Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding 2004-2005
Paragraaf 1: Algemene bepalingen Artikel 1.1. Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de Masteropleidingen Human Resource Studies, Leisure Studies, Organisation Studies, Psychologie en Geestelijke Gezondheid, Sociale Psychologie en Sociologie, hierna te noemen: de opleidingen. De opleidingen worden verzorgd binnen de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Tilburg, verder te noemen: de faculteit. Artikel 1.2. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; b. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; c. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; d. practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: o het maken van een scriptie, o het maken van een werkstuk of een proefontwerp, o het uitvoeren van een onderzoekopdracht, o het deelnemen aan veldwerk of een excursie, o het doorlopen van een stage, o of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. e. examen: het masterexamen van de opleiding f. semester: deel van het studiejaar, beginnend op 6 september en eindigend op een door de faculteit te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door de faculteit te bepalen datum en eindigend op 31 augustus. Daarbij moet in beide semesters ten minste één week worden ingeroosterd voor tentamens en herkansingen. g. ECTS – credits: studiepunten volgens het European Credit Transfer System. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3. Doel van de opleiding Na voltooiing van de opleiding beschikt de student over kennis, inzicht en vaardigheid op het gebied van een van de volgende opleidingen: Human Resource Studies, Organisation Studies, Leisure Studies, Psychologie en Geestelijke Gezondheid, Sociale Psychologie of Sociologie. De doelen van de opleidingen zullen via de realisatie van de per opleiding geformuleerde eindtermen dienen te worden bereikt.
1
Artikel 1.4. Vorm van de opleiding De opleiding wordt uitsluitend in voltijd verzorgd.
Paragraaf 2: Inrichting van de opleidingen Artikel 2.1. Studielast 1. De studielast wordt uitgedrukt in hele ECTS-credits. 2. De opleiding heeft een studielast van 60 ECTS-credits. 3. De studielast van de onderwijsonderdelen bedraagt tenminste 6 ECTS-credits in veelvouden van 3. Artikel 2.2. Onderwijsonderdelen Human Resource Studies De opleiding Human Resource Studies omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast:
Code 760800 760801 760802 760803 760804 760991
Cursusnaam Human Resource Studies Strategic Human Resource Development Management van diversiteit Human Capital Valuation Research Seminar Human Resource Studies: IOV (3), Personal skills(3), Themaveldgroep (6) Masterthesis
Ects 6 6 6 6 12 24
Artikel 2.2.1. Practica De volgende onderdelen, als genoemd in art. 2.2 omvatten, naast of in plaats van het onderwijs in de vorm van hoorcolleges een practicum in de vorm zoals aangegeven in de elektronische studiegids: 760804 760801
Research Seminar Human Resource Studies Strategic Human Resource Development
Artikel 2.3
Onderwijsonderdelen Leisure Studies
De opleiding Leisure Studies omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast:
Code 450800 450801 450802 450803 450804 450805
450990
Cursusnaam Leisure, consumption and identity Marketing and management in the leisure economy Leisure and space in the information society Leisure policies: state, market and community Policy analysis and policy evaluation Seminar Leisure Studies, inclusief IOV (3) Masterthesis
2
Ects 6 6 6 6 6 6 24
Artikel 2.3.1
Practica
De volgende onderdelen, als genoemd in art. 2.3 omvatten naast of in plaats van het onderwijs in de vorm van hoorcolleges een practicum in de vorm zoals aangegeven in de elektronische studiegids: 450800 450802 450803 450804 450805
Leisure, consumption and identity Leisure and Space in the Informational Society Leisure policies: state, market and community Policy analysis and policy evaluation Seminar Leisure Studies
Artikel 2.4
Onderwijsonderdelen Organisation Studies
De opleiding Organisation Studies omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Code 440800 440801 440802 440803 440804 440805 440990
Cursusnaam Societal developments and institutions The strategy process Organisational dynamics Complexity within organizations Interorganisational relationships Master Seminar Organisation Studies, inclusief IOV (3) Masterthesis
Artikel 2.4.1
Ects 6 6 6 6 6 6 24
Practica
De volgende onderdelen, als genoemd in art. 2.4 omvatten naast of in plaats van het onderwijs in de vorm van hoorcolleges een practicum in de vorm zoals aangegeven in de elektronische studiegids: 440800 440801 440802 440803 440804 440805 440990
