NOTULEN
ALGEMENE LEDENVERGADERING NEDERLANDSE MUSEUMVERENIGING
Maandag 19 mei 2008
Hortus botanicus Leiden
1
Aanwezig bestuur: Afwezig bestuur: Aanwezig bureau:
1.
Willem Bijleveld (vice-voorzitter), Eric Fischer (voorzitter), Fokelien Renckens, Peter Schoon, Cees van ’t Veen. Jan Vaessen, Peter Verhoeven (penningmeester). Siebe Weide (directeur), Anita Wessels (notuliste)
Opening, vaststelling agenda, mededeling. De voorzitter (EF) opent om 13.15 uur de vergadering en heet alle aanwezigen van harte welkom. Mededeling EF geeft het woord aan Steven Engelsman, directeur van Museum Volkenkunde in Leiden, die een trieste mededeling heeft over zijn adjunct-directeur Agniet van der Sande. Op 3 mei jl. raakten Agniet van der Sande en haar man ernstig gewond tijdens een tragisch fietsongeval. Beiden liggen in het ziekenhuis. Agniet ligt momenteel met zwaar hersenletsel aan de beademing op de intensive care van het UMC. De moeder van Agniet heeft Steven onlangs telefonisch medegedeeld dat de verwondingen dusdanig ernstig zijn dat de familie van Agniet na een gesprek met het medisch team heeft besloten de behandeling die avond te stoppen. Engelsman heeft hartverwarmende reacties ontvangen over Agniet na het tragische ongeval. Hij heeft ze allemaal aan de familie van Agniet overhandigd. Agniet, die in 1991 bij het museum kwam werken, was een geweldige kracht, die zich met hart en ziel voor het museum heeft ingezet. (Zaterdag 24 mei is Agniet gecremeerd, voorafgegaan door een waardige herdenkingsdienst waar meer dan 500 mensen aanwezig waren. Red.) EF deelt mede dat Museum Catharijneconvent een speciale aanbeveling heeft ontvangen van de organisatie van de prestigieuze European Museum of the Year Award. SW geeft het woord aan Paul Kessler, directeur van de Hortus botanicus. Hij heet ons welkom in de oudste hortus van Nederland (1594). Na de vergadering kan iedereen de hortus in om ‘levende in plaats van dode objecten’ te bekijken. Agenda EF deelt mede dat agendapunt 3 ‘Atzo Nicolaï over Nationaal Historisch Museum’ als eerste behandeld wordt. Verder zal CvtV bij agendapunt 7 ‘Museumregister onder de loep’ een nadere toelichting geven en WB bij agendapunt 8 ‘Vernieuwd lidmaatschap Museumvereniging’. De agenda wordt door de leden vastgesteld.
2
2.
Vaststellen concept-notulen ALV 26 november 2007 De notulen van de ALV van 26 november 2008 worden zonder op- of aanmerkingen vastgesteld, met dank aan de notuliste.
3.
Arda Scholten over het Nationaal Historisch Museum In verband met ziekte van Atzo Nicolaï komt Arda Scholten, projectdirecteur, in zijn plaats de leden nader informeren over de stand van zaken rond het op te richten Nationaal Historisch Museum (NHM). Scholten vertelt over de werkzaamheden tot nu toe, het inrichten van de organisatie en de ontwikkeling van het concept. Tot nu toe was er niet veel contact het NHM en de Museumvereniging. Vanochtend is daar met het verenigingsbestuur over gesproken. Afgesproken is de Museumvereniging meer bij de wording van het NHM te betrekken. Ook is er inmiddels goed contact met het Nederlands Openluchtmuseum. Sinds het besluit het NHM in Arnhem te vestigen is er veel gebeurd achter de schermen. Er is nu een stuurgroep onder leiding van Tweede Kamerlid en voormalig Staatssecretaris Atzo Nicolaï en een projectgroep, ondermeer samengesteld uit gedetacheerde medewerkers van het Ministerie van OCW. Er wordt gewerkt aan de oprichting van een stichting Nationaal Historisch Museum. De werving voor