Faculteit Natuur en Techniek Facultaire aanvullingen op examenregeling 2014-2015
de
onderwijs-
en
Inhoudsopgave I.
ALGEMEEN ........................................................................................................................... 3
art. 1
Definitie en toepassing .............................................................................................. 3
II. ONDERWIJSREGELING ......................................................................................................... 4 Deel 1.
Onderwijsregeling: toelatingsvoorwaarden ....................................................... 4
art. 2
Toelatingsvoorwaarden voor de navorming ‘Proefdierkunde’ ................................. 4
art. 3
Bijzondere toelatingsvoorwaarden: opleidingstrajecten in afstandsleren binnen de opleiding Vastgoed .................................................................................................... 4
Deel 2.
Onderwijsregeling: inschrijvingen ...................................................................... 4
art. 4
Algemene bepaling – ondertekening jaarprogramma .............................................. 4
art. 5
Inschrijven voor een persoonlijk deeltraject (PDT) ................................................... 4
art. 6
Studiegeld en stopzettingsmodaliteiten voor de navorming ‘Proefdierkunde’ ........ 7
art. 7
Bijzondere studiekosten (OER, artikel 30) ................................................................. 9
Deel 3.
Onderwijsregeling: organisatie van de onderwijsactiviteiten ............................ 11
art. 8
Opleidingsprogramma’s – concordantie (OER art. 33) ............................................ 11
art. 9
Deelname aan de onthaalactiviteiten en andere informatiemomenten ................ 11
art. 10
Deelname aan studie- en onderwijsactiviteiten ...................................................... 12
art. 11
Verplichte onderwijsactiviteiten en niet-periodegebonden evaluaties zoals gequoteerde oefeningen, testen, presentaties, projecten, … ................................ 12
art. 12
Procedure voor het melden van een afwezigheid tijdens de lesweken.................. 13
art. 13
Buitenlandse onderwijsactiviteiten (OER art. 38 §3 1° en 2°) ................................. 14
art. 14
Beurzen voor buitenlandse onderwijsactiviteiten (OER art. 38, §3, 5°) .................. 14
III. EXAMENREGELING............................................................................................................. 15 Deel 1.
Examenregeling: organisatie van examens en examenactiviteiten .................... 15
art. 15
Examencontract – evaluatiemomenten (OER art. 44 en art. 45) ............................ 15
art. 16
Tweede examenkans ............................................................................................... 15
art. 17
Organisatie van de examens: studentenkaart ......................................................... 15 1
art. 18
Naleven van de examenregeling (OER, art. 48) ....................................................... 15
art. 19
Naleven van de examenregeling bij persoonlijk deeltraject ................................... 16
Deel 2.
Examenregeling: examenbeslissing voor een opleidingsonderdeel ................... 16
art. 20
Beoordeling van onderwijsactiviteiten via peer assessment .................................. 16
art. 21
Attest nascholing ‘Proefdierkunde’ ......................................................................... 16
IV. ACADEMISCHE KALENDER ................................................................................................. 17 art. 22
Aanvullingen op de academische kalender ............................................................. 17
V. STAGEREGLEMENT ............................................................................................................ 19 art. 23
Algemene bepalingen .............................................................................................. 19
art. 24
Gebruikte terminologie ........................................................................................... 19
art. 25
Contract ................................................................................................................... 19
art. 26
Brochure ‘Informatiebundel stage’ ......................................................................... 19
art. 27
Werktijden ............................................................................................................... 19
art. 28
Afwezigheid tijdens stageperiode ........................................................................... 20
art. 29
Gewettigde afwezigheid van meer dan 5 stagedagen ............................................ 20
art. 30
Verbreken van de overeenkomst ten gevolge van ongewettigde afwezigheid, deontologische fout van de student, …(OER, art. 35) ............................................. 20
art. 31
Verbreken van de overeenkomst op vraag van de stagegever ............................... 21
art. 32
Verbreken van de overeenkomst op vraag van de student .................................... 21
art. 33
Toekenning van een andere stagebegeleider ......................................................... 21
art. 34
Onverenigbaarheden bij de keuze van de stageplaats ............................................ 21
art. 35
Beoordeling van buitenlandse stage ....................................................................... 22
art. 36
Mogelijkheid tot tweede examenkans .................................................................... 23
VI. BACHELORPROEF ............................................................................................................... 24 art. 37
Brochure ‘Informatiebundel bachelorproef’ ........................................................... 24
art. 38
Verdediging bachelorproef - jury............................................................................. 24
art. 39
Toekenning van een promotor ................................................................................ 24
art. 40
Openbaarheid verdediging bachelorproef .............................................................. 24
art. 41
Timing indienen bachelorproef ............................................................................... 25
Bijlage 1: Volgtijdelijkheidstabellen Bijlage 2: Concordantietabel Vastgoed 2
I. ALGEMEEN art. 1
Definitie en toepassing
Bij eventuele conflicten tussen de FOER en de studiefiche krijgen de bepalingen in de FOER voorrang op de studiefiche.
3
II. ONDERWIJSREGELING Deel 1. art. 2
Onderwijsregeling: toelatingsvoorwaarden Toelatingsvoorwaarden voor de navorming ‘Proefdierkunde’
De navorming ‘Proefdierkunde’ is toegankelijk voor personen die relevante, aantoonbare beroepservaring hebben of houder zijn van een diploma secundair onderwijs. Kandidaatdeelnemers, die wensen in te schrijven op basis van relevante aantoonbare beroepservaring, dienen hiertoe een gemotiveerde aanvraag in bij de studietrajectbegeleider. De studietrajectbegeleider adviseert in overleg met de opleidingsvoorzitter de faculteitsraad, bij delegatie de decaan, die over het dossier beslist (B/BC/2013/DOW/1035). art. 3
Bijzondere toelatingsvoorwaarden: opleidingstrajecten in afstandsleren binnen de opleiding Vastgoed
Alvorens in te schrijven voor een opleidingstraject in afstandsleren zal de kandidaat-student een intakegesprek hebben met de coördinator afstandsleren.
