Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring
107139 - Het bezwaar tegen de toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat deze beschikking overeenkomstig de procedure en de criteria van het samenwerkingsverband is toegekend. ADVIES in het geding tussen: mevrouw A en de heer B, te L, bezwaarden en de vereniging Samenwerkingsverband D, gevestigd te L, verweerder
1.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Op 21 januari 2016 hebben bezwaarden bij verweerder een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit tot toekenning van een toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs voor C. Verweerder heeft op 2 februari 2016 de Commissie verzocht advies uit te brengen over het bezwaarschrift, en heeft daarbij het verweerschrift ingediend. Op 18 februari 2016 heeft verweerder aanvullende stukken ingediend. De mondelinge behandeling van het geschil vond plaats op 24 februari 2016 te Utrecht. Bezwaarden hebben op 22 februari 2016 verzocht om uitstel van de zitting. De voorzitter heeft ten aanzien van dit verzoek overwogen dat de door bezwaarden aangevoerde verhinderingen waren gelegen in de persoonlijke sfeer, zij tijdig op de hoogte waren gesteld van de zitting en aan het verzoek geen dringende redenen ten grondslag waren gelegd, en heeft het verzoek afgewezen. Bezwaarden waren niet ter zitting aanwezig. Namens verweerder waren ter zitting aanwezig mevrouw E, directeur en mevrouw F, onderwijsadviseur/deskundige. Namens de derde belanghebbende in deze procedure, G, waren aanwezig mevrouw H, stafmedewerker en mevrouw J, directeur van basisschool K te L. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier herhaald en ingelast.
2.
DE FEITEN
1. Bezwaarden zijn de moeder en stiefvader van C, geboren op 7 juli 2007. C heeft groep 1, 2 en 3 van het regulier basisonderwijs gevolgd in M. Vanaf januari 2015 staat hij ingeschreven bij K te L (de school). De school valt onder het bevoegd gezag van de derde-belanghebbende. 2. Vanwege sociaal-emotionele problemen en gedragsproblemen op school is C voor de zomervakantie van 2015 aangemeld bij het PO Adviesteam van N, een academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie. N heeft in augustus en september 2015 verschillende observaties verricht in de schoolsituatie. Verder heeft N een psychologisch onderzoek verricht bij C en bij hem de WISC-III afgenomen (VIQ 102, PIQ 82).
107139/ advies d.d. 21 maart 2016
pagina 1 van 6
Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring
3. Op 14 oktober 2015 heeft K met bezwaarden het groeidocument besproken waaruit blijkt dat bij verweerder een tlv zal worden aangevraagd. Deze aanvraag is korte tijd aangehouden om bezwaarden gelegenheid te geven om een second opinion aan te vragen. Bezwaarden hebben geen second opinion aangevraagd. 4. Op 28 oktober 2015 heeft K bij verweerder advies gevraagd over de meest passende onderwijssetting voor C en verzocht om een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) af te geven. 5. Op 1 december 2015 adviseert N voor C een plaatsing op een observatiegroep bij N. Dit advies hebben bezwaarden niet overgenomen. Wel is het hele gezin twee weekenden in een observatiegroep geweest. 6. Op 16 december 2015 heeft de school van bezwaarden de handelingsadviezen ontvangen die N over C had opgesteld. 7. Op 12 januari 2016 heeft verweerder voor C een tlv-speciaal onderwijs toegekend, bekostigingscategorie laag, en geldig tot 31 juli 2020. Hiertegen is het bezwaarschrift gericht.
3.
STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Bezwaarden Bezwaarden voeren aan dat C al na enkele weken op K enorm veel tegenzin had om naar school te gaan. Zijn houding veranderde, hij ging nagels bijten en kon ineens heel erg boos worden. Bezwaarden wijzen er op dat C in zijn korte leven al veel heeft meegemaakt. Zo is hij acht keer verhuisd, moet zijn vader missen die in O woont, moet wennen aan nieuw ouderlijk gezag, een nieuw broertje, een nieuwe school, een nieuw huis en een nieuwe stad. Dit heeft gevolgen gehad voor zijn zelfvertrouwen. Dat zelfvertrouwen is op K verder aangetast door de slechte begeleiding in de klas door de groepsleerkracht. C had een intense angst voor de leerkracht. De tijdelijke begeleiding van C buiten de klas door een zorgstudente gaf snel enorme verbetering waardoor C weer plezier kreeg in school. Terugplaatsing in de klas lukte echter niet meer vanwege de problemen met de leerkracht. K heeft niets gedaan met de handelingsadviezen van N. Bezwaarden delen de opvatting van N dat Montessori onderwijs voor C niet geschikt is. C kan verder op regulier onderwijs mits daar rust en regelmaat in de klas wordt geboden. Bezwaarden hadden voor C een school gevonden met kleine groepen. Speciaal onderwijs is voor C niet passend. Bezwaarden zijn het er niet mee eens dat voor C de tlv is aangevraagd. Daarvoor hebben zij geen toestemming gegeven. Verweerder Verweerder geeft aan dat hij naar aanleiding van het verzoek van K om advies uit te brengen over een passende onderwijssetting voor C en een tlv af te geven nadere informatie heeft ingewonnen bij bezwaarden, N, de Montessorischool te M en K. Verweerder en de school beschikken niet over de informatie uit het psychologisch onderzoek en het vervolgonderzoek (waaronder het gezinsonderzoek) van N. Zij zijn slechts op de hoogte gesteld van het advies voor plaatsing in een observatiegroep van N, een beschrijving van de handelingsadviezen voor C en een integratief beeld. Bij C is sprake van meervoudige problematiek (sociaal-emotioneel, gedragsmatig, didactisch en op het gebied van werkhouding). De problematiek heeft zich op twee scholen voorgedaan. Het soms 107139/ advies d.d. 21 maart 2016
pagina 2 van 6
Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring
heftige en ontregelende gedrag van C is niet primair oppositioneel, maar eerder reactief in situaties waar aan hem eisen worden gesteld. De extra arrangementen die verweerder kan inzetten bieden de leerling maximaal vier uur per week aanvullende ondersteuning. C heeft veel meer aanvullende ondersteuning nodig. Zijn externaliserende gedragsproblemen zijn dermate ernstig dat C op een PI school, met veel kwetsbare kinderen, onvoldoende begeleid kan worden. Daarom adviseert verweerder om C te plaatsen op de Pionier, een zmok school cluster 4 met jeugd ggz. Met het oog op een voorgenomen verhuizing naar P zou C daar geplaatst kunnen worden op Q. Verweerder heeft op 15 december 2015 aan bezwaarden de afgifte van de tlv toegelicht. Daarna is aan bezwaarden schriftelijk de tlv en de motivering in vorm van het deskundigenadvies verstrekt. Derde belanghebbende Halverwege het schooljaar 2014-2015 hebben bezwaarden zich gemeld bij K met het verzoek om C in te schrijven. Vanuit K is contact gezocht met de vorige school te M. Uit deze warme overdracht kwam naar voren dat C op de school in M blijk had gegeven van eet- en gedragsproblemen. C had weerstand tegen werken op school en had moeite de stof te begrijpen. De school in M was met de moeder van C overeengekomen dat het ziekenhuis, waar C vanwege zijn eetproblemen onder controle was, een psychologisch onderzoek zou verrichten. Doordat na de zomervakantie bleek dat moeder ging verhuizen naar L, is dat onderzoek niet doorgegaan. Op K liet C in de groepssituatie onwenselijk en grensoverschrijdend gedrag zien. Vaak ging het het eerste uur al mis in de groep, de dynamiek was C teveel, ondanks de zeer ervaren groepsleerkracht. Medeleerlingen waren bang voor C en hielden hem in de gaten. Hij weigerde toetsen te maken, ook als die mondeling werden afgenomen. Zijn leren stagneerde. C toont zich ongevoelig voor autoriteit van de leerkracht of een andere volwassene zodra er eisen aan hem worden gesteld. Ook op K toonde C eetproblemen. Zijn fijne motoriek is niet op leeftijdsniveau. In augustus 2015 heeft K aan moeder duidelijk gemaakt dat de situatie met C niet langer houdbaar was. Zijn grensoverschrijdend gedrag maakte werken in de klas onmogelijk. Er is toen 1-op-1 begeleiding geboden met een zorgstudent voor 19 uur per week tot de herfstvakantie. Ondanks die begeleiding was terugkeer naar de groep voor C te moeilijk. Daarom is besloten een tlv aan te vragen. Eigenlijk zou C na de kerstvakantie 2015 al beginnen op een andere school. De periode daarvoor was hij met toestemming van de leerplichtambtenaar een maand met zijn moeder naar R geweest. C is ook na de kerstvakantie onderwijs aangeboden met ondersteuning van een onderwijsstudent, maar daar is nauwelijks gebruik van gemaakt. De reguliere school die bezwaarden hadden gevonden bleek een groeischool. C is daar niet toegelaten.
