Antwoorden hoofdstuk 19 Opgave 19.1 Vaste activa Vlottende activa
Geconsolideerde balans (1.000 + 600) 1.600 E.V. (250 + 300) 550 V.V. 2.150
(1.200 + 0!) (800 + 150)
1.200 950 2.150
Opgave 19.2 a. door de post “Deelneming” op de balans bij Powerlifter b. Voor 60 %. De waarde van Kleine, het E.V. ofwel bezittingen minus schulden bedraagt € 1.130.000 Grote bezit hiervan € 678.000. Dit is 678.000 x 100 % = 60 % 1.130.000 c Gebouwen Inventaris Goederen Debiteuren Liquide mid. d Gebouwen Inventaris Goederen Debiteuren Liquide mid.
(1.600 + 0) (370 + 246) (640 + 408) (390 + 180) (17 + 42)
(1.600 + 0) (370 + 410) (640 + 680) (390 + 300) (17 + 70)
Geconsolideerde balans 1.600 Aandelenvermogen 616 Reserves 1.048 Obligatielening 570 Onderhandse lening 59 Crediteuren 3.893
(2.500 + 0) 2.500 (208 + 0) 208 (550 + 0) 550 (180 + 0) 108 (437 + 90) 527 3.893
Geconsolideerde balans 1.600 Aandelenvermogen 780 Reserves 1.320 Obligatielening 690 Onderhandse lening 87 Crediteuren Minderheidsbelang 4.477
(2.500 + 0) 2.500 (208 + 0) 208 (550 + 0) 550 (180 + 0) 108 (437 + 150) 587 452 4.477
N.B. De post minderheidsbelang laat zich op twee manieren berekenen, salderend maar ook door de resterende 40 % te nemen van het eigen vermogen. Dat wordt dan 40 % van € 1.130 is € 452. Opgave 19.3 a. Voor “70 %”. Het eigen vermogen van Duimpje is € 3.000.000. Goliath heeft hiervan € 2.100.000. Dit is 2.100.000 x 100 % = 70 %. 3.000.000
Antwoorden hoofdstuk 19
1
b. Geconsolideerde balans Inventaris (4.600 + 2.400) 7.000 Aandelenvermogen (6.000 + 0) 6.000 Goederen (4.300 + 900) 5.200 Reserves (3.000 + 0) 3.000 Debiteuren (600 + 0) 600 Obligatielening (1.400 + 0) 1.400 Liquide mid. (1.000 + 500) 1.500 Onderhandse len. (800 + 0) 800 Crediteuren (1.600 + 600) 2.200 Minderheidsbelang (30% van 3.000) 900 14.300 14.300 Ten slotte moeten we de schuld van Goliath aan Duimpje elimineren. Op “concernniveau” valt dit weg. Dan vormen zij één geheel en doen onderlinge vorderingen en schulden er niet toe. In wezen wordt daardoor de debiteuren bij Duimpje € 80.000 minder en bij Goliath de crediteuren met € 80.000 minder. De geconsolideerde balans wordt dan: Inventaris Goederen Debiteuren Liquide middelen
7.000 5.200 520 1.500
Aandelenvermogen Reserves Obligatielening Onderhandse lening Crediteuren Minderheidsbelang
14.220
6.000 3.000 1.400 800 2.120 900 14.220
Opgave 19.4 Onderneming B heeft dit jaar rentekosten geboekt van € 2.000. Onderneming boekt hiervan een rentebate van € 2.000. Op concernniveau valt dit tegen elkaar weg.
