N I W O
J A A R V E R S L A G
2 0 1 1
Inhoud | 03
Voorwoord
| 04
Organisatie 14
| 07
Jaarcijfers
| 09
Algemene zaken
14 |
Interview; Jacqueline de Rijk, Jan de Rijk Logisitics 16
16 | Interview; Ad Kuijken, Kuijken Logistics Group 18 |
Vergunningverlening
| 24
Interview; Huub van den Dungen, FNV Bondgenoten
| 26
Interview; Klaas de Waardt, VERN
| 28
Bezwaar en Beroep
24
29 |
Interview; Mich van der Harst, voorzitter Raad van Beheer NIWO
31 |
Bijlage I - De transportsector in cijfers
26
38 |
Interview; Ouafae Bahi, NIWO 29
39 |
Bijlage II - Onderzoek kosten en rentabiliteit
45 |
Interview; Evertjan Wierda, NIWO
46 |
Bijlage III - Tarieven
47 |
Colofon
48 |
Interview; Dries Diks, NIWO
38
45
48
| jaarverslag 2011 | pagina 2
Voorwoord De sector transport en logistiek begon 2011 hoopvol. De eerste helft van dat jaar stond, vergeleken met het slechte jaar 2010, in het teken van een bemoedigende stijging van de bedrijvigheid. Zoals TLN meldde: het was de beste periode in drie jaar. Helaas begon in het derde kwartaal het volume alweer in te zakken, een daling die doorzette in het vierde kwartaal. Gevolgen: overcapaciteit, prijzen die onder druk staan, tanend ondernemersvertrouwen en groeiende weerstand tegen de inzet van buitenlandse chauffeurs. Voor veel bedrijven in de transportsector is het dan ook een strijd om te overleven. Uit de vergunningcijfers kunnen we zien dat de afname in 2011 van het aantal transportbedrijven met ca. 260 op een totaal van bijna 12.000 nog redelijk beperkt te noemen is. Dat wijst op grote veerkracht en vechtlust van de transportbedrijven. De NIWO kan aan die moeilijke omstandigheden helaas weinig veranderen. Wel kan ze een bescheiden bijdrage leveren met een snelle en kwalitatief goede beslissing die op kosteneffectieve wijze genomen wordt. Snel, objectief, transparant en efficiënt zijn de kernwoorden waarmee het huidige management de NIWO positioneert en aan de toekomst werkt. Het jaar 2011 was voor de NIWO intern geen gemakkelijk jaar. Na een roerige periode besloot de toenmalige directeur, de heer Tj. Greidanus, eind 2011 de NIWO te verlaten en uit te zien naar een nieuwe uitdaging. De Raad heeft daarop besloten tot de aanstelling van een interim-directeur en op 1 december 2011 is de heer mr. G.J. Olthoff in die functie van start gegaan. Het is de bedoeling dat de interim fase loopt tot het eind van 2012. Medio 2012 zal de wervingsprocedure voor een nieuwe directeur worden gestart. De werksfeer en onderlinge verhoudingen binnen de NIWO zijn inmiddels weer goed. Het enthousiasme en de teamspirit, die de NIWO altijd zo hebben gekenmerkt, zijn weer terug. Dat uit zich ook in tal van plannen en initiatieven, zoals voor een nieuwe en efficiënte organisatiestructuur en voor normering van werkzaamheden. De Raad heeft er dan ook alle vertrouwen in dat de NIWO onder leiding van de heer Olthoff op de goede weg is. Per 1 januari 2011 heeft de NIWO de TIR-activiteiten vrijwel geruisloos overgenomen van SCT. Begin 2012 hield de IRU een audit op dit onderdeel en die pakte positief uit voor de NIWO. Eind 2011 traden de Europese Verordeningen 1071 en 1072/2009/EG in werking, waarmee de start van een Europees registratiesysteem ter zake van ernstige overtredingen door transportbedrijven een feit werd. De NIWO trof snel de nodige maatregelen. De werkelijke betekenis van de Verordeningen wordt zichtbaar als de Wet wegvervoer goederen (WWG) is aangepast. De inwerkingtreding van de aangepaste WWG is voorzien voor eind 2012. Met het oog daarop startte de leiding van de NIWO al aan het einde van het verslagjaar voortvarend met het opstellen van de benodigde beleidsregels. De inspectie Leefomgeving en Transport en de sector zijn hierbij nauw betrokken. De contacten met het ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn ook in dat verband versterkt. Daarnaast wordt in samenspraak met de ketenpartners de ICT aangepast. De NIWO vernieuwt zich ook in communicatief opzicht. Eind 2010 werd de volledig nieuwe website gepresenteerd. Het vinden van de juiste informatie werd een stuk makkelijker. Niet alleen de algemene informatie, maar ook die over de transportbedrijven zelf. “mijnNIWO” is het nieuwe beveiligde gedeelte van de website waar bedrijven hun eigen gegevens kunnen inzien en de voortgang van de behandeling van de aanvragen kunnen volgen. Natuurlijk blijven we werken aan verdere modernisering en uitbreiding van de functionaliteiten. Kortom, 2011 was een in vele opzichten dynamisch jaar. Niettemin was de NIWO in staat om zich te vernieuwen en op adequate wijze haar taken te verrichten. Ik ga er vanuit dat de NIWO de komende jaren haar werk klanten marktgericht blijft verrichten en nieuwe uitdagingen energiek aangaat. Mich van der Harst, voorzitter Raad van Beheer NIWO | jaarverslag 2011 | pagina 3
Organisatie De NIWO is een privaatrechtelijke stichting, bestuurd door een Raad van Beheer en gevestigd in Rijswijk. Hier voert het secretariaat de werkzaamheden uit, geleid door de directeur van de NIWO. Raad van Beheer Het bestuur van de NIWO, de Raad van Beheer, telt negen leden. Zeven leden zijn benoemd door de organisaties in het wegvervoer, te weten: TLN (3 leden), FNV (1 lid), CNV (1 lid), EVO (1 lid) en VERN (1 lid) en twee leden zijn onafhankelijk. De minister van Infrastructuur en Milieu heeft de onafhankelijke leden benoemd en heeft de organisaties aangewezen, die de belangen in het wegvervoer behartigen. De Raad van Beheer kiest een voorzitter uit de twee onafhankelijke leden. Bij vergaderingen van de Raad van Beheer kan een toehoorder van het ministerie van Infrastructuur en Milieu aanwezig zijn. In 2011 kwam de Raad van Beheer 6 keer bijeen. Financiële Commissie De Raad van Beheer heeft uit zijn midden de Financiële Commissie samengesteld, die de Raad van Beheer adviseert in financiële aangelegenheden en die toeziet op de uitvoering van het financiële beleid. De Financiële Commissie heeft drie leden, waaronder de voorzitter van de Raad van Beheer, die tevens de vergaderingen leidt van de Financiële Commissie. Commissie Vergunningverlening Beroepsgoederenvervoer De NIWO heeft in haar statuten bepaald dat de Commissie Vergunningverlening Beroepsgoederenvervoer (CVB) verantwoordelijk is voor het verlenen en intrekken van vergunningen voor het beroepsgoederenvervoer over de weg. De Raad van Beheer kiest de leden van de CVB. Deze bestaat uit één van de onafhankelijke leden van de Raad van Beheer die als voorzitter van de CVB wordt benoemd, en twee andere leden. De CVB vergaderde 20 keer in 2011. Secretariaat Het kantoor van de NIWO is gevestigd in Rijswijk. Van hieruit zorgt het secretariaat voor de voorbereiding en uitvoering van alle werkzaamheden. Het secretariaat staat onder leiding van een directeur. Deze is tevens secretaris van de Raad van Beheer, de Commissie Vergunningverlening Beroepsgoederenvervoer en de Financiële Commissie. Eind 2011 waren er 32 personen werkzaam op het secretariaat. Wijzigingen in 2011 De heer Gerrit Jan Olthoff is per 1 december 2011 aangetreden als interim-directeur van de NIWO. In de Raad van Beheer is de zetel van KNV vervallen door de fusie van KNV en TLN. Het totaal aantal zetels is nu negen. Namens TLN heeft mevrouw Jacqueline de Rijk-Heeren zitting genomen in de Raad van Beheer. Zij is tevens lid van de Financiële Commissie geworden. De samenstelling van de Raad van Beheer en Commissies per 31 december 2011 vindt u in het overzicht.
| jaarverslag 2011 | pagina 4
Achter de namen staat het jaar waarin deze personen de functies zijn gaan vervullen.
Samenstelling Raad van Beheer per 31 december 2011 Voorzitter
drs. M.C. van der Harst (2001)
Vice-voorzitter
mr. F.J.D. Wiegerink (2011)
Secretaris
mr. G.J. Olthoff (2011)
Adj. Secretaris
vacant
Transport en Logistiek Nederland (TLN)
A.C.J.M. Kuijken (2009)
mr. F.J.D. Wiegerink (2009)
J.G.M. de Rijk-Heeren (2011)
Plaatsvervanger: drs. J.S. Boonstra (2009)
EVO
ing. R.J. Slotema (2002)
Plaatsvervanger: drs. M.J.H. van der Kuijl (2002)
FNV Bondgenoten
drs. H.E.W. van den Dungen (2009)
Plaatsvervanger: M. Gorter (2005)
CNV Vakmensen
A. Meijerman (2009)
Plaatsvervanger: J. van Egmond (2009)
Verenigde Eigen Rijders Nederland (VERN)
K. de Waardt (2009)
Plaatsvervanger: S. ten Hoopen (2009)
Onafhankelijk
drs. M.C. van der Harst (2009)*
mr. B.W.M. Wigman (2006)
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Toehoorder: mr. drs. E.M. de Wit (2011)
* vanaf 2001 namens TLN, vanaf 2009 als onafhankelijk lid
| jaarverslag 2011 | pagina 5
Achter de namen staat het jaar waarin deze personen de functies zijn gaan vervullen.
Samenstelling Commissie Vergunningverlening Beroepsgoederenvervoer per 31 december 2011 Voorzitter
mr. B.W.M. Wigman (2009)
Secretaris
mr. G.J. Olthoff (2011)
Adj. Secretaris
vacant
Namens de organisaties
mr. F.D.J. Wiegerink (2009)
Onafhankelijk
drs. F.H. Vrins (2010)
mr. B.W.M. Wigman (2006)
Samenstelling Financiële Commissie per 31 december 2011 Voorzitter
drs. M.C. van der Harst (2001)
Secretaris
mr. G.J. Olthoff (2011)
Namens de organisaties
J.G.M. de Rijk-Heeren (2011)
Onafhankelijk
drs. M.C. van der Harst (2009)*
mr. B.W.M. Wigman (2011)
* vanaf 2001 namens TLN, vanaf 2009 als onafhankelijk lid
Doelstelling De NIWO heeft als doel het bevorderen van het goed functioneren van de markt van het binnenlands en grensoverschrijdende beroepsgoederenvervoer over de weg. De NIWO wil dit doel bereiken: ■
door het uitvoeren van wettelijk opgedragen taken en werkzaamheden, waaronder:
● verlening,
● beheer
● ondersteunen
■
door het uitvoeren van overige door de overheid aan de NIWO toevertrouwde taken en
werkzaamheden;
■
door het uitvoeren van alle overige taken en werkzaamheden die het realiseren van de doelen
bevorderen.
