Akkermans & Partners Hogeschool, Tilburg Opleiding: Croho: Varianten:
HBO-Master Pensions & Life Assurance 70094 deeltijd
Visitatiedatum:
17 juni 2009
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2009
2/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
Inhoud
3
Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per facet en onderwerp
5 7 7 9 10 11
Deel B: Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 18 26 28 30 33
Deel C: Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5:
Doelstelling van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
37 38 43 47 49 51
3/51
4/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
5/51
6/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de HBO-masteropleiding Pensions & Life Assurance van Akkermans & Partners Hogeschool heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek had plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het is begonnen in april 2009, toen het informatiedossier bij NQA binnenkwam. Dit dossier bestond uit een zelfevaluatierapport en bijlagen. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding bezocht. Het bezoek was op 17 juni 2009. Het panel bestond uit: mevrouw prof. dr. L.J.E. (Gerda) Elsen, domeindeskundige; de heer mr. drs. H.V.R. (Henri) Lepoutre, domeindeskundige; de heer R.R.P.(Roderick) Stigter, studentpanellid; de heer drs. L. (Leen) Koekebakker, NQA-auditor. Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober 2007). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt in dit deel het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van een vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit facetrapport vormt de basis van het onderwerprapport. • Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
Akkermans & Partners is een instituut dat zich profileert als dienstverlener in de pensioenbranche. Haar cliënten zijn bedrijven en instellingen, overheidsorganisaties, pensioenverzekeraars, pensioenfondsen en pensioen- en belastingadviseurs.
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
7/51
De diensten die Akkermans & Partners haar cliënten verleent, heeft zij ondergebracht in zes disciplines: Akkermans & Partners Cognitief; Akkermans & Partners Facilitair; Akkermans & Partners Hogeschool; Akkermans & Partners Pensioen Juristen; Akkermans & Partners Software; Akkermans en Partners Support. Akkermans & Partners is gevestigd in Tilburg. Akkermans & Partners Cognitief (A&PC) biedt een scala aan opleidingen en cursussen op pensioengebied aan. Het aanbod van A&PC bestaat naast opleidingen en cursussen op maat uit acht opleidingen: vier open pensioenopleidingen en vier gespecialiseerde pensioenopleidingen. De discipline Akkermans & Partners Hogeschool (A&PH) omvat de masteropleiding Pensions and Life Assurance (MPLA) en de hogere beroepsopleiding Bachelor Farmaceutisch Consulent. Hieraan wil Akkermans & Partners in 2010 een opleiding toevoegen, namelijk de bacheloropleiding Pensions & Life Assurance (BPLA). Vraagstukken betreffende pensioenen en levensverzekeringen staan al jaren in het brandpunt van de belangstelling. De doorslaggevende redenen hiervoor zijn de veranderingen in de branche als gevolg van de toenemende vraag bij bedrijven en individuele werknemers naar pensioenadviezen op maat. Tot circa 15 jaar geleden, was de situatie rond pensioenen nog betrekkelijk overzichtelijk. Wie pensioengerechtigd was, ontving afhankelijk van het aantal dienstjaren een vast percentage van het eindloon. Beleggen van de kapitalen gebeurde relatief eenvoudig en vooral veilig en met een voldoende rendement. De populaties van pensioenfondsen en verzekeraars waren nog jong en in ontwikkeling. Risico’s zoals de gevolgen van laag renderende beleggingen, werden door de werkgever gedragen. Die situatie bestaat niet meer. De beroepsbevolking vergrijst en bijna iedereen beschikt tegenwoordig over een of andere pensioenregeling. Hierdoor is het aantal pensioengerechtigden fors gegroeid. Directe gevolgen hiervan zijn de toename van boekhoudregels, nieuwe wet- en regelgeving voor pensioenen (civiel en fiscaal), rechtspraak, scherper en directer toezicht, nieuwe (financiële) instrumenten en Europese regelgeving en jurisprudentie. Bovendien is beleggen veel complexer geworden. In de bedrijven en instellingen die zich met pensioenen bezighouden, is daarom veel vraag naar professionele pensioendeskundigen die al deze veranderingen kunnen dragen. Tegen deze achtergrond heeft Akkermans & Partners in 2002 de opleiding Pensions and Life Assurances ingevoerd. Deze masteropleiding is in 2006 door een panel van NQA gevisiteerd (toets nieuwe opleiding) en in 2007 door de Nederlands Vlaamse Accrediterings Organisatie (NVAO) geaccrediteerd. Zoals al verwoord wil A&PH in aansluiting hierop een bacheloropleiding PLA (BPLA) opzetten en invoeren. Ook deze opleiding wil men bij de NVAO voor accreditatie voordragen.
8/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
Bovendien wil Akkermans & Partners Hogeschool worden aangewezen als instelling voor hoger onderwijs. De beoordeling van de HBO-masteropleiding PLA is de eerste stap in dit traject. 1.3
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek had plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het informatiedossier van de opleiding gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in mei en in de eerste helft van juni inhoudelijk voor op het bezoek. Zij bestudeerden het informatiedossier, formuleerden hun voorlopige oordelen op basis van argumenten, noteerden vraagpunten en gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in het informatiedossier kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Het bezoek aan Instituut Akkermans was op 17 juni 2009. Er waren gesprekken met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met leden van de beroepenveldcommissie van de opleiding. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de NQA auditor een mondelinge terugkoppeling gegeven van indrukken en ervaringen van het panel. Het panel heeft naar aanleiding van het bezoek aanvullend materiaal opgevraagd en gekregen. Akkermans & Partners Hogeschool heeft het aanvullende materiaal opgenomen in een bijgesteld informatiedossier voor het panel. Het visitatierapport is begin september 2009 geschreven op basis van de informatie verkregen tijdens de bezoekdag en de aanvullende informatie.
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
9/51
De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een onderwerprapport en een facetrapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding een accreditatie aanvragen bij de NVAO. Akkermans & Partners Hogeschool heeft in september 2009 een concept van het facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is ook in september 2009 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is eind september door het panel vastgesteld. Het visitatierapport is uiteindelijk in oktober 2009 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding legt en het domeinspecifieke kader. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport.
10/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
1.5
Oordelen per facet en onderwerp
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding
1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau master 1.3 Oriëntatie HBO master Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel
hbo-master Pensions and Life Assurance (dt) voldoende goed goed positief voldoende voldoende voldoende goed goed voldaan goed voldoende positief goed goed goed positief voldoende voldoende positief goed goed voldoende positief voldoende voldoende positief
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
11/51
Doelstelling van de opleiding Aan twee facetten van het onderwerp doelstelling van de opleiding (niveau master en oriëntatie HBO master) is het oordeel goed toegekend. Het facet domeinspecifieke eisen is voldoende beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp doelstelling van de opleiding is voor de opleiding Master in Pensions & Life Assurance van Instituut Akkermans & Partners daarom positief. Programma Het facet 2.6 (duur) kreeg het oordeel voldaan. De facetten 2.1 (eisen HBO), 2.2 (relatie doelstellingen en inhoud programma), 2.3 (samenhang) en 2.8 (beoordeling en toetsing) zijn voldoende beoordeeld. De facetten 2.4 (studielast), 2.5 (instroom) en 2.7 (afstemming tussen vormgeving en inhoud) kregen het oordeel goed. Het oordeel over het onderwerp programma is voor de opleiding Master in Pensions & Life Assurance van Instituut Akkermans & Partners daarom positief. Inzet van personeel Aan de drie facetten van dit onderwerp is het oordeel goed toegekend. Het oordeel over het onderwerp inzet van personeel is voor de opleiding Master in Pensions & Life Assurance van Instituut Akkermans & Partners daarom positief. Voorzieningen De twee facetten bij dit onderwerp (materiële voorzieningen en studiebegeleiding) zijn voldoende beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp voorzieningen is voor de opleiding Master in Pensions & Life Assurance van Instituut Akkermans & Partners daarom positief. Interne kwaliteitszorg Aan de facetten 5.1 (evaluatie resultaten) en 5.2 (maatregelen tot verbetering) is het oordeel goed toegekend. Facet 5.3 (betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld) is voldoende beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp interne kwaliteitszorg is voor de opleiding Master in Pensions & Life Assurance van Instituut Akkermans & Partners daarom positief. Resultaten De twee facetten bij dit onderwerp (6.1 gerealiseerd niveau en 6.2 onderwijsrendement) zijn voldoende beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp resultaten is voor de opleiding Master in Pensions & Life Assurance van Instituut Akkermans & Partners daarom positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op alle zes onderwerpen positief scoort. Het totaaloordeel over de opleiding is daarom positief.
