ALV2013-01
Vastgesteld Verslag Algemene Ledenvergadering van de Nederlandse Museumvereniging d.d. 19 november 2012 Locatie:
Museum voor Communicatie Den Haag, 13.15 – 15.45 uur
Aanwezig bestuur:Hans Kamps (voorzitter), Ewoud Goudswaard, Lisette Pelsers, Jouetta van der Ploeg, Adrie Warmenhoven Afwezig bestuur met kennisgeving: Willem Bijleveld, Jos Schatorjé, Paul van Vlijmen, Diana Wind Verslag:
Gert-Jan Timmermans, Notuleerservice Nederland
1. Welkom, opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. Hij dankt het Museum voor Communicatie voor de gastvrijheid. Penningmeester Ewoud Goudswaard heeft gemeld iets later te komen, rond 14.30 uur. 2. Verenigingszaken a) Verslag ALV d.d. 22 oktober 2012 Besluit: Het verslag van de ALV d.d. 22 oktober 2012 wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Advies LAMO-werkgroep a) Advies werkgroep b) Besluit over het voorstel van het bestuur naar aanleiding van dit advies Siebe Weide geeft een toelichting op de aanbevelingen van de LAMO-werkgroep en de verschillen met het voorstel van het bestuur. Hij memoreert de aanleiding voor de instelling van de LAMO-werkgroep: de verkoop van Schoolboys van Marlene Dumas door Museum Gouda. Daar is toen veel commotie over geweest op ledenvergaderingen. Op verzoek van de leden is het afgelopen voorjaar een werkgroep onder leiding van Frans Leijnse ingesteld om te kijken naar verduidelijking van de LAMO en een eenduidig sanctiebeleid. Die LAMO-werkgroep heeft een advies aan het bestuur uitgebracht dat bij de vergaderstukken zit. Het bestuur heeft vervolgens op basis van dat advies een voorstel geformuleerd dat nu ter besluitvorming ligt (bijlage ALV2012-15).
ALV Nederlandse Museumvereniging 19 november 2012
1/9
ALV2013-01 De belangrijkste conclusie van de werkgroep is dat de LAMO een goede vertaling is van de Ethische Code, maar dat het schort aan de interpretatie en naleving. Daarom komt de LAMO-werkgroep vooral met procedurele aanbevelingen. Er moet een transparante aanmeldingsprocedure komen voor voorgenomen afstotingen. Er moet een procedure komen voor collectief overleg en toetsing om de beschermwaardigheid als erfgoed van af te stoten stukken vast te stellen. Er moet een controle komen op de naleving van het traject dat loopt van het collectieplan tot de bestemming van de opbrengst. Het niet naleven wordt openbaar gemaakt, zodat sancties kunnen volgen. De regie over dit alles moet volgens de LAMO-werkgroep bij de Museumvereniging liggen in samenwerking met de Ethische Code Commissie voor Musea. Het bestuur heeft dit advies in grote lijnen overgenomen op enkele punten na: Het bestuur stelt voor de controle op de naleving van de LAMO te laten uitvoeren door het Museumregister dat immers ook al over de collectieplannen van musea beschikt. De beoordeling of een object beschermwaardig erfgoed is, kan volgens het bestuur het best overgelaten worden aan bestaande museumkringen of te vormen ‘peer groups’ die het betreffende soort erfgoed het best op zijn waarde kunnen schatten. Een eenvoudig en eenduidig sanctiebeleid dat in lijn is met de gestelde lidmaatschapsvoorwaarden, zoals een inschrijving in het Museumregister. Als die inschrijving vervalt, is daarmee ook de basis voor het lidmaatschap van de Museumvereniging weg. Steph Scholten (lid LAMO-werkgroep en directeur Divisie Erfgoed van de Universiteit van Amsterdam) vult aan dat de