Deel 2. art. 4
Onderwijsregeling: inschrijvingen Algemene bepaling – ondertekening jaarprogramma
De student ontvangt, via https://ibamaflex.hogent.be, de inschrijvingsdocumenten ter goedkeuring en ondertekening. Indien de student materiële vergissingen vaststelt, meldt hij dit schriftelijk aan de studietrajectbegeleider: - vóór 16 november 2014 voor de opleidingsonderdelen van semester 1 ; - vóór 1 maart 2015 voor de opleidingsonderdelen van semester 2. Indien de student geen melding doet van materiële vergissingen wordt de student geacht de via ibamaflex bezorgde documenten te aanvaarden. art. 5 § 1.
Inschrijven voor een persoonlijk deeltraject (PDT) Volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid van de opleidingsonderdelen
Bij de opbouw van de opleidingsprogramma’s werd de volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid van opleidingsonderdelen bepaald. De volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid geven weer welke opleidingsonderdelen achtereenvolgens én welke opleidingsonderdelen gelijktijdig gevolgd moeten worden (bijlage 1: volgtijdelijkheidstabellen van de opleidingen). De student moet bij de opbouw van zijn/haar persoonlijk deeltraject deze volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid respecteren.
4
Studenten met een persoonlijk deeltraject kunnen van de volgtijdelijkheid afwijken mits een motivatie via de elektronische studieprogramma-aanvraag hiervoor in te dienen bij de studietrajectbegeleider. Bij de beoordeling van de aanvraag zal rekening gehouden worden met de haalbaarheid, de invloed op de studieduur en de invloed op het leerkrediet van de student. De studietrajectbegeleider adviseert, eventueel na het inwinnen van de nodige informatie. De faculteitsraad, bij delegatie de decaan, beslist over het dossier. Omvang van een persoonlijk deeltraject In principe bevat een persoonlijk deeltraject 60 studiepunten, ongeacht het soort inschrijvingscontract. Voor studenten die pas inschrijven vanaf het tweede semester wordt het maximum aantal studiepunten beperkt tot 30 studiepunten. § 2.
De toegestane belasting is afhankelijk van de studie-efficiëntie in het vorige academiejaar (het aantal studiepunten waarvoor men een credit heeft verworven ten opzichte van het totaal aantal ingeschreven studiepunten). Voor het bepalen van de maximale studiebelasting gelden de volgende regels: - studie-efficiëntie ≥75% en een studieprogramma van minimaal 57 studiepunten in het voorbije academiejaar: o per semester maximum 38 studiepunten; o totaal: maximum 75 studiepunten; Een zwaar studiepakket wordt enkel toegestaan indien de studieduur kan verkort worden met een jaar of een half jaar.
-
studie-efficiëntie ≥50% en <75% of studie-efficiëntie ≥75% en een studieprogramma van minder dan 57 studiepunten in het voorbije academiejaar: o per semester maximum 32 studiepunten; o totaal: maximum 60 studiepunten;
-
studie-efficiëntie <50% in het voorbije academiejaar. Student valt onder studievoortgangsbewaking: o per semester maximum 27 studiepunten; o totaal: maximum 50 studiepunten.
Studenten die een persoonlijk deeltraject aanvragen, zijn zelf verantwoordelijk voor de haalbaarheid van het ingediende voorstel binnen het lessenrooster van hun opleiding. Een student kan het samenvallen van lessen tengevolge van een persoonlijk deeltraject niet inroepen voor het wettigen van afwezigheden op verplichte onderwijsactiviteiten. Indien er zich in verband hiermee eenmalige problemen voordoen, neemt de student vooraf contact op met alle betrokken docenten om na te gaan op welke wijze dit probleem eventueel kan opgelost worden. § 3.
Regels voor het opnemen van stage en bachelorproef in het individueel programma
Je kan pas inschrijven voor stage en bachelorproef als je voor alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 1 en 2 een credit hebt verworven of gedelibereerd bent en ingeschreven bent voor alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 3. 5
Afwijkingen zijn eventueel mogelijk bij motivatie in de elektronische studieprogrammaaanvraag, behalve in één van volgende situaties: 1. je moet nog een credit verwerven voor een opleidingsonderdeel uit het eerste modeltraject; 2. je moet nog voor meer dan 9 studiepunten credits verwerven uit het tweede modeltraject; 3. in vastgoed-landmeten: is inschrijving voor stage onmogelijk indien men niet geslaagd of gedelibereerd is voor topometrie 2 of voor landmeetpraktijk 2; 4. in modetechnologie: inschrijving voor stage en bachelorproef is onmogelijk indien men niet geslaagd of gedelibereerd is voor industriële confectietechnieken 3; 5. je moet nog voor meer dan 6 studiepunten opleidingsonderdelen volgen in hetzelfde semester als stage en bachelorproef; 6. de afwezigheid op stage door lessen is meer dan 1 volledige dag per week of 2 halve dagen per week of je stage kan niet tijdig afgewerkt worden. De stageperiode wordt verlengd met het aantal gemiste dagen of halve dagen. Er is een schriftelijk akkoord nodig van de stageplaats om de lessen te mogen volgen en er wordt een planning opgesteld voor het inhalen van de lessen. Deze planning wordt ingediend bij de administratieve coördinator van de stage. De mogelijke inschrijving voor stage en bachelorproef kan worden uitgesteld en onder voorwaarden gesteld. Na een gunstige beoordeling kunnen deze studenten zich in semester 2 inschrijven voor stage en bachelorproef door het invullen en indienen van het document ‘Wijziging PDT’. § 4.
Algemene richtlijnen bij het samenstellen van een persoonlijk deeltraject.
1. De opleidingsonderdelen die je dient te hernemen krijgen voorrang op alle andere
opleidingsonderdelen. 2. Daarna krijgen de opleidingsonderdelen uit een lager modeltraject voorrang op 3.
4. 5.
6.
