Algemeen Bestuur
Onderwerp: Portefeuillehouder: Vertrouwelijk: Vergaderdatum: Afdeling: Medewerker: Dossiernummer:
Jaarstukken 2014 B. de Jong nee 8 juli 2015 MO
A Peek 927419 versie 7
‘
Behandeld in
Datum
College DH
28 april 2015
Commissie BMZ Commissie SKK
17 juni 2015 (technische toelichting op 9 juni 2015) 17 juni 2015
Algemeen Bestuur
8 juli 2015
Samenvatting: De jaarstukken worden door het college opgesteld ter verantwoording van het gevoerde beleid. De jaarstukken 2014 zijn nieuw van opzet en bestaan uit een E-magazine, “Leven en werken met water” met daarin de bijlage jaarstukken bestaande uit het jaarverslag en de jaarrekening. Het college is trots op de nu voorliggende jaarstukken en de nieuwe manier van presenteren, waarin een goed beeld wordt weergegeven van de prestaties van ons waterschap. N.a.v. Commissiebehandeling d.d. 17 juni 2015: De jaarstukken zijn behandeld in gecombineerde Commissie. In de commissie is ingestemd om de heer Van Os als afgevaardigde van de commissie een voorstel voor advies bij de jaarstukken op te laten stellen. Dit voorstel is separaat geagendeerd. De jaarstukken zijn n.a.v. de afronding van de accountantscontrole op onderdelen tekstueel aangepast. De aanpassingen zijn zichtbaar in kleur in de jaarstukken verwerkt De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur Op 22 juni 2015 is het rapport van bevindingen van onze accountant ontvangen. Voor dit rapport is een annotatie opgesteld. Deze annotatie is opgenomen onder bijlage 4. De goedkeurende verklaring behorende bij de jaarrekening is integraal opgenomen in de jaarrekening 2014 op blz 33.
1/5
P ar aa f af d.
Gevraagd besluit: 1. De jaarstukken “Leven en werken met water” vast te stellen met daarin de bijlagen jaarverslag 2014 en jaarrekening 2014. 2. Het nadelige exploitatieresultaat van in totaal € 305.000 als volgt te verwerken: Watersysteemheffing ingezetenen: Watersysteemheffing gebouwd: Watersysteemheffing overige ongebouwd: Watersysteemheffing natuur: Totaal watersysteemheffing:
€ 614.000 onttrekking € 1.632.000 onttrekking € 1.631.000 onttrekking € 68.000 toevoeging € 3.809.000 onttrekking
Zuiveringsheffing: Bestemmingsreserves Rwzi Utrecht: Totaal zuiveringsheffing
€ 1.621.000 toevoeging € 1.883.000 toevoeging € 3.504.000 toevoeging
Totaal verwerking nadelig resultaat:
€
305.000
Toelichting Op grond van artikel 104 van de Waterschapswet dient het algemeen bestuur de jaarrekening en het jaarverslag vast te stellen. Het college legt daartoe aan het algemeen bestuur, op grond van artikel 103 van de Waterschapswet en artikel 11 van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie (vastgesteld door het algemeen bestuur in de vergadering van 30 juni 2010), verantwoording af over het door hem gevoerde bestuur, onder overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag. Collegeleden nemen op grond van het bepaalde in artikel 105 van de Waterschapswet dan ook niet deel aan stemmingen over de vaststelling van de jaarrekening en het jaarverslag. Bijgaand treft u de jaarstukken 2014 aan. Voor de presentatie van de financiële verantwoording wordt een zelfde wijze van inzicht en verloop getoond, zoals dat ook bij de jaarrekening 2013 met het algemeen bestuur overeengekomen is. Op basis van de nu voorliggende jaarcijfers wordt dit duidelijk gemaakt met het voorbeeld van het verloop van het begrote resultaat 2014 ( = onttrekking aan de algemene reserves): 1) De begroting 2014 is in november 2013 vastgesteld, met daarin een begrotingstekort (begrote onttrekking van de reserve) van € 3,37 mln. 2) Gedurende het jaar is door de verwerking van de bezuinigingstaakstelling in de 1e begrotingswijziging het tekort van € 3,37 mln. verminderd met € 1,69 miljoen tot een bijgesteld begrotingstekort van € 1,68 mln. 3) De daadwerkelijke realisatie ultimo 2014 geeft een tekort van € 0,3 mln. 4) In totaal wordt er €1,375 mln. minder onttrokken aan de reserves ten opzicht van de begroting na wijziging. 1 Begroting 2014 -€ 3.370.000
2 Begroting na wijziging 2014 -€ 1.680.000
3 Rekening 2014 -€ 305.000
4 Verschil Begroting na wijziging - Rekening -€ 1.375.000
Omdat in de begrotingswijziging de verschillen tussen de begroting 2014 en de begroting na wijziging zijn toegelicht wordt in de jaarstukken de toelichting verstrekt op de begroting na wijziging in relatie tot de rekening 2014.
