provinsje fryslân provincie fryslân postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25
wwwfryslan.nl provincie @fryslan.nl www.twitter.com/provfryslan
Provinciale Staten
Leeuwarden, 16juni 2015 Verzonden, 19 JUNI 2815 Ons kenmerk Afdeling Behandeld door Uw kenmerk Bij lage(n)
: 01224271 : Flexpool : T. Hoekstra, /(058) 292 89 64 of
[email protected] :
-
-
-
Onderwerp
Rapport van bevindingen VRO RapportvandelSZW Beantwoording vragen Plan van Aanpak
: Onderzoek misstanden buitenlandse werknemers bij de Friese infra structurele projecten.
Geachte Statenleden, In deze brief brengen wij u op de hoogte van de resultaten van het onderzoek naar misstan den met buitenlandse werknemers bij de Friese infrastructurele werken. Wij gaan in deze brief ook in op het recente onderzoek van de Inspectie SZW. In deze brief informeren wij u ook over het speelveld waarin de gestelde problemen zich afspelen. Tenslotte zullen wij u inlichten over de stappen die wij ondernemen. Aanleiding: De FNV heeft middels een brief bij ons een melding gedaan van misstanden omtrent de be loning van buitenlandse werknemers bij de Centrale As en de Drachtsterweg. Deze werknemers zijn formeel in dienst bij uitzendbureau Aelbers en worden gedetacheerd bij aannemer Heijmans. Provincie Fryslân is opdrachtgever van Heijmans bij deze bouwpro jecten. U hebt hierover vragen gesteld in de PS-vergadering van 18 februari jI. Gedeputeerde Siets ke Poepjes heeft toegezegd hier op korte termijn onafhankelijk onderzoek naar te doen en u hierover binnen enkele maanden te rapporteren. Op 26 mei jI. hebben we een nieuwe brief van de FNV ontvangen waarin de FNV een mel ding doet van misstanden met buitenlandse werknemers die in dienst zijn bij AOK B.V. en
1/5
Ons kenmerk:
01224271
provinsje fryslân provincie fryslân b
-
Op 26 mei jI. hebben we een nieuwe brief van de FNV ontvangen waarin de FNV een meiding doet van misstanden met buiteniandse werknemers die in dienst zijn bij AOK B.V. en gedetacheerd zijn bij Heijmans op het project Drachtsterweg. De Inspectie SZW (hierna: ISZW) heeft dit onderzoek gedaan. Naar aanleiding van dit onderzoek en berichtgeving hier over zijn vragen gesteid door de PvdA. De beantwoording van deze vragen worden volgens de daarvoor geldende procedure eveneens aan u voorgelegd. Na de toezegging van Gedeputeerde Sietske Poepjes is direct een onafhankelijk onderzoe ker ingeschakeld om onderzoek uit te voeren naar de gemelde misstanden. Naast dit onderzoek zijn gesprekken gevoerd met de FNV, Bouwend Nederland en de Aannemersfederatie om meer grip te krijgen op de problematiek en de rol van verschillende par tijen hierin. In deze brief informeren wij u over de resultaten van de onafhankelijk onderzoeker en het onderzoeksrapport van ISZW. Beide onderzoeksrapporten zijn als bijlage bij deze brief ge voegd. Bij de start van het onderzoek hebben wij een aantal hoofdvragen gedefinieerd waarop wij een antwoord willen hebben. De hoofdvragen zijn: 1. Wat is er exact aan de hand bij de projecten Centrale As en Drachtsterweg en omge ving als het gaat om de vragen van de FNV? 2. Wat is de formele rol van de provincie hierin en; 3. hoe heeft de provincie deze rol vervuld? 4. Afhankelijk van het resultaat van het onderzoek: wat betekent de uitkomst van het onderzoek voor het inkoopbeleid van de provincie, mede in het licht van de op han den zijnde Wet Aanpak Schijnconstructies (onlangs vastgesteld door de Tweede Ka mer). In een Plan van Aanpak hebben wij tevens een aantal subvragen opgesteld. In de bijlage treft u een gedetailleerde beantwoording aan op de door ons geformuleerde onderzoeksvra gen. Conclusies onderzoek: De belangrijkste conclusies willen wij in deze brief aan u presenteren. In zijn algemeenheid is geconstateerd dat de problemen zoals die door de FNV zijn aange geven zich daadwerkelijk voordoen. Voor een belangrijk deel is de oorzaak gelegen in een interpretatieverschil tussen de uitzendbranche en de FNV (maar ook het Technisch Bureau Bouwnijverheid (hierna: TBB) en inmiddels ook de ISZW.
-2 / 5
-
Ons kenmerk:
01224271
1
1 1
•
provinsje fryslân provincie fryslân Ç) De volgende problemen zijn door de onafhankelijk onderzoeker gesignaleerd: 1. Ontoereikende arbeidsduurverrekening: de arbeidsduurverrekening wordt niet volledig toegekend. Deze afwijking heeft een geringe omvang, maar is wel een punt van aandacht. 2. Onduidelijke functie-inschaling: er zit in sommige gevallen een verschil in de functie inschaling van de werknemer op de factuur die Aelbers aan Heijmans stuurt en de functie inschaling die vermeld staat in de loonadministratie. De reden hiervoor is dat Aelbers niet altijd kan voldoen aan de vraag van Heijmans. Aelbers probeert dan toch in de vraag te voorzien door een werknemer in te zetten die ingeschaald is in een andere functie. De werknemer krijgt vervolgens betaald naar de functie inschaling zoals deze is opgenomen in de loonadministratie. Dit kan afwijken van het bedrag dat Aelbers daadwerkelijk factu reert aan Heijmans. 3. Interpretatie werkingssfeerbepaling pensioenfondsen. Tussen het uitzendbureau en de CAO-partijen is sprake van een interpretatieverschil waardoor sprake kan zijn van een dubbele pensioen-afdracht. De afspraken hierover zijn onduidelijk. 4. Interpretatie artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid. Artikel 55 bepaalt onder meer dat de kosten voor voeding, behoorlijke huisvesting en verdere noodzakelijke verblijfkosten van de werknemer vergoed dienen te worden door de werkgever indien er sprake is van een verafgelegen werk. De interpretatie kwestie betreft het uitgangspunt van de woning van arbeidsmigranten zoals dit bedoeld wordt in dit artikel. Conform de uitleg van CAO partijen is dit de woning in het land van herkomst (bijvoorbeeld Polen) en is er sprake van verafge legen werk. Conform de uitleg van de uitzendonderneming is dit de (tijdelijke) woning in Nederland waardoor er geen sprake is van verafgelegen werk. Dit interpretatieverschil is het grootste probleem dat naar voren is gekomen in het onder zoek en werkt door in verschillende onderwerpen. Op 4juni’15 is de rechtszaak Rimec/TBB behandeld. Hierin wordt de interpretatiekwestie behandeld. De verwachting dat de uitspraak van de rechter meer duidelijkheid zal geven over de interpretatie van artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid. De uitspraak wordt eind juni ‘15 verwacht. Deze uitspraak zal ook duidelijkheid geven in onderhavige situatie. Het rapport van de ISZW toont aan dat bij AOK B.V. dezelfde punten spelen. Dit met dien verstande dat de ISZW een standpunt inneemt over de interpretatiekwesties en de lijn van de FNV volgt. Er is sprake van een landelijk probleem: Er is sprake van een generiek probleem, dat zich landelijk voordoet bij grote provinciale en rijksprojecten waar werknemers via dergelijke uitzendbureaus worden gedetacheerd. Het is een algemene werkwijze. Het onderzoeksrapport van de ISZW richt zich ook op meerdere projecten en constateert in meer of mindere mate dezelfde problematiek. De problemen zijn door de FNV ook bij andere grote opdrachtgevers gemeld.
-3/5-
Ons kenmerk:
01224271
•
CJ •
provinsje frys1n provincie fryslân
b
Huidige controle door de Provincie: De naleving van de CAO werd beschouwd een zaak te zijn van werkgevers en werknemers. De controle op naleving is daarnaast complex, aangezien er sinds januari 2015 geen geldige CAO voor de Bouwnijverheid is. Veel werkgevers hanteren, in afwachting van een nieuwe CAO, de oude CAO voor de Bouwnijverheid. Tot nu toe was de rol van ons (evenals andere opdrachtgevers/overheden in de bouw) een rol op afstand. Wij werken met maatschappelijk verantwoordelijke ondernemers, die bij de start van het werk “verklaard” hebben zich te houden aan de Nederlandse wet- en regelge ving en de naleving van de CAO voor de Bouwnijverheid. Op dit moment ligt de controle op naleving van de regels nadrukkelijk bij werkgevers en werknemers (SNCU voor toezicht op de naleving van de CAO’s in de uitzendbranche en het Bureau naleving & werkingssfeer. Dit bureau is onderdeel van het Technisch Bureau Bouwnijverheid) of de ISZW (de vroegere arbeidsinspectie). Wij controleren volgens het huidige beleid de naleving van deze afspraak niet. Wel kijken wij periodiek naar de personeelsregisters en af en toe wordt op de bouwplaats een controle uitgevoerd of de werknemer op de bouwplaats wel geregistreerd is. Loonstro ken en de onderliggende arbeidscontracten bekijken wij niet. Deze specifieke kennis zit niet in de teams die de contracten bewaken. Andere grote opdrachtgevers werken op dezelfde manier.
Wet Aanpak Schijnconstructies: Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal maatregelen aan gekondigd om schijnconstructies bij het werken met buitenlandse arbeidskrachten tegen te gaan. Deze wet is inmiddels aangenomen door de Eerste Kamer en treedt 1juli’15 in wer king. Voor ons is voornamelijk het onderdeel “ketenaansprakelijkheid voor CAO-Loon” van belang in relatie tot de gemelde mogelijke misstanden door de FNV. Door deze ketenaansprakelijk heid zijn werkgever en opdrachtgever aansprakelijk voor het verschuldigde (CAO) loon.
-4/5-
Onskenmerk:
01224271
1 1
CI) *
provinsje fryslân provincie fryslân Vervolgacties: A: Wij zijn het eens met de FNV waar het gaat om misstanden met een ontoereikende arbeidsduurverrekening en onjuiste functie-inschaling. Wij eisen van de aannemers en uit zendbureaus dat deze misstanden gecorrigeerd worden. Wij controleren vervolgens of dit gedaan wordt. Deze misstanden worden met terugwerkende kracht hersteld. .
B. Waar het toekomstige contracten betreft sluiten wij ons, vooralsnog, aan bij de lezing van artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid zoals de FNV, TBB en de ISZW deze zien. Op het moment zoeken wij uit hoe deze lezing geplaatst dient te worden in ons aanbestedingsbe leid, de wijze waarop wij omgaan met buitenlandse werknemers en de huidige wet- en regelgeving. Zo moet rekening gehouden worden met de vraag of Europese regelgeving zich verzet tegen een opname van deze lezing van artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid in ons aanbestedingsbeleid. Ook wordt de nieuwe CAO voor de Bouwnijverheid afgewacht. De af spraken die hierin vastgelegd worden kunnen eveneens van invloed zijn op onderhavige kwestie. C. Waar het de lopende contracten betreft wachten wij de de uitspraak van de rechter inzake Rimec/TBB af. Dit betreft een uitspraak in eerste aanleg en daarom geen onherroepelijke uitspraak. De uitspraak kan vooreerst wel duidelijkheid geven over de wijze waarop wij als opdrachtgever artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid dienen te interpreteren. Indien TBB door de rechter niet in het gelijk wordt gesteld en de interpretatie van het uitzendbureau ge volgd wordt, betekent dit dat de lezing van TBB (en ook de FNV en de ISZW) niet gevolgd wordt. Voor ons betekent dat dat ons aanbestedingsbeleid ook niet aangepast wordt. Indien de rechter TBB in het gelijk stelt verwachten wij dat de rechter zich ook uit zal spreken over de vraag of deze interpretatie van artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid met terugwer kende kracht gevolgd dient te worden, of dat deze vanaf een bepaald moment geldend is. Indien het om terugwerkende kracht gaat dan vergen wij dit ook van de opdrachtnemer. Is dit niet het geval dan zullen wij ons aanbestedingsbeleid aanpassen. Gedeputeerde Staten van Fryslân,
J.A. Jorritsma, voorzitter
A.J. van den Berg, secretaris
voor deze H.M. van Gils, loco-secretaris
-5/5-
Ons kenmerk:
01224271
CI) •
Mogelijke misstanden arbeidsvoorwaarden bij de aanleg project Drachtsterweg
Rapport van Bevindingen
In opdracht van: Provincie Fryslân De heer S. Hoitinga Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN
Auteur: VRO Certification Arjan Boer
10 juni 2015
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ................................................................................................................................. 4 1.1.
Achtergrond & aanleiding............................................................................................ 4
1.2.
Doelstelling en reikwijdte .............................................................................................. 4
1.3.
Aanpak ........................................................................................................................... 5
2.
Conclusies en aanbevelingen............................................................................................. 6
3.
Drachtsterweg ...................................................................................................................... 9
4.
5.
6.
3.1.
Korte beschrijving project Drachtsterweg ................................................................... 9
3.2.
Opdrachtgever ............................................................................................................. 9
3.3.
Hoofdaannemer en onderaannemers........................................................................ 9
Melding FNV ........................................................................................................................ 10 4.1.
Algemeen .................................................................................................................... 10
4.2.
Afbakening .................................................................................................................. 10
4.3.
Aanleiding .................................................................................................................... 10
4.4.
Misstanden ................................................................................................................... 10
4.5.
Huisvesting .................................................................................................................... 11
Bevindingen Provincie Fryslân ........................................................................................... 12 5.1.
Project inschrijving ....................................................................................................... 12
5.2.
Vraagspecificaties....................................................................................................... 12
5.3.
Basisovereenkomst ...................................................................................................... 13
5.4.
Risicodossier ................................................................................................................. 13
5.5.
Procedure niet naleving contractuele verplichtingen ............................................. 13
5.6.
Onderaannemers ........................................................................................................ 14
5.7.
Arbeidsvoorwaarden als risicofactor ......................................................................... 15
Bevindingen Heijmans Integrale Projecten BV ................................................................. 16 6.1.
Artikel 26 keten- en inlenersaansprakelijkheid .......................................................... 16
6.2. Artikel 45 Wet op de identificatieplicht (WID) en Wet arbeid vreemdelingen (WAV)...................................................................................................................................... 16
7.
6.3.
Controleprotocol en procedure bij misstanden ....................................................... 17
6.4.
Marktconforme tarieven ............................................................................................. 17
6.5.
Toepassing Bouw CAO ................................................................................................ 18
6.6.
Facturatie Aelbers ....................................................................................................... 18
6.7.
Inzet personeel............................................................................................................. 18
6.8.
Inzet toeleveranciers ................................................................................................... 19
Bevindingen Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV................................................... 20
2
7.1.
Algemeen .................................................................................................................... 20
7.2.
Korte beschrijving Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV ................................... 20
7.3.
Controleperiode en controleomvang ....................................................................... 20
7.4.
Geconstateerde (mogelijke) afwijkingen ................................................................. 21
7.5.
Berekening indicatieve schadelast afwijkingen ....................................................... 26
8.
Huisvesting uitzendkrachten .............................................................................................. 28
9.
Project specifiek probleem of landelijk terugkerend probleem ..................................... 29
10.
Bijlagen ............................................................................................................................ 30
10.1.
Bijlage 1 Overzicht geïnterviewde personen: ........................................................ 30
10.2.
Bijlage 2 Brief FNV aan Heijmans ............................................................................ 31
10.3.
Bijlage 3 Brief FNV aan Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV ....................... 33
10.4.
Bijlage 4 Brief FNV aan Gedeputeerde Staten ...................................................... 35
10.5.
Bijlage 5 Brief Aelbers aan FNV ............................................................................... 37
10.6.
Bijlage 6 Brief Heijmans aan FNV ............................................................................ 38
10.7.
Bijlage 7 Certificaten, NEN4400-1, VCU, SNF en NBBU lidmaatschap .................. 41
10.8.
Bijlage 8 Samenvatting berekende indicatieve schadelast ................................ 42
10.9.
Bijlage 9 Steekproef stamgegevens ....................................................................... 43
10.10.
Bijlage 10 Beloning toeslagen/ADV en uitbetaling netto loon............................. 44
10.11.
Bijlage 11 Pensioen .................................................................................................. 45
10.12.
Bijlage 12 Berekening indicatieve schadelast uurbeloning.................................. 46
10.13. Bijlage 13 Uitsplitsing en berekening indicatieve schadelast overwerk- en toeslaguren ............................................................................................................................ 47 10.14.
Bijlage 14 Berekening indicatieve schadelast ADV .............................................. 48
10.15. Bijlage 15 Berekening indicatieve schadelast toepassing ET-regeling in combinatie met Artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid .................................................. 49 10.16. Bijlage 16 Berekening indicatieve schadelast Artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid, tegemoetkoming voeding ........................................................................ 50 10.17.
Bijlage 17 Foto Impressie huisvesting Bergumermeer ............................................ 51
3
1. Inleiding 1.1.
Achtergrond & aanleiding
Op de bouwprojecten van de Provincie Fryslân worden, naast Nederlandse werknemers, regelmatig buitenlandse werknemers ingezet. Zo ook bij het project “De Centrale As” en in Leeuwarden bij de Drachtsterweg en omgeving. De FNV Bondgenoten heeft middels een brief aan Gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslân een melding gedaan van misstanden omtrent de naleving van wet- en regelgeving waar het de betaling aan deze buitenlandse werknemers aangaat. Volgens de FNV zou er oneigenlijk gebruik worden gemaakt van de Extra Territoriale kosten regeling, zouden de uurlonen die aan de werknemers worden betaald te laag zijn, is de afdracht voor pensioenpremies foutief en worden in strijd met de CAO Bouwnijverheid kosten voor vervoer en huisvesting verrekend met het brutoloon. Voorgaande is voor de Provincie Fryslân aanleiding geweest om een onafhankelijk onderzoek in te laten stellen door VRO. VRO certificeert ondernemingen en ontwikkelt nieuwe certificeringen voor bijvoorbeeld brancheorganisaties. Al meer dan 30 jaar is VRO actief in het werkveld van flexibele arbeid. VRO is marktleider in het certificeren op eerlijke verloning, huisvesting en sociale en fiscale afdrachten. 1.2.
Doelstelling en reikwijdte
Het hoofddoel van de Provincie Fryslân is te achterhalen of en in welke mate er sprake is van misstanden op het gebied van toepassing van de arbeidsvoorwaarden bij de inzet van werknemers voor de hiervoor genoemde infrastructurele projecten. Het onderzoek richt zich op het project Drachtsterweg te Leeuwarden en dan specifiek op de toepassing van de arbeidsvoorwaarden van werknemers die op dit project worden ingezet. Bij het project Drachtsterweg zijn hoofdaannemer Heijmans N.V. en de onderaannemer c.q. ter beschikkingsteller van arbeid de uitzendonderneming Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV uit Doetinchem betrokken. Dit project is volgens de Provincie representatief voor de overige grote infrastructurele projecten in de Provincie Fryslân en bovendien is de combinatie Heijmans en Aelbers in de brief van de FNV aan gedeputeerde staten genoemd als samenwerking waar fouten worden gemaakt. Dit onderzoek richt zich dus niet op overige projecten. Naast het bovengenoemde project zal eveneens ingegaan worden op de vraag of er sprake is van een project specifiek probleem of dat er sprake is van een algemeen of soortgelijk probleem bij overige grote infrastructurele projecten in Nederland. Tot slot is er naar aanleiding van de brief van de FNV bij de Provincie de behoefte ontstaan om meer inzicht te krijgen in de diverse wet- en regelgeving inzake arbeidsvoorwaarden en het handhavingsspeelveld. Ook de actuele ontwikkelingen met betrekking tot veranderende wetgeving naar aanleiding van de Wet Aanpak Schijnconstructies is hierbij voor de Provincie van belang.
4
1.3.
Aanpak
Door de provincie is een plan van aanpak opgesteld, waarin vragen zijn opgenomen waarnaar onderzoek wordt verricht. Deze vragen zijn voor VRO leidend voor het onderzoek en worden beantwoord middels een fieldresearch alsmede een deskresearch. Het fieldresearch heeft plaats gevonden door middel van interviews met diverse belanghebbenden en een onderzoek ter plaatse bij de uitzendonderneming Aelbers. Per interview zijn vragen uitgewerkt. De resultaten uit de interviews en het onderzoek ter plaatse zijn input voor de deskresearch. Bij het onderzoek ter plaatse bij de uitzendonderneming is over de periode van 29 september 2014 t/m 23 maart 2015 een steekproef getrokken van 15 uitzendkrachten. In de steekproef zitten zowel niet permanent als wel permanent woonachtige uitzendkrachten in Nederland. In de steekproef zitten uitzendkrachten met uiteenlopende functies. Met bovengenoemde steekproef heeft VRO getracht een zo goed mogelijk beeld weer te geven van de omvang van de mogelijke misstanden. De resultaten van het onderzoek worden gerapporteerd in twee rapporten: - Een informatief rapport, waarin wordt ingegaan op relevante wet- en regelgeving en hoe het werk- en handhavingsveld eruitziet. - Het tweede rapport is gericht op de bevindingen van VRO naar aanleiding van de aangekaarte misstanden door de FNV. Voor u ligt het rapport van bevindingen.
5
2. Conclusies en aanbevelingen Het hoofddoel van de Provincie Fryslân is te achterhalen of en in welke mate er sprake is van misstanden op het gebied van toepassing van de arbeidsvoorwaarden bij de inzet van werknemers voor infrastructurele projecten. Op basis van het onderzoek ter plaatse bij de uitzendonderneming is VRO van mening dat de arbeidsduurverkorting niet volledig wordt toegekend. Er wordt een toekenning per uur gedaan die niet in alle gevallen volledig toereikend is. Dit betreft een afwijking met een geringe omvang. Met betrekking tot de uurbeloning heeft VRO een verschil in de functie op de factuur en in de loonadministratie vastgesteld. Indien de functie op de factuur gehanteerd wordt, is er een afwijking in de uurbeloning. Indien deze uitzendkrachten daarbij overwerkuren hebben gemaakt, ontstaan hier automatisch ook afwijkingen. De gehanteerde grondslag is dan te laag. Wij bevelen aan de werkelijk uitgeoefende functie op zowel de factuur als in de loonadministratie te vermelden. Op twee punten bestaat er een verschil in interpretatie. Het oplossen van dit interpretatieverschil valt buiten de scope van dit onderzoek. Dit betreft op de eerste plaats de naleving van artikel 55 “vergoeding bouwplaatswerknemers bij verafgelegen werken” uit de CAO voor de Bouwnijverheid. Er bestaat hier een interpretatieverschil tussen partijen bij de cao voor de Bouwnijverheid (en handhavingsinstanties TBB en SNCU) en de uitzendonderneming ondersteund door haar adviseurs. Partijen bij de CAO voor de Bouwnijverheid, waaronder Bouwend Nederland en de FNV, hebben uitleg over de juiste toepassing van het artikel gegeven. De handhavingsinstanties TBB en SNCU geven in een voorlichtingsnotitie van mei 2015 toelichting over de toepassing van dit artikel. Conform deze uitleg en toelichting is er sprake van een afwijking op grond van artikel 55. Het interpretatieverschil zit in de bepaling of er sprake is van een verafgelegen werk. Leidend hierin is de woonplaats van de werknemer. Is dit de woonplaats in het woonland (bijvoorbeeld Duitsland) of is dit de tijdelijke verblijfplaats in Nederland? De uitzendonderneming is van mening dat dit de tijdelijke verblijfplaats is en partijen bij de CAO voor de Bouwnijverheid zijn van mening dat dit de woonplaats in het woonland is. De uitzendonderneming is hiernaast van mening dat het artikel in strijd is met het vrij verkeer van werknemers op grond van Europees Recht. Indien de uitleg van CAO partijen wordt gevolgd en er dus sprake is van een afwijking van artikel 55 is er ten opzichte van de loonsom sprake van een afwijking van een aanzienlijke omvang. Er is hierbij uitsluitend sprake van een afwijking bij uitzendkrachten die niet permanent woonachtig zijn in Nederland. Het tweede verschil in interpretatie betreft de werkingssfeerbepalingen in het bedrijfstakpensioenfonds personeelsdiensten (StiPP) en bedrijfstakpensioenfonds Bouw. Met betrekking tot de werkingssfeerbepalingen in de bedrijfstakpensioenfondsen is er mogelijk een dubbeling. De uitzendkracht zou zowel onder het bedrijfstakpensioenfonds personeelsdiensten als onder het bedrijfstakpensioenfonds bouw vallen, waardoor de onderneming twee verplichte pensioenafdrachten heeft.
