Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en Examenregeling (OER) Faculteit Bedrijf en Organisatie Academiejaar

Bedrijf en Organisatie

Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en Examenregeling (OER) Faculteit Bedrijf en Organisatie – Academiejaar 2011-2012 art. 1 art. 2 art. 3 art. 4 art. 5 art. 6 art. 7 art. 8 art. 9 art. 10 art. 11 art. 12 art. 13 art. 14 art. 15 art. 16 art. 17 art. 18 art. 19 art. 20 art. 21 art. 22 art. 23 art. 24 art. 25 art. 26 art. 27 art. 28 art. 29 art. 30 art. 31 art. 32 art. 33 art. 34 art. 35 art. 36 art. 37

Bijzondere toelatingsvoorwaarden professioneel gerichte bacheloropleidingen ................................ 2 Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor de “programma’s studieomvangvermindering” .................... 4 Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor de opleidingen bachelor-na-bachelor voor houders van een buitenlands bachelordiploma ....................................................................................................... 5 Bijzondere toelatingsvoorwaarden bachelor na bachelor Internationaal Bedrijfsmanagement .......... 5 Bijzondere toelatingsvoorwaarden bachelor na bachelor Toegepaste Fiscaliteit ............................... 6 Bijzondere toelatingsvoorwaarden postgraduaat Complementaire Internationale Studies ................ 6 Bijzondere toelatingsvoorwaarden postgraduaat Computer Systems Validation ............................... 7 Bijzondere toelatingsvoorwaarden postgraduaat Toegepast IT-management ................................... 7 Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor aanvullingstrajecten Toegepaste Informatica, Office Management en Toegepaste Informatica in afstandsleren ................................................................. 7 Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor deelname aan uitwisselingsprojecten buiten de Associatie Universiteit Gent, in binnen- en buitenland........................................................................ 7 Terugbetaling van het studiegeld bij stopzetting van de inschrijving voor een bachelor na bacheloropleiding of postgraduaat ...................................................................................................... 8 Postgraduaatgetuigschrift met graad van verdienste.......................................................................... 8 Ondertekening van het jaarprogramma .............................................................................................. 8 Inschrijven voor een geïndividualiseerd studietraject .........................................................................8 Volgtijdelijkheid van de opleidingsonderdelen .................................................................................... 9 Inschrijving voor de opleidingsonderdelen Stage / Projectstages / Bachelorproef – 2de semester .............................................................................................................................................. 9 Inschrijven voor een creditcontract of een examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs................................................................................................................................... 9 Inschrijven voor een creditcontract of een examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs indien men niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden ........................................... 9 Creditbewijzen uitgereikt door de Hogeschool Gent, in een andere opleiding ................................. 10 Deelvrijstellingen ............................................................................................................................... 10 Zittijdoverdracht en jaaroverdracht van punten van “deelopleidingsonderdelen” (partims) .............. 10 Tweede examenzittijd........................................................................................................................ 10 Examencontracten ............................................................................................................................ 10 Aanwezigheid bij onderwijsactiviteiten en examens ......................................................................... 11 Aanwezigheid bij niet-periode gebonden evaluaties zoals gequoteerde oefeningen, testen, presentaties, projecten, … ................................................................................................................ 12 Betrokkenheid bij groepswerk ........................................................................................................... 13 Naleven van deadlines bij opdracht/ bachelorproef/ projectverslag/ scriptie/ stageverslag enz....... 14 Inhaalexamens .................................................................................................................................. 14 Doktersattesten ................................................................................................................................. 14 Afwezigheid op een deel van een examen .......................................................................................15 Studiekosten...................................................................................................................................... 15 Jury bij mondelinge examens ............................................................................................................ 15 Plagiaat ............................................................................................................................................. 16 Afwijkingen van de academische kalender .......................................................................................16 Opnemen van meerdere keuzevakken .............................................................................................16 Keuzevak “Opleidingsonderdeel na goedkeuring” ............................................................................ 16 Vakoverschrijdende opdrachten – gebruik van een andere taal - meerwaarde voor de student en functioneel voor de opleiding ....................................................................................................... 17

Departementale aanvullingen bij de OER – Bedrijf en Organisatie – Academiejaar 2011-2012

pagina 1 van 17

art. 1

Bijzondere toelatingsvoorwaarden professioneel gerichte bacheloropleidingen

§ 1 Algemeen Van studenten die geslaagd zijn voor het eerste modeltraject van verwante academische bacheloropleidingen wordt aangenomen dat zij in globo competenties hebben bereikt zoals beoogd in de eerste modeltrajecten van de professioneel gerichte bacheloropleidingen van het departement / faculteit Bedrijf en organisatie en aldus kunnen beginnen aan het tweede modeltraject van de professioneel gerichte bacheloropleidingen op basis van het principe van EVK’s. § 2 Bijzondere toelatingsvoorwaarden bachelor in het Bedrijfsmanagement − Vrijstellingen op basis van 1ste voltijds modeltraject academische bachelor (60 studiepunten) De personen - die geslaagd zijn voor de examens van het eerste studiejaar van één van de onderstaande academische graden of - die geslaagd zijn voor het eerste voltijds modeltraject van de academische bachelor of - die voor alle opleidingsonderdelen van het eerste voltijds modeltraject van de academische bachelor een credit behaalden of gedelibereerd werden krijgen voor 60 studiepunten vrijstellingen toegekend binnen de opleiding bachelor in het Bedrijfsmanagement: bachelor in de economische wetenschappen; bachelor in de toegepaste economische wetenschappen; bachelor in de toegepaste economische wetenschappen: handelsingenieur; bachelor in de toegepaste economische wetenschappen: handelsingenieur in de beleidsinformatica; bachelor in de toegepaste economische wetenschappen: bedrijfskunde, bachelor in de toegepaste economische wetenschappen: economisch beleid bachelor in de handelswetenschappen; bachelor handelsingenieur bachelor in de bestuurskunde en het publiek management; bachelor in de rechten; bachelor in de criminologische wetenschappen; bachelor in de communicatiewetenschappen; bachelor in de politieke wetenschappen; bachelor in de sociologie. − Vrijstellingen op basis van 1ste voltijds modeltraject professioneel gerichte bachelor Bedrijfsmanagement (60 studiepunten) De personen die aan een ander departement of andere hogeschool geslaagd zijn voor de examens van het eerste studiejaar van de basisopleiding Bedrijfsbeheer of geslaagd zijn voor de examens van het eerste voltijds modeltraject van de professioneel gerichte bachelor Bedrijfsmanagement of voor alle opleidingsonderdelen van het eerste voltijds modeltraject van de professionele bachelor Bedrijfsmanagement een credit behaalden of gedelibereerd werden krijgen voor 60 studiepunten vrijstellingen toegekend en krijgen de toestemming voor inschrijving voor de overige 120 studiepunten van de professioneel gerichte bachelor Bedrijfsmanagement.