12/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
13/51
14/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Voldoende
Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De deeltijdopleiding Master in Pensions & Life Assurance (MPLA) leidt op tot pensioendeskundige. • Het domeinspecifieke kader van de opleiding MPLA bestaat uit zes eindkwalificaties. Deze kwalificaties zijn door Akkermans & Partners in overleg met vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk en docenten ontwikkeld en in 2004 vastgesteld. De zes eindkwalificaties zijn vastgelegd in het Visiedocument MPLA. • Afgestudeerden van de opleiding MPLA adviseren consumenten, ondernemers, verzekeraars en pensioenfondsen over pensioenen en levensverzekeringen (eindkwalificatie 1). Zij hebben vat op trends en ontwikkelingen in de beroepspraktijk (eindkwalificatie 2) en profileren zich als expert (eindkwalificatie 3). Zij onderbouwen hun aanbevelingen en adviezen vanuit een gewogen oordeel naar aanleiding van cijfermatige evaluaties en/of onderzoeksresultaten (eindkwalificatie 4), dragen bij aan de vernieuwing van producten en diensten (eindkwalificatie 5) en voeren hun werkzaamheden zelfstandig uit (eindkwalificatie 6). • Het panel oordeelt positief over deze eindkwalificaties. Ze zijn helder geformuleerd, geven een goed beeld van de bekwaamheden van de pensioendeskundige en ze zijn bruikbaar voor onderwijsontwikkeling. • Akkermans & Partners heeft de eindkwalificaties voorgelegd aan de docenten van de opleiding en aan de beroepenveldcommissie (BVC). • Het panel heeft tijdens het bezoek gesproken met vier leden van de BVC en met enkele docenten. Alle docenten kennen de beroepswerkelijkheid en werken in de beroepspraktijk (zie de facetten 3.1 t/m 3.3). De aanwezige docenten vertelden het panel dat zij de eindkwalificaties onderschrijven. De eindkwalificaties voldoen volgens hen aan de eisen die de beroepspraktijk daaraan stelt. • Ook de vier leden van de BVC vertelden het panel tijdens het bezoek dat de eindkwalificaties de eisen vertolken die aan de pensioendeskundige moeten (mogen) worden gesteld. De BVC is in april 2009 officieel van start gegaan en verving de werkveldcommissie, die sinds 2006 actief was. De samenstelling, de taken en de bevoegdheden van de BVC zijn vastgelegd in het Reglement Beroepenveldcommissie. De commissie bestond tijdens het bezoek uit zes leden, het maximum is acht (zie ook facet 5.3).
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
15/51
•
•
• •
De MPLA is de enige masteropleiding op pensioengebied in Nederland. A&PH beschikt hierdoor niet over een landelijk vastgesteld beroeps- en opleidingsprofiel. In verband hiermee heeft A&PH besloten om eind 2009 zelf een proces te starten waarin men onafhankelijke deskundigen vraagt naar hun mening over de trefzekerheid en de breedte van de eindkwalificaties. Instrumenten die men daarbij wil gebruiken zijn een enquête onder alumni (al uitgevoerd, wordt elke twee jaar herhaald) en een enquête in het werkveld (wordt eind 2009 voor het eerst uitgevoerd). Het panel heeft in het zelfevaluatierapport van de opleiding en de documenten waarnaar in het rapport wordt verwezen geen internationaal referentiekader, specifiek gericht op het beroep pensioendeskundige, aangetroffen. Bij navraag tijdens het bezoek bleek dat een dergelijk kader niet bestaat. De opleiding beschikt niet over een vergelijking met de doelstellingen van soortgelijke opleidingen in het buitenland. Vergelijkbare (master-)opleidingen zijn er niet. Het oordeel van het panel over facet 1.1 (domeinspecifieke eisen) is voldoende.
Facet 1.2
Niveau master
Goed
Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het inhoudelijk kader van de opleiding MPLA bestaat uit zes eindkwalificaties (zie 1.1). Deze kwalificaties zijn door de opleiding vastgelegd in het Visiedocument MPLA. Afgestudeerde pensioenadviseurs zijn volgens de kwalificaties breed opgeleid en functioneren op hbo-masterniveau. • De opleiding verantwoordt zich in het Visiedocument voor het niveau master. Zij gebruikt daarvoor de vijf Dublin descriptoren: kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden. • In het Visiedocument heeft de opleiding de Dublin descriptoren en de eindkwalificaties in een schema aan elkaar gekoppeld. Hieruit valt bijvoorbeeld op te maken dat de studenten de descriptor communicatie tegelijk met de kwalificaties 1, 2 en 5 ontwikkelen. Zie 1.1 voor de inhoud van de kwalificaties. De descriptor leervaardigheden ontwikkelen de studenten volgens het schema tegelijk met de kwalificaties 3, 4, 5 en 6. • Het panel concludeert dat de opleiding in het Visiedocument MPLA afdoende aantoont dat de vijf Dublin descriptoren door de zes eindkwalificaties worden ondersteund. Dit betekent dat de opleiding de studenten in staat stelt om tegelijk met de beoogde competenties ook het niveau master te bereiken. Het oordeel is goed.
16/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
Facet 1.3
Oriëntatie HBO master
Goed
Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - Een hbo-master heeft de kwalificaties voor het niveau van zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarin een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De hogere beroepsopleiding Master in Pensions & Life Assurance is een beroepsgerichte opleiding. Het doel is Masters PLA op te leiden die actief zijn als deskundige op het terrein van pensioenen en levensverzekeringen. • Pensioendeskundigen adviseren consumenten, ondernemers, verzekeraars en pensioenfondsen over financiële voorzieningen voor ouderdom, overlijden en arbeidsongeschiktheid, zowel in de eerste, tweede als derde pijler van het Nederlandse pensioensysteem. De eerste pijler omvat staatsvoorzieningen, de tweede pijler werkgeversgebonden voorzieningen en de derde pijler individuele producten. De adviesrol van pensioendeskundigen berust op hun kennis en expertise met betrekking tot pensioenen en levensverzekeringen, hun inzicht in de onderlinge verbanden tussen de voorzieningen in de drie pijlers, de financiële consequenties voor arbeidsorganisaties en de werking van de financiële markten. Het advies dat zij geven is (mede) gebaseerd op internationale ontwikkelingen en houdt rekening met financieel management en de vormgeving en uitwerking van employee benefits. • De werkzaamheden van de pensioendeskundige strekken zich uit over vier afzonderlijke kennisgebieden: fiscale wetgeving, civiel juridische wetgeving, actuariaat (verzekeringswiskunde gericht op pensioenvoorzieningen) en verzekeringstechniek. In het curriculum zijn deze kennisgebieden herkenbaar aanwezig. • Akkermans & Partners Hogeschool (A&PH) beschikt over een eigen beroepenveldcommissie (BVC). Deze commissie is in april 2009 opgericht. Leden van deze commissie zijn medewerkers van banken, verzekeraars en grote pensioenintermediairs. Tot april 2009 was een werkveldcommissie actief. Deze commissie was niet geformaliseerd. De BVC is dat wel. De werkzaamheden, taken en functie van de BVC zijn geregeld in het Reglement Beroepenveldcommissie. • Het panel heeft tijdens het bezoek in gesprek met leden van de beroepenveldcommissie vastgesteld dat zij instemmen met het domeinspecifieke kader van de opleiding en het daarop gebaseerde studieprogramma. Volgens de commissie kunnen afgestudeerden van de opleiding MPLA de werkzaamheden van de pensioendeskundige zelfstandig uitoefenen. Zij kunnen beroepsopgaven en probleemsituaties waarvoor zij worden gesteld, oplossen. Zij kunnen bedrijven en werknemers adviseren over pensioenvraagstukken en zij kunnen de daarbij gemaakte keuzes verantwoorden.
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
17/51
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen HBO
Voldoende
Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het studieprogramma van de opleiding MPLA bestaat uit tien modulen. Beroepsgerichte kennis is een vast onderdeel van elk van deze modulen. • Het panel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat de studenten beroepsgerichte kennis altijd contextgebonden krijgen aangeboden. De kennis past binnen de thema’s van de modulen (zie 2.2) en de docenten illustreren de kennis met actuele (praktijk) voorbeelden. Deze voorbeelden verwijzen niet naar wetenswaardigheden op zich, maar altijd naar expliciet aangeduide situaties in de beroepsuitoefening van de pensioendeskundige. • Kennisverwerving gebeurt vooral door de bestudering van beroepsgerichte literatuur. De docenten schrijven bij elke module verplichte literatuur voor. Daarnaast nemen zij ter informatie van de studenten kopieën van (delen van) artikelen en andere publicaties op in de syllabi die zij aan de studenten verstrekken. De studenten worden daarnaast door de docenten aangemoedigd zelf geschikte literatuur te vinden en te selecteren, bijvoorbeeld door gebruik te maken van het internet en vaktijdschriften. • Door de verplichte literatuur komen de studenten in aanraking met actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk en relevante theorieën over het beroep. Zij leren de werkterreinen kennen waarop pensioendeskundigen actief zijn en de methoden en technieken die zij in hun beroep gebruiken. Het panel vindt de verplicht voorgeschreven literatuur toereikend. • Het panel heeft geen volledig overzicht gekregen van de artikelen en publicaties die de docenten in de syllabi opnemen, omdat niet alle syllabi tijdens het bezoek ter inzage lagen. • De opleiding schakelt bij elke module docenten in, die werkzaam zijn in het domein en expert zijn op hun vakgebied. Het is vooral door de inbreng van de docenten dat de actualiteit en laatste stand van kennis in de beroepspraktijk een prominente plaats hebben in het studieprogramma. • De studenten oordelen positief over de kennis en de inzet van de docenten, zo bleek tijdens het bezoek. Alle docenten belichten volgens de studenten de
18/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
•
•
•
•
•
beroepswerkelijkheid vanuit hun eigen specifieke deskundigheid en invalshoek en vertellen over de praktijk. In elke module is ruimte gereserveerd voor de training van adviesvaardigheden. In de modulen employee benefits, financial management, internationalisering en de expert als professional worden deze vaardigheden ook getoetst. Tijdens het bezoek bleek dat de opleiding bezig was met het bijstellen van de onderzoekslijn in het studieprogramma. Het panel heeft na het bezoek het bijgestelde programma ontvangen en beoordeeld. Dit programma was opgenomen in het bijgestelde informatiedossier. Een centraal onderdeel van de nieuwe onderzoekslijn is de nieuwe module methoden en technieken van onderzoek. Deze module wordt tegelijk met de start van de cursus 2009-2011 ingevoerd. Een module geheel gewijd aan methoden en technieken van onderzoek bestond nog niet. Voorts hebben onderzoeksvaardigheden in vier modulen een herkenbare plaats gekregen. Uitgangspunt bij deze veranderingen waren de kwalificaties 2, 4 en 5. Volgens deze kwalificaties beschikken pensioendeskundigen over vaardigheden in het analyseren van trends, het verwerven van onderzoeksgegevens en het opstellen van adviezen op basis van deze gegevens. Het panel stelt vast dat de hierboven genoemde vaardigheden in vier modulen van het studieprogramma 2009-2011 worden geoefend en getoetst. Daarnaast ontwikkelen de studenten in de afstudeerfase een op de beroepspraktijk gericht product, dat via onderzoek tot stand komt. Het panel oordeelt positief over de door de opleiding opgezette onderzoekslijn, echter van een doorgaande lijn die in zoveel mogelijk modulen van het programma plaats en toepassing krijgt (inclusief opdrachten en toetsing), is volgens het panel (nog) geen sprake. In verband met deze kanttekening is aan dit facet niet het oordeel goed maar het oordeel voldoende toegekend.
