provinsje fryslân provincie fryslân postbus 20120
Provinciale Staten Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN
8900 hm leeuwarden
tweebaksmarkts2 telefoon; (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25
—t
vsv.fryslan.nl provinciefryslan.nl www.rwitter.com/provfryslan
Leeuwarden, 12januari 2016 Verzonden,
1 3J. zi
: 01272173 Ons kenmerk : Kultuer & Mienskip Afdeling Behandeld door : G.Bies /(058) 92 52 53 of g.biesfryslan.frl Uw kenmerk Bijlage(n) Onderwerp
: Halfjaarrapportage Transitie Sociaal beleid en zorg, 2e helft 2015.
Geachte Statenleden, Op 23januari 2013 heeft u het plan van aanpak ‘Transitie Sociaal beleid en Zorg’ vastge steld. Dit plan handelt over de werkwijze en invulling van de provinciale rol in het sociale en zorgdomein. Met deze brief komen we tegemoet aan de toezegging nr. 498 die tijdens die vergadering is gedaan dat wij u minimaal jaarlijks informeren over de resultaten van de tran sitie Sociaal beleid en Zorg. In januari 2015 heeft u een tussenrapportage ‘Uitvoering Plan van aanpak 2013-201 6’ ont vangen en op 1 september 2015 de halfjaarrapportage (periode 1januari 1juli 2015). Op basis van het nieuwe coalitieakkoord wordt er momenteel verder gewerkt aan de uitvoe ring van het plan van aanpak Transitie Sociaal beleid en Zorg. Naar verwachting worden deze werkzaamheden eind 2016 afgerond. —
De rapportage is opgesteld aan de hand van de vijf pijlers van het Plan van aanpak (A) en het proces met gemeenten en maatschappelijke organisaties (B): A. De vijf pijlers uit het Plan van aanpak 2013-2016 Pijler 1: Samenwerking met gemeenten en andere stakeholders a) Streekagenda’s b) Steunfunctietaken c) Samenwerkingsagenda Leeuwarden Pijler 2: Het Fries Sociaal Planbureau Pijler 3: Bij uitzondering: sociale katalysator (tijdelijke rol) Social Return Pijler 4: injectie van sociale kwaliteit in beleid op onze kerntaken Pijler 5: Inclusieve beleidsvorming en/of uitvoering (sociale interventies) B. Het proces met gemeenten en maatschappelijke organisaties
1
provinsje fryslân provincie fryslân Pijler 1: Samenwerking met gemeenten en andere stakeholders a) Streekagenda s Per streekagenda is er in 2015 en 2016 in totaal € 100.000 beschikbaar gesteld uit het bud get sociale kwaliteit om projecten met duidelijke sociale en/of zorgcomponenten te ontwikke len die passen in de jaarplannen. In nauwe samenwerking met de streken zijn de volgende subsidies verstrekt in de 2 helft van 2015: (streekagenda’s Wadden en NW Fryslân): 1. Ontwikkelproject 03/Samenwerkingsverband Overheid, Onderwijs en Ondernemers ter versterking van de economische structuur en werkgelegenheid voor jongeren in Noord west Fryslân; 2. Bijdrage in traject uitwerking Uiterton Vlieland: integrale (zorg)voorzieningen op Vlieland; 3. Bijdrage in traject ontwikkelvisie ‘Terschelling 2015 (alternatief voorzieningenspreidings plan); Opdracht verkenning samenwerking Nederlandse en Duitse Waddeneilanden. 4. Over de bestemming van deze middelen binnen de overige streekagenda’s is sociaal kwali teitsteam momenteel in gesprek met desbetreffende afdeling.
