Schoolgids 2014 – 2015
1 a.
VOORWOORD
Van de directeur,
Ouders maken een bewuste schoolkeuze voor hun kind. Scholen verschillen in hun manier van werken, in sfeer en in wat kinderen leren. Scholen hebben ook verschillende kwaliteiten en dat biedt ouders een ruime keuze, maar dat maakt die keuze niet altijd eenvoudiger. Deze gids is geschreven om u te helpen bij de keuze van een school. Deze gids is ook geschreven om u, die al gekozen heeft voor de Heydonck, te informeren over onze school. U leest in deze schoolgids over hoe wij met kinderen willen werken, hoe onze zorg voor kinderen is geregeld, wat ouders van school kunnen verwachten en wat de school van ouders verwacht en hoe de organisatie op onze school is. Onze school heeft twee locaties die onderwijskundig een eenheid vormen, Heydonck Naastenbest en Heydonck Heuveleind. Op beide locaties hebben we een volledig onderwijsaanbod in alle leerjaren en de meeste activiteiten worden op de gebouwen apart geregeld. Voor opmerkingen met betrekking tot de schoolgids, suggesties ter verbetering of vragen over de inhoud, kunt u contact opnemen met de schoolleiding. Mocht u nog vragen hebben, aarzel dan niet, maar kom binnen. Wij hopen dat uw kind een fijn en succesvol schooljaar zal hebben. Ton Paulusse, directeur b.
Van het schoolbestuur,
Voor u ligt de schoolgids van basisschool de Heydonck, een van de acht scholen die ressorteert onder de stichting Best Onderwijs. De scholen worden door het bestuur uitdrukkelijk uitgenodigd hun eigen identiteit te waarborgen en zich te onderscheiden van collega-scholen. De scholen hebben een grote mate van vrijheid met betrekking tot de wijze waarop zij hun onderwijs inrichten. Het bestuur vertrouwt op de ‘eigen kracht’ van de school en het beleidsvoerend vermogen van de directie. Het beleid van de school wordt vastgelegd in een school-/ meerjaren ontwikkelingsplan. De school legt verantwoording af aan het College van Bestuur over de resultaten van de doelstellingen. In deze schoolgids kunt u lezen waar de school voor staat en hoe zij haar onderwijs wil inrichten. Alle scholen werken vanuit een stichting breed vastgesteld algemeen kader. Binnen dit kader legt elke school haar accenten. Cultuurverschillen tussen scholen mogen bestaan en geven u als ouders meer mogelijkheden om de school te kiezen die het beste past bij de onderwijsbehoefte van uw zoon of dochter. Van de school van uw kind mag u verwachten dat zij u informeert over de beleidskeuzes die de school maakt en dat zij de grenzen van haar mogelijkheden aangeeft. U kunt met de school in gesprek gaan over uw verwachtingen om zo tot afstemming te komen. Samen heeft u een doel: "De ontwikkeling van uw kind." Het bestuur verwacht van de school dat men met u in gesprek blijft om afstemming te bereiken tussen uw verwachtingen en de mogelijkheden van de school. We hopen dat de school, samen met u, een stimulerende omgeving voor uw kind kan bieden en aan de wederzijdse verwachtingen voldaan kan worden. College van Bestuur van de stichting Best Onderwijs, Marianne Brugge Eduard Leenders
2
DE SCHOOL ALGEMEEN 2.1 Historie
De naam Heydonck stamt uit de tijd dat er op deze plaats nog heidevelden waren. De school staat op een kleine verhoging in het gebied, een donck. Op 22 augustus 1962 start de school als H. Theresiaschool, ondergebracht in het gebouw van de voormalige Mariaschool in het Wilhelminadorp. Het nieuw benoemde hoofd is meneer de Wit. In januari 1963 zijn er een viertal noodlokalen op de nieuwe locatie klaar en kunnen de klassen 1, 2 en 3 hun intrek nemen. In augustus 1968 wordt een nieuw stenen gebouw opgeleverd en wordt de naam van de school veranderd in Heydonck. In augustus 1978 is de nieuwe vleugel klaar. Niet alle groepen (574 leerlingen) kunnen geplaatst worden waardoor er in de noodlokalen aan de Lumeystraat nog enkele klassen overblijven. Na deze piek neemt het leerlingenaantal geleidelijk af. In 1985 wordt de lagere school de Heydonck en kleuterschool de Klumpenhorst samengevoegd. De basisschool krijgt de naam “de Heydonck”. In 1988 wordt het 25-jarig bestaan van de school gevierd en nemen we afscheid van meneer de Wit. Vanuit het eigen team is Ton Bressers benoemd tot directeur van de school. In oktober 1995 worden de eerste schoolwoningen opgeleverd. De kinderen uit Heuveleind moeten bij de start van dit schooljaar noodgedwongen in het hoofdgebouw worden ondergebracht. Samen met de Schakel, ‘t Heuvelhummeltje en Heiheuvel (Mobest) vindt de gezamenlijke opening plaats. We starten met combinatiegroepen in de onder- en middenbouw. In 1997 worden opnieuw twee tweekappers opgeleverd. Onder invloed van de nieuwe wijken Heuveleind en Heivelden is de school snel gegroeid. In 2006 heeft Ton Bressers afscheid genomen van de school en is Ton Paulusse de nieuwe directeur. De school telt momenteel ongeveer 375 kinderen; 200 op locatie Naastenbest en 175 op locatie Heuveleind. Op beide locaties is een samenwerking ontstaan met de kinderdagverblijven Blauwe Koekoek en Blauwe Teckel. In 2012 is de renovatie van het schoolgebouw Heydonck Naastenbest afgerond en beschikt de school naast de gerenoveerde lokalen, over een prachtige aula en een aantal werkruimtes. In het schooljaar 2012-2013 werd het 50-jarig bestaan groots gevierd.
2.2
Visie van de school
“Op de Heydonck mag je iemand zijn en iemand worden” In overleg met ouders en personeelsleden is de volgende visietekst vastgesteld. We proberen deze visie te vertalen naar concrete doelstellingen. “De Heydonck is een school waar de cognitieve ontwikkeling van kinderen en de sociaalemotionele ontwikkeling net zo belangrijk zijn. Binnen een heldere structuur met rust en regelmaat creëren we voor kinderen een prettig schoolklimaat, zodat zij graag naar school komen en zich kunnen ontwikkelen binnen hun mogelijkheden. Onze school is een centrum in de wijk, waar ouders welkom zijn en zich betrokken voelen bij de school.” Onze school is een katholieke school waar we kinderen leren omgaan met hun eigen identiteit en de verschillen om hen heen. Iedereen is anders en mag anders zijn; we maken geen verschil tussen mensen naar hun afkomst, hun cultuur of geloofsovertuiging. Levensbeschouwelijke vorming op onze school betekent dat we kinderen vanuit hun eigen identiteit leren omgaan met deze verschillen. Onze kinderen hebben respect voor waarden en normen van anderen. We zijn alert op discriminatie en pesten en werken vooral aan het voorkomen hiervan. Als het toch gebeurt, grijpen we meteen in. Kinderen leven in een snel veranderende maatschappij. Onze school volgt de ontwikkelingen van onze maatschappij en we willen het onderwijs en de opvoeding aan kinderen hierop afstemmen. De buurt waarin onze school staat is de meest nabije omgeving; een omgeving waarvoor we onze school zo breed mogelijk openstellen. Binnen ons schoolgebouw vinden ouders en leerkrachten antwoorden op vragen over onderwijs en opvoeding van kinderen. Kinderen maken steeds vaker gebruik van voor- en naschoolse opvang. We streven naar een vergaande samenwerking met de kinderdagverblijven bij onze school, waardoor onderwijs en opvang goed op elkaar zijn afgestemd. Instellingen en verenigingen die onderwijs en opvang binnen onze school ondersteunen, willen we tevens betrekken bij onze school. We werken binnen onze school in alle groepen volgens de principes van Ontwikkelingsgericht Onderwijs. We bieden betekenisvolle leercontexten aan, waarbinnen we duidelijke doelen nastreven. De betrokkenheid van de kinderen is groot bij hetgeen zij leren en de leerkracht heeft een bemiddelende rol bij het leren van kinderen. Kinderen leren veel van en met elkaar en ons onderwijs is hierop ingericht. Zelfstandigheid, keuzemogelijkheden en eigen verantwoordelijkheid zijn belangrijke componenten bij het leren, evenals de nieuwsgierigheid van kinderen, hun zelfvertrouwen en het emotioneel vrij zijn. De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen neemt een belangrijke plaats in op onze school. Kinderen leren zelfstandig te werken, weerbaar te zijn, samen te werken, te plannen en te reflecteren. De cognitieve ontwikkeling van kinderen, het opdoen van kennis en vaardigheden, neemt een net zo belangrijke plaats in. Sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling zijn even grote pijlers in ons aanbod. We hebben de overtuiging dat leren het beste kan plaatsvinden in een veilige leeromgeving; we hechten veel waarde aan orde, rust en regelmaat en we zijn ervan overtuigd dat kinderen juist hierdoor graag naar school komen. Dit plezier in school is de belangrijkste voorwaarde om te komen tot leren. We streven naar een prettig werkklimaat op onze school en in onze klassen. De afspraken hoe we werken zijn door kinderen, ouders en leerkrachten opgesteld en zijn voor iedereen duidelijk. Als het kind graag naar school komt en emotioneel vrij is, hebben we hoge verwachtingen van de prestaties van het kind. We stellen, uitgaande van de mogelijkheden van elk kind, hoge doelen aan de leerprestaties zowel op cognitief als sociaal-emotioneel terrein. We hebben hierbij veel aandacht voor hoe kinderen leren en we helpen kinderen eigen leerstijlen te ontdekken. De culturele en expressieve ontwikkeling van kinderen neemt een bijzondere en herkenbare plaats in binnen ons onderwijs. We willen ouders nadrukkelijk betrekken bij onze school. Zij leveren waardevolle informatie die kan bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen, tevens denken zij mee in de verdere ontwikkeling van onze school. Onze school is voor ouders laagdrempelig.
2.3
Hoe onderscheidt de school zich van anderen
Soms is het gemakkelijk om in één oogopslag te zien waarin een school zich onderscheidt van andere scholen. Onze visie zoals we die hierboven hebben beschreven is soms nog erg abstract en voor sommige ouders weinig onderscheidend van de visie van andere scholen. Daarom hebben we hieronder puntsgewijs de speerpunten van onze school op een rijtje gezet. 1. Basisontwikkeling en Ontwikkelingsgericht Onderwijs De Heydonck is een school die werkt volgens de principes van Basisontwikkeling en Ontwikkelingsgericht Onderwijs. Wat houdt dat nu precies in? Voorwaarden voor een goede ontwikkeling van kinderen zijn emotioneel vrij zijn, nieuwsgierig zijn en zelfvertrouwen hebben. Kortom, als een kind ‘lekker in zijn vel zit’ kan het zich ook beter ontwikkelen. Kenmerkend voor basisontwikkeling is de opvatting dat kinderen vanuit het spel tot leren komen. Belangrijk hierbij is dat de leerkracht zorgt voor een uitdagende leeromgeving. De thema’s moeten aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen om zo spelsituaties te creëren die betekenis voor de kinderen hebben, waarin ze op onderzoek uit kunnen gaan en met elkaar kunnen praten over verschillende onderwerpen. Als een activiteit betekenisvol is, zijn de kinderen veel meer betrokken. En een hoge betrokkenheid zet de deur open naar ontwikkelingskansen! Kinderen leren zelf keuzes maken en hier ook verantwoordelijkheid voor te dragen. Bij het inrichten van een lokaal, het kiezen van activiteiten en het aanspreken van kinderen gaan we uit van de visie ‘Ontwikkelingsgericht Onderwijs’. Voor de groepen 1 t/m 3 noemen we dit Basisontwikkeling, voor de groepen 4 t/m 8 Ontwikkelingsgericht Onderwijs. In de groepen 1-2 ligt het accent op het ontwikkelen van vaardigheden: communiceren, zich uiten en vormgeven, actief zijn en initiatief nemen, voorstellingsvermogen hebben en creatief zijn, samen spelen en werken, de wereld verkennen, redeneren en problemen oplossen, reflecteren, zelfsturing en zelfstandigheid. Vanaf groep 3 krijgt het leren lezen een groter accent. In de groepen 1-2 en 3 is het invoeringstraject afgesloten. In de groepen 4 t/m 8 werken we de komende jaren aan de invoering van meer Ontwikkelingsgericht Werken. 2. Kleinschaligheid binnen twee aparte locaties Een grote school heeft het voordeel flexibeler om te kunnen gaan met de formatie en de middelen. Een kleine school heeft het voordeel dat ouders, kinderen en leerkrachten elkaar goed kennen. Het is overzichtelijk en het geeft veiligheid. Onze school heeft beide voordelen ineen: twee kleinere locaties met een eigen sfeer, activiteiten en contacten. Onderwijskundig zijn ze een eenheid zodat de voordelen van een grotere school hierin zijn terug te zien. Ouders bepalen bij de aanname op welke locatie zij hun kinderen willen plaatsen. Dat betekent meestal dat de kinderen naar de school in de wijk gaan waar zij ook wonen en spelen. Dat is ook ons uitgangspunt. Een professionele staf van bouwcoördinatoren en een directeur begeleiden de pedagogische en onderwijskundige ontwikkelingen. 3. Extra zorg voor kinderen door betrokken en goed opgeleide leraren Kinderen die in onze wijk wonen en spelen, leren met elkaar in onze school, met alle verschillen die er tussen kinderen bestaan. Dit is onze missie! We willen de kinderen de begeleiding en zorg geven die zij nodig hebben. Om met al deze verschillen te kunnen omgaan, hebben we een werkwijze ontwikkeld die dit mogelijk maakt. Kinderen krijgen korte klassikale instructies en zijn vaak aan het werk, soms samen, soms alleen. De leerkracht heeft tijdens dit werken de gelegenheid de kinderen datgene te bieden dat zij nodig hebben. Een gedegen zorgsysteem en leerlingvolgsysteem helpen ons de juiste zorg te bieden en de kinderen de hulp te bieden die ze nodig hebben. Signaleringen via objectieve meetinstrumenten zoals de Citotoetsen en met een intelligentie onderzoek in de groepen 4, 6 en 8, ondersteunen ons hierbij. De schoolleiding en intern begeleiders coachen en begeleiden de leerkrachten om hun leerlingen zo goed mogelijk in de groep te helpen. Zij komen jaarlijks enkele keren op klassenbezoek en bespreken de groep en de leerlingen. Ons onderwijs is zo ingericht dat elke leerkracht voldoende tijd overhoudt om kinderen met speciale behoeftes extra of anders te begeleiden.