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Voldoende
Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken op master niveau. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het studieprogramma dat de opleiding de studenten van de cursus 2009-2011 aanbiedt, is gespreid over dertien modulen. Het programma 2007-2009 bestond uit tien modulen. Beide programma’s hebben een looptijd van anderhalf jaar. Wanneer de studenten het modulenprogramma hebben afgerond, begint de afstudeerfase. De afstudeerfase duurt zes maanden.
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
19/51
•
•
•
•
•
Akkermans & Partners Hogeschool heeft aan alle modulen (met uitzondering van module 1) een thema gekoppeld, dat verwijst naar een op zichzelf staand onderdeel van de beroepspraktijk. Voorbeelden van thema’s zijn sociale wetgeving, fiscale wetgeving, actuarieel, geld en financiële markten, verzekeringstechniek, civiel juridische wetgeving, employee benefits en financial management. De titel van module 1 is Introductie in het kennisdomein van de MPLA. Deze module biedt de studenten een breed en basaal programma, dat in de andere modulen terugkeert en wordt verdiept. De opleiding geeft in het Onderwijsprogramma bij elke module een uitgebreide beschrijving. Beschreven worden onder meer de inhoud van de module, de beroepscontext waarin de module een rol speelt, de leerdoelen, de toetsing, de beoordeling en de verplichte literatuur. Het panel stelt vast dat het programma 2009-2011 de studenten de mogelijkheid biedt om de zes beoogde eindkwalificaties te verwerven. De door de opleiding geformuleerde leerdoelen en de eindkwalificaties zijn dekkend met elkaar. Aandachtpunten voor de opleiding zijn de uniformiteit in de leerdoelen en de uitgebreidheid ervan. Een aantal leerdoelen is (nog) vaag geformuleerd en biedt daarom onvoldoende handvatten voor de toetsing. Voorts geldt dat bij sommige modulen de leerdoelen uitgebreider zijn omschreven dan bij andere. Het oordeel is voldoende.
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
Voldoende
Criterium - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het panel vindt dat Akkermans & Partners Hogeschool de studenten van de opleiding MPLA een voldoende samenhangend programma biedt. • In het programma zijn twee rode draden zichtbaar. De eerste is de centrale positie van het beroep. Aan de modulen die de opleiding de studenten aanbiedt, is een thema gekoppeld, dat verwijst naar het professioneel handelen van de pensioendeskundige. Tussentijdse opdrachten, praktijkvoorbeelden en casuïstiek ontlenen de docenten aan de beroepspraktijk en hebben direct met het thema te maken. De tweede rode draad betreft de opbouw van het programma. Het programma is zo opgezet dat de studenten zich gaandeweg ontwikkelen tot pensioendeskundige. In de eerste module doorlopen de studenten een breed en basaal programma en de kennis daar opgedaan, breiden zij in de modulen 2 t/m 6 uit. In de modulen 7 t/m 10 komen naast de benodigde kennis ook de werkzaamheden van de pensioendeskundige integraal aan de orde. De studenten ontwikkelen in deze modulen een professioneel product. • De studenten vertelden het panel tijdens het bezoek dat zij tevreden zijn over de samenhang. Overlap komt voor, maar is niet storend. Een voorbeeld is de WIA (Wet inkomen en arbeid) die een aantal keren wordt behandeld, maar telkens in een andere context.
20/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
•
•
Het panel heeft tijdens het bezoek vraagtekens geplaatst bij de volgorde van de modulen fiscale wetgeving en actuarieel. Het panel is van mening dat eerst de betekenis en de inhoud van begrippen als afkoop of premievrijmaking, pensioenregelingen en rendementsberekeningen aan de orde dienen te komen (is kortweg samengevat de inhoud van de module actuarieel) en daarna de fiscale aspecten ervan in de module fiscale wetgeving. In haar reactie op het rapport meldt de opleiding dat men de visie van het panel nader wil onderzoeken. Het oordeel is voldoende.
Facet 2.4
Studielast
Goed
Criterium - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De Master PLA is een parttime opleiding, dat wil zeggen dat de studenten hun studie combineren met een functie in de beroepspraktijk. • De studieduur is twee jaar. De modulen die de studenten doorlopen, zijn door de opleiding geprogrammeerd in de eerste anderhalf jaar van de studie. In het laatste half jaar voeren de studenten een afstudeerproject uit. Daarna studeren ze af. • De studielast van de afstudeerfase is 18 studiepunten. De studielast van het modulenprogramma is 46 punten. • De studielast is door de opleiding per module bepaald. De omvang verschilt, daarom hebben de modulen niet allemaal dezelfde studielast. Ook is per module het aantal contacturen en zelfstudie-uren berekend. Ongeveer een derde deel van de beschikbare uren zijn contacturen, de overige zijn zelfstudie-uren. • De studenten gaan gedurende hun studie 77 dagen naar de lesplaats, voor colleges en contact met de opleiding. Dat is twee keer per week, op vrijdag en zaterdag. Van de 77 dagen zijn er 13 gereserveerd voor tentamens. De andere 64 dagen zijn lesdagen. Het aantal contacturen per lesdag is minimaal zes en maximaal acht. • Aan het eind van elke module wordt de daarin geprogrammeerde studiestof afgerond en getoetst en iedere toets leidt tot een beoordeling op basis waarvan studiepunten worden toegekend. In het puntenoverzicht in het Onderwijsprogramma 2007-2009 komen halve studiepunten voor. Deze zijn in het Onderwijsprogramma 2009-2011 vervangen door hele punten. • De door de studenten behaalde resultaten worden door Akkermans & Partners Hogeschool vastgelegd in een geautomatiseerd systeem van studievoortgangregistratie. Een kopie hiervan gaat naar de student. • De studenten lieten zich tijdens het bezoek positief uit over de studeerbaarheid van het programma. De opleiding is zwaar, soms moeilijk, maar te doen, onder meer door de evenwichtige spreiding van de studielast over de duur van het programma.
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
21/51
•
Het panel stelt vast dat de opleiding de studenten een studeerbaar programma biedt. Er zijn volgens het panel geen belemmeringen voor de studievoortgang van de studenten. Het oordeel is goed.
Facet 2.5
Instroom
Goed
Criterium - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: bacheloropleiding en eventueel (inhoudelijke) selectie. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Toelaatbaar tot de opleiding Master PLA zijn beroepsbeoefenaren met minstens drie jaar werkervaring in het domein pensioenen en levensverzekeringen. Daarnaast moeten de aspirant studenten beschikken over een kwalificatie als bachelor op HBO of WO niveau. De derde toelaatbaarheidsvoorwaarde is dat de studenten tijdens hun hele studie dienen te werken in het domein PLA. • De instroomprocedure is vastgelegd in de Onderwijs- en examenregeling van de opleiding. Een centraal onderdeel in deze procedure is het toelatingsgesprek van de aspirant student met een lid van de toelatingscommissie waarin de formele toelaatbaarheid wordt vastgesteld en wordt bekeken of de student beschikt over een voor de studie relevante werkplek en functie. De toelatingscommissie wordt ingesteld door de examencommissie. • Aspirant studenten die de opleiding willen instromen en op basis van eerder behaalde diploma’s in aanmerking willen komen voor een of meer vrijstellingen in het programma kunnen hiertoe een verzoek indienen. De vrijstellingsregeling is opgenomen in de Onderwijs- en examenregeling. De examencommissie bepaalt of de vrijstellingen worden toegekend. Sinds 2006 hebben enkele studenten vrijstellingen aangevraagd, maar geen enkel verzoek is door de opleiding gehonoreerd. • Toelating tot de opleiding en vrijstellingen worden in alle gevallen door de examencommissie schriftelijk bevestigd na een akkoord van de toelatingscommissie. • Aspirant studenten die niet aan de gestelde vooropleidingseisen voldoen, volgen de procedure bijzondere toelating. Zij dienen een toelatingsdossier samen te stellen, conform een door Akkermans & Partners Hogeschool opgesteld format. Door middel van dit dossier kunnen de studenten aantonen dat zij beschikken over het gewenste hbo-bachelor werk- en denkniveau. Het toelatingsdossier bevat een overzicht van werkervaring, opleiding, gerealiseerde beroepsproducten en een toelichting hierop. Het management vertelde het panel tijdens het bezoek dat er sinds 2006 geen studenten de opleiding zijn ingestroomd, die niet aan de toelaatbaarheidsvoorwaarden voldeden. • Het panel vindt dat de instroomcriteria en de regelingen die de opleiding met betrekking tot instroom en vrijstellingen heeft getroffen, voldoen. • Bij de start van de opleiding bestaat er tussen de studenten verschil in variëteit in opleidingsniveau, werkervaring en beroepsgerichte kennis. Dit verschil in beginsituatie wordt opgevangen in de eerste module van de opleiding. Deze module biedt de
22/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
studenten een breed en basaal overzicht van het werkterrein van pensioendeskundigen, met daaraan gekoppeld een beeld van wat in de praktijk van pensioendeskundigen wordt verwacht in termen van kennis en vaardigheden en de context waarin masters PLA hun werk doen.