7.
opleidingsonderdelen uit een hoger modeltraject. De volgtijdelijkheid moet gevolgd worden (uitgezonderd studie-efficiëntie ≥75% en je programma vorig jaar was groter dan 57 studiepunten en enkel wanneer je studieduur verkort kan worden). Je moet rekening houden met de belasting van je PDT per semester en per academiejaar. Je moet aan de hand van de uurroosters nagaan of je de lessen van de gekozen opleidingsonderdelen die je voorstelt om op te nemen in je PDT ook effectief kan volgen. Je bent zelf verantwoordelijk voor de haalbaarheid van het ingediende voorstel binnen het lessenrooster van je opleiding. Niet-periodegebonden evaluatie moet steeds gevolgd worden. Het volgen van een PDT is geen excuus om verplichte lessen of testen te missen. Enkel indien dit éénmalig is, kan op voorhand de betrokken docent gecontacteerd worden om naar een oplossing te zoeken. Bij een persoonlijk deeltraject (PDT) is het examenrooster en lessenrooster vaak minder gunstig omdat deze zijn afgestemd op modeltrajecten. Enkel indien examens op exact dezelfde dag vallen, kan een examen verplaatst worden nl dat van het hoogste modeltraject. Kies meteen de juiste opleidingsonderdelen want er zijn beperkingen per opleidingsonderdeel qua laatste inschrijvingsdatum en uitschrijvingsdatum. 6
art. 6
Studiegeld en stopzettingsmodaliteiten voor de navorming ‘Proefdierkunde’
Het studiegeld voor de navorming ‘Proefdierkunde’ en de stopzettingsmodaliteiten zijn de volgende (FNT/DR/2014/B/DOW/0002).
7
8
art. 7
Bijzondere studiekosten (OER, artikel 30)
§ 1. Algemene bepalingen In de studiefiche staat per opleidingsonderdeel een overzicht van de te verwachten studiekosten. Dit overzicht omvat de geschatte prijs van handboeken en syllabi, inclusief te verwachten extra kopieën, studiereizen en –uitstappen en alle andere studiekosten die door de faculteit worden voorzien. De begrote en niet begrote studiekosten (exclusief handboeken en syllabussen) worden in de loop het academiejaar geïnd. Studenten die zonder geldige reden (doktersattest) afwezig zijn op een verplichte activiteit kunnen geen aanspraak maken op terugbetaling van de kosten die verbonden zijn aan die activiteit. Kosten die effectief gemaakt zijn voor studenten die afwezig zijn op een activiteit zullen worden aangerekend. § 2. Bijzondere studiekosten voor de opleiding agro- en biotechnologie, afstudeerrichting dierenzorg 1° Voor de afstudeerrichting dierenzorg van de opleiding agro- en biotechnologie wordt een ‘specifieke demo- en practicumbijdrage’ vastgelegd. De ‘specifieke demo- en practicumbijdrage’ wordt aangewend voor onder andere: de specifieke demonstraties en practicumonkosten voor de oefeningen van opleidingsonderdelen in de jaarprogramma’s van de afstudeerrichting dierenzorg; de specifieke bezoeken en didactische rondleidingen in de klinieken van de faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Gent.
Studiepunten
Bijdrage
Anatomie en fysiologie van het dier Morfologie van het dier Dierengedrag Proefdierkunde Dierenzorg paard Dierenzorg koudbloedigen en wilde dieren of Veehouderij Veterinaire assistentietechnieken Wildlife en vogels
Modeltraject/semester
Opleidingsonderdeel
2° De ‘specifieke demo- en practicumbijdrage’ is de volgende:
MT1/S1 MT1/S2 MT1/S2 MT2/S1 MT2/S1 MT2/S2 MT2/S2 MT3/S1
6 3 3 4 3 5 5 5
€ 25 € 12,50 € 12,50 € 12 €8 € 15 € 15 € 12,50 9
Gedragsleer en dierenwelzijn Totaal MT1 Totaal MT2 Totaal MT3 Totaal afstudeerrichting dierenzorg § 3.
MT3/S1
5
€ 12,50 € 50 € 50 € 25 € 125
Bijzondere studiekosten voor de opleiding vastgoed
Afstudeerrichting makelaardij Renovatie en bouwpromotieproject Totaal MT2 Totaal afstudeerrichting makelaardij
MT1/S1 MT1/S2 MT2/S1 MT2/S2 MT3/S1
5 7 3 6 4
€ 10 € 10 € 10 € 10 € 10 € 20 € 20 € 10 € 50
MT2/S2
9
€ 10 € 10 € 10
Bijdrage
Studiepunten
Afstudeerrichting landmeten Dataverwerking 1 Landmeetproject 1 Dataverwerking 2 Landmeetproject 2: Stedenbouw en urbanisatie Landmeetproject 3: GRB Totaal MT1 Totaal MT2 Totaal MT3 Totaal afstudeerrichting landmeten
Modeltraject/semester
Opleidingsonderdeel
Voor bepaalde opleidingsonderdelen van de opleiding vastgoed wordt labogeld vastgelegd. Dit labogeld wordt aangewend voor onder andere: planafdrukken; plots; piketten voor het materialiseren van uit te zetten punten.
10
§ 4.
Bijzondere studiekosten voor de opleiding houttechnologie
§ 5. -
-
6
Bijdrage
MT1/S1
€ 50 € 50 € 50
De terugbetaling van de bijzondere studiekosten Studenten die vóór de aanvang van de onderwijsactiviteiten van een opleidingsonderdeel uitschrijven, krijgen de bijbehorende bijzondere studiekost volledig terug; Studenten die uitschrijven voor opleidingsonderdelen van semester 1 vóór 1 november krijgen 50% van het betaalde bedrag terug; Studenten die uitschrijven voor opleidingsonderdelen van semester 2 vóór 1 maart krijgen 50% van het betaalde bedrag terug.
Deel 3. art. 8
Studiepunten
Studieproject 1: productontwikkeling en design Totaal MT1 Totaal opleiding
Modeltraject/semester
Opleidingsonderdeel
Voor het opleidingsonderdeel ‘studieproject 1: productontwikkeling en design’ van de opleiding houttechnologie wordt labogeld vastgelegd. Dit labogeld wordt aangewend voor onder andere de aankoop van verbruiksmateriaal (hout, beslag, …).
