Hoe gezondheid een industrie werd.
29. De vele aspecten van de mens. In het wetenschapsbedrijf kun je 'splitters' en 'dotters' onderscheiden, splitsers en klonteraars. Het overgrote deel van de moderne wetenschap bestaat uit splitsen, het opdelen van processen in steeds kleinere onderdelen. Vroeger bestonden er alleen maar chirurgijns, in mijn jeugd had je een huisarts, internist, chirurg en kinderarts. Tegenwoordig kweekt de geneeskunde meer specialismen dan konijnen jongen. Een deel van de internisten werd endocrinoloog (specialist van klieren), een deel van de endocrinologen werd diabetoloog (specialist in suikerziekte), een deel van de diabetologen werd kinderdiabetoloog. Kennis wordt steeds verder opgesplitst in kleine onderdelen, die dan weer verder onderzocht worden. Splitsen is de manier om kennis te verdiepen, maar het grote gevaar dat het overzicht verloren gaat. Klonteraars trachten betekenis te geven aan de informatiestroom door de vele kleine eenheden weer bij elkaar te klonteren tot grotere verbanden. Geneeskunde is te eng, en daarom verheffen klonteraars het tot algemene biologie: de darwinistische geneeskunde. 44. Het is echter wel noodzakelijk dat ze niet wordt gesnapt. Vrouwen die worden betrapt, worden afgeranseld en riskeren te worden verstoten, zo niet vermoord. Tot vandaag geldt in de Belgische wetgeving een grote lankmoedigheid tegenover mannen die hun vrouw uit jaloezie vermoorden. Deze moordenaars worden niet zelden vrijgesproken, 'handelend onder onweerstaanbare dwang', ook als hun vrouw een lieve dame was die geen andere zonde heeft bedreven dan haar benen te spreiden voor een andere man. Het omgekeerde gebeurt nooit. Een vrouw die haar man vermoordt, kan clementie krijgen, maar enkel als het slachtoffer gewelddadig was en haar het leven onmogelijk maakte. Een vrouw die haar man vermoordt puur uit jaloezie, omdat hij is vreemdgegaan, komt er nooit van af met 'onweerstaanbare dwang'. Deze jurisprudentie toont onze genen in actie. Er staat in onze genen geschreven dat een man meer vrouwen mag bevruchten, maar een vrouw mag haar man niet opzadelen met een koekoeksjong. 107. Maar wie terugblikt op de geschiedenis, ziet door zware arbeid kapotgeraakte gewrichten. Gegevens van Amerikaanse veteranen, onderzocht aan het begin en aan het einde van de twintigste eeuw, tonen een dramatische verbetering van hun fysieke capaciteiten door de vermindering van zware arbeid. Aan het begin van de eeuw waren hun ruggen krom, hun heupen kapot, hun knieën in de vernieling. Het vóórkomen van dit soort beperkingen was gehalveerd. De uitvinding van machines die ons de zware arbeid uit handen namen, verbeterde de gezondheid van onze gewrichten dramatisch. Gezond bewegen is wandelen, rustig fietsen, spelen met de kinderen, rommelen in de tuin. Wie graag sport omdat hij het plezierig vindt – houden zo, hoe langer hoe beter. Wie sport omdat het gezond is, laat zich in het ootje nemen door de profeten van de gezondheidsreligie: sporten is juist de belangrijkste oorzaak van blessures. De gekken die op hun racefietsen Tour de Fransje spelen op wandelwegen, brengen ook nog eens de gezondheid van anderen in gevaar.