-[---1 •
çf) •
b) Steunfunctietaken Traject afbouw en borging steunfunctietaken Partoer De wettelijke plicht om per provincie een steunfunctieorganisatie in stand te houden is per 1 januari 2015 komen te vervallen met als consequentie dat de steunfunctieorganisatie CMO Partoer niet meer bestaat vanaf 1juli 2015. c) Samenwerkingsagenda Fryslân Leeuwarden (KH2018) In het kader van de Samenwerking sagenda Fryslân Leeuwarden denken we mee in het project Behind the front door, waarin het primair gaat om het bevorderen van participatie van inwoners en daarmee het vergroten van het perspectief op werk, onderwijs en meedoen in Fryslân. Op 8 september is er een inspiratiebijeenkomst georganiseerd in de wijkontmoe tingsplaats Bloemenbuurt te Leeuwarden, waarbij het primair ging over het praten met be woners in plaats van over hen. Overheden zijn op zoek naar hoe zij kunnen inspelen! van betekenis kunnen zijn voor initia tieven van onderop, ieder vanuit de eigen rol. Behind the front door richt zich met name op inwoners die niet uit zichzelf hun weg vinden. De bijeenkomst gaf een inkijkje in proces sen/ideeën die in de stad Leeuwarden zijn ontstaan. Zo vertelden inwoners van de wijk Heechterp Schieringen over hoe zij Culturele Hoofdstad als vliegwiel willen gebruiken om daarmee o.a. het imago van de wijk te kunnen verbeteren. Een voorbeeld is het idee van een pop-up camping om de wijkeconomie te versterken. —
-
Het sociaal kwaliteitsteam is vertegenwoordigd in de werkgroep Empowerment binnen de projectorganisatie van KH2018. Om uitvoering te geven aan de doelstellingen uit het bidbook en daarmee te werken aan de leg acy van KH2O1 8 is de opgave om de 5 E’s (Entrepreneur ship, Europa, Empowerment, Ecology en Events) integraal deel uit te laten maken van de projecten. Voorbeelden van vragen waarover de werkgroep Empowerment zich buigt zijn: ‘Hoe kunnen we kwetsbare groepen in de samenleving betrekken bij de projecten uit het Bidbook van KH2O1 8?’ en ‘Hoe kunnen we burgerinitiatieven van onderop die een bijdrage leveren aan KH20l8faciliteren?’ Vanuit het sociaal kwaliteitsteam wordt ook, samen met de collega’s van Friese taal en on derwijs, geparticipeerd in de werkgroep talentontwikkeling in het kader van de samenwer kingsagenda. Daar staat de vraag centraal: ‘Wat is er nodig om kinderen uit achterstandssi tuaties in staat te stellen hun talenten te ontwikkelen?’
2
provinsje fryslin provincie fryslân
t
rj
Pijler 2: Het Fries Sociaal Planbureau Het Fries Sociaal Planbureau opereert vanaf 16juni 2015 als netwerkorganisatie en verbindt bestaande dataverzamelingen van andere Friese (kennis) organisaties en gemeenten aan elkaar. Het FSP informeert overheden en burgers vanuit haar onafhankelijke positie hoe het er in de provincie op sociaal en zorggebied voor staat. Op grond daarvan kunnen overheden aanvullend beleid formuleren of bestaand beleid aanpassen. Via de media en eigen nieuwsbrieven informeert het FSP de Friese overheden en burgers over de publicaties die ze uitbrengen binnen het sociale domein. Onderzoeksthema’s zijn leefbaarheid, participatie en zorg.
Het FSP maakt gebruik van een burgerpanel om te peilen hoe de Friese burger veranderingen in de samenleving ervaart en beoordeelt. Het burgerpanel bestaat uit ruim 1800 deel nemers van 18 jaar en ouder, uit alle lagen van de bevolking en verspreid over de provincie. Het Burgerpanel is in de tweede helft van 2015 ingezet bij een onderzoek naar: 1) het belang dat Friezen hechten aan dagelijkse voorzieningen in hun buurt en 2) zorg in veranderende omstandigheden. In overleg met de gemeenten Smallingerland en Heerenveen heeft het FSP een Kenniscafé over mantelzorg georganiseerd. Bij die gelegenheid zijn de resultaten van het onderzoek naar mantelzorg in de provincie gepresenteerd. Voor de uitkomsten van deze onderzoeken en/of om een indruk te krijgen van de publicaties die het FSP op haar naam heeft staan, verwijzen we u naar www.friessociaalplanbureau.nl. Het FSP werkt samen met de hogescholen, gemeente Leeuwarden, Stichting KH2018 en provincie aan de monitoring en evaluatie van KH2018 en participeert in het Frysk DataLab. De onderzoeksgroep verzamelt kwalitatieve data om alle 32 doelen van het bidbook te kun nen monitoren en evalueren ten behoeve van de eindverantwoording van KH2O1 8 aan Euro pa. De beleidsdoelstellingen uit de samenwerkingsagenda met de gemeente Leeuwarden maken hier integraal onderdeel van uit. Pijler 3: Bij uitzondering: sociale katalysator (tijdelijke aanjaagrol) Social Return In uw vergadering van 28 oktober jongstleden heeft u, naar aanleiding van de vorige tussenrapportage, aangeven graag geïnformeerd te worden over de behaalde resultaten van Social Return binnen de complexe projecten. -
