Opleidingsgids (Onderwijs- en examenregeling) School voor Kwalificatiedossier/ jaartal Cohort (startjaar) Schooljaar Crebonummer
: Zakelijke Dienstverlening : Financiële beroepen / 2012-2013 : 2012-2015 : 2013-2014 : 93200
Uitstroom 1 Crebonummer uitstroom Uitstroom 2 Crebonummer uitstroom Uitstroom 3 Crebonummer uitstroom
: Financieel administratief medewerker : 93200 : : : :
Variant KBB Niveau Leerweg Opleidingsduur Studiebelastingsuren
: : ECABO :3 : BOL : 2,5 jaar : 4000
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
1
1.1 Wat doet een financieel administratief medewerker De financieel administratief medewerker is werkzaam op de administratie van een bedrijf of instelling (klein, middelgroot, groot, profit, non-profit). De werkzaamheden zijn primair intern gericht. Hoewel ook de financieel administratief medewerker steeds meer externe contacten onderhoudt, is er doorgaans sprake van een back office functie. De financieel administratief medewerker werkt nauwkeurig en behoudt zijn concentratie, ook als de werkomstandigheden minder gunstig zijn. De financieel administratief medewerker controleert altijd aangeboden gegevens, op juistheid, plausibiliteit en op autorisatie. Hij controleert zijn eigen werk systematisch. De financieel administratief medewerker is in staat altijd zorgvuldig om te gaan met gegevens. Hij werkt met vertrouwelijke bedrijfsinformatie en kan op de hoogte zijn van privégegevens. Van hem wordt verwacht dat hij op integere wijze omgaat met de aan hem toevertrouwde informatie. De financieel administratief medewerker is in staat om de gevolgen van niet toepaste regelgeving af te wegen tegen voordelen op korte termijn en klanttevredenheid. Voordelen op korte termijn en klanttevredenheid stroken niet altijd met de correcte toepassing van de regelgeving. Van de financieel administratief medewerker wordt verwacht dat hij altijd integer is en situaties goed beoordeelt. 1.2 Inhoud van de beroepsopleiding Iedere beroepsopleiding is gebaseerd op een kwalificatiedossier. Hierin wordt beschreven wat je allemaal moet weten en kunnen om het beroep, waarvoor je opgeleid wordt, goed uit te voeren. In je opleiding heb je te maken met kerntaken en werkprocessen. Kerntaken zijn taken die in een bepaald beroep steeds weer terugkomen en die je als beroepskracht moet kunnen uitvoeren. Iedere kerntaak bestaat weer uit een aantal activiteiten, die werkprocessen worden genoemd. Om de kerntaken en werkprocessen goed uit te kunnen voeren moet je beschikken over een aantal competenties. Iedere beroepsopleiding, dus ook die waar jij op zit, zorgt ervoor dat jij opgeleid wordt tot een beginnende beroepskracht. Daarvoor is het nodig dat jij alle kerntaken en werkprocessen goed kunt uitvoeren. Binnen de opleiding worden de volgende kerntaken en werkprocessen geëxamineerd: Kerntaken
Werkprocessen
1. Houdt de dagboeken bij
1.1. Werkt het inkoopboek bij 1.2. Werkt het verkoopboek bij 1.3. Werkt de bankboeken bij 1.4. Werkt het kasboek bij 3.1. Voert stamgegevens in en wijzigt deze 3.2. Stelt facturen op en controleert deze 3.3. Bewaakt betalingstermijnen en verricht activiteiten voor de invordering
3. Verricht activiteiten voor het debiteuren- en crediteurenbeheer
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
Uitstroom financieel administratief medewerker x x x x x x x
2
3.4. Controleert inkoopfacturen en verricht activiteiten voor fiattering van inkoopfacturen 4.2. Houdt een urenadministratie bij 4.3. Houdt administraties van kwantitatieve gegevens bij of controleert deze
4. Houdt kwantiteitenregistraties bij
x
x x
In een kwalificatiedossier kunnen uitstroomdifferentiaties en certificeerbare eenheden vermeld worden. In jouw kwalificatiedossier staat het volgende vermeld: Crebocode 93200