128. De herformulering van alle politieke en sociale problemen in termen van gezondheid is een typisch kenmerk van de opdringende medicalisering en het gezondheidsfascisme. 129. Wie wat wil bewijzen uit politieke of ideologische motieven, gebruikt een 'rekenmodel'. Dergelijke rekenmodellen zijn gewoon lange rekensommen, in een computer gestopt. Zo'n rekenmodel is perfect circulair: het resultaat wordt bepaald door wat je erin hebt gestopt. Voor een leek is dat vaak niet duidelijk, maar een rekenmodel leert ons niets over de theorie, enkel over wat die theorie over de praktijk zegt. Als de theorie dubieus is, is de berekening even twijfelachtig. De enorme dodentol die passief roken of fijn stof veroorzaakt, bestaat enkel in byzantijnse rekenpartijen van activisten. De pers neemt deze graag over: sensatie verkoopt. Een 'computermodel' klinkt daarbij als echte wetenschap, terwijl het eerder het tegendeel is. Het doorsnee computermodel dat aantallen doden berekent, is meestal ordinaire oplichterij. 162. Hoe beter onze gezondheid, hoe groter de bemoeienissen. Het bedrijfsleven wil graag verkopen. Politici zoeken steun van het publiek voor hun projecten en om hun cliënten in een steeds groeiende ambtenarij te onderhouden. Deze groeiende ambtenarij moet de zin van haar bestaan bewijzen. De wetenschappelijke industrie (vroeger universiteiten genoemd) jaagt op onderzoeksfondsen. De media zoeken lezers en kijkers. Er is nauwelijks iemand die er belang bij heeft om de indrukwekkende bemoeizucht met je gezondheid wat te temperen. Vandaar dit tweede deel. Deze bemoeienissen worden vaak verkocht met het geduldige motto 'preventie'. Preventie is ontzaglijk succesvol geweest. 'Preventie' betekende echter de strijd tegen infectieziekten, door algemene regels van hygiëne, door betere woningen, vaccinatieprogramma's en soms actieve opsporing. Primaire preventie betekent het voorkomen van ziekte. Het kan tegenwoordig echter ook betekenen: maak de mensen bang. Maak de mensen bezorgd, zodat ze je diensten, ideologie‘n of producten kopen. Er is een hele adviesindustrie gegroeid, doorgaans meer handelend op basis van wanen dan wijsheid. Secundaire preventie betekent het tijdig opsporen en behandelen van ziekte. Het betekent tegenwoordig ook 'praat de mensen een ziekte aan'. Jaag de mensen de stuipen op het lijf tijdens een 'gratis' screening en genees ze van een ziekte die ze niet hebben. Succes gegarandeerd: mensen die iets mankeren, hebben de beste prognose, en genezen patiënten blijven je eeuwig dankbaar. 179. Heeft het zin om jonge mensen in te enten, terwijl die waarschijnlijk toch niet ziek zullen worden en terwijl die - als ze toch griep krijgen - de ziekte op eigen kracht kunnen overwinnen? De beste behandeling voor griep is paracetamol of aspirine, een goed boek en een paar dagen geduld. Griepvaccinatie lijkt te werken waar ze niet moet werken (bij gezonde mensen die een griep gemakkelijk afslaan) en
niet te werken waar ze dat wel moet doen (bij zieken en bejaarden met verzwakte immuniteit). Vermoedelijk is het wel nuttig om het personeel in de zorg te vaccineren: zij pikken het virus op bij hun jonge kinderen en brengen het binnen in de bejaardenoorden. Zelf zullen ze er niet aan overlijden, maar hun patiënten wel. Die patiënten zijn doorgaans ziek of versleten, maar hebben er niet om gevraagd dat hun verzorger of verpleger hen aansteekt met een voor hen mogelijk dodelijke ziekte. Voor het nut van vaccinatie is daarom in dit geval minder hard bewijs nodig. Dit is een vorm van voorzorg, om anderen te beschermen. Een dergelijke voorzorg is gebaseerd op argumenten van redelijkheid. 