een directeur is gaande. Zodra de stichting er is wordt de stuurgroep de Raad van Toezicht, die de directie aanstelt. Ook komt er een internationaal curatorium als adviesorgaan. Verwacht wordt dat dit per 1 juli gebeurd is. Momenteel wordt gewerkt aan het inhoudelijke concept. De doelstelling is een museum op te richten dat het historisch besef bevordert, niet te belerend is en dat voldoet aan alle moderne eisen van deze tijd. De kerndoelgroep zijn kinderen in de laatste klassen van de basisschool en de eerste van het voortgezet onderwijs. Het doel is het historisch besef van deze kinderen te bevorderen en ook van hun (groot)ouders en andere geïnteresseerden. In het museum moeten verhalen een belangrijke plek krijgen, maar ook het debat. Nicolaï spreekt met musea, educatoren, media, marketingmensen en andere adviseurs over de te volgen koers. Het vertrekpunt is de eigen geschiedenis. Begin bij jezelf en weet dat hier een hele lange tijd aan vooraf is gegaan. Bij het vertellen van de verhaallijn zal beeldbepalende architectuur een rol spelen De aanvankelijk geplande canontoren komt er niet, maar de canon is wel uitgangspunt. In Arnhem is een laboratorium ingericht, waar op 23 april 2008 de eerste sessie is gehouden: een oude gymzaal waarvan de muren beschreven kunnen worden. De doelgroep, missie en vormgeving worden uit al deze dingen bepaald. In september maakt men een definitieve keuze en dan ook zal de nieuwe directeur aan de slag gaan met het hoofdconcept. De vraag die onder andere rijst is: ‘Hoe zet je het museum in de markt?’. Er is € 18 miljoen beschikbaar en de intentie is 300.000 bezoekers per jaar. Marketing en sponsoring is daarom belangrijk. Bezoekers van de website van het NHM mogen meedenken. De projectgroep is gevestigd in Arnhem. De bouw van het NHM gaat door middel van een Europese aanbesteding. Vergunningen zijn erg belangrijk, maar kunnen ook vertragend werken. Het NHM moet 2011 zijn deuren openen.
Vragen:
3
Eva Kleemann (Mondriaanhuis) vraagt in hoeverre Anno hierbij een rol speelt. Scholte meldt dat Anno nauw bij alles betrokken is. Op termijn zal Anno opgaan in het NHM. Arjan Agema (Nieuw Land Erfgoedcentrum) vraagt hoe het zit met de relatie van het NHM met lokale musea regionale erfgoedinstellingen. Volgens Scholte wil het NHM het voorportaal van deze organisaties worden, maar is nader overleg zeker nodig en komt dat ook. Jan Willem Sieburgh (Rijksmuseum) geeft mevrouw Scholte als suggestie mee dat genealogie erg populair is tegenwoordig. Het NHM zou daarop in kunnen spelen. EF dankt mevrouw Scholte en wenst Atzo Nicolaï namens het bestuur en alle leden van de Museumvereniging beterschap toe.
4.
Jaarverslag en financiën Museumvereniging 2007 (bijlage) EF geeft een korte toelichting op het jaarverslag van de Museumvereniging: het is een uitgebreid verslag ter kennisneming voor de leden. Sinds 2008 opereert de Museumvereniging financieel zelfstandig, zonder subsidie van het ministerie van OCW. Hierin is ze tot nu toe aardig geslaagd. Het financiële verslag is inmiddels door de accountant goedgekeurd. Het eigen vermogen is nog wat aan de lage kant. Als er in de nabije toekomst kleine tegenvallers zouden komen, zou de vereniging in de rode cijfers komen. Hier moet wat aan gedaan worden. Dit najaar komt het bestuur met een voorstel voor contributieverhoging. Er zijn geen vragen over het jaarverslag en de financiën van de Museumvereniging over 2007. Het jaarverslag wordt door de leden goedgekeurd.
5.
