Jaarverslag 2013 1
inhoud
Nederlandse Museumvereniging, voorwoord
Missie en Beleid
Sterke museumsector
Leden, aspirant-leden en gelieerde instellingen Lidmaatschap Secties en sectieraad Museumcongres Museumvisie Museale verwervingen vanaf 1933
Voor iedereen
Museumkaart Prijsstelling Bezoekvergoeding Marketingrapportages Koers Magazine BankGiro Loterij Museummaanden Museumweekend Museumburen Museum.nl en Museumkaart.nl Stimulering museumbezoek door kinderen t/m 12 jaar Museumkids Museuminspecteurs Museumklas van het Jaar
Midden in de samenleving
De maatschappelijke betekenis van musea uitdragen: Meer dan Waard Lobby Museumbrief Brief cultuurstelsel Stuurgroep Asscher-Vonk Museumcijfers LAMO Ethische Codecommissie 2
3 4 5 6 7 7-8 9-10 9-11 11 12 13 13 14 14 14 15 15 15 16 16 16 17 17 18 18 19 20 21 21 22 22 23 24 24
Goede vereniging
Algemene ledenvergadering Bestuur Governance Organisatie
Interview met Irene Asscher-Vonk, voorzitter Museumvereniging 2014
25 26 26-27 28 28 29-30
Vereniging van Rijksmusea 2013
31
Voorwoord
32
Cao Huisvesting Raadsadvies Museumbrief Regeling samenwerking musea Collectiemobiliteit Indemniteit LAMO Onderzoeksagenda cultuur en wetenschap Werkgeverszaken Verlaging pensioenen PFZW afgewend Stichting Wachtgeld Commissies P&O Herziening handboek referentiefuncties Leeftijdsfasebewust personeelsbeleid Financiën Visitaties Nieuwe leden Federatie Cultuur Bestuur en bureau
Colofon
33 34-35 35 36 36 37 37 38 38 39 39 39 39 39 39 39 39 40 41 41 42 43
Nederlandse Museum vereniging
Foto: Fred Ernst
voorwoord
De vereniging van twee verenigingen gaat in 2014 van start met een nieuw samengesteld bestuur en leiding van het bureau. De nieuwe vereniging heeft een compleet pakket aan diensten en activiteiten, en is in staat om nog meer invloed uit te oefenen door met één mond te spreken namens het gehele museumveld. De fusie is aangegaan met een beleidsplan voor de periode 2014-2017, waarbij het nieuwe bestuur de ruimte is gegeven om binnen dit plan accenten te leggen. In dat proces zal het bestuur ook zoeken naar de mogelijkheden om het begrote tekort voor 2014 terug te dringen en met een sluitende begroting voor 2015 te komen. Uitdagingen zijn er genoeg. Op politiek vlak zal alle aandacht uitgaan naar de nieuwe erfgoedwet, die onder meer de afstoting van museale collecties door overheden beter regelt, in lijn met de nieuwe LAMO. Ook de bekostiging en huisvesting van rijksmusea zal drastisch veranderen, en als het aan ons ligt, wordt dit structureel beter georganiseerd. Bij gemeenten treden nieuwe colleges aan die we via onze leden de vijf maatschappelijke waarden van musea bijbrengen, onder meer met stages bij musea. En in Brussel propageren we het belang van musea voor de Europese 2020 strategie, via ons Europese netwerk NEMO. Binnen de museumsector bieden we meer dan ooit stof tot debat en inspiratie. Via ons Museumcongres, dit jaar in Leeuwarden, waar het belang van de collecties centraal staat. Via de secties, met wie we een vergaande vorm van versterking aan het voorbereiden zijn. En met de commissie Putters, die in opvolging van de commissies Asscher-Vonk 1 en 2 een advies zal
uitbrengen over de versterking van de positie van het museale veld in de komende tijd, met name op gebied van collectiemobiliteit en de relatie met het primair onderwijs. Het publiek zal ook van ons horen. De 1,1 miljoen Museumkaarthouders stimuleren we tot museumbezoek met ons maandelijkse Museumkaartmagazine en via Museum.nl. De financiële meerwaarde van de Museumkaart voor de deelnemende musea houden we in stand met een redelijke uitkering per bezoek. In de marketing richten we ons op de nieuwe doelgroepen Jong & Hip en het Gezin, en blijven we de vaste klanten koesteren. Tijdens het Museumweekend zetten we een stap in de richting van een Museumweek, met de Museumkidsdag als nieuwe loot aan de tak. En we verkennen of we onze aanwezigheid op televisie verder kunnen uitbreiden. Al onze inspanningen zullen zijn gericht op het versterken van de sector, door te werken aan een breder draagvlak voor musea, een permanente ontwikkeling van de sector en een groot en divers publieksbereik. Het zet daarmee de traditie voort van haar voorgangers, de VRM en de NMV, met vereende kracht. Irene Asscher-Vonk (voorzitter) en Siebe Weide (directeur)
Missie De Nederlandse Museumvereniging bestaat sinds 1926 en is een branchevereniging voor alle, geregistreerde musea in Nederland.
‘Een sterke museumsector, voor iedereen, midden in de samenleving, dat is waar de Nederlandse Museumvereniging naar streeft.’
Foto: Roy Beusker
Wij willen dit bereiken door musea die lid zijn te ondersteunen in hun streven naar kwaliteit, bereik en financiering. Door de collectieve belangen van de leden te behartigen, musea een forum te bieden, diensten te verlenen die musea helpen in hun werkzaamheden en het collectieve imago van musea te versterken.
Beleid Nadat in het najaar 2012, in opdracht van de Nederlandse Museumvereniging en de Vereniging van Rijksmusea, het rapport Musea voor Morgen van de commissie Asscher-Vonk verscheen, drongen de leden van beide verenigingen aan op een fusie – de ultieme samenwerking tussen de verenigingen. Met één mond spreken is een nuttige en effectieve stap naar een sterke(re) museumbranche. Ondertussen hebben we in 2013, het laatste jaar van het beleidsplan 2011-2013, doorgewerkt aan de meeste kernpunten: 4
Speerpunten
Strategische ontwikkelgebieden
Vaste waarden
• Maatschappelijke betekenis musea uitdragen
• Werkgeverschap bevorderen
• Museumkaart als bron van ontdekking
• Agenda zetten, zichtbare en actieve lobby
• Resultaten Experimenten museumbezoek t/m 12 jaar
• Museumcongres als bron van inspiratie
• Branche-informatie en benchmarking
• Internationaal museumtoerisme bevorderen
• Secties als bronnen van kennis
5
Foto: Fred Ernst
Sterke museumsector
Leden, aspirant-leden en gelieerde instellingen
Een sterke branchevereniging bestaat bij de gratie van een sterke binding met de leden. De keuze voor lidmaatschap moet weloverwogen en vrij zijn, de voorwaarden voor lidmaatschap moeten echter bindend zijn. Daarom zijn in 2008 lidmaatschap, acceptatie van de Museumkaart en registratie in het Museumregister zoveel mogelijk ineengeschoven. Organisaties in de museale sector die geen museum zijn maar wel een werkrelatie met musea hebben, konden zich liëren. Museale instellingen die de Museumkaart willen accepteren, moeten opgenomen zijn in het Museumregister en lid zijn van de Museumvereniging. Leden uit 2008 die nog niet opgenomen zijn in het Museumregister hebben tot en met 2014 de tijd gekregen hier alsnog aan te voldoen. Het gaat om 81 (aspirant-)leden. De exploitatie van de Museumkaart is ondergebracht in een andere rechtspersoon. Eind 2013 waren er meer dan 1 miljoen Museumkaarthouders die ongeveer 6,4 miljoen bezoeken met de Museumkaart hebben afgelegd. 6
De contributie van leden, aspirant-leden en gelieerde instellingen wordt jaarlijks vastgesteld op basis van een contributiestelsel. Bepalend voor het indelen in een van de tien categorieën zijn de totale baten die ten goede komen aan de instelling, inclusief de door derden gedragen kosten. Het gaat om de totale baten over het kalenderjaar twee jaar vóór het lopende kalenderjaar. De contributie voor het jaar 2013 is ten opzichte van 2012 verhoogd met het consumentenprijsindexcijfer. In 2013 heeft de Museumvereniging aan contributie ongeveer € 541.000 ontvangen. Een actueel overzicht van alle (aspirant-)leden en gelieerde instellingen staat op onze site.
