ISSN 2041-8558
Nederlands tijdschrift voor
anesthesiologie Nieuws & Reviews
April 2013 supplement
5
Interviews
• Transmurale verbindingen voor optimale pijnzorg Interview Dr. Sjouke Schiere
• Trek eens flink aan de bel! Interview huisarts Dr. Kees Vos
• Pioniers in pijnverpleegkunde Dubbelinterview Corine Beckers en Annemarie Padmos
REVIEWS
• CHANGE PAIN® artsenenquête van 2009-2010 G.H.H. Müller-Schwefe
• De veranderende rol van de huisarts in het ‘National Health System’
PLX-JOU-130123-01
REDACTIE • Prof. Hans Georg Kress • Dr. Gerhard H.H. Müller-Schwefe
P. Bell
• De rol van de patiënt in het multidisciplinaire team P. Moore
Officiële uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
Mede mogelijk gemaakt door een educational grant van Grünenthal www.change-pain.com
2
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > voorwoord
April 2013
Voorwoord
Een nieuw gezicht
Prof. Dr. Benedikt Preckel Plaatsvervangend hoofdredacteur NTvA
Geachte lezer,
I
n deze vijfde uitgave van Change Pain op pagina twee treft u een nieuw gezicht. Als nieuw plaatsvervangend hoofdredacteur van het Nederlandse Tijdschrift voor Anesthesiologie (NTvA) werd me gevraagd een voorwoord te schrijven voor Change Pain en daarmee het stokje van Dr. Markus Klimek over te nemen. Mijn eerste gedachten waren: Ik ben echt geen pijnspecialist. En zou deze taak niet veel beter door iemand met meer expertise op het gebied van pijnbestrijding moeten worden overgenomen? Toch wist men me te overtuigen, dat naast een voorwoord van een pijnspecialist het ook wenselijk is om de zienswijze en gedachten over de inhoud van het supplement Change Pain van een anesthesioloog met de lezer te delen. En dat deze anesthesioloog niet nauw bij de (chronische) pijnbestrijding betrokken hoeft te zijn. Ik hoop dat ik aan de in mij gestelde verwachtingen kan voldoen. In het Nederlandse deel van de voor u liggende editie (pagina 2 t/m 8) wordt onder andere ingegaan op de opleiding pijnconsulent/-coördinator. Een nieuwe, uitdagende functie die naar mijn overtuiging bijdraagt aan kwaliteitsverbetering van de postoperatieve zorg voor de patiënt. Postoperatieve pijnbestrijding door speciaal opgeleide pijnconsulenten maakt deel uit van een nieuwe taakverdeling, die in lijn ligt met andere taakherschikkingen binnen de anesthesiologie. Naast de directe zorg voor de patiënt kunnen deze specialistische verpleegkundigen een belangrijke rol vervullen bij het bij- en nascholen en adviseren van andere professionals in de zorg. Op die manier zorgen ze er onder andere voor dat behandelaars zich meer bewust zijn van het onderwerp pijn. Ik wens de pijnconsulenten veel succes in hun nieuwe functie en wens u allen veel leesplezier.
Benedikt Preckel Fotofrafie: Jeroen Oerlemans
Geachte lezer,
V
Prof. Dr. Frank Huygen Lid internationale adviesraad Change Pain en voorzitter nationale adviesraad Change Pain
oor u ligt het 5de Change Pain, supplement van het Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie. Een breed scala aan experts komt aan het woord. Rode draad is dat er nog steeds (te)veel pijn wordt geleden. Tegelijkertijd wordt daar nog (te) weinig mee gedaan. Ondanks goede ontwikkelingen is er onvoldoende bewustzijn van het probleem. Het zien van (chronische) pijn als een symptoom en niet als een ziekte leidt tot onder registratie. Ook wreekt zich het feit dat we er onvoldoende in geslaagd zijn reeds bestaande kennis over diagnostiek en behandeling van pijn te implementeren in opleidingen. Daarnaast is er ook nog steeds een gebrek aan kennis, waarvoor veel onderzoek noodzakelijk is. Zoals Charles Darwin zei: “Het is niet het sterkste ras dat overleeft, ook niet het meest intelligente, maar zij die het meest kunnen veranderen.” Niets lijkt echter moeilijker dan veranderen. Dit is alleen succesvol indien we op vele vlakken tegelijk in actie komen. Richard Grol, emeritus hoogleraar diseasemanagement zegt in zijn boek ‘Improving patient care, the implementation of change in clinical practice’ dat veranderingen zich moeten richten op meerdere dimensie, te weten: de professional, organisatie, financiën en wettelijke maatregelen. In dit nummer van Change Pain wordt een aantal voorbeelden hiervan genoemd: De professional, de huisarts dient zijn verantwoordelijkheid in de pijnzorg op te pakken en moet daar de juiste tools voor aangereikt krijgen. Zie onder andere het interview met huisarts Dr. Kees Vos. De organisatie moet bewegen naar ketenzorg. Zie onder andere het interview met anesthesioloog en pijnspecialist Dr. Sjouke Schiere. Financieel, middels multidisciplinaire DOT’s kan een geïntegreerde patiëntenzorg gestimuleerd worden. Wettelijke maatregelen, de kwaliteitswet zorginstellingen geeft mogelijkheden zoals binnen het veiligheidsprogramma ‘Vroege herkenning en behandeling’ van pijn te komen tot een duidelijke verbetering van pijnzorg binnen ziekenhuizen.
Veel leesplezier! Frank Huygen
3
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > inhoud
April 2013
Nederlands tijdschrift voor
anesthesiologie April 2013 supplement
Nieuws & Reviews > inhoud >
voorwoord
2
Prof. Dr. Benedikt Preckel Prof. Dr. Frank Huygen
inleiding
9
Prof. Hans Georg Kress
> Nieuws
> Interviews Transmurale verbindingen voor optimale pijnzorg
>
5
4
Naar een benadering van patiëntenzorg in een multidisciplinair team 10 Prof. Bart Morlion
Interview Dr. Sjouke Schiere
Trek eens flink aan de bel!
5
Interview huisarts Dr. Kees Vos
Pioniers in pijnverpleegkunde
6
Dubbelinterview Corine Beckers en Annemarie Padmos
> KORTE MEDEDELINGEN
> reviews Resultaten uit de change pain artsenenquête van 2009-2010
12
Dr. Gerhard H.H. Müller-Schwefe
De veranderende rol van de huisarts in het ‘national health system’ 14 8
Dr. Pamela Bell
De rol van de patiënt in het multidisciplinaire team
16
Pete Moore
>
nieuwe publicaties, uitgelicht
19
> commentaar
Beeldendatabank nu live beschikbaar op www.change-pain.nl Pijnbeelden voor educatieve doeleinden, presentaties, lezingen etc....
Prof. Bart Morlion
11
Dr. Gerhard H.H. Müller-Schwefe
12
Dr. Pamela Bell
14
Pete Moore
17
Wilt u meer informatie of participeren in Change Pain dan kunt u contact opnemen met medisch adviseur Margot van den Camp (margot.vandencamp@ grunenthal.com).
4
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > interview
April 2013
>
Interview met vice-voorzitter sectie Pijngeneeskunde van NVA, Dr. Sjouke Schiere
Transmurale verbindingen voor optimale pijnzorg Anesthesioloog en pijnspecialist in het UMCG en vice-voorzitter sectie Pijngeneeskunde van NVA, Dr. Sjouke Schiere, vertelt over pijngeneeskunde door de decennia heen. “Inmiddels ligt onze focus op het lijden aan pijn, niet op de pijn zelf.” Hoe heeft de pijngeneeskunde zich ontwikkeld? “Net als software kent de pijngeneeskunde voor mij verschillende versies. Zo stamt Pijngeneeskunde 1.0 uit de jaren tachtig toen pionier-anesthesiologen, die destijds puur als prikkers en verstrekkers van pillen bekend stonden, door collega’s werden gevraagd de pijn van hun patiënten te behandelen. Anesthesiologen zijn tenslotte bij uitstek goed in het verdoven van zenuwen. Het aanbrengen van tijdelijke ‘blokjes’ die een pijnlijke zenuw platlegde kon (en kan) echter niet tot in de eeuwigheid worden uitgevoerd. De zoektocht naar nieuwe wegen begon. Pijngeneeskunde 2.0 ontstond halverwege de jaren negentig toen duidelijk werd dat pijn meer was dan een prikkel van een zenuw. Chronische pijn werd benoemd en onderzocht. De eerste pijnkenniscentra werden in 1993 in Nederland opgezet in de universitaire medische centra in Maastricht, Utrecht, Nijmegen en Groningen. Hun taak: door nauwe samenwerking de kwaliteit van de bestrijding van pijn in de gezondheidszorg bevorderen door het ontwikkelen van onderwijs en onderzoek op het gebied van pijn. Daarnaast ontstonden de eerste tweedelijns multidisciplinaire overlegstructuren met vaak een neuroloog, psycholoog, revalidatiearts en anesthesioloog als leden van het team. ‘Moeilijke’ patiënten werden in dit overleg besproken en er werd een behandelplan opgesteld. Vanaf ongeveer 2010 geldt versie 3.0 van de pijngeneeskunde waarin we alle pijnpatiënten holistisch benaderen. De multidisciplinaire aanpak wordt een integrale aanpak door nauwere samenwerking en een eensluidende visie op lijden en pijn. Tegelijkertijd verschuift deze integrale behandeling van de tweede lijn naar de eerste lijn. Er zijn in Nederland al
Wat is uw visie op de multidiscipli naire aanpak van pijnbestrijding? “Op dit moment doet iedereen zijn ding binnen de multidisciplinaire aanpak. De patiënt schuift van de een naar de ander, en weer terug, als het even tegenzit. Er is veelal geen overkoepelende visie hoe die patiënt het beste kan worden aangepakt.”
Hoe ziet de ideale aanpak eruit?
een aantal goede voorbeelden van trans murale samenwerkingsverbanden tussen pijnartsen, eerstelijns fysiotherapeuten en gezondheidspsychologen. Het rapport van de Regieraad voor Kwaliteit van Zorg ‘Chronische Pijn’ (november 2011, o.l.v. Prof. Huygen) ondersteunt deze ingeslagen weg volledig. De sectie pijngeneeskunde van de NVA, onderdeel van 3.0, brengt leden met een bijzondere interesse in de pijnbehandeling bij elkaar met als doel de nadere bestudering van en uitwisseling van kennis omtrent pijnbehandeling, en het ontwikkelen van richtlijnen en protocollen onder andere in samenwerking met de NHG. Een register wordt opgezet van anesthesiologen die zich hebben toegelegd op pijngeneeskunde. Het aandachtsgebied en fellowship Pijngeneeskunde worden ontwikkeld en deels geïntegreerd in de opleiding tot anesthesioloog.”