pagina 2 van 17

§ 3 Bijzondere toelatingsvoorwaarden bachelor in het Office Management − Vrijstellingen op basis van 1ste voltijds modeltraject academische bachelor (60 studiepunten) De personen die credits verworven hebben voor alle opleidingsonderdelen of gedelibereerd zijn voor het eerste modeltraject (60 studiepunten) van onderstaande academische bachelors worden toegelaten tot het tweede modeltraject van de bachelor in het Office Management. Bachelor in de taal- en letterkunde: 2 talen – Frans – Engels – Frans – Spaans – Frans – Duits – Engels – Spaans – Engels – Duits Bachelor in de Toegepaste Taalkunde – Frans – Spaans – Frans – Duits – Engels – Spaans – Engels – Frans – Engels – Duits − Vrijstellingen op basis van 1ste voltijds modeltraject professioneel gerichte bachelor Office Management (60 studiepunten) De personen die aan een ander departement of andere hogeschool geslaagd zijn voor de examens van het eerste voltijds modeltraject van de professioneel gerichte bachelor Office Management; of voor alle opleidingsonderdelen van het eerste voltijds modeltraject van de professionele bachelor Office Management een credit behaalden of gedelibereerd werden krijgen voor 60 studiepunten vrijstellingen toegekend en krijgen de toestemming voor inschrijving voor de overige 120 studiepunten van de professioneel gerichte bachelor Office Management. § 4 Bijzondere toelatingsvoorwaarden bachelor in de Toegepaste Informatica − Vrijstellingen op basis van 1ste voltijds modeltraject academische bachelor (60 studiepunten) De personen die credits verworven hebben voor alle opleidingsonderdelen of gedelibereerd zijn voor het eerste modeltraject (60 studiepunten) van onderstaande academische bachelors worden toegelaten tot het tweede modeltraject van de bachelor in de Toegepaste Informatica. Bachelor in de informatica Bachelor in de ingenieurswetenschappen: alle afstudeerrichtingen Bachelor in de industriële wetenschappen: alle afstudeerrichtingen Bachelor in de computerwetenschappen − Vrijstellingen op basis van 1ste voltijds modeltraject professioneel gerichte bachelor Toegepaste Informatica (60 studiepunten) De personen die aan een ander departement of andere hogeschool

geslaagd zijn voor de examens van het eerste voltijds modeltraject van de professioneel gerichte bachelor Toegepaste Informatica; of voor alle opleidingsonderdelen van het eerste voltijds modeltraject van de professionele bachelor Toegepaste Informatica een credit behaalden of gedelibereerd werden krijgen voor 60 studiepunten vrijstellingen toegekend en krijgen de toestemming voor inschrijving voor de overige 120 studiepunten van de professioneel gerichte bachelor Toegepaste Informatica. Voor de opleiding “ Toegepaste Informatica,1ste modeltraject in afstandsleren” worden alleen inschrijvingen met een diplomacontract en creditcontract toegelaten.


pagina 3 van 17

§ 5 Aanvraagprocedure In toepassing van artikel 35 en 36 van de Onderwijs- en Examenregeling zal de student om gebruik te maken van de mogelijkheid om vrijstellingen te krijgen conform art. 1 § 2 tot 4 van deze aanvullingen, een aanvraag indienen bij de Departementsraad / Faculteitsraad die de equivalentie van het desbetreffende geslaagde (of gedelibereerd) traject met het betrokken traject van de Hogeschool Gent vaststelt op basis van bereikte competenties. Op basis van de ingeroepen vooropleiding kunnen geen bijkomende vrijstellingen worden toegekend voor de overige 120 studiepunten van de opleiding.

§ 6 Bijzondere toelatingsvoorwaarden bachelor in het Retailmanagement

art. 2

Alvorens in te schrijven, zal de kandidaat-student Retailmanagement een intakegesprek hebben om het traject werkplekleren te bepalen.

De kandidaat-student kan niet inschrijven voor het opleidingsonderdeel Werkplekleren zonder dat hij/zij een door de opleiding goedgekeurd werkplek heeft.

Een student kan het opleidingsonderdeel Werkplekleren I alleen opnemen in zijn curriculum indien hij de toestemming heeft om voor alle opleidingsonderdelen van het 1ste modeltraject in te schrijven.

Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor de “programma’s studieomvangvermindering”

§ 1 Bachelor in het Bedrijfsmanagement De houders van een diploma professioneel gerichte bachelor in het Bedrijfsmanagement hebben reeds de algemene en algemeen beroepsgerichte competenties van de opleiding “Bachelor Bedrijfsmanagement” bereikt. Daarom worden deze studenten toegelaten tot de “programma’s studieomvangvermindering” van een andere afstudeerrichting. De faculteit Bedrijf en organisatie biedt volgende programma’s aan:

Accountancy-fiscaliteit KMO-management Logistiek Management Financie- en verzekeringswezen Marketing Milieumanagement Rechtspraktijk

De houders van een ander diploma (bv. Master in de Handelswetenschappen) kunnen een aanvraag indienen bij het departementshoofd / de decaan om te worden toegelaten tot de programma’s met studieomvangvermindering. De programma’s studieomvangvermindering bevatten opleidingsonderdelen modeltrajecten, daardoor kunnen overlappingen in lessenroosters voorkomen.

uit

verschillende

§ 2 Bachelor in het Office Management De houders van een diploma professioneel gerichte bachelor in het Office Management, afstudeerrichting Management-assistant hebben reeds de algemene en algemeen beroepsgerichte competenties van de opleiding “Bachelor in het Office Management” bereikt. Daarom worden deze studenten toegelaten tot het “programma’s studieomvangvermindering” van de afstudeerrichting Medical Management-assistant. Het programma studieomvangvermindering bevat opleidingsonderdelen modeltrajecten, daardoor kunnen overlappingen in lessenroosters voorkomen.


uit

verschillende

pagina 4 van 17

art. 3

Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor de opleidingen bachelor-na-bachelor voor houders van een buitenlands bachelordiploma Houders van een buitenlands bachelordiploma die wensen in te schrijven voor een opleiding bachelorna-bachelor dienen zich vooraf bij de centrale studentenadministratie aan te melden met het oog op het verkrijgen van een attest “Toelating tot de opleiding” zoals omschreven in de Onderwijs- en examenregeling. De kandidaat-student bezorgt aan het departementshoofd / de decaan: 1. bovenvermeld attest 2. het buitenlandse bachelordiploma inclusief de diplomasupplementen 3. de studiefiches van de opleidingsonderdelen. Het departementshoofd / de decaan neemt aan de hand van het volledige dossier een gemotiveerde beslissing of de student al dan niet wordt toegelaten tot de opleiding bachelor-na-bachelor.

art. 4

Bijzondere toelatingsvoorwaarden bachelor na bachelor Internationaal Bedrijfsmanagement

§ 1 Diplomavoorwaarden / contractsoort / voltijds Houder zijn van een bachelordiploma, of een licentiaatsdiploma. Voor de opleiding bachelor (na bachelor) Internationaal Bedrijfsmanagement worden alleen inschrijvingen met een diplomacontract toegelaten. Omwille van de disciplineoverschrijdende cases en groepswerk over verschillende opleidingsonderdelen heen is het noodzakelijk dat studenten het hele programma doorlopen. Daarom wordt bij een eerste inschrijving voor de opleiding alleen inschrijving voor het voltijds modeltraject van 60 studiepunten toegelaten. Uiteraard kunnen studenten op basis van reeds verworven credits wel inschrijven voor een geïndividualiseerd studietraject.