Foto: Fred Ernst
Op 31 december 2013 telde de Museumvereniging 487 contribuanten, waarvan 455 (aspirant-)leden en 32 gelieerde instellingen. We mochten in 2013 zeven nieuwe leden verwelkomen. Per 1 januari 2014 hebben acht instellingen op moeten zeggen vanwege sluiting of ingrijpende bezuinigingen. Van onze leden en gelieerde instellingen accepteren 396 de Museumkaart.
Lidmaatschap Leden van de Museumvereniging worden geacht zich te houden aan de Ethische Code voor Musea. Dit geldt ook voor de gelieerde instellingen, voor zover deze code van toepassing is. Dit zijn nietmuseale non-profit instellingen die naar inzicht van de Museumvereniging een belangrijke rol spelen in de museale sector.
Een museum verwerft, behoudt, onderzoekt, presenteert, documenteert en geeft bekendheid aan de materiële en immateriële getuigenissen van de mens en zijn omgeving, voor doeleinden van studie, educatie en genoegen.
7
Foto: Pedro Sluiter
In Nederland zijn naar schatting meer dan 1.200 museale instellingen, waarvan het Centraal Bureau voor de Statistiek er voor haar tweejaarlijkse museumstatistiek 773 enquêteert. Het kwaliteitskeurmerk voor musea is het Museumregister. De eisen hiervoor zijn gebaseerd op de museumdefinitie van het International Council of Museums uit 2006 (ICOM): Een museum is een permanente instelling, niet gericht op het behalen van winst, toegankelijk voor publiek, die ten dienst staat aan de samenleving en haar ontwikkeling.
Secties en sectieraad
Foto: Laurens Aaij
De sectieraad kwam in 2013 drie keer bijeen onder voorzitterschap van een bestuurslid en bestaat uit de voorzitters van de besturen van de negen secties. De professionals die werken bij een museum, dat lid is van de Museumvereniging, kunnen deelnemen aan activiteiten van maximaal drie secties. De secties bieden de participanten binding met hun vak of functie, alsook een forum voor actuele onderwerpen en vormen een klankbord voor de vereniging. In 2013 zijn tijdens de vergadering van de sectieraad de eerste stappen gemaakt voor de herstructurering van de secties. In 2014 zal de herstructurering verder worden uitgewerkt. Voorzitter van de sectieraad Jos Schatorjé trad eind 2013 af als bestuurslid van de NMV en daarmee ook als voorzitter van de sectieraad. Toine Berbers nam het voorzitterschap per 2014 over.
In 2013 hebben de negen secties gezamenlijk 22 activiteiten georganiseerd die 664 deelnemers trokken. Ook hebben de secties acht workshops op het Museumcongres georganiseerd. In het oog sprongen de Rijksmuseummiddag voor acht van de negen secties en het minicongres Integraal veiligheidsmanagement in musea georganiseerd door de sectie Veiligheidszorg en Facility Management. Sectie Collecties Voorjaarsdag: Verzamelen van hedendaags erfgoed, Museum Rotterdam, met 28 deelnemers. Depotbezoek samen met de sectie SIMIN: Collectiecentrum Amsterdam Museum en Hulshoff, met 43 deelnemers. Sectie Culturen Tentoonstellingsanalyse: Beeld en werkelijkheid: perspectief en keuzes, met 11 deelnemers. Tentoonstellingsanalyse: Het Afrika Museum in de 21e eeuw, met 9 deelnemers.
Foto: Fred Ernst
Sectie Historische Huizen Studiereis: Zweden, met 30 deelnemers. Najaarsdag: Kasteel Loenersloot, met 10 deelnemers.
Sectie Kunstmusea Tentoonstellingsanalyse: ‘The making of’ van de tentoonstelling Frans Hals. Oog in Oog met Rembrandt, Rubens en Titiaan, geannuleerd.
Sectie Historische Musea Voorjaarsdag: Beleef Huygens en de Gouden Eeuw!, met 29 deelnemers. Tentoonstellingsanalyse: IN Vredesnaam, met 10 deelnemers. Tentoonstellingsanalyse: Rembrandt in ZwartWit.
Sectie PR & Marketing Studiemiddag: Crowdfunding: gouden ei of plofkip? Met 29 deelnemers. Heidesessie: Effectief campagne voeren, met 24 deelnemers. Studiemiddag: Marketinganalyse, met 27 deelnemers.
8
Sectie Publiek & Presentatie Publieksanalyse: 10 jaar Museumschool, geannuleerd. Sectie Informatievoorziening in Musea (SIMIN) Depotbezoek samen met de sectie Collecties: Collectiecentrum Amsterdam Museum en Hulshoff, met 43 deelnemers. Sectie Veiligheidszorg en Facility Management Studiereis: London, met 17 deelnemers Studiemiddag: Ik heb een plan – en dan?
Foto: Fred Ernst
Museumcongres In het Beleidsplan 2011-2013 is het Museumcongres aangemerkt als vaste waarde en bron van inspiratie. Het vindt jaarlijks plaats op de donderdag en vrijdag van de eerste week in oktober, in 2013 op 3 en 4 oktober in ’s-Hertogenbosch. Met het thema Dwarsverbinden sloot het zevende Museumcongres met een knipoog aan bij het Advies van de Raad voor Cultuur (Ontgrenzen en verbinden) en de aanbevelingen van onze eigen commissie Asscher-Vonk. De Brabantse gastvrijheid deed haar reputatie alle eer aan en de start was verrassend door het klaagkoor. Op basis van door musea ingestuurde publieksklachten was een compositie gemaakt (muziek en tekst) en uitgevoerd door de Koningstheateracademie uit ’s-Hertogenbosch. De compactheid van de stad maakte het lopen van en naar de werkgroeplocaties eenvoudig en overzichtelijk. Passend bij het thema was het deelnemersdiner op donderdag, verspreid over acht restaurants in de Korte Putstraat, waarbij het een verrassing was met wie je daar zou zitten – veel nieuwe contacten zijn op deze manier ontstaan. Het lopen naar de restaurants en daarna naar het Museumkwartier werd begeleid door studenten van de opleiding Toerisme. Het programma in het Museumkwartier startte met een rondleiding op zaal, kijkjes achter schermen, toelichtingen door restauratoren, architecten, ontwerpers en meer. Ook kon er direct getekend worden naar model, dat uiteindelijk uitmondde in het vrolijke feest.De Culturele wandeling op vrijdag, langs Het Zwanenbroedershuis, Museum Slager 9
en het Jheronimus Bosch Art Center, was levendig. Voor directeuren (48) was er gelegenheid om op vrijdag deel te nemen aan een besloten politieke lunch. De wens het congres duidelijker te verbinden met een andere vaste waarde, te weten de secties, is met workshops van bijna alle – op één na – secties geslaagd te noemen. Op de beursvloer stonden 18 bedrijven, waarbij een voorzichtig begin was gemaakt om niet-commerciële instellingen een goedkopere, kleine plaats op de galerij aan te bieden. Met 605 deelnemers is het Museumcongres een bepalend moment in de agenda van museaal Nederland. Het is onze ambitie dit beter te benutten door actuele onderwerpen te behandelen. Daarmee dient het congres de vakmatige ontwikkeling van professionals alsook de opinievorming en de belangenbehartiging van de branche.
Het vaktijdschrift Museumvisie wil verdieping bieden, museale kwesties in binnen- en buitenland belichten, aandacht besteden aan spraakmakers, ideeën en meningen. Museumvisie heeft een onafhankelijke hoofdredacteur, die in opdracht van de Museumvereniging werkt, met een redactieadviesraad van museumdirecteuren en andere professionals. Het blad verschijnt elk kwartaal in een oplage 10
Foto: Fred Ernst
Museumvisie
van 2.250. Leden ontvangen gratis een aantal exemplaren (maximaal vijf, afhankelijk van hun contributie). Ook is er een groep trouwe abonnees die € 45,- per jaar betalen.
Museale verwervingen vanaf 1933
Foto: Fred Ernst
Sinds 2009 werkten 162 musea samen aan een landelijk onderzoek gericht op kunstvoorwerpen om te kunnen vaststellen in hoeverre zich in de museale collecties objecten bevinden waarvan de herkomstgeschiedenis verwijst naar roof, confiscatie, gedwongen verkoop of andere verdachte omstandigheden, in de periode vanaf 1933 tot en met het einde van de Tweede Wereldoorlog. Een monumentaal werk, waar vele curatoren, kunsthistorici en archivarissen bij betrokken zijn geweest. Het was geen eenvoudige taak, maar het belang van het onderzoek stond bij de musea steeds voorop. In oktober presenteerde de Museumvereniging de resultaten. De herkomstgeschiedenis van 139 kunstwerken met een (mogelijke) problematische herkomstgeschiedenis, afkomstig uit 41 verschillende musea, zijn nu op de speciale website musealeverwervingen.nl te raadplegen. Ook verscheen een mooi vormgegeven brochure, waarin de Museumvereniging een aantal bevindingen presenteert van vier jaar onderzoek naar de herkomstgeschiedenis van collecties in Nederlandse musea.
