Tussenevaluatie Ambulant Jeugd en Jongerenwerk Gemeente Oldebroek
Afdeling Samenleving Juli 2014
1. Inleiding Mede naar aanleiding van het kerntakenbesluit in september 2012 heeft de gemeenteraad in oktober 2013 besloten het jeugd- en jongerenwerk vanaf 2014 ambulant in te vullen. De gemeenteraad is toegezegd dat er met prestatie indicatoren gewerkt wordt en dat de raad op de hoogte gehouden wordt over de resultaten van het jongerenwerk. 2. Samenvatting overlast Door gezamenlijke inspanningen van de laatste jaren door politie, straathoekwerk en het (ambulant) jongerenwerk begint het straatbeeld in de gemeente te veranderen. Een aantal jaren geleden werd op straat door hangjongeren veelvuldig in het openbaar alcohol gedronken en (soft)drugs gebruikt. Dit beeld had een aantrekkingskracht op kwetsbare jongeren. Ze wilden bij deze groepen horen en namen het (ongezonde) leef-gedrag over. Dit gedrag is door het gezamenlijk optreden ontmoedigd: ouders zijn betrokken, er is repressief opgetreden, er zijn activiteiten ontwikkeld met en voor de jongeren, er zijn gesprekken gevoerd, het onderwijs is betrokken, etc. Vanuit de jongerencentra is de afgelopen 5 jaar al aan deze verandering gewerkt en wij zien dat de nieuwe, ambulante, aanpak deze verandering alleen maar heeft versterkt. Op het niveau van de individuele jongere en kleine groepjes jongeren zijn er, binnen een relatief korte periode, duidelijke resultaten geboekt. Natuurlijk is de overlast niet ineens weg en hebben jongeren nog steeds problemen, maar het straatbeeld is veranderd. Wat rest is vooral rommel die op straat achtergelaten wordt. Incidenten op sommige plaatsen blijven zich, zeker bij mooi weer, voordoen, maar worden zo mogelijk samen met buurtbewoners aangepakt. Daarnaast blijven er jongeren overmatig alcohol gebruiken en (soft)drugs. Jongeren in zorg Er is mede door bovenstaande interventies ook een tendens dat de druk op de zware jeugdzorg afneemt. Door de gesprekken met jongeren en hun opvoeders wordt eerder ondersteuning geboden vanuit onder andere het Centrum Jeugd en Gezin. Dit voorkomt voor een aantal jongeren dat zwaardere ondersteuning nodig is. Opvoedcultuur Het straathoekwerk en jongerenwerk is ook steeds meer in gesprek met ouders over opvoeding. Er zijn nogal wat ouders die opvoedingsverlegen zijn. Dit kan te maken hebben met de opvoedcultuur. Een op macht en regels gebaseerde opvoedcultuur volstaat in een moderne digitale tijd niet. Zodra jongeren binnen deze cultuur kans zien onder het gezag uit te komen is de kans groot dat ze gaan experimenteren zonder dat de gevaren hiervan bekend zijn. Door verbreding van het gebruik van de methode “Positief Opvoeden” wordt geprobeerd ouders bekend te maken met een andere opvoed stijl. Ten overvoede: Positief Opvoeden gaat uit van keuzes die ouders kunnen maken in het opvoedproces waar ook het aangeven van grenzen heel belangrijk is. Oldebroek voor mekaar Een andere beweging is die van Oldebroek voor mekaar. Opvallend is dat door deze verandering maatschappelijke partners, zoals sportverenigingen en kerkleden, ruimte hebben gezien om zelf ook initiatieven te ontwikkelen. Hierin valt op dat, zonder specifiek onder die vlag te opereren, organisaties en burgers heel Oldebroek voor Mekaar bezig zijn. De tienermiddag bij de Noord Veluwe Boys is daar een goed voorbeeld van, maar ook de verantwoordelijkheid die kerkleden en Kulturhuus in Oldebroek hebben genomen laat zien hoe verandering aanleiding kan geven tot initiatief en
verantwoordelijkheid. Indien het accommodatie gebonden jongerenwerk in stand was gehouden waren bovenstaande initiatieven niet van de grond gekomen. De Vonk van Oldebroek was hier ook een goede aanvulling op: 5 van de 18 burgerinitiatieven kunnen nu uitgevoerd worden. Het ambulant jongerenwerk heeft ook hierin een stimulerende rol. Hervormde Stichting voor Jeugd en Jongerenwerk De verlaagde subsidie voor deze stichting maakt het werken voor de jongerenwerk adviseur uiterst lastig. Binnen het resterende bedrag kunnen nog slechts een beperkt aantal ondersteuningswerkzaamheden worden uitgevoerd. Het is nu in dit proces te vroeg om daar al een definitieve conclusie aan te verbinden. De plaats van de stichting in de samenleving is door Oldebroek voor mekaar nog belangrijker geworden. Zij zijn verbindende schakel tussen gemeente als regievoerder en lokale kerkelijke initiatieven en beïnvloeding van de kerkelijke jongeren met betrekking tot een gezond leefklimaat en Positief Opvoeden. 3.
