Aan de raad
AGENDAPUNT 3 Doetinchem, 2 juli 2008
Instellen van een taskforce Esbro Voorstel: 1. Voorkeur uit te spreken voor verplaatsing van Esbro naar het regionale bedrijventerrein en gedurende de periode tot aan de besluitvorming of de daadwerkelijke verplaatsing (eenvoudige) maatregelen te treffen om overlast op de huidige locatie te beperken. 2. In te stemmen met het instellen van een taskforce Esbro en een klankbordgroep, met het verzoek aan de provincie om het voorzitterschap van de taskforce op zich te nemen. 3. Te besluiten welke vier raadsleden deel gaan uitmaken van de klankbordgroep. 4. Een krediet van € 50.000,- beschikbaar te stellen voor aanvullend onderzoek, ondersteuning van deskundigen en het (parallel) ontwikkelen en opzetten van een communicatietraject ten laste van de algemene middelen, post onvoorzien. Esbro is een pluimveeslachterij, die sinds de jaren zeventig is gevestigd aan de Rembrandtweg 4 te Doetinchem. Alhoewel het bedrijf in het bezit is van een geldige milieuvergunning, ondervinden de omwonenden (veel) hinder van dit bedrijf door geluids- en stankoverlast. Een en ander leidt tot klachten bij de gemeente en het milieuklachtenpunt van de provincie. Het burgerinitiatief om een overlegplatform Esbro in te stellen, hebt u in uw vergadering van 7 februari 2008 ontvankelijk verklaard. Dit initiatief heeft zich reeds meermalen tot de gemeente en de media gericht. In februari 2008 heeft de commissaris van de Koningin tijdens zijn werkbezoek aan Doetinchem kennisgemaakt met buurtbewoners van Esbro en hun klachten aangehoord. De buurt stuurt met het burgerinitiatief aan op een vast overleg met de diverse betrokken partijen. Eventuele verplaatsing kan daarin aan de orde komen. Zoals u bekend, zijn wij reeds lange tijd bezig om op alle mogelijke manieren (onderzoek, overleg met Esbro, vergunningverlening) de problemen aan te pakken. Vanuit onze wettelijke en bestuurlijke rol trachten wij de overlast te bestrijden en Esbro aan zijn verantwoordelijkheden te laten houden. Ondanks deze inspanningen neemt de druk van de buurt en de politiek toe om uiteindelijk resultaten te boeken in het aanpakken en indammen van de overlast. Wij geven u hier een stand van zaken. Daarnaast doen wij u een voorstel om dit dossier adequaat op te pakken. Stand van zaken De afgelopen jaren zijn er onderzoeken uitgevoerd, al dan niet door de gemeente geëntameerd, om na te gaan of Esbro voldoet aan de voorwaarden van de vergunning en of er mogelijkheden zijn om de overlast te verminderen. De conclusies van de geuronderzoeken (februari 2008 en second opinion van mei 2008) geven aan dat Esbro net aan de milieuvoorschriften kan voldoen. Wel geeft het laatste rapport aanleiding voor verder onderzoek: maatregelen (op basis van nieuwe technologieën) aan de bron kunnen mogelijk tot reductie van de stankoverlast leiden. Behalve van de stankoverlast hebben buurtbewoners ook hinder van het vrachtverkeer van Esbro. Het aantal vrachtritten komt neer op 12 tot 14 per dag en alle vrachtauto's worden buiten per heftruck gelost. Dit levert geluidshinder op.