4. Extra hulp voor meer- en hoogbegaafden in een Plusklas Aan kinderen die snel de leerstof begrijpen, wordt extra leerstof aangeboden. Als deze kinderen echter, ondanks de extra uitdaging, in hun persoonlijke ontwikkeling dreigen vast te lopen, komen ze in aanmerking voor de Plusklas. Samen met een speciaal hiervoor vrijgemaakte leerkracht krijgen deze kinderen leerstof die bij hen past; tevens krijgt de sociaal-emotionele ontwikkeling van deze kinderen extra aandacht. Kinderen van verschillende leeftijden komen één keer in de week bij elkaar en werken samen aan hun persoonlijke ontwikkeling. Ze krijgen vanuit de Plusklas extra werk mee naar de klas, waar ze aan kunnen werken als ze klaar zijn met de reguliere lesstof of als alternatieve leerstof. Deze kinderen worden begeleid door een leerkracht, die gespecialiseerd is in de zorg voor deze kinderen. Aan het einde van het schooljaar wordt van elk kind bekeken of de noodzaak nog steeds aanwezig is, voor plaatsing in het jaar daarna. 5. Een katholieke school met veel aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling De Heydonck is een katholieke school die dit op een moderne wijze wil uitdragen. Bij de invulling van onze identiteit werken we daarom nauw samen met Antonius in Beweging. Centraal bij het werken in de klassen staan Bijbelverhalen. In elk leerjaar leren kinderen een achttal Bijbelverhalen kennen, die we met de kinderen uitwerken en verkennen. We vieren met elkaar de belangrijkste feesten zoals Kerstmis en Pasen, waarbij ook ouders worden betrokken. We assisteren de parochiële werkgroep bij de voorbereiding voor de Eerste Communie en het Vormsel. In onze bovenbouwgroepen besteden we aandacht aan andere wereldgodsdiensten, zo leren kinderen dat er meerdere godsdiensten zijn. 6. De creatieve vorming In deze zakelijke wereld, waarin onze kinderen opgroeien, is het steeds meer van belang dat onze kinderen creatief omgaan met problemen. Dat vraagt iets extra’s van ons denken en dat van onze kinderen. Onze school legt daarom een extra accent op de culturele vorming, zoals dans, muziek en drama. Er zijn cultuurcoördinatoren aangesteld die voor alle leerjaren een programma opstellen. Op beide locaties zijn compleet ingerichte ruimtes om het vak handvaardigheid en tekenen vorm te geven. Een vakleerkracht begeleidt de kinderen in dit proces. In ons totale onderwijsconcept streven wij naar het ontwikkelen van leerstrategieën. Dat komt expliciet aan bod bij onze creatieve vakken en binnen ons concept van Basisontwikkeling en Ontwikkelingsgericht Onderwijs, onze moderne methodes voor rekenen, taal en lezen, maar ook bij onze Plusklas. In de centrale ruimtes vindt u regelmatig resultaten van dit denk- en handelingsproces terug. Zelfs ouders hebben hierbij een rol via de versiergroep. De school biedt binnen alle leerjaren culturele activiteiten aan die passen bij het onderwijsprogramma in de diverse groepen. 7. Een jong en enthousiast team, volop in ontwikkeling, met een geprofessionaliseerd management- en zorgteam. Het team van de Heydonck is volop in ontwikkeling om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Binnen het Integraal Personeel Beleid wordt stevig ingezet op persoonlijke ontwikkelingsplannen. Schoolontwikkeling gaat samen met persoonlijke ontwikkeling. Er is een hechte samenwerking binnen de bouwen in onze school: onderbouw (groep 1 t/m 4) en bovenbouw (groep 5 t/m 8). De bouwcoördinatoren stimuleren en begeleiden het ontwikkelproces. Het managementteam, bestaande uit de directeur en de bouwcoördinatoren, hebben specifieke managementopleidingen gevolgd. Zij overleggen over managementvraagstukken van de Heydonck binnen het stafoverleg. Het zorgteam, bestaande uit de directeur en de intern begeleiders, overlegt binnen het zorgoverleg. De intern begeleiders hebben de opleiding intern begeleider gevolgd. Het uitgangspunt van de school is dat kinderen het goed naar hun zin hebben en zich veilig voelen. Daarnaast proberen we eruit te halen wat erin zit. Wij streven naar hoge kwaliteit! 8. Een school met een continurooster Onze school werkt met een continurooster met vijf gelijke dagen. Op maandag t/m vrijdag zijn de schooltijden van half negen tot kwart over twee. Alle kinderen blijven over en gebruiken hun lunch
samen met hun leerkracht. Een dergelijk continurooster biedt ons de gelegenheid om nog meer structuur in een dag te brengen, alle dagen verlopen zoveel mogelijk op dezelfde manier. Doordat we samen met de kinderen eten, drinken en pauzeren, maken we hen op een andere manier mee dan enkel in een lessituatie. Dit bevordert de band tussen kinderen en leerkracht, een band die we als belangrijkste voorwaarde zien om goed te kunnen werken binnen onze school.
2.4
Schoolgrootte
Op 1 oktober 2014 zijn er 376 kinderen op onze school. Er zijn 15 groepen waarvan 8 op Heydonck Naastenbest en 7 op Heydonck Heuveleind. Op locatie Naastenbest zitten ongeveer 200 kinderen en op locatie Heuveleind 175. Op beide locaties wordt het volledige aanbod gegeven van leerjaar 1 t/m 8. Kinderen maken hun schoolloopbaan op een en dezelfde schoollocatie af. Het team: Het aantal medewerkers bestaat uit 34 personen: een directeur, 29 leerkrachten en vier onderwijsondersteunende collega’s (drie onderwijsassistenten en een administratief medewerkster). Verder zijn er jaarlijks studenten van verschillende opleidingen aan onze school verbonden. We werken samen met Pabo de Kempel uit Helmond, ROC Willem I uit Den Bosch en ROC Eindhoven.
3
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1
De schoolorganisatie
De school is verdeeld in twee bouwen: de onderbouw: groep 1 t/m 4 de bovenbouw: groep 5 t/m 8 Van elke bouw heeft één leerkracht, de bouwcoördinator, een coördinerende taak. Regelmatig vindt parallel- (tussen dezelfde groepen) en bouwoverleg plaats. Op onze school wordt gewerkt met een klassikaal systeem, de kinderen zijn ingedeeld naar leeftijd. In de kleutergroepen wordt gewerkt met heterogene groepen. Dit betekent dat instromers en de kinderen van groep 1 en 2 in dezelfde groep geplaatst worden. Vanzelfsprekend sluit het onderwijs hierop aan. Onze methodes gaan uit van het principe basisstof en verrijkingsstof: een bepaalde basis geldt voor alle leerlingen, daarnaast krijgen kinderen wat zij nodig hebben, soms iets meer, soms iets minder of soms iets anders. Kinderen die dit nodig hebben kunnen extra worden geholpen. Hierdoor kunnen we beter differentiëren. Er zijn middelen aanwezig om de meer begaafde leerlingen voldoende uitdaging te blijven bieden. De methodieken worden steeds volgens een bepaalde cyclus vernieuwd en voldoen aan de kerndoelen. We werken volgens het model van “directe instructie met een weektaak”. Kinderen krijgen korte klassikale lessen, waarna ze zelfstandig gaan werken. De leerkracht werkt door met een kleine groep of met een individuele leerling. Als kinderen klaar zijn met de verwerking, gaan zij door met hun eigen weektaak. Deze bevat zowel opdrachten die voor alle kinderen gelden alsook specifieke opdrachten voor het kind. Op deze manier leren kinderen regelmatig en al in een vroeg stadium om zelfstandig te werken en om samen te werken. In de groepen 7 en 8 wordt de weektaak vervangen door een leercontract met elke leerling. Kinderen worden eigenaar van hun leerdoel: waar willen ze na de basisschool naar toe en wat moeten ze daarvoor doen? De grootte van de groepen varieert sterk en is afhankelijk van de vorderingen en de samenstelling van de diverse groepen. We volgen de groepen op hun cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling en stellen minimaal tweemaal per jaar de zorgbehoefte vast van elke groep. De groepen 1-2 en 3, de groepen 4, 5 en 6 en de groepen 7 en 8 vormen steeds meer een onderwijskundige eenheid. De groepen zijn nog steeds herkenbaar, maar er is een vergaande wijze van samenwerking. Zo worden roosters op elkaar afgestemd zodat kinderen van het ene leerjaar soms kunnen meedoen met een les in een ander leerjaar. Ook het zelfstandig werken is op hetzelfde moment, zodat de begeleiding niet altijd van de eigen leerkracht hoeft te komen. In de hogere groepen worden de vakken geschiedenis, aardrijkskunde, verkeer en natuur apart van elkaar onderwezen. We werken met methoden voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur. Omdat betrokkenheid van kinderen bij het leren op onze school een groot goed is, kiezen we ervoor met deze methoden ontwikkelingsgericht te werken. Er wordt veel gedaan aan de creatieve vorming. De vakleerkracht handvaardigheid verzorgt samen met de eigen leerkracht de lessen handvaardigheid waarbij vele technieken structureel worden aangeboden. De school heeft voor alle leerjaren specifieke culturele activiteiten op het programma staan. De komende jaren willen we deze lijst van activiteiten verder uitbreiden. Cultuur heeft daarom op onze school een speciale plaats naast de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling.
3.2
De organisatie van zorg voor leerlingen met specifieke behoeften
Ons onderwijs is zo ingericht dat in elke groep, kinderen dagelijks zelfstandig aan het werk zijn. De leerlingen gaan regelmatig zelfstandig aan de slag zodat de leerkracht gerichte hulp kan bieden aan kinderen met een specifieke hulpvraag. Dit bevordert de zelfstandigheid en biedt mogelijkheden tot differentiatie. De leerkracht kan kinderen individueel helpen en ondersteunt kleine groepen. Op deze manier sluit ons onderwijs meer aan bij de ontwikkelingen van de individuele kinderen. Wij hanteren het CITO-leerlingvolgsysteem om de voortgang van ons onderwijs te volgen. Tweemaal per jaar bespreken we de schoolresultaten in de teamvergadering. De computer wordt ingezet voor differentiatie, training, zorgverbreding en communicatie. Kwaliteitsverbetering realiseren we door op gezette tijden landelijk genormeerde toetsen af te nemen en observaties te doen. Over de resultaten hiervan is regelmatig overleg tussen de schoolleiding, de interne begeleider en de leerkracht en tussen leerkrachten onderling. Samenwerking en werken aan de doorgaande lijn zijn belangrijke voorwaarden voor onze onderwijskwaliteit.