Financieel jaarverslag Stichting Museumkaart (ter plekke uitgedeeld) De jaarstukken van de Stichting Museumkaart zijn die ochtend door het bestuur vastgesteld en worden ter plekke uitgedeeld. SW licht toe dat in het verslag staat dat de 500.000e Museumkaart inmiddels al is uitgegeven. In werkelijkheid zal dit in augustus 2008 plaatsvinden. De Stichting Museumkaart (SMK) is binnen een jaar van rode cijfers in zwarte terechtgekomen. Er is een winst van € 1,9 miljoen. Dit heeft twee oorzaken. Enerzijds zijn de lasten behoorlijk meegevallen. Dit is het gevolg van onderbezetting en goede onderhandeling over de uitbestede services. Anderzijds namen de baten aanzienlijk toe. De verkoop van de kaart verliep in 2007 goed, terwijl het gemiddelde gebruik iets terugliep. De prijsstijging van 1 juli 2006 (van € 25 naar € 30) heeft in 2007 doorgewerkt, terwijl de stijging per 1 juli 2007 (van € 30 naar € 35) in 2008 zal doorwerken. Ook in 2007 ontving de SMK € 1 miljoen van de BankGiro Loterij. Door deze ontwikkelingen is het bestuur in staat de uitkering over 2007 op 60% van de GTP 2006 te brengen. Daarmee maakt het bestuur de intentie waar. Op de ALV van 26 november 2007 is afgesproken om in 2008 de uitkering te baseren op 60% van de GTP over 2007. Zo weten de musea van tevoren waar ze aan toe zijn. Dit is conform het advies van de projectgroep Museumkaart onder leiding van Hans Buurman. Daarmee loopt de SMK een groter risico dan voorheen. Om dit risico te kunnen lopen is voldoende algemene reserve nodig. Deze is door de accountant becijferd op € 3,0 miljoen. Door het positieve resultaat over 2007 toe te voegen aan de algemene
4
reserve bedraagt deze € 2,5 miljoen en is een flinke stap in de goede richting gezet. Volgend jaar zal nog een kleine stap nodig zijn. In de huidige situatie is besloten per 1 juli aanstaande geen prijsverhoging door te voeren. 6.
Vrije toegang t/m 12 jaar (bijlage) SW geeft een presentatie: Het voornemen is om 400 geregistreerde musea in 2009 gratis te maken voor kinderen t/m 12 jaar. De NMV heeft namens 391 leden (waaronder musea die de kaart accepteren) onderhandelingen gevoerd met het ministerie van OCW. In Den Haag is geen reëel beeld over de kosten. Men denkt dat musea de gratis bezoeken van kinderen t/m 12 jaar gemakkelijk terugverdienen door restaurant- en winkelbezoek. De Museumvereniging laat momenteel een 0-meting uitvoeren door TNS/Nipo en de Stichting Economisch Onderzoek van de UvA, die in september klaar is. Musea zullen extra kosten maken, o.a. voor extra personeel, beveiliging en educatieve programma’s. De vereniging heeft geen geld voor extra compensatie bij meer bezoek. De OCW houdt ook geen rekening met mogelijke nieuwe toetreders als NEMO en Corpus en ook niet met prijsverhogingen. Minister Plasterk houdt zich aan de invoerdatum van 1 januari 2009. De Museumvereniging heeft de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) laten berekenen wat het gaat kosten om kinderen t/m 12 jaar gratis toegang te verlenen in musea op basis van cijfers van 2007. De gemiddelde toegangsprijs was € 4,40 bij 2,3 miljoen bezoeken door kinderen t/m 12 jaar. Er is voor € 5,8 miljoen aan kinderbezoek uitgegeven. SEO gaat ervan uit de gratis toegang van kinderen t/m 12 jaar voor een groei van 30% zal zorgen. 30 % van 2,3 miljoen bezoekers is 700.000 bezoekers. 