren van de toezicht op de Drank- en Horecawet door verschuiving van capaciteit van de DHW toezichthouders van het taakveld milieu naar het taakveld DHW en het nader onderzoeken van de mogelijkheden de naleving van de DHW te intensiveren doormiddel van de inzet van de weekendpool van de NVWA en de uitwisseling van DHW toezichthouders met andere gemeenten.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Katwijk in zijn openbare vergadering van 5 juli 2012. De voorzitter
11
Gemeente Katwijk Koningin Julianalaan 3 2224 EW Katwijk
Postbus 589 – 2220 AN Katwijk
Contactpersoon
Gemeenteraad gemeente Katwijk
Mevrouw T.Cowall Maatschappelijke zaken Te bereiken op 071-4065618
[email protected] Burgerservicenummer Zaaknummer
Katwijk, 23 februari 2012
2012-3665 Uw referentie
Evaluatie en stand van zaken lokaal verslavingsbeleid
Verzenddatum 24-02-2012
Geachte raadsleden, De gemeente Katwijk voert al jaren een actief verslavingsbeleid, waarbinnen preventie, zorg, maatschappelijk herstel en handhaving integrale aandacht krijgen. Dat is hard nodig, want hoewel de Katwijkse trend mbt genotmiddelengebruik de landelijke volgt (er vindt ook hier bijvoorbeeld een afname plaats van het alcoholgebruik onder de jeugd van 12 tot 14), zijn de cijfers in onze gemeente hoger dan gemiddeld in de regio Zuid-Holland Noord. Dit past bij het feit dat Katwijk een gemeente is met veel inwoners met een lage Sociaal Economische Status (SES). Inwoners met een lage SES vertonen vaak een minder gezonde leefstijl. Onder een gezonde leefstijl vallen factoren als voldoende bewegen en gezond eten, maar ook een matig gebruik van genotmiddelen. Het is dus belangrijk in ons lokale gezondheidsbeleid op al deze factoren in te zetten. De aanpak van drugs- en overmatig alcoholgebruik, met name onder jeugd, is voor onze gemeente een van de speerpunten en wij hebben daartoe een meerjaren-werkplan verslavingsbeleid uitgewerkt en vastgesteld. De uitvoering van ons verslavingsbeleid is voor een belangrijk deel belegd bij het platform Kocon, dat hiervoor wordt gesubsidieerd door de gemeente. Op 1 november 2011 bent u op een informatie-avond door Platform Kocon rechtstreeks geïnformeerd over het brede scala aan uitgevoerde activiteiten. Op deze avond is, evenals op eerdere raadsbijeenkomsten, aangedrongen op een schriftelijke toelichting op de (on)mogelijkheden van een evaluatie van het lokaal gevoerde beleid. In deze brief willen wij hierover meer informatie geven. Toelichting mogelijkheden evaluatie Omdat effectmetingen een duidelijke kwantitatieve manier zijn om beleid te evalueren en resultaten aan te tonen, is eerst gekeken naar de mogelijkheden voor dergelijke effectmetingen. Hiertoe zijn enkele adviesgesprekken gevoerd met TNO. In een memorandum heeft TNO vervolgens laten weten dat een wetenschappelijk verantwoorde effectmeting van het gehele beleid op inhoudelijke gronden niet mogelijk is. Om effecten te kunnen meten hadden voorafgaand aan de start van de activiteiten nulmetingen plaats moeten vinden. Dat is toen niet gebeurd en kan niet alsnog gedaan worden. Een tweede moeilijkheid is dat het voor het meten van een effect van een activiteit nodig is om ervoor te zorgen dat je alle andere bepalende factoren onveranderd laat. Dit betekent bijvoorbeeld dat om het effect van het verspreiden van de alcoholfolder voor jongeren te kunnen meten, o.a. de determinanten reclame, wetten, handhaving, verkrijgbaarheid, naleving en prijs ongewijzigd hadden moeten blijven. Dit is eenvoudigweg niet mogelijk. Een gemeten effect kan in dat geval dus door allerlei factoren veroorzaakt worden. Het derde probleem bij effectmetingen is dat ze, als ze al mogelijk zijn, enorm kostbaar zijn. TNO noemde als prijs voor een www.katwijk.nl
T 071 - 406 5000
Rabobank 11.00.33.000
BIC: RABONL2U
[email protected]
F 071 - 406 5065
IBAN: NL04RABO0110033000
KvK-nummer: 27.37.09.56
Op alle opdrachten zijn onze algemene voorwaarden van toepassing, die zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Leiden
2/8
Ons kenmerk
dergelijk gedegen onderzoek naar het Katwijks beleid een prijs van rond de € 100.000,- en daarmee wordt dan nog slechts een onderdeel van het beleid onderzocht.. TNO laat ook weten dat het Katwijkse beleid (bijvoorbeeld door een panel van deskundigen) wel vergeleken zou kunnen worden met het beleid elders. Zo zou beoordeeld kunnen worden of het beleid in Katwijk op theoretische gronden effect gehad moet hebben of niet. Deze kwalitatieve onderzoeksmethodiek levert echter naar verwachting niet het resultaat dat we feitelijk willen hebben. Daarbij brengt deze afgeleide vorm (het panel van deskundigen) wederom aanzienlijke kosten met zich mee. Deze kosten staan wat ons betreft niet in verhouding tot de subsidie (in 2012 een bedrag van €141.497) die Kocon jaarlijks ontvangt voor de uitvoering van ons beleid. We vinden het belangrijk te benadrukken dat er in landelijke databanken geen evidence-based interventie (bewezen effectief, dus categorie III) te vinden is op het gebied van verslavingspreventie. Op de website http://www.loketgezondleven.nl/settings/gezonde-gemeente/alcohol/interventieoverzicht/interventieoverzicht-alcohol/ is slechts een aantal theoretisch goed onderbouwde interventies (I) en waarschijnlijk effectieve interventies (II) te vinden. Op 1 november is al duidelijk aangegeven dat het platform niet alleen werkt met deze bekende “best practices”, maar ook dat Katwijk in veel gevallen zelf de best practice vertegenwoordigt. Zie op de bovengenoemde website bijvoorbeeld de Haltafdoening Alcohol, die weliswaar onder Trimbos valt, maar mede in Katwijk is ontwikkeld en uitgewerkt. Of het nu gaat om de samenwerking tussen de verschillende partijen binnen Kocon of om de Halt-maatregel voor alcohol op straat, of om de nalevingsonderzoeken van alcoholverkoop aan 16-minners, Katwijk loopt voorop, is pilotgemeente als de mogelijkheid zich aandient en wordt zowel landelijk als regionaal beschouwd als een zeer actieve gemeente waarvan men wil leren. Geregeld worden medewerkers van de gemeente en de hier werkzame organisaties gevraagd om in de regio of in den lande toelichtingen te geven op de ketensamenwerking en de hier uitgevoerde activiteiten. Waar dat inhoudelijk en financieel mogelijk is wordt door Kocon effectonderzoek ingezet (te denken valt aan het Nalevingsonderzoek en het Retrainproject van Reinout Wiers, zie verderop in de tekst voor projectbeschrijvingen). Een aantal Kocon-activiteiten is bovendien gebaseerd op de uitkomsten van internationaal erkend Nederlands onderzoek (Neurobiologie door A.B Smit, Orthopedagogiek door R. Engels, Pas-interventie door I. Koning) . Wij zijn dan ook van mening dat het door ons gevoerde beleid voldoende legitimatie biedt om op het ingeslagen pad voort te gaan. De nieuwe lokale nota verslavingsbeleid, die per 2013/14 zal ingaan, zal hier een vertaling van zijn, uiteraard met meeneming van de tegen die tijd beschikbare nieuwste ontwikkelingen en inzichten. Uiteraard blijven wij de cijfers voor genotmiddelengebruik monitoren via de peilingen van de GGD (zie voor de laatste cijfers ook de “Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid”, die zijn meegestuurd met deze brief ). De volgende peiling vindt plaats in 2013. Een klein voorbehoud blijft daarbij bestaan, want deze onderzoeken worden nogal dwingend landelijk geharmoniseerd met betrekking tot de periode waarin ze plaatsvinden. De regionale GGD (en centrumgemeente Leiden) willen de nieuwe peiling echter absoluut in 2013 uitvoeren omdat de peiling inmiddels al een jaar is verplaatst. De uitkomsten van de nieuwe peiling zijn eind 2014 te verwachten. We hopen in deze uitkomsten uiteraard een indicatie van de effecten van het geïntensiveerde beleid van de laatste jaren te kunnen terugvinden. Toelichting lokale activiteiten 2011/2012 Omdat er op 1 november meerdere informatiebijeenkomsten waren gepland, konden helaas niet alle raadsleden aanwezig zijn bij de presentatie van het Platform Kocon. Om deze reden nemen wij hieronder een korte beschrijving op van de belangrijkste activiteiten waarbij Kocon betrokken is.
3/8
Ons kenmerk
Preventie Signaleringsoverleg: Het Platform Kocon neemt deel aan het multidisciplinaire signaleringsoverleg (één van de casuïstiekoverleggen binnen het CJG) waarin zorggezinnen worden besproken. Daarnaast wordt voor het onderwerp genotmiddelen informatie, consult en advies ingezet voor aangesloten organisaties. Tevens wordt geadviseerd bij het inrichten van consultatiebijeenkomsten voor ouders/opvoeders. Hiertoe bestaat er samenwerking met het AMW, jongerenwerk, leerlingbegeleiding, JPP, Politie, Brijder, Bureau Jeugdzorg en de GGD. Actieve ontwikkeling publieke discussie: Risicovol genotmiddelengebruik is een samenlevingbreed probleem en vraagt een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid in het bespreken en terugdringen hiervan. Het platform en de gemeente werken hierin nauw samen. Daar waar mogelijk worden publieke discussies aangegaan, bijvoorbeeld tijdens de uitvoering van reguliere activiteiten, tijdens gemeentelijke bijeenkomsten of in de media. Jongerenfolder: In 2011 is onder de ouders van alle jeugd van 12 tot 16 jaar een folder verspreid met daarin informatie over alcohol en de regels die gelden op straat in Katwijk. In de bijgevoegde brief is de ouders verzocht de folder aan hun kinderen te geven en de inhoud met hen te bespreken. Docentenscholing: Om genotmiddelengebruik door jongeren tegen te gaan zet de GGD het preventieprogramma ‘De gezonde school en genotmiddelen’ in. Uitgangspunt: introductie van de norm ‘geen alcohol onder 16 jaar’, genormeerd drinken onder 21 jaar, niet roken en geen gebruik van soft- en harddrugs. De GGD werkt samen met scholen aan schoolbeleid, educatie van leerlingen, opvoedingsondersteuning aan ouders, deskundigheidsbevordering docenten, het introduceren van schoolregels i.h.k.v. een integraal handhavingsbeleid, aandacht voor vroegsignaleren en handvatten voor verwijzen ingeval van reden tot zorg. Middels de gezondheidscontroles door jeugdverpleegkundigen worden gesprekken gevoerd met jongeren/ouders als sprake is geweest van zorgwekkend blowen en/of drinken. Het personeel van een school wordt geschoold in kennis over middelen, over genotmiddelenproblematiek en in het herkennen van de signalen ervan. Deze scholing wordt aan scholen aangeboden in één pakket, in samenhang met de onderstaande oudervoorlichting, advies over het opstellen en handhaven van regels en het inrichten van een zorgstructuur. Scholen kunnen bij de GGD lesmaterialen verkrijgen en indien gewenst gastlessen. Oudervoorlichting: Ouders zijn het allerbelangrijkste referentiekader en voorbeeld voor hun kinderen, ook al hebben zij vaak het idee dat zij vanaf de puberteit niet langer belangrijk zijn in vorming van mening en gewoonten van hun kinderen. Ouders bepalen in belangrijke mate het rook- en drinkgedrag van hun kinderen. Om problemen te voorkomen is het sterk aan te raden roken en drinken zo veel als mogelijk uit te stellen tot het 16e jaar. Praten en uitleggen zijn belangrijk in de meningsvorming maar daarbij is het voor ouders vooral zaak om regels te stellen én te handhaven. De aanpak van de ouderavonden is, in samenhang met de lessen voor leerlingen, gebaseerd op de PAS-interventie van I. Koning (de hoogst gewaardeerde interventie in de landelijke I-databank van het RIVM). Door de medewerking van de meeste Katwijkse scholen voor VO en de structurele aanpak lukt het om grote groepen ouders met deze boodschap te bereiken. In de afgelopen 3 jaar hebben ruim 1.900 ouders deelgenomen aan de avonden. N.B. De cijfers laten zien dat overmatig alcoholgebruik niet alleen een probleem is dat onder jongeren speelt. Ook het gebruikscijfers onder volwassenen/ouderen laat een verontrustende stijgende lijn zien. Vaak wordt dit te laat onderkend, dwz als er al sprake is van verslaving. Om hieraan een halt toe te roepen is het van belang dat de omgeving van volwassenen/ouderen dit probleem vroeg signaleren. Ook consulenten van St. Welzijn Ouderen en Valent, verzorgers en verpleegkundigen krijgen om die reden informatie over (vroeg)signaleren van risicovol drinken onder volwassenen/ouderen.
4/8
Ons kenmerk
Lokale IVA-instructie: De IVA –instructie (Instructie “Verantwoord Alcohol Schenken”) is bedoeld voor barvrijwilligers. In de meeste IVA-instructies is er vooral aandacht voor de mogelijke effecten van alcohol en wordt er een appel gedaan om de bestaande regels toe te passen. Vanuit het Platform Kocon is in samenwerking met de gemeente Katwijk een lokale IVA ontwikkeld, waarin naast landelijke wet- en regelgeving ook aandacht is voor de lokale regels (die verder gaan dan de landelijke). Sinds 2010 bieden de gemeente en Kocon deze instructie kostenloos aan de lokale verenigingen aan. De uitvoering vindt plaats door een toezichthouder en een medewerker van Kocon (via de GGD). Naast voorlichting over de risico’s van het gebruik van alcohol, drugs en tabak ligt de nadruk in de lokale aanpak veel sterker op het nut en de noodzaak van een strenge naleving dan de bestaande instructies deden. Er zijn inmiddels 425 vrijwilligers in 16 bijeenkomsten geschoold. FRIZZZ-feesten/blaastests: Om jongeren te laten beleven dat je prima feest kunt vieren zonder tabak, alcohol en drugs zijn er vanaf augustus 2009 verschillende FRIZZZ-feesten georganiseerd. Ook het wijdverbreide fenomeen “indrinken” is hierbij niet geoorloofd en jongeren worden daarom bij aankomst gecontroleerd d.m.v. blaastests. De door Kocon aangeschafte blaastests staan overigens ook gratis ter beschikking van jongerenwerk, verenigingen en scholen in Katwijk. Ze worden inmiddels geregeld bij schoolfeesten gebruikt om te controleren op indrinken. Preventiesurvival: Jongerenwerkers benaderen actief groepen jongeren op straat. Soms is er sprake van zorgwekkend gedrag. Door het jongerenwerk kan bijvoorbeeld worden geconstateerd dat de jongeren veel roken of drinken of al bezig zijn met drugs. Sinds 1999 wordt er minstens één maar meestal twee keer per jaar een jonge hanggroep, waarover zorgen bestaan, meegevraagd op een survivalweekend. Het belangrijkste doel van de survival is het opsporen van problemen van individuele jongeren, met name wat betreft middelengebruik. Voorafgaand aan het weekend worden formulieren ingevuld en verwerkt door de GGD-medewerker, waarna zorgwekkende jongeren bijzondere aandacht krijgen tijdens het weekend. De politie neemt deel aan het kamp en geeft duidelijk aan wat de spelregels zijn op straat in Katwijk. Ook ouders en hulpverlening worden, indien nodig, ingeschakeld. Het weekend geeft jongerenwerk en politie de kans om de jongeren beter te leren kennen, meer inzicht te krijgen in hun situatie en beter de vinger aan de pols te houden. Nieuw in 2012: BOB-campagne (pilot): In maart 2012 start in de Duin- en Bollenstreek een twee maanden durende BOB-campagne gericht op bezoekers van sportkantines die met de auto komen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de provincies, NOC*NSF en de betrokken sportbonden (KNVB, KNHB, KNKV en KNLTB) hebben besloten regionale pilots te houden om de BOB-gedachte ook in de sportwereld een vaste plaats te geven. In Zuid-Holland wordt de regionale pilot (maart t/m juni 2012) gehouden in de Leidse regio en de Duin- en Bollenstreek, gecoördineerd door het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Zuid-Holland (ROV-ZH). Lokaal zal in samenwerking met de sportverenigingen bij deze campagne worden aangesloten. De lokale IVA-instructie maakt onderdeel uit van het lokale aanbod aan de clubs en wordt aangevuld met de BOB-campagne. Convenant sportverenigingen: Begin 2012 zijn alle Katwijkse sportverenigingen uitgenodigd voor overleg met de burgemeester over de nieuwe ontwikkelingen in wetgeving en over de uitkomsten van het derde nalevingsonderzoek (zie onder “handhaving”). Kocon heeft concept-convenanten ontwikkeld die zouden kunnen bijdragen aan alcoholmatiging in de sportsector. Deze concepten zijn op de beide avonden met de aanwezige clubs besproken. De overige clubs ontvangen de concepten en hun verzoek om reactie nogmaals per post. Afgesproken is dat de clubs eind februari hun tekstuele reacties op het convenant bij de gemeente indienen, zodat uiteindelijk een tekst kan worden opgesteld waar zowel de gemeente als de verenigingen zich in kunnen vinden.
