Deelplan Ambulant verslavingsbeleid 2008 – 2012 gemeente Almere
Deelplan Ambulant verslavingsbeleid 2008 – 2012 gemeente Almere (uitwerking van het Bestuurlijk Kader Ambulante verslavingszorg Flevoland 2008 – 2012)
Gemeente Almere Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Vastgesteld door het College van B&W Almere Op
2
Colofon Gemeente Almere Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Postbus 200 1300 AE Almere
T. 036 – 527 7000 E.
[email protected]
3
Inhoudsopgave
I.
Inleiding 1. Relatie Regiovisie 2. Nieuwe provinciale ontwikkelingen in de verslavingszorg 3. Uitgangspunten 4. Financiële middelen verslavingsbeleid op lokaal niveau 5. Werkwijze
5
II
Preventie 1. Doelstellingen 2. Realisatie doelstellingen
6
III
Jongerenverslavingszorg 1. Doelstellingen 2. Realisatie doelstellingen
8
IV
Verslavingszorg voor volwassenen en ouderen 1. Doelstellingen 2. Realisatie doelstellingen
10
V
Sociale verslavingszorg 1. Doelstellingen 2. Realisatie doelstellingen
11
VI
Relatie verslavingszorg en veiligheid 1. Veiligheidshuis en driehoeksoverleg
12
VII
Inzet gemeentelijke middelen
12
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
Financiering activiteiten Geraadpleegde literatuur Geïnterviewde partijen
13 15 16
4
I.
Inleiding
1. Relatie Regiovisie Dit deelplan is een uitwerking van het Bestuurlijk Kader Regiovisie ambulante verslavingszorg Flevoland 2008 2012 door de gemeente Almere. Doelstelling van het bestuurlijk kader is beperken van gezondheidsschade en terugdringen van onveiligheid en overlast als gevolg van overmatig alcohol- en drugsgebruik. In deze notitie is aangegeven dat het noodzakelijk is het gemeentelijk beleid aan te passen. Redenen die maken dat het beleid moet worden aangepast zijn: • De landelijk visie op verslaving wijzigt als gevolg van medisch onderzoek. Verslaving wordt steeds meer gezien als een psychiatrische stoornis met psychosociale en maatschappelijke gevolgen. • Er is behoefte aan meer samenhang in de maatregelen ter vermindering van alcoholgebruik • Preventie van verslavingszorg vraagt om een integrale benadering van met name jongeren tot 24 jaar • De bereikbaarheid en toegankelijkheid van de verslavingszorg moet worden verbeterd • De noodzaak tot meer afstemming van verslavingsbeleid met regulering, handhaving en veiligheidsbeleid 2.
Nieuwe provinciale ontwikkelingen in de verslavingszorg
Vanaf begin 2009 bieden Meerkanten geestelijke gezondheidszorg flevo-veluwe en Tactus Verslavingszorg met een nieuwe, gezamenlijke organisatie een compleet en samenhangend verslavingszorgaanbod aan in Flevoland. De nieuwe organisatie draagt de naam Amethist verslavingszorg Flevoland en wordt gehuisvest in het bestaande centrum voor verslavingszorg van Meerkanten in Almere. Voor een grotere groep verslaafden wordt door de samenwerking het gemakkelijker een beroep te doen op hulp, behandeling en zorg. De taken van Tactus Verslavingszorg op het gebied van reclassering, preventie, laagdrempelige opvang en zorg worden niet ondergebracht bij Amethist verslavingszorg Flevoland, maar blijven onderdeel van Tactus. De oprichting van Amethist is afgestemd met de GGz Symfora groep waarmee Meerkanten begin 2009 een bestuurlijke fusie aangaat. GGz De Meregaard Almere is onderdeel van de Symfora Groep. De tweede belangrijke ontwikkeling is de start eind 2008 van de nieuwe diagnostiekpolikliniek voor jeugdverslaving Meerkanten. Jeugdigen met complexe verslavingsproblematiek kunnen naar de polikliniek verwezen worden. Het poliklinische behandelaanbod loopt vooruit op de toekomstige bouw van een centrum jeugdverslavingszorg voor de functies kliniek, deeltijd en polikliniek. De diagnostiekpolikliniek en op termijn het centrum jeugdverslavingszorg verzorgen een provinciale verslavingsfunctie voor Flevoland. Beide voorzieningen creëren de mogelijkheid tot aansluiting met het gemeentelijke preventieve en ambulante aanbod door middel van informatie uitwisseling, verwijzing en samenwerking. 3. •
•
• • • • 4.