181. De overheid ging overstag. De griepmaffia speelde schaamteloos de Europese landen tegen elkaar uit, die zich nog schaamtelozer tegen elkaar uit lieten spelen. De productiecapaciteit was beperkt: wie het eerst komt, het eerst maalt. Osterhaus leek ervan te genieten om te waarschuwen dat Nederland achteraan in de rij zou staan als het niet nu griepremmers bestelde. Het stervende volk zou zich tegen zijn politici keren. Onder het motto 'ikke, ikke, ikke, en de rest mag stikken', stortten de ministers van Volksgezondheid zich op de farmaceutische industrie in een wedren om bestellingen. Had men mij dit op voorhand verteld, ik had erom gelachen. Het blijft het sterkste staaltje van de eenentwintigste eeuw: grote aantallen medicijnen die niet werkten, werden aangeschaft tegen een pandemie die niet bestond. Dat gebeurde allemaal in een tijd dat de gezondheidsbudgetten meer dan ooit onder druk stonden. voordien nog enig geloof had gehecht aan gezondheidsambtenaren, wetenschap of industrie, dan was daar vanaf toen in ieder geval niets meer van over. Griepremmers werken enkel als je ze neemt. In theorie moet je ze dus een heel winterseizoen nemen om beschermd te zijn. Voor één dollar per dag per hoofd van de bevolking is dat niet goedkoop. Daarom moesten griepremmers worden gerantsoeneerd. Een wanstaltig gegroeide griepambtenarij stortte zich op het maken van rampenplannen, het ene nog groter dan het andere, het ene nog gekker dan het andere. (…) Na verloop van tijd zakte de grieppaniek langzaam weg. Er gebeurde helemaal niets. Verder onderzoek documenteerde definitief dat dit vogelgriepvirus nooit in staat zou zijn geweest om erg besmettelijk te worden voor de mens. De verantwoordelijken werden niet gestraft voor hun onverantwoordelijke bangmakerij. Integendeel: ze bereidden met nog meer ijver de volgende paniekpandemie voor. In april van 2009 was het zover. 184. De wetenschappelijke industrie liet zich deze kans echter niet zomaar ontglippen. Ze begon opnieuw de media te bewerken. Osterhaus was weer niet van het Nederlandse televisiescherm te weren. Het ophokken van deze virulente viroloog had Nederland veel schade aan de volksgezondheid bespaard. Dit keer werd het spookbeeld van de 'tweede golf' van de Spaanse griep ingezet. Het is waarschijnlijker dat er toch een kwaadaardige kabouter in je tuin zit dan dat deze theorie over de tweede golfkan kloppen. Het is op niets dan speculatie gebaseerd. De gezichtsloze deskundigen van de WHO deden het nog veel beter: ze veranderden de definitie van
een pandemie. In vertaling luidde deze oorspronkelijk: 'Een influenzapandemie vindt plaats wanneer een nieuw virus verschijnt waartegen de menselijke bevolking geen weerstand heeft, met als gevolg wereldwijde epidemie‘n met enorme aantallen zieken en doden.' Deze definitie werd nu: 'Een influenzapandemie vindt plaats wanneer een nieuw virus verschijnt waartegen de menselijke bevolking geen weerstand heeft.' Terwijl dit kan gelden voor ieder nieuw virus, ook het meest goedaardige, had deze wijziging verstrekkende gevolgen. Na de pandemie van vogelgrieppaniek waren overal dikke draaiboeken gemaakt over wat te doen in geval van een moordende 194. We zijn dat wel vergeten, maar in Nederland werd de pil pas laagdrempelig toegankelijk in 1972. En in België was reclame voor de pil tot 1974 zelfs verboden. Enkel wetenschappelijk uitschot, verdacht op een regelmatige druiper, verlaagde zich tot onderzoek naar soa's. Toen die onderzoekers eindelijk aandacht kregen, moet de wraak heel zoet hebben gesmaakt. Maar bovenal: de kassa van de bang gemaakte politiek begon te rinkelen. Na decennia op een heel mager houtje te hebben gebeten, kwamen de onderzoekssubsidies in ware tsunami's aanrollen. Je kunt je voorstellen dat ze niet echt blij waren met spelbedervers die meldden dat hiv en aids geen ernstige gezondheidsprobleem waren voor de gemiddelde burger, dat condooms zelfs nog geen begin van een oplossing boden, maar dat daling van partnerwissel een krachtige manier was om de hiv-epidemie te remmen en te stoppen. De aidsonderzoekers waren dan ook de eerste factie die de geforceerde wetenschappelijke consensus oplegde: wie zich niet conformeerde, werd in feite buitengesloten. Was dit de enige manier om de burgerij te mobiliseren voor een ziekte die vooral negers, junks en gays trof? Ik denk van niet. Intussen heeft het beleid dat wetenschappelijke kennis negeerde ten voordele van een politiek correcte ideologie en persoonlijke ambities, vreselijke ravages aangericht in Afrika. 