3.3
Activiteiten van kinderen
Activiteiten in de kleuterbouw We werken volgens de principes van Basisontwikkeling. Dit onderwijsconcept is in de kleutergroepen het verst uitgewerkt. Centraal hierbij staan de 4 B’s: Betekenis: de activiteiten moeten betekenis hebben voor de kinderen. Betrokkenheid: via een rijke omgeving van allerlei hoeken rond eenzelfde thema proberen we de betrokkenheid van kinderen te bevorderen. Kinderen maken met de leerkracht de start van het project en worden daar mede verantwoordelijk voor gemaakt. Bedoelingen: de leerkracht biedt een omgeving aan om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Dat zal per kind verschillend zijn. Bemiddelende rol van de leerkracht: door mee te spelen en gesprekken te houden proberen we de bedoelingen en betekenis op elkaar af te stemmen. Een project wordt gestart met een woordveld waarbij de kinderen worden uitgenodigd mee te denken We onderscheiden de volgende activiteiten: spel en spelen rekenen- en wiskunde constructieve en beeldende lezen en schrijven gesprekken. Kinderen worden gevolgd via een volgsysteem dat HOREB heet. Observaties worden beschreven in het logboek en het kinderdagboek. Bij binnenkomst is er een ontvangstkring. Kinderen kunnen kiezen uit het deelnemen aan de ontvangstkring of het werken met de kleutermaterialen. Vanaf 9.00 uur wordt in hoeken, gericht gewerkt met de ontwikkelingsmaterialen binnen een bepaald thema. Verder staat er dagelijks een bewegingsles op het programma. Dit kan binnen in het speellokaal plaatsvinden of buiten op de speelplaats. Ter voorbereiding op groep 3 vinden er diverse activiteiten plaats in het kader van de ontluikende geletterdheid. Kringactiviteiten, werklessen en spelactiviteiten wisselen elkaar af. In de kleutergroepen vinden we een ruim scala aan ontwikkelingsmaterialen. Deze stimuleren de ontwikkeling van de kinderen op taal-, reken-, sociale-, motorische- en expressiegebieden.
Basisvaardigheden in de groepen 3 t/m 8 (lezen, schrijven, taal, rekenen) In groep 3 worden aspecten uit het concept van Basisontwikkeling gehaald ter bevordering van de kwaliteit van het leesonderwijs, we noemen dit het taalblokuur en van de kwaliteit van het rekenonderwijs, dat we het rekenblokuur noemen. Ook hier vinden we hoeken terug die voor kinderen een rijke omgeving zijn en betekenisvol zijn voor hun ontwikkeling. In groep 3 komen de kinderen tot lezen via de globaalwoorden die na analyse weer worden samengevoegd tot nieuwe woorden. Het is wonderbaarlijk hoe snel de kinderen dit in de eerste helft van het schooljaar oppikken. In toenemende mate zien wij dat steeds meer kinderen in groep 2 al aardig kunnen lezen. Hier sluiten we in groep 3 zo goed mogelijk op aan; de samenwerking tussen de leerjaren 2 en 3 krijgt op onze school steeds meer vorm. De school beschikt in alle leerjaren over moderne methodes voor alle vakgebieden. We werken volgens het model van ‘directe instructie en weektaak’, waarbij de leerkracht rekening houdt met de verschillen tussen kinderen en waarbij niet alle kinderen altijd hetzelfde hoeven te doen. Wereldoriënterende vakken We kennen vanaf groep 5 voor de vakken natuur, aardrijkskunde en geschiedenis een cursorische opbouw. Voorlopers van aardrijkskunde, geschiedenis en natuur vinden we terug in groep 4. Binnen deze vakken werken we in de groepen 4 t/m 8 volgens de uitgangspunten van ontwikkelingsgericht onderwijs. De betekenis van de lessen, de betrokkenheid van de kinderen hierbij en de bedoeling van de leerkracht staan uitdrukkelijk centraal. Expressie activiteiten Handvaardigheid en tekenen vinden we belangrijk. Vandaar dat u op beide locaties ruim ingerichte lokalen terugvindt voor handvaardigheid en tekenen. Voor handvaardigheid is er een vakleerkracht voor de groepen 4 t/m 8. Culturele activiteiten Cultuur heeft op onze school een belangrijk accent. We vinden het belangrijk dat kinderen in aanraking komen met verschillende culturele activiteiten. Voor alle leerjaren hebben we culturele activiteiten en uitstapjes gepland die passen bij ons onderwijsaanbod. Jaarlijks proberen we dit aanbod te verrijken en aan te passen. In de groepen 1-2 en 3 ligt het accent op dans, de kinderen krijgen regelmatig dans- en bewegingslessen. In de groepen 4, 5 en 6 ligt het accent op muziek, waarbij de kinderen algemene muzikale vorming krijgen. In de groepen 7 en 8 ligt het accent op drama-lessen. Verder proberen we kinderen op een zo breed mogelijke wijze in contact te brengen met cultuur, in de meeste brede zin van het woord. Zowel door zelf te doen alsook te kijken, te luisteren en te ervaren. Onze school beschikt over cultuurcoördinatoren die leerkrachten ondersteunen bij de inzet van cultuur in hun lessen. Lichamelijke opvoeding Tussen de beide locaties vinden we Sporthal Naastenbest en gymzaal Heivelden waar de gymlessen plaatsvinden. Voor de kleutergroepen is op elke locatie een speellokaal in het schoolgebouw. Om niet teveel tijd te verliezen met het lopen en fietsen van en naar de sporthallen, zetten we zoveel mogelijk dubbele gymlessen in. De school maakt gebruik van de meest actuele gymnastiekmethode. Sociale vorming en levensbeschouwing Tussen deze twee gebieden liggen veel raakvlakken. Toch hebben ze elk hun eigen accenten. We vinden de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen erg belangrijk, we werken aan het hanteren van waarden en normen, aan het dragen van verantwoordelijkheid en het omgaan met gevoelens. Hiervoor gebruiken we in de groepen 1 t/m 6 de methode “Ik maak me sterk” van Fides en in de groepen 7 en 8 de methode “Passie en Talent”, een onderdeel van de Human Dynamics theorie. Levensbeschouwing besteedt aandacht aan levensvragen. De katholieke opvatting is ons
uitgangspunt. We hebben de contacten met Antonius in Beweging aangehaald en we hebben voor alle leerjaren Bijbelverhalen uitgezocht waaromheen we onze katholieke identiteit vorm geven.
ICT We stimuleren het gebruik van de computer. Elke groep beschikt permanent over twee pc’s en een digitaal schoolbord. Verder staan een aantal computers centraal opgesteld in de school. Wij vinden de ontwikkelingen op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT) voor het onderwijs erg belangrijk. Hierbij denken we aan zelfstandig leren, differentiëren, communiceren en het goed voorbereiden op een volwaardige plek in de samenleving. Leerlingen leren meer en presteren beter als zij de juiste hulpmiddelen daarvoor hebben. Hierdoor creëren we aantrekkelijker onderwijs, krijgen we beter gemotiveerde leerlingen en werken we meer-op-maat. Huiswerk Wij willen huiswerk slechts in beperkte mate meegeven. In de hogere groepen zal dit meer voorkomen dan in de lagere groepen. Huiswerk op onze school is erop gericht de kinderen te leren om huiswerk te maken en hiermee om te gaan. Vormen van huiswerk: a. Individueel huiswerk als extra oefening wordt gegeven na overleg met de ouders. D.w.z. de uitleg en eerste oefeningen vinden plaats op school. b. Huiswerk met het oog op het bevorderen van de zelfstandigheid en het taakbesef wordt gegeven in de groepen 7 en 8. c. Huiswerk ter verhoging van de belangstelling en de zelfstandigheid.
4. 4.1
ZORG VOOR KINDEREN
Passend onderwijs voor alle kinderen
Op onze school streven we ernaar om alle kinderen passend onderwijs te geven. Kinderen die in de wijk van onze school wonen, kunnen in principe op onze school terecht om het onderwijs te krijgen wat zij nodig hebben. We zullen alles in het werk stellen om kinderen de zorg te bieden die ze nodig hebben. Kinderen leven en spelen met elkaar in de wijk waarin ze wonen, daarin moet het ook mogelijk zijn om samen onderwijs te krijgen, rekening houdend met alle verschillen die er tussen kinderen bestaan. Ook dit vinden we een vorm van leren, zowel voor de kinderen en hun ouders als voor onszelf. Slechts in situaties waarin we geen of te weinig vorderingen meer maken of waarin de veiligheid voor kinderen en/of personeel in gevaar komt, zullen we kinderen verwijzen naar vormen van speciaal onderwijs. Op school is een visiedocument Passend Onderwijs Best in te zien. 4.2
Volgen van de ontwikkeling van alle kinderen
Leerkrachten volgen de ontwikkeling van kinderen in hun groep. Deze gegevens worden opgeslagen in het leerling-dossier. Hierin zitten toetsgegevens, observatielijsten, verslagen van onderzoeken, testgegevens enz. In groep 1-2 hanteren we een kinderdagboek vanuit het observatiesysteem HOREB, een systeem wat we ook gebruiken in groep 3. Daarnaast nemen we toetsen af uit het leerlingvolgsysteem van Cito en hanteren we observatielijsten uit het dyslexie protocol. Ook in groep 3 t/m 8 worden naast observaties en toetsgegevens uit de methoden, Cito-toetsen gebruikt als objectief middel om zowel op groeps- als schoolniveau te kunnen evalueren. Hieronder verstaan wij toetsen voor taal, technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en voor het sociaalemotioneel gebied. In de groepen 4, 6 en 8 nemen we een test af die een indicatie geeft van de mogelijkheden van het kind: in de groepen 4 en 6 is dit de NSCCT en in groep 8 de NIO. Zo ontstaat een compleet beeld van uw kind. Alle groepen gebruiken jaarrapporten. Tevens krijgt u van uw kind vanaf groep 2, twee keer per jaar een uitdraai van de Cito-gegevens. Het leerling-dossier wordt bewaard en beheerd door de groepsleerkracht. De schoolleiding en interne begeleiders bespreken de overzichten met de leerkracht tijdens groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen. In bijlage 1 vindt u een overzicht van de resultaten van ons onderwijs. 4.3
Extra zorg intern en extern
Intern Algemeen In de orthotheek zijn een aantal hulpmiddelen verzameld om kinderen extra te begeleiden. Meestal wordt extra hulp in de groep georganiseerd. Het kind wordt dan voornamelijk tijdens het zelfstandig werken en tijdens de directe instructie geholpen door de groepsleerkracht. Op onze school werken onderwijsassistenten die ook voor extra ondersteuning kunnen zorgen voor groepen of individuele kinderen. Om de twee weken is er zorgoverleg van intern begeleiders en directie, waarbij groepen en leerlingen en het reilen en zeilen van de zorg op school worden besproken. Het doorspreken van leerlingen door de interne begeleider Op onze school werken twee interne begeleiders, een voor groep 1-2 t/m 4 en een voor groep 5 t/m 8. Zij coördineren in nauwe samenwerking met de leerkrachten de zorg voor alle kinderen binnen de school, zowel op individueel als op groeps- en schoolniveau. Signalen van de leerkracht, uitslagen
van toetsen, observaties en gesprekken met ouders en leerlingen worden structureel besproken in groeps- en leerlingbesprekingen. De interne begeleider komt op klassenbezoek en tijdens spreekuren worden zorgkinderen doorgesproken met de groepsleerkracht, de interne begeleider en de schoolbegeleider. Hieruit volgt al dan niet een plan van aanpak. Ouders worden op de hoogte gebracht door de groepsleerkracht. De groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor de totale aanpak en werken planmatig met een groepsplan en waar nodig met een individueel handelingsplan. Onze school ziet ouders als een belangrijke partner voor het bereiken van de beste resultaten voor onze kinderen. Wij vinden het belangrijk om, daar waar mogelijk, samen met u ons onderwijs en onze zorg voor uw kind zo goed mogelijk vorm te geven. Thuis en school zijn de belangrijkste leefmilieus van een kind. Als ouders doet u van jongs af aan dagelijks ervaringen op met uw kind. U weet veel over het karakter, de ontwikkeling en de beste aanpak voor uw kind. Leerkrachten maken uw kind ook een groot deel van de dag mee en zien van uw kind vooral de ontwikkelingen in het leren en in het gedrag in de groep. Wij vinden het belangrijk om deze ervaringen met elkaar uit te wisselen. Daarmee willen we gezamenlijk de ontwikkeling van uw kind zo goed mogelijk stimuleren en begeleiden. Inzet orthopedagoog De basisscholen in Best hebben een eigen orthopedagoog in dienst. In haar werk houdt zij zich bezig met het adviseren en begeleiden van de scholen. Dit houdt onder meer in dat de orthopedagoog gesprekken voert in het kader van het leerkrachthandelen. Tijdens deze gesprekken brengt de leerkracht casussen uit de praktijk in en geeft de orthopedagoog adviezen hoe de leerkracht met deze casussen om kan gaan. Ook kan het voorkomen dat de orthopedagoog in de klas komt observeren en aan de hand daarvan de leerkracht adviezen geeft in het kader van het leerkrachthandelen. Naast het versterken van het leerkrachthandelen, verricht de orthopedagoog ook onderzoek bij leerlingen waarbij sprake is van handelingsverlegenheid van de school. Er zijn verschillende soorten van onderzoek mogelijk: ▪ Een observatie: de orthopedagoog observeert het kind in de klas en/of de schoolse situatie. ▪ Een intelligentieonderzoek: de orthopedagoog neemt een intelligentietest af. ▪ Een onderzoek gericht op de informatieverwerking en/of aandacht: de orthopedagoog neemt, afhankelijk van de vraag en de uitkomsten van een eerder afgenomen intelligentieonderzoek, een aantal tests af die de informatieverwerking, de concentratie en/of de aandacht meten. ▪ Een onderzoek gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling: de orthopedagoog laat de leerling en/of de leerkracht en/of de ouders een aantal vragenlijsten invullen. Ook kan er gebruik gemaakt worden van projectiemateriaal en vindt er een gesprek met het kind plaats. Bij al deze onderzoeken wordt niet alleen specifiek naar de uitkomsten van de testen gekeken, maar wordt tevens de leerling en zijn/haar werkhouding geobserveerd. Ook is het, naast bovenstaande vormen van onderzoek, mogelijk dat school en/of ouders vragenlijsten invullen die de orthopedagoog vervolgens verwerkt. IZAT en CLB Soms heeft de school zelf niet voldoende mogelijkheden om, indien nodig, de situatie van uw kind echt te verbeteren. De school kan dan, na overleg met u, het IZAT inschakelen of de orthopedagoog die aan onze school verbonden is. Het IZAT staat voor “Intern Zorg en Advies Team”. Het IZAT heeft als doelstelling het verlenen van lichtpedagogische hulp. Het IZAT bestaat uit de intern begeleiders van twee of drie scholen samen, een jeugdverpleegkundige van de GGD en een maatschappelijk werker. Naast deze vaste deelnemers kunnen ook de leerkracht of andere deskundigen gevraagd worden deel te nemen. Deze deskundigen kunnen met hun specifieke kennis een bredere kijk geven op de ontwikkeling van uw kind en op wat er nodig is aan hulp en/of ondersteuning. Zij kunnen die hulp soms zelf bieden of zij kunnen u en uw kind begeleiden naar andere hulp. Het IZAT komt ongeveer zes keer per jaar bij elkaar. Hoe werkt het IZAT? U besluit samen met school uw kind aan te melden. De interne begeleider van uw kind verzamelt alle informatie die nodig is om goed overleg te kunnen voeren.