6
De uitzendonderneming past bij instroom in StiPP deze pensioenregeling gedurende het gehele dienstverband toe. Uitzendkrachten die reeds een verleden hebben opgebouwd bij pensioenfonds Bouw worden vanaf het begin hierbij aangesloten en gedurende het gehele dienstverband blijven zij hierbij aangesloten. Naar aanleiding van de interpretatieverschillen bevelen wij aan om deze verschillen zo snel mogelijk helder te krijgen. Met betrekking tot artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid bevelen wij aan dit, middels overleg tussen belanghebbenden of middels een juridische analyse van bestaande en/of toekomstige rechtspraak waarin artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid wordt besproken, definitief helder te krijgen. In de bodemprocedure in de zaak tussen Technisch Bureau Bouwnijverheid en Rimec wordt eind juni een uitspraak verwacht. In deze zaak wordt verwacht dat er meer duidelijkheid of definitieve duidelijke omtrent het artikel 55 wordt gegeven. Inzake het bedrijfstakpensioenfonds bevelen wij aan om van beide bedrijfstakpensioenfondsen duidelijkheid te vragen omtrent de mogelijk dubbele verplichte pensioenafdracht. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de door de FNV aangekaarte misstanden geen situaties betreffen die specifiek plaatsvinden op de bouwlocaties waarbij Aelbers, Heijmans en/of de Provincie Fryslân bij betrokken zijn. De geïnterviewde personen geven aan dat de aangekaarte situaties op bouwlocaties door het hele land plaatsvinden. Tot slot bevelen wij de Provincie Fryslân aan om risico’s omtrent wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden beter in kaart te brengen. Het voorstel Wet Aanpak Schijnconstructies zorgt ervoor dat opdrachtgevers meer verantwoordelijkheid moeten nemen om ervoor te zorgen dat hoofdaannemers en onderaannemers zich houden aan arbeidsvoorwaarden. Hierbij is het van belang dat de Provincie een dossier opbouwt waarin is opgenomen dat er alles aan wordt gedaan om te voorkomen dat niet conform wet- en regelgeving door aannemers en onderaannemers wordt gewerkt. Wij noemen dit een disculpatiedossier. Op grond van ILO verdrag 94 hebben overheidsinstanties een zorgplicht dat de juiste arbeidsvoorwaarden bij de uitvoering van overheidsopdrachten worden betaald. Mocht er niet aan deze zorg worden voldaan dan kan door een derde melding worden gedaan bij de ILO. Deze organisatie zal dan beoordelen of er in strijd met het verdrag wordt gewerkt en kan sanctioneren als dit het geval is.
7
Disclaimer Daar onze constateringen voort komen uit steekproeven en deelwaarnemingen, kan de feitelijke omvang van de bevinding afwijken. Wij raden het onderzochte bedrijf aan om bij het nemen van herstel- en beheersmaatregelen de omvang uit te breiden tot de gehele populatie uitzendkrachten. Wij wijzen erop dat de uitkomsten van dit onderzoek niet zonder meer gelden na de datum van het onderzoek, omdat nadien veranderingen kunnen zijn doorgevoerd. Dit rapport is met zorg door VRO opgesteld ten behoeve van het onderzoek naar mogelijke misstanden op het gebied van arbeidsvoorwaarden bij de aanleg van de Drachtsterweg en dient voor geen andere doeleinden te worden gebruikt. Eigendoms- en auteursrecht van dit rapport behoort toe aan VRO. Niets van dit rapport mag door derden worden gedupliceerd of hergebruikt in welke vorm dan ook zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van VRO. Hoewel de informatie in dit rapport met grootst mogelijke zorgvuldigheid is samengesteld kan VRO geen garantie geven dat deze informatie juist en/of volkomen is en/of blijft. VRO kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de eventuele gevolgen, zoals schade (in elk mogelijke vorm) of gederfde winst, op welke wijze of grondslag dan ook ontstaan als gevolg van het gebruik (of juist de onmogelijkheid van gebruik), het vertrouwen op of acties ondernomen naar aanleiding van informatie in dit rapport. Indien u dit rapport gebruikt, wordt u geacht van het bovenstaande te hebben kennisgenomen.
8
3. Drachtsterweg Het project Drachtsterweg is onderdeel van een overkoepelend project “Leeuwarden Vrij-Baan”. Doel hiervan is om Leeuwarden beter bereikbaar te maken. Rijkswaterstaat, provincie Fryslân en de gemeente Leeuwarden zetten zich hiervoor gezamenlijk in. Leeuwarden Vrij-Baan betreft een groot en meerjarig infra-programma met ongeveer veertig projecten, waarvan het project Drachtsterweg er één is. Het programma gaat in totaal over ongeveer € 750 miljoen. Leeuwarden Vrij-Baan loopt van 2010 tot en met 2020. In tien jaar stemmen Rijkswaterstaat, Provincie Fryslân en Gemeente Leeuwarden alle werkzaamheden zorgvuldig op elkaar af. 3.1.
Korte beschrijving project Drachtsterweg
Het project Drachtsterweg bestaat uit een viertal hoofdpunten, namelijk: Drachtsterplein: De aanleg van een compact kruispunt met verkeerslichten, half verhoogd uitgevoerd, met vier half verdiepte fietstunnels en met een vrije rechtsaf baan de stad in naar de Hemrik. Kanaalkruising: De bouw van een aquaduct voorzien van 2 x 2 rijstroken en een ruim fiets-voetpad aan de westzijde. Kruising Goutum/Zuiderburen/Hempens-Teerns: De aanleg van een verdiept gelegen ongelijkvloerse aansluiting die verdiept wordt doorgezet richting aquaduct, inclusief fietsroute Goutum - Noord - ZuiderburenNoord. De aanleg van een fiets- en sloepenroute Goutum/Zuiderburen/Hempens-Teerns/Wiarda. De opdracht aan de hoofdaannemer vond formeel plaats in januari 2013. Na een jaar van voorbereidende werkzaamheden vond de daadwerkelijke start van de werkzaamheden op de locatie Drachtsterweg plaats in januari 2014. De verwachte oplevering van het project is december 2016. 3.2.
Opdrachtgever
De opdrachtgever van het project Drachtsterweg is de Provincie Fryslân. 3.3.
Hoofdaannemer en onderaannemers
De aanneming van het project is gedaan door twee hoofdaannemers, waarvan Heijmans Integrale Projecten BV het grootste gedeelte heeft aangenomen. Heijmans voert als hoofdaannemer ongeveer 80% van het project uit, waarbij een aanneemsom van ruim 32 miljoen euro is gemoeid. Naast de aanleg van het project voert Heijmans eveneens de sloop van de bestaande brug uit. Heijmans werkt met vele onderaannemers, waarvan Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV er één is. Naast dit uitzendbureau wordt er op het project een andere uitzendonderneming ingezet door Heijmans, namelijk AOK BV uit Beers Noord-Brabant.
9
4. Melding FNV 4.1.
Algemeen
Op 3 februari 2015 heeft de FNV een brief gestuurd naar Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV en Heijmans N.V. met als onderwerp: “niet correct naleven NBBU CAO” en “ernstige (cao-) overtredingen bij opdrachtnemers Heijmans”. De brieven treft u aan in de bijlage 2 en 3. Op deze brieven is door zowel Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV als door Heijmans Infra BV gereageerd. De brieven treft u aan in bijlage 5 en 6. Op 5 februari 2015 is een brief aan Gedeputeerde Staten gepubliceerd op een regionale nieuwswebsite “Hallo Leeuwarden”.1 Een afschrift van de brief treft u eveneens aan in de bijlage. Deze brief is voor de Provincie aanleiding geweest om de mogelijke misstanden te laten onderzoeken. 4.2.
Afbakening
Het onderzoek richt zich op de combinatie Heijmans en Aelbers bij de aanleg van het project Drachtsterweg. Volgens de FNV zijn er bij meerdere projecten, waarbij de provincie opdrachtgever is, soortgelijke misstanden. Bovendien zijn door de FNV de vermeende misstanden niet alleen bij de uitzendonderneming Aelbers geconstateerd, maar ook bij andere uitzendondernemingen. Een uitzendonderneming die hierbij specifiek werd benoemd is AOK BV uit Beers NB. 4.3.
Aanleiding
Vraag: Wat is de aanleiding voor met melden van de misstanden door de FNV? Aanpak: Aan de FNV is in een interview gevraagd hoe de gemelde misstanden onder de aandacht zijn gekomen. Antwoord: FNV komt regelmatig op bouwplaatsen of projecten waar men werknemers aanspreekt. Hierbij worden arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden besproken. Hierbij passeren ook loonstroken van de werknemers de revue. In het interview met de FNV is aangegeven dat over de arbeidsvoorwaarden van Nederlandse werknemers ingezet door Aelbers weinig valt op of aan te merken. De misstanden vinden plaats bij de buitenlandse werknemers vooral van Duitse en Poolse afkomst. 4.4.
Misstanden
Vraag: Zijn de geformuleerde (mogelijke) misstanden in de brief van de FNV aan Gedeputeerde Staten volledig of zijn er nog andere mogelijke misstanden volgens de FNV? Aanpak: Aan de FNV is de bovengenoemde vraag in een interview voorgelegd. Antwoord: 1
http://www.halloleeuwarden.nl/
10
De FNV heeft de volgende misstanden genoemd in haar brief aan Gedeputeerde Staten: 1. Beloning onder CAO niveau (te lage uurbeloning); 2. Foutieve afdracht voor pensioenpremies; 3. Oneigenlijke toepassen ET-kosten regeling (extra territoriale kosten) waarbij sprake lijkt van belastingontduiking. Naast de bovenstaande misstanden is uit het interview naar voren gekomen dat de ADV toekenning onvolledig is. Het oneigenlijk toepassen van de ET-kosten regeling heeft te maken met artikel 55 “Vergoeding bij verafgelegen werken” uit de CAO voor de Bouwnijverheid. De uitleg van de FNV hierbij is dat de kosten van huisvesting vergoed moet worden door de werkgever (Aelbers). Aangezien er sprake is van een vergoeding door de werkgever is er geen sprake meer van ET-kosten voor de werknemer waarmee ook de uitruil regeling hiervan niet toegepast kan worden. Voor een verder toelichting over artikel 55 verwijs ik u naar het informatieve rapport. Op de (mogelijke) misstanden wordt verderop in het rapport ingegaan. 4.5.
Huisvesting
Vraag: Provincie Fryslân heeft VRO verzocht om te achterhalen hoe buitenlandse werknemers die worden ingezet worden gehuisvest en welke prijs zij daarvoor betalen. Huisvesting wordt niet in de brief van de FNV aan Gedeputeerde Staten genoemd. Wat is de indruk van de FNV van de door Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV georganiseerde huisvesting voor buitenlandse uitzendkrachten? Welke prijs dienen deze uitzendkrachten te betalen? Aanpak: Aan de FNV is de bovengenoemde vraag voorgelegd. Hiernaast zijn bij het onderzoek bij de uitzendonderneming (aanvullende) arbeidsovereenkomsten en loonstroken gecontroleerd om de prijs voor huisvesting vast te stellen. Antwoord: De indruk die de FNV heeft over de huisvesting waar uitzendkrachten van Aelbers worden gehuisvest is netjes. De FNV is alleen van mening dat de kosten voor de uitzendkracht hiervan te hoog zijn, namelijk € 180,- per uitzendkracht per week, een en ander los gezien met mogelijke misstand met betrekking tot artikel 55. Uit het onderzoek bij de uitzendonderneming blijkt dat de inhouding voor huisvesting niet € 180,- per week is, maar € 100,- per week. Het bedrag ad € 180,- is namelijk opgebouwd uit € 100,- voor huisvesting en € 80,- voor vervoerskosten van en naar het woonland.
11
5. Bevindingen Provincie Fryslân 5.1.
Project inschrijving
Het project is middels een uitgewerkt inschrijvingsleidraad door de Provincie in de markt gezet in het kader van openbare aanbesteding. Heijmans heeft hierop ingeschreven. In de bijlage van het inschrijvingsleidraad is een “Verklaring inzake arbeidsbescherming en arbeidvoorwaarden” opgenomen. De aannemer dient hierin het volgende te verklaren: Ondergetekende verklaart dat bij de inschrijving ’Verdiepte ligging Drachtsterweg inclusief aquaduct te Leeuwarden KN 12-15’ rekening is gehouden met de verplichtingen uit hoofde van de bepalingen inzake de arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden, die gelden op de plaats waar de verrichting wordt uitgevoerd. De aannemer verklaart hiermee dat met de arbeidsvoorwaarden die gelden op de locatie van de Drachtsterweg “rekening is gehouden”. De aannemer verklaart hierbij niet dat de arbeidsvoorwaarden ook daadwerkelijk worden toegepast door haarzelf en haar onderaannemers/uitleners. 5.2.
Vraagspecificaties
Bij het uitgewerkte inschrijvingsleidraad behoren eveneens zogenaamde “Vraagspecificaties”. Hiervan bestaan 2 delen, namelijk Vraagspecificatie 1 en Vraagspecificatie 2. In het tweede deel is een paragraaf opgenomen “Organisatiemanagement” met als doel: Waarborgen dat het bij het werk ingezette personeel er aan bijdraagt dat het werk op een beheerste wijze tot stand komt en kan worden beheerd en onderhouden. De aannemer verplicht zich hierbij om een drietal activiteiten uit te voeren, namelijk: · Opstellen van een Organisational Breakdown Structure (OBS) en functieprofielen. · Bereikbaarheid van sleutelfunctionarissen. · Naleven Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Een uitgewerkte OBS geeft aan hoeveel mensen er nodig zijn, met welke kwaliteiten en op welk moment met welke duur. De bereikbaarheid van sleutelfunctionarissen betreft bereikbaarheid en vervanging van sleutelfunctionarissen. Hiernaast dient er een 24/7 bereikbaarheid te zijn. Met betrekking tot de Wet arbeid vreemdelingen worden uitgebreide voorwaarden overeengekomen. Van alle vreemdelingen op de werkplaats (dus ook van onderaannemers) dient een administratie te worden bijgehouden. De administratie, identiteitsvaststelling en vaststelling bevoegdheid tot arbeid wordt eveneens namens de Provincie door de aannemer verricht. Hierbij wordt eveneens overeengekomen dat de Provincie bevoegd is inzage te krijgen in deze administratie op eerste verzoek.
12
5.3.
Basisovereenkomst
De Provincie heeft het aangenomen project vastgelegd in een “Basisovereenkomst met bijbehorende Annexen” met datum 15 januari 2013, die door zowel de Provincie als de aannemer Heijmans ondertekend is op 22 januari 2013. In deze overeenkomst zijn verder geen afspraken opgenomen met betrekking tot naleving van arbeidsvoorwaarden op het gebied van CAO, behoudens de verwijzing naar de voorwaarden UAV-GC 20052. De UAV-GC 2005 staat voor Uniforme Administratieve Voorwaarden voor Geïntegreerde Contractvormen 2005. In deze voorwaarden wordt in paragraaf 11 gewezen op Wettelijke voorschriften en beschikkingen vanuit overheidswege. Het is hierbij niet eenduidig vast te stellen of verplichtingen uit bijvoorbeeld CAO’s, die door private partijen zijn afgesloten, hier ook onder vallen. In de annex “Vraagspecificaties 2” worden wel eisen gesteld ten aanzien van naleving van de Wet Arbeid Vreemdelingen, Social Return beleid (werklozen/werkzoekenden en/of jongeren) en Arbeidsomstandigheden. 5.4.
Risicodossier
De provincie heeft naast de contractuele vastleggingen een risicodossier aangelegd voor het project. In dit dossiers worden alle risico’s gewogen, geregistreerd en bijgehouden. De melding van de FNV is hier eveneens als risico opgenomen. De beheersmaatregelen en risico eigenaar zijn in dit document weergegeven. De beheersmaatregelen betreffende de melding van de FNV betreffen dat een deskundige onderzoekt of de berichtgeving juist is en dat contractuele toetsing en monitoring plaatsvindt. 5.5.
Procedure niet naleving contractuele verplichtingen
Vraag: Welke procedure heeft de Provincie bij (vermoeden van) niet naleving van wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden? Aanpak: Middels een interview en een deskresearch is bovengenoemde vraag beantwoord. Naar aanleiding van het interview heeft VRO inzage gekregen in de overeenkomst tussen de opdrachtgever Provincie Fryslân en de hoofdaannemer Heijmans. Antwoord: Boetebeding In de basisovereenkomst is een boetebeding opgenomen in het geval van niet naleving van de contractuele verplichtingen door de hoofdaannemer. De boetebepalingen hebben betrekking op de (niet naleving van) UAV-GC 2005, op het niet halen van de CO2 norm en een overige boeteregeling. De overige boeteregeling bestaat uit een puntensysteem nalatigheden contractverplichtingen, veiligheid en maatschappelijke schade. Per gebeurtenis / per keer / per kalenderdag van niet nakomen van de verplichtingen, wordt een punt toegewezen aan de betreffende categorie, bestaande uit: · contractuele verplichtingen; · hinder / omgeving; · logistiek; 2
http://www.bouwendnederland.nl/download.php?itemID=1322202
13
· · · ·
het niet nakomen van door of vanwege de opdrachtgever gegeven opdrachten; schade aan meetgegevens (5 kortingspunten per overtreding); veroorzaken van bouwverkeer door woonwijken (5 kortingspunten per overtreding); niet nakomen van de bij het aangeboden C02-ambitieniveau behorende doelstelling en maatregelen (5 kortingspunten per overtreding).
Ingebrekestelling Indien na opleggen van boetebedragen de naleving van contractuele verplichtingen blijft voortduren, volgt een waarschuwing van ingebrekestelling. Na de waarschuwing volgt de daadwerkelijke ingebrekestelling en zullen betalingen stop gezet worden. Ontbinding Na de ingebrekestelling en voortduring van niet naleving van contractuele verplichtingen volgt ontbinding van de overeenkomst. Ontbinding van de overeenkomst is voor de Provincie het uiterste middel dat liever niet toegepast wordt. Vraag: Waar is de Provincie toe verplicht bij (een vermoeden van) niet naleving van wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden? Aanpak: Middels een interview met de Provincie en een advocaat en vervolgens een deskresearch is bovengenoemde vraag beantwoord. Antwoord: Conform het ILO verdrag 94 dienen overheidsinstanties passende maatregelen te treffen om te garanderen dat de lonen die conform wet- en regelgeving geldend voor de opdrachtnemer worden voldaan aan werknemers. De maatregelen dienen ervoor te zorgen dat het betrokken loon van werknemers (met inbegrip van de toelagen), gewerkte uren en andere voorwaarden van arbeid niet minder gunstig zijn dan die gelden voor hetzelfde werk in de lidstaat, waaronder arbeidsvoorwaarden die voortvloeien uit Cao’s. In de overeenkomst met de hoofdaannemer wordt hier aandacht aan besteed. Controle en/of monitoring hierop vindt niet aantoonbaar plaats. 5.6.
Onderaannemers
Vraag: Worden onderaannemers (ingezet door Heijmans) door de Provincie Fryslân verplicht om relevante wet- en regelgeving toe te passen? Aanpak: Middels een interview met de Provincie Fryslân en een deskresearch is bovengenoemde vraag beantwoord. Naar aanleiding van het interview heeft VRO inzage gekregen in de overeenkomst tussen de opdrachtgever Provincie Fryslân en de hoofdaannemer Heijmans. Antwoord: Alle contracten worden rechtstreeks met de hoofdaannemer afgesloten. Hierin worden door de Provincie voorwaarden gesteld aan de in te zetten onderaannemers. De
14
voorwaarden die de Provincie stelt gaan tot en met de tweede schakel (hoofdaannemer en onderaannemer/uitlener). Er wordt geen overeenkomst gesloten tussen de Provincie en de onderaannemer. Indien de onderaannemers niet voldoen aan de contractuele verplichtingen tussen provincie en Heijmans dan is het voor de Provincie niet mogelijk om de onderaannemers hierop aan te spreken. 5.7.
Arbeidsvoorwaarden als risicofactor
Vraag: Ziet de Provincie Fryslân arbeidsvoorwaarden als een risicofactor? Aanpak: Middels een interview met de Provincie Fryslân en een deskresearch is bovengenoemde vraag beantwoord. Naar aanleiding van het interview heeft VRO inzage gekregen in het risicodossier van de Provincie Fryslân. Antwoord: Gezien de actuele ontwikkelingen op het gebied van arbeidsvoorwaarden komt dit in risicoanalyses prominenter naar voren. Dit komt enerzijds door de melding van de FNV, maar anderzijds wordt dit gevoed vanuit in ontwikkeling zijnde wetgeving, namelijk de Wet Aanpak Schijnconstructie. Uit het interview met de Provincie komt naar voren dat het contractteam van de Provincie meer nadruk zal leggen op de risicofactor arbeidsvoorwaarden. Hiernaast zullen arbeidsvoorwaarden een vaste onderdeel gaan uitmaken van het risicodossier.
15
6. Bevindingen Heijmans Integrale Projecten BV Heijmans Integrale Projecten BV is de vennootschap die het project Drachtsterweg als hoofdaannemer heeft aangenomen. Heijmans voert voor een belangrijk deel de werkzaamheden zelf uit, maar maakt daarnaast ook veelvuldig gebruik van onderaannemers. Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV is als uitzendonderneming een van deze onderaannemers. De afgelopen jaren heeft Heijmans een kam gehaald door het aantal uitzendondernemingen waarvan zij gebruik maakt. De resterende uitzendondernemingen worden momenteel aangemerkt als “preferred suppliers”. In de overeenkomsten met de uitzendondernemingen zijn geen afname verplichtingen opgenomen en deze kunnen volgens Heijmans per direct worden opgezegd of kan een inleenstop worden gehanteerd. Tussen Aelbers en Heijmans is een overeenkomst getekend, waarin afspraken met betrekking tot functies, voorwaarden en tariefstelling zijn vastgelegd. Hiernaast zijn op deze overeenkomst de algemene inkoop- en onderaannemingsvoorwaarden3 van Heijmans van toepassing met uitzondering van de artikelen artikel 20, 21, 30 t/m 35 en 36 t/m 45. Onderstaand worden de relevante artikelen besproken. 6.1.