verlenging en intrekking van vergunningen;
van gegevensbestanden en het verstrekken van gegevens uit die bestanden; van onderhandelingen voor verdragen over wegvervoer van goederen;
| jaarverslag 2011 | pagina 6
Jaarcijfers Financieel beleid Uitgangspunt voor het in 2009 ingezette financiële beleid is dat het gemiddelde saldo over vijf jaar budgettair neutraal dient te zijn en het vrij besteedbare vermogen de jaarlijkse exploitatiekosten niet zal overschrijden. Naar verwachting zal het vermogen eind 2012 weer op het gewenste peil worden gebracht, teneinde het gemiddelde resultaat van de meerjarenbegroting 2012 tot en met 2016 budgetneutraal te kunnen afsluiten. Jaarrekening 2011 In de vergadering van 18 april 2012 heeft de Raad van Beheer de jaarstukken over het boekjaar 2011 vastgesteld. De baten bedroegen € 4.127.005, de lasten € 4.408.430. Het negatieve resultaat € 281.425 was voorzien en wordt ten laste gebracht van de algemene reserve. Nieuwe taken Per 1 januari 2011 voert de NIWO naast haar publieke wettelijke taken (WWG) ook een private taak uit. Het betreft uitgifte van documenten Carnet-TIR in opdracht van Transport en Logistiek Nederland. Om financiële middelen uit de publieke wettelijke taken van de NIWO (WWG) en de private taken van de NIWO (uitgifte documenten Carnet-TIR) strikt gescheiden te kunnen verantwoorden zijn voor beide taken aparte administraties ingericht. Dit is in goed overleg met de accountants van BDO Audit & Assurance B.V. uitgevoerd en past ook binnen de kaders van de uitvoering van publieke taken door een ZBO. In de jaarrekening 2011 zijn de balans en de staat van baten en lasten van de publieke wettelijke taken en de private taken geconsolideerd weergegeven. Begroting 2012 De begroting over 2012 laat een begroot positief saldo zien van € 1.188.000. Dit is conform het hiervoor geschetste beleid.
| jaarverslag 2011 | pagina 7
Balans per 31 december
2011
bedrag x E 1.000
2010
ACTIVA Vaste activa Vlottende activa
979
1.134
1.108
965
2.087
2.099
PASSIVA 1.257
1.538
166
117
Langlopende schulden
30
18
Kortlopende schulden
634
426
2.087
2.099
Eigen vermogen Voorzieningen
Staat van baten en lasten
2011
bedrag x E 1.000
2010
BATEN Vergoedingen ter zake van taken Wet wegvervoer goederen Vergoedingen ter zake van overige wettelijke taken Financiële baten
3.355
3.264
765
253
10
7
-3
Overige baten
6
4.127
3.530
Lasten 2011
LASTEN
15,5%
2.688
2.389
Huisvestingskosten
254
257
Bureaukosten
210
251
Automatiseringskosten
286
352
Overige materiële kosten
109
122
Werkzaamheden derden
179
183
Personeelskosten
Diverse kosten
682
273
Huisvestingskosten
Personeelskosten
4.408
3.827
-281
RESULTAAT
| jaarverslag 2011 | pagina 8
-297
4,1% 2,5% 6,5% 4,8% 5,8%
61,0%
Bureaukosten Automatiseringskosten Overige materiële kosten Werkzaamheden derden Diverse kosten
Algemene zaken ISO-certificering De NIWO is ISO-gecertificeerd volgens de norm 9001:2008. Elk jaar toetst een externe auditor of de NIWO voldoet aan deze norm. Ook in 2011 en met resultaat: het ISO-certificaat is verlengd. In het kwaliteitsmanagementsysteem staan afspraken over de werkprocessen, de klantgerichtheid en de klachtenprocedure. Klachtenprocedure In 2011 ontving de NIWO één klacht. Deze is behandeld volgens de NIWO-klachtenregeling en de wet. mijnNIWO In 2011 is mijnNIWO gelanceerd, om de communicatie tussen bedrijven en de NIWO te vereenvoudigen. Het is een beveiligd deel op de website van de NIWO waar alle bedrijven met een vergunning voor beroepsvervoer een account kunnen aanmaken en inloggen. Later wordt mijnNIWO ook toegankelijk voor bedrijven met een VIHB-registratie. Alle vergunninghouders beroepsvervoer zijn aangeschreven en ruim 4.000 van hen gebruiken mijnNIWO. Dat aantal kan hoger. Daarom stimuleert de NIWO haar vergunninghouders mijnNIWO te gebruiken. Communiceren gaat sneller en makkelijk en bespaart papier en porto. Medewerkers van de front-office geven graag antwoord op vragen over het gebruik van mijnNIWO. Op mijnNIWO staan alle gegevens van het bedrijf zoals deze bij de NIWO geregistreerd zijn. Aanvragers van een vergunning kunnen de voortgang van hun aanvraag zien. Vergunninghouders beroepsvervoer kunnen bijvoorbeeld vergunningbewijzen of ritmachtigingen aanvragen via mijnNIWO. Ook is het mogelijk om wijzigingen in de bedrijfsgegevens door te geven. De NIWO wil mijnNIWO gefaseerd verder ontwikkelen. Er komen meer mogelijkheden om wijzigingen door te geven en facturen online te zetten. Daarnaast onderzoekt de NIWO mogelijkheden om gerichter te communiceren, opdat bedrijven alleen berichten ontvangen met voor hen relevante informatie. Uitgifte carnets-TIR Vanaf 1 januari 2011 is de NIWO gestart met de uitgifte van carnets-TIR. De overdracht van de TIR-activiteiten van SCT naar de NIWO verliep soepel en houders van een TIR-overeenkomst vinden hun weg naar het nieuwe adres. In het verslagjaar zijn 8.379 carnets uitgegeven. Het TIR-systeem is een internationaal douane-transito-systeem voor het goederenvervoer over de weg. Het geeft de landen van doorgang de garantie over douanerechten en belastingen van de goederen. Het TIR-carnet is een controledocument dat de goederen tijdens het transport vergezelt en het passeren van de grenzen vereenvoudigt. De goederen bevinden zich in een door de douane verzegeld compartiment van de vrachtwagen en de verzegeling mag niet verbroken worden.
| jaarverslag 2011 | pagina 9
*De uitkomsten van de NEA-onderzoeken staan in bijlage II.
TIR is de afkorting van ‘Transports Internationaux Routiers’, herkenbaar aan de verplichte blauwe platen met witte letters op de voertuigen. Het TIR-carnet wordt door 57 landen geaccepteerd en erkend door hun douane. De carnets kunnen alleen gebruikt worden tussen twee landen die het TIR-systeem erkennen. Eén daarvan ligt buiten de EU óf tijdens het transport wordt een niet-EU-land doorkruist. Binnen de EU is geen TIR-carnet nodig. Meer informatie vindt u op www.niwo.nl/tir. Onderzoek kosten en rentabiliteit* Het transportonderzoekbureau Panteia/NEA voert in opdracht van de NIWO onderzoeken uit naar kosten en rentabiliteit in het wegvervoer. Elk kwartaal verschijnen er rapporten met belangrijke kengetallen voor de transportsector, en jaarlijks, in juni, komen de definitieve rentabiliteitscijfers. Deze worden na het afsluiten van het boekjaar berekend. Tot die tijd worden prognoses gemaakt op basis kwartaalcijfers. In oktober worden de verwachte kostenveranderingen voor het volgende jaar gerapporteerd. De verwachtingen zijn gebaseerd op aangekondigde loon- en prijswijzigingen en prognoses van het Centraal Plan Bureau. De kostenindexcijfers worden elk kwartaal op peildatum geactualiseerd. De NIWO publiceert de resultaten van de onderzoeken op de site en in het NIWO-nieuws. Ook de vakpers schrijft regelmatig over de uitkomsten van Panteia/NEAonderzoeken, die in opdracht van de NIWO zijn uitgevoerd. Transportbedrijven die over een vergunning voor beroepsgoederenvervoer beschikken kunnen een digitale versie van de volledige rapporten bij de NIWO aanvragen. Beleidsregel Bibob De NIWO heeft de beleidsregel over toepassing van de Wet Bibob aangepast. De nieuwe beleidsregel is op 16 juni 2011 in de Staatscourant gepubliceerd. Volgens de Wet Bibob (Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) kan de NIWO een vergunning weigeren of intrekken als er gevaar is dat de vergunning gebruikt wordt voor criminele doeleinden. De NIWO kan, mits daar aanleiding voor is, het Bureau Bibob van het Ministerie van Veiligheid en Justitie om advies vragen of en in welke mate dit gevaar bestaat. De nieuwe beleidsregel van de NIWO gaat over feiten en omstandigheden die aanleiding kunnen zijn voor een adviesaanvraag bij Bureau Bibob. Deze feiten en omstandigheden kunnen blijken uit kenmerken van de aanvrager of houder van de vergunning of uit kenmerken van de omgeving waar deze persoon actief is, bijvoorbeeld bij onduidelijk eigendom van panden of als de sector waarbinnen de activiteiten worden verricht kwetsbaar is. Ook als de NIWO via andere bronnen iets merkt, kan een Bibob-advies gevraagd worden. Bijvoorbeeld als de pers schrijft over betrokkenheid bij criminele activiteiten, bij veelvuldige bestuurswisselingen en faillissementen. De NIWO kan ook een tip krijgen van het Openbaar Ministerie. Daarnaast kan het zijn dat de gedragingen van de aanvrager of houder van een vergunning leiden tot het vragen van een Bibob-advies. Bijvoorbeeld als deze contante betalingen verricht, terwijl girale transacties gebruikelijk zijn of als deze herhaaldelijk om uitstel vraagt voor het overleggen van bewijsstukken om aan de vergunningeisen te voldoen. Verder vraagt de NIWO advies bij kenmerken als de inzet van een groot aantal
| jaarverslag 2011 | pagina 10
voertuigen, een of meer buitenlandse vestigingen of een hoge waarde van bedrijfsmiddelen Bovendien kan de NIWO in bijzondere gevallen afwijken van deze beleidsregel en toch een Bibob-advies vragen.
1. Heeft de NIWO aanleiding om een Bibob-advies aan te vragen? 2. Indien ja, dan bepaalt de NIWO of er wel/geen Bibob-advies aangevraagd wordt 3. Indien ja, dan ontvangt de NIWO het Bibob-advies, waarin staat of en in welke mate er gevaar is dat met de vergunning criminele activiteiten worden ontplooid. 4. De NIWO beslist over de vergunning met inachtneming van het Bibob-advies.
Nieuwe EU-Verordeningen in werking Op 4 december 2011 zijn voor het goederenvervoer twee Europese Verordeningen in werking getreden en dat heeft effect de vergunningverlening. 1. EU-Verordening 1071/2009 gaat over de toegang tot het beroep. De vestigingseis is aangescherpt en de rol en de positie van de vervoersmanager zijn nader omlijnd. Ook moet elke lidstaat een elektronisch register gaan aanhouden. 2. EU-Verordening 1072/2009 gaat over de toegang tot de markt. Deze schrijft een gewijzigd model van de vergunning voor en bevat de regels voor cabotage, zoals die in mei 2010 van kracht werden. De Europese regels worden in de Nederlandse wetgeving ingepast, de gewijzigde Wet wegvervoer goederen treedt waarschijnlijk eind 2012 in werking. Vestigingseis De vestigingseis is aangescherpt. In de nieuwe situatie is expliciet bepaald dat een onderneming gevestigd moet zijn in de lidstaat die de vergunning afgeeft, waar zij ook daadwerkelijk over ruimten beschikt waar onder meer de relevante administratie moet worden bewaard. Een postbusadres daar is onvoldoende. Er moet dus sprake zijn van een werkelijke en duurzame vestiging in Nederland. Ook moeten er voertuigen ter beschikking van de onderneming staan. Vakdiploma Duurzame vestiging is ook van belang in verband met de vakbekwaamheid. Het examen moet worden afgelegd in het land waar de ondernemer-in-spe zijn gewone verblijfplaats heeft, wat betekent dat hij daar meer dan de helft van het jaar moet verblijven. Vervoersmanager Een van de vereisten om voor de ondernemersvergunning in aanmerking te komen, is het bezitten van de vakbekwaamheid. Binnen de onderneming moet ten minste één persoon over het vereiste vakdiploma beschikken. Deze persoon wordt nu aangeduid als vervoersmanager. Daarnaast zijn de rol en positie van de vervoersmanager nader omlijnd. Deze persoon moet werkelijk en permanent leiding geven aan de vervoersactiviteiten en een reële band hebben met de onderneming. Een extern aangetrokken vervoersmanager mag in maximaal vier ondernemingen met een totaal wagenpark van maximaal 50 voertuigen de vervoersactiviteiten beheren.