werkgroep adviseert dat een museum bij bulkafstoting aannemelijk moet maken dat het als eigenaar mag beschikken over de betreffende objecten zonder dat het eigendom meteen voor elk afzonderlijk object hoeft te worden aangetoond. Frans Ellenbroek (lid LAMO-werkgroep en directeur Natuurmuseum Brabant), vestigt de aandacht op het element in het advies waarvoor hij zich sterk heeft gemaakt, namelijk dat beschermwaardigheid zich niet hoeft te beperken tot de Collectie Nederland. Men kan ook tot de vaststelling komen dat het betreffende object beschermwaardig is vanuit een intrinsiek oogpunt, maar beter tot zijn recht zou komen in een buitenlandse collectie. Siebe Weide merkt op dat het aan de betreffende museumkring of ‘peer group’ is om dat vast te stellen, waarbij de vereniging facilitair kan helpen in het organiseren van dergelijke kringen, maar zich niet inhoudelijk met afstoting kan bezig houden. Dat is noch haar taak noch haar expertise. De voorzitter spreekt zijn waardering uit voor het gedegen advies van de LAMOwerkgroep. De vergadering ondersteunt die waardering met applaus. De voorzitter geeft gelegenheid tot het stellen van vragen en het plaatsen van opmerkingen. Libbe van Dijk (Museum Kennemerland) vraagt of er beroep mogelijk is bij sancties. Chris Ronteltap (Legermuseum) vraagt naar het oordeel van de LAMO-werkgroep over de wijzigingen in het bestuursvoorstel. Hij stelt zijn ervaringen met de procedure rond bulkafstoot, waarover hij overeenstemming heeft bereikt met de ministeries, graag ter beschikking als input voor de uitwerking van het advies. Jaap Nieweg (Museum Stoomtram Hoorn-Medemblik) is verheugd over de koppeling met het Museumregister. Hij vraagt of er is nagedacht over een loskoppeling van het beheer en de exploitatie van collecties. Hij denkt daarbij aan het voorbeeld van Aviodrome. Hij kan zich voorstellen dat voor de registratie in het Museumregister
ALV Nederlandse Museumvereniging 19 november 2012
2/9
ALV2013-01 loskoppeling als voorwaarde wordt gesteld. Stijn Schoonderwoerd (Museum Volkenkunde) merkt op dat er in zijn museumkring een museum is dat weigert een gesprek aan te gaan met ‘peers’ over een voorgenomen afstoting. In dit geval zou de LAMO-werkgroep uit het oorspronkelijke voorstel juist wel erg goede diensten kunnen bewijzen om te beoordelen of alles wel zorgvuldig verlopen is. Hij is benieuwd naar het oordeel van de werkgroep over deze kwestie. Gerard de Kleijn (Museum Gouda) zegt in het advies en het bestuursvoorstel de gevraagde verduidelijking van de LAMO en het sanctiebeleid te missen. Het bestuur lijkt alles te willen delegeren. Hij vraagt of hij het goed ziet dat men de afstoting van bulk wil versoepelen en met beschermwaardig erfgoed zorgvuldig en in collectief verband wil omgaan. Hij vraagt of het bestuur met dit voorstel in de hand kan toewerken naar overeenstemming met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over de toegestane bestemmingen van de opbrengst van verkoop. Hij vraagt daarnaast of het bestuur in gesprek wil gaan met fondsen als het Mondriaan Fonds en de Vereniging Rembrandt om te bewerkstelligen dat er collectief geld beschikbaar komt voor gevallen waarin een museum in een extreme situatie een object voor verkoop aanbiedt, dat object beschermwaardig bevonden wordt, maar de middelen bij verwante musea ontbreken om het object over te nemen. Ten slotte vraagt