700.000 x € 4,40 = € 3 miljoen. In totaal zal aan organisatiekosten € 10 miljoen nodig zijn. Minister Plasterk heeft echter € 5,4 miljoen geboden en is verder niet met een hoger bod gekomen. Het verenigingsbestuur adviseert de leden het bod van de minister niet te accepteren en de uitslag van de 0-meting in september af te wachten. Het bestuur is altijd bereid een nieuw bod aan de leden voor te leggen. EF neemt het woord: bij het huidige bod van Plasterk van € 5,4 miljoen zullen de musea inkomstenderving oplopen. Om dit te voorkomen zal minister Plasterk met volledig financiële compensatie moeten komen. Tussen de berekeningen van de onderzoeksbureaus van de Museumvereniging en OCW zit een verschil van bijna 100 %. Het onderzoeksbureau APE van het ministerie van OCW heeft zijn berekeningen gebaseerd op oude cijfers. Twee weken geleden heeft EF Plasterk een brief gestuurd, waarin hem het financiële verschil werd voorgelegd en waarin hij vroeg om bestuurlijk overleg over gat van € 4,5 miljoen. Het is niet de bedoeling dat de musea zelf voor de kosten gaan opdraaien voor de gratis toegang t/m 12 jaar. De minister liet via een ambtenaar weten bestuurlijk overleg niet nodig te achten. Of de NMV accepteert het aanbod ter waarde van € 5,4 miljoen, of de minister gaat het geld aanwenden om de gratis toegang van kinderen t/m 12 jaar uitsluitend voor de 26 Rijksgesubsidieerde musea mogelijk te maken. Dit zal leiden tot concurrentievervalsing en verlies bij de andere musea, die minder bezoekers zullen ontvangen dan de musea die gratis zijn. Het bestuur wil graag tot een gezamenlijk eigen standpunt komen en een mandaat van de leden krijgen om te kijken of het financiële verschil niet overbrugd kan worden. Theo Spil (Bakkerij Museum Medemblik) vraagt zich af of 704.000 extra bezoekers op 1,8 miljoen Museumkaarten niet te laag ingeschat is. De kinderen moeten toch
5
onder begeleiding van hun ouders komen. Hoe denken wij dat af te dwingen? Volgens SW is afdwingen lastig. Ze mogen ook zonder begeleiding komen. We kunnen de discussie voeren over de wenselijkheid ervan. Begeleiding is ook een inkomstenbron. Steven Engelsman (Museum Volkenkunde Leiden) merkt op dat er uiteraard teleurstelling zal ontstaan onder de leden als minister Plasterk zal besluiten de € 5,4 miljoen alleen voor de Rijksgesubsidieerde musea aan te wenden. Deze maatregel zal ingrijpen in de infrastructuur. Hij ziet graag dat het bestuur wederom opnieuw gaat onderhandelen met OCW gezien de grootte van het bedrag. Valentijn Byvanck van het Zeeuws Museum vindt € 5,4 miljoen veel geld. Zijn museum is gratis voor kinderen vanwege de vele ouders die meekomen. Dat levert hem extra inkomsten op. Dit zou je van het bedrag af moeten trekken. Waar is het plafond? Volgens EF zegt het bestuur pas ja als de leden ook ja zeggen. Als musea meer volwassenen op bezoek krijgen zal ook dit tot extra kosten leiden (bv. schoonmaakkosten). Het is niet de bedoeling dat de musea meer winst gaan maken als gevolg van het bedrag wat de minister wil geven, maar ze moeten er ook niet bij inschieten terwijl de minster mooi weer speelt. Het bestuur wil graag de nulmeting afwachten zodat precies bekend is wat er afgerekend gaat worden Henk Stapel (Nationaal Reddingsmuseum) vindt dat 50 % in werkelijkheid vaste kosten zijn voor huur en energie. Alle musea willen het ruimer hebben. Misschien kan de vereniging die ruimte opofferen. Marijnke de Jong (Panorama Mesdag) is van mening dat het bod van de minister afgewezen moet worden. Zij vindt dat er eerst onderzoek gedaan moet worden. Rien van Dongen (Vlasserij-Suikermuseum) merkt op dat in de musea zowel vrijwilligers als betaalde krachten werken. Vrijwilligers zijn moeilijk te krijgen. Het zijn vaak gepensioneerden die tegen hun fysieke grenzen aanlopen. Hij vreest dat er straks helemaal geen vrijwilligers te krijgen zijn als er nog meer bezoekers bij komen. Volgens SW is er geen analyse is gemaakt van de capaciteitsgrens van de musea. De musea krijgen straks de vrije keuze wel of niet mee te doen met de invoering van de vrije toegang t/m 12 jaar. Wim Reijnders (Markiezenhof) vindt dat het bod afgewezen moet worden en de resultaten van het onderzoek afgewacht. SW merkt op dat de Museumvereniging aan Plasterk heeft voorgesteld de uitkomst van de 0-meting af te wachten. De minister wilde dit niet in verband met