Waarom vindt u pijnbestrijding zo belangrijk? “Mijn drijfveer komt voort uit het lijden van pijnpatiënten. Op het verzachten van dat lijden ligt meer en meer mijn focus en die van mijn collega’s, niet alleen op de (chronische) pijn zelf. We zien een diversiteit aan lijden in de praktijk en ik vraag me geregeld af waarom lijdt de een er meer onder dan de ander? Boeiend. Onze exclusieve deskundigheid blijft natuurlijk onze kennis en vaardigheden van farmacotherapie en invasieve behandeltechnieken.”
“Ik pleit voor het weghalen van schotten, zorg letterlijk rondom de patiënt organiseren in een keten met transmurale verbindingen. Daarbij is een gedeelde visie noodzakelijk. Dat vergt tijd, inzet en ondernemerszin. Je moet ervoor willen gaan, een proactieve rol vervullen. De voornaamste blokkade op dit moment is dat de zorgverzekeraars er nog niet klaar voor zijn. Er liggen initiatieven op dit gebied met ketenfinanciering als basis bij de diverse zorgverzekeraars. Ze zijn wel enthousiast maar zien nog geen posten of mogelijkheden om deze initiatieven te ondersteunen. Zorgverzekeraars lijken nog vast te zitten aan verticale financiering, ondanks het feit dat zij anders verkondigen.”
Waar is op dit moment winst te boeken? “Op vele vlakken zijn reuze interessante ontwikkelingen te verwachten. Niet in de laatste plaats op het gebied van farmacotherapie en invasieve behandelingen. Daarnaast zullen we het selfmanagement van patiënten stimuleren door (psycho-)educatie, bijvoorbeeld ook door e-Health methodieken in te zetten en het verder uitwerken van de holistische visie. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de biomedisch-psycho-sociale factoren, de drie klassieke kwadranten van chronische pijn, dan wordt zingeving vaak vergeten. De haalbaarheid bespreken met de patiënt. Wat wil hij/zij nog bereiken? Welke plannen en ambities heeft iemand nog? Ouderen zijn hierin soms niet realistisch en geneigd het probleem bij de dokter op tafel te leggen. Dat kunnen lastige gesprekken zijn maar ze zijn belangrijk om te voeren. Vaak leidt acceptatie van dat dingen zijn zoals ze zijn, namelijk beperkend, tot het verzachten van het lijden aan pijn.”
5
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > interview >
April 2013
Interview huisarts Kees Vos, lid Nederlandse adviesraad Change Pain
Trek eens flink aan de bel! Maar liefst één op de vijf huisartsenbezoeken is vanwege chronische pijn. Toch zijn er verrassend genoeg nauwelijks huisartsen die echt geïnteresseerd cq. gespecialiseerd zijn in pijn. “Pijn is niet zo’n aantrekkelijk onderwerp”, zegt Dr. Kees Vos, huisarts in Spijkenisse, docent huisartsgeneeskunde aan het Erasmus MC, onderzoeker, en lid van de Nederlandse adviesraad van Change Pain.
Monique de Mijttenaere Wat is uw speerpunt binnen de adviesraad Change Pain? "Ik vertegenwoordig de eerstelijns- en nuldelijnsstandpunten. Met het huidige tempo van de vergrijzing neemt de nuldelijns zelfzorg een steeds grotere plaats in. We willen de eerste lijn meer in beweging krijgen als het om pijn gaat. Vooralsnog wordt pijn als niet als bijzonder aantrekkelijk ervaren door huisartsen. In hun beleving zijn pijnpatiënten ‘lastig’, ‘zeuren’ ze en kosten ze tijd, energie en dus geld. Huisartsen zien hun rol niet direct of de meerwaarde van hun inzet op gebied van pijn. De Change Pain pijnbeoordelingstool is bijvoorbeeld een heel nuttige tool, daar wordt nog te weinig mee gedaan."
Welke rol zou de huisarts moeten vervullen op gebied van pijn? "Die van aandachtige luisteraar en voorlichter. Daarbij is het internet heel bruikbaar. Zelf pak ik de computer er geregeld bij om samen met de patiënt te bekijken wat deze bijvoorbeeld online heeft gevonden en interessante websites zoals die van Change
Pain te laten zien. Dat werkt heel goed en bijvoorbeeld veel beter dan wanneer ik ga vertellen wat ‘we’ gaan doen. De patiënt met chronische pijn is zijn eigen specialist. Niemand weet immers zoveel van zijn of haar pijn -de details, grenzen, emoties en beleving- als de pijnpatiënt zelf."
Module 1 van digitale nascholing voor huisartsen nu online Op www.changepain.nl staat eCME module 1 ‘Evaluatie van de pijn en communiceren met de patiënt’ online. Deze geaccrediteerde nascholing over chronische pijn voor huisartsen is de eerste van een reeks die in de loop van dit jaar zal wordt uitgebreid. Deze eerste module is geaccrediteerd voor 1 punt voor huisartsen.
http://changepain.nl/grt-changepain-portal/200700021.jsp
Hoe krijg je huisartsen in beweging? "Dat is een moeilijke vraag. Pijn is complexe materie, en in tegenstelling tot bijvoorbeeld diabetes-, COPDspreekuur of palliatieve pijnzorg, vormt pijn voor de eerste lijn geen bron van inkomsten. Chronische pijn is zo persoonlijk en niet meetbaar zoals bijvoorbeeld suiker. Dat maakt het allemaal lastig om huisartsen in beweging te krijgen. Er valt op dit moment makkelijker winst te halen bij de patiënt zelf. Het gesprek tussen patiënt en huisarts moet worden opengegooid."
Tijd voor een goed gesprek? "Precies. De helft van alle chronische pijnpatiënten komt slechts één keer bij de huisarts. De redenen waarom lopen
> Change Pain internationale artsen enquête 2009-2010 Kees Vos: “De uitkomsten zijn voor mij een redelijke afspiegeling van de Nederlandse situatie. Uiteraard vind ik het aantal huisartsen dat de enquête heeft ingevuld in verhouding veel te laag (22%, tegenover 48% pijnspecialisten en 31% overige specialisten). Feit dat 14,5% van de huisartsen nooit opioïden voorschrijft verbaast me niet. In Nederland is er weerstand bij de patiënt om morfine via de huisarts te krijgen, dit wordt wel geaccepteerd van de specialist. Dat huisartsen volgens de enquête het minst vaak een antidepressivum voorschrijven, is herkenbaar. Dat is ook zo in Nederland en naar mijn idee een gemiste kans door gebrek aan kennis en inzicht. Wanneer huisartsen zich verdiepen in pijn komt de combinatiebehandeling met onder andere antidepressivum al snel naar boven. En terecht want je kunt op die manier goede resultaten halen. Kost alleen een hoop uitleg en begeleiding van de patiënt in kwestie.”
uiteen maar vooroordelen spelen een belangrijke rol. Ik pleit ervoor dat de patiënt meer voor zichzelf moet opkomen. Trek eens flink aan de bel! Ik zie soms patiënten die al jaren kampen met een pijnscore van 8,5 en die nog nooit bij een huisarts zijn geweest. Dat vind ik schokkend. Omdat ze vaak het gevoel hebben dat de huisarts niet veel kan betekenen voor ze, komen ze niet in actie en verandert er niks in hun situatie. Kunst is om het gesprek aan te gaan en patiënten niet ongewild en onbewust weg te jagen. Ik begin meestal met de vraag: “Wat wil je doen aan je pijn?” Want in hoeverre wil iemand zelf meewerken en denken in plaats van de pijn op een bordje bij huisarts te leggen? Als de motivatie helder is, is een goed gesprek mogelijk. Een gesprek over verwachtingen, ervaringen, haalbare doelen en eventueel medicijnen. Dat is een heikel punt want Nederland is een anti-medicijnland. We slikken liever niks en als we slikken en er duikt een enkele bijwerking op, dan stopt 1 op de 3 patiënten direct. Medicijngebruik vraagt om afwegen, of pijn accepteren of minder pijn en eventuele bijwerkingen accepteren."
6
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > dubbelinterview
April 2013
>
Eerste lichting pijnconsulenten is afgestudeerd en aan het werk
Pioniers in pijnverpleegkunde
Corine Beckers: Verpleegkundige met oncologie-en IC-opleiding, nu pijnconsulent/ coördinator
Annemarie Padmos (44) en Corine Beckers (43) horen bij de eerste lichting afgestudeerde pijnconsulenten. Beiden werken ze in het Ikazia ziekenhuis Rotterdam onder andere als pijncoördinator. “We voelen ons pioniers.”
Pijnconsulent, pijncoördinator, wat is het verschil?
Wat doen jullie als pijncoördinator precies?
Annemarie: Wij zijn als pijnconsulent met veel coördinerende taken binnen de organisatie neergezet en worden daarom pijncoördinator genoemd.
Annemarie: We zijn verantwoordelijk voor het verbeteren van het pijnbeleid. Voor het meten en registreren van pijn, voor pijnscholing, pijnprotocollen en patiënteninformatie. Onze basis is het veiligheidsmanagementsysteem voor de Nederlandse ziekenhuizen (VMS). Een van de thema’s hiervan is: Vroege herkenning en behandeling van pijn.
Hoe zijn jullie bij deze eerste lichting gekomen? Corine: Begin 2010 zijn wij in een nieuwe functie begonnen met pionieren, dus naamsbekendheid verwerven, kennismaken met de hele organisatie, zoeken naar projecten en hulpmiddelen, het actualiseren van protocollen en patiënteninformatie en het inrichten van onze website. Daarna volgden het geven van algemene lessen over pijn meten, het belang van aandacht voor pijn en het geven van adequate pijnbehandeling. Last minute kregen we december 2010 informatie over deze nieuw te starten opleiding. Wij mochten een pijnopleiding gaan volgen en hadden er dus ineens een dichtbij huis gevonden!
Met welke pijnpatiënten heb ben jullie te maken? Corine: Voornamelijk postoperatieve patiënten, of patiënten met hoge pijnscores op overige afdelingen zoals oncologie-, -long of interne patiënten. Zo lopen we zelfstandig de ronde van de acute pijnservice, langs postoperatieve patiënten met invasieve pijnbestrijding (een epidurale katheter of een katheter die een zenuw verdooft of iemand met een PCA-pomp).
Wat vinden jullie het leukste aan jullie nieuwe functie? Corine: Dat we veel geleerd hebben op een voor ons onbekend terrein. Dat we met iedereen in de organisatie te maken hebben, van patiënten tot artsen, van verpleegkundigen tot managers. Verder dat er nu een grotere bewustwording voor pijn op de afdelingen is. Artsen en verpleegkundigen besteden meer aandacht aan pijn en dat zie ik als een kwaliteitsverbetering van de zorg voor de patiënt. Annemarie: Het al doende leren. We zijn deze functie zelf aan het ontwikkelen en vormgeven en dat gaat met vallen en opstaan. Daarom zijn we blij dat we deze functie met zijn tweeën kunnen doen, dat is fijn.