2 Doetinchem, 2 juli 2008 In mei 2007 heeft Esbro een onderzoek gedaan naar de inrichting van het bedrijfsterrein en de mogelijkheid om de opslaghal uit te breiden en het laden en lossen inpandig te doen plaatsvinden. De ruimte die Esbro hiervoor nodig heeft, is op het huidige terrein niet aanwezig en zal ook niet door het bedrijf kunnen worden verworven. Dit houdt in dat het bedrijf op de huidige plaats geen inpandige voorziening voor het laden en lossen kan treffen. Daarnaast kan op de Rembrandtweg ook niet verder worden uitgebreid, hoewel Esbro dit uit bedrijfseconomisch oogpunt wel wil. De gemeente Doetinchem heeft op haar beurt een voorstudie gedaan naar mogelijke verplaatsing van het bedrijf. Deze voorstudie heeft aangetoond dat er mogelijkheden zijn, maar dat er afbreukrisico's aan deze optie kleven: geld, verwachtingen etc. Gedegen onderzoek en 'hulp van derden' (bijstand van deskundigen en ondersteuning van de provincie Gelderland) is nodig alvorens een besluit te kunnen nemen. Het dossier geeft uiteindelijk het volgende beeld: - Esbro voldoet nu net aan zijn (wettelijke) verplichtingen (wettelijke factor). - Het bedrijf heeft misschien nog mogelijkheden om milieuvriendelijker voor zijn omgeving te werken (milieufactor). - Esbro kan niet uitbreiden op de huidige locatie (bedrijfseconomische factor). - Een mogelijke verplaatsing van Esbro vereist gedegen onderzoek vanwege (financiële en milieu)risico's voor de gemeente (toekomstfactor). Aanpak langs twee beleidslijnen De kern van de zaak is dat omwonenden overlast ondervinden van Esbro. Los van alle (milieu)technische discussies over geurnormen en wettelijke voorschriften blijft overeind dat bewoners van Doetinchem vinden dat het bedrijf stank veroorzaakt en lawaai maakt. Hiervoor moet een oplossing komen. Hoewel de oplossing van het probleem in eerste aanleg bij Esbro zelf ligt, wordt ook naar de gemeente gewezen. Wij erkennen de urgentie van dit probleem en vragen de raad om - net als het college een voorkeur uit te spreken voor verplaatsing van de Esbro naar een andere locatie, het regionale bedrijventerrein (RBT). Aan deze keuze zitten nogal wat consequenties. Alvorens hiertoe een besluit kan worden genomen, dient dit uitvoerig en gedegen te worden onderzocht. Totdat zicht is op de resultaten van dit onderzoek, een besluit over eventuele verplaatsing is genomen en een daadwerkelijke verplaatsing van Esbro, zal er aan de overlast op de huidige plaats iets moeten gebeuren. Wij willen ons tot het uiterste inspannen om de overlast op de huidige locatie voor de omwonenden draaglijk te maken. In verband hiermee stellen wij voor om dit dossier volgens twee parallel lopende beleidslijnen aan te pakken: 1. onderzoek naar verplaatsing van Esbro naar een andere locatie (RBT); 2. treffen van (eenvoudige) maatregelen om overlast op de huidige locatie te beperken. Korte toelichting op de twee beleidslijnen Ad 1 Onderzoek naar verplaatsing van Esbro naar een andere locatie In het onderzoek wordt extra aandacht besteed aan de volgende facetten: - participatie van het bedrijf Esbro in deze optie; - de financiële risico's voor de gemeente Doetinchem; - het verwerven van subsidies voor bedrijfsverplaatsingen en in dit kader de bestaande Europese regelgeving op het gebied van staatssteun; - het zoeken naar een geschikte locatie (op het RBT); - het managen van verwachtingen bij publiek, zowel op de huidige locatie als op de nieuwe locatie, en politiek.
3 Doetinchem, 2 juli 2008 Vanwege het feit dat de provincie de nodige ervaring heeft met het verplaatsen van (milieuhinderlijke) bedrijven uit Gelderse gemeenten zullen wij deze formeel vragen om - via het voorzitterschap van de taskforce Esbro - Doetinchem met raad en daad bij te staan. Tot slot worden de gegevens uit de genoemde voorstudie in dit onderzoek meegenomen. Voor de volledigheid merken wij op dat het bedrijf enkele maanden geleden expliciet aan ons de mededeling heeft gedaan het bedrijf te willen verplaatsen. Ad 2 Treffen van (eenvoudige) maatregelen om overlast op de huidige locatie te beperken Totdat er zicht is op de resultaten van het onderzoek, er een beslissing is genomen en uitvoering is gegeven aan een daadwerkelijke verplaatsing doen wij zoveel mogelijk om de overlast op de huidige locatie te beperken. Het betreft hier de volgende acties: - Continueren van het huidige toezicht en de handhaving. Net als in het verleden zal iedere klacht leiden tot onderzoek ter plaatse en actieve terugkoppeling aan Esbro. - Starten van een overleg met Esbro om maatregelen te treffen om de overlast tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Zo nodig schakelen wij hiervoor externe deskundigheid in, bijvoorbeeld TU Delft of de Landbouwuniversiteit Wageningen. Het second opinion-onderzoek van de gemeente Doetinchem (Geuradvies Esbro) van mei 2008 meldt dat er op de huidige plaats waarschijnlijk nog verbeteringen mogelijk zijn. Ons beleid is erop gericht dat Esbro de ernst van zijn overlast onderkent en meewerkt om de overlast gedurende de onderzoekperiode van de verplaatsing zoveel mogelijk te beperken. Het instellen van een taskforce Esbro Wij stellen u het volgende voor: Instellen van TFE Er wordt een integrale taskforce Esbro (TFE) ingesteld. De provincie Gelderland wordt formeel verzocht om het voorzitterschap van deze taskforce op zich te nemen. Opdracht TFE De TFE krijgt als opdracht om via de bovengenoemde twee beleidslijnen het dossier Esbro op te pakken en u een eindvoorstel inzake de verplaatsing voor te leggen. Bemensing TFE Gelet op de complexiteit van het dossier en de brede betrokkenheid van de gemeente zal deze TFE bestaan uit vertegenwoordigers van de volgende afdelingen en externe organisaties: provincie Gelderland (beoogd voorzitter) en de gemeente Doetinchem: - directie: directeur bedrijfsvoering (ambtelijk opdrachtnemer); - bestuur & strategie: strategie & advies; - wonen en bedrijven: toezicht en handhaving; - fysieke ontwikkeling: grondzaken en ingenieursbureau; - projectbureau: projectleiding; - bestuur & strategie: communicatie; - bestuur & strategie: juridische zaken. Op termijn kan de TFE worden aangevuld met externe deskundigen en mogelijk zelfs een vertegenwoordiging van Esbro zelf.
