Scabiës in een leefgemeenschap
Hoe aanpakken?
Agentschap Zorg & Gezondheid
Scabiës of schurft is helemaal niet de wereld uit. Ook in ons land komen regelmatig gevallen voor. Het is een onschuldige maar vervelende huidziekte. Zonder adequate behandeling of maatregelen kan de ziekte zich snel uitbreiden, vooral in gesloten leefgemeenschappen, zoals woonzorgcentra, asielcentra, ziekenhuizen, internaten en kinderdagverblijven.
inleiding
Deze brochure wil verantwoordelijken van leefgemeenschappen helpen om een groepsinfectie van schurft in hun instelling op een gestructureerde en succesvolle manier aan te pakken.
Scabiës of schurft wordt veroorzaakt door de schurftmijt. Bij de mens is dat de Sarcoptes scabiei hominis.
De vrouwelijke mijt dringt na copulatie door in de hoornlaag (bovenste laag van de huid). Daar legt ze veertig tot zestig eieren en sterft ze na vijfentwintig dagen. De eitjes groeien uit tot larven die naar de oppervlakte migreren en op de huid leven. Na een tijdje veranderen ze in nimfen. In dat geslachtsloze stadium is de kans op besmetting door lichamelijk contact het grootst. Daarna worden de nimfen volwassen en start de cyclus opnieuw.
Over scabiës over scabiës
Op een patiënt met scabiës tellen we gemiddeld tien tot vijftien volwassen vrouwelijke mijten. Ze overleven zeer moeilijk los van de mens, meestal niet meer dan twee dagen bij kamertemperatuur. Nimfen kunnen twee tot vijf dagen overleven. De overlevingstijd vermindert bij hogere temperaturen of een lagere luchtvochtigheid.
Als de omgevingstemperatuur onder 15° C zakt, bewegen ze niet meer. Een ernstige vorm van schurft is de zogenaamde scabiës norvegica. Die vorm van schurft komt vooral voor bij mensen met verminderde afweer, verminderde gevoeligheid voor jeuk of een verminderde motoriek om te krabben. De patiënten hebben soms tienduizenden mijten op en in de huid en zijn dus heel besmettelijk.
Symptomen Twee tot zes weken na de besmetting ontstaan er huidafwijkingen die het gevolg zijn van een allergische reactie op de aanwezigheid van mijten in de opperhuid. Bij een herbesmetting ontstaan de reacties al na één tot vier dagen (jeuk zonder gangetjes). Symptomen zijn hevige jeuk, papels, papulovesikels, pustels, crustae, krabletsels en de typische mijtengangetjes. De gangetjes
zijn smalle, gekronkelde, bruine letsels, die een beetje verheven zijn en een lengte hebben van maximaal vijftien millimeter. Aan het begin van het gangetje kan de huid schilferen. Op het einde van het gangetje bevindt zich de mijt. Die kan zichtbaar zijn via een papel of een blaasje. In twee derde van de gevallen komen de symptomen voor tussen de vingers, op de handpalmen en op de polsen. Andere voorkeursplaatsen zijn de elleboogplooi, de oksels, de genitaalstreek, de dijen, de buik, de borst en de voetzolen. Bij volwassenen blijft het hoofd meestal gespaard. De jeuk neemt toe naarmate de infectie langer bestaat en is het ergst bij hogere temperaturen, bijvoorbeeld in bed. De plaats van de jeuk is niet noodzakelijk de plaats waar de mijten zich bevinden. Zelfs na een behandeling kan de jeuk nog tot vier weken aanhouden. Huidinfecties maken soms deel uit van het ziektebeeld en zijn het gevolg van krabletsels.