Onderwijsregeling: organisatie van de onderwijsactiviteiten Opleidingsprogramma’s – concordantie (OER art. 33)
Voor de opleiding bachelor in het vastgoed zijn in de academiejaren 2013-2014 en 20142015 programmawijzigingen ingevoerd. Zowel voor 2013-2014 als voor 2014-2015 zijn de nieuwe programma’s voor alle modeltrajecten tegelijk ingevoerd. De concordanties tussen het ‘oude opleidingsprogramma’ en het ‘vernieuwde opleidingsprogramma’ worden als bijlage toegevoegd (bijlage 2). art. 9
Deelname aan de onthaalactiviteiten en andere informatiemomenten
De studenten zijn verplicht om aanwezig te zijn op de onthaalactiviteiten en op andere momenten waarbij belangrijke informatie wordt verstrekt (deze momenten worden via Chamilo bekendgemaakt). 11
art. 10 Deelname aan studie- en onderwijsactiviteiten § 1.
Studenten die een (deel)vrijstelling aanvragen, moeten in afwachting van een goedkeuring van de (deel)vrijstelling deelnemen aan alle onderwijsactiviteiten waarvoor zij nog niet formeel vrijgesteld zijn. Dit geldt ook voor onderwijsactiviteiten in de vorm van groepswerk, projectwerk en dergelijke. Een student die na verloop van tijd verneemt dat hij geen vrijstelling krijgt, kan voor de periode voorafgaand aan deze mededeling geen ‘overmacht’ inroepen.
§ 2.
De student die een persoonlijk deeltraject aanvraagt, moet alle onderwijsactiviteiten volgen van de aangevraagde opleidingsonderdelen in zijn/haar studietraject ook al is dit traject nog niet goedgekeurd.
art. 11 Verplichte onderwijsactiviteiten en niet-periodegebonden evaluaties zoals gequoteerde oefeningen, testen, presentaties, projecten, … § 1. Verplichte aanwezigheid op onderwijsactiviteiten Voor studie- en onderwijsactiviteiten die beoordeeld worden via niet-periodegebonden evaluatie is de aanwezigheid tijdens deze activiteiten verplicht. Indien voor een onderwijsactiviteit de aanwezigheid verplicht is, staat dit vermeld in de studiefiche of in de curriculumcursus op Chamilo. Als er tijdens een onderwijsactiviteit een quotering in het kader van niet-periodegebonden evaluatie gegeven wordt, tekent de student bij elk evaluatiemoment een aanwezigheidslijst als bewijs van deelname. Eventuele vergissingen kunnen worden rechtgezet. In geval van betwisting wordt slechts de handtekening van de student op de aanwezigheidslijsten als geldig bewijs aanvaard. De door de studenten getekende aanwezigheidslijsten worden door de docent bewaard tot 60 dagen na het afsluiten van de 2de examenkans. Een student die laattijdig inschrijft, neemt binnen 8 kalenderdagen na inschrijving per e-mail contact op met de betrokken docent om af te spreken hoe hij de gemiste nietperiodegebonden evaluaties kan inhalen of welke vervangende opdracht hij moet uitvoeren. Indien hij dit niet doet, krijgt hij de quotering “nul” voor elk van de gemiste evaluaties. § 2. Afwezigheid voor een verplichte onderwijsactiviteit periodegebonden evaluatie wegens ziekte of overmacht
of
voor
een
niet-
Enkel in geval van afwezigheid wegens ziekte (met een gelegitimeerd medisch attest) of overmacht kunnen de gemiste verplichte onderwijsactiviteiten, indien organisatorisch mogelijk, ingehaald worden. Medische attesten worden alleen aanvaard indien deze uiterlijk op de 1ste dag van de ziekte gedateerd zijn. Onderstaande attesten worden niet aanvaard: - laattijdig opgestelde attesten; 12
-
attesten die laattijdig bezorgd werden aan de faculteit; attesten waarin enkel de verklaring van de student wordt gemeld (dixitattest).
Afwezigheden ten gevolge van overmacht kunnen gewettigd worden met een officieel attest. Indien de oorzaak van de overmacht vooraf gekend is, moet de student het al of niet kunnen wettigen van de afwezigheid vooraf bespreken met het diensthoofd studentenaangelegenheden. Indien deze afwezigheid niet vooraf besproken werd, is ze steeds ongewettigd tenzij ze veroorzaakt werd door een onverwachte situatie. Overmacht te wijten aan een onverwachte situatie (vertraging trein, ongeval, …) wordt direct gemeld aan het studentensecretariaat dat vervolgens het diensthoofd studentenaangelegenheden verwittigt. Voorbeelden van niet-gewettigde afwezigheid: zich overslapen, zich vergissen van datum of uur voor een onderwijsactiviteit, te laat komen, enzovoort. Een examen (=elke vorm van evaluatie) kan slechts één keer verplaatst worden per examenperiode. Indien de student meent dat er ten onrechte geen inhaalmogelijkheid is, maakt hij dit onmiddellijk aanhangig bij de ombudsdienst. § 3.
Beoordeling bij afwezigheden voor niet-periodegebonden evaluatie
Indien de student onwettig afwezig is op een niet-periodegebonden evaluatie krijgt de student de vermelding ‘nul’ voor de gemiste niet-periodegebonden evaluatie. Indien de student voor een niet-periodegebonden evaluatie binnen een (deel)opleidingsonderdeel in die mate afwezig is dat binnen het (deel)opleidingsonderdeel het verworven hebben van alle eindcompetenties, conform de evaluatiewijze vermeld in de studiefiche, niet meer ten volle bewezen kan worden, krijgt de student de vermelding ‘afwezig’ voor het (deel)opleidingsonderdeel. Indien het aantal gemiste evaluaties binnen de niet-periodegebonden onderwijsactiviteit meer dan 30% bedraagt, kan dit aanleiding geven tot de onmogelijkheid om de student te evalueren. art. 12 Procedure voor het melden van een afwezigheid tijdens de lesweken. Afwezigheden dienen op elektronische wijze gemeld te worden (via module ‘mijn afwezigheden’ in iBamaflex) en kunnen gewettigd worden op basis van: - een medisch attest - erkende overmacht Volgende attesten worden NIET aanvaard: - laattijdig opgestelde attesten - attesten die laattijdig bezorgd werden aan de faculteit - attesten waarin enkel de verklaring van de student wordt vermeld (dixitattesten)
13
Het melden van een afwezigheid betekent niet dat deze automatisch erkend wordt als een gewettigde afwezigheid. Het wettigen van de afwezigheid gebeurt op de wijze zoals vermeld in procedure voor het melden van een afwezigheid tijdens de lesweken. De volledige procedure is terug te vinden in de chamilocursus studentenaangelegenheden FNT 2014-15.