Uitstroomdifferentiatie Financieel administratief medewerker
Na voltooiing van de niveau 3 opleiding Financieel administratief medewerker (FA) kun je doorstromen naar de niveau 4 opleidingen Bedrijfsadministrateur (BA) of Assistent Accountant (AA). Je bent niet toelaatbaar tot de niveau 4 opleiding wanneer je een negatief advies krijgt van de docentenvergadering! Certificeerbare eenheden: Junior medewerker debiteuren- en crediteurenadministratie Junior financieel administratief medewerker Extern erkende eenheden: geen Iedereen die een mbo-opleiding volgt moet naast de kerntaken en werkprocessen die in een kwalificatiedossier staan ook voldoen aan andere eisen: Nederlands Rekenen Eén of meerdere moderne vreemde talen (bijvoorbeeld Engels, Frans of Duits) Loopbaan en Burgerschap Keuzeruimte
Nederlands (referentieniveau Meijerink) – generiek (algemene eisen vanuit de maatschappij) Lezen
Mondelinge taalvaardigheid (luisteren)
Mondelinge taalvaardigheid (gesprekken voeren)
Mondelinge Schrijven taalvaardigheid (inclusief begrippenlijst en (spreken) taalverzorging)
4F 3F 2F
X
X
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
X
X
X 3
Nederlands (referentieniveau Meijerink) – beroeps specifiek (eisen vanuit het beroep) Lezen
Mondelinge taalvaardigheid (luisteren)
Mondelinge taalvaardigheid (gesprekken voeren)
Mondelinge taalvaardigheid (spreken)
Schrijven (inclusief begrippenlijst en taalverzorging)
4F 3F 2F
X
X
X
X
Rekenen (referentieniveau Meijerink) - generiek (algemene eisen vanuit de maatschappij) Getallen
Verhoudingen
Meten en meetkunde
Verbanden
X
X
X
X
4F 3F 2F
Rekenen (referentieniveau Meijerink) - beroeps specifiek (eisen vanuit het beroep) Getallen
Verhoudingen
X
X
Meten en meetkunde
Verbanden
X
X
4F 3F 2F
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
4
Moderne vreemde taal – beroeps specifiek (eisen vanuit het beroep) Engels
Luisteren
Lezen
Gesprekken voeren
X
X
X
Spreken
Schrijven
C1 B2 B1 A2 A1
X X
Loopbaan Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling Burgerschap 1. Politiek-juridische dimensie 2. Economische dimensie 3. Sociaal-maatschappelijke dimensie 4. Vitaal burgerschap Keuzeruimte Een deel van jouw opleiding heet ‘keuzeruimte’. Dit onderwijs gaat niet direct over de eisen die bij de opleiding horen, maar is extra. Het keuzeprogramma moet met een voldoende worden afgesloten om je diploma te behalen.
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
5
1.3 Het opleidingsprogramma In de volgende paragrafen zie je hoe de opleiding opgebouwd is. Het onderwijsprogramma is per leerjaar beschreven. Ieder leerjaar bestaat uit 4 onderwijsperiodes. Iedere onderwijsperiode duurt 10 weken. De opleiding bestaat uit 3 programma-onderdelen: 1. Het onderwijsprogramma 2. Het loopbaanprogramma 3. Het examenprogramma Het onderwijsprogramma bestaat uit vier onderdelen: 1. Integrale leerlijn 2. Basisleerlijn 3. Burgerschap 4. Keuzeruimte In het onderwijsprogramma werk je aan grotere opdrachten die belangrijk zijn voor het beroep. Deze heten integrale opdrachten. De kennis en vaardigheden die je moet hebben om het beroep uit te voeren, zit ook in deze opdrachten. Dat betekent dat lessen en workshops ook deel zijn van deze opdrachten. Je werkt bij deze opdrachten meestal in groepjes. Naast de integrale opdrachten, zijn er ook ondersteunende onderwijsactiviteiten. Hier leer je de basiskennis en basisvaardigheden die je nodig hebt om te kunnen werken aan de integrale opdrachten. Binnen de basisleerlijn worden ook de verplichte onderdelen aangeboden zoals: Nederlands, Engels en rekenen. In de opleiding wordt aandacht