Uitgangspunten verslavingsbeleid op lokaal niveau Verslavingszorg moet meer vanuit de medische invalshoek worden benaderd. Dit betekent dat er meer samenwerking moet komen met de GGZ en dat medewerkers in de verslavingszorg meer medisch geschoold moeten zijn. Gemeente Almere wil in haar beleid met betrekking tot de preventieve en ambulante verslavingszorg het accent leggen op verbetering van de vroegsignalering (leren herkennen van verslaving en motivatietechnieken) van professionals met tot doel om meer verslaafden toe te leiden naar de verslavingszorg. Verwacht wordt dat hierdoor ook de toegankelijkheid tot de verslavingszorg verbetert. Risicojongeren tot 24 jaar en hun ouders/verzorgers zullen extra aandacht krijgen in het kader van de ontwikkeling van een sluitend netwerk voor jongerenverslavingszorg. Zoveel mogelijk dient gewerkt te worden met een evenwichtige mix van interventies waarbij preventie, zorg en handhaving in samenhang worden uitgevoerd De preventie zal altijd gericht zijn op de volgende domeinen: kinderen/jongeren, gezin (ouders/verzorgers), school en vrije tijd. Op het gebied van sociale verslavingszorg zullen extra voorzieningen worden gerealiseerd om de achterstand op het gebied van het basisvoorzieningenniveau in te halen. Financiële middelen verslavingsbeleid op lokaal niveau
5
Gemeente Almere is een gemeente die heel hard groeit. De budgetten voor de verslavingszorg worden bepaald op grond van het landelijk historisch verdeelmodel uit 2000. Gevolg hiervan is dat de gemeente altijd achterloopt voor wat betreft de beschikbare middelen. In de programmabegroting 2009 wordt rekening gehouden met een extra budget van € 150.000 per jaar voor intensivering van preventie en ambulante verslavingszorg. Het college heeft voorgesteld voor de exploitatie van voorzieningen in het kader van sociale verslavingszorg en maatschappelijke opvang vanaf 2009 € 500.000 per jaar beschikbaar te stellen. Dit deelplan moet worden gezien als een onderbouwing van de inzet van de gemeentemiddelen in relatie tot het rijksbudget. 5. Werkwijze Om zicht te krijgen op de behoeften van het veld op het gebied van verslavingszorg zijn interviews gehouden met beleidsambtenaren en vertegenwoordigers van organisaties uit het onderwijs, welzijnswerk en gezondheidszorg (zie bijlage 1). In 2007 zijn in opdracht van de gemeente onder leiding van Movisie twee discussiebijeenkomsten in Almere gehouden. Zorgaanbieders, politie en onderwijs is gelegenheid geboden zich uit te spreken over alcohol- en drugsgebruik. Tevens is in 2007 een discussienotitie besproken met de Almeerse cliëntenraad van de Wmo (Wmo-C). In oktober 2008 zijn de regiovisie en het deelplan met de Wmo-C besproken. De Wmo-C heeft vervolgens schriftelijk een positief advies aan het college uitgebracht.
II
Preventie
1.
Doelstellingen
Regionale doelstellingen Hoofddoel preventie jongeren 1.
Meer tegengaan van het alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar.
2.
Meer voorkomen van schadelijk alcoholgebruik door uitgaanders (16-25 jaar) en het meer voorkomen van openbare problematiek.
3.
Ter voorkoming dat softdruggebruikers gemakkelijk in aanraking komen met het criminele milieu van harddrugs dienen afhankelijk van de lokaal gemeentelijke noodzaak, voldoende coffeeshops gerealiseerd te worden. Voorts intensivering van preventie in bestaande coffeeshops (Almere).
Lokale doelstellingen preventie Bovenstaande regionale doelstellingen worden hieronder vertaald naar doelstellingen voor de gemeente Almere. 1. 2. 3. 4.
2.
