Opleidingsgids (Onderwijs- en examenregeling) School voor Kwalificatiedossier/ jaartal Cohort (startjaar) Schooljaar Crebonummer
: Zakelijke Dienstverlening : Financiële beroepen / 2012-2013 : 2012-2014 : 2013-2014 : 93210 (versnelde opleiding)
Uitstroom 1 Crebonummer uitstroom Uitstroom 2 Crebonummer uitstroom Uitstroom 3 Crebonummer uitstroom
: Assistent accountant : 93211 : Bedrijfsadministrateur : 93212 : :
Variant KBB Niveau Leerweg Opleidingsduur Studiebelastingsuren
: : ECABO :4 : BOL : 1,5 jaar : 2400 uur
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
(versnelde opleiding) (versnelde opleiding)
1
1.1 Wat doet een bedrijfsadministrateur of assistent accountant Bedrijfsadministrateur De bedrijfsadministrateur is werkzaam op de administratie van een bedrijf of instelling (klein, middelgroot, groot, profit, non-profit). De werkzaamheden zijn primair intern gericht. Hoewel ook de bedrijfsadministrateur steeds meer externe contacten onderhoudt, is er doorgaans sprake van een back office functie. De bedrijfsadministrateur werkt nauwkeurig en behoudt zijn concentratie, ook als de werkomstandigheden minder gunstig zijn. De bedrijfsadministrateur is gezond kritisch en controleert altijd aangeboden gegevens, op juistheid, plausibiliteit en op autorisatie. Hij controleert zijn eigen werk systematisch. De bedrijfsadministrateur is in staat altijd zorgvuldig om te gaan met gegevens. Hij werkt met vertrouwelijke bedrijfsinformatie en kan op de hoogte zijn van privé-gegevens. Van hem wordt verwacht dat hij op integere wijze omgaat met de aan hem toevertrouwde informatie. De bedrijfsadministrateur is in staat om de gevolgen van niet toegepaste regelgeving af te wegen tegen voordelen op korte termijn en klanttevredenheid. Voordelen op korte termijn en klanttevredenheid stroken niet altijd met de correcte toepassing van de regelgeving. Van de bedrijfsadministrateur wordt verwacht dat hij altijd integer is en situaties goed beoordeelt. Van de bedrijfsadministrateur wordt verwacht dat hij zich in contacten met crediteuren en debiteuren klantgericht opstelt en zich in kan leven in de situatie en de wensen van de klant. Dit geldt ook voor contacten met interne klanten. Assistent accountant De assistent-accountant is werkzaam bij een accountantskantoor of bij een administratiekantoor. De assistent-accountant verricht zijn werkzaamheden vooral in de MKB-praktijk van accountantskantoren en dan met name voor de kleinere bedrijven. De werkzaamheden zijn primair intern gericht. Hoewel de assistent accountant steeds meer externe contacten onderhoudt, vooral met klanten, is er doorgaans sprake van een back office functie. De assistent-accountant werkt nauwkeurig en behoudt zijn concentratie, ook als de werkomstandigheden minder gunstig zijn. De assistent-accountant is gezond kritisch en controleert altijd aangeboden gegevens, op juistheid, plausibiliteit en op autorisatie. Hij controleert zijn eigen werk systematisch en controleert indien gewenst ook het werk van anderen. De assistent-accountant is in staat altijd zorgvuldig om te gaan met gegevens en draagt zorg voor een goede dossiervorming. Hij werkt met vertrouwelijke bedrijfsinformatie van klanten en kan op de hoogte zijn van privé-gegevens. Van hem wordt verwacht dat hij op integere wijze omgaat met de aan hem toevertrouwde informatie. Het werken voor (veel) verschillende klanten kan in geval van naderende deadlines spanningen veroorzaken, de assistent accountant moet daarom goed kunnen plannen en stressbestendig zijn. De assistent-accountant stelt zich in externe contacten klantgericht op en leeft zich in de situatie in en de wensen van de (verschillende) klanten. De assistent-accountant is in staat om de gevolgen van niet toegepaste regelgeving af te wegen tegen voordelen op korte termijn en klanttevredenheid. Voordelen op korte termijn en klanttevredenheid stroken niet altijd met de correcte toepassing van de regelgeving. Van de assistent-accountant wordt verwacht dat hij altijd integer is en dat hij kritische situaties goed beoordeelt vanuit de regelgeving en vanuit de beroepsethiek. 