hij hoe het bestuur en de LAMO-werkgroep aankijken tegen het verschijnsel van de ontbrekende juridische symmetrie. De ‘peers’ krijgen nu wel een stem bij het afstoten van objecten, maar niet bij de aanschaf. Hij zou geen voorstander zijn van dat laatste, omdat hij van mening is dat aanschafbesluiten voor de collectie tot de autonomie van directie en bestuur van een museum behoren. Hij stelt wel prijs op het advies van collega’s, maar het besluit dient in eigen handen te blijven. Sandra van den Broek (Wereldmuseum) zegt dat haar museum bezig is met de afstoting van een groot deel van de collectie. Daar treedt verschil van mening op met collega’s in de beoordeling van de beschermwaardigheid. Zij is benieuwd hoe die beschermwaardigheid met dit voorstel bepaald gaat worden. Ook zij vindt het merkwaardig dat hier nu een collectieve verantwoordelijkheid voor afstoting wordt voorgesteld, terwijl die bij aankopen niet aan de orde is. Verder is zij benieuwd hoe het bestuur aankijkt tegen de kwestie dat de collectie eigendom is van de gemeente Rotterdam. De gemeente houdt zich bijgevolg aan de richtlijnen van de VNG, die niet naadloos aansluiten op dit bestuursvoorstel. Eric Wetzels (Natuurhistorisch Museum Maastricht) merkt op dat ook bulk beschermwaardig kan zijn. Om lastige discussies achteraf te voorkomen stelt hij voor dat musea zelf al in het collectieplan opnemen wat men in de eigen collectie vindt vallen onder de Collectie Nederland of anderszins beschermwaardig beoordeelt. Die beoordeling kan ook al in overleg met ‘peers’ gebeuren. Hiermee zou het probleem van de symmetrie tegelijkertijd kunnen worden opgelost. Marijke Brouwer (Het Valkhof Nijmegen, lid Ethische Code Commissie) vraagt of dit voorstel voldoende houvast geeft voor gevallen waarin de nood echt aan de man komt, bijvoorbeeld bij een dreigend faillissement. Steph Scholten (LAMO-werkgroep en directeur Divisie Erfgoed van de Universiteit van Amsterdam) merkt op dat de LAMO-werkgroep een advies heeft afgeleverd over afstoting en daarna niet meer bijeengekomen is. Hij sluit zich aan bij de opmerkingen van Eric Wetzels. Ook bulk kan beschermwaardig zijn. Bijvoorbeeld in de collectie van het Wereldmuseum. De werkgroep heeft geprobeerd zich vooral te richten op zaken waar men zich druk om moet maken. Waar er binnen een sector al overeenstemming is over de overdracht van een object, hoeft niet nog iets apart geregeld te worden, evenmin als bij evidente bulkzaken die in overvloed beschikbaar zijn. Hij is er niet voor als men ad hoc ‘peer groups’ in het leven gaat roepen als men het niet eens is met de opvatting van ALV Nederlandse Museumvereniging 19 november 2012
3/9
ALV2013-01 de bestaande ‘peer groups’ en museumkringen. Het is in beginsel een zaak van zelfregulering binnen de Museumvereniging die zelf regels vaststelt waar men zich vervolgens ook aan houdt. Hij zegt te kunnen leven met de regierol van het Museumregister, al vindt hij de argumentatie daarvoor niet ijzersterk. Het gaat erom dat de procedures handzamer worden en dat eenduidig is wie een ‘peer group’ in het leven mag roepen als er geen bestaande museumkring is. Naar zijn optiek is dat dan ook de organisatie met de regierol volgens het voorstel van het bestuur, dus het Museumregister. Er kunnen zich altijd calamiteiten voordoen die nopen tot gedwongen verkoop. Maar het afstoten om puur financiële motieven