11
12 Foto: Fred Ernst
Voor iedereen
Museumkaart In 2013 zijn 1 miljoen Museumkaarthouders ruim 6,4 miljoen keer naar de bijna 400 deelnemende musea geweest. De vergoeding over 2013 bedraagt 60 procent van het gemiddelde van het volbetalende bezoek en komt uit op € 37 miljoen. Het was noodzakelijk om per 1 juli 2013 de kaartprijs te verhogen. De ruim 6,4 miljoen bezoeken door Museumkaarthouders in 2013 is ruim 20 procent meer dan in 2012. Het gemiddeld gebruik van de Museumkaart steeg hiermee ten opzichte van voorgaande jaren met ongeveer een half bezoek. Dit is te danken aan het aantrekkelijke aanbod van de musea.
Foto: Mike Bink
Prijsstelling
Foto: Erik & Petra Hesmerg
13
Om de musea voldoende te kunnen blijven vergoeden moet de prijs van de Museumkaart meebewegen met de entreeprijzen in de musea. Een prijsverhoging van de Museumkaart kan echter vergaande gevolgen hebben, zoals kaarthouders die afhaken of de kaart excessief vaak gebruiken. Mede op grond van de uitkomsten van een prijsonderzoek besloot het bestuur van de Stichting Museumkaart tot een prijsverhoging. Sinds 1 juli 2013 kost de kaart € 49,95 voor volwassenen en € 25 voor jongeren tot en met 18 jaar, exclusief eenmalig € 4,95
aan inschrijfkosten. De Museumkaart is te koop in musea, via de site museumkaart.nl en als abonnement. De musea verzorgden in 2013 bijna 23 procent van de eerste verkopen. Zij krijgen hiervoor een provisie van € 3,50 per verkochte kaart. Veel kaarthouders – 67 procent – hebben een doorlopend abonnement.
Bezoekvergoeding Musea krijgen een voorschot van 50 procent van de gemiddelde toegangsprijs op basis van hun maandelijkse bezoekdeclaraties. Het bestuur streeft naar een uitkering van ten minste 60 procent van het gemiddelde van het volbetalende bezoek. Over 2013 bedraagt de uitkering 60 procent. Dat is lager dan in voorgaande jaren vanwege het hoge aantal bezoeken – gemiddeld 6,53 per kaarthouder – en de hogere gewogen gemiddelde toegangsprijs in 2013 van € 9,68 (exclusief btw). Het plafond over 2013 was € 15 (inclusief btw). Musea met een hogere gemiddelde toegangsprijs krijgen een vergoeding die gebaseerd is op het plafond. De totale bezoekvergoeding bedroeg ruim € 37 miljoen. Marketingrapportages
Foto: Ivar Pel
Door de barcode op de Museumkaart kunnen we marketinginformatie verzamelen en ter beschikking stellen aan deelnemende musea. Deze gestandaardiseerde gegevens bieden musea inzicht in het gedrag van hun bezoekers met een Museumkaart.
14
Foto: Mike Bink
Koers De Museumkaart heeft een positief effect op zowel het bezoek als de inkomsten. Het leidt ertoe dat de Museumkaart netto geld genereert, ondanks dat per bezoek een vergoeding geldt van 60 procent van de toegangsprijs. Het belang van dit percentage is dan ook te relativeren. Ook is er geen reden om paal en perk te stellen aan het aantal Museumkaarthouders zolang de Museumkaart tot meer bezoek blijft leiden.
Koers 2016, het plan van aanpak voor de Museumkaart voor de komende jaren, luidt:
‘De Museumkaart dient bij te dragen aan meer museumbezoek, met een redelijke bezoekvergoeding voor de musea. Speciale aandacht gaat uit naar gezinnen met kinderen en 20 t/m 35-jarigen, waarbij we de 55-plussers vanzelfsprekend blijven koesteren.’
Museummaanden
Magazine
BankGiro Loterij Sinds 2000 zijn wij beneficiënt van de BankGiro Loterij. Eind 2012 heeft de loterij toegezegd tot en met 2017 jaarlijks € 500.000 bij te dragen aan de versterking van de collectieve promotie van musea. Naast de jaarbijdrage ontving de stichting tijdens het Goed Geld Gala 2012 van de BGL € 1,9 miljoen voor de campagne Museummaanden 2013.
15
Februari, maart, april en mei 2013 waren Museummaanden, als een imagocampagne voor de hele museumsector. Zestien musea, waarvan de helft beneficiënt van de BGL, stonden in de schijnwerpers en ontwikkelden speciale activiteiten met als thema Doe een museum. Deze musea waren uit meer dan 100 aanmeldingen geselecteerd. De ruim 700.000 BGL-spelers kregen speciale toegang met een Museummaandenpas. De zestien musea ontvingen hiermee 80.000 bezoekers. De bekendheid van Museummaanden was redelijk: 40 procent van de mensen die de campagne kenden, zei nieuwsgierig te zijn geworden naar de musea. Bij de BGL-spelers lag dat percentage iets lager.
Museumkaartmagazine juli t/m september 2013 nr. 45
Wij gaan digitaal. Gaat u mee?
Stuur ons uw e-mailadres
Foto: Ernst van Deursen
Uit kostenoverwegingen is in 2013 een einde gekomen aan de gedrukte versie van het Museumkaartmagazine. Het laatste nummer – het derde van 2013 – is eind juni verspreid, gelijk met een campagne om meer e-mailadressen van kaarthouders te verzamelen. Het e-magazine is sinds september vervangen door een nieuw digitaal Museumkaartmagazine dat maandelijks verschijnt. In oktober was er een extra editie rond de Maand van de Geschiedenis. In december ontvingen kaarthouders met ten minste één junior kaarthouder op hetzelfde woonadres speciale tips voor de kerstvakantie. De totale oplage van het papieren magazine was in 2013 bijna 1,3 miljoen en die van het digitale ongeveer 3,8 miljoen.
Museumweekend In 2013 was het Museumweekend op 6 en 7 april, midden in de Museummaanden. Ruim 900.000 bezoekers bezochten de 400 deelnemende musea. De musea vroegen slechts € 1 entree of waren gratis. Ongeveer 13 procent van de bezoekers was nieuw of had de afgelopen drie jaar geen Nederlands museum bezocht.
Museumburen Voor de derde keer organiseerden wij – aan de vooravond van het Museumweekend – Museumburen, voor de directe buren van musea die BGLbeneficiënt waren. Van de ruim 60 beneficiënten deden er 40 mee. Op een mailing naar 400.000 adressen kwamen uiteindelijk 5.000 bezoekers af. Bijna 90 procent hiervan kende het museum al, 11 procent kwam voor het eerst. De waardering voor Museumburen onder het publiek is groot.
Museum.nl en Museumkaart.nl De site museum.nl presenteert geregistreerde musea met hun vaste collecties, bezoekinformatie, tentoonstellingen en kortdurende activiteiten. Het doel is potentiële museumbezoekers te informeren en te inspireren. Museumkaart.nl is een servicesite voor de kaarthouders. Beide sites versterken elkaar. In 2013 kreeg museum.nl 180.000 bezoeken en museumkaart.nl 2.300.000 van respectievelijk 135.000 en 1.500.000 unieke bezoekers. 16
Stimulering museumbezoek door kinderen t/m 12 jaar In opdracht van OCW onderzocht de Museumvereniging de afgelopen vier jaar op welke wijze museumbezoek door kinderen tot en met 12 jaar gestimuleerd kan worden. 2013 was het laatste jaar van het onderzoekstraject. De meest succesvolle onderdelen, de Museuminspecteurs, de online games en de inzet van sociale media werkte de Museumvereniging uit in een toekomstbestendig, museaal kinderplatform Museumkids.nl. De Museumklas van het Jaarverkiezing wordt nog één keer gehouden in 2014. Museumkids In augustus 2013 lanceerde de Museumvereniging Museumkids.nl. Het online platform moet bij kinderen interesse voor musea en cultureel erfgoed opwekken en het bezoek aan musea faciliteren. In de eerste drie-en-een-halve maand trok de site meer bezoekers dan verwacht. De kracht en potentie van samenwerking met interne (museale) en externe partners biedt mogelijkheden om het platform te organiseren en financieren, en daarmee de aandacht voor kinderen en museumbezoek te continueren.