1.2 Inhoud van de beroepsopleiding Iedere beroepsopleiding is gebaseerd op een kwalificatiedossier. Hierin wordt beschreven wat je allemaal moet weten en kunnen om het beroep, waarvoor je opgeleid wordt, goed uit te voeren. In je opleiding heb je te maken met kerntaken en werkprocessen. Kerntaken zijn taken die in een bepaald beroep steeds weer terugkomen en die je als beroepskracht moet kunnen uitvoeren. Iedere kerntaak bestaat weer uit een aantal activiteiten, die werkprocessen worden genoemd. Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
2
Om de kerntaken en werkprocessen goed uit te kunnen voeren moet je beschikken over een aantal competenties. Iedere beroepsopleiding, dus ook die waar jij op zit, zorgt ervoor dat jij opgeleid wordt tot een beginnende beroepskracht. Daarvoor is het nodig dat jij alle kerntaken en werkprocessen goed kunt uitvoeren. Binnen de opleiding worden de volgende kerntaken en werkprocessen geëxamineerd: Kerntaken
Werkprocessen
1. Houdt de dagboeken bij
1.1. Werkt het inkoopboek bij 1.2. Werkt het verkoopboek bij 1.3. Werkt de bankboeken bij 1.4. Werkt het kasboek bij 2.1. Verricht boekingen in het memoriaal 2.2. Verricht werkzaamheden voor de periodeafsluiting 2.3. Treft voorbereidingen voor de aangifte omzetbelasting 2.4. Verricht werkzaamheden voor de aangifte inkomstenbelasting 3.1. Voert stamgegevens in en wijzigt deze 3.2. Stelt facturen op 3.3. Bewaakt betalingstermijnen en verricht activiteiten voor de invordering 3.4. Controleert inkoopfacturen en verricht activiteiten voor fiattering van inkoopfacturen
2. Verricht werkzaamheden t.b.v. periodeafsluitingen en belastingaangiften.
3. Verricht activiteiten voor het debiteuren- en crediteurenbeheer
4. Houdt kwantiteitenregistraties bij
3.5. Controleert het debiteurenbeheer 3.6. Controleert het crediteurenbeheer 4.1. Houdt een projectadministratie bij of controleert deze 4.2. Houdt een urenadministratie bij 4.3. Houdt administraties van kwantitatieve gegevens bij of controleert deze 4.4. Instrueert collega’s over het gebruik van administratieve systemen 4.5. Beheert de kas
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
Uitstroom BA X X X X X
AA X X X X X
X
X
X
X
X X
X
X X X
X
X X X
X X
X X
X
X
X
3
In een kwalificatiedossier kunnen uitstroomdifferentiaties en certificeerbare eenheden vermeld worden. In jouw kwalificatiedossier staat het volgende vermeld: Crebocode 93211 93212
Uitstroomdifferentiatie Assistent Accountant (AA) Bedrijfsadministrateur (BA)
Certificeerbare eenheden: 1. Medewerker debiteuren en crediteurenadministratie niveau 4 2. Medewerker boekhouding niveau 4 Extern erkende eenheden: geen Iedereen die een mbo-opleiding volgt moet naast de kerntaken en werkprocessen die in een kwalificatiedossier staan ook voldoen aan andere eisen: Nederlands Rekenen Eén of meerdere moderne vreemde talen (bijvoorbeeld Engels, Frans of Duits) Loopbaan en Burgerschap Keuzeruimte Nederlands (referentieniveau Meijerink) – generiek (algemene eisen vanuit de maatschappij) Lezen Mondelinge Mondelinge Mondelinge Schrijven (inclusief taalvaardigheid taalvaardigheid taalvaardigheid begrippenlijst en (luisteren) (gesprekken (spreken) taalverzorging) voeren) 4F 3F X X X X X 2F Nederlands (referentieniveau Meijerink) – beroeps specifiek (eisen vanuit het beroep) Lezen Mondelinge Mondelinge Mondelinge Schrijven (inclusief taalvaardigheid taalvaardigheid taalvaardigheid begrippenlijst en (luisteren) (gesprekken (spreken) taalverzorging) voeren) 4F 3F X X X X X 2F Rekenen (referentieniveau Meijerink) – generiek (algemene eisen vanuit de maatschappij) Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden 4F 3F X X X X 2F