blijft een ander verhaal. Naar zijn mening zijn er geen wezenlijke verschillen tussen het advies van de LAMOwerkgroep en het voorstel van het bestuur. Het gaat om meer eenduidigheid in procedures en sancties. Het maakt geen wezenlijk verschil of men de uitvoering binnen de vereniging houdt of neerlegt bij het Museumregister. Hij kan met dit voorstel leven. Frans Ellenbroek (lid LAMO-werkgroep en directeur Natuurmuseum Brabant) zegt dat de werkgroep vooral gekeken heeft naar de geest van de LAMO en niet meteen in de sfeer van sancties wilde geraken. Daarom doet het advies een beroep op de sector om de verantwoordelijkheid voor het bepalen van beschermwaardigheid in eigen kring te organiseren. Marjan Ruiter (lid LAMO-werkgroep en directeur Zeeuws Museum) merkt op dat het Museumregister thans alleen bekijkt of het collectieplan voldoet aan de regels. Als men wil dat daarbij ook de beschermwaardigheid beoordeeld wordt, dan zullen daar ook faciliteiten voor geregeld moeten worden. Siebe Weide stelt dat als men een discussie wenst over het splitsen van de entiteiten voor beheer en exploitatie, die wens bij het Museumregister aangekaart moet worden. Nu wordt daar alleen één museumdefinitie gehanteerd. Bij particuliere musea wordt de scheiding al vaak aangebracht om te voorkomen dat de collectie in gevaar komt bij een faillissement van de particuliere eigenaar. De LAMO geldt op dit moment alleen voor de musea die zich daartoe verplichten bij de registratie en het lid worden van de Museumvereniging. Musea zijn veelal niet de eigenaar van de collectie. De eigenaren zijn niet aan de LAMO gebonden, maar volgen hem meestal wel. De VNG-richtlijn bepaalt in afwijking van de LAMO dat een overdracht aan een ander museum primair binnen de gemeente en met gesloten beurzen moet plaatsvinden. Bij overdracht buiten de gemeentegrenzen vervalt die laatste voorwaarde vanwege de Gemeentewet. Naar aanleiding van de Goudakwestie heeft de VNG gezegd dat er zo veel mogelijk in de geest van de LAMO moet worden gehandeld. De tweede afwijking in de VNG-richtlijn gaat om de besteding van de opbrengst bij verkoop. Gemeenten willen daar meer vrijheid in hebben. Maar in de praktijk, zie bijvoorbeeld de brief van de gemeente Rotterdam over het Wereldmuseum, zit men toch dicht tegen de lijn van het voorliggende advies aan: besteding ten behoeve van duurzame instandhouding van de collectie. Hij denkt dat er wel aanleiding is om het gesprek met de VNG aan te gaan over de besteding van opbrengsten. Hij merkt op dat dit advies extreme situaties niet erkent als grondslag om stukken uit de collectie te verkopen. Hij ziet geen aanleiding voor het op voorhand oprichten van een fonds voor noodgevallen. Hij denkt dat de genoemde fondsen niet bereid zijn op voorhand de helpende hand toe te steken vanwege een aanzuigende werking. In voorkomende gevallen schat hij in dat er wel animo is om behoud van beschermwaardig erfgoed te organiseren. De navolging van adviezen van de ‘peer groups’ zijn niet in rechte afdwingbaar. Hun bestaan berust op het feit dat de leden het gezag van de ‘peer group’ erkennen. Het advies noch het bestuursvoorstel voorziet in wat er moet gebeuren als er twee elkaar bestrijdende ‘peer groups’ optreden. Heleen Buijs (Geldmuseum en bestuurslid Museumregister) vindt dat er wel afspraken gemaakt moeten worden over het organiseren van de beschermwaardigheidstoets. Als ALV Nederlandse Museumvereniging 19 november 2012