17
Museuminspecteurs De website van de Museuminspecteurs werd in 2013 ondergebracht op het platform Museumkids.nl. De deelnemende kinderen aan Museuminspecteurs wisten veel publiciteit voor musea te genereren. Met ruim 1500 inspecteurs en bijna 3500 inspecties bleven de aantallen iets achter bij de verwachting. Daartegenover staat dat de inspecteurs met ruim 35.000 stemmen in 2013 veel meer aandacht wisten te realiseren dan in de eerste jaargang. Museumklas van het Jaar Na evaluatie van twee edities is de conclusie gerechtvaardigd dat een derde editie, in dezelfde vorm, geen wezenlijke vooruitgang zal bieden. Niettemin zijn er voldoende mogelijkheden teneinde het bereik in 2014 te vergroten. Bij de Museumklas van het Jaar waren er 82 aanmeldingen waarvan 18 scholen daadwerkelijk hun kunstwerk online zetten. Drie schoolklassen wonnen een prijs.
Foto: Diana Monkhorst
18
Foto: Rob Honselaar
19
Foto: Mike Bink
Midden in de samenleving
De maatschappelijke betekenis van musea uitdragen: Meer dan Waard Aan dit speerpunt uit het beleidsplan 2011-2013 werd in het tweede jaar van het programma Meer dan Waard aandacht geschonken door: ●● Checklist Gemeenteraadsverkiezingen 2014 (in april aan alle leden): een hulpmiddel en inspiratiebron om met de vijf kwalitatieve maatschappelijke waarden – de collectie waarde, de verbindende waarde, de educatieve waarde, de belevingswaarde en de economische waarde – de nog te schrijven politieke verkiezingsprogramma’s te beïnvloeden. ●● Studiedag Lobbyen voor en door directeuren (april): 15 directeuren deelden met elkaar ervaringen over lobbyen. Zij ontvingen uitgebreide informatie en theorie over hoe te lobbyen (onder andere met de vijf waarden) en konden dit in de praktijk toetsen bij een voormalige topambtenaar en politicus. ●● Deelname aan de beurs van het VNG-congres (juni): ruim 100 gesprekken met raadsleden, wethouders en burgemeesters over musea en hun maatschappelijke waarde met behulp van de vijf vastgestelde waarden. ●● Museumvisie (september): een uitgebreid artikel over de lobbytraining van april door Sandra Jongenelen.
20
Foto: Fred Ernst
●● Museumstages voor politici (oktober): oproep aan alle musea aan de hand van inspirerende, gefilmde stages van lokale politici die een dag letterlijk de ‘Handen uit de mouwen!’ staken in een museum. ●● Museumcongres (oktober): ruim dertig deelnemers bij de workshop over lobbyen in tijden van crisis. ●● Artikelen in Museumberichten (hele jaar) van best practice voorbeelden van elk van de vijf waarden.
De stuurgroep die het programma Meer dan Waard begeleidt, bestaat uit: Toine Berbers (VRM), Edwin Jacobs (Centraal Museum), Lidewij de Koekkoek (Stedelijk Museum Alkmaar), Marjan Scharloo (Teylers Museum), Paul Spies (Amsterdam Museum), Margriet de Jong, Jurrian Meeter (tot juli 2013), Ester Fabriek (vanaf juli 2013) en Siebe Weide (Nederlandse Museumvereniging).
Lobby
21
het platform de Erfgoedagenda op, die breed verspreid is onder gemeentelijke politici. Ook Europees is de vereniging actief, door deelname aan het Network of European Museum Organizations (NEMO). Dit netwerk van landelijke koepels voor musea in landen die lid zijn van de Raad van Europa, wisselt onderling kennis uit en spreekt gezamenlijk in Brussel met de Europese Commissie en het Europese Parlement over museale vraagstukken. Dit varieert van subsidievoorwaarden tot vraagstukken als veiligheidsvoorschriften voor transport van militaire objecten. Siebe Weide is voorzitter van NEMO en in die hoedanigheid lid van het bestuur van de Stichting Europeana.
Foto: Fred Ernst
Volgens het beleidsplan 2011-2013 is een goede lobby een kerntaak van de Nederlandse Museumvereniging. De vereniging droeg bij aan het uitdragen van de maatschappelijke betekenis van musea en verspreidde actief positief nieuws van musea op de website en sociale media. De vereniging hielp musea met advies en steun bij politieke problemen in de eigen gemeentes. Zo sprak directeur Siebe Weide in op de gemeenteraad van Oss voor het behoud van Museum Jan Cunen en tegen de opgelegde bezuinigingen. In tijden van bestuurlijke en politieke veranderingen, waarin het belang van musea met gemak onder druk kan komen te staan, was het zaak actief en zichtbaar te lobbyen voor musea. De vereniging is tevens actief in de cultuurbrede lobby, vanuit de Federatie Cultuur, waar de vereniging lid van is en directeur Siebe Weide in het bestuur zit. De Federatie Cultuur (FC) richt zich op het specifieke cultuurbeleid van het Rijk, maar ook op brede zaken als fiscale issues. In 2013 verzorgde de FC een mobiliteitsdesk voor ontslagen medewerkers van rijksgesubsidieerde instellingen en een collectieve website voor de publicatieplicht voor ANBI’s. De FC was tevens betrokken bij het Ondernemerschapsprogramma van OCW (de Geefcampagne Cultuur daar geef je om, het Leiderschapsprogramma LinC en de coach fondswerving). De FC is ook belangenbehartiger in de erfgoedbrede lobby, als lid van het Erfgoedplatform van Kunsten ’92 dat jaarlijks de BNG Erfgoedprijs uitreikt aan de gemeente met een voorbeeldig erfgoedbeleid. In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen stelde
Foto: Fred Ernst
Museumbrief In juni publiceerde minister Bussemaker haar museumbrief ‘Samen werken, samen sterker’. De brief was in goed overleg met de Nederlandse Museumvereniging en de Vereniging van Rijksmusea tot stand gekomen. De museumbrief is een steun in de rug bij de inzet van de vereniging voor samenwerking in de museumsector. De minister erkent in de brief de inspanningen die de musea verrichten. Tegelijk schetst zij een aantal reële uitdagingen en legt ze terecht de verantwoordelijkheid bij de musea, in het vertrouwen dat die zich richten op samenwerking, educatie en het bereiken van nieuw publiek. Dat de minister samenwerking financieel wil stimuleren met twee miljoen euro per jaar, is een zeer welkome ondersteuning. De criteria voor deze regeling worden samen met de museumverenigingen en het Mondriaan Fonds uitgewerkt. In het verslag van de Vereniging van Rijksmusea vindt u meer informatie over de inspanningen van beide verenigingen naar aanleiding van de Museumbrief.
Brief cultuurstelsel Op 1 november stuurde minister Bussemaker haar kamerbrief over kwaliteitsverbetering van het cultuurstelsel naar de Tweede Kamer. Bij de uitwerking van de brief is de Nederlandse Museumvereniging nauw betrokken geweest. Beide museumverenigingen verwelkomden het voorstel van een erfgoedwet met daarin een museumparagraaf over behoud en beheer van collecties. De Nederlandse Museumvereniging werkt reeds aan een herziening van de Leidraad Afstoten Museale Collecties (LAMO), waarin wordt nagedacht over de beschermwaardigheid van erfgoed binnen een bepaalde kerncollectie. Verder is de vereniging verheugd dat in de beoordeling van musea meer dan nu rekening zal worden gehouden met daadwerkelijk geleverde prestaties. Foto: Fred Ernst
Stuurgroep Asscher-Vonk
22
In vervolg op het rapport Musea voor Morgen kreeg de stuurgroep Asscher-Vonk de opdracht van de Nederlandse Museumvereniging en de VRM samenwerkingsverbanden tussen musea verder te onderzoeken. De stuurgroep stond onder voorzitterschap van Irene Asscher-Vonk en bestond verder uit Pieter Geelen, Manfred Sellink en Claartje Bunnik (secretaris). Het rapport Proeven van Partnerschap was het resultaat. Dit rapport werd op het Museumcongres gepresenteerd door Irene Asscher-Vonk aan de aanwezige museumdirecteuren. Naast 150 inspirerende voorbeelden bevat Proeven van Partnerschap criteria voor duurzame samenwerking.