Binnen het IZAT wordt de situatie van uw kind besproken. Alle informatie wordt vertrouwelijk behandeld. Eventueel doet het IZAT aanvullend onderzoek of laat dat doen. Het advies wordt met u en de leerkracht besproken. Hulp wordt in gang gezet en uitgevoerd. Indien nodig bereidt het IZAT samen met u een aanvraag voor specialistische hulp voor. Na een afgesproken periode worden resultaten met u en met de leerkracht besproken. Het IZAT bespreekt hoe het nu met uw kind gaat en of eerdere adviezen en hulp goed zijn uitgevoerd. Soms kan een nieuw advies of andere hulp gegeven worden.
De besprekingen met de orthopedagoog (consultatieve leerlingenbespreking, CLB) vinden 8 à 10 keer per jaar plaats in de vorm van spreekuren. Hierbij kan een leerkracht, met toestemming van de ouders, advies inwinnen over een leerling waar hij of zij hulp bij nodig heeft. Hoe werkt de CLB? De leerkracht van uw kind verzamelt alle informatie die nodig is om goed overleg te kunnen voeren. Binnen de CLB wordt de situatie van uw kind besproken door leerkracht, interne begeleider en orthopedagoog. Alle informatie wordt vertrouwelijk behandeld. Eventueel doet de orthopedagoog aanvullend onderzoek. Het advies wordt met u en de leerkracht besproken. Hulp wordt in gang gezet en uitgevoerd. Indien nodig wordt u verwezen voor specialistische hulp. Hulp wordt in gang gezet en uitgevoerd. Na een afgesproken periode worden resultaten met u en met de leerkracht besproken. In de CLB wordt besproken hoe het nu met uw kind gaat en of eerdere adviezen en hulp goed zijn uitgevoerd. Soms kan een nieuw advies of andere hulp gegeven worden. Meer/ en hoogbegaafdheid Voor meer- en hoogbegaafde kinderen die op sociaal-emotioneel gebied wat extra begeleiding nodig hebben, is er binnen onze school een Plusklas. Een leerkracht werkt daarbij met kleine groepen meerbegaafde leerlingen. Het beleidsstuk hoogbegaafdheid is richtinggevend en valt onder verantwoordelijkheid van de interne begeleiding. De nadruk van dit wekelijks contact ligt op het delen van emoties, hoe voel je je op school, waar loop je tegenaan en wat kun je eraan doen? Maar ook hoe ga je om met elkaar? Daarnaast vinden we leren leren ook heel belangrijk bijvoorbeeld hoe pak je een taak aan en wat doe je als een opdracht ineens héél moeilijk voor je is? Hoe zet je door? Hoe werk je samen? De leerlingen worden uitgedaagd om op meerdere manieren naar een onderwerp te kijken. Op beide locaties is een groep samengesteld. De cognitieve uitdaging voor deze leerlingen wordt zoveel mogelijk in de klas aangeboden. Extern Het beleid van de overheid is erop gericht dat kinderen met ontwikkelingsproblemen zoveel mogelijk in de basisscholen blijven en dat in die scholen de zorgbreedte vergroot wordt. Samen met de andere basisscholen in Best zoeken we mogelijkheden om kinderen in Best naar school te laten gaan binnen het project “Passend Onderwijs”. Lukt het na enige tijd niet om de leerling voldoende te helpen dan kan er ook nog hulp worden ingeroepen van buiten de school. De school moet dan het probleem uiteenzetten in een Onderwijskundig Rapport waarbij de ouders betrokken worden. Dat rapport gaat naar de zogenaamde Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), een commissie die vaststelt of er hulp van buiten georganiseerd kan worden, en zo ja welke. Soms krijgt de school aanwijzingen om de begeleiding van het kind op een andere wijze aan te pakken, soms loopt er hulp via samenwerking van basisscholen in Best en in andere gevallen komt er hulp vanuit het Speciaal Basisonderwijs (SBO). In een aantal gevallen lukt het uiteindelijk niet om het kind in het basisonderwijs voldoende te helpen. In die situatie is er een mogelijkheid (maar wel een beperkte) dat het kind via de PCL toelaatbaar geacht wordt voor het Speciaal Basisonderwijs. De ouders moeten daar toestemming voor geven. Afhankelijk van de ontwikkeling van een kind kan het een oplossing zijn om de leerling een jaar over
te laten doen. Belangrijke factoren hierbij zijn de persoonlijkheidsontwikkeling van het kind en het verwachte rendement hiervan. Ook gebeurt het wel eens dat een leerling versneld door de leerstof gaat. Ook hierbij is de persoonlijkheidsontwikkeling van het kind uitgangspunt. Het besluit of een kind doubleert of versnelt, wordt genomen door het zorgoverleg van de school, dit zijn de directeur en de interne begeleiders. Het besluit tot doubleren of versnellen wordt genomen nadat de interne begeleider hierover de leerkracht en de ouders van het kind heeft geraadpleegd.
4.4
Overgang naar het voortgezet onderwijs
De leerlingen van groep 8 vormen de groep schoolverlaters die op het eind van het schooljaar de overstap maken naar het voortgezet onderwijs. De basisschool geeft een advies voor het type onderwijs dat het kind het beste kan gaan volgen. Ouders geven hun kind op bij een school voor voortgezet onderwijs van hun keuze, waarbij zij het advies van de basisschool meenemen. Op onze school zijn de leerkrachten van groep 7 en 8, de interne begeleider bovenbouw en de directeur verantwoordelijk voor het uiteindelijke schooladvies. Samen komen zij tot een gezamenlijk schooladvies voortgezet onderwijs. Onze school gebruikt de volgende informatie om tot een gedegen schooladvies te komen:
De mening van de ouders. Tijdens het eerste oudergesprek in groep 8 wordt de mening van de ouders gevraagd over de schoolkeuze van hun kind. De schoolvorderingen. Het gaat hier om de resultaten die het kind in de loop van de jaren heeft laten zien: rapporten en toetsen uit het leerlingvolgsysteem. De vermogens van de kinderen, een indicatie voor intelligentie. In de groepen 4, 6 en 8 nemen de kinderen deel aan een intelligentieonderzoek. De uitslagen hiervan nemen we mee in ons advies. In de groepen 4 en 6 is dit de NSCCT en in groep 8 is dit de NIO. De leerlingenkenmerken, de persoonlijkheidskenmerken van het kind. Onze school gebruikt hiervoor een instrument. Verder vinden we het algemene beeld dat de leerkrachten van het kind hebben belangrijk: werkhouding in de klas, huiswerkhouding, kunnen plannen, reflecteren, samenwerken, weerbaarheid e.d.
Op basis van deze gegevens stellen we een definitief schooladvies op voor het voortgezet onderwijs. Dit advies is bindend. Ouders worden geïnformeerd tijdens een eerste oudergesprek in november. In januari wordt het definitieve advies gegeven. De uitslag van de Eindcito is pas na het definitieve schooladvies beschikbaar en kan de uitslag van het advies niet meer beïnvloeden. Ouders nemen de uitslag wel mee naar de school van voortgezet onderwijs. Deze school plaatst het kind op basis van het schooladvies basisschool en Eindcito uitslag. Rond december/januari komt er een uitgebreide informatiestroom op u af: onderwijskranten, brochures, enz. Omstreeks maart schrijft u uw kind in op de school voor voortgezet onderwijs; uw kind moet op een school zijn ingeschreven. Voor leerwegondersteunend- en praktijk onderwijs wordt in groep 7 de procedure opgestart. De nazorg vindt plaats door contacten vanuit het voortgezet onderwijs met de school van herkomst nadat de kinderen geplaatst zijn. De leerlingen worden doorgesproken en er vindt terugkoppeling plaats van de vorderingen / ontwikkelingen op de betreffende school. In het begin van het schooljaar krijgen alle ouders van een kind in groep 8 tijdens een informatieavond informatie over het voortgezet onderwijs en over de wijze waarop het advies van de basisschool tot stand komt.