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
4
Rekenen (referentieniveau Meijerink) – beroeps specifiek (eisen vanuit het beroep) Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde 4F 3F X X X 2F
Verbanden X
Moderne vreemde taal (Engels) – generiek (algemene eisen vanuit de maatschappij) Engels
Luisteren
Lezen
C1 B2 B1 A2 A1
X
X
Gesprekken voeren
Spreken
Schrijven
X
X
X
Spreken
Schrijven
X
X
Moderne vreemde taal (Engels) – beroeps specifiek ( eisen vanuit het beroep) Engels
Luisteren
Lezen
Gesprekken voeren
C1 B2 B1 A2 A1
X
X
X
Beroeps specifiek: Alle onderdelen van Nederlands, Rekenen en Engels beroeps specifiek moeten behaald worden.
Loopbaan Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling Burgerschap 1. Politiek-juridische dimensie 2. Economische dimensie 3. Sociaal-maatschappelijke dimensie 4. Vitaal burgerschap
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
5
Keuzeruimte Een deel van jouw opleiding heet ‘keuzeruimte’. Dit onderwijs gaat niet direct over de eisen die bij de opleiding horen, maar is extra. Het keuzeprogramma moet met een voldoende worden afgesloten om je diploma te behalen. 1.3 Het opleidingsprogramma In de volgende paragrafen zie je hoe de opleiding opgebouwd is. Het onderwijsprogramma is per leerjaar beschreven. Ieder leerjaar bestaat uit 4 onderwijsperiodes. Iedere onderwijsperiode duurt 10 weken. De opleiding bestaat uit 3 programma-onderdelen: 1. Het onderwijsprogramma 2. Het loopbaanprogramma 3. Het examenprogramma Het onderwijsprogramma bestaat uit vier onderdelen: 1. Integrale leerlijn 2. Basisleerlijn 3. Burgerschap 4. Keuzeruimte In het onderwijsprogramma werk je aan grotere opdrachten die belangrijk zijn voor het beroep. Deze heten integrale opdrachten. De kennis en vaardigheden die je moet hebben om het beroep uit te voeren, zit ook in deze opdrachten. Dat betekent dat lessen en workshops ook deel zijn van deze opdrachten. Je werkt bij deze opdrachten meestal in groepjes. Naast de integrale opdrachten, zijn er ook ondersteunende onderwijsactiviteiten. Hier leer je de basiskennis en basisvaardigheden die je nodig hebt om te kunnen werken aan de integrale opdrachten. Binnen de basisleerlijn worden ook de verplichte onderdelen aangeboden zoals: Nederlands, Engels en rekenen. In de opleiding wordt aandacht besteed aan de groei naar goed burgerschap. De onderdelen worden via verschillende programmaonderdelen aangeboden. Voor het behalen van een diploma is voorgeschreven om naast algemene vakken en beroepsspecifieke onderdelen ruimte vrij te maken voor onderwijs dat niet direct gekoppeld is aan het kwalificatiedossier, de keuzeruimte. Het keuzeprogramma moet met een voldoende worden afgesloten om je diploma te behalen. In het loopbaanprogramma ben je vooral bezig met je eigen loopbaan. Dat gebeurt individueel en in groepjes. Hier gaat het erom dat je meer zicht krijgt op je eigen ontwikkeling en op jouw loopbaan op school (welke opleiding wil ik volgen, wat wil ik leren en waarom?). Samen met de loopbaanbegeleider wordt een leerroute opgesteld. Je leert naar je zelf te kijken en over jezelf na te denken (reflecteren). Tijdens je loopbaan sta jij met je loopbaanbegeleider geregeld stil bij de voortgang van je studie. Als het nodig is, wordt de leerroute aangepast.
