I
N
F
O
R
M
A
T
I
E
B
R
O
C
H
U
Scabiës in een leefgemeenschap W AT N U ?
Vlaams Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Afdeling Toezicht Volksgezondheid Team Infectieziekten en Vaccinaties
R
E
Inhoud Inhoud
2
Voor wie is deze folder bestemd?
3
Wat u moet weten over scabiës
5
Aanpak van scabiës in een leefgemeenschap
9
Therapie
14
Producten
16
Literatuur
20
Modelbrief
21
Meldingsformulier cluster
22
Contactgegevens
24
Voor wie is deze folder bestemd? Scabiës, of het wat geladen woord schurft, is helemaal de wereld niet uit. Ook in ons land komen regelmatig gevallen voor. Meestal gaat het om een onschuldige, maar toch vervelende ziekte waar heel wat komt bij kijken vooral in een gesloten gemeenschap, zoals een bejaardentehuis, een asielcentrum, een ziekenhuisafdeling, een internaat, een kinderdagverblijf. Deze brochure wil medisch en paramedisch verantwoordelijken van leefgemeenschappen helpen om een groepsinfectie van schurft in hun instelling op een gestructureerde en succesvolle manier aan te pakken. Ook de algemene en specifiek dermatologische behandeling passeert de revue, samen met een overzicht van enkele voorkeurpreparaten die elk hun voor- en nadelen hebben. We hebben ook een modelbrief opgenomen die nuttig kan zijn bij de voorlichting van de patiënten.
Scabiës is een infectieziekte die aan de provinciale dienst Infectieziekten van de Afdeling Toezicht Volksgezondheid moet gemeld worden, zeker als het om groepsinfecties gaat. Als bijlage vindt u een meldingsformulier met gegevens die voor de rapportage essentieel zijn. Dit meldingsformulier kan u downloaden via de website: www.zorg-en-gezondheid.be/infectieziekten.aspx. Gelieve dit meldingsformulier bij iedere groepsinfectie aan de Afdeling Toezicht Volksgezondheid van uw provincie terug te bezorgen.
Toezicht Volksgezondheid
3
november 2007
De eitjes groeien uit tot larven Ei Volwassen vrouwtjes leggen hun eitjes tijdens het graven
Larven vervellen tot nymfen. Larven en nymfen bevinden zich in korte gangetjes ook wel vervellingszakjes genoemd. Paring gebeurt nadat het mannetje het vervellingszakje van het volwassen vrouwtje is binnengedrongen.
Bron: DPDx: CDC's website for parasite identification; http://www.dpd.cdc.gov/dpdx.
Overdracht gebeurt van mens op mens en via voorwerpen zoals beddengoed en kleding.
Mijten vindt men vooral tussen de vingers en ter hoogte van de polsen (in het rood aangeduid). In het rose zijn de plaatsen aangeduid waar de letsels het meest voorkomen, alhoewel ze ook op andere plaatsen kunnen voorkomen.
Toezicht Volksgezondheid
4
november 2007
Wat u moet weten over scabiës Achtergrond Scabiës is niet alleen een erg oude ziekte, het is ook een recent opnieuw ontdekte kwaal. De ziekte werd al in 1200 voor Christus beschreven in bijbelse teksten. Aristoteles, Vergilius, Horatius en Avenzoar maakten er in hun geschriften al melding van. Linnaeus nam de schurftmijt op in zijn classificatie. Toch is scabiës als groepsinfectie voor tal van hedendaagse artsen en verantwoordelijken van gezondheidscentra soms een vrij nieuw probleem. Scabiës is een vrij onschuldige aandoening van mens en dier, veroorzaakt door de schurftmijt. Elke soort mijt heeft een bepaalde gastheer. Bij de mens vinden we de Sarcoptes scabiei hominis. Sommige mijten kunnen een tijdelijke gastheer hebben. Zo kan de hond optreden als tijdelijke gastheer voor de schurftmijt van de mens. Na de copulatie sterft het mannetje en dringt de vrouwelijke mijt verder door in het stratum corneum, waar ze 40 tot 60 eieren legt en waar ze op haar beurt sterft na 25 dagen. De eitjes groeien uit tot larven die naar de oppervlakte migreren en op de huid leven. Na een tijdje veranderen ze in nimfen. In dit geslachtsloze stadium is de kans op besmetting door lichamelijk contact het grootst. Daarna worden de nimfen volwassen en start de cyclus opnieuw. Op een patiënt met scabiës tellen we gemiddeld 10 tot 15 volwassen vrouwelijke mijten. Buiten de huid kunnen volwassen vrouwtjes bij kamertemperatuur 1 à 2 dagen overleven, nimfen 2 tot 5 dagen. Hogere temperaturen of een lagere luchtvochtigheid verlagen de overlevingstijd. Hoelang de eitjes kunnen overleven en infectieus blijven zonder gastheer is tot op heden onbekend. Mijten overbruggen zo’n 25 mm per minuut Wanneer de omgevingstemperatuur zakt onder 15 °C, bewegen ze niet meer.
