AFM Consumentenmonitor voorjaar 2012 Pensioenen Juni 2012
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
1
Inhoudsopgave
1. Management Summary
2. Onderzoeksresultaten in detail Pensioen algemeen
Financiële planning voor de oude dag Pensioenkortingen
3. Bijlage Onderzoeksverantwoording
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
2
2
Management Summary
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
3
Management Summary -1Pensioen algemeen
Slechts één op de vijf pensioenopbouwers verwacht dat de afgegeven indicatie door de pensioenuitvoerder daadwerkelijk het bedrag is dat men gaat ontvangen bij pensionering.
Het uitgekeerde pensioenbedrag en de afgegeven indicatie lijken in de tijd steeds minder goed op elkaar aan te sluiten.
Waar één op de vier niet-gepensioneerden verwacht dat men na pensionering ongeveer 70% van het laatstverdiende bruto salaris over zal houden, blijkt in werkelijkheid dat slechts één op de tien gepensioneerden dit percentage daadwerkelijk als bruto inkomen ontvangt.
Eén derde van de niet-gepensioneerden verwacht langer door te moeten werken of te moeten bezuinigen om in de toekomst financieel rond te kunnen komen.
Vier op de tien pensioenopbouwers heeft zelf gespaard op een spaarrekening om het pensioen aan te vullen.
Gepensioneerden zijn zich vaker bewust dat het pensioen niet waardevast is.
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
4
Management Summary -2Financiële planning voor de oude dag
Gepensioneerden maken zich meer zorgen over het pensioen dan niet-gepensioneerden.
De meerderheid van de niet-gepensioneerden heeft geen behoefte aan pensioenadvies.
Onafhankelijkheid van een aanbieder en maatwerk worden gezien als belangrijkste aspecten van onafhankelijk pensioenadvies.
In vergelijking met andere kanalen, vindt men dat de tussenpersoon het meest onafhankelijk advies geeft met de beste prijs/kwaliteitverhouding.
Men vindt dat salarisgegevens en pensioengegevens de belangrijkste informatiebronnen voor een adviseur zijn om advies te kunnen geven over een aanvullend pensioen.
Tijdsbeslag voor aanvullend pensioenadvies wordt onderschat: vier op de tien respondenten denkt dat een aanvullend pensioenadvies maximaal 2 uur in beslag neemt.
Men heeft niet veel over voor aanvullend pensioenadvies: het gemiddelde uurtarief dat een consument bereid is om te betalen voor het verkrijgen van aanvullend pensioenadvies is 36 euro. Pensioenadvies wordt niet anders gewaardeerd dan financieel advies in het algemeen (35 euro, VB Barometer 2011).
Indien men de keuze heeft voor een adviesvorm, geeft de meerderheid aan geen advies te willen, maar alles zelf via internet uit te zoeken. Het is opvallend dat er nauwelijks behoefte is aan het door een adviseur op laten maken van een uitgebreid financieel plan voor de oude dag.
Consument is nog niet op de hoogte van het Wijzer in geldzaken Geldloket. Over het algemeen wordt het Geldloket als een goed initiatief beschouwd.
Het Digitale loket zal vaker gebruikt worden dan het ‘fysieke’ Geldloket: zes op de tien geeft aan het digitale loket te gaan gebruiken.
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
5
Management Summary -3Pensioenkortingen
Een meerderheid van de gepensioneerden verwacht dat met name zij zelfgeraakt worden door de aangekondigde kortingen op pensioenaanspraken.
Ruim vier op de tien pensioenopbouwers bij een pensioenfonds is niet op de hoogte of het pensioenfonds moet korten op pensioenaanspraken.
Pensioenopbouwers die gekort worden zijn in de meeste gevallen persoonlijk ingelicht.
Een persoonlijke brief zou idealiter (85%) ingezet moeten worden om een pensioenopbouwer in te lichten over korting op pensioenaanspraken.
Circa vier op de tien pensioenopbouwers is niet op de hoogte van de dekkingsgraad van hun pensioenfonds.
De helft van de personen die geen pensioen opbouwen of hebben opgebouwd bij een pensioenfonds weet niet wat met de dekkingsgraad wordt bedoeld.
Deelnemers vinden pensioenfondsen niet transparant: slechts één op de vijf geeft aan dat een pensioenfonds op dit moment transparant is.
Doordat er veelvuldig berichten in de media verschijnen omtrent pensioenen is iets meer dan een kwart van de respondenten zich meer gaan verdiepen in het pensioen.
Vier op de vijf voorziet geen financiële problemen voor de partner bij plotseling overlijden.
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
6
Onderzoeksresultaten in detail
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
7
Pensioen algemeen
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
8
Bijna de helft van de 35-44 jarigen verwacht veel minder te ontvangen dan de afgegeven indicatie
Totaal
21
18-34 jaar
28
24
35-44 jaar
31
18
45-54 jaar
21
55 jaar en ouder
21 0%
10%
32
31
23
20
4
44
21
30%
34
40%
Ja
18
2 3
1
39 20%
16
13
23
29 50%
60%
70%
3 80%
90%
8 100%
Nee, ik verwacht iets minder te ontvangen
Nee, ik verwacht veel minder te ontvangen Nee, ik verwacht iets meer te ontvangen Nee, ik verwacht veel meer te ontvangen
Weet ik niet
Slechts één op de vijf pensioenopbouwers (21%) verwacht dat de afgegeven indicatie door de pensioenuitvoerder daadwerkelijk het bedrag is dat men gaat ontvangen bij pensionering. De groep 35-44 jarigen heeft de meest negatieve kijk, waarbij 44% aangeeft dat ze verwachten veel minder te ontvangen. Vanuit de AFM segmentatie bekeken valt het op dat gemaksgeoriënteerden vaker (37%) verwachten dat de indicatie daadwerkelijk overeenkomt met het bedrag.