Omzet Kosten omzet Bedrijfsresultaat Rentekosten Rentebaten Winst voor bel VPB Winst na bel
Antwoorden hoofdstuk 19
16.000 11.000 5.000 (800 – 2) 798 (240 – 2) 238 560 4.440 1.554 2.886
2
Opgave 19.5 Op concernniveau is er niets gebeurd met betrekking tot de genoemde verkoop van C naar D. In wezen zijn deze goederen binnen dezelfde organisatie alleen maar naar een andere ruimte overgebracht. Dit houdt in dat er bij de consolidatie een omzet van € 200.000 moet worden geschrapt, evenals een inkoopwaarde omzet van € 120.000. Omzet Kosten omzet Bedrijfsresultaat
(11.000 – 200) (7.100 – 120)
10.800 6.980 3.820
Opgave 19.6 Hierbij geldt hetzelfde als bij de vorige Opgave. Voor de organisatie als geheel heeft de verkoop van € 400.000 niet plaatsgevonden, waardoor ook de afboeking van inkoopwaarde omzet van € 230.000 ongedaan moet worden gemaakt. Omzet Kosten omzet Bedrijfsresultaat
(21.000 – 400) (12.500 – 230)
20.600 12.270 8.330
Opgave 19.7 Als we de omzetten van G en H optellen, hebben we die vermelde partij 2 keer geboekt. Eén keer voor € 180.000 en een keer voor € 250.000. Buiten deze organisatie zijn deze goederen voor € 250.000 verkocht, dus zullen we de “interne” omzet van € 180.000 moeten elimineren. Bij de verkoop aan derden heeft H hiervan € 180.000 op kostprijs verkopen geboekt. Dat is incorrect, want deze partij had voor de organisatie een kostprijs van € 120.000. Dit houdt in, dat we ook kostprijs verkopen voor € 180.000 moeten elimineren. Op concernniveau geven we dan terecht aan, dat de kostprijs verkopen € 120.000 was en de opbrengst verkopen € 250.000. Omzet Kosten omzet Bedrijfsresultaat
Antwoorden hoofdstuk 19
(8.000 – 180) (3.700 – 180)
7.820 3.520 4.300
3
Opgave 19.8 Op deze Opgave is dezelfde tekst van toepassing als bij de vorige. Als je de cijfers van de ondernemingen J en K optelt, moet je zowel op de concernomzet als inkoopwaarde van de concernomzet € 300.000 in mindering brengen. Omzet Kosten omzet Bedrijfsresultaat
(22.000 – 300) (13.600 – 300)
21.700 13.300 8.400
Opgave 19.9 a. Voor “55 %”.
1.100 x 100 % = 55 % 2.000
b. Geconsolideerde balans: Pand Inventaris Goederen Debiteuren Liquide middelen
1.000 2.700 3.800 2.620 1.100
Aandelenvermogen Reserves Obligatielening Hypotheek Crediteuren Minderheidsbelang
11.220
2.900 3.500 700 800 2.420 900 11.220
Het minderheidsbelang is 45 % van € 2.000 = € 900 Opgave 19.10 a Vennootschappelijke balans Immateriële vaste activa 70.000 Aandelenkapitaal Materiële vaste activa 1.200.000 Winstreserve Financiële vaste activa 224.000 Hypotheek Voorraad 320.000 Crediteuren Debiteuren 270.000 Kas/bank 306.000 2.390.000 b Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Voorraad Debiteuren Kas/bank
Antwoorden hoofdstuk 19
Geconsolideerde balans 70.000 Aandelenvermogen 1.580.000 Winstreserve 430.000 6 % Hypothecaire lening 360.000 7 % Hypothecaire lening 346.000 Crediteuren Minderheidsbelang 2.786.000
4
600.000 840.000 670.000 280.000
2.390.000
600.000 840.000 670.000 240.000 380.000 56.000 2.786.000