Artikel 26 keten- en inlenersaansprakelijkheid
In artikel 26 is de keten- en inlenersaansprakelijkheid opgenomen. Met betrekking tot de melding van de FNV valt hierover het volgende op te merken. In artikel 26 lid 10 is opgenomen dat: Indien de opdrachtnemer zijn verplichtingen, op grond van de CAO-Bouwbedrijf of enige andere CAO, jegens zijn werknemers niet nakomt, en de opdrachtgever aansprakelijk wordt gesteld deze verplichtingen na te komen, heeft de opdrachtgever jegens de opdrachtnemer verhaal voor het gehele bedrag te vermeerderen met wettelijke rente vanaf het tijdstip van betaling door de opdrachtgever. Met andere woorden het eventuele bedrag waarvoor Heijmans op grond van de CAO voor de Bouwnijverheid aansprakelijk wordt gesteld kan Heijmans verhalen op Aelbers. In de voorwaarden wordt niet vermeld dat Aelbers zich dient te houden aan de bepalingen uit de CAO voor de Bouwnijverheid. De melding van de FNV had naast de misstanden vanuit de CAO voor de Bouwnijverheid ook betrekking op de bedrijfstakpensioenfondsen StiPP en Bouw. Hiervoor is in de voorwaarden niets opgenomen met betrekking tot verplichte naleving door Aelbers danwel met betrekking tot aansprakelijkheidsstelling. 6.2.
Artikel 45 Wet op de identificatieplicht (WID) en Wet arbeid vreemdelingen (WAV)
In artikel 45 zijn voorwaarden opgenomen met betrekking tot de Wet op de identificatieplicht (WID) en Wet arbeid vreemdelingen (WAV). In dit artikel zijn verplichting voor de opdrachtnemer opgenomen met betrekking tot het voldoen aan deze wetgeving. Met betrekking tot de melding van de FNV is dit artikel niet van belang.
http://www.heijmans.nl/media/filer_public/bc/84/bc84bb51-08ab-4107-b1b9cb7763d9c66e/algemene_inkoop-_en_onderaannemingsvoorwaarden.pdf 3
16
Bijzonder hierbij is wel dat dit artikel in de overeenkomst tussen Aelbers en Heijmans wordt uitgesloten. Juridisch gezien is dit niet mogelijk. Er bestaat immers een wettelijke verplichting toe, waarop Inspectie SZW handhaaft. Binnen de Wet Aanpak Schijnconstructies wordt dit bovendien aangescherpt. De werkgever wordt verplicht om binnen 48 uur na de vordering van het toezicht houden de identiteit vast te stellen en te verstrekken van een persoon waarvan op grond van feiten en omstandigheden het vermoeden bestaat dat hij arbeid voor hem verricht of heeft verricht. Deze aanscherping zou noodzakelijk zijn omdat de bestaande verplichting volgens de jurisprudentie niet meer inhoudt dan een inspanningsverplichting. 6.3.
Controleprotocol en procedure bij misstanden
Vraag: Op welke wijze borgt de aannemer de naleving van de wet- en regelgeving bij zichzelf en zijn onderaannemers (is er zoiets als een controleprotocol)? Aanpak: Middels een interview met Heijmans en inzage in de overeenkomst tussen Heijmans en Aelbers is deze vraag onderzocht. Antwoord: Tussen partijen is geen controleprotocol afgesproken. Uit het interview met Heijmans is wel naar voren gekomen dat overeenkomsten gecontroleerd en geëvalueerd worden. Deze controles en evaluaties vinden echter niet periodiek plaats, maar vloeien voort uit risicoanalyses. Mochten er signalen zijn van misstanden dan wordt eerst de betreffende uitzendonderneming om toelichting verzocht. Heijmans kan hierbij het beroep op uitzendkrachten opschorten aangezien zij geen verplichte afname heeft. Vraag: Kan Provincie Fryslân beschikken over de controleprotocol van Heijmans? Aanpak: Middels een interview met Heijmans en inzage in de overeenkomst tussen Heijmans en Aelbers is deze vraag onderzocht. Antwoord: Heijmans beschikt niet over een controleprotocol. 6.4.
Marktconforme tarieven
Vraag: Controleert Heijmans of de onderaannemer marktconforme tarieven hanteert, waarmee kan worden voldaan aan wet- en regelgeving? Aanpak: Middels een interview met Heijmans en inzicht in de overeenkomst tussen Heijmans en Aelbers is deze vraag onderzocht. Hiernaast zijn de gehanteerde tarieven vastgesteld op de facturen die Aelbers verstuurt naar Heijmans.
17
Antwoord: Voordat de overeenkomst ondertekend wordt, wordt door Heijmans onderzocht of de geoffreerde tarieven marktconform zijn en of met deze tarieven de verplichtingen uit hoofde van de CAO voor de Bouwnijverheid kunnen worden nageleefd. Aelbers hanteert tarieven van meer dan € 30,- per gewerkt uur, waarmee Heijmans van mening is dat Aelbers hiermee aan de verplichtingen kan voldoen. Er worden hierbij gedifferentieerde tarieven gehanteerd naar functie, Nederlandse werknemers, “EER” medewerkers en “Poule” medewerkers. Hiernaast zijn afspraken gemaakt over onregelmatige werktijden en overwerk. Hiernaast heeft Heijmans inzicht gekregen in de salaristabellen die door Aelbers worden gehanteerd. 6.5.
Toepassing Bouw CAO
Vraag: Welke CAO en/of arbeidsvoorwaarden regeling is bij de Heijmans van toepassing en dienen uitzendonderneming toe te passen? Aanpak: Middels een interview met Heijmans en inzicht in de overeenkomst tussen Heijmans en Aelbers is deze vraag onderzocht. Hiernaast is de cao voor de Bouwnijverheid geraadpleegd. Antwoord: Heijmans is lid van Bouwend Nederland en daarmee vanuit het lidmaatschap gebonden aan de CAO voor de Bouwnijverheid. In de bouw CAO wordt onderscheid gemaakt tussen Bouwplaatspersoneel en Uitvoerend Technisch Administratief (UTA) personeel. Bouwplaatspersoneel wordt bij Heijmans beloond conform de CAO. Voor het UTA personeel heeft Heijmans tussenschalen ontwikkeld, aangezien in de CAO alleen een begin en eindsalaris is opgenomen. 6.6.
Facturatie Aelbers
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat Aelbers factureert aan “Heijmans Civiel BV Noord Nederland”. De facturen worden niet gericht aan de hoofdaannemer Heijmans Integrale Projecten BV. 6.7.
Inzet personeel
Door Heijmans is onderzocht waar vandaan de inzet van personeel geografisch gezien vandaan komen. Dit betreft personeel dat wordt ingezet bij het project Drachtsterweg en betreft zowel eigen personeel als ingehuurd personeel. Wij hebben dit niet onderzocht of geverifieerd.
18
Uit het onderzoek van Heijmans is de volgende inzet van personeelsverhouding gekomen: Medewerker woonachting in
Wegenbouw
Civiele bouw
Integrale projecten (incl. Ontwerp)
Fryslân Overig Nederland Buitenland
85% 15% 0%
20% 65% 12%
35% 65% 0%
Totaal
100%
100%
100%
6.8.
Inzet toeleveranciers
Hiernaast heeft Heijmans onderzocht wat de omzetverhouding is tussen toeleveranciers van het project binnen en buiten Fryslân. Deze omzetverhouding is niet door ons onderzocht of geverifieerd. Het onderzoek van Heijmans leidt tot de volgende omzetverhouding bij toeleveranciers: Toeleverancier afkomstig uit
Wegenbouw
Civiele bouw
Intergrale Projecten (incl. Ontwerp)
Fryslân Overig Nederland
20% 80%
25% 75%
Nvt Nvt
Totaal
100%
100%
Nvt
19
7. Bevindingen Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV 7.1.
Algemeen
Vraag: In dit hoofdstuk zal antwoord worden gegeven op de volgende vraag: Wat is de exacte aard en omvang van het probleem, zoals de FNV in haar brief aan Gedeputeerde Staten heeft aangegeven? Aanpak: Aan de hand van een interview met de FNV zijn de exacte (mogelijke) misstanden in kaart gebracht, zie hiervoor hoofdstuk 4. Op basis hiervan zijn de mogelijke misstanden in kaart gebracht en vervolgens als basis gebruikt voor het onderzoek ter plaatse bij Aelbers. Bij het onderzoek ter plaatse is een steekproef getrokken van 15 personen. Deze steekproef is getrokken uit de facturen die Aelbers aan Heijmans heeft gestuurd in het kader van het project Drachtsterweg in de periode vanaf 2909-2014 t/m 23-03-2015. De uitzendkrachten in de steekproef zijn zowel permanent (4 steekproefpersonen) als niet permanent (11 steekproefpersonen) woonachtig in Nederland en betreffen uitzendkrachten met uiteenlopende functies. Uit de bijlage “Steekproef stamgegevens” blijkt onder andere het woonland van de uitzendkrachten en welke functies de uitzendkrachten hebben. Antwoord(en): In de paragraaf 7.4. wordt per mogelijke misstand antwoord gegeven. De bevindingen bij Aelbers zijn middels een conceptrapport aan Aelbers gecommuniceerd en Aelbers is in de gelegenheid gesteld om hier middels hoor- en wederhoor op te reageren. De reactie van Aelbers is verwerkt in het rapport. 7.2.
Korte beschrijving Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV
De onderneming Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV (hierna: de onderneming), ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder dossiernummer 09095819 heeft haar activiteiten op het uittreksel van de Kamer van Koophandel omschreven als: “Werving, selectie en het uitzenden van personeel”. De onderneming is gecertificeerd voor de norm NEN 4400-1, VCU en SNF. Hiernaast is de onderneming lid van brancheorganisatie NBBU. Afschriften van deze certificeringen zijn opgenomen in bijlage 7. 7.3.
Controleperiode en controleomvang
In onderstaande tabel is de controleperiode opgenomen waarop deze rapportage betrekking heeft. Nr.
Periode
Werkingssfeer
Project
1
21-04-2014 t/m 28-09-2014 29-09-2014 t/m 31-12-2014 1-1-2015 t/m 23-03-2015
NBBU CAO voor Uitzendkrachten NBBU CAO voor Uitzendkrachten NBBU CAO voor Uitzendkrachten
Ingezet personeel project Drachtsterweg Ingezet personeel project Drachtsterweg Ingezet personeel project Drachtsterweg
2 3 Totaal
Geschat feitelijk loon € 31.909 € 81.689 € 106.657 € 220.255
20
7.4.
Geconstateerde (mogelijke) afwijkingen
De geconstateerde (mogelijke) afwijkingen zijn gebaseerd op een steekproefsgewijze selectie van verkoopfacturen uit de controleperiode van 29 september 2014 t/m 23 maart 2015. De afwijkingen kunnen leiden tot een berekening van een indicatieve schadelast dan wel een schadelast Pro Memorie. De indicatieve schadelast wordt berekend aan de hand van een extrapolatie op basis van de geconstateerde afwijkingen in de steekproef en het totale loon van de uitzendkrachten die ingezet worden bij het project Drachtsterweg. 7.4.1. Pensioen Vraag: Vinden pensioenafdrachten correct plaats conform de wet bedrijfstakpensioenfondsen personeelsdiensten (StiPP) en bouw? Wordt hierbij de juiste grondslag gehanteerd? Aanpak: Middels een steekproef zijn de afdrachten aan pensioenfondsen vastgesteld. Deze zijn vastgesteld aan de hand van de loonstroken en de opgelegde nota’s door enerzijds pensioenfonds StiPP en anderzijds het pensioenfonds Bouw. Hiernaast zijn de werkingssfeerbepalingen van beide pensioenfondsen geraadpleegd. Antwoord: De onderneming past zowel de pensioenregeling van StiPP als de pensioenregeling van de Bouw toe. Uit het interview met de onderneming en de steekproef is de werkwijze vastgesteld. Toepassing pensioenfonds StiPP StiPP wordt toegepast bij uitzendkrachten die niet eerder aangemeld waren bij het pensioenfonds van de Bouw. Deze uitzendkrachten doorlopen de StiPP fasen en blijven ook onder het StiPP pensioen vallen. De uitzendkrachten gaan niet over naar het pensioenfonds van de Bouw. Toepassing pensioenfonds Bouw Uitzendkrachten die in dienst komen bij de onderneming en bij vorige werkgevers reeds een pensioenopbouw hebben gehad bij pensioenfonds voor de Bouw worden vanaf de start van het dienstverband aangemeld bij het pensioenfonds voor de Bouw. Deze uitzendkrachten blijven hierbij aangemeld. Aangifte en betaling De bovengenoemde toepassing pensioenfondsen is verwerkt in de administratie en aangegeven bij de pensioenfondsen. Naar aanleiding van de aangiften zijn pensioennota’s opgelegd en voldaan aan de pensioenfondsen. Werkingssferen pensioenfondsen Naar aanleiding van onderzoek lijkt er een dubbeling te zitten in de pensioenfonds werkingssferen voor leden van ABU of NBBU die voor meer dan 50% uitzenden in de Bouw. De uitzendkrachten van de onderneming kunnen hierdoor onder twee pensioenfondsen vallen. Vanwege onduidelijkheid hieromtrent is een Pro Memorie (PM) post opgenomen aangezien mogelijk onterecht niet wordt afgedragen aan het pensioenfonds voor Bouw.
21
Toepassing ET-regeling Conform de uitleg van CAO partijen met betrekking tot artikel 55 CAO Bouw (zie afwijking artikel 55) wordt de ET-regeling mogelijk onterecht toegepast. De toepassing van de ETregeling resulteert in een lagere pensioengrondslag. Indien de ET-regeling niet toegepast mag worden is daarmee ook sprake van een te lage pensioenafdracht. Hiervoor is een PM post opgenomen. 7.4.2. Artikel 22/37 Uurbeloning inlener Vraag: Ontvangen de uitzendkrachten de juiste uurbeloning? Worden de uitzendkrachten ingeschaald in de juiste functie en bijbehorende uurbeloning? Aanpak: Middels de steekproef is onderzoek gedaan naar de uurbeloning. Hierbij is het betaalde loon vastgesteld op basis van de loonstroken. De rechtensgeldende uurbeloning is vastgesteld uit de CAO voor de Bouwnijverheid. Bij het onderzoek naar de uurbeloning is de uitgeoefende functie van belang. VRO is niet op de locatie Drachtsterweg aanwezig geweest om de daadwerkelijk uitgeoefende functie vast te stellen. De uitgeoefende functie is middels een controle van de steekproef in de administratie van de onderneming onderzocht. Antwoord: In het onderzoek zijn twee vastleggingen van functies vastgesteld. Op de eerste plaats in de personeelsadministratie en op de tweede plaats op de factuur die door de onderneming wordt verzonden naar de opdrachtgever. In het gesprek met de opdrachtgever werd aangegeven dat de vermelde functie op de factuur de uitgeoefende functie is door de uitzendkrachten. Op basis hiervan dient de uitzendkracht de beloning behorende bij de functie op de factuur te ontvangen. De onderneming is van mening dat de daadwerkelijke functie van de uitzendkrachten niet de vermelde functie op de factuur is, maar de functie die is vastgelegd in de personeelsadministratie. De uitleg van de onderneming is hierbij dat de uitzendkrachten worden ingeschaald op ervaring en kwaliteit van werk. Het kan daarbij voorkomen dat de opdrachtgever vraagt om bijvoorbeeld een timmerman 1 en er hiervoor een uitzendkracht wordt gestuurd die is ingeschaald als timmerman 2. Dit omdat een timmerman 1 niet direct voorhanden is en het vanuit commercieel oogpunt van belang is zoveel mogelijk te voldoen aan de vraag van de klant. De uitzendkracht die is ingeschaald als timmerman 2 wordt vervolgens wel als timmerman 1 gefactureerd. In bijlage 9 zijn de verschillen in functies per steekproefpersoon vastgelegd. Indien de functies worden gehanteerd zoals deze zijn vermeld op de factuur aan de opdrachtgever, dan zijn bij 9 steekproefpersonen te lage beloningen toegekend. In bijlage 12 is een schadelast opgenomen indien deze functie indeling wordt gevolgd. Deze schadelast spitst zich zowel toe op uitzendkrachten die wel en niet permanent woonachtig zijn in Nederland.
22
7.4.3. Artikel 22/37 Overwerkuren en toeslaguren Vraag: Worden uitzendkrachten juist beloond in het geval van overwerk- of toeslaguren? Aanpak: Van de steekproefpersonen is middels urenbriefjes vastgesteld of er sprake is van overwerk of onregelmatigheidsuren. Op basis van de CAO voor de Bouwnijverheid is vervolgens gecontroleerd of er sprake is van juiste onregelmatigheid of overwerktoeslag toekenning. Antwoord: De uitzendkrachten krijgen de juiste toeslag percentages voor overwerk toegekend. In 2015 worden overwerkuren als tijd voor tijd opgespaard. Het toeslagdeel wordt hierbij wel uitbetaald. Door de toekenning van een (mogelijk) te lage uurbeloning is een indicatieve schadelast opgenomen, omdat daarmee ook de overwerkvergoeding te laag wordt toegekend. Deze schadelast spitst zich zowel toe op uitzendkrachten die wel en niet permanent woonachtig zijn in Nederland. De mogelijk te lage uurbeloning heeft te maken met de daadwerkelijk uitgeoefende functie bij de inlener en de functie inschaling door de onderneming. Zie hiervoor de voorgaande paragraaf. 7.4.4. Artikel 22/37 Toepassing ADV Vraag: Ontvangen de uitzendkrachten een juiste ADV vergoeding in tijd of in geld? Aanpak: Uitzendkrachten die vallen onder het BouwVakPakket (zie informatieve rapport) hebben recht op een ADV vergoeding conform de CAO voor de Bouwnijverheid. Uit de steekproef is de toegekende ADV vastgesteld en vergeleken met de CAO voor de Bouwnijverheid. Voor de bepaling van het ADV percentage is een werkinstructie van de SNCU gehanteerd. Antwoord: De uitzendkrachten krijgen een ADV vergoeding in de vorm van een vast bedrag per uur en daarmee een vergoeding in geld (en niet in tijd). De CAO voor de Bouwnijverheid geeft aan dat de werknemer recht heeft op 22 dagen per jaar. Het percentage ADV vergoeding komt daarmee uit op 22 ADV dagen gedeeld door 261 SV-dagen minus 22 ADV dagen is 9,21%. Aelbers geeft aan dat er conform de CAO voor de Bouwnijverheid 2 dagen per jaar worden aangewezen als opleidingsdagen en dat deze dagen worden doorbetaald. Van 4 steekproefpersonen uit de steekproef is vastgesteld dat opleidingsdagen worden gegeven en doorbetaald. 3 steekproefpersonen hebben 1 opleidingsdag gehad en 1 steekproefpersoon heeft 2 opleidingsdagen gehad. Voor iedere opleidingsdag wordt 6 uur doorbetaald en verantwoord op de loonstrook onder “leeglooop”.Voor deze uitzendkrachten is in de bijlage het ADV percentage naar beneden bij gesteld. Uit de uitwerking van de steekproef blijkt dat de ADV vergoeding in de meeste gevallen ontoereikend is. Hiervoor is een indicatieve schadelast opgenomen. Deze schadelast spitst
23
zich zowel toe op uitzendkrachten die wel en niet permanent woonachtig zijn in Nederland. De (mogelijke) afwijking met betrekking tot de uurbeloning heeft eveneens invloed op de ADV vergoeding. Hebben de uitzendkrachten niet het juiste uurloon ontvangen dan hebben zij eveneens een te lage ADV vergoeding ontvangen. Hier is in de indicatieve schadelast geen rekening mee gehouden. 7.4.5. Artikel 22/37 (Onterecht) toepassen ET-regeling huisvesting in combinatie met artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid Vraag: Wordt de ET-kosten regeling toegepast door de onderneming? Zo ja, wordt deze juist en/of terecht toegepast? Aanpak: Uit de loonstroken van de steekproefpersonen wordt vastgesteld of de ET-kosten regeling wordt toegepast. Middels een interview met Aelbers, Heijmans, de FNV, TBB en een advocaat is het terecht of onterecht toepassen van de ET-regeling huisvesting in combinatie met artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid onderzocht. Hierbij is ook recente rechtspraak betrokken. Er wordt in het informatieve rapport een uitgebreide toelichting gegeven over dit artikel. Antwoord: De onderneming past de ET-kosten regeling voor huisvesting toe voor werknemers die niet permanent in Nederland wonen. Op het antwoord op de vraag of dit conform de geldende arbeidsvoorwaarden mogelijk is, bestaat een interpretatie verschil tussen enerzijds CAO partijen bij de CAO voor de Bouwnijverheid en anderzijds de uitzendonderneming ondersteund door haar adviseurs. De interpretatie kwestie betreft het uitgangspunt van de woning van arbeidsmigranten conform artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid. Conform de uitleg van CAO partijen is dit de woning in het land van herkomst (bijvoorbeeld Polen). Conform de uitleg van de uitzendonderneming is dit de (tijdelijke) woning in Nederland. Hiernaast is de uitzendonderneming van mening dat artikel 55 in strijd is met het vrij verkeer van werknemers conform Europees recht. CAO partijen bij de Bouwnijverheid en de handhavingsinstanties Technisch Bureau Bouwnijverheid (TBB) en Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU) hebben een helder standpunt ingenomen en/of hebben toelichting gegeven via een voorlichtingsnotitie. Enkele jurisprudentie omtrent artikel 55 bevestigt de uitleg van CAO partijen. In dat kader kan er gesproken worden over een afwijking op artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid. Er is door VRO niet verder onderzocht in hoeverre de situatie bij de uitzendonderneming een andere is dan door CAO partijen is uitgelegd en door jurisprudentie is bevestigd. Artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid is verder toegelicht in het informatieve rapport. In bijlage 15 is een schadelast uitgewerkt aan de hand van de uitleg artikel 55 door CAO partijen bij de CAO voor de Bouwnijverheid. De huisvesting dient dan vergoed te worden aan de uitzendkracht, waardoor er geen verlaging van de conform CAO
24
rechtensgeldende beloning mag worden toegepast. De Extraterritoriale (ET) kostenregeling kan hiermee eveneens niet worden toegepast. Hierbij is eveneens van belang wat het fiscale uitgangspunt is voor de toepassing van de ET-kostenregeling. Er dient voor de uitzendkracht sprake te zijn van dubbele kosten voor huisvesting. Aangezien de huisvesting vergoed wordt door de uitzendonderneming is hier geen sprake van waarmee uitruil van loonbestanddelen niet toegepast kan worden. Deze schadelast spitst zich alleen toe op uitzendkrachten die niet permanent woonachtig zijn in Nederland. Indien de uitleg van de onderneming wordt gevolgd dan is er geen sprake van een schadelast. Aanbeveling: Indien de uitleg van CAO partijen bij de Bouw gevolgd dient te worden door de onderneming, leidt dit tot een aanzienlijke (indicatieve) schadelast. Het is daarom voor alle belanghebbenden van belang hier zo spoedig mogelijk duidelijkheid over te krijgen. 7.4.6. Artikel 22/37 (Onterecht) toepassen ET-regeling vervoerskosten NL - woonland, alsmede geen vergoeding reiskosten conform artikel 50 CAO voor de Bouwnijverheid Vraag: Wordt een reiskostenvergoeding voor vervoerskosten van en naar woonland verstrekt? Zo ja, wordt deze juist en/of terecht toegepast? Aanpak: Uit de loonstroken van de steekproefpersonen wordt bij niet permanent woonachtige uitzendkrachten in Nederland vastgesteld of er sprake is van een reiskostenvergoeding van en naar het woonland. Uit de CAO voor de Bouwnijverheid wordt bepaald of de vergoeding toegekend dient te worden. Antwoord: De onderneming vergoedt blijkens de loonstroken niet de reiskosten van en naar woonland conform artikel 50 CAO voor de Bouwnijverheid. Er wordt echter wel gebruik gemaakt om de kosten van de uitzendkracht uit te ruilen tegen bruto loonbestanddelen in het kader van de ET-kosten regeling. Per week wordt maximaal € 80,- per uitzendkracht uitgeruild, zie hiervoor bijlage 16. Vergoeding van de reiskosten vindt dus niet plaats, waardoor dit een mogelijk afwijking betreft. Met betrekking tot deze mogelijke afwijking speelt hetzelfde interpretatie verschil met betrekking tot de woning als bij het punt met huisvesting in combinatie met de ETregeling. In artikel 50 wordt namelijk een link gelegd met artikel 55, die in de vorige paragraaf reeds is besproken. Indien de uitleg van CAO partijen bij de CAO voor de Bouwnijverheid wordt gevolgd dan is er sprake van het niet naleven van deze CAO bepaling en leidt dit tot een schadelast. Deze schadelast is opgebouwd uit de uitgeruilde reiskostenvergoeding ad maximaal € 80,- per week per uitzendkracht. Indien de reiskosten namelijk vergoed dienen te worden is er geen sprake van extra territoriale kosten voor de uitzendkracht en is uitruil fiscaal gezien niet mogelijk. De indicatieve schadelast conform deze uitleg is uitgewerkt in de bijlage. Deze schadelast spitst zich toe op uitzendkrachten niet permanent woonachtig in Nederland.