Verwacht u bij pensionering ook daadwerkelijk het bedrag te ontvangen, dat de pensioenuitvoerder aangeeft? Niet-gepensioneerden die een pensioen opbouwen of hebben opgebouwd
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
n = 297
9
Niet-gepensioneerden
Steeds minder gepensioneerden krijgen een bedrag uitgekeerd dat overeenkomt met de indicatie
Verwacht bedrag te ontvangen Voorjaar 2012
21
Verwacht bedrag te ontvangen Najaar 2011
19
Verwacht bedrag te ontvangen Voorjaar 2011
25
Gepensioneerden
Bedrag daadwerkelijk ontvangen Voorjaar 2012
31
16
n = 297
31
30
21
16
n = 442
38
14
16
44
Bedrag daadwerkelijk ontvangen Voorjaar 2011 10%
20%
Nee, veel minder
7
14
17
53 0%
Nee, iets minder
32
25
Bedrag daadwerkelijk ontvangen Najaar 2011
Ja
28
30%
1
2
10
31
Nee, iets meer
50%
60%
26
22 70%
Nee, veel meer
Het uitgekeerde pensioenbedrag en de afgegeven indicatie lijken in de tijd steeds minder goed op elkaar aan te sluiten. Waar in de voorjaarsmeting van 2011 nog meer dan de helft (53%) van de gepensioneerden aangaf dat de afgegeven indicatie overeen kwam met de daadwerkelijke uitkering is dit percentage in de huidige meting met bijna 15% afgenomen (38%).
23 80%
n = 222
n = 64
30
20 40%
27
90%
n = 108
n = 96
100%
Weet ik niet Verwacht u bij pensionering ook daadwerkelijk het bedrag te ontvangen, dat de pensioenuitvoerder aangeeft?
Daarnaast is het opvallend dat de bij de gepensioneerden de groep die aangeeft dat ze veel minder ontvangt dan de afgegeven indicatie sterk is toegenomen van 2% naar 14%.
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
10
Hoger opgeleiden hebben de meest positieve verwachting over inkomen bij pensionering
Totaal
29
Opleidingsniveau: laag
25
32
Opleidingsniveau: midden
13
26
Opleidingsniveau: hoog
10%
27
15
40
22
31
0%
19
25
26
41
20% >70%
30% 70%
40% <70%
50%
14
60%
70%
15
80%
90%
100%
Weet ik niet
Circa zeven op de tien hoogopgeleide (71%) verwacht dat het totale bruto inkomen bij pensionering 70% of hoger is in vergelijking met het laatst verdiende bruto salaris. Dit is beduidend hoger dan lager- (45%) en midden opgeleiden (48%). Niet-gepensioneerden met een hoog huishoudinkomen (43%) verwachten vaker meer dan 70% van het laatste verdiende loon over te houden. Zij zijn positiever gestemd over het inkomen na pensionering.
Hoe hoog verwacht u dat uw totale bruto inkomen bij pensionering zal zijn? Respondenten die niet gepensioneerd zijn n = 350
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
11
Gepensioneerden
Niet-gepensioneerden
De 70% grens ten opzichte van het laatst verdiende loon wordt nauwelijks gerealiseerd
Verwacht bedrag te ontvangen Voorjaar 2012
29
Verwacht bedrag te ontvangen Najaar 2011
25
25
25
Verwacht bedrag te ontvangen Voorjaar 2011
33
Bedrag daadwerkelijk ontvang Voorjaar 2012
34
Bedrag daadwerkelijk ontvangen Najaar 2011
10
0%
10% >70%
20% 70%
<70%
10
40%
50%
60%
n = 108
30
n = 96
34 70%
80%
n = 442
n = 64
36
13
n = 350
n = 222
29
26
19 30%
23
19
16
34
27
27
28
28
Bedrag daadwerkelijk ontvangen Voorjaar 2011
19
90%
100%
Weet ik niet
Waar één op de vier niet-gepensioneerden (25%) verwacht dat men na pensionering ongeveer 70% van het laatstverdiende bruto salaris over zal houden, blijkt in werkelijkheid dat slechts één op de tien (10%) gepensioneerden dit percentage daadwerkelijk als bruto inkomen ontvangt.
Hoe hoog verwacht u dat uw totale bruto inkomen bij pensionering zal zijn?
Opvallend is dat de uitgesproken verwachtingen over de pensioenhoogte in de tijd behoorlijk schommelen. Dit is met name terug te zijn bij de groep niet-gepensioneerden die verwacht minder dan 70% van het laatstverdiende bruto salaris over te houden (10% voorjaar 201127% najaar 201119% voorjaar 2012).
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
12
Eén derde moet bezuinigen of langer doorwerken bij pensionering om financieel rond te komen
Ja
30
Nee, ik zal moeten bezuinigen om financieel rond te kunnen komen
22
Nee, ik zal langer moeten doorwerken
12
Nee, maar ik heb voldoende aanvullend vermogen/extra inkomsten waardoor ik niet in financiële problemen zal komen
10
Nee, maar ik heb aanvullend één of meer financiële producten gesloten om pensioen mee aan te vullen
9
Weet ik niet
21 0
5
10
15
20
Circa één derde van de niet-gepensioneerden (34%) verwacht langer door te moeten werken of te moeten bezuinigen om in de toekomst financieel rond te kunnen komen. De verwachting om langer door te werken sluit aan bij de kabinetsplannen om het pensioenstelsel grondig te veranderen en de pensioenleeftijd stapsgewijs te verhogen naar 67 jaar. Bij jongeren (25-34 jaar) geeft één op de vijf (20%) aan langer door te moeten werken, dit is significant vaker dan in andere leeftijdsklassen. Ongeveer één derde verwacht (30%), net als in eerdere metingen, dat het bruto inkomen voldoende zal zijn.