5. 5.1
LERAREN Algemeen
Onze school heeft een team van ongeveer 30 mensen, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de schoolorganisatie. Naast leraren zijn ook onderwijsassistenten werkzaam op onze school. Door de grootte van het team is er gekozen voor een organisatiestructuur in kleinere verbanden: de bouwen. Er is een onder- en een bovenbouwteam. Om de eenheid in het team te bevorderen zijn er regelmatig vormen van overleg, informele bijeenkomsten, gezamenlijke pauzes, lunches en is er een personeelsvereniging die activiteiten voor het team regelt. Tevens hebben we jaarlijks een aantal studiedagen. We zijn trots op een enthousiast en hard werkend team. Saamhorigheid, vertrouwen, openheid, respect en liefde voor de kinderen zijn belangrijke begrippen bij de mensen die op onze school werken. Onze leerkrachten zijn goed bekend met de principes van Human Dynamics. We weten van elkaar welke dynamieken we hebben en hoe we van hieruit het beste met elkaar kunnen samenwerken. Ook herkennen we deze dynamieken steeds beter bij kinderen, waardoor we kinderen beter begrijpen en steeds beter in staat zijn hen op de juiste wijze te benaderen. 5.2
Begeleiding studenten e
e
e
Vanuit de Pabo verzorgen wij de begeleiding van stagiaires. Dit kunnen 1 , 2 of 3 jaars studenten zijn of studenten die gaan afstuderen: de WPO-student. Zij worden een deel van een jaar in een bepaalde groep begeleid. Zij geven lessen of nemen een bepaald project op zich. Steeds is de groepsleraar eindverantwoordelijk voor het onderwijs in de groep. Onze school werkt samen met Pabo de Kempel uit Helmond. Naast studenten van de Pabo begeleiden we ook studenten van het ROC. Deze studenten volgen een opleiding tot klassenassistent of onderwijsassistent. We werken samen met Willem I College uit Den Bosch en met Fontys ROC uit Eindhoven. Stagiaires uit andere opleidingen, bijvoorbeeld pedagogiek, drama, gymnastiekopleiding, krijgen in principe een plaats mits de organisatie van de school dit toelaat. Soms volgen studenten een snuffelstage op onze school. Het gaat hierbij om een korte stageperiode van een of twee weken om te ontdekken of het werken in het basisonderwijs iets is voor de toekomst. 5.3
Scholing
Het onderwijs is sterk in ontwikkeling. Het is van groot belang dat leraren zich blijven ontwikkelen om zo de kwaliteit van het onderwijs in de groep te garanderen. Elke leraar heeft daarom een eigen persoonlijk ontwikkelingsplan, een POP, waarin concrete doelstellingen zijn omschreven om het werken als leraar te verbeteren. Ook op teamniveau worden scholingsbijeenkomsten georganiseerd die gericht zijn op het uitwerken van de visie van de school. De komende jaren zullen wij verder werken aan het didactisch en pedagogisch handelen van de leerkracht om zodoende ons onderwijs nog beter te kunnen verzorgen en kinderen steeds beter te kunnen begeleiden. Het pedagogisch klimaat blijft als rode draad door de school lopen. 5.4
Wijze van vervanging bij ziekte en verlof
We streven ernaar om niet meer dan twee leerkrachten in elke groep te hebben. Verschillende groepen hebben twee leerkrachten die in een duobaan werken; er zijn ook groepen met een fulltime leerkracht. Sommige leerkrachten genieten compensatieverlof, daarnaast hebben een aantal leerkrachten ouderschapsverlof of maken gebruik van de bapo-regeling in het onderwijs, waarbij zij vrije tijd inkopen. De vervanging van deze verloven proberen we zoveel mogelijk door dezelfde mensen te laten gebeuren, zodat kinderen niet meer dan twee leerkrachten in hun groep krijgen. De complexiteit
van verloven maakt het ons echter steeds moeilijker om hiermee rekening te houden. Voor vervangingen tijdens ziekte of ander verlof werken wij zoveel mogelijk met vaste invallers en stagiaires die bekend zijn met de werkwijze van de school en die bekend zijn bij de kinderen.
6. 6.1
OUDERS
Uw rol in onze school
Uw betrokkenheid bij onze school en bij het onderwijs van uw kind, draagt bij aan het succes van uw kind op school. U laat uw kind merken dat u geïnteresseerd bent in hem/haar en dat u wilt weten hoe het op school gaat. Elke ochtend kunt u gebruik maken van de inloop, van 8.20 tot 8.30 uur, en kunt samen met uw kind een werkje maken of bekijken. Tevens kunt u kort even contact hebben met de leerkracht of een afspraak maken voor een gesprek. U bent naar uw kind toe altijd positief over de school en de leerkracht. Hebt u vragen of kritiek, bespreek dit dan, zonder dat uw kind hierbij aanwezig is, met de leerkracht of de schoolleiding. Samen willen we tot een goede oplossing komen voor uw kind, die we samen uitdragen naar hem/haar. Op deze manier blijft het naar schoolgaan voor uw kind prettig en veilig en zal het zich geborgen voelen in een helder en duidelijk schoolklimaat. Een kind wat goed in zijn vel zit en graag naar school komt, zal betere schoolresultaten halen. Uw rol is dus van substantieel belang voor het slagen van uw kind op school. Graag willen we er samen met u voor zorgen dat uw kind op onze school een fijne en goede tijd heeft. 6.2
Informatie
Informatieavond Een keer per jaar krijgt u een uitnodiging voor een informatieavond. Deze avonden vinden plaats in het begin van het schooljaar; voor de groepen 1-2 op het einde van het schooljaar, dus nog voor de zomervakantie. U wordt geïnformeerd over de werkwijze op school en u maakt kennis met de leerkracht(en) van uw kind. In elke groep krijgt u informatie over het lesprogramma van dat schooljaar. De groepen 7 en 8 zullen u tevens informeren over de overgang naar het voortgezet onderwijs. Inkijkmoment Minimaal eenmaal per jaar wordt u door de groep van uw kind uitgenodigd om in de klas te komen kijken. Het betreft dan een presentatie rondom het thema wat op dat moment in de groep speelt. Ouders zijn soms ook actief betrokken tijdens deze momenten. Rapporten en oudergesprekken In alle groepen wordt twee keer per jaar een rapport meegegeven, eenmaal op de helft van het schooljaar en eenmaal op het einde. Tweemaal per jaar wordt u uitgenodigd voor een oudergesprek. Het eerste gesprek is in het begin van het schooljaar en heeft als doel de verwachtingen rondom uw kind met de leerkracht te bespreken. Het gesprek is vooral informatief zowel van de ouder naar de leerkracht als van de leerkracht naar de ouder. Het tweede gesprek vindt plaats na het uitreiken van het eerste rapport en hierin worden de vorderingen van het eerste halfjaar besproken. Worden de verwachtingen en doelen bereikt die tijdens het eerste gesprek zijn besproken? Na het tweede rapport op het einde van het schooljaar kunt u naar behoefte een gesprek met de leerkracht aanvragen. De leerkrachten van groep 8 houden naast de eerste rapportbespreking, adviesgesprekken voor het voortgezet onderwijs in januari en/of februari. Incidenteel gesprek U kunt altijd tussendoor een afspraak maken met de leerkracht. Bij voorkeur niet op de vergaderdagen die binnen een cyclus van vier weken op dinsdagen of donderdagen gepland zijn. 6.3
Meehelpen op school
Ouderhulp wordt door ons zeer op prijs gesteld. Ouders zijn een waardevolle ondersteuning in het onderwijs, regelmatig zal er een beroep op u worden gedaan om te helpen. Behalve dat u ons helpt in de organisatie, hebt u op deze manier opnieuw een mogelijkheid uw betrokkenheid naar uw kind, bij zijn werken op school, te vergroten.
Jaarlijks wordt een enquêteformulier aan de kinderen meegegeven, waarbij men zich voor de diverse activiteiten kan opgeven. Tussentijds kunt u zich steeds opnieuw aanmelden bij de klassenouders. Voor elke groep zijn een of twee klassenouders aangesteld. De klassenouder zorgt op aanvraag van de oudervereniging of van de leerkracht, voor ouderhulp voor vervoer en/of begeleiding binnen of buiten de klas. De klassenouder is niet verantwoordelijk voor de betreffende activiteit. Verder is deze geen tussenpersoon voor eventuele moeilijkheden op school, hiervoor benadert u altijd de leerkracht. Voor ouderhulp bij de lessen hanteren wij de volgende afspraken: 1. 2.
3.
Bij verhindering meldt men zich tijdig af bij de klassenouder, die dan voor vervanging zorgt. De groepsleerkracht heeft de verantwoording voor de hele groep. Disciplinaire maatregelen tegen kinderen worden alleen door de leerkracht genomen en niet door de ouders, die op de school ondersteuning geven. Wanneer het een les betreft, waarbij instructie vooraf noodzakelijk is, is het prettig als de meehelpende ouders bij de instructie aanwezig zijn. 6.4
Oudervereniging
Onze school heeft een oudervereniging (OV) waarin ouders zich hebben verenigd. De Oudervereniging heeft als doelstelling allerlei leuke activiteiten voor kinderen te organiseren buiten het reguliere schoolprogramma. Om dit te kunnen bereiken werken ouders, leerkrachten en directie samen. Sinds november 2004 is de OV een officiële vereniging met volledige rechtsbevoegdheid. De statuten zijn gedeponeerd bij de notaris. Binnen de vereniging is er geen sprake van vrijwillige ouderbijdrage, maar van een vrijwillig lidmaatschap, wel met de verplichting tot betalen van een jaarlijkse contributie. De Oudervereniging bestaat uit ouders/verzorgers, waarvan een of meerdere kinderen op onze school zitten en die zich als lid hebben aangemeld. Uit deze leden is een bestuur gekozen van 16 personen met een voorzitter, penningmeester en secretaris. Zij organiseren de activiteiten en beheren de contributie inkomsten. Ieder jaar tijdens de Algemene Ledenvergadering, wordt hiervan verslag gedaan. Namens het schoolteam zijn er twee leerkrachten bij de vergaderingen aanwezig. Samen met de school worden de activiteiten van de OV vastgesteld: de sinterklaasviering, kerstviering, carnaval, de goededoeldag en de Heydonckdag. Via de “OV-Nieuwsbrief ” wordt u geïnformeerd over alle activiteiten die de OV organiseert en bekostigt. Alle activiteiten zouden zonder uw hulp niet uitgevoerd kunnen worden, dus ook voor aankomend schooljaar hopen wij weer op veel enthousiaste hulp van uw kant! Alle ouders/verzorgers waarvan het kind op onze school zit, kunnen lid worden van bovengenoemde Oudervereniging door zich schriftelijk aan te melden. Een inschrijfformulier kunt u ophalen bij de leerkracht van uw kind of downloaden op www.bs-heydonck.nl. Instromers in de kleutergroep krijgen een inschrijfformulier bij aanmelding. Het wel of geen lid worden van de Oudervereniging heeft geen enkele invloed op het onderwijsprogramma van uw kind en is ook niet bepalend voor de toelating. Kinderen waarvan de ouders geen lid zijn, kunnen wel worden uitgesloten van bepaalde activiteiten die met contributiegelden van de Oudervereniging worden bekostigd (zoals o.a. het schoolreisje). Dus door lid te worden van de Oudervereniging stelt u ons in staat de schooltijd van uw kind nog leuker te maken. Indien u zich aanmeldt als lid van onze vereniging, verplicht u zich tot het betalen van de jaarlijkse contributie. Ouders zijn niet verplicht om lid te worden van de Oudervereniging. De contributie wordt vastgesteld tijdens de Algemene Ledenvergadering en is voor het schooljaar 2014-2015 nog niet vastgesteld. Voor het schooljaar 2013-2014 bedroeg de contributie € 35 per kind. Voor kinderen die na 1 februari nieuw op school komen, betalen de ouders de helft van de contributie. Betaling kan op de volgende manieren: Via een automatische incasso in 1 termijn. De contributie wordt in november in een keer van uw rekening afgeschreven. Via een automatische incasso in 2 termijnen. De helft van het bedrag wordt in november en het restant begin april van uw rekening afgeschreven.
Door de contributie voor 1 november zelf over te maken op rekeningnummer 1070.60.183 Bij deze mogelijkheid is betalen in termijnen niet mogelijk.