196. Wat er gebeurde, kon in de jaren negentig worden beschreven met netwerkmodellen, die mogelijk waren geworden door het gebruik van de computer. Het model dat ik gebruikte, was een analytisch model, dat transmissiecycli beschrijft met wiskundige formules. Nu is seksueel verkeer in menselijke gemeenschappen nogal complex om te vatten in wiskundige formules. Netwerkmodellen beschrijven numeriek een virus dat zich verspreidt door een virtuele populatie met een aantal variabelen zoals leeftijd, geslacht, duur van de relatie, besmettelijkheid van het virus en dergelijke. Het geheim van aids in Afrika bleken de langdurige gelijktijdige partnerschappen. Moderne heteroseksuele gemeenschappen kennen partnerwissel in de vorm van seriële monogamie. Polygame relaties blijven vaak ook gesloten, waarvan de lage hiv-prevalentie in moslimgemeenschappen getuigt. In Afrika hadden meerdere partners meerdere partners, en ze hadden daar een langdurige relatie mee. De verspreiding in dergelijke open netwerken wordt niet gedreven door partnerwissel, maar door langdurigheid en gelijktijdigheid. Neem een tweejaarlijkse overdrachtskans van 15 procent in Afrika. Na een nieuwe besmetting lopen de directe partners een tweejarig risico van 15 procent, de partners van partners een tweejarig risico van 2 procent, de partners van partners van partners
van 0,3 procent. Dat loopt op in de tijd. Twee partners is niet veel, maar bij levenslange universele bigamie en biandrie staat letterlijk iedereen met iedereen in seksueel contact. Er is niets dat het virus stopt, behalve de lage besmettelijkheid. De infectiekans in de hele bevolking wordt dan bepaald door de kans dat de drager van het virus ooit een levenslange partner infecteert, ergens tussen de twintig en dertig procent. 198. Aids in Afrika heeft niets te maken met armoede. De rijkste Afrikaanse landen, die in zuidelijk Afrika, zijn het hardst getroffen. Binnen landen zijn er grote verschillen tussen rijk en arm, waarbij de rijken steeds het meest worden getroffen. De reden is simpel. Vrouwen zijn duur: wie seks met meer vrouwen wil, moet dokken. Er is wel een relatie met ontworteling van het traditionele paar. In de zwaarst getroffen landen bestaat er een zeer grote sociale ongelijkheid, en zijn veel vrouwen hoofd van een huisgezin zonder man. Die weten vaak geen andere uitkomst dan het verhuren van hun vagina. Tests en behandelen zijn nuttig voor die landen die het zich kunnen permitteren en zeker voor de slachtoffers, maar hebben geen impact op de hiv-epidemie. Wie seropositief test, zal daarom zijn seksuele gedrag niet veranderen. Wie seronegatief test, krijgt de boodschap dat hij goed bezig is, ook al heeft hij mogelijk slechts veel geluk gehad. Wie heel besmettelijk is in het begin van de infectie, test seronegatief. Vrouwen die seropositief testen bij seronegatieve mannen riskeren een afranseling – als ze geluk hebben. Behandeling doet de besmettelijkheid dalen, maar doet ook de zin voor seks weer toenemen bij voorheen zieke mensen. Het gebeurt overal: behandeling doet de epidemie ironisch genoeg weer opleven. Aids lijkt inmiddels geen doodvonnis meer. In de praktijk is de behandeling duur, omslachtig, levenslang en is het langetermijn-effect onzeker. De behandeling is niet curatief. Hiv blijft aanwezig, ook met behandeling, en muteert graag en snel. Zeker in Afrika durf ik het langetermijneffect van behandeling te betwijfelen. Levenslange behandeling in zwakke gezondheidssystemen is een heikele optie. Je hoeft geen nihilist te zijn om te vrezen dat een interessant regiment multiresistente virussen worden gekweekt door onregelmatige en onvolledige behandelingen in Afrika. 199. De schaarse berekeningen tonen aan dat condooms door hun beperkte effect ook in Afrika gezondheidseconomisch gezien erg duur zijn. De schaarse empirische studies over condoomgebruik in Afrika wijzen op een klassiek fenomeen: risico compensatie. Risicocompensatie betekent dat hoe veiliger de auto is, hoe riskanter het rijgedrag wordt. Mannen met gemakkelijke toegang tot gratis condooms hebben meer kans om met hiv besmet te worden dan mannen voor wie dat niet zo is. De mannen met condooms hadden meer en riskantere seks en een hogere graad van besmetting dan de controlegroep. Waarschijnlijk besloten mannen die condooms hadden sneller tot seks, maar gebruikten ze deze niet op le moment suprème. ben geen aanhanger van de paus, en zeer zeker niet van deze, maar waar het geloof in condooms de beperking van het aantal partners als strijdmiddel tegen de verspreiding van hiv heeft tegengewerkt, heeft dit veel kwaad gedaan.