| jaarverslag 2011 | pagina 11
Betrouwbaarheidsstatus Een vervoersmanager moet ook voldoen aan de betrouwbaarheidseis. Hij kan net als de onderneming zijn betrouwbaarheidsstatus verliezen, als er binnen het bedrijf zeer ernstige vervoergerelateerde overtredingen worden begaan die hem kunnen worden aangerekend. Het moet wel gaan om onherroepelijke veroordelingen of sancties voor die overtredingen. De vervoersmanager kan dan voor maximaal twee jaar ongeschikt worden verklaard om het beroep van vervoersmanager uit te oefenen. De Europese Verordening noemt de volgende zware inbreuken: 1. Overtreding van de rij- en rusttijden; 2. Geen snelheidsbegrenzer en/of tachograaf of fraude daarmee; 3. Geen bewijs van technische keuring of een ernstig technisch mankement aan het voertuig; 4. Overtreding van voorschriften voor gevaarlijke stoffen; 5. Geen rijbewijs en/of geen Eurovergunning; 6. Fraude met rijbewijs; 7. Overbelading. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu werkt in 2012 aan de aanpassing van de Wet wegvervoer goederen. De NIWO werkt samen met de transportsector aan voorstellen voor beleidsregels over de zogenoemde proportionaliteitstoets, die de NIWO gaat uitvoeren. Deze toets moet voorkomen dat het verlies van de betrouwbaarheidsstatus een onevenredig strenge sanctie is. De verwachting is dat de gewijzigde Wet wegvervoer goederen en de nieuwe beleidsregels eind 2012 van kracht worden. Elektronisch register Elke lidstaat van de Europese Unie moet een nationaal elektronisch register aanhouden met gegevens over de vergunninghouder, de geschiktheid van de vervoersmanager, de vergunning en over de veroordelingen en sancties in het kader van de betrouwbaarheidseis. Lidstaten wisselen informatie uit over onherroepelijke veroordelingen of sancties voor zeer ernstige overtredingen die door de vervoersondernemingen binnen de Europese Unie zijn gepleegd. Ook kunnen lidstaten elkaar raadplegen over de geschiktheid van de vervoersmanager. Voor Nederlandse bedrijven betekent dit dat ook onherroepelijke veroordelingen of sancties voor overtredingen begaan buiten Nederland, binnen de Europese Unie zullen worden meegewogen in het al dan niet verliezen van de betrouwbaarheid van de onderneming of de vervoersmanager. Er wordt hard gewerkt aan de koppeling van de nationale registers binnen de Europese Unie. Volgens de verordening moet deze internationale uitwisseling van gegevens op 1 januari 2013 starten. Op de site van de NIWO staat een openbaar toegankelijke lijst met de naam, rechtsvorm en vestigingsplaats van de onderneming en de aard van de vergunning en het aantal voertuigen, waarop de vergunning betrekking heeft. Nieuwe modellen vergunningen De Europese Verordening schrijft een gewijzigd model van de Eurovergunning en het bestuurdersattest voor. De NIWO heeft deze nieuwe modellen per 1 april 2011 in omloop gebracht. Naast een nieuwe Eurovergunning en een nieuw bestuurdersattest, heeft de NIWO ook een nieuw VIHB-registratiebewijs en een nieuw binnenlands
| jaarverslag 2011 | pagina 12
vergunningbewijs geïntroduceerd. De vorige modellen blijven geldig. Aangezien de Eurovergunning, de VIHBregistratie en het bestuurdersattest vijf jaar geldig zijn, zullen de oude modellen over vijf jaar niet meer in omloop zijn. Het nieuwe model bevat meerdere beveiligingskenmerken, waaronder het gebruik van microletters, zilverdruk en guillochepatronen. De overgang naar het nieuwe model verliep probleemloos. Integriteitsverklaring beroepsvervoer wordt Verklaring omtrent gedrag Met een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) toont een onderneming de betrouwbaarheid aan bij de aanvraag of verlenging van een Eurovergunning. Na 4 december 2011 verstrekt het ministerie van Veiligheid en Justitie geen integriteitsverklaring beroepsvervoer (IVB) meer. Alle lopende IVB-aanvragen worden ambtshalve omgezet naar een VOG-aanvraag. De integriteitsverklaring was iets uitgebreider dan de verklaring omtrent het gedrag. Deze screende naast strafrechtelijke antecedenten ook of financiële arbeidsvoorwaarden waren nagekomen. De laatste screening is niet meer nodig. Overtredingen van deze voorwaarden worden in het voornoemde elektronisch register bijgehouden. De betrouwbaarheid wordt met ingang van 2013 getoetst aan de hand van de VOG en op basis van het aantal en de aard van de veroordelingen of sancties. De voorwaarden voor het ontvallen van de betrouwbaarheid op grond van het register zijn nog in ontwikkeling.
| jaarverslag 2011 | pagina 13
“Transparantie, efficiency en samenwerking voor een gezonde toekomst” Mw. Jacqueline G.M. de Rijk, directeur Jan de Rijk Logistics.
Zoek de aansluiting De in 2009 ingezette daling van het volume en de daarop volgende aantasting van de reserves van diverse bedrijven zijn niet leuk maar hebben een goede kant. De ontwikkelingen verplichten ondernemers hun verantwoordelijkheid te nemen en concreet op de situatie in te spelen. De meesten hebben dat ook gedaan. Je moet bedrijfsonderdelen die onvoldoende bijdragen aan het bedrijfsresultaat en dat in de toekomst hoogstwaarschijnlijk ook niet gaan doen, kritisch tegen het licht houden, herinrichten, afslanken of schrappen.
Samen problemen oplossen Om me heen zie ik dat velen in de sector met dezelfde problematiek worstelen en hun best doen om deze zo goed mogelijk aan te pakken. We zijn genoodzaakt om efficiënter te werken en betere afspraken te maken met collega’s en andere marktpartijen. Een goede ontwikkeling, want je vindt elkaar in nieuwe vormen van samenwerking, door samen te kijken naar de problemen en die samen proberen op te lossen. | jaarverslag 2011 | pagina 14
Overleven door veelzijdigheid
afspraken te maken. Om contracten aan te kunnen
Op de internationale markt zie je bedrijven die de
moet je iets betekenen, je moet schaalgrootte
zaken voortvarend aangepakt hebben en bedrijven
hebben en toegevoegde waarden bieden. Samen
die hetzelfde werken als voor het begin van de
kunnen we dat.
crisis. De nationale markt heeft minder last. Er zijn bedrijven die zich met meerdere facetten van ons
Tot slot
prachtige vak bezighouden. Die bijvoorbeeld de
Als in het verslagjaar aangetreden lid van de Raad
internationale en de nationale markt bedienen en de
van Beheer van de NIWO zie ik dat ook de NIWO een
totale logistiek inclusief warehousing doen. Bij hen
ontwikkeling doormaakt naar meer samenwerking
is het probleem een stuk minder.
en klantgericht werken. Zo zijn niet lang geleden
Regels respecteren
aangehaald, waardoor de belangen van de NIWO
De nationale markt kan niet makkelijk worden
en daarmee ook die van de sector tijdiger voor het
overgenomen door buitenlandse bedrijven. Dat er
voetlicht komen bij de beleidsmakers. Belangrijker
buitenlandse chauffeurs actief zijn in Nederland is
nog is dat de NIWO met kennis van zaken haar
in lijn met de Europese afspraken en vind ik niet
wettelijke taken uitvoert. Het zijn juist die kennis
de banden met de Inspectie en het Ministerie
bezwaarlijk, mits betreffende bedrijven en chauffeurs
van zaken en de goede balans tussen afstand en
zich aan de regels houden. De meesten doen dat en
betrokkenheid met de sector die ik waardeer.
degenen die zich niet aan de regels houden, moeten
Mijn inzet als lid van de Raad van Beheer is bij
consequent worden aangepakt.
te dragen aan een verdere modernisering van de taakuitoefening en het relatienetwerk van de NIWO.
Hoger kwaliteitsniveau Kijkend naar de toekomst denk ik dat de markt nooit meer wordt wat die was. Alles is nu transparant. Je ziet dat bij verlader en bij logistiek dienstverlener het niveau is gestegen: er is meer kennis, de eisen zijn strenger en het kwaliteitsniveau is hoger. De toekomst van onze sector zal efficiënter zijn en met meer collegiale samenwerking.
Bestaansrecht door ontzorgen Ik denk dat het aantal kleinere bedrijven zal toenemen en dat die gaan werken voor de grotere bedrijven die onderling meer zullen samenwerken. De kleine bedrijven doen één schakel, de grote de keten. De verladers willen de zorg over hun goederenstromen outsourcen en door hem te ontzorgen, hebben beide typen bedrijven bestaansrecht.
Samen kun je meer Iedereen in de sector zoekt aansluiting met de nieuwe marktverhoudingen, met nieuwe vormen van samenwerking, met nieuwe ideeën om efficiënt
Reacties op dit interview zijn welkom op
en klantgericht te werken. Ik wil collega’s oproepen
[email protected]
om in dialoog te blijven. Kleinere bedrijven geef ik in overweging de mogelijkheden te verkennen en
| jaarverslag 2011 | pagina 15
“Wat je ook doet, doe het beter dan een ander” Ad Kuijken, directeur Kuijken Logistics Group.
Kwaliteit wint altijd De in 2008 begonnen economische crisis bereikte een dieptepunt in 2009 en werkte door in 2010. Een kentering werd zichtbaar in 2011. In de markt was er capaciteit weggevallen en dat had een goed effect op de balans tussen verlader en vervoerder. De volumes namen toe, maar daalden weer na de zomer. Bij sommige bedrijven gebeurde dat pas aan het eind van het jaar. Bij elkaar stemden die ontwikkelingen de verwachtingen voor 2012 negatief. Gedurende het eerste kwartaal van 2012 kwam er toch enige stabilisatie en ik heb, zonder dit nu met cijfers te kunnen staven, de indruk dat het dieptepunt bereikt is. Hopelijk is dat ook echt zo, maar we moeten zonder meer alert blijven.
| jaarverslag 2011 | pagina 16
Vervoerskosten per product dalen
Tot slot
We zien verschillende trends. Op de globale markt
Als lid van de Raad van Beheer volg ik natuurlijk
is veel veranderd. Er komen steeds meer goederen
nauwgezet de werkzaamheden van de NIWO.
uit het Verre Oosten en er gaan er gelukkig ook
Door de taken zorgvuldig en snel uit te voeren
steeds meer naartoe. Begin jaren negentig hadden
draagt de NIWO bij aan de doelstellingen van de
de grootste containerschepen een capaciteit van
regelgeving: onder andere het op een hoger plan
ca. 4.500 TEU. Inmiddels worden er schepen
tillen van de kwaliteit, de vakbekwaamheid en de
gebouwd met een capaciteit van 18.000 TEU. De
verkeersveiligheid in de sector. Ik ben wel eens
factor zeevervoer over lange afstand wordt door
kritisch geweest op de kosten die daarmee gepaard
deze schaalvergroting in de totale kostprijs zo klein,
gingen, maar gelukkig is daarvan geen sprake meer.
dat ze bijna geen rol meer speelt. De transportprijs
Dit blijkt ook uit de zeer stabiele tarieven die de
per product is om die reden dramatisch gedaald.
NIWO in rekening brengt.
Door deze ontwikkelingen wordt het voor Europese productiebedrijven dikwijls erg moeilijk, zo niet onmogelijk, om te blijven concurreren. Sommige bedrijven besluiten de productie naar China te verplaatsen. Dat heeft gevolgen voor de keten.
Wegtransport is deel van lange keten De logistieke ketens worden dus langer en complexer waardoor het belang om deze tot in detail goed te beheersen steeds groter wordt. Doordat de totale goederenstroom steeds ‘dikker’ wordt, ontstaan er ook andere schaalgroottevoordelen. De mogelijkheid bijvoorbeeld om bij de verscheping al verschillende productstromen samen te voegen naar bestemming. Dat is een stuk efficiënter. Zo houden wij ons bezig met de gehele keten vanaf de producent, bijvoorbeeld ergens diep in China tot een retailer in zeg maar Karlsruhe. Wegvervoer is dan een relatief klein maar wel belangrijk onderdeel in die totale keten.
De hele keten of één schakel Om in business te blijven heb je een keuze: je moet óf een breed aanbod met toegevoegde waarden hebben en meer doen voor je klant; of je specialiseert je in één onderdeel. Dit leidt tot een tweedeling in de markt: enerzijds de totaalaanbieders, anderzijds de bedrijven die zich concentreren op één schakel in de keten. Maar wat je ook moet doen: probeer het beter te doen dan een ander. Kwaliteit wint altijd. De trucker die zich voor zo’n bedrijf inzet, heeft zeker perspectief. Kijk maar naar Marcel Postma, die drie dagen na zijn achttiende verjaardag als gediplomeerd chauffeur vol vertrouwen een mooie toekomst tegemoet rijdt.
| jaarverslag 2011 | pagina 17
Reacties op dit interview zijn welkom op
[email protected]
Vergunningverlening
Feiten en cijfers over de transportsector staan in bijlage I.