Facet 2.6
Duur
Voldaan
Criterium - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-master: ten minste 60 studiepunten/european creditpoints. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Akkermans & Partners Hogeschool drukt de studieduur van de opleiding Master in Pensions & Life Assurance uit in studiebelastingsuren en de studielast in studiepunten (EC, European Creditpoints). De totale studielast van het programma 2007-2009 is 64 studiepunten. Van het programma 2009-2011 is de studielast 68 punten. Een studiepunt (EC) staat voor 28 studie-uren, zodat de studieduur voor de cursus 2007-2009 uitkomt op 1792 uur en voor de cursus 2009-2011 op 1904. De opleiding voldoet hiermee aan de formele eisen met betrekking tot de duur van het curriculum. • De studielast van 64 en 68 studiepunten is door de opleiding verdeeld over het modulenprogramma en de afstudeerfase. De studielast van het modulenprogramma (2007-2009) is 46, van de afstudeerfase 18 studiepunten. Voor het programma 20092011 is dat respectievelijk 46 en 22 studiepunten. De studiepunten van het modulenprogramma zijn per module verantwoord in twee documenten: de Opleidingsgids en het Onderwijsprogramma.
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Goed
Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Akkermans & Partners Hogeschool beschikt over een eigen onderwijsvisie. De visie is vastgelegd en uitgewerkt in het Visiedocument MPLA. Centrale begrippen daarin zijn zelfstandigheid en zelfsturing in leren. De visie houdt rekening met de doelgroep (de studenten), die al enige jaren werkzaam zijn in de pensioen- en levensverzekeringsbranche. Hun gemiddelde leeftijd ligt tussen de 35 en 45 jaar. Zij brengen praktijkkennis, werk- en levenservaring met zich mee en zijn gewend zelfstandig te werken.
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
23/51
•
•
• •
•
Conform de visie wil de opleiding dat de studenten tijdens hun studie voortdurend heen en weer pendelen tussen wat zij al weten en kunnen, wat zij leren in de modulen en de toepassing ervan in de praktijk. Aldus ontwikkelen de studenten zich tot een zelfstandig functionerende pensioendeskundige. Om integratie tussen theorie en beroepspraktijk te bevorderen worden de studenten in alle modulen met behulp van actuele cases uit de pensioen- en levensverzekeringspraktijk geconfronteerd met praktijkproblemen, leren ze die methodisch te benaderen, te analyseren en op te lossen. Deze aanpak wordt versterkt door de docenten van de opleiding, die in de beroepspraktijk werken. Zij stappen regelmatig uit hun rol van docent en verklaren hoe zij zelf in de praktijk handelen of hebben gehandeld en waarom. De meest voorkomende werkvormen in de MPLA zijn hoor- en werkcolleges, workshops en trainingen. De tevredenheid over de didactische uitgangspunten en de door de docenten gehanteerde werkvormen evalueert de opleiding wekelijks na afloop van de cursusdag. Uit deze evaluaties blijkt dat studenten positief oordelen over deze aspecten van de opleiding. Tijdens het bezoek voegden de studenten hieraan toe dat van de cursusdagen een stimulerende werking uitgaat.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Voldoende
Criterium - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Akkermans & Partners Hogeschool heeft de toetsing zo opgezet, dat de studenten worden getoetst op kennis en vaardigheden en op de zes eindkwalificaties. • Drie toetsvormen zijn in de opleiding dominant: de schriftelijke toets, de take home toets en de mondelinge en schriftelijke presentatie. • De modulen 1 t/m 6 in het programma 2007-2009 en 1 t/m 9 in het programma 20092011 worden elk afgesloten met een schriftelijke kennistoets. Deze toets bestaat uit een casus met open vragen. De overige vier modulen (employee benefits, financial management, internationalisering en de expert als professional) worden afgesloten met een take home toets. De casus die in deze toets centraal staat, behandelt een beroepsprobleem, dat de studenten moeten uitwerken. Het resultaat van deze modulen is een professioneel product. Het product van de module employee benefits is een door analyse onderbouwd advies voor een fictief bedrijf over primaire, secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden. De module financial management wordt afgesloten met een financieel advies en de module internationalisering met een vergelijking van de pensioenstelsels van twee landen van de EU. De vergelijking wordt aan de andere
24/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
•
• •
•
•
•
studenten gepresenteerd. De laatste module mondt uit in een mondelinge en een schriftelijke presentatie van een door de studenten opgesteld advies. De studenten lieten zich tijdens het bezoek positief uit over de toetsing. Wel pleitten zij voor meer mondelinge toetsen, die komen nu niet voor. Voorts pleitten zij voor meer take home opdrachten en voor afstemming van deze opdrachten op de eigen werksituatie. In het Onderzoek- en verbeterplan (augustus 2009) is dit pleidooi van de studenten overgenomen en verwoord als onderzoeksactie. Deze actie moet onder meer duidelijkheid bieden over de variatie in toetsvormen. De beoordeling van de toetsen door de docenten vinden de studenten eerlijk en objectief. De te toetsen studiestof en de beoordelingscriteria zijn vooraf bekend. Het visitatiepanel heeft tijdens het bezoek de door de opleiding ter inzage gelegde toetsen bestudeerd. Deze toetsen waren door de studenten gemaakt en door de docenten nagekeken en beoordeeld. Ook de beoordelingscriteria waren aanwezig. Het panel heeft vastgesteld dat de toetsen van voldoende niveau zijn en aansluiten bij het onderwijs. In het laatste halve jaar van de studie voeren de studenten een afstudeeropdracht uit. Het resultaat is een afstudeerwerk, dat door twee docenten wordt beoordeeld. De beoordelingscriteria zijn voor de cursus 2007-2009 vastgelegd in het document Richtlijnen scriptie en voor de cursus 2009-2011 in Richtlijnen afstudeeropdracht. In de Richtlijnen is ook de fasering beschreven die de studenten in de afstudeerfase in acht moeten nemen, plus de eisen waaraan zij aan het eind van elke fase moeten voldoen. Betrokken bij de kwaliteitsbewaking van de toetsen zijn de coördinator van de opleiding, de onderwijsadviseur, de docenten en de examencommissie. De docenten maken de toetsen en stemmen deze af op de eisen die de opleiding daaraan in de Opleidingsgids en in de Onderwijs- en examenregeling stelt. De onderwijsadviseur ondersteunt hen daarbij. De coördinator van de opleiding organiseert de toetsing en de examencommissie bewaakt het hele proces. Jaarlijks evalueert de examencommissie de uitvoering van de toetsing en schrijft een jaarverslag. Indien nodig formuleert de commissie verbetermaatregelen. De examencommissie is eind 2008 ingesteld. Het eerste jaarverslag verschijnt in de tweede helft van 2009, in ieder geval voor de start van de opleiding 2009-2011, zodat eventuele verbetervoorstellen nog tijdig kunnen worden gerealiseerd. Het oordeel is voldoende.
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
25/51
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van personeel
Eisen HBO
Goed
Criterium - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Akkermans & Partners Hogeschool heeft de eisen die zij aan docenten stelt, beschreven in een docentenprofiel. Dit profiel is bij de start van de opleiding in 2001 opgesteld. Volgens dit profiel neemt A&PH voor de opleiding MPLA alleen docenten aan die beschikken over een adequaat werk- en denkniveau, relevante ervaring in de pensioensector, een afgeronde wetenschappelijke of hogere beroepsopleiding en vaardigheden voor het onderwijs. • Uit de door het instituut aan het panel ter beschikking gestelde curricula vitae van de betrokken docenten blijkt dat zij aan deze criteria voldoen. Alle docenten kunnen een verbinding leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Zij zijn werkzaam in de beroepspraktijk, bij Akkermans & Partners of als pensioendeskundige bij pensioenverzekeraars, banken, pensioenfondsen en pensioen- en belastingadviesbureaus, meestal als medewerker, soms als eigenaar. Onder de docenten bevinden zich acht hoogleraren. • De studenten lieten zich tijdens het bezoek zeer positief uit over de vakinhoudelijke deskundigheid en de beroepsgerichtheid van de docenten. De lesdagen die zij tijdens de cursus hadden gehad, vonden zij interessant. De docenten belichten volgens de studenten de beroepswerkelijkheid van de pensioenadviseur vanuit hun vakgebied, ze vertellen over de praktijk en informeren de studenten over actuele ontwikkelingen. De meeste kennis opgedaan tijdens de colleges konden zij direct gebruiken in hun eigen beroepspraktijk. Het panel zag deze uitspraken bevestigd in de uitkomsten van evaluaties van de opleiding.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Goed
Criterium - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het panel heeft tijdens het visitatiebezoek vastgesteld dat Akkermans & Partners Hogeschool over voldoende docenten en ondersteunend personeel beschikt om de opleiding MPLA uit te voeren.