25
30
35
Verwacht u dat het totale bruto inkomen dat u bij pensionering ontvangt voldoende zal zijn om financieel rond te komen? Respondenten die niet gepensioneerd zijn n = 350
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
13
Gepensioneerden hebben over het algemeen voldoende financiële middelen om rond te komen
Ja
53
Nee, ik moet beroep doen op bijstand, zorg- of huurtoeslagen om financieel rond te komen
18
Nee, ik moet bezuinigen om financieel rond te kunnen komen
13
Nee, maar ik heb voldoende aanvullend vermogen/extra inkomsten waardoor ik niet in financiële problemen kom
9
Nee, maar ik heb aanvullend één of meer financiële producten gesloten om pensioen mee aan te vullen
3
Wil ik niet zeggen
4 0
10
20
Meer dan helft (53%) van de gepensioneerden heeft geen moeite om financieel rond te komen. Eén op de vijf gepensioneerden (18%) doet een beroep op de bijstand, zorg of huurtoeslagen. Gepensioneerden met een laag huishoudinkomen (44%) zijn hierin oververtegenwoordigd.
30
40
50
60
Is het totale bruto inkomen dat u bij pensionering ontvangt voldoende om financieel rond te komen? Respondenten die gepensioneerd zijn n = 64
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
14
Sparen is meest populair product als aanvulling op het pensioen
Zelf gespaard op een gewone spaarrekening
37
Hypotheek afbetaald
18
Lijfrente
15
Bankspaarproduct
11
Kapitaalverzekering
6
Beleggingsverzekering
5
Een ander financieel product
5
Geen van bovenstaande
35 0
5
10
15
20
25
Circa vier op de tien (37%) pensioenopbouwers heeft zelf gespaard op een spaarrekening om het pensioen aan te vullen.
30
35
40
Welke producten heeft u afgesloten om uw pensioen aan te vullen? Meer antwoorden mogelijk. Respondenten die pensioen opbouwen of hebben opgebouwd n = 340
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
15
Lijfrente populair bij 45+ers als aanvulling op pensioen 37
Zelf gespaard op een gewone spaarrekening
34
22
14 10 20
Bankspaarproduct
65
11 11
7
12 9
5
2 2
7
8
5
2
Een ander financieel product
15
9
5
Beleggingsverzekering
23
6
1
Kapitaalverzekering
23
15
2
Lijfrente
35
43
18
7
Hypotheek afbetaald
39
35
4
6 6 35
Minimaal één product om pensioen aan te vullen Geen product om pensioen aan te vullen
Geen van bovenstaande 29
0 Totaal
18-34 jaar
5
10 35-44 jaar
15
20
45-54 jaar
Een periodieke kapitaalopbouw door middel van een lijfrenteverzekering wordt door niet-gepensioneerden met name gesloten in de leeftijdscategorie vanaf 45 jaar en ouder. Een kapitaalverzekering wordt relatief vaak (12%) gesloten door 35-44 jarigen.
25
30
45
34 34
35
40
45
55 jaar en ouder
Welke producten heeft u afgesloten om uw pensioen aan te vullen? Meer antwoorden mogelijk. Respondenten die pensioen opbouwen of hebben opgebouwd n = 340
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
16
Financiële producten worden vaker op eigen initiatief gesloten dan op initiatief van derden
Op eigen initiatief
70
Op initiatief van een tussenpersoon
24
Op initiatief van een bank
8
Op initiatief van een verzekeraar
3
Op initiatief van vrienden/familie/kennissen
5
0
10
20
30
40
Een ruime meerderheid (70%) van de respondenten die een financieel product heeft afgesloten als aanvulling voor pensioen heeft deze stap op eigen initiatief genomen. De tussenpersoon speelt bij 40% van de adviesgevoeligen een rol.
50
60
70
80
Heeft u dit product/deze producten op eigen initiatief gesloten of op initiatief van een adviseur? Meer antwoorden mogelijk. Respondenten die een financieel product hebben afgesloten
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
n = 148
17
Gepensioneerden zijn zich vaker bewust dat het pensioen niet waardevast is
Totaal
4
Gepensioneerd
Niet gepensioneerd
6
20
12
4
0%
42
11
34
26
21
10% Zeker wel
23
43
20%
30%
Waarschijnlijk wel
23
40%
9
50%
Waarschijnlijk niet
60% Zeker niet
70%
23
80%
90%
100%
Ik heb geen idee
Er is een behoorlijk verschil van inzicht tussen gepensioneerden en niet gepensioneerden over de indexatie die op het pensioen zit. Een kwart (26%) van de gepensioneerden geeft aan dat het pensioen niet geïndexeerd is en circa één op de tien (9%) van de niet gepensioneerden weet zeker dat het pensioen niet geïndexeerd is. Hoogopgeleiden (86%) hebben zich vaker verdiept in het pensioen en geven dan ook minder vaak aan dat ze geen idee hebben of het (te ontvangen) pensioen geïndexeerd is.
Denkt u dat uw pensioen zijn waarde behoudt door mee te stijgen met de loon- of prijsstijging? Respondenten die pensioen opbouwen of hebben opgebouwd n = 340
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
18
Financiële planning voor de oude dag
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
19
Gepensioneerden maken zich meer zorgen over het pensioen
Totaal
15
Gepensioneerd
32
20
Niet gepensioneerd
22
14
0%
10%
39
32
34
20% Nooit
30%
14
26
40
40%
Nauwelijks
Soms
50%
60%
70%
12
80%
90%
100%
Regelmatig / Vaak
Een kwart van de gepensioneerden (26%) maakt zich regelmatig tot vaak zorgen over het pensioen. Bij niet gepensioneerden ligt dit percentage (12%) beduidend lager. Hoogopgeleiden (6%) maken zich minder zorgen over het pensioen dan lager- en midden opgeleiden (respectievelijk 18% en 15%).