§ 2 Intakegesprek voor bachelor na bachelor Internationaal Bedrijfsmanagement Het opleidingsprogramma van de opleiding bachelor na bachelor “Internationaal Bedrijfsmanagement” bevat een aantal keuzevakken en twee leertrajecten. Om vast te stellen welk leertraject hij dient te volgen, organiseert de opleiding een intakegesprek dat beëindigd wordt met een bindend advies. Tegen dit advies kan bij het departementshoofd gemotiveerd beroep worden aangetekend binnen vijf kalenderdagen na bekendmaking van het advies. Het departementshoofd / de decaan beslist uiterlijk op 10 oktober over dit beroep, en maakt deze beslissing onverwijld bekend aan de student. Het intakegesprek voor de opleiding bachelor na bachelor Internationaal Bedrijfsmanagement wordt als volgt georganiseerd:

De coördinator van de opleiding houdt met iedere kandidaat student een intakegesprek. De student wordt via e-mail uitgenodigd voor het intakegesprek. Per student wordt een bindend advies opgesteld voor welk leertraject de student in aanmerking komt. Het bindend advies wordt onverwijld via e-mail aan de student bezorgd.

§ 3 Taaltesten (niveautoetsen en toelatingstoetsen) voor bachelor na bachelor Internationaal Bedrijfsmanagement Het programma van de opleiding bachelor na bachelor Internationaal Bedrijfsmanagement bevat onder andere de keuzemogelijkheid Le français des affaires (Niveau intermédiaire - B2), Le français des affaires (Niveau avancé - C1), Business English (Intermediate - B2) en Business English (Advanced - C1). Om te bepalen tot welk taalniveau de student kan worden toegelaten, wordt door de vaklector een niveautoets afgenomen.


pagina 5 van 17

Binnen 5 werkdagen na het afnemen van de niveautoets wordt de student via e-mail gemeld tot welk niveau van Le français des affaires en Business English hij wordt toegelaten. Voor de opleidingsonderdelen Wirtschaftsdeutsch (Mittelstufe - B2) en Español de negocios (Intermedio - B2) wordt door de vaklector een toelatingstoets afgenomen. Een student die niet voldoet aan de begincompetenties van het opleidingsonderdeel, wordt niet tot dit opleidingsonderdeel toegelaten. Binnen 5 werkdagen na het afnemen van de toelatingstoets wordt de student via e-mail gemeld of hij wordt toegelaten.

§ 4 Aantal inschrijvingen Het aantal inschrijvingen voor de opleiding bachelor na bachelor Internationaal Bedrijfsmanagement is omwille van didactische en organisatorische redenen beperkt tot 100 studenten. Voor deze opleiding dient men ingeschreven te zijn voor de aanvang van het inleidend seminarie.

art. 5

Bijzondere toelatingsvoorwaarden bachelor na bachelor Toegepaste Fiscaliteit Houder zijn van een diploma van: – professionele Bachelor Bedrijfsmanagement, afstudeerrichtingen: Accountancy-fiscaliteit, Rechtspraktijk, Financie- en Verzekeringswezen, KMO-Management – Master in de Handelswetenschappen – Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen – Master in de Economische Wetenschappen – Master in de Rechten – Master Handelsingenieur De overeenstemmende graduaats- en licentiaatsdiploma’s worden als equivalent beschouwd met de hierboven opgesomde diploma’s. De houders van deze diploma’s voldoen eveneens aan de toelatingsvoorwaarden. Houders van een ander diploma van professionele bachelor of master kunnen een gemotiveerde aanvraag indienen bij de Departementsraad / Faculteitsraad. De aanvrager bezorgt hiertoe tijdig een volledig dossier aan het departementshoofd / de decaan. Voor de opleiding bachelor na bachelor Toegepaste Fiscaliteit in dagonderwijs worden alleen inschrijvingen met een diplomacontract en creditcontract toegelaten. De opleiding bachelor na “bachelor Toegepaste Fiscaliteit in dagonderwijs” wordt aangeboden met een voltijds modeltraject van 60 studiepunten. Studenten kunnen ook een inschrijving nemen voor een geïndividualiseerd studietraject. Voor de opleiding “bachelor na bachelor Toegepaste Fiscaliteit in afstandsleren” worden alleen inschrijvingen met een diplomacontract en creditcontract toegelaten. Het opleidingsprogramma wordt gespreid over 2 academiejaren. In academiejaar 2011-2012 worden de eerste 24 studiepunten van het opleidingsprogramma aangeboden. Vanaf academiejaar 2012-2013 wordt het volledig programma (60 studiepunten) aangeboden.

art. 6

Bijzondere toelatingsvoorwaarden postgraduaat Complementaire Internationale Studies Houder zijn van een diploma van professioneel gerichte bachelor: – in het Bedrijfsmanagement; – in het Office Management; – in de Toegepaste Informatica. Voor de opleiding postgraduaat Complementaire Internationale Studies worden alleen inschrijvingen met een diplomacontract toegelaten.


pagina 6 van 17

De opleiding postgraduaat Complementaire Internationale Studies wordt uitsluitend aangeboden met een voltijds traject van minimaal 60 studiepunten.

art. 7

Bijzondere toelatingsvoorwaarden postgraduaat Computer Systems Validation Houder zijn van een bachelordiploma. De diploma’s van hoger onderwijs van één cyclus en van hoger onderwijs van twee cycli worden als equivalent beschouwd met een bachelordiploma en houders van deze diploma’s worden dus eveneens toegelaten tot het postgraduaat Computer Systems Validation. Voor de opleiding postgraduaat Computer Systems Validation worden alleen inschrijvingen met een diplomacontract en creditcontract toegelaten.

art. 8

Bijzondere toelatingsvoorwaarden postgraduaat Toegepast IT-management Houder zijn van een bachelordiploma. De diploma’s van hoger onderwijs van één cyclus en van hoger onderwijs van twee cycli worden als equivalent beschouwd met een bachelordiploma en houders van deze diploma’s worden dus eveneens toegelaten tot het postgraduaat Toegepast IT-management.

art. 9

Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor aanvullingstrajecten Toegepaste Informatica, Office Management en Toegepaste Informatica in afstandsleren

art. 10

Alvorens in te schrijven, zal de kandidaat-student voor de aanvullende trajecten Toegepaste Informatica, Office management en Toegepaste Informatica in afstandsleren een intakegesprek hebben

Voor de aanvullingstrajecten Toegepaste Informatica en Office Management en voor de opleiding Toegepaste Informatica in afstandsleren worden alleen inschrijvingen met een diplomacontract en creditcontract toegelaten.

Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor deelname aan uitwisselingsprojecten buiten de Associatie Universiteit Gent, in binnen- en buitenland

Een student die wil deelnemen aan een uitwisselingsprogramma buiten de AUGent in binnen- of buitenland, krijgt hiertoe slechts de toestemming indien hij:

zo hij deze onderwijsactiviteiten wil volgen in het tweede voltijds modeltraject, geslaagd is voor het eerste voltijds modeltraject en bovendien tijdens de eerste examenzittijd van het voorgaande jaar geslaagd is voor het jaarprogramma dat hij volgde; zo hij deze onderwijsactiviteiten wil volgen in het derde voltijds modeltraject, geslaagd is voor het tweede voltijds modeltraject en bovendien tijdens de eerste examenzittijd van het voorgaande jaar geslaagd is voor het jaarprogramma dat hij volgde. Alleen mits een grondige motivering kan een student die geslaagd is in de 2de examenzittijd toestemming krijgen om opleidingsonderdelen te volgen in een andere instelling buiten de Associatie Universiteit Gent.


pagina 7 van 17

art. 11

Terugbetaling van het studiegeld bij stopzetting van de inschrijving voor een bachelor na bacheloropleiding of postgraduaat

§ 1 Terugbetaling van het studiegeld bij stopzetting van de inschrijving voor een bachelor na bacheloropleiding In beslissing B/RVB/2011/DOW/1009 werd de terugbetaling van het inschrijvingsgeld voor de bachelor na bachelor Internationaal Bedrijfsmanagement en de bachelor na bachelor Toegepaste Fiscaliteit (dagonderwijs en afstandsleren) voor het academiejaar 2011-2012 vastgelegd. Deze beslissing wordt conform met artikel 38, §6 opgenomen in de facultaire aanvullingen bij de Onderwijs- en examenregeling.

§ 2 Terugbetaling van het studiegeld bij stopzetting van de inschrijving voor postgraduaat In beslissing B/BC/2011/B/DOW/1018 werd de terugbetaling van het studiegeld van de postgraduaten bij stopzetting van de studies academiejaar 2011-2012 vastgelegd. Deze beslissing wordt conform met artikel 38, §6 opgenomen in de facultaire aanvullingen bij de Onderwijs- en examenregeling.

art. 12

Postgraduaatgetuigschrift met graad van verdienste

De examencommissie van de postgraduaatopleiding is bevoegd om de studenten al dan niet geslaagd te verklaren voor het programma van de betrokken opleiding. De geslaagde student krijgt een postgraduaatgetuigschrift. De student kan geslaagd verklaard worden zonder dat bepaalde creditbewijzen zijn behaald. Bij niet-slagen bepaalt de examencommissie de opleidingsonderdelen die moeten hernomen worden met het oog op het behalen van het postgraduaatgetuigschrift. Bij slagen kent de examencommissie een graad van verdienste toe conform de algemene principes opgenomen in artikel 59, §2, 3° van de Onderwijs- en examenregeling.

art. 13

Ondertekening van het jaarprogramma

Conform artikel 27 §6 van de Onderwijs- en examenregeling verklaart de student zich akkoord met het vastgelegde jaarprogramma. Het zich akkoord verklaren van het jaarprogramma (volgens de richtlijnen via handtekening op papier of via elektronisch akkoord) maakt deel uit van de toetredingsovereenkomst en is een voorwaarde om deel te nemen aan de examens. Voor de faculteit Bedrijf en organisatie verklaart de student zich akkoord met het vastgelegde jaarprogramma door de ondertekening hiervan. De ondertekening van dit jaarprogramma dient te gebeuren vóór 1 december voor de jaarvakken en voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester en vóór 16 maart voor de opleidingsonderdelen van het 2de semester. Er kunnen geen wijzigingen meer aan het curriculum aangebracht worden vanaf 1 december voor jaarvakken en de opleidingsonderdelen van het 1ste semester, en vanaf 16 maart voor de opleidingsonderdelen van het 2de semester. Het loutere feit dat een student heeft deelgenomen aan onderwijs- of evaluatiemomenten van een opleidingsonderdeel of deelopleidingsonderdeel impliceert niet dat hij ervoor is ingeschreven.

art. 14

Inschrijven voor een geïndividualiseerd studietraject

Voor een geïndividualiseerd studietraject moet de student steeds de toestemming krijgen. De opportuniteit van het doorlopen van een geïndividualiseerd traject wordt op zorgvuldige wijze getoetst, rekening houdende met de volgtijdelijkheid, de gelijktijdigheid, de haalbaarheid in hoofde van de student, en in functie van de organisatie van de opleiding. De student die een geïndividualiseerd Departementale aanvullingen bij de OER – Bedrijf en Organisatie – Academiejaar 2011-2012

pagina 8 van 17

traject wenst aan te vragen zal zijn aanvraag laten adviseren door de trajectbegeleider of de coördinator van de opleiding of van de afstudeerrichting. In principe bevat een geïndividualiseerd studietraject maximaal 60 studiepunten, ongeacht het soort inschrijvingscontract. Voor inschrijvingen vanaf het tweede semester wordt het maximum aantal studiepunten beperkt tot 30. Bij uitzondering kan een student bij de departementsraad / faculteitsraad een schriftelijke en gemotiveerde aanvraag indienen voor het opnemen van een jaarprogramma met meer dan 60 studiepunten, respectievelijk meer dan 30 studiepunten. In het kader van deze afwijking kan uitzonderlijk afgeweken worden van de volgtijdelijkheid en de gelijktijdigheid. Bij het verlenen van de afwijking zal de departementsraad / faculteitsraad de studie-efficiëntie van de voorbije academiejaren in rekening brengen evenals de mate dat de afwijking de student in de mogelijkheid stelt het volledig te verwachten studietraject met een jaar te reduceren.

art. 15

Volgtijdelijkheid van de opleidingsonderdelen Bij de opbouw van de opleidingsprogramma’s werd de volgtijdelijkheid van opleidingsonderdelen bepaald. De volgtijdelijkheid geeft weer welke opleidingsonderdelen achtereenvolgens én gelijktijdig gevolgd moeten worden. De student moet bij de opbouw van zijn studietraject deze volgtijdelijkheid respecteren. Om de opleidingsonderdelen “Stage” en “Bachelorproef” te volgen moet de student in principe alle andere opleidingsonderdelen van de opleiding gevolgd hebben. De departementsraad / faculteitsraad kan echter een student de toelating geven om tijdens de stageperiode een beperkt aantal opleidingsonderdelen te volgen ten einde hem de mogelijkheid te geven een diploma te behalen binnen hetzelfde academiejaar. De toelating kan gekoppeld worden aan voorwaarden, bijvoorbeeld verlenging van de stageperiode en praktische haalbaarheid.