Voorbereiding
De overgang van het accommodatie gebonden jongerenwerk naar ambulant werken is een door de gemeenteraad van Oldebroek weloverwogen keuze. Het traject hieraan voorafgaand heeft voor voldoende draagvlak bij de betrokken partijen gezorgd en heeft geleid tot het rapport Verbindend Jongerenwerk. Dit rapport heeft als een sterk fundament gediend op basis waarvan het jongerenwerk in Oldebroek opnieuw is vormgegeven. In het najaar van 2013 zijn er daarvoor gesprekken gevoerd met de nieuwe uitvoerder van het ambulante werk: Buro Nummer-13 uit Nunspeet (onder leiding van Lambert Jongetjes). In overleg met Nummer-13 is gekozen voor de voormalige peuterspeelzaal ’t Harlekijntje in Wezep als uitvalsbasis voor het jongerenwerk. Dit pand is van de gemeente en was net leeggekomen. In dit pand zijn tegelijkertijd ook de combinatiefunctionarissen en de groepsgerichte activiteiten van de afdeling Sociale Zaken ondergebracht. De gebruikers van het Harlekijntje hebben de omwonenden op verschillende momenten op de hoogte gehouden van het nieuwe gebruik en hebben begin 2014 kennis gemaakt met de buurt. Nummer-13 heeft 2 ambulant jongerenwerkers aangesteld. Beiden waren al bekend met de lokale situatie. Eén ambulant jongerenwerker was tot dan toe al actief als straatwerker, de ander is een actief vrijwilliger bij WHC, heeft stage gelopen bij het jongerencentrum in Wezep en heeft daar ook veel vrijwilligerswerk gedaan. Er is een opdrachtovereenkomst voor Nummer-13 opgesteld, in nauw overleg met Nummer-13 zelf. Hierin staan onder andere de inhoudelijke opdracht voor Nummer-13, de afspraken over facilitaire randvoorwaarden, het beoogde maatschappelijk effect en de daaraan gekoppelde prestatie indicatoren. 4.
Afronding
Tegelijkertijd is er in het najaar begonnen met het afronden van het accommodatie gebonden jeugden jongerenwerk. Met de stichting Algemeen Jeugd- en Jongerenwerk liepen hierover al gesprekken. Met de gebruikers van de jongerencentra zijn op dat moment de gesprekken gestart. In Wezep waren er, door de afwezigheid van de jongerenwerker, alleen nog een groep streetdancers en een groep tieners op de woensdagmiddag. In het jongerencentrum in Oldebroek waren dit er meer. Met alle groepen is een goede oplossing gevonden voor het voortzetten van de activiteit of is in overleg
met de groep op een andere manier invulling geven aan de behoefte. Waar deze nog niet aanwezig was, is hierbij actief de verbinding met de dorpshuizen en andere maatschappelijke partijen gezocht, zoals de sportverenigingen en de kerken. De jeugdgroepen in de kleine kernen zijn ruim van te voren voorbereid op de verandering in het jongerenwerk. Nummer-13 heeft met alle groepen in de kleine kernen actief contact gezocht om afspraken te maken over de benodigde ondersteuning. 5.
