Landelijke bezwarencommissie functieordenen hbo
103038
S AM E N V AT T I N G Bezwaar tegen indeling in profiel Docent 11 HBO Werknemer is docent met maximumschaal 12 doch is reeds vanaf 1993 werkzaam als eerst Hoofd propedeuse, later als Coördinator propedeuse met uitzicht op maximumschaal 13. Werknemer bepleit op grond van haar werkzaamheden een indeling in de functie van Senior docent schaal 12. Ook vindt zij de gevolgde procedure onzorgvuldig en niet transparant. De Commissie oordeelt dat de gevolgde procedure niet tot gegrondheid van het bezwaar kan leiden. De Commissie gaat bij de beoordeling uit van het nieuwe functieprofiel van Senior docent zoals vastgesteld op 19-12-2005. De taken van de werknemer als coördinator propedeuse betreffen met name de gang van zaken aangaande de studieloopbaan van studenten in de propedeuse. Zij coördineert en plant het gehele proces betreffende de doorstroom van studenten. Hierbij is zij verantwoordelijk voor de goede gang van zaken voor wat betreft de interne organisatie en voor de studieloopbaanbegeleiding van de studenten. Deze werkzaamheden gaan de kernactiviteit van het resultaatgebied 'Organisatie' van de Docent verre te boven. De werknemer verricht haar werkzaamheden met een grote mate van zelfstandigheid en zij draagt ook verantwoordelijkheid voor kwaliteitszorg en rendement van de propedeuse, zijnde een afgerond deel van het onderwijsproces. Aldus zijn deze werkzaamheden qua aard en inhoud meer verwant aan en onder te brengen in het resultaatgebied "Organisatie inclusief inhoud en kwaliteitszorg op langere termijn" van het functieprofiel van Senior docent. Uit de aard van de werkzaamheden van de werknemers volgt dat het voor haar niet mogelijk is om de kernactiviteiten te verrichten behorend bij de overige resultaatgebieden van de Senior docent. De werkgever heeft echter aangegeven in een brief aan de Commissie en voorts beschreven in het functieprofiel van Senior docent, dat ook een kwalitatief en kwantitatief hoge score op één van de afzonderlijke resultaatgebieden een indeling in een hoger functieprofiel kan rechtvaardigen. Bezwaar gegrond. 103038
ADVIES in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
1.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij bezwaarschrift met bijlagen van 05-10-2005, ingekomen op 11-10-2005 en aangevuld d.d. 01-112005, heeft A bezwaar ingediend tegen de beslissing van de werkgever d.d. 20-07-2005 om haar functie in het kader van de invoering van FUWA-HBO per 01-09-2004 in te delen in het functieprofiel Docent met maximumschaal 11. De werkgever heeft een verweerschrift met bijlagen ingediend, gedateerd 09-12-2005, ingekomen op 12-12-2005. De mondelinge behandeling vond plaats op 13-02-2006. A verscheen in persoon, vergezeld van E en F, collega’s. 103038/advies 08-11-2006 Pagina 1 van 5
Landelijke bezwarencommissie functieordenen hbo
De werkgever werd vertegenwoordigd door G en H, juridisch medewerkers en J, faculteitsdirecteur M. A heeft een pleitnotitie met bijlagen overgelegd. De werkgever heeft een pleitnotitie overgelegd. Naar aanleiding van het ter zitting behandelde is de werkgever door de Commissie bij brief van 16-022006 verzocht het scoreprofiel van de functies van Docent en Senior Docent te verstrekken alsmede te overleggen het formatieplan van M en de functies die na 01-07-2004 zijn opgenomen in het functieboek van C. Nadat de werkgever hiertoe is overgegaan heeft A op 22-05-2006 haar bezwaar nader aangevuld. De werkgever heeft hierop gereageerd per brief van 28-06-2006. De Commissie heeft zich in haar vergadering van 02-10-2006 naar aanleiding van de aanvullende stukken nader beraden. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier herhaald en ingelast.
2.