art. 16

Inschrijving voor de opleidingsonderdelen Stage / Projectstages / Bachelorproef – 2de semester Voor de opleidingsonderdelen Stage / Projectstages / Bachelorproef … die in het 2de semester van het opleidingsprogramma worden georganiseerd moet de student inschrijven vóór 1 december. Om organisatorische redenen zal men deze opleidingsonderdelen na 30 november niet meer kunnen toevoegen aan zijn jaarprogramma.

art. 17

Inschrijven voor een creditcontract of een examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs

Personen die wensen in te schrijven voor een creditcontract of een examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs, moeten van het departementshoofd / de decaan de toestemming krijgen. Zij richten daartoe een schriftelijke aanvraag tot het departementshoofd / de decaan.

art. 18

Inschrijven voor een creditcontract of een examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs indien men niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden

Kandidaat-studenten die niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden zoals vermeld in de artikels 22 tot en met 25 van de Onderwijs- en examenregeling, kunnen zich inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen met een creditcontract of een examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs op voorwaarde dat uit een onderzoek blijkt dat de betrokkene beschikt over de bekwaamheid om het opleidingsonderdeel of de opleidingsonderdelen goed te kunnen volgen. Kandidaat-studenten dienen een gemotiveerde aanvraag te richten tot het departementshoofd / de decaan.


pagina 9 van 17

De kandidaat dient hiervoor per opleidingsonderdeel een omstandige portfolio in, waarin hij aangeeft de noodzakelijke begincompetenties te bezitten. Hij wordt over dit portfolio ondervraagd in een gesprek met het departementshoofd / de decaan, die zich kan laten bijstaan door een lid van het onderwijzend personeel. Het departementshoofd / de decaan kan beslissen dat voor de beoordeling van de begincompetenties een test wordt afgenomen. Het departementshoofd / de decaan beslist over de toelating op basis van het dossier, het gesprek en de eventuele test.

art. 19

Creditbewijzen uitgereikt door de Hogeschool Gent, in een andere opleiding

De creditbewijzen die een student behaald heeft aan de Hogeschool Gent, in een andere opleiding dan de professioneel gerichte bachelor Bedrijfsmanagement, Office Management, Retailmanagement en Toegepaste Informatica, worden voor verwante opleidingsonderdelen als vrijstellingen in rekening gebracht binnen de opleidingen aangeboden door het departement / de faculteit Bedrijf en Organisatie.

art. 20

Deelvrijstellingen

Voor een opleidingsonderdeel waarvoor een student een creditbewijs behaald heeft in een andere instelling, in een andere opleiding of een andere afstudeerrichting dan deze waarvoor hij zich inschrijft, kan een deelvrijstelling voor een deelopleidingsonderdeel (partim) toegekend worden.

art. 21

Zittijdoverdracht en jaaroverdracht van punten van “deelopleidingsonderdelen” (partims)

Zittijdoverdracht: punten van een deelopleidingsonderdeel behaald vanaf het academiejaar 2010-2011 worden overgedragen van de eerste examenzittijd naar de tweede examenzittijd op voorwaarde dat de student voor het deelopleidingsonderdeel minstens 10 op 20 behaalde. Jaaroverdracht: punten van een deelopleidingsonderdeel behaald vanaf het academiejaar 2010-2011 worden overgedragen naar een volgend academiejaar op voorwaarde dat de student voor het punten van een deelopleidingsonderdeel minstens 10 op 20 behaalde.

art. 22

Tweede examenzittijd

Voor bepaalde opleidingsonderdelen wordt geen tweede examenzittijd georganiseerd. De informatie hierover vindt u in de betrokken studiefiches.

art. 23

Examencontracten

Voor een inschrijving met examencontract is toelating van het departementshoofd / de decaan noodzakelijk, ook in geval van herinschrijving. De toestemming kan uitsluitend verleend worden voor opleidingsonderdelen waarvoor inschrijving met examencontract mogelijk is. Een student die in de opleiding is ingeschreven met diplomacontract, kan bij inschrijving in hetzelfde of latere academiejaren niet overstappen van diplomacontract naar examencontract, tenzij hij voldoet aan één van onderstaande criteria. Bij het verlenen van de toestemming tot inschrijving met examencontract zal het departementshoofd / de decaan zich baseren op de volgende criteria: • werkstudenten die in het bezit zijn van een bewijs van tewerkstelling met een omvang van tenminste 80 uren per maand; • uitzonderlijke omstandigheden op basis waarvan individuele onderwijs- en examenmaatregelen worden verleend om gelijkheid van kansen voor studenten te waarborgen, zodat de student volwaardig kan participeren aan de examenactiviteiten; Departementale aanvullingen bij de OER – Bedrijf en Organisatie – Academiejaar 2011-2012

pagina 10 van 17

•

een student die inschrijft tussen 1 december t.e.m. 15 maart met een diplomacontract voor opleidingsonderdelen voor 2de semester en die bijkomend ook 1ste semester opleidingsonderdelen wil opnemen om aldus nog examens te kunnen afleggen in de tweede examenperiode, kan de 1ste semester opleidingsonderdelen enkel opnemen in een afzonderlijk examencontract als de inschrijving voor dat opleidingsonderdeel via examencontract mogelijk is (cfr. Onderwijs- en examenregeling art. 34, §1, 2de opsommingpunt).