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
6
Bij loopbaan leer je de volgende competenties ontwikkelen: Ontdek je talent (Capaciteitenreflectie) Ontdek je passie (Motievenreflectie)
Ontdek je werkplek (Werkexploratie) Zelf aan zet (Loopbaansturing) In gesprek met (Netwerken)
Wat kun je? Waar ben je goed in? Waar wil je het beste in worden? Wat wil je? Wat houdt je bezig? Waar wil je moeite voor doen? Wat kies je? Welke uitdagingen en dilemma’s kom je tegen op je werk/je BPV? Wat voor (soort) werk past bij mij? Wat ga je ontdekken? Wat ga je oefenen en bewijzen? Wat ga ik doen om mijn opleiding af te maken of werk te vinden? Wie heb je nodig om je wensen te realiseren? Wie kun je om hulp vragen?
De opleiding verwacht een actieve inspanning van jou voor zowel loopbaan als burgerschap. Je moet aan deze inspanningsverplichting voldoen om het diploma te kunnen behalen.
In het examenprogramma zijn examenopdrachten opgenomen die jij aflegt. Deze examenopdrachten moet je behalen als onderdeel van het diploma. In onderstaand schema zie je welke onderdelen aan bod komen en wanneer de beroepspraktijkvorming (BPV) gepland staat. Als je meer over de verschillende onderdelen van het opleidingsprogramma wilt weten kun je dit opzoeken in Fronter, P&S (Planning en scores). In dit programma is de opleiding opgenomen en worden je studievorderingen bijgehouden.
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
7
1.3.1 Onderwijsprogramma en loopbaanprogramma in schema Bedrijfsadministrateur (versneld) / Assistent accountant (versneld) Leerjaar 2 Integrale leerlijn
Basis leerlijn
OP1 Kerntaak 1, 3 en 4
OP2 Kerntaak 1, 3 en 4
Je gaat werken bij Garage Westervoort in Drievoorde. In Exact worden de volgende werkzaamheden uitgevoerd: stambestanden bijwerken, in/verkoopfacturen invoeren, verkoopfacturen inboeken, een kasstaat maken en daarna invoeren, bankboekingen invoeren, voorraad invoeren, maken van saldilijsten en andere overzichten, generen van aanmaningen. Daarnaast zijn er diverse administratieve werkzaamheden. Natuurlijk wordt er ook op verschillende manieren gecommuniceerd. Bedrijfsadministratie Bedrijfseconomie Rekenen Nederlands Engels Computervaardigheid Burgerschap
Loopbaangesprek
Loopbaangesprek
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
OP4
Kerntaak 4
Kerntaak 2
Je bent in dienst van Exquise bv, een cateringbedrijf. De activiteiten richten zich vooral op bedrijfskantines en particulieren. Je voert administratieve verwerkingen uit op het gebied van debiteuren-, crediteurenadministratie en betalingsverkeer. Ook urenregistraties moeten worden uitgevoerd. Je communiceert d.m.v. korte brieven/e-mails en telefoongesprekken met klanten en de leidinggevenden van de diverse afdelingen.