26/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
•
•
•
•
Het cohort dat tijdens het bezoek de opleiding volgde bestond uit tien studenten. Zij zijn in 2007 gestart met hun opleiding. In dit cohort werken 32 docenten, die samen 1,8 formatieplaatsen bezetten. Van de beschikbare docenttijd wordt circa 85% besteed aan het verzorgen van de opleidingsdagen en 15% gaat naar de begeleiding van studenten tijdens de afstudeerfase. Binnen hun aanstelling hebben docenten ruimte voor onderwijsontwikkeling. In geval van grote veranderingen op pensioengebied die gevolgen hebben voor het curriculum stelt het management extra formatieruimte beschikbaar, waarbinnen nieuwe onderwijsinhouden ontwikkeld kunnen worden. De opleiding wordt geleid door een managementteam van twee personen, de directeur van de hogeschool en de coördinator van de opleiding, Zij zijn integraal verantwoordelijk voor de inhoud, de organisatie, de vernieuwing van het onderwijs, de inzet van personeel, de onderwijscondities, de werving en aanname van studenten, de voortgangsrepresentatie en de kwaliteitszorg. Het managementteam wordt over de inhoud en de vormgeving van het studieprogramma en de kwaliteitszorg geadviseerd door een onderwijsadviseur. Deze onderwijsadviseur bewaakt ook de samenhang in het programma.
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Goed
Criterium - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding beschikt over docenten die voldoende gekwalificeerd zijn om het studieprogramma met de gewenste kwaliteit uit te voeren. De docenten zijn volgens het panel bovendien in staat om nieuwe ontwikkelingen in de pensioen- en levensverzekeringpraktijk te signaleren en in het onderwijs te integreren. Dit blijkt uit de cv’s die tijdens het visitatiebezoek ter inzage lagen. • Tijdens de cursus 2007-2009 waren 32 docenten actief. Zesentwintig van deze docenten hebben een universitaire graad of mastertitel. De overigen hebben een hogere beroepsopleiding gevolgd. Acht zijn hoogleraar en zijn deskundig op een voor de opleiding relevant terrein, zoals sociale wetgeving, fiscale wetgeving, geld en financiële markten en commercieel en professioneel functioneren. Negen docenten zijn gepromoveerd. • A&PH hanteert als norm dat in studentenevaluaties de kwaliteit van docenten ten minste met goed moet worden beoordeeld. Van scores onder deze norm gaat volgens het zelfevaluatierapport een signaalwerking uit. Zij vormen direct aanleiding voor een evaluatief gesprek met de betrokken docent. Deze gesprekken leiden, indien nodig, tot nadere afspraken voor aanvullende professionalisering. De hiermee gepaard gaande
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
27/51
•
•
•
kosten komen voor rekening van Akkermans & Partners Hogeschool. Gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd. Functioneringsgesprekken worden volgens de docenten die het panel tijdens het bezoek heeft gesproken, niet gevoerd. De borging van de expertise van docenten ligt volgens hen vooral besloten in evaluaties van studenten. De studenten waarderen, zo bleek tijdens het bezoek, de kwaliteit van de docenten. Zij lieten zich zeer positief uit over de inhoudsdeskundigheid van de docenten en over de inspiratie die van hen en de colleges uitgaat. Zij betitelden de meeste studiedagen als “een feest”. Het positieve oordeel van de studenten over de docenten komt ook naar voren in de evaluaties die de opleiding voor het panel ter inzage had gelegd en in de enquête onder afgestudeerden.
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Voldoende
Criterium - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Akkermans & Partners is gehuisvest in een eigen pand in Tilburg. De huisvesting biedt kantoren voor medewerkers en ruimten voor vergaderingen, gesprekken en ontmoetingen met studenten. • De studenten die de opleiding MPLA volgen, komen uit heel Nederland. Akkermans & Partners Hogeschool organiseert de cursusdagen met de studenten daarom niet in Tilburg, maar in gehuurde ruimten van professionele zalenverhuurders. Voor de cursus 2007-2009 zijn ruimten gebruikt in Mercure hotels in Nieuwegein, Rosmalen en Bunnik. Deze ruimten zijn voorzien van alle voor de lessen benodigde apparatuur, zoals (verschuifbare) tafels en stoelen, een whiteboard met stiften, een overheadprojector, beamer en scherm en laptops. • De studenten lieten zich tijdens het bezoek positief uit over de kwaliteit van de locaties. De uitkomsten van de evaluaties die A&PH sinds 2002 heeft gehouden, wijzen in dezelfde richting. • De vergaderingen met de docenten, de bijeenkomsten van de beroepenveldcommissie, de examencommissie en de opleidingscommissie zijn in Tilburg. • Een minpunt volgens het panel is dat de studenten geen toegang hebben tot bestanden van wetenschappelijke bibliotheken en/of literatuur-, kranten- en tijdschriftenbestanden. De opleiding faciliteert dit niet. Een minpunt is ook dat de pensioendatabank die in 2006 aanwezig was, niet meer door de studenten kan worden geraadpleegd. De opleiding onderzoekt of de databank weer toegankelijk is te maken voor de studenten.
28/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
•
In verband met deze kanttekeningen is het oordeel voldoende.
Facet 4.2
Studiebegeleiding en informatievoorziening
Voldoende
Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het doel van de begeleiding die A&PH de studenten van de opleiding MPLA biedt, is het bevorderen van een goede studievoortgang. • De coördinator van de opleiding treedt op als studiebegeleider. Deze functionaris voert aan het eind van het eerste studiejaar met alle studenten een gesprek, waarin de studievoortgang centraal staat. • Als de prestaties hiertoe aanleiding geven, neemt de studiebegeleider ook in de loop van het studiejaar contact op met de student. Bij onvoldoende resultaten kunnen de studenten de coördinator vragen om extra studiemateriaal. • De studenten waarmee het panel tijdens het bezoek heeft gesproken, toonden zich tevreden over de begeleiding. Zij vertelden het panel dat zij in verband met hun leeftijd en ervaring niet zo veel behoefte hebben aan studiebegeleiding. Zij voegden daaraan toe dat wanneer zich door welke omstandigheid dan ook tijdens de studie problemen voordoen, de ervaring hen heeft geleerd dat zij altijd een beroep kunnen doen op de opleiding en dan de begeleiding krijgen die nodig is. • Behalve in hun studieloopbaan worden de studenten ook begeleid in hun competentieontwikkeling. Dat gebeurt door de docenten die tijdens de lesdagen de colleges verzorgen. Zij beantwoorden vragen en geven feedback op gemaakte toetsen. • De begeleiding tijdens het afstuderen is voor de studenten beschreven in het document Richtlijnen scriptie MPLA (cursus 2007-2009) en in Richtlijnen afstudeeropdracht (cursus 2009-2011). Zodra het onderwerp van het afstudeerwerk bekend is, krijgt de student van de opleiding een afstudeerbegeleider toegewezen, waarbij wordt gestreefd naar een goede koppeling tussen het onderwerp van het afstudeerproject en de deskundigheid van de begeleider. De taken van de afstudeerbegeleider zijn (1) het goedkeuren van de vraagstelling en het bespreken met de student van de opzet en aanpak van het afstudeerwerk, (2) een tussentijdse evaluatie met het oog op de voortgang en (3) bespreking eindconcept. • Uit de enquête onder afgestudeerden die het instituut begin 2009 heeft uitgevoerd, blijkt dat de studenten tevreden zijn over de geboden begeleiding tijdens de afstudeerfase. Wel pleiten zij voor meer en betere informatie over het afstudeerproject. In verband met deze opmerkingen van de afgestudeerden heeft het instituut de Richtlijnen scriptie MPLA herzien en vervangen door het document Richtlijnen afstudeeropdracht.
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
29/51
• •
•
•
De informatie die de studenten nodig hebben om hun studie probleemloos te doorlopen, is opgeslagen in de studiegids, syllabi, de Opleidingsgids en het Onderwijsprogramma. Wanneer er vragen zijn, kunnen de studenten bellen met het bureau in Tilburg en zij kunnen hun vragen doorgeven via een speciaal voor de opleiding opengesteld e-mail adres (
[email protected]). In het zelfevaluatierapport schrijft de opleiding dat vanuit de opleidingscommissie en in mondelinge evaluaties met studenten de wens is geuit om de informatievoorziening te verbeteren. De verbeterpunten zijn (1) regelmatige en tijdige verstrekking van informatie (2) meer contacten tussen de studentengroep en de coördinator van de opleiding en (3) periodieke terugkoppeling van acties en reacties van de opleiding ten aanzien van signalen die studenten afgeven. In verband hiermee heeft de opleiding besloten om in de nieuwe cursus na afloop van elke module groepsgesprekken te voeren met de studenten. Het oordeel is voldoende.
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten
Goed
Criterium - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Akkermans & Partners Hogeschool heeft haar kwaliteitsbeleid vastgelegd in het Kwaliteitsbeleidsplan. In dit plan beschrijft A&PH kwaliteit als een essentieel element van al haar opleidingen. Volgens het plan is het de verantwoordelijkheid van de medewerkers van A&PH om vanuit hun functie of rol te zorgen voor optimale kwaliteit en actief bij te dragen aan het cyclische proces van continue kwaliteitsverbetering en kwaliteitsborging. • Het kwaliteitsbeleid van A&PH heeft een externe en een interne component. De externe component verwijst naar certificering door ISO en Cedeo, de interne component naar de PDCA-cyclus die Akkermans & Partners volgt en de evaluaties die A&P Cognitief uitvoert, inclusief de frequentie, de onderwerpen en de instrumenten om vast te kunnen stellen welke kwaliteit is bereikt en wat verbeterd dient te worden. A&PH heeft voor alle relevante aspecten van onderwijs en organisatie, zoals de instroom, de inhoud en de samenhang van het programma, de kwaliteit van de docenten, de informatievoorziening en het numerieke rendement, streefdoelen geformuleerd. • Akkermans & Partners Hogeschool heeft sinds 2003 voor al haar opleidingen een Cedeo-erkenning. Een Cedeo-erkenning betekent dat Cedeo heeft geconstateerd dat meer dan 80% van de cliënten tevreden is over de kwaliteit van de opleidingen en de performance van de opleidingsaanbieder. Daarnaast beschikt Akkermans & Partners Hogeschool over een breed palet aan gestandaardiseerde kaders in de vorm van protocollen en procedures, behorende bij de gecertificeerde ISO-standaarden.