Frequentie In ons land kwam scabiës vooral voor tijdens de wereldoorlogen als gevolg van de gebrekkige leefomstandigheden. Na verbetering van de algemene hygiëne werd scabiës gezien in de context van een seksueel overdraagbare aandoening. Nu merkt men op dat de ziekte zich verplaatst van de familiale kring naar de ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen voor gehandicapten en bejaarden. In het verleden kwamen groepsinfecties ook voor, vooral in legerkringen. Sedert enkele jaren is er een nieuwe risicogroep ontstaan, door de verhoogde opnamegraad van bejaarden en door de veroudering en dementering van de bevolking. Toezicht Volksgezondheid
5
november 2007
Sinds 1995 is scabiës opgenomen op de lijst van de infectieziekten die aan de Vlaamse overheid moeten gemeld worden. In de overzichtstabellen noteren we collectieve meldingen afzonderlijk. Bij scabiës is er steeds sprake van een zeker collectief aspect. Jaarlijks registreert de Afdeling Toezicht Volkgezondheid gemiddeld 30 groepsinfecties die zich buiten het gezin voordoen. De samenlevingsvormen die het meest met het probleem te maken hadden, zijn RVT’s en bejaardentehuizen. Verder ging het om ziekenhuizen, scholen, kinder-opvanghuizen, jeugdhuizen, beschutte werkplaatsen, een vluchthuis en een beschutte woonplaats voor gehandicapten.
Symptomen De symptomen bij scabiës zijn het gevolg van een allergische reactie op de aanwezigheid van mijten in de epidermis. Het secreet, de uitwerpselen, de eitjes en bepaalde substanties op de mijt fungeren als antigeen. De incubatietijd bedraagt twee tot zes weken. Bij een herbesmetting ontstaan de reacties al na één tot vier dagen (jeuk zonder gangetjes). Symptomen zijn hevige jeuk, papels, papulo-vesikels, pustels, crustae, krabletsels en de typische mijtengangetjes. In twee derde van de gevallen komen die voor tussen de vingers, op de handpalmen en op de polsen. Andere voorkeursplaatsen zijn de elleboogplooi, de oksels, de genitaalstreek, de dijen, de buik, de borst en de voetzolen. Bij volwassenen blijft het hoofd meestal gespaard. De jeuk neemt toe naarmate de infectie langer bestaat en is het ergst bij hogere temperaturen, bijvoorbeeld in bed. De plaats van de jeuk is niet noodzakelijk de plaats waar de mijten zich bevinden. De gangetjes zijn smalle, gekronkelde, bruine laesies, die een beetje verheven zijn en een lengte hebben van maximaal vijftien millimeter. Aan het begin van het gangetje kan de huid wat schilferen. Op het einde van het gangetje bevindt zich de mijt en dit kan zichtbaar zijn via een papel of een blaasje. Na een afdoende behandeling kan de jeuk nog tot vier weken aanhouden. Pyodermieën door Streptococcus pyogenes en/of Staphylococcus aureus, met purulente crustae en pustels, maken soms deel uit van het ziektebeeld en zijn het gevolg van krabletsels. Toezicht Volksgezondheid
6
november 2007
Crusteuze vorm Naast de gewone vorm van scabiës is er ook scabiës norvegica, die zeer besmettelijk is. Het aantal mijten op patiënten die lijden aan deze vorm van scabiës, kan immers oplopen tot enkele tienduizenden. De huidschilfers van die patiënten zitten dan ook vol mijten of jonge vormen van mijten. Specifieke risicogroepen voor scabiës norvegica zijn personen met verminderde immuniteit, verminderde sensibiliteit voor jeuk en/of verminderde motoriek om te krabben.