DE FEITEN
De Commissie gaat op grond van de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht uit van de volgende, als gesteld en niet of onvoldoende weersproken en door de Commissie in deze procedure relevant geachte, tussen partijen vaststaande feiten. A is sinds 15-09-1974 als docent met maximumschaal 12 werkzaam bij (de rechtsvoorganger van) de faculteit M van C in een vast dienstverband met een betrekkingsomvang van 1,0 fte. A was aanvankelijk werkzaam als docent Frans. Vanaf 1990 tot 1993 is A werkzaam geweest als hoofd propedeuse en sinds 1993, nadat het middenmanagement van de toenmalige hotelschool als gevolg van een bestuurlijke crisis kwam te vervallen en daarmee ook de functie van A als hoofd propedeuse, is zij werkzaam als coördinator propedeuse. Met ingang van 01-08-1993 is A door middel van een gewijzigde arbeidsovereenkomst uitzicht op maximumschaal 13 toegekend. Op de arbeidsverhouding is van toepassing de CAO-HBO. In het kader van de invoering van FUWA-HBO, heeft de werkgever A bij brief van 01-07-2004 de voorgenomen beslissing medegedeeld om haar functie per 01-09-2004 in te delen in het functieprofiel Docent met maximumschaal 11. Tegen deze voorgenomen beslissing heeft A op 19-07-2004 bezwaar ingediend bij de interne bezwarencommissie van de hogeschool omdat zij van mening was dat zij ingedeeld zou moeten worden als Senior docent met maximumschaal 12. A heeft dit bezwaar nader aangevuld bij brieven van 12-11-2004 en 23-05-2005. De interne bezwarencommissie heeft op 10-06-2005 advies uitgebracht, inhoudende ongegrondverklaring van het bezwaar van A. De interne bezwarencommissie heeft daarbij aangegeven van oordeel te zijn dat er uitsluitend sprake is van werkzaamheden in de organisatorische sfeer. De werkgever heeft A per brief van 20-07-2005 meegedeeld het advies van de interne bezwarencommissie over te nemen en de voorgenomen beslissing om te zetten in een definitieve beslissing. Tegen deze beslissing heeft A het onderhavige bezwaar ingediend.
3.
STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
A stelt dat de gevolgde procedure ten aanzien van de invoering van het nieuwe functieordeningssysteem niet zorgvuldig en transparant is geweest. De werkgever heeft zittende personeelsleden “afgewaardeerd” door hen terug te zetten van een schaal 12- naar een schaal 11functie. Er is voorafgaande aan de functie-indeling niet met A gesproken over haar werkzaamheden, noch heeft het in de voornemen-brief aangekondigde gesprek met de leidinggevende plaatsgevonden. Ook het verzoek om de indelingscriteria kenbaar te maken is door de werkgever geweigerd. A geeft aan zelf via internet te hebben begrepen dat de functie op basis van een 14-tal kenmerken is gescoord. Dat de werkgever deze scores slechts onder geheimhoudingsplicht aan haar wenst te overleggen, acht A in strijd met goed werkgeverschap. Ook had de faculteit ten tijde van de indelingsprocedure geen door de CMR goedgekeurd formatieplan en had de werkgever geen instemming van de CMR gekregen voor de invoering van het nieuwe functieboek. Voorts stelt A dat er na de procedure bij de interne bezwarencommissie nog schaal 13- en 14-functies aan het functieboek 103038/advies 08-11-2006 Pagina 2 van 5
Landelijke bezwarencommissie functieordenen hbo
zijn toegevoegd. Inhoudelijk voert A aan dat de faculteitsdirecteur binnen M de enige persoon is die formeel een lijnfunctie heeft en uit dien hoofde medewerkers functioneel aanstuurt. Dit is ook de reden dat er binnen de gehele faculteit, bestaande uit circa 60 fte medewerkers, slechts 2 werknemers zijn ingedeeld in een schaal 13-functie. Op andere faculteiten zijn veel meer werknemers in een schaal 13functie ingedeeld, zodat sprake is van willekeur en rechtsongelijkheid. In de praktijk stuurt A, samen met de andere 2 studiefasecoördinatoren, de medewerkers aan. A geeft geen regulier onderwijs meer en is als coördinator propedeuse verantwoordelijk voor een zodanige inrichting van het onderwijsproces dat de studeerbaarheid gewaarborgd is. Ook houdt A zich als voorzitter van de Examencommissie propedeuse intensief bezig met de bewaking van het propedeuserendement. Ook redigeert zij sedert 8 jaar, zonder enige aansturing, de onderwijs- en examenregeling (OER). A meent hiermee te voldoen aan het in het functieprofiel van de Senior docent gestelde eisen. De werkgever