besteed aan de groei naar goed burgerschap. De onderdelen worden via verschillende programmaonderdelen aangeboden. Voor het behalen van een diploma is voorgeschreven om naast algemene vakken en beroepsspecifieke onderdelen ruimte vrij te maken voor onderwijs dat niet direct gekoppeld is aan het kwalificatiedossier, de keuzeruimte. Het keuzeprogramma moet met een voldoende worden afgesloten om je diploma te behalen. In het loopbaanprogramma ben je vooral bezig met je eigen loopbaan. Dat gebeurt individueel en in groepjes. Hier gaat het erom dat je meer zicht krijgt op je eigen ontwikkeling en op jouw loopbaan op school (welke opleiding wil ik volgen, wat wil ik leren en waarom?). Samen met de loopbaanbegeleider wordt een leerroute opgesteld. Je leert naar je zelf te kijken en over jezelf na te denken (reflecteren). Tijdens je loopbaan sta jij met je loopbaanbegeleider geregeld stil bij de voortgang van je studie. Als het nodig is, wordt de leerroute aangepast.
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
6
Bij loopbaan leer je de volgende competenties ontwikkelen: Ontdek je talent (Capaciteitenreflectie) Ontdek je passie (Motievenreflectie) Ontdek je werkplek (Werkexploratie) Zelf aan zet (Loopbaansturing) In gesprek met (Netwerken)
Wat kun je? Waar ben je goed in? Waar wil je het beste in worden? Wat wil je? Wat houdt je bezig? Waar wil je moeite voor doen? Wat kies je? Welke uitdagingen en dilemma’s kom je tegen op je werk/je BPV? Wat voor (soort) werk past bij mij? Wat ga je ontdekken? Wat ga je oefenen en bewijzen? Wat ga ik doen om mijn opleiding af te maken of werk te vinden? Wie heb je nodig om je wensen te realiseren? Wie kun je om hulp vragen?
De opleiding verwacht een actieve inspanning van jou voor zowel loopbaan als burgerschap. Je moet aan deze inspanningsverplichting voldoen om het diploma te kunnen behalen. In het examenprogramma zijn examenopdrachten opgenomen die jij aflegt. Deze examenopdrachten moet je behalen als onderdeel van het diploma. In onderstaand schema zie je welke onderdelen aan bod komen en wanneer de beroepspraktijkvorming (BPV) gepland staat. Als je meer over de verschillende onderdelen van het opleidingsprogramma wilt weten kun je dit opzoeken in Fronter, P&S (Planning en scores). In dit programma is de opleiding opgenomen en worden je studievorderingen bijgehouden.
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
7
1.3.1 Onderwijsprogramma en loopbaanprogramma in schema Leerjaar 2
OP1
OP2
Integrale leerlijn
BPV
BPV
Basis leerlijn
Burgerschap: opdracht Keuzevak Loopbaan leerlijn Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
Burgerschap: opdracht
OP3
OP4
Kerntaak 1, 3 en 4
Kerntaak 1, 3 en 4
Je bent in dienst van Exquise bv, een cateringbedrijf. De activiteiten richten zich vooral op bedrijfskantines en particulieren. Je voert administratieve verwerkingen uit op het gebied van debiteuren-, crediteurenadministratie en betalingsverkeer. Ook urenregistraties voor ROC Betuwe moeten worden uitgevoerd. Je communiceert d.m.v. korte brieven/e-mails en telefoongesprekken met klanten en de leidinggevenden van de diverse afdelingen. Bedrijfsadministratie Bedrijfseconomie Rekenen Nederlands Engels Burgerschap
Bij Exquise moeten voorraadgegevens moeten worden verwerkt in Excel. Diverse controles moeten worden uitgevoerd, zoals van pakbonnen en facturen. Er moet voor Geo en CO ook een voorstel gemaakt worden voor een themaweek inclusief begroting. De financiële afhandeling van de catering voor een andere klant, Axie Events, moet worden verzorgd. Tenslotte moet voor een ROC, vanwaar deelnemers word-en geplaatst in het kader van de BPV, een presentatie worden gemaakt.