Overdracht en besmettelijkheid Factoren die de kans op scabiës verhogen zijn nauw contact, met veel mensen samenleven in dezelfde ruimtes, verminderde immuniteit, onvoldoende verzorging, gebrekkige voeding en hygiëneproblemen, vaak veroorzaakt door vereenzaming, financiële problemen of dementering. Samen met de relatief lange incubatieperiode en de atypische symptomen van de ziekte, zorgen de eventuele aanwezigheid van andere huidproblemen, de dementering van de populatie en het onvoldoende vertrouwd zijn met het ziektebeeld voor een laattijdige diagnose, waardoor regelmatig terugkerende epidemieën ontstaan. De mijt wordt meestal overgebracht door direct huid-huid contact. Ook besmette kleding of besmet beddengoed kan scabiës overdragen als de omstandigheden voor de mijt gunstig zijn (hoge luchtvochtigheid, temperatuur van 10 tot 15°C). In geval van scabiës norvegica is besmetting ook mogelijk via vluchtige contacten. Scabiësmijten overleven zeer moeilijk los van de mens, meestal niet meer dan twee dagen bij kamertemperatuur en nimfen twee tot vijf dagen. Een goede persoonlijke hygiëne vertraagt een mogelijke infectie maar wassen alleen doodt geen mijten of eitjes.
Mijten en huisdieren Mijten met dieren als specifieke gastheer verblijven meestal maar korte tijd op het menselijk lichaam. Ook die mijten kunnen huiderupties en dermatitis veroorzaken die enkele weken aanhouden. Mensen met die vorm van scabiës zijn echter zelf niet besmettelijk voor andere mensen. Zij genezen ook vanzelf na de behandeling van de besmette dieren. Toezicht Volksgezondheid
7
november 2007
Diagnose De diagnose kan worden gesteld op basis van klinisch en microscopisch onderzoek. De nachtelijke jeuk die bij verschillende personen kan optreden en de polymorfe laesies ter hoogte van de voorkeursplaatsen zijn oriënterend. De aanwezigheid van gangetjes kan worden aangetoond door het inwrijven met inkt. Tenslotte kan de klinische diagnose onderbouwd worden door het aantonen van mijten en eitjes in een microscopisch preparaat van een schraapsel van een huidletsel.
Behandeling Een patiënt blijft besmettelijk zolang mijten en/of eitjes aanwezig zijn. Scabiës verspreidt zich dan ook erg gemakkelijk in een gesloten leefgroep. De patiënt en alle personen die langdurig of frequent huidcontact met de patiënt hebben gehad, moeten gelijktijdig worden behandeld. Dat geldt ook voor mensen die een direct contact gehad hebben met de patiënt. Bij scabiës norvegica moeten ook de personen die weinig frequent huidcontact of indirect contact hebben gehad met besmette personen, bijvoorbeeld via beddengoed, de behandeling ondergaan. De kleding en het beddengoed moeten worden gelucht en gewassen. De directe fysische omgeving van een patiënt met scabiës norvegica, zoals de huiskamer en de slaapkamer, moeten worden gereinigd met water en zeep.
Valkuilen Omdat scabiës zich vrij makkelijk in een gesloten groep uitbreidt, gebeurt het relatief frequent dat bij de vaststelling van de epidemie al heel wat personen besmet zijn. De belangrijkste factoren die in de bestudeerde casussen de uitbreiding van de infectie stimuleerden waren het laattijdig opmerken van de ziekte, de inefficiënte bestrijding, slechte afspraken, de gebrekkige medewerking van personeel en directie, het onvolledig bereiken van de doelgroep, het miskennen van de problematiek en hygiënische fouten bij het personeel.
Toezicht Volksgezondheid
8
november 2007
Aanpak van scabiës in een leefgemeenschap Leefgemeenschap Woon- en verzorgingstehuis, medisch-pedagogisch instituut, internaat, kloostergemeenschap ….
Diagnose Vóór men begint met een collectieve aanpak moet de ziekte bevestigd worden door een dermatoloog (huidarts) of door microscopisch onderzoek.
Coördinatie De arts, de verpleegkundige of de preventieadviseur, die in de instelling bevoegd is voor de hygiëne, wordt aangewezen als coördinator om de epidemie op te volgen. De coördinator krijgt steun van een stuurgroep ad hoc. Deze stuurgroep kan bestaan uit: de directie, de CRA-arts, de hoofdgeneesheer, de CLB-arts, een dermatoloog, een geriater, de arbeidsgeneesheer, het hoofd van de nursing en het hoofd van de hoteldiensten. De stuurgroep maakt duidelijke afspraken over de taken en opdrachten van ieder lid. Ze is belast met de planning van de aanpak, niet alleen voor de behandeling van de patiënten en hun contacten, maar ook voor de huishoudelijke reiniging, de wasserij, de communicatie enz. Risico’s van zowel undershooting als overshooting bestaan. Soms is het nodig vanaf het begin alle betrokken zieken en potentiële zieken, inbegrepen personeel en gezinsleden, mee te behandelen. Soms is een meer geleidelijke aanpak mogelijk, waarbij een verdieping of een groep behandeld wordt om bij falen over te gaan tot een meer veralgemeende aanpak. De keuze moet op een rationele manier gemaakt worden door de stuurgroep.