5/8
Ons kenmerk
Convenant Oranjeverenigingen: Tijdens de gezamenlijke organisatie van een FriZZZ-feest tijdens het Najaarsfeest in Katwijk aan den Rijn, nam de Oranjevereniging Katwijk aan den Rijn het initiatief om met horecaondernemers en vrijwilligersorganisaties afspraken te maken over het schenken van alcohol en over de toezicht/ naleving op het gebied van alcohol en drugs. Hierbij werd hulp geboden door Platform Kocon door het aanbod van een model-convenant. Het voornemen is om in 2012 een convenant uit te werken dat als groeimodel ingezet kan worden. Doel is het verbreden van draagvlak voor alcoholmatiging en naleving door de deelnemende initiatieven aan alle Oranjefeesten. Spreekuren voortgezet onderwijs: In 2012 onderzoekt Kocon of de inzet van spreekuren (selectieve preventie) in het voortgezet onderwijs kunnen bijdragen aan het signaleren van opvallend of zorgwekkend gedrag. Gedacht wordt aan het opbouwen van een samenwerking tussen het Platform en jeugdverpleegkundigen van de GGD. Zo mogelijk wordt als pilot een aantal spreekuren ingezet om de meerwaarde hiervan (beter) te kunnen inschatten. Extra ouderavonden basisonderwijs: Vanuit de Doeluitkering voert de GGD ouderavonden uit in het regionale basisonderwijs. Katwijk wordt naar rato voorzien en daarom kan het aanbod niet op alle Katwijkse scholen worden uitgevoerd. Gelet op het belang van voorlichting aan ouders , wordt vanuit Kocon uitbreiding van het aantal ouderavonden mogelijk gemaakt. Wetenschappelijk onderzoek Retrain-programma: Professor Reinout Wiers, als hoofd van de faculteit ontwikkelingspsychologie verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, heeft een programma gemaakt waarmee mensen die gefixeerd zijn op alcohol van die fixatie afgeholpen kunnen worden: de zogenaamde “retraining”. Het programma is bewezen effectief voor alcoholisten en gedetineerden. Vanuit preventie weten we nu hoe de aanpak moet zijn voor 12- tot 14-jarigen die nog niet of nauwelijks gebruiken. Voor 15- en 16-jarigen die al roken en/of drinken is die duidelijkheid er nog niet. Mogelijk kan dit programma ook voor hen effectief zijn. In november 2011 en januari 2012 is de pilot van het retrainprogramma uitgevoerd voor leerlingen van de bovenbouw (> 120 leerlingen) op het Wellant College, hier in Katwijk. Dit is uniek, want het is voor het eerst dat dit gebeurt in het onderwijs in Nederland. Hopelijk blijkt de training effectief te zijn voor deze doelgroep. Zorg/maatschappelijk herstel: Project Reïntegratie: Het Project Reïntegratie biedt nazorg aan ex-verslaafden en ex-gedetineerden. Het gaat om een samenwerkingsverband tussen Stichting De Brug Midden Nederland, Brijder en GGZ Duinen Bollenstreek waarbij uitvoering van het casemanagement van het project gedelegeerd is naar De Brug. Voor huisvesting van ex-verslaafden en ex-gedetineerden (mits clean) is in nauwe samenwerking met Dunavie het aanbod ‘Koconwoningen’ ontwikkeld (gemiddeld 4 op jaarbasis). De vrijwilligers (mentoren) spelen een belangrijke rol in de begeleiding en de weg naar maatschappelijk herstel. Op jaarbasis worden gemiddeld 15 deelnemers begeleid. Financiering vindt voornamelijk plaats vanuit de Doeluitkering. Project Nazorg ex-gedetineerden (pilot): In maart 2011 is Kocon gestart met dit project waarbij gedetineerden persoonlijk worden begeleid door twee trajectbegeleiders. Tegelijkertijd heeft de gemeente een nazorgcoördinator aangesteld die de meldingen over gedetineerde Katwijkers ontvangt en ervoor zorgt dat relevante informatie over de gedetineerde gedeeld wordt met de Penitentiaire Inrichtingen (PI’s) en de trajectbegeleiders. De nazorgcoördinator en de trajectbegeleiders trekken gezamenlijk op om hulpvragen van gedetineerden op het gebied van Identiteitsbewijs, Werk en Inkomen, Onderkomen, Schulden en Zorg al tijdens detentie boven tafel te krijgen en op te lossen. Het doel is om recidive terug te dringen door ervoor te zorgen dat de overgang van detentie naar vrije samenleving zo soepel mogelijk verloopt en dat de ex-gedetineerden ondersteund worden bij hun terugkeer in de maatschappij. In de periode maart t/m december 2011 zijn 25 gedetineerden in de PI’s
6/8
Ons kenmerk
bezocht door de trajectbegeleiders van het project. Op een enkeling na wordt het bezoek en de geboden hulp door de gedetineerden zeer positief ontvangen en gewaardeerd. Maaltijdverstrekking daklozen: De warme maaltijdvoorziening vindt plaats in het Inloophuis van Stichting De Brug. De eigen bijdrage voor de maaltijd is €1. Voor 2012 is de verwachting dat het aantal personen stabiliseert op het gemiddelde van 12. Voedselbank Katwijk: Op verzoek van de gemeente en de Voedselbank treedt Stichting Kocon sinds juni 2009 op als huurder van het pand aan de Cleijn Duijnplein 12 voor de Voedselbank Katwijk. De Voedselbank draagt zelf bij aan de energiekosten. Aanpak overlast Strategisch overleg/driehoeksoverleggen: Maandelijks vindt er overleg plaats tussen de driehoekspartners Gemeente (wijkregisseurs), Jongerenwerk en Politie. Hierbij wordt het electronisch meldsysteem Tringo gebruikt waarin alle meldingen van overlast door de genoemde partijen zijn opgeslagen. De meldingen zijn leidend in de driehoeksoverleggen. Per melding wordt bekeken of aanvullende acties nodig zijn. Problematiek die de driehoek overstijgt of om nieuw beleid vraagt wordt op de agenda gezet van het Strategisch Overleg Hangjongeren en Vandalisme, dat maandelijks plaatsvindt en waarin buiten de gemeente (afdelingen Maatschappelijke Zaken, Wijkwerk en Veiligheid) ook het Jongerenwerk, Politie en Halt zijn vertegenwoordigd. Burgemeestersbrief, ouderbijeenkomsten: In 2009 kwam er vanuit de politie en het jongerenwerk het signaal dat jongeren met jongere leeftijd (circa 12, 13 jaar) gezien werden bij hanggroepen met oudere personen (rond de 18 jaar oud). Daarnaast was er in deze periode geen directe koppeling richting ouders van jongeren die een boete kregen voor het bezitten van alcohol op straat. Op basis van deze signalen is de burgemeestersbrief ontwikkeld. De politie noteert de namen van jongeren die bijzondere overlast veroorzaken, een overtreding plegen of bijzonder jong zijn om te hangen bij de groep waar ze worden aangetroffen. Deze namen worden doorgespeeld naar de gemeente. Vanuit de gemeente wordt er een brief gezonden aan de ouders van de betreffende jongere. In de brief wordt het probleem toegelicht en wordt de ouders gevraagd het probleem met hun kind te bespreken. De ouders wordt ook hulp aangeboden in de brief, via het platform Kocon en de wijkagent. De burgemeestersbrieven worden als positief ervaren. Veel ouders hebben contact gezocht met de gemeente of de politie n.a.v. het ontvangen van een brief. Doordat de ouders actief contact zoeken krijgen de gesprekken een positieve wending. In het verleden zocht de politie uit eigen initiatief contact met ouders van jongeren waarover zorgen bestonden. Deze gesprekken gingen vaak moeizaam. In verschillende gevallen is een complete hanggroep aangeschreven n.a.v. problemen binnen de groep. De ouders zijn hierna via de burgemeestersbrief uitgenodigd voor een voorlichtingsbijeenkomst. Deze bijeenkomsten zijn een samenwerking tussen gemeente, politie, de GGD en het jongerenwerk. De problemen van de jongeren worden tijdens deze ouderbijeenkomsten besproken met de ouders. Veelal staat alcohol hierbij centraal. Inmiddels zijn er (in 2009 , 2010 en 2011) in totaal 125 individuele burgemeestersbrieven verzonden. Daarnaast zijn er ook ruim 800 gezinnen in Rijnsburg aangeschreven over de overlast die jongeren daar ’s nachts veroorzaken. Inzet Bikers: In het centrum van Rijnsburg wordt in de nacht van zaterdag op zondag overlast veroorzaakt door jongeren die weggaan of terugkomen van het uitgaan in Noordwijk. Deze overlast bestaat voornamelijk uit geluidsoverlast, vervuiling en vernieling. Vooral bij de terugkomst van de jongeren uit Noordwijk tussen 2:00 en 3:30 uur in de zondagnacht wordt veel overlast ervaren door de bewoners. In 2010 heeft de gemeente in samenwerking met politie en jongerenwerk een project gedraaid om de overlast te verminderen. Bikers zijn ingehuurd die de jongeren vroegen om direct te vertrekken nadat ze waren afgezet door taxi’s. Ook volgden ze de grootste groepen jongeren op hun weg naar huis om zo overlast te voorkomen. Deze aanpak werkte vrijwel direct en ook in 2011 zijn
7/8
Ons kenmerk
de bikers succesvol ingezet. De overlast in het centrum van Rijnsburg is sterk afgenomen. Daarom is besloten om de inzet van de bikers ook in 2012 voort te zetten. Handhaving Haltmaatregel (begonnen als pilot): In de gemeente Katwijk worden jongeren tot 18 jaar die op straat alcohol of softdrugs gebruiken of in het bezit zijn hiervan doorverwezen naar Halt. Op 2 juli 2009 is de pilot voor de Halt- maatregel alcohol gestart. Aanleiding hiervoor was het gebrekkige effect van de boete voor het overtreden van het verbod alcohol te bezitten op straat. Verder werd er gezocht naar de mogelijkheid ouders te betrekken bij het probleem van overmatig alcoholgebruik door jongeren. Binnen de pilot worden jongeren met hun ouders uitgenodigd bij Halt. Hier krijgen de jongeren een leeropdracht en een taakstraf (afhankelijk van de leeftijd van de jongeren). Als afronding van de haltafdoening krijgen de jongeren twee voorlichtingsbijeenkomsten over alcohol/softdrugs. Deze bijeenkomst wordt verzorgd door Brijder Verslavingszorg. Voor de ouders is er tevens een voorlichtingsbijeenkomst over de omgang met jongeren en genotmiddelen. De jongeren krijgen daarna huiswerk mee, waarbij ook de ouders weer een rol spelen. De week daarna komen de jongeren nogmaals waarbij dan o.a. het huiswerk wordt besproken. De bijeenkomsten worden door zowel de jongeren als de ouders als positief ervaren. De haltafdoening softdrugs is sinds 1 november 2011 in werking getreden. Beide maatregelen zijn voortgekomen uit de samenwerking tussen Politie Hollands Midden, Halt Hollands Midden Haaglanden, het Openbaar Ministerie, Brijder verslavingszorg, het Nederlands Jeugdinstituut, gemeente Teylingen en de gemeente Katwijk. In 2009 zijn er 34 jongeren doorverwezen naar Halt. In 201o waren dit er 52 en in 2011 waren dit er 83. Lokale Handhaving Drank- en horecawet (begonnen als pilot) & Nalevingsonderzoek: Jongeren starten te jong met het drinken van alcoholhoudende drank en drinken daarvan te veel. De verkrijgbaarheid van alcohol speelt hierbij een belangrijke rol. De belangrijkste bepaling in de huidige Drank- en Horecawet is dat geen alcohol verkocht mag worden aan jongeren onder 16 jaar. Om te onderzoeken in hoeverre dit verbod wordt nageleefd heeft Kocon in samenwerking met de gemeente in 2007 lokaal onderzoek uit laten voeren door STAP en de Universiteit Twente. De uitkomst daarvan was dat de correcte naleving door de verkopers slechts 11% (!)) bedroeg. In het kader van een landelijke pilot heeft de gemeente Katwijk vervolgens de mogelijkheid gekregen om de controle op de naleving van de Drank- en Horecawet lokaal uit te voeren (i.p.v. door de landelijke werkende Voedsel- en Waren Autoriteit). Sinds de inzet van deze pilot zijn ook een 2e en 3e onderzoek gehouden. Daaruit blijkt dat de naleving gestegen is naar 31%. Omdat het 1e onderzoek gebruikt kan worden als nulmeting kan de stijging van de naleving, met enige voorzichtigheid, als effect toegeschreven worden aan de lokale controle. Andere determinanten als prijs, regels en beleid van de koepelorganisaties voor verkopers zijn bij ons weten niet veranderd. Het onderzoek laat als aanwijzing naar de toekomst ook duidelijk zien dat als er geïnvesteerd wordt in controles in een bepaalde sector, de nalevingspercentages in die sector duidelijk beter worden. Met name de stijging van het nalevingspercentage in de detailhandel is opvallend. Deze sector is intensief gecontroleerd vanaf de start van de pilot. Bij de nulmeting scoorden de supermarkten een nalevingspercentage van 29% en slijterijen scoorden 25%. Bij de laatste meting scoorden de supermarkten echter een nalevingspercentage van 58% en de slijterijen 88%. Het huidige totale gemiddelde van 31% naleving is weliswaar een verbetering, maar is uiteraard niet het gewenste niveau van naleving. De gemeente heeft al besloten om uit eigen middelen ook in de toekomst de lokale controle te bekostigen. Een 4e meting kan in toekomst laten zien of deze inzet effectief is. Wij hopen u op deze wijze voldoende te hebben geïnformeerd over ons integrale lokale verslavingsbeleid en de redenen waarom wij van mening zijn dit beleid te moeten voortzetten.
8/8
Ons kenmerk
Het platform Kocon heeft een aanvullende presentatie van een half uur voorbereid over de in den lande beschikbare gegevens over interventies op dit gebied. Mocht hieraan behoefte zijn, dan kan deze presentatie uiteraard tijdens een vergadering van de Commissie Welzijn worden gehouden. Voor meer achtergrondinformatie over cijfers, Kocon en ons lokale beleid verwijzen wij u ten slotte naar de volgende stukken: -Gezondheid in Beeld in Zuid-Holland Noord (GGDHM 2011) -Werkplan Verslavingsbeleid 2009-2013 -Activiteitenplan Kocon 2012 -Begroting 2012 Kocon -Factsheet resultaten 3e Nalevingsonderzoek -Jaarverslag Project Reïntegratie
Hoogachtend, BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN KATWIJK Namens dezen,
Burgemeester J. Wienen
Wethouder I.G. Mostert
Kopie aan: T. Cowall, B. Meskers, P. Broersen, J. van Diepen, A. de Roode, A. van Oost, Th.J. van Huizen, M.P. Luijk, E.H.M. van der Heijden, C. C. Star, C. van Keulen, S. Molenaar, A. Veenstra, Griffie.