Eurovergunning De Eurovergunning is de ondernemersvergunning voor transportbedrijven die actief zijn in het beroepsgoederenvervoer over de weg. De vergunningplicht geldt voor nationaal en internationaal vervoer met voertuigen met een laadvermogen van meer dan 500 kilogram. Binnen de Europese Unie wordt de Eurovergunning aangeduid als communautaire vergunning en alle lidstaten verstrekken deze vergunning aan transportondernemers in hun land. De Eurovergunning is vijf jaar geldig en kan daarna verlengd worden. In 2011 ontving de NIWO in totaal 976 aanvragen: 845 voor een nieuwe Eurovergunning en 131 voor een nieuwe Eurovergunning in verband met een wijziging van de rechtsvorm. Samen met de aanvragen waarover in 2010 nog niet was beslist leidde dit ertoe dat in 2011 aan 878 bedrijven een nieuwe Eurovergunning is verleend. Verder ontving de NIWO 852 aanvragen voor verlenging van de Eurovergunning. Elke vijf jaar is er een piek in het aantal verlengingsaanvragen. Deze piek wordt in 2012 verwacht. Binnenlandse vergunning Op 1 mei 2009 is de nieuwe Wet wegvervoer goederen (WWG) in werking getreden en kwam de binnenlandse vergunning te vervallen. Voor bedrijven die op grond van de vorige wet alleen over een vergunning voor binnenlands vervoer beschikten, geldt een overgangsregeling. Deze houdt in dat de binnenlandse vergunning geldig blijft zolang het bedrijf dezelfde rechtsvorm houdt en de vakbekwame bestuurder van het bedrijf niet gewijzigd wordt. De binnenlandse vergunning is voor onbepaalde tijd geldig. Wel toetst de NIWO eens in de vijf jaar of een bedrijf nog aan alle eisen voldoet. In 2011 heeft de NIWO van 125 bedrijven de benodigde gegevens voor de toetsing ontvangen. Ontvangen aanvragen
2010
2011
Eurovergunning
752
845
Eurovergunning i.v.m. gewijzigde rechtsvorm
202
131
1.247
852
983
125
3.184
1.953
Verlenging Eurovergunning Vijfjaarlijkse toetsing binnenlandse vergunning Totaal Intrekkingen
In 2011 zijn er veel binnenlandse vergunningen ingetrokken naar aanleiding van de vijfjaarlijkse toetsing. Deze bedrijven voldeden niet meer aan de vereisten of zij reageerden niet op brieven van de NIWO, waardoor niet kon worden vastgesteld dat zij nog aan de eisen voldoen. Er zijn verschillende redenen om de transportvergunning in te trekken. In veel gevallen vraagt het bedrijf er zelf om. Vaak omdat het bedrijf stopt met de transportactiviteiten, bijvoorbeeld door economische vooruitzichten, om persoonlijke redenen of door fusies en overnames. Het nieuwe bedrijf zet de activiteiten voort onder één vergunning en de vergunningen van de samengevoegde bedrijven worden ingetrokken. De Kamer van Koophandel informeert de NIWO wanneer een bedrijf is uitgeschreven uit het handelsregister, waarop de vergunning wordt ingetrokken. Daarnaast leidt een faillissement tot intrekking van de vergunning, meestal op verzoek van de curator. Verder trekt de NIWO de vergunning in als een bedrijf niet langer aan de eisen voldoet. Ook kan een intrekking met een gewijzigde
| jaarverslag 2011 | pagina 18
rechtsvorm te maken hebben. In deze gevallen zet het ‘nieuwe bedrijf’ de activiteiten voort onder een nieuwe vergunning, waarbij de oude vergunning wordt ingetrokken. Ook zijn er elk jaar Eurovergunningen die verstrijken en daarna niet worden verlengd. Intrekkingen en niet verlengde Eurovergunningen
2010
2011
Eurovergunning
746
668
Binnenlandse verguning
341
471
1.087
1.139
Totaal Nieuwe en weggevallen vergunninghouders
634
661
704
-650
-659
-652
804 669
-511
559
-580
-1087
in 2005
in 2006
in 2007
(-) weggevallen vergunninghouders
in 2008
878
in 2009
in 2010
-1139 in 2011
(+) nieuwe vergunninghouders
Vergunningbewijzen In het voertuig voor beroepsvervoer moet altijd een vergunningbewijs aanwezig zijn. Voor bedrijven met een Eurovergunning is dat een gewaarmerkte kopie van de Eurovergunning, ofwel het Eurovergunningbewijs. Voor bedrijven met een binnenlandse vergunning is dat het binnenlandse vergunningbewijs. Het totaal aantal uitstaande vergunningbewijzen geeft een goede indicatie van het aantal voertuigen dat actief is in het Nederlands beroepsgoederenvervoer over de weg. Verstrekte documenten Eurovergunningbewijzen Binnenlandse vergunningbewijzen Totaal
| jaarverslag 2011 | pagina 19
2010
2011
19.389
15.294
491
256
19.880
15.550
Registratie bij VWA Bedrijven die levensmiddelen en/of diervoeders produceren, verwerken, opslaan, vervoeren, of verhandelen moeten zich laten registreren bij de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). De NIWO faciliteert hierin door de gegevens aan de VWA beschikbaar te stellen, wanneer het betreffende bedrijf dit aangeeft. Het bedrijf hoeft dan geen kosten te maken. Verstrekte gegevens aan VWA Aantal bedrijven
2010
2011
337
277
Verklaring voor visumaanvraag Rusland Vrachtwagenchauffeurs die op Rusland rijden hebben een visum nodig voor dat land. Met een verklaring van de NIWO is het makkelijker om zo’n visum aan te vragen. Verstrekte documenten Verklaring voor visumaanvraag Rusland
2010
2011
35
62
Bestuurdersattest goederenvervoer Wegtransportbedrijven die chauffeurs inschakelen uit landen buiten de Europese Unie (EU) moeten voor deze chauffeurs een bestuurdersattest goederenvervoer hebben. Een bestuurdersattest is maximaal vijf jaar geldig en kan daarna worden verlengd. Ontvangen aanvragen
2010
2011
Bestuurdersattest goederenvervoer
52
77
Verlenging bestuurdersattest
21
47
Totaal
73
124
Nationaal certificaat personenvervoer Busondernemingen die chauffeurs inschakelen uit landen buiten de Europese Unie (EU) moeten voor deze chauffeurs een nationaal certificaat personenvervoer hebben. Het nationale certificaat is vijf jaar geldig en kan daarna worden verlengd. De NIWO heeft nog geen aanvragen voor dit certificaat ontvangen. Ritmachtigingen Voor goederenvervoer naar landen buiten de Europese Unie zijn ritmachtigingen nodig. Het merendeel van de ritmachtigingen is universeel en kan gebruikt worden voor bilateraal-, transito- en derdelandenvervoer. Een aantal landen houdt vast aan een aparte ritmachtiging voor derdelandenvervoer en kent daarom twee soorten ritmachtigingen. Ook eisen enkele EU-landen een ritmachtiging voor derdelandenvervoer tussen hun land en een niet EU-land, bijvoorbeeld van Finland naar Rusland. Ritmachtigingen gelden voor een heen- en aansluitende retourrit. Voor Turkije zijn ook termijnmachtigingen beschikbaar, die een kalenderjaar geldig zijn. De NIWO verstrekt ritmachtigingen aan beroepsvervoerders en aan eigen vervoerders.
| jaarverslag 2011 | pagina 20
Verstrekte ritmachtigingen Land
Soort ritmachtiging
Albanië
voor bilateraal- en transitovervoer
voor derdelandenvervoer
Azerbeidzjan
2010
2011
152
99
8
32
voor bilateraal- en transitovervoer
46
44
voor derdelandenvervoer
19
21
Bosnië-Herzegovina
universeel
190
215
Bulgarije (EU)
voor vervoer op niet EU-landen
214
19
Duitsland (EU)
voor vervoer op niet EU-landen
107
128
Finland (EU)
voor vervoer op niet EU-landen
22
33
Georgië
universeel
65
55
Kazachstan
voor bilateraal- en transitovervoer
180
424
voor derdelandenvervoer
28
80
Kroatië
voor bilateraal- en transitovervoer
1.037
1.025
voor derdelandenvervoer
355
373
Kirgizië
universeel
5
6
Macedonië
universeel
270
147
Marokko
universeel
968
1.067
Moldavië
universeel
107
116
Montenegro
universeel
73
146
Oekraïne
universeel
407
407
Oezbekistan
universeel
50
50
Oostenrijk (EU)
voor vervoer op niet EU-landen
91
57
Rusland
universeel
3.130
4.313
Servië
voor bilateraal- en transitovervoer
682
604
Servië
voor derdelandenvervoer
163
218
Tunesië
universeel
1
10
Turkije
voor bilateraal- en transitovervoer
718
674
voor derdelandenvervoer
743
772
termijnmachtiging bilateraal- en transitovervoer
64
44
termijnmachtiging derdelandenvervoer
50
30
Wit-Rusland
universeel
2.102
3.020
Zweden (EU)
voor vervoer op niet EU-landen
10
16
Totaal
12.057
14.245
| jaarverslag 2011 | pagina 21
CEMT-vergunningen Met een CEMT-vergunning kan beroepsvervoer plaatsvinden tussen de landen die bij de CEMT (Conférence Européenne des Ministres des Transports) zijn aangesloten. Inmiddels zijn dat 44 landen. Het moet echter wel om derdelandenvervoer gaan, dat wil zeggen dat Nederland niet het laadland of het losland is. Een CEMT-vergunning kan gebruikt worden in plaats van de losse ritmachtigingen per land. Voordeel van de CEMTvergunning is dat deze één kalenderjaar geldig is. Wel moet het voertuig regelmatig terugkeren in het thuisland. Het ingezette voertuig moet bovendien voldoen aan de gestelde normen voor geluids- en uitlaatemissies en veiligheidsvoorschriften. Alleen bedrijven, die over een Eurovergunning beschikken, komen in aanmerking voor een CEMT-vergunning. Verstrekte CEMT-vergunningen
2010
2011
‘Euro3-safe’
76
54
‘Euro4-safe’
85
134
‘Euro5-safe’
45
70
206
258
Totaal Basiscontingent
Nederland krijgt jaarlijks een vast aantal CEMT-vergunningen, het zogenaamde basiscontingent. Voor 2011 bedraagt dit 178 vergunningen en voor 2012 166. Om het gebruik van milieuvriendelijke en veilige voertuigen te stimuleren kunnen de CEMT-vergunningen worden omgewisseld in een groter aantal van de categorieën: ‘Euro3safe’, ‘Euro4-safe’ en ‘Euro5-safe’. Deze vergunningen zijn alleen geldig voor vrachtwagens die voldoen aan bepaalde normen voor geluids- en uitlaatemissies en veiligheid. Doordat het vrachtwagenpark steeds schoner en veiliger wordt, schuiven deze categorieën in de loop der jaren op en worden de regels voor omwisseling regelmatig aangepast. Het basiscontingent voor Nederland is in 2011 en 2012 als volgt omgewisseld: Soort
Basiscontingent
Aantal na
Basiscontingent
Aantal na
2011
omwisseling
2012
omwisseling
‘Euro3-safe’
30 x 6
180
30 x 5
150
‘Euro4-safe’
70 x 8
560
66 x 8
528
‘Euro5-safe’
78 x 10
80
70 x 10
700
Totaal
178
| jaarverslag 2011 | pagina 22
1.520
166
1.378
VIHB-registratie afvalstoffen Bedrijven die in Nederland bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen inzamelen, vervoeren, verhandelen of erin bemiddelen, moeten vermeld staan op een landelijke lijst, de VIHB-lijst. Buitenlandse bedrijven, die in Nederland deze activiteiten verrichten moeten ook op de lijst staan. De NIWO beoordeelt de aanvraag en stelt vast of het bedrijf aan de gestelde voorwaarden voldoet. Een VIHB-registratie is vijf jaar geldig en kan daarna vernieuwd worden. Voor vervoerders zijn gewaarmerkte kopie VIHB-certificaten beschikbaar die tijdens het vervoer op het schip of het voertuig aanwezig moeten zijn. Toegekende aanvragen
2010
2011
VIHB-registratie
1.213
1.241
Vernieuwing VIHB-registratie
3.010
967
Totaal
4.223
2.208
Eind 2011 staan er 12.384 bedrijven op de VIHB-lijst geregistreerd. Op de lijst staan bedrijven uit 34 verschillende landen, van Hong Kong tot Hongarije. Het merendeel van de bedrijven is echter gevestigd in Nederland (79%), gevolgd door Duitsland (9%) en België (8%). Verstrekte documenten
28%
Ritmachtigingen Kopie certificaten VIHB Carnets TIR
24%
Nederland
Eurovergunningbewijzen
6% 2% 15%
VIHB-registraties per land
25%
Duitsland
9%
België
8%
79%
1% 1% 2%
CEMT-certificaten Overige documenten
Polen Frankrijk Overige landen
TIR-carnets Vanaf 1 januari 2011 is de NIWO gestart met de uitgifte van carnets-TIR. Alleen bedrijven, die over een Eurovergunning beschikken en een TIR-overeenkomst zijn aangegaan, komen in aanmerking voor deze carnets. Verstrekte documenten
2010
2011
Carnet-TIR 4-bladig
-
1.596
Carnet-TIR 6-bladig
-
2.861
Carnet-TIR 14-bladig
-
3.923
-
8.379
Totaal
| jaarverslag 2011 | pagina 23
“De Nederlandse chauffeur moet de motor van de economie blijven” Huub van den Dungen, bestuurder Vervoer, FNV Bondgenoten.