Toezicht Volksgezondheid
9
november 2007
Inventarisatie/identificatie De registratie van het aantal besmette personen met omschrijving van plaats, tijd, uitgeoefende activiteit en contacten, geeft inzicht in het mogelijke besmettingspatroon en de omvang van de epidemie. Die registratie vormt de basis voor het maken van een keuze over de te behandelen groep, de therapie en de verder te nemen maatregelen.
Interventieplan Het is nuttig en nodig een efficiënt interventieplan op te stellen waarin staat wie wat doet, wanneer en waar, wie zorgt voor de interne en externe communicatie, de follow-up van de afspraken en, last but not least, de financiële aspecten. Bij het begin van de aanpak moet men de keuze maken. Ofwel opteert men voor een volledige aanpak, waar praktisch alle contacten en personeelsleden en familieleden samen behandeld worden. Ofwel opteert men voor een meer stapsgewijze aanpak waar men start met een afdeling en progressief verder de behandeling uitbreidt. Voordeel van de volledige aanpak is een kleinere kans op laattijdige gevallen en herval. Nadeel is de kostprijs en de impact. Voordeel van de stapsgewijze aanpak is de grotere haalbaarheid en een grotere mate van acceptatie door het personeel. Nadeel is de verhoogde kans op secundaire infecties en herval. Deze afweging moet door de stuurgroep zeer expliciet gemaakt worden. Het is van belang om alle instructies duidelijk over te brengen aan alle betrokkenen zodat ze stipt kunnen worden opgevolgd. De volgende stappen moeten zeker tot het interventieplan behoren: • Dag en uur van behandeling • Wie moet worden behandeld? • Welk product moet worden gebruikt? • Hoe moet dat product worden aangebracht? • Wanneer moet dat product worden aangebracht? • Wat moet er gebeuren met kleding en beddengoed? • Deze procedure kan na één week worden herhaald.
Toezicht Volksgezondheid
10
november 2007
De patiënten, hun contacten en het personeel krijgen schriftelijk precieze instructies over de te volgen procedure. Ze moeten de mogelijkheid krijgen om extra vragen te stellen, telefonisch en/of op een voorlichtingsvergadering. Het is erg belangrijk dat alle betrokkenen op de hoogte zijn van de besmettelijkheid van scabiës binnen de instelling en binnen het gezin. Zij moeten ervan overtuigd worden dat de behandeling noodzakelijk is en dat die voor iedereen op hetzelfde tijdstip moet plaatsvinden. Ze moeten ook de erg aspecifieke symptomen kennen, die daarenboven dikwijls lang na de besmetting opduiken. In de planning rekening houden met de volgende punten: • instructies voor het personeel en de contactpersonen • de praktische begeleiding de dag of dagen van de behandeling • afspraken met het onderhoudspersoneel • afspraken met het keukenpersoneel over de maaltijden • regeling van de ontspanningsmogelijkheden van de patiënten • regeling voor het bezoek. Het is belangrijk de volgende risicofactoren te kennen om het besmettingsgevaar goed te kunnen inschatten: hoog risico : langdurig of frequent huidcontact met een patiënt. Hetzelfde hoge risico geldt voor de directe contacten van de contactpersonen. laag risico : weinig frequent of indirect contact met een patiënt, bijvoorbeeld via beddengoed. Hetzelfde lage risico geldt voor de directe contacten van de contactpersonen. geen risico : het ontbreken van enig direct of indirect contact. In geval van scabiës norvegica loopt iedereen met direct of indirect contact een hoog risico. Zelfs iemand die regelmatig in dezelfde ruimte als de patiënt verblijft loopt een reëel risico op besmetting. `
Toezicht Volksgezondheid
11
november 2007
Informatie Een groepsinfectie met scabiës zorgt binnen een leefgemeenschap, maar ook erbuiten, vaak voor heel wat commotie en ongerustheid. Een snelle, open en volledige communicatie met alle betrokkenen is dan ook van essentieel belang voor het welslagen van de aanpak. De informatiedoorstroming moet worden georganiseerd voor er wordt opgetreden! Een woordvoerder van de instelling moet zorgen voor de voorlichting van de patiënten en hun bezoekers, de andere residenten of patiënten, het personeel (ook extern personeel), de huisartsen, de directie en de media. Hij of zij moet die mensen inlichten over de epidemie, de symptomen en de behandeling. De afweging