30/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
•
•
•
•
Het panel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat Akkermans & Partners Hogeschool aan het eind van elke cursusdag het onderwijs en de organisatie evalueert. Ten aanzien van de aspecten die worden geëvalueerd, is een ondergrens vastgesteld van wat aanvaardbaar is. A&PH hanteert als norm dat in studentenevaluaties de kwaliteit van de docenten ten minste met goed moet worden beoordeeld, het oordeel over de overige aspecten moet ten minste voldoende zijn. Een lagere score of een opvallende trendbreuk, bijvoorbeeld een terugval in het oordeel van de studenten, is aanleiding voor analyse en aandacht. Behalve de studenten betrekt A&PH ook de afgestudeerden in de evaluaties. Hiervoor is de alumni-enquête ontwikkeld. Het alumnionderzoek is in het voorjaar van 2009 voor het eerst uitgevoerd en wordt in de toekomst regelmatig herhaald. Het visitatiepanel heeft tijdens het bezoek de ter inzage gelegde evaluatieverslagen bekeken en vastgesteld dat de onderzoeken van de opleiding voldoende gegevens opleveren, waardoor gericht verbeterbeleid mogelijk is. Het oordeel is goed. Een nieuw instrument dat de opleiding tegelijk met de start van de opleiding 2009-2011 wil invoeren, is de schriftelijke module-enquête onder studenten na afronding van elke module. Hiermee wil de opleiding aanvullende informatie verkrijgen over de studielast, de zwaarte en de representativiteit van de toetsen en de ervaringen met toepassing van verworven kennis in de eigen beroepspraktijk.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Goed
Criterium - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Een belangrijk uitgangspunt in het Kwaliteitsbeleidsplan is dat als uitkomsten van evaluaties daartoe aanleiding geven, deze het startpunt zijn van verbetermaatregelen. Verantwoordelijk voor het initiëren van verbeteringen is de coördinator van de opleiding. Verbeteringen die snel gerealiseerd kunnen worden, worden direct ter hand genomen. Verbeteringen die om een structurele aanpak vragen, worden eerst ontwikkeld en daarna ingevoerd. Voorts geldt dat als bepaalde uitkomsten van evaluaties te herleiden zijn tot een individuele medewerker de directeur deze resultaten met de betrokkene bespreekt. • De evaluaties die de opleiding in de periode 2007-2009 heeft uitgevoerd, leiden tot een aantal verbeteringen van de opleiding 2009-2011. Voorbeelden hiervan zijn de bijstelling van de studiegids, het opnieuw formuleren van de richtlijnen voor de afstudeeropdracht, de begeleiding van de studenten in de afstudeerfase en de toetsing.
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
31/51
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
Voldoende
Criterium - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het panel heeft vastgesteld dat studenten, afgestudeerden en het afnemende werkveld direct en de medewerkers en de docenten indirect bij de interne kwaliteitszorg zijn betrokken. • De opleiding betrekt de studenten bij de interne kwaliteitszorg door middel van wekelijks terugkerende evaluaties over alle aspecten van het onderwijs en de organisatie. Deze evaluaties worden aan het eind van elke cursusdag gehouden. Daarnaast zijn twee studenten van het cohort 2007-2009 lid van de opleidingscommissie. De opleidingscommissie bestaat sinds 2008. De samenstelling, het functioneren en de invloed van de commissie zijn vastgelegd in het Reglement opleidingscommissie. Sinds haar oprichting heeft de commissie onder meer adviezen uitgebracht over de informatievoorziening naar studenten en de procedures rond tentamens. • Het afnemende werkveld is via de beroepenveldcommissie bij de interne kwaliteitszorg betrokken. De beroepenveldcommissie (BVC) is in april 2009 van start gegaan. De samenstelling, de taken en de bevoegdheden zijn vastgelegd in het Reglement Beroepenveldcommissie. De commissie bestond tijdens het bezoek uit zes leden, het maximum is acht. Het panel heeft vier leden gesproken. • De directie van de opleiding overlegt twee keer per jaar met de BVC. De taken van de BVC zijn advisering over de kwalificatie-eisen en het curriculum, over duurzame trends en innovatieve ontwikkelingen. De deelname van de onderwijsadviseur van A&PH staat garant voor de directe vertaling van de input van de BVC naar organisatie en inhoud van het curriculum. De BVC vervangt de werkveldcommissie die in 2006 was ingesteld. • De leden van de BVC werken bij banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenadviesbureaus. Werknemers van pensioenfondsen ontbreken in de commissie. Het panel vindt dit een gemis, omdat de opleiding pensioenfondsen als een toekomstig werkterrein van afgestudeerden ziet. • De opleiding voert tweejaarlijks onder alumni een aansluitingsonderzoek uit. De eerste keer was in 2009. De geadresseerden waren de afgestudeerden van het cohort 20052007. • De docenten en de medewerkers van de opleiding zijn indirect betrokken bij de interne kwaliteitszorg. Zij worden door de opleiding geïnformeerd over de uitkomsten van de evaluaties, maar worden niet rechtstreeks door de opleiding bevraagd over hun ervaringen. Tijdens het bezoek vertelde het management dat men heeft besloten om regelmatig bijeenkomsten met docenten te beleggen over de inhoud en de actualiteit van het programma, de sturing van het leren via de studiewijzers en de door de studenten ervaren kwaliteit van de onderwijsorganisatie, onderwijsuitvoering en onderwijsfaciliteiten.
32/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
•
In verband met de kanttekeningen bij de samenstelling van de BVC heeft het panel aan dit facet niet het oordeel goed maar het oordeel voldoende toegekend
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerd niveau
Voldoende
Criterium - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Akkermans & Partners Hogeschool leidt studenten van de opleiding MPLA op tot pensioendeskundige. • De zes eindkwalificaties die de studenten tijdens hun studie moeten verwerven, heeft de opleiding vastgelegd in het Visiedocument MPLA. • Om na te gaan of de eindkwalificaties door de studenten worden behaald, zet de opleiding drie instrumenten in: (1) de toetsing en beoordeling van door de studenten geleverde prestaties, (2) de afstudeerwerken en (3) de onderwijsevaluaties en de alumnienquête. • De eerste alumni-enquête is in het voorjaar van 2009 gehouden. Afgestudeerden die de enquête hebben ingevuld, oordelen positief over de kwaliteit van het onderwijs en over de aansluiting van het onderwijs op de beroepspraktijk. Van de respondenten is 70% nog steeds werkzaam in de organisatie via welke zij de opleiding hebben gevolgd, 30% is veranderd van organisatie. Allen werken nog in de pensioenbranche. • De alumni met wie het panel heeft gesproken, bevestigden de uitkomsten van de alumnienquête. Ze vertelden dat ze trots zijn op hun opleiding. Ze waarderen de verworven kwalificaties en voelen zich beroepsbekwaam. Het studieprogramma was zwaar, maar interessant. Lacunes hebben ze niet geconstateerd. • Ook de vier leden van de beroepenveldcommissie die het panel tijdens het bezoek heeft gesproken, oordelen positief over de opleiding. De masteropleiding PLA is uniek in Nederland en voorziet, volgens de BVC, door de ontwikkelingen op pensioengebied in de toenemende behoefte aan adequaat opgeleide pensioendeskundigen. • Het panel heeft 10 afstudeerwerken bestudeerd. De opleiding had die werken enkele weken voor het bezoek aan het panel ter inzage gegeven. De afstudeerwerken zijn geschreven door studenten die de opleidingen gediplomeerd hebben verlaten. Alle afstudeerwerken behandelen een vraagstuk dat zich voordeed in de beroepspraktijk. Titels van afstudeerwerken die de afgestudeerden maakten, zijn (1) De Pensioen BV in historisch, hedendaags en toekomstig perspectief, (2) De juridische aspecten van het wijzigen van een pensioenregeling, (3) Wordt de ex-echtgenoot of echtgenote ingeval van echtscheiding bij de verdeling van de pensioenrechten te veel beschermd, (4) De opkomst en ondergang van sociale risico’s in oudedagsvoorzieningen, (5) De
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
33/51
•
•
•
• • •
streefregeling: een oplossing voor de lage dekkingsgraad van pensioenfondsen, (6) Pensioen en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en (7) De commissie gelijke behandeling: nuttig instituut of verspilde moeite? De tien afstudeerwerken vertrekken elk vanuit een real life beroepsprobleem, op basis waarvan een theoretisch kader wordt opgezet. Het probleem wordt vervolgens geanalyseerd en getoetst aan de gevonden theorie. De afstudeerwerken worden afgesloten met conclusies, aanbevelingen en een overzicht van de geraadpleegde literatuur. Het panel stelt vast dat niet alle afstudeerwerken uitmonden in een bruikbaar beroepsproduct waarin het ontwikkelde theoretische kader expliciet plaats en toepassing krijgt. De meeste afstudeerwerken zijn beschrijvend van aard. Een van de tien ingeziene afstudeerwerken bevatte een (beperkt) kwantitatief onderzoek. De werken geven het panel de indruk dat de afgestudeerden een goed inzicht hebben in de gang van zaken in de beroepspraktijk van de pensioendeskundige. Het heeft geen afstudeerwerken aangetroffen die ten onrechte met een voldoende zijn beoordeeld. Voor de opleiding 2009-2011 heeft Akkermans & Partners nieuwe richtlijnen voor de afstudeeropdracht opgesteld. Deze richtlijnen zijn vastgelegd in een handleiding voor de studenten (Richtlijnen afstudeeropdracht). In dit document, dat een van de onderdelen was van het bijgestelde informatiedossier, is bepaald dat het afstudeerproject in de toekomst moet uitmonden in een concreet beroepsproduct, bijvoorbeeld een advies. Bovendien moeten de studenten laten zien dat zij daarbij gebruik hebben gemaakt van eigen en/of andermans onderzoek. De afstudeerwerken zijn door de docenten beoordeeld aan de hand van beoordelingsformulieren. Het panel vond de beoordeling overtuigend. Het panel concludeert dat de afgestudeerden van de opleiding aan het eind van hun studie de competenties hebben gerealiseerd, die de opleiding beoogt. In verband met de kanttekening bij de afstudeerwerken is het oordeel voldoende.