4/9
ALV2013-01 een museum zich niet houdt aan de uitkomsten van die toets en toch eenzijdig tot afstoting overgaat, ontstaan er immers grote problemen met het Museumregister. Daarnaast denkt zij dat het belangrijk is heldere criteria voor de Collectie Nederland te formuleren. Zij meldt verder dat het bestuur van het Museumregister bezig is aan de ontwikkeling van een sanctiebeleid met beroepsmogelijkheid. Voor de goede orde meldt zij dat het Museumregister een autonome stichting is. Siebe Weide wijst op het advies van het bestuur om nu al tot samenwerking te komen op de witte gebieden waar nog geen museumkringen of ‘peer groups’ zijn. Hij denkt dat je een museum wel kan verplichten mee te doen in de discussie over de beschermwaardigheid van een object in zijn collectie en zijn opvatting daarover publiekelijk kenbaar te maken. Maar afdwingen blijft lastig, ook als de vereniging zelf de ‘peer groups’ zou instellen. Gerard de Kleijn (directeur Museum Gouda) denkt dat de suggestie om beschermwaardigheid al in het collectieplan te bepalen, veel discussie later kan voorkomen. Bovendien heeft elk museum ook veel interne expertise bij conservatoren en kan men al voorafgaand aan een voornemen tot afstoting de meningen van collega’s polsen. Daarnaast wijst hij erop dat al op meerdere plekken is vastgelegd wat beschermd cultuurbezit is. Marco de Niet (directeur Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) en bestuurslid Museumregister) vindt dat het Museumregister eventueel wel de naleving van een toets kan controleren, maar dat de ontwikkeling van een toets door een werkgroep van de vereniging moet gebeuren. De voorzitter stelt voor deze kwestie te parkeren tot na het besluit over het voorstel. Stijn Schoonderwoerd (Museum Volkenkunde) vraagt wie gaat bepalen dat er iets is misgelopen als een partij binnen een ‘peer group’ zelf een toets van eigen deskundigen organiseert en dan alle verdere stappen van de geschetste procedure keurig doorloopt. Siebe Weide denkt dat in de na het besluit nodige herschrijving van de LAMO duidelijke definities moeten komen over ‘peers’. Ook zal daarin moeten komen te staan dat men moet openstaan voor het oordeel van ‘peers’ en daar in de openbaarheid op moet reageren. Als er meer zienswijzen zijn, moeten die in het openbaar afgewogen worden. De voorzitter stelt voor deze kwestie in de besluitvorming te betrekken. Hij brengt het voorstel van het bestuur naar aanleiding van het advies van de LAMO-werkgroep in stemming, met de nadrukkelijke aantekening dat het tweede verschilpunt over de beoordeling van beschermwaardigheid in deze vorm wordt teruggetrokken. In de discussie is immers gebleken dat er bezwaren kleven aan de delegatie daarvan naar musea zelf, terwijl er ook bezwaren kleven aan de aanbeveling van de commissie. Het bestuur zal na overleg met de commissie in de volgende ALV met een nadere uitwerking komen van dit onderdeel, gehoord de discussie. Ook zal het bestuur met een antwoord komen op de suggesties voor het opnemen van beschermwaardigheid in het collectieplan en voor het aangaan van overleg met de VNG. Besluit: Bij handopsteking stemt de meerderheid van de vergadering hiermee in. De voorzitter stelt vast dat het advies van de LAMO-werkgroep door de Museumvereniging is overgenomen met uitzondering van de drie genoemde punten.