Activiteitenplan 2012 Overzicht voorgenomen activiteiten van Platform Kocon Alcohol & Drugs voor het jaar 2012 op het gebied van onderzoek, preventie en maatschappelijk herstel in de gemeente Katwijk
Platform Kocon Katwijk, oktober 2011
Inleiding Voor u ligt het Activiteitenplan 2012 van het Platform Kocon Alcohol & Drugs. Het Platform richt zich op verslavingspreventie, verslavingszorg en maatschappelijk herstel in Katwijk waarbij het Werkplan Verslavingsbeleid 2009-2013 van de gemeente Katwijk het kader vormt voor het opstellen van het jaarlijkse activiteitenplan. Doelgroepen waar Kocon zich in 2012 op richt zijn onder andere: jongeren onder 16 jaar, hun ouders en volwassenen/ouderen. Met de gemeente Katwijk is overeengekomen dat er ruimte is om onvoorziene activiteiten uit te voeren naar aanleiding van de actualiteit. Dit kán betekenen dat dit ten koste gaat van een geplande activiteit. Wanneer een dergelijke situatie zich voordoet dan zal het Platform Kocon hiervan melding maken bij het bestuur van Stichting Kocon. Vanuit haar verantwoordelijkheid als subsidievrager en als gesprekspartner naar de gemeente zal de stichting deze wijziging tijdig neerleggen bij de verantwoordelijke portefeuillehouder. De betrokken organisaties zijn bereid om zich in te spannen om de voorgenomen activiteiten te realiseren. Uitwisseling, afstemming en bewaking van de voortgang vindt plaats tijdens de centrale platformvergaderingen. De uitwerking vindt plaats in verschillende werk- en projectgroepen. Indien nodig zal de Stichting Kocon (lokale) ontwikkelingen onder de aandacht brengen van het gemeentebestuur, zodat hier tijdig op ingespeeld kan worden. Vanuit Kocon zal telkens bij een nieuw op te starten activiteit bekeken worden of een (wetenschappelijke) nulmeting en/of effectmeting mogelijk is en wat de kosten zijn. Het gaat dan vooral om (on)mogelijkheden van effectmeting met betrekking tot gedragsverandering door een onafhankelijke organisatie en op wetenschappelijke basis. Uitvoering van effectmetingen zijn alleen mogelijk wanneer organisaties, zoals een universiteit en/of de gemeente Katwijk, bereid zijn om hiervoor budget beschikbaar te stellen. Het Activiteitenplan 2012 is zo realistisch als mogelijk opgesteld; vooraf vond een inventarisatie en discussie plaats over het nut, het bereik en de kosten van activiteiten. De wijzigingen ten opzichte van 2011, zoals het beëindigen van enkele activiteiten en nieuwe activiteiten, lichten we toe in Hoofdstuk 1. Hierna volgt in Hoofdstuk 2 een omschrijving van de voorgenomen activiteiten in 2012 en het geschatte bereik. De uitvoering van het Activiteitenplan 2012 vraagt opnieuw veel inspanning. We verwachten dat dit mogelijk is omdat de betrokken organisaties dit plan onderschrijven en bereid zijn om een bijdrage te leveren aan de realisatie hiervan. De Stichting en Platform Kocon hopen op die manier ook in 2012 weer een bijdrage te kunnen leveren aan het verslavingsbeleid van de gemeente Katwijk. Voorzitter Platform Kocon Hans Moolenburgh
1
1. Kader Activiteitenplan 2012 Rekening houdend met de beschikbare middelen en capaciteit, kiest het Platform in 2012 voor de volgende prioriteiten: 1. HET VOORKOMEN VAN ALCOHOLGEBRUIK DOOR JONGEREN ONDER DE 16 JAAR Factoren die alcoholgebruik door jongeren beïnvloeden, zijn: 1. Opvoeding 2. Het aanbod, de verkrijgbaarheid 3. Handhaving/toezicht en monitoring. Ad1. De rol van de ouders en andere opvoeders is van groot belang bij het al dan niet beginnen met roken, alcohol- en drugsgebruik. Zo leren kinderen vaak thuis te drinken, meestal na een spontaan aanbod van hun ouders. Platform Kocon wil de boodschap uitdragen dat ouders het alcoholgebruik en roken zo lang mogelijk uitstellen, in ieder geval tot zestien1. Een effectieve manier hiervoor is het stellen van regels, het toezien op de naleving daarvan en het, indien nodig, verbinden van consequenties aan herhaaldelijke overtredingen ervan. Ad 2. In de horeca, sport, jongerenwerk en verenigingen moet de wettelijke grens van zestien jaar voor de verkoop van alcohol en tabak goed nageleefd worden. Onderzoek toont helaas aan dat dit onvoldoende gebeurt. Kocon organiseert activiteiten die de boodschap uitdragen dat drinken op jonge leeftijd niet normaal is. Degenen die alcohol en tabak verstrekken hebben verantwoordelijkheden en zijn aan regels gebonden waaraan zij zich ook moeten houden. Ad3. In de openbare ruimten, op straat, moet dronkenschap niet getolereerd worden. Toezicht en handhaving zijn van groot belang en de beschikbaarheid moet beperkt worden onder meer door het stimuleren van alternatieven en het gebruik van alcoholtesters en polsbandjes. Inzichten over de grote risico’s van alcoholgebruik op jonge leeftijd en onderzoeksresultaten onderstrepen voor het Platform het belang om ook in 2012 nadrukkelijk aandacht te blijven schenken aan de risico’s en gezondheidsschade van alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar. Naast hersenschade en andere risico’s voor de gezondheid, blijkt uit onderzoek2 dat er een duidelijk verband is tussen alcohol drinken (en/ of roken) op jonge leeftijd en het gebruik van alcohol en (hard-)drugs op latere leeftijd. Het is belangrijk dat deze kennis wordt overgedragen aan ouders en andere opvoeders en dat 1
Het Platform geeft de voorkeur aan de leeftijdsgrens van 18 jaar, omdat dit gelijk is aan de grens die geldt voor bijvoorbeeld autorijden, trouwen en stemmen maar vooral vanwege gezondheidsredenen zoals de ontwikkeling van de hersens die doorloopt tot 23 - 25 jaar.
2
Onderzoek wijst uit dat er een relatie is tussen leeftijd en de ‘carrière’ in middelengebruik. Een steekproef onder ca. 6000 leerlingen in Nederland (voortgezet onderwijs), toonde een duidelijk verband aan tussen alcohol drinken op jonge leeftijd (jonger dan 14 jaar) en het gebruik van alcohol, softdrugs en harddrugs op latere leeftijd. Dat wil zeggen: jongeren die vóór hun 14e jaar voor het eerst alcohol drinken, gaan later vaker harddrugs gebruiken. Op jonge leeftijd alcohol gebruiken betekent zelfs 2,44x meer kans op een overstap naar harddrugs. Bronnen: ‘Vroegtijdig alcoholgebruik als voorspeller voor druggebruik tijdens de adolescentie’, Jennifer Pees en ‘Alcohol en jongeren- Vroegtijdig alcoholgebruik als predictor voor harddrugsgebruik’, Chesten Breijer, Universiteit Utrecht, oktober 2009. Beide onderzoek zijn uitgevoerd met medewerking van Platform Kocon en het Trimbos.
jongeren voor de gevolgen beschermd worden door het zolang mogelijk uitstellen van alcoholgebruik. Door prioriteit te geven aan en draagvlak te creëren voor het uitstellen van het eerste gebruik van alcohol en tabak tot 16 jaar wil het Platform ook het gebruik van cannabis en/ of cocaïne op latere leeftijd voorkomen. Binnen preventie wordt onderscheid gemaakt in de volgende preventietypen:
Universele preventie
Selectieve preventie
Geïndiceerde preventie
Universele preventie richt zich op de hele bevolking of een gehele deelpopulatie (bijvoorbeeld alle leerlingen op een school). Van alle jongeren zal ± 80% zich altijd prima redden ook zonder het creëren van een beschermende omgeving, die hebben ze ook vaak al. Een hele kleine minderheid, ± 3%, zal in de problemen komen, ondanks inzet voor een beschermende omgeving, Dit kan voortkomen uit verschillende oorzaken zoals erfelijkheid, biochemie of traumatische ervaringen. Universele preventie is vooral van belang voor de minderheid van de jongeren, ± 17%, die zouden kunnen afglijden naar problematisch middelengebruik. Juist voor hen is het creëren van een beschermende omgeving, het niet meegaan in het gedrag van de 3% probleemjongeren erg belangrijk. Die beschermende omgeving wordt vooral gecreëerd door hun ouders en andere opvoeders in staat te stellen structuur te bieden (praten, regels, controle en handhaving). Voorbeelden hiervan zijn folders, scholing voor jongerenwerkers, IVA-instructies en ouderavonden in het onderwijs. Selectieve preventie is gericht op mensen uit een deel van de bevolking (of een deelpopulatie) die een aanmerkelijk groter risico lopen om in de problemen te komen. Bijvoorbeeld groepen jongeren waarvan bekend is dat zij een verhoogd risico hebben op middelengebruik. In de gemeente Katwijk worden al vrij veel activiteiten ontplooid die gericht zijn op jongeren (en hun ouders); de Preventiesurvival, de Halt-maatregel en de Burgemeestersbrief. Niettemin vindt het Platform Kocon deze groep, zowel voor zichzelf als maatschappelijk, zo belangrijk dat steeds bekeken zal worden welke activiteiten we kunnen ontplooien om risico´s zoveel als mogelijk te vermijden en hen ´op de rails´ te houden. Geïndiceerde preventie richt zich op mensen waarvan vast staat dat zij een hoog risico lopen om problemen te ontwikkelen, bijvoorbeeld door het gebruik van riskante genotmiddelen. Het gaat om mensen die wel klachten of symptomen hebben, maar niet voldoen aan de diagnostische criteria voor een psychische of verslavingsstoornis. De inzet van activiteiten hierbij wordt gefinancierd vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en valt niet onder het werkterrein van Platform Kocon. Deze vorm van preventie richt zich op mensen die in een probleemsituatie zitten, zoals verslaafden, of een chronische, psychische of somatische aandoening hebben. De inzet van preventie heeft hierbij als doel te voorkomen dat de verslaafde terugvalt of zich, ondanks verslavingsproblematiek, toch kan redden.
3
2. BEVORDEREN SAMENHANG PREVENTIE EN HANDHAVING Voor het naleven van bestaande én nieuwe wet- en regelgeving3 is het van belang dat het nut en de noodzaak hiervan bekend is en breed gedragen wordt; het creëren van publiek draagvlak. Dit is een belangrijke taak voor verslavingspreventie. Kocon zet naast de reguliere preventie in het onderwijs (vanuit de Doeluitkering Ambulante Verslavingszorg uitgevoerd door de GGD Hollands Midden) hiervoor aanvullende activiteiten in zoals het naar ouders verspreiden van de speciaal gemaakte folder ‘Proost!?’ Tussen de terreinen preventie en handhaving ligt een behoorlijke afstand. Deze wordt door Kocon, meestal in samenwerking met de gemeente Katwijk, Politie Hollands Midden en het jongerenwerk van Factor W, overbrugd door speciaal hiervoor ontwikkelde activiteiten bijvoorbeeld het uitlenen van de alcoholblaastesten, het organiseren van preventiesurvivals, de training ‘Grenzen stellen’, het toepassen van de Halt-maatregel, deelname aan de ‘Burgemeestersbrief’ en de Nalevingsonderzoeken. Al met al is dit een heel compleet pakket van activiteiten strekkend van preventie tot handhaving. Dit integrale pakket aan activiteiten en maatregelen is nooit ‘af’; sommige activiteiten lopen langdurig (preventiesurvival), sommige zullen worden afgebouwd (Grenzen stellen) en voor nieuwe problemen moeten ook weer nieuwe activiteiten bedacht, opgezet en uitgevoerd worden. Hoewel de participanten best gepast trots kunnen zijn, van geen andere gemeente is een dergelijk compleet pakket bekend, zal er voortdurend inzet nodig zijn om nieuwe activiteiten te ontplooien die preventie en handhaving verbinden. 3. ONTWIKKELEN VERSLAVINGSPREVENTIE EN HULP VOOR VOLWASSENEN/ OUDEREN Overmatig alcoholgebruik onder volwassenen/ouderen is een groeiend probleem. Niet alleen voor henzelf, maar ook voor de omgeving, de zorg en de maatschappij. In tien jaar tijd is bij deze doelgroep het overmatig drinken meer dan verdubbeld. Overmatig drinken kan uitwerken op verkeerd medicijn gebruik in combinatie met alcohol, vaker vallen met botbreuken tot gevolg of vereenzaming door isolering. Door vergrijzing zal deze groep verder blijven groeien en hiermee ook de kosten die schadelijk alcoholgebruik met zich meebrengt. Het is van groot belang voortijdig risicovol alcoholgebruik bij volwassenen en ouderen te signaleren, Platform Kocon wil in 2012 de eerstelijnsvoorzieningen, die in contact zijn met deze doelgroepen, wijzen op deze ontwikkeling, hen voorzien van een aanbod gericht op vroegsignalering en organisaties desgewenst voorzien van een deskundigheidsbevordering. Deze intermediairs helpen zo om het risicovol alcoholgebruik terug te dringen. Dit door vroegsignalering, volwassenen en ouderen te voorzien van informatie en hen te verwijzen naar de zorg wanneer hier reden toe is.
3
Naar verwachting wordt de huidige wetgeving eind 2011/ begin 2012 gewijzigd.
Gewijzigde en nieuwe activiteiten in 2012 Hieronder een toelichting van de wijzigingen in het Activiteitenplan 2012 ten opzichte van 2011. 1. Training Grenzen stellen De training Grenzen stellen is effectief en wordt hoog gewaardeerd. Helaas kost deze training ook veel geld; voor 16 mensen is de prijs ca. € 4.500,00. Vanwege de bezuiniging4 is flink geschrapt in deze activiteit. Kocon wil het theorieblok van de training wel uit blijven voeren ad ± € 450,00. 2. Preventiesurvival met jongeren De preventiesurvival wordt al sinds 1999 uitgevoerd. De survival is een mooi middel om duidelijk te krijgen of jongeren uit een hanggroep problemen hebben o.a. met het gebruik van middelen (te jong drinken, te veel drinken, roken, blowen en evt. harddrugs), of andere problemen en zo nodig te (laten) begeleiden. Door bezuinigingen is het aantal uit te voeren survivals teruggebracht van 2 naar 1 per jaar. 3. Instructie Verantwoord Alcohol schenken Katwijk (IVA) De Instructie Verantwoord Alcoholschenken richt zich op barvrijwilligers in verenigingen met het doel om hen in staat te stellen om verantwoord alcohol te schenken. In de opzet van de lokaal ontwikkelde IVA Katwijk ligt de nadruk veel sterker op naleving en handhaving dan in andere bestaande IVA-instructies. Vanuit het 3e Nalevingsonderzoek (mysterieshoppers) is geadviseerd om de beschikbare capaciteit van de toezichthouders van de gemeente Katwijk vooral in te zetten op de directe handhaving. Om die reden wordt de IVA-instructie in 2012 niet meer actief aangeboden en beperkt. Verenigingen kunnen er wel zelf om vragen. 4. Signaleringsnetwerk Jeugd Een medewerker van Kocon vervulde in 2010 en 2011 tijdelijk het voorzitterschap voor het overleg van Signaleringsnetwerk Jeugd van de gemeente Katwijk. Dit als vervanging van de vertrokken voorzitter. Tijdens dit overleg (1x per 6 weken) richten medewerkers van verschillende organisaties zich op gezinnen waarover zorg bestaat op het terrein van bijvoorbeeld wonen, onderwijs, financiën, fysiek en mentaal functioneren of verslaving. Gemiddeld gaat het om 75 (unieke) gezinnen per jaar. Hiervoor wordt direct samengewerkt met de gemeente. Deze functie wordt eind 2011 overgedragen aan een volgende voorzitter. In 2012 blijft de medewerker, vanuit het Platform Kocon, weliswaar betrokken bij dit netwerk voor het beleidsmatige deel met als aandachtgebied verslavingsbeleid, maar dit valt dan onder de functie informatie, consult en advies.