205. Er zijn veel gegevens die aantonen dat Afrikanen in staat zijn hun gedrag aan te passen aan de aanwezigheid van een dodelijk virus dat door de netwerken van langdurige gelijktijdige partnerschappen sluipt. Het aantal slachtoffers dat in Afrika is gevallen omdat wetenschappelijke kennis over soa-dynamiek werd verdrongen door ideologie en geloof is niet te berekenen, maar veel te groot. De bitterste vaststelling is dat je mislukkende en mislukte staten niet zomaar even helpt door wat geld te storten. Door het vele geld verloor ontwikkelingshulp zijn humanitaire ziel en moraliteit en werd het een industrie met haar eigen perverse logica. De mislukte staten van zwart Afrika hebben duidelijk meer nodig dan geld. Hoe een zwakke en verdeelde internationale gemeenschap hen ooit daarbij gaat helpen, blijft een vraag, maar wel een dringende. 216. Maar de determinerende factor is de 'T' van toeval, dat bepaalt of de toevallige genetische schade kankerverwekkend is. Dan is er nog de 'T' van tijd, waarbij toevallige schade toeneemt en kanker de kans krijgt zich te ontwikkelen. Om te leven moet je eten. Je krijgt dus kanker van eten. Daar houdt de relatie tussen voeding en kanker op. Na vijftig jaar voedingsonderzoek kunnen we besluiten dat er gezonde en minder gezonde voeding bestaat, maar dat er zelden een rechtstreeks verband bestaat tussen dieet en kanker, en dat de verbanden die bestaan zwak zijn en onbewezen blijven. De ironie wil dat een van de weinige echte harde carcinogenen aflatoxines zijn, toxines van schimmels die voorkomen in 'biologisch' voedsel, dat niet is behandeld met schimmelwerende producten. De resultaten van vijftig jaar voedingsonderzoek zijn miezerig dun, zo dun dat we het zonder hadden kunnen stellen. Als we dit onderzoek waarderen in gewonnen levensjaren, is die winst erg klein. Goede boter is vervangen door erg slechte margarine, die dan later gelukkig weer werd vervangen door wat betere margarine. Daar houdt het zowat op. Maar bovenal is onze voeding alsmaar gezonder geworden. Een eerste reden is de uitvinding van de koelkast en diepvriezer. Vroeger waren mensen gedwongen om vlees te pekelen of te roken om het lang te kunnen bewaren, en dat zijn beide oorzaken van kanker. Een tweede, verwante reden is de beschikbaarheid van vers fruit en verse groenten, twaalf maanden per jaar. Vroeger waren mensen afhankelijk van het fruit en de groenten van het seizoen, of van bewaard fruit. Bewaarde groenten of fruit worden vaak slachtoffer van schimmels, een bekende oorzaak van kanker. Alle moderne bewaringsmethoden zijn beter dan bederf. Biologisch voedsel kan om landbouwtechnische redenen worden bevorderd, maar zeer zeker niet om gezondheidsredenen. Theoretisch is het tegendeel waar. Echt biologisch voedsel is levensgevaarlijk. Van een echt biologische aardappel krijg je moordende buikpijn. De kans bestaat dat je die niet eens overleeft: de aardappel komt uit de familie van de nachtschade. Het is helemaal niet in het voordeel van een plant om te worden opgevreten - tenzij onder bepaalde condities. De gemiddelde plant bestrijdt vraat door chemische oorlogvoering. Toch blijft voedingsonderzoek bloeien; de moderne wetenschappelijke industrie stelt zich maar al te graag in dienst van de voedingsindustrie. Onsuccesvolle onderzoeksprogramma's worden niet meer gestopt, maar blijven vegeteren tot aan het einde der tijden. Gedreven door marktdenken ontwikkelt de voedingsindustrie altijd