Tegen welke hobbels lopen jullie op? Corine: De ziekenhuisbrede pijncijferregistratie vraagt veel inzet van de werkvloer, van ons en van de afdeling Kwaliteit. Bij alle klinische patiënten moet dagelijks naar pijn gevraagd worden, ook op de SEH moet naar pijn gevraagd worden bij binnenkomst en vertrek. Dit heeft als doel pijn vroeg te herkennen en te behandelen.
Tekst: Monique de Mijttenaere / Fotografie: Ikazia ziekenhuis
Annemarie Padmos: IC-verpleegkundige en pijnconsulent/ coördinator
7
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > dubbelinterview
De registratie wordt wel als overbodig gezien met het argument ‘we doen het toch goed’. Annemarie: Soms is er weerstand naar ons toe, alsof we collega’s komen controleren. Dat was vooral in het begin zo.
Hoe kregen en krijgen jullie die registratie dan toch voor elkaar? Corine: Door acties die motiveren, waarderen en door pijn op allerlei manieren onder de aandacht te brengen. Bijzonder was de taartactie. Van de resultaten van de pijnregistratie hadden we taartdiagrammen gemaakt en vervolgens echte taarten van laten maken. Een taart eten die de prestaties van jouw afdeling verbeeldt is lekker en maakt ook nog eens duidelijk hoe goed je het als afdeling hebt gedaan. Of je met je collega’s de doelstelling van 90% (complete pijnregistratie van de klinische patiënten) hebt behaald.
Voelen jullie je pioniers? Zijn jullie trots? Annemarie: Zeker, en we zijn trots op de manier waarop we het pijnbeleid op de kaart hebben kunnen zetten. Dit blijven we doen met onze acties; posters maken en ophangen, scholingen verzorgen, aandacht vragen voor pijn(registratie), nieuwsbrieven schrijven, berichten plaatsen op Ikanet en pijncijfers terug koppelen.
April 2013
De 2-jarige opleiding Pijnconsulent is te volgen bij Erasmus MC Zorgacademie Rotterdam en bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). In Nijmegen is de eerste lichting studenten in januari 2012 gestart, in Rotterdam is de derde lichting aan de opleiding begonnen en studeert de tweede lichting dit jaar af. De studie bestaat uit drie fasen. Voor meer informatie (zoals toelatingseisen) zie www.erasmusmc.nl/zorgacademie/ organisatie/opleidingen/consulent/pijn/
Op welke manier leveren jullie input vanuit de praktijk om de opleiding verder te kunnen ontwikkelen? Corine: We hebben recent les gegeven over projecten, implementatie, weerstand en motivatie. Tijdens de opleiding hebben we regelmatig geëvalueerd en feedback gegeven. De opleidingscoördinator is goed toegankelijk, en kunnen we ook nu nog benaderen met ideeën.
Waarom biedt jullie functie zo’n belangrijke toegevoegde waarde voor de patiënt? Annemarie: Het is een verbetering in de kwaliteit van de zorg voor de patiënt. Meer aandacht voor pijn betekent een betere en eerder ingezette pijnbehandeling en dus een beter en sneller herstel.
Corine: Een goede pijnbehandeling is goed voor het herstel en welzijn van iedere patiënt. Daarmee wordt ook de opnameduur verkort en worden de kosten van de gezondheidszorg verlaagd. Uit onderzoek blijkt dat patiënten de volgende drie dingen het meest belangrijk vinden tijdens een ziekenhuisopname: hoe snel komt er een dokter aan mijn bed, hoe word ik bejegend en hoeveel aandacht is er voor de pijn die ik ervaar?
Pleiten jullie voor pijn consulenten in elk ziekenhuis en zorginstelling (hospice, gehandicaptenzorg, thuis zorg)? Corine: Zeker. Iemand die gespecialiseerd is, signaleert anders, vraagt anders en benadert vanuit zijn deskundigheid. Daarmee kun je anderen ondersteunen. Dat geldt niet alleen voor pijnspecialisten maar voor allerlei gebieden in de zorg. Annemarie: Ja, pijn is door veel artsen, verpleegkundigen en ook voor de patiënten zelf iets wat men erbij vindt horen in een ziekenhuis (of andere zorginstellingen). Er heersen nog veel vooroordelen over pijn en zeker chronische pijn is een moeilijk te begrijpen en complex ziektebeeld. Het is goed als er specialistisch verpleegkundigen zijn die over dat onderwerp kunnen scholen en adviseren.
Hoe hebben jullie de opleiding ervaren? Corine: De studiebelasting was best zwaar, naast ons werk en onze gezinnen, maar de stofinhoud was boeiend en leerzaam. Stages hebben we in ons eigen ziekenhuis en in andere ziekenhuizen gelopen, in de kliniek maar ook op een afdeling dagbehandeling en op pijnpoliklinieken. Annemarie: Bij ons allebei was de inzet van familie soms nodig. Vooral de onderzoeken tijdens de opleiding kostten veel tijd. Het was erg interessant om tijdens stages te zien hoe het er in andere ziekenhuizen aan toe gaat. De opleiding is geschikt voor iedereen die op een pijnpoli of als pijnverpleegkundige werkt, maar ik kan me voorstellen dat oncologieverpleegkundigen en verpleegkundigen in de terminale thuiszorg er ook veel aan kunnen hebben.
De taartenactie: nieuwsgierig hoe goed je het zelf en hoe anderen het hebben gedaan. Hoe groener, hoe hoger de score van het aantal pijngeregistreerde patiënten!
8
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > korte mededelingen
April 2013
Gratis, live online nascholing ‘Chronische pijn’ voor huisartsen Op dinsdag 28 mei van 20.30 tot 22.00 uur vindt de webcast ‘Chronische pijn; gerichter behandelen in minder tijd’ plaats. Huisarts en docent Huisartsengeneeskunde Kees Vos (Erasmus MC Rotterdam, zie ook interview pagina 5) anesthesioloog en pijnspecialist Anne Mieke Karsch (Universitair MC Utrecht) en neuroloog Dolf Boerman (Rijnstate Arnhem) zijn de online sprekers. Tijdens deze interactieve
SIP komt eraan... Op 14 en 15 mei vindt de volgende SIP (Societal Impact of Pain) plaats. Dit keer in Brussel en onder de titel SIP Focus Groups 2013. Meer informatie op www.sip-platform.eu
Dr. Markus Klimek.... Toparts 2013!
nascholing krijgt u handvatten om de behoeften van patiënten met ernstige chronische pijn beter te begrijpen en leert u oplossingen te ontwikkelen om de pijnbehandeling te verbeteren. Informatie onder andere over accreditatie, en aanmelden: www.mednet.nl/chronischepijn
CHANGE PAIN pijnbeoordelingstool voor patiënten Speciaal voor patiënten hebben we de CHANGE PAIN pijnbeoordelingstool ontwikkeld. De tool is een interactieve manier om pijn te beschrijven in drie stappen. Stap 1 locatie: patiënt geeft in de afbeeldingen van het lichaam aan waar hij pijn ervaart. Stap 2 aard: omschrijving van de pijn. Stap 3 intensiteit: aangeven van de intensiteit van de pijn. De uitdraai van de bijbehorende pdf biedt een prima basis voor een gesprek met de huisarts over de pijn in kwestie. Deze pijndiagnose ondersteunende tool is nu online!
Anesthesioloog Dr. Markus Klimek (Erasmus MC Rotterdam) is door artsenmagazine Mednet uitgeroepen tot Toparts 2013. De Topartsenverkiezing werd dit jaar door de Orde van Medisch Specialisten georganiseerd. De specialisten van de Orde is gevraagd een collega te kiezen naar wie ze zonder twijfel een dierbare zouden doorsturen. Onze hartelijke felicitaties voor Dr. Markus Klimek!
EFIC-Grünenthal Grant 2012 Tijdens de opening van het EFIC congres (9 - 12 oktober, Florence, Italië) zullen de winnaars van de EFIC-Grünenthal Grant 2012 bekend worden gemaakt. Dit keer dingen maar liefst 80 jonge onder zoekers uit verschillende Europese landen mee, onder wie acht Nederlanders. Begin mei worden de namen van de genomineerden bekend gemaakt. http://www.e-g-g.info
http://pijndiagnose-ondersteunende-tool. change-pain.nl/index_nl.html
Bram Valkenburg promoveert cum laude Op 30 november 2012 promoveerde Bram Valkenburg, EFICGrünenthal Grant winnaar 2010, cum laude aan de Erasmus universiteit. Zijn proefschrift ‘Without uttering a word’ gaat over pijnbestrijding bij kinderen met het syndroom van DOWN. Onze hartelijke felicitaties!
9
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > nieuws & reviews > INTERN ATIONALE CHANGE PAIN ADVIESCOMMISSIE
April 2013
> inleiding
Vijfde vergadering juni 2011
Voorzitters Prof. Hans-Georg Kress, Oostenrijk Dr. Gerhard H.H. Müller-Schwefe, Duitsland Prof. Bart Morlion, België Prof. Frank Huygen, Nederland Dr. Patrick Sichère, Frankrijk Prof. Flaminia Coluzzi, Italië Dr. Magdalena Kocot-Kępska, Polen Dr. Ana Cristina Mangas, Portugal Dr. Concepción Pérez, Spanje Dr. Karsten Ahlbeck, Zweden Prof. Eli Alon, Zwitserland Dr. Philippe Mavrocordatos, Zwitserland Dr. Beverly Collett, Verenigd Koninkrijk Dr. Dominic Aldington, Verenigd Koninkrijk Dr. Pamela Bell, Verenigd Koninkrijk Prof. Joseph Pergolizzi, Verenigde Staten
De CHANGE PAIN groep zet zich in om oplossingen te ontwikkelen die de patiëntenuitkomsten zullen verbeteren. In juni van 2011 vond de vijfde vergadering van de internationale CHANGE PAIN adviescommissie plaats. Het doel van deze vergadering was om chronische pijn vanuit de verschillinde invalshoeken te belichten en zo een beter inzicht te krijgen in de verschillende perspectieven, om uiteindelijk tot een effectievere aanpak van de behandeling van chronische pijn te kunnen komen. Tijdens de vergadering werden de uitkomsten geanalyseerd van de internationale artsenenquête die in de periode 2009-2010 werd gehouden. De aanleiding voor deze enquête was dat we wilden achterhalen hoe artsen uit verschillende disciplines aankijken tegen niet-kankergerelateerde chronische pijn en wat zij vinden van de bestaande behandelingsmogelijkheden. Uit de resultaten van de enquête is duidelijk naar boven gekomen dat vermindering van de pijnklachten en verbetering van de kwaliteit van leven de voornaamste behandeldoelen zijn. Op het moment lijkt echter nog niet iedereen het eens te zijn over de beste manier om chronische pijn te behandelen. Ook bleken er enkele verschillen te bestaan tussen de meningen van huisartsen en die van specialisten. Voor de patiënt zal een multidisciplinaire behandeling van chronische pijn ongetwijfeld voordelen opleveren. Patiënten zullen dan immers worden bijgestaan door een basisteam van verschillende zorgverleners die allemaal gespecialiseerd zijn in het beoordelen en behandelen van verschillende aspecten en gevolgen van chronische pijn. De mate waarin de meest geschikte behandelingsmogelijkheden beschikbaar en toegankelijk zijn voor een pijnpatiënt, zal echter in sterke mate afhangen van de bestaande structuren en patiëntenstromen binnen het betreffende zorgstelsel. Verschillende wettelijke procedures zullen gevolgen hebben voor de manier waarop de zorgstelsels functioneren. Zo zijn er voor het zorgstelsel in het Verenigd Koninkrijk wijzigingen voorgesteld waardoor huisartsen meer verantwoordelijkheid zullen krijgen en zich actiever zullen moeten inzetten om ervoor te zorgen dat hun patiënten met chronische pijn een passende behandeling krijgen in de tweede lijn. Bovendien is het de bedoeling dat beslissingen over tweedelijnszorg in de toekomst meer gestoeld zullen zijn op wetenschappelijke onderbouwing dan op dit moment het geval is, met als doel de behandeling van pijnklachten en de patiëntenuitkomsten te verbeteren.