Opgave 19.11 Omzet en inkoopwaarde omzet Een interne leverantie, verkoopwaarde € 128.000 (40 % van € 320.000) en een inkoopwaarde van 100 x € 128.000 = € 80.000 is doorverkocht. Dit betekent dat zowel op 160 de omzet als inkoopwaarde omzet € 128.000 in mindering moet worden gebracht. Zie Opgaven 19.7 en 19.8. Het andere deel van de interne leverantie, verkoopwaarde € 192.000 (60 % van € 320.000) en een inkoopwaarde van 100 x € 192.000 = € 120.000 is nog niet 160 doorverkocht. Dit betekent dat een omzet van € 192.000 en een inkoopwaarde van € 120.000 moet worden teruggedraaid. Rentekosten en rentebaten. Voor een interne lening heeft F 8 % van € 300.000 x 6/12 = € 12.000 aan kosten geboekt, waarvoor onderneming E € 12.000 rentebaten heeft geboekt. Op concernniveau moet dit tegenover elkaar wegvallen. a Omzet Kosten omzet
(19.000 – 128 – 192) (10.500 – 128 – 120)
Overige kosten Bedrijfsresultaat Rentekosten Rentebaten
18.680,00 10.252,00 8.428,00 1.300,00 7.128,00
(1.100 – 12) (120 – 12)
1.088,00 108,00 980,00 6.148,00 2.151,80 3.996,20
Winst voor bel VPB Winst na bel
b F heeft goederen van E gekocht, die nog niet zijn doorverkocht aan derden. Daarvoor is aan F € 192.000 in rekening gebracht. Dit is een bedrag inclusief de winst voor E. Dit betreft het tweede genoemde deel van de interne leverantie. Op concernniveau is de inkoopwaarde van dit gedeelte € 120.000. Bij de waardering van de voorraad heeft F deze goederen gewaardeerd voor € 192.000. Het gevolg is dat op de totale waarde van de goederen € 72.000 in mindering moet worden gebracht. Goederen staan op de geconsolideerde balans voor € 2.328.000 (2.400.000 – 72.000) Opgave 19.12 Omzet en inkoopwaarde omzet Een interne leverantie, verkoopwaarde € 312.000 (80 % van € 390.000) en een inkoopwaarde van 100 x € 312.000 = € 240.000 is doorverkocht. Dit betekent dat zowel 130 op de omzet als inkoopwaarde omzet € 312.000 in mindering moet worden gebracht. Zie Opgaven 19.7 en 19.8.
Antwoorden hoofdstuk 19
5
Het andere deel van de interne leverantie, verkoopwaarde € 78.000 (20 % van € 390.000) en een inkoopwaarde van 100 x € 78.000 = € 60.000 is nog niet doorverkocht. 130 Dit betekent dat een omzet van € 78.000 en een inkoopwaarde van € 60.000 moet worden teruggedraaid. Zie de Opgaven 19.5 en 19.6 Rentekosten en rentebaten. Voor een interne lening heeft H 5 % van € 600.000 x 10/12 = € 25.000 aan kosten geboekt, waarvoor onderneming G € 25.000 rentebaten heeft geboekt. Op concernniveau moet dit tegenover elkaar wegvallen. a. Omzet Kosten omzet
(14.000 – 312 – 78) (8.700 – 312 – 60)
Overige kosten Bedrijfsresultaat Rentekosten Rentebaten
13.610,00 8.328,00 5.282,00 1.700,00 3.582,00
(330 – 25) (50 – 25)
305,00 25,00 280,00 3.302,00 1.155,70 2.146,30
Winst voor bel VPB Winst na bel
b. H heeft goederen van G gekocht, die nog niet zijn doorverkocht aan derden. Daarvoor is aan H € 78.000 in rekening gebracht. Dit is een bedrag inclusief de winst voor G. Dit betreft het tweede genoemde deel van de interne leverantie. Op concernniveau is de inkoopprijs van dit gedeelte € 60.000. Bij de waardering van de voorraad heeft H deze goederen gewaardeerd voor € 78.000. Dit is dus € 18.000 te hoog. Goederen staan op de geconsolideerde balans voor € 3.782.000 (3.800.000 – 18.000) Opgave 19.12 Omzet Kosten omzet Overige kosten Bedrijfsresultaat Rentekosten Rentebaten Winst voor bel VPB Winst na bel
13.610,00 8.328,00 5.282,00 1.700,00 3.582,00 305,00 25,00 280,00 3.302,00 1.155,70 2.146,30
b € 3.782.000
Antwoorden hoofdstuk 19
6