Het alcohol- en (soft)drugsgebruik onder jongeren onder de 16 jaar niet meer laten toenemen dan wel te laten afnemen. Het schadelijk alcohol- en (soft)drugsgebruik onder jongeren tot staan brengen en in ieder geval niet meer te laten toenemen. Het tot staan brengen dan wel terugdringen van overlast als gevolg van middelengebruik. Het realiseren van een vierde coffeeshop ter voorkoming dat softdrugsgebruikers gemakkelijker in aanraking kunnen komen met het criminele milieu van harddrugs. En een intensivering van preventie in de coffeeshops in Almere. Realisatie doelstellingen
In haar beleidsbrief van maart 20051 noemt het ministerie van VWS een combinatie van maatregelen die bewezen effectief is als het gaat om het terugdringen van middelengebruik onder jongeren. Gedacht kan worden aan een combinatie van voorlichting, handhaven van leeftijdsgrenzen, reclame en lokale maatregelen tijdens het uitgaan. 1
VWS-beleidsbrief alcohol en jongeren, maart 2005
6
Voor Almere stellen wij de volgende maatregelen voor: 2.1 Onderwijs Gemeente Almere wil zich vooral richten op risicogroepen en deze bevinden zich o.a. in het onderwijs voor leerlingen vanaf 12 jaar. Met de rijksmiddelen vinden er preventielessen plaats in de scholen voor Voortgezet Onderwijs, Voortgezet Speciaal Onderwijs en Beroepsonderwijs. Voorstel is de gemeentelijke middelen in te zetten voor intensivering van de preventielessen in voornoemd onderwijs en deze zoveel mogelijk onderdeel uit te laten maken van het lesprogramma. Bijvoorbeeld van de leefstijllessen in groep twee Voortgezet Onderwijs. 2.2. Welzijnswerk In de jongerencentra wordt incidenteel voorlichting gegeven over verslaving. Het is gewenst dat er structureel en jaarlijks voorlichting wordt gegeven in de vijf jongerencentra over middelengebruik. 2.3 Sportkantines Uit onderzoek door de Voedsel en Warenautoriteit in 20072 is gebleken dat de slaagkans voor jongeren onder de 16/18 jaar om alcohol te kopen in de sportkantine meer dan 40% is. 19% Van de sportkantines heeft aangegeven geen leeftijdscontrole uit te voeren. Alcoholhoudende drank mag verkocht worden aan jongeren vanaf 16 jaar. Voor sterke drank geldt een wettelijke leeftijdsgrens van 18 jaar.3 De overheid start najaar 2008 een landelijke campagne om deze percentages terug te dringen. In overleg met het sportbeleid zal worden onderzocht welke lokale activiteiten er al plaatsvinden ter ondersteuning van het alcoholmatigingsbeleid en wat er op dit punt nog gewenst is. Onderzocht zal worden of cofinanciering door particuliere partijen mogelijk is, bijvoorbeeld via sport ondersteuningsfuncties. Om het effect van de landelijke campagne te vergroten zal in overleg met veiligheidsbeleid en handhaving worden gekeken wat de mogelijkheden op dit gebied zijn. 2.4 Uitgaan Verslavingszorg zorgt voor groepsgerichte preventie in het uitgaanscircuit. Preventie is het meest effectief in combinatie met handhaving. Onderzocht zal worden wat de mogelijkheden zijn op dit gebied als het gaat om handhaving van de leeftijdsgrens voor de verkoop van alcohol. 2.5 Coffeeshops In juni 2008 is in Almere nieuw coffeeshopbeleid vastgesteld. Dit vervangt de beleidsregel vestiging coffeeshops 2005. In beide nota’s wordt ruimte geboden voor ontwikkeling van een vierde coffeeshop. Deze komt in AlmereBuiten. De gemeentelijke visie is: “Door in beperkte mate de verkoop van softdrugs voor eigen gebruik te gedogen wordt beoogd de markten voor softdrugs en harddrugs te scheiden teneinde te voorkomen dat sofdrugsgebruikers gemakkelijk in aanraking komen met het criminele milieu van harddrugs”3 In het kader van de gedoogbeschikking staan er o.a. folders over verslavingspreventie in de coffeeshops. De exploitant en de medewerkers van de coffeeshops zijn eveneens verplicht een cursus te volgen over verslaving. Het is de bedoeling dat er twee keer per jaar een bijeenkomst plaatsvindt tussen handhaving, politie en coffeeshophouders. De verslavingszorg dient hieraan deel te gaan nemen.
2 3
Integraal Alcoholbeleid – Voedsel en Warenautoriteit, 2007 Uit: Nota coffeeshopbeleid gemeente Almere 2008, blz. 3
7
III
Jongeren verslavingszorg
1.
Doelstellingen
Regionale doelstellingen Hoofddoel jongeren verslavingszorg Meer jongeren die door het alcohol en/of drugsgebruik een risico lopen op verslaving of verslaafd zijn, kunnen op een laagdrempelige en toegankelijke wijze gebruik maken van eerstelijnszorg of ambulante verslavingszorg of van andere vormen van laagdrempelig hulpaanbod1. 1
Bijvoorbeeld inloop, huiskamer, spreekuur op school, zelfhulpgroep, outreachend werken, straathoekwerk, ambulant jongerenwerk.
Lokale doelstellingen jongeren verslavingszorg 1. 2. 3. 4.
Verbeteren van de vroegsignalering van verslavingsproblematiek onder jongeren. Verbeteren van de toeleiding van jongeren naar de eerstelijnszorg of ambulante verslavingszorg. Het maken van afspraken over samenwerking rond risicojongeren. Het komen tot een integrale aanpak van verslavingszorg rondom risicojongeren.
2.