wel een ander niemendalletje, dat dan wordt gepromoot door deskundigen. Voedingssupplementen hoeven echter niet te worden onderworpen aan rigoureus vergelijkend onderzoek Aangezien dergelijke nieuwigheidjes dus nooit degelijk worden getest in menselijke bevolkingen, is het onbekend of de theoretische voordelen opwegen tegen de praktische nadelen. Als er dan toch een keer een degelijke test wordt uitgevoerd, blijkt vaak dat we weliswaar niet regelrecht worden vergiftigd, maar evenmin dat we er beter van worden. Om te leven moet je ademen. Je krijgt dus kanker van ademen. De relatie tussen vervuilde lucht en kanker is altijd erg moeilijk geweest om aan te tonen. Dat is niet zo vreemd: het inademen van tabaksrook door een brandende sigaret was zo verschrikkelijk kankerverwekkend dat de effecten van luchtvervuiling enkel aan te tonen waren bij individueel onderzoek van nooit-rokers, liefst gehuwd met nooit-rokers en werkend met nooit-rokende collega's. Het was aartsmoeilijk om door de dichte walmen tabaksrook heen effecten te meten van andere milieufactoren. Dat neemt niet weg dat in velerlei vormen van vervuiling kankerverwekkende stoffen zijn aan te tonen. Maar anderszins zijn mensenlongen zeer sterk, door natuurlijke evolutie gemaakt om schade te herstellen en te neutraliseren. Wij zijn met grote zekerheid het nageslacht van mensen die succesvol het vuur hebben overmeesterd. Wij zijn zowat de vijftig duizendste generatie die is blootgesteld aan de rook van brandend hout, dat nogal wat kankerverwekkende stoffen bevat. 228. Wat betreft de epidemiologie van borstkanker zijn Vlaanderen en Nederland identiek, met een identieke borstkankersterfte. Borstkankerscreening werd in Nederland ingevoerd in de jaren negentig van de vorige eeuwen had in 1996 een nationale dekkingsgraad van tachtig procent. In Vlaanderen vond die invoering tien jaar later plaats en verliep dat veel"moeizamer. Er bestond in 2006 een dekkingsgraad van zestig procent. 229. Het RIVM zegt dat screening jaarlijks zevenhonderd sterfgevallen voorkomt. Dat is dus meer dan de totale sterf te daling van zeshonderd sterfgevallen. Deze borstkankersterftedaling in de hele Nederlandse bevolking is mede veroorzaakt door verbeterde behandeling. Die wordt gewoonweg genegeerd. In de leeftijdsgroepen die niet waren gescreend, of in Vlaanderen dat voordien niet screende, is de daling van de borstkankersterfte identiek aan de gescreende leeftijdsgroepen in Nederland. Deze bevindingen worden overal in Europa gereproduceerd. De borstkankersterfte daalt overal in de EU, maar deze daling treedt op door verbeterde behandeling. Er is nergens enig effect aantoonbaar van georganiseerde borstkankerscreening. Het enige dat onomstotelijk is aangetoond, is dat de screeningindustrie en haar ambtelijke vertegenwoordigers geen schaamte kennen. Ze liegen en blijven liegen, terwijl ze als deskundigen beter weten. Wat betekent dit nu voor jou persoonlijk? Kankerscreening is een spel van kansen. Aan de ene kant kun je de hoofdprijs winnen: tijdens een screening wordt een kwaadaardige kanker op tijd ontdekt. Dat levert je achttien jaar langer leven op. Ik geef toe een aanzienlijk cadeau. Anderzijds is de kans echter veel groter dat jou een slehct lot treft: je krijgt de diagnose borstkanker te jhoren en onderonterecht een