Keuzevak vervolg 1e leerjaar Loopbaangesprek
Keuzevak vervolg 1e leerjaar Loopbaangesprek
8
Bedrijfsadministratie Bedrijfseconomie Rekenen Nederlands Engels
Leerjaar 3
OP1
OP2
BPV
BPV
Examinering in de praktijk
Examinering in de praktijk
Kerntaak 1
Kerntaak 1
Integrale leerlijn Basis leerlijn
Keuzevak Loopbaan leerlijn
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
9
1.3.2 Beroepspraktijkvorming (BPV) Een deel van je opleiding volg je beroepspraktijkvorming in een bedrijf. De opleiding werkt met een BPVgids, waarin onder meer regels over de beroepspraktijkvorming zijn opgenomen. De BPV-gids staat voor je in Fronter (algemene ruimte ZD-ICT onder documenten). 1.3.3 Keuzeruimte Een deel van jouw opleiding heet ‘keuzeruimte’. Dit onderwijs gaat niet direct over de eisen die bij de opleiding horen, maar is extra. De opleidingen BOL niveau 3 en 4 bieden als keuzeruimte een gezamenlijk programma voor leerjaar 1 en 2 aan waaruit je in leerjaar een keuze hebt gemaakt. In het schema hieronder staan de keuzemogelijkheden vermeld. Naam keuzedeel
Sport & Health ICT & Lifestyle International Business Ondernemerschap Spaanse taal en cultuur Juridisch adviesbureau
Leerjaar
OP 3,4 leerjaar 2
Aantal studiepunten
3, 3
1.3.4 Ontwikkelingsgerichte beoordeling Binnen de opleiding wordt gekeken naar de voortgang van het leren: hoe staat het met de competenties, kennis en vaardigheden. Je vorderingen worden beoordeeld door middel van ontwikkelingsgerichte beoordelingen. Deze beoordelingen worden vastgesteld en afgenomen door de docenten van de opleiding in de lessen. Deze beoordelingen leveren studiepunten op, die bepalend zijn voor de voortgang van de opleiding. 1.3.5 Studiepunten In je opleiding wordt gewerkt met studiepunten. Per schooljaar kun je 60 studiepunten behalen. Je krijgt studiepunten toegekend als de prestatie die daarvoor geleverd moet worden voldoet aan de gestelde eisen. De studiepunten worden toegekend aan het ontwikkelingsgerichte deel en aan het kwalificerende deel van de opleiding. De behaalde studiepunten zijn zichtbaar in Fronter/Planning & Scores. Om het diploma van de opleiding te kunnen behalen moet je alle studiepunten voor het kwalificerende deel van de opleiding verwerven. 1.3.6 Studievoortgang Studiepunten zijn bepalend in de normen die gelden voor de voortgang van de opleiding: Je kunt maximaal 60 studiepunten behalen in een schooljaar. Wanneer je ≥ 55 studiepunten hebt behaald, dan kun je zonder verdere bespreking doorgaan in de opleiding. Wanneer je < 55 studiepunten hebt behaald maar ≥ 50 studiepunten, dan wordt in de docentenvergadering besproken of je verder kunt in de opleiding en of er aanvullende afspraken gemaakt moeten worden. Deze aanvullende afspraken worden vastgelegd in Planning & Scores.
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
10
Wanneer je < 50 studiepunten hebt behaald, krijg je studieadvies dat kan leiden tot een bindend studieadvies , hetgeen inhoudt dat je moet stoppen met de opleiding, wanneer er gehandeld is conform de regeling bindend studieadvies. Ook al mag je op basis van de behaalde studiepunten doorgaan in de opleiding, is het belangrijk te weten dat je uiteindelijk alle studiepunten voor de kwalificerende toetsen zult moeten behalen om in aanmerking te kunnen komen voor het diploma van de opleiding. 1.4 Examenprogramma 1.4.1 Examinering (kwalificerend) Naast de ontwikkelingsgerichte beoordelingen, krijg je in de opleiding kwalificerende beoordelingen (examens). Je legt examens af om te laten zien dat je voldoet aan de eisen die de opleiding stelt. Welke examens je moet doen, is hieronder weergegeven.