art. 13 Buitenlandse onderwijsactiviteiten (OER art. 38 §3 1° en 2°) De student die in het kader van ‘stage 1’ binnen het modeltraject 2 van de opleiding agro- en Biotechnologie kiest voor een buitenlandse stage binnen Europa, registreert zich via https://hogent.moveonnet.eu/moveonline/outgoing/welcome.php. Over iedere student wordt, in lijn met de bepalingen in de OER art. 38 §3 2°, een facultaire beslissing genomen die vóór 10 juli aan de student meegedeeld wordt. Bij alle andere buitenlandse onderwijsactiviteiten korter dan één maand volgt de student de richtlijnen vanuit de opleiding met betrekking tot timing en procedure voor aanvraag tot deelname aan deze activiteit. Gezien deze buitenlandse onderwijsactiviteiten korter dan één maand passen binnen de opleiding en de beoogde competenties, beslist de opleiding over toelating tot deelname aan deze activiteit. De facultaire dienst internationalisering behoudt het overzicht van deze buitenlandse onderwijsactiviteiten via het Excel-formulier voor registratie korte buitenlandse onderwijsactiviteiten, zoals ontwikkeld door de centrale dienst internationalisering. art. 14 Beurzen voor buitenlandse onderwijsactiviteiten (OER art. 38, §3, 5°) De facultaire dienst Internationalisering publiceert de timing en procedure voor ‘aanvraag beurzen voor buitenlandse onderwijsactiviteiten’ bij aanvang van het academiejaar in de Chamilocursus ‘Internationalisering Natuur en Techniek’.
14
III. EXAMENREGELING Deel 1.
Examenregeling: organisatie van examens en examenactiviteiten
art. 15 Examencontract – evaluatiemomenten (OER art. 44 en art. 45) Conform artikel 45 §2 van de OER verloopt de evaluatie, ongeacht het soort contract dat de student heeft afgesloten telkens op dezelfde wijze. De student moet voor deze opdrachten dus dezelfde afspraken respecteren als de studenten ingeschreven met een diplomacontract of een creditcontract. Voor bepaalde opleidingsonderdelen dient de student een opdracht(en) uit te voeren. De student moet zelf tijdig de opdracht(en) bij de lesgever opvragen of downloaden via de elektronische leeromgeving. art. 16 Tweede examenkans Voor examens van bepaalde opleidingsonderdelen is er geen tweede examenkans mogelijk. De informatie hierover vind je terug in de studiefiches. art. 17 Organisatie van de examens: studentenkaart Een student moet zich bij elke evaluatie kunnen identificeren aan de hand van zijn studentenkaart. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan een identiteitskaart of paspoort voor de identificatie worden gebruikt. Tevens tekent hij de aanwezigheidslijst/ontvangstlijst als bewijs van deelname aan het examen. art. 18 Naleven van de examenregeling (OER, art. 48) Een student die wegens ziekte of overmacht afwezig is op het examen kan het examen enkel inhalen indien hij/zij over een geldig medisch attest beschikt of de overmacht erkend is door het diensthoofd studentenaangelegenheden en indien dit organisatorisch mogelijk is. Studenten kunnen per examenperiode slechts één keer een bepaald examen verplaatsen. Het wettigen van de afwezigheid gebeurt op de wijze zoals vermeld in procedure voor het melden van een afwezigheid tijdens een examenperiode. De volledige procedure is terug te vinden in de chamilocursus studentenaangelegenheden FNT 2014-15.
Het melden van een afwezigheid betekent niet dat deze automatisch erkend wordt als een gewettigde afwezigheid. Medische attesten worden alleen aanvaard indien deze uiterlijk op de 1ste dag van de ziekte gedateerd zijn. Onderstaande attesten worden niet aanvaard: - laattijdig opgestelde attesten; 15
-
attesten die laattijdig bezorgd werden aan de faculteit; attesten waarin enkel de verklaring van de student wordt gemeld (dixitattest).
Overmacht te wijten aan een onverwachte situatie (vertraging trein, ongeval, …) wordt direct gemeld aan het studentensecretariaat. De faculteit Natuur en Techniek voorziet per examenperiode én binnen de examenperiode een bepaalde dag(en) en uur waarop de inhaalexamens georganiseerd worden. Dit wordt gecommuniceerd via het examenrooster of via het ad valvas bericht met betrekking tot de examens.
art. 19 Naleven van de examenregeling bij persoonlijk deeltraject Wanneer ten gevolge van een geïndividualiseerd traject twee examens op dezelfde dag doorgaan, kan de student één van de twee examens verplaatsen. In principe wordt het examen behorende tot het hoogste modeltraject verplaatst. In het ad valvas bericht met betrekking tot de examens wordt per examenperiode de uiterste datum voor het indienen van de aanvraag en de te volgen procedure kenbaar gemaakt.
Deel 2.
Examenregeling: examenbeslissing voor een opleidingsonderdeel
art. 20 Beoordeling van onderwijsactiviteiten via peer assessment Indien een onderwijsactiviteit beoordeeld wordt via peer assessment (beoordeling van studenten door medestudenten) kan dit slechts voor maximaal (rechtstreeks of onrechtstreeks) 20% van de maximum te behalen punten. De overige 80% wordt beoordeeld door de betrokken lesgever(s) onafhankelijk van het resultaat van het peer assessment. De titularis van het opleidingsonderdeel blijft verantwoordelijk voor alle toegekende beoordelingen en de motivatie ervan. art. 21 Attest nascholing ‘Proefdierkunde’ Aan de studenten die de nascholing ‘Proefdierkunde’ gevolgd hebben, wordt een attest uitgereikt.
16
IV.