Overdracht en besmettelijkheid Scabiës wordt meestal overgedragen via direct huidcontact. Ook besmette kleding of besmet beddengoed kan de ziekte overdragen als de omstandigheden voor de mijt gunstig zijn (hoge luchtvochtigheid, temperatuur van 10 tot 15° C). In geval van scabiës norvegica is besmetting ook mogelijk door kortdurende contacten. Een patiënt blijft besmettelijk zolang mijten of eitjes aanwezig zijn. Het risico op besmetting varieert naargelang de duur en de frequentie van het contact met een besmette persoon: >> hoog risico: langdurig of frequent huidcontact met een patiënt; >> laag risico: weinig frequent of indirect contact met een patiënt, bv. via beddengoed.
Diagnose Een arts stelt de diagnose meestal op basis van klinisch onderzoek. De nachtelijke jeuk en huidletsels ter hoogte van de voorkeursplaatsen zijn oriënterend.
voorzijde
achterzijde
Alvorens tot een collectieve behandeling over te gaan, is een onderzoek door een dermatoloog aan te bevelen. Zo kan de klinische diagnose onderbouwd worden door in een microscopisch preparaat van schraapsel van een huidletsel de aanwezigheid van mijten en eitjes aan te tonen. Door laattijdige diagnose zijn er vaak al secundaire gevallen, wat de bestrijding bemoeilijkt.
De aanpak van scabiës in een leefgemeenschap is vaak complex. Het vraagt een gecoördineerd optreden van alle betrokkenen. Het is aangewezen de diagnose te laten bevestigen door een dermatoloog voor u overgaat tot een collectieve aanpak.
Coördinatie
aanpak in een leefgemeenschap
Iemand moet worden aangewezen om de aanpak te coördineren. Bij een uitbraak van enige omvang is het verstandig een stuurgroep samen te stellen die onder meer kan bestaan uit een lid van de directie, de CRA-arts, de CLBarts, een dermatoloog, een geriater, de arbeidsgeneesheer, een hygiënist, een verpleegkundige en een logistieke medewerker. De stuurgroep maakt duidelijke afspraken over de taken en opdrachten van ieder lid. De leden staan in voor de planning van de
aanpak, niet alleen voor de behandeling van de patiënten en hun contacten, maar ook voor de huishoudelijke reiniging, de wasserij, de communicatie enzovoort.
Inventarisatie en identificatie De registratie van het aantal besmette personen, met vermelding van plaats, tijd, uitgeoefende activiteit en contacten, geeft inzicht in het mogelijke besmettingspatroon en de omvang van de problematiek. Op basis van die registratie kunt u een keuze maken over de te behandelen groep, de therapie en de maatregelen.
Interventieplan Het is nuttig en nodig een efficiënt interventieplan op te stellen waarin u opneemt wie wat doet, wanneer en waar, wie zorgt voor de interne en externe
communicatie, de follow-up van de afspraken en de financiële aspecten. Alle betrokkenen moeten duidelijke instructies krijgen en ze stipt opvolgen. Neem de volgende informatie zeker op in het interventieplan: >> de dag en het uur van de behandeling; >> de gegevens van de patiënten; >> de producten; >> de wijze van behandeling met de producten; >> het tijdstip waarop de producten aangebracht moeten worden; >> de hygiënische maatregelen voor kleding en beddengoed. Vermeld in het interventieplan ook: >> instructies voor de patiënt, de contactpersonen en het personeel over de behandeling en de hygiënische maatregelen; >> de praktische begeleiding tijdens de behandeling;
>> afspraken met het personeel; >> de regeling voor ontspanningsmogelijkheden voor de patiënten; >> de regeling voor het bezoek. Het is erg belangrijk dat alle betrokkenen op de hoogte zijn van de besmettelijkheid van scabiës binnen de instelling en binnen het gezin. U moet hen ervan overtuigen dat de behandeling noodzakelijk is en voor iedereen op hetzelfde tijdstip moet plaatsvinden.
Informatie Een groepsinfectie met scabiës zorgt binnen een leefgemeenschap - maar ook erbuiten - vaak voor heel wat commotie en ongerustheid. Een snelle, open en volledige communicatie met alle betrokkenen is van essentieel belang voor het welslagen van de aanpak. Organiseer een voorlichtingsmoment vóór u de nodige maatregelen neemt.