hoever men moet gaan met het naar buiten treden, moet in de stuurgroep worden gemaakt. Al het personeel moet voldoende opleiding krijgen over de adequate aanpak van scabiës. Het gaat hier over verplegend en verzorgend personeel, (para)medici, schoonmaakpersoneel, keukenpersoneel, kapper, vrijwilligers; enz. Er moet voldoende ruimte zijn voor vraagstelling. Het kan nuttig zijn vooraf een persbericht op te stellen voor het geval de pers belangstelling toont voor de zaak. Soms kan zelf contact opnemen met de (regionale) pers de beste manier zijn om desinformatie te voorkomen. Therapie Het is belangrijk om de medicamenteuze therapie bij alle patiënten en hun contacten, en de hygiënische maatregelen gelijktijdig uit te voeren. Alle betrokkenen krijgen het product, samen met de nodige gebruiksaanwijzingen. Eventuele vragen van zwangere vrouwen en van vrouwen die borstvoeding geven, moeten de nodige aandacht krijgen. Bovendien moet de mogelijkheid om de behandeling te herhalen worden vermeld. Opvolging Het effect van de behandeling moet worden beoordeeld en eventueel moet de strategie worden aangepast. Zelfs na een afdoende behandeling kunnen jeukklachten nog langere tijd (drie tot vier weken) blijven bestaan. Surveillance gedurende ongeveer drie maanden is een noodzaak.
Toezicht Volksgezondheid
12
november 2007
Preventie Preventie van een groepsinfectie met scabiës in een leefgemeenschap zoals een rust-en verzorgingstehuis of een medisch pedagogisch instituut omvat de volgende aanpak: Inspectie van de huid: • bij de intake grondig onderzoek van de hele huid voor tekens van krabletsels met bijzondere aandacht voor de voorkeursplaatsen voor scabiës • wekelijks onderzoek van de huid tijdens het baden • alle verdachte uitslag onmiddellijk melden aan de hoofdverpleegkundige en/of coördinerend arts Standaard voorzorgsmaatregelen personeel: • het dragen van beschermende kleding en het dragen van handschoenen indien direct contact met niet intacte huid • goede handhygiëne Patiëntenzorg: • residenten of patiënten minstens wekelijks een bad geven en frequenter indien nodig • tijdens het baden de huid grondig onderzoeken • na het bad verse kleding aantrekken • de nagels bij voorkeur kort en schoon houden. Onderhoud: • degelijke poetsschema’s • minstens wekelijks verversen van het bedlinnen en vaker indien nodig • materiaal dat bij de verzorging van de patiënt gebruikt wordt, regelmatig wassen of desinfecteren bijvoorbeeld de manchette van de bloeddrukmeter. Opleiding: • bij aanwerving en nadien jaarlijks opleiding organiseren rond scabiës voor al het personeel. Rapportage Omdat het gaat over een aandoening die moet gemeld worden, moet een kort verslag worden opgemaakt voor de Afdeling Toezicht Volksgezondheid, waarin wordt vermeld wat de vermoedelijke besmettingsbron was en welke maatregelen men ter plaatse zal nemen. Toezicht Volksgezondheid
13
november 2007
Therapie Behandeling Hygiënische maatregelen Vóór de betrokkenen met zalf worden ingesmeerd, moeten de volgende algemene maatregelen worden genomen. • Was het beddengoed en alle kleren die tot vijf dagen vóór de behandeling werden gedragen, op een temperatuur van minstens 50 °C. • Kleren die je niet zo warm mag wassen, stoffen knuffels, schoenen en pantoffels stop je in goed dichtgeknoopte plastic zakken. Laat die zakken gedurende vijf dagen goed dicht en bewaar ze op kamertemperatuur. • Stop ook kussens van stoffen zetels, dekens en kleine tapijten in dichtgeknoopte plastic zakken en bewaar ze op kamertemperatuur gedurende vijf dagen. Rol grote tapijten op en plaats ze vijf dagen in de hoek van een kamer. Stofzuig ze nadien grondig. • Voor zaken die niet heet gewassen mogen worden, kun je ook de volgende alternatieve behandeling toepassen: - Stop ze in een hete droogkast gedurende 20 minuten. - Stop de gevulde en dichtgeknoopte plastic zakken in de diepvriezer op een temperatuur van -20 °C en laat ze gedurende 12 uur zitten. • Stofzuig alle matrassen grondig. Als iemand op een matras zonder hoeslaken geslapen heeft, is stofzuigen onvoldoende om alle eitjes en mijten te verwijderen. Lucht de matras dan gedurende vijf dagen bij kamertemperatuur en stofzuig ze daarna grondig. • Poets de rest van het huis met een gewoon reinigingsmiddel.