ACADEMISCHE KALENDER
art. 22 Aanvullingen op de academische kalender In de faculteit Natuur en Techniek kunnen voor de derdejaarsstudenten onderwijs- en examenactiviteiten worden georganiseerd in andere perioden dan vermeld op de academische kalender. De studenten ontvangen bij de aanvang van het academiejaar een aangepaste academische kalender. De stage kan ook tijdens de vakantieperiodes, behalve tijdens de zomervakantie, georganiseerd worden. Bij identificatie FNT/B/2014/ONDW/1752 werd de academische kalender 2014-2015 voor de faculteit Natuur en Techniek goedgekeurd (zie onder).
Faculteit Natuur en Techniek
week
ACADEMISCHE KALENDER 2014-2015
Ma Di Wo Do Vr Za Zo September 2014 1 2
15 16 17 18 19 20 21 Heroriëntering en onthaalw eek eerstejaarsstudenten 22 23 24 25 26 27 28 22/09: aanvang academiejaar 2014-2015// 24/09 schorsing onderw ijsactiviteiten vanaf 15 u 29 30 22/09: begin stage 2de modeltraj. AGR (stage 1) en 3de modeltraj. AGR (stage 2 - 1ste semester)
38 39 40
Oktober 2014 2 3 4 5 6
1 2 6 7 8 9 13 14 15 16 20 21 22 23 27 28 29 30
3 4 5 10 11 12 06/10: begin stage 1ste semester, 3de modeltraj. (excl. AGR) //10/10: plechtige diploma-uitreiking 17 18 19 16/10: infoavond ouders// 17/10: einde stage 2de modeltraj. AGR (stage 1) 24 25 26 20/10: begin lessen 2de modeltraj. AGR 31
40 41 42 43 44
November 2014 1 2 3 4 5 6 7 8 9 8 10 11 12 13 14 15 16 6
01/11: allerheiligen; 02/11: allerzielen
7
44 45
10/11: brugdag + 11/11: w apenstilstand// 12, 13 en 14/11: projectdagen AGR// 15/11: dag van de dynastie
17 18 19 20 21 22 23 10 24 25 26 27 28 29 30
46 47
9
48
December 2014 11 12 13
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 15-19/12: inhaal- en/of begeleidingsactiviteiten// 19/12: einde stages 1ste semester, alle 3de modeltraj. 22 23 24 25 26 27 28 22/12/2014 - 04/01/2015: 29 30 31
Januari 2015 1 1 2 3 4
49 50 51 52 52
KERSTRECES
4
1
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
2
3
2
05/01- 30/01: eerste examenperiode
3 4 5
Februari 2015 2 1 2 3
3
4
5
6
7
1 8
31/01 - 08/02: intersemestriële vakantie
9 10 11 12 13 14 15 9/02: begin stage 2e semester, alle 3e modeltraj. 16 17 18 19 20 21 22 16/02: schorsing van de lessen (krokus) 23 24 25 26 27 28
5 6 7 8 9
17
Maart 2015 3 4 5 6 7 8
2 9 16 23 30
1 3 4 5 6 7 8 10 11 12 13 14 15 12/03: voorstelling afstudeerrichting chemie 17 18 19 20 21 22 24 25 26 27 28 29 23-27/03: reisw eek (excl. AGR) 31
9 10 11 12 13 14
April 2015 1
8
9 10
2
3
4
5
05/04: Pasen
14
6 7 8 9 10 11 12 06/04 - 19/04: PAASRECES 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 24/04: voorstelling afstudeerrichtingen elektromechanica// 25/04: opendeurdag 27 28 29 30 24/04: einde stage 2de semester, alle 3de modeltraj. (excl. AGR)
15 16 17 18
Mei 2015
13
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
1
25 26 27 28 29 30 31
10 11 12
Juni 2015 2 3 4 5
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
18
01/05: feest van de arbeid 04-09/05: reisw eek AGR (LB, GM, PM en VMT)
19
13/05: einde stages AGR // 14/05 + 15/05: Hemelvaart
20
inhaal- en/of begeleidingsactiviteiten
21
25/05: Pinksterenmaandag
26/05- 26/06: tw eede examenperiode inclusief voorbereiding van examens, bekendmaking examenresultaten en feedback
22
23 24 25 26 27
Juli 2015 1
2
3
4
5
27
6 7 8 9 10 11 12 11/07: feest Vlaamse Gemeenschap 13 14 15 16 17 18 19 13/07: sluiting studentensecretariaat
28
20 21 22 23 24 25 26 20/07: brugdag + 21/07: nationale feestdag
30
27 28 29 30 31
31
Augustus 2015 3
4
5
6
ZOMERRECES
7
1 8
2 9
31 32
10 11 12 13 14 15 16 10/08: opening studentensecretariaat; 1 2 3
17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
September 2015 3 4
29
15/08: O.L.V. Hemelvaart
33 34
17/08/2015 - 11/09/2015 derde examenperiode inclusief bekendmaking examenresultaten en feedback
35 36
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 14/09-18/09: heroriëntering en onthaalw eek nieuw e studenten
36
21 22 23 24 25 26 27 21/09: aanvang academiejaar 2015-2016
39
37 38
18
V.
STAGEREGLEMENT
art. 23 Algemene bepalingen §1
Het stagereglement heeft betrekking op de opleidingsonderdelen ‘stage’, ‘stage 1’ en ‘stage 2’ aangeboden in de opleidingen van de faculteit Natuur en Techniek.
§2
Het reglement maakt samen met de studiefiche, het stagecontract en de brochure ‘Informatiebundel stage’ één geheel uit.
art. 24 Gebruikte terminologie -
de stagiair: student die stage loopt in een bedrijf; stagegever: de ondernemer bij wie de student stage loopt; stagementor: werknemer die de student op de werkvloer begeleidt. Deze zal dus ook instaan voor de evaluatie van de student; stagebegeleider: stageverantwoordelijke in de faculteit. Hij of zij is de schakel tussen de ondernemer en de stagiair; stagecoördinator: verantwoordelijke voor de organisatie van de stage binnen de faculteit.
art. 25 Contract Voor elke vorm van stage wordt een contract opgesteld en ondertekend door de stagegever enerzijds en door de student en de decaan anderzijds. Zonder een contract dat door alle betrokken partijen ondertekend is, kan de student niet met de stage beginnen. Er moeten drie ondertekende exemplaren van het contract zijn: 1 voor de externe partij, 1 voor de student en 1 voor Hogeschool Gent. art. 26 Brochure ‘Informatiebundel stage’ Per opleiding en eventueel per afstudeerrichting, is er een brochure met de richtlijnen die de student moet volgen tijdens zijn/haar stage. Deze brochure bevat onder andere informatie over de periode, de organisatie en begeleiding van de stage, de rapportering en eventuele zelfreflectie over de activiteiten, de evaluatie, … . art. 27 Werktijden Voor de student gelden normaliter dezelfde werktijden als voor de werknemers van het bedrijf. Indien de student in ploegen zou moeten werken of nachtwerk verrichten, dient dit eerst besproken te worden met de stagecoördinator van de betrokken opleiding.