25
Indien de uitleg van de onderneming wordt gevolgd is er geen sprake van een schadelast en kan de ET-regeling toegepast worden. Aanbeveling: Indien de uitleg van CAO partijen bij de Bouw gevolgd dient te worden door de onderneming dan leidt dit tot een aanzienlijke (indicatieve) schadelast. Het is daarom voor alle belanghebbenden van belang hier zo spoedig mogelijk duidelijkheid over te krijgen. 7.4.7. Artikel 22/37 Tegemoetkoming voeding conform artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid Vraag: Dient de onderneming conform artikel 55 Cao voor de Bouwnijverheid de tegemoetkoming voeding te vergoeden aan de uitzendkrachten? Zo ja, wordt dit toegepast? Aanpak: Uit de steekproef wordt bij niet permanent woonachtige uitzendkrachten in Nederland vastgesteld of de tegemoetkoming in voeding wordt toegekend. Antwoord: De onderneming verstrekt geen tegemoetkoming voeding conform artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid aan uitzendkrachten. Met betrekking tot deze afwijking speelt hetzelfde interpretatie verschil met betrekking tot de woning als bij het punt met huisvesting in combinatie met de ET-regeling. Indien de uitleg van CAO partijen bij de CAO voor de Bouwnijverheid wordt gevolgd is er een schadelast van toepassing. Deze is uitgewerkt in de bijlage. Deze schadelast spitst zich alleen toe op uitzendkrachten die niet permanent woonachtig zijn in Nederland. Indien de uitleg van de onderneming wordt gevolgd is er geen sprake van een schadelast. Bovendien is de onderneming hier van mening dat de voedingtoelage geen onderdeel uitmaakt van het loonverhoudingsvoorschrift omdat de voeding niet onbelast vergoed kan worden. Het loonverhoudingsvoorschrift bepaalt dat alleen een onbelaste kostenvergoeding onderdeel uitmaakt van de inlenersbeloning. Aangezien in de woningen waar de uitzendkrachten gehuisvest worden sprake is van een keuken(voorziening) kan deze vergoeding niet vrij van loonheffing vergoed worden. In het bouwconvenant (zie informatieve rapport) wordt artikel 55 integraal opgenomen. Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen onbelaste of belaste vergoeding. Aanbeveling: Indien de uitleg van CAO partijen bij de Bouw gevolgd dient te worden dan leidt dit tot een aanzienlijke (indicatieve) schadelast. Het is daarom voor alle belanghebbenden van belang hier zo spoedig mogelijk duidelijkheid over te krijgen. Met betrekking tot de interpretatie van onbelaste of belaste kostenvergoedingen bevelen wij aan dit voor te leggen aan CAO-partijen bij de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Bouwnijverheid.
26
7.5.
Berekening indicatieve schadelast afwijkingen
Op basis van de geconstateerde afwijkingen bedraagt de indicatieve schadelast maximaal € 152.916,-, daarnaast is een PM (Pro Memorie) post opgenomen voor pensioenafdrachten. Met betrekking tot de indicatieve schadelast is het van belang om te vermelden dat deze kan wijzigen naar aanleiding van de interpretatiekwestie over artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid. Bij de bovengenoemde indicatieve schadelast is uitgegaan van de uitleg van CAO partijen bij de CAO voor de Bouwnijverheid. Bij de berekening van de indicatieve schadelast zijn uitsluitend bovengenoemde afwijkingen meegenomen over de bovengenoemde controleperiode en voor personeel dat ingezet is bij het project Drachtsterweg. Voor de berekening en de onderbouwing verwijzen wij u naar de bijlagen.
27
8. Huisvesting uitzendkrachten Vraag: Hoe wonen de buitenlandse werknemers werkzaam bij projecten waarvan de Provincie Fryslân hoofdaannemer is? Wordt door de uitzendkracht een prijs betaald voor de huisvesting en zo ja hoe hoog bedraagt deze? Aanpak: Middels interview en een onderzoek ter plaatse bij Aelbers Personeels Flexibele Diensten BV is bovengenoemde vraag onderzocht. Antwoord: De onderneming is gecertificeerd voor het keurmerk Flexwonen SNF. Dit keurmerk wordt beheerd door Stichting Normering Flexwonen4. Het certificaat is opgenomen in bijlage 7. Een toelichting over SNF treft u aan in het informatieve rapport. De uitzendkrachten die ingezet worden op de Drachtsterweg zijn zowel uitzendkrachten die wel en niet permanent woonachtig zijn in Nederland. Voor de niet permanent woonachtige uitzendkrachten in Nederland regelt de onderneming de huisvesting zo dicht mogelijk bij de werkplaats. De uitzendkrachten die ingezet worden bij het project Drachtsterweg zijn gehuisvest in bungalows op vakantiepark Bergumermeer. In bijlage 15 is een foto impressie opgenomen. In de bungalows zijn gelegenheden tot het bereiden van maaltijden aanwezig in de vorm van keukens. Het project Drachtsterweg is ongeveer 17 kilometer gelegen vanaf het park Bergumermeer. De uitzendkrachten betalen € 100,- voor huisvesting dat wordt georganiseerd voor de onderneming. Aanbeveling: Geen.
4
http://www.normeringflexwonen.nl/default.aspx
28
9. Project specifiek probleem of landelijk terugkerend probleem Vraag: Is sprake van een project specifiek probleem en zo ja, wat maakt het probleem specifiek? Aanpak: Bovengenoemde vraag is aan de geïnterviewde organisaties voorgelegd. Antwoord: Uit de interviews met de FNV, Aelbers en Heijmans is naar voren gekomen dat er sprake is van een landelijk probleem. De misstanden die de FNV heeft aangehaald met betrekking tot de toepassing van de ET-regeling in combinatie met artikel 55 komt bij veel uitzendondernemingen voor die gebruik maken van niet permanent woonachtige uitzendkrachten in Nederland die werkzaam zijn voor bouwondernemingen. Dit geldt zowel voor de huisvesting als voor de reiskostenvergoeding van en naar woonland en de tegemoetkoming voor voeding. Op basis van de interviews hebben wij geconcludeerd dat er geen sprake is van een specifiek probleem bij de projecten waarbij de Provincie Fryslân als opdrachtgever betrokken is. Er is eveneens geen sprake van een specifiek probleem in de combinatie met Aelbers en Heijmans.
29
10. Bijlagen 10.1.
Bijlage 1 Overzicht geïnterviewde personen:
Organisatie SNCU FNV
Datum 10-03-2015 25-03-2015 25-03-2015 25-03-2015
Personen B. Hengstmengel M. Zwart H. Tienkamp E. Herzog J. Eijzinga
Functie Juridisch medewerker Naleving en Handhaving Regiobestuurder Projectmanager Projectmanager
Provincie Fryslân Heijmans Locatie Drachtsterweg Technisch Bureau Bouwnijverheid Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV
08-04-2015
K. Sloots
13-04-2015
M. Kempka J. Winters N. Raaphorst G. Raessens E. Donders
Secretaris Bureau naleving & werkingssfeer Directeur/eigenaar Directeur/eigenaar Extern adviseur Director Corporate HRM Procurement Director
Heijmans Hoofdkantoor
15-04-2015
30
10.2.
Bijlage 2 Brief FNV aan Heijmans
31
32
10.3.
Bijlage 3 Brief FNV aan Aelbers Flexibele Personeels Diensten BV
33
10.4.
Bijlage 4 Brief FNV aan Gedeputeerde Staten
34
- ingezonden ********************************* Brief FNV aan College van Gedeputeerde Staten Geacht College, De afgelopen weken hebben medewerkers van FNV onderzoek gedaan naar de beloning van werknemers op de bouwplaatsen van De centrale As en bij de aanleg van het aquaduct aan de Drachtsterweg in Leeuwarden. Helaas hebben wij moeten constateren dat er op deze (mede) door de provincie aanbestede bouwprojecten ernstige (cao-)overtredingen plaatsvinden bij opdrachtnemers van Heijmans . Uit onderzoek van FNV blijkt dat met name de beloning van veel uitzendkrachten onder het cao-niveau ligt. We hebben te lage uurlonen geconstateerd en foutieve afdracht voor pensioenpremies. Daarnaast hebben wij geconstateerd dat er op een oneigenlijke wijze gebruik wordt gemaakt van de ET regeling (extra territoriale kosten) waarbij zelfs sprake lijkt van belastingontduiking. Het uitzendbureau Aelbers PersoneelsDiensten zet in Friesland, in opdracht van aannemer Heijmans, talloze buitenlandse uitzendkrachten in en verrekent kosten (vervoer en dubbele huisvesting) met het brutoloon. Volgens de cao voor de Bouwnijverheid moeten werkgevers extra kosten voor verafgelegen werken juist vergoeden, óók voor uitzendkrachten. De ET regeling wordt door deze onderaannemer van Heijmans, op Friese bouwprojecten, misbruikt om minder premies en belastingen te hoeven betalen. Dit leidt niet alleen tot oneerlijke concurrentie, maar naar onze mening tot door de provincie gesubsidieerde verdringing van Friese banen in de bouwsector. De provincie is als opdrachtgever van de aanleg van De Centrale As en de bouw van het Aquaduct te Leeuwarden verantwoordelijk voor naleving van wet –en regelgeving door alle aannemers en onderaannemers. Niet voor niets heeft onze Minister besloten tot nieuwe wetgeving inzake ketenaansprakelijkheid, teneinde een halt toe te roepen aan de toenemende misstanden onder in de aanbestedingsketen. Juist van de (lokale) overheid verwachten wij een proactieve houding in deze en eisen wij dan ook dat de provincie Friesland deze onderbetaling op haar openbare werken terstond zal (laten) corrigeren. Het ontduiken van cao’s en wet- en regelgeving is immers niet alleen onwettig, maar het creëert een verdringingseffect op de arbeidsmarkt. Nette bedrijven die in een aanbesteding meedingen voor een prijs die uitgaat van betaling conform cao in de gehele keten, worden gedupeerd. Zij grijpen naast het werk. Dit kan nooit en te nimmer de bedoeling zijn van een aanbesteding door de (lokale) overheid, en wij gaan er dan ook vanuit dat we zo snel mogelijk met de verantwoordelijke gedeputeerde in gesprek kunnen over: een directe oplossing voor de aangetroffen onderbetaling, middels een onafhankelijke audit waarbij de beloning gecontroleerd wordt op naleving wet en cao-regelingen; een verbeterde aanbestedingsprocedure waarmee deze problemen in de toekomst zullen worden voorkomen. Hieronder verstaan wij onder meer het contractueel vastleggen van de te hanteren regelgeving in de gehele keten, afspraken over meewerken aan controles en het daarvoor ter beschikking stellen van administratieve bescheiden, en het faciliteren van sociale partners bij hun controleverantwoordelijkheid. Uiteraard zijn wij bereid een en ander toe te lichten en te onderbouwen, waarbij wij nu reeds aangeven dat de ‘klokkenluiders’ niet de dupe moeten worden van hun openheid over de salariëring. Wij gaan ervan uit dat de betrokken uitzendkrachten hun karwei gewoon af kunnen maken, zij het voor een beloning conform wet en cao.
35
Graag vernemen wij op korte termijn van u, Hoogachtend, Helga Tienkamp, FNV Bouw Masja Zwart, Handhaving & Naleving FNV Cc Heijmans N.V. Aelbers PersoneelsDiensten Rijkswaterstaat Noord-Nederland Gemeente Leeuwarden Gemeente Dongeradeel (Postbus 1,9100 AA, Dokkum) Gemeente Tytsjerksteradiel (Raadhuisweg 7, 9251GH, Burgum) Gemeente Dantumadiel (Postbus22, 9104 ZG,Damwâld) Gemeente Smallingerland (Postbus 10.000, 9200 HA, Drachten)
36
10.5.
Bijlage 5 Brief Aelbers aan FNV
37
10.6.
Bijlage 6 Brief Heijmans aan FNV
38
39
40
10.7.
Bijlage 7 Certificaten, NEN4400-1, VCU, SNF en NBBU lidmaatschap
41
10.8.
Bijlage 8 Samenvatting berekende indicatieve schadelast
Samenvatting berekende indicatieve materiele schadelast volgens de:
Naam ondernem ing:
Aelbers Flexibele PersoneelsDiensten BV
Plaats:
Doetinchem
NBBU
CAO voor Uitzendkrachten
Dossiernr.:
Datum rapportage
In onderstaande tabel zijn de controleperioden en het geschat feitelijk loon opgenomen.
Nr.
Periode
gewerkte uren
gemiddeld uurloon*
Totaal geschat feitelijk loon
P1
21-04-2014 t/m 28-09-2014
2.447
€
13,04 €
P2
29-09-2014 t/m 31-12-2014
6.265
€
13,04 €
81.689
P3
1-1-2015 t/m 23-03-2015
8.179
€
13,04
€
106.657
€
220.255
16.891
31.909
* Zie uitwerking beloning bijlage 7 De indicatieve schadelast is berekend aan de hand van hetgeen bepaald is in de hierboven aangegeven CAO. Artikel
Afwijkingen
Volgens specificatie bijlage:
Berekende indicatieve schadelast
2 2
€ PM
22/37 De inlenersbeloning is niet juist toegepast. **
4
€
19.442
22/37 Overwerkuren en overwerktoeslag
5
€
771
22/37 Geen juiste toepassing ADV
6
€
3.163
22/37 (Onterecht) toepassen ET-regeling huisvesting in combinatie met Artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid ***
7
€
72.211
22/37 (Onterecht) toepassen ET-regeling vervoerskosten NL - woonland, alsm ede geen vergoeding reiskosten conform artikel 50 CAO voor de Bouwnijverheid ***
7
€
34.650
22/37 Tegemoetkoming voeding conform artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid ***
8
€
22.679
€
152.916
Pensioen Toepassing pensioenregeling* (Onterecht) verlaagde grondslag vanwege ET-toepassing***
Totaal werknemers gerelateerde indicatieve materiele schadelast
-
* Zie toelichting rapport ** Verschil in functievastlegging arbeidsovereenkomst en factuur. Zie toelichting rapport. *** Verschil in interpretatie verafgelegen werk conform CAO voor de Bouwnijverheid. Zie toelichting rapport. Disclaimer Onze constateringen komen voort uit een steekproef en deelwaarnemingen. Indien er CAO-afwijkingen zijn geconstateerd, kan de feitelijke om vang van de afwijkingen een andere zijn dan de om vang van de afwijkingen die op basis van de steekproef zijn geconstateerd. Het bedrag aan indicatieve schadelast is gebaseerd op een extrapolatieberekening. De mate van nauwkeurigheid van de berekening is mede afhankelijk van de door de onderneming aan de controle-instelling beschikbaar gestelde gegevens. De feitelijke schadelast kan afwijken van de indicatieve schadelast. Wij dienen uit te gaan van de gegevens zoals door de onderneming zijn aangeleverd voorafgaand aan en tijdens de controle ter plaatse. Deze gegevens vormen de basis voor de steekproef en de berekening van de indicatieve schadelast.
42
142195 2014
142331 2014
142549 2014
142608 2014
142640 2014
142965 2014
150024 2015
150093 2015
150171 2015
150375 2015
150430 2015
150523 2015
150565 2015
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Afkortingen:
142070 2014
Steekproefnr.
2
Factuurnummer/nr. vzlst.
141969 2014
Jaar
1
12
11
9
7
5
3
2
51
50
49
47
45
43
41
39
Controleweek
Steekproef stamgegevens
Naam medewerker
= NBBU fase 1 en 2
= NBBU fase 3
= NBBU fase 4
= NBBU periode- en ketensysteem
3
4
P&K
28-06-65
05-08-74
15-04-76
26-02-57
15-12-76
28-11-78
06-04-60
28-11-67
24-06-63
10-03-82
04-01-92
21-06-88
14-11-66
13-04-89
05-08-74
Geboortedatum
1 en 2
3361 Haan S.L. de
3026 Kratochvil D.
2289 Behling M.
3453 Bruinsma M.
1260 Lasch R.
2284 Jamrozik A.
1306 Stockmann U.
3492 Musiatowicz A.
3324 Budzak P.
3331 Andras P.
3084 Jamrozik M.
3375 Klamer R.
3028 Hakl R.
3381 Jaddioui K.
3026 Kratochvil D.
Personeelsnummer
Geboortejaar 1965
1974
1976
1957
1976
1978
1960
1967
1963
1982
1992
1988
1966
1989
1974
Woonland NL
CZ
DE
NL
DE
PL
DE
PL
SK
SK
PL
NL
CZ
NL
CZ
Datum in dienst
MUB of ZUB
Contractvorm/rechtspositie
nvt
nvt
03-04-15
nvt
nvt
nvt
06-04-15
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
Datum uit dienst
ZUB
= zonder uitzendbeding
MUB = met uitzendbeding
2 MUB 03-02-14
2 MUB 23-07-12
3 ZUB 30-10-08
2 MUB 17-06-14
4 ZUB 22-08-07
4 ZUB 21-10-08
4 ZUB 05-11-07
1 MUB 15-07-14
1 MUB 27-09-13
1 MUB 30-09-13
1 MUB 04-03-13
1 MUB 17-03-14
2 MUB 23-07-12
1 MUB 22-04-14
2 MUB 23-07-12
Datum loonstrook 25-03-15
18-03-15
14-03-15
18-02-15
Voorman Betontimmerman >99 1 Betontimmerman 32 1 (NLD) Betontimmerman >99 1 Poule Betontimmerman 68 1 Poule Betontimmerman 54 1 (SROI)
Voorman Poule
Bouwhulp Betontimmerman 19 2 Betontimmerman 20 2 Betontimmerman 14 1
70
17 Bouwhulp (SROI)
21-01-15 >99 04-02-15
Functie op factuur Betontimmerman Betontimmerman 1 Poule (geen I of II)
Functie in arbeidsovereenkomst Betonafwerker II Betontimmerman (geen I of II) Betontimmerman (geen I of II)
Voorman Timmerman (geen I of II) Betontimmerman (geen I of II)
Voorman
Betonwerker II
Betonafwerker II
Betonafwerker II
Betonafwerker II
Bouwvakhelper
22 Verkeersregelaar Verkeersregelaar Betontimmerman 55 1 Poule Hulpmonteur
48
Gewerkte weken t/m de controleweek
14-01-15 >99
23-12-14
17-12-14
10-12-14
26-11-14
12-11-14
29-10-14
15-10-14
01-10-14
Inlener Heijmans
Heijmans
Heijmans
Heijmans
Heijmans
Heijmans
Heijmans
Heijmans
Heijmans
Heijmans
Heijmans
Heijmans
Heijmans
Heijmans
Heijmans
Administratief overeengekomen beloningsregeling / inleners CAO Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Administratief overeengekomen beloningsschaal BPW I B
13,12
In euro's overeengekomen beloning 40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
Gebruikelijke arbeidsduur vlgs CAO inlener 40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
14,91
13,12
13,12
13,12
13,12
14,60
14,60
13,12
12,40
12,40
12,40
12,40
13,12
10,00
13,12
Uurloon vlgs uitzendovereenkomst
J
J
Uitruil brutoloon (ET regeling) J/N N
J
J
N
J
J
J
J
J
J
J
N
J
N
Bouwplaatswerknemer, tabel II, schaal B Bouwplaatswerknemer, tabel I, schaal D
BPW I D
Bouwplaatswerknemer, tabel I, schaal A
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
Contractueel overeengekomen ADV UTA werknemer, functieniveau 1, verhoging arbeidspart.
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
N
Bouwplaatswerknemer, tabel I, schaal B
14,91
13,12
13,12
13,12
13,12
14,60
14,60
13,12
12,40
12,40
12,40
12,40
13,12
Contractuele arbeidsduur per periode (vlgs AOK) 40,00
Vakkracht conform de CAO voor de Bouwnijverheid
BPW II B
BPW I A
UTA 1, 85%
BPW I B
BPW I D
BPW I B
BPW I B
BPW I B
BPW I B
BPW II B
BPW II B
BPW I B
BPW I A
BPW I A
BPW I A
BPW I A
BPW I B
UTA 1, 85% 10,00
10.9. Bijlage 9 Steekproef stamgegevens
43
2 Stockmann U.
9 2015
15 2015
Administratief overeengekomen beloningsregeling / inleners CAO
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
38,00
40,00
15,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
Aantal gewerkte normale uren vlgs loonstrook
Gemiddeld uurloon
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Totaal gewerkte uren
40,00
50,00
56,00
47,00
40,00
46,00
40,00
38,00
40,00
15,00
49,50
41,00
40,00
52,00
40,00
13,04
14,91
13,12
13,12
13,12
13,12
14,60
14,60
13,12
12,40
12,40
12,40
12,40
13,12
10,00
13,12
Betaald feitelijk bruto uurloon (excl. WDC en ADV)
Kolom H bevat (alle) bruto loonelementen excl. overwerk.
Per periode kunnen meerdere (overwerk-)toeslagen gelden.
12 Haan S.L. de
14 2015
Afkortingen:
9 Behling M.
11 Kratochvil D.
13 2015
7 Bruinsma M.
51 Musiatowicz A.
8 2014
12 2015
50 Budzak P.
7 2014
5 Lasch R.
49 Andras P.
6 2014
11 2015
47 Jamrozik M.
5 2014
3 Jamrozik A.
45 Klamer R.
4 2014
10 2015
43 Hakl R.
3 2014
Steekproefnr.