Resultaten ambulant Jeugd- en Jongerenwerk tot nu toe
De nieuwe ambulante jongerenwerkers hebben een vliegende start kunnen maken doordat zij al bekend waren met de lokale situatie en al over een uitgebreid netwerk konden beschikken. Door het ambulante jongerenwerk onder te brengen bij dezelfde organisatie als die het straathoekwerk invult, is ook een situatie gecreëerd waarin automatisch optimale afstemming en aansluiting tussen beide werkwijzen kan plaatsvinden. Het effect hiervan is nu al duidelijk zichtbaar. Tijdens de afwezigheid van de jongerenwerker in het jongerencentrum in Wezep is Nummer-13 in opdracht van de gemeente intensief aan de slag gegaan met de toenmalige doelgroepen 18- en 18+. Onderdeel van de aanpak waren gerichte activiteiten, gesprekken, agressie regulatie training, huisbezoeken en gesprekken met ouders. Resultaat 1: Fietsen voor het goede doel Mede door deze inzet is de 18- groep (toen ruim 25 jongeren) uit elkaar gevallen. Een klein aantal jongeren heeft aansluiting gezocht bij de oudere doelgroep. 15 jongeren hebben hier afstand van genomen en het gaat met hen een stuk beter (thuissituatie, gedrag en middelengebruik). Goed voorbeeld van de verandering in gedrag; deze zomer fietst een groep jongeren van Parijs naar Wezep in 3 dagen, voor het goede doel. Resultaat 2: Van randgroepen naar jongerenwerker Vooral door de langdurige (en nog steeds lopende) inzet op de 18+ groep zit er ook beweging in deze groep. In de winter heeft een risicojongere uit de 18+ groep aangegeven het werk van de jongerenwerkers wel interessant te vinden. Hij draait nu mee met Nummer-13 in andere plaatsen, heeft een doel, en is veel meer aanspreekbaar geworden. Het jongerenwerk ondersteunt hem nu bij het aanmelden bij een gerichte opleiding.
Verslag van een huisbezoek: “Moeder nodigt ons binnen uit. Jongere is op dat moment niet aanwezig, alleen moeder en dichter. Moeder lijkt angstig voor de brief, inhoud en ons verhaal, moeder geeft aan dat ze zich niet echt zorgen maakt, maar dat het contact met haar zoon wel moeizaam is…” “…Jongere komt later binnen, wil door naar boven lopen zonder in de woonkamer te komen. “Dat doet hij altijd”, zegt moeder. Nadat moeder aan ons vraagt of hij er bij moet zitten, roept ze hem en komt jongere erbij. Het valt ons gelijk op dat jongere hartstikke stoned is en contact ontwijkt door zich te verbergen achter zijn petje. Moeder lijkt het niet te zien en te merken, terwijl ze ernaar kijkt. Zorgelijk. Jongere is duidelijk niet gecharmeerd van onze komst, moeder lijkt het wel positief te vinden. We hebben moeder nadrukkelijk gezegd dat bij vragen, twijfel of vermoedens contact met ons op kan nemen. Advies gegeven om weer contact te zoeken met Tactus. We spreken af om op korte termijn weer langs te komen.” Uit: Jaarverslag 2013, Nummer-13
Resultaat 3: Agressie regulatie Eén van de ruimten in het Harlekijntje is ingericht als sportzaal. Een groep jongeren (18-, 18+ en anderen) krijgen hier agressie regulatie training onder de noemer kickboksen. Deze groep groeit nog steeds. Jongeren die deelnemen aan deze trainingen reageren goed op de discipline en worden uitgedaagd om hun gewoonten te veranderen in dienst van de sport.
Resultaat 4: schoonmaak & catering op OVM In overleg heeft Nummer-13 de opdracht gekregen om de schoonmaak van het gebouw te regelen op een Oldebroek voor Mekaar manier, met een ‘social return on investment’. Het pand wordt nu schoongemaakt door 3 meiden uit die dichtbij de 18- groep staan. Dit doen zij in ruil voor de activiteiten die het jongerenwerk met en voor hen organiseert. Deze meiden worden, samen met een aantal vriendinnen, ook regelmatig ingezet om eten en drinken bij bijeenkomsten te verzorgen, zoals afgelopen maart de Armoede conferentie in het Agnieten College. Resultaat 5: uitgesteld resultaat oude “Wezepse Click” Dat het soms langer duurt voordat het resultaat van inzet zichtbaar wordt, blijkt momenteel duidelijk. 3 jaar geleden is samen met Nummer-13 de oude (toen 20+) doelgroep (zogeheten Wezepse Click) uit het jongerencentrum begeleid. Met een deel van deze jongeren is via gesprekken op straat door Nummer-13 contact gehouden, een groot deel van deze jongeren is de afgelopen jaren grotendeels uit beeld geweest. De frisse wind, de nieuwe manier van werken, de laagdrempeligheid van de werkers en de gekozen accommodatie, maakt dat jongeren uit deze groep nu ook weer contact opnemen met werkers. Zij zijn op verschillende manier vastgelopen of dreigen vast te lopen en vinden bij het jongerenwerk begrip en ruimte om met zichzelf aan de slag te gaan.