19
art. 28 Afwezigheid tijdens stageperiode De student moet elke afwezigheid tijdens de stageperiode aan de stagebegeleider, stagementor en het secretariaat melden conform de richtlijnen opgenomen in de brochure ‘Informatiebundel stage’. Activiteiten van de Hogeschool waarop de student aanwezig moet zijn, meldt de student ruim vooraf aan het bedrijf (afstudeerbeurs, feedback, eventueel overleg met stagebegeleider, …). Het gebeurt soms dat studenten die in het lopende academiejaar hun diploma kunnen behalen tijdens hun stage uitgenodigd worden voor een sollicitatiegesprek in een ander bedrijf. Dat kan een geldige reden voor afwezigheid zijn. De student moet vooraf aan de stagementor én aan de stagebegeleider de toelating vragen om afwezig te zijn. De student bezorgt aan het secretariaat een bewijs van de sollicitatie. De student kan maximaal twee maal een beroep doen op deze maatregel. art. 29 Gewettigde afwezigheid van meer dan 5 stagedagen Bij gewettigde afwezigheid tijdens de stageperiode van meer dan 5 stagedagen wordt de stageperiode verlengd. Deze verlenging gebeurt in overleg met de stagementor, de stagebegeleider en de student. De verlenging van de periode kan alleen indien het organisatorisch mogelijk is. Indien de verlenging van de stageperiode niet mogelijk is, wordt er in overleg met de stagecoördinator van de opleiding, de voorzitter van de opleiding, de stagebegeleider, het diensthoofd studentenaangelegenheden en de ombudsdienst (als vertegenwoordiger van de student) een mogelijke oplossing uitgewerkt. Indien ten gevolge van de afwezigheden op de stage het verworven hebben van alle eindcompetenties niet meer ten volle kan bewezen worden, krijgt de student de vermelding ‘afwezig’ voor het opleidingsonderdeel. art. 30 Verbreken van de overeenkomst ten gevolge van ongewettigde afwezigheid, deontologische fout van de student, …(OER, art. 35) De student aanvaardt dat de stagegever of de faculteit een einde maakt aan de overeenkomst in geval van deontologische fout, manifeste onbekwaamheid, wangedrag, slechte wil, opzettelijke overtreding van bepalingen van de overeenkomst, alsook in geval van herhaalde ongewettigde afwezigheid van de student. In deze gevallen krijgt de student de vermelding ‘afwezig’ voor het opleidingsonderdeel.
20
art. 31 Verbreken van de overeenkomst op vraag van de stagegever Indien er zich op de stageplaats problemen voordoen die van die aard zijn dat de stagegever de stageovereenkomst wenst te verbreken, zal de decaan na overleg met de voorzitter van de opleiding, de stagecoördinator van de opleiding, de stagebegeleider, het diensthoofd studentenaangelegenheden en de ombudsdienst (als vertegenwoordiger van de student) één van de onderstaande beslissingen nemen: - de student krijgt de toestemming om zijn/haar stage verder te zetten op een nieuwe stageplaats waarbij vastgelegd wordt hoeveel dagen/weken de student op de nieuwe stageplaats nog moet presteren en hoe de beoordeling van beide stageplaatsen zal verrekend worden; - de student krijgt de toestemming om een volledig nieuwe stage aan te vatten op een andere stageplaats; - de stage wordt definitief beëindigd. art. 32 Verbreken van de overeenkomst op vraag van de student De student kan op basis van gegronde redenen bij de decaan een aanvraag indienen om tijdens de stageperiode van stageplaats te veranderen. De student kan een dergelijke aanvraag slechts éénmaal indienen. De decaan zal de aanvraag behandelen in overleg met de voorzitter van de opleiding, de stagecoördinator van de opleiding, de stagebegeleider, het diensthoofd studentenaangelegenheden en de ombudsdienst (als vertegenwoordiger van de student) en zal één van de onderstaande beslissingen nemen: - de student krijgt de toestemming om zijn stage verder te zetten op een nieuwe stageplaats waarbij vastgelegd wordt hoeveel dagen/weken de student op de nieuwe stageplaats nog moet presteren en hoe de beoordeling van beide stageplaatsen zal verrekend worden; - de student krijgt de toestemming om een volledig nieuwe stage aan te vatten op een andere stageplaats; - de stage wordt definitief beëindigd. art. 33 Toekenning van een andere stagebegeleider De student kan om grondige redenen en in samenspraak met de ombudsdienst de aangeduide stagebegeleider binnen de 14 dagen na bekendmaking wraken. De student zal, indien de aangehaalde grondige redenen erkend worden, een andere stagebegeleider toegewezen krijgen door de faculteitsraad. art. 34
Onverenigbaarheden bij de keuze van de stageplaats
Er is onverenigbaarheid bij de keuze van de stageplaats indien één van de volgende situaties zich voordoet: - studenten lopen stage in een bedrijf waar een docent van de opleiding fungeert als stagementor of leidinggevende van het bedrijf;
21
-
studenten lopen stage in een bedrijf waar de stagementor of leidinggevende verwant is met de student (partnerschap, bloed- of aanverwantschap tot de vierde graad).