stelt dat de werkzaamheden van A weliswaar breed zijn maar zich vooral concentreren binnen één resultaatgebied, zijnde ‘organisatie’. A ressorteert rechtstreeks onder de faculteitsdirecteur. Dat zij de werkzaamheden met een grote mate van zelfstandigheid uitvoert en daarbij niet dagelijks wordt aangestuurd, doet daar niet aan af. De werkzaamheden van A zijn voorts met name onderwijsondersteunend en studentgerelateerd. In die zin is geen sprake van aansturing van afgeronde delen van de uitvoering van het onderwijsproces, als omschreven in het functieprofiel van de Senior docent. Bovendien hebben de werkzaamheden geen uitwerking op lange termijn en evenmin hebben de werkzaamheden extern effect. Ook het aansturen van medewerkers wordt niet door A gedaan. Uit hoofde van de taak van A als lid van de Examencommissie vloeit voort dat het propedeuserendement kan verbeteren, hetgeen een afgeleid resultaat is. Voorts ligt de bevoegdheid om een OER vast te stellen bij de faculteitsdirecteur en niet bij A. De werkzaamheden op dat gebied geschieden binnen een door de WHW afgebakend kader en onder verantwoordelijkheid van de faculteitsdirecteur. De werkgever meent dan ook dat de taken en bevoegdheden van A een indeling in de functie van Docent rechtvaardigen. De vraag of er al dan niet instemming van de CMR is verkregen, is volgens de werkgever niet meer aan de orde nu de CMR zich heeft neergelegd bij de uitspraak van de CAO-interpretatiecommissie. Voorts stelt de werkgever dat er wel een formatieplan voor de faculteit HHM is opgesteld doch dat dit plan geen inzicht geeft in de wijze waarop de functies zijn gewaardeerd. De waardering is uitbesteed aan een extern bureau. Het voorgenomen gesprek met A om de indelingsbeslissing te beargumenteren, heeft inderdaad niet plaatsgevonden. A had zich echter ook zelf tot haar faculteitsdirecteur kunnen wenden, aldus de werkgever.
4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid en de ontvankelijkheid Het bezwaar is gericht tegen een heroverwogen beslissing functieordenen als bedoeld in art. 4 lid 5 van de Landelijke bezwarenregeling functieordenen hbo zodat de Commissie bevoegd is van het bezwaar kennis te nemen. Het bezwaar is niet binnen de voorgeschreven termijn van zes weken na dagtekening van de beslissing ingediend. In de beslissing van 20-07-2005 is A echter door de werkgever medegedeeld dat de bezwaartermijn van zes weken eerst ingaat op 01-09-2005, omdat de beslissing vlak voor aanvang van de vakantieperiode is genomen. Hoewel het niet aan de werkgever is om de termijn waarbinnen bezwaar dient te worden ingediend, zoals bepaald in artikel 5 lid 2 van het Landelijke bezwarenreglement functieordenen hbo, te wijzigen, acht de Commissie het begrijpelijk dat A is afgegaan op de mededelingen van de werkgever. De Commissie oordeelt de termijnoverschrijding onder deze omstandigheden verschoonbaar zodat het bezwaar ontvankelijk is.
Het bezwaar De stelling van A dat instemming van de CMR over de invoering van FUWA-HBO ontbreekt, passeert de Commissie omdat ter zake door de CMR geen procedure is aanhangig gemaakt bij de rechter of de geschillencommissie. De stelling van A dat zij voorafgaand aan de besluitvorming niet door haar leidinggevende is gehoord, is door de werkgever erkend. Hoewel dit wel zorgvuldig zou zijn geweest, 103038/advies 08-11-2006 Pagina 3 van 5
Landelijke bezwarencommissie functieordenen hbo
temeer nu een dergelijk gesprek was toegezegd, overweegt de Commissie dat A door het uitblijven van dit gesprek niet zodanig in haar belangen is geschaad dat het bezwaar om die reden gegrond moet worden verklaard. De Commissie neemt daarbij in aanmerking dat voor A zowel intern als extern bezwaar tegen de indeling open stond en zij derhalve in twee instanties alsnog haar visie duidelijk kon maken. Voorts had A zich ook zelf tot haar leidinggevende kunnen wenden. Voor wat betreft het geen inzicht geven door de werkgever in de wijze van totstandkoming van de waardering van de functies en de bereidverklaring van de werkgever om het scoreprofiel van de functies van Docent en Senior docent slechts onder geheimhoudingsplicht te overleggen, overweegt de Commissie dat de werkgever dit verzuim gedurende de onderhavige bezwaarprocedure heeft hersteld. Ook overigens is de Commissie niet gebleken dat de werkgever in strijd met het plan van aanpak