Degenen die geen/weinig middelen hebben om de contributie te betalen en erkend zijn bij de gemeente als minima, kunnen contact opnemen met de directeur van de school. Voor hen is kwijtschelding of een reductieregeling mogelijk. Schroom niet ons te benaderen als u vragen heeft. Dat geldt ook voor op- of aanmerkingen, leuke ideeën, of natuurlijk als u interesse heeft om de OV te komen versterken in het bestuur. Voor dit alles kunt u contact opnemen met een bestuurslid (zie kalender van de school), of een bericht sturen naar ons e-mail adres
[email protected]. Onze statuten en het huishoudelijk reglement zijn op te vragen bij het secretariaat. 6.5
Medezeggenschapsraad
De medezeggenschap in het onderwijs wordt geregeld via de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS). Dit is vergelijkbaar met een ondernemersraad binnen een bedrijf. Binnen de MR bespreken vertegenwoordigers van ouders en team beleidszaken van school en schoolbestuur. Op de Heydonck zijn vier leerkrachten gekozen door het team en vier ouders gekozen door de ouders. De zittingsduur is drie jaar. De medezeggenschapsraad heeft tot doel goed overleg tussen de bij de school betrokken onderwijsgevenden en de ouders te bewerkstelligen. Dit in het belang van het goed functioneren van de school, zodat de doelstellingen van de school worden verwezenlijkt. De directeur vertegenwoordigt het schoolbestuur binnen de MR. Beleidsmatige onderwerpen staan centraal. De medezeggenschapsraad bevordert zoveel mogelijk openheid, openbaarheid en onderling overleg in de school. De medezeggenschapsraad heeft bovendien de taak te waken tegen elke vorm van discriminatie op school. Het bestuur is verplicht aan de medezeggenschapsraad die informatie te verschaffen die hij voor de vervulling van zijn taak nodig heeft. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) bestaat uit vertegenwoordigers van elke school onder het bestuur. Elke MR vaardigt een ouder en een leerkracht af binnen de GMR. De GMR bespreekt met het bevoegd gezag schooloverstijgende zaken van de acht scholen binnen onze stichting. Zij zal het bestuur adviseren of zal instemming verlenen en eventueel voorstellen doen. 6.6
Klachtenprocedure
Voor de algemene dagelijkse praktijk kunt u terecht bij de betrokken leerkrachten of bij de directie. Uitgangspunt is dat de contacten zo direct mogelijk zijn. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen die een rechtstreekse stap doen overslaan. Op school is een klachtenregeling aanwezig zoals die is ontwikkeld door de koepelorganisaties. Deze ligt ter inzage op school en wordt op verzoek van ouders meegegeven. De klachtenregeling geldt voor iedereen die op een of andere manier bij school betrokken is. De klachtenregeling behelst klachten in de ruimste zin van het woord. Hieronder valt naast seksuele intimidatie ook discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Aanspreekpunten voor de klachten zijn een viertal contactpersonen van de school. Deze zijn op beide locaties aanwezig, hun namen staan vermeld op onze schoolkalender. Ook kunt u rechtstreeks de vertrouwenspersoon benaderen. In overleg met haar kunt u de klacht al dan niet bij de klachtencommissie melden. Indien er echter aanleiding toe is kunt u uw klacht ook direct melden bij de klachtencommissie. Als u vindt dat uw klacht niet naar tevredenheid door de onderwijsinstelling is afgehandeld, kunt u contact opnemen met de vertrouwensinspecteur. Dit kan pas na afhandeling van de klacht door de onderwijsinstelling. Bij klachten betreffende seksuele intimidatie kunt u zowel de normale
klachtenprocedure volgen of direct met de vertrouwensinspecteur contact opnemen. Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen. Voor namen en adressen verwijzen wij u naar de kalender, het onderdeel “Namen en instellingen”.
6.7
Schoolverzekering
Ter bevordering van de veiligheid van de activiteiten is er door de oudervereniging een collectieve ongevallenverzekering afgesloten die betaald wordt uit de jaarlijkse ouderbijdrage. Alle leerlingen zijn automatisch verzekerd tijdens de schooluren, onderweg van en naar school en tijdens de door de Oudervereniging georganiseerde activiteiten. Deze verzekering is geen vervanging, maar slechts een aanvulling op uw eigen WA- en Ziektekostenverzekering. Een ongeval dient u zo spoedig mogelijk bij de schoolleiding of bij de Oudervereniging te melden. Voor namen en telefoonnummers verwijzen we u naar de kalender, het onderdeel “Namen en instellingen”. In de bijlage leest u meer over de verzekeringsvoorwaarden zoals deze door het bestuur van onze stichting zijn opgesteld.
7.
RELATIE SCHOOL EN OMGEVING
Onze school werkt nauw samen met verschillende instanties en is actief binnen vele overlegorganen. Hieronder geven we een overzicht van deze samenwerkingsverbanden en lichten we kort hun betekenis toe. 7.1
Bestse basisscholen en hun samenwerking
De directieleden van de acht scholen onder ons bestuur werken nauw samen binnen het directieoverleg, dat onder leiding staat van een College van Bestuur. Zij bereiden beleidszaken voor zoals het personeelsbeleidsplan en het bestuursformatieplan. Het College van Bestuur houdt zich met name bezig met het bovenschoolse beleid en is ondersteunend naar de directeuren. De intern begeleiders van Best hebben om de vier weken contact met elkaar binnen het zorgplatform. Via buurtnetwerken en het zorgplatform wordt de kwaliteit van zorg op school verbreed, samen met andere instanties. Ook hebben de coördinatoren voor het computeronderwijs op bovenschools niveau contact met elkaar om beleidszaken op elkaar af te stemmen. De medezeggenschapsraden zijn overkoepelend vertegenwoordigd binnen de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad GMR. 7.2 Peuterspeelzalen De contacten met de peuterspeelzalen worden meer en meer verstevigd ter bevordering van de doorgaande lijn en om de kinderen beter te kunnen volgen. Een overdrachtsformulier maakt daar deel van uit. Verder zijn de peuterspeelzalen steeds meer geprofessionaliseerd, vooral op het gebied van VVE, de voor- en vroegschoolse educatie. 7.3 Schoolmaatschappelijk Werk Alle scholen participeren in een ZAT (Zorg- en Advies Team) waarin i.s.m. GGD en Jeugd Maatschappelijk Werk, problemen die zich op school voordoen, worden besproken. We krijgen adviezen en we kunnen vragen die zich voordoen voorleggen. Onze interne begeleiders vertegenwoordigen onze school in dit overleg. 7.4 Schoolbegeleidingsdienst De school maakt gebruik van de diensten van Schoolbegeleidingsdiensten. Deze diensten ondersteunen de school bij veranderingstrajecten binnen de school en adviseren leerkrachten en interne begeleiders bij de zorg rondom kinderen. 7.5 G.G.D. Jeugdgezondheidszorg Onze school werkt samen met de GGD Brabant-Zuidoost. Het team Jeugdgezondheidszorg van de GGD bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistente, psycholoog en preventiemedewerker. In bijlage 2 leest u meer over wat de GGD binnen onze school doet. 7.6 GGD infopunt opvoeding Opvoeden van kinderen is leuk, al gaat het wel eens gepaard met zorgen en vragen. Iedere ontwikkelingsfase brengt zo zijn eigen vragen en zorgen mee, zoals moeilijk slapen, liegen en wat hieraan te doen, pesten, vaak ruzie hebben met vriendjes of broertjes en zusjes, echtscheiding en de gevolgen hiervan. Veel vragen en zorgen lossen zich na verloop van tijd vanzelf weer op. U praat er eens over met uw partner, op school of met een vriendin; u slaapt er eens een nachtje over en probeert het de volgende
dag op een andere manier. Soms blijven de zorgen echter terugkomen. Het gaat niet vanzelf over en u wordt alsmaar onzekerder. Dan is het fijn om er eens met iemand over te kunnen praten die er enerzijds wat verder vanaf staat maar tegelijkertijd ook kennis van zaken heeft, iemand die tijd voor u neemt en u een steuntje in de rug kan geven. Hebt u kinderen in de basisschoolleeftijd en zit u wel eens met vragen over de opvoeding, dan kun u terecht bij de Licht Pedagogische Hulp, die in Best “Beste Betsy” heet. In overleg met de jeugdverpleegkundige van de GGD kunt u een afspraak maken op school, bij Bestwijzer of bij u thuis. Zij kan u advies geven en samen met u bekijken wat een geschikte aanpak zou kunnen zijn. Over uiteenlopende onderwerpen is ook foldermateriaal beschikbaar. Aan het Infopunt Opvoeding zijn voor u geen kosten verbonden. Vooraf kunt u telefonisch contact opnemen om een afspraak te maken. Zie ook de aankondigingen in de Nieuwsbrief en de contactgegevens op de schoolkalender. In bijlage 2 leest u meer informatie over de GGD. 7.7 Netwerk jeugdhulpverlening Rondom de zorg van het kind hebben alle Bestse basisscholen zitting in het netwerk jeugdhulpverlening in Best. Dit netwerk is een overleg tussen personen die vanuit hun professionele functie werken met kinderen en/of hun ouders. In dit overleg proberen de gezamenlijke deelnemers oplossingen te zoeken, waarbij gebruik wordt gemaakt van elkanders deskundigheden en mogelijkheden. Ook het functioneren van bepaalde leerlingen komt ter sprake en worden er begeleidingsafspraken gemaakt, die in overleg met de ouder(s)/opvoeder(s) en de leerling worden uitgevoerd. Een keer in de zes weken ontmoeten deze partners elkaar. Het netwerk bestaat uit een beroepskracht van de GGD, Gemeente Best, Kinderopvang, Peuterspeelzalen, Maatschappelijk werk, Politie, Thuiszorg, Bureau Jeugdzorg, Raad voor de Kinderbescherming, en Stichting Mobest. Kinderen kunnen via een van de partners worden ingebracht in het Netwerk Jeugdhulpverlening. Namens onze school neemt de intern begeleider deel aan het overleg. Netwerk Jeugdhulpverlening maakt deel uit van de zorgstructuur van de school Wilt u meer weten over het Netwerk Jeugdhulpverlening in Best, neem dan contact op met een van onze interne begeleiders. 7.8 Kinderdagverblijven Onze school onderhoudt nauwe banden met de kinderdagverblijven van Partou. We zoeken naar vormen van samenwerking zodat onderwijs en opvang goed in elkaar overlopen. De kinderdagverblijven maken gebruik van ruimtes in de school en verzorgen de opvang van kinderen voor en na school. Verder proberen we regels en afspraken voor kinderen in beide instellingen op elkaar af te stemmen. In bijlage 6 leest u meer informatie over Partou. 7.9 SO de Rungraaf Direct naast onze locatie Heuveleind is 1 augustus 2010 een vestiging van SO de Rungraaf gestart. Onze school onderzoekt mogelijkheden om samen te werken met deze school die werkt met kinderen met problemen in het autistisch spectrum. 7.10 Bibliotheek Alle groepen gaan op bezoek bij de bibliotheek in het kader van promotie leesbeleving. Daarnaast worden in het kader van projecten boeken geleend en worden kinderen gestimuleerd naar de bibliotheek te gaan.
8. Onderwijstijd, verzuim en verlof
8.1 Schooltijden Vanaf het schooljaar 2014-2015 werken we op onze school met het vijf gelijke dagenmodel en een continurooster. Dit betekent dat de kinderen van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 14.15 uur naar school gaan. De kinderen lunchen samen met de leerkracht of lunchouder in de eigen groep. Er is een ochtendpauze van een kwartier en een middagpauze van een half uur. In de ochtend is er pauze van 10.15 uur tot 10.30 uur. In alle groepen kennen we ’s morgens een inlooptijd. Vanaf 8.20 uur gaan de kinderen naar hun eigen klaslokaal; ouders mogen meelopen met hun kinderen. Om 8.30 uur gaat een tweede bel waarbij alle ouders naar buiten gaan en de leerkracht direct kan beginnen met de lessen. 8.2 Onderwijstijd Alle leerjaren op onze school maken een gelijk aantal lesuren, namelijk 950 uren op jaarbasis. Hierdoor zijn de schooltijden voor alle kinderen en alle groepen gelijk. Over acht schooljaren maken we op deze wijze ruim het minimum van 7520 uren basisschool voor elk kind. 8.3 Verzuim en verlof Kinderen van vijf jaar en ouder zijn wettelijk verplicht om naar school te gaan. We vinden het zeer wenselijk dat kinderen vanaf vier jaar al zoveel mogelijk naar school komen. Elke afwezigheid van uw kind, zonder opgaaf van reden, valt onder ongeoorloofd schoolverzuim. Dit kan gevolgen hebben. Daarom ontvangen wij bij ziekte en andere geldige redenen zo spoedig mogelijk telefonisch of schriftelijk bericht. Graag ‘s morgens vóór 8.30 uur. Het is mogelijk om tijdelijke vrijstelling van de leerplicht te verkrijgen. Deze is slechts mogelijk bij toestemming vooraf. Voor vrijstelling moet sprake zijn van gewichtige omstandigheden. Daaronder vallen jubilea, ziekte, huwelijk, overlijden en verhuizing. Daaronder valt ook de omstandigheid dat de werkzaamheden van de kostwinner tijdens de schoolvakanties moeten doorgaan en dat deze daardoor zijn vakantie met zijn gezin buiten de schoolvakanties moet opnemen. Wanneer u gebruik wilt maken van deze regeling, dan wordt u verzocht tijdig schriftelijk een verzoek in te dienen bij de directie. De leerkrachten en directie hebben een formulier waarop de aanvraag ingevuld kan worden; het formulier kunt u ook downloaden van onze website. U krijgt daarna bericht of uw verzoek kan worden ingewilligd. De directie heeft de mogelijkheid in overleg te treden met het schoolbestuur en de ambtenaar leerplichtzaken.