4
Naar aanleiding van de nota ´Scherp aan de wind´ vindt in 2012 een bezuiniging plaats van € 10.000,- op de posten: publiciteit, deskundigheidsbevordering (Training Grenzen Stellen) en preventieactiviteiten (Preventiesurvival).
5
5. Convenant Jongerenwerk 5 jongerencentra in Katwijk voeren sinds 2007 een gezamenlijk alcoholmatigingsbeleid. Dit is vastgelegd in een convenant. Afspraken in dit convenant zijn o.a. dat de activiteiten voor jongeren tot 16 jaar gescheiden plaats vinden van activiteiten voor 16 jaar en ouder. Bij activiteiten tot 16 jaar wordt geen alcohol geschonken. De prijzen van alcoholhoudende dranken zijn tussen de jongerencentra gelijkgeschakeld, frisdrank is de helft goedkoper dan alcoholhoudende dranken. Dit convenant is in 2011 hernieuwd. In 2012 blijft Kocon de uitvoering begeleiden, maar een nieuw convenant is vooralsnog niet nodig en komt daarom niet (meer) voor in dit Activiteitenplan voor het jaar 2012.
6. Voorlichting en creëren draagvlak voor alcoholmatigingsbeleid in de sportsector Voor de sportsector biedt de Werkgroep Preventie van Platform Kocon de gemeente Katwijk in 2011 een concepttekst aan met voorbeelden van afspraken en maatregelen die bijdragen aan een alcoholmatigingsbeleid in de sportsector. Deze afspraken en maatregelen kunnen bijvoorbeeld opgenomen worden in nog af te sluiten convenant. Voor 2012 geldt het aanbod vanuit Platform Kocon om de voorlichting en communicatie te verzorgen voor de sportsector om hiermee draagvlak te creëren; het waarom van afspraken en het belang van naleving. 7. Convenant Oranjeverenigingen In 2012 zal Platform Kocon proberen een convenant te ontwikkelen dat als groeimodel ingezet kan worden. Draagvlakverbreding moet ervoor zorgen dat steeds meer initiatieven/ organisaties/ ondernemers zich willen conformeren aan huisregels over alcoholgebruik en het voorkomen/ terugdringen van alcoholgebruik onder de 16 jaar tijdens activiteiten van de Oranjeverenigingen. Dit initiatief werkt Kocon uit voor álle Oranjeverenigingen. 8. Vroegsignalering en deskundigheidsbevordering alcoholgebruik gericht op ouderen Eerstelijnsvoorzieningen worden geïnformeerd over het nut en de noodzaak van het (vroeg)signaleren van risicovol drinken onder ouderen. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan consulenten van stichting Welzijn Ouderen, verzorgenden van Valent, verpleeghuisartsen en verpleegkundigen. In 2012 is het streven om de eerstelijnsvoorzieningen die in contact zijn met deze doelgroepen, te wijzen op de ontwikkelingen en hen te voorzien van een aanbod gericht op vroegsignalering en organisaties, desgewenst voorzien van een deskundigheidsbevordering. 9. 4e Nalevingsonderzoek door STAP en Universiteit Twente In mei 2011 is het 3e Nalevingsonderzoek verricht door STAP en de Universiteit Twente aangeboden met 15 aanbevelingen voor gemeentelijk beleid. Als het lukt om een aanzienlijk deel van deze aanbevelingen om te zetten in beleid en uitvoering dan is het nuttig om te onderzoeken of deze inzet het gewenste effect heeft op de naleving van de regels. In dat geval is Kocon bereid om haar opgebouwde expertise, tijd en geld in te zetten om een 4e Nalevingsonderzoek te realiseren. Dat betekent onder andere het aanboren van financiën, het aankopen van het onderzoek en het onderhandelen over de condities en de planning van het onderzoek.
10. Extra ouderavonden basisonderwijs voor het stimuleren van weerbaarheid In het basisonderwijs worden vanuit de Doeluitkering regionaal ouderavonden ingezet. De GGD HM verzorgt dit aanbod. Zo ook in Katwijk. In dit aanbod wordt tijdens de ouderavonden naast genotmiddelenvoorlichting ook het thema weerbaarheid behandeld vanuit de gedachte dat weerbare mensen (jongeren én hun ouders) komen tot verantwoorde keuzes. De capaciteit van de GGD HM om, vanuit de doeluitkering, elke school een aanbod waaronder een ouderavond aan te kunnen bieden is niet helemaal toereikend. Vanuit het Platform wordt naar een verdere ophoging in deelname gestreefd. Hiervoor wordt samen met de GGD een plan van aanpak gemaakt. Ondersteunend hierbij kan zijn om de benodigde lesmaterialen te laten bekostigen door het Platform. 11. Spreekuren voortgezet onderwijs Gedacht wordt aan het houden van spreekuren in het voortgezet onderwijs in samenwerking met de jeugdverpleegkundigen. Onderzocht zal worden of scholen en leerlingen in dit aanbod een meerwaarde zien. Zo mogelijk zal als pilot ook een aantal spreekuren worden ingezet. 12. Pilot nazorg ex-gedetineerden Katwijk In maart 2011 is de tweejarige pilot Nazorg ex-gedetineerden Katwijk gestart met als doel het terugdringen van terugval in criminaliteit door het bieden van nazorg. Verdachten en gedetineerden worden door de twee trajectbegeleiders bezocht in Huizen van Bewaring en gevangenissen. Er volgt een inventarisatie van de 5 basisvoorwaarden (ID, inkomen, werk/ dagbesteding, huisvesting en zorg) en zo nodig volgt hierop actie zodat de terugkeer zo optimaal als mogelijk plaats vindt. De pilot wordt in 2012 voortgezet.
7
2. Activiteiten in 2012 De GGD Hollands Midden, Brijder Preventie en De Brug Midden Nederland voeren met middelen vanuit de Doeluitkering verschillende activiteiten uit voor de 15 gemeenten in deze regio, waarbij de gemeente Leiden als centrumgemeente fungeert. Jaarlijks worden afspraken gemaakt met deze organisaties over de inzet op preventie. Dit ‘basispakket’ voor alle gemeenten in de regio bestaat uit: 1. Preventieactiviteiten voor leerlingen en ouders in het basis-, speciaal- en voortgezet onderwijs, Regionale Opleidings Centra (ROC ‘s) en beleidsadvisering voor gemeenten uit te voeren door de GGD. 2. Verslavingspreventie in het jongerenwerk, de sportsector en de ROC ‘s en andere activiteiten zoals jeugdhulpverlening, maatschappelijke dienstverlening, gezondheidszorg en het uitvoeren van open spreekuren door Brijder. 3. Voorlichting en begeleiding van ouders en partners van verslaafden uit te voeren door De Brug. In het basispakket van de organisaties is ook publieksvoorlichting opgenomen. De kosteneffectiviteit van preventieve activiteiten op het gebied van riskante genotmiddelen kan een rol spelen bij de verantwoording van beleid en de keuzes voor nieuw beleid. De stijgende zorgkosten, noodzakelijke bezuinigingen bij inkrimpende budgets en de onderbouwing van kosten, maken de roep om inzicht in de kosten en baten luider, ook lokaal. Van een enkele activiteit (de ‘Gezonde School’) is met wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat de inzet hiervan effectief is. Hierdoor is het lastig om op basis van kosten en baten keuzen te maken voor die activiteiten die bijdragen aan het behalen van de beleidsdoelen. Als Platform volgen we hierbij al jaren het uitgangspunt dat het verslavingsbeleid breder gezien moet worden: het gaat niet om de afzonderlijke preventieactiviteiten die o.a. bijdragen aan kennis, bewustwording en publiek draagvlak, maar om een combinatie van activiteiten en maatregelen. Hiertoe behoort ook handhaving op basis van wet- en regelgeving en maatregelen op het gebied van vergunningen, prijzen en verkrijgbaarheid. Alleen op die manier kan lokaal sterker bijgedragen worden aan het behalen van de beleidsdoelen van het verslavingsbeleid. Op de volgende pagina’s worden de voorgenomen activiteiten weergegeven. Het gaat hierbij niet om de activiteiten uit het eerder genoemde ‘basispakket’ (gefinancierd vanuit de AWBZ, WMO of Doeluitkering) maar om de aanvullende lokale activiteiten vanuit het Platform Kocon. 2.1 Onderzoek pagina 9 2.2 Preventie pagina 10 2.3 Zorg pagina 16 2.4 Maatschappelijk herstel pagina 17 Bijlage Informatie Platform Kocon
pagina 19
2.1
Onderzoek
Het Platform wil ook in 2012 bijdragen aan het vergroten van het inzicht in de effecten van interventies. Voor 2012 staat op het programma het 4 e Nalevingsonderzoek van de Universiteit Twente en STAP en een verdere ontwikkeling van de geheugentraining met jongeren met behulp van de pilot ´Retrainprogramma Alcoholgebruik´. Activiteit en bereik
Uitvoering door
Toelichting
Retrainprogramma
Universiteit van
Het Retrainprogramma is een bewezen effectief programma voor behandeling van alcoholverslaafden en
Alcoholgebruik
Amsterdam
delinquenten. De training is ontwikkeld door Reinout Wiers, hoogleraar ontwikkelingspsychologie van de
Medewerkers Kocon
Universiteit Amsterdam. Het doel van de pilot in Katwijk is te onderzoeken of het (aangepaste) programma ook effectief is voor jongeren die alcohol drinken. Dit is vanzelfsprekend een andere doelgroep met een drinkpatroon
(Training met PC voor jongeren tot 18 jaar)
Financiering: Gemeente Katwijk
dat mogelijk een probleem is of wordt maar dat zeker niet hoeft te zijn. In april 2011 is, na geruime tijd zoeken, een school voor voortgezet onderwijs bereid gevonden om de pilot voor het Retrainprogramma uit te voeren in de bovenbouw. Met een klein aantal leerlingen is in 2011 proef gedraaid om na te gaan of het programma technisch goed werkt en aantrekkelijk is voor jongeren om mee te werken. Na
Geschat bereik in 2012:
enkele aanpassingen zal begin 2012 de uitvoering van de pilot starten met ± 120 leerlingen in de leeftijd van 15
120 jongeren
tot en met 17 jaar. In de tweede helft van 2012 worden de meetresultaten verwerkt en wordt duidelijk of dit programma ook effectief is voor drinkende scholieren. Wanneer blijkt dat het programma effectief is, dan is het voornemen van Platform Kocon om dit programma in 2013 uit te voeren op zoveel mogelijk Katwijkse scholen.
4e Nalevingsonderzoek Werkgroep Naleving
Geschat bereik in 2012:
Op 4 mei 2011 zijn de resultaten van het 3e Nalevingsonderzoek door Kocon aangeboden aan het college.
o.l.v. medewerker
Gekoppeld aan die resultaten zijn ook een 15-tal aanbevelingen gedaan en bood Kocon aan mee te werken aan de
Kocon i.s.m.
uitwerking van die aanbevelingen (voorlichting en draagvlak creëren). De aanbevelingen hebben vooral
gemeente, STAP en
betrekking op het gemeentelijk beleid; het handhaven van de regels. Als het lukt om een aanzienlijk deel van de
Universiteit Twente
aanbevelingen in beleid en uitvoering om te zetten dan is het nuttig om te onderzoeken of deze inzet het
Financiering: uren
en geld in te zetten voor de ontwikkeling en uitwerking van een 4e Nalevingsonderzoek. Naar verwachting zal een
Niet van toepassing Gemeente Katwijk
gewenste effect heeft op de naleving van de regels. In dat geval is Kocon bereid om de opgebouwde kennis, uren mogelijk 4e onderzoek dan plaatsvinden in 2013, waarbij de voorbereidingen hiervan starten in 2012.
9
2.2
Preventie en handhaving
De meeste activiteiten van Plattform Kocon richten zich op preventie en handhaving. De activiteiten worden gecoördineerd door de Werkgroep Preventie. In deze en andere werk- en projectgroepen, hebben vooral de hiervoor aangestelde medewerkers een voorbereidende en uitvoerende rol. Activiteit en bereik
Uitvoering door
Toelichting
Informatie, consult- en
Medewerkers Kocon
De medewerkers van Kocon hebben een informatie, consult- en adviesfunctie voor organisaties in Katwijk. Het beroep op deze functie verschilt ieder jaar. Voor 2012 wordt in ieder geval rekening gehouden met:
adviesfunctie: - Jongerenwerk - Signaleringsnetwerk Jeugd - Project Alcohol en Jeugd Halt-afdoeningen Alcohol en Drugs
Financiering:
Jongerenwerk:
Gemeente Katwijk
Een medewerker van Kocon adviseert en begeleidt jongerenwerkers en vrijwilligers op hun aanvraag. Het gaat bijvoorbeeld om casusbesprekingen, advies over huisregels en het ontwikkelen en inzetten van een visie t.a.v. genotmiddelengebruik. Voor de bevordering van deskundigheid kan het jongerenwerk een beroep doen op Brijder Preventie (Doeluitkering). Bijv. voor een training over gezondheids-verstoringen als gevolg van genotmiddelengebruik. De uitvoering daarvan vindt plaats in overleg met een medewerker van Kocon. Bij onvoldoende capaciteit bij Brijder kan de uitvoering plaats vinden vanuit Kocon. Signaleringsnetwerk Jeugd: Een medewerker van Kocon is vanuit de informatie-, consult en adviesfunctie van Platform Kocon betrokken bij
Geschat bereik in 2012:
Signaleringsnetwerk Jeugd van de gemeente Katwijk voor het beleidsmatige deel met als aandachtgebied
- 10 jongerenwerkers en
verslavingsbeleid. Op vraag kan ook voorzien worden in deskundigheidsbevordering.
vrijwilligers - 75 gezinnen met kinderen - HALT alcohol: 75 jongeren en 50 ouders - HALT drugs: 15
Project Alcohol en Jeugd ( HALT- maatregel nav alcohol en/ of softdrugsgebruik op straat) Door het drinken van alcohol zien jongeren bepaalde risico's niet en hebben zij minder controle over het eigen gedrag.5 Het bezit en het drinken van alcohol op straat is verboden in Katwijk. Als dat toch gebeurt, volgt voor jongeren van 12 tot 18 jaar de Halt-afdoening Alcohol met een leerstraf (uitgevoerd door Brijder Preventie). Jongeren moeten dan hun excuses aanbieden aan een eventueel slachtoffer(s) en/of eventuele schade vergoeden. De leerstraf houdt in dat de jongere gedwongen wordt om na te denken over het eigen gedrag en de
jongeren en hun
gevolgen hiervan. Een goed doorlopen traject, betekent dat de jongere geen strafblad krijgt6. Ook ouders
ouders
worden uitgenodigd voor gesprek en voorlichting. De Haltmaatregel Alcohol is in 2011 uitgebreid met het aanhouden op druggerelateerde zaken. De projectgroep Alcohol en Jeugd, onder leiding van de gemeente, zorgt voor de coördinatie van de werkzaamheden. Vanuit Kocon neemt een medewerker deel (6x per jaar).
5
6
Uit onderzoek blijkt dat bij 58% van vernielingen en vandalisme sprake was van (overmatig) alcoholgebruik. Zware vormen van overtredingen, zoals fysiek geweld en bedreiging worden direct doorgestuurd naar het OM en komen niet in aanmerking voor de Halt-afdoening.
Activiteit en bereik
Uitvoering door
Toelichting
Werkgroep Preventie
Op initiatief van de Oranjevereniging Katwijk a/d Rijn is in 2010 een aanzet gemaakt om met betrokken
Groeimodel t.b.v.
Kocon i.s.m.
horecaondernemers en (vrijwilligers)organisaties afspraken te maken die tijdens de evenementen gelden van de
alcoholmatiging
Oranjeverenigingen
Oranjevereniging m.b.t. het schenken van alcohol en de toezicht/ naleving op het gebied van alcohol en drugs.
Oranjeverenigingen
De organisatie is al langer bezig om overmatig alcoholgebruik te ontmoedigen o.a. door vanaf 2009 jaarlijks een
Financiering: Gemeente Katwijk
FriZZZfeest te organiseren tijdens het Najaarsfeest. Het voornemen om in 2011 met de Oranjevereniging Katwijk a/d Rijn tot een convenant te komen i.h.k.v. alcoholmatiging is nog niet verder uitgewerkt. De Oranjevereniging gaf aan dat het onderschrijven van een convenant door alle organisaties, ondernemers en particuliere initiatieven die meewerken aan de evenementen
Geschat bereik in 2012:
lastig is en niet verplicht kan worden.