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Voldoende
Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Akkermans & Partners Hogeschool heeft in het zelfevaluatierapport rendementsgegevens verzameld en geanalyseerd. Richtsnoer bij de analyse waren de door het instituut vastgestelde streefcijfers over het modulenprogramma, de afstudeerfase en de gemiddelde verblijfsduur. • De streefcijfers luiden als volgt. Het modulenprogramma (de tien modulen) is door 80% van de studenten binnen de geplande tijd van anderhalf jaar met succes afgerond. Tachtig procent van de studenten rondt het afstudeerproject binnen een half jaar af.
34/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
•
•
•
• •
•
•
•
De opleiding MPLA is door 80% van de studenten binnen de geplande tijd van twee jaar met succes afgerond. Het panel vindt de cijfers duidelijk. De MPLA is de enige masteropleiding in Nederland op pensioen- en levensverzekeringsgebied, hierdoor kunnen de cijfers niet vergeleken worden met streefcijfers van andere opleidingen. Vanaf 2001 zijn 60 studenten de opleiding ingestroomd. Het eerste cohort bestond uit negen studenten. Zij hebben alleen een zogenoemde refreshment course (de huidige module 1) gevolgd. Deze refreshment course duurde enkele maanden. In 2002 startte de tweejarige opleiding. 51 studenten hebben deze opleiding sindsdien gevolgd. Van deze 51 studenten waren er 10 afkomstig van de A&P organisatie, de overigen waren werknemers van bedrijven die actief zijn in het domein PLA. De instroom in 2007 was tien studenten. Uit de rendementsoverzichten van de opleiding in het zelfevaluatierapport blijkt dat: - van de 51 studenten die sinds 2002 met de opleiding zijn begonnen, zes studenten de opleiding tussentijds hebben verlaten, een daarvan is een student van het cohort 2007-2009. - het cohort 2007-2009 uit negen studenten bestaat. Deze studenten hebben het modulenprogramma afgerond en bevinden zich in de afstudeerfase. - tussen 2002 en 2008 totaal 27 studenten de opleiding gediplomeerd hebben verlaten, dat is 77%. - negen studenten die de studie niet hebben afgerond nooit aan de afstudeerfase zijn begonnen. Zij verlieten de opleiding toen ze het modulenprogramma hadden doorlopen. Met de aangeleverde kengetallen en streefcijfers geeft Akkermans & Partners Hogeschool er volgens het panel blijk van dat zij voldoende zicht heeft op relevante instroom-, doorstroom- en uitstroomgegevens. Het panel stelt vast dat van de drie streefdoelen één doel wordt bereikt, namelijk het doel dat 80% van de studenten het modulenprogramma binnen de daarvoor gestelde tijd afrondt. De overige twee streefdoelen zijn tot nu toe niet gehaald. Tijdens het bezoek vertelde het management van de opleiding dat men in verband daarmee de begeleiding tijdens de afstudeerfase heeft geïntensiveerd. De studenten vanaf het cohort 2007-2009 hebben namelijk tijdens de afstudeerfase minstens drie maal verplicht contact met de begeleidende docent, aan het begin, halverwege en tegen het eind. Deze maatregel is genomen om te voorkomen dat de studenten langer dan gewenst over de afstudeerfase doen. Het oordeel is voldoende.
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
35/51
36/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
37/51
Bijlage 1:
38/51
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
39/51
40/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
41/51
42/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
x
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
x
x
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
x
x
x
x
Onderwijsdeskundigheid
Studentgebonden deskundigheid
Visitatiedeskundigheid
Panellid NQA: De heer drs. L. Koekebakker
Panellid: De heer mr. drs. H.V.R. Lepoutre
x
Relevante werkvelddeskundigheid
Panellid student: De heer R.R.P. Stigter
Panellid: Mevrouw prof. LJ.E. Elsen
Master in Pensions & Life Assurance, Akkermans en Partners Hogeschool
x
x
x
x
x
x
Panellid mevrouw prof. dr. L.J.E. Elsen Mevrouw Elsen is ingezet als panellid vanwege haar onderwijsdeskundigheid, haar domeindeskundigheid en haar internationale deskundigheid. Zij heeft 24 jaar onderwijservaring op hogeschool en universitair niveau in actuariële vakken en heeft in al die jaren haar onderwijswerk gecombineerd met opdrachten in het bedrijfsleven. Over internationale deskundigheid beschikt mevrouw Elsen doordat zij op regelmatige basis buitenlandse contacten heeft, vroeger in het kader van consultantopdrachten bij AREA en Deloitte. Ook in haar huidige functie als directeur van de Koninklijke Vereniging van Belgische Actuarissen heeft zij talrijke contacten met gelijkaardige verenigingen in het buitenland, waaronder de Groupe Consultatif (Europees vlak) en IAA (Wereldwijd). Voor deze visitatie is mevrouw Elsen individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
43/51
Opleiding: 1978 – 1983 1982 – 1983 1983 – 1985 1985 – 1987 1989
K.U.Leuven, Licentiaat Wiskunde met onderscheiding K.U.Leuven, Geaggregeerde voor het hoger secundair en niet-universitair hoger onderwijs, onderscheiding K.U.Leuven, Licentiaat in de Actuariële Wetenschappen met grote onderscheiding UFSIA Antwerpen, voorbereiding van een doctoraat in de Actuariële Wetenschappen Vrije Universiteit Brussel, Kandidaat in de Rechten
Werkervaring: 1985 – 1986 Assistent UFSIA Antwerpen onder leiding van Professor De Groot 1986 – heden Professor HUB Brussel (Financiële Algebra, Risk Management, Persoonlijke Financiële Planning, Levensverzekeringen, Statistiek) 1986 – 1988 Consultant CBC (huidige Hewitt) 1988 – 1995 Consultant Area Benefits Network (bestaande uit Allianz, Royale Belge, Eagle Star en Amev) 1995 – 1997 Consultant Deloitte & Touche 1998 – 2001 Consultant Fortis 2001 – heden Directeur KVBA, Koninklijke Vereniging van Belgische Actuarissen Professor HUB (Hogeschool Universiteit Brussel) Regelmatige spreker KULAK (Postuniversitair Centrum K.U.Leuven Campus Kortrijk) 2007 – heden Gastprofessor KHM Mechelen (Inleiding tot de Actuariële Wetenschappen) Directeur KVBA (Koninklijke Vereniging van Belgische Actuarissen) Diversen: 1991 1991 – 1994 1991 – 2001 2001 – 2004
Oprichter specialisatierichting Verzekeringsmanagement (HUB) Coördinator post-universitair programma ‘Verzekeringen’ (EMS Brussel) Coördinator specialisatierichting Verzekeringsmanagement (HUB) Coördinator specialisatierichting Finance & Risk Management (HUB)
Panellid de heer mr. drs. H.V.R. Lepoutre De heer Lepoutre is ingezet als panellid vanwege zijn uitgebreide domeinkennis. Hij werkt als jurist en consultant op het gebeid van pensioen-, arbeids- en ondernemingsrecht voor pensioenfondsen en grote ondernemingen. Daarbij komen alle aspecten van het pensioenrecht aan bod. De heer Lepoutre heeft in zijn werk veelvuldig contact met klanten, daarnaast heeft hij regelmatig contact met andere partijen in de pensioenwereld zoals koepelorganisaties en toezichthouders. Sinds vier jaar gaat zijn bijzondere aandacht daarbij uit naar Pension Fund Governance. Door zijn ervaring als docent bedrijfsrecht en arbeidsrecht voor de SPD-opleiding van Praehep, en als docent in diverse pensioenrechtcursussen is de heer Lepoutre eveneens thuis in het domein onderwijs. De heer Lepoutre heeft kennis van en ervaring met visitaties en de accreditatiesystematiek. Hij is voor deze visitatie aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1970 – 1976 1976 – 1983 1986 – 1990 1991 – 1999 2002
44/51
Atheneum A, Dr. F.H. de Bruynelyceum, Utrecht Pedagogie/psychologie, Rijksuniversiteit Utrecht HEAO (economisch juridische richting) Hogeschool Utrecht (avondopleiding) Nederlands Recht, Open Universiteit Postacademische leergang Arbeidsrecht (UvA/EUR)
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
Div.