loodzware behandeling. Waarom onterecht? Omdat je op de lange termijn nooit aan die borstkanker zou zijn overleden. De behandeling was dus onnodig; de angst, pijn en risico's tijdens de behandeling krijg je er gratis bij. 260. Borstkankerscreening is een precedent: ondanks alle propaganda is er nooit enige aanwijzing geweest dat de borstkankersterfte ook echt daalt in de gescreende bevolkingen. Het belangrijkste motief om mee te doen aan de kankerscreening is de wens om gerustgesteld te worden. De screenende arts mag mensen echter nooit geruststellen, wegens de gesel van de intervalkanker. Bovendien gaf de officiële propaganda de woord 'liegen dat het gedrukt staat' een nieuwe inhoud. Het valt te vrezen dat de consument weer even systematisch voor de gek zal worden gehouden. Coloscopietoestellen zijn duur, coloscopieartsen nog duurder. Vermoedelijk is dit de hoofdreden warom artsen zo voor dikkedarmkankerscreening zijn, maar enkel wanneer dit wordt uitgevoerd bij anderen. Zelf doen ze er niet aan mee. dit Dat is het grote ethische probleem: een techniek wordt met veel poeha verkocht, terwijl de beroepsgroep haar voor zichzelf niet wenst te gebruiken. Rationele onwetendheid. Het Nederlandse borstkankerscreeningprogramma kost ongeveer vijftien euro per vrouw per jaar. Dat lijkt weinig, maar in totaal komt het toch neer op zo'n vijftig miljoen euro per jaar. Als we daar de kosten van overbehandeling van zo'n twee tot drieduizend schijnkankers bijtellen, komen we vermoedelijk ergens in de buurt van de 75 miljoen. Je moet tien jaar lang duizend tot tweeduizend vrouwen screenen om één sterfgeval te voorkomen, wat neerkomt op zo'n 150.000 euro per voorkomen sterfgeval. Als borstkankerscreening ook werkt in de praktijk, wat tot nog toe nooit is bewezen. Dat is niet duur vergeleken met andere interventies, maar het is meer dan de helft van alle geld uitgegeven voor de behandeling van borstkanker in die leeftijdscategorie. 272. Werd dokter Knock dermatoloog? Huidkanker en huidkankerscreening vormde zo het paradijs van dokter Knock, of de Triomf der Prevevntieve Geneeskunde. Dokger Knock is een personage uit het toneelstuk 'Kmock ou la triomphe de la médecine' van de `~fransman en latere Nobelprijswinnaar Jules Romains. Het is een geniale satire op de preventieve geneeskunde, geschreven in 1920. Doker Knock is een kwakzalver die een financieel heel succesvolle praktijk organiseert volgens de principes van de preventieve geneeskunde. Hij organiseert daarbij ' primaire preventie', waarbij mensen bang worden gemaakt voor allerhande verboregen aandoeningen. Vervolgens houd thij gratis spreekuur op de marktdag, om deze verborgen aandoeningen op te sporen: een uitstekend voorbeeld van secundaire preventie. Hij praat zijn klanten succesvol een ziekte aan. En neen, de behandeling is niet gratis. Hij weet zo succesvol een heel dorp van gezonde boeren te veranderen in bedlegerige patiënten.