ALV Nederlandse Museumvereniging 19 november 2012
5/9
ALV2013-01 4. Advies Commissie Asscher-Vonk Musea voor Morgen a) Advies Musea voor Morgen b) Voorstel van het bestuur naar aanleiding van dit advies De voorzitter merkt op dat beide stukken de vorige vergadering ook al besproken zijn. Toen kon echter geen besluit genomen worden, omdat de stukken niet tijdig konden worden aangeleverd. Hij meldt dat de Vereniging voor Rijksmusea de voorstellen al wel heeft aangenomen. Siebe Weide geeft een korte presentatie over het rapport en de plannen van de besturen om de aanbevelingen in praktijk te brengen en nodigt daarna de vergadering uit commentaar te leveren of vragen te stellen. Charles Boissevain (Deventer Musea) vraagt of de samenwerking ook beoogd wordt met andere instellingen. Janelle Moerman (Huijgens Museum-Hofwijck) vraagt hoe de verschillen tussen gemeenten in een Bestuursakkoord verenigd kunnen worden. Eric Wetzels (Natuurhistorisch Museum Maastricht) vraagt of deze oproep alleen aan de vereniging is gericht of aan de hele museumwereld. Marjan Ruiter (Zeeuws Museum) drukt haar bezorgdheid erover uit dat men zich onrealistische doelen van samenwerking oplegt, terwijl in de praktijk alleen achteruitgang in bijvoorbeeld financiering plaatsvindt. Het uitwisselen van ‘best practices’ acht zij erg nuttig, maar zij heeft moeite met nergens op gebaseerde verwachtingen. De vorige vergadering werd er nog gesproken over het formuleren van verschillende vormen van samenwerking en doelstellingen. Daar vindt zij nu niets van terug. Stijn Schoonderwoerd (Museum Volkenkunde) vraagt hoe en door wie de ambities benoemd gaan worden. Verder is hij benieuwd naar de samenstelling van de begeleidende stuurgroep die nu kennelijk ineens helemaal moet gaan bestaan uit externe mensen. Carel Hofland (Museum van het Nederlandse Uurwerk) zegt niet meer te weten over welke variant van het stuk hij nu moet gaan stemmen en wie nu wat gaat doen. Hij heeft zelf na de vorige vergadering een enthousiast bericht gestuurd over een vorm van samenwerking waar hij mee bezig is, maar daar ziet hij niets van terug. In de vorige vergadering werd nog gesproken van een begeleidingscommissie ter ondersteuning van leden, maar ook daar ziet hij niets van terug. Sandra van den Broek (Wereldmuseum) zegt samenwerking en ondersteuning toe te juichen. Zij informeert naar de rol van individuele musea in deze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Siebe Weide zegt dat samenwerking ook over sector- en landgrenzen wordt beoogd. Hij denkt dat men de sociale druk op gemeenten via de VNG en een Bestuursakkoord niet moet onderschatten. In beginsel zijn gemeenten vrij in hun handelen, maar een opname in het Bestuursakkoord heeft zeker meerwaarde en kan een opstap zijn naar een Museumwet. Het appèl is aan iedereen gericht. Maar het bestuur heeft uit het advies gedestilleerd welke taken er voor de Museumvereniging zijn weggelegd. De medewerking van het veld is onontbeerlijk. In het voorstel staat hoe het proces gefaciliteerd kan worden. Het moet gaan om reële mogelijkheden van samenwerking. Er zal een nulmeting komen. Als men wil dat de overheden meewerken, zal men daar iets tegenover moeten stellen. De musea zijn niet in een positie om iets af te dwingen en zullen dus een geloofwaardige ambitie moeten presenteren. De ledenvergadering zal te zijner tijd de ambities moeten ALV Nederlandse Museumvereniging 19 november 2012
6/9