In welke mate maakt u zich weleens zorgen over uw pensioen? Alle respondenten n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
20
Zorgen over pensioen redelijk stabiel in de tijd
Voorjaar 2012
12
35
Najaar 2011
12
34
Voorjaar 2011
41
40
16
0%
10%
38
20%
30% Nooit
12
14
37
40%
Nauwelijks
50% Soms
60%
70%
10
80%
90%
100%
Regelmatig / Vaak
Het aantal personen dat zich geen zorgen maakt over het pensioen is stabiel gebleven en bedraagt circa 50%.
In welke mate maakt u zich weleens zorgen over uw pensioen? Respondenten die pensioen opbouwen of hebben opgebouwd
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
21
De meerderheid van de niet-gepensioneerden heeft geen behoefte aan pensioenadvies
Totaal
14
Gepensioneerd
11
Niet gepensioneerd
62
1
87
15
0% Ja
24
10%
27
20%
30%
58
40%
50%
Nee, maar ik overweeg dit in de toekomst wel te gaan doen
60%
70%
80%
90%
100%
Nee, ik heb geen behoefte aan uitleg of advies
De meerderheid van de niet-gepensioneerden (58%) heeft geen behoefte aan pensioenadvies. Bijna negen op de tien gepensioneerden (87%) heeft geen advies gevraagd over het pensioen en verwacht dit ook niet in de toekomst te gaan doen. Opvallend is de leeftijdscategorie 18-34 jaar waarbinnen de helft (50%) pensioenadvies overweegt.
Heeft u wel eens advies gevraagd over uw (mogelijke aanvulling op uw) pensioen? Alle respondenten n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
22
Onafhankelijkheid van een aanbieder en maatwerk zijn de belangrijkste aspecten van pensioenadvies
De adviseur wordt niet betaald door de aanbieder
27
De adviseur levert maatwerk voor mijn persoonlijke situatie
25
De adviseur vergelijkt meerdere verschillende producten
17
De adviseur is niet in loondienst van een aanbieder
17
De adviseur vergelijkt verschillende aanbieders
14
0
5
10
15
De adviseur kan pas echt onafhankelijk advies geven als deze niet betaald wordt door de aanbieder (27%) en weet in te spelen op de persoonlijke situatie van een consument (25%), Bij hoogopgeleiden geeft zelfs vier op de tien (37%) als belangrijkste aspect aan dat de adviseur niet betaald mag worden door de aanbieder.
20
25
30
Wat is voor u het belangrijkste aspect van onafhankelijk pensioenadvies? Alle respondenten n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
23
De tussenpersoon scoort veruit het best op onafhankelijkheid en prijs/kwaliteitverhouding
het meest onafhankelijk advies
50
het meest deskundig advies
9
34
advies met de beste prijs/kwaliteit verhouding
13
45
0% Tussenpersoon
10% Bank
20%
30%
Verzekeraar
40%
6
16
14
34
13
9
50%
60%
Pensioenfonds
18
5
23
70%
80%
10
90%
100%
Werkgever
De helft van de respondenten (50%) geeft aan dat de tussenpersoon het meest onafhankelijke advies geeft. Dit geldt met name voor jongeren (64%) en minder sterk voor 55+ers (40%).
Welke partij geeft volgens u...
Het meest deskundig worden zowel de pensioenfondsen (34%) als de tussenpersonen (34%) beschouwd. Maar liefst 42% van de 55+ers geeft aan dat het pensioenfonds het meest deskundig is.
Alle respondenten n = 414
Bij prijs/kwaliteitverhouding zien we een soortgelijk beeld, waarbij 55+ers (40%) met name pensioenfondsen roemen.
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
24
55+ers winnen het liefst advies in bij een pensioenfonds
Totaal
46
17
18-34 jaar
7
22
60
35-44 jaar
21
45
45-54 jaar
15
54
55+ (niet gepensioneerd)
28
55+ (gepensioneerd) 0%
10%
20%
Tussenpersoon
Bank
8
40% Verzekeraar
50%
6 60%
11
12
Pensioenfonds
11
30 70%
3
12
39
19 30%
11
22
8
39
6
6
15
14
9
7
80%
90%
100%
Werkgever
Over het algemeen wordt advies over aanvulling op het pensioen ingewonnen bij de tussenpersoon (46%). De nog niet gepensioneerde 55+er vormt hierop een uitzondering: zij gaan het liefst (39%) naar het pensioenfonds voor advies.
Naar welke partij zou u gaan voor advies over financiële producten als aanvulling op uw pensioen?
De gemaksgeoriënteerden (31%) maken het minst gebruik van de tussenpersoon en kiezen relatief vaak voor de bank (27%) of verzekeraar (18%) voor het inwinnen van advies over pensioenaanvullingen.
Alle respondenten
Consumenten baseren de keuze voor het advieskanaal over financiële producten als aanvulling op het pensioen met name op de gepercipieerde prijs/kwaliteitverhouding van het advieskanaal.
n = 414
Consumenten die al eens advies hebben ingewonnen, gaan relatief vaak naar een tussenpersoon (61%). © GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
25
Salaris- en pensioengegevens worden als belangrijkste informatiebronnen gezien De salarisgegevens
85
Het pensioen dat u opbouwt via uw (oud)werkgever(s)
85
De woonlasten uit hypotheek of huur
80
Of er een partner is en zo ja, het inkomen van de partner
77
Lopende levensverzekeringen zoals een overlijdensrisicoverzekering of andere levensverzekering Verplichtingen uit consumptief krediet zoals een doorlopend krediet of persoonlijke lening
70 67
De kosten van levensonderhoud
62
Een beleggingsportefeuille
51
De kosten van de auto
29
De kosten voor vakanties en extraatjes
29 0
10
20
30
40
50
Salarisgegevens (85%) en pensioengegevens (85%) worden door de consument als belangrijkste informatiebronnen gezien die een adviseur nodig heeft om een aanvullend pensioenadvies te kunnen geven. De indirecte kosten (auto, vakanties en extraatjes) zijn de minst belangrijke informatiebronnen.