4 Oranjeverenigingen
Gedacht wordt nu aan een groeimodel in de vorm van een convenant, waarbij draagvlakverbreding ervoor moet zorgen dat in meerdere jaren steeds meer betrokken initiatieven/ organisaties/ ondernemers zich willen conformeren aan huisregels over alcoholgebruik en het voorkomen/ terugdringen van alcoholgebruik onder de 16 jaar. Dit model wordt uitgewerkt voor alle Oranjeverenigingen. De nadruk zal niet alleen worden gelegd op het alcoholgebruik van jongeren maar ook op de houding en voorbeeldfunctie van volwassenen tijdens activiteiten met kinderen.
IVA Katwijk
Medewerker Kocon
In 2010 zijn 12 instructies lokale IVA voor 380 vrijwilligers uitgevoerd met als doel de barvrijwilligers van
Instructie Verantwoord
i.s.m. toezichthouder
verenigingen en jongerencentra beter in staat te stellen om verantwoord alcohol te schenken om zo een betere
Alcohol schenken
lokale handhaving
naleving van de Drank- en Horecawet, APV en Drank- en Horecaverordening te bereiken. In de opzet van de
Katwijk voor
drank- en horecawet
lokale IVA ligt de nadruk veel sterker op naleving en handhaving dan in de bestaande IVA-instructies. Zo wordt in
verenigingen en
Financiering:
jongerencentra Katwijk
Gemeente Katwijk
Geschat bereik in 2012: 4 bijeenkomsten
deze lokale opzet (uitgewerkt door medewerkers van politie, gemeente en Kocon) ook nadrukkelijke aandacht besteed aan de lokale regelgeving. In het 3e Nalevingsonderzoek dat in december 2010 is verricht is niet aangetoond dat dit leidt tot betere naleving omdat de groep onderzochte IVA-gecertificeerde verenigingen niet groot genoeg was. Vanuit het onderzoek is geadviseerd om de beschikbare capaciteit vooral in te zetten op de directe handhaving. Om die reden wordt de IVA-instructie in 2012 niet actief aangeboden. Verenigingen en jongerencentra kunnen hier wel om vragen.
11
Activiteit en bereik
Uitvoering door
Toelichting
´Burgemeestersbrief´:
Medewerker Kocon,
Ouders van jongeren waarover zorg is, omdat zij veel en/of laat op straat hangen, daar drinken, overlast
voorlichting en
Politie, Gemeente,
veroorzaken en/ of vernielen, worden met een brief ondertekend door de burgemeester op de hoogte gesteld
gesprekken met
Factor W
van deze feiten. Deze signalen komen vanuit de gemeente, de politie of het jongerenwerk. Dit gebeurt ook voor
groepen ouders n.a.v. zorg en/of overlast
het onderwerp alcohol (i.h.k.v. het Project Alcohol en Jeugd/ Haltmaatregel). De ouders worden nogal
Financiering
verplichtend uitgenodigd hierover te overleggen met de politie en vervolgens om gezamenlijk met andere
Gemeente Katwijk
ouders een bijeenkomst bij te wonen over de problemen. Op verzoek van politie, gemeente en jongerenwerk ondersteunt een medewerker van Kocon de ouders bij de opvoeding en hun vragen daarover. Ouders worden
Geschat bereik in 2012:
gestimuleerd om hun gezag op te pakken en elkaar daarbij te steunen bijvoorbeeld door kleine gespreksgroepen
3 bijeenkomsten met
te starten en/ of professionele hulp te zoeken. Het al dan niet uitvoeren van de voorlichting met
10 tot 20 ouders
gespreksgroepen van ouders is sterk afhankelijk van de situaties die zich voordoen.
Factor W i.s.m.
De preventiesurvival wordt georganiseerd voor groepen jongeren waarvan het jongerenwerk sterk de indruk
Preventiesurvival
Politie en
heeft dat er problemen spelen o.a. wat betreft middelengebruik. Het doel van de survival is om deze duidelijk op
met jongeren
medewerker Kocon
tafel te krijgen. Als er een probleem blijkt te zijn dan krijgen de jongeren en hun ouders vervolgens begeleiding
Geschat bereik in 2012:
Financiering:
1 survival; 15 jongeren
Gemeente Katwijk
en hun ouders
(Kocon & Factor W
daarbij aangeboden. De ouders worden in de voorbereiding betrokken doordat zij een voorlichting over
op 50/50 basis)
middelengebruik krijgen en vooraf voor bepaalde zaken toestemming moeten geven. De organisatie en uitvoering liggen bij de jongerenwerkers van Factor W (JOS). De politie verzorgt tijdens de survival onderdelen over regels en handhaving op straat. De Kocon-medewerker bereidt het onderdeel verslavingspreventie voor. De kosten voor de survival worden gedeeld met Factor W, daarnaast betalen de jongeren een eigen bijdrage.
4 bijeenkomsten
PJ Partners of een
Instellingen hebben regelmatig te maken met ‘non-coöperatief’ of zelfs agressief gedrag. Het is dan lastig om de
‘Grenzen Stellen’
ander
regels te stellen en te handhaven. De training ‘Grenzen Stellen’ leert de vrijwilligers en/of beroepskrachten
trainingsbureau zoals
daarin een constructieve en zelfredzame houding te hebben. Het oorspronkelijke trainingsprogramma bestaat
Geschat bereik in 2012:
de Boemerang
uit een dagdeel theorie, twee dagdelen praktijkoefeningen met een acteur en een afsluitende avond.
32 vrijwilligers/
Medewerker Kocon
In verband met de kosten (bezuinigingen) wil Kocon het aanbod beperken tot de theorieblokken van één dagdeel
medewerkers
Financiering: Gemeente Katwijk
voor vier groepen van 8 vrijwilligers of beroepskrachten. (NB dit kost bij benadering € 300 voor 4 bijeenkomsten i.p.v. € 4.600 voor 16 mensen)
Activiteit en bereik
Uitvoering door
Toelichting
Voorlichting aan
Medewerker Kocon
In de afgelopen jaren zijn de Jongerenwerkers van Factor W geschoold in het omgaan met de
jongeren in het
i.s.m. jongerenwerk
genotmiddelenproblematiek onder jongeren, kunnen zij professioneel observeren en hebben zij de beschikking
Jongerenwerk
Factor W en Brijder
gekregen over het ‘Draaiboek voor preventieactiviteiten’. Dat betekent dat zij de meeste preventieactiviteiten zelf
Preventie
uitvoeren. Als zij in afwijkende omstandigheden ondersteund willen worden dan is dat mogelijk.
Geschat bereik in 2012:
Financiering:
10- 50 jongeren
Gemeente Katwijk
Jongerenfolder alcohol Werkgroep Preventie
Bij de grote instituten voor verslavingspreventie zijn geen folders beschikbaar over alcohol voor jongeren onder
´Proost´
de 16 jaar met een duidelijke en onderbouwde boodschap: niet doen!
Geschat bereik in 2012:
Financiering:
Om die reden heeft het Platform Kocon zelf een folder gemaakt en deze is i.s.m. de gemeente Katwijk in 2011
Gemeente Katwijk
verspreid naar alle inwoners die ouder/ opvoeder zijn van een jongere van 12 tot 16 jaar. In 2012 zal deze gericht verspreid worden naar de ouders van jongeren die in 2012 12 jaar worden.
1000 jongeren van 12 jaar en hun ouders
13
Inzet Alcoholtesters en Koconmedewerker ondersteunen
i.s.m. Factor W en
drugsvrij!) moeten zijn. Dat wil zeggen dat er niet wordt geschonken en dat jongeren ook niet mee kunnen doen
Frizzzfeesten
politie
als blijkt dat zij hebben ‘ingedronken’ Om dit objectief te kunnen vaststellen kunnen alcoholblaastesten ingezet worden. Dit is voor het eerst gedaan op
Financiering: Geschat bereik in 2012: 1500 jongeren van 12 tot 16 jaar via scholen, horeca, verenigingen en jongerenwerk
7
Een feest of activiteit waarvan de doelgroep jonger is dan 16 jaar zou ook een alcoholvrij feest (en tabak- en
7
Gemeente Katwijk
de Orange Frizzz Party i.s.m. de Oranjevereniging Katwijk aan de Rijn in 2009 met heel positieve ervaringen. Vervolgens zijn de alcoholblaastesten voor gebruik aangeboden aan alle verengingen, instellingen en scholen die een feest voor 16- willen organiseren. Natuurlijk mogen instellingen die ze willen gebruiken voor feesten waar wel 16 plussers aanwezig zijn dat ook doen. De blaastesten, gebruiksaanwijzing en tips zijn ook in 2012 beschikbaar. Kocon wil het gebruik van de blaastesten stimuleren door publiciteit.
Het aantal unieke jongeren (en indirect hun ouders) dat bereikt wordt tijdens activiteiten voor 12 tot 16 jaar waarbij de alcoholtesters worden ingezet is erg lastig te controleren. Ter indicatie; het Frizzzfeest tijdens het Najaarsfeest 2010 is bezocht door 450 jongeren en schoolfeesten worden gemiddeld door 230 leerlingen bezocht.
Activiteit en bereik
Uitvoering door
Inzet Alcoholtesters en Koconmedewerkers ondersteunen Frizzzfeesten
i.s.m. Factor W
Om dit objectief te kunnen vaststellen kunnen alcoholblaastesten ingezet worden. Dit is voor het eerst gedaan op
Gemeente Katwijk
de Orange Frizzz Party i.s.m. de Oranjevereniging Katwijk aan de Rijn in 2009 met heel positieve ervaringen. Vervolgens zijn de alcoholblaastesten voor gebruik aangeboden aan alle verengingen, instellingen en scholen die een feest voor 16- willen organiseren. Natuurlijk mogen instellingen die ze willen gebruiken voor feesten waar wel 16 plussers aanwezig zijn dat ook doen.
16 jaar via scholen,
De blaastesten, gebruiksaanwijzing en tips zijn ook in 2012 beschikbaar. Kocon wil het gebruik van de blaastesten
horeca, verenigingen en
stimuleren door publiciteit.
8
Koconmedewerkers
Opstellen van een plan van aanpak voor het terugdringen van risicovol alcoholgebruik door volwassenen en ouderen. Hiervoor zullen de eerstelijnsvoorzieningen, middels een brief, worden geïnformeerd over het nut en de
volwassenen/ouderen Geschat bereik in 2012:
drugsvrij!) moeten zijn. Dat wil zeggen dat er niet wordt geschonken en dat jongeren ook niet mee kunnen doen
Financiering:
1500 jongeren van 12 tot
Alcoholgebruik
Een feest of activiteit waarvan de doelgroep jonger is dan 16 jaar zou ook een alcoholvrij feest (en tabak- en als blijkt dat zij hebben ‘ingedronken’
Geschat bereik in 2012:
jongerenwerk
Toelichting
Financiering:
noodzaak van het signaleren van dit risicovoldrinken. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan consulenten van
Gemeente Katwijk
stichting Welzijn Ouderen, artsen/verzorgenden van Valent, verpleegkundigen. Voor deze beroepsgroepen wordt ook een deskundigheidsbevordering ontwikkeld en naar wens aangeboden.
10 medewerkers eerstelijnsvoorzieningen Ouderavonden
Koconmedewerkers
capaciteit van de GGD HM om dit aan elke school te kunnen aanbieden is niet toereikend. Vanuit het Platform
basisscholen 15 scholen groepen 7 en 8 x 35 leerlingen per klas
In het basisonderwijs worden vanuit de Doeluitkering regionaal ouderavonden ingezet. Zo ook in Katwijk. De
Financiering:
wordt naar een ophoging in deelname gestreefd door bijvoorbeeld een gecombineerd aanbod voor ouders van de
Gemeente Katwijk
groepen 7 en 8. Ondersteunend hierbij kan zijn om de benodigde lesmaterialen voor leerlingen, ouders en docenten te laten bekostigen door het Platform. Tijdens de ouderavonden wordt naast genotmiddelenvoorlichting ook het thema weerbaarheid behandeld. Dit alles vanuit de gedachte dat weerbare mensen (jongeren én hun ouders) komen tot verantwoorde keuzes.
8
Het aantal unieke jongeren (en indirect hun ouders) dat bereikt wordt tijdens activiteiten voor 12 tot 16 jaar waarbij de alcoholtesters worden ingezet is erg lastig te controleren. Ter indicatie; het Frizzzfeest tijdens het Najaarsfeest 2010 is bezocht door 450 jongeren en schoolfeesten worden gemiddeld door 230 leerlingen bezocht.
Activiteit en bereik
Uitvoering door
Toelichting
Planvorming spreekuren
Koconmedewerkers
De tijd lijkt rijp om te investeren op het terrein van de geïndiceerde preventie. Hiermee vult dit een hiaat tussen preventie (universele preventie) en zorg. Gedacht wordt aan het houden van spreekuren in het voortgezet
voortgezet onderwijs voor ouders en
Financiering:
onderwijs in samenwerking met de jeugdverpleegkundigen.
leerlingen
Gemeente Katwijk
Onderzocht zal worden of scholen en leerlingen in dit aanbod een meerwaarde zien. Zo mogelijk zal als pilot ook een aantal spreekuren worden ingezet.
Afhankelijk van wat de jeugdverpleegkundige aanlevert. Diversen
Platform Kocon/
Discussie over trends/ ontwikkelingen en eventueel adviezen/ signalen aan het gemeentebestuur.
Werkgroep Preventie
Inzet van activiteiten n.a.v. actuele signalen of trends. Adviezen bespreken voor de WMO-Adviesraad in het kader van de prestatievelden WMO 7.8 en 9
Financiering:
Actualisatie website Kocon en verwijsgids.
Gemeente Katwijk
Activiteiten voortvloeiend uit de convenanten jongerenwerk en sportverenigingen.
15
2.3
Zorg
Activiteit en bereik
Uitvoering door
Toelichting
Uitwisseling en
Brijder
Vanuit het Platform worden geen zorgactiviteiten uitgevoerd. Wel vindt hierover uitwisseling en afstemming
afstemming tbv van
Verslavingszorg,
plaats tijdens platformvergaderingen en de verschillende project- en werkgroepen. Ook informatie en uitwisseling
zorgactiviteiten
De Brug,
over nieuwe activiteiten voor cliënten en medewerkers (zoals scholing) komen aan de orde.
GGZ Duin- en
Bollenstreek, Stichting Daarnaast stelt het Platform de kantoorruimte in Huize Callao beschikbaar voor gespreksgroepen en spreekuren van verschillende zorginstellingen zoals Brijder (gespreksgroep ex-alcoholisten en gesprekken met jongeren en De Binnenvest hun ouders), het Algemeen Maatschappelijk Werk - Kwadraad (Project Broodnodig Katwijk) en Stichting De Financiering door: AWBZ, WMO Doeluitkering, Gemeente Katwijk
Binnenvest (spreekuren woonbegeleiding (dreigende) daklozen uit Katwijk.
2.4
Maatschappelijk herstel
Activiteit en bereik
Uitvoering door
Toelichting
Project Reïntegratie
Medewerker Kocon
De uitvoering van de activiteiten voor het Project Reïntegratie9 van Platform Kocon ligt in handen van de
tbv nazorg en begeleiding van
De Brug, Brijder, GGZ
casemanager, een maatschappelijk werker van De Brug voor 24 uur per week en de directeur van De Brug. De
ex-verslaafden en/ of ex-
Duin- en Bollenstreek, eindverantwoording van het project ligt bij Stichting Kocon. De casemanager zorgt voor het opstellen van individuele behandelplannen volgens het 8-fasenmodel voor Politie HM
gedetineerden uit Katwijk.
maatschappelijke opvang en het begeleiden van de deelnemers en mentoren. Op jaarbasis worden gemiddeld
Geschat bereik in 2012:
Financiering door:
30 unieke personen waarvan
gemeente Leiden
ongeveer 19 personen
(doeluitkering) en de
deelnemen en
gemeente Katwijk
11 personen worden begeleid
15 tot 19 deelnemers begeleid. Onder voorwaarden en i.o.m. Dunavie is het mogelijk dat deelnemers van het Project Reïntegratie in aanmerking komen voor een Koconwoning; een huurwoning die tijdelijk voor twee jaar in bruikleen wordt gegeven. Het casemanagement en de mentoren zorgen voor woonbegeleiding. Het Indicatieteam komt 1x per 6 weken bij elkaar voor het opstellen van een behandelplan voor deelnemers die in aanmerking komen voor een Koconwoning (6 in 2012). Het team bestaat uit medewerkers van De Brug, Brijder en de GGZ Duin- en Bollenstreek.
naar andere vormen van hulp.