Je bent in dienst van Beterbouw vof. De activiteiten richten zich vooral op particulieren. Het voeren van een projectadministratie in Exact staat centraal. Je voert boekhoudkundige verwerkingen uit op het gebied van debiteuren-, crediteurenadministratie, betalingsverkeer en permanentie. Urenregistraties moeten worden uitgevoerd. Diverse controles moeten worden uitgevoerd en maandafsluitingen moeten worden gerealiseerd.
De assistent-accountant is werkzaam bij accountantskantoor Meyster & Waelberch en verricht daar werkzaamheden op het gebied van periodeafsluiting en aangifte omzet- en inkomstenbelasting voor verschillende klanten.
Bedrijfsadministratie Bedrijfseconomie Rekenen Nederlands Engels Computervaardigheid Burgerschap
Bedrijfsadministratie Bedrijfseconomie Fiscale economie Rekenen Nederlands Engels Burgerschap Financiele Rekenkunde Engels Fiscaal Loopbaangesprek Mogelijke uitstroomdifferentiatie
Bedrijfsadministratie Bedrijfseconomie Fiscale economie Rekenen Nederlands Engels Burgerschap Financiele Rekenkunde Engels Fiscaal Loopbaangesprek Werken of doorstroom
Keuzevak
Loopbaan leerlijn
OP3
8
De bedrijfsadministrateur is werkzaam bij bouwbedrijf Steenarend en verricht hier alle werkzaamheden rond de periodeafsluiting van dit bedrijf.
Leerjaar 3 Integrale leerlijn Basis leerlijn
Keuzevak Loopbaan leerlijn
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
OP1
OP2
BPV
BPV
Examinering in de praktijk
Examinering in de praktijk
Kerntaak 1
Kerntaak 1
Kerntaak 3.5+3.6 (alleen uitstroom AA)
Kerntaak 3.5+3.6 (alleen uitstroom AA)
9
1.3.2 Beroepspraktijkvorming (BPV) Een deel van je opleiding volg je beroepspraktijkvorming in een bedrijf. De opleiding werkt met een BPVgids, waarin onder meer regels over de beroepspraktijkvorming zijn opgenomen. De BPV-gids staat voor je in Fronter (algemene ruimte ZD-ICT onder documenten). 1.3.3 Keuzeruimte Een deel van jouw opleiding heet ‘keuzeruimte’. Dit onderwijs gaat niet direct over de eisen die bij de opleiding horen, maar is extra. Naam keuzedeel
Leerjaar / onderwijsperiode
Financiële Rekenkunde Engels Fiscaal
Leerjaar 2; OP 3+4 Leerjaar 2: OP 3+4 Leerjaar 2; OP 3+4
1.3.4 Ontwikkelingsgerichte beoordeling Binnen de opleiding wordt gekeken naar de voortgang van het leren: hoe staat het met de competenties, kennis en vaardigheden. Je vorderingen worden beoordeeld door middel van ontwikkelingsgerichte beoordelingen. Deze beoordelingen worden vastgesteld en afgenomen door de docenten van de opleiding in de lessen. Deze beoordelingen leveren studiepunten op, die bepalend zijn voor de voortgang van de opleiding. 1.3.5 Studiepunten In je opleiding wordt gewerkt met studiepunten. Per schooljaar kun je 60 studiepunten behalen. Je krijgt studiepunten toegekend als de prestatie die daarvoor geleverd moet worden voldoet aan de gestelde eisen. De studiepunten worden toegekend aan het ontwikkelingsgerichte deel en aan het kwalificerende deel van de opleiding. De behaalde studiepunten zijn zichtbaar in Fronter/Planning & Scores. Om het diploma van de opleiding te kunnen behalen moet je alle studiepunten voor het kwalificerende deel van de opleiding verwerven. 