de invoerdatum op 1 januari 2009. Marijnke de Jong (Panorama Mesdag) stelt dat nu wel gezamenlijk geconcludeerd kan worden dat de invoerdatum van 1 januari 2009 niet haalbaar is. SW meldt dat de vereniging niets in gang kan zetten zolang er geen akkoord is over het bedrag. EF denkt dat als uit de nulmeting blijkt dat we bijvoorbeeld € 3,5 miljoen nodig hebben i.p.v. € 4,5 miljoen, we dan geen € 4,5 miljoen hoeven te hebben. Ook dit pleit voor het onderzoek. EF vindt dat de achterban volledig gecompenseerd moet worden. Ida van Zijl (Centraal Museum) informeert naar de onderhandelingsruimte. De vereniging wil immers wel praten, maar de minister niet. EF antwoordt hierop dat mocht de minister besluiten slechts de Rijksgesubsidieerde
6
musea financieel te compenseren het bestuur dan gaat lobbyen. Ida van Zijl vraagt of er geen open einderegeling inzit. EF antwoordt dat noch de NMV noch de minister dit wil. Het risico komt dan bij de Museumvereniging te liggen. Paul Voogt (Tropenmuseum) vraagt of schoolbezoeken zijn meegeteld in de berekeningen. Volgens SW wordt dit in de 0-meting goed in de gaten gehouden. Kleis Broekhuizen (Anne Frank Stichting) complimenteert het bestuur. Hij vindt dat het bestuur door moet gaan met onderhandelen. Vrije toegang t/m 12 jaar is stimulerend voor het museumbezoek. Maarten Okkersen (Museon) wil ook doorgaan met onderhandelingen. Hij vraagt zich alleen af waarom we jongeren geen korting geven bij de kassa. Dan hoeven ze ook geen Museumkaart bij zich te hebben. SW meldt dat meerdere systemen van aanmelding van kinderen t/m 12 jaar overwogen zijn. Kinderen kunnen hun kaart immers verliezen. Andere systemen brengen echter het gebruik van de doelgroep niet in kaart. Bovendien is het een bestaand succesvol concept. Met de invoerdatum van januari 2009 worden eventuele andere systemen moeilijk haalbaar. Hans van de Bunte (Museumgroep Leiden) vindt het een goede zaak dat Museumvereniging en VRM hierin samen optrekken. Hij hoop dat ze dat blijven doen. Valentijn Byvank (Zeeuws Museum) wil graag weten of de leden onderling blijven praten totdat er een aanvaardbaar bod is. EF kan zich niet voorstellen dat de minister uiteindelijk in een situatie terecht wil komen waarbij sommige musea wel, maar de meeste musea niet gratis zijn voor kinderen tot en met 12 jaar. De leden gaan akkoord met het voorstel van het bestuur om volledige compensatie te eisen voor het voorstel van de minister om vrije toegang voor kinderen t/m 12 jaar te willen doorvoeren.
7.
Museumregister onder de loep (bijlage) CvtV licht het advies van de projectgroep toe. Het huidige Museumregister functioneert als een algemeen aanvaarde standaard. Vooral kleine en middelgrote musea biedt het een handvat. Fondsen en overheden krijgen er inzicht door in het kwaliteitsniveau van musea. Het advies is daarom het register voort te laten bestaan, maar dan als kwaliteitsinstrument van musea zélf. De projectgroep stelt daartoe een systeem voor van zelfanalyse en collegiale toetsing. Het proces van kwaliteitszorg dat volgt op de zelfevaluatie en vooraf gaat aan de uiteindelijke aanvraag tot registratie wordt overgelaten aan de musea zelf. Het bestuur van het register zal een onafhankelijke normcommissie en een commissie collegiale toetsing benoemen. In 2009 start de ontwikkelfase van het nieuwe register, gevolgd door een pilot in 2010. Per 1 januari 2011 kan het nieuwe systeem geïmplementeerd worden. Het huidige proces van registratie loopt tot in 1 januari 2011. Theo Spil (Bakkerijmuseum Medemblik) zegt dat hij al jaren pleit voor gedifferentieerde registratie van A, B en C-musea. CvtV concludeert dat ze het dan eens zijn. Annemieke Hogervorst (Gemeentemuseum Helmond) vraagt of de ISO-certificatie in het advies is meegenomen. Dat is nog niet zo. CvtV zal het bestuur van het register hiervan verwittigen.
7
8.