Samen optrekken Dat Marcel Postma uit Franeker drie dagen na zijn achttiende verjaardag zijn rijbewijs C haalde en de jongste vrachtwagenchauffeur van Nederland is, vind ik positief voor de sector. Die wordt nu makkelijker toegankelijk voor jongeren. TLN heeft zich er enorm voor ingezet. Dat was een goede zaak. Wij waren betrokken bij het voortraject en zijn blij dat de rijopleiding anderhalf jaar vroeger kan beginnen.
| jaarverslag 2011 | pagina 24
Er zijn dus goede ontwikkelingen, maar ook minder goede. Natuurlijk hebben ook wij oog voor de gevolgen van de economische crises. Maar die moet niet worden uitgevochten over de rug van vracht- wagenchauffeurs. En daar kennen wij voorbeelden van. En dat is zeker onacceptabel in een situatie waarin chauffeurs behoud van werkgelegenheid belangrijker vinden dan een paar procent loonsverhoging. Verder vinden we dat de cao-ontduiking aangepakt moet worden en dat Den Haag en Brussel nieuwe ideeën moeten ontwikkelen over de liberalisering van de cabotage. Er worden ondertussen meer risico’s gelopen. Als straks de markt weer aantrekt, zijn er vrijwel zeker te weinig Nederlandse chauffeurs. Een vermoedelijk substantieel deel van hen is dan iets anders gaan doen omdat ze door goedkopere chauffeurs uit het buitenland zijn weggeconcurreerd. Gelukkig heeft de sector ook kansen. Op termijn wordt een toenemende vraag naar goederen voorzien, dus ook naar het vervoer ervan. Prima. En transport over de weg blijft onmisbaar. Zoals Ruud Vreeman eens zei: “Ook de nieuwe economie zal via de Coentunnel moeten, die pluk je niet van je scherm”. We hebben in Nederland een hoogwaardig transportsysteem en de best opgeleide chauffeurs. Voor buitenlandse bedrijven zijn dat redenen om zich hier te vestigen. Die situatie moeten we handhaven en uitbouwen. Dat is een gemeenschappelijke uitdaging van alle betrokken partijen. De werkgevers, de werknemers, de branche-organisaties en de overheid. Als lid van de Raad van Beheer van de NIWO heb ik goed zicht op de wijze waarop de NIWO haar taken uitvoert. Dat gaat uitstekend, waardoor de NIWO een belangrijke bijdrage levert aan een hoogwaardige kwaliteit en eerlijke concurrentieverhoudingen. Het is bijvoorbeeld een goede zaak dat aan de betrouwbaarheidseis strenge voorwaarden worden gesteld. In het kader van het zogenoemde ERRU- dossier zal de rol van de NIWO belangrijker worden bij de handhaving van de in Europa afgesproken regels, ook die met betrekking tot de sociale aspecten. Het helpt als TLN en de werknemersbonden met steun van de NIWO samen zouden optrekken om de belangen van werkgevers en werknemers te verenigen. Wat mij betreft mag de NIWO daarbij best wat meer haar tanden laten zien.
| jaarverslag 2011 | pagina 25
Reacties op dit interview zijn welkom op
[email protected]
“Transport is onze economie, welvaart en welzijn” Klaas de Waardt, voorzitter VERN, de belangenorganisatie van transportondernemers met één tot tien vrachtwagens.
Streven naar eerlijke concurrentie Iedereen die onze sector enigszins kent, weet welke ontwikkelingen gaande zijn. Natuurlijk doen zich, in vele opzichten, de gevolgen van de economische crises zich het meest voelen. Bedrijven gaan failliet, divisies worden gesloten, chauffeurs raken hun baan kwijt, er wordt minder geïnvesteerd in innovatie en kwaliteitsbeheer. Maar de transportsector wordt ook geconfronteerd met, misschien niet voorziene, gevolgen van de binnen Europa geopende grenzen voor vrij verkeer van personen en goederen. De concurrentie op de kilometerprijs is ook daarom enorm geworden.
| jaarverslag 2011 | pagina 26
Opheffen van niveauverschillen
hoger niveau van kwaliteit, vakbekwaamheid en
Het is een sombere situatie, maar we hoeven
verkeersveiligheid. En een consequente toepassing
niet bij de pakken neer te zitten. Om te beginnen
van de afgesproken regels betekent ook het leveren
kunnen we eens kijken hoe het met de kwaliteit van
van een bijdrage aan het creëren van gelijke
chauffeursopleidingen elders in Europa is gesteld.
mededingingsvoorwaarden. Een belangrijke taak
Daar zou men gebruik kunnen maken van de kennis
dus. En als lid van de Raad van Beheer weet ik dat
en ervaring die wij in Nederland hebben opgedaan.
de NIWO op die manier en met een groot gevoel
De
van verantwoordelijkheid de taken uitvoert!
Nederlandse
truckchauffeur
geniet
immers
internationaal een uitstekende reputatie. Als men daar een voorbeeld neemt aan het hoge niveau dat wij in Nederland bereikt hebben en in stand houden, is de eerste stap gezet om de niveauverschillen op te heffen. Kwaliteitsverhoging ten dienst van het level playing field dus.
Leren om beter te worden Ik denk dat een goed voorbeeld is hoe wij op dit moment in Turkije bezig zijn. Mede op suggestie van mevrouw Karla Peijs hebben wij de opleiding Safety Culture ontwikkeld. Deze behandelt onder meer weten regelgeving, documenten, imago transportbedrijf en
chauffeur,
inzicht
in
risico’s
en
gevaren,
brandstofbesparende rijstijl, fysieke en mentale gezondheid van de chauffeur, sociale wetgeving en actuele regels. Een vergelijkbare aanpak kan natuurlijk ook voor andere landen worden gekozen.
Wetten en regels respecteren Behalve naar een goede opleiding voor iedere
Reacties op dit interview zijn welkom op
chauffeur is het wenselijk dat er sprake is van gelijk
[email protected]
werk tegen gelijke lonen en onder gelijke condities. We moeten ons er dan ook sterk voor maken dat alle partijen de wetten, regels en richtlijnen respecteren die we met ons allen in Europa hebben afgesproken. Dat veronderstelt vooral een consequente naleving ervan en niet-selectieve controles. Zo leggen we samen de basis voor eerlijke concurrentie.
Tot slot In de Nederlandse situatie is het ook de NIWO die een bijdrage kan leveren aan de kwaliteitsborging. Indien de NIWO haar wettelijke taken goed, snel en zorgvuldig uitvoert, draagt de NIWO bij aan een
| jaarverslag 2011 | pagina 27
Bezwaar en Beroep In 2011 heeft de NIWO 402 negatieve beslissingen (afwijzing van de aanvraag of intrekking van een vergunning) genomen. Het merendeel van deze beslissingen betreft de intrekking van de binnenlandse vergunningen naar aanleiding van de vijfjaarlijkse toetsing die in 2010 plaatsvond. Daarnaast gingen de beslissingen vaak over de eis van vakbekwaamheid. In andere gevallen ging het over de kredietwaardigheid, betrouwbaarheid en/of de reële vestiging van de onderneming in Nederland. Verder is de NIWO in 2011 in twee gevallen overgegaan tot intrekking van de verleende Eurovergunning op basis van een Bibob-advies. Bezwaarschriften Tegen een beslissing van de NIWO kan bezwaar worden aangetekend. In bezwaar krijgen ondernemingen opnieuw de gelegenheid om aan te tonen dat zij voldoen aan de eisen van de NIWO. In 2011 is in totaal 146 keer bezwaar aangetekend tegen een beslissing van de NIWO. In 256 gevallen is geen bezwaarschrift ingediend tegen een negatieve beslissing. De NIWO bevestigt het ingediende bezwaarschrift en geeft de indiener van het bezwaarschrift gelegenheid om tijdens een hoorzitting zijn bezwaarschrift nader toe te lichten. Zo wordt vaak meer duidelijk over de feiten en omstandigheden die een rol speelden bij de primaire beslissing. De bezwaarprocedure wordt afgerond met een beslissing op het bezwaarschrift. In 2011 heeft de NIWO 82 bezwaarschriften gegrond en vier bezwaarschriften ongegrond verklaard. Er zijn vier bezwaarschriften aangehouden om de onderneming te kunnen laten voldoen aan de eis van kredietwaardigheid. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken worden ingediend. In één geval is het bezwaarschrift niet binnen deze termijn ingediend en heeft de NIWO het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard en het bezwaarschrift niet behandeld. In 17 gevallen heeft de indiener zijn bezwaarschrift weer ingetrokken. In 38 gevallen is nog geen beslissing op het bezwaarschrift genomen. Beroepschriften Tegen een beslissing op het bezwaarschrift, kan binnen zes weken beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Bovendien kan de voorzieningenrechter van het CBb op verzoek een voorlopige voorziening treffen als spoed dat vereist. In 2011 is twee keer beroep ingesteld bij het CBb tegen een beslissing op een bezwaarschrift van de NIWO. In beide gevallen is nog niet beslist. Er is in 2011 één keer een verzoek om een voorlopige voorziening geweest. Deze is afgewezen. Adviezen Bibob Volgens de Wet Bibob (Bevordering Integriteitbeoordelingen door het Openbaar Bestuur) kan de NIWO een vergunning weigeren of intrekken als gevaar bestaat dat de vergunning gebruikt wordt voor criminele doeleinden. De NIWO kan het Bureau Bibob van het Ministerie van Veiligheid en Justitie om advies vragen of en in welke mate dit gevaar bestaat. In 2011 is de NIWO in twee gevallen overgegaan tot intrekking van de vergunning op basis van een Bibob-advies en is er in drie gevallen advies gevraagd. Uit de adviezen bleek een ernstig gevaar, een mindere mate van gevaar en geen gevaar dat de vergunning gebruikt zou worden voor criminele doeleinden. In 2011 is tevens de aanzet gegeven voor een beroepszaak bij het CBb. Deze beroepszaak zal de eerste Wet Bibob gerelateerde beroepszaak zijn met betrekking tot het beroepsgoederenvervoer over de weg.
| jaarverslag 2011 | pagina 28
“Maak gebruik van je kracht en deel je kennis met anderen” Mich van der Harst, voorzitter Raad van Beheer NIWO.