Tevens heeft u gevraagd voorafgaand aan besluitvorming in Gedeputeerde Staten geïnfor meerd te worden over de op te stellen eis ten aanzien van Social Return. Deze informerende bijeenkomst staat gepland op maandag 18 januari om 17.00 uur. U bent hier inmiddels voor uitgenodigd. Daarna zal Gedeputeerde Staten over Social Return een besluit nemen. Pijler 4: injectie van sociale kwaliteit in beleid op onze kerntaken en! Pijler 5: Inclusieve beleidsvorming en/of uitvoering (sociale interventies) e helft van 2015 rapporteren we u over de inspan Net als bij de halfjaarrapportage over de 1 ningen voor de pijlers 4 en 5, in combinatie met elkaar, omdat ze aan elkaar verwant zijn en in elkaar overlopen. Wij informeren u achtereenvolgens over de volgende onderwerpen: a) Aanvalsplan wonen b) Cultuur en zorg c) Iepen Mienskipsfûns d) Expeditie Duurzame Zorg Noord 201 5-2016 e) Pilot Toekomstbestendige dorpshuizen in de regio Zuidwest f) Friese WMO-werkplaats g) Aandachtsgebieden
3
t:
•
•
provinsje frys1n provincie fryslân h) Omgevingsvisie i) UP Zorgeconomie j) Krimp k) Sport a) Aanvalsplan wonen In het kader van het aanvalsplan woningmarkt zijn er via een herbestemmingssubsidie of via financieringsregelingen inmiddels 200 zorgwoningen in aanbouw of zelfs al gereed. Een aantal projecten zit nog in de pijplijn voor financiering. In het najaar 2015 is nog circa € 14 mil joen beschikbaar voor leningen voor onder andere woon-zorgprojecten (financieringsregeling huur en herbestemmingsregeling). Deze regelingen zijn medio november opengesteld. e lijn. De Wonen en zorg is een thema geworden binnen de stuurgroep sociaal medische 1 gemeenten zijn hiervoor een inventarisatie aan het maken samen met de zorgverzekeraar. De provincie is adviserend lid in deze stuurgroep en levert inhoudelijke input. b) Cultuur en zorg Er is inhoudelijke input geleverd voor de startnotitie Cultuur, Taal, onderwijs en sport (20172020) c) Iepen Mienskipsfûns (IMF) De eerste drie tenders van het IMF zijn geëvalueerd in samenwerking met de afdelingen Subsidiezaken, Streekwurk en Plattelandsbeleid, de beleidsafdelingen en Concern control. Daarbij is aandacht geweest voor het subsidieproces en is bekeken hoe de toekenning van subsidie was over de verschillende thema’s: sociale kwaliteit, leefbaarheid, cultuur, duur zaamheid en krimp. Van de 205 toegekende projecten hebben 90 ervan direct bijgedragen aan leefbaarheid en 26 aan sociale kwaliteit. U wordt door de dienstinhoudelijk geïnformeerd over de evaluatie van het IMF. d) Expeditie duurzame zorg Noord 2015-2016 De expeditie loopt en er zijn in de afgelopen periode weer een aantal sessies geweest voor zorginstellingen over thema’s positieve gezondheid en vastgoed. e) Pilot Toekomstbestendige dorpshuizen in de regio Zuidwest Dit traject wordt in samenwerking met gemeenten in Zuidwest en DFM, de afdeling Kennis & Economie (duurzaamheid/MVO), Plattelandsbeleid, Doarpswurk en Streekwurk uitgewerkt met het doel om dorpshuizen te behouden ter versterking van de sociale samenhang en leefbaarheid op het platteland. Door te investeren in energiebesparing en duurzaamheid kunnen de exploitatielasten van dorpshuizen beperkt worden en blijven er meer financiële middelen over voor activiteiten. Naast energiebesparing wordt er ook aandacht besteed aan duurzaamheid in bredere zin, door dorpshuizen en gemeenten uit te dagen werk te maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De voorbereidingen voor de uitvoering zijn in volle gang. f) Friese WMO werkplaats De WMO werkplaats is afgerond tijdens een slotsymposium in november 2015. Tijdens de bijeenkomst werd duidelijk dat er een vervolg komt: Werkplaats sociaal domein Friesland. De werkplaatsen worden gecontinueerd en uitgebreid met thema’s jeugdzorg, passend onder wijs en werk & inkomen. g) Aandachtsgebieden De projecten uit de eerste twee fasen zijn afgerond en geborgd in gemeentelijk beleid.
4
EI.)