4 Doetinchem, 2 juli 2008 Randvoorwaarden activiteiten TFE en terugkoppeling naar college In verband met de werkzaamheden van de TFE is ons voorstel een bedrag ad € 50.000,te reserveren. Dit bedrag is nodig voor aanvullend onderzoek, ondersteuning van deskundigen en het ontwikkelen en opzetten van een communicatietraject met het burgerinitiatief. Met betrekking tot het Esbro-dossier stelt de TFE een apart (intern en extern) communicatieplan op. De taskforce Esbro start zijn werkzaamheden per 1 juli 2008 en is uiterlijk 1 juni 2009 klaar, inclusief besluitvorming hierover door Esbro, provincie en gemeente. De voorzitter van TFE overlegt periodiek met de betrokken wethouders van het dossier Esbro, te weten mevrouw Van der Meijs en de heer Drenth. Instellen van klankbordgroep Ook het burgerinitiatief heeft als doel de overlast van Esbro terug te brengen. Gelet op de publieke en politieke urgentie en gevoeligheid van dit dossier stellen wij voor om - tegelijkertijd met de start van de TFE - een klankbordgroep Esbro in te stellen. Die bestaat uit vertegenwoordigers van het burgerinitiatief en de raadscommissie en zal periodiek, minstens eenmaal per drie maanden, door de TFE op de hoogte worden gesteld van de voortgang van het onderzoek en zo nodig door de TFE worden geraadpleegd. Financiën Het krediet van € 50.000,- zal de TFE aanwenden voor aanvullend onderzoek, ondersteuning van deskundigen en het ontwikkelen en opzetten van een communicatietraject. Het bedrag komt ten laste van 'onvoorzien'. Verantwoordelijkheden en risico's Het bedrijf is en blijft verantwoordelijk voor het terugbrengen van de overlast. De gemeente wil door de uitvoering van de beschreven acties voortgang in dit dossier bewerkstelligen, waardoor er voor de omwonenden zicht komt op verbetering van de huidige situatie. Garanties voor een positief resultaat kunnen in dit stadium niet worden gegeven. Daarvoor zijn er op dit moment nog te veel onduidelijkheden en loopt de gemeente met name op financieel en milieugebied de nodige risico's. Wel kunnen wij door de gekozen aanpak voor uitgebreid en deskundig onderzoek, intensieve participatie van alle betrokkenen en transparantie van het gehele verdere proces de randvoorwaarden voor een definitieve oplossing creëren. Burgemeester en wethouders van Doetinchem, De secretaris, De burgemeester, ING. N. VAN WAART
DRS. H.J. KAISER
De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders over het instellen van een taskforce Esbro en met overname van de in dat voorstel vermelde overwegingen; gelet op artikel 192 van de Gemeentewet; besluit: 1. Voorkeur uit te spreken voor verplaatsing van Esbro naar het regionale bedrijventerrein en gedurende de periode tot aan de besluitvorming of de daadwerkelijke verplaatsing (eenvoudige) maatregelen te treffen om overlast op de huidige locatie te beperken. 2. In te stemmen met het instellen van een taskforce Esbro en een klankbordgroep, met het verzoek aan de provincie om het voorzitterschap van de taskforce op zich te nemen. 3. Te besluiten welke vier raadsleden deel gaan uitmaken van de klankbordgroep. 4. Een krediet van € 50.000,- beschikbaar te stellen voor aanvullend onderzoek, ondersteuning van deskundigen en het (parallel) ontwikkelen en opzetten van een communicatietraject ten laste van de algemene middelen, post onvoorzien (94e wijziging van de begroting). Aldus besloten in zijn vergadering van 10 juli 2008,
, griffier
, voorzitter