Realisatie doelstellingen
2.1 Onderwijs Middelbare scholen en het beroepsonderwijs zijn vindplaatsen voor jongeren met problematisch middelengebruik. Om dit gebruik in een vroegtijdig stadium te kunnen constateren moeten docenten geschoold worden om dit te onderkennen. Ook moeten zij kennis hebben van de middelen die gebruikt worden. Daarnaast moeten zij in staat zijn om leerlingen te motiveren hulp te zoeken. In het aanbod van de verslavingszorg zitten trainingen voor docenten maar er is behoefte aan een intensivering van het aanbod. Voorgesteld wordt deze intensivering in eerste instantie te bestemmen voor het Speciaal Voortgezet Onderwijs en voor het Lager en Middelbaar Beroepsonderwijs, omdat hier meer risicoleerlingen zitten. In overleg met deze scholen moet worden bepaald waar de intensivering het meest gewenst is. Er wordt onder andere gedacht aan de zorg(advies)teams. Daarnaast zal worden bekeken of er een train-de-trainer concept kan worden ontwikkeld en aangeboden. Dit betekent dat degenen die een cursus hebben gevolgd vervolgens hun collega’s trainen. Om de samenwerking met het onderwijs te verstevigen is het wenselijk dat de verslavingszorg eenmaal per jaar een themabijeenkomst belegt voor het begeleidingsoverleg van de gezamenlijke scholen. Ook is deelname aan de klankbordgroep van de gezamenlijke scholen één of twee keer per jaar gewenst. Hier kan o.a. worden gesproken over geconstateerde trends in het middelengebruik en de verslavingszorg. VSO-school Aquarius heeft te maken met ernstige drugsproblematiek onder leerlingen. Daarom is een projectvoorstel4 ontwikkeld om dit aan te pakken. Ondermeer zal door Tactus een spreekuur worden gehouden in de school, waar leerlingen naar toe kunnen worden verwezen. Als dit spreekuur het gewenste effect heeft kan dit wellicht ook worden ingevoerd in het Lager en Middelbaar Beroepsonderwijs. Tevens zullen activiteiten voor ouders worden georganiseerd om hen te informeren over middelengebruik en om hen opvoedingsondersteuning op het gebied van middelengebruik te bieden. 2.2 Welzijn Het welzijnswerk heeft eveneens te maken met een risicogroep onder jongeren. Het is belangrijk dat jongerenwerkers verslaving herkennen en weten welke vervolgstappen gezet kunnen worden. Daarom is intensivering van deskundigheidsbevordering van jongerenwerkers gewenst. Daarnaast is er behoefte aan meer uren outreachend werk met als doel kennismaking met jongeren die hulp kunnen gebruiken. Hiertoe is o.a. inzet van Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen gewenst.
4
Preventie van middelengebruik binnen Aquarius - Tactus, Instelling voor Verslavingszorg, maart 2008
8
Ambulant jongerenwerk biedt momenteel activiteiten aan in het centrum van de stad om het alcoholgebruik onder risicojongeren terug te dringen en overlast te voorkomen. Tevens is/dient er sprake (te zijn) van handhaving van het alcoholverbod in de aangewezen gebieden. 2.3 OKé-punt In 2006 is het OKé-punt (Centrum voor Jeugd en Gezin) in Almere van start gegaan. Het is de bedoeling dat in november 2008 ouders op 15 punten in de stad toegang hebben tot ondersteuning bij vragen en problemen op het gebied van opvoeden en opgroeien middels een inloopspreekuur. De spreekuren worden meestal gehouden in gezondheidscentra. Tevens beoogt het OKé-punt verbetering van de samenwerking tussen professionals. Daarnaast zijn er een OKé-telefoon en een OKé-website die geraadpleegd kunnen worden. Met name de jeugdmaatschappelijk werkers, jeugdartsen en verpleegkundigen zouden getraind moeten worden in het herkennen van verslavingsproblematiek bij ouders. De verslavingszorg kan aanhaken bij het casusoverleg van het hometeam als de indruk bestaat dat er verslavingsproblematiek speelt. 