De student richt zijn schriftelijke gemotiveerde aanvraag voor toelating tot inschrijving met een examencontract tot de decaan van de faculteit. De student die is ingeschreven voor een examencontract kan niet deelnemen aan de onderwijsactiviteiten en kan geen gebruik maken van de onderwijsondersteunende faciliteiten of van de begeleiding die de hogeschool biedt, met inbegrip van persoonlijke begeleiding via het elektronisch leerplatform. Hij is enkel ingeschreven voor het afleggen van examens. Indien hij toch de onderwijsactiviteiten wenst bij te wonen, of een beroep wenst te kunnen doen op begeleiding, moet hij zich voor de betrokken opleidingsonderdelen inschrijven met een diplomacontract. Voor bepaalde opleidingsonderdelen is het noodzakelijk om de onderwijsactiviteiten bij te wonen. Conform de OER moet de student zich voor deze opleidingsonderdelen inschrijven met een diplomacontract. Voor de opleidingsonderdelen van de bachelor Bedrijfsmanagement, Office Management en Toegepaste Informatica waarvoor dit in de studiefiche is vermeld is de student verplicht om een inschrijving met een diplomacontract te nemen. Voor de hieronder vermelde opleidingen kan er uitsluitend ingeschreven worden met een diplomacontract (en dus niet met een examencontract of met een creditcontract): – professionele bachelor Toegepaste Informatica in afstandsleren; – bachelor na bachelor Internationaal Bedrijfsmanagement; – postgraduaat Complementaire Internationale Studies – postgraduaat Toegepast IT-management. Voor de hieronder vermelde opleidingen kan er uitsluitend ingeschreven worden met een diplomacontract en creditcontract (dus niet met een examencontract): – professionele bachelor Bedrijfsmanagement, afstudeerrichting Accountancy-fiscaliteit in afstandsleren; – professionele bachelor Toegepaste Informatica in afstandsleren; – bachelor na bachelor Toegepaste Fiscaliteit in dagonderwijs; – bachelor na bachelor Toegepaste Fiscaliteit in afstandsleren; – postgraduaat Computer Systems Validation. Voor bepaalde opleidingsonderdelen bevat de evaluatie voor de inschrijvingen met examencontract een individuele opdracht. De student moet de opdracht uiterlijk op onderstaande data indienen: – opdrachten 1ste semester: uiterlijk 10 januari 2012, vóór 16.00 uur; – opdrachten 2de semester: uiterlijk 22 mei 2012, vóór 16.00 uur. Indien de student de opdracht niet tijdig indient, krijgt hij een “nul” voor dit deel van de evaluatie. De student moet de individuele opdracht bij de lesgever opvragen, – voor opleidingsonderdelen van het eerste semester voor 15 december; – voor opleidingsonderdelen van het tweede semester voor 1 april.

art. 24

Aanwezigheid bij onderwijsactiviteiten en examens

In afwachting van een goedkeuring van (deel)vrijstelling dient de student deel te nemen aan alle onderwijsactiviteiten waarvan hij nog niet formeel vrijgesteld is, met name ook aan onderwijsactiviteiten in de vorm van groepswerk, projectwerk en dergelijke. Een student die na verloop


pagina 11 van 17

van tijd verneemt dat hij geen vrijstelling krijgt, kan voor de periode voorafgaand aan deze mededeling geen "overmacht" inroepen. De student die een geïndividualiseerd studietraject aanvraagt moet reeds de onderwijsactiviteiten volgen van de opleidingsonderdelen in het traject dat hij heeft aangevraagd, ook al is dit traject nog niet goedgekeurd. Studiekosten die gemaakt zijn voor een opleidingsonderdeel waarvoor de aanvrager achteraf geen toestemming krijgt, kunnen niet op het departement verhaald worden, noch terugbetaald worden. De studenten dienen bij elke evaluatie (examen of niet-periode gebonden evaluatie) hun studentenkaart en identiteitskaart te kunnen voorleggen en de aanwezigheidslijst te tekenen als bewijs dat zij deelgenomen hebben.

art. 25

Aanwezigheid bij niet-periode gebonden evaluaties zoals gequoteerde oefeningen, testen, presentaties, projecten, …

§ 1 Aanwezigheid van de studenten De aanwezigheid van de studenten is verplicht voor de (deel)opleidingsonderdelen met niet-periode gebonden evaluatie. Indien de aanwezigheid niet op alle onderwijsactiviteiten verplicht is, meldt de lector dit bij het begin van het academiejaar of semester, en meldt hij bij welke onderwijsactiviteiten de aanwezigheid wel verplicht is (bv. door middel van een jaarkalender). Als er tijdens een onderwijsactiviteit een quotering in het kader van niet-periode gebonden evaluatie gegeven wordt, tekent de student bij elk evaluatiemoment een aanwezigheids- of ontvangstlijst als bewijs van de deelname. De lesgever controleert de afwezigheid. Eventuele vergissingen kunnen worden rechtgezet. In geval van betwisting wordt slechts de handtekening van de student op de aanwezigheidslijsten / ontvangstlijsten als geldig bewijs aanvaard. De door de studenten getekende aanwezigheidslijsten / ontvangstlijsten worden door de lesgevers bewaard tot 60 dagen na het afsluiten van de 2de examenzittijd. Een student die laattijdig inschrijft of door overmacht niet van bij het begin aan de onderwijsactiviteiten kan deelnemen, neemt binnen 8 kalenderdagen na inschrijving contact op met de lector om af te spreken hoe hij de gemiste niet-periode gebonden evaluaties kan inhalen of welke vervangende opdracht hij moet uitvoeren. Indien hij dit niet doet, krijgt hij de quotering “nul” voor elk van de gemiste evaluaties. De mogelijkheid om bij laattijdige inschrijving niet-periode gebonden evaluaties in te halen vervalt, voor opleidingsonderdelen van het eerste semester, bij inschrijving na 31 oktober; en voor opleidingsonderdelen van het tweede semester vanaf 1 maart. In deze gevallen krijgt de student de quotering nul voor de gemiste delen van de niet-periode gebonden evaluaties. Indien er geen inhaalmogelijkheid is, gelden de bepalingen zoals omschreven in paragraaf 3.

§ 2 Sanctie bij ongewettigde afwezigheid Telkens een student ongewettigd afwezig is op een evaluatiemoment, krijgt hij een “nul” voor dit deel van de niet-periode gebonden evaluatie. Als een student ongewettigd afwezig is op meer dan 50% van de evaluatiemomenten in het kader van niet-periode gebonden evaluatie, krijgt hij de vermelding “Afwezig” voor het geheel van de nietperiode gebonden evaluatie. Ingeval van gegronde redenen voor de ongewettigde afwezigheden kan het departementshoofd/de decaan, na een gesprek met de student en de voorzitter van de opleidingscommissie, vooralsnog deze vermelding ‘Afwezig’ ongedaan maken.


pagina 12 van 17

§ 3 Bewijs van gewettigde afwezigheid op niet-periode gebonden evaluatie Een student die wegens gewettigde afwezigheid niet kan deelnemen aan een niet-periode gebonden evaluatie moet een attest dat de afwezigheid wettigt binnen 5 werkdagen na de test bezorgen. De attesten worden op volgende plaats bezorgd: – campus Schoonmeersen: op het studentensecretariaat; – campus Mercator: op de receptie; – campus Aalst op het studentensecretariaat.

Laattijdig opgestelde of afgegeven attesten worden niet aanvaard. De student dient zelf een fotokopie van het attest te nemen om aan de lectoren voor te leggen als bewijs van gewettigde afwezigheid. In geval van gewettigde afwezigheid, gelegitimeerd door een geldig attest (b.v. doktersattest), dient de student binnen 8 kalenderdagen na zijn afwezigheid per e-mail contact op te nemen met de lesgever en te vragen op welke wijze hij de gemiste quoteringen of opdrachten inzake niet-periode gebonden evaluaties kan inhalen. Indien er geen inhaalmogelijkheid is, wordt de quotering “nul” voor het betreffende deel van de nietperiode gebonden evaluaties gegeven. Indien de student meent dat de lesgever onterecht heeft geoordeeld dat er geen inhaalmogelijkheid is, maakt hij dit onmiddellijk aanhangig bij het departementshoofd / de decaan.