60
70
80
90
Welke informatie denkt u dat een adviseur nodig heeft om u een aanvullende pensioenadvies te kunnen geven? Alle respondenten n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
26
Lageropgeleiden denken dat een adviseur minder informatie nodig heeft om pensioenadvies te geven 85 75
De salarisgegevens
89 94 85 72
Het pensioen dat u opbouwt via uw (oud)werkgever(s)
90
95 80 68
De woonlasten uit hypotheek of huur
83 91 77 64
Of er een partner is en zo ja, het inkomen van de partner
84 85 70
Lopende levensverzekeringen zoals een overlijdensrisicoverzekering of andere levensverzekering
54
78 79
0 Totaal
Opleidingsniveau: laag
10
20
30
40
Opleidingsniveau: midden
50
60
70
80
90
100
Opleidingsniveau: hoog
Lageropgeleiden denken dat een adviseur minder informatie nodig heeft om pensioenadvies te geven. Daarnaast zijn het de gepensioneerden, adviesgevoeligen en 55+ers die denken dat er minder informatiebronnen noodzakelijk zijn om een gedegen advies te kunnen geven.
Welke informatie denkt u dat een adviseur nodig heeft om u een aanvullende pensioenadvies te kunnen geven? (vervolg) Alle respondenten n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
27
Hoogopgeleiden denken dat adviseur ook info uit beleggingsportefeuille en krediet nodig heeft 67
Verplichtingen uit consumptief krediet zoals een doorlopend krediet of persoonlijke lening
58 69 78 62 57
De kosten van levensonderhoud
67
62 51 38
Een beleggingsportefeuille
51 68 29 31
De kosten van de auto
25 34
29 25
De kosten voor vakanties en extraatjes
29 33
0 Totaal
Opleidingsniveau: laag
10
20
30
Opleidingsniveau: midden
40
50
60
70
80
90
Opleidingsniveau: hoog
Opvallend is dat hoogopgeleiden informatie over de beleggingsportefeuille (68%) en verplichtingen uit een consumptief krediet (78%) vaker benadrukken als noodzakelijk.
Welke informatie denkt u dat een adviseur nodig heeft om u een aanvullende pensioenadvies te kunnen geven? (vervolg) Alle respondenten n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
28
Tijdsbeslag voor aanvullend pensioenadvies wordt onderschat
maximaal 2 uur
40
3 a 5 uur
26
5 tot 8 uur
13
Gem. 5,6 uur 8 tot 12 uur
12
12 uur of meer
10
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
Vier op de tien respondenten denkt dat een aanvullend pensioenadvies (voorbereiding, gesprek en uitwerking van advies) maximaal 2 uur in beslag neemt. Een groot deel van de gepensioneerden (52%), 55+ers (48%) en de lageropgeleiden (50%) zijn hier zelfs nog stelliger van overtuigd.
Hoeveel uur denkt u dat een adviseur nodig heeft voor een aanvullend pensioenadvies?
De gemiddelde tijd die een adviseur in aanvullend pensioenadvies steekt is volgens de respondenten 5,6 uur.
Alle respondenten n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
29
Men heeft niet veel over voor aanvullend pensioenadvies
0 euro
10
1 t/m 50 euro
73
51 t/m 100 euro
14
Gem. 36 euro Meer dan 100 euro
3
0
10
20
30
40
50
60
70
80
Het gemiddelde uurtarief dat een consument bereid is om te betalen voor het verkrijgen van aanvullend pensioenadvies is 36 Euro. Iets meer dan zeven op de tien respondenten (73%) geeft aan dat een reëel tarief tussen de 1 en 50 euro zou moeten liggen.
Welk uurtarief zou u reëel vinden om te betalen voor het krijgen van aanvullende pensioenadvies?
Pensioenadvies wordt niet anders gewaardeerd dan financieel advies in het algemeen: het gemiddelde uurtarief dat men bereid is te betalen voor financieel advies in het algemeen is 35 euro (VB Barometer 2011).
Alle respondenten
Huishoudens met een hoog inkomen en/of hogeropgeleiden zijn bereid om meer te betalen. Zij hanteren een gemiddeld tarief tussen de 47 en 50 euro. De adviesgevoeligen (28 euro) en huishoudens met een laag inkomen (24 euro) onderscheiden zich door de laagst opgegeven uurtarieven. © GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
n = 414
30
Consument is slechts beperkt bereid om te betalen voor advies en zoekt dit bij voorkeur zelf uit
€300
€100
Groep 1 (n = 149)
70
12
15
€250
Groep 2 (n = 164)
73
11
10%
20%
30%
40%
€1250
12
81
0%
3
€500
€400
Groep 3 (n = 101)
€850
€750
8
50%
60%
70%
80%
4
€1500
8
90%
2
100%
Ik hoef geen advies: ik doe alles zelf via internet
Ik maak gebruik van een geautomatiseerd adviesproces
Ik laat een beknopt advies opmaken door een adviseur
Ik laat een uitgebreid financieel plan voor oude dag opmaken
De tarifering heeft slechts beperkte invloed op de keuze om een adviesvorm in te schakelen. Bij de meest prijzige adviestarieven (groep 3) is wel een significante stijging zichtbaar in het aandeel dat zelf via internet uitzoekt hoe het pensioen aangevuld kan worden. Het is opvallend dat er nauwelijks behoefte is aan het door een adviseur op laten maken van een uitgebreid financieel plan voor de oude dag.
Welke van onderstaande adviesvormen heeft uw voorkeur om een keuze te kunnen maken op welke wijze u het beste uw pensioen kunt aanvullen? Alle respondenten, 3 random tariefgroepen
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
31
Consument is nog niet op de hoogte van het Wijzer in geldzaken Geldloket
Niet eerder van gehoord
78
Ken het alleen van naam
15
Ken het van naam en weet globaal wat het doet
6
Weet vrij goed wat het doet
2
0
10
20
30
40
50
60
Iets meer dan negen op de tien respondenten is onbekend (93%, inclusief alleen kennen van naam) met het Geldloket initiatief dat overheid dit jaar gestart is. De ambitieuzen (AFM-segmentatie) lijkt iets meer kennis te hebben van het initiatief. Binnen dit segment geeft 11% aan dat ze globaal kennis hebben genomen van het Wijzer in geldzaken Geldloket.