2.4 Ziekenhuis, nazorg en verslavingszorg Het Flevoziekenhuis wordt zoals andere ziekenhuizen ook geconfronteerd met jongeren met letsel als gevolg van overmatig gebruik van alcohol en/of drugs. Veelal vindt er behandeling van het letsel plaats maar wordt er weinig gedaan met het middelengebruik. Het is gewenst dat er een situatie gaat ontstaan waarbij de verslavingszorg binnen 24 uur wordt ingeroepen als er overmatig alcohol of drugsgebruik in het spel is. Tussen Flevoziekenhuis, Meerkanten (diagnostiekpolikliniek jeugdige verslaafden) en Amethist (samenwerking Meerkanten - Tactus Verslavingszorg) kunnen afspraken ontwikkeld worden over verwijzing na ziekenhuisopname. 2.5 Zelfhulpgroepen Zelfhulpgroepen vormen een effectieve en goedkope manier van nazorg. In Almere zijn op dit moment geen zelfhulpgroepen voor jongeren. Deze groepen ontstaan meestal spontaan uit de doelgroep. Voorgesteld wordt enkele Intact-groepen te organiseren. Hierbij worden mensen uit de doelgroep gemotiveerd een groep te gaan leiden. De begeleiders worden opgeleid en begeleid door de instelling voor verslavingszorg. 2.6 Nazorg na detentie Door middel van het integrale gemeentelijke veiligheidsbeleid en diverse overlegplatforms van gemeenten wordt vorm en inhoud gegeven aan de trajectvorming voor ex-gedetineerden en meer- en veelplegers. Het is noodzakelijk dat er een structureel nazorgoverleg van gemeente en politie wordt georganiseerd. Dit overleg kan worden ondergebracht in het veiligheidshuis. Onderzocht moet worden of het wenselijk is dit overleg te combineren met het Justitieel Casusoverleg Veelplegers (JCO-V). Daarnaast hebben de gemeente Lelystad en Almere aan Rentray en Nieuw Veldzicht gevraagd gemeentelijke nazorg te leveren voor jeugdigen uit Flevoland die na verblijf in een Justitiële Jeugdinrichting terugkomen in hun gemeente. 2.7 Bureau Jeugdzorg Landelijk is geconstateerd dat verslavingszorg onderbelicht is in de jeugdzorg. Er zijn initiatieven ontplooid om de aansluiting tussen verslavingszorg en jeugdzorg te verbeteren. Tactus is samen met Bureau Jeugdzorg bezig een plan te schrijven waarin maatregelen worden genoemd ter verbetering van deze aansluiting. Gedacht wordt o.a. aan het ontwikkelen van handelingsprotocollen en deskundigheidsbevordering van medewerkers over en weer. 2.8 Samenwerkingsafspraken Het is belangrijk dat er meer samenhang komt in de zorg voor jongeren die te risicovol verslavende middelen gebruiken. Daarom moet er een sluitende netwerkaanpak worden ontwikkeld waarbij alle partijen weten wat hun rol is en wanneer zij andere partijen moeten betrekken bij de zorg voor de jongere. Ook handhaving hoort hierbij. De JIT’s (politie en jongerenwerk) ZAT’s (onderwijs en zorg), Oké-punten (eerstelijnszorg waaronder huisartsen en BJZ) en het signaleringsinstrument ESAR (zorginstellingen en GGD) zullen hier een rol kunnen spelen. Tactus is samen met partijen bezig een protocol te maken waardoor inzichtelijk wordt wie wat doet en hoe er gehandeld moet worden.
IV
Verslavingszorg voor volwassenen en ouderen
9
1.
Doelstellingen
Regionale doelstellingen
Hoofddoel volwassen en ouderen verslavingszorg Meer voorkomen en vroegtijdiger signaleren van schadelijk alcoholgebruik bij volwassenen en ouderen en meer voorkomen van maatschappelijke en privé-problematiek.
Lokale doelstellingen • Meer voorkomen van schadelijk alcoholgebruik bij volwassenen en ouderen. • Betere vroegsignalering van verslavingsproblematiek door welzijnswerk, gezondheidscentra en steunpunten huiselijk geweld. • Verhoging van de toeleiding tot de verslavingszorg. 2.