2/5
De uitkomsten van de verantwoordingsrapportages op hoofdlijnen zijn: 1. Het totaalniveau van de netto uitgaven blijft binnen het vastgestelde kader van de begroting 2014. Daardoor hoeft er minder onttrokken te worden aan de reserves dan begroot was. Door in te spelen op de verdergaande bezuinigingen in 2015 en 2016 is in 2014 scherp gestuurd op de kosten. Door bewuste keuzes te maken zijn op de diverse kosten zoals de eigen personeelskosten, de kosten van inhuur personeel en de overige algemene kosten aanzienlijke besparingen gerealiseerd. Uitgaven die samenhangen met de vernieuwing van de ICT en de modernisering van het kantoorgebouw zijn uitgesteld en worden beter op elkaar afgestemd zodat de gesignaleerde knelpunten op ICT gebied structureel worden aangepakt in 2015. Op kapitaallasten (rente en afschrijvingen) is deels door externe factoren met als belangrijkste lagere rente een voordeel ten opzichte van de begroting gerealiseerd. De behaalde voordelen zijn gebruikt om financiële tegenvallers op te kunnen vangen. Als gevolg van het algemeen bestuursbesluit ten aanzien van verbouw van Poldermolen 2 en verkoop van Poldermolen 3 heeft er op grond van strengere regelgeving een extra afschrijving op ons eigen pand moeten plaatsvinden. Uit hoofde van het voorzichtigheidbeginsel is met terugwerkende kracht ( 2009 -2013) op basis van de uitspraak van de hoge raad inzake de natuurterreinen de opbrengsten overig gebouwd voor ruim € 1,2 miljoen gecorrigeerd. In totaliteit is in 2014 per saldo een tekort van 0,3 miljoen gerealiseerd, terwijl de prognose bij het opstellen van de begroting het tekort € 3,3 miljoen was. 2. De scores op de prestatie indicatoren geven in 2014 ten opzichte van 2013 een verbetering te zien. In 2014 is het aantal prestatie indicatoren gereduceerd van 98 naar 70 prestatie indicatoren. De scores op de individuele prestatie indicatoren zijn verbeterd. Daar waar in 2013 nog 17% rood of oranje was is dit in 2014 13%. Aanvullend op de cijfermatige weergave van de prestatie indicatoren is in het jaarverslag “leven en werken met Water” extra aandacht besteed aan projecten en de uitvoering van onze taken en afspraken. 3. De bijgestelde investeringsomvang is voor 89% gerealiseerd. In 2014 is na de bijstelling van de begrotingswijziging het investeringsvolume voor onze eigen bedrijfsvoering op € 29,74 miljoen vastgesteld. Hiervan is in 2014 € 26,5 miljoen gerealiseerd. Dit resulteert in een uitputtingspercentage van 89%. Bij de realisatie 2014 is in 2014 door scherpe inkoop en aanbesteding een besparing van ca. € 2 miljoen gerealiseerd. In 2014 is een start gemaakt met de voorbereiding van de uitvoering van grotere investeringsvolumes zoals de verbetering van de primaire keringen in Centraal Holland en de bouw van de nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallatie van Utrecht. Om hiervoor toegerust te zijn heeft onze organisatie in 2014 stappen gezet voor vergroting van de slagkracht van de organisatie. Een voorbeeld hiervan is het introduceren van Integraal Project Management bij de Projectoverschrijdende Verkenning Centraal Holland. In 2015 wordt deze aanpak voortgezet en doorontwikkeld.
Het college heeft met het uitbrengen van het e-magazine “Leven en werken met Water”” op een nieuwe manier uitgebreid toegelicht welke prestaties er in 2014 zijn geleverd. Het college is tevreden over het nu voorliggende resultaat.