De gezichtspunten in deze publicatie hoeven niet per se overeen te komen met die van de uitgevers of sponsoren. Deze uitgave wordt gesponsord door Grünenthal GmbH. De redactionele verantwoordelijkheid berust evenwel volledig bij de schrijvers en de redactie.
Een laatste maar zeker niet onbelangrijk punt, dat ook aan bod komt in dit nummer, is dat patiënten met chronische pijnklachten er ook baat bij kunnen hebben om zelf een actieve rol te spelen bij beslissingen over doorverwijzing en behandeling. Er zijn speciale ondersteunende materialen ontwikkeld die erop gericht zijn de zorg voor patiënten met chronische pijn te verbeteren door meer rekening te houden met de mening van de patiënt over het behandelproces. Een voorbeeld hiervan is De toolkit tegen pijn, die ontwikkeld is door Pete Moore en mede mogelijk is gemaakt door het CHANGE PAIN® initiatief.
Uitgegeven door Euromed Communications Copyright 2013 © Euromed Communications
Prof. Hans Georg Kress Voorzitter van de European Federation of IASP Chapters (EFIC)
10
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > nieuws & reviews
April 2013
NAAR EEN BENADERING VAN PATIËNTENZORG IN EEN MULTIDISCIPLINAIR TEAM Prof. Bart Morlion
T
ot voor kort was de definitie van chronische pijn uitsluitend gebaseerd op de duur van de pijnklachten, waarbij meestal van chronische pijn werd gesproken als de pijnklachten langer dan 12 weken aanwezig waren of als ze na een trauma of een chirurgische ingreep niet verdwenen waren binnen de daarvoor gangbare periode [1]. De duur van de klachten is uiteraard wel een belangrijk aspect van chronische pijn, maar bij deze traditionele definitie werd voorbijgegaan aan het complexe karakter van chronische pijnklachten. Bij chronische pijn kunnen immers zowel nociceptieve als neuropathische componenten betrokken zijn. Onder patiënten met chronische pijn is veelal sprake van een verhoogde prevalentie van comorbiditeiten als angstgevoelens, depressie en verminderd lichamelijk en geestelijk functioneren, en deze bijkomende klachten kunnen de kwaliteit van het sociale en werkzame leven van de patiënten aanzienlijk beperken. In het biopsychosociaal model voor chronische pijn wordt de aandoening beschouwd als een combinatie van verminderd lichamelijk functioneren, overtuigingen en copingstrategieën, verdriet, ziektegedrag en sociale interacties [2]. Voor de langdurige zorg voor pijnpatiënten zijn dan ook uiteenlopende specialistische behandelingen nodig, waarbij niet alleen de pijnklachten op een effectieve manier moeten worden aangepakt, maar ook het psychosociale welzijn verbeterd dient te worden en voorkomen dient te worden dat er secundaire functiebeperkingen optreden. De beste manier om dit te bereiken is het toepassen van een geïntegreerde pijnbestrijdingsstrategie die meerdere behandelingsmodaliteiten combineert.
Het multidisciplinaire basisteam Een doeltreffende multidisciplinaire behandeling van chronische pijn vraagt om een basisteam bestaande uit verschillende zorgverleners die allemaal gespecialiseerd zijn in het beoordelen en behandelen van verschillende problemen die zich voordoen
HET MULTIDISCIPLINAIRE BASISTEAM VOOR DE BEHANDELING VAN NIET-KANKERGERELATEERDE CHRONISCHE PIJN
Orthopedisch chirurg Anesthesist/anesthesioloog
Reuma toloog
Psychotherapeut/ fysio therapeut
Huisarts
MULTIDISCIPLINAIR BASISTEAM
Verpleegkundig specialist
Psychiater
Neuro chirurg
Neuroloog Revalidatiearts
bij chronische pijn. Voor het merendeel van de patiënten zal de huisarts het eerste aanspreekpunt zijn. Een goede communicatie tussen arts en patiënt is erg belangrijk. De arts dient immers een volledig beeld te krijgen van de toestand van de patiënt, zodat hij deze zo nodig voor aanvullend onderzoek en verdere behandeling kan doorverwijzen. Hierbij kan de CHANGE PAIN schaal een handig hulpmiddel zijn. Dit gebruiksvriendelijke gesprekshulpmiddel is namelijk speciaal ontwikkeld om een holistischere beoordeling van de pijnklachten mogelijk te maken door de arts meer inzicht te geven in de verwachtingen die de patiënt heeft voor de mate van verbetering in zijn of haar pijnklachten en kwaliteit van leven. Als een patiënt wordt doorverwezen voor specialistische zorg, zal het multidisciplinaire basisteam doorgaans bestaan uit specialisten op het gebied van de aandoeningen die de pijnklachten veroorzaken of de bijkomende problemen die ontstaan als gevolg van de pijn.
Klinisch psycholoog
Na een doorverwijzing dienen de specialisten de huisarts goed op de hoogte te houden. De huisarts blijft immers verantwoordelijk voor de doorlopende algemene zorg voor de patiënt.
Doorverwijzing naar tweedelijns zorg voor pijnbestrijding Multidisciplinaire zorg zal niet voor alle patiënten met chronische pijnklachten nodig zijn, maar als een patiënt niet op de gangbare behandeling reageert of als er twijfel bestaat over de juiste diagnose, zal een patiënt normaal gesproken worden doorverwezen naar een specialist. Er bestaan op dit moment nog geen goede klinische predictiemodellen, waardoor het voor huisartsen vaak onduidelijk is of een patiënt nou wel of niet moet worden doorverwezen. Wanneer patiënten als gevolg daarvan ten onrechte niet worden doorverwezen, zullen deze patiënten mogelijk dusdanig laat als pijnpatiënt worden aangemerkt dat de klachten niet meer optimaal behandeld
11
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > nieuws & reviews
Zodra besloten is een patiënt door te verwijzen naar de tweedelijnszorg, zal de patiënt terechtkomen in een pijnbestrijdingsprogramma waarbinnen specialistische zorg wordt verleend die speciaal gericht is op het behandelen van chronische pijn. Hoe exact invulling wordt gegeven aan dit programma, zal afhangen van de specifieke behoeften van de betreffende patiënt en de beschikbare middelen. Soms bestaan er ook speciale klinieken voor patiënten met specifieke klachten, zoals hoofdpijn en lage rugpijn. Monodisciplinaire (oftewel vakgebiedspecifieke) pijnpraktijken in de vorm van een polikliniek met een enkele specialist vragen de minste middelen en worden het meest gebruikt. Hierbij zal de focus van de zorg en behandeling afhangen van het vakgebied van de betreffende specialist. Als zich bij de patiënt vervolgens ook bijkomende klachten gaan voordoen, kan de patiënt worden doorgestuurd naar een multidisciplinair programma, dat niet alleen gericht zal zijn op het bestrijden van pijnklachten, maar ook op het behandelen van de bijkomende (lichamelijke of psychische) klachten.
Voordelen voor de patiënt Als een patiënt wordt opgenomen in een team van zorgverleners met uiteenlopende specialiteiten, betekent dit dat de patiënt een verscheidenheid aan behandelingsmodaliteiten tot zijn of haar beschikking heeft. Er zal doorgaans eerder dan in de eerstelijnszorg een gepersonaliseerd pijnbestrijdingsplan worden opgesteld, en in het geval een behandeling toch niet aanslaat, zal dat vermoedelijk ook eerder worden opgemerkt.
Specialisten zijn bovendien in een positie om de modernste en wetenschappelijk goed onderbouwde behandelingsmogelijkheden voor te stellen, en kunnen soms patiënten voordragen voor deelname aan lopende onderzoeksprogramma’s en geneesmiddelonderzoeken. Van multidisciplinaire programma’s voor de behandeling van chronische pijn is inmiddels gebleken dat ze de negatieve invloed van pijnklachten op de productiviteit van werkende patiënten kunnen beperken. Bij patiënten die multidisciplinaire behandeling ondergingen bleek de kans dat ze weer konden gaan werken namelijk tweemaal zo groot te zijn als bij patiënten die een monodisciplinaire behandeling ondergingen of helemaal niet behandeld werden [3].
PROGRAMMA’S VOOR DE BEHANDELING VAN PIJNKLACHTEN IN DE TWEEDE LIJN NA DOORVERWIJZING
Pijndienst Georganiseerd collectief van klinieken, programma’s en diensten voor mensen met chronische pijn
Multidisciplinair (poli)klinisch programma Diensten voor de behandeling van intensieve pijn die zich niet beperken tot een enkele specifieke discipline
Overlegteam pijnbestrijding Team van twee of meer personen die advies over de behandeling geven bij ingewikkelde casussen van pijnpatiënten
Op weg naar geïntegreerde patiëntenzorg Er zijn diverse factoren die ervoor kunnen zorgen dat een patiënt niet naar een multidisciplinair pijnbehandelingsteam wordt doorverwezen. Er is dan ook overduidelijk behoefte aan richtlijnen die dit proces kunnen verbeteren. Via nascholing (ook wel ‘continuing medical education’ of CME genoemd) kan de kennis van zorgverleners over chronische pijn en de onderliggende pijnmechanismen worden vergroot, zodat zij beter geïnformeerd behandelbeslissingen kunnen nemen. Daarom is er als onderdeel van het CHANGE PAIN initiatief een reeks nascholingsmaterialen beschikbaar. Andere factoren die een rol kunnen spelen, zijn budgettaire beperkingen en wachttijden. Onder de betreffende autoriteiten, budgethouders
Individuele specialist Monodisciplinair, praktiserend in een ziekenhuis of privékliniek
en beleidsmakers dient dan ook meer bewustzijn te worden gecreëerd voordat geïntegreerde patiëntenzorg werkelijkheid kan worden. Op korte termijn zal het aanzienlijke kosten met zich meebrengen om deze andere aanpak in te voeren, maar grootschaligere toepassing van een geïntegreerde zorgbenadering zal op langere termijn juist financiële voordelen opleveren, doordat hiermee het grote aantal verzuimdagen als gevolg van chronische pijn kan worden teruggedrongen. Referenties
1. Merskey H. et al. Classification of chronic pain: descriptions of chronic pain syndromes and definitions of pain terms. Seattle, WA, USA: IASP Press; 1994. 2. Gatchel R. et al. The biopsychosocial approach to chronic pain: scientific advances and future directions. Psychol Bull 2007 133: 581-624. 3. Flor H. et al. Efficacy of multidisciplinary pain treatment centers: a meta-analytic review. Pain 1992 49: 221-230.