Casus: “Met een jong volwassene (m) van 19 jaar hebben we laagdrempelig over een periode van 2 jaar contact opgebouwd. Al snel signaleerde Nummer-13 problemen op het gebied van alcoholgebruik en zijn sociaal emotionele ontwikkeling. Verdieping in het contact zorgde regelmatig voor conflicten. We kwamen te dichtbij, waardoor er lastige situaties ontstonden en waarin hij verbaal en non-verbaal agressief werd. Na twee jaar vroeg hij op een avond of we hem alstublieft wilden helpen, hij had schulden. Hij kon zelf bijna niet geloven dat hij de vraag stelde, maar ons kende hij goed.” Uit: Jaarverslag 2013, Nummer-13
Resultaat 6: Multifunctionele huisvesting Het jongerenwerk zit nu in de voormalige peuterspeelzaal ’t Harlekijntje in Wezep. Vanaf het begin maken ook de combinatiefunctionarissen hiervan gebruik. Hierdoor is de afstemming tussen combinatiefunctionarissen en jongerenwerk snel en soepel. Ook de afdeling Sociale Zaken maakt vanaf het begin gebruik van dit pand. Ook de nabijheid van deze activiteiten biedt kansen en kruisbestuiving die al met regelmaat benut. Mooi voorbeeld daarvan is de eerder genoemde Armoedeconferentie. Het waren de meiden uit de doelgroep die deze bijeenkomst in zijn geheel de catering verzorgd. Duidelijk uitgangspunt is dat deze locatie een uitvalsbasis is voor deskundigen en geen jongerencentrum. 6.
Maatschappelijk Effect Ambulant jeugd en jongerenwerk
In het rapport ‘Verbindend Jongerenwerk’ is de opdracht voor het jongerenwerk en de uitgangspunten hiervoor beschreven. De kern van de opdracht voor het jongerenwerk is om op verschillende leefgebieden een positief effect te hebben op jongeren, het leven van jongeren op een positieve manier te beïnvloeden. Getallen geven daar slechts gedeeltelijk inzicht in. Daarom is, als basis voor de prestatie indicatoren, per leefgebied een beeld gegeven van het beoogde effect. Dit
beoogde effect en de daarbij horende prestatie indicatoren maken dan ook een integraal onderdeel uit van de opdracht aan Nummer-13.
Geformuleerde Maatschappelijk Effecten Pijler 1. Veiligheid Het jongerenwerk draagt er aan bij dat alle jongeren in de gemeente Oldebroek zich veilig voelen in hun omgeving, zowel fysiek als sociaal. Jongeren tasten ook niet de fysieke en/of sociale veiligheid van andere jongeren aan. Dit willen we bijvoorbeeld terug zien in dat jongeren weerbaar zijn tegen pesten en dat jongeren zelf ook niet pesten, en dat jongeren zich veilig voelen in hun omgeving en thuis. Pijler 2. Ruimte en Wonen Het Jongerenwerk draagt er aan bij dat kinderen en jongeren zich op een goede manier manifesteren in de openbare ruimte, er op een passende manier gebruik van maken en waar mogelijk een actieve rol spelen in de inrichting ervan. Jongeren voelen zich dus betrokken bij hun woon en leefomgeving en kunnen beschikken over voldoende voorzieningen in onder andere de openbare ruimte. Met het project Kansrijk Wonen speelt het jongerenwerk ook een rol in het op een goede manier leren wonen door jongeren die hier normaliter minder kansrijk in zijn. Pijler 3. Leren Het jongerenwerk draagt er aan bij dat alle kinderen en jongeren in Oldebroek een optimale, adequate en positieve ontwikkeling doormaken, waarbij alle aanwezige talenten zoveel mogelijk worden benut en ontplooid. Het Jongerenwerk draagt er aan bij dat alle jongeren deelnemen aan onderwijs, werken of een andere vorm van dagbesteding hebben. Onderwijs gaat daarbij boven werk. Het jongerenwerk draagt er daarmee ook aan bij dat alle jongeren in de gemeente Oldebroek een startkwalificatie halen. Bij deze pijler wordt nauw samengewerkt met Leerlingzaken om op deze wijze 1Plan1Gezin te verwezenlijken. De afstemming vindt over het algemeen plaats in de Zorgadvies teams van de scholen voor voortgezet onderwijs of in de casusbesprekingen in het basisonderwijs. Pijler 4. Hulp en Zorg Het jongerenwerk draagt er aan bij dat kinderen en jongeren in de gemeente Oldebroek, mentaal en lichamelijk in evenwicht kunnen opgroeien. Dit betekent dat kinderen en jongeren psychisch en fysiek gezond opgroeien, er een gezond voedingspatroon op na houden, op een gezonde manier weten om te gaan met roken, alcohol en drugs, aandacht hebben voor veilig vrijen. Het jongerenwerk maakt daarmee deel uit van het passende aanbod voor (opvoedings)ondersteuning. Pijler 5. Ontwikkelen, Ontmoeten en Ontspannen Deze drie thema's zijn nauw met elkaar verbonden. Om te kunnen ontwikkelen is ontmoeting een belangrijke voorwaarde, immers, kinderen en jongeren leren minstens zoveel van elkaar als van hun ouders. Ontspannen gebeurt ook vooral tijdens de ontmoeting van leeftijdsgenoten. Het Jongerenwerk draagt er aan bij dat kinderen en jongeren zich in hun vrije tijd op een positieve manier kunnen ontmoeten en ontspannen, en zichzelf (daardoor) op een gezonde en positieve manier kunnen ontwikkelen. Natuurlijk zijn deze onderwerpen niet los van elkaar te zien en werkt het jongerenwerk ook niet separaat aan deze onderwerpen. Daarom zijn hieronder een aantal indicatoren geformuleerd die zicht geven op de door het jongerenwerk te leveren prestaties binnen al deze onderwerpen.