•
provinsje fryslân provincie fryslân
b
Projecten fase 3 zijn in volle gang en tegelijkertijd worden nieuwe projecten ontwikkeld voor de vervoigperiode. Begin 2016 zal er een bestuurlijk overleg plaatsvinden tussen provincie en beide gemeenten, waarin onder meer de opzet van de mid term evaluatie nader wordt besproken. Deze mid term evaluatie zal in 2016 worden uitgevoerd door Partoer consultants en onderzoekers. Naar verwachting zullen de uitkomsten medio 2016 aan uw Staten worden voorgelegd, vergezeld met voorstellen over een eventuele vervolgperiode van 7 jaar. Voor de jaren 2016 tlm 2019 is er een bedrag van € 0,7 miljoen beschikbaar voor de aandachts gebieden. h) Omgevingsvisie Binnen de dienst is het team sociale kwaliteit (K&M) betrokken bij het proces om te komen tot een (Startnotitie) Omgevingsvisie. De inbreng in dit traject is gericht op het sociaal en zorginclusieve karakter van beleid. i) Zorgeconomie Er zijn 4 projecten gesubsidieerd in het kader van procesinnovatie in de zorg. Het betreft de volgende projecten: 1. Eco zorgfarm: doel is de cliënten van MindUp medeverantwoordelijk te maken voor de hele voedselketen binnen de organisatie. Dit levert dagbesteding op, gezonder eten en een gezonde(re) levensstijl. De ervaringen met Eco zorgfarm leveren een overdraagbare methodiek. 2. ‘Seker en Sûn’: uitwerken van het advies van de commissie Kaljouw voor de provin cie Fryslân om de beroepen en opleidingsstructuur aan te laten sluiten bij de stijgen de zorgvraag in 2030. 3. Loopbaan- en mobiliteitsportal voor zorg en welzijn: dit platform richt zich op het ver beteren van de in-, door en uitstroom van medewerkers in de zorg- en welzijnssector. Doel is het behoud van human capital in de zorg en welzijnssector voor de regio Fryslân. 4. ‘Mijn huis past’: ontwikkelen van nieuwe werkwijze gericht op innovatie in het MKB, waarmee gemeenten particuliere huiseigenaren kunnen ondersteunen om zo lang mogelijk in hun eigen huis te blijven wonen. • Ongeveer de helft van het tijdelijke budget voor procesinnovatie is verstrekt (totaal € 1,6 miljoen). • Het monitoringskader zorgeconomie is vastgesteld en aan u toegezonden. • De interne regiegroep zorgeconomie komt 1 x per 4 weken bij elkaar om lopende za ken te bespreken. Daarnaast zijn er structurele interne overleggen geweest over hu man capital, onderwijs, MVO en recreatie en toerisme. • Beleidsmatig is er input geleverd voor de beleidsbrief economie, de nog op te stellen human capitalagenda en de herijking van het recreatie en toerisme beleid. • Er zijn voor 2016 werkafspraken gemaakt met Healthy Ageing Netwerk NoordNederland (HANNN). • De provincie is ambtelijk aanwezig geweest op de Landelijke werkdag Zorgpact en Commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen’ op 2 december in Utrecht.
j) Krimp
Het Platform Gezondheid Expertise en Educatiecentrum Friesland (GEEF) stelt zich als doel samen technologische kansen te benutten in wonen, zorg en welzijn. In dat kader wordt momenteel een provinciale woonzorgatlas ontwikkeld. Het sociale kwaliteitsteam is lid van de werkgroep zorg van het Netwerk Nationale Bevolkingsdaling. Verder is er inhoudelijke input geleverd bij een werkbezoek aan Gelderland in het kader van krimp en zorg.
5
0
provinsje fryslân provincie fryslân
b
k) Sport Er komen steeds meer initiatieven waarbij sport wordt ingezet als middel om de participatie van bepaalde doelgroepen te verhogen, de leefbaarheid in wijken en dorpen te vergroten en de gezondheid te verbeteren. Voorbeelden daarvan zijn: Alliantie gehandicaptensport, opzet ten G-teams bij reguliere sportverenigingen, Galm, Scala en sociaal-vitaal projecten (voor ouderen en chronisch zieken), uitbreiding sportdorpen, gemeentelijke pilots sport in het soci ale domein, JOGG (jongeren op gezond gewicht) aanvalsplan bij gemeenten, vertrouwens persoon bij sportverenigingen en de gezonde sportkantine. Daarnaast wordt er een koppe ling gemaakt tussen sport en duurzaamheid door sportaccommodaties te verduurzamen. B. Het proces met gemeenten en 11 maatschappelijke organisaties Op 14 oktober jongstleden bent u via de fractievoorzitters / woordvoerders geïnformeerd over de stand van zaken van het afbouwtraject budgetsubsidies maatschappelijke organisa ties (Wybertje). Die informatie heeft u daarna schriftelijk ontvangen per brief 26 oktober 2015. Tijdens de bijeenkomst is aangegeven dat er naar aanleiding van het productenover zicht van de maatschappelijke organisaties een behoefte inventarisatie zal plaatsvinden bij gemeenten. De resultaten hiervan zullen gepresenteerd worden op de expertmeeting van 20 januari aanstaande.