Realisatie doelstellingen
2.1 Welzijnswerk Buurthuiswerkers die werken met volwassenen en ouderen krijgen weinig training als het gaat om verslavingsproblematiek. Om te komen tot een betere signalering is scholing van buurthuiswerkers op dit vlak gewenst. Ook is er extra voorlichting nodig over verslaving aan volwassenen en ouderen. 2.2 Gezondheidscentra Om het verslavingsprobleem bij volwassenen en ouderen eerder te onderkennen en hier adequaat op te reageren is het gewenst dat de verslavingszorg en 1e-lijns GGz nauwer gaan samenwerken met de gezondheidscentra. Een manier kan zijn dat eenmaal per maand structureel wordt deelgenomen aan het overleg van een hometeam in bijvoorbeeld ieder stadsdeel. Een hometeam bestaat uit o.a. een wijkverpleegkundige, een huisarts en een maatschappelijk werker en houdt zich ondermeer bezig met casuïstiekbespreking. Ketenpartners zoals schoolarts, school, wijkagent kunnen bij dit overleg aansluiten als zij iets te bespreken hebben. Voorgesteld wordt deze samenwerking te realiseren in de vorm van een pilot voor een periode van 4 jaar. Punt van aandacht is het alcoholgebruik door zwangere vrouwen. Deze groep kan goed worden bereikt via de verloskundigen in de gezondheidscentra. In het kader van lokaal gezondheidsbeleid (onderdeel collectieve preventie GGz) wordt het project vroegonderkenning van psychische problematiek bij zwangere vrouwen uitgevoerd in de verloskundigenpraktijk. Er wordt een vragenlijst afgenomen om de psychische gesteldheid van de zwangere te onderzoeken. Voorstel is te onderzoeken of in deze vragenlijst vragen opgenomen kunnen worden op het gebied van verslavingsproblematiek. 2.3 Huiselijk geweld Uit de evaluatie Huiselijk Geweld Flevoland 20085 is naar voren gekomen dat de verbinding met de verslavingszorg kan worden verbeterd. De relatie tussen verslaving en huiselijk geweld moet meer aandacht krijgen. Voor een betere aansluiting is nodig dat verslavingszorg en GGz opgenomen worden in de overlegstructuur (casusoverleg) en dat er deskundigheidsbevordering over en weer plaatsvindt. 2.4 Zelfhulpgroepen In Almere is een mantelzorggroep voor ouders en familieleden van verslaafden. De indruk is dat er meer zelfhulpgroepen voor volwassen en ouderen gewenst zijn. Voorstel is meer bekendheid te geven aan de mogelijkheden van zelfhulp. De groepen kunnen worden opgezet in de vorm van Intact-groepen. In het kader van lokaal gezondheidsbeleid is er een beperkt budget voor het opzetten van zelfhulpgroepen voor volwassenen en ouderen met verslavingsproblematiek en dubbeldiagnostiek. In afstemming met het lokaal gezondheidsbeleid moet worden bepaald wat extra nodig is op dit gebied.
V
5
Sociale verslavingszorg
Evaluatie huiselijk Geweld Flevoland 2008 - Regioplan
10
1.
Doelstellingen
Regionale doelstellingen Hoofddoel sociale verslavingszorg Meer chronisch verslaafden worden van de juiste zorg voorzien en huisvesting geboden in gespecialiseerde woon(zorg)voorzieningen. Verwacht wordt dat een betere kwaliteit van leven van chronisch verslaafden leidt tot meer voorkomen en verminderen van overlastgevend gedrag.
Lokale doelstellingen Meer voorkomen en verminderen van overlastgevend gedrag van chronisch verslaafden door het realiseren van een gedifferentieerd voorzieningenaanbod. 2 Realisatie doelstellingen De sociale verslavingszorg heeft een grote waarde voor het gemeentelijk integraal veiligheidsbeleid. Naast de samenwerking van de politie met medewerkers van de maatschappelijke opvang, verslavingszorg, GGz en GGD, voorziet de sociale verslavingszorg in een deel van de nazorgtrajecten van ex-gedetineerden en veelplegers. Een optimale sociale verslavingszorg draagt bij aan de veiligheid in de stad. 6
In 2006 is het aantal chronisch verslaafden geschat op 100, die zich vooral bevinden in Almere en Lelystad. De sociale verslavingszorg omvat de voorzieningen die gemeenten realiseren voor chronisch verslaafden. Dit omvat methadonverstrekking, poliklinische zorg en nazorg, ambulant wonen, nacht- en dagopvang, outreachend werk, woonzorgvoorzieningen en dubbele diagnose woonvoorzieningen. Chronisch verslaafden hebben over het algemeen meervoudige problemen. Het gaat vaak om zaken als werk, inkomen, huisvesting, criminaliteit, verslaving, psychiatrie en relaties. Om goed zicht te krijgen op de omvang van de doelgroep chronisch verslaafden vanaf 18 jaar en de aard van de problematiek hebben de gemeenten in Flevoland het Instituut verslavingsonderzoek (IVO Rotterdam) opdracht gegeven hiernaar kwalitatief en kwantitatief onderzoek te doen. Het onderzoeksrapport is naar verwachting eind januari 2009 beschikbaar. In de programmabegroting 2009 is een voorstel opgenomen voor het realiseren van voorzieningen voor (deels) dak- en thuisloze, overlastgevende chronisch verslaafden met psychiatrische problematiek. Voor eenmalige investeringskosten is een bedrag opgenomen van € 710.000 in het GIP. Voor exploitatie van deze voorzieningen is het bedrag van € 500.000 opgenomen. De genoemde middelen zullen worden ingezet voor het realiseren van een nachtopvang en een inloopcentrum voor chronisch verslaafden waar vijf dagen per week methadon wordt verstrekt. Op termijn kan (mede afhankelijk van de resultaten IVO onderzoek) toegewerkt worden naar een gebruikersruimte. Verder worden in overleg met zorgkantoor, GGz en verslavingszorg gespecialiseerde woon(zorg)voorzieningen ontwikkeld voor langdurig dak- en thuislozen met gecombineerde psychische en verslavingsproblemen (dubbeldiagnose-patiënten). Een deel van de genoemde groep valt in de categorie meer- en veelpleger. Ten behoeve van de groep ex veelplegers is een Domus woon(zorg)voorziening in ontwikkeling genomen door het Leger des Heils Almere. Het hoofddoel van dergelijke voorzieningen is stabilisering en zoveel mogelijk herstel van de patiënten.