41 Jaddioui K.
Jaar
39 Kratochvil D.
Controleweek
2 2014
Naam medewerker
1 2014
Overname brutoloon (incl. wdc/reserveringen) (excl. overwerk) desbetreffende loonstrook 589,91
470,66
439,70
587,30
474,06
379,89
525,82
428,14
417,05
144,68
423,13
489,61
450,67
461,88
416,90
Aantal gewerkte overwerkuren vlgs loonstrook (1) WDC
4,00
10,00
1,00
6,00
9,50
1,00
2,50
Percentage ORT/overwerktoeslag ( tarief 1)
Aantal gewerkte overwerkuren vlgs loonstrook (2) 6,00
6,00
6,00
4,50
150,00%
150,00%
150,00%
125,00%
Percentage ORT/overwerktoeslag (tarief 2)
= Wachtdagcompensatie
125,00%
125,00%
125,00%
150,00%
150,00%
125,00%
130,00%
Betaalde bruto overwerktoeslag vlgs loonstrook
Percentage ORT/overwerktoeslag (tarief 3)
Aantal gewerkte overwerkuren vlgs loonstrook (3)
183,68
282,08
134,48
131,40
176,70
15,50
5,00 150,00% 163,75
Totaal BRUTO loon vlgs loonstrook (incl.overwerk) 589,91
654,34
721,78
721,78
474,06
511,29
525,82
428,14
417,05
144,68
599,83
505,11
450,67
625,63
416,90
Te betalen totaal netto loon vlgs loonstrook 495,42
453,61
633,84
562,27
491,03
501,82
499,70
490,01
437,40
140,72
531,14
399,92
462,66
472,30
442,85
495,42
453,61
633,84
562,27
491,03
501,82
499,70
490,01
437,40
140,72
531,14
399,92
462,66
472,30
442,85
Te betalen nettoloon (excl. onkostenverg.)
Uitbetaling netto loon
495,42
453,61
633,84
562,27
491,03
501,82
499,70
490,01
437,40
140,72
531,14
399,92
462,66
472,30
442,85
Bedrag aangetoonde betaling nettoloon
Overwerk/onregelmatigheidstoeslag
Bedrag afwijking (niet) uitbetaald nettoloon
Beloning
ADV overeengekomen J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
ADV toekenning per uur in EUR 1,15
1,00
1,00
1,50
1,00
1,11
1,11
1,00
0,94
0,94
0,94
0,94
1,00
0,77
1,00
ADV + afwijking
7,71%
7,62%
7,62%
11,43%
7,62%
7,60%
7,60%
7,62%
7,58%
7,58%
7,58%
7,58%
7,62%
7,70%
7,62%
Percentage toegekende ADV
Stamgegevens
9,21%
9,21%
8,89%
9,21%
8,89%
1,49%
1,58%
1,27%
1,27%
1,29%
0,98%
8,58% 8,89%
1,58%
1,62%
1,62%
1,62%
1,62%
1,58%
1,58%
Procentuele afwijking op ADV 9,21%
9,21%
9,21%
9,21%
9,21%
9,21%
9,21%
Rechtens geldende ADV (CAO/contractueel)
Beloning/toeslagen/ADV en uitbetaling netto loon
Bedrag ADV afwijking 8,90
8,31
6,65
6,65
7,52
5,71
7,89
8,06
3,02
8,06
8,06
8,31
8,31
10.10. Bijlage 10 Beloning toeslagen/ADV en uitbetaling netto loon
44
Procentuele afwijking (niet) uitbetaald loon
Af: Netto (onkosten) vergoedingen vlgs loonstrook
10.11. Bijlage 11 Pensioen Pensioen
J
StiPP
Basis
2 2014
41 Jaddioui K.
22
N
StiPP
<26 weken
3 2014
43 Hakl R.
55
J
StiPP
4 2014
45 Klamer R.
17
J
5 2014
47 Jamrozik M.
70
6 2014
49 Andras P.
7 2014
nvt
nvt
N
nvt
Basis
J
J
J
N
Cordares
nvt
J
J
N
J
J
StiPP
Basis
J
J
J
N
19
J
StiPP
Basis
J
J
J
N
50 Budzak P.
20
J
StiPP
Basis
J
J
J
N
8 2014
51 Musiatowicz A.
14
J
StiPP
<26 weken
nvt
nvt
J
nvt
9 2015
2 Stockmann U.
>99
J
Cordares
nvt
J
J
J
N
10 2015
3 Jamrozik A.
>99
J
Cordares
nvt
J
J
J
N
11 2015
5 Lasch R.
>99
J
Cordares
nvt
J
J
J
N
12 2015
7 Bruinsma M.
32
J
Cordares
nvt
J
J
N
J
13 2015
9 Behling M.
>99
J
Cordares
nvt
J
J
J
N
14 2015
11 Kratochvil D.
68
J
StiPP
Basis
J
J
J
N
15 2015
12 Haan S.L. de
54
J
Cordares
nvt
J
J
N
J
Soort regeling bij StiPP
Aangemeld bij pensioenfonds
N
Naam medewerker
J
Controleweek
J
Jaar
J
Steekproefnr.
Grondslag juist (ET toepassing NIET toegestaan)
48
Uitruil brutoloon (ET regeling) J/N
39 Kratochvil D.
Grondslag juist (ET toepassing toegestaan)
1 2014
Opgenomen in periodieke aangifte J/N
Vakkracht conform de CAO voor de Bouwnijverheid
Pensioen
Aantal gewerkte weken t/m controle week
Stamgegevens
Toelichting: Verschil in interpretatie verafgelegen werk conform CAO voor de Bouwnijverheid. Zie toelichting rapport. Indien er sprake is van een verafgelegen werk conform de CAO van de Bouwnijverheid dan gelden bovengenoemde onjuiste grondslagen. Indien er geen sprake is van een verafgelegen werk dan is er geen sprake van een onjuiste grondslag.
45
2015 Kratochvil D.
2015 Haan S.L. de
15
5-8-1974
Geboortedatum
2 Heijmans
2 Heijmans
3 Heijmans
2 Heijmans
4 Heijmans
4 Heijmans
4 Heijmans
1 Heijmans
1 Heijmans
1 Heijmans
1 Heijmans
1 Heijmans
2 Heijmans
1 Heijmans
2 Heijmans
Branche / inleners CAO
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
40,00
BPW I D
56,00
47,00
40,00
46,00
40,00
38,00
40,00
15,00
49,50
41,00
40,00
52,00
40,00
50,00
Uren gewerkt
BPW I B
BPW I B
BPW I B
BPW I B
BPW II B
BPW II B
BPW I B
BPW I A
BPW I A
BPW I A
BPW I A
BPW I B
BPW I B UTA 1, 85%
Administratief overeengekomen beloningsschaal
589,91
470,66
439,70
587,30
474,06
379,89
525,82
428,14
417,05
144,68
423,13
489,61
450,67
461,88
416,90
Totaal bruto feitelijk loon (excl. reserv.)
BPW I D
Rechtens geldende CAO loonschaal
BPW I D
BPW I D
BPW I D
BPW I D
BPW I D
BPW II B
BPW II B
BPW I D
BPW I B
BPW I B
BPW I A
BPW I A
BPW I D
31.909 81.689 106.657
Feitelijk loon
nvt 3.232,06 3.467,34
feitelijk loon
14,91
13,12
13,12
13,12
13,12
14,60
14,60
13,12
12,40
12,40
12,40
12,40
13,12
10,00 UTA 1, 85%
13,12
Betaald bruto uurloon vlgs loonstrook
Toelichting: Verschil in functievastlegging arbeidsovereenkomst en factuur. Zie toelichting rapport. Indien de functie vastlegging conform de facturen gericht aan Heijmans worden gevolgd, dan geldt de bovengenoemde schadelast. Indien de functie vastlegging in de loonadministratie wordt gevolgd, dan is er geen sprake van een schadelast. Er is geen rekening gehouden met niet betaalde reservering over de te lage uurbeloning.
Periode 1 (spiegeling periode 2) Periode 2 Periode 3
Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode: Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode: Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode:
28-6-1965
5-8-1974
15-4-1976
26-2-1957
15-12-1976
28-11-1978
6-4-1960
28-11-1967
24-6-1963
10-3-1982
4-1-1992
21-6-1988
14-11-1966
13-4-1989
Contractvorm
Berekening indicatieve schadelast uurbeloning Onderbeloning van toepassing op: a Feitelijk loon volgens berekening b Feitelijk loon volgens berekening c Feitelijk loon volgens berekening
Periode 1 Periode 2 Periode 3
2015 Behling M.
14
2015 Stockmann U.
9
13
2014 Musiatowicz A.
8
2015 Bruinsma M.
2014 Budzak P.
7
2015 Lasch R.
2014 Andras P.
6
12
2014 Jamrozik M.
5
11
2014 Klamer R.
4
2015 Jamrozik A.
2014 Hakl R.
3
10
2014 Jaddioui K.
Steekproefnr.
2014 Kratochvil D.
Jaar
2
Naam medewerker
1
Inlener
Berekening indicatieve schadelast uurbeloning Rechtens geldende aantal CAO werkuren per week
7,76% 7,76% 9,96%
Gemiddelde afwijking
250,82 345,47
14,91
14,91
14,91
14,91
14,91
14,60
14,60
14,91
13,12
13,12
12,40
12,40
14,91
10,00
14,91
Rechtens geldende uurloon vd loonschaal of CAO
afwijking
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
40,00
€ € € €
Bedrag afwijking per uur
89,50
100,24
84,13
71,60
68,02
28,80
10,80
71,60
71,60
Totaal brutoloon afwijking
2.476 6.339 10.627 19.442
Schadelast bedrag
7,76% 9,96%
procentueel
1,79
1,79
1,79
1,79
1,79
0,72
0,72
1,79
1,79
Procentuele afwijking
19,02%
22,80%
14,32%
15,10%
15,89%
6,91%
7,46%
15,89%
17,17%
10.12. Bijlage 12 Berekening indicatieve schadelast uurbeloning
46
Administratief overeengekomen beloningsregeling / inleners CAO
14,91 14,91
40,00
40,00 10,00 40,00
50,00
56,00
47,00
40,00
46,00
40,00
38,00
40,00
15,00
49,50
41,00
40,00
52,00
40,00
589,91
470,66
439,70
587,30
474,06
379,89
525,82
428,14
417,05
144,68
423,13
489,61
450,67
461,88
416,90
589,91 40,00
654,34 40,00
721,78 40,00
721,78 40,00
474,06 40,00
511,29 40,00
525,82 40,00
428,14 40,00
417,05 40,00
144,68 40,00
599,83 40,00
505,11 40,00
450,67 40,00
625,63 40,00
Periode 2 Periode 3
b Feitelijk loon volgens berekening
c Feitelijk loon volgens berekening
Toelichting: Vanwege een (mogelijk) te lage uurbeloning is eveneens een te lage overwerktoeslag betaald.
Periode 1 (spiegeling periode 2)
a Feitelijk loon volgens berekening
Onderbeloning van toepassing op:
Berekening indicatieve schadelast overwerk- en toeslaguren
Gebruikelijke werkweek vlgs CAO/beloningsregeling
416,90 40,00
Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode:
Bouw
13,12 14,91
7,00
6,00
9,50
1,00
40,00 16,00
40,00
40,00
40,00
40,00
38,00
40,00
15,00
40,00
40,00
40,00
40,00 12,00
Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode:
MUB
Bouw
13,12 14,91
13,12 14,91
13,12 14,91
14,60 14,60
14,60 14,60
13,12 14,91
12,40 13,12
12,40 13,12
12,40 12,40
12,40 12,40
13,12 14,91
Aantal normale uren vlgs loonstrook 40,00
Aantal overwerkuren vlgs loonstrook (totaal)
Periode 3
2015 Haan S.L. de
15
MUB
Bouw
Bouw
Betaald feitelijk bruto uurloon (excl. WDC en ADV) 10,00 10,00
Totaal aantal gewerkte uren
Periode 2
2015 Kratochvil D.
14
ZUB
MUB
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Bouw
Beloning conform functie beschrijving factuur
13,12 14,91
Betaald feitelijk loon vlgs loonstrook
Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode:
2015 Behling M.
ZUB
ZUB
MUB
MUB
MUB
MUB
MUB
Bouw
Bouw
Totaal brutoloon incl. overwerk
Periode 1
2015 Bruinsma M.
2015 Stockmann U. ZUB
9
13
2014 Musiatowicz A. MUB
8
12
2014 Budzak P.
7
2015 Lasch R.
2014 Andras P.
6
11
2014 Jamrozik M.
5
2015 Jamrozik A.
2014 Klamer R.
4
10
2014 Hakl R.
MUB
MUB
3
Steekproefnr.
2014 Jaddioui K.
Factuurnummer/nr. vzlst.
2014 Kratochvil D.
Naam medewerker
2
MUB of ZUB
1
Te betalen aantal overwerkuren (1+2+3) 1,00
6,00
9,50
1,00
2,50
Aantal te betalen toeslag uren (1)
10,00
3.467,34
3.232,06
nvt
125%
125%
125%
150%
150%
125%
130%
Percentage overwerk beloningsregeling/CAO (1)
feitelijk loon
4,00
16,00 10,00
7,00
6,00
9,50
1,00
12,00
Aantal te betalen toeslag uren (2) ZUB
ZUB
MUB
6,00
6,00
6,00
4,50
Percentage overwerk beloningsregeling/CAO (2) 25,06
106.657
81.689
31.909
Feitelijk loon
afwijking
150%
150%
150%
125% 5,00
Aantal te betalen toeslag uren (3)
Te betalen overwerktoeslagen
0,72%
afwijking
Gemiddelde
0,72%
procentueel
150%
Percentage overwerk beloningsregeling/CAO (3)
Loonbetaling vlgs loonstrook
Te corrigeren aantal te betalen overwerkuren
Uitsplitsing en berekening indicatieve schadelast overwerk- en toeslaguren
Totaal te betalen overwerktoeslag
183,68
282,08
134,48
131,40
176,70
15,50
163,75
Betaald overwerk vlgs loonstrook 771 771
€ €
€
€
bedrag
Schadelast
208,74
320,57
152,83
131,40
176,70
15,50
163,75
Afwijking betaalde overwerktoeslag 25,06
38,49
18,35
10.13. Bijlage 13 Uitsplitsing en berekening indicatieve schadelast overwerk- en toeslaguren
47
Al betaalde uren overschrijding gebruikelijke werkweek
10.14. Bijlage 14 Berekening indicatieve schadelast ADV Berekening indicatieve schadelast ADV Stamgegevens
Nr.
Jaar
Naam
MUB of ZUB
1
2014 Kratochvil D.
MUB
2
2014 Jaddioui K.
3
2014 Hakl R.
4
ADV toeslag
Geb.datum
Totaal bruto loon betaald Brutoloon (vlgs afwijking loonstrook) ADV Afwijking
5-8-1974
416,90
8,31
1,99%
MUB
13-4-1989
625,63
MUB
14-11-1966
450,67
8,31
1,84%
2014 Klamer R.
MUB
21-6-1988
505,11
8,06
1,60%
5
2014 Jamrozik M.
6
2014 Andras P.
MUB
4-1-1992
599,83
8,06
1,34%
MUB
10-3-1982
144,68
3,02
2,09%
7
2014 Budzak P.
8
2014 Musiatowicz A.
MUB
24-6-1963
417,05
8,06
1,93%
MUB
28-11-1967
428,14
7,89
1,84%
9
2015 Stockmann U.
ZUB
6-4-1960
525,82
5,71
1,09%
10
2015 Jamrozik A.
ZUB
28-11-1978
511,29
7,52
1,47%
11
2015 Lasch R.
ZUB
15-12-1976
474,06
6,65
1,40%
12
2015 Bruinsma M.
MUB
26-2-1957
721,78
13
2015 Behling M.
ZUB
15-4-1976
721,78
6,65
0,92%
14
2015 Kratochvil D.
MUB
5-8-1974
654,34
8,31
1,27%
15
2015 Haan S.L. de
MUB
28-6-1965
589,91
8,90
1,51% feitelijk loon afwijking procentueel
Periode 1
Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode:
nvt
Periode 2
Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode:
3.232,06
51,70
1,60%
Periode 3
Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode:
3.467,34
43,74
1,26%
Berekening indicatieve schadelast overwerk- en toeslaguren
Gemiddelde
Schadelast
Onderbeloning van toepassing op: a Feitelijk loon volgens berekening
Periode 1 (spiegeling periode 2)
31.909
1,60%
€
510
b Feitelijk loon volgens berekening
Periode 2
81.689
1,60%
€
1.307
c Feitelijk loon volgens berekening
Periode 3
106.657
1,26%
€
1.345
€
3.163
Feitelijk loon
afwijking
bedrag
Toelichting: ADV toekenning vindt plaats op basis van een vast bedrag per uur. Uit de uitwerking blijkt dat dit vaste bedrag in de meeste gevallen ontoereikend is.
48
2015 Kratochvil D.
2015 Haan S.L. de
14
15
Totaal bruto feitelijk loon (excl. reserv.)
Uren gewerkt
14,91
13,12
13,12
13,12
13,12
14,60
14,60
13,12
12,40
12,40
12,40
12,40
13,12
10,00
13,12
J
Uitruil brutoloon (ET regeling) J/N N
J
J
N
J
J
J
J
J
J
J
N
J
N
Totaal bruto uitruil loonstrook (81%) nvt
145,80
145,80
nvt
145,80
145,80
145,80
138,51
145,80
54,68
145,80
nvt
145,80
nvt
145,80
Totale waarde bruto uitruil nvt
180,00
180,00
nvt
180,00
180,00
180,00
171,00
180,00
67,50
180,00
nvt
180,00
nvt
180,00
Waarde bruto uitruil vervoerskosten
nvt
80,00
80,00
nvt
80,00
80,00
80,00
76,00
80,00
30,00
80,00
nvt
80,00
nvt
80,00
Netto (terug)ontvangst vervoerskosten NL - woonland
Feitelijk loon 81.689 106.657 220.255
nvt 3.232,06 3.467,34
feitelijk loon
nvt
80,00
80,00
nvt
80,00
80,00
80,00
76,00
80,00
30,00
80,00
nvt
80,00
nvt
80,00
Bijzonder tarief
nvt
35,46
35,46
nvt
35,46
35,46
35,46
31,92
33,60
12,60
33,60
nvt
33,60
nvt
33,60
afwijking vervoer 9,25% 9,25% 7,83%
298,84 271,32
Vervoer
nvt
44,32%
44,32%
nvt
44,32%
44,32%
44,32%
42,00%
42,00%
42,00%
42,00%
nvt
42,00%
nvt
42,00%
nvt
9,72
9,72
nvt
9,72
9,72
9,72
9,23
9,72
3,65
9,72
nvt
9,72
nvt
9,72
Fiscaal voordeel werkgever (obv 15% wg lasten)
afwijking huisvesting 18,95% 18,95% 16,58%
612,38 575,00
Afwijking Huisvesting
nvt
44,54
44,54
nvt
44,54
44,54
44,54
44,08
46,40
17,40
46,40
nvt
46,40
nvt
46,40
Te weinig ontvangen reiskostenvergoeding (verrekend met fiscaal voordeel uzk)
Totaal genoten fiscaal voordeel afwijking vervoer 7.553,04 9.861,64 17.235,02 34.649,70
911,21 846,32
nvt
81,00
81,00
nvt
81,00
81,00
81,00
76,95
81,00
30,38
81,00
nvt
81,00
nvt
81,00
Bruto uitruil huisvesting (EUR 2,5 * 81%) Totaal
nvt
54,26
54,26
nvt
54,26
54,26
54,26
53,31
56,12
21,05
56,12
nvt
56,12
nvt
56,12
Waarde bruto uitruil huisvestingskosten nvt
0,00
0,00
nvt
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
nvt
0,00
nvt
0,00
afwijking huisvesting 15.477,54 20.208,27 36.525,65 72.211,46
9,25% 7,83%
Vervoer
nvt
100,00
100,00
nvt
100,00
100,00
100,00
95,00
100,00
37,50
100,00
nvt
100,00
nvt
100,00
Huisvestingskosten
Netto huisvestingskosten (inhouding)
Vervoerskosten NL - woonland
Fiscaal voordeel uitzendkracht vervoerskosten (obv bijz. tarief)
Toelichting: Verschil in interpretatie verafgelegen werk conform CAO voor de Bouwnijverheid. Zie toelichting rapport. Indien er sprake is van een verafgelegen werk conform de CAO van de Bouwnijverheid dan geldt bovengenoemde indicatieve schadelast. Indien er geen sprake is van een verafgelegen werk dan is er geen sprake van een schadelast.
Periode 2 Periode 3
Periode 1 (spiegeling periode 2)
nvt
64,80
64,80
nvt
64,80
64,80
64,80
61,56
64,80
24,30
64,80
nvt
64,80
nvt
64,80
Bruto uitruil vervoers-kosten NL woonland (EUR 2,- 81%)
Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode: Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode: Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode:
40,00 589,91
50,00 470,66
56,00 439,70
47,00 587,30
40,00 474,06
46,00 379,89
40,00 525,82
38,00 428,14
40,00 417,05
15,00 144,68
49,50 423,13
41,00 489,61
40,00 450,67
52,00 461,88
40,00 416,90
Betaald bruto uurloon vlgs loonstrook
Berekening indicatieve schadelast uurbeloning Onderbeloning van toepassing op: a Feitelijk loon volgens berekening b Feitelijk loon volgens berekening c Feitelijk loon volgens berekening
Periode 1 Periode 2 Periode 3
2015 Behling M.
2015 Stockmann U.
9
13
2014 Musiatowicz A.
8
2015 Bruinsma M.
2014 Budzak P.
7
12
2014 Andras P.
6
2015 Lasch R.
2014 Jamrozik M.
5
11
2014 Klamer R.
4
2015 Jamrozik A.
2014 Hakl R.
3
10
2014 Jaddioui K.
Steekproefnr.
2014 Kratochvil D.
Jaar
2
Naam medewerker
1
Totaal
nvt
nvt
37,50
95,00
nvt
nvt
afwijking totaal 23.030,59 30.069,90 53.760,67 106.861,16
18,95% 16,58%
Afwijking Huisvesting
nvt
44,32% 100,00
44,32% 100,00
nvt
44,32% 100,00
44,32% 100,00
44,32% 100,00
42,00%
42,00% 100,00
42,00%
42,00% 100,00
nvt
42,00% 100,00
nvt
42,00% 100,00
Bijzonder tarief
Stamgegevens
Benadeling indien ET regeling niet toegepast mag worden
Berekening indicatieve schadelast toepassing ET-regeling in combinatie met Artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid
Fiscaal voordeel werkgever (obv 15% wg lasten) 28,19% 24,41%
nvt
115,00
115,00
nvt
115,00
115,00
115,00
109,25
115,00
43,13
115,00
nvt
115,00
nvt
115,00
Totaal benadeling en genoten fiscaal voordeel Totaal
nvt
15,00
15,00
nvt
15,00
15,00
15,00
14,25
15,00
5,63
15,00
nvt
15,00
nvt
15,00
10.15. Bijlage 15 Berekening indicatieve schadelast toepassing ET-regeling in combinatie met Artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid
49
10.16. Bijlage 16 Berekening indicatieve schadelast Artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid, tegemoetkoming voeding Berekening indicatieve schadelast Artikel 55 CAO voor de Bouwnijverheid, tegemoetkoming voeding Tegemoetkoming voeding Uitruil brutoloon (ET regeling) J/N
Aantal gewerkte dagen
Verstrekte vergoeding per dag
Rechtensgeldende vergoeding per dag
Afwijking vergoeding per dag
13,12
J
5,00
0,00
6,65
33,25
2
2014 Jaddioui K.
52,00 461,88
10,00
N
6,00
0,00
0,00
0,00
3
2014 Hakl R.
40,00 450,67
13,12
J
5,00
0,00
6,65
33,25
4
2014 Klamer R.
41,00 489,61
12,40
N
5,00
0,00
0,00
0,00
5
2014 Jamrozik M.
49,50 423,13
12,40
J
6,00
0,00
6,65
39,90
6
2014 Andras P.
15,00 144,68
12,40
J
2,00
0,00
6,65
13,30
7
2014 Budzak P.
40,00 417,05
12,40
J
5,00
0,00
6,65
33,25
8
2014 Musiatowicz A.
38,00 428,14
13,12
J
5,00
0,00
6,65
33,25
9
2015 Stockmann U.
40,00 525,82
14,60
J
5,00
0,00
6,65
33,25
10
2015 Jamrozik A.
46,00 379,89
14,60
J
6,00
0,00
6,65
39,90
11
2015 Lasch R.
40,00 474,06
13,12
J
5,00
0,00
6,65
33,25
12
2015 Bruinsma M.
47,00 587,30
13,12
N
6,00
0,00
0,00
0,00
13
2015 Behling M.
56,00 439,70
13,12
J
6,00
0,00
6,65
39,90
14
2015 Kratochvil D.
50,00 470,66
13,12
J
6,00
0,00
6,65
39,90
15
2015 Haan S.L. de
40,00 589,91
14,91
N
5,00
0,00
0,00
0,00
Periode 1 Periode 2 Periode 3
Uren gewerkt
40,00 416,90
Naam medewerker
2014 Kratochvil D.
Jaar
1
Steekproefnr.