1.3.6 Studievoortgang Studiepunten zijn bepalend in de normen die gelden voor de voortgang van de opleiding: Je kunt maximaal 60 studiepunten behalen in een schooljaar. Wanneer je ≥ 55 studiepunten hebt behaald, dan kun je zonder verdere bespreking doorgaan in de opleiding. Voorwaarde daarbij is dat je van elk vak / onderdeel minimaal 50% van de studiepunten voor het betreffende schooljaar behaald moet hebben. Wanneer je < 55 studiepunten hebt behaald maar ≥ 50 studiepunten, dan wordt in de docentenvergadering besproken of je verder kunt in de opleiding en of er aanvullende afspraken gemaakt moeten worden. Deze aanvullende afspraken worden vastgelegd in Planning & Scores. Wanneer je < 50 studiepunten hebt behaald, krijg je studieadvies dat kan leiden tot een bindend studieadvies , hetgeen inhoudt dat je moet stoppen met de opleiding, wanneer er gehandeld is conform de regeling bindend studieadvies. Ook al mag je op basis van de behaalde studiepunten doorgaan in de opleiding, is het belangrijk te weten dat je uiteindelijk alle studiepunten voor de kwalificerende toetsen zult moeten behalen om in aanmerking te kunnen komen voor het diploma van de opleiding. Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
10
1.4 Examenprogramma 1.4.1 Examinering (kwalificerend) Naast de ontwikkelingsgerichte beoordelingen, krijg je in de opleiding kwalificerende beoordelingen. Je legt examens af om te laten zien dat je voldoet aan de eisen die de opleiding stelt. Welke examens je moet doen, is hieronder weergegeven.
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
11
1.4.2 Programma van examinering Toetscode
EAI-K-NE-IN-3F EAI-K-NE-CE LE-3F EAI-K-NE-CE LU-3F EAI-K-NE-PR-3F EAI-K-NE-SC-3F EAI-K-EN-IN-B1 EAI-K-EN-IN-A2 EAI-K-EN-LE-B1 EAI-K-EN-SC-A2 EAI-K-EN-LU-B1 EAI-K-EN-PR-A2 EAI-K-RE-CE 3F EA-K-FB4 Kerntaak 1 EA-K-FB4-TEN-RV EA-K-FB4-TEN-EL BA EA-K-FB4-TEN-EL BE EA-K-FB4-TEN-SV EA-K-FB4-PVB1.1 EA-K-FB4-PVB1.2 EA-K-FB4-PVB1.3 EA-K-FB4-PVB1.4 EA-K-FB4-Exquise
Toets Nederlands Ne Gesprekken voeren 3F CE Ne Lezen 3F (pilotexamen) CE Ne Luisteren 3F (pilotexamen) Ne Spreken 3F Ne Schrijven 3F Engels En Spreken interactie B1 En Spreken interactie A2 En Begrijpend lezen B1 En Schrijven A2 En Begrijpend luisteren B1 En Spreken productie A2 Rekenen CE Rekenen 3F (pilotexamen) Houdt de dagboeken bij Rekenvaardigheid financiële toepassingen Elementaire kennis bedrijfsadministratie Elementaire kennis bedrijfseconomie Spreadsheet financiële toepassingen Proeve van bekwaamheid 1.1 Proeve van bekwaamheid 1.2 Proeve van bekwaamheid 1.3 Proeve van bekwaamheid 1.4 Examenproject Exquise
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
Vorm Waardering Minimaal Studiepunten Gelegenheid 1 Gelegenheid 2 (leerjaar / OP) (leerjaar / OP) MKT COE COE MKT VT
Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer
5,5 5,5 5,5 5,5 5,5
1 1 1 1 1
2/4 2/4 2/4 2/3 2/3
2/4 3/1 3/1 2/4 2/4
MKT MKT VT VT LT MKT
Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer
5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5
1 1 1 1 1 1
2/4 2/4 2/3 2/2 2/3 2/4
2/4 2/4 2/4 2/3 2/4 2/4
COE
Cijfer
5,5
1
2/4
3/1
Cijfer
5,5
2/1
2/2
Cijfer Cijfer Cijfer O/V/G O/V/G O/V/G O/V/G O/V/G
5,5 5,5 5,5 V V V V V
2/2 2/2 2/2 3/2 3/2 3/2 3/2 2/2
2/3 2/3 2/3 3/2 3/2 3/2 3/2 2/3
VT SKT SKT VT PVB PVB PVB PVB PE
12
1 1 1 1 1 1 1 1 1
Verricht werkzaamheden t.b.v. periodeafsluitingen en belastingaangiften EA-K-FB4-TEN-KE BA Kennis Bedrijfsadministratie EA-K-FB4-TEN-KE BE Kennis Bedrijfseconomie EA-K-FB4-TEN-FE Fiscale economie EA-K-FB4-Meyster & Waelberch Examenproject AA: Meyster & Waelberch EA-K-FB4-Steenarend Examenproject BA: Steenarend Verricht activiteiten voor het EA-K-FB4 Kerntaak 3 debiteuren- en crediteurenbeheer EA-K-FB4-Exquise Examenproject Exquise EA-K-FB4-PVB 3.5 AA Proeve van bekwaamheid 3.5 EA-K-FB4-PVB 3.6 AA Proeve van bekwaamheid 3.6 EA-K-FB4 Kerntaak 4 Houdt kwantiteitenregistraties bij EA-K-FB4-Exquise Examenproject Exquise EA-K-FB4-Beterbouw Examenproject Beterbouw EA-K-FB4 Kerntaak 2
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
SKT SKT SKT PE PE
Cijfer Cijfer Cijfer O/V/G O/V/G
5,5 5,5 5,5 V V
1 1 1 1 1
2/4 2/4 2/4 2/4 2/4
2/4 2/4 2/4 2/4 2/4
PE PVB PVB
O/V/G O/V/G O/V/G
V V V
1 1 1
2/2 3/2 3/2
2/3 3/2 3/2
PE PE
O/V/G O/V/G
V V
1 1
2/2 2/3
2/3 2/4
13
1.4.3. Vormen van examens Binnen de opleiding krijg je te maken met een mix van diverse examenvormen: PVB= Proeve van bekwaamheid Een proeve van bekwaamheid is een examenopdracht die gaat over één of meerdere kerntaken/werkprocessen. Je wordt beoordeeld aan de hand van beoordelingscriteria. PE = Praktijkexamen Hier wordt bekeken hoe jij in de praktijk functioneert. Je voert bijvoorbeeld een opdracht uit in de praktijk en deze wordt beoordeeld. PA = Portfolio-assessment In het portfolio-assessment heb je verschillende bewijsstukken in een map verzameld, waarmee je laat zien dat je aan de eisen voldoet die de opleiding aan je stelt. Er kan – nadat je de map hebt ingeleverd – een gesprek plaatsvinden met een beoordelaar. CGI= Criteriumgericht interview Aan de hand van een aantal onderwerpen worden mondelinge vragen aan je gesteld. VE= Vaardigheidsexamen In deze toets laat je zien dat je beschikt over bepaalde vaardigheden. CE = Casusexamen Je krijgt (schriftelijk) een situatie voorgelegd waar jij in je beroep mee te maken kunt krijgen. Aan de hand van die situatie geef jij antwoord op de vragen: bijvoorbeeld ‘wat zou jij in die situatie wel of niet doen’ en ‘waarom’. SKE = Schriftelijk kennisexamen MKE = Mondeling kennisexamen Je laat zien of je over voldoende kennis beschikt. Dit is eenvoudig te toetsen door een mondelinge of schriftelijke toets. Dit kan zijn met open vragen of met meerkeuze vragen. LE = Luisterexamen Deze vorm wordt vooral gebruikt bij het toetsen van de talen. 360 = 360 graden feedback Bij 360 graden feedback beoordelen verschillende personen (bijvoorbeeld de docent, de praktijkbegeleider en jij) jouw gedrag. COE = Centraal ontwikkeld examen Een landelijk examen, bijvoorbeeld voor Nederlands en rekenen.