De stuurgroep Asscher-Vonk rekent erop dat de voorbeelden in het rapport navolging krijgen. In de samenwerkingsregeling van het Mondriaan Fonds zijn de criteria voor samenwerking ontleend aan Proeven van Partnerschap. Bij het Mondriaan Fonds is de komende drie jaar acht miljoen euro beschikbaar voor musea die verregaander samenwerken dan tot nu toe het geval is. Beide verenigingen hebben actief bijgedragen aan de totstandkoming van deze regeling.
Museumcijfers Een speerpunt uit het beleidsplan 2011-2013 is het bevorderen van gebruik van branche-informatie en benchmarking. In samenwerking met het CBS, de VRM, de Stichting Museana en het ministerie van OCW is in 2012 één nieuwe vragenlijst ontwikkeld voor de benchmark Museana en het CBS. Deze lijst is in 2013 voor de tweede keer aan alle leden van de Museumvereniging toegestuurd. Zij kunnen gratis deelnemen aan de benchmark. Door het invullen van deze vragenlijst kunnen musea: ●● gegevens aanleveren voor de verplichte CBS-enquête, ●● gegevens aanleveren voor de publicatie Museumcijfers, ●● zichzelf met andere musea benchmarken. Foto: Fred Ernst
23
Met bijna 240 deelnemende musea is het Museana-systeem een waardevolle gegevensbank voor de sector. Tijdens het Museumcongres konden deelnemers van de workshop Haal meer uit Museana zich verdiepen in de mogelijkheden van de benchmark. De gegevens uit Museana vormen tevens de basis voor een publicatie over de sector, Museumcijfers 2012, die gepresenteerd werd op de nieuwjaarsreceptie van de Museumvereniging in januari 2014.
LAMO In 2012 heeft de commissie Leijnse een advies geschreven over de herziening van de Leidraad Afstoting Museale Objecten (LAMO). De Museumvereniging werd verzocht een aantal aanpassingen uit te werken. Hiertoe is een werkgroep opgericht met de volgende leden: Heleen Buijs (Geldmuseum), Laura Grijns (Nederlandse Museumvereniging, secretaris), Christi Klinkert (Stedelijk Museum Alkmaar), Arjen Kok (Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed), Steph Scholten (Bijzondere collecties UVA, voorzitter) en Mariska de Wit (Rijksmuseum). De werkgroep boog zich in de zomer van 2013 over de tekst van de LAMO, om de definities te verduidelijken, meer invulling te geven aan de inrichting van een beschermwaardigheidstoets en een aantal procedures te verhelderen. Het advies van de werkgroep is in de ALV van 18 november 2013 aangenomen. De uitvoering ervan vindt in 2014 plaats.
Ethische Codecommissie
Foto: Maarten van Haaff
24
De Ethische Codecommissie voor Musea is een onafhankelijk orgaan dat de branche – gevraagd en ongevraagd – adviseert over ethische museale kwesties. De samenstelling van de commissie is te vinden op de site van de Museumvereniging. De commissie vergaderde in 2013 vier keer. De commissie gaf in het najaar advies aan het Landelijk Contact van Museumconsulenten (LCM) inzake de afstoting van voorwerpen met een lage erfgoedwaarde waarvan niet of onvoldoende duidelijk is hoe het museum deze heeft verworven (‘bulk’). Er zijn geen andere adviezen uitgebracht. De commissie volgt de ontwikkelingen in het veld op de voet. Waar nodig is een officiële reactie vanuit de commissie verstuurd. Door de huidige ontwikkelingen, veelal op collectiegebied, ontstaat steeds meer aandacht voor de museale ethiek.
25
Foto: Fred Ernst
Goede vereniging
Algemene ledenvergadering
Foto: Fred Ernst
Leden en gelieerde instellingen kwamen in 2013 tweemaal bijeen, in mei in EYE Film Instituut Nederland te Amsterdam en in november in het Geldmuseum te Utrecht. Aan bod kwamen onder meer het vervolg op Musea voor Morgen met een presentatie van Pieter Geelen (lid stuurgroep Asscher-Vonk), het nadere advies van de werkgroep LAMO, de Koers 2016 van de Museumkaart naast reguliere onderwerpen als vaststelling van de jaarstukken, dechargeverlening aan het bestuur en aanvragen voor lidmaatschap en gelieerdheid. In de meivergadering is gepeild of de voorgenomen fusie met de VRM op onoverkomelijke bezwaren zou stuiten en in de novembervergadering – nadat aan juridische formaliteiten was voldaan – is ingestemd met de fusie, de statutenwijziging, het huishoudelijk reglement en de beleidsvoornemens en begroting 2014.
Bestuur In 2013 heeft het bestuur vijf maal vergaderd, in
februari, april, september, oktober en november. Naast het goedkeuren van jaarplan en begroting 2014, de vaststelling van de jaarverantwoording 2012 en de halfjaarcijfers 2013 ging het over governance, organisatie, beleid en in het bijzonder over de voorgenomen fusie met de VRM.
Foto: Fred Ernst
26
Bestuursleden worden benoemd voor een periode van vier jaar, met de mogelijkheid tot verlenging met nog eens vier jaar. Het bestuur van de Nederlandse Museumvereniging vormt een personele unie met het bestuur van de Stichting Museumkaart.
Het bestuur bestaat uit ten minste zeven en ten hoogste negen personen en heeft het volgende profiel: ●● Voorzitter en penningmeester zijn niet werkzaam bij een museum en maken geen deel uit van een bestuur of een raad van toezicht van een museum. ●● De voorzitter heeft een netwerk in het openbaar bestuur, heeft affiniteit met kunst, cultuur en erfgoed en heeft ervaring met belangenbehartiging. ●● De penningmeester heeft financiële kennis en ervaring in bankwezen, bedrijfsleven of accountancy, en heeft affiniteit met kunst, cultuur en erfgoed. ●● De overige leden zijn directeuren van musea. ●● Eén van de museumdirecteuren wordt benoemd tot vice-voorzitter. ●● Bij de samenstelling wordt gestreefd naar diversiteit in sekse, leeftijd en culturele achtergrond. ●● De samenstelling weerspiegelt de veelzijdigheid van musea binnen de vereniging.
27
Foto: Fred Ernst
Samenstelling bestuur 2013
Museum
Type Groot financiering
Middelgroot
Dhr. Hans Kamps
Extern, voorzitter
Dhr. Ewoud Goudswaard
Extern, penningmeester
Dhr. Willem Bijleveld
Directeur Het Scheepvaartmuseum, vicevoorzitter
Rijk
Mw. Jouetta van der Ploeg
Directeur Stadsmuseum Zoetermeer
Gemeente
Mw. Lisette Pelsers
Directeur Kröller-Müller Museum
Rijk
●
Dhr. Jos Schatorjé
Directeur Limburgs Museum
Provincie
●
Dhr. Paul van Vlijmen
Directeur Spoorwegmuseum
Particulier
Dhr. Adrie Warmenhoven
Directeur Koninklijke Eise Eisinga Planetarium
Mw. Diana Wind
Directeur Stedelijk Museum Schiedam
Klein
● ●
● ●
Gemeente
●
Conform het rooster van aftreden hebben vier bestuurders in 2013 hun zetel ter beschikking gesteld. Het bestuur heeft weloverwogen gekozen voor herbenoeming van deze bestuurders gedurende het fusieproces van de vereniging met de Vereniging van Rijksmusea. Na positieve besluitvorming van de beide ledenvergaderingen heeft het bestuur het bestuursprofiel gewijzigd. Per januari 2014 is er sprake van maximaal zeven bestuurders, van wie vijf museumdirecteuren. Er is per die datum een nieuw bestuur geformeerd waarin vanwege continuïteit drie bestuurders zijn aangebleven.
Governance Het bestuur heeft de Governance Code Cultuur gevolgd. Bestuurders ontvangen ten hoogste een onkostenvergoeding. Een evaluatie van het eigen functioneren heeft het vorige jaar plaatsgevonden. Tussen bestuur en directie is een statuut overeengekomen. De directeur heeft de dagelijkse leiding over het bureau. De directeur heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en een in de sector passende bezoldiging, ruimschoots binnen de Wet Normering Topinkomens. Het bestuur heeft Dubois & Co als externe accountant benoemd voor controle van de jaarrekening van 2013.
Foto: Fred Ernst
Organisatie De interne organisatie van de Museumvereniging richt zich op drie doelgroepen: leden, publiek en politiek. Het driehoofdige managementteam wordt ondersteund door de staf. Wat betreft de arbeidsvoorwaarden hanteerde de Museumvereniging in 2013 een vereenvoudigde versie van de cao voor rijksgesubsidieerde musea. De Museumvereniging is verantwoordelijk voor de collectieve promotie van de musea en uit dien hoofde voor de organi28
satie van de Museumkaart. De Museumvereniging brengt voor de uitvoering van die werkzaamheden kosten in rekening aan de Stichting Museumkaart. Sinds zomer 2013 zijn de bureaus van de Nederlandse Museumvereniging en VRM samengevoegd, in de aanloop naar de fusie per 1 januari 2014.