Bepaal vooraf aan wie u wilt communiceren. Mogelijk is het nuttig om een persbericht op te stellen dat u kunt verspreiden als de pers belangstelling toont voor de zaak. Soms kunt u het best zelf contact opnemen met de (regionale) pers om desinformatie te voorkomen.
Opvolging Beoordeel het effect van de behandeling en pas eventueel de strategie aan. Zelfs na een afdoende behandeling kunnen jeukklachten nog langere tijd (drie tot vier weken) blijven bestaan. Opvolging gedurende ongeveer drie maanden is een noodzaak.
De patiënt en alle personen die langdurig of frequent huidcontact met de patiënt hebben gehad, moeten gelijktijdig worden behandeld. Bij scabiës norvegica moeten ook de personen die weinig frequent huidcontact of indirect contact hebben gehad met besmette personen, bijvoorbeeld via beddengoed, de behandeling ondergaan.
Hygiënische maatregelen >> Was het beddengoed en alle kleren die men tot vijf dagen vóór de behandeling heeft gedragen, op minstens 50 °C.
behandeling
knoopte plastic zakken en bewaar ze op kamertemperatuur gedurende vijf dagen. Rol grote tapijten op en plaats ze vijf dagen in de hoek van een kamer. Stofzuig ze daarna grondig. >> Voor zaken die u niet heet mag wassen, kunt u ook de volgende alternatieve behandeling toepassen: -- Steek ze twintig minuten in een hete droogkast. -- Steek de gevulde en dichtgeknoopte plastic zakken in de diepvriezer op een temperatuur van -20 °C en laat ze twaalf uur zitten.
>> Stop kleren die u niet zo warm mag wassen, stoffen knuffels, schoenen en pantoffels in goed dichtgeknoopte plastic zakken. Laat die zakken gedurende vijf dagen goed dicht en bewaar ze op kamertemperatuur.
>> Stofzuig alle matrassen grondig. Als de besmette persoon op een matras zonder hoeslaken geslapen heeft, volstaat stofzuigen niet om alle eitjes en mijten te verwijderen. Lucht de matras dan gedurende vijf dagen bij kamertemperatuur en stofzuig ze daarna grondig.
>> Stop ook kussens van stoffen zetels, dekens en kleine tapijten in dichtge-
>> Poets de ruimten met een gewoon schoonmaakmiddel.
Insmeren met zalf Voor het insmeren >> Zorg ervoor dat u de hygiënische maatregelen genomen hebt. >> Knip de nagels kort.
Hoe insmeren >> Smeer heel het lichaam in met de zalf, vanaf de hals tot en met de voetzolen. Bij kinderen die tussen twee maanden en twee jaar oud zijn, smeert u ook het hoofd en het gezicht in. >> Laat de zalf twaalf uur op het lichaam zitten.
Na het insmeren >> Leg schone lakens en kussenslopen op de bedden. >> Zorg ervoor dat de betrokkene zalf aanbrengt op de handen telkens hij ze
>> Zorg dat de betrokkene na twaalf uur een douche of bad neemt en schone kleren aantrekt.
Voordelen: >> 8 tot 12 uur inwerken volstaat >> het product maakt geen vlekken >> het verspreidt geen storende geur >> het gebruik ervan is veilig, ook voor zuigelingen vanaf 2 maanden, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven (zie bijsluiter Zalvor en Red Book 2000)
>> Als u ’s avonds start met de behandeling, moet u het beddengoed ’s morgens opnieuw vervangen en wassen.
Nadeel: het product is vrij duur en wordt niet terugbetaald door het RIZIV (de magistrale bereiding is goedkoper)
heeft gewassen. >> Zorg dat de betrokkene na elk toiletbezoek de schaamstreek en bilplooien weer insmeert.