Vernieuwd lidmaatschap Museumvereniging WB vertelt dat – ook hiervoor – een projectgroep is ingesteld van museumcollega’s die zich het komend halfjaar gaan buigen over een aanpassing van de verschillende soorten lidmaatschap van de Museumvereniging. Aan de volgende ALV in november wordt een definitief voorstel voorgelegd plus een aangepast contributiestelsel, wat dan hopelijk op 1 januari 2009 kan ingaan. Uitgangspunt is het voorstel verenigingsleden te splitsen in leden, associé’s en belangstellenden: 1. Lid van de Museumvereniging Elk in Nederland gevestigd en geregistreerd museum, dat voldoet aan de museumdefinitie van de Museumvereniging (gebaseerd op die van de International Council of Museums). 2.
Associé van de Museumvereniging Een non-profit organisatie die redelijkerwijs niet in aanmerking komt voor museumregistratie en naar ons inzicht een belangrijke rol speelt in de museale sector.
3.
Belangstellende kleine museale instellingen Kleine museale instellingen die redelijkerwijs geen lid of associé kunnen worden maar wel op de hoogte willen blijven en op museum.nl willen staan.
4.
Overige belangstellenden Individuen en organisaties die redelijkerwijs geen lid of associé kunnen worden maar wel op de hoogte willen blijven.
Ida van Zijl (Centraal Museum) vraagt of het verschil in aantal stemmen blijft naarmate een museum meer contributie betaalt. SW bevestigt dit. Victor Moussault (Mauritshuis) merkt op dat de vermogenspositie van musea nog niet is meegenomen. Hij adviseert dit wel te doen omdat continuïteit belangrijk is. Volgens EF vond het bestuur het niet redelijk in de wederopbouwfase met nog te weinig toegevoegde waarde al een lidmaatschapsverhoging in te stellen. Belangenbehartiging is erg belangrijk voor de vernieuwde brancheorganisatie. EF pleit er daarom sterkt voor dat de leden bij kwesties die alle musea aangaan vooral met één mond spreken en bij een lobby allemaal een gelijk standpunt naar voren brengen. Dat betekent ook dat als leden bij een dergelijke kwestie door de pers benaderd worden, ze hen het best kunnen doorverwijzen naar de NMV.
9.
Eric Verhoog (ABF) over Museumanalyse: benchmark voor musea. Bureau ABF is gespecialiseerd in data van huisvesting in Nederland. In de jaren negentig voerden zij een benchmarking uit voor de schouwburgen. Daarna volgden de poppodia, dansgezelschappen en kamermuziekgezelschappen en nu dan de musea. Margriet Kapteijns nam samen met de VRM het initiatief. Dit werd de Stichting MuseAna (museumanalyse). Benchmarking biedt een branche de gelegenheid te kijken hoe een invidueel museum het doet ten opzichte van andere collega’s en geeft statistieken over de museumwereld als sector. Musea die meedoen vullen een digitale vragenlijst in over bedrijfsvoering, collecties, personeel, financiën, bezoek enzovoort. Privacy is gewaarborgd. Musea kunnen op allerlei onderdelen hun eigen situatie vergelijken met één of meer andere musea naar keuze. Verhoog illustreert de voordelen aan de hand van een bestaand voorbeeld via de site van MuseAna.
8
Henk Stapel (Nationaal Reddingmuseum) wil graag weten in hoeverre de benchmarking gegevens gebruikt mogen worden bij gemeentesubsidies. Volgens Eric Verhoog is het mede hierom ontwikkeld, dus terughoudendheid is niet nodig. Nicole Delissen (Stedelijk Museum) wil graag weten wat er gebeurt als musea bijvoorbeeld verhuizen of in een ongewone situatie komen, zoals zij straks een jaar ‘museumloos’ zijn. Hoe vaak kunnen gegevens gewijzigd worden? SW zegt dat het systeem daarmee rekening houdt. Hij adviseert het Stedelijk Museum de cijfers weer aan te leveren zodra het museum opengaat in 2009. Herma Hofmeijer (VRM) vult aan dat alleen musea die gegeven aanleverden toegang tot het systeem hebben en zelf vergelijkingen met andere musea kunnen maken. De overheid heeft deze gegevens niet. Het systeem werkt twee kanten op: het eigen museum heeft er baat bij, maar de hele sector ook. SW adviseert daarom musea die nog niet meedoen zich aan te melden om zo spoedig mogelijk tot een goede dekkingsgraad te komen. Binnen een week kan al een doorberekening gemaakt worden. Stichting Museana heeft het technisch mogelijk gemaakt dat musea zich nu nog aanmelden. Dit kan tevens via de e-mail:
[email protected].
9