Een krachtige sector Onder de vele kleine bedrijven en de enkele grote die samen de transportsector vormen zie je veel familiebedrijven, mensen die keihard werken en in de strijd om het voortbestaan van hun onderneming zich vaak met een bescheiden winstgevendheid tevreden stellen. Want de concurrentie is in deze sector bijzonder zwaar. Toch gaan ze door, met passie en veerkracht, om de zaak zo gezond mogelijk over te dragen op de volgende generatie. De continuïteit van de onderneming vraagt om toekomstgericht denken en handelen, daar is de sector goed in, ze hebben de visie en de durf. Wat mij betreft een sector die alle respect verdient.
Organisatie en service Nederland is van oudsher sterk in het organiseren van goederenstromen, zowel voor de zeevaart als in de binnenvaart, de luchtvaart, het goederenspoor en het wegtransport. We zijn goed in het bedenken en uitrollen van efficiënte logistieke concepten, dat heeft ons
een
internationale reputatie opgeleverd. En ook al worden er steeds meer transporten uitgevoerd door chauffeurs uit andere landen, wij zijn nog steeds een van de belangrijkste spelers in het regisseren van goederenstromen.
| jaarverslag 2011 | pagina 29
Daarnaast is de servicebereidheid zozeer verankerd
Aanpak malafide doorstarters
in onze transportbedrijven dat ze er maar al te
De NIWO speelt via het uitgeven en intrekken
vaak niet over denken om een toeslag te vragen
van vergunningen een belangrijke rol bij het
voor een bijzondere rit of een extra service. Dat
handhaven van een behoorlijk kwaliteitsniveau
zou wel iets commerciëler mogen. Dat geldt ook
in de wegtransportsector. Maar wat betreft het
voor de doorberekening van de dieselprijzen, die
intrekken van vergunningen heeft de NIWO geen
momenteel weer nieuwe wereldrecords breken.
opsporingsbevoegdheid en is evenmin ingericht om
Transportondernemers zouden zich meer bewust
ingetrokken vergunningen fysiek op te halen. En dus
moeten zijn van hun kracht om meer te bereiken.
zou de overheid in lijn met de aanbevelingen van de
Immers “Zonder transport . . . !”
minister een opsporingsapparaat moeten instellen. Omdat de sector daar niet op kan wachten is begin
Bestaansrecht en rendement
2012 in samenwerking met de NIWO de Stichting
Korten op de overheidsuitgaven is noodzakelijk,
Aanpak Malafide Doorstarters in de Transportsector
maar op korte termijn niet bevorderlijk voor
[SAMDT] opgericht, een initiatief om faillissementen
de economie. Het is daarom verstandig dat het
bij
transportbedrijven
te
onderzoeken
en
bij
kabinet investeringen die belangrijk zijn voor het
vermoeden van opzet ondersteuning te verlenen bij
functioneren van de transportsector ontziet en niet
een gang naar de rechter. Op dit moment beperkt
bezuinigt op de infrastructuur. Het is de vraag of
de overheid zich tot instemming met de SAMDT en
dit voldoende is. De sector is zich bewust van haar
naar ons idee zou ze verder kunnen en moeten. In
eigen verantwoordelijkheid voor het bestaansrecht
ons aller belang!
en het rendement van haar ondernemingen. Maar er blijven toch altijd bepaalde taken voor de overheid.
Strenger toezicht overheid Zo zou de overheid een veel strenger beleid moeten voeren op het punt van de bestrijding van fraude. Ik heb het hier over bedrijven die stelselmatig onder de kostprijs werken en bewust op een faillissement afstevenen en daarna weer vrolijk doorgaan. Het is onverteerbaar dat ze telkens een lading crediteuren met lege handen achterlaten. Bovendien leidt dit gedrag tot prijsbederf en aanzienlijke reputatieschade. Minister Opstelten zei hierover dat een versterkte aanpak van faillissementsfraude een speerpunt is van de aanpak van financieeleconomische criminaliteit en dat er geïnvesteerd wordt in preventie, toezicht en handhaving.* Dat is een belangrijk statement van de minister.
*Bron: www.ttm.nl/nieuws
Reacties op dit interview zijn welkom op
[email protected]
| jaarverslag 2011 | pagina 30
Bijlage I -
De transportsector in cijfers
Aantal transportbedrijven Op 1 januari 2012 heeft Nederland 11.691 transportbedrijven met een vergunning voor beroepsgoederenvervoer over de weg in Nederland. Aan 878 bedrijven is een nieuwe Eurovergunning verleend en van 1.139 bedrijven is de vergunning vervallen of ingetrokken. Per saldo nam het aantal transportbedrijven in 2011 met 261 af.
Aantal vergunninghouders op 1 januari van elk jaar
12.044
12.046
12.098
12.256
12.235
9.842
9.924
9.826
10.083
10.092
2.202
2.122
2.272
2.173
2.143
1.802
1.331
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
12.000
11.952
11.691
10.000 8.000 10.150
10.360
6.000 4.000 2.000 -
binnenlands en internationaal vervoer
alleen binnenlands vervoer
Aantal voertuigen In het voertuig waarmee beroepsvervoer verricht wordt, moet altijd een vergunningbewijs aanwezig zijn. Voor bedrijven met een Eurovergunning is dat een gewaarmerkte kopie van de Eurovergunning, ofwel het Eurovergunningbewijs. Voor bedrijven met een binnenlandse vergunning is dat het binnenlandse vergunningbewijs. Het totaal aantal uitstaande vergunningbewijzen geeft een goede indicatie van het aantal voertuigen dat actief is in het Nederlands beroepsgoederenvervoer over de weg.
Aantal vergunningbewijzen
120.000 100.000
op 1 januari van elk jaar
104.027
107.067
109.732
112.745 106.667
104.942
103.179
98.557
97.851
97.344
8.637
8.110
7.091
5.835
2009
2010
2011
2012
24.201
25.569
71.515
74.614
75.240
78.539
8.381
8.228
10.291
2006
2007
2008
24.131
24.225
80.000 60.000 40.000 20.000 -
niet gepaard met Eurovergunningbewijs
| jaarverslag 2011 | pagina 31
Eurovergunningbewijs
alleen binnenlands
Vergunninghouders naar bedrijfsomvang op 1 januari 2012
Aantal
Alle vergunninghouders
Waarvan met Eurovergunning
Met binnenlandse vergunning
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
bedrijven
bewijzen
bedrijven
bewijzen
bedrijven
bewijzen
≤5
8.104
15.330
7.032
13.145
1.072
2.185
6 - 10
1.433
10.990
1.293
9.918
140
1.072
11 - 20
1.051
15.420
967
14.227
84
1.193
21 - 50
768
24.216
738
23.301
30
915
51 - 100
234
16.035
231
15.852
3
183
> 100
101
21.188
99
20.901
2
287
11.691
103.179
10.360
97.344
1.331
5.835
Vergunningbewijzen in bezit
Totaal
Aantal vergunninghouders naar
Aantal vergunninghouders uit
bedrijfsomvang op 1 januari 2012
de categorie t/m 5 vergunningbewijzen
t/m 5 verg.bew. 6 t/m 10 11 t/m 20
(nog) geen
1.433 8.104
3.912
1 verg.bew.
1.051
21 t/m 50
2 verg.bew.
623
4 verg.bew
234 101
> 100
535
3 verg.bew.
768
51 t/m 100
384
951
5 verg.bew.
1.699
8.104 bedrijven
11.691 bedrijven
Eigen rijders Bedrijven met één vergunningbewijs worden vaak gezien als ‘eigen rijder’. Een dergelijk bedrijf heeft één vrachtvoertuig en de eigenaar is tevens de chauffeur.
Aantal eigen rijders
4.000
3.955
3.931
3.912
3.147
3.295
3.365
3.506
686
675
660
566
406
2008
2009
2010
2011
2012
3.622
3.693
3.720
2.965
3.053
3.034
657
640
2006
2007
3.822
op 1 januari van elk jaar 3.000
2.000
1.000
-
binnenlands en internationaal vervoer
| jaarverslag 2011 | pagina 32
alleen binnenlands vervoer
525
Aantal transportbedrijven per provincie
676
op 1 januari 2012
442 Aantal bedrijven in
1.143
Nederland is 11.691
2.251
427
619
138
798 1.613
2.184 875
| jaarverslag 2011 | pagina 33
Faillissementen
175
155
Faillissementen per kwartaal
142 31 31 89 69
30 38
15
4e kwartaal
14
3e kwartaal
17
2e kwartaal
23
43
23
39
20 28
150 120 30
49
2007
2008
2009
2010
75 50 30 25
31
30
2011
2012*
11
1e kwartaal
100
26
33 43
125
0
*) zoals bij de NIWO bekend op 10-04-2012
155
Faillissementen naar bedrijfsomvang
11 26
Aantal vergunningbewijzen:
89 5
69
21 t/m 50 11 t/m 20
18
5
150
4
120
30
4
22
28
2007
2008
125
19
100
34 34
35
29
22
26
25
6 t/m 10
142
12
1 4 17
51 en meer
34
175
49
2009
45
41
2010
2011
75
30 1 5 10
50 6
8
2012*
*) zoals bij de NIWO bekend op 10-04-2012
Faillissementen in Nederland Totaal alle bedrijven
Jaar 2010
Aandeel op totaal
Aandeel in de branche
Jaar 2011
Aandeel op totaal
Aandeel in de branche
7.211
100%
waarvan: Vervoer, opslag en communicatie
418
6%
100%
380
5%
100%
waarvan: NIWO-vergunninghouders
142
2%
34%
120
2%
32%
Bron: CBS/NIWO
| jaarverslag 2011 | pagina 34
7.140
100%
25 0
Vervoercijfers In dit jaarverslag staan vervoercijfers afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bij de afsluiting van dit jaarverslag zijn er nog geen vervoercijfers over 2011 en over 2010 zijn alleen voorlopige cijfers over het vervoerd gewicht bekendgemaakt. Het CBS verzamelt gegevens bij Nederlandse bedrijven die actief zijn in het beroepsgoederenvervoer over de weg. Tot en met 2008 was ook de NIWO betrokken bij de gegevensverzameling.
x miljoen ton
Vervoerd gewicht 479
486
119
122
327
360
2006
453
441
451
130
126
124
323
315
2004
2005
444
436
109
114
364
335
322
2007
2008
2009
2010*
65,3
67,1
61,6
41,6
41,6
* voorlopige cijfers
Vervoerprestatie
x miljard tonkm
75,4
51,2
72,1
71,9
48,4
48,3
24,2
23,7
23,6
23,7
25,5
23,8
2004
2005
2006
2007
2008
2009
39,7
40,5
8,0
7,8
31,7
32,6
2007
2008
37,8
x miljoen ritten
Beladen ritten
30,6
30,9
7,4
7,5
35,3 7,7
35,5
7,1
grensoverschrijdend binnenlands
23,2
23,4
2004
2005
27,6
2006
| jaarverslag 2011 | pagina 35
28,4
2009
Bron: NIWO/CBS
Vervoer naar landrelatie In de tabel staat het vervoerde gewicht voor de omvangrijkste vervoerrelaties met Nederland. De landen zijn gerangschikt op basis van de omvang van het vervoer dat in 2010 door Nederlandse transportbedrijven is verricht tussen deze landen en Nederland. • Bilateraal vervoer:
vervoer tussen Nederland en een ander land
• Derdelandenvervoer:
vervoer tussen twee landen buiten Nederland
• Cabotage:
binnenlands vervoer in een ander land dan Nederland
2009 x 1.000 ton
2010
Toe- of afname
naar
vanuit
naar
vanuit
naar en vanuit
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Nederland
Duitsland
21.610
20.521
21.907 20.327
0,2%
Belgie en Luxemburg
11.430
15.579 11.894 14.891
-0,8%
Frankrijk
3.326
5.360 3.355 5.543
2,4%
Groot-Brittannië
626
1.397 535 1.326
-8,0%
Italië
443
901 471 610
-19,6%
Zweden
316
622 361 547
-3,2%
Denemarken
280
563 310 608
8,9%
Zwitserland
213
500 203 484
-3,6%
Spanje
233
299 176 206
-28,2%
Oostenrijk
55
180 59 106
-29,8%
Centraal en Oost-Europa
118
313 95 258
-18,1%
Overige landen
92
190 98
Totaal bilateraal
38.742
196
4,3%
46.425 39.464 45.102
-0,7%
Bilateraal vervoer
85.167
84.566
-0,7%
Derdelandenvervoer
11.648
13.810
18,6%
Cabotage
12.244
15.224
24,3%
113.600
4,2%
Totaal
| jaarverslag 2011 | pagina 36
109.059
Goederencategorieën De vervoerde goederen zijn in tien NSTR-goederencategorieën verdeeld op basis van het vervoerde gewicht in 2010. De NSTR-indeling is een standaard die internationaal gebruikt wordt voor transportstatistieken. De afkorting staat voor ‘Nomenclature uniforme des marchandises pour les Statistiques de Transport Revisée’.