Producten Voorkeurspreparaat PERMETHRINE 5%
Zalvor‚-crème (Wellcome) 30 g Magistrale bereiding is ook mogelijk: R/ Hydrofiele crème met 5% permethrine TMF. De hoeveelheden die gewoonlijk worden voorgeschreven zijn 60 g en 100 g.
Dosering: >> patiënten ouder dan 12 jaar: 1 tube van 30 g >> kinderen van 6 tot en met 12 jaar: 1/2 tube van 30 g >> kinderen van 1 tot en met 5 jaar: 1/4 tube van 30 g >> baby’s van 2 maanden tot en met 1 jaar: 1/8 tube van 30 g Toepassing: de crème aanbrengen en na de inwerkperiode het lichaam grondig wassen.
Herhaling: ten vroegste 1 week na de eerste behandeling. Contra-indicaties: overgevoeligheid voor permethrine, synthetische pyrethroïden, pyrethrines en formaldehyde (mogelijke kruisallergie), of een ander bestanddeel van de crème.
Alternatieve preparaten BENZYLBENZOAAT
Magistraal R/Emulsie met 10% of 25% benzylbenzoaat TMF De door het RIZIV maximaal terugbetaalde hoeveelheden zijn: 200 g in het geval van een acute aandoening en 600 g in het geval van een chronische aandoening. De emulsie met 10% benzylbenzoaat is eerder aangewezen voor de behandeling van kinderen.
Om de hoofdhuid, de nek en het aangezicht te behandelen bij kinderen jonger dan twee jaar, gebruikt u beter de hydrofiele crème met 5% permethrine.
Toepassing: één behandeling duurt drie keer 24 uur achter elkaar. 24 uur na de laatste behandeling het lichaam wassen met water en zeep.
Deze zalf wordt aangeraden bij zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.
Herhaling: zo nodig 1 week na de laatste behandeling.
Voordelen: >> goedkoop >> ook voor zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, zonder nadelige gevolgen voor het kind Nadelen: >> het product is kleverig en heeft een onaangename geur, het brandt in open krabwondjes en wordt soms moeilijk verdragen (dermatitis) >> het product doodt alleen mijten, geen eitjes >> de behandeling duurt drie dagen
Contra-indicaties: geen
IVERMECTINE
Mectizan‚ MSD – per tablet 6 mg ivermectine / Stromectol® MSD – per tablet 3 mg ivermectine Voordelen: >> eenmalige behandeling >> actief bij scabiës norvegica Nadelen: >> niet geregistreerd in België >> niet gebruiken bij kinderen die minder dan 15 kg wegen >> bij zwangere vrouwen alleen gebruiken als het strikt noodzakelijk is >> voorbijgaande opflakkering van jeuk
Dosering: >> één orale dosis van 200g/kg of 12 mg (volwassenen) >> de dosis kan op elk tijdstip van de dag worden ingenomen, maar binnen twee uur vóór en na toediening mag de patiënt niet eten, omdat de invloed van voedsel op de absorptie onbekend is. Herhaling: >> gewone scabiës: -- pas 4 weken na de behandeling wordt herstel definitief geacht -- bij blijvende jeuk of schilferende letsels is vóór het verstrijken van deze periode geen tweede behandeling aangewezen -- toediening van een tweede dosis binnen twee weken na de aanvangsdosis moet alleen worden overwogen: • als er nieuwe specifieke letsels ontstaan • als op dat moment het parasitologisch onderzoek positief is.
>> scabiës norvegica: een tweede behadeling binnen 8 tot 15 dagen kan nodig zijn.
meer info www.zorg-en-gezondheid.be/schurft
v.u. Dirk Dewolf, administrateur-generaal Agentschap Zorg en Gezondheid, Koning Albert II-laan 35 bus 33, 1030 Brussel - 07/2015
Agentschap Zorg en Gezondheid Koning Albert II-laan 35 bus 33 1030 Brussel www.zorg-en-gezondheid.be