6
Omschrijving chronisch verslaafden: de gemarginaliseerde, overlastgevende groep van chronisch verslaafden boven de 18 jaar. Hieronder wordt verstaan de gebruikers van harddrugs en alcoholverslaafden die een of meer van de volgende kenmerken vertonen: criminele activiteiten ondernemen om aan geld te komen en daardoor eventueel in aanraking komen met politie/justitie; een psychiatrisch ziektebeeld hebben (As I of As II van de DSM IV; een overlastgevende levensstijl vertonen (overtredingen van de APV-bepalingen); niet over een eigen woonruimte beschikken, of ondanks het hebben van woonruimte veelvuldig op straat verblijven. De verslaafden gebruiken dagelijks of bijna dagelijks harddrugs. Langdurig verslaafden die goed gestabiliseerd zijn en slechts eenmaal per week methadon halen behoren niet tot de doelgroep.
11
VI
Relatie verslavingszorg en veiligheid
1. Veiligheidshuis en Driehoeksoverleg Het driehoeksoverleg is het overleg tussen gemeente, politie en justitie dat wekelijks plaatsvindt. Namens de gemeente neemt de burgemeester aan dit overleg deel. Items vanuit verslavingsbeleid zullen via het kabinet van de burgemeester aan de orde worden gesteld in het driehoeksoverleg. Een structurele vormgeving van de inbreng ten aanzien van verslavingsvraagstukken is gewenst. In mei 2008 is het veiligheidshuis in Almere gestart en is nog in oprichting. Het veiligheidshuis is een fysieke plek waar de partijen gemeente, politie, justitie, zorg en onderwijs samen komen voor afstemming van zaken. Het is bedoeld als een onafhankelijk informatieknooppunt voor alle partners. Gemeente, politie en justitie hebben een projectleider in het veiligheidshuis. Doel is preventie, repressie en nazorg aan elkaar te verbinden. De gemeente heeft de regie op het zorgtraject en de ketensamenwerking. Het Openbaar Ministerie heeft de regie op de strafketen en politie op handhaving. In eerste instantie zullen partijen naar het veiligheidshuis komen voor casusoverleg op het gebied van jeugd, huiselijk geweld, ex-gedetineerden en veelplegers. Taak voor het verslavingsbeleid is de verslavingszorg goed ingebed te krijgen in het veiligheidshuis.
VII
Inzet gemeentelijke middelen
De intensiveringmiddelen ad € 150.000,-- zullen gedeeltelijk worden ingezet voor deskundigheidsbevordering om vroegsignalering te bevorderen en een groter gebruik van de verslavingszorg te bereiken. De subsidie moet worden gezien als een stimuleringssubsidie. Na vier jaar zullen partijen zelf regulier vervolg moeten geven aan de deskundigheidsbevordering. Voorstel globale inzet middelen 1 2 3 4 5 6
Pilot VSO-school Aquarius Pilot Hometeams Deskundigheidsbevordering professionals Voorlichting risicogroepen Outreachend werk Stimuleren Intact-groepen en zelfhulpgroepen
€ 30.000 € 25.000 € 50.000 € 20.000 € 20.000 € 5.000
In bijlage 1 wordt aangegeven welke onderdelen zullen worden gefinancierd uit de extra gemeentelijke middelen van € 150.000. In overleg met partijen moet worden bepaald hoe groot de inzet op de verschillende onderdelen moet zijn. Aan de instelling voor verslavingszorg zal worden gevraagd een offerte uit te brengen voor invulling op productniveau.
Bijlage 1 Nr.