Gezonde zorg is zorg voor zieken. Als je een raar vlekje hebt dat onregelmatig is, begint te groeien en ontsteekt, dan is het tijd om naar de huisarts te gaan. Maar als je gezond bent, kun je daar beter wegblijven, tenzij je de diepzinnige wijsheid wilt aanhoren dat je laten verbranden dom is en slecht voor de gezondheid. 291. Dit was nochtans een essentieel feit: deze oefening was een bureaucratisch ritueel. Volgens het boekje moest het, dus gebeurde het. De verantwoordelijke ingenieurs wisten heel goed dat de kerncentrale onveilig was. En boem, daar ging ze. Het uitvoeren van rituele veiligheidsoefeningen verving een feitelijk veiligheidsbeleid: het stilleggen van een onveilig geworden kerncentrale. Dat is een miskend probleem: de veiligheid van kerncentrales blijft mensenwerk, en mensen zijn gevoelig voor druk. 292. De internationale deskundigen hebben per definitie belangstelling voor kernenergie (anders zijn het geen deskundigen), en mogelijk ook belangen bij kernenergie. Hen daarom afschilderen als corrupt en onbetrouwbaar is te gemakkelijk, maar als actor hebben zij belang bij een bloeiende kernenergiesector. Dat kan leiden tot onderschatting van de aantallen slachtoffers. Aan de andere kant in de ring staan de milieubeweging en de universitaire milieuonderzoekers. Deze zijn helaas nog veel minder betrouwbaar gebleken. Op de vleugels van de zorgen over het milieu nam ook het onderzoek naar milieubedreigingen een hoge vlucht. De milieubeweging en onderzoekers hebben rechtstreeks belang bij het overschatten van de gevolgen van een kernongeluk: zij leven van de bezorgdheid daarover. Zij moeten geld uit de markt van donoren en subsidiegevers trekken. Het gevecht werd gevoerd met behulp van speculaties en spin. De vele doden vallen gelukkig slechts in rekenmodellen. 309. Het refrein is hier al vaak gezongen: wie groot geld wil verdienen, organiseert preventieve geneeskunde. Cholesteroltests zijn niet duur, maar je kunt ze bij iedereen wel vaak uitvoeren. Aan cholesteroltests bij een gezonde bevolking valt veel meer te verdienen dan aan diagnostiek bij echte zieken: een dergelijke diagnostiek is weliswaar veel duurder, maar je kunt haar slechts een beperkt aantal keren uitvoeren bij een beperkt aantal zieken. Preventief onderzoek kun je onbeperkt herhalen bij een schier onbeperkt aantal gezonde mensen. Om een cholesteroltest uit te laten voeren, moet je even goed als een echte patiënt naar de dokter. Dat is een gemakkelijk verdiend sinecuurtje. Patiënten zeuren en zijn lastig als je hen niet goed van hun klachten kunt afhelpen (wat vaker wel dan niet het geval is). Gezonde mensen zijn daarentegen erg dankbaar voor de preventieve inspanningen van de dokter op hun kosten. Zeker als daarbij een probleem wordt gevonden, dat dan weer allerhande behandelingen vereist. Je bent niet ziek, maar je had het kunnen worden en dankzij de dokter is het onheil afgewend. Doorgaans wordt het 'number needed to treat' er niet bij verteld door de arts: hoeveel mensen er nodeloos jaren moeten worden behandeld. In de VS werd zo de slogan gelanceerd: Know your number. 'Je nummer' was het cholesterolgehalte in je bloed. Wie 'zijn cholesterol' niet kende, was een gezondheidsanalfabeet. De medische industrie rekende zich rijk, maar vergat te
vermelden dat ze weinig aan die hoge cholesterol kon doen. Tot de jaren negentig bestond er geen interventie die je cholesterol omlaag hielp zonder dat de bijwerkingen erger waren dan de werkingen. Patiënten kenden dus wel hun cijfer, maar hadden daar in de praktijk erg weinig aan. Het number needed to treat werd oneindig, omdat de behandelingen niet werkzaam waren. De preventieve behandeling blijft echter het summum. Als een patiënt komt opdagen, en je geeft hem een behandeling die niet helpt, komt die patiënt weer terug om te klagen. Lastig. Gezonde mensen worden niet zo vaak ziek. Dat is dan jouw preventieve behandeling. (…) In zijn strijd tegen de cholesterol vond de medische industrie een nog machtiger en minder scrupuleuze bondgenoot: de voedingsindustrie. Cholesterol zit in onze voeding, vooral in vetproducten. (…) Mocht je al het gevoel hebben dat je wordt opgelicht door de bestaande reclame voor 'gezonde voeding', dan is dat gevoel vermoedelijk terecht.