Toezicht Volksgezondheid
14
november 2007
Insmeren met zalf De onderstaande richtlijnen gelden voor de besmette personen en voor iedereen uit hun directe omgeving. • Vóór het insmeren knip je je nagels kort. Besmette personen hebben immers vooral ’s nachts jeuk. Door het krabben bevinden zich onder de nagels mijten, eitjes en tussenstadia van de schurftmijt. • Neem voor het insmeren een douche of bad. Daarna wordt het hele lichaam met de crème ingesmeerd, vanaf de kaakrand tot en met de voetzolen (bij kinderen die tussen twee maanden en twee jaar oud zijn, moet ook het hoofd en het gezicht worden ingesmeerd). De zalf moet twaalf uur op het lichaam blijven. • Eventueel kun je jezelf insmeren als je wat hulp krijgt voor het insmeren van je rug, maar je kunt ook een beroep doen op een thuisverpleegkundige. • Trek na het insmeren propere kleren aan en leg schone lakens en kussenslopen op de bedden. Het is belangrijk dat je nieuwe crème op je handen aanbrengt telkens je ze hebt gewassen. Ook na elk toiletbezoek schaamstreek en de bilplooi terug insmeren. • Neem na 12 uur opnieuw een douche of bad en trek schone kleren aan. Behandel de gedragen kleren zoals hierboven is beschreven. Als je ’s avonds start met de behandeling, moet je ook het beddengoed ’s morgens opnieuw vervangen en behandelen zoals hierboven is beschreven. Na de laatste behandeling kunnen besmette personen nog tot vier weken jeuk blijven hebben. Tegen die jeuk kun je een vochtinbrengende crème of een jeukwerend middel gebruiken. In sommige gevallen zal de arts voorstellen om de behandeling na één week te herhalen. Als je helpt bij het insmeren en als je helpt om de kleren in zakken te stoppen of het beddengoed te vervangen, raden we je aan een schort met lange mouwen en wegwerphandschoenen te dragen.
Toezicht Volksgezondheid
15
november 2007
Producten Voorkeurspreparaat PERMETHRINE 5% Zalvor‚-crème(Wellcome) 30 g Magistrale bereiding is ook mogelijk: R/ Hydrofiele crème met 5% permethrine TMF (De hoeveelheden die gewoonlijk worden voorgeschreven zijn 60 g en 100 g.)
• • • •
Voordelen : 8 tot 12 uur inwerken volstaat het product maakt geen vlekken het verspreidt geen storende geur het gebruik ervan is veilig, ook voor zuigelingen vanaf 2 maanden, voor zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven. (zie bijsluiter Zalvor en Red Book 2000)
Nadeel : • het product is vrij duur en wordt niet terugbetaald door het RIZIV (de magistrale bereiding is goedkoper)
• • • •
Dosering : voor patiënten boven de 12 jaar 1 tube van 30 g voor kinderen tussen 5 en 12 jaar _ tube van 30 g voor kinderen tussen 1 en 5 jaar _ tube van 30 g voor baby’s tussen 2 maanden en 1 jaar _ tube van 30 g
Toepassing : • de crème aanbrengen en na de inwerkperiode het lichaam grondig wassen Herhaling : • ten vroegste 1 week na de eerste behandeling Contra-indicaties : • overgevoeligheid voor permethrine, synthetische pyrethroïden, pyrethrines en formaldehyde (mogelijke kruisallergie), of een ander bestanddeel van de crème
Toezicht Volksgezondheid
16
november 2007
Alternatieve preparaten BENZYLBENZOAAT Magistraal R/ Emulsie met 10% of 25% benzylbenzoaat TMF De door het RIZIV maximaal terugbetaalde hoeveelheden zijn: 200 g in het geval van een acute aandoening en 600 g in het geval van een chronische aandoening. De emulsie met 10% benzylbenzoaat is eerder aangewezen voor de behandeling van kinderen. Om de hoofdhuid, de nek en het aangezicht te behandelen bij kinderen jonger dan twee jaar, wordt beter de hydrofiele crème met 5% permethrine aangewend. Deze zalf wordt aangeraden bij zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven. Voordelen : • goedkoop • het middel kan gebruikt worden bij zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, zonder nadelige gevolgen voor het kind Nadelen : • kleverig goedje met onplezierige geur, dat brandt in open krabwondjes en dat soms moeilijk wordt verdragen (dermatitis) • doodt alleen mijten, geen eitjes • de behandeling duurt drie dagen