§ 4 Sanctie bij afwezigheid voor (deel)opleidingsonderdelen waarvoor de quotering minstens 50 % gebeurt onder de vorm van niet-periode gebonden evaluatie Voor die (deel)opleidingsonderdelen waar de quotering minstens 50% gebeurt onder de vorm van niet-periode gebonden evaluatie bekomt de student de vermelding “Afwezig” voor het desbetreffende (deel)opleidingsonderdeel voor de 1ste examenzittijd indien de ongewettigde afwezigheid meer dan 20% bedraagt. Ingeval van gegronde redenen voor de ongewettigde afwezigheden kan het departementshoofd/de decaan, na een gesprek met de student en de voorzitter van de opleidingscommissie, vooralsnog deze vermelding “Afwezig” ongedaan maken.

art. 26

Betrokkenheid bij groepswerk

Indien de student in het kader van groepswerk een gebrek aan betrokkenheid vertoont, kan de lesgever de student uitnodigen tot een gesprek, dat bedoeld is om de student terug in het groepswerk te betrekken. Ook de student kan om een dergelijk gesprek verzoeken. Tijdens dit gesprek kunnen ook de andere groepsleden gehoord worden. Er wordt afgesproken op welke wijze, indien mogelijk, de student terug aan de werkzaamheden van de groep kan deelnemen. Indien wordt vastgesteld dat de student niet meer kan instappen in het groepswerk; of indien de student niet op het gesprek aanwezig is; of als de student na afloop van deze procedure nog niet aan de gestelde eisen voldoet, krijgt hij de quotering "nul" voor het geheel van dit groepswerk.


pagina 13 van 17

art. 27

Naleven van deadlines bij opdracht/ bachelorproef/ projectverslag/ scriptie/ stageverslag enz.

De opdrachten, eindwerken en projectverslagen moeten op de afgesproken datum afgegeven worden. De praktische organisatie wordt door de lectoren en via Chamilo aan de studenten meegedeeld. Iedere deadline moet strikt worden gerespecteerd. Het niet respecteren van de deadline wordt gesanctioneerd met verlies van punten. Als een student meer dan 2 maal de tussentijdse deadlines niet respecteert, krijgt de student nul voor het geheel van de opdracht. Als een opdracht niet tijdig afgegeven wordt, krijgt de student de vermelding “Afwezig” voor die opdracht. Dit geldt zowel voor opdrachten in het kader van niet-periode gebonden evaluatie als voor bachelorproef, scripties, stageverslagen en dergelijke meer. Indien de student een opdracht, bachelorproef, scriptie of stageverslag laattijdig afgeeft, kan de daaraan gekoppelde presentatie of verdediging niet doorgaan. Het werk wordt desgevallend tijdens de 2de examenzittijd gepresenteerd en beoordeeld. In de 2de examenzittijd krijgt de student die het werk of de individuele opdracht laattijdig afgeeft de vermelding “afwezig” voor het hele opleidingsonderdeel. Niemand anders dan het departementshoofd / de decaan kan uitstel verlenen om gegronde redenen. Laattijdig ingediende werken zoals bachelorproef, scripties, papers, projectverslagen, portfolio’s en zo verder, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het departementshoofd / de decaan, worden niet meer aanvaard.

art. 28

Inhaalexamens

Wanneer een student gewettigd afwezig is op een examen (met attest), kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden een inhaalexamen worden toegestaan door het departementshoofd / de decaan. Daartoe moet de student het examensecretariaat onmiddellijk, vóór de aanvang van het examen, op de hoogte brengen (telefonisch, per fax, of via e-mail) en binnen 24 uur het doktersattest overmaken aan het examensecretariaat. Op basis van de binnengebrachte documenten kan het departementshoofd / de decaan een nieuwe examendatum binnen dezelfde examenperiode en dezelfde examenzittijd organiseren. Een aanvraag voor een inhaalexamen impliceert niet automatisch dat er een inhaalexamen kan worden georganiseerd. De student kan in de opleidingen Bedrijfsmanagement, Office Management en Toegepaste Informatica maximaal 2 maal in de laatste 3 academiejaren deelnemen aan de inhaalexamens. Het verplaatsen van examens als individuele onderwijs- en examenmaatregel om gelijkheid van kansen voor studenten te waarborgen wordt hierbij niet meegerekend. Wanneer de afwezigheid voor een examen niet gewettigd is, of als er geen inhaalexamen meer georganiseerd kan worden, of als de student reeds 2 maal (in de laatste 3 academiejaren) heeft deelgenomen aan een inhaalexamen, wordt de student "afwezig" genoteerd voor dat examen. Wie op een inhaalexamen afwezig is (al dan niet gewettigd), wordt “afwezig” genoteerd voor het opleidingsonderdeel. Er wordt dus geen nieuw inhaalexamen georganiseerd.

art. 29

Doktersattesten

Alleen doktersattesten gedateerd op de 1ste dag van de ziekte worden aanvaard. Een attest dat na de ziekte of het ongeval geschreven werd (post factum-attest) wordt niet aanvaard. Een attest waarin enkel de verklaring van de student wordt gemeld (dixitattest) wordt niet aanvaard.


pagina 14 van 17

art. 30

Afwezigheid op een deel van een examen

§ 1 Een examen bestaande uit meerdere delen Indien de beoordeling van een (deel)opleidingsonderdeel bestaat uit niet-periode gebonden evaluatie en een examen, krijgt de student die niet op het examen aanwezig is, voor het (deel)opleidingsonderdeel de vermelding ““Afwezig” ongeacht zijn cijfer voor de niet-periode gebonden evaluatie. Indien een examen bestaat uit meerdere delen (bijvoorbeeld een schriftelijk en een mondeling deel), krijgt de student voor het (deel)opleidingsonderdeel de vermelding ”Afwezig” als hij niet deelneemt aan alle delen van het examen.