ALV2013-01 goedkeuren. Bij voortschrijdend inzicht heeft men gekozen voor uitsluitend externe leden om te voorkomen dat collega’s elkaar moeten gaan beoordelen. Berichten zoals die van Carel Hofland zullen later verwerkt worden in een campagne om leden te informeren over goede voorbeelden. De stukken zijn nog in dezelfde redactie als die van de vorige vergadering, maar intussen is er op verschillende punten niet stilgezeten. Daar heeft hij in zijn presentatie gewag van gemaakt. Maar het besluit gaat over het toegezonden stuk. Elk museum blijft volledig verantwoordelijk voor het eigen beleid. Centraal zal geprobeerd worden de rol van overheden ten opzichte van musea vast te leggen. Henk Dooijes (Centraal Museum Utrecht) vindt dat de leden meer enthousiasme moeten uitstralen voor een gemeenschappelijke aanpak. Als men zelf niet in het geweer komt, zullen de ontwikkelingen over de musea heenkomen en dat zou wel eens kunnen leiden tot een forse vermindering van het aantal musea. Lambert Leusink (Speldenmuseum Klaaswaal) mist het aspect van de bezoekers in de plannen. Marie-José Grotenhuis (Het Rembrandthuis) vindt de opstelling naar overheden te defensief en niet realistisch. Zij vindt dat eerst meer inhoudelijke vormen van samenwerking in kaart gebracht moeten worden. Misschien blijkt er dan incidenteel extra steun nodig en zijn soms bezuinigingen mogelijk. De inhoud dient voor haar echter voorop te staan. Pauljac Verhoeven (Museum Bronbeek) zegt dat de Museumvereniging er is om de belangen van musea te verdedigen. Het gaat erom naar de overheden duidelijk te maken waar de musea voor staan. Intern moet de vereniging regels stellen waar elk museum aan moet voldoen. Wie zich daar niet aan wil houden mag zich dan ook geen museum meer noemen. Maar de externe lobby acht hij op dit moment hard nodig, bijvoorbeeld om te komen tot een Museumwet. Frans Ellenbroek (Natuurmuseum Brabant) wijst erop dat het de Museumvereniging met dit rapport gelukt is de nieuwe minister van OCW, Jet Bussemaker, in haar eerste tvoptreden (in Kunststof) publiekelijk te laten reageren op een initiatief vanuit de museumwereld. Siebe Weide zegt dat er nu juist een duidelijke lobby-agenda is gemaakt. Het momentum van dit rapport is groot en heeft veel reacties in de pers en in de landelijke politiek opgeroepen. Het gaat er nu om het enthousiasme van dit moment optimaal te benutten. Wie samenwerking bepleit, moet ook zelf het goede voorbeeld geven. Besluit: De voorzitter stelt bij handopsteking vast dat de vergadering in grote meerderheid akkoord is met de stappen 1, 2 en 3 zoals die in de vergaderbundel zijn verwoord. Alle gemaakte opmerkingen zullen bij de verdere uitwerking worden meegenomen. 5. Jaarplan, begroting en contributie 2013 a) Jaarplan 2013 Siebe Weide licht toe dat dit derde jaarplan in de reeks binnen het meerjarenplan bekeken moet worden in het besef dat zich altijd gedurende een jaar nieuwe ontwikkelingen aandienen waarop ingespeeld moet worden. Het is nog onbekend wat het nieuwe kabinet allemaal gaat brengen. Er zijn het afgelopen jaar ook ontwikkelingen in gang gezet die voor het komend jaar veel werk met zich meebrengen. De net genomen besluiten vormen daarvan een voorbeeld. Het komend jaar zullen ook enkele projecten afgerond of vervolgd worden. Hij noemt het onderzoek naar het kinderbezoek aan musea ALV Nederlandse Museumvereniging 19 november 2012
7/9
ALV2013-01 en het ook internationaal gevoelige onderzoek naar de herkomst van collecties, Museale Verwervingen. Een mijlpaal wordt de miljoenste Museumkaart die naar verwachting in het voorjaar met gepaste omlijsting zal worden uitgereikt. Te verwachten is ook een koersdiscussie over de Museumkaart die een steeds belangrijkere bron van inkomsten wordt voor de musea. Daarnaast zal via evenementen als de Museummaanden in samenwerking met de BankGiro Loterij de aandacht gevestigd worden op de museumwereld. Voor de permanente aandacht is er de vernieuwde website museum.nl waarin museumkaart.nl is opgenomen. Hij laat als voorproefje enkele pagina’s zien van die geheel opnieuw ontworpen website die later op deze dag live gaat. Besluit: De voorzitter