Een viertal organisaties (Zorgbelang, Tûmba, Hoor Friesland en CCC) heeft naar aanleiding van het proces een schriftelijk verzoek ingediend met een voorstel voor de toekomst. Deze brief wordt als bijlage meegestuurd. Aan de overige organisaties, die dus niet met dit voorstel meegegaan zijn, is gevraagd om hun standpunt hieromtrent schriftelijk kenbaar te maken. Twee organisaties (FSU en Humanitas) hebben hier op gereageerd en hun reactie wordt eveneens als bijlage toegevoegd. De standpunten van de maatschappelijke organisaties zullen aan de orde komen tijdens de expert meeting. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Mocht u naar aanleiding van deze brief nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met mevrouw G. Bies, telefoonnummer 058-2925253 of email:
[email protected]. Hoog; Staten van Fryslân,
den Berg, secretaris
6
•
KEETWALTJE 8921
TEL
EV LEEUWARDEN 05E2 13
u
99 92
E-&4AIL fsuFsufriesiand,nI
Fries S2rnenwerkingsverband IJtkeringsgerechtigden
www.fsufriesland.nt
Aan:
* *
het college van Gedeputeerde Staten de leden van Provinciale Staten
Betreft: financiering taken FSU Leeuwarden, 2 december 2015. Geachte college, Geachte Statenleden, Onlangs hebben vier van de tien provinciale Maatschappelijke Organisaties (MO’s) voorgesteld aan provincie en gemeenten om hen over een periode van 3 jaar (2017, 2018 en 2019) voor 50% van het bestaande budget te financieren. Het FSU heeft dit voorstel niet ondersteund. In deze brief willen we u laten weten waarom we dat niet gedaan hebben. Dc keuze is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: Het FSU doet een beroep op het Lokaal, tenzij principe van Provinciale Staten: indien gemeenten niet kunnen of willen subsidiëren dan zal de provincie subsidieverantwoordelijkheid nemen. De noodzaak blijkt: de Friese gemeenten hebben nadrukkelijk laten weten dat ze de organisaties geen basisfinanciering willen verstrekken en dat alleen producten kunnen worden afgenomen. De MO’s hebben vervolgens kortgeleden hun op thema/werkterrein ingedeelde producten voorgelegd aan de 24 gemeenten met de vraag aan te geven welke producten in aanmerking komen voor afname. Uit de inventarisatie blijkt dat zeker op het terrein Werk en Inkomen maar weinig gemeenten overwegen om FSU-producten af te nemen. *
—
—
—
Het FSU wil Gedeputeerde en Provinciale Staten houden aan hun consequente en stellige verzekering dat de overdracht naar de gemeenten niet vanwege financiële redenen is. Het is geen bezuiniging maar een bestuurlijke keuze om het sociale domein niet meer als een kerntaak te hebben. We attenderen u er op dat een provincie als Limburg teruggekomen is op het aanvankelijke kerntakenbeleid en weer een grote rol wil spelen in het steunen van maatschappelijke organisaties in het sociale domein. *
Het FSU wil als cliëntorganisatie aan zijn missie en visie vasthouden en de onafhankelijke belangenbehartiging waarborgen. Het FSU werkt vanuit de positie en beleving van uitkeringsgerechtigden en mensen met een minimuminkomen, een groot deel van de FSU vrijwilligers komt uit deze doelgroep. *
* het FSU heeft een provinciale fimctie niet bijhorende bovenlokale taken. Het werk vindt vooral op provinciale schaal plaats en niet op wijk- of dorpsniveau. De sociale zekerheid beperkt zich niet tot gemeentelijk beleid. Het FSU heeft veel te maken met uitvoeringsinstanties als het UWV, de Arbeids Markt Regio Fryslan en de Sociale Verzekerings Bank die niet lokaal werken. Een belangrijke taak van het FSU is de duurzame ondersteuning van lokale organisaties van en voor uitkeringsgerechtigden en minima (Steunpunten en cliëntenraden) en het verbinden van deze organisaties. Al deze lokale en zelfstandige organisaties krijgen gemeentelijke subsidie, daar betaalt de provincie niet aan mee. —
-
Het merendeel van de Maatschappelijke Organisaties krijgt een aanvullende provinciale financiering naast andere (landelijke) meerjarige financiering. 1-let FSU is voor 80% afhankelijk van de provinciale subsidie (het Rijk heeft de subsidie vanaf 1994 gedecentraliseerd naar de provincie). Het wegvallen of *
halveren van de subsidie heeft voor het werk en de werkorganisatie van het FSU daarom vergaande consequenties. *
Het FSU zou graag de garantie willen van een basi5financiering voor de looptijd van 4 jaar op grond waarvan personeel en huisvestingsiasten betaald kunnen worden. Dat is de gangbare termijn ‘oor reguliere subsidies bij overheden. Het FSU wil niet een werkverband van wisselende zzp’ers of contractanten worden, waarbij continuïteit, kennis en netwerken verloren gaan. *