> commentaar Prof. Bart Morlion, Leuvens algologisch centrum, UZ Leuven, België
H
et multifactoriële karakter van chronische pijn geeft al aan dat er een multidisciplinaire benadering nodig zal zijn om de pijnklachten goed te kunnen bestrijden. Een dergelijke benadering kan echter alleen succesvol zijn als er goed gecommuniceerd wordt tussen de patiënt, de huisarts en
Toenemende complexiteit (met betrekking tot patiënten, middelen, en opleidingsniveau van medisch personeel)
kunnen worden. Wanneer patiënten daarentegen ten onrechte wel worden doorverwezen, zal dat onnodig een groot beroep doen op de beschikbare middelen voor tweedelijnszorg.
April 2013
de specialist. Deze drie partijen moeten namelijk allemaal volledig op de hoogte zijn van de voortgang van het pijnbestrijdingsplan dat wordt toegepast. Op grond hiervan heeft de internationale CHANGE PAIN adviescommissie het boekje ‘Towards a multidisciplinary team approach in chronic pain management’ ontwikkeld, dat gedownload kan worden van de website www.change-pain.com. Het is een praktisch boekje dat de lezer vanuit een internationaal perspectief laat kennismaken met de complexe aspecten van een multidisciplinaire zorgbenadering, en ook advies geeft over belangrijke aspecten waarmee men rekening dient te houden bij het oprichten van een multidisciplinair team.
12
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > nieuws & reviews
April 2013
RESULTATEN UIT DE CHANGE PAIN ARTSENENQUÊTE VAN 2009-2010 Dr. Gerhard H.H. Müller-Schwefe
> commentaar
V
oor de behandeling van chronische pijn zijn inmiddels al vele nationale en internationale richtlijnen opgesteld. Hoewel in de nieuwste richtlijnen wordt vermeld dat ook de onderliggende pijnmechanismen van invloed dienen te zijn op de behandeling [1], bestaat er nog steeds geen consensus over de manier waarop chronische pijn het best behandeld kan worden. Factoren als een gebrek aan kennis, tijdgebrek en onenigheid over of verwarring omtrent de te hanteren richtlijnen kunnen allemaal belemmeringen zijn bij het kiezen van een behandeling. Het ontbreken van consensus blijkt onder meer uit de grote verschillen die tussen Europese landen worden gezien in het gebruik van analgetica, ten aanzien van zowel de voorgeschreven hoeveelheden als de specifieke middelen die worden voorgeschreven [2]. Welke behandeling wordt toegepast, blijkt dus sterk afhankelijk te zijn van de geografische regio waarin de patiënt woont. Het is mogelijk dat behandelingskeuzes beïnvloed worden door culturele en wettelijke overwegingen. Om meer inzicht te krijgen in de manier waarop artsen uit verschillende medische disciplines aankijken tegen niet-kankergerelateerde chronische pijn en denken over de huidige behandelingsmogelijkheden, is er vanuit het CHANGE PAIN initiatief een internationale enquête gehouden. De enquête ging in 2009 van start en was er onder andere op gericht om in kaart te brengen of verschillende groepen zorgverleners – huisartsen, pijnspecialisten en overige specialisten (waaronder neurologen, reumatologen en specialisten op het gebied van palliatieve zorg) – verschillen in de manier waarop ze chronische pijnklachten behandelen.
De CHANGE PAIN enquête De enquête bestond uit een vragenlijst die deelnemers op de computer dienden in te vullen. De vragenlijst werd hoofdzakelijk ingevuld tijdens medische congressen, maar was ook via internet in te vullen, op www.change-pain.com en andere, lokale CHANGE PAIN websites. In de periode van september 2009 tot december 2010 is de vragenlijst ingevuld door 2.919 artsen, van wie er 2.683 uit Europa afkomstig waren. De respondenten bestonden uit 1.398 (48%) pijnspecialisten, 629 (22%) huisartsen, en 892 (31%) overige specialisten.
Behandeldoelen Op de vraag vanaf welke score op een numerieke pijnschaal van 0 t/m 10 (NRS, Numerical Rating Scale), waarbij 0 was gedefinieerd als ‘geen pijn’ en 10 was gedefinieerd als de ‘ergst voorstelbare pijn’, gesproken dient te worden van ernstige pijnklachten, werden verschillende antwoorden gegeven. Het overgrote merendeel van de respondenten (86%) vond dat de grens voor ernstige pijn zich bevindt tussen een score van 5 en 8. Bij de vraag naar welke NRS-score gestreefd dient te worden, gaf 66,2% van de artsen aan te streven naar een afname van de pijnintensiteit tot een NRS-score van 2 tot 4. Bij deze vraag werden slechts kleine procentuele verschillen waargenomen tussen de verschillende groepen artsen. Huisartsen bleken iets vaker naar een lagere score te streven dan de andere twee groepen artsen: 25,1% van de huisartsen gaf aan te streven naar een NRS-score van 2, ten opzichte van 18,5% van de pijnspecialisten en 17% van de overige specialisten.
Het te gebruiken analgeticum Er werden ook vragen gesteld over de overwegingen bij het kiezen van een an-
Dr. Gerhard H.H. MüllerSchwefe, voorzitter van de Deutsche Gemeinschaft für Schmerz therapie (DGS), Duitsland
D
eze uitkomsten zijn gebaseerd op een eerste analyse van een geënquêteerde steekproefgroep van toch al bijna 3.000 artsen. Naarmate het aantal respondenten stijgt, zullen de uitkomsten naar verwachting nog meer inzicht verschaffen in de klinische werkwijze en meningen van artsen. Het uiteindelijke doel van de enquête is om goed onderbouwde conclusies te kunnen trekken over de beste praktijken op het gebied van pijnbestrijding, en om deze opgedane kennis zo breed mogelijk binnen de medische gemeenschap te verspreiden. Bij een groter aantal respondenten zullen we bovendien meer inzicht kunnen krijgen in verschillen tussen landen.
algeticum voor een patiënt met ernstige niet-kankergerelateerde chronische pijn. Uit de antwoorden bleek de werkzaamheid, met 57,1%, de voornaamste overweging te zijn bij het kiezen van een analgeticum; 26,5% noemde de verhouding tussen werkzaamheid en bijwerkingen als voornaamste overweging, en 7,8% de kwaliteit van leven. Verdraagbaarheid en kwaliteit van leven werden meestal als respectievelijk tweede en derde over-
13
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > nieuws & reviews
April 2013
BEPERKENDE FACTOREN VOOR OPIOÏDENGEBRUIK VOLGENS DE VERSCHILLENDE ARTSENGROEPEN
n=1395
100
n=629
100
90
80
80
70
70
70
60
60
50 40 30
Aangemerkt als 3e
20
Aangemerkt als 2e
10
Aangemerkt als 1e
0 Gebrek aan Ontwikkeling Misselijkheid/ werkzaamheid van tolerantie overgeven
Darmklachten
Duizeligheid
Slaperigheid
weging aangemerkt. Een opmerkelijke bevinding was dat de verhouding tussen de werkzaamheid en bijwerkingen van een analgeticum belangrijker werd gevonden door pijnspecialisten (29,8%) en overige specialisten (27,7%) dan door huisartsen (17,6%).
Artsen in %
90
80
60
50 40
Overige s
n=892
100
90
Artsen in %
Artsen in %
Overige specialisten
Huisartsen
Pijnspecialisten
50 40
30
Aangemerkt als 3e
30
Aangemerkt als 3e
20
Aangemerkt als 2e
20
Aangemerkt als 2e
Aangemerkt als 1e
10
10 0
Aangemerkt als 1e
0 Gebrek aan Ontwikkeling Misselijkheid/ werkzaamheid van tolerantie overgeven
Darmklachten
Duizeligheid
Het gebruik van combinatiebehandeling
Slaperigheid
Gebrek aan Ontwikkeling Misselijkheid/ werkzaamheid van tolerantie overgeven
Darmklachten
Duizeligheid
Slaperigheid
Conclusies
Percentage of patients
Aandeel patiënten
De CHANGE PAIN artsenenquête heeft laten zien dat pijnverlichting en verbetering Aan chronische pijn ligt veelal meer dan van de kwaliteit van leven de voornaamste één mechanisme ten grondslag, en bij de doelstellingen zijn bij de behandeling van behandeling zal dan ook vrijwel altijd meer patiënten met ernstige niet-kankergeredan één middel gebruikt dienen te worlateerde chronische pijn. Dat er zoveel den. Van de respondenten gaf 93,2% aan verschillende analgetica worden voorgeliever combinatiebehandeling te gebruiken Het voorschrijven van opioïden schreven, wijst erop dat er niet één spedan monotherapie, en zij bleken in totaal Verdeling van pijngerelateerde doorverwijzingen cifiek analgeticum bestaat dat over een wel 176 verschillende geneesmiddelcomUit de enquête bleek dat opioïden het uitmuntende werkzaamheid beschikt, en binaties te gebruiken. Van alle groepen meest worden voorgeschreven door90% dat de behandeling van chronische pijnartsen bleken huisartsen het minst vaak pijnspecialisten; 50,4% van deze specia80% Nieuw gediagnosticeerd klachten doorgaans niet gebaseerd is op een antidepressivum voor te schrijven, en Bestaand listen gaf aan deze middelen vaak of 70% zeer wetenschappelijke onderbouwing. Vooral vaker te kiezen voor een NSAID dan de vaak te gebruiken, en slechts 9% van60% de behandeling van neuropathische pijn is twee groepen specialisten. De twee spehen bleek ze nooit voor te schrijven. 50% Bij erg lastig. Het gebruik van opioïden wordt cialistengroepen bleken in meer gevallen de huisartsen en de overige specialisten 40% gebruik te maken van een klassieke, sterke beperkt door het feit dat het moeilijk is om bleken opioïden slechts door respectie30% een goed evenwicht te vinden tussen de opioïde, en dan niet alleen als onderdeel velijk 30,4% en 33,8% vaak of zeer vaak, 20% 10% werkzaamheid en de verdraagbaarheid; van een combinatiebehandeling, maar ook en door respectievelijk 14,5% en 20,2% 0% dit geldt in het bijzonder voor huisartsen, als monotherapie. nooit te worden voorgeschreven. BovenOrthoFysioNeuroNeuroRadioOverige doorPijnReumapedie logie die veelal kiezen voor een conservatievere chirurgie logie dien bleken pijnspecialisten opioïden vaker verwijzing therapie kliniek tologie MeningSpecialiteit over de huidige behande eerstelijnsbehandeling. Als gevolg van hun gedurende een langere periode voor te waarnaar is doorverwezen lingsmethoden voor pijnklachten bredere, minder gecentreerde klinische schrijven. benadering van medische zorg, leggen Veelal wordt het gebruik van opioïden beSlechts ongeveer de helft van de huisarthuisartsen bovendien meer nadruk op het perkt door het feit dat het moeilijk is om sen (56,0%) was het eens met de stelverbeteren van het sociaal functioneren een goed evenwicht te vinden tussen een ling dat er in de medische gemeenschap en het vermogen om te werken van de afdoende mate van werkzaamheid en een als geheel weinig kennis bestaat over de patiënt. voldoende mate van verdraagbaarheid. Uit farmacologische kenmerken van de veronderzoek is gebleken dat het merendeel schillende analgetica. Onder de overige E A S Oéén N F O R Rspecialisten E F E R R A Lbedroeg T O PAdit I Npercentage C L I N I C echter van de opioïdegebruikers tenRminste bijwerking te verduren krijgt [3]. Bij deze 79,2%, en onder de pijnspecialisten niet Referenties 100% 1. Dworkin R. et al. Pharmacological management of enquête werden misselijkheid/overgeven minder dan 90,0%. Ook bleken in de twee neuropathic pain: evidence based recommendations. 90% Centre 1 (39,8%), darmklachten (28,8%) en slaperig- specialistengroepen meer artsen van mePain Centre 2007 132:237-51. 80% 2 2. Varrassi G.3et al. Pharmacological treatment of chronic Centre heid (26,3%) als de belangrijkste ning te zijn dat de medische gemeenschap 70% beper4 pain Centre – the need for CHANGE. Curr Med Res Opin 2010 kende factoren genoemd. Een60%gebrek aan niet goed op de hoogte is van de fysioWhole study sample 26:1055-69. 50% werkzaamheid en het ontwikkelen van logische verschillen tussen nociceptieve 3. Moore R., McQuay H. Prevalence of opioid adverse 40% events in chronic non-malignant pain: a systematic tolerantie werden onder pijnspecialisten en neuropathische pijn. De drie groepen review of randomised trials of opioids. Arthritis Res 30% (respectievelijk 24,2% en 16,8%) en ovewaren het er echter wel over eens dat er Ther 2005 7:R1046-51. 20% Zie ook: Wieczorek S. Schwartz H.J. Results of the rige specialisten (respectievelijk 21,5% en bij patiënten met ernstige, chronische lage 10% CHANGE PAIN® survey on physician’s perception 20,9%) vaker genoemd als belangrijker rugpijn veelal niet duidelijk een neuropathi0% about the management of severe chronic non-cancer Opinion/ Operation Acupunture Rationalising Patient Investigation Epidural/facet Not recorded redenen voor het falen van een behandesche component wordt vastgesteld. pain. EFIC Congress 2011, Hamburg, Duitsland. advice/ medication request joint in jection management ling dan onder huisartsen (respectievelijk Referral specialty 7,8% en 11,1%).