Binnenlands vervoer in 2010
Totaal vervoerd gewicht = 322 miljoen ton
Overige goederen en fabrikaten
88,8
Chemische producten Meststoffen
29,7 10,9
Ruwe mineralen; bouwmaterialen Metalen, metalen halffabrikaten Ertsen en metaalresiduen
71,9 8,6 3,6
Aardolie en aardolieproducten Vaste minerale brandstoffen
16,0 0,7
Voedingsproducten en veevoeder
64,1
Landbouwproducten; levende dieren
27,8 0,0 20,0 x miljoen ton
Internationaal vervoer in 2010
1,9 15,1
Metalen, metalen halffabrikaten
6,4
Ertsen en metaalresiduen
1,4
Aardolie en aardolieproducten
1,1
Vaste minerale brandstoffen
0,7 15,3 14,4 0,0 20,0 x miljoen ton
| jaarverslag 2011 | pagina 37
100,0
17,1
Ruwe mineralen; bouwmaterialen
Landbouwproducten; levende dieren
80,0
40,3
Chemische producten
Voedingsproducten en veevoeder
60,0
Totaal vervoerd gewicht = 114 miljoen ton
Overige goederen en fabrikaten Meststoffen
40,0
40,0
60,0
80,0
100,0
“De NIWO is een kleine organisatie met groot belang voor de sector” Mw. mr. Ouafae Bahi, NIWO, afdeling juridische zaken.
Helpende hand Bij Juridische Zaken realiseren we ons dat vervoerders
Zijn de vereiste stukken wel aanwezig en in orde,
en chauffeurs vooral bezig zijn met de praktische
dan geeft de NIWO de vergunning af c.q. behoudt de
hoofdactiviteiten binnen de transportonderneming,
vervoerder alsnog zijn vergunning. Transparantie en
namelijk het vervoeren van goederen. Hierdoor kan
objectiviteit zijn leidend in ons werk. Snelheid ook,
de nodige tijd en aandacht voor het papierwerk voor
maar zorgvuldigheid prevaleert boven alles. De NIWO
het aanvragen of verlengen van de vergunningen
wisselt regelmatig van gedachten met gelijkgestemde
erbij inschieten. Hen bieden wij de helpende hand
organisaties in Groot-Brittannië en Duitsland. Met het
door de weg te wijzen in de wet- en regelgeving,
oog op de toekomst zijn we ook bezig om de banden
naar de benodigde stukken en hoe die ingevuld
met andere Europese landen aan te halen om te
moeten worden. Wij bekijken elk dossier individueel
onderzoeken hoe de dienstverlening en de kwaliteit
en als, om een voorbeeld te geven, de financiën
op eenzelfde niveau gebracht kunnen worden. Zo
onvoldoende zijn, noemen wij de mogelijkheid
willen wij een bijdrage leveren aan de kwaliteit van
durfkapitaal of achtergestelde leningen aan te
het transport.
trekken. Als een aanvraag of een verlenging wordt afgewezen of als een vergunning wordt ingetrokken, kan de ondernemer bezwaar aantekenen en later
Reacties op dit interview zijn welkom op
in beroep gaan. Als de vervoerder niet de vereiste
[email protected]
documenten kan overleggen, nodigen wij hem uit voor een hoorzitting indien daar behoefte aan is. | jaarverslag 2011 | pagina 38
Met het oog op de toekomst
Bijlage II -
Onderzoek kosten en rentabiliteit
Het transportonderzoekbureau Panteia/NEA voert in opdracht van de NIWO onderzoeken uit naar kosten en rentabiliteit in het wegvervoer. De onderzoeken hebben in 2011 de volgende kengetallen opgeleverd: • NEA-kostenindexcijfers, elk kwartaal; • Geraamde kostenontwikkeling voor het komende jaar, elk jaar in oktober; • Voorlopige rentabiliteitscijfers, twee keer per jaar; • Definitieve rentabiliteitscijfers van het afgesloten jaar, elk jaar in juni. Kosten NEA houdt gedurende het jaar alle prijswijzigingen van de kostprijsonderdelen bij. De kostenontwikkeling in het wegvervoer kan daarmee op de voet gevolgd worden. De toe- of afname van het totale kostenniveau wordt berekend uit gewogen stijgingen en dalingen van de verschillende kostprijsonderdelen. Deze weging houdt in dat de stijgingen en dalingen eerst vermenigvuldigd worden met het aandeel van het betreffende kostprijsonderdeel in de totale kosten. In de tabel is de toename van het totale kostenniveau weergegeven in indexcijfers voor deelmarkten in het grensoverschrijdend en in het binnenlands vervoer. NEA rapporteert deze cijfers elk kwartaal aan de NIWO. Kostenontwikkeling grensoverschrijdend vervoer Indexcijfers: gemiddeld 2010 = 100 per landrelatie en kernafstand
2011
1-1-2011
1-4-2011
1-7-2011
1-10-2011
1-1-2012
België/Luxemburg
250 km
105,3
103,5
105,6
105,3
105,4
106,9
Duitsland
500 km
106,0
103,8
106,3
105,8
106,0
107,7
Frankrijk
500 km
105,9
103,7
106,2
105,8
105,9
107,6
Italië
1.500 km
106,0
103,7
106,5
105,9
105,7
107,3
Spanje
2.000 km
106,5
104,3
107,0
106,6
105,9
107,8
Polen
1.000 km
105,8
103,7
106,1
105,7
105,9
107,5
2011
1-1-2011
1-4-2011
1-7-2011
1-10-2011
1-1-2012
wagenlading
105,4
103,5
105,8
105,4
105,4
106,9
kiepers / containerafzetbakken
105,8
103,6
106,2
105,8
105,8
107,4
algemene distributie solo
104,6
103,1
104,8
104,7
104,7
106,0
algemene distributie combinatie
105,1
103,3
105,5
105,2
105,1
106,6
fijnmazige distributie collo
103,3
102,4
103,3
103,7
103,7
104,4
fijnmazige distributie pallet
103,7
102,6
103,8
104,0
103,8
104,8
koel/vries
105,2
103,4
105,8
105,3
105,1
106,7
zeecontainer
106,1
103,8
106,5
105,9
106,1
107,8
tank/bulk
105,7
103,6
106,2
105,6
105,6
107,3
Kostenontwikkeling binnenlands vervoer Indexcijfers: gemiddeld 2010 = 100 per deelmarkt
excl. ontwikkelingen m.b.t. congestie, efficiency en productiviteit
| jaarverslag 2011 | pagina 39
In alle onderzochte deelmarkten ligt het kostenniveau op 1 januari 2012 hoger dan een jaar eerder. In deze indexcijfers zijn de kosteneffecten van congestie, afnemende bereikbaarheid, efficiëntie en productiviteit niet meegenomen. De prijsverandering van de verschillende kostprijsonderdelen op 1 januari 2012 ten opzichte van 1 januari 2011 staat in de tabel en wordt hierna toegelicht. Ontwikkeling per kostprijsonderdeel Prijsverandering op 1-1-2012 t.o.v. 1-1-2011 in % Vaste autokosten afschrijving voertuig rente voertuig
2,7 -17,7
motorrijtuigenbelasting
1,7
eurovignet
0,0
verzekeringen (WA + casco): - binnenlands vervoer
5,8
- grensoverschrijdend vervoer
6,1
Variabele autokosten banden
17,4
brandstofprijs in: - Nederland
9,9
- België
12,2
- Frankrijk
11,7
- Duitsland
5,1
- Italië - Spanje - Luxemburg reparatie en onderhoud
24,1 5,5 13,0 1,9
Kosten rijdend personeel loon incl. sociale lasten
1,4
verblijf- en overige kosten: - binnenlands vervoer
1,5
- grensoverschrijdend vervoer
1,2
Algemene kosten loon incl. sociale lasten
1,4
huisvestingskosten
2,5
overige algemene kosten
2,5
excl. ontwikkelingen m.b.t. congestie, efficiency en productiviteit
| jaarverslag 2011 | pagina 40
Afschrijving voertuig De afschrijvingskosten zijn met 2,7% gestegen. Deze stijging is voor 80% gebaseerd op het verloop van de catalogusprijzen voor chassis en cabines van een aantal veelvoorkomende merken en types voertuigen en voor 20% op het verloop van de producentenprijzen voor carrosseriebouw. Rentekosten voertuig De rentekosten zijn gedaald. Deze worden berekend uit het gemiddelde rentepercentage voor eigen en vreemd vermogen en het in het voertuig geïnvesteerde vermogen. Het gemiddelde rentepercentage daalde flink. Op 1 januari 2012 was de rente 3,60%, terwijl deze op 1 januari 2011 op 4,49% lag. De vervangingswaarde van de voertuigen nam toe met 2,7%, waardoor de totale rentekostendaling uitkomt op 17,7%. Motorrijtuigenbelasting en eurovignet De belastingdienst heeft de tarieven voor de motorrijtuigenbelasting per 1 januari 2012 verhoogd met de inflatiecorrectie van 1,7%. Er is uitgegaan van de tarieven voor voertuigen met Euronorm 3 en hoger. De tarieven van het eurovignet zijn niet veranderd. Verzekeringen voertuig Volgens informatie van een aantal representatieve verzekeringsmaatschappijen zijn de basispremies voor WAen cascoverzekeringen per 1 januari 2012 gemiddeld met 2,9% gestegen. De assurantiebelasting is per 1 maart 2011 verhoogd van 7,5% naar 9,7%. De grondslag voor het berekenen van de cascopremie wordt voor 90% bepaald door de stijging van de catalogusprijzen van het materieel met 0,8%. In totaal is de kostenpost verzekeringen op 1 januari 2012 ten opzichte van 1 januari 2011 in het binnenlands vervoer met 5,8% gestegen en in het grensoverschrijdend vervoer met 6,1% Banden Voor de bepaling van de ontwikkeling van de bandenkosten is uitgegaan van de adviesprijzen van een aantal veel voorkomende merken vrachtautobanden. De prijzen zijn in deze periode met gemiddeld 17,4% gestegen. Brandstofkosten De brandstofkosten zijn ook in 2011 weer flink gestegen. Op 1 januari 2012 bedroeg de dieselprijs (bulk, excl. btw) in Nederland € 118,43 per 100 liter, op 1 januari 2011 bedroeg de prijs € 107,75. Dit is een stijging van 9,9%. Ook in het buitenland werd diesel fors duurder. Reparatie en onderhoud De kosten voor reparatie en onderhoud zijn in 2011 met 1,9% gestegen. Deze post bestaat voor de helft uit reparatiekosten uitgevoerd door derden. De andere helft van de kosten is gemaakt in de eigen werkplaats, zoals loon en materialen. Ook smeerolie valt onder deze kostenpost. Kosten rijdend personeel Voor de ontwikkeling van het loonkostenniveau is uitgegaan van de wijzigingen van lonen en andere
| jaarverslag 2011 | pagina 41