70
80
90
De overheid start dit jaar met het Wijzer in geldzaken Geldloket. In hoeverre bent u op de hoogte van dit initiatief? Alle respondenten n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
32
De consument vindt het Geldloket een geschikt initiatief
Totaal
7
Gepensioneerd
50
9
Niet gepensioneerd
26
29
7
0%
19
20%
30%
40%
50%
22
3
54
10%
3
60%
34
17
3
20
70%
80%
90%
Een goed initiatief en ga er zeker gebruik van maken
Een goed initiatief en ga er misschien gebruik van maken
Een goed initiatief maar ga er zelf geen gebruik
Ik vind het geen goed initiatief
100%
Geen mening Over het algemeen wordt het Geldloket als een goed initiatief beschouwd. Slechts een enkeling (3%) heeft er geen goed gevoel bij.
Wat vindt u van dit initiatief (het Wijzer in geldzaken Geldloket)?
Er zit een duidelijke discrepantie tussen gepensioneerden en niet-gepensioneerden in de geneigdheid om het Geldloket te gebruiken. Niet-gepensioneerden (61%) overwegen vaker gebruik te maken van het Geldloket dan gepensioneerden (35%).
Alle respondenten n = 414
Het segment beheersten (62%) overweegt net als de 25-44 jarigen (63%) om er misschien gebruik van te gaan maken. © GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
33
Zes op de tien geeft aan het digitale loket (misschien) te gaan gebruiken.
Totaal
21
Gepensioneerd
41
9
Niet gepensioneerd
29
23
23
0%
11
10%
30%
40%
28
9
50%
18
10
43
20%
8
60%
70%
8
16
80%
90%
Een goed initiatief en ga er zeker gebruik van maken
Een goed initiatief en ga er misschien gebruik van maken
Een goed initiatief maar ga er zelf geen gebruik
Ik vind het geen goed initiatief
100%
Geen mening Ongeveer één op de vijf respondenten (21%) verwacht zeker gebruik te maken van het Digitale loket, waardoor zij op één plek een overzicht van de financiële positie hebben. Gepensioneerden (38%) verwachten hier minder vaak gebruik van te maken dan niet-gepensioneerden (66%).
Wat zou u ervan vinden als er een digitaal loket komt met al uw financiële producten? Alle respondenten n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
34
Het Digitale loket zal vaker gebruikt worden dan het ‘fysieke’ Geldloket
Geldloket
7
50
Digitaal loket
21
0%
10%
19
41
20%
30%
40%
3
11
50%
60%
70%
22
8
80%
18
90%
Een goed initiatief en ga er zeker gebruik van maken
Een goed initiatief en ga er misschien gebruik van maken
Een goed initiatief maar ga er zelf geen gebruik
Ik vind het geen goed initiatief
100%
Geen mening Het Digitale loket (21%) is een meer laagdrempelig alternatief om zeker te gebruiken in vergelijking met het Geldloket (7%).
Wat zou u ervan vinden als er een digitaal loket komt met al uw financiële producten? Alle respondenten n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
35
Pensioenkortingen
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
36
Gepensioneerden zijn er het sterkst van overtuigd dat zij gekort worden door pensioenfondsen
53
Gepensioneerden
75
49
50
Deelnemers van het pensioenfonds
32 53
29
Slapers
19 31
24
Weet ik niet
15 26
0
10 Totaal
20 Gepensioneerd
30
40
50
60
70
80
Niet gepensioneerd
Een meerderheid van de gepensioneerden (75%) verwacht dat met name zij zelf geraakt worden door de aangekondigde kortingen op pensioenaanspraken. Bij niet-gepensioneerden heerst bij een meerderheid (53%) het idee dat de kortingen de deelnemers van het pensioenfonds (werknemers) raken.
Welke groepen binnen een pensioenfonds worden volgens u geraakt door kortingen op de pensioenaanspraken?
Hoogopgeleiden (39%) geven relatief vaak aan dat de slapers gedupeerd worden door kortingen op de pensioenaanspraken.
Alle respondenten
Een vijfde van alle consumenten (20%) weet dat alle groepen worden geraakt. © GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
n = 414 37
Een bedrijfstakpensioenfonds is de meest voorkomende pensioenregeling
Een bedrijfspensioenfonds van de bedrijfstak
34
Een pensioenfonds van de overheid (bijv. ABP)
26
Een pensioenregeling binnen het bedrijf die is ondergebracht bij een verzekeraar
16
Een ondernemingspensioenfonds
9
Een beroepspensioenfonds
4
Ander type pensioenregeling
6
Weet ik niet
16 0
5
10
15
20
Eén op de drie pensioenopbouwers (34%) heeft de regeling ondergebracht bij een bedrijfspensioenfonds van de bedrijfstak. Hoogopgeleiden hebben relatief vaker een pensioenfonds van de overheid (40%) of pensioenregeling ondergebracht bij een verzekeraar (26%).
25
30
35
40
Wat voor type pensioenregeling(en) heeft u? Respondenten die pensioen opbouwen of hebben opgebouwd n = 340
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
38
Er is nog veel onduidelijkheid over het korten op pensioenaanspraken
35 41
24 Ja
Nee
Weet ik niet
Ruim vier op de tien pensioenopbouwers bij een pensioenfonds (41%) is niet op de hoogte of het pensioenfonds moet korten op pensioenaanspraken. Volgens de DNB worden in totaal 7,5 miljoen deelnemers gekort, waarvan 2,4 miljoen actieven, 3,9 miljoen slapers en 1,2 miljoen gepensioneerden. Van de groep die wel weet of het pensioenfonds kort op de pensioenaanspraken geeft omgerekend bijna 60% aan dat hier ook daadwerkelijk sprake van is. Bij 55+ers ligt dit percentage zelfs op 66%. Dit is afwijkend hoger dan bij andere leeftijdsgroepen.