14
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > nieuws & reviews
April 2013
DE VERANDERENDE ROL VAN DE HUISARTS IN HET ‘NATIONAL HEALTH SYSTEM’ n=1395
100
N
n=629
100
100
90
90
90
80
80
80
70
70
50
70
60 Bij twee onlangs verrichtte onderzoeken 50 is gekeken naar de manier waarop chroni40 30 sche pijn op dit moment behandeld wordt 20 10 binnen de eerste- en de tweedelijnszorg 0 in Engeland, Schotland, Wales en NoordIerland.
40
Aangemerkt als 3e
30
Aangemerkt als 3e
Aangemerkt als 2e
20
aar aanleiding van de aanname 0 van het witboek van de Britse overheid met de titel ‘Liberating the NHS’ en het wetsontwerp voor de gezondheids- en welzijnszorg in het begin van 2011, zal de National Health Service (NHS), het zorgstelsel van het Verenigd Koninkrijk, de komende tijd veelomvattende veranderingen ten aanzien van het bestuur en de heersende cultuur ondergaan, die ingrijpende gevolgen zullen hebben voor het functioneren van het zorgstelstel [1]. Waar de besluitvorming voorheen nog onder de verantwoording van de Strategic Health Authorities en de Primary Care Trusts viel, zal deze vanaf 2013 volledig zijn overgeheveld naar het NHS Commissioning Board en de door huisartsen geleide consortia. Alle huisartsenpraktijken worden dan geacht aangesloten te zijn bij een consortium, wat gepaard zal gaan met meer verantwoordelijkheid voor huisartsen. Dit zou voordelen moeten opleveren voor patiënten, die in de nieuwe situatie worden aangemoedigd meer betrokken te zijn bij beslissingen over hun zorg, en over hoe en waar deze zorg wordt verleend.
Darmklachten
Duizeligheid
Slaperigheid
Gebrek aan Ontwikkeling Misselijkheid/ werkzaamheid van tolerantie overgeven
Aangemerkt als 1e
Darmklachten
De behandeling van chronische pijn als gevolg van artrose en lage rugpijn binnen de NHS [2] Aan dit onderzoek namen in totaal 264 volwassen patiënten met artrose (n=168) of lage rugpijn (n=96) deel aan wie minimaal drie recepten voor pijnmedicatie waren uitgeschreven. Er werden retrospectief ge-
Duizeligheid
Slaperigheid
Gebrek aan Ontwikkeling Misselijkheid/ werkzaamheid van tolerantie overgeven
Darmklachten
DOORVERWIJZING VOOR PIJNBESTRIJDING Verdeling van pijngerelateerde doorverwijzingen 90%
Aandeel patiënten
Gebrek aan Ontwikkeling Misselijkheid/ werkzaamheid van tolerantie overgeven
Aangemerkt als 2e
Aangemerkt als 1e
10
60 gevens verzameld over de behandeling van 50 de pijnklachten gedurende drie jaar vanaf 40 30 het moment van de diagnosestelling (bij 20 10 nieuw gediagnosticeerde patiënten, n=53), 0 of gedurende de drie jaar voorafgaand aan het onderzoek (bij bestaande patiënten). Bij analyse van de gegevens kwam naar voren dat de meeste patiënten in de drie jaar durende onderzoeksperiode wel vijf geneesmiddelen hadden gekregen, en dat aan vrijwel al deze patiënten op enig moment een opioïde analgeticum was voorgeschreven. Meer dan de helft van de deelnemers had een adjuvant analgeticum gekregen, zoals amitriptyline. Ook Artsen in %
60
Artsen in %
Artsen in %
Dr. Pamela Bell
Overige specialisten
Huisartsen
Pijnspecialisten
80%
Nieuw gediagnosticeerd
70%
Bestaand
60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% doorverwijzing
Fysiotherapie
Radiologie
Orthopedie
Pijnkliniek
Reumatologie
Neurochirurgie
Neurologie
Overige
Specialiteit waarnaar is doorverwezen
> commentaar dan ook prima in staat om voor deze aandoening binnen de eerstelijnszorg behandeling te initiëren. Op dit moment legt de British Pain Society laatste hand aan een soort R E A S O N F O R R E F E R R A L T O PA I N C L I de NIC ‘routekaartjes’ voor patiënten met adat in 1998 de zorgbevoegdheden werden gede100% ruggenmerg- en musculoskeletale pijn, centraliseerd en onder het bestuur van Schotland, 90% neuropathische pijn, en bekkenpijn, en Wales en Noord-Ierland kwamen te vallen, heeft Centre 1 80% Centre 2 voor de beoordeling en behandeling elk land eigen zorgstructuren en zorgorganisaties opgeCentre 3 70% Centreis 4 specivan primaire pijnklachten. Dit laatste instrument richt. Men is het er niettemin wel over eens dat er dien60% Whole study sample aal ontwikkeld om vroegtijdige behandeling en steun vanuit sten moeten komen die kosteneffectieve, wetenschappelijk 50% de omgeving te bevorderen. Het stimuleert de patiënt om onderbouwde zorg aanbieden. Chronische 40% pijn is onlangs 30% Engeland, zelfmanagement toe te passen en fungeert als rationele door de voormalige Chief Medical Officer van onderbouwing voor interventies, waaronder doorverwijzing Prof. Sir Liam Donaldson, een ‘volksziekte’20% genoemd. naar specialistische zorg. Huisartsen zijn door hun positie binnen de10% zorgstructuur
N
Percentage of patients
Dr. Pamela Bell, Ulster Independent Clinic, Belfast, Noord-Ierland
0%
Opinion/ advice/ management
Investigation
Epidural/facet joint in jection
Rationalising medication
Operation
Referral specialty
Acupunture
Patient request
Not recorded
Duizeligheid
Slaper
15
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > nieuws & reviews
Uit deze bevindingen blijkt dat er zeer veel verschillende vormen van pijnmedicatie worden gebruikt doordat artsen geen algemene behandelroute aanhouden. Een groot deel van de patiënten werd vrij vroeg doorverwezen naar een specialist, maar er waren ook veel patiënten die pas in een relatief laat stadium van het klinisch beloop werden doorverwezen, waardoor bij hen pas later de optimale behandeling kon worden toegepast. Er werden maar weinig patiënten doorverwezen naar een pijnspecialist.