Interview met Irene Asscher-Vonk, voorzitter Museumvereniging 2014
‘We moeten elkaar leren kennen en vertrouwen’
29
Foto: Rogier Chang
Vraag Irene Asscher-Vonk naar het hoogtepunt van het afgelopen jaar en ze noemt de fusie van de Nederlandse Museumvereniging (NMV) en de Vereniging van Rijksmusea (VRM). ‘Voor een buitenstaander is het samengaan niet meer dan logisch. De musea van beide clubs staan voor hetzelfde. Ze bewaren de schatten van het land en presenteren ze op zo’n manier dat mensen komen kijken, er iets van leren en genieten. De aparte verenigingen bleken een erfenis uit het verleden.’ Toch is het samengaan van de twee spreekbuizen meer dan het rechttrekken van een historisch gegeven. ‘Het is een symbool. De sector zet zich eensgezind neer. We presenteren ons als één gezicht en dat maakt de musea in de buitenwereld sterker’, zegt Asscher-Vonk. De fusie vloeit voort uit het rapport Musea voor Morgen, dat twee jaar geleden onder haar leiding verscheen en musea oproept tot
samenwerking. Vorig jaar volgde Proeven van Partnerschap met voorbeelden van samenwerking. Die ervaring maakt Asscher-Vonk bij uitstek geschikt als voorzitter per 1 januari 2014 van de Museumvereniging, de nieuwe organisatie. Als emeritus hoogleraar Arbeidsrecht en Sociaal Verzekeringsrecht en houder van commissariaten in het bedrijfsleven, geldt de voorzitter
als nieuwkomer in de kunst- en cultuurwereld. Ze presenteert zich ook graag als zodanig. ‘Het voordeel van het buitenstaanderschap is dat mensen je daardoor dingen gaan uitleggen. En als ze dat doen – bij voorbeeld waarom er twee museumverenigingen zijn – dan zie je dat ze het zelf eigenlijk ook niet begrijpen.’ De zaken die voor de Rijksmusea aparte aandacht vragen, eisen geen aparte vereniging. Dat kun je ook op een andere manier doen. De musea stemden unaniem vóór de fusie en omarmden het voorstel tot intensievere samenwerking. Enthousiaste reacties kwamen er ook uit politieke hoek. ‘De minister van Cultuur omhelsde het rapport Musea voor Morgen. Zoiets geeft een enorme schwung, maar doet ook beseffen dat we door moeten. ‘Een kind waarvan de verwachtingen hoog zijn, kan zich geen zes minnen veroorloven. Dat geldt ook voor ons en daar hebben we iedereen voor nodig. De vereniging is niet alleen een dienende service-instelling. We moeten impulsen krijgen van musea. Voeding is belangrijk. Daarom hoop ik dat leden zich actief opstellen. Denk mee; de vereniging zelf heeft geen belang of agenda die losstaat van de leden.’ 30
Het afgelopen jaar bezocht AsscherVonk een groot aantal musea. Dat waren persoonlijke hoogtepunten. Het gaf ook inzicht. ‘Door al die schitterende musea raakte ik ervan doordrongen dat we die schat moeten delen, bewaren en doorgeven.’ Tegelijkertijd werd ze verrast door de enorme passie, het vakmanschap en de inzet van museummedewerkers. ‘Dat heb ik me nooit zo gerealiseerd. Er wordt vaak gezegd dat musea meer zouden moeten kijken naar de manier waarop in het bedrijfsleven wordt gewerkt. Ik draai het graag om. De koekjesfabriek kan heel wat leren van het koekjesmuseum. Het is ongelooflijk hoe musea met beperkte budgetten mensen aan zich weten te binden; publiek, vrienden, vrijwilligers, medewerkers. Musea zijn in staat een enorme loyaliteit te kweken en te onderhouden. Waarschijnlijk omdat mensen overtuigd zijn van de waarde ervan. Graag deelt ze een recente ervaring. ‘Ik heb meegemaakt hoe ongelooflijk aardig en hulpvaardig vrijwilligers kunnen zijn. Een vrouw vertelde over de tentoonstelling alsof ik een vriendin van haar was en wees me op bepaalde aspecten. Door haar enthousiasme bleef ik langer in het museum dan ik van plan was. Dat kreeg zij voor elkaar. En dat lukt niet
als je een professioneel reclamepraatje afdraait. Bedrijven kunnen daar iets van opsteken.’ Bij haar rondgang merkt ze dat musea zich door de recente rapporten laten inspireren. ‘In het rapport Proeven van Partnerschap lazen de medewerkers van het Historisch Museum Viseum in Veenendaal dat het Verzetsmuseum in Amsterdam niet-museale objecten op zolder van een nabijgelegen bejaardentehuis opslaat. Dat gebeurt met gesloten beurzen. Bewoners mogen gratis de tentoonstelling bezoeken. Voor Viseum was dat een eyeopener. Ze overwegen iets vergelijkbaars te doen.’ In het verlengde daarvan hecht Asscher-Vonk aan de platformfunctie van de Museumvereniging. ‘Het is de kunst mensen bij elkaar te brengen. Kennen ze elkaar dan kunnen ze elkaars best practices delen en samen optrekken.’ Bij de presentatie van het rapport Musea voor Morgen zag ze met eigen ogen hoe groot die behoefte is. ‘Mensen gingen spontaan speed daten. ‘Weet jij veel van de Geefwet? Wij zijn op zoek naar die kennis.’ Er werden draden geweven.’ Een stap verder is de gezamenlijke presentatie bij voorbeeld op een
toeristische beurs. ‘Misschien kan museum x ook museum y vertegenwoordigen. We gaan elkaar niet beconcurreren. Samenwerking is noodzakelijk. Die stap heeft de sector nu echt gezet. En daarvoor is het van belang dat mensen elkaar leren kennen en vertrouwen.’ Dat laatste geldt ook voor de rest van de samenleving. ‘We moeten in gesprek zijn met de minister, Kamerleden, politici, wethouders en het bedrijfsleven en elkaars taal leren. Pas dan kun je elkaar verstaan en begrijpen. Ga je als musea een relatie aan met de maatschappij dan kun je draagvlak creëren, behouden en onderhouden. Iedere dag moet je daaraan werken.’ Dit onderwerp vormt een belangrijk ingrediënt van de agenda van de Museumvereniging. ‘Door met elkaar in gesprek te zijn, weten we wat er aan komt, kunnen we toekomstig beleid analyseren, een standpunt innemen en wellicht het beleid bijsturen. Dat gaat verder dan alleen de ontwikkelingen volgen en reageren. We willen de discussie aangaan met het publiek en de overheid, en niet worden verrast door maatregelen die we hadden kunnen zien aankomen.’ De samenwerking beperkt zich niet tot de eigen gelederen.
31
Foto: Fred Ernst
Vereniging van Rijksmusea
Vereniging van Rijksmusea voorwoord
Ook bij de VRM stond 2013 in het teken van de fusie. Door de fusie met de NMV gaat de lang gekoesterde wens in vervulling om het geluid van de museumwereld krachtiger ten gehore te brengen bij publiek en politiek. De verenigingen geven hiermee een helder signaal af dat samenwerking menens is. Een nieuwe gebundelde vereniging kan het beste van de twee oude verenigingen verder brengen. Zo zijn er zijn nieuwe kansen om het aantal volgers van de cao te vergroten en goed werkgeverschap uit te dragen, nieuwe kansen om de dienstverlening uit te breiden en nieuwe kansen om samenwerking in secties en commissies te verdiepen. Het bestuur vaardigde twee leden af in het werkbestuur dat de fusie gestalte gaf. In de fusiebesluiten heeft de NMV de wens van de VRM gehonoreerd om het rijksmuseale en cao-belang apart te borgen in zogenoemde kringen. Ook zijn er afspraken gemaakt over een vertegenwoordiging van de rijksmusea in het nieuwe bestuur en over het takenpakket van de nieuwe tweekoppige directie. Er kwam een beleidsplan met de kanttekening dat het nieuwe bestuur in de loop van 2014 nog accenten kan aanbrengen. Met deze garanties gaven de leden de fusie hun zegen.