Als er zich een onverenigbaarheid voordoet, zal de decaan in overleg het diensthoofd studentenaangelegenheden, de stagecoördinator van de opleiding en de voorzitter van de opleiding beslissen of deze stageplaats al dan niet weerhouden kan worden. De student is verplicht eventuele onverenigbaarheden te melden bij de aanvraag tot goedkeuring van de stageplaats. art. 35
Beoordeling van buitenlandse stage
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen studenten die naar een buitenlandse onderwijsinstelling gaan als Erasmusstudenten en studenten die stage lopen in een buitenlandse onderneming waarbij de begeleiding van de student de verantwoordelijkheid blijft van de faculteit. § 1.
De Erasmusstudenten
De Erasmusstudent valt tijdens zijn buitenlandse stageperiode voor de evaluatie en begeleiding van de stage onder de verantwoordelijkheid van de partnerinstelling. Hij/zij wordt aldus op het einde van zijn verblijf door deze instelling voor zijn prestaties beoordeeld. Hogeschool Gent en de partnerinstelling ondertekenen een ‘learning agreement’ betreffende het te compenseren aantal studiepunten in de buitenlandse instelling. Een student dient steeds ‘stage’ en ‘bachelorproef ‘ samen op te nemen in zijn programma. De student tekent vóór zijn vertrek dat hij zich akkoord verklaart met de puntenoverdracht. Dit systeem impliceert dat de partnerinstelling, van zodra de student zijn leeropdracht aan deze partnerinstelling aanvat, instaat voor de inhoudelijke begeleiding en evaluatie. Als er zich tijdens de Erasmusperiode moeilijkheden zouden voordoen, dient de student dit te melden aan het diensthoofd internationalisering.
§ 2.
De stagiairs in een buitenlandse onderneming
Deze studenten blijven voor hun buitenlandse stageperiode volledig onder de verantwoordelijkheid van de hogeschool. Het stageverloop wordt gestuurd via telefoon en/of e-mail, zowel met de stagementor in het bedrijf als met de student zelf. Via het stageboek blijft de stagebegeleider in België voortdurend op de hoogte van wat er gebeurt.
22
De stagebegeleider neemt op geregelde tijdstippen contact op met de stagementor. Problemen (vb. communicatieproblemen, problemen met het stagebedrijf, organisatorische problemen, …) moeten altijd via e-mail gemeld worden aan de stagebegeleider en het diensthoofd internationalisering. De communicatie tussen het buitenlands stagebedrijf, de student en de faculteit Natuur en Techniek gebeurt in het Nederlands, het Engels of het Frans. art. 36 Mogelijkheid tot tweede examenkans Voor de stage wordt geen tweede examenkans georganiseerd. Wanneer een student voor de eerste examenkans niet geslaagd is voor het betrokken opleidingsonderdeel blijft de behaalde beoordeling behouden voor de tweede examenkans.
23
VI. BACHELORPROEF art. 37 Brochure ‘Informatiebundel bachelorproef’ Per opleiding en eventueel per afstudeerrichting, is er een brochure met de richtlijnen die de student moet volgen bij het uitwerken van de bachelorproef. Deze brochure bevat bijvoorbeeld informatie over de rapportering van de vorderingen van de bachelorproef, de evaluatie, … . art. 38 Verdediging bachelorproef - jury Aan de bachelorproef wordt een mondelinge presentatie en verdediging gekoppeld. Per student of groep studenten wordt een jury aangeduid. De jury oordeelt over de bachelorproef, de mondelinge presentatie en verdediging ervan. De samenstelling van de jury wordt door de decaan beslist en wordt 14 dagen voor de presentatie aan de studenten bekendgemaakt via de elektronische leeromgeving. Bij overmacht kan de decaan de jury wijzigen. De student wordt over de wijziging van de samenstelling van de jury geïnformeerd. De openbaarheid van de verdediging moet worden gewaarborgd conform de OER (artikel 51). De plaats en het tijdstip van de verdediging worden vooraf aan de student bekendgemaakt, bijvoorbeeld via de elektronische leeromgeving. De student houdt er rekening mee dat deze datum en het uur nadien nog kunnen wijzigen. De beraadslaging van de jury over de evaluatie van de student is niet openbaar. Verdedigingen kunnen slechts plaatsvinden buiten de gebouwen van de faculteit na afspraak met de decaan. art. 39 Toekenning van een promotor De student kan om grondige redenen en in samenspraak met de ombudsdienst de aangeduide promotor binnen de 14 dagen na bekendmaking wraken. De student zal, indien de aangehaalde grondige redenen erkend worden, een andere promotor toegewezen krijgen door de faculteitsraad. art. 40 Openbaarheid verdediging bachelorproef § 1. Indien er in het eindwerk vertrouwelijke informatie vermeld wordt waarvan het bedrijf van mening is dat deze vertrouwelijk moet blijven, kan in overleg met de promotor, stagebegeleider, algemene coördinator stage en student beslist worden dat de bachelorproef niet openbaar zal gemaakt worden en dat elk lid van de jury een verklaring van vertrouwelijkheid zal ondertekenen. Hiertoe zullen de nodige documenten ingevuld 24
worden. De faculteit ontvangt in elk geval een volwaardig eindwerk zodat de beoordeling ervan mogelijk blijft. § 2. Een student kan wegens grondige persoonlijke redenen in overleg met de promotor en stagecoördinator aanvragen om de verdediging van zijn bachelorproef niet openbaar te laten gebeuren. De decaan beslist over het wel of niet toestaan van het niet openbaar verlopen van de verdediging. art. 41 Timing indienen bachelorproef § 1. De bachelorproef wordt ingediend zoals vermeld in de brochure ‘Informatiebundel bachelorproef’. § 2. Uitstel van indienen van de bachelorproef wordt schriftelijk en gemotiveerd aangevraagd bij het diensthoofd studentenaangelegenheden, die zorgt voor de verdere behandeling van het dossier. Uitstel kan enkel toegekend worden indien er een gegronde reden is voor het laattijdig afgeven. § 3. Een bachelorproef die zonder voorafgaande toestemming laattijdig ingediend wordt zal niet meer aanvaard worden. De verdediging gekoppeld aan de bachelorproef zal niet doorgaan en de student krijgt de vermelding ‘afwezig’.
25
Bijlage 1: Volgtijdelijkheidstabellen
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
Bijlage 2: Concordantietabel Vastgoed
41
42
43
44