heeft gehandeld. Daarenboven leent de procedure voor de Commissie zich niet voor de vraag of er sprake is van rechtsongelijkheid en/of willekeur in de functie-indeling. Het betreft immers een individuele toetsing van de functie van de betrokken werknemer. Onder deze omstandigheden kan naar het oordeel van de Commissie niet worden gezegd dat de werkgever onzorgvuldig heeft gehandeld ten aanzien van de totstandkoming van de beslissing tot functie-indeling zodat de bezwaren van A tegen de gevolgde procedure niet tot gegrondheid van het bezwaar leiden. Dientengevolge zal de Commissie beoordelen of de werkzaamheden van A een indeling in de functie van Senior docent rechtvaardigen. Het is de Commissie ambtshalve bekend dat de werkgever op een moment dat reeds een aantal bezwaren van werknemers van de hogeschool bij de Commissie in behandeling was, op 19-12-2005 een nieuw functieprofiel Senior docent heeft ingevoerd dat op belangrijke punten afwijkt van de functie Senior docent zoals die ten tijde van de indeling van de betrokken docenten – onder meer die van A was vastgesteld. De Commissie heeft de werkgever reeds per brief van 03-10-2006 meegedeeld dat, mede om proceseconomische redenen, besloten is om bij de beoordeling van de bezwaren van de docenten die in de functie docent met maximumschaal 11 zijn ingedeeld en waarin nog geen advies is uitgebracht, uit te gaan van de nieuwe functie Senior docent die per 19 december 2005 is vastgesteld. De inhoud van deze brief geldt derhalve ook voor het bezwaar van A. De Commissie overweegt vervolgens dat de coördinerende taken van A als coördinator propedeuse met name de gang van zaken aangaande de studieloopbaan van studenten in de propedeuse betreffen. Zij coördineert en plant het gehele proces betreffende de doorstroom van studenten. Hierbij is zij verantwoordelijk voor de goede gang van zaken voor wat betreft de interne organisatie en voor de studieloopbaanbegeleiding van de studenten. Het gaat in hoofdzaak om organisatorische werkzaamheden. De kernactiviteit van het resultaatgebied “Organisatie” van het functieprofiel van Docent is omschreven als het leveren van een bijdrage aan de organisatie van het onderwijs door mede zorg te dragen voor de uitvoering van het operationele onderwijsproces. Naar het oordeel van de Commissie gaan de werkzaamheden van A als coördinator propedeuse deze kernactiviteit verre te boven. Zij verricht haar werkzaamheden met een grote mate van zelfstandigheid en zij draagt ook verantwoordelijkheid voor kwaliteitszorg en rendement van de de propedeuse, zijnde een afgerond deel van het onderwijsproces. Aldus zijn deze werkzaamheden qua aard en inhoud meer verwant aan en onder te brengen in het resultaatgebied “Organisatie inclusief inhoud en kwaliteitszorg op langere termijn” van het functieprofiel van Senior docent. Uit de aard van de werkzaamheden van A volgt dat het voor haar niet mogelijk is om de kernactiviteiten te verrichten behorend bij de overige resultaatgebieden van de Senior docent. De werkgever heeft echter aangegeven in een brief aan de Commissie van 28-06-2006 en voorts beschreven in het functieprofiel van Senior docent van 19-12-2005, dat ook een kwalitatief en kwantitatief hoge score op één van de afzonderlijke resultaatgebieden een indeling in een hoger functieprofiel kan rechtvaardigen. Gelet hierop en in acht nemend hetgeen hierboven is opgemerkt over de werkzaamheden van A die vallen onder het resultaatgebied “Organisatie inclusief inhoud en kwaliteitszorg op langere termijn” van de functie van Senior docent, oordeelt de Commissie dat voor de functie van A het functieprofiel van Senior docent het meest passend is zodat haar bezwaar gegrond verklaard dient te worden.
103038/advies 08-11-2006 Pagina 4 van 5
Landelijke bezwarencommissie functieordenen hbo
5. OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen verklaart de Commissie het bezwaar gegrond en adviseert de werkgever de bestreden beslissing te herzien in die zin dat de functie van A ingedeeld wordt in het functieprofiel van Senior docent met maximumschaal 12. Aldus gedaan te Utrecht op 8 november 2006 door drs. H. Noordhof, voorzitter, mr. A.L.J. Janssen en mr. C.A.H. de Jong, leden, in aanwezigheid van mr. R.M. de Bekker, secretaris.
drs. H. Noordhof voorzitter
103038/advies 08-11-2006 Pagina 5 van 5
mr. R.M. de Bekker secretaris