Foto: Fred Ernst
Erik van Ginkel (vice-voorzitter) en Toine Berbers (directeur)
32
Cao
MUSEUM CAO 2013 2015 Looptijd 1 april 2013 – 1 april 2015
De VRM bereikte op 1 oktober 2013 op Paleis Het Loo een akkoord met de vakbonden over verlenging van de cao van 1 april 2013 tot 1 april 2015. De onderhandelingen, gevoerd vanaf maart, verliepen moeizamer dan gebruikelijk. De bonden eisten een salarisverhoging van 4,5 (of vijf) procent in twee jaar en waren mordicus tegen afschaffen van toeslagen. De cao-delegatie had van de leden een mandaat van 1 procent per jaar en het dringende verzoek om van de toeslagen af te komen. De twee partijen hebben elkaar gevonden in gedeeltelijke, stapsgewijze afschaffing van één toeslag en een extra loonstijging van 0,25 procent. De bonden gingen akkoord met deze modernisering van de cao in ruil voor verhoging van het loon en de eindejaarsuitkering. Een argument dat bij hen zwaar woog, was dat de lonen in de museumsector sinds 1 januari 2012 niet meer structureel omhoog waren gegaan. Bij ons speelden enkele andere feiten: de gemiddelde loonstijging in de sector dienstverlening bedroeg op het moment van akkoord 1,06 procent per jaar. De besparing door de stapsgewijze afschaffing van de zondagtoeslag levert voor musea met wat ouder personeel al snel meer op dan 0,25 procent per jaar.
Het akkoord in een notendop: Salarisverhoging - over twee jaar + 2,5%: ●●1% met ingang van 1 april 2013 (dus met terugwerkende kracht) ●●0,25% eindejaarsuitkering per december 2013 (dus structureel naar 2,5%) ●●1% met ingang van 1 april 2014 ●●0,25% eindejaarsuitkering per december 2014 (dus structureel naar 2,75%)
Zondagtoeslag: ●●Per 1 oktober 2013 wordt aan nieuwe werknemers geen zondagtoeslag meer uitgekeerd. Voor huidige medewerkers is de bestaande toeslag van 60 procent gegarandeerd en geïndexeerd voor de duur van hun dienstverband op basis van de gewerkte zondagen tussen 1 oktober 2012 en 1 oktober 2013. 0-urencontracten: ●●Geen passage over 0-urencontracten. Deze contracten worden in de museumwereld op verzoek van werknemers gesloten. De bonden laten de eis tot opname vervallen. Verdere afspraken: ●●Ouderenhalfuurtje: vervalt met ingang van 1 juli 2014. ●●Heilige communie: dit bijzonder verlof vervalt.
33
●●Reorganisatie: een stappenplan voor reorganisatie wordt een bijlage in de cao.
Huisvesting Na een intensief debat over de huisvesting van de rijksmusea, koos minister Bussemaker op 13 december in een brief aan de Tweede Kamer ervoor het opdrachtgeverschap voor instandhouding van het gebouw bij de musea zelf te leggen. Dit is een opsteker voor de rijksmusea, die in enkele brieven aan de minister en aan de Tweede Kamer hadden gepleit voor dit zogeheten scenario 2. Staatssecretaris Zijlstra was de discussie begonnen door in februari 2012 de huurovereenkomsten van de 17 rijksmusea met de Rijksgebouwendienst (RGD) op te zeggen – om voor 1 januari 2017 het stelsel opnieuw in te richten. Zijn opvolger schetste in haar museumbrief (juni 2013) drie varianten: (1) eigendom aan en verantwoordelijkheid bij de musea; (2) eigendom bij het Rijk (Rijksgebouwendienst), musea verantwoordelijk voor onderhoud (opdrachtgeverschap); (3) musea in rijkshuisvestingsstelsel onder vernieuwde RGD. Een werkgroep van OCW, BzK (RGD) en Financiën werkt de scenario’s uit. Uiteindelijk gaan de andere twee ministeries akkoord met scenario 2 mits er vijf musea worden gevonden die hun onderhoud willen laten uitvoeren door de RGD. De musea vinden meer zeggenschap over het gebouw efficiënter. Het stimuleert ondernemerschap. De bestaande situatie met de RGD is kostbaar en tijdrovend. Het is een logische volgende stap in het proces van verzelfstandiging, die in de jaren negentig is ingezet en door alle partijen als een groot succes is bestempeld. 34
Foto: Erik Smits.
Na deze optredens is de knoop doorgehakt met de concessie dat vijf musea bij de RGD blijven. De uitwerking van dit besluit geschiedt in de departementale werkgroep die voor de gelegenheid is uitgebreid met een vertegenwoordiging van de musea (en vereniging) en elke twee weken in Den Haag bijeenkomt. Binnen de kring Rijksmusea blijft de eigen werkgroep bijeenkomen, die ook zelf contact houdt met OCW. 35
Foto: Corné Bastiaansen
Toch waren de andere partijen niet overtuigd. De RGD wilde de musea graag onder zich houden en Financiën was kopschuw geworden door affaires als Amarantis en Vestia. De musea hebben met cijferwerk aangegeven wat de financiële voordelen konden zijn. Vervolgens werden ze in september door de departementale werkgroep gehoord op twee bijeenkomsten (in Amsterdam en Den Haag). Hier hebben ze overtuigend laten zien dat ze heel goed hun gebouwen zelf in stand kunnen houden en bovendien prima in staat zijn ingewikkelde onderhouds- en verbouwingsklussen tot een goed einde te brengen. De musea vinden het belangrijk dat één partij verantwoordelijk wordt voor huisvesting en exploitatie en de samenhang tussen beide aspecten eindelijk optimaal vorm krijgt. Er wordt zo minder dubbel werk verricht, de korte lijnen voorkomen tijdverlies en inschakeling van derden verzekert scherpe prijzen. Het Rijk kan als eigenaar van de musea via inspectie een minimum kwaliteit afdwingen. Het hoeft de RGD niet uit te sluiten. Als de RGD met een gunstige offerte komt, kunnen musea hiervoor kiezen. Het verschil is dat zij opdrachtgever zijn.
Raadsadvies
Foto: Eddo Hartman
De verschijning van het raadsadvies over het museumbestel komt uiteindelijk op 31 januari 2013. De museumverenigingen omarmden het pleidooi van de Raad voor meer samenwerking, zoals ook gepleit in het rapport van de commissie Asscher-Vonk, waar het advies meermalen naar verwijst. Minister Bussemaker liet weten dat ze de ideeën van de Raad voor Cultuur over een van boven opgelegde samenwerking niet overneemt en dat ze bereid is na te denken over een erfgoedwet met een museumparagraaf. Andere plannen van de raad konden evenmin op haar instemming rekenen. Ze zei met de musea in gesprek te willen. Het is aan de musea om hier een vervolg aan te geven.
Museumbrief Op het departement van OCW is vanaf de zomer naarstig gewerkt aan het Uitvoeringsplan Museumbrief 2013-2016. De minister betrekt beide verenigingen nauw bij de uitvoering en het opstellen van Samen werken, samen sterker; deze ervaring smaakte naar meer. De museumsector wordt geprezen om zijn actieve rol in het toekomstdebat en de rapporten van de commissie en de stuurgroep Asscher-Vonk zijn goed gevallen. In het Kamerdebat van 11 november heeft de minister zich dan ook vol lof uitgelaten over de musea. De museumverenigingen waren afgelopen jaar op verschillende deelgebieden actief, al dan niet in samenwerking met de ambtenaren: Regeling Samenwerking Musea
36
Foto: Fred Ernst
Bij het Mondriaan Fonds is de komende drie jaar acht miljoen euro beschikbaar voor musea die verregaander samenwerken dan tot nu toe het geval is. De regeling is 28 november van kracht geworden. De NMV en VRM hebben in hoge mate meegedacht aan de uitvoering en vormgeving van deze regeling. De criteria voor samenwerking zijn ontleend aan Proeven van Partnerschap van de stuurgroep Asscher-Vonk.
Collectiemobiliteit De opzet van de minister is om dit onderwerp uiteindelijk op te nemen in de prestatieafspraken met musea. Ze is op zoek naar mogelijkheden om dit verder te stimuleren en ziet hierin een rol voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Het aanbod van de Museumvereniging om een onderzoek te verrichten, is positief ontvangen. Wij werkten intussen aan de onderzoeksopzet en hebben hierover contact met de RCE. Doel van het onderzoek is in eerste instantie het in kaart brengen van de bestaande collectiemobiliteit en in tweede instantie het benoemen van mogelijkheden om meer activiteit los te maken. Indemniteit
Foto: Maarten van Haaff
37
De minister heeft de Kamer toegezegd naar verbetering van de indemniteitsregeling te kijken. De NMV en VRM hebben een onderzoek naar verbetering verricht onder leden die de regeling hebben gebruikt. Eind november is een brief aan de minister uitgegaan met de resultaten van dit onderzoek. De minister is van plan een verruiming van de regeling te vragen bij de voorjaarsnota (februari). Ingewijden hebben twijfel over de haalbaarheid – het ministerie van Financiën is immers fel gekant tegen garantieregelingen.