Ieder jaar wordt met de Jaarrapportage inhoudelijke en financiële verantwoording afgelegd.
1x Training voor mentoren van
Brijder of andere
10 tot 12 vrijwilligers van het Platform, de zogeheten mentoren, ondersteunen de deelnemers één tot
het Project Reïntegratie
organisatie bv.
tweemaal per week in een ´1-op-1 situatie’. De vrijwilligers worden hierin ondersteund door het
Movisie
casemanagement en komen tweemaandelijkse bij elkaar voor uitwisseling en ondersteuning. De mentoren
Geschat bereik in 2012: 10 vrijwilligers
Financiering door: gemeente Leiden en
nemen jaarlijks deel aan een training (1-2 dagdelen). De inhoud is gericht op de praktijkvragen en - ervaringen van de vrijwilligers.
gemeente Katwijk
9
Warme maaltijdvoorziening
De Brug, De Duinrand
In het Inloophuis van De Brug kunnen dak- en thuislozen uit Katwijk dagelijks gebruik maken van een warme
dak- en thuislozen
en vrijwilligers
maaltijd. Deze voorziening is vanuit het Platform Kocon opgezet. De maaltijden worden bereid in
Financiering door:
Zorginstelling De Duinrand en gefinancierd met een eigen bijdrage ( 1 euro per maaltijd), met giften en zo
Geschat bereik in 2012:
Giften en Gemeente
nodig springt de gemeente Katwijk bij met een (gelimiteerde) financiële bijdrage.
20 (unieke) deelnemers
Katwijk
Meer informatie is te vinden in de Jaarrapportage Project Reïntegratie 2010, via downloads op de website www.kocon.nl
17
Activiteit en bereik
Pilot Nazorg ex-gedetineerden
Uitvoering door
Toelichting
Medewerkers Kocon
De gemeente Katwijk heeft met Kocon afgesproken samen op te trekken in de verdere uitwerking van de
Factor W, De Brug,
nazorg aan (ex-)gedetineerden. Om ondersteuning te bieden bij de knelpunten die ex-gedetineerden ervaren
gemeente Katwijk
bij terugkeer10 uit detentie naar de gemeente Katwijk wordt gedurende twee jaar de (ex-)gedetineerden individuele ondersteuning geboden. Het gaat dan om huisvesting, ID, inkomen/ schulden, zorg en werk.
Geschat bereik in 2012:
Financiering door:
45 (ex) gedetineerden
gemeente Katwijk
Hiertoe is in maart 2011 een pilot van twee jaar gestart. De uitvoering van de activiteiten voor de pilot Nazorg ex-gedetineerden ligt in handen van twee trajectbegeleiders van Factor W voor 20 uur per week (duofunctie van 2x 10 uur), de nazorgcoördinator van de gemeente Katwijk in nauwe samenwerking met de casemanager van het Project Reïntegratie. De eindverantwoording van het project ligt bij Stichting Kocon. De twee trajectbegeleiders bezoeken verdachten en gedetineerden waar mogelijk binnen 5 dagen op tijdens preventieve hechtenis en gevangenisstraf na een melding hiervan via het digitale platform (Dpan). In 2012 wordt de pilot vervolgd. In september 2012 (na 18 maanden) wordt de pilot geëvalueerd waarna op basis van de resultaten en de ontwikkelingen van het Veiligheidshuis regio Leiden verdere besluitvorming volgt. Een eventuele voortzetting en de wijze waarop dit het beste kan plaats vinden is daarom vooraf niet ingevuld. De verwachting is dat de periode van twee jaar voldoende moet zijn om structurele oplossingen en verbeteringen te vinden.
10
Uit landelijk onderzoek is bekend dat 74% van de ex-gedetineerden binnen zeven jaar weer in contact komt met Justitie. Herhaling en terugval in criminaliteit wordt o.a. veroorzaakt door het ontbreken van inkomen en huisvesting. Het terugdringen van de recidive is een gezamenlijke ambitie van Rijk en gemeenten. Het Rijk heeft als doel om het recidivecijfer met tien procentpunt te verlagen. Zij gaat hierbij uit van het aantal mensen dat binnen zeven jaar recidiveert: in 2002 was dat 74%, in 2010 moet dit aantal gedaald zijn naar 64%. Meer achtergrondinformatie (landelijk, regionaal en lokaal) is o.a. te vinden in de “Notitie Sluitende aanpak nazorg ex-gedetineerden gemeente Katwijk”, gemeente Katwijk, juni 2010 en het Projectvoorstel Nazorg ex-gedetineerden Katwijk - Voorstel Stichting Kocon voor een pilot van twee jaar voor de nazorg aan ex-gedetineerden uit de gemeente Katwijk, december 2010.
BIJLAGE – Achtergrondinformatie Platform Kocon
Het Platform Kocon is in 1992 opgericht vanwege de drugsproblematiek in Katwijk. Het Platform is een samenwerkingsverband van lokale en regionale organisaties die werken op het gebied van verslavingspreventie, verslavingszorg en maatschappelijk herstel of hiermee raakvlakken hebben. De activiteiten worden lokaal ontwikkeld en ingezet. Dit kan een aanvulling zijn op het ‘basispakket’ zoals aangeboden door de GGD HM, Brijder Preventie en De Brug óf als alternatief omdat de genoemde organisaties bijvoorbeeld onvoldoende capaciteit en middelen hebben voor uitvoering. Het gaat om projecten en activiteiten op het gebied van: - Onderzoek voor het ontwikkelen en bijstellen van lokaal beleid. - Preventie en handhaving om het gebruik van riskante genotmiddelen te ontmoedigen, terug te dringen of te stoppen. - Nazorg en maatschappelijk herstel van ex-verslaafden en/ of ex-gedetineerden. Indien wenselijk initieert, ontwikkelt en implementeert het Platform zelf activiteiten 11. De gemeente Katwijk is als subsidieverstrekker direct betrokken bij de activiteiten van het Platform. Samenstelling Platform Kocon
De Platformleden komen regelmatig bij elkaar voor afstemming en uitwisseling van signalen vanuit de verschillende organisaties. Een Katwijkse huisarts, Hans Moolenburgh, fungeert als onafhankelijk voorzitter van het Platform. Aan de platformvergaderingen nemen medewerkers deel van: - GGD- Hollands Midden Politie Hollands Midden - De Brug Midden Nederland - Gemeente Katwijk Brijder Preventie - Factor Welzijn - GGZ Duin- en Bollenstreek Huisartsen Diverse project- en werkgroepen bereiden de activiteiten voor en zorgen voor uitvoering. Op uitnodiging van het Platform nemen ook medewerkers van andere organisaties deel aan de platformvergaderingen of de werkgroepen, waaronder: vrijwilligers, Woningbouwcorporatie Dunavie, Vereniging van Relaties van (Ex-) Gedetineerden, Bureau Jeugdzorg Rijnland, Kattuk.nl, de advocatuur, Algemeen Maatschappelijk Werk, de Voedselbank Katwijk en de Binnenvest. Daarnaast zijn er diverse overleg- en samenwerkingsverbanden met externe organisaties zoals STAP en TNO en verschillende universiteiten. Overleg, coördinatie en afstemming
Samenwerken betekent informatie uitwisselen, afstemmen, plannen maken, adviezen uitbrengen en natuurlijk regelmatig overleg. Dit gebeurt maandelijks tijdens de platformvergadering èn in de verschillende project- en werkgroepen. De coördinatie van de activiteiten wordt uitgevoerd door de voorzitter (Hans Moolenburgh) en de secretaris (Thea Guijt) van het Platform. Zij sturen aan, plannen vergaderingen, versturen uitnodigingen en stellen verslagen, subsidieaanvragen en activiteitenplannen op en verzorgen de rapportages, publiciteit en correspondentie. Het Platform heeft een kantoor- en vergaderruimte in Huize Callao in Katwijk. Activiteiten Platform Kocon
Het Platform voert activiteiten uit in overleg met betrokken organisaties en gemeentelijke afdelingen. Ook vrijwilligers werken hieraan mee, zoals de mentoren van het Project Reïntegratie. Hierbij spelen afstemming met andere activiteiten, de beschikbaarheid en inzet van mensen èn de actualiteit een rol. De voorzitter en de secretaris zorgen voor de coördinatie en terugkoppeling naar het Platform. Tijdens het reguliere overleg met de wethouder brengen de voorzitter (Nico van der Stel) en de penningmeester (Leen van Rijn) van Stichting Kocon verslag uit over de voortgang en vindt uitwisseling en afstemming plaats. 11
Activiteiten ontwikkeld vanuit het Platform zijn o.a.: het Project Maatschappelijke Integratie (PMI) later opgenomen in het reguliere aanbod van het Jongeren Preventie Project (JPP), de preventiesurvivals, het Project Reïntegratie en het Project Broodnodig, later overgenomen door Valent en Kwadraad. Activiteitenplannen en verslagen zijn te vinden op www.kocon.nl.
19
Werkgebied
De activiteiten van het Platform Kocon richten zich op de inwoners van de gemeente Katwijk (62.034 inwoners). Financiering activiteiten Platform
Stichting Kocon ontvangt subsidie van de gemeente Katwijk en subsidies vanuit de Doeluitkering (via centrumgemeente Leiden). Fondsen en giften worden gebruikt voor extra activiteiten en/of het Noodfonds van Stichting Kocon. Dit Noodfonds voorziet waar mogelijk in financiële hulp bij acute situaties zoals huisuitzettingen. Het gaat veelal om gezinnen die een beroep doen op de Voedselbank Katwijk en/ of het Project Broodnodig. Vanuit een groot aantal organisaties doen medewerkers mee in de verschillende werk- of projectgroepen van het Platform. Deze (personele) inzet wordt niet apart doorberekend wanneer de eigen organisatie op dit gebied een inspanningsverplichting heeft of duidelijk gebaat is bij deze vorm van samenwerking. Een aantal medewerkers voeren specifieke taken uit voor het Platform; zij zorgen voor de coördinatie, ontwikkeling èn uitvoering van activiteiten. Voor deze aanvullende diensten vanuit de GGD HM, Factor Welzijn en De Brug ontvangt Kocon subsidie van de gemeente Katwijk. Het Project Reïntegratie wordt voor het grootste deel gefinancierd door de gemeente Leiden vanuit de Doeluitkering OGGZ en Ambulante Verslavingszorg en Maatschappelijke Opvang. In 2012 bestaat de personele inzet, de medewerkers van Kocon, uitgedrukt in uren per week, uit: 38 uur ondersteuning en coördinatie (secretaris) en 6 uur administratieve ondersteuning vanuit Factor Welzijn 30,25 uur aanvullende diensten voor beleidsadvisering en activiteiten verslavingspreventie door GVO-medewerkers van GGD-HM 24 uur casemanagement en 2 uur administratieve ondersteuning voor het Project Reïntegratie vanuit De Brug 20 uur voor de trajectbegeleiding van de Pilot nazorg ex-gedetineerden vanuit Factor Welzijn Stichting Kocon
De Stichting Kocon is verantwoordelijk voor het financiële beheer van de subsidiegelden van de gemeente Katwijk en centrumgemeente Leiden. Het bestuur dient ook aanvragen in voor donaties en financiële ondersteuning vanuit fondsen en sponsors en beheert de giften van organisaties en particulieren. Naamgeving Platform Kocon
De activiteiten van het Platform zijn gebaseerd op samenwerking en het werkmodel ‘Kocon’ 12. Dit is geen kant-en-klaar programma, het is een aanpak waarin de drie ontwikkelingsstadia van een vlinder (rups, cocon en vlinder) symbool staan voor de onderdelen preventie, zorg en maatschappelijk herstel. De naam ‘Platform Verslavingszorg Katwijk’ is in 2004 gewijzigd in ‘Platform Kocon’. Dit gebeurde naar aanleiding van signalen van vrijwilligers en deelnemers. Zij vonden het hinderlijk om bijvoorbeeld post te ontvangen met een verwijzing naar verslavingszorg. Het ging hierbij om jongeren die gevraagd werden om mee te werken in projecten zoals Veilig In Katwijk Stappen (VIKS) en de deelnemers van het Project Reïntegratie die een nieuwe start willen maken ná behandeling voor verslaving. In 2009 vond een splitsing plaats van de aandachtsvelden waarop Platform Kocon zich richt. De aandachtsvelden zoals armoede (Voedselbank) en financiële problemen (Project Broodnodig) en het Noodfonds zijn met ingang van 2009 ondergebracht in de Stichting Kocon en het Platform Kocon Maatschappelijke Vraagstukken. Dit Activiteitenplan richt zich uitsluitend op de activiteiten vanuit het Platform Kocon Alcohol & Drugs.
12
Kocon: een Katwijks model. Platform Verslavingszorg Katwijk. Januari 1999
In dit overzicht staan de voorgenomen activiteiten vanuit het Platform Kocon voor 2012. De financiering hiervan vindt plaats met subsidie van de gemeente Katwijk en de Doeluitkering OGGZ en Ambulante Verslavingszorg vanuit centrumgemeente Leiden. Naast de activiteiten in dit overzicht zijn er natuurlijk ook de activiteiten van de organisaties zelf die zijn aangesloten bij het Platform.
Callaoweg 1 2223 AS Katwijk
Contactpersoon Platform Kocon: Thea Guijt Telefoon: 071- 401 52 16 E-mail:
[email protected] Website: www.kocon.nl
Handreiking Ondersteuning ouders: ‘Alcohol achter de voordeur’ Inleiding
Het Bestuurlijk Overleg Alcohol (BOA) is eind 2009 in het leven geroepen om op regionaal niveau (Hollands Midden en Midden Holland) aan de slag te gaan met het verminderen van schadelijk alcoholgebruik. De belangrijkste doelgroep daarbij is jeugd. Zowel wethouders Zorg & Welzijn als burgemeesters (Veiligheid) nemen deel aan het BOA. In 2010 heeft het BOA een beleidsvisie met een werkplan vastgesteld. Hierin zijn ook diverse deelprojecten opgenomen. In 2011 worden ter uitvoering van het werkplan door diverse gemeenten deelprojecten uitgevoerd. Eén van de deelprojecten is gericht op de ondersteuning aan ouders ‘Alcohol achter de voordeur’. Doel van dit deelproject is om de mogelijkheden te onderzoeken om achter de voordeur alcoholgebruik van jongeren te beïnvloeden met als uiteindelijk doel (schadelijk) alcoholgebruik zoveel mogelijk te voorkomen. Het gaat dan niet specifiek om alcoholgebruik in de thuissituatie, maar om de rol van ouders en de ondersteuning aan ouders bij alcoholmatiging. Alle deelprojecten leiden tot handreikingen die door individuele gemeenten gebruikt kunnen worden om hun eigen alcoholmatigingsbeleid vorm te geven. Samen met het regionale beleid dat voor de regio Zuid-Holland Noord ontwikkeld wordt bieden de handreikingen een goede basis voor alcoholmatigingsbeleid in individuele gemeenten. Met deze handreiking over ‘Alcohol achter de voordeur’ bieden we gemeenten informatie en mogelijke interventies die ingezet kunnen worden om ouders te ondersteunen in hun rol van opvoeder waar het gaat om alcohol. De handreiking laat zien dat de rol van ouders van groot belang is bij alcoholmatiging. Betrokkenheid van ouders komt op vele momenten naar voren: in de eerste gesprekken over alcohol met hun kinderen, in voorlichting van scholen aan ouders, ondersteuning van ouders wanneer er sprake is van schadelijk gebruik. Deze handreiking geeft een integraal, maar niet uitputtend, overzicht van interventies op alle verschillende terreinen waar ouders een rol spelen.