Social developments and institutions The strategy process Organisational dynamics Complexity within organizations Interorganisational relationships Master seminar Organisation Studies Masterthesis
Artikel 2.5
Onderwijsonderdelen Psychologie en Geestelijke Gezondheid
De opleiding Psychologie en Geestelijke Gezondheid omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Code 500801 500802 500803 500804 500806 500807
Cursusnaam Geestelijke gezondheid: kinderen en jeugdigen Geestelijke gezondheid: volwassenen en ouderen Neuropsychologie Onderzoeksvaardigheden, inclusief IOV(3) Diagnostiek Behandelingsmethoden
3
Ects 6 6 6 6 6 6
500991
Masterthesis: stage/onderzoek
Artikel 2.5.1
24
Practica
De volgende onderdelen, als genoemd in art. 2.5 omvatten naast of in plaats van het onderwijs in de vorm van hoorcolleges een practicum in de vorm zoals aangegeven in de elektronische studiegids: 500804
Onderzoeksvaardigheden
Artikel 2.6
Onderwijsonderdelen Sociale Psychologie
De opleiding Sociale Psychologie kent de volgende drie tracks: Toegepaste Sociale Psychologie (TSP), Economische Psychologie (ECO) en Organisatiepsychologie (OP). Binnen de tracks bevinden zich gedeeltelijk gemeenschappelijke cursussen en enkele differentiatiecursussen:
Code 500808 500809 500810 500812 500814 500810 500813 500817 500818 500811 500814 500815 500992
Cursusnaam TSP, ECO, OP Psychologische besliskunde Interdependentie in professionele relaties TSP Sociale psychologie van economische gedrag Sociaal-psychologische theorieën Affectieve processen ECO Sociale psychologie van economisch gedrag Marketing en consumentengedrag Communicatie, media en internet OP Optimaal presteren en welbevinden De persoon in de organisatie Affectieve processen TSP, ECO, OP Onderzoeksmethoden voor de professionele praktijk, inclusief IOV (3) Masterthesis
Artikel 2.6.1
Ects 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 24
Practica
De volgende onderdelen, als genoemd in art. 2.6 omvatten naast of in plaats van het onderwijs in de vorm van hoorcolleges een practicum in de vorm zoals aangegeven in de elektronische studiegids: 500815 500812
Onderzoeksmethoden voor de professionele praktijk Sociaal Psychologische theorieën
Artikel 2.7
Onderwijsonderdelen Sociologie
De opleiding Sociologie omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast:
Code
Cursusnaam
Ects
4
400800 400801 400802 400803 450804 400804 400991
Sociale zekerheid en levensloop Solidariteit en sociaal beleid Individualisering: achtergronden en gevolgen Dynamische analyses van individualiseringsprocessen Policy Analysis en Policy Evaluation (Beleidsanalyse en beleidsevaluatie) Masterseminar Sociologie, inclusief IOV (3) Masterthesis
6 6 6 6 6 6 24
Artikel 2.7.1. Practica De volgende onderdelen, als genoemd in artikel 2.7 omvatten naast of in plaats van het onderwijs in de vorm van hoorcolleges een practicum in de vorm zoals aangegeven in de elektronische studiegids: 400800 400803 450804 400802
Sociale zekerheid en levensloop Dynamische analyses van individualiseringsprocessen Policy Analysis and Policy Evaluation (Beleidsanalyse en beleidsevaluatie) Individualisering: achtergronden en gevolgen
Paragraaf 3: Tentamens en examens van de opleiding Artikel 3.1. Verplichte volgorde 1. De masteropleiding wordt afgesloten met een thesis. Deze heeft een omvang van 24 ects. 2. Toelating tot de masterthesis is slechts mogelijk, nadat het Individueel Onderzoeksvoorstel succesvol is afgerond. 3. Voor zover aan de deelname aan een andere onderwijseenheid specifieke ingangseisen worden gesteld, worden deze vermeld in de elektronische studiegids. Artikel 3.2
Tijdvakken en frequentie tentamens
1. Tot het afleggen van de tentamens van de in art. 2.2. t/m 2.7 genoemde onderwijsonderdelen wordt elk jaar tweemaal de gelegenheid geboden. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, wordt tot het afleggen van het tentamen van een onderwijsonderdeel, waarvan het onderwijs in een bepaald studiejaar niet is gegeven, de student tenminste eenmaal de gelegenheid geboden. Artikel 3.3. Vorm van de tentamens 1. De tentamens van de onderdelen, genoemd in art. 2.2 t/m 2.7 worden, behoudens het bepaalde in het tweede lid, in beginsel schriftelijk afgelegd. Onder een schriftelijk tentamen wordt mede verstaan een tentamen dat door middel van het schrijven van één of meer opdrachten of het schrijven van een werkstuk, verslag of scriptie wordt afgelegd, alsmede een tentamen bestaande uit zowel schriftelijke als mondelinge bestanddelen. 2. Op verzoek van de student kan de examencommissie besluiten dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 3. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te besluiten. Artikel 3.4. Mondelinge tentamens