De behandeling van chronische pijn in pijnklinieken voor tweede lijnszorg binnen de NHS [3] Bij dit onderzoek werd in vier specialistische pijnklinieken voor tweedelijnszorg verspreid over het Verenigd Koninkrijk gekeken naar de patiëntenstromen en het gebruik van NHS-middelen in verband met de behandeling van chronische pijn als gevolg van lage rugpijn of artrose. Er werden in totaal 227 patiënten onderzocht. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 55 jaar, en de mediane duur van de periode tussen het optreden van de eerste symptomen en het moment van verwijzen was 5,2 jaar. Van de patiënten die naar een specialistische pijnkliniek werden doorverwezen, bleek 60% te zijn doorgestuurd door een ziekenhuisarts, en 37% rechtstreeks te zijn doorverwezen door een huisarts. Het merendeel van de patiënten (75%) werd doorverwezen om de mening van een specialist te verkrijgen. Tussen de klinieken onderling werden grote verschillen waargenomen ten aanzien van de voorgeschreven niet-medicamenteuze behandelingen, de aangevraagde onderzoeken, en de duur van de periode dat patiënten bij de kliniek waren ingeschreven. Deze verschillen reflecteren de verschillen ten aanzien van het lokale beleid en de
structuren binnen de betreffende diensten. ziekten. Chronische pijnklachten zullen ook Er werden op grote schaal geneesmiddelen tot deze groep worden gerekend, ongeacht als corticosteroïdeninjecties, sterke opioïof ze op zichzelf of als gevolg van comorbiden en anti-epileptica voorgeschreven, die diteiten voorkomen. Bij de herstructurering door huisartsen binnen de eerstelijnszorg van het zorgstelsel zal het verwijzingsbeleid mogelijk minder snel zouden worden voorveranderen en zullen pijnklinieken in ziekengeschreven. huizen mogelijk ontmanteld worden. BesluiDe uitkomsten duiden aan dat de behandeten over tweedelijnszorg zullen in de nieuwe ling van chronische pijn om speciale deskunsituatie gebaseerd moeten zijn op goede digheid vraagt, en benadrukken dat er op dit wetenschappelijke onderbouwing, met als Persistent Pain moment nog geen vastomlijnd model bedoel de kwaliteit van de zorg te verbeteren staat voor het handelen van specialistische en hopelijk betere patiëntenuitkomsten te Time off work,realiseren. money worries, klinieken voor patiënten met chronische pijn. Being less ac relationship concerns
De gevolgen van de voorgestelde wijzigingen binnen de NHS
Conclusies
Op dit moment bestaat er nog geen consensus over de beste manier om chronische In de nieuwe situatie zullen de plaatselijke behandelen. Zelfs binnen de twee-Loss of fitness, overheden verantwoordelijk zijnNegative voor de thinking,pijn fear te of the future, and join depression/mood swingszijn er grote verschillen te zien in delijnszorg volksgezondheid. Deze zullen zogeheten de keuzes omtrent doorverwijzing en behan‘Health and Wellbeing Boards’ instellen, deling. Onderzoek heeft duidelijk gemaakt die zullen fungeren als opdrachtgever voor dat de behandeling van chronische pijn om NHS-diensten, het maatschappelijk werk en speciale deskundigheid vraagt. Door de herteams voor gezondheidsbevordering. Van Create ‘no go’ gain/loss van de NHS zullen huisartsen de beschikbare budget is 80% bestemd Weightstructurering things you can voor nog meer lastige keuzes komen te voor de huisartsenzorg; als huisartsen zorg staan bij de behandeling van patiënten met overdragen, dient dit plaats te vinden via chronische pijn. Huisartsen zullen in de nieueen zogeheten ‘Any Willing Provider’-model, Stress/fear/ Sleep problems/ we situatie beter geïnformeerd beslissingen waarbij patiënten een arts kunnen kiezen uit anxiety/ tiredness/ moeten nemen over de verdere behandeling een lijst met artsen die bereid zijn de betrefanger/frustration fatigue van hun pijnpatiënten. fende zorg te verlenen. Veelvoorkomende chronische aandoeningen die in aanmerking kunnen komen voor zorgoverdracht, zijn Referenties 1. Liberating the NHS: Legislative framework and next chronische obstructieve longziekte (COPD, steps. www.dh.gov.uk/en/Healthcare/Liberatingth‘Chronic Obstructive Pulmonary Disease’), eNHS/index.htm 2. Hart O. et al. NHS management of chronic pain associdiabetes, en hart- en vaatziekte met inbegrip ated with osteoarthritis and low back pain. Gepresenvan beroerte. Andere chronische aandoeninteerd op de BPS ASM, 21-24 juni 2011. Poster nummer gen waarbij het nodig kan zijn dat de huis192. 3. Fernandez M. et al. Management of chronic pain in arts een tweedelijnsarts inschakelt, zijn onsecondary care pain clinics. Gepresenteerd op de BPS der andere musculoskeletale artropathieën, ASM, 21-24 juni 2011. Poster nummer 193. waaronder degeneratieve en ontstekings-
REDEN VOOR DOORVERWIJZING NAAR EEN PIJNKLINIEK 100% 90%
Kliniek 1 Kliniek 2 Kliniek 3 Kliniek 4 Totale steekproefgroep
80% 70% Aandeel patiënten
had meer dan de helft van de deelnemers medicatie gekregen om bijwerkingen van de pijnmedicatie te beperken. Bij nieuw gediagnosticeerde patiënten werd vaker een niet-medicamenteuze behandeling toegepast, meestal in de vorm van fysiotherapie. In de meeste gevallen vond doorverwijzing naar een specialist plaats, waarbij de periode tussen het moment van diagnosticeren en doorverwijzen gemiddeld 9,4 maanden bedroeg. Slechts 8% van de patiënten werd doorverwezen naar een pijnspecialist.
April 2013
60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Mening/advies/ behandeling
Onderzoek
Ruggenprik/ injectie in facetgewricht
Rationalisering van medicatie
Operatie
Reden voor doorverwijzing
Acupunctuur
Verzoek van patiënt
Niet gedocumenteerd
16
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > nieuws & reviews
April 2013
DE ROL VAN DE PATIËNT IN HET MULTIDISCIPLINAIRE TEAM Pete Moore
C
hronische pijn kan grote negatieve gevolgen hebben voor het leven van patiënten en kan ook in hun relatie met familieleden, vrienden en collega’s voor problemen zorgen. De Chronic Pain Policy Coalition heeft op basis van onderzoeksgegevens geschat dat er in het Verenigd Koninkrijk 7,8 miljoen mensen pijnklachten hebben, en dat maar liefst 70% van deze mensen jonger dan 60 jaar is [1]. Iemand met chronische pijn kan gemakkelijk belanden in een vicieuze cirkel van chronische pijn, waarbij een verminderde kwaliteit van leven depressie en negatieve gedachten veroorzaakt, die op hun beurt uiteindelijk kunnen resulteren in een hogere pijnintensiteit. Naar schatting hebben mensen met chronische pijn gemiddeld maar drie uur per jaar overleg met een zorgverlener. Hieruit blijkt dat zelfmanagement van de pijnklachten cruciaal is, en dat mensen met pijnklachten dienen te leren wat zij zelf tegen hun klachten kunnen doen en hoe zij deze zelfmanagementvaardigheden kunnen inpassen in hun dagelijks leven. Net als alle andere partijen die betrokkenen zijn bij de multidisciplinaire behandeling van pijnklachten, vervult ook de patiënt een essentiële rol bij de behandeling. Teamwork is hierbij cruciaal. PainToolKit_RZ_Layout 1 09.11.10 10:33 Seite 1
The Pain Toolkit
Self Management Skills
Chronische pijn
Ziekteverlof, geldzorgen, relatieproblemen
Negatieve gedachten, angst voor wat de toekomst zal brengen, depressie/ stemmingswisselingen
Aankomen/afvallen
Stress/angst/onrust/ boosheid/frustratie
De CHANGE PAIN toolkit Zelf lijd ik aan astma, artrose en chronische pijn. Ik heb deze toolkit ontwikkeld als handleiding voor andere patiënten, voor het aanleren van eenvoudige vaardigheden voor zelfmanagement van pijnklachten [2]. In dit informatieve boekje, dat mede mogelijk is gemaakt door het CHANGE PAIN initiatief, staan tips en vaardigheden die patiënten aanmoedigen om op een positieve manier bezig te zijn met hun aandoening en patiënten kunnen helpen om beter om te gaan met de pijnklachten bij hun dagelijkse bezigheden.
Acceptatie en steun Het is voor patiënten belangrijk dat zij hun pijnklachten en aandoeningen accepteren.
Minder bewegen
Slechtere conditie, zwakke spieren en stijve gewrichten
In gedachten lijstjes maken met de dingen die u niet meer kunt doen
Slaapproblemen/ vermoeidheid/lusteloosheid
Ook is het van belang dat ze inzien dat ze zelf een actievere rol moeten gaan spelen bij de behandeling van hun pijnklachten, en bereid dienen te zijn om nieuwe ideeën uit te proberen, eenvoudige vaardigheden aan te leren en bepaalde zaken op een andere manier aan te pakken. Om te voorkomen dat patiënten in een isolement terechtkomen hebben zij de steun van anderen nodig, bijvoorbeeld van hun zorgverlener, familieleden, vrienden en collega’s. Ook is er in de buurt misschien al een lotgenotengroep actief waar de patiënt steun uit kan putten. Wereldwijd bestaan er al vele verenigingen waar patiënten terechtkunnen voor informatie over de oorzaken, preventie en behandeling van chronische pijn. Deze kunnen verbonden zijn aan pijnklinieken
17
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > nieuws & reviews
of aan liefdadigheidsinstellingen, zoals de Deutsche Schmerzliga, de British Pain Society, Arthritis Care in het Verenigd Koninkrijk. Als patiënten beter op de hoogte zijn van hun aandoening, zullen zij beter als team kunnen samenwerken met hun zorgverlener, en ook op een rationelere manier kunnen meebeslissen over hun zorg. In bepaalde regio’s worden zelfmanagementprogramma’s aangeboden, waarbij patiënten manieren leren om zelf hun pijnklachten en de daaraan gerelateerde vermoeidheid en emotionele gevolgen aan te pakken. Daarnaast bestaan er ook diverse nuttige websites die informatie en steun bieden [3].
Zelfmanagement en dagelijkse bezigheden Het is belangrijk dat patiënten met chronische pijn fit blijven. Te weinig beweging is dus niet goed, maar patiënten dienen ook te voorkomen dat ze hun lichaam overbelasten. Het is dus van belang dat ze hun dagelijkse bezigheden wel blijven uitvoeren, maar met beleid. Door prioriteiten te stellen en goed te plannen kunnen patiënten hun belangrijkste dagelijkse bezigheden blijven uitvoeren en daarnaast voldoende tijd overhouden om te ontspannen of met vrienden af te spreken. Het helpt hierbij om doelen te stellen en een plan van aanpak te maken. Zo leren patiënten om realistische doelen te kiezen. Het zal hen bovendien veel voldoening geven om deze doelen te behalen. Ook is het belangrijk dat ze leren hoe ze zich kunnen ontspannen; dit helpt spierspanningen tegen te gaan en om eventjes de gedachten te verzetten. Rek- en andere oefeningen zijn een goed voorbeeld. Ze kunnen pijnklachten en andere ongemakken verlichten en zwakke spieren sterker maken, maar ook de gemoedstoestand van de patiënt verbeteren. Een fysiotherapeut of fitnessinstructeur kan een oefenprogramma opstellen dat speciaal is afgestemd op de betreffende patiënt. Zo kunnen er bijvoorbeeld voor iemand met gewrichtsproblemen oefeningen worden uitgekozen die weinig belastend zijn. Voor patiënten met pijnklachten is het erg belangrijk om goed voor hun hele lichaam te zorgen, onder andere door gezond te eten en voldoende
April 2013
te slapen. Door een dagboek bij te houden, kunnen patiënten duidelijk zien hoever ze al gekomen zijn en hoeveel ze al bereikt hebben. Als zij geregeld stilstaan bij hun successen, zal het zelfvertrouwen van patiënten toenemen, en wordt het gemakkelijker om een positieve instelling te houden.
> commentaar Pete Moore, pijnpatiënt, Verenigd Koninkrijk
Het belang van teamwerk Voor goed zelfmanagement van pijnklachten is een goede samenwerking tussen patiënt en zorgverlener cruciaal. Ze kunnen gezamenlijk een plan van aanpak opstellen, aan de hand waarvan zowel de patiënt als de zorgverlener de vorderingen kan bijhouden. De patiënt speelt, als onderdeel van het multidisciplinaire pijnbestrijdingsteam, een essentiële rol in de behandeling. Zo kan de patiënt door open te zijn over zijn of haar symptomen, door mee te werken aan diagnostische testen en door zo waarheidsgetrouw mogelijk vragenlijsten in te vullen, een bijdrage leveren aan het verwijzingsproces, waarbij de huisarts de patiënt doorverwijst naar een specialist op een bepaald vakgebied. Ook kunnen patiënten soms de communicatie tussen de huisarts en de pijnpoli of pijnkliniek beter of sneller laten verlopen.