vraagt bij handopsteking aan te geven of men instemt met het jaarplan en stelt vervolgens vast dat de vergadering het jaarplan 2013 goedkeurt. b) Begroting 2013 Museumvereniging Carel Hofland (Museum van het Nederlandse Uurwerk) merkt op dat de begroting geen ruimte laat voor het inspelen op nieuwe ontwikkelingen, omdat alle bedragen al zijn toegewezen. Siebe Weide zegt dat financiële gevolgen van de net genomen besluiten ook nog niet zijn verwerkt in de begroting 2013. De voorgenomen integratie met de VRM zal ook op financieel gebied van betekenis zijn. Als de contexten veranderen, zal gedurende het jaar gerapporteerd moeten worden wat de gevolgen zijn voor de begroting. Besluit: De voorzitter vraagt of de vergadering kan instemmen met de Begroting 2013 en stelt vast dat dit het geval is. c) Begroting 2013 Stichting Museumkaart Siebe Weide geeft als toelichting dat deze begroting ter kennisname is toegezonden vanwege de banden tussen de Museumvereniging en de Museumkaart. Stijn Schoonderwoerd (Museum Volkenkunde) stelt dat musea afgezet tegen hun waarde relatief goedkoop zijn. De Museumkaart is in dat licht gezien zelfs zeer goedkoop. Hij denkt dat veel musea met de gedachte spelen hun prijzen te verhogen. Steph Scholten (Divisie Erfgoed van de Universiteit van Amsterdam) merkt op dat het moeilijk te beoordelen is of de substantiële bedragen inderdaad aan de reserves onttrokken kunnen worden aangezien geen balans van SMK overlegd is. Siebe Weide zegt dat de prijsstelling van de Museumkaart ongetwijfeld onderwerp van gesprek is bij de komende koersdiscussie. Voor elke bestemmingsreserve en bestemmingsfonds is vastgesteld wanneer die tot besteding komt en vrijvalt. Er zit geen balans bij, maar de middelen verdwijnen niet in de algemene reserve en dienen om te voorkomen dat speciale evenementen – de Museummaanden bijvoorbeeld – ten laste komen van de opbrengst uit verkoop van Museumkaarten of andere uitkeringen. De Museumkaart is volgens hem gezond en kan dat ook de komende jaren blijven. Onderzoek wijst uit dat er nog steeds voldoende groei in de prijs mogelijk is. De begroting wordt voor kennisgeving aangenomen. d) Contributievoorstel 2013 Besluit: De ledenvergadering stemt in met de contributieverhoging van 2,3%. ALV Nederlandse Museumvereniging 19 november 2012
8/9
ALV2013-01 De voorzitter dankt de leden voor het getoonde vertrouwen in het bestuur en het bureau. 6. Rondvraag en afsluiting Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag. De voorzitter sluit de vergadering om 15.45 uur en attendeert de leden op de volgende bijeenkomst: de Nieuwjaarsreceptie op maandag 7 januari 2013 in museum Speelklok in Utrecht.
Actielijst d.d. 19 november 2012 Datum 19-11-12 19-11-12 19-11-12 19-11-12
Onderwerp Organisatie toets beschermwaardigheid Opname beschermwaardigheid in collectieplan VNG-richtlijnen in lijn brengen met hernieuwde LAMO Stappenplan n.a.v. advies cie. AsscherVonk (Musea voor Morgen)
Actie Nader uitwerken
Wie Bestuur
Reactie bestuur op suggestie
Bestuur
Overleg met VNG
Bestuur
Uitwerking en uitvoering
Bestuur
Wanneer Volgende ALV
Besluitenlijst d.d. 19 november 2012 Datum 19-11-12 19-11-12 19-11-12 19-11-12 19-11-12 19-11-12
Onderwerp Het verslag van de ALV van 22 oktober 2012 is ongewijzigd vastgesteld. De ALV stemt in met voorstel van het bestuur n.a.v. het LAMO-advies (ALV2012-15) met dien verstande dat het punt over de organisatie van de toets voor beschermwaardigheid nog nader zal worden uitgewerkt. De ALV stemt in met het stappenplan van het bestuur n.a.v. het rapport Musea voor Morgen (ALV2012-18). De ALV stelt het jaarplan 2013 (ALV2012-20) vast. De ALV stelt de begroting 2013 (ALV2012-21) vast. De ALV stelt de contributie 2013 (ALV2012-23) vast.
ALV Nederlandse Museumvereniging 19 november 2012
9/9