5
1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. Artikel 3.5. Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast uiterlijk 15 werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de administratie van de faculteit de nodige gegevens ten behoeve van de bekendmaking van de uitslag. De uitslag zal bekend gemaakt worden middels de website van de UvT. 2. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 3. Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 4. De student wordt gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 3.6, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Artikel 3.6. Geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van behaalde onderwijsonderdelen is in beginsel onbeperkt. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie voor een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan vijf jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het masterexamen. 3. Voor de geldigheidsduur van een vrijstelling voor een onderdeel zijn de leden 1 en 2 van toepassing Artikel 3.7. Inzagerecht 1. Gedurende tenminste 3 weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De examinator bepaalt dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op een vast tijdstip. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijd te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn. Artikel 3.8. Vrijstelling 1. De examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een onderwijsonderdeel, indien de student een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid. 2. De in het eerste lid genoemde vrijstellingen, voor zover zij deel hebben uitgemaakt van een niet aan de UvT afgeronde opleiding, mogen worden verleend tot een maximum van 18 ECTS-credits per student.
6
Artikel 3.9. Examen 1. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student voldoende bewijzen overlegt van door hem behaalde tentamens en de daarmee verworven academische vorming. 2. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven. 3. De uitslag van het examen kan slechts dan worden vastgesteld wanneer de student met goed gevolg het bachelorexamen heeft afgelegd welke hem toelating heeft verschaft tot de betreffende masteropleiding. Artikel 3.10. Graad 1. Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad “Master of Science” (naam van de betreffende opleiding) verleend. 2. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend.
Paragraaf 4: vooropleiding, toelating Artikel 4.1. Toelatingscommissie 1. De toelating tot de opleiding is opgedragen aan de toelatingscommissie van de opleiding. Deze wordt gevormd door de leden van de examencommissie. 2. De toelatingscommissie beslist over de toelating van alle studenten tot de masteropleidingen van de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Artikel 4.2. Vooropleiding en toelating 1. De opleiding kent slechts één startmoment, namelijk op 1 september. 2. Toelaatbaar tot de opleidingen is degene die met goed gevolg aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Tilburg een examen heeft behaald in de aansluitende bacheloropleiding c.q. alle onderdelen van het betreffende schakelprogramma heeft afgerond. 3. Eveneens toelaatbaar tot de opleidingen is degene die met goed gevolg aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Tilburg een examen heeft behaald in een niet aansluitende bacheloropleiding, mits de minor is gevolgd van de aansluitende bacheloropleiding. Voor toelating tot de masteropleiding Psychologie en Geestelijke Gezondheid geldt bovendien, dat men de basisvakken van Psychologie en het vak Klinische Vaardigheden moet hebben behaald en voor toelating tot de masteropleiding Sociale Psychologie dient men behalve de minor van de aansluitende bacheloropleiding de basisvakken Psychologie te hebben behaald. Onder de basisvakken Psychologie wordt verstaan: Functieleer, Hersenen en Gedrag, Ontwikkelingsleer, Persoonlijkheidsleer, Sociale Psychologie en Psychopathologie. 4. Verder is toelaatbaar tot de opleidingen degene die in Nederland of in het buitenland met goed gevolg een bacheloropleiding heeft afgerond, die naar het oordeel van de toelatingscommissie gelijkwaardig is aan die in het tweede lid, dan wel over een getuigschrift van een gelijkwaardige vooropleiding beschikt. 5. De categorie studenten bedoeld in lid 4 dient bovendien te voldoen aan door de toelatingscommissie te bepalen vereisten.
7
Artikel 4.3.