LAMO Om te voorkomen dat voorwerpen van nationaal belang naar het buitenland verdwijnen, wil de minister maatregelen treffen als aanscherping van de Leidraad Afstoten Museale Collecties (LAMO) en een koppeling tussen de LAMO en nieuw op te stellen erfgoedwet. De NMV heeft de herziening van de LAMO in november afgerond en werkt nu aan de uitvoering. OCW is in goed en regelmatig contact getreden met de verenigingen bij het opstellen van de erfgoedwet. Onderzoeksagenda Cultuur en Wetenschap
Foto: Maarten van Haaff
38
In samenwerking met de RCE, het Karel van Mander Instituut, de Museumvereniging en enkele andere initiatieven wordt gewerkt aan coördinatie en prioritering van de onderzoeksagenda Cultuur en Wetenschap in Nederland. Er is een werkgroep gestart waarin namens de verenigingen twee personen zitting hebben. Daarnaast is voor werkbeurzen een bedrag van een miljoen euro beschikbaar, dat via NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) zal worden besteed.
Werkgeverszaken Het bestuur van pensioenfonds SFP in liquidatie heeft in november 2013 voor het laatst vergaderd. Het liquidatieoverschot van ruim een miljoen euro wordt verdeeld onder alle medewerkers die zijn overgegaan naar PFZW dan wel elders zijn ondergebracht. Het verantwoordingsorgaan heeft in november 2013 op de laatste bijeenkomst zijn goedkeuring gegeven aan het liquidatieproces.
Verlaging pensioenen PFZW afgewend Zoals bijna alle pensioenfondsen heeft ook PFZW in 2013 te maken met wisselende vooruitzichten over de dekkingsgraad. In 2013 hoeft PFZW de pensioenen in elk geval niet te verlagen, maar over 2014 valt nog niets met zekerheid te zeggen.
Stichting Wachtgeld Op 6 december 2012 stemden de leden van de VRM in met het liquideren van de Stichting Wachtgeld. De restsom is na afwikkeling met de Kamer van Koophandel en de accountant in de loop van 2013 naar rato verdeeld onder de betrokken musea.
39
Commissies P&O
Leeftijdsfasebewust personeelsbeleid
In 2013 vergaderde de commissie P&O vijf keer. Er is veel gesproken over de cao en de pensioenovergang. De commissie heeft de werkgroep Herziening handboek referentiefuncties en de werkgroep Levensfasebewust personeelsbeleid ingesteld.
Vanuit de commissie P&O ontstond de behoefte om opnieuw met dit onderwerp aan de slag te gaan. Een hernieuwd besef dat de sector aan het vergrijzen is, dat mensen langer moeten doorwerken en dat (museale) kennis dient te worden overgedragen, heeft geleid tot het instellen van de werkgroep. Een eerste stap is het opstellen van enkele cao-teksten. De werkgroep buigt zich daarna over hoe levensfasebewust personeelsbeleid het beste te implementeren in de sector. De verwachting is dat medio 2014 een advies zal volgen.
Herziening handboek referentiefuncties De werkgroep is in 2012 ingesteld omdat het huidige functiehandboek (2006) niet meer past bij de dagelijkse museale realiteit. Oude functiebeschrijvingen waren te gedetailleerd en nieuwe ontbraken op het gebied van commercie en ICT. Het functieraster is herzien en alle functies zijn opnieuw beschreven met specifieke aandacht voor loopbaanpaden. Ook zijn competenties toegevoegd. Eind 2013 kwam een herzien concept gereed dat nog moet worden afgestemd met de AWVN. De werkzaamheden zijn over 2013 in twee fasen verlopen: eerst is het raster aangepast en werd een standaardfunctiebeschrijving ontwikkeld door Erik Jager van Entrance HRM Interim. Daarna heeft Marja van der Vlis, personeelsadviseur bij het Van Goghmuseum, alle functies opnieuw beschreven. De werkgroep heeft als klankbord gediend. De verwachting is dat het nieuwe handboek in het voorjaar van 2014 gereed zal komen.
Financiën De commissie Financiën kwam in 2013 tweemaal bijeen, in Paleis Het Loo te Apeldoorn en in Teylers Museum te Haarlem. Naast vaste onderwerpen als de begrotingen bespreekt de commissie uitgebreid de gevolgen van de bezuinigingen, de politieke situatie, de vennootschapsbelasting en horizontaal toezicht door de belastingdienst. De commissie geeft de wens te kennen ook onder de nieuwe fusievereniging te willen blijven functioneren en graag apart bijeen te komen.
Visitaties De ledenvergadering van de VRM heeft besloten het systeem van periodieke visitatie voort te zetten, zij het in afgeslankte vorm. Met een vereenvoudigde en ingekorte visitatie- en rapportagevorm zijn eind 2012 Volkenkunde, Muiderslot, Loevestein en Catharijneconvent naar tevredenheid gevisiteerd. Uitgangspunten van deze visitatievorm, die als basis dient voor het nieuwe visitatiemodel, zijn het activiteitenplan voor de kunstenplanperiode 20132016 en de aanbevelingen van de vorige visitatie. De musea is gevraagd in een toelichting aan te geven wat er met de aanbevelingen is gedaan en in hoeverre die in het beleid zijn terug te vinden. In 2013 is deze vorm van visiteren geëvalueerd en aangevuld. Er is inmiddels een nieuw concept visitatiemodel gemaakt, dat nog moet worden afgestemd met het Museumregister om deze onderzoeksinstrumenten goed op elkaar af te stemmen en administratieve druk te minimaliseren. In 2014 gaan we van start met de tweede visitatieronde, waarvoor naar alle waarschijnlijkheid de musea zelf de financiering zullen moeten vinden.
Foto: Fred Ernst
Foto: Peter Hilz
40
Nieuwe leden Vier musea treden in 2013 toe tot de VRM als C-lid. Het zijn het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem, het Stedelijk Museum in Den Bosch, Boijmans Van Beuningen in Rotterdam en het Stedelijk Museum te Alkmaar.
Federatie Cultuur De VRM is lid van de Federatie Cultuur, die er langzaam maar zeker steeds beter in slaagt om als gesprekspartner te fungeren namens de wereld van kunst en cultuur. Er is periodiek overleg op OCW met de directies Kunsten, Media, Letteren en Bibliotheken en Cultureel Erfgoed over algemeen cultuurbeleid van OCW. Een delegatie van de FC, onder wie de VRMdirecteur, heeft zitting in de begeleidingscommissie voor het door de Tweede Kamer gevraagde onderzoek naar de economische effecten van de bezuinigingen en voor de OCW-publicatie Cultuur in Beeld. Ook over de besteding van frictiegelden in een mobiliteitsplatform met het UWV is een begeleidingsgroep geformeerd, waarin de VRMdirecteur zitting neemt.
41
Foto: Clara van Wijnen
Foto: Mike Bink
Bestuur en bureau Het jaar 2013 kent geen wijzigingen in de bestuurssamenstelling maar wel op het bureau. Toine Berbers en Gea Wold waren actief als respectievelijk directeur en secretaris. Lisa Doeland nam in augustus ontslag, om elders in dienst te treden. Haar functie wordt in afwachting van de fusie niet opgevuld. Sinds augustus werkt het bureau nauw samen met de NMV in afwachting van de fusie.
Foto: Fred Ernst
42
colofon Teksten: Ellen Bakema Antoinette Beijen Toine Berbers Camille Boyer Caroline Bunnig Ester Fabriek Janneke van Hardeveld Margriet de Jong Carla Keijzer Marieke Krabshuis Nina Merz Mirjam Moll Helen Schretlen Koen van Veen Siebe Weide Gea Wold Redactie: Saskia Proost Interview Irene Asscher-Vonk: Sandra Jongenelen Vormgeving en beeldredactie: LAVA i.s.m. Janneke van Hardeveld
43
Rapenburgerstraat 123 Postbus 2975 1000 CZ Amsterdam (020) 551 2900
[email protected] www.museumvereniging.nl
Foto: Fred Ernst