Moet (één van) uw pensioenfonds(en) korten op pensioenaanspraken? Respondenten die pensioen opbouwen of hebben opgebouwd bij een pensioenfonds n = 231
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
39
Pensioenopbouwers die gekort worden zijn in de meeste gevallen persoonlijk ingelicht
Ik heb een persoonlijke brief van mijn pensioenfonds ontvangen
69
Via de media (radio, televisie, krant, etc.)
22
Ik heb het gelezen in een (digitale) nieuwsbrief van mijn pensioenfonds
22
Via de website van mijn pensioenfonds
8
Op een andere manier
3
0
10
20
30
40
Van de personen die pensioen opbouwen via een pensioenfonds dat moet korten, is de meerderheid (69%) via een persoonlijke brief op de hoogte gesteld van de aangekondigde kortingen op pensioenaanspraken.
50
60
70
80
Hoe weet u dat uw pensioenfonds moet korten?
Ongeveer één op de vijf (22%) heeft dit (mede) moeten vernemen via de media. Respondenten die pensioen opbouwen of hebben opgebouwd bij een pensioenfonds dat moet korten n = 81 © GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
40
Pensioenopbouwers die niet gekort worden hebben dit veelal via het pensioenfonds vernomen
Ik heb een persoonlijke brief van mijn pensioenfonds ontvangen
52
Ik heb het gelezen in een (digitale) nieuwsbrief van mijn pensioenfonds
27
Via de website van mijn pensioenfonds
14
Via de media (radio, televisie, krant, etc.)
8
Ik heb niets van mijn pensioenfonds over korten gehoord
13
Op een andere manier
1 0
10
20
30
Iets meer dan de helft van pensioenopbouwers die niet gekort worden op de pensioenaanspraken (52%) heeft dit vernomen via een persoonlijke brief van het pensioenfonds.
40
50
60
Hoe weet u dat uw pensioenfonds niet hoeft te korten? Respondenten die pensioen opbouwen of hebben opgebouwd bij een pensioenfonds dat niet hoeft te korten n = 55
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
41
Pensioenopbouwers zouden het liefst persoonlijk ingelicht willen worden over een mogelijke korting
Door een persoonlijke brief van mijn pensioenfonds
85
Door een (digitale nieuwsbrief) van mijn pensioenfonds
18
Via de website van mijn pensioenfonds
8
Via de media (radio, televisie, krant, etc.)
6
Op een andere manier
1
0
10
20
30
40
50
Een persoonlijke brief zou idealiter (85%) ingezet moeten worden om een pensioenopbouwer in te lichten over korting op pensioenaanspraken. Er zijn geen segmenten teruggevonden die een uitgesproken voorkeur hebben voor een ander communicatiemiddel.
60
70
80
90
Hoe zou u op de hoogte gebracht willen worden over een mogelijke korting op pensioenaanspraken? Respondenten die pensioen opbouwen of hebben opgebouwd bij een pensioenfonds n = 231
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
42
Vier op de tien is niet op de hoogte van de dekkingsgraad van hun pensioenfonds
Totaal
18
Gepensioneerd
4
Niet gepensioneerd
21
6
15
62
20
0%
46
10%
28
23
20%
30%
43
40%
50%
60%
13
70%
80%
90%
100%
Nee Ja, maar weet niet wat de dekkingsgraad van mijn pensioen is Ja, en weet ongeveer wat dekkingsgraad van mijn pensioen is Ja, en weet precies wat dekkingsgraad van mijn pensioen is Circa vier op de tien pensioenopbouwers (39%) is niet op de hoogte van de dekkingsgraad van hun pensioenfonds. Gepensioneerden met een pensioen bij een pensioenfonds (90%, inclusief ongeveer weten) zijn vaker op de hoogte van de dekkingsgraad van het pensioenfonds dan niet-gepensioneerden (56%).
Weet u wat wordt bedoeld met de dekkingsgraad van een pensioenfonds? Respondenten die pensioen opbouwen of hebben opgebouwd bij een pensioenfonds n = 231
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
43
Personen die niet bij pensioenfonds zitten, weten niet wat dekkingsgraag inhoudt Personen die geen pensioen opbouwen of hebben opgebouwd bij een pensioenfonds
Werkenden die pensioen opbouwen of hebben opgebouwd bij een pensioenfonds
Gepensioneerden die pensioen hebben opgebouwd bij een pensioenfonds
(n = 183)
(n = 199)
(n = 32) 4 20
46 54
80 96
Nee Ja
Nee
Ja
De helft (54%) van de personen die geen pensioen opbouwen of hebben opgebouwd bij een pensioenfonds weet niet wat de dekkingsgraad inhoudt. Met name bij 18-24 jarigen (74% onbekend) en huishoudens met een laag inkomen (70% onbekend) is er sprake van onduidelijkheid. Hoogopgeleiden (62%) en huishoudens met een hoog inkomen (64%) weten relatief vaak wel wat wordt bedoeld met de dekkingsgraad van een pensioenfonds.
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
Nee
Ja
Weet u wat wordt bedoeld met de dekkingsgraad van een pensioenfonds? Alle respondenten n = 414
44
Deelnemers vinden pensioenfondsen niet transparant
Een pensioenfonds dat moet korten, moet dit openbaar maken
43
Pensioenfondsen zijn transparant
6
Pensioenfondsen moeten iedere maand hun dekkingsgraad publiceren
0% Helemaal mee eens
Mee eens
42
15
39
17
10%
14
31
41
20%
Niet eens, niet oneens
30%
40%
28
50%
Mee oneens
60%
70%
8
12
80%
11
2
90% 100%
Helemaal mee oneens
Slechts één op de vijf (21%) geeft aan dat een pensioenfonds op dit moment transparant is. Pensioenopbouwers (85%) geven aan dat het van belang is dat pensioenfondsen die moeten korten dit openbaar zouden moeten maken. 58% geeft aan dat het een goed idee is als pensioenfondsen maandelijks hun dekkingsgraad publiceren.