Cursusdagen door de jaren heen: • Specialisatie Pensioenrecht (o.a. bij prof. dr. E.Lutjens, VU) • Specialisatie arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht (Kluwer, Elservier, Vermande, RUU, etc.) • Specialisatie ondernemingsrecht bij OSR
Werkervaring: 1980 – 1987 Psychiatrisch Ziekenhuis Zon & Schild, Groepsleider 1987 – 2002 Stork NV, diverse functies op het gebied van arbeidsvoorwaarden en –verhoudingen, uiteindelijk Hoofd Arbeidsverhoudingen voor het concern 2002 – heden Hewitt Associates (vh. Heijnis & Koelman), jurist en consultant op het gebied van pensioen-, arbeids- en ondernemingsrecht Diversen: Nevenactiviteiten: • Bestuurslid Vereniging Larense Montessorischool 2001-2003. Vanaf 2003 tot medio 2006 bestuurslid van de Stichting belangenbehartiging Montessori-onderwijs. • Vanaf 1999 enkele jaren docent bedrijfsrecht en arbeidsrecht geweest voor SPD-opleiding Praehep. • 2006-2008 diverse cursussen pensioenrecht (verdiepingscursus in company voor rechtsbijstandverzekeraar, open inschrijvingscursussen voor Instituut voor Arbeidsrecht en Vermande) • Vanaf 1999 tot 2002 advieswerkzaamheden op persoonlijke titel op het gebied van pensioenrecht en arbeidsrecht, o.a. voor twee organisatieadviesbureaus • Lid Vereniging Pensioenrecht, Vereniging Arbeidsrecht, Nederlandse Juristenvereniging. Publicaties: • •
SDU Commentaar Arbeidsrecht. Breed opgezet Handboek, verschenen in oktober 2005. H.V.R. Lepoutre heeft het hoofdstuk over pensioenrecht geschreven. Diverse artikelen over pensioenrecht in vakbladen (o.a. in ‘Pensioen & praktijk’, ‘Tijdschrift voor pensioenvraagstukken’, IPE/IPN, ‘PensioenAlert’ en ‘Contracteren’), artikelen Financieel Dagblad, diverse Hewitt publicaties.
Panellid student de heer R.R.P. Stigter De heer Stigter is ingezet als student panellid. Hij is derdejaarsstudent Master Accounting & Finance aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, na de Bacheloropleiding Accounting & Finance met goed gevolg te hebben voltooid. De heer Stigter beschikt over studentgebonden deskundigheid met betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Hij is qua leeftijd en vooropleiding representatief voor de primaire doelgroep van deze opleiding. De heer Stigter heeft kennis van en ervaring met visitaties en de accreditatiesystematiek. Hij is aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
45/51
Opleiding: 1988 – 1996 1996 – 2002 2004 – 2005 2002 – 2006 2006 – heden
Basisschool, Open Vensters te Vlaardingen (afgerond) Havo, N&T + Economie 1 & Biologie, Spieringshoek te Schiedam (afgerond) Half jaar, Modules, University of Luton in London Luton, England (afgerond) Bachelor, Bedrijfseconomie, HES te Rotterdam (afgerond) Master, Accounting & Finance, Erasmus Universiteit te Rotterdam (heden)
Werkervaring: 2001 – 2003 2002 – heden 2003 – heden 2005 2006
TNT Post V&W (Catering uitzendbureau) Rent a Butler (Catering uitzendbureau) PriceWaterhouseCoopers (Accountants) CSR Academy (Adviesbureau op gebied van MVO)
Panellid NQA de heer drs. L. Koekebakker De heer Koekebakker is ingezet als NQA auditor vanwege zijn onderwijsdeskundigheid, verkregen door zijn opleiding en zijn ervaring als docent, onderwijskundige en auditor. Door de combinatie opleiding, werkervaring en veelvuldige inzet bij visitatietrajecten heeft de heer Koekebakker visitatiedeskundigheid bij uitstek. De heer Koekebakker heeft bovendien deelgenomen aan de NQAauditortraining Hoger Onderwijs. Opleiding: 1961 1966 1977 1984 1990
Mulo Volledig bevoegd onderwijzer MO-A pedagogiek MO-B pedagogiek Doctoraal onderwijskunde
Werkervaring: 1967 – 1970 1970 – 1974 1974 – 1981 1981 – 1991 1991 – 2001 2001 – heden 2005 – heden
Onderwijzer lager onderwijs in Amsterdam Leraar lager beroepsonderwijs in Amsterdam Leraar middelbaar beroepsonderwijs in Amsterdam Leerplanontwikkelaar, Instituut voor Leerplanontwikkeling (SLO) in Enschede Docent en onderwijskundige bij diverse opleidingen Saxion Auditor bij HBO-raad en NQA Onderwijskundige, Saxion, bij diverse opleidingen
46/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Tijdstip
Programmaonderdeel
Deelnemers
08.30 – 11.00
Aankomst Ontvangst Materiaalbestudering Intern paneloverleg
Visitatiepanel
11.00 – 11.45
Gesprek met opleidingsmanagement Mevr. mr. M.M.A. van der Veeken MPLA, directeur Akkermans Cognitief Dhr. O. Tan, directeur Hogeschool Drs. A.J. Boekholt, onderwijsadviseur
11.45 – 12.30
Gesprek met studenten
12.30 – 13.15
Lunch Intern paneloverleg
13.15 – 14.00
Gesprek met docenten
Mevr. drs. R. van der Velden MPLA Mr. J.T. Gommer MPLA Mevr. M. Nikkels
14.00 – 14.45
Gesprek met BVC en afgestudeerden
BVC - Dhr. B. van Erven, ABN AMRO - Dhr. S.E. Starreveld, Generali - Dhr. J.B.J. Preusting, A&P Support - Mevr. W.J.M. de Bruijn, Avero/Achmea
Dhr. J. van Liere FB Dhr. drs. R.P. Reynders Dhr. M. de Vries Dhr. J. de Vries
Afgestudeerden - Dhr. R. Dijkstra MPLA, Amersfoortse - Dhr. R. van Overhagen MPLA, Nationale Nederlanden - Dhr. S.R.A. Duran MPLA, Reaal Utrecht - Drs. J.W.J. Linders MPLA, FFP, Mercer 15.00 – 16.30
Materiaal bestudering Intern paneloverleg
Visitatiepanel
16.30 – 17.00
Tweede gesprek met opleidingsmanagement
Mevr. mr. M.M.A. van der Veeken MPLA, directeur Akkermans Cognitief Dhr. O. Tan, directeur Hogeschool Drs. A.J. Boekholt, onderwijsadviseur
17.00 – 17.30
Afsluitend paneloverleg Vertrek
Visitatiepanel
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
47/51
48/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
Bijlage 4:
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
Afstudeerscripties MPLA (10) Competentieprofiel Pensioenadviseur Curricula vitae docenten Evaluatieformulier Modulen (oud) Evaluaties Modulen MPLA Enquêteformulier Alumni Enquêtegegevens Alumni Kwaliteitshandboek Lijst verbeteractiviteiten MPLA Notitie Uitbreiding Onderwijsevaluatie Opleidingsgids Master PLA Onderwijs- en Examenreglement Master PLA Onderwijsprogramma Master PLA Onderzoeks- en verbeteracties Master PLA, inclusief Onderwijsprogramma (update juli 2009) Overzicht titels van gemaakte afstudeerscripties Reglement Opleidingscommissie Master PLA Reglement Beroepenveldcommissie Master PLA Richtlijnen scriptie Richtlijnen afstudeeropdracht Toetsen en beoordelen Master PLA Tentamenopgaven en -antwoorden Visiedocument Master Verslagen Opleidingscommissie Verslagen Examencommissie Verslagen Beroepenveldcommissie Vertegenwoordigers beroepenveld
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
49/51
50/51
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
Bijlage 5:
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
Eindkwalificaties van de hbo-opleiding Master Pensions & Life Assurance Akkermans & Partners Hogeschool heeft voor de MPLA zes eindkwalificaties geformuleerd. De eindkwalificaties zijn vastgelegd in het Visiedocument MPLA. In het Visiedocument is ook een toelichting opgenomen en zijn de eindkwalificaties uitgewerkt. Eindkwalificatie I De pensioenadviseur MPLA adviseert verzekeraars en pensioenfondsen, ondernemers en consumenten ten aanzien van sociale zekerheid, fiscale aspecten, civieljuridische aspecten, actuariële en verzekeringstechnische aspecten. Zijn adviesrol berust op diens expertise op het domein van pensioen- en levensverzekeringen, de werking van de financiële markten en op financiering en beleggingen. Zijn integraal advies is mede gebaseerd op internationale ontwikkelingen en rekening houdend met financieel management en employee benefits. Eindkwalificatie II De pensioenadviseur MPLA overziet en analyseert trends en ontwikkelingen in het domein PLA op macro- en strategisch niveau in relatie tot de gevolgen voor consumenten en cliënten. Hij anticipeert op maatschappelijke, nationale en internationale ontwikkelingen en vertaalt deze naar onderbouwde en voor de cliënt toepasbare adviezen (cliëntperspectief). Eindkwalificatie III De pensioenadviseur MPLA acteert op verschillende niveaus als adviseur en als pensioenexpert. Hij is een excellente pensioendeskundige en is uitermate materiedeskundig, heeft een analytisch vermogen, is ondernemend en klantgericht. Hij is integer, stelt zich onafhankelijk op en richt zijn relaties in op duurzaamheid. Eindkwalificatie IV De pensioenadviseur MPLA verwerft onderzoeksgegevens en wendt de resultaten op de juiste wijze aan. Hij onderbouwt zijn aanbevelingen en adviezen vanuit een gewogen oordeel naar aanleiding van cijfermatige evaluaties en/of onderzoeksresultaten. Eindkwalificatie V De pensioenadviseur MPLA draagt bij aan kennis- en productontwikkeling in het domein PLA door het uitdragen en/of publiceren van verworven inzichten, theorieën of concepten op basis van onderzoeksresultaten. Eindkwalificatie VI De pensioendeskundige MPLA toont een lerend en zelfsturend vermogen. Hij is gericht op het ontwikkelen van zijn expertise en professionaliteit en integreert verworvenheden op een adequate wijze in zijn handelen (transfer).
© NQA - visitatie Akkermans & Partners Hogeschool, hbo-master Pensions and Life Assurance (dt)
51/51