Activiteit
Financiering activiteiten Financiering
Rijksmiddelen
Gemeentebegroting
12
derden7 1 2 3
4 5 6
7 8 9
10 11 12 13
14
15 16 17
18 19 20 21 22
7
8
Preventie Extra preventielessen leerlingen V(S)O en beroepsonderwijs Extra voorlichting middelengebruik jongeren in jongerencentra Ondersteuning landelijke alcoholmatigingscampagne sportkantines Preventie leeftijdsgrens alcoholverkoop sportkantines Preventie leeftijdsgrens alcoholverkoop uitgaanscircuit Deelname aan overleg coffeeshophouders Jongerenverslavingszorg Extra trainingen docenten leerlingen V(S)O en beroepsonderwijs Ontwikkelen train-de-trainer-concept Themabijeenkomsten en deelname klankbordgroep V(S)O en beroepsonderwijs Project VSO-school Aquarius Extra deskundigheidbevordering jongerenwerkers Extra uren outreachend werk in jongerenwerk Extra deskundigheidbevordering medewerkers jeugdgezondheidszorg8 in de Oké/punten Inschakelen verslavingszorg in ziekenhuis bij letsel als gevolg van middelengebruik Afspraken Flevoziekenhuis en GGz /VZ Stimuleren Intactgroepen voor jongeren Realiseren sluitende ketenaanpak en protocolontwikkeling en deskundigheidsbevordering gericht op risicojongeren Verslavingszorg volwassenen en ouderen Training buurthuiswerkers Voorlichting aan volwassenen en ouderen in buurthuizen Pilot deelname aan hometeams gezondheidscentra (max. 4 jaar) Deelname verslavingszorg in casusoverleg huiselijk geweld Stimuleren Intactgroepen voor volwassenen en ouderen
x x x
x
x
x
x x
x x
x x
x x x x
x
x
x
x
x x
x
x x
x x x
x
x x
x
Provincie, AWBZ, Zorgverzekeraar. Onderzoeken of deze kosten in het gezondheidsbeleid kunnen worden opgenomen.
13
Nr.
23 24 25
Activiteit Sociale verslavingszorg Outreachend werken Relatie verslavingszorg en veiligheid Input driehoeksoverleg Deelname verslavingszorg aan veiligheidshuis
Financiering derden
Rijksmiddelen
Gemeentebegroting
x
x
x x
14
Bijlage 2
Geraadpleegde literatuur 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Bestuurlijk kader regiovisie ambulante verslavingszorg 2008 – 2012 Flevomonitor, Kwetsbare groepen en huiselijk geweld, 2007 Movisie eindrapport verslavingszorg Flevoland 2007 Verslavingspreventie in Flevoland – Tactus verslavingszorg, maart 2008 Leeflijn, een overzicht van beschikbare alcoholinterventies Integraal alcoholbeleid – Voedsel en Warenautoriteit, 2007 Stappenplan Lokaal Alcoholbeleid - Voedsel en Warenautoriteit 2007 Beleidsbrief alcohol en jongeren 2005 - VWS Alcoholbrief nov. 2007 – VWS Preventie en middelengebruik binnen Aquarius – Tactus, Instelling voor Verslavingszorg, maart 2008 Leidraad Veiligheidshuis Almere 2008 Implementatieplan Veiligheidshuis Almere 2008 Nota Gezondheidsbeleid 2007 – 2011 Evaluatie Huiselijk Geweld Beleid Flevoland 2008 – Regioplan Krachtenveld Analyse Huiselijk Geweld – Regioplan Sportnota 2009/2012 – gemeente Almere Lokaal Gezondheidsbeleid – gemeente Almere Leefbaarheid en identiteit door sport, achtergrondinformatie bij Sportnota 2009/2012 – Gemeente Almere Nota Coffeeshopbeleid 2008 - gemeente Almere
15
Bijlage 3
Geïnterviewde partijen Extern 1. De Schoor – A. Roorda, staffunctionaris jongerenwerk 2. Echnaton College – R. van Westing, rector en J. van Dijk, zorgcoördinator. 3. ROC Flevoland – E. Bearda, Matchpoint 4. VSO Aquarius – C. Zeilstra, afdelingsleider 5. Tactus – L. Hommels, programmaleider preventie en J. Bakx, regiomanager zorg 6. Meerkanten GGZ – F. Himmelman, manager circuit Verslavingszorg 7. Bureau Jeugdzorg – J. Moes, hoofd zorgbemiddeling 8. Zorggroep Almere – A. Wigboldus, teammanager Stadsdeel West, L. Timmermans, huisarts gezondheidscentrum de Archipel 9. Politie Flevoland – W. Bokkers, Coördinator Jeugd, Senioren en Veiligheid Intern 1. Huiselijk Geweld - C. van Schie 2. Diversiteitsbeleid en Antillianenbeleid – K. Shalmashi en S. Leysner 3. Coffeeshopbeleid – M. Polder 4. Verslavingsbeleid – H. Feddema en W. Schippers 5. Gezondheidsbeleid – A. de Maar 6. Veiligheid en Handhavingsbeleid – S. van der Linde 7. Veiligheidshuis – A. de Graaf en B. Teulings 8. Actieplan Jeugd – R. Hogervorst
16