In hoeverre bent u het eens met de volgende uitspraken? Respondenten die pensioen opbouwen of hebben opgebouwd n = 340
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
45
Slechts een kwart is zich meer gaan verdiepen in hun pensioen na berichten in de media
Mijn leven nu is belangrijk. Ik doe vaak dingen om resultaten te bereiken die snel plaatsvinden
Ik doe alleen iets aan directe problemen en de toekomst lost de rest wel op
7
4
Ik heb mij meer verdiept in mijn pensioen naar aanleiding van 3 berichten in de media
0% Helemaal mee eens
Mee eens
41
39
26
41
24
10%
12
26
37
20%
Niet eens, niet oneens
30%
40%
27
50%
Mee oneens
60%
70%
80%
2
2
9
90% 100%
Helemaal mee oneens
Doordat er veelvuldig berichten in de media verschijnen omtrent pensioenen is iets meer dan een kwart (27%) van de respondenten zich meer gaan verdiepen in het pensioen.
In hoeverre bent u het eens met de volgende uitspraken?
Een 55+er (45%) heeft zich vaker in het pensioen verdiept naar aanleiding van berichten in de media dan jongeren (9%, 25-34 jaar).
Alle respondenten n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
46
Partner blijft over het algemeen financieel goed achter na overlijden
Nee
8
Ja, want ik heb via de werkgever een nabestaandenpensioen
35
Ja, mijn partner heeft zelf voldoende inkomen
34
Ja, dan wordt (een deel van) de hypotheek afgelost
28
Ja, want ik heb een aanvullende nabestaandenpensioenverzekering afgesloten
11
Ja, want de wettelijke regeling ANW is voldoende
4
Ja, ik heb iets anders geregeld
6
Weet niet
13 0
5
10
15
20
Vier op de vijf (79%) voorziet geen financiële problemen voor de partner bij plotseling overlijden. Met name bij jongeren (69%,18-34 jarigen) blijft de partner minder vaak financieel goed achter. Bij 8% blijft de partner niet goed financieel achter bij overlijden en 13% weet niet of de partner goed achterblijft. Deze cijfers komen overeen met NIBUD-cijfers uit 2007 (7% antwoordde nee en 12% weet niet).
25
30
35
40
Stel dat u morgen zou overlijden. Blijft uw partner dan financieel goed achter? Respondenten met partner n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
47
Bijlagen
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
48
Onderzoeksverantwoording
Doel: in kaart brengen van ontwikkelingen in het financiële keuzegedrag van de Nederlandse financiële consument.
Veldwerkperiode: 26 april t/m 13 mei 2012.
Doelgroep: representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking (18+).
Weging: de representatieve steekproef is herwogen naar een afspiegeling van de Nederlandse bevolking (18+). Deze groepen is gewogen naar leeftijd, geslacht, opleiding en district.
Methode: online onderzoek, vooraf is het volledige panel gescreend om de juiste groepen consumenten voor dit onderzoek te kunnen benaderen.
Steekproefomvang: de netto steekproef bestaat uit 414 respondenten die representatief zijn voor de Nederlandse bevolking (18+).
Rapportage: de weergegeven resultaten zijn gebaseerd op representatief Nederland (18+). Indien er significante verschillen bestaan tussen specifieke doelgroepen en totaal Nederland (18+) wordt dit aangegeven.
Belangrijk in het onderzoek zijn de vier soorten financieel beslissers, uitgelegd op de volgende slide.
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
49
Consumentensegmentatie
In de rapportage worden termen voor verschillende typen financieel beslissers genoemd. De AFM onderzocht in een eerder stadium hoe Nederlanders financiële beslissingen nemen en concludeerde dat mensen van elkaar verschillen in de manier waarop deze beslissingen genomen worden. Er zijn 4 typen, welke hieronder worden beschreven.
Beheersten verzamelen veel informatie over het financieel product dat zij willen aanschaffen. Zij overwegen veel alternatieven, gaan door tot zij het juiste product hebben gevonden en nemen uiteindelijk zelf de beslissing, zonder financieel adviseur.
Ambitieuzen proberen graag nieuwe producten uit en mijden risico’s hierbij niet. Zij hebben luxe en rendement als drijfveer voor hun besluiten en steken een gemiddelde hoeveelheid tijd in hun keuzeproces.
Adviesgevoeligen laten hun beslissingen over aan anderen. Zij vertrouwen adviseurs blindelings. Zij zijn niet geïnteresseerd in financiële producten en zijn niet perse op zoek naar het ideale product.
Gemaksgeoriënteerden stoppen weinig tijd in het bestuderen van financiële producten en vermijden hierbij risico’s. Zij hebben weinig vertrouwen in financieel adviseurs en kiezen vaak voor standaard producten.
Voor meer informatie of om zelf te testen wat voor type financieel beslisser u bent, kunt u terecht op www.afm.nl/besliswijzer
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
50
Steekproefoverzicht naar achtergrondkenmerken 18-24 jaar
11
25-34 jaar
15
35-44 jaar
19
45-54 jaar
19
55 jaar en ouder
35
Opleidingsniveau: laag
34
Opleidingsniveau: midden
40
Opleidingsniveau: hoog
26
Inkomensniveau: laag
20
Inkomensniveau: midden
41
Inkomensniveau: hoog
23
Inkomensniveau: onbekend
16
Vrouw
51
Man
49 0
10
20
30
40
50
60
Steekproefverdeling representatieve groep n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
51
Steekproefoverzicht naar type financieel beslisser
Beheersten
43
Ambitieuzen
22
Adviesgevoeligen
23
Gemaksgeorienteerden
12
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Steekproefverdeling representatieve groep n = 414
© GfK 2012 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2012
52