Betaald bruto uurloon vlgs loonstrook
Totaal bruto feitelijk loon (excl. reserv.)
Stamgegevens
Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode: Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode: Gemiddelde afwijking op bruto loon in de steekproef per periode:
Berekening indicatieve schadelast uurbeloning Onderbeloning van toepassing op: a Feitelijk loon volgens berekening b Feitelijk loon volgens berekening c Feitelijk loon volgens berekening
Feitelijk loon nvt 3.232,06 3.467,34
Feitelijk loon
Periode 1 (spiegeling periode 2) Periode 2 Periode 3
81.689 106.657 220.255
Afwijking
Percentage
186,20 186,20
5,76% 5,37%
Gemiddelde Schadelast afwijking bedrag 5,76% 5,76% 5,37%
€ € € €
4.706 6.145 11.828 22.679
Toelichting: Verschil in interpretatie verafgelegen werk conform CAO voor de Bouwnijverheid. Zie toelichting rapport. Indien er sprake is van een verafgelegen werk conform de CAO van de Bouwnijverheid dan geldt bovengenoemde indicatieve schadelast. Indien er geen sprake is van een verafgelegen werk dan is er geen sprake van een schadelast.
50
10.17. Bijlage 17 Foto Impressie huisvesting Bergumermeer Aanzicht
Woonkamer
51
Keuken
Badkamer
52
Verslag Kenmerk
421400952/01
Gedagtekend op Overtreding van
Artikel 8, lid 1 en 3 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) 1. De ter beschikking gestelde arbeidskracht heeft recht op ten minste dezelfde arbeidsvoorwaarden als die welke gelden voor werknemers werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt: a. met betrekking tot het loon en overige vergoedingen; b. op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst of andere niet wettelijke bepalingen van algemene strekking die van kracht zijn binnen de onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt, met betrekking tot de arbeidstijden, daaronder begrepen overwerk, rusttijden, arbeid in nachtdienst, pauzes, de duur van vakantie en het werken op feestdagen. 3. Bij collectieve arbeidsovereenkomst kan worden afgeweken van het eerste en tweede lid, mits: a. indien de periode gedurende welke wordt afgeweken in duur is beperkt, die overeenkomst voorziet in een regeling op grond waarvan misbruik door elkaar opvolgende perioden van terbeschikkingstelling wordt voorkomen; en b. indien het een collectieve overeenkomst betreft die van toepassing is op de onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt, die overeenkomst bepalingen bevat op grond waarvan een werkgever zich ervan moet verzekeren dat de aan zijn onderneming ter beschikking gestelde arbeidskrachten de arbeid verrichten tegen de arbeidsvoorwaarden, genoemd in het eerste lid, die voor deze arbeidskrachten bij die overeenkomst zijn voorgeschreven.
Gegevens geconstateerde overtreding
Datum constatering : Tijdstip : Adres : Postcode : Plaats/Gemeente : Periode :
maandag 23 maart 2015 omstreeks 11:50 uur Oostermeerweg 5 5439 NB Linden, gemeente Cuijck 1 september 2014 tot 31 december 2014
Rapporteurs
Rapporteur Diana Roozeboom – Bouwman, tevens arbeidsinspecteur, is de opsteller van dit verslag. Het onderzoek is mede uitgevoerd door de arbeidsinspecteurs Alice Henriette Hermus, Martinus Antonius Maria van der Heijden, Susanne Kloosterboer, Jovanka Maria Korkers, Saskia van der Putten, Jan Schuurman, Egbert Steenhuis en Janet Gerdina Tekelenburg – Jolink. De arbeidsinspecteurs hebben zich daar waar nodig gelegitimeerd als toezichthouder als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht.
Onderneming
Rechtsvorm Naam Adres Postcode Gevestigd te
: : : : :
Besloten Vennootschap AOK B.V. Grotestraat 30 5437 AS Beers
Ons kenmerk:
421400952/01
Ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel onder nummer 61226661. Onderzoeksperiode
De verzochte onderzoeksperiode door FNV betreft de periode van 1 juli 2014 tot 31 december 2014.
Opmerking 1 rapporteur
De onderneming AOK B.V. is op 8 augustus 2014 opgericht en leent sinds 1 september 2014 arbeidskrachten uit. De onderzoeksperiode is derhalve van 1 september 2014 tot 31 december 2014.
Aanleiding onderzoek
Op dinsdag 11 november 2014 werd door FNV het verzoek gedaan in het kader van artikel 8 Waadi, een onderzoek in te stellen naar bepalingen genoemd in de CAO voor de Bouwnijverheid (hierna BouwCAO) bij AOK B.V. Op woensdag 4 februari 2015 ontving ik, rapporteur, een mailbericht van mevrouw Zwart van FNV om de onderzoeksperiode uit te breiden tot aan 31 december 2014. Uit voornoemd verzoek komt naar voren dat AOK B.V. lid is van uitzendbranchevereniging NBBU en op grond van dit lidmaatschap gebonden is aan de NBBU-CAO voor uitzendkrachten 2014-2019. De uitzendkrachten van AOK B.V. hebben aanspraak op gelijk loon en vergoedingen die worden toegekend aan werknemers, werkzaam in gelijkwaardige functies in dienst van ANK B.V., conform de Bouw-CAO.
Bijlage 1
Het verzoek van FNV met daarin de te onderzoeken artikelen is als bijlage 1 bij dit verslag gevoegd, alsmede de mailwisseling tussen FNV en Inspectie SZW betreffende de uitbreiding van de onderzoeksperiode.
Bijlage 2
De omschrijving van de artikelen van voornoemde CAO is als bijlage 2 bij dit verslag gevoegd.
Werkplek onderzoek
Op donderdag 22 januari 2015 bevonden wij, rapporteur en arbeidsinspecteurs Hermus, Van der Heijden, Kloosterboer, Van der Putten, Schuurman, Steenhuis en Tekelenburg – Jolink, ons op de bouwlocatie van de Drachtsterweg te Leeuwarden. Aldaar hebben wij arbeidskrachten 2 en 5 gehoord. Op vrijdag 23 januari 2015 bevonden wij, rapporteur en arbeidsinspecteurs Hermus, Van der Heijden, Korkers, Schuurman, Steenhuis en Tekelenburg – Jolink ons op de bouwlocatie Sontbrug te Groningen. Aldaar hebben wij arbeidskrachten 1 en 4 gehoord.
Administratief onderzoek
Op dinsdag 27 januari 2015, omstreeks 10:30 uur, bevonden wij, rapporteur en arbeidsinspecteur Schuurman, ons op het adres Oostermeerweg 5 te Linden, het woonadres van de bestuurder van AOK B.V., aldaar bevond zich de administratie van AOK B.V. en hebben wij hier een onderzoek ingesteld in de administratie van AOK B.V. Hier spraken wij met mevrouw Ocskai, bestuurder van AOK B.V. Desgevraagd deelde mevrouw Ocskai ons mede dat: wanneer AOK B.V. de huisvesting voor haar arbeidskrachten verzorgt, er op de loonstrook eerst een bedrag wordt ingehouden en dit bedrag vervolgens vergoed wordt wanneer een arbeidskracht zelf de huisvesting regelt, deze arbeidskracht een netto vergoeding ontvangt van AOK B.V. alle arbeidskrachten van AOK B.V. de functie van hulpvlechter of ijzervlechter hebben de arbeidskrachten die met hun eigen auto naar het werk rijden een vergoeding ontvangen van € 0,19 per km dit wordt berekend over de snelste route gerekend van postcode naar postcode (maximaal 4 personen in een auto)
Pagina 2 van 16
Ons kenmerk:
421400952/01
periodiek een gezinsbezoek mag worden vergoed, maar dit niet altijd wordt gedaan de arbeidskrachten iedere 4 of 6 weken naar huis rijden en dan 1 week in Hongarije verblijven in de zomerperiode en met kerst dit langer is de arbeidskrachten van AOK B.V. per mail hun loonstrook ontvangen alle lonen per bank aan de arbeidskrachten worden betaald een enkele keer het is voorgekomen dat een arbeidskracht een kasbetaling (voorschot) heeft ontvangen (waarschijnlijk 2 keer)
Desgevraagd kregen wij inzage in de administratie van AOK B.V. over de periode 1 september 2014 tot 31 december 2014. Desgevraagd werden ons kopieën van relevante bescheiden uit de administratie overhandigd en hebben wij zelf kopieën gemaakt van relevante bescheiden uit de administratie van AOK B.V. Opmerking 2 rapporteur
In het jaar 2014 waren 53 arbeidskrachten werkzaam bij AOK B.V. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van een steekproef betreffende 7 arbeidskrachten. De arbeidskrachten zijn voor dit verslag geanonimiseerd en genummerd van arbeidskracht 1 tot en met arbeidskracht 7. De personalia van deze arbeidskrachten zijn bekend bij de Inspectie SZW.
Bevindingen onderzoek
Artikel 6: Uitzendarbeid en inleen uitzendkrachten Op het inschrijfformulier dat AOK B.V. voor haar arbeidskrachten hanteert is structureel niets ingevuld bij opleiding/cursussen, vaardigheden, werk-/ stage ervaring. Ook bevinden zich in de personeelsdossiers van de arbeidskrachten geen bescheiden waaruit de genoten opleiding of werkervaring blijkt. In de uitzendovereenkomst Fase 1 & 2 van arbeidskracht 1 staat de functie van hulpvlechter vermeld met een uurloon van € 12,40. Op de inleenbevestiging van AOK B.V. aan haar inlener ANK B.V. betreffende arbeidskracht 1 staat de functie van hulpvlechter vermeld. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 1 staat de functie van hulpvlechter vermeld en een uurloon van € 12,40. Arbeidskracht 1 verklaarde onder andere dat: zijn functie in het contract die van betonvlechter is hij metselaar, betonvlechter van beroep is hij voor metselaar een opleiding heeft gevolgd, voor betonvlechter niet hij betonvlechten in de praktijk heeft geleerd hij 6 jaar ervaring heeft als betonvlechter zijn werkzaamheden bestaan uit ijzervlechten; ijzer binden, ijzernetten halen en brengen, monteren met draadjes hij de aan hem voorgelezen werkzaamheden van ijzervlechter II doet, behalve het buigen van ijzer in zijn ploeg zij allemaal hetzelfde werk doen, de werkzaamheden van ijzervlechter II hij aanwijzingen krijgt wat hij moet doen en deze ontvangt van de voorman Peter van AOK hij € 13,- bruto per uur verdient. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde met betrekking tot arbeidskracht 1 onder andere dat: hij de functie van hulpvlechter had en per 1 januari 2015 is ingedeeld als ijzervlechter II hij gemotiveerd is en daarom ijzervlechter II is geworden hij als hulpvlechter ingedeeld was in functiegroep A hij als ijzervlechter II ingedeeld is in functiegroep 2 hij geen diploma’s heeft
Pagina 3 van 16
Ons kenmerk:
421400952/01
Bijlage 3
hij niet zelfstandig is, want hij kan geen tekeningen lezen hij aangestuurd moet worden AOK B.V. ook naar de overige werkervaring heeft gevraagd, maar dit niet heeft geregistreerd hij wel ijzer kan binden.
Als bijlage 3 zijn het inschrijfformulier, de uitzendovereenkomst, inleenbevestiging, salarisspecificaties en verklaring van arbeidskracht 1 bijgevoegd. In de uitzendovereenkomst Fase 1 & 2 van arbeidskracht 2 staat de functie van hulpvlechter vermeld met een uurloon van € 12,40. Op de inleenbevestiging van AOK B.V. aan haar inlener ANK B.V. betreffende arbeidskracht 2 staat de functie van hulpvlechter vermeld. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 2 staat de functie van hulpvlechter vermeld en een uurloon van € 12,40. Arbeidskracht 2 verklaarde onder andere dat: hij geen beroep heeft hij alleen een lagere schoolopleiding heeft hij dit werk als ijzervlechter al zeker 4 jaar doet hij al werkende het vak heeft geleerd zijn werk bestaat uit het maken van ijzerconstructies hij in groepjes van 2 of 3 collega’s werkt onder leiding van een voorman de voorman van AOK de tekeningen heeft en hem vertelt wat hij moet doen zij in groepen werken en alle werkzaamheden doen die gedaan moeten worden er geen specifieke beschrijving of onderscheid in functies is ze allemaal het werk doen, sjouwen van ijzer, vlechten, etc. hij netto € 8,50 à € 9,- per uur verdient. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde met betrekking tot arbeidskracht 2 onder andere dat: hij de functie hulpvlechter heeft hij is ingedeeld in functiegroep A hij geen diploma’s heeft hij mijnwerker was, hij toen in de bouw kwam hij sinds 2009 werkervaring op de bouw heeft in Nederland dit altijd was als ijzervlechter.
Bijlage 4
Als bijlage 4 zijn het inschrijfformulier, de uitzendovereenkomst, inleenbevestiging, salarisspecificaties en verklaring van arbeidskracht 2 bijgevoegd. In de uitzendovereenkomsten Fase 1 & 2 van arbeidskracht 3 staat de functie van hulpvlechter vermeld met een uurloon van € 12,40. Op de inleenbevestiging van AOK B.V. aan haar inlener ANK B.V. betreffende arbeidskracht 3 staat de functie van hulpvlechter vermeld. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 3 staat de functie van hulpvlechter vermeld en een uurloon van € 12,40. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde met betrekking tot arbeidskracht 3 onder andere dat: hij nu uit dienst is hij hulpvlechter was hij was ingedeeld in functiegroep A hij een half jaar bij een ander uitzendbureau heeft gewerkt en daar ook ijzer heeft gebonden hij geen scholing heeft gehad in Hongarije.
Bijlage 5
Als bijlage 5 zijn het inschrijfformulier, de uitzendovereenkomsten, inleenbevestigingen en salarisspecificaties van arbeidskracht 3 bijgevoegd.
Pagina 4 van 16
Ons kenmerk:
421400952/01
In de uitzendovereenkomst Fase 1 & 2 van arbeidskracht 4 staat de functie van hulpvlechter vermeld met een uurloon van € 12,40. Op de inleenbevestiging van AOK B.V. aan haar inlener ANK B.V. betreffende arbeidskracht 4 staat de functie van hulpvlechter vermeld. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 4 staat de functie van hulpvlechter vermeld en een uurloon van € 12,40. Arbeidskracht 4 heeft onder andere verklaard dat: hij ijzervlechter is en overal hetzelfde werk doet hij een diploma heeft als ijzervlechter hij al 24 jaar ijzervlechter is en in veel landen van Europa is geweest als ijzervlechter hij nu 4 jaar in Nederland aan het werk is als ijzervlechter hij zijn werkzaamheden zelfstandig uitvoert hij aan de hand van tekeningen werkt zij altijd in ploegjes, minstens met 2 mensen, werken en over het algemeen iedereen ervaren is. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde met betrekking tot arbeidskracht 4 onder andere dat: hij hulpvlechter was hij sinds 5 januari 2015 ijzervlechter II is hij gemotiveerd is, een gedeelte van de tekening kan lezen en een beetje Duits kan dit de reden is dat hij nu ijzervlechter II is. Bijlage 6
Als bijlage 6 zijn het inschrijfformulier, de uitzendovereenkomst, inleenbevestiging, salarisspecificaties en verklaring van arbeidskracht 4 bijgevoegd. In de uitzendovereenkomst Fase 1 & 2 van arbeidskracht 5 staat de functie van ijzervlechter vermeld met een uurloon van € 13,12. Op de inleenbevestiging van AOK B.V. aan haar inlener ANK B.V. betreffende arbeidskracht 5 staat de functie van hulpvlechter vermeld. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 5 staat de functie van hulpvlechter vermeld en een uurloon van € 13,12. Arbeidskracht 5 verklaarde onder andere dat: zijn functie hulpvlechter is hij ongeveer € 373,- netto per week verdient en hiervoor 40 uur per week werkt zijn beroep voertuigtechnicus is, dit meer dan automonteur is hij van deze opleiding een certificaat heeft en deze opleiding als beroepsopleiding geldt hij hier als hulpijzervlechter werkt hij hiervoor geen opleiding heeft gevolgd hij de werkzaamheden in de praktijk heeft geleerd hij dit werk al 13 jaar doet de werkzaamheden bestaan uit het aan elkaar monteren van de metalen onderdelen, zodat daar later beton over heen gegoten kan worden hij dit doet door ijzeren draadjes, vlechtmatten aan elkaar te maken hij dit doet aan de hand van bouwtekeningen hij de bouwtekeningen leest, maar geen voorman is omdat hij de taal niet spreekt hij zelfstandig alle voorkomende buig-, knip-, vlechtwerkzaamheden, maatvoering en het maken van buigstaten verricht hij niet als ijzervlechter I werkt, maar dit wel doet als het echt noodzakelijk is hij in 95% van de gevallen deze werkzaamheden niet doet hij de opgenoemde werkzaamheden van de functie ijzervlechter II wel kent
Pagina 5 van 16
Ons kenmerk:
421400952/01
hij deze werkzaamheden ook kan doen, maar deze hier niet uitvoert het grootste deel van de ploeg bestaat uit hulpijzervlechters en elke ploeg een voorman heeft.
De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde met betrekking tot arbeidskracht 5 onder andere dat: hij ijzervlechter II is hij is ingedeeld in functiegroep B hij geen diploma’s heeft hij de tekening voor zichzelf kan lezen en vandaar is ingedeeld als ijzervlechter II hij sinds 2010 werkzaam in de bouw was als lasser en ijzervlechter zijn functie daar bouwhulp of algemeen medewerker was. Bijlage 7
Als bijlage 7 zijn het inschrijfformulier, de uitzendovereenkomst, inleenbevestigingen, salarisspecificaties en verklaring van arbeidskracht 5 bijgevoegd. In de uitzendovereenkomst Fase 1 & 2 van arbeidskracht 6 staat de functie van hulpvlechter vermeld met een uurloon van € 12,40. Op de inleenbevestiging van AOK B.V. aan haar inlener ANK B.V. betreffende arbeidskracht 6 staat de functie van hulpvlechter vermeld. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 6 staat de functie van hulpvlechter vermeld en een uurloon van € 12,40. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde met betrekking tot arbeidskracht 6 onder andere dat: hij hulpvlechter is hij is ingedeeld in functiegroep A hij in 2014 naar Nederland kwam en daarvoor een half jaar in Hongarije als ijzervlechter heeft gewerkt hij geen diploma’s heeft.
Bijlage 8
Als bijlage 8 zijn het inschrijfformulier, de uitzendovereenkomst, inleenbevestiging en salarisspecificaties van arbeidskracht 6 bijgevoegd. In de uitzendovereenkomst Fase 1 & 2 van arbeidskracht 7 staat de functie van hulpvlechter vermeld met een uurloon van € 12,40. Op de inleenbevestiging van AOK B.V. aan haar inlener ANK B.V. betreffende arbeidskracht 7 staat de functie van hulpvlechter vermeld. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 7 staat de functie van hulpvlechter vermeld en een uurloon van € 12,40. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde met betrekking tot arbeidskracht 7 onder andere dat: hij hulpvlechter is hij is ingedeeld in functiegroep A hij geen diploma’s heeft hij in Nederland bij een andere uitzendorganisatie heeft gewerkt AOK B.V. niet weet hoe lang hij hier heeft gewerkt hij vertelde dat hij ijzerbinder was hij hiervoor lasser was.
Bijlage 9
Als bijlage 9 zijn het inschrijfformulier, de uitzendovereenkomst, inleenbevestiging en salarisspecificaties van arbeidskracht 7 bijgevoegd. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde met betrekking tot de functie-indeling het volgende: “Op basis van de kwaliteit van het werk vindt de indeling in functiegroep van de werknemers plaats. Op het moment dat de werknemers aan het werk zijn wordt gekeken en bepaald wat de functie indeling moet worden.
Pagina 6 van 16
Ons kenmerk:
421400952/01
Ik deel ze in op basis van hun vaardigheden op de bouw. De werknemer geeft zelf aan dat hij op een bepaald niveau ingedeeld wil worden en daarna wordt op de bouw gekeken wat iemand kan. Ik kijk op basis van de definitie in de CAO van bouwvakhelper en onder de toelichting van bouwvakhelper staan de functies die daaronder vallen. Daaronder staan o.a. die van hulpvlechter, hulpijzervlechter en ijzervlechter. Het binden van ijzer valt voor mij onder de functie bouwvakhelper. De functie van ijzervlechter I en II zie ik als volgt. IJzervlechter II kan een deel van de tekening lezen, alleen voor zichzelf. IJzervlechter I kan de tekening helemaal lezen en ook aan anderen uitleggen”. Artikel 18: Introductie In de uitzendovereenkomsten die AOK B.V. met haar uitzendkrachten heeft gesloten is de volgende tekst opgenomen: “Op deze uitzendovereenkomst is de NBBU-CAO voor Uitzendkrachten van toepassing. De uitzendkracht heeft kennis genomen van deze CAO. De uitzendonderneming en de uitzendkracht zijn gehouden alle verplichtingen voortvloeien uit deze CAO na te komen”. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde dat de arbeidskrachten een uitzendovereenkomst krijgen met daarin een verwijzing naar de NBBU-CAO. Dat ze deze overeenkomst ook in het Hongaars krijgen. Artikel 23: Normale arbeidsduur en arbeidstijden De uitvoerder op de bouwlocatie Sontbrug te Groningen deelde mij, rapporteur, desgevraagd mede dat de werktijden op deze bouwlocatie als volgt zijn: van 07:00 uur tot 16:00 uur, pauze van 09:00 uur tot 09:30 uur en van 12:30 uur tot 13:00 uur. Dat er incidenteel op zaterdag wordt gewerkt. Arbeidskracht 1 verklaarde dat hij 40 uur per week werkt en zijn werktijden als volgt zijn (Sontbrug te Groningen): van 07:00 uur tot 16:00 uur. Twee pauzes van 09:00 uur tot 09:30 uur of van 09:30 uur tot 10:00 uur en van 13:00 uur tot 13:30 uur. Arbeidskracht 4 verklaarde dat zijn werktijden (Sontbrug te Groningen) in het contract staan en deze van 7 uur tot half 4 zijn. Dat hij van 09:30 uur tot 10:00 uur ontbijtpauze heeft en van 12:30 uur tot 13:00 uur lunchpauze heeft. De projectleider op de bouwlocatie van de Drachtsterweg te Leeuwarden deelde mij, rapporteur, desgevraagd mede dat de werktijden op deze bouwlocatie als volgt zijn: van 07:00 uur tot 16:00 uur. Arbeidskracht 2 verklaarde dat zijn werktijden (Drachtsterweg te Leeuwarden) als volgt zijn: van 07:00 uur tot 15:45 uur. Pauzes van 09:00 uur tot 09:30 uur ontbijt, 11:00 uur tot 11:10 uur koffie en van 13:00 uur tot 13:30 uur lunch. Totaal 1 uur en 10 minuten pauze. Arbeidskracht 2 verklaarde dat hij van maandag tot en met vrijdag werkt en niet op zaterdag werkt. Arbeidskracht 5 verklaarde dat hij van 07:00 uur tot 16:00 uur werkt, ongeveer 8 uur. Dat hij twee keer 30 minuten pauze heeft (Drachtsterweg te Leeuwarden). Op de urenstaten van AOK B.V. staan uren vermeld van maandag tot en met vrijdag. Maximaal staan er 8 uur per dag vermeld. Er staan geen uren vermeld op zaterdagen en zondagen. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde dat de normale arbeidsduur 40 uur per week bedraagt. Dat zij dit doet volgens de Bouw-CAO.