Het FSU wordt geacht producten te leveren die de gemeente beoordeelt op waarde voor de wijklgebiedsteams en gemeentelijke diensten, gebaseerd op het eigen welzijnsbeleid. Past een product niet in dit beleid, dan geen financiering. Het FSU kiest er voor om niet als een marktorganisatie te gaan fungeren en wil dc onafhankelijke positie behouden. Het FSU heeft overigens een heel bescheiden capaciteit aan werknemers (3 personen met parttime dienstverbanden) die ook niet de mogelijkheid hebben om uitgebreide acquisitie te plegen om producten te verkopen. Het FSU zal zich presenteren op de expertmeeting op woensdagmiddag 20januari 2016 en wil graag met de leden van Provinciale Staten in gesprek gaan over de maatschappelijke waarde van de door het FSU uitgevoerde taken. ‘We willen de brief afsluiten met een hartenkreet die we eerder in de Statencommissie Boarger en Mienskip op 4juni 2014 hebben laten horen: Ons werk speelt zich af op provinciale schaal en dat is niet het gevolg van toeval. De keuze is gebaseerd op jarenlange ervaring met liet werken miie! Friese burgers, met de vele vrijwilligers die bijdragen aan een sociaal Frysldn en daarin gesteund willen worden. Het FSU bundelt allerlei lokale belangenorganisaties en vrijwilligers. Om te verbinden en elkaars kennis en ervaring te benutten. En om de lokale organisaties te vertegenwoordigen. Een belangrijke taak van ons is juist om lokale hulp en voorzieningen te organiseren en te ondersteunen. We zitten daarom veel aan tafel met de Friese gemeenten om dit mnogelijk te maken. Met als resultaat bijvoorbeeld 30 lokale spreekuurpunten en 12 lokale cliëntenraden, allen betaald door gemeenten. Gemeenten die zoals ii weet ingrijpend moeten bezuinigen en grote moeite hebben om zelfs bestaande basisvoorzieningen overeind te houden. Veel FSU-vrijwilligers geven dagelijks steun aan personen die niet behoren tot de calculerende, mondige en redzame burgers. Het gaat dan om de omvangrijke groep uitkeringsgerechtigden en nunimna die kwetsbaar is en solidaire hulp nodig heeft. Het FSU heeft een uitgebreide en brede ondersteuningsstructuur in F,i’slân ontwikkeld om die solidaire steun te bieden. Zoals aan de lokale spreekuurpunten, liet schuldhulpream en liet Jongerenteamn: zo ‘n 200 vrijwilligers clie met elkaar jaarlijks duizenden mensen opvangen en begeleiden. Deze vrijwilligers kunnen altijd terugvallen op steun van liet FSU. Het wegvallen van de steun betekent dat veel van de opgebouwde lokale voorzieningen zich niet meer goed staande weten te houden. En dat in een tijd waarin veel Friezen in de shit zitten en voorlopig geen kans hebben op de arbeidsmarkt In ons werk zijn ‘lokaal’ en’ provinciaal’ broertje en zusje. Ze horen bij elkaar, versterken elkaar en helpen elkaar. Een relatie die gebaseerd is op gelijk’vaardigheid en wederkerigheid. We vragen ii om activiteiten en organisaties niet op te knippen op grond van bestuurlijke overwegingen. We vragen van ii Friese eigenwijsheid en een eigen invulling van taken. Voor een sociaal Fryslân!
Met vriendelijke groet, Bestuur FSU, Namens deze:
Siebren Bonsma, voorzitter.
fO
hoor
Tmba
Voorstel Samenwerkende Maatschappelijke Organisaties d.d. 28 oktober 2015 Auteur: Jeroen Dijkstra
Aanleiding De provincie heeft inmiddels geen formele rol meer in de WMO. In verband met de transitie naar de gemeenten als verantwoordelijke heeft de provincie het in 2013 vastgestelde Plan van Aanpak Transitie Sociaal Beleid en Zorg herijkt. Op i8iuni 2014 heeft Provinciale Staten het besluit genomen om de subsidie aan de maatschappelijke organisaties (MO’s) als volgt af te bouwen: • •
In 2015 en 2016 krijgen de MO’s 100% van de budgetsubsidie. In 2017 en in de 1 helft van 2018 stelt de provincie 100% van het subsidiebedrag beschikbaar aan de gemeenten. Zij kunnen deze middelen besteden aan de producten van de MO’s, maar hebben de vrijheid om het geld aan andere organisaties in het sociale domein te besteden.
Het idee achter deze constructie was het creëren van een “zachte landing” voor de MO’s. Op 1 september 2014 hebben de wethouders Tolsma en Ekhart samen met gedeputeerde Schokker besloten een nieuwe werkgroep in te stellen om antwoorden te vinden op de vraag: ‘Wat is de stand van zaken en wat kunnen wij al dan niet gezamenlijk vanuit ieders rol en verantwoordelijkheid bijdragen aan het welzijn van de Friese burger?’ En op 18september2014 hebben wethouders Tot sma, Kooistra, Rijpstra, Ekhart en Bruinsma ingestemd met een gezamenlijke aanpak onder leiding van een externe procesbegeleider, mevrouw Heike Aiello. In de werkgroep (‘Wybertje’) zitten vertegenwoordigers van de negen maatschappelijke organisaties die op dit moment subsidie vanuit de provincie ontvangen, gemeenteambtenaren uit zes pilotgemeenten (Leeuwarden, Littenseradiel, Ooststellingwerf, Opsterland, Sûdwest en Tytsjerksteradiel), de secretaris van de VEG (Marit Wagenmakers), een vertegenwoordiger van de provincie Fryslân (Mirjam Sutman Meijer) en procesbegeleider Heike AielIo. Project MO’s (fase 2) Na de drie ronde-tafelbijeenkomsten in het ie kwartaal van 2015 (fase 1) hebben de MO’s in juni 2015 een projectaanvraag ingediend bij de provincie. Het doel van dit project is om te komen tot een gezamenlijk gedragen ‘marktplaats’ waarin vraag en aanbod op een aantrekkelijke, laagdrempelige, voordelige en werkbare manier bij elkaar komen. Feitelijk wordt in fase 2 de uitkomsten van fase 1 vertaald naar concrete vervolgstappen. Hierbij lopen twee sporen parallel: de gemeenten formuleren hun ondersteuningsvraag en de MO’s moeten op hun beurt hun ondersteuningsaanbod aantrekkelijk, duidelijk en vernieuwend formuleren met als doel om optimaal aan te sluiten bij de ondersteuningsvragen van de gemeenten.