Conclusies Door de suggesties uit De toolkit tegen pijn in de praktijk te brengen, kunnen pijnpatiënten zelf al veel dingen doen om hun kwaliteit van leven te verbeteren. Als patiënten hun aandoening accepteren en hun dagelijkse bezigheden daaraan aanpassen, kunnen ze gewoon een mooi en bevredigend leven blijven leiden. Het levert patiënten veel voldoening op als zij merken dat hun kwaliteit van leven verbetert, en deze betere gemoedstoestand maakt het gemakkelijker om de vicieuze cirkel van chronische pijn te doorbreken. Door samen te werken met hun zorgverleners, vrienden en familie, kunnen patiënten zelf meer invloed gaan uitoefenen op hun pijnklachten en hun leven. Referenties
1. www.paincoalition.org.uk 2. http://www.paintoolkit.org/ 3. Websites: www.britishpainsociety.org; www.arthritiscare.org.uk
D
e Department of Health heeft vanaf 2009 al meer dan 200.000 exemplaren van De toolkit tegen pijn in omloop gebracht in het Verenigd Koninkrijk. In verschillende andere Europese landen worden vertalingen uitgebracht, en in Australië, Nieuw-Zeeland en Canada zijn aangepaste versies verkrijgbaar. Daarnaast heeft het team van De toolkit tegen pijn voor huisartsen en acute geneeskundigen een speciale eendaagse workshop in het kader van De toolkit tegen pijn ontwikkeld. Artsen leren bij deze workshop hoe ze pijnpatiënten extra zelfmanagementvaardigheden kunnen aanleren. Daarnaast kunnen patiënten een workshop van een halve dag bijwonen, die erop gericht is om patiënten enthousiast te maken voor zelfmanagement van pijnklachten. We hebben inmiddels al uitermate positieve geluiden gehoord van zorgverleners en patiënten die een workshop over De toolkit tegen pijn hebben bijgewoond!
Inclusief een cd met interviews met Bart Morlion, Peter van Wambeke, Eline Coppens (werkzaam in een pijnkliniek), Chris Monella (werk zaam in een huisartsenpraktijk) en Pete Moore (een patiënt met chronische pijnklachten)
“U leert in deze net uitgebrachte handleiding ‘Towards a multi disciplinary team approach in chronic pain management’ volgens de allernieuwste inzichten hoe u door deel uit te maken van een multidisciplinair team het zelfmanagement van uw chronische pijnklachten nog verder kunt optimaliseren. We wensen u veel leesplezier.” Prof. Joseph Pergolizzi, Hoofdredacteur
Beschikbaar op: www.change-pain.com
19
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > nieuws & reviews
April 2013
> NIEUWE PUBLICATIES – UITGELICHT Proceedings of the CHANGE PAIN Expert Summit in Rome 2010
European survey of chronic pain patients: results for Germany
Healthcare utilization of back pain patients – results of a claims data analysis
(Samenvatting van de CHANGE PAIN Deskundigen Bijeenkomst gehouden in Rome in 2010). Varrassi G. et al. Curr Med Res Opin, 2011, 27:2061-2085
(Een Europese enquête onder patiënten met chronische pijn: de uitkomsten voor Duitsland) Müller-Schwefe G.H. Curr Med Res Opin 2011, 27:2099-2106
(Gebruik van zorgfaciliteiten door rugpijnpatiënten – de uitkomsten van een analyse van declaratiegegevens). Müller-Schwefe G.H, et al. Medical Journal of Economics Vol. 14, No. 6, 2011, 816–823
Niet-kankergerelateerde chronische pijn wordt in toenemende mate beschouwd als een aandoening op zich. De aandoening heeft grote gevolgen voor patiënten die eraan lijden, ten aanzien van zowel hun lichamelijk als hun sociaal functioneren. Tijdens de CHANGE PAIN Expert Summit die in 2010 in Rome plaatsvond, werden presentaties gehouden over hoe we de kennis over en behandeling van chronische pijn kunnen verbeteren. Zo werd aan de hand van een artsenenquête een overzicht gegeven van de manieren waarop binnen Europa op dit moment invulling wordt gegeven aan de behandeling van pijnklachten. De enquête bracht aan het licht dat er veel verschillende benaderingen worden toegepast, en dat de medische gemeenschap als geheel onvoldoende op de hoogte is van de farmacologische kenmerken van analgetica.
De pan-Europese patiëntenenquête werd opgesteld om inzicht te verschaffen in hoe patiënten met chronische pijn hun pijnklachten ervaren en ermee omgaan. Voor de enquête werden 6.435 patiënten benaderd die op dat moment onder behandeling stonden van een huisarts, pijnspecialist of orthopeed. De nadruk van deze enquête lag op pijnbeleving, behandeling en copingstrategieën, en op mogelijke verbeterpunten ten aanzien van deze aspecten. Uit de enquête kwam naar voren dat chronische rugpijn de meest voorkomende klacht was (61%). Er bleken uiteenlopende vormen van monotherapie en combinatiebehandeling te worden toegepast, waarbij combinatiebehandeling het meest werd gebruikt bij patiënten met een hogere pijnintensiteit. Bovendien bleken twee op de drie patiënten ook niet-medicamenteuze behandeling te ondergaan. In totaal gaf 30% van de patiënten aan ontevreden te zijn met de behandeling, en het ontevredenheidspercentage nam toe met de pijnintensiteit. Als voornaamste reden van de ontevredenheid werd onvoldoende verlichting van de pijnklachten genoemd, maar ook bijwerkingen van de medicatie waren een veelvoorkomende reden van ontevredenheid met de behandeling. Vooral patiënten met ernstige en extreme pijnklachten gaven aan meer tevreden te zijn met de behandeling door een pijnspecialist dan met de behandeling door hun huisarts. Als copingstrategieën werden onder meer lezen, sporten en muziek luisteren genoemd. Ongeveer de helft van de respondenten gaf aan nog een matige tot sterke behoefte te hebben aan verbetering van de kwaliteit van leven. In totaal liet 35% van de patiënten weten pijnmedicatie te gebruiken die niet door hun arts was voorgeschreven. De hoge mate van ontevredenheid die deze enquête aan het licht heeft gebracht, zou negatieve gevolgen kunnen hebben voor de uitkomsten van de pijnbestrijding.
Rugpijn heeft een hoge levensprevalentie (naar schatting 25-30% van de populatie), en vormt daarmee een grote belasting voor zowel het zorgstelsel als de maatschappij als geheel. De zorggerelateerde kosten van deze aandoening zijn in kaart gebracht door middel van een retrospectieve analyse van declaratiegegevens uit 2006 van in totaal 5,2 miljoen begunstigden van een verplichte Duitse zorgverzekering. Pijnklachten werden vastgesteld en geclassificeerd aan de hand van een op de diagnose gebaseerd algoritme waarbij gegevens uit dezelfde databank werden gebruikt. Van alle rugpijnpatiënten (alle patiënten met specifieke rugpijn, tussenwervelschijfproblemen of aspecifieke rugpijn) bleek slechts 2,6% chronische rugpijn te hebben, en 25,8% bleek kans te hebben dat hun rugpijn chronisch zou worden. De patiënten met chronische rugpijn bleken significant meer gebruik te maken van zorgfaciliteiten en hogere rugpijngerelateerde zorgkosten te maken dan patiënten die kans liepen chronische rugpijn te krijgen. Onder deze kosten vielen onder meer de kosten voor poliklinisch voorgeschreven analgetica, multimodale pijnbestrijding in een ziekenhuis en algemene ziekenhuiszorg, en rechtstreekse zorgkosten. Wanneer gekeken werd naar de totale kosten voor alle begunstigden samen, waren pijngerelateerde kosten verantwoordelijk voor 21-29% van dit totaalbedrag. Het aantal patiënten met kans op chronische pijn was tien keer zo hoog als het aantal patiënten dat al chronische pijnklachten had, waaruit blijkt hoe belangrijk het is dat patiënten met risicofactoren voor chronische pijn al vroeg als dusdanig worden herkend. Dit is niet alleen belangrijk om de kwaliteit van leven van deze patiënten te verbeteren, maar ook om de financiële gevolgen voor het zorgstelsel en de arbeidsproductiviteitsverliezen te beperken.
Op dit moment is de behandeling van chronische pijn vaak ontoereikend omdat het erg moeilijk is om een evenwicht te vinden tussen het analgetisch effect en de bijwerkingen. Vaak ontstaat hierdoor een vicieuze cirkel van pijnbestrijding. Bovendien heeft chronische pijn in veel gevallen een neuropathische component, die uitermate lastig te identificeren en behandelen is. Chronische pijn gaat ook gepaard met ongunstige financiële gevolgen, waaronder extra gebruik van zorgmiddelen en verminderde arbeidsproductiviteit. Ten aanzien van de farmacologische behandeling van chronische pijn zou een verschuiving van symptoombestrijding naar mechanismegebaseerde behandeling een aanzienlijke verbetering zijn. Het is gebleken dat er in de opleiding van artsen onvoldoende aandacht wordt geschonken aan de behandeling van pijn. Daarom kunnen zorgverleners nu als nascholing de net ontwikkelde modulaire cursus ‘PAIN EDUCATION’ volgen, die geaccrediteerd is door de UEMS.
20
Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie
> change pain > volgende editie
April 2013
In het volgende Tijdschrift voor
Nieuws & Reviews
>
voorwoord
Nr. 6 | ISSN 2041-8558
>
colofon
Verzending Het Change Pain journal verschijnt dit jaar voor de vijfde keer in Nederland en wordt verstuurd aan geïnteresseerden om hen te informeren over ontwikkelingen binnen en rondom de pijnzorg.
Prof. Hans Georg Kress
Redactie
Prof. Dr. Benedikt Preckel
[email protected]
Prof. Dr. Frank Huygen
>
NIEUWS
P ijn bij ouderen Prof. Hans Georg Kress
>
REVIEWS
R esultaten van het internationale Change Pain initiatief Dr. Gerhard H.H. Müller-Schwefe
Implementatie van Change Pain in Zuid-Europa. Ervaringen uit: Italië, Prof. Flaminia Coluzzi Spanje, Dr. Cesar Margarit-Ferri Portugal, Dr. Cesar Margarit-Ferri
Productie Eldering Studios BV, Overveen • Dimitry de Bruin art direction/vormgeving • Monique de Mijttenaere tekst/eindredactie • Drs. Thomas Eldering coördinatie Redactieadvies: Thomas Eldering, Monique de Mijttenaere en Anne Marie Trip