§ 2 Opleidingsonderdelen die conform de studiefiche bestaan uit deelopleidingsonderdelen Voor opleidingsonderdelen die bestaan uit deelopleidingsonderdelen (partims) vermeldt de studiefiche het aandeel van elk deelopleidingsonderdeel (partim) in de eindbeoordeling van het samengesteld opleidingsonderdeel. Bovendien geldt het volgende: Indien een student afwezig is op 1 deelopleidingsonderdeel kan er geen examencijfer voor het samengesteld opleidingsonderdeel berekend worden en krijgt hij de vermelding “??” voor het samengesteld opleidingsonderdeel. Bij consensus tussen de betrokken lesgevers kan een student die voor een deelopleidingsonderdeel minder dan 8 op 20 behaalt voor het samengesteld opleidingsonderdeel maximaal 9 op 20 toegekend krijgen, ongeacht het gewogen gemiddelde. De niet-geslaagde student die in de eerste examenzittijd minstens 10/20 haalde voor 1 van de deelopleidingsonderdelen, is niet verplicht over dit deelopleidingsonderdeel opnieuw examen af te leggen in de tweede examenzittijd van hetzelfde academiejaar. Hij dient echter wel examen af te leggen over ieder deelopleidingsonderdeel waarvoor hij minder dan 10 op 20 haalde; zoniet krijgt hij de vermelding “??” voor het samengesteld opleidingsonderdeel.

art. 31

Studiekosten

Bij het begin van het academisch jaar krijgt de student een overzicht van de te verwachten studiekosten. Dit overzicht omvat de geschatte prijs van handboeken en syllabussen, inclusief te verwachten extra kopieën; studiereizen en –uitstappen, en alle andere studiekosten die door het departement worden voorzien. De begrote studiekosten (exclusief handboeken en syllabussen) worden in de loop van het academiejaar geïnd. Niet begrote kosten worden eveneens in de loop van het academiejaar geïnd. Studenten die zonder geldige reden (doktersattest) afwezig zijn op een verplichte activiteit kunnen geen aanspraak maken op terugbetaling van de kosten die verbonden zijn aan die activiteit. Kosten die effectief gemaakt zijn voor studenten die afwezig zijn op een activiteit, zullen wel worden aangerekend.

art. 32

Jury bij mondelinge examens

Om de kwaliteit van de opleiding te garanderen en een echte inbreng vanuit het werkveld te bewerkstelligen kan bij mondelinge examens een extern jurylid aanwezig zijn. Het externe jurylid is geen lid van de examencommissie.


pagina 15 van 17

art. 33

Plagiaat

Het overnemen van kleine of grote stukken tekst, figuren, tabellen, cijfermateriaal en zo verder uit boeken, tijdschriften, cursussen, eindwerken, jaarverslagen, internet en zo verder wordt beschouwd als bedrog conform de OER als niet is voldaan aan al de volgende voorwaarden: • • • •

de bronvermelding is duidelijk, correct en volledig; het is toegelaten de bron te gebruiken (auteursrecht, confidentialiteit, …); de citaten worden ondersteunend gebruikt binnen een eigen tekst (dus, eigen structuur, eigen gedachteontwikkeling, …); er is een persoonlijke verwerking van de geciteerde stukken in de eigen tekst.

Het vertalen van stukken tekst zonder zowel duidelijke verwijzing naar de bron als persoonlijke verwerking is ook plagiaat. Alle stukken tekst die men doet voorkomen als eigen werk terwijl zij dat niet zijn, zijn plagiaat en worden als dusdanig gesanctioneerd. Het departement / de faculteit kan gebruik maken van speciaal daartoe ontworpen software om plagiaat in het werk van studenten op te sporen.

art. 34

Afwijkingen van de academische kalender

− In het departement / de faculteit Bedrijf en organisatie kunnen voor de derdejaarsstudenten onderwijs- en examenactiviteiten worden georganiseerd in andere perioden dan vermeld op de academische kalender. De studenten ontvangen bij de aanvang van het academiejaar een aangepaste academische kalender. De stage kan ook tijdens de vakantieperiodes, behalve tijdens de zomervakantie georganiseerd worden. − De studenten van de opleiding bachelor in het Retailmanagement volgen tijdens de periodes werkplekleren de werkregeling van het bedrijf, zoals bepaald in het contract werkplekleren. Het werkplekleren kan ook tijdens de vakantieperiodes worden georganiseerd. − De studenten van de opleidingen bachelor Internationaal Bedrijfsmanagement en bachelor Toegepaste Fiscaliteit ontvangen bij de aanvang van het academiejaar een aangepaste academische kalender. De stage kan ook tijdens de vakantieperiodes worden georganiseerd. − De studenten van de postgraduaten Computer Systems Validation en Toegepast IT-management ontvangen bij de aanvang van het academiejaar een aangepaste academische kalender. . − De studenten van het postgraduaat Complementaire Internationale Studies volgen de academische kalender van de buitenlandse gastinstelling.

art. 35

Opnemen van meerdere keuzevakken

Een student die naast het verplichte aantal keuzevakken bijkomende keuzevakken wenst op te nemen, moet voor de bijkomende keuzevakken een inschrijving met een creditcontract nemen. Deze inschrijving maakt dan geen deel uit van het studiecurriculum van de opleiding, en zal niet worden vermeld in het diplomasupplement. Als men voor het bijkomende keuzevak geslaagd is, bekomt men wel een creditbewijs.

art. 36

Keuzevak “Opleidingsonderdeel na goedkeuring”

De bacheloropleidingen Bedrijfsmanagement, Office Management en Toegepaste Informatica hebben het keuzevak “Ander opleidingsonderdeel na goedkeuring” in hun programma. Ongeacht het aantal studiepunten dat in de aanbiedende opleiding aan dit opleidingsonderdeel wordt toegekend, zal dit opleidingsonderdeel steeds het aantal studiepunten hebben dat is opgenomen in de opleidingsprogramma’s van de bacheloropleiding Bedrijfsmanagement, Office Management en Toegepaste Informatica die de student volgt. Departementale aanvullingen bij de OER – Bedrijf en Organisatie – Academiejaar 2011-2012

pagina 16 van 17

art. 37

Vakoverschrijdende opdrachten – gebruik van een andere taal - meerwaarde voor de student en functioneel voor de opleiding

De verplichte opleidingsonderdelen die geen taal tot voorwerp hebben, worden in de bachelor Bedrijfsmanagement, de bachelor Office Management en de bachelor Toegepaste Informatica in principe in het Nederlands gegeven. Vakoverschrijdende opdrachten met opleidingsonderdelen Frans, Engels, Duits of Spaans die eveneens deel uitmaken van het opleidingsprogramma van de betrokken student, zijn zo opgevat dat ze voor de studenten een meerwaarde in hun opleiding zijn. In het kader van deze vakoverschrijdende opdrachten worden de onderwijstaal en het studiemateriaal van de betrokken opleidingsonderdelen gecombineerd gebruikt. In het kader van het verwerven van interculturele en internationale competenties kan er voor alle opleidingsonderdelen tevens gebruik gemaakt worden van anderstalig studiemateriaal. In het kader van de internationalisering van de opleiding biedt het programma van de bachelor Bedrijfsmanagement, Office Management en Toegepaste Informatica aan de student de mogelijkheid om op vrije basis een aantal opleidingsonderdelen in het Engels te volgen. In het kader van de internationale en interculturele context van de opleiding bachelor na bachelor Internationaal Bedrijfsmanagement wordt niet alleen de stage in het buitenland gelopen, maar worden tevens een aantal opleidingsonderdelen verplicht of op vrijwillige basis in het Engels geprogrammeerd.


pagina 17 van 17

Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en Examenregeling (OER) Faculteit Bedrijf en Organisatie Academiejaar

Recommend Documents