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
14
1.4.4 Aantal gelegenheden Alle beroepsspecifieke examentoetsen voor Nederlands, Rekenen en de Moderne Vreemde Talen moeten behaald worden. Je hebt voor deze toetsen een 1e en 2e kans. Voor twee van deze toetsen heb je nog recht op een 3e kans. Je hebt op een 2e en 3e kans alleen recht wanneer de beoordeling lager dan 5,5 of onvoldoende is. Voor alle generieke examentoetsen Nederlands, Rekenen en Engels heb je een 1e en 2e kans. Je hebt ook voor de Centraal Ontwikkelde Examens Nederlands en Rekenen een 1e en 2e kans. Je hebt alleen recht op een 2e kans wanneer de beoordeling lager dan 5,5 of onvoldoende is. Uitzondering hierop: Voor het Centraal Ontwikkeld Examen Nederlands en Rekenen heb je ongeacht de beoordeling recht op de 2e kans. Voor alle andere examentoetsen (proeven van bekwaamheid, tentamens van de kerntaken van het beroepsdeel van de opleiding) heb je recht op een 1e en 2e kans, tenzij de opleiding anders heeft bepaald. Voor één van de tentamens van de kerntaken van het beroepsdeel van de opleiding heb je nog recht op een 3e kans. Je hebt op een 2e kans of 3e kans alleen recht wanneer de beoordeling lager dan 5,5 of onvoldoende is. 1.4.5 Waar wordt geëxamineerd? De volgende mogelijkheden komen voor: Binnen de school Buiten de school (bijvoorbeeld op de BPV-plaats) Buiten de school in een examencentrum. 1.4.6 Wanneer ben je geslaagd, wanneer heb je het diploma behaald ?
Als de BPV met een voldoende beoordeeld is: dit wil zeggen als het aantal uren en jouw activiteiten voldoende zijn beoordeeld Als je alle examens van de beroepsopleiding behaald hebt Als je voldoet aan de generieke eisen voor Nederlands, rekenen en Engels (zie tabel hieronder) Als je voldoet aan de beroeps specifieke eisen voor Nederlands, rekenen en Engels Als je voldaan hebt aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan en Burgerschap Als de keuzeruimte met een voldoende is beoordeeld
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
15
Niveau 4: diplomering in 2013-2014 Leergebied
Eisen
Examinering
Slaag/ zakbeslissing
Nederlands en rekenen
Niveau 3 F
Instellingsexamens
Behaalde resultaten voor Nederlands en rekenen hebben geen invloed op slaag-/ zakbeslissing De resultaten worden wel vermeld op het resultatenoverzicht
Engels
Generieke eisen Engels
Instellingsexamens
ERK niveau) B1 lezen en luisteren; A2 spreken, gesprekken voeren en schrijven.
Het eindcijfer voor Engels moet tenminste een 5 zijn De resultaten worden vermeld op het resultatenoverzicht
Niveau 4: diplomering in 2014-2015 Leergebied Nederlands en rekenen
Eisen Niveau 3 F
Examinering Nederlands: Verplichte (centrale) examinering: voor lezen en luisteren Instellingsexamens subdomeinen schrijven( inclusief taalverzorging), gesprekken voeren en spreken
Instellingsexamens voor rekenen
Engels
Generieke eisen Engels ERK niveau)B1 lezen en luisteren; A2 spreken, gesprekken voeren en schrijven
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
Instellingsexamens
Slaag/ zakbeslissing Van de eindcijfers voor Nederlands en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5). Het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn Eindcijfer voor rekenen heeft geen invloed op de slaag-/zakbeslissing De resultaten worden wel vermeld op het resultatenoverzicht Zie hierboven
16
1.4.6 Regelingen met betrekking tot examens Summa College heeft een examenreglement. In dit document staan alle regels rondom de examens. Hier vind je bijvoorbeeld wat je moet doen als je het niet eens bent met een uitslag van het examen. Het examenreglement vind je op www.summacollege.nl.
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, AA3h
17