arbeidsvoorwaarden volgens de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen, en de ontwikkeling in het werkgeversaandeel van de sociale lasten. De functielonen zijn per 1 juli 2011 met 1,0% verhoogd. De CAO liep af 31 december 2011, de onderhandelingen voor een nieuwe cao lopen nog. Per 1 januari 2012 zijn de sociale lasten, grondslagen en premiegrenzen gewijzigd. Voor de totale gemiddelde loonkostenstijging per 1 januari 2012 ten opzichte van 1 januari 2011 is gerekend op 1,4% voor het rijdend personeel. De vergoeding van verblijfkosten is per 1 juli 2011 met 1% verhoogd. Voor de overige personeelskosten, die 35% van deze kostenpost uitmaken, is de ontwikkeling van het algemeen prijsniveau gevolgd (2,5%). In totaal zijn de ‘verblijf- en overige kosten’ voor het binnenlands vervoer met 1,5% en het grensoverschrijdend vervoer met 1,2% gestegen. Algemene kosten Voor de prijsstijging van de huisvestingskosten en de overige algemene kosten is de geraamde ontwikkeling van het algemene prijsniveau (consumentenprijsindex CBS) gevolgd; deze bedraagt 2,5%. Kostenaandelen De stijging/daling van het totale kostenniveau is berekend door de afzonderlijke prijswijzigingen te vermenigvuldigen met het aandeel van dat kostprijsonderdeel in de totale kosten. Deze kostenaandelen worden jaarlijks bijgesteld. Elke deelmarkt heeft zijn eigen specifieke kostenaandelen. Het aandeel van de brandstofkosten ligt in de binnenlandse deelmarkt wagenlading bijvoorbeeld op 19,5%, dus de brandstofkosten zorgen ervoor dat het totale kostenniveau met 0,195 x 9,9% = 1,9% stijgt. Het aandeel van de brandstofkosten in het zeecontainervervoer bedraagt 24,5%, zodat daar de brandstofkosten zorgen voor een stijging van het totale kostenniveau van 0,245 x 9,9% = 2,4%. In de grafiek staan de kostenaandelen die in 2011 zijn waargenomen bij bedrijven die meer dan helft van hun omzet uit binnenlandse vervoer of uit grensoverschrijdend vervoer halen. De personeelskosten drukken met een aandeel van ongeveer 50% het zwaarst op de totale kosten. De uitsplitsing naar deelmarkten wordt jaarlijks gemaakt, nadat alle financiële gegevens van een grote groep bedrijven zijn onderzocht. Waargenomen kostenaandelen bij bedrijven met grensoverschrijdend vervoer
personeelskosten 45,9% overige bedrijfskosten 10,6% rente 2,3% reparatie en onderhoud 4,3% banden 1,5%
motorrijtuigenbelasting en eurovignet 1,1%
verzekering 2,2% brandstof 22,1%
| jaarverslag 2011 | pagina 42
afschrijving 10,0%
Waargenomen kostenaandelen bij bedrijven met binnenlands vervoer
personeelskosten 48,9%
overige bedrijfskosten 9,1% rente 3,4%
motorrijtuigenbelasting en eurovignet 1,1%
reparatie en onderhoud 4,7% banden 1,2%
verzekering 2,0%
afschrijving 10,6%
brandstof 19,0%
Rentabiliteit In 2011 zet het voorzichtige herstel van de rentabiliteit zich voort, nadat deze in 2008 en 2009 door de economische crisis dramatisch was teruggelopen. Er werd een stuk minder vervoerd, wat leidde tot overcapaciteit in de markt, waardoor het materieel niet volledig werd benut. Gemiddelde rentabiliteit (%) bij bedrijven
3,0 2,0 1,0
0,9
0,8 0,4
0,0 -1,0
-0,1
1,0 -0,4
-0,3
-0,5 -1,1
-0,8
-2,0
-1,4
-1,2 -1,9
-3,0
-2,0 -2,5
-2,4
-1,2
-2,1
-1,8
-2,4 -3,3
-4,0 -5,0 -6,0
-5,7
-5,1
-4,5
-7,0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
binnenlands vervoer
2007
2008
2009
2010
grensoverschrijdend vervoer
raming 2011
Op basis van de bedrijfsresultaten van de eerste drie kwartalen van 2011 is een raming voor geheel 2011 gemaakt. Daaruit blijkt dat de rentabiliteit bij bedrijven die binnenlands vervoeren weer iets minder negatief kan zijn en uitkomt op min 1,8%. Bij bedrijven die overwegend grensoverschrijdend vervoeren zal deze in 2011 uitkomen op min 4,5%. Het grensoverschrijdend vervoer laat al sinds 1999 negatieve cijfers zien, maar was in die jaren nog nooit zo laag. De rentabiliteit is gedefinieerd als het netto-overschot in procenten van de
| jaarverslag 2011 | pagina 43
netto-vrachtopbrengst. Deze definitie is in de loop der jaren gebruikelijk geworden in de branche. NEA stelt de percentages twee keer per jaar bij op basis van onderzoek bij een beperkte groep bedrijven. Als de resultaten van een veel omvangrijkere groep vervoerders zijn geanalyseerd, wordt het definitieve rentabiliteitspercentage bekend gemaakt. In dit verslagjaar zijn dat de cijfers voor 2010. Deze omvangrijke groep bestaat uit bedrijven met verschillende transportspecialiteiten, die samen representatief zijn voor het Nederlandse wegvervoer. Vier rentabiliteitsklassen De eerdergenoemde rentabiliteitspercentages zijn gemiddelden voor het totale Nederlandse beroepsgoederenvervoer over de weg. Tussen verschillende bedrijven lopen de rentabiliteitscijfers sterk uiteen. In het algemeen zijn het de grotere bedrijven die de beste rentabiliteit weten te halen. Volgens de raming voor 2011 haalt 22% van de binnenlandse vervoerders een positieve rentabiliteit van meer dan 3%, bij de grensoverschrijdende vervoerders is dat slechts 12%. Het aandeel bedrijven met een positieve rentabiliteit van 0 tot 3% ligt bij binnenlandse vervoerders op 24% en bij grensoverschrijdende vervoerders op 12%. Het percentage bedrijven met een negatief netto-overschot is in 2011 geraamd op 54% van de binnenlandse vervoerders. Hiervan heeft 16% een netto-overschot van ‘-3 tot 0%’ en 38% een netto-overschot dat lager is dan -3%. Bij de grensoverschrijdende vervoerders heeft 76% een negatief netto-overschot. Hiervan valt 20% in de categorie ’-3 tot 0%’ en 56% in de categorie ‘lager dan -3%’. Verdeling bedrijven over vier rentabiliteitsklassen
100% 90% 80% 70%
% bedrijven in het
% bedrijven in het
grensoverschrijdend vervoer
binnenlands vervoer
11,3
11,3
12,0
10,0
11,3
12,0
21,2
20,0
20,0
60%
30%
90%
70%
0% tot 3% 57,5
57,5
56,0
20,6
22,0
22,5
23,1
24,0
-3% tot 0%
17,5
16,9
16,0
lager dan -3%
40,0
39,4
38,0
2009
2010
raming 2011
60% 50% 40% 30%
20%
20%
10%
10%
0%
20,0
80%
meer dan 3%
50% 40%
100%
0% 2009
2010
raming 2011
| jaarverslag 2011 | pagina 44
“Het TIR-carnet is de sleutel om buiten de EU zaken te doen” Evertjan Wierda, NIWO, medewerker vergunningverlening, in het bijzonder TIR-carnet.
Sleutel tot succes Sinds 1993 heb ik mij gespecialiseerd in het
kort mogelijk te houden, maar zoals al mijn collega’s
verstrekken van het TIR-carnet. Eerst bij de SCT.
zullen beamen, zorgvuldigheid is minstens even
Toen deze dienstverlening omwille van continuïteit
belangrijk. We werken transparant, want de eisen
en kwaliteit met ingang van 1 januari 2011 werd
zijn bekend en de voortgang van de aanvraag is
ondergebracht bij de NIWO, ben ik meeverhuisd.
inzichtelijk, en we werken objectief: wie aan de
Er staat zo’n twintig jaar kennis en ervaring ten
wettelijke eisen voldoet, krijgt het TIR-carnet. Dit is
dienste van de circa 120 transporteurs die op niet-
overigens niet zomaar een ‘document’. Het is meer,
EU-landen rijden. De meesten van hen ken ik, zeker
namelijk de sleutel om ook buiten de EU succesvol
de grote, en ik denk zij mij ook. De switch wordt
zaken te doen en op die wijze bij te dragen aan de
door de sector als logische uitbreiding van de
huidige en toekomstige logistiek en economie.
dienstverlening van de NIWO ervaren. Immers, de transporteur die het TIR-carnet wil aanvragen moet eerst twee jaar vergunninghouder zijn. Dat is een
Reacties op dit interview zijn welkom op
eis van de Directe Douane van het Ministerie van
[email protected]
Financiën. Vergunninghouders zijn al bekend bij de NIWO en gescreend. We proberen de procedure zo
| jaarverslag 2011 | pagina 45
Bijlage III -
Tarieven
Tarieven De NIWO hanteert in 2012 de volgende tarieven (excl. BTW). Eurovergunning Behandelingskosten aanvraag Eurovergunning
2 235,00
Behandelingskosten verlenging Eurovergunning
2
120,00
Behandelingskosten aanvraag Eurovergunning na wijziging rechtsvorm
2
165,00
Behandelingskosten aanvraag tijdelijke voortzetting Eurovergunning
2
40,00
Behandelingskosten aanvraag blijvende voortzetting Eurovergunning
2 235,00
Vergunningbewijzen Afgifte Eurovergunningbewijs (ofwel: gewaarmerkte kopie Eurovergunning)
2
28,35
Afgifte binnenlands vergunningbewijs
2
28,35
Heffing per vergunningbewijs per jaar
2
23,70
Afgifte ritmachtiging
2
5,00
Afgifte Turkse termijnmachtiging
2
50,00
Rit- en termijnmachtigingen
CEMT-vergunning Behandelingskosten aanvraag CEMT-jaarvergunning
2 350,00
Afgifte CEMT-jaarvergunning
2
140,00
Afgifte CEMT-verhuisvergunning
2
70,00
Aanvraag bestuurdersattest goederenvervoer
2
135,00
Verlenging bestuurdersattest goederenvervoer
2
130,00
Aanvraag nationaal certificaat personenvervoer
2
100,00
Verlenging nationaal certificaat personenvervoer
2
50,00
2
50,00
Aanmelding TIR systeem
2
85,00
Jaarlijkse bijdrage TIR systeem
2
50,00
Afgifte carnet-TIR 4-bladig
2
55,00
Afgifte carnet-TIR 6-bladig
2
66,00
Afgifte carnet-TIR 14-bladig
2
67,00
Bestuurdersattest voor niet EU-chauffeurs
Documenten voor visumaanvraag Verklaring visum Rusland TIR-carnet
| jaarverslag 2011 | pagina 46
Tekst en grafieken: NIWO Ontwerp en opmaak: Verhagen Communicatie Fotografie: Marsel Loermans Interviews en redactie: Henk Mostert Beeldbewerking: Verhagen Communicatie De interviews in dit jaarverslag zijn op persoonlijke titel.
| jaarverslag 2011 | pagina 47
“Schroom niet om te bellen of te mailen, wij zijn er voor u” Dries Diks, NIWO, medewerker front-office.
Direct antwoord Welk formulier heb ik nodig? Waar kan ik dat vinden?
Kees. Dat werkt makkelijk, helder en foutloos. En
Hoe vul ik dat in? Wat is de status van mijn aanvraag?
het spaart tijd. De klant heeft minder rompslomp
Dit zijn enkele van de vele vragen die vervoerders en
en kan zich concentreren op zijn werkzaamheden.
chauffeurs ons dagelijks stellen. Ze bellen of mailen
Zo willen wij van onze kant invulling geven aan de
naar het front office. Het eerste wat wij ’s morgens
slogan: kwaliteit in transport begint bij de NIWO, in
doen, is de inbox checken en snel reageren. Ook
dit geval al bij het front office. Wij zeggen: voorkom
op de meeste telefonische vragen geven wij direct
communicatiestoornis en verwarring, neem zo snel
antwoord. In een enkel geval, als de vraag wat
mogelijk contact met ons op. Beschouw ons maar als
complexer is, kan het iets langer duren omdat we
uw tijdelijke administratieve verlengstuk!
dan doorschakelen naar een gespecialiseerde collega. Wij kunnen onze relaties online op hun beeldscherm wijzen waar ze de formulieren vinden, welke ze
Reacties op dit interview zijn welkom op
moeten kiezen en waar ze moeten klikken. Met
[email protected]
onze aanwijzingen kunnen ze het aanvraagformulier printen en invullen. Vervolgens opsturen en klaar is
Met het oog op de 2011 toekomst | jaarverslag | pagina 48
| jaarverslag 2011 | pagina 48
Veraartlaan 10 2288 GM Rijswijk
Postbus 3004 2280 MB Rijswijk T. (070) 399 20 11 F. (070) 390 87 04 E.
[email protected] I. www.niwo.nl