4.
PROCEDURE EN CRITERIA VOOR BEOORDELING TLV
Het ondersteuningsplan van verweerder vermeldt dat de overweging om tot een advies te komen plaatsvindt op school, in gesprek met direct betrokkenen. Volgens het ondersteuningsplan worden bij de beoordeling van een tlv-aanvraag als criteria zogenoemde overwegingsaspecten toegepast, die zijn ingedeeld in drie onderdelen: de leerling, zijn ouders en de school. Verweerder beschrijft in het ondersteuningsplan dat het niet de bedoeling is dat elk aspect afzonderlijk wordt beoordeeld om te komen tot een optelling van het aantal aspecten die als zwaar worden beoordeeld. Leerling 1. Wat zijn de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling 2. De mate van erkenning van een “afwijkende positie” in de onderwijsleersituatie 3. De mate van het ondervinden van ernstige hinder 4. De mate van bereidheid om hulp te accepteren 107139/ advies d.d. 21 maart 2016
pagina 3 van 6
Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring
Ouder 5. Wat zijn de specifieke ondersteuningsbehoeften van ouder(s) 6. De mate van erkenning van en verantwoording nemen voor de problemen op school 7. De mate van een veiligheid en geborgenheid biedende gezinssituatie 8. De mate van bereidheid tot ondersteunend ouder gedrag School 9. Wat zijn de specifieke ondersteuningsbehoeften van leerkracht, intern begeleider en schooldirectie. 10. De mate van bereidheid wijzigingen aan te brengen in het onderwijsconcept van de school. 11. De mate waarin planmatig is gewerkt aan de signalering, planning en uitvoering van de geboden ondersteuning. 12. De mate van extra ondersteuning die gegeven is aan de leerkracht in de groep en door externe deskundigen bovenop de basisondersteuning.
5.
OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE
Verweerder is aangesloten bij de Commissie en heeft haar verzocht op grond van artikel 18a lid 12 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) om advies uit te brengen over het bezwaarschrift. Bezwaarden zijn de moeder en stiefvader van C en derhalve belanghebbende. Het bezwaarschrift is binnen 6 weken na verzending van de toelaatbaarheidsverklaring ingediend, derhalve tijdig. De Commissie is daarom bevoegd en het bezwaarschrift is ontvankelijk. Het samenwerkingsverband heeft ingevolge artikel 18a lid 6 sub c WPO tot taak om op basis van het ondersteuningsplan (met daarin beschreven de procedure en de criteria) de toelaatbaarheid van de leerling voor speciaal (basis)onderwijs te beoordelen (Kamerstukken II 2011/12, 33 106 nr. 3, p. 25). Het samenwerkingsverband beoordeelt de toelaatbaarheid op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven. Dat bezwaarden het met deze aanvraag niet eens zijn, doet aan deze wettelijke bevoegdheid niet af. Met bezwaarden is op of omstreeks 14 oktober 2015 gesproken over de tlv-aanvraag. Dit is uiteengezet in het Groeidocument welk document door de moeder van C, kennelijk voor gezien, is ondertekend. De beoordeling van de aanvraag door verweerder heeft geleid tot afgifte van een tlv speciaal onderwijs voor C. Deze beschikking heeft verweerder onderbouwd met behulp van een uitgebreid deskundigenadvies. Dit advies is, zo heeft verweerder ter zitting verklaard, met bezwaarden besproken en hen schriftelijk verstrekt, tezamen met de tlv. De Commissie signaleert dat het deskundigenadvies helaas niet expliciet ingaat op de criteria die volgens het ondersteuningsplan gelden voor de beoordeling van de tlv. Evenmin is dit deskundigenadvies opgebouwd langs de lijn van de twaalf criteria. Een dergelijke opbouw, dan wel het benoemen van de criteria, geniet nadrukkelijk de voorkeur, omdat dit de transparantie van de motivering bevordert. Op die wijze wordt inzichtelijk welke (combinaties van) criteria uit het ondersteuningsplan van verweerder ten grondslag liggen aan de beschikking. Vorenstaande laat onverlet dat in het geval van C uit het deskundigenadvies in voldoende mate de (zoals verweerder noemt: zware) argumenten en de verschillende criteria kunnen worden afgeleid op grond waarvan de tlv voor C is afgegeven. Leerling 107139/ advies d.d. 21 maart 2016