Pagina 7 van 16
Ons kenmerk:
421400952/01
Dat er vastgestelde arbeidstijden zijn. Dat de arbeidskrachten werken van 07:00 uur tot 15:45 uur. Dat zij 1 keer een pauze hebben van een half uur en 1 keer een pauze van een kwartier. Dat dit in overleg is met de opdrachtgever. Artikel 35a: Vakantie bouwplaatswerknemers Arbeidskracht 1 verklaarde dat hij de dagen dat hij op vakantie is in Hongarije niet krijgt doorbetaald. Hij daar nog nooit vakantiedagen voor heeft gebruikt. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 1 is een reservering opgenomen betreffende wettelijke vakantiedagen. In week 42-2014, week 47-2014 en week 52-2014 heeft arbeidskracht 1 niet gewerkt. In week 42-2014 is de reservering van de wettelijke vakantiedagen niet afgenomen en is er geen vakantieopname uitbetaald. In week 47-2014 is de reservering van de wettelijke vakantiedagen met 24 uur afgenomen en is er 24 uur vakantieopname uitbetaald. In week 52-2014 is de resterende reservering van de wettelijke vakantiedagen afgenomen, zijnde 15,31 uur, en is er 15,31 uur vakantieopname uitbetaald. De vakantieopname van arbeidskracht 1 wordt uitbetaald op basis van een bruto uurloon van € 12,40. Arbeidskracht 2 verklaarde dat de dagen wanneer hij naar Hongarije gaat niet doorbetaald krijgt, omdat hij dan niet werkt. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 2 is een reservering opgenomen betreffende wettelijke vakantiedagen. In week 52-2014 heeft arbeidskracht 2 niet gewerkt. In week 52-2014 is de reservering van de wettelijke vakantiedagen afgenomen met 32 uur, waarna er nog 5,90 uur gereserveerd bleef. In week 52-2014 is er 32 uur vakantieopname uitbetaald. De vakantieopname van arbeidskracht 2 wordt uitbetaald op basis van een bruto uurloon van € 12,40. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 3 is een reservering opgenomen betreffende wettelijke vakantiedagen. In week 47-2014 en week 52-2014 heeft arbeidskracht 3 niet gewerkt. In week 47-2014 is de reservering van de wettelijke vakantiedagen met 16 uur afgenomen en is er 16 uur vakantieopname uitbetaald. In week 52-2014 is de resterende reservering van de wettelijke vakantiedagen afgenomen, zijnde 17,56 uur, en is er 17,56 uur vakantieopname uitbetaald. De vakantieopname van arbeidskracht 3 wordt uitbetaald op basis van een bruto uurloon van € 12,40. Arbeidskracht 4 verklaarde dat hij niet weet hoeveel vakantiedagen hij heeft. Dat hij om de 6 weken voor een week naar huis, naar Hongarije, gaat. Dat hij deze dagen niet doorbetaald krijgt. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 4 is een reservering opgenomen betreffende wettelijke vakantiedagen. In week 39-2014, week 46-2014 en week 52-2014 heeft arbeidskracht 4 niet gewerkt. In week 39-2014 en week 46-2014 is de reservering van de wettelijke vakantiedagen niet afgenomen en is er geen vakantieopname uitbetaald. In week 52-2014 is de reservering van de wettelijke vakantiedagen afgenomen met 32 uur, waarna er nog 6,94 uur gereserveerd bleef. In week 52-2014 is er 32 uur vakantieopname uitbetaald.
Pagina 8 van 16
Ons kenmerk:
421400952/01
De vakantieopname van arbeidskracht 4 wordt uitbetaald op basis van een bruto uurloon van € 12,40. Arbeidskracht 5 verklaarde dat hij volgens hem ongeveer 22 vakantiedagen per jaar heeft. Wanneer hij naar Hongarije gaat en dit vakantiedagen zijn, hij deze dagen krijgt doorbetaald, anders niet. Dat deze dagen van de 22 vakantiedagen afgaan. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 5 is een reservering opgenomen betreffende wettelijke vakantiedagen. In week 52-2014 heeft arbeidskracht 5 niet gewerkt. In week 52-2014 is de reservering van de wettelijke vakantiedagen afgenomen met 32 uur, waarna er nog 6,97 uur gereserveerd bleef. In week 52-2014 is er 32 uur vakantieopname uitbetaald. De vakantieopname van arbeidskracht 5 wordt uitbetaald op basis van een bruto uurloon van € 13,12. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 6 is een reservering opgenomen betreffende wettelijke vakantiedagen. In week 40-2014, week 51-2014 en week 52-2014 heeft arbeidskracht 6 niet gewerkt. In week 40-2014 en week 51-2014 is de reservering van de wettelijke vakantiedagen niet afgenomen en is er geen vakantieopname uitbetaald. In week 52-2014 is de reservering van de wettelijke vakantiedagen afgenomen met 32 uur, waarna er nog 6,68 uur gereserveerd bleef. In week 52-2014 is er 32 uur vakantieopname uitbetaald. De vakantieopname van arbeidskracht 6 wordt uitbetaald op basis van een bruto uurloon van € 12,40. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 7 is een reservering opgenomen betreffende wettelijke vakantiedagen. In week 40-2014, week 41-2014, week 46-2014, week 47-2014 en week 52-2014 heeft arbeidskracht 7 niet gewerkt. In week 40-2014, week 41-2014 en week 47-2014 is de reservering van de wettelijke vakantiedagen niet afgenomen en is er geen vakantieopname uitbetaald. In week 46-2014 is de reservering van de wettelijke vakantiedagen afgenomen met 16 uur en is er 16 uur aan vakantieopname uitbetaald. In week 52-2014 is de resterende reservering van de wettelijke vakantiedagen afgenomen , zijnde 12,77 uur, en is er 12,77 uur vakantieopname uitbetaald. De vakantieopname van arbeidskracht 7 wordt uitbetaald op basis van een bruto uurloon van € 12,40. Arbeidskrachten 1 t/m 6 zijn tussen de 18 en 54 jaar oud. Arbeidskracht 7 is ouder dan 55 jaar. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde dat de arbeidskrachten per gewerkte uren vakantierechten opbouwen. Dat dit conform de CAO 8,69% is. Dat deze gereserveerd worden en op de loonstrook staan. Dat daarnaast de arbeidskrachten bovenwettelijke vakantiedagen opbouwen. Dat dit conform de CAO 1,74% is. Dat deze bovenwettelijke vakantiedagen gelijk met het salaris elke week worden uitbetaald. Dat aan het einde van het jaar een eindafrekening plaatsvindt van de vakantiedagen. Dat de opbouw en afschrijving van de vakantiedagen in het loonprogramma wordt geregistreerd. Dat alles te zien is op de loonstrook want je daarop de bij- en de afboekingen van de vakantieuren ziet. Dat het loonprogramma ziet wanneer arbeidskrachten ouder dan 55 jaar zijn en de percentages aanpast.
Pagina 9 van 16
Ons kenmerk:
421400952/01
Opmerking 3 rapporteur
Ik, rapporteur, merk op dat op de salarisspecificaties ‘verrek, vakantieuren’ vermeld staat. Deze omschrijving heeft betrekking op de bovenwettelijke vakantiedagen. Hiervoor wordt 1,73% gereserveerd. Dat op de salarisspecificatie ‘vakantiedagen wet’ vermeld staat. Deze omschrijving heeft betrekking op de wettelijke vakantiedagen. Hiervoor wordt 8,66% gereserveerd. Artikel 36a: Roostervrije dagen bouwplaatswerknemers Er staan geen roostervrije dagen vermeld op de loonstrook. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde dat er geen opbouw van ADV-rechten plaatsvindt en er ook geen ADV-dagen worden toegekend. Artikel 41a: Functie-indeling bouwplaatswerknemers Onderstaande functie-indelingen bouwplaatswerknemers zijn opgenomen in de Bouw-CAO. Functiegroep A – bouwvakhelper (hulpvlechter, hulpijzervlechter, ijzervlechter) Het verrichten van eenvoudige werkzaamheden in de sectoren burger-, utiliteits-, grond-, water-, spoor-, en wegenbouw, waarvoor geen speciale kennis is vereist. Functiegroep B – ijzervlechter I Het verrichten van buig- en ijzervlechtwerkzaamheden en het behulpzaam zijn bij het in het werk brengen van het vlechtwerk. Functiegroep D – ijzervlechter II Het aan de hand van tekeningen zelfstandig verrichten van alle voorkomende buig-, knip- en vlechtwerkzaamheden, maatvoering en het maken van buigstaten. Arbeidskrachten 1 t/m 4, 6 en 7 hebben de functie van hulpvlechter en zijn ingedeeld in functiegroep A. Arbeidskracht 1 verklaarde onder andere dat: hij betonvlechten in de praktijk heeft geleerd hij 6 jaar ervaring heeft als betonvlechter zijn werkzaamheden bestaan uit ijzervlechten; ijzer binden, ijzernetten halen en brengen, monteren met draadjes hij de aan hem voorgelezen werkzaamheden van ijzervlechter II doet, behalve het buigen van ijzer in zijn ploeg zij allemaal hetzelfde werk doen, de werkzaamheden van ijzervlechter II. Arbeidskracht 2 verklaarde onder andere dat: hij dit werk als ijzervlechter al zeker 4 jaar doet hij al werkend het vak heeft geleerd zijn werk bestaat uit het maken van ijzerconstructies de voorman van AOK de tekeningen heeft en hem vertelt wat hij moet doen zij in groepen werken en alle werkzaamheden doen die gedaan moeten worden er geen specifieke beschrijving of onderscheid in functies is ze allemaal het werk doen, sjouwen van ijzer, vlechten, etc. Arbeidskracht 4 verklaarde onder andere dat: hij ijzervlechter is en overal hetzelfde werk doet hij een diploma als ijzervlechter heeft hij al 24 jaar ijzervlechter is en in veel landen van Europa is geweest als ijzervlechter hij nu 4 jaar in Nederland aan het werk is als ijzervlechter
Pagina 10 van 16
Ons kenmerk:
421400952/01
hij zijn werkzaamheden zelfstandig uitvoert hij aan de hand van tekeningen werkt zij altijd in ploegjes, minstens met 2 mensen, werken en over het algemeen iedereen ervaren is.
Arbeidskracht 5 heeft de functie van ijzervlechter en is ingedeeld in functiegroep B. Arbeidskracht 5 verklaarde onder andere dat: zijn functie hulpvlechter is hij hier als hulpvlechter werkt hij de werkzaamheden in de praktijk heeft geleerd hij dit werk al 13 jaar doet de werkzaamheden bestaan uit het aan elkaar monteren van de metalen onderdelen, zodat daar later beton over heen gegoten kan worden hij dit doet door ijzeren draadjes, vlechtmatten aan elkaar te maken hij dit doet aan de hand van bouwtekeningen hij de bouwtekeningen leest, maar geen voorman is omdat hij de taal niet spreekt hij zelfstandig alle voorkomende buig-, knip-, vlechtwerkzaamheden, maatvoering en het maken van buigstaten verricht hij niet als ijzervlechter I werkt, maar dit wel doet als het echt noodzakelijk is hij de opgenoemde werkzaamheden van ijzervlechter II wel kent hij deze werkzaamheden ook kan doen, maar deze hier niet uitvoert. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde met betrekking tot de functie-indeling het volgende: “Op basis van de kwaliteit van het werk vindt de indeling in functiegroep van de werknemers plaats. Op het moment dat de werknemers aan het werk zijn wordt gekeken en bepaald wat de functie indeling moet worden. Ik deel ze in op basis van hun vaardigheden op de bouw. De werknemer geeft zelf aan dat hij op een bepaald niveau ingedeeld wil worden en daarna wordt op de bouw gekeken wat iemand kan. Ik kijk op basis van de definitie in de CAO van bouwvakhelper en onder de toelichting van bouwvakhelper staan de functies die daaronder vallen. Daaronder staan o.a. die van hulpvlechter, hulpijzervlechter en ijzervlechter. Het binden van ijzer valt voor mij onder de functie bouwvakhelper. De functie van ijzervlechter I en II zie ik als volgt. IJzervlechter II kan een deel van de tekening lezen, alleen voor zichzelf. IJzervlechter I kan de tekening helemaal lezen en ook aan anderen uitleggen”. Artikel 42a: Garantielonen bouwplaatswerknemers In de uitzendovereenkomsten Fase 1 & 2 van de arbeidskrachten 1 t/m 4, 6 en 7 staat de functie van hulpvlechter vermeld met een bruto uurloon van € 12,40. Voornoemde arbeidskrachten zijn ingedeeld in functiegroep A. In de uitzendovereenkomst Fase 1 & 2 van arbeidskracht 5 staat de functie van ijzervlechter vermeld met een bruto uurloon van € 13,12. Voornoemde arbeidskracht is ingedeeld in functiegroep B. Betreffende de functie-indeling van de arbeidskrachten verwijs ik, rapporteur, naar hetgeen vermeld staat bij Artikel 41a: Functie-indeling bouwplaatswerknemers.
Pagina 11 van 16
Ons kenmerk:
421400952/01
Artikel 45: Prestatiebeloning bouwplaatswerknemers De arbeidskrachten 1 t/m 7 ontvangen geen prestatiebeloning. Dit blijkt uit de verklaringen van de arbeidskrachten en loonstroken. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde dat de arbeidskrachten geen prestatiepremie ontvangen. Artikel 46a: Vakantietoeslag voor bouwplaatswerknemers De wettelijk vertegenwoordiger verklaarde dat zij niet wist over welke looncomponenten 8% vakantietoeslag wordt berekend. Dat het loonprogramma dit uitrekent en zij dit zal navragen. De wettelijk vertegenwoordiger heeft van de beheerder van Uitzendmaster (loonprogramma dat door AOK B.V. wordt gebruikt), Combil B.V., het volgende antwoord ontvangen: “Vakantiegeld wordt opgebouwd over het brutoloon, echter wanneer er ET regeling wordt toegepast verlaagt deze ook het bedrag waarover vakantiegeld wordt opgebouwd”. Uit de salarisspecificaties blijkt dat er geen 8% vakantietoeslag wordt uitbetaald van het vast overeengekomen loon. Over welke looncomponenten AOK B.V. 8% vakantietoeslag berekend is mij, rapporteur, onduidelijk gebleven. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde dat er geen stortingen worden gedaan in het Tijdspaarfonds betreffende vakantietoeslag. Artikel 50: Reiskostenvergoeding bouwplaatswerknemers De arbeidskrachten 2, 3, 4 en 5 ontvangen een onbelaste km-vergoeding van € 0,19 per km. Deze vergoeding staat vermeld op de salarisspecificaties. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde dat de reiskostenvergoeding van de arbeidskrachten € 0,19 per km bedraagt. Dat AOK B.V. alle gereden kilometers vergoedt. Artikel 51: Reisurenvergoeding bouwplaatswerknemers Er worden geen reisuren vergoed aan de arbeidskrachten.
Bijlage 10
De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde dat de huisvesting van de arbeidskrachten zodanig is dat de reistijd minder dan een uur bedraagt. Dat AOK B.V. huisvesting in het noorden en midden van Nederland heeft. Dat wanneer de arbeidskrachten naar een andere werklocatie moeten op meer dan een uur, sommigen niet willen verhuizen naar andere huisvesting. Dat deze arbeidskrachten er dan voor tekenen dat zij geen reisuren vergoed krijgen. Dat de arbeidskrachten dit formulier in 2015 hebben ondertekend. Als bijlage 10 zijn de rittenregistraties van de arbeidskrachten 2, 3, 4 en 5 bijgevoegd. Artikel 55: Vergoeding voor bouwplaatswerknemers bij verafgelegen werken Arbeidskracht 1 verklaarde dat hij volgens hem niets hoeft te betalen voor de huisvesting en de huisvestingskosten niet worden ingehouden op zijn salaris. Dat hij zich niet kan herinneren dat huisvestingskosten op zijn salaris staan. Arbeidskracht 2 verklaarde dat AOK B.V. de huisvesting betaalt en deze kosten niet worden ingehouden op zijn loon. Arbeidskracht 4 verklaarde dat hij niet hoeft te betalen voor huisvesting en er geen huisvestingskosten op zijn loon worden ingehouden.
Pagina 12 van 16
Ons kenmerk:
421400952/01
Arbeidskracht 5 verklaarde dat omdat zij de woning huren, per week een toeslag van AOK B.V. ontvangen van € 90,-. Dat de huur € 720,bedraagt voor twee personen. Dat de huisvestingskosten niet worden ingehouden op het loon. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 1 t/m 7 worden geen huisvestingskosten ingehouden. De arbeidskrachten 1 t/m 7 ontvangen geen toelage van € 6,65 per dag ter tegemoetkoming in de kosten voor voeding. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde dat AOK B.V. de huisvesting voor de buitenlandse arbeidskrachten betaalt. Dat de buitenlandse arbeidskrachten zelf het eten betalen. Dat de tegemoetkoming van € 6,65 niet van toepassing is op AOK B.V., omdat de arbeidskrachten in Nederland wonen. Op de salarisspecificaties van de arbeidskrachten 1 t/m 7 staat een uitruil loon (ET-kosten beperking) vermeld, alsmede een netto inhouding voor ET-kosten en netto toeslag voor ET-kosten. De arbeidskrachten 1 t/m 7 hebben een “huurovereenkomst betreffende uitzendkracht die via AOK B.V. zijn accommodatie huurt” getekend. Hierin staat onder andere dat de uitzendkracht akkoord gaat met de accommodatie die via AOK B.V. ter beschikking wordt gesteld en dat hij daarvoor een huurbijdrage betaald tot € 90,- per week die door AOK B.V. wekelijks via de ET-uitruil van zijn loon wordt ingehouden. Dat gezien de wisseling van de werkzaamheden de mogelijkheid bestaat dat de uitzendkracht meerdere malen per jaar moet verhuizen en van diverse woonlocaties gebruik zal maken. De arbeidskrachten 1 t/m 7 hebben een “aanvulling op de uitzendovereenkomst inzake extraterritoriale kosten” getekend. Hierin staat onder andere dat de uitzendonderneming de uitzendkracht in het kader van de extraterritoriale kosten een vergoeding of verstrekking van € 90,- per week toekent in verband met de kosten van dubbele huisvesting. De arbeidskrachten 1 t/m 7 hebben een formulier “bewijs van dubbele huisvestingskosten” getekend, waarop zij aangeven dubbele huisvestingskosten te hebben. Bijlage 11
Voornoemde huurovereenkomst, aanvulling op de uitzendovereenkomst en formulier bewijs van dubbele huisvestingskosten van de arbeidskrachten 1 t/m 7 zijn als bijlage 11 bijgevoegd. Artikel 56: Vergoeding werkkleding en gereedschap bouwplaatswerknemers Arbeidskracht 1 verklaarde dat vorige maand zijn kledingmaten zijn opgenomen en er werkkleding is besteld. Dat hij deze nog niet heeft ontvangen. Dat hij nu zelf zijn werkkleding koopt en hiervoor geen vergoeding heeft gekregen. Dat de machines en gereedschap die hij gebruikt van AOK is. Dat zij gereedschappen krijgen en dit hen geen geld kost. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 1 staat een onbelaste vergoeding voor kledinggeld vermeld. Deze onbelaste vergoeding bedraagt € 4,23 per gewerkte dag. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 1 staat een onbelaste gereedschapsvergoeding vermeld. Deze onbelaste vergoeding bedraagt € 2,25 per gewerkte dag. Arbeidskracht 2 verklaarde dat hij geen kostenvergoedingen ontvangt. Dat de werkkleding die hij aan had hij van AOK had gekregen. Dat hij hier niets voor hoeft te betalen en geen vergoeding voor krijgt. Arbeidskracht 2 verklaarde dat hij gereedschappen krijgt van AOK.
Pagina 13 van 16
Ons kenmerk:
421400952/01
Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 2 staat geen vergoeding vermeld voor kleding of gereedschap. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 3 staat geen vergoeding vermeld voor kleding of gereedschap. Arbeidskracht 4 verklaarde dat hij een vergoeding krijgt voor werkkleding. Dat dit ongeveer € 0,96 per dag is. Dat hij deze week of volgende week werkkleding krijgt van BCS. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 4 staat een onbelaste vergoeding voor kledinggeld vermeld. Deze onbelaste vergoeding bedraagt € 4,23 per gewerkte dag. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 4 staat een onbelaste gereedschapsvergoeding vermeld. Deze onbelaste vergoeding bedraagt € 2,25 per gewerkte dag. Arbeidskracht 5 verklaarde dat al het gereedschap waarmee hij werkt van AOK is. Dat zij binnenkort werkkleding krijgen. Dat de maten al zijn opgenomen. Dat hij niet precies weet wanneer hij kleding krijgt en of deze gratis is. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 5 staat een onbelaste vergoeding voor kledinggeld vermeld. Deze onbelaste vergoeding bedraagt € 4,23 per gewerkte dag. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 5 staat een onbelaste gereedschapsvergoeding vermeld. Deze onbelaste vergoeding bedraagt € 2,25 per gewerkte dag. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 6 staat geen vergoeding vermeld voor kleding of gereedschap. Op de salarisspecificaties van arbeidskracht 7 staat geen vergoeding vermeld voor kleding of gereedschap. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde dat BCS werkkleding aan de arbeidskrachten verstrekt en dat AOK B.V. daarvan de factuur betaalt. Dat de arbeidskrachten een bodywarmer, doorwerkbroek, fleecetrui, polo met lange mouw en geel hesje krijgen. Dat zij geen veiligheidsschoenen en doorwerkjas krijgen. De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde dat gereedschap door de opdrachtgever, ANK, aan de arbeidskrachten wordt verstrekt. Dat de arbeidskrachten een vlechttang en haspel krijgen. Horen overtreder
De wettelijk vertegenwoordiger van de onderneming is door mij, rapporteur, in staat gesteld een verklaring af te leggen over de geconstateerde bevindingen. Op maandag 23 maart 2015, omstreeks 11:50 uur, spraken wij, rapporteur en arbeidsinspecteurs Van der Putten en Schuurman met een persoon die ons opgaf te zijn: Naam Voornaam Geboortedatum Geboorteplaats Nationaliteit Adres Postcode Woonplaats
: OCSKAI : Kinga : 19 september 1981 : Tatabánya : Hongaarse : Oostermeerweg 5 : 5439 NB : Linden
Deze persoon is gehoord als wettelijk vertegenwoordiger van overtreder.