3/5
Ten aanzien van de voorgestelde verrekening van het nadelige exploitatieresultaat en de voorgestelde toevoegingen en onttrekkingen kan het volgende worden opgemerkt. De onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves van het exploitatieresultaat van in totaal € 305.000 worden berekend op basis van hetverschil tussen de gerealiseerde netto belastingopbrengsten en netto lasten per belastingcategorie in 2014. De verdeling van watersysteemheffing per belastingcategorie vast te stellen conform het besluit wijziging kostentoedelingsverordening 2009 Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. Op basis van het vastgestelde besluit in de vergadering op 19 november 2014 is een bedrag van € 1.883.000 aan de bestemmingsreserve Rwzi Utrecht toegevoegd.
Watersysteemheffing ingezetenen: Watersysteemheffing gebouwd: Watersysteemheffing overige ongebouwd: Watersysteemheffing natuur: Totaal watersysteemheffing:
€ 614.000 onttrekking € 1.632.000 onttrekking € 1.631.000 onttrekking € 68.000 toevoeging € 3.809.000 onttrekking
Zuiveringsheffing: Bestemmingsreserves Rwzi Utrecht: Totaal zuiveringsheffing:
€ 1.621.000 toevoeging € 1.883.000 toevoeging € 3.504.000 toevoeging
Totaal verwerking nadelig resultaat:
€
305.000
Algemene reserve Door de verwerking van de uitspraak van de Hoge raad inzake natuur en ongebouwd voldoet de reserve watersysteemheffing ongebouwd ultimo 2014 niet meer aan de minimale eis van 10% van het kostenniveau. Bij het vaststellen begroting 2016 en het vaststellen van de tarieven 2016 zal hier rekening mee ghouden moeten worden. In het najaar 2015 zal een geactualiseerde nota reserves en voorzieningen worden aangeboden waarin voorstellen worden gedaan om de reserve watersysteemheffing ogebouwd weer binnen de bandbreedte die voor de reserve geldt te brengen. Bestemmingsreserve De mutaties 2014 van de bestemmingsreserves zijn al verwerkt in de jaarrekening 2014 aan de hand van de begroting 2014 en eerder vastgestelde bestuursvoorstellen. Conform besluitvorming algemeen bestuur wordt bij de resultaatbestemming 2014 een storting in de bestemmingsreserve Rwzi Utrecht voorgesteld.
Kaders Artikel 103 van de Waterschapswet en artikel 11 van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie (vastgesteld door het algemeen bestuur in de vergadering van 30 juni 2010).
Financiële aspecten De financiële aspecten zijn opgenomen in de jaarstukken. De accountant heeft de controle bij het
waterschap nog niet afgerond. De verwachting is dat de accountant een goedkeurend oordeel op de aspecten van getrouwheid en rechtmatigheid bij de jaarstukken zal verstrekken. Deze verklaring is tot op heden nog niet afgegeven door de accountant, omdat de controle en afstemming met de accountant van de BGHU over de belastingopbrengsten nog niet is afgerond. Als deze laatste controleslag heeft plaatsgevonden wordt de controleverklaring en het rapport van bevindingen van de accountant zo spoedig mogelijk toegezonden en toegevoegd aan de jaarrekening.
4/5
De onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves van het nadelige exploitatieresultaat van in totaal € 305.000 worden berekend op basis van het verschil tussen de gerealiseerde netto belastingopbrengsten en netto lasten per belastingcategorie in 2014. De verdeling van watersysteemheffing per belastingcategorie vast te stellen conform het besluit wijziging kostentoedelingsverordening 2009 Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. Op basis van het vastgestelde besluit in de vergadering op 19 november 2014 is een bedrag van € 1.883.000 aan de bestemmingsreserve Rwzi Utrecht toegevoegd.
Communicatie aspecten De jaarstukken worden alleen digitaal verspreid. Voor de wettelijke publicatie wordt een exemplaar ter inzage gelegd. De jaarstukken 2014 worden na vaststelling in het algemeen bestuur aan de toezichthouder, de Provincie Utrecht, beschikbaar gesteld.
MVO aspecten N.V.T.
Bijlagen De verwijzing naar de digitale jaarstukken 2014 jaarstukken “Leven en werken met water” inclusief de bijlagen het jaarverslag 2014 en de jaarrekening 2014. 1. Jaarrekening 2014 (DM 918497 – versie 4A) 2. Jaarverslag 2014 (DM 918775 – versie 7) 3. http://waterschaponline.nl/jaarverslag2014 4. Annotatie: Verslag van bevindingen en verklaring accountant (DM 945749)
5/5