Toepassing : • één behandeling duurt drie keer 24 uur achter elkaar. 24 uur na de laatste behandeling het lichaam wassen met water en zeep Herhaling : • zo nodig na 1 week na de laatste behandeling Contra-indicaties: • geen
Toezicht Volksgezondheid
17
november 2007
CROTAMITON Eurax‚ (Novartis) Magistraal R/ Hydrofiele crème met 10% crotamiton TMF De door het RIZIV maximaal terugbetaalde hoeveelheden zijn: 100 g in het geval van een acute aandoening en 300 g in het geval van een chronische aandoening Nadelen: • slechts 50 tot 70% effectief • soms huidirritatie en contactallergie • niet gebruiken bij zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven
• • • •
Toepassing: eenmaal per dag appliceren, bij voorkeur ‘s avonds, gedurende 3 tot 5 dagen op het einde van de behandeling een bad nemen bij kleine kinderen nooit meer dan eenmaal per dag aanbrengen niet toepassen op niet intacte huid
Toezicht Volksgezondheid
18
november 2007
IVERMECTINE Mectizan‚ MSD – per tablet 6 mg ivermectine Stromectol® MSD – per tablet 3 mg ivermectine Voordelen : • eenmalige behandeling • actief bij scabiës norvegica. Nadelen : • niet geregistreerd in België • niet gebruiken bij kinderen die minder dan 15 kg wegen • bij zwangeren alleen gebruiken als het strikt noodzakelijk is • voorbijgaande opflakkering van jeuk Dosering : • één enkele orale dosis van 200 µg/kg of 12 mg (volwassenen) • de dosis kan op elk tijdstip van de dag worden ingenomen, maar binnen twee uur vóór en na toediening mag de patiënt geen voedsel gebruiken, omdat de invloed van voedsel op de absorptie onbekend is Herhaling: - gewone scabiës: • pas 4 weken na de behandeling wordt herstel definitief geacht • bij blijvende jeuk of schilferende laesies is vóór het verstrijken van deze periode geen tweede behandeling aangewezen • toediening van een tweede dosis binnen twee weken na de aanvangsdosis moet alleen worden overwogen: - als er nieuwe specifieke laesies ontstaan - als op dat moment het parasitologisch onderzoek positief is. - scabiës norvegica: • in gevallen van zeer ernstige infectie kan binnen 8 - 15 dagen een tweede dosis ivermectine en/of gelijktijdig toegediende plaatselijke therapie nodig zijn voor herstel
Toezicht Volksgezondheid
19
november 2007
Literatuur - Estes SA, Estes J, "Therapy of Scabies : Nursing Homes, Hospitals, and the Homeless", Seminars in Dermatology 1993; 12(1): 26-33.
- Isada CM, Kasten BL, et al, "Infectious Diseases Handbook.", Lexi-Comp Inc, 1995: 188.
- Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektenbestrijding, "Protocollen infectieziekten.", Rijswijk 1997; scabiës/B86.
- Nocera T, Huet P, et al, "Value of flubendazole in the treatment of scabies.", Eur J Dermatol 1996; 6(2): 154-5.
- Meinking TL, Taplin D, et al, "The treatment of scabies with ivermectin", N Engl J Med 1995; 333(1): 26-30.
- Pankhania B, "Management of scabies.", Update 1996; 53(5): 268-77.
- Schulte BC, Hendriks JTAM, et al, "Scabies crustosa ("norvegica"), een verrassende bron van scabiës-epidemieën.", Ned Tijdschr Geneesk 1982; 126(27): 20-6.
- Vanhoutte F, "Schurft.", Erembodegem-Aalst: Wellcontact, 1994.
- Moortgat I, Lutin M, Forier A. "Scabies norvegica:diagnose en richtlijnen voor aanpak" Tijdschrift voor Geneeskunde 2005 61 nr 16 1126-1134
- Michigan Department of Community Health, "Scabies prevention and control manual", 2005; versie 1.0.