Leeswijzer
In deze handreiking gaan we inhoudelijk dieper op het thema ouders en hun (mogelijke) rol bij alcoholmatiging in. Daarnaast bieden we een overzicht van mogelijke interventies die ingezet kunnen worden om ouders te ondersteunen bij hun opvoedingstaak met betrekking tot alcoholmatiging.
Colofon
Deze handreiking is in augustus 2011 opgesteld door de werkgroep Ondersteuning ouders vanuit het Bestuurlijk Overleg Alcoholmatiging Hollands Midden. De werkgroep werd bestuurlijk en ambtelijk getrokken door de gemeente Leiden met ondersteuning van Stichting Meander. In breder overleg leverden de GGD, Brijder en diverse afdelingen van de gemeente Leiden hun input ten behoeve van deze handreiking.
1
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 1 Leeswijzer ............................................................................................................................................ 1 Colofon ................................................................................................................................................. 1
Achtergrond ............................................................................................................................................. 3 Mate en wijze van beïnvloeding door ouders ...................................................................................... 4 Afbakening ........................................................................................................................................... 4 Integraal beleid .................................................................................................................................... 5 Ouders en school ................................................................................................................................. 5 Primair onderwijs .............................................................................................................................. 6 Voortgezet Onderwijs ....................................................................................................................... 6 Specifieke groepen .............................................................................................................................. 7 Communicatie .......................................................................................................................................... 7 Financiële aspecten ................................................................................................................................. 7
Overzicht mogelijke interventies .............................................................................................................. 8
2
Achtergrond
Uit de gezondheidspeilingen van de GGD is te zien dat jongeren teveel, te vaak en al op jonge leeftijd beginnen met drinken. Veel opvoeders worden zich steeds meer bewust dat ook zij een rol hebben in het terugdringen van gezondheidsrisico’s en openbare orde en veiligheidsproblemen die veroorzaakt worden door het alcohol drinken van hun kinderen. Door ouderavonden in het onderwijs of tijdens andere contactmomenten worden veel opvoeders bereikt. Zij geven aan behoefte te hebben aan een duidelijke en ‘begrenzende’ boodschap rond alcoholgebruik. Opvallend is dat jongeren tijdens voorlichtingen zelf aangeven duidelijkheid te willen van hun ouders door het krijgen van grenzen in hun alcoholgebruik. De term ‘het bieden van een veilige omgeving voor alcoholgebruik’ doet steeds meer zijn intrede. Het vertrekpunt dat voorlichting vooral gebaseerd moet zijn op het overdragen van kennis en leren kiezen door jongeren is achterhaald. ‘Leren kiezen’ biedt onvoldoende houvast waardoor experimenteergedrag van (jonge) jongeren te veel ruimte krijgt en kan leiden tot problematisch gebruik. Ook achterhaald is de boodschap dat experimenteren met alcohol ‘gezond’ is, erbij hoort en zichzelf corrigeert. Er is een trend vanuit de samenleving, maar ook door de overheden (landelijk en lokaal gezondheidsbeleid) dat het bespreken van maatregelen rond alcoholmisbruik zowel een preventieve, een curatieve als een repressieve insteek dient te hebben. Lang is gedacht dat voor begeleiding van kinderen in de opvoeding alleen de voorlichtende kant afdoende was. Inmiddels is duidelijk geworden dat opvoeders zelf vinden dat heldere kaders, eenduidige boodschappen, grenzen stellen en sanctioneren bij grensoverschrijdend gedrag niet mogen ontbreken bij de opvoedingsstaak. Het is goed om te zien dat veel opvoeders dit initiatief zelf nemen. Zij zijn in staat om een evenwicht te vinden tussen ‘vrijheid geven’, hun kinderen stimuleren gezond gedrag te vertonen, grenzen stellen en zelf ingrijpen als dit uit evenwicht raakt. Zorgen gaan vooral uit naar de groep opvoeders die deze taak niet (meer) oppakt. Gemeenten en organisaties kunnen de invloed van ouders op het gedrag van hun kind op vele manieren beïnvloeden. Een integraal overzicht van deze invloed draagt bij aan het benutten van de kansen om gedrag van kinderen via hun ouders te sturen. Dit wordt onderstreept door het feit dat ouders op verschillende plaatsen en op verschillende manieren betrokken zijn bij het gedrag van hun kinderen (bijv. via school, via professionals thuis, op sportverenigingen etc.). Gemeenten en instellingen staan voor de taak om een goede analyse van de rol van ouders te maken en vervolgens een bewuste keuze te maken op welke manier (via welke interventies) ouders te betrekken bij het alcoholmatigingsbeleid. Deze handreiking biedt hierbij hulp. Het beïnvloeden van ouders is echter geen gemakkelijke opgave. Er zijn opvoeders die een te nonchalante houding aannemen ten aanzien van alcoholgebruik. Sommige ouders voelen zich tevens onvoldoende verantwoordelijk voor eventuele toegebrachte overlast of schade in de openbare ruimte door hun kinderen. Gezocht dient te worden naar mogelijkheden om effectieve interventies in te zetten in gezinnen. De uitkomst zou moeten zijn dat, naast dat jongeren zelf verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor hun handelen, ook de omgeving van deze jongeren wordt aangesproken. Organisaties dienen de boodschap: ‘ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen’ stevig te communiceren. De tijd lijkt rijp om preventie hand in hand te laten gaan met het ook kunnen inzetten van interventies achter de voordeur. De manier waarop opvoeders hierbij worden ondersteund is van
3
groot belang; niet stigmatiserend of beschuldigend maar door het onderkennen dat dit een moeilijke taak is. Het is van groot belang om weerstanden en schuldgevoel bij ouders te voorkomen en handvatten te bieden voor hulp als blijkt dat ouders hierin onvoldoende bij machte zijn. Het doel is opvoeders te overtuigen van hun kracht, invloed en rol binnen de opvoeding m.b.t. dit onderwerp. Hen overtuigen dat hun goede voorbeeldgedrag in alcoholgebruik goed doet volgen, steun bieden om alcoholgebruik te ontmoedigen, voorzien van tools voor het stellen van grenzen aan jong beginnend gebruik, heldere kaders geven voor correctie van overmatig of risicovol gebruik en opvoeders inzicht geven in de juiste attituden om op een overtuigende manier over dit onderwerp te communiceren in de opvoeding.
Mate en wijze van beïnvloeding door ouders 1
Ouders kunnen met alcoholspecifieke opvoeding het alcoholgebruik van hun kinderen beïnvloeden. Naast vrienden zijn ouders vanaf het begin van de adolescentieperiode een belangrijke drinkpartner voor jongeren. En naarmate zij vaker met hun ouders drinken, drinken zij ook vaker met hun vrienden. In de loop van de adolescentie wordt de rol van vrienden steeds groter, terwijl die van de ouders gelijk blijft. Uit onderzoek blijken positieve verbanden tussen het alcoholgebruik van ouders en het alcoholgebruik van hun kinderen. Een belangrijke verklaring hiervoor ligt in de voorbeeldfunctie van ouders (sociale leertheorie). Dus wanneer ouders meer drinken, blijken hun kinderen ook meer te drinken. En ouders die meer drinken zijn minder strikt in het stellen van alcoholspecifieke regels. Dit terwijl het stellen van strikte regels juist een preventief effect heeft op regelmatig en overmatig alcoholgebruik van jongeren. Naast regels is er ook een positief verband tussen kwaliteit van communicatie (over alcohol tussen ouders en jongeren) en drinkgedrag van jongeren. Wanneer de kwaliteit van communicatie goed is, is de kans dat een jongere veel alcohol per week drinkt kleiner. Ouders hebben dus wel degelijk invloed op het drinkgedrag van hun kinderen, deze invloed kunnen ze aanwenden door: - duidelijke alcoholspecifieke regels te hanteren; - zelf het goede voorbeeld te geven; - op een kwalitatief goede manier met hun kinderen te communiceren over alcohol en niet perse vaak (veel praten over de gevaren van alcohol kan zelfs averechtse effecten hebben); - goed toezicht te houden op de dagelijkse activiteiten van hun kinderen.
Afbakening
Zoals gezegd richten we ons in deze handreiking op de rol van ouders en de ondersteuning aan ouders bij alcoholmatiging. Er is een (grote) groep ouders die goed in staat is om vrijheid te geven, hun kinderen stimuleren gezond gedrag te vertonen, grenzen te stellen en zelf ingrijpen als dit uit evenwicht raakt. Deze groep opvoeders is makkelijker te bereiken en staat meer open voor informatie en voorlichting over alcoholgebruik. Door middel van (bestaande) trajecten van opvoedingsondersteuning, voorlichtingsavonden onder meer op scholen en websites over alcoholmisbruik·,krijgen zij tools in handen om de opvoedingstaak (met preventieve, curatieve en repressieve insteek) uit te voeren. Er is echter ook een groep ouders die hun kinderen niet of onvoldoende corrigeren op alcoholgebruik. Deze opvoeders nemen een te nonchalante houding aan en denken dat jong en veel drinken niet zal leiden tot gezondheidsschade. Zij voelen zich tevens vaak onvoldoende 1
Factsheet Alcohol en opvoeding (NIGZ, 2006)
4
verantwoordelijk voor eventuele toegebrachte overlast of schade in de openbare ruimte door hun kinderen. En hebben de tools niet voorhanden om de alcoholopvoeding vorm te geven. Om deze laatste groep opvoeders te ondersteunen zijn er mogelijkheden om dit met drang vanuit een situatie (zoals delict, overlast, huiselijk geweld) te doen. Er zijn enkele maatregelen in deze handreiking beschreven vanuit deze mogelijkheden (zoals Halt-maatregel). Echter de meeste interventies zijn gericht op alle ouders waarbij extra inzet gepleegd zou moeten worden om deze moeilijk bereikbare groepen te ondersteunen. Bepaalde interventies lenen zich hier goed voor (zoals Homeparty).
Integraal beleid
Elke gemeente kent zijn eigen dynamiek en voorzieningenniveau (zoals aantal scholen en beschikbare opvoedingsondersteuning), er zijn nu eenmaal lokale verschillen. Wat echter wel voor elke gemeente staat is het belang van een integrale aanpak van alcoholmatiging. Je kunt de complexe puzzel die leidt tot alcoholmatiging immers niet oplossen met 1 of 2 stukjes, daarvoor zijn alle stukjes van de puzzel nodig. Binnen deze handreiking geven we daar vorm aan door binnen de mogelijke interventies een onderverdeling te maken volgens de 4 pijlers voor een integrale aanpak: 1. Voorlichting, bewustwording en educatie: informatie en voorlichting via o.a. ouderavonden, campagnes, websites, folders en opvoedingsondersteuning. 2. Inrichting van de omgeving: inrichting van de fysieke of sociale omgeving. 3. Regelgeving en handhaving: regels, reglementen, wetten en de handhaving daarvan. 4. Signalering, advies en ondersteuning: vroegtijdig signaleren, kort advies, doorverwijzen en begeleiding door professionals. Het is vervolgens aan gemeenten zelf om te inventariseren welke interventies binnen de gemeente binnen welke pijler beschikbaar zijn en op welke pijlers extra geïnvesteerd zou moeten worden. Gemeenten kunnen altijd de keuze maken om dit niet te doen, maar dan wel met het besef dat het effect minder afdoende zal zijn dan wanneer men wel een integrale aanpak zou hanteren.
Ouders en school
Naast thuis is de school een ander belangrijk domein waarin kinderen zich ontwikkelen. Het is een omgeving waarin niet alleen vakken worden geleerd, maar waar ook de socialisatie deels vorm krijgt. Vriendschappen worden gesloten en jongeren in de middelbare schoolleeftijd komen voor het eerst in aanraking met genotmiddelen zoals alcohol. Er zijn natuurlijk meer leefdomeinen voor jongeren van belang, maar de school is het leefdomein dat zich ook specifiek op ouders richt, bijvoorbeeld met ouderavonden. Dit is bij andere leefdomeinen (straat en digitale wereld) niet het geval. De gezonde school en genotmiddelen (DGSG) is het algemene preventieprogramma over alcohol, roken en drugs voor het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Het programma is ontwikkeld in 1990, in opdracht van het Ministerie van VWS. Veel scholen werken al met DGSG. 30% van de basisscholen en 65% van de scholen in het voortgezet onderwijs neemt aan het programma deel. Bij de uitvoering krijgen de scholen ondersteuning van de GGD of een instelling voor verslavingszorg.
5
Uniek aan het programma is dat het niet alleen draait om voorlichtingslessen. Ook het betrekken van ouders, het opstellen van duidelijke regels en het signaleren en begeleiden van leerlingen met problemen zijn belangrijk 2. Ook in de regio Hollands Midden is op veel scholen DGSG ingevoerd. De programma’s in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en het mbo verschillen wat betreft inhoud en intensiteit. Te zien is dat er, vanuit de scholen, steeds meer vraag is naar mogelijkheden om de weerbaarheid van leerlingen, maar ook die van ouders te versterken. De GGD onderschrijft dit vanuit de gedachte dat een weerbaar kind/jongere beter in staat is om de juiste verantwoorde keuzes te maken. Dit zal een positieve weerslag hebben op de gehele ontwikkeling. Primair onderwijs
100% van de scholen voor het primair onderwijs krijgt jaarlijks de aanbodgidsen voor preventie, zorg en opvoedingsondersteuning. In deze gidsen is al het preventie aanbod bijeen gebracht, waaronder informatie over DGSG. Jaarlijks worden de scholen uitgenodigd om mee te doen met het preventieprogramma, als dit nog niet is gerealiseerd. Dit gebeurt ofwel door een actieve benadering vanuit de GGD of via gemeentelijke stimulering. Hierdoor is een toename te zien in het aantal deelnemende scholen. De andere, al deelnemende, scholen worden voorzien van lesmaterialen, ouderavonden of begeleiding bij het samenstellen van een uitgebalanceerd aanbod. Van alle scholen is een dossier aangelegd om de voortgang te kunnen blijven volgen. Voortgezet Onderwijs
Circa 80% heeft regelmatig contact met GGD en voert een of meerdere pijlers van DGSG. Niet alle scholen zijn even intensief bezig. Dit is geen gebrek aan motivatie, maar valt te verklaren uit onderbezetting of andere prioriteitstelling. Er is ook op deze scholen een blijvend contact. Op scholen wordt een cyclus van 4 jaar gehanteerd. Het eerste jaar is het meest intensief met o.a. docententrainingen, de inzet van ouderavonden en gastlessen. Ook wordt eens in de 4 jaar op alle scholen het schoolprofiel (jongerenpeiling) besproken. Van alle scholen is een dossier aangelegd om de voortgang te kunnen blijven volgen. In het voortgezet onderwijs is een sterkere motivatie te zien om DGSG af te nemen dan in het primair onderwijs. Dit valt te verklaren vanuit het feit dat de eerstgenoemde al geconfronteerd worden met genotmiddelengebruik door hun leerlingen en hiervan zelf hinder ondervinden. Tevens is er een actievere vraag vanuit opvoeders om aandacht aan dit onderwerp te besteden. In het primair onderwijs is dit minder het geval. De scholen geven daarnaast aan dat het aanbod van preventieprogramma’s groot is, er moeten dus keuzes gemaakt worden. Sinds de GGD in de scholen het thema weerbaarheid heeft geïntroduceerd en aangeeft dat dit effect zal sorteren op allerlei gezondheidsonderwerpen is te zien dat ook de vraag voor DGSG toeneemt. Bovenstaande beschrijft de doorontwikkeling van DGSG vanuit het centrale thema weerbaarheid. Verder laten onderzoeken zien dat extra aandacht dient te worden besteed aan de ontwikkeling van de hersenen en te verwachte hersenschade door overmatig (genotmiddelen)alcoholgebruik. 3 Tevens wordt steeds sterker een pleidooi gevoerd om opvoeders steviger in hun rol te krijgen/zetten zodat niet alleen beter wordt gecommuniceerd over de risico’s van alcoholgebruik, maar ook duidelijke regels worden gesteld die bijdragen aan een beschermde omgeving. 4
2
Bron: www.dgsg.nl Guus Smit Hoogleraar, neurobioloog, VU Amsterdam 4 Rutger Engels, Hoogleraar opvoedings/gedragsproblemen, Radboud Universiteit 3
6
Specifieke groepen
Het percentage drinkende jongeren is het hoogst onder autochtone Nederlandse jongeren, daarnaast drinken lager opgeleide jongeren (VMBO) gemiddeld meer dan hoger opgeleide jongeren (HAVO en VWO). Het percentage drinkende jongeren is onder Marokkaans en Turks Nederlandse jongeren het laagst. Surinaamse en Antilliaanse jongeren nemen de middenpositie in. 5 Er zijn echter signalen dat onder de Marokkaanse Amsterdamse jongeren het alcoholgebruik stijgt. Uit onderzoek blijkt dat als allochtone jongeren drinken, zij evenveel drinken als autochtone jongeren. 6 Wanneer ouders uit hun geloofsovertuiging niet drinken zou het zo kunnen zijn dat zij moeite hebben om met hun kinderen te communiceren over alcohol, regels te stellen en signalen te herkennen. Daarnaast hebben ouders met een migratieachtergrond wellicht minder zicht op het uitgaanscircuit waarin hun kinderen zich begeven en de situaties waarmee zij daarbinnen geconfronteerd kunnen worden. Het hoeft natuurlijk niet zo te zijn, ook binnen Marokkaanse en Turkse opvoeders is de diversiteit (evenals binnen autochtoon Nederlandse opvoeders) groot. Het is echter wel van belang om bewust te zijn van eventuele andere vragen, behoeften en toepasbare werkwijzen. Een heel andere groep opvoeders met migratieachtergrond vormen de Poolse Nederlanders. Hoewel onderzoek er niet of nauwelijks is, wordt er vanuit gegaan dat het alcoholgebruik onder Poolse arbeidsmigranten hoog ligt. Als dat al zo is, wil dat nog niet zeggen dat dit ook geldt voor de opvoeders onder hen. Mocht het wel zo zijn, dan is het risico dat hun kinderen ook (meer) gaan drinken. In het algemeen zijn dergelijke specifieke doelgroepen minder goed te bereiken met het standaard aanbod (vanuit universele preventie) en is een specifieke doelgroepbenadering vaak veel effectiever. Daarbij wil het vaak helpen om sleutelfiguren uit de gemeenschappen zelf te betrekken om mensen op een laagdrempelige manier te informeren, voorlichten en te ondersteunen op hun eventuele specifieke behoeftes.