9. Afspraken
9.1 Maandregels Onze school kent een tiental maandregels. Elke maand staat een regel centraal, zodat alle regels een keer per jaar aan bod komen. Via de Nieuwsbrief houden we u op de hoogte van de actuele regel van de maand. Het gaat om de volgende regels: 1. Afspraken maken. Samen met de leerlingen nemen we de schoolregels door en stellen klassenregels op. 2. We zorgen er met z’n allen voor, dat de school er opgeruimd en aangekleed uitziet. 3. We laten elkaar uitspreken en praten er niet doorheen. 4. We lopen voor, tijdens en na schooltijd rustig door de gangen en klassen. 5. Als leerling hoor ik erbij en krijg ik oprechte aandacht. 6. Oprechte complimenten geven is bij ons op school de gewoonste zaak. 7. We gaan netjes om met de materialen die we op school gebruiken. 8. Focus op ieders talent, zowel bij leerkrachten als kinderen. 9. Letten we op de juiste uitstraling, vertegenwoordigen we onze school op een door ons gewenste wijze als we op excursie zijn of gasten krijgen? 10. We behandelen elkaar met respect. 9.2 Inloop 's Morgens kennen we een inloop in alle groepen. Om 8.20 uur wordt de deur geopend om kinderen en ouders binnen te laten. Zo is er een gemakkelijke overgang van thuis naar school en kunt u even kijken wat de kinderen gemaakt hebben. Tevens kunt u even contact hebben met de leerkracht. Om 8.30 uur gaan de ouders naar huis en beginnen de lessen. 9.3 Eten en drinken in de pauze Kinderen brengen iets te eten of te drinken mee wat voor de kleine pauze in de groep wordt genuttigd. Meestal leest de groepsleerkracht op dit moment iets voor. Omdat we gezonde voeding belangrijk vinden, brengen kinderen alleen een boterham, fruit of een gezonde koek mee naar school. Er mogen geen verpakte etenswaren mee naar school worden gebracht; eten en drinken zitten in een beker en/of trommeltje wat weer mee naar huis gaat na schooltijd. Omdat de kinderen tussen de middag niet naar huis gaan en op school lunchen, brengt elk kind zijn eigen lunchpakket mee. Afspraken hierover staan in het lunchprotocol in bijlage 4. 9.4 Verjaardag Als uw kind jarig is, mag het trakteren op school. Trakteert u bij voorkeur met fruit, kaas o.i.d. Kinderen mogen niet trakteren in andere groepen. Verjaardagscadeaus, mits niet te groot, mogen deze dag meegebracht worden. Op andere dagen kan dat alleen op aangeven van de leerkracht. 9.5 Ziekmelden Ziekmelden van uw kind doet u telefonisch of schriftelijk voor 8.30 uur. 9.6 Mobiele telefoons Kinderen mogen geen mobiele telefoons mee naar school brengen. Indien u redenen hebt om uw kind een mobiele telefoon mee te geven, vraagt u hiervoor toestemming aan de directeur van de school.
9.7 Te laat komen Onze school begint om half negen. Met een inloop vanaf 8.20 uur krijgen ouders en kinderen voldoende tijd om op tijd in de klas aanwezig te kunnen zijn. Op het eind van de schooltijd worden kinderen van groep 1-2 opgehaald door ouders of verzorgers, wij rekenen erop dat u op tijd aanwezig bent om uw kind op te halen. In bijlage 3 is een stappenplan opgenomen voor het te laat komen van kinderen en/of het te laat ophalen van kinderen. 9.8 Fietsen, steppen e.d. Alle fietsen, steppen, eenwielers e.d. worden op de speelplaats in de fietsenrekken gezet. Op de speelplaatsen mag een kwartier voor en na schooltijd niet worden gefietst en tijdens het overblijven. Er mogen geen steppen e.d. in het schoolgebouw worden geplaatst. Laat u uw kind zoveel mogelijk te voet naar school komen. 9.9 Honden Op de speelplaats en in de schoolgebouwen zijn honden verboden. Sommige kinderen zijn bang voor honden, ook als deze zijn aangelijnd. Laat u uw hond dus thuis als u kinderen van en naar school brengt. 9.10 Hoofdluisscreening Een werkgroep controleert elke keer na een schoolvakantie alle kinderen op hoofdluis; na de grote vakantie is dat in de tweede week. Afwezigen worden binnen een week daarna gecontroleerd. Als er hoofdluis bij uw kind is geconstateerd, wordt u dezelfde dag gebeld door de leerkracht; de betreffende groep krijgt de volgende dag een briefje mee i.v.m. hercontrole na twee weken. U kunt bij de apotheek en op school terecht voor informatie en bestrijding. Controleert u regelmatig tussendoor uw kind, de controles op school bieden geen garantie. 9.11 Zindelijkheid We merken dat er steeds meer kinderen niet zindelijk zijn wanneer ze naar school komen met hun vierde jaar. Leerkrachten moeten steeds meer tijd besteden aan de verzorging van deze kinderen. Deze tijd moet worden besteed aan onderwijs. Hoe meer kinderen niet zindelijk zijn, hoe minder tijd aan onderwijs kan worden besteed. Tevens moet je een hele klas alleen laten, als je als leerkracht een kind moet verschonen. Dit vinden wij niet wenselijk. Kinderen kunnen daarom alleen naar school als ze zindelijk zijn. De directie geeft dit tijdens het aanmeldingsgesprek duidelijk bij de ouders aan. Ook zal de directie zindelijkheidstraining promoten als dit nodig is. We gaan er vanuit dat elk kind van vier jaar zindelijk is. Dit houdt in dat het kind geen luier draagt én zelf zijn/haar billen kan afpoetsen. In de kleuterklassen zijn vochtige (billen)doekjes en handschoenen voor incidentele ongelukjes. Wanneer een kind om medische redenen niet zindelijk is, dan kunnen ouders en school afspraken maken om het kind toch naar school te laten gaan. In bijlage 4 is een stappenplan beschreven betreffende zindelijkheid van kinderen. 9.12 Aansprakelijkheid Het schoolbestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor vermissing of vervreemding van eigendommen. Dit geldt ook voor beschadigingen aan fietsen. Gevonden voorwerpen kunnen worden afgehaald op beide locaties. Gevonden voorwerpen worden niet langer dan een maand bewaard op school. In bijlage 5 leest u meer informatie over verzekeringen op school.
10
AANMELDEN
10.1 Uw kind aanmelden Wanneer u naar Best gaat verhuizen of uw kind heeft de leeftijd van 2 of 3 jaar bereikt, zult u zich waarschijnlijk willen oriënteren op de basisscholen bij u in de buurt. Op uw verzoek sturen wij u een schoolgids toe of maken we een afspraak om eens een kijkje te nemen op onze school. U hebt dan een gesprek met de directeur of een plaatsvervanger en daarnaast krijgt u een rondleiding door het gebouw. Als u uw kind wilt inschrijven vult u het inschrijf- en het intakeformulier in. Dit laatste formulier bevat een aantal vragen over de ontwikkeling van uw kind, zodat wij voldoende gegevens hebben om uw zoon of dochter goed op te vangen. Na inschrijving worden de gegevens besproken in de aannamecommissie die bestaat uit de directeur en de interne begeleider. Deze bepalen of uw kind geplaatst kan worden en in welke groep dat het beste kan. Tevens wordt informatie verkregen van de vorige school, peuterspeelzaal of kinderdagverblijf, als u daarvoor toestemming heeft gegeven. U krijgt uiterlijk binnen vier weken bericht over de plaatsing. Wanneer uw kind de leeftijd van vier jaar bereikt heeft, mag het de eerste maandag volgend op zijn/haar verjaardag naar school. Vooraf mogen de kinderen twee ochtenden en een hele dag kennis komen maken. U krijgt hierover bericht van de leerkracht. Voorwaarde om te kunnen starten is wel, dat uw kind zindelijk is. Indien de groepsgrootte van de kleutergroepen naar inzicht van de school te groot wordt, kan de school besluiten om kinderen pas na de zomervakantie te plaatsen. Gedurende de laatste vier weken van het schooljaar kunnen kinderen niet meer instromen in de bestaande kleutergroep. Wel worden nieuwe kinderen uitgenodigd om een deel van de ochtend te komen kijken in de nieuwe klas. Hierover worden ouders tijdig geïnformeerd.
Bijlage 1
Resultaten van ons onderwijs
Onderstaande gegevens geven een overzicht van de resultaten van ons onderwijs. 1. Tussentijdse opbrengsten We gebruiken de toetsen uit het Cito Leerlingvolgsysteem om de tussentijdse opbrengsten van ons onderwijs in beeld te brengen. Toetsen worden tweemaal per jaar afgenomen: medio en einde schooljaar. Het gaat hierbij om de cognitieve doelen op rekenen, spelling, technisch en begrijpend lezen in de leerjaren 4 t/m 7. We hebben hoge doelstellingen op deze gebieden: 75 % van de kinderen presteren op AB niveau en 10 % op DE niveau. In de blauw gearceerde velden ziet u waar deze doelen zijn bereikt. Over de groen gearceerde velden zijn we tevreden. De rood gearceerde velden vormen de basis voor een plan van aanpak in de groepsplannen in deze leerjaren. In elke tabel zijn de scores aangegeven in schaalscores. In de horizontale lijn ziet u de groei die de groepen maken; in de verticale kolom ziet u hoe het betreffende leerjaar heeft gepresteerd in de laatste drie schooljaren. Ter vergelijking zijn tevens de inspectienorm aangegeven alsook het landelijk gemiddelde. De inspectienorm is niet voor alle vakgebieden beschikbaar. Rekenen Rekenen is vier jaar geleden het eerste vakgebied dat we hebben aangepakt. Een nieuwe methode, concrete afspraken over aanpak en didactiek en duidelijke groepsplannen, hebben ertoe geleid dat rekenen momenteel ons sterkste vak is. We zijn er trots op dat we in alle leerjaren zowel boven de inspectienorm scoren als boven het landelijk gemiddelde.