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
11
Examenprogramma Toetscode
Toets
EAI-K-NE-SC-IN-PR-2F EAI-K-NE-IN-2F EAI-K-NE-PR-2F EAI-K-NE-SC-2F EAI-1215-NE-COE-2F EAI-K-NE-LU/LE-2F EAI-K-EN EAI-K-EN-LE-A2 EAI-K-EN-LU-A2 EAI-K-EN-SC-A2 EAI-K-EN-IN-A2 EAI-K-EN-PR-A1
Nederlands Schrijven/Gesprekken voeren/Spreken Ne Gesprekken voeren 2F Ne Spreken 2F Ne Schrijven 2F Nederlands COE 2F Ne Luisteren/Lezen 2F Engels En Begrijpend lezen A2 En Begrijpend luisteren A2 En Schrijven A2 En Spreken Interactie A2 En Spreken Productie A1 Rekenen COE 2F Rekenen COE 2F Houdt de dagboeken bij Rekenvaardigheid financiele toepassingen Spreadsheet financiele toepassingen Elementaire kennis Bedrijfsadministratie Elementaire kennis Bedrijfseconomie Examenproject Exquise Proeve van bekwaamheid 1.1 Proeve van bekwaamheid 1.2 Proeve van bekwaamheid 1.3 Proeve van bekwaamheid 1.4
EAI-1215-RE-COE-2F EA-K-FB3 Kerntaak 1 EA-K-FB3-TEN-RV EA-K-FB3-TEN-SV EA-K-FB3-TEN-EL BA EA-K-FB3-TEN-EL BE EA-K-FB3-Exquise EA-K-FB3-PVB 1.1 EA-K-FB3-PVB 1.2 EA-K-FB3-PVB 1.3 EA-K-FB3-PVB 1.4
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
Vorm
Waardering
Minimaal
Studiepunten
Gelegenheid 1 (leerjaar / OP)
Gelegenheid 2 (leerjaar / OP)
MKT MKT VT
Cijfer Cijfer Cijfer
5,5 5,5 5,5
1 1 1
1/3 2/3 2/4
1/4 2/4 2/4
COE
Cijfer
5,5
0
2/2
2/3
VT LT VT MKT MKT
Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer
5,5 5,5 5,5 5,5 5,5
1 1 1 1 1
1/3 1/4 2/3 2/4 2/4
1/4 1/4 2/4 2/4 2/4
COE
Cijfer
5,5
0
2/2
2/3
VT VT SKT SKT PE PVB PVB PVB PVB
Cijfer Cijfer Cijfer Cijfer O/V/G O/V/G O/V/G O/V/G O/V/G
5,5 5,5 5,5 5,5 V V V V V
1 1 1 1 1 1 1 1 1
1/1 1/4 2/4 2/4 2/4 3/2 3/2 3/2 3/2
1/2 1/4 2/4 2/4 2/4 3/2 3/2 3/2 3/2
12
EA-K-FB3 Kerntaak 3 EA-K-FB3-Exquise EAI-K-NE-IN-2F EA-K-FB3 Kerntaak 4 EA-K-FB3-Exquise
Verricht activiteiten voor het debiteuren- en crediteurenbeheer Examenproject Exquise Ne Gesprekken voeren 2F Houdt kwantiteitenregistraties bij Examenproject Exquise
PE MKT
O/V/G Cijfer
V 5,5
1 1
2/4 1/3
2/4 1/4
PE
O/V/G
V
1
2/4
2/4
Voorwaarden voor diplomering Naast het behalen van bovenstaande examens, gelden nog de volgende voorwaarden voor diplomering: Een voldoende beoordeling behalen voor de beroepspraktijkvorming (BPV) Voldoen aan de inspanningsverplichting voor loopbaan en burgerschap Een voldoende beoordeling behalen voor de keuzeruimte
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
13
1.4.2. Vormen van examens Binnen de opleiding krijg je te maken met een mix van diverse examenvormen: PVB= Proeve van bekwaamheid Een proeve van bekwaamheid is een examenopdracht die gaat over één of meerdere kerntaken/werkprocessen. Je wordt beoordeeld aan de hand van beoordelingscriteria. PE = Praktijkexamen Hier wordt bekeken hoe jij in de praktijk functioneert. Je voert bijvoorbeeld een opdracht uit in de praktijk en deze wordt beoordeeld. PA = Portfolio-assessment In het portfolio-assessment heb je verschillende bewijsstukken in een map verzameld, waarmee je laat zien dat je aan de