Toelating zonder bachelordiploma
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 4.2 lid 2 is toelating tot het onderwijs van de betreffende opleidingen zonder bachelordiploma mogelijk, wanneer aan alle onderwijsonderdelen van de aansluitende bacheloropleiding c.q. het schakelprogramma is voldaan op ten hoogste 12 ECTS-credits na. Tot de onderdelen die niet zijn voltooid mag niet meer dan één MTO-cursus behoren. Voor studenten die een schakelprogramma volgen geldt bovendien, dat men niet wordt toegelaten tot het onderwijs van de master, wanneer men het onderdeel MTO-01 Schakel niet kan afronden door het niet behaald hebben van het subonderdeel Testimonium Wiskunde. 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 4.2 lid 3 is toelating tot het onderwijs van de betreffende opleidingen zonder bachelordiploma mogelijk, wanneer aan alle onderwijsonderdelen van de niet aansluitende bacheloropleiding en aan alle overige verplichte onderwijsonderdelen is voldaan op ten hoogste 12 ECTS-credits na. Tot de onderdelen die niet zijn voltooid, mag niet meer dan één MTO-cursus behoren. 3. In geval van bijzondere omstandigheden kan de toelatingscommissie ten voordele van de student afwijken van het bepaalde in lid 1en 2. Artikel 4.4. Toelatingsonderzoek: procedure 1. Een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding kan gedurende het studiejaar worden ingediend bij de toelatingscommissie, met dien verstande dat de opleiding daadwerkelijk start per 01-09-2004. 2. Op een verzoek tot toelating beslist de toelatingscommissie binnen 6 weken na indiening van het verzoek. 3. Met het oog op de toelating tot de opleiding, als bedoeld in art. 4.2 lid 4 stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit. 4. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de startdatum van de opleiding zal voldoen aan de in lid 3 bedoelde eisen t.a.v. kennis en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen. 5. Op de schriftelijke verklaring omtrent toelating wordt de student gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens.
Paragraaf 5: Studiebegeleiding Artikel 5.1. Studievoortgangsadministratie 1. De Centrale Studentenadministratie (DEA-SA) registreert de individuele studieresultaten van de studenten. 2. De Centrale Studentenadministratie (DEA-SA) regisseert de bereikbaarheid van de studievoortganggegevens op het internet alsmede de voorlichting hierover. Artikel 5.2. Studiebegeleiding 1. In het kader van de toelatingsprocedure maakt de faculteit een afspraak met de student over de individuele inrichting van het door hem te volgen programma. 2. De faculteit draagt zorg voor voldoende begeleiding van de student tijdens zijn opleiding.
8
Paragraaf 6: Overgangs- en slotbepalingen Artikel 6.1. Tentamens en examens ’oude stijl’ 1. Voor studenten die direct voorafgaand aan het tijdstip van invoering van deze regeling ononderbroken waren ingeschreven voor de doctoraalopleiding Beleids- en Organisatiewetenschappen, Personeelwetenschappen, Psychologie, Sociologie of Vrijetijdwetenschappen, blijft de onderwijs- en examenregeling van 2001-2002, alsmede de overgangsregeling van kracht. Tot 1 september 2006 wordt de gelegenheid geboden de tentamens alsmede het examen van de opleiding af te leggen volgens deze onderwijs- en examenregeling c.q. de betreffende overgangsregeling. 2. Het onderwijs dat voorbereidt op het in het eerste lid bedoelde examen wordt voor de laatste maal verzorgd in het studiejaar 2005 - 2006. 3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie aan andere studenten dan die bedoeld in het eerste lid, toestemming verlenen tentamens en examens af te leggen volgens de in het eerste lid bedoelde onderwijs- en examenregeling. Artikel 6.2. Overstap van ’oude stijl’ naar ’nieuwe stijl’ 1. De kandidaat kan de examencommissie verzoeken reeds behaalde studieresultaten ’oude stijl’ te laten waarderen als vrijstelling voor overeenkomstige onderdelen van de masteropleiding
Artikel 6.3. Wijzigingen 1. Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan, gehoord de opleidingscommissie en na overleg met de faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van de studenten van invloed zijn op enige andere beslissing, die krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. Artikel 6.4. Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van wijzigingen van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan via de informatiebalie van het onderwijsinstituut een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 6.5. Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking 6 september 2004.
9
Aldus vastgesteld door de decaan op 1 juli 2004.
10