School jaar
Leerjaar 4
Leerjaar 5
Leerjaar 6
Leerjaar 7
inspectie landelijk
Medio 50,0 47,3
Eind 61,0 57,6
Medio 71,0 70,3
Eind 78,0 74,8
Medio 84,0 82,8
Eind 89,0 88,0
Medio 98,0 96,3
Eind 102,0 99,2
’11-‘12 ’12-‘13 ’13-‘14
57,0 61,6 57,7
67,5 68,5 68,0
74,4 72,8 74,0
79,1 81,9 82,0
86,6 89,7 85,1
91,7 95,1 90,3
100,4 100,3 102,3
106,5 103,6 106,9
Spelling Na het rekenen vier jaar geleden, hebben we drie jaar geleden spelling opgepakt als speerpunt. De spellingmethode die bij onze taalmethode hoort, voldeed niet. We zijn gestart met een aparte spellingmethode. Afspraken over spelling tussen de verschillende leerjaren, spelling opnemen in de groepsplannen en het stellen van doelen in de groepen, hebben geresulteerd tot mooie cijfers voor spelling in het afgelopen schooljaar. Deze goede schoolscore zullen we de komende jaren proberen te handhaven. School jaar
Leerjaar 4 Medio
Eind
Leerjaar 5 Medio
inspectie landelijk
119
120
126
’11-‘12 ’12-‘13 ’13-‘14
120,8 123,1 123,8
123,3 124,9 124,6
126,4 127,6 128,2
Leerjaar 6
Eind Medio Eind geen inspectienorm beschikbaar 130 133 137
133,6 132,2 132,6
131,7 136,8 134,1
136,1 140,0 137,5
Leerjaar 7 Medio
Eind
139
140
138,7 137,5 142,7
140,7 138,6 142,6
Technisch lezen Voor technisch lezen gebruiken we de Drie-Minuten-Toets om het niveau van kinderen in beeld te brengen. Het vakgebied staat sinds het schooljaar 2013-2014 centraal. Na de goede resultaten op rekenen en spelling, willen we de komende jaren de scores op technisch lezen op het gewenste schoolniveau brengen. Er is een nieuwe methode voor voortgezet technisch lezen die we sinds het schooljaar 2013-2104 gebruiken. De methode is voldoende ingevoerd. In de groepsplannen staat het vakgebied centraal. Binnen de leerjaren worden concrete afspraken ter verbetering gemaakt. We verwachten einde schooljaar 2014-2015 een verbetering in deze scores; einde schooljaar 2015-2106 moeten de scores boven het landelijk gemiddelde en de inspectienorm liggen. School jaar
Leerjaar 3
Leerjaar 4
Leerjaar 5
Leerjaar 6
inspectie landelijk
Medio 21 23
Eind 33 36
Medio 48 54
Eind 56 62
Medio 66 70
Eind 71 76
Medio Eind Geen scores 82 86
’11-‘12 ’12-‘13 ’13-‘14
30,7 21,3 14,5
39,4 36,1 28,2
50,1 50,8 51,5
62,2 58,8 59,2
56,1 72,0 70,0
72,4 77,0 73,6
72,6 84,2 79,8
82,6 87,9 85,7
Begrijpend lezen De toets voor begrijpend lezen wordt een keer per jaar (medio) afgenomen. We proberen kinderen vooral eerst technisch te leren lezen, om daarna meer accent op het begrijpend lezen te zetten. We zijn tevreden over de scores voor begrijpend lezen. In het schooljaar 2014-2105 staat het lezen nadrukkelijk op het programma. Vormen van vrij lezen en boekpromotie worden besproken en vastgesteld. We verwachten dat de scores voor het begrijpend lezen hierdoor mede zullen verbeteren. School jaar
Leerjaar 5
Leerjaar 6
Leerjaar 7
Leerjaar 8
inspectie landelijk
Medio 25,0 21,9
Medio 32,0 31,7
Medio 45,0 44,5
Medio geen norm 50,0
11 - 12 12 - 13 13 - 14
29,9 24,3 26,8
34,7 35,8 29,5
47,6 44,4 46,7
51,5 57,0 54,3
2. De sociale competenties van leerlingen Op onze school vinden we de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen net ze belangrijk als de cognitieve ontwikkeling. Naast het leren lezen, schrijven en rekenen, leren de kinderen competenties als zelfstandigheid, weerbaarheid, communiceren en weerbaarheid. We gebruiken in de groepen 1 t/m 6 het programma van Fides en in de groepen 7 en 8 het programma Passie en Talent. We proberen deze sociaal-emotionele componenten te monitoren. Er zijn natuurlijk geen toetsen voor handen; we vragen de leerkrachten, ouders en kinderen naar hun beeld. De leerkrachten hebben binnen ons volgsysteem “Zien” onderstaand beeld van de kinderen in de groepen 4 t/m 8. Ouders en kinderen willen we in het nieuwe schooljaar bevragen. Sociale competenties De tabel bestaat uit een 100% schaal. Hoe dichter bij de 100% des te sterker wordt de competentie beoordeeld. Competenties
Betrokkenheid
Leerjaar 4
Leerjaar 5
Leerjaar 6
Leerjaar 7
Leerjaar 8
81,3 %
87,5 %
75,0 %
87,5 %
68,8 %
Welbevinden Sociaal initiatief Sociale flexibiliteit Sociale autonomie Impulsbeheersing Inlevingsvermogen
87,5 % 87,5 % 87,5 % 87,5 % 81,3 % 87,5 %
87,5 % 87,5 % 81,3 % 87,5 % 81,3 % 87,5 %
87,5 % 81,3 % 81,3 % 87,5 % 81,3 % 75,0 %
87,5 % 87,5 % 93,8 % 87,5 % 87,5 % 93,8 %
81,3 % 75,0 % 68,8 % 75,0 % 75,0 % 75,0 %
3. De eindopbrengsten De kinderen van groep 8 nemen jaarlijks deel aan de EindCito. De laatste twee jaren hebben we de kinderen geprobeerd “eigenaar te maken” van hun toets. Hiermee bedoelen we dat ze het zelf belangrijk vinden om deze toets goed te maken. Hiervoor worden gesprekken gevoerd in de groep en met de kinderen afzonderlijk. De scores van onze eindtoets zijn de laatste twee jaren gestegen t.o.v. de jaren hiervoor. We vinden de uitslag van deze toets minder belangrijk dan het beeld wat we zelf hebben van de kinderen en van de uitslagen uit ons leerlingvolgsysteem. Voor de volledigheid laten we hieronder de scores zien van de laatste drie jaren. In de Totaal score leest u de score van de school, eronder staat ter vergelijking het landelijk gemiddelde. Binnen de toets zijn verder de onderdelen Rekenen, Taal en Studievaardigheden te herkennen. Onderdeel
2012
2103
2104
Taal Rekenen Studievaardigheden Totaal Landelijk gemiddelde
67,6 39,3 29,8 532,6 535,3
72,4 41,7 29,6 536,1 534,8
71,6 40,7 30,2 535,1 534,6
4. De waardering van ouders De waardering die de ouders aan onze school geven, vinden we een belangrijk criterium voor de kwaliteit van onze school en ons onderwijs. Elke twee jaar wordt er een schoolbrede enquête gehouden. De laatste enquête is van 2013; in het voorjaar 2015 zal de volgende enquête worden gehouden. De uitslagen van deze enquête staan in een 4-puntschaal, waarbij 4.0 de hoogste en 0.0 de laagste score is. De items staan van hoog naar laag. Op school is de volledige uitslag beschikbaar. Interactie leerkracht en ouder
3.6
Interactie leerkracht en leerling
3.6
Leer- en hulpmiddelen die de school inzet
3.6
Begeleiding van de kinderen
3.5
Het pedagogische klimaat en de sfeer op school
3.5
De sociale omgang tussen de kinderen onderling
3.5
Het onderwijs zoals de school dat aanbiedt
3.4
De informatievoorziening
3.4
Het handelingsgericht werken naar kinderen
3.3
De procedures die de school hanteert
3.3
De verwachtingen van ouders
3.3
De ouderbetrokkenheid
3.3
De schoolleiding
3.2
De veiligheid op school
3.2
De huisvesting
3.1
De zorg die de school biedt
3.0
De overlegstructuur op school
3.0
De organisatie binnen diverse commissies
2.8
ICT op school
2.7
Bijlage 2 GGD Deze bijlage is als een apart document op de site te vinden.
Bijlage 3
Te laat komen
De school begint om half negen. Met een inloop vanaf 8.20 uur krijgen ouders en kinderen voldoende tijd om op tijd in de klassen aanwezig te kunnen zijn. Toch zien we soms dat kinderen te laat op school aanwezig zijn (al dan niet gebracht door hun ouders). Hoe te handelen: Stap 1: De leerkracht spreekt de ouders aan wanneer ze te laat zijn. Zowel bij het ophalen als bij het wegbrengen. Na vijf keer is er een gepland gesprek tussen ouders en leerkracht. Stap 2: Wanneer het kind, na het gesprek met ouders, weer te laat komt of te laat wordt opgehaald, gaat er een ondertekende brief namens de directie mee naar huis. In deze brief staat een duidelijk verzoek om verbetering. Stap 3: Wanneer een kind, na de brief van directie, weer te laat komt of te laat wordt opgehaald volgt er een gesprek met de directie. Stap 4: Wanneer de ouder het kind wéér te laat naar school brengt, schakelt de directie de leerplichtambtenaar in. Wanneer een kind te laat wordt opgehaald, wordt het kind naar de NSO gebracht en worden de kosten bij ouders in rekening gebracht.
Bijlage 4
Zindelijk zijn
We merken op school dat er steeds meer kinderen niet zindelijk zijn wanneer ze naar school komen met hun vierde jaar. De leerkracht moet steeds meer tijd besteden aan de verzorging van deze kinderen. Deze tijd moet worden besteed aan onderwijs. Hoe meer kinderen niet zindelijk zijn, hoe minder tijd aan onderwijs kan worden besteed. Tevens moet een hele klas alleen gelaten worden, als je als leerkracht een kind moet verschonen. Dit vinden wij niet wenselijk. Kinderen moeten daarom zindelijk zijn wanneer ze naar school komen. De directie geeft dit tijdens aanmelding/intakegesprek duidelijk bij de ouders aan. Ook zal de directie zindelijkheidstraining promoten als dit nodig is. Voorwaarden: We gaan er vanuit dat elk kind van vier jaar zindelijk is. Dit houdt in dat het kind geen luier draagt én zelf zijn/haar billen kan afpoetsen. In de kleuterklassen zijn vochtige (billen)doekjes en handschoenen voor eventuele ongelukjes. Hoe te handelen: Stap 1: Wanneer gesignaleerd wordt dat een kind een luier draagt als het naar school komt, of als het kind op school regelmatig ongelukjes heeft, bespreekt de leerkracht dit met de ouders. Doel is te achterhalen wat de oorzaak is van het niet zindelijk zijn. Stap 2: Wanneer een kind niet zindelijk blijkt, verplichten wij ouders hun kind te komen verschonen wanneer dit nodig is. De leerkracht zal op dat moment telefonisch contact opnemen met de ouders. Kunnen de ouders om bepaalde omstandigheden niet komen (bijv. omdat ouders op het werk zijn) dan zullen de ouders zelf vervanging moeten regelen. Stap 3: Wanneer dit alles voor ouders niet mogelijk is, mag de school een vierjarig kind weigeren tot hij/zij zindelijk is. Stap 4: Als ouders hun afspraken niet nakomen spreekt de directie ze hierop aan. N.B. Wanneer een kind om medische redenen niet zindelijk is, dan kunnen ouders en school afspraken maken om het kind toch naar school te kunnen laten gaan.
Bijlage 5
Verzekering
Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering Stichting Best Onderwijs heeft een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Deze verzekering treedt in voorkomende gevallen in werking waarbij de polisvoorwaarden en clausules bepalend zijn. Dit houdt in dat al het personeel werkzaam voor de stichting Best Onderwijs onder de verzekering voor bedrijfsaansprakelijkheid vallen. Leerlingen zijn hiervan uitgesloten. Vervoer van leerlingen Voor wat betreft vervoer van leerlingen bij activiteiten buiten de school geldt het volgende: Ouders die in eigen of andermans auto leerlingen vervoeren, zijn zelf aansprakelijk voor de veiligheid van de betreffende leerlingen. Wanneer een ouder tijdens het vervoeren van leerlingen door eigen schuld of nalatigheid een ongeluk krijgt, is die ouder zelf aansprakelijk voor de ontstane schade en verwondingen. Ook als de ouder leerlingen vervoert op verzoek van de schoolleiding aanvaardt het schoolbestuur geen aansprakelijkheid. De wet stelt als eis dat bestuurders van auto’s een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. Daarnaast raadt het schoolbestuur vervoerende ouders aan een ongevallen- en inzittendenverzekering af te sluiten. Ongevallen en inzittenden verzekering kent een afgesproken aantal personen dat verzekerd is. Bij het vervoeren van meer dan het aantal afgesproken personen wordt niet alle schade/ letsel vergoed. Ouders dienen hiermee rekening te houden. Leerlingen moeten op een veilige wijze vervoerd worden door in ieder geval, de door de wet verplichte gordels, te gebruiken. Er zijn ook regels m.b.t. zitverhogingen, deze gelden echter voor de eigen kinderen. Er worden niet meer kinderen in de auto vervoerd dan er gordels in de auto aanwezig zijn. Bij schadegevallen tussen kinderen onderling zal een aanspraak gedaan worden op WA-verzekering van de ouders. Procedure bij schademelding in geval van aansprakelijkheidsstelling medewerkers van de stichting Best onderwijs Bij ontstane schade dient het bestuur, via de directeur van de school, hierover schriftelijk geïnformeerd te worden. Het bestuur neemt vervolgens contact op met de verzekeringsmaatschappij voor de verdere afhandeling van de aansprakelijkheidsstelling.
Bijlage 6 Partou
Partou Kinderopvang verzorgt voor school de buitenschoolse opvang
Partou Kinderopvang is kernpartner van deze school. Dat wil zeggen dat we de zorg voor kinderen delen, een gezamenlijke visie en een intensieve samenwerking hebben. Voorschoolse-, naschoolse- en vakantieopvang wordt verzorgd door Partou kinderopvang. Zie onderstaande adressen. Partou verzorgt voorschoolse opvang van maandag tot en met vrijdag van 07.30 uur tot 08.30 uur. De naschoolse opvang is geopend op maandag tot en met vrijdag aansluitend aan schooltijd tot 18.30 uur. In alle schoolvakanties en tijdens studiedagen zijn we geopend op maandag tot en met vrijdag van 07.30 uur tot 18.30 uur. Ook bieden wij de mogelijkheid om opvang af te nemen tot 15.30 uur, in zowel schoolweken als schoolvakanties. Partou verzorgt tevens dagopvang en incidentele opvang. Voor informatie kunt u terecht op de website www.partou.nl en op onderstaande locaties: Wildheuvel 1-3 5685 CD Best Vestigingsmanager Margot van der Horst
[email protected] 0499-463148
Vlinderhei 14 5685 GZ Best Vestigingsmanager Margot van der Horst
[email protected] 06-11765040 Gevestigd in basisschool St Antonius
J. van Wassenaerstraat 61 (sport bso) 5684 CR Best Vestigingsmanager Margot van der Horst
[email protected] 06-13709835
Trompstraat 39 5684 BT Best Vestigingsmanager Mieke Evers
[email protected] 0499-392093
Koningin Emmalaan 25 5684 BA Best Vestigingsmanager Mieke Evers
[email protected] 06- 52183877 Gevestigd in Wilhelminaschool