7. Prestatie indicatoren De gemeenteraad heeft bij vaststelling van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het kerntakenbesluit Jeugd en Jongerenwerk, besloten dat er prestatie indicatoren worden vastgesteld ten aanzien van het ambulante jongerenwerk. (Prestatie indicatoren zijn Instrumenten die het mogelijk maken om te meten of de prestaties naar wens worden uitgevoerd. Deze instrumenten geven een indicatie van de situatie, zonder dat zij succes garanderen.)
De volgende prestatie indicatoren zijn met de uitvoerders van het ambulante jongerenwerk vastgelegd. Algemeen Met alle (groepen) jongeren (90%) die met regelmaat op straat worden gesignaleerd is contact en een vorm van een vertrouwensrelatie opgebouwd. Het jongerenwerk biedt een passend aanbod van activiteiten aan, gericht op een gezonde leefstijl, ondersteuning van de (sociale) ontwikkeling, Het jongerenwerk biedt een passend aanbod van activiteiten aan, gericht op een positieve, zelfstandige invulling van de vrije tijd, Het jongerenwerk levert input aan voor de shortlist van de politie (Beke-methode). Het jongerenwerk brengt per jaar de situatie op straat in beeld (aantal randgroep jongeren, hoeveelheid risico’s en problemen, soort risico’s en problemen, hoeveelheid middelengebruik, soort middelengebruik enzovoort) en geeft dit een totaalscore. Het doel van deze score is om de ontwikkeling dan wel afname in beeld te brengen. Elk jaar moet deze score met 10% afnemen.
Individueel Van alle jongeren die regelmatig op straat gesignaleerd worden bestaat een beeld van hun algemene leefsituatie, hun thuis- en leersituatie en andere leefgewoonten , Met 60% van deze jongeren is er contact met de ouders (dit contact met ouders is gericht op het betrekken van de ouder bij de ontwikkeling van de jongere, in de vorm van bijvoorbeeld activiteiten of gesprekken over opvoeding en begrenzing), over alle jongeren met een structureel ongezonde leefstijl zijn gesprekken gevoerd met of door CJG partners. Deze gesprekken zijn in principe altijd met aanwezigheid van de jongere zelf, 10% van de jongeren zijn mede door interventies van het jongerenwerk structureel uit het straat/hangcircuit verdwenen, 50% van de jongeren die niet naar school gaan en geen werk hebben is door interventies van het jongerenwerk begonnen met een opleiding, hebben een baan gevonden of een andere zinvolle dagbesteding.
Groepen -
-
-
Van alle groepen die regelmatig op straat aangetroffen wordt is in beeld o om wat voor groep soort groep (OK groep (groep waar het goed mee gaat)tot en met Criminele groep) o hoe deze is samengesteld op basis van bijvoorbeeld leeftijd, gemeenschappelijke deler, enzovoort (zie ook verantwoording) Voor iedere groep die regelmatig in beeld komt is bepaald met welke inzet deze het best bediend kan worden (bijvoorbeeld van ondersteuning in het invullen van de vrije tijd tot gerichte hulpverlening). Deze inzet wordt regelmatig geëvalueerd. 10 % van de groepen zijn mede door interventies van het jongerenwerk zelfstandig geworden in het op een positieve manier invulling geven aan hun vrije tijd. Een deel van deze groepen is daarvoor in contact gebracht met bestaande verenigingen of clubs.