Toezicht Volksgezondheid
20
november 2007
Modelbrief
Geachte mevrouw, geachte heer,
Zoals u waarschijnlijk hebt vernomen, is er op de afdeling <…> scabiës (schurft) vastgesteld. Informatie over schurft en de behandeling ervan vindt u in bijgevoegde folder. Om de ziekte goed en volledig te bestrijden, moet men uitzoeken wie vermoedelijk de ziekte heeft opgelopen en wie mogelijk al besmet is. Al die personen zullen moeten behandeld worden, ook al hebben zij geen klachten. De behandeling moet zoveel mogelijk op hetzelfde tijdstip plaatsvinden. Dat vergt een goede organisatie en medewerking van iedereen. Scabies is gemakkelijk te genezen. Kort lichamelijk contact met familie of vrienden, zoals bij het geven van een hand of een zoen, levert geen risico op voor besmetting. Als u vragen hebt dan kunt u zich wenden tot <…>. Het is ook belangrijk dat u klachten van jeuk of (nieuwe) huidafwijkingen meldt.
Met vriendelijke groeten,
Toezicht Volksgezondheid
21
november 2007
M
E
L
D
I
N
G
S
F
O
R
M
U
L
Melding scabiës in een leefgemeenschap
ZG/ToVo/IZ-07.15112007
Agentschap Zorg en Gezondheid Team Infectieziekten
In te vullen door de behandelende afdeling
I
E
R
ontvangstdatum dossiernummer Waarvoor dient dit formulier? Met dit formulier kunnen leefgemeenschappen ( woon- en verzorgingstehuis, medisch-pedagogisch instituut, internaat, kloostergemeenschap… ) een melding indienen van scabiës
Contactgegevens van de melder 1
Vul hier de gegevens van de melder in Voor- en achternaam melder Telefoon melder Naam van de instelling straat en nummer Postnummer en gemeente Telefoonnummer Fax Contactpersoon Telefoon contactpersoon
1
Vul hier het aantal bewoners in de instelling in Afdeling 1 Afdeling 2 Afdeling 3 Afdeling 4 Afdeling 5 Vul het aantal personeelsleden in die contact met de bewoners hebben Verzorgende/opvoeders Kiné/ergo Onderhoud/keuken Wat is de datum van vaststelling van scabiës bij een eerste bewoner Datum
Gegevens over de omvang van het probleem
2
3
Toezicht Volksgezondheid
22
november 2007
4
Vul hier het aantal positieve diagnoses per afdeling in Bewoners Personeelsleden Afdeling 1 Afdeling 2 Afdeling 3 Afdeling 4 Afdeling 5 5 Vul hier het aantal klinische gevallen in Bewoners Personeelsleden 6 Vul hier het aantal microscopisch bevestigde gevallen in Bewoners personeelsleden 7 Vul hier de datum in van het laatst gediagnosticeerde geval bij de bewoners Datum 8 Vul hier de datum in van het laatst gediagnosticeerde geval bij de personeelsleden Datum 9 Vul hier de behandelingswijze in Product Datum Frequentie 10 Vul hier het aantal behandelende in Bewoners Personeelsleden Afdeling 1 Afdeling 2 Afdeling 3 Afdeling 4 Afdeling 5 11 Vul hier in hoeveel contacten er verwittigd werden, of een behandeling kregen Contacten van de bewoners Gezinsleden van de personeelsleden Verwittiging Behandeling
Aan wie bezorgt u dit formulier? 7
Bezorg dit formulier zo snel mogelijk aan de Afdeling Toezicht Volksgezondheid door het te mailen naar de Afdeling Toezicht Volksgezondheid in uw provincie.
8
Indien nodig zal de Afdeling Toezicht Volksgezondheid terug contact met u opnemen
Hoe gaat het verder met uw melding? U kan dit meldingsformulier downloaden via de website: www.zorg-en-gezondheid.be/infectieziekten.aspx Toezicht Volksgezondheid
23
november 2007
tel.: 03 224 62 04 fax: 03 224.62.01 e-mail:
[email protected]
Limburg
tel.: 011 74 22 40 fax: 011 74 22 59 e-mail:
[email protected]
Vlaams-Brabant
tel.: 016 29 38 58 fax: 016 29 37 69 e-mail:
[email protected]
Oost-Vlaanderen tel.: 09 244 83 60 fax: 09 244 83 70 e-mail:
[email protected] West-Vlaanderen tel.: 050 44 50 70 fax: 050 34 28 69 e-mail:
[email protected] Website
www.zorg-en-gezondheid.be/infectieziekten.aspx
Wachtnummer
tel: 02 512 93 89
Deze informatiefolder is een realisatie van het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid
Verantwoordelijk uitgever: Dirk Wildemeersch, Koning Albert II-laan 35 bus 33, 1030 Brussel. - november 2007
Antwerpen
M/11/07
CONTACTGEGEVENS