Voorstel Samen werkende Maatschappelijke Organisaties
fO(
hoor
Tdmba
Het project fase 2 zou moeten resulteren in: a) Een rapport waarin de actuele en daadwerkelijke ondersteuningsvragen op het gebied van de WMO, werk/inkomen en/of jeugd & onderwijs vanuit de gemeenten wordt beschreven; b) Een overzicht van de producten en diensten van de MO’s gerelateerd aan de vragen vanuit de gemeenten; c) Een overzicht met voorbeelden van (lopende of in concept bestaande, Fryslân-brede en landelijke) initiatieven om tot een goede match van vraag en aanbod te komen; d) Een concreet voorstel voor tools! een marktplaats, waarop aanbod en vraag op een aantrekkelijke en laagdrempelige manier bij elkaar komen alsmede het organiseren van het acceptatieproces hiervan voor provincie, gemeenten en MO’s. (Concreet valt te denken aan bijvoorbeeld een (digitaal) platvorm of een loket. De uiteindelijke vorm zal gedurende het verkenningsproces met de gemeenten en MO’s duidelijk worden); e) Het organiseren van een expertmeeting (of sociaal congres). Inmiddels is zowel aan de fracties in Provinciale Staten als in VFG-verband een tussenrapportage gepresenteerd over de stand van zaken. Op hoofdlijnen zijn de standpunten zijn inmiddels helder: • Men is het erover eens dat de thema’s waarvoor de MO’s zich inzetten belangrijk zijn in de huidige participatiesamenleving. • De provincie wil na 2016 geen budgetsubsidies meer verstrekken aan de MO’s. • Gemeenten geven aan alleen geïnteresseerd te zijn in producten van de MO’s en hebben geen intentie om basissubsidies aan de MO’s te verstrekken. Een uitdaging hierbij is dat de MO’s geen lokale producten aan kunnen bieden zonder een vorm van langdurige en voorspelbare bovenlokale financiering. Deze is nodig voor de continuïteit van de huidige infrastructuur. Daarnaast is tijdens het project fase 2 duidelijk geworden dat gemeenten (en de wijkteams) behoorlijk belast zijn door de grote decentralisatietrajecten. Niet alleen in organisatorisch opzicht, maar het is ook onduidelijk of de budgetten toereikend zijn voor alle taken die op de gemeenten afkomen. Derhalve zijn gemeenten terughoudend met het aangaan van verplichtingen. Naar verwachting zal het wel enige jaren duren “voordat het stof is neergedaald”.
Voorstel Samen werkende Maatschappelijke Organisaties
fO
hoor
Tjmba
Voorstel MO’s Er dreigt nu een patstelling te ontstaan, waardoor sommige MO’s feitelijk begin volgend jaar al moeten beginnen met het ontmantelen van hun organisatie. De MO’s willen deze patstelling doorbreken en komen met het volgende voorstel: • De door de provincie gereserveerde middelen voor de periode 201 7/1e helft 2018 (100% van de huidige budgetsubsidie) worden niet aan de gemeenten ter beschikking gesteld, maar rechtstreeks als tijdelijke subsidie aan de MO’s. • Deze subsidies worden wel gehalveerd, waardoor de beschikbare middelen van de provincie uitgesmeerd worden over 3 jaar (i.p.v. 1,5 jaar). Dit impliceert dat de MO’s van de provincie in de jaren 2017, 2018 en 2019 een subsidie ontvangen van 50% van de huidige budgetsubsidie. • MO’s vullen hun subsidie aan door het verkopen van producten aan gemeenten of uit andere bronnen. • Mochten MO’s hier onvoldoende in slagen, dan wordt tijdig gereorganiseerd. •
De werkgroep Wybertje zal in de komende jaren actief blijven teneinde de voortgang te monitoren c.q. het proces bij te sturen. Hiermee wordt ook het delen van kennis tussen de verschillende stakeholders geborgd.