Communicatie
In het kader van bewustwording is het van belang dat de boodschap van alcoholmatiging en de opvoedingstaak daarin van ouders breed wordt uitgedragen. Er zijn diverse flyers beschikbaar en websites·,welke opvoeders in ieder geval onder ogen moeten krijgen. Zoals beschreven onder afbakening, zal een deel van de opvoeders daarmee goed uit de voeten kunnen. Echter voor de opvoeders die dat niet kunnen of willen zijn aanvullende interventies nodig. Daarnaast zal een integrale benadering van alcoholmatigingsbeleid ouders helpen om hun opvoedingstaak in te vullen. Wanneer er op school en bij de sportclub en tijdens de plaatselijke feestweek ingezet wordt op alcoholmatiging, sterkt dat ouders in hun rol.
Financiële aspecten
Het gaat hier met name om de uitvoering van specifieke interventies. De kosten hiervan en de financiering lopen uiteen, mede afhankelijk van de lokale situatie. Er zal steeds gezocht moeten worden naar welke partij de interventie kan financieren. Deze afweging, wat financiert de gemeente wel of niet, is een afweging die gemeenten zelf moeten maken.
5 6
Factsheet Alcohol en opvoeding (NIGZ, 2006) Bron: www.loketgezondleven.nl
7
Overzicht mogelijke interventies
In deze handreiking staan we stil bij de mogelijkheden om ouders te ondersteunen bij hun opvoedingstaak met betrekking tot alcoholgebruik. Zoals in de theoretische achtergrond beschreven zijn de mogelijkheden om daadwerkelijk repressief op te treden beperkt en gaat het veel meer om interventiemogelijkheden waarbij aandacht is voor moeilijk bereikbare ouders. Vanuit de werkgroep ten behoeve van dit deelproject is er in breder verband gezocht naar (bestaande) interventies die ingezet kunnen worden. Daarbij hebben we gezocht naar variatie in doelgroep en preventieniveau. Ook hebben we zoveel mogelijk gezocht naar effectief bewezen interventies. Het reeds bestaande aanbod in de regio verschilt per gemeente, hiervan is geen inventarisatie gemaakt. Lokale situaties en behoeften verschillen dusdanig, dat gemeenten zelf een keuze moeten maken in de mogelijke interventies die daarop aansluiten. Wij adviseren gemeenten om lokaal het aanbod te inventariseren, deze te spiegelen aan de preventiepiramide zodat inzichtelijk wordt of op alle niveaus inzet wordt gepleegd en vervolgens aanvullende interventies in te zetten. Door de problematiek integraal aan te pakken zal het effect groter zijn dan wanneer slechts op één aspect of in één preventieniveau wordt geïnvesteerd. De hieronder genoemde interventies zijn divers en lopen uiteen van algemeen preventief tot specifieke probleemaanpak en repressie. We beschrijven ze ook in die volgorde.
Naam interventie Korte omschrijving
Doel Doelgroep
Vorm van preventie Pijler Beoordeling kwaliteit en effectiviteit Regio/plaats Betrokkenen Rol gemeente
Naam interventie Korte omschrijving
Deskundigheidbevordering professionals Trainingen voor professionals over alcohol (en andere genotmiddelen en gamen en gokken) met daarin o.a. aandacht voor informatieoverdracht, signaleren, begeleiden, bespreekbaar maken, doorverwijzen en instellingsbeleid. Vroegsignalering, bespreekbaar maken gebruik, ouders betrekken en indien nodig doorverwijzen. Maatschappelijk middenveld; maatschappelijk werk, jeugdzorg, GGZ jeugd, leerplicht, jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, jongerenwerk, bewonersadviseurs, docenten enz. Algemene preventie. 4; Signalering, advies en ondersteuning. Zo in algemeen niet te beoordelen. In Hollands Midden door GGD professionals in sector jeugd al getraind. GGD, Brijder, andere aanbieders van deskundigheidbevordering. Eventueel financieel en/of draagvlakontwikkeling bij instellingen om hierin te investeren.
Opvoedingsondersteuning Er is een breed aanbod trajecten opvoedingsondersteuning voor opvoeders, van korte informatiebijeenkomsten tot uitgebreide programma`s, zoals Triple P. Een deel van dit aanbod besteedt in meer of mindere mate ook aandacht aan alcoholgebruik.
8
Doel
Doelgroep Vorm van preventie Pijler Beoordeling kwaliteit en effectiviteit Regio/plaats Betrokkenen Rol gemeente
Naam interventie Korte omschrijving
Doel
Ouders in staat stellen een evenwicht te vinden tussen ‘vrijheid geven’, hun kinderen stimuleren gezond gedrag te vertonen en grenzen te stellen. En ouders in staat stellen zelf in te grijpen als dit uit balans raakt. Ouders/opvoeders van kinderen in de leeftijd van 10 tot 20 jaar. Algemene preventie. 4; Signalering, advies en ondersteuning. Zo in algemeen niet te beoordelen. Landelijk en hele regio. Diverse aanbieders van opvoedingsondersteuning, via lokale CJG`s inzichtelijk. Regisseur; voldoende bereikbaar aanbod.
De gezonde school en genotmiddelen Preventieprogramma over alcohol, roken en drugs. Het bestaat uit 4 onderdelen: - voorlichtingslessen; - ouderparticipatie; - opstellen en communiceren van een genotmiddelenreglement; - signaleren en begeleiden van leerlingen die (problematisch) middelen gebruiken. Doelstelling basisonderwijs: Voorkomen dat leerlingen uit groep 7 en 8 tabak en alcohol gaan gebruiken. Doelstelling voortgezet onderwijs: Jongeren stimuleren om het drinken van alcohol uit te stellen tot in ieder geval 16 jaar en geen tabak en drugs te gebruiken.
Doelgroep Vorm van preventie Pijler Beoordeling kwaliteit en effectiviteit Regio/plaats
Doelstelling middelbaar beroepsonderwijs: Deelnemers in het MBO die roken, overmatig alcohol of drugs gebruiken die overwegen te stoppen of minderen of weten de risico's van het gebruik te beperken en indien nodig hun weg naar hulp te vinden. Scholen, leerlingen en ouders van leerlingen. Algemene preventie. 1 Voorlichting, bewustwording en educatie. Theoretisch goed onderbouwd.
Betrokkenen Rol gemeente
Landelijk, ook in regio Hollands Midden op veel scholen in meer of mindere mate ingevoerd. GGD en scholen. Mogelijk scholen stimuleren gebruik te maken van deze interventie.
Naam interventie Korte omschrijving
Interactieve ouderavonden met theater Naar aanleiding van korte theaterscènes over herkenbare situaties
9
Doel Doelgroep Vorm van preventie Pijler Beoordeling kwaliteit en effectiviteit Betrokkenen
Naam interventie Korte omschrijving
Doel Doelgroep
Vorm van preventie Pijler Beoordeling kwaliteit en effectiviteit Regio/plaats Betrokkenen Rol gemeente
Naam interventie Korte omschrijving
en dilemma’s wordt een open discussie met het publiek gevoerd over communicatie met pubers. Ouders onderzoeken hun persoonlijke norm en krijgen handvatten om met hun kind in gesprek te gaan. Ouders van jongeren in leeftijd 12+ Algemene preventie. 1 Voorlichting, bewustwording en educatie. Niet beoordeeld. Aanbod theatergroep PlayBack, mogelijk zijn er meer groepen met een dergelijk aanbod. Theatergroep PlayBack (of een andere aanbieder), bij voorkeur i.s.m. GGD of verslavingszorg. En de school of instelling die hen inhuurd.
Uit met ouders Ouders worden ontvangen op het gemeentehuis door de wethouder, krijgen daar een korte inleiding (met filmpje) en beginnen vervolgens in vier groepjes onder begeleiding (van gemeenteraadsleden) aan hun ‘kroegentocht’. Ouders krijgen uitleg over de onderwerpen: 1. alcohol (GGD) 2. drugs (verslavingszorg) 3. geweld (politie) 4. werkwijze in horeca (horeca(vereniging)). Elk cafébezoek duurt maximaal twintig minuten. De ouders worden ontvangen met een drankje en er wordt een presentatie gehouden, waarbij er ruimte is om vragen te stellen en beantwoorden. Na een kwartier wordt aanstalten gemaakt om naar het volgende café te gaan. De (vier) oudergroepen gaan tegelijkertijd van start en bezoeken dus roulerend de vier presentaties. Ouders van (toekomstig) uitgaande jeugd te informeren over verschillende aspecten van uitgaan. Ouders van kinderen die over een paar jaar uit zullen gaan of al uitgaan. De ouders zijn woonachtig in de regio van het uitgaansgebied waar deze interventie georganiseerd wordt. Algemene preventie. 1; Voorlichting, bewustwording en educatie. Niet onderzocht. Brabant (onderdeel Laat je niet flessen). Uitvoering door politie, horeca(vereniging), GGD en verslavingszorg. Organisatie.
Homeparty Eenmalige groepsbijeenkomst bij ouders thuis van maximaal 2 uur. Ouders krijgen o.a. tips hoe met alcohol (en drugs) in opvoeding om te gaan, bespreekbaar te maken, oefenen ouder-kind gesprek, informatie over alcohol (en drugs), informatie over verslavingszorg,
10
Doel Doelgroep Vorm van preventie Pijler Beoordeling kwaliteit en effectiviteit Regio/plaats Betrokkenen Rol gemeente
Naam interventie Korte omschrijving
Doel Doelgroep Vorm van preventie Pijler Beoordeling kwaliteit en effectiviteit Regio/plaats Betrokkenen Rol gemeente
Naam interventie Korte omschrijving
Variatie
Doel
Doelgroep
ouders worden gestimuleerd om informatiezoekend gedrag te vergroten. Programma kan aangepast worden aan behoefte deelnemers. Moeilijk bereikbare ouders voorlichten over alcohol en/of drugs in de opvoeding. Moeilijk bereikbare ouders met kinderen in leeftijd van 10 tot 16 jaar. Specifieke preventie. 1; Voorlichting, bewustwording en educatie. Theoretisch goed onderbouwde wervingsmethode. Achterhoek, Brabant. Preventiewerkers (voor geven van de voorlichting). Sleutelfiguren voor bereiken van de ouders. Eventueel financieel.
Sturende brief Brief van de burgemeester aan ouders/opvoeders van specifieke groep jongeren (risicogroep) om gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen en deel te nemen aan voorlichtingsbijeenkomst over alcohol / drugs. Wijkagent wordt ook betrokken om ouders te stimuleren deel te nemen aan de voorlichting. Verandering in houding van ouders t.o.v. drankgebruik jongeren. Ouders van specifieke risicogroep jongeren. Specifieke preventie. 1; Voorlichting, bewustwording en educatie. Niet onderzocht. Ervaring is dat ouders wel bereikt worden op deze manier. Katwijk (er zijn verschillende voorbeeldbrieven beschikbaar) Jongerenwerk en politie voor signalering van risicogroepen. Eventueel verslavingszorg voor voorlichting aan ouders. Gemeente is uitvoerder.
Alcoholpoli Multidisciplinair (kinderarts en psycholoog) nazorgtraject voor jeugdigen die met alcoholintoxicatie in het ziekenhuis terecht komen. Bestaande uit een medisch, een verpleegkundig/ pedagogisch en psychologisch onderdeel. Start vanaf moment opname tot follow up gesprek 6 maanden later. Gesprek met ouders en kind direct na alcoholintoxicatie in het ziekenhuis door preventiewerker van verslavingszorg (Brijder) met eventueel doorverwijzing naar zorg. Voorkomen van recidive van alcoholintoxicatie/schadelijk alcoholgebruik in het algemeen en signaleren van onderliggende psychische (sociaal-emotioneel, gedrag, cognitief) problematiek. Jeugdigen onder 18 jaar met alcoholintoxicatie en hun ouders.
11
Vorm van preventie Pijler Beoordeling kwaliteit en effectiviteit Regio/plaats Betrokkenen Rol gemeente
Naam interventie Korte omschrijving
Variaties
Doel Doelgroep
Vorm van preventie Pijler Beoordeling kwaliteit en effectiviteit Regio/plaats Betrokkenen Rol gemeente
Curatie/probleemaanpak. 4; Signalering, advies en ondersteuning. Bewezen effectief op voorkomen recidive jongeren. Bewezen effectief in bereiken gedragsverandering bij ouders van jongeren jonger dan 16 jaar. Eindhoven, Delft, Hoorn. Ziekenhuizen. Mogelijk bestuurlijke lobby voor inrichten alcoholpoli in regio/inzet Brijder bij alcoholintoxicatie.
Boete of kanskaart (Halt-maatregel alcohol+) Bij overlastgevend gedrag onder invloed van alcohol wordt, na een proces-verbaal van de politie, verwezen naar Halt in plaats van het automatisch geven van een boete. Hierna volgt een gesprek met de betrokken jongere en ouders. Boete- of kanskaart bestaat uit vrijwillige trainingen voor jongeren en hun ouders. Verslavingsinstellingen verzorgen deze trainingen, waarin aandacht is voor de invloed van alcohol op gedrag. Bij de ouders wordt bovendien aandacht besteed aan opvoeding en alcoholgebruik. Wanneer geen gebruik wordt gemaakt van deze leerstraf, volgt alsnog een boete. (De exacte uitwerking verschilt per Halt-regio). De Deventeraanpak (project Meer dan een biertje) is vergelijkbaar, alleen wordt de jongere daar ook door de politie thuis afgeleverd. Nog een andere methode is een aparte alcoholruimte op het politiebureau voor jongeren, waar ze alleen door de ouders opgehaald mogen worden. Voorkomen van herhaling van gedrag of erger. Jongeren tussen de 12 en 18 jaar die zich schuldig maken aan overlast en vandalisme onder invloed van alcohol, openbaar dronkenschap of alcoholgebruik op verboden plekken. En specifiek hun ouders. Repressie. 3; regelgeving en handhaving. Eind 2011 is effectevaluatie gereed. Diverse gemeenten en in de regio: Katwijk. Politie, Halt, OM, verslavingszorg. Projectleiding.
12