Pagina 14 van 16
Ons kenmerk:
421400952/01
De persoonsgegevens van de wettelijk vertegenwoordiger van overtreder zijn gecontroleerd aan de hand van een geldig op haar naam gesteld Nederlands rijbewijs met nummer 4434196116. Bijlage 12 Resumé
De verklaring van de wettelijk vertegenwoordiger van overtreder is als bijlage 12 bijgevoegd. De overtredingen met betrekking tot artikel 8, lid 1 en 3 van de Waadi hebben betrekking op onderstaande artikelen uit de Bouw-CAO: Artikel 6: Uitzendarbeid en inleen uitzendkrachten Arbeidskrachten 1 t/m 4, 6 en 7 zijn door AOK B.V. niet als vakkracht aangemerkt. Echter op basis van hetgeen voornoemde arbeidskrachten verklaarden omtrent hun werkervaring zouden deze arbeidskrachten als vakkrachten aangemerkt moeten worden.
Artikel 35a: Vakantie bouwplaatswerknemers Op de salarisspecificaties van arbeidskrachten 1 t/m 7 staat vermeld dat er in de gewerkte weken wettelijke vakantiedagen worden opgebouwd op basis van 8,66%. Deze 8,66% wordt niet berekend over het aantal gewerkte uren. Op de salarisspecificaties van arbeidskrachten 1 t/m 7 staat vermeld dat er in de gewerkte weken een verrekening van vakantieuren uitbetaald wordt basis van 1,73%. Dit betreft de verrekening van de bovenwettelijke vakantiedagen. Deze 1,73% wordt niet berekend over het aantal gewerkte uren.
Artikel 36a: Roostervrije dagen bouwplaatswerknemers De arbeidskrachten van AOK B.V. hebben geen roostervrije dagen.
Artikel 41a: Functie-indeling bouwplaatswerknemers De arbeidskrachten 1 t/m 4, 6 en 7 zijn ingedeeld in functiegroep A. Op basis van hetgeen voornoemde arbeidskrachten verklaarden omtrent hun werkervaring is deze indeling niet juist. Arbeidskracht 5 is ingedeeld in functiegroep B. Op basis van hetgeen voornoemde arbeidskracht verklaarde omtrent zijn werkervaring is deze indeling niet juist.
Artikel 42a: Garantielonen bouwplaatswerknemers De arbeidskrachten 1 t/m 4, 6 en 7 ontvangen het uurloon behorende bij functiegroep A. De indeling van deze arbeidskrachten in functiegroep A is niet juist, waardoor er geen correct garantieloon wordt betaald. Arbeidskracht 5 ontvangt een uurloon behorende bij functiegroep B. De indeling van deze arbeidskracht in functiegroep B is niet juist, waardoor er geen correct garantieloon wordt betaald.
Artikel 46a: Vakantietoeslag voor bouwplaatswerknemers Er wordt geen 8% vakantietoeslag opgebouwd over het vast overeengekomen loon.
Artikel 50: Reiskostenvergoeding bouwplaatswerknemers De arbeidskrachten 2, 3, 4 en 5 ontvangen een onbelaste km-vergoeding van € 0,19 per km.
Artikel 51: Reisurenvergoeding bouwplaatswerknemers De arbeidskrachten van AOK B.V. ontvangen geen reisurenvergoeding.
Pagina 15 van 16
Ons kenmerk:
Afsluiting verslag
421400952/01
Artikel 55: Vergoeding voor bouwplaatswerknemers bij verafgelegen werken De arbeidskrachten van AOK B.V. ontvangen geen vergoeding bij verafgelegen werken.
Artikel 56: Vergoeding werkkleding en gereedschap bouwplaatswerknemers De wettelijk vertegenwoordiger van AOK B.V. verklaarde dat de arbeidskrachten geen veiligheidsschoenen ontvangen.
De arbeidsinspecteur die dit verslag akkoord heeft bevonden, heeft deze als bewijs daarvan elektronisch geaccordeerd in het informatiesysteem van de Inspectie SZW. J. Schuurman, arbeidsinspecteur op ambtsbelofte Dit verslag is op ambtsbelofte opgemaakt en gesloten te Utrecht. Ondertekend, gedagtekend, zoals vermeld op de 1e pagina.
D. Roozeboom - Bouwman Arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW
Pagina 16 van 16
Onderzoeksvragen: In onderstaande tabel zijn de vragen beantwoord die bij de start van het onderzoek zijn vastgesteld. 1 antwoord
2 Antwoord
3 Antwoord
4 Antwoord
5
Antwoord
Wat is er exact aan de hand bij de projecten Centrale As en Drachtsterweg en omgeving als het gaat om de vragen van FNV? De FNV heeft middels een brief aan Gedeputeerde Staten (GS) een melding gedaan van misstanden omtrent de naleving van wet en regelgeving waar het de betaling aan deze buitenlandse werknemers aangaat. Volgens de FNV zou er oneigenlijk gebruik worden gemaakt van de zo genoemde ET-regeling, zouden de uurtarieven te laag zijn, is de afdracht voor pensioenpremies foutief en wordt in strijd met de CAO voor de Bouwnijverheid kosten voor vervoer en huisvesting verrekend met het brutoloon. De werknemers zijn formeel in dienst bij uitzendbureau Aelbers. Zij worden gedetacheerd bij aannemer Heijmans. Provincie Fryslân is opdrachtgever van Heijmans bij deze bouwprojecten. Waar zit exact het knelpunt met de van toepassing zijnde CAO? De werkingssfeerbepalingen van de CAO’s voor Uitzendkrachten en de CAO voor de Bouwnijverheid zijn op elkaar afgestemd. Er geldt een uitzondering voor leden van ABU en NBBU (zij vallen altijd onder eigen CAO voor Uitzendkrachten). De arbeidsvoorwaarden tussen de CAO’s voor Uitzendkrachten en de CAO voor de Bouwnijverheid verschillen nauwelijks. De CAO voor de Bouwnijverheid is op 31 december 2014 verlopen. De onderhandelingen voor een nieuwe CAO zijn gaande. Zie voor meer informatie het Informatief rapport paragraaf 2.6.1. Is er sprake van een interpretatiekwestie tussen werkgever- en werknemersorganisaties of wordt in strijd met de regels gehandeld? Op twee punten bestaat er een verschil in interpretatie. Het oplossen van dit interpretatieverschil valt buiten de scope van dit onderzoek. Dat is aan de rechter. Het interpretatieverschil betreft op de eerste plaats naleving van artikel 55 “vergoeding bouwplaatswerknemers bij verafgelegen werken” CAO voor de Bouwnijverheid. Er bestaat hier een interpretatieverschil tussen de FNF, de Inspectie SZW (hierna: ISZW) en het Technisch Bureau Bouwnijverheid (hierna: TBB) (allen partijen bij de CAO voor de Bouwnijverheid) en de uitzendonderneming ondersteunt door haar adviseurs. Zie hierover voor meer informatie het Rapport van bevindingen paragraaf 7.4.5., 7.4.6. en 7.4.7. Het tweede verschil in interpretatie is de werkingssfeerbepalingen in het bedrijfstakpensioenfonds personeelsdiensten (StiPP) en bedrijfstakpensioenfonds Bouw. Met betrekking tot de werkingssfeerbepalingen in de bedrijfstakpensioenfondsen is er mogelijk een dubbeling. Zie hierover voor meer informatie het Rapport van bevindingen paragraaf 7.4.1. Wat is de normale procedure bij dergelijke geconstateerde geschillen? In de wet CAO en de wet AVV is bepaald dat werkgevers en werknemersorganisaties die partij zijn bij een CAO, bevoegd zijn om een schadevergoeding te vorderen bij niet-naleving. CAO-partijen kunnen hun eigen afspraken handhaven of een handhavingsinstantie inschakelen. Zie voor meer informatie het Informatief rapport, paragraaf 3.2 Is sprake van een project specifiek probleem en zo ja, wat maakt het probleem specifiek. (onderscheid of het een specifiek Heijmans / Aelbers probleem is, of nog specifieker alleen betrekking heeft op de genoemde projecten)? De onderzoeker heeft op basis van interviews met Aelbers, de FNV en Heijmans
6 Antwoord
7 Antwoord
8 Antwoord
9 Antwoord
geconcludeerd dat er sprake is van een landelijk probleem en niet van een specifiek probleem. Zie voor meer informatie het Rapport van bevindingen paragraaf 9. Wat is precies de rol van de ISZW? De ISZW bestrijdt oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt. Daarnaast voert de ISZW controles uit op gebied van arbeidsomstandigheden, gezond en veilig werken en productveiligheid. Ook kunnen CAO-partijen bij de ISZW een verzoek doen tot een nalevingsonderzoek CAO. De bevindingen op basis van dit onderzoek worden gerapporteerd aan CAO-partijen of vertegenwoordigers van CAO-partijen. De ISZW treedt niet op als handhaver, maar als rapporteur. Zie voor meer informatie het Informatief rapport paragraaf 3.1.1. Wat is precies de rol van de Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (hierna: SNCU)? De SNCU is bevoegd tot het instellen van een nalevingsonderzoek CAO bij uitzendondernemingen die vallen onder de werkingssfeer van één van de CAO’s voor Uitzendkrachten. De SNCU heeft ten doel om voorlichting te geven en het bevorderden van en toezien op naleving van de Cao’s voor Uitzendkrachten. Zie voor meer informatie het Informatief rapport paragraaf 3.2.1. Wat is precies de rol van het TBB? Het TBB is de handhavingsinstantie die toeziet op naleving van CAO afspraken in de bouwsector. Het Bureau naleving & werkingssfeer is onderdeel van het TBB en is berust met de uitvoering van deze taak. Zo controleert het Bureau naleving & werkingssfeer of de CAO voor de Bouwnijverheid van toepassing is (d.m.v. een werkingssfeeronderzoek) en of de CAO voor de Bouwnijverheid ook wordt nageleefd (d.m.v. een nalevingsonderzoek). Bij geschillen tussen werknemer en werkgever kan het Bureau naleving & werkingssfeer adviseren over de interpretatie en toepassing van de CAO voor de Bouwnijverheid. Zie voor meer informatie het Informatief rapport paragraaf 3.2.2. Zijn er nog andere instanties die hiermee te maken hebben? De Belastingdienst controleert op de juiste afdracht van belastingen en premies. Deze taken hebben veel raakvlakken met arbeidsvoorwaarden en regelingen. Zie hierover voor meer informatie het Informatief rapport paragraaf 3.1.2.
Naast handhavingsinstanties zijn er in de uitzendbranche ook keurmerken die aangeven dat een onderneming voldoet aan onder andere arbeidsvoorwaardelijke verplichtingen. In paragraaf 3.3 van het Informatief rapport worden de keurmerken in de uitzendbranche behandeld. Wat is de formele rol van de Provincie in deze kwestie? 10 Antwoord De provincie is opdrachtgever van aannemer Heijmans. Heijmans heeft een overeenkomst gesloten met uitzendbureau Aelbers. Bij de opdrachtverlening is door Heijmans verklaard dat de arbeidsvoorwaarden worden toegepast door haarzelf en haar onderaannemers en uitleners. De provincie kan bij niet naleving van de wet- en regelgeving op het gebied van de arbeidsvoorwaarden door de hoofdaannemer een beroep doen op een boetebepaling. Zie voor meer informatie over de overeenkomst tussen de provincie als opdrachtgever en Heijmans als opdrachtnemer het Rapport van bevindingen hoofdstuk 5. Welke procedure heeft de provincie bij (vermoeden) van niet naleving van 11 wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden? Antwoord In de basisovereenkomst is een boetebeding opgenomen in het geval van nietnaleving van de contractuele verplichtingen door de hoofdaannemer. Indien na het opleggen van boetebedragen de naleving van de contractuele verplichtingen nog niet plaatsvindt, volgt een waarschuwing van ingebrekestelling. Hierna volgt
12 Antwoord
13 Antwoord
14 Antwoord
15 Antwoord
16 Antwoord
17
Antwoord
de daadwerkelijke ingebrekestelling en worden de betalingen stopgezet. Na de ingebrekestelling wordt bij voortduring van niet-naleving het contract ontbonden. Zie voor meer informatie het Rapport van bevindingen paragraaf 5.5. Waar is de Provincie toe verplicht bij (een vermoeden van) niet naleving van wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden? Op basis van het ILO-verdrag 94 is de provincie als overheidsinstantie verplicht om passende maatregelen te treffen om te garanderen dat het loon waartoe de werkgever is verplicht te betalen wordt uitgekeerd aan de werknemers. Zie voor meer informatie het Rapport van bevindingen paragraaf 5.5. Worden onderaannemers (ingezet door Heijmans) door de Provincie Fryslân verplicht om relevante wet- en regelgeving toe te passen? De contracten worden rechtstreeks met de hoofdaannemer gesloten, hierin stelt de provincie voorwaarden aan de onderaannemers. Deze voorwaarden gelden tot en met de tweede schakel. Zie voor met informatie hierover het Rapport van bevindingen paragraaf 5.6. De naleving van de CAO werd beschouwd een zaak te zijn van werkgevers en werknemers. Tot nu toe was de rol van de provincie (evenals andere opdrachtgevers/overheden in de bouw) een rol op afstand. Provincie Fryslân werkt met maatschappelijk verantwoordelijke ondernemers, die bij de start van het werk “verklaard” hebben zich te houden aan de Nederlandse wet- en regelgeving en de naleving van de CAO voor de Bouwnijverheid. Op welke wijze borgt de aannemer de naleving van wet en regelgeving bij zichzelf en zijn onderaannemers (is er zoiets als een controleprotocol)? Er is geen controleprotocol afgesproken tussen de aannemer en zijn onderaannemers. Overeenkomsten tussen partijen worden wel gecontroleerd en geëvalueerd. Zie voor informatie het Rapport van bevindingen paragraaf 6.3. Hoe vervult de Provincie haar rol als opdrachtgever in deze situatie? Provincie Fryslân is opdrachtgever van aannemer Heijmans. Heijmans heeft een overeenkomst met uitzendbureau Aelbers. De naleving van de CAO werd beschouwd een zaak te zijn van werkgevers en werknemers. Tot nu toe was de rol van de provincie (evenals andere opdrachtgevers/overheden in de bouw) een rol op afstand. Provincie Fryslân werkt met maatschappelijk verantwoordelijke ondernemers, die bij de start van het werk “verklaard” hebben zich te houden aan de Nederlandse wet- en regelgeving en de naleving van de bouw-cao. Op dit moment ligt de controle op naleving van de regels nadrukkelijk bij werkgevers en werknemers (SNCU) of de inspectie SZW (de vroegere arbeidsinspectie). De provincie als opdrachtgever controleerde de naleving van deze afspraak niet. Wel kijkt de provincie periodiek naar de personeelsregisters en af en toe wordt op de bouwplaats een controle uitgevoerd of de werknemer op de bouwplaats wel geregistreerd is. Loonstrook en de onderliggende arbeidscontracten bekijkt de provincie niet. Deze specifieke kennis zit niet in de teams die de contracten bewaken. Andere grote opdrachtgevers werken op dezelfde manier. Hoe wonen de buitenlandse werknemers in genoemde projecten en welke prijs betalen zij daarvoor? De werknemers die niet permanent in Nederland woonachtig zijn wonen in een bungalowpark circa 17 kilometer vanaf de Drachtsterweg. Zij betalen hiervoor € 100,- per week. In de bungalows zijn gelegenheden om eigen maaltijden te bereiden. Zie voor meer informatie het Rapport van bevindingen paragraaf 8. Hoe staat FNV tegenover dit maatschappelijke probleem en hoe staan werkgevers hiertegenover - wat maakt dat in de meeste gevallen Nederlandse werknemers het werk doen en hoe staat de Aannemersfederatie hier tegenover? Zowel de FNV als de Aannemersfederatie zien de kern van het probleem in het feit dat tegen een steeds lagere prijs aanbesteed word. Waardoor aannemers op
18 Antwoord
19
Antwoord
20 Antwoord
21 Antwoord
22 Antwoord 23 Antwoord
24 Antwoord
25 Antwoord
zoek moeten naar krachten die zo goedkoop mogelijk zijn. Zie voor meer informatie de gespreksverslagen met de FNV en Heijmans (beide verslagen zijn als bijlage toegevoegd). Wat is de omvang van het probleem in genoemde projecten - hoeveel buitenlanders werken aan het project en hoeveel Nederlanders / Friezen? Door Heijmans is de personeelsverhouding onderzocht bij het project aan de Drachtsterweg. Daarbij is het percentage buitenlandse werknemers in de wegenbouw en de integrale projecten 0%, in de civiele bouw is dit 12 %. Zie voor de overige percentages het Rapport van bevindingen paragraaf 6.7. De onderzoeker geeft aan deze percentages niet hebben geverifieerd. Wat is ongeveer de omzet van Friese bedrijven / onderaannemers in de genoemde projecten (om enig inzicht te krijgen in de bijdrage van deze projecten voor de Friese werkgelegenheid)? Heijmans heeft de omzetverhouding tussen toeleveranciers van het project binnen en buiten Fryslân onderzocht. Het aantal Friese toeleveranciers in de wegenbouw is 20% en in de civiele bouw 25%. Zie voor het overzicht het Rapport van bevindingen paragraaf 6.8. De onderzoeker geeft aan deze percentages niet hebben geverifieerd. Hoe staat de FNV tegenover de Wet Aanpak Schijnconstructies (hierna: WAS)? De FNV staat positief tegenover de komst van de Wet aanpak Schijnconstructies, maar onderstreept dat deze alleen kan werken wanneer de prijs van aanbestedingen integraal verhoogd zal worden. Zie voor meer informatie het gespreksverslag. Hoe staat de Aannemersfederatie tegenover de WAS? De Aannemersfederatie zet zich actief in om de WAS te laten slagen. De Aannemersfederatie ziet dit goed samengaan met het introduceren van een IDBouwpas. Zie voor meer informatie het gespreksverslag. Wat is de huidige status van de WAS? De WAS is op 2 juni door de Eerste Kamer bekrachtigd en treedt per 1 juli 2015 in werking. Indien deze wet ingevoerd wordt, wat betekent dit dan voor de provincie op het gebied van ketenaansprakelijkheid? Deze wetgeving maakt dat de opdrachtgever in de keten mede aansprakelijk kan worden gesteld voor onder andere naleving van de CAO. Dit betekent dat er een juridische grondslag is, die maakt dat de provincie een stevigere rol moeten gaan spelen in controle op naleving van de afspraken en wetten op dit gebied. Zie voor meer informatie het Informatief rapport paragraaf 4.2 Waar staan we met betrekking tot dit probleem in ons huidige aanbestedingsbeleid? De provincie heeft een aangepaste contracttekst opgesteld en voorgelegd aan FNV en Bouwend Nederland. De nieuwe tekst is aangescherpt, zodat duidelijker wordt dat de aannemer moet aantonen, op verzoek van de provincie als opdrachtgever, dat zij de CAO-bepalingen naleeft voor haar eigen personeel en het personeel van haar onderaannemers en dat de provincie dit kan gaan controleren (steekproefsgewijs). In het contract Deinum-Boksum, dat op 3 juli as. wordt aanbesteed, wordt geëxperimenteerd met het op dit punt aangescherpte contractonderdeel. Daarmee gaat de provincie verder dan op dit moment gebruikelijk is op te nemen in contracten. Is op basis van het onderzoek aanpassing / aanscherping van dit beleid nodig en zo ja, hoe? Ja. 2. Het aanbestedingsbeleid c.q. aanbestedingsdocumenten dient/dienen waar nodig aangepast te worden waarbij aandacht moet worden besteed aan: - Controle op naleving van de CAO voor de Bouwnijverheid door
-
-
opdrachtnemers van de provincie. De interpretatie van artikel 55 van de CAO voor de Bouwnijverheid conform de uitleg van de Inspectie SZW, de FNV en het Technisch Bureau Bouwnijverheid. De per 1 juli in werking tredende Wet Aanpak Schijnconstructies. Deze informatie wordt later aangevuld.
Hoe staan andere grote aanbesteders (prorail / RWS) in deze materie? 26 Antwoord Op dit moment ligt de controle op naleving van de regels nadrukkelijk bij werkgevers en werknemers (SNCU) of de inspectie SZW (de vroegere arbeidsinspectie). De provincie als opdrachtgever controleerde de naleving van deze afspraak niet. Wel kijkt de provincie periodiek naar de personeelsregisters en af en toe wordt op de bouwplaats een controle uitgevoerd of de werknemer op de bouwplaats wel geregistreerd is. Loonstrook en de onderliggende arbeidscontracten bekijkt de provincie niet. Deze specifieke kennis zit niet in de teams die de contracten bewaken. Andere grote opdrachtgevers werken op dezelfde manier. Bij andere grote opdrachtgevers spelen de gestelde problemen ook op dit moment. FNV heeft een aanscherping van de contractuele teksten geleverd - we 27 moeten een oordeel geven over de toepasbaarheid hiervan in onze contracten? Antwoord De tekst van de FNV is beoordeeld door twee ingenieursbureaus. Concluderend kan het oordeel hierover als volgt worden samengevat: -
De tekst is niet direct geschikt om te verwerken in contracten. De genoemde toetsingen zijn kostbaar en tijdrovend voor zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer. - De door de FNV voorgestelde toetsingen zijn niet in lijn met de ‘UAVGCgedachte’. Dit betekent dat er op afstand getoetst moet worden en dan met name systeem en procestoetsen. - Indien er toetsingen moeten plaatsvinden dan moet vooraf meer helderheid gegeven worden over de inhoud van de toets dan de FNV voorstelt. - Andere vakbonden zouden ook betrokken moeten zijn bij de toetsingen, niet enkel de FNV. - Een opdrachtgever is niet per definitie de aangewezen personen voor handhaving, hiervoor zijn bevoegde gezagen. Een opdrachtgever kan wel steekproeven doen. - De vraag wordt gesteld of het verstandig is om de contracten al aan te passen voordat er duidelijkheid is over de komst van de Wet Aanpak Schijnconstructies. Kunnen we als opdrachtgever strengere eisen stellen dan de wet 28 voorschrijft op dit punt - eisen waardoor er meer eerlijke concurrentie is tussen buitenlandse en Nederlandse werknemers (mogen we ook afwijken van de ET-regeling)? Antwoord Er is sprake van een spanningsveld tussen Europese regelgeving en de gevolgen van de wijze waarop artikel 55 van de CAO voor de Bouwnijverheid wordt geïnterpreteerd. Een gevolg van de interpretatiekeuze kan zijn dat het voor een werkgever veel duurder is om een buitenlandse werknemer in dienst te nemen dan een Nederlandse werknemer. Dit kan in strijd zijn met Europese regelgeving. De rechter zal hierover helderheid moeten verschaffen. Bij overtreding van de wet zal de provincie actie moeten ondernemen 39 welke actie - en bij door de rechtbank geconstateerde overtreding, wat zijn
de consequenties voor het betreffende bedrijf? Antwoord Dit hangt sterk af van de uitspraak van de rechter. Als de rechter kiest voor de interpretatie van FNV, TBB en ISZW en deze met terugwerkende kracht moet worden doorgevoerd, zal dat naar verwachting grote consequenties hebben voor de betreffende uitzendbranche, waarbij faillissementen niet uitgesloten kunnen worden. Naar verwachting zal deze zaak doorlopen tot de Hoge Raad. Een definitieve uitspraak op korte termijn is dan ook niet te verwachten.