pagina 4 van 6
Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring
1. De specifieke onderwijsbehoefte van C richt zich op intensieve en specialistische begeleiding binnen een cluster 4 omgeving voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen. De door verweerder beoogde school voor cluster 4 is verbonden aan jeugd ggz. 2. Bezwaarden en K herkennen dat er voor C sprake is van een afwijkende leerbehoefte. Het gegeven dat ouders menen, anders dan K, dat de onderwijsbehoefte van C met extra ondersteuning binnen regulier onderwijs valt, doet daar niets aan af. 3. Wat de ernstige hinder betreft heeft verweerder er overtuigend op gewezen dat de problematiek van C zich niet slechts op K, maar ook op een andere school heeft voorgedaan. Er is sprake van ernstige externaliserende gedragsproblemen (waaronder agressie) waar mogelijk emotionele problematiek onderliggend is. Het deskundigenadvies vermeldt verder dat C van jongs af aan aanzienlijke eetproblemen heeft. 4. Het deskundigenadvies vermeldt dat op basis van het onderzoek van C door N, de ouders is geadviseerd om C te plaatsen in een observatiegroep. Dit advies is niet opgevolgd hetgeen erop neerkomt dat bezwaarden niet alle geboden hulp hebben geaccepteerd. Ouder/gezin De criteria 5 tot en met 8 zijn minder direct te herleiden uit het deskundigenadvies. Ten aanzien van deze criteria voor ouder en gezin beschrijft het deskundigenadvies enige aspecten die verband houden met het gezin en benoemt dat in de thuissituatie veel onrust is geweest. Uit het deskundigenadvies kan slechts op grond van fragmenten worden afgeleid dat de criteria 5 tot en met 8 een zware rol hebben gespeeld bij de beoordeling van de tlv. Ten aanzien van dit wegingsaspect moet in ieder geval in aanmerking worden genomen dat bezwaarden geen volledige inzage hebben verstrekt aan school en samenwerkingsverband van de onderzoeksresultaten van N en dat bezwaarden het advies van N over plaatsing van C in een observatiegroep niet hebben overgenomen. School De criteria 9 tot en met 12 zijn op onderdelen terug te vinden in het deskundigenrapport. De problemen van C hebben zich niet slechts bij zijn laatste school gemanifesteerd, maar deden zich ook voor bij zijn vorige school. Er zijn groeiplannen voor C opgesteld. Nadat bleek dat C werk structureel weigerde en er een traject met N zou starten, is besloten dat C niet meer zou worden aangesproken op het niet maken van werkjes, maar hij mocht andere kinderen niet storen. Toen handhaving van C in de klas niet meer mogelijk was, is een zorgstudent ingezet. De inzet van de zorgstudent had aanvankelijk tot doel om C weer terug te laten stromen naar de groep, maar die transfer kon C niet maken. Ook onder begeleiding van de zorgstudent gaat het met C moeizaam op school, zo blijkt uit het deskundigenadvies. Alles overziende oordeelt de Commissie dat de bestreden beslissing tot afgifte van een tlv speciaal onderwijs voor C procedureel juist en conform de daarvoor geldende criteria als genoemd in het ondersteuningsplan is genomen. De Commissie zal daarom adviseren de bestreden beschikking te handhaven.
6.
ADVIES
Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de Commissie dat na heroverweging de bestreden beschikking kan worden gehandhaafd.
107139/ advies d.d. 21 maart 2016
pagina 5 van 6
Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring
Aldus gedaan te Utrecht op 21 maart 2016 door mr. D. Ghidei, voorzitter, drs. A.H.T. Gieling, drs. A.A.M. Renders en drs. A. Sikkema, leden, in aanwezigheid van mr. S.J.F. Schellens, secretaris.
mr. D. Ghidei voorzitter
107139/ advies d.d. 21 maart 2016
mr. S.J.F. Schellens secretaris
pagina 6 van 6