Een dergelijke financiële constructie gunt alle partijen meer ruimte. De gemeenten kunnen hun structuren aanpassen, de wijkteams kunnen meer ervaring in de nieuwe situatie opdoen en de vraag van de burger beter in kaart brengen. Tegelijk worden de maatschappelijke organisaties in staat gesteld om continuïteit aan hun vrijwilligers en bestaande klanten te bieden. Gemeenten leggen zich in dit voorstel dus nog nergens op vast en nemen alleen die producten af waar zij behoefte aan hebben. De provincie is geen extra middelen kwijt voor deze constructie. Natuurlijk is hiermee niet het probleem van de financiering van de bovenlokale producten opgelost, maar wij zijn er van overtuigd dat hiervoor in de komende jaren een passende oplossing wordt gevonden. Dit is wat ons betreft een uitvoeringsvraag. Dit voorstel is in de vergadering van de MO’s van 28 oktober JI. besproken. Niet alle MO’s scharen zich achter dit voorstel, om verschillende redenen overigens. Afgesproken is dat op dit punt we niet langer samen optrekken, maar dat uiteraard de samenwerking en het overleg wel blijft. Dit voorstel wordt ondersteund door Zorgbelang Fryslân, Tûmba, COC en Hoor Friesland. Mocht de provincie en/of de Friese gemeenten onverhoopt toch besluiten tot een vorm van budgetsubsidiering aan de MO’s, dan behouden de vier MO’s die dit voorstel indienen zich het recht voor om dit voorstel terug te trekken indien het alternatief aantrekkelijker is. Namens een deel van de samenwerkende MO’s, Jeroen Dijkstra
Voorstel Samen werkende Maatschappelijke Organisaties
Van: Anke Mulder [mailto:
[email protected]]
Verzonden: woensdag 09 december 2015 16:21 Aan: Sutman Meijer, Mirjam Onderwerp: RE: voorstel 50°k regeling maatschappelijke organisaties
Geachte mevr. Meijer, beste Mirjam, Hierbij even een korte reactie tav het proces en het voorstel. Humanitas is destijds benaderd over het wegvallen van de Provinciale subsidie. Nav die mededeling rondom afbouw en stopzetting is een gesprek geweest met de gedeputeerde en ook deelgenomen aan enkele sessies met gemeenten over deze overheveling dmv een pitch. Op de vraag om deel te nemen aan een groter voorstel! platform heb ik destijds aangegeven dat de (financiële) belangen wat betreft onze organisatie Provinciaal niet zo zwaar liggen dat wij tijd en energie willen steken in het proces voor subsidiebehoud in die zin provinciaal. Wij zijn al per afdeling gericht op het lokaal (lees gemeenten) verwerven van middelen. Natuurlijk zijn we erg blij geweest met de overstijgende gelden die we tav scholing van vrijwilligers in brede zin hebben ontvangen. Daarvoor hebben we ook niet direct een alternatief. Onze afweging om in het opstellen van een plan (als bijgevoegd) hebben we dus niet aan meegedacht om reden van dat wij onze energie inzetten om lokaal (meer) middelen te verwerven hetgeen ook de opzet van de Provincie is. Dat betekent niet dat we niet bovenlokaal belangen hebben om juist de kosten en zaken die je overstijgend doet graag ook bovenlokaal middelen voor willen hebben. Het gaat om bijvoorbeeld scholing en ondersteuning, ontwikkeling van activiteiten! beleid. Dat wordt nu merendeels onttrokken aan de lokale gelden en landelijk verworven. Een voorstel als gedaan door de organisaties als bijgevoegd kan ik vanuit hun organisatievorm! doelstelling begrijpen. Zij hebben een langere weg nodig om te kijken hoe en of lokaal wel de urgentie van financiering wordt ingezien. Kortom als er een mogelijkheid bestaat dat ook wij nog langere tijd een deel van de middelen die we krijgen en kregen tav scholing van (kader) vrijwilligers toegekend te krijgen zou dat heel welkom zijn. Echter wij hebben gekozen om bijgevoegd plan niet mee uit te werken gezien de (financiën! tijdsinzet) die dit zou kosten. We hebben wel gevraagd of we tussentijds een terugkoppeling konden krijgen, het proces konden volgen. Dit is niet gebeurd. Kortom, ik hoop uitgelegd te hebben wat de beweegredenen zijn niet aan het proces deel te nemen en de insteek die we hebben en hadden lokaal (meer) geld te werven. Mochten er andere afspraken gemaakt worden met de aanvragers rondom de voorgestelde financiering zouden we wel graag ook een (deel) bedrag willen aanvragen voor overstijgende kosten zoals in het verleden gebruikelijk.(Dan nu 50%) Met vriendelijk groet,
Anke Mulder, Consuler,t Human/tas District Noord A-kerkhofzz 22, 9711 JB Groningen 06-12268892 a
[email protected] .