eisen voldoet die de opleiding aan je stelt. Er kan – nadat je de map hebt ingeleverd – een gesprek plaatsvinden met een beoordelaar. CGI= Criteriumgericht interview Aan de hand van een aantal onderwerpen worden mondelinge vragen aan je gesteld. VE= Vaardigheidsexamen In deze toets laat je zien dat je beschikt over bepaalde vaardigheden. CE = Casusexamen Je krijgt (schriftelijk) een situatie voorgelegd waar jij in je beroep mee te maken kunt krijgen. Aan de hand van die situatie geef jij antwoord op de vragen: bijvoorbeeld ‘wat zou jij in die situatie wel of niet doen’ en ‘waarom’. SKE = Schriftelijk kennisexamen MKE = Mondeling kennisexamen Je laat zien of je over voldoende kennis beschikt. Dit is eenvoudig te toetsen door een mondelinge of schriftelijke toets. Dit kan zijn met open vragen of met meerkeuze vragen. LE = Luisterexamen Deze vorm wordt vooral gebruikt bij het toetsen van de talen. 360 = 360 graden feedback Bij 360 graden feedback beoordelen verschillende personen (bijvoorbeeld de docent, de praktijkbegeleider en jij) jouw gedrag. COE = Centraal ontwikkeld examen Een landelijk examen, bijvoorbeeld voor Nederlands en rekenen.
Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
14
1.4.3 Waar wordt geëxamineerd? De volgende mogelijkheden komen voor: Binnen de school Buiten de school (bijvoorbeeld op de BPV-plaats) Buiten de school in een examencentrum. 1.4.4 Wanneer ben je geslaagd en heb je het diploma behaald ?
Als de BPV met een voldoende beoordeeld is: dit wil zeggen als het aantal uren en jouw activiteiten voldoende zijn beoordeeld Als je alle examens van de beroepsopleiding behaald hebt Als je voldoet aan de generieke eisen voor Nederlands en rekenen (zie tabel hieronder) Als je voldoet aan de beroepsspecifieke eisen voor Nederlands, rekenen en Engels Als je voldaan hebt aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan en Burgerschap Als de keuzeruimte met een voldoende is beoordeeld
Niveau 3 : diplomering in schooljaar 2014-2015 Leergebied
Eisen
Examinering
Slaag/ zakbeslissing
Nederlands en rekenen
Niveau 2 F
Instellingsexamens
Behaalde resultaten voor Nederlands en rekenen hebben geen invloed op de slaag-/ zakbeslissing.
Niveau 3: diplomering in schooljaar 2015-2016 Leergebied
Eisen
Examinering
Slaag/ zakbeslissing
Nederlands en rekenen
Niveau 2 F
Nederlands: Verplichte (centrale) examinering voor lezen en luisteren. Instellingsexamens subdomeinen schrijven( inclusief taalverzorging), gesprekken voeren en spreken.
Het eindcijfer voor Nederlands mag niet lager dan een 5 zijn.
Rekenen: Instellingsexamens.
Het eindcijfer voor rekenen heeft geen invloed op de slaag/zakbeslissing.
1.4.6 Regelingen met betrekking tot examens Summa College heeft een examenreglement. In dit document staan alle regels rondom de examens. Hier vind je bijvoorbeeld wat je moet doen als je het niet eens bent met een uitslag van het examen. Het examenreglement vind je op www.summacollege.nl. Opleidingsgids 2013-2014, School voor ZD, FA2
15