Een uitgave van
Editie 2002
2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL Lindenlaan 315 1185 LM Amstelveen tel.: 020 645 35 02 e-mail:
[email protected] website: http://2eamstelveense.amstelveen.kennisnet.nl
INHOUD
Inhoudsopgave: 1
voorwoord
3
de school
7
organisatie van het onderwijs
14
zorg voor de kinderen
19
de ouders
25
de ontwikkeling van het onderwijs in de school
27
de resultaten van het onderwijs
28
regeling school- en vakantietijden
V
oor u ligt de schoolgids van de Tweede Amstelveense Montessorischool. Wij hebben getracht om alle informatie over de gang van zaken op school voor u op een overzichtelijke en heldere wijze weer te geven. U staat immers voor de keuze welke school voor uw kind het beste is. Geen eenvoudige keus. We hopen dat u door deze gids in staat bent om te beoordelen of het montessorionderwijs aansluit bij wat u belangrijk vindt in onderwijs en opvoeding. In deze gids kunt u vinden hoe kinderen werken en leren op een montessorischool en u kunt er in vinden wat u over de Tweede Amstelveense Montessorischool wilt weten. Huishoudelijke mededelingen en zaken van praktische aard zijn opgenomen in een aparte uitgave, de ’Info’ genaamd. Waar we spreken over ouders bedoelen we ook alleenstaande ouders of verzorgers. 1
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
2
weerskanten grote ramen. De lokalen voor de onderbouwgroepen en twee middenbouwgroepen bevinden zich op de begane grond. Elke onderbouwgroep heeft vanuit het eigen lokaal toegang tot het speelplein. De kleutergroepen hebben poppenhoeken op een vide met daaronder een bouwhoek. De overige midden- en bovenbouwgroepen hebben hun lokalen op de eerste verdieping. Er zijn twee ingangen, de onderbouw maakt gebruik van de hoofdingang en de middenen bovenbouw gebruiken zoveel mogelijk de ingang aan het speelplein. Er zijn twee schoolpleinen en in de directe omgeving van de school zijn speelvelden waar met mooi weer de gymnastieklessen gegeven worden. De onderbouw beschikt over een eigen speellokaal. De gymnastiekzaal ligt aan de andere zijde van het schoolgebouw. Ook de onderbouw maakt wekelijks gebruik van deze gymnastiekzaal. Er zijn twee afgescheiden ruimten in de gang voor handvaardigheid en handenarbeid. De school heeft een uitgebreid en volledig geautomatiseerd documentatiecentrum, met een aparte afdeling voor lees- en prentenboeken. De school beschikt over een aula met een televisiehoek waar de schooltelevisieprogramma’s gevolgd worden. De intern begeleider heeft de beschikking over een eigen ruimte met orthotheek. In de school mag niet gerookt worden.
Amstelveen heeft evenals Amsterdam een lange traditie van openbaar montessorionderwijs. Amstelveen kent twee openbare montessorischolen. De Tweede Amstelveense Montessorischool is daar één van. Wij zijn een school, toegankelijk voor alle leerlingen. Geen uitsluitingen om geloofs- of levensbeschouwelijke redenen, geen onderscheid naar ras of sekse. De beide scholen maken zich samen sterk voor het montessorionderwijs binnen het samenwerkingsverband met de overige openbare scholen. De openbare scholen vallen onder verantwoordelijkheid van de bestuurscommissie openbaar onderwijs Amstelveen en worden aangestuurd door een centraal directieteam. In de ’Info’ kunt u vinden wie er in deze bestuurscommissie en in het centraal directieteam zitting hebben. De school heeft gemiddeld tussen de 230 en 260 leerlingen, verdeeld over tien groepen.
Situering van de school De school ligt in een rustige woonwijk in het zuidelijke gedeelte van Amstelveen. De school is vanuit Middenhoven, Waardhuizen en Westwijk goed via fietspaden te bereiken. De Lindenlaan waar de school aan ligt heeft helaas geen fietspad. Voor de school ligt een oversteekplaats.
Speciale voorzieningen in het schoolgebouw De school is gehuisvest in een schoolgebouw uit de jaren zestig. Ruime lokalen met aan 3
DE SCHOOL
De school
Kernpunten van de montessoriwerkwijze
de school zorgt voor een goede omgeving, komt bijna ieder kind vanzelf tot leren.
Op de montessorischool wordt gewerkt volgens de ideeën van Maria Montessori (18701952). Zij was een Italiaanse arts, die zich haar leven lang heeft ingezet voor wat zij noemde ’de rechten van het kind’. Zij bedoelde daarmee dat het kind recht heeft op onderwijs en opvoeding, die gericht zijn op een volledige en vrije ontplooiing, waardoor het kind de kans krijgt een gelukkig mens te worden.
Zelfstandigheid Montessori was van mening dat aan de drang tot experimenteren een onbewuste doelgerichtheid ten grondslag ligt: het kind wil groot worden. Het motto ’help mij het zelf te doen’ vervat dan ook de kern van het montessorionderwijs en de montessoriopvoeding. Zich bevrijden uit een toestand van afhankelijkheid en steeds zelfstandiger worden, is voor elk kind belangrijk. Het proces van ’groot’ worden moet het kind zelf volbrengen: niemand kan dat voor hem doen. Daarom is het volgens Montessori zo belangrijk dat het kind de vrijheid krijgt om zijn omgeving te ontdekken en de dingen zelf te doen die het ook kan. Het kind heeft daarbij de hulp van de volwassenen in zijn omgeving nodig.
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
Waar heeft het kind behoefte aan? Alle ontwikkelingen, die het kind de eerste levensjaren doormaakt, vinden plaats in wisselwerking met de omgeving waar het opgroeit. Ouders, broertjes en zusjes, andere familieleden, maar ook het land, de cultuur waarin het kind ter wereld komt, maken deel uit van die omgeving. Allerlei indrukken prikkelen het kind om zich te ontwikkelen. Het is belangrijk dat deze prikkels een positief karakter hebben en tegemoet komen aan de basisbehoeften van het kind. Het kind heeft behoefte aan veiligheid en liefde, maar ook aan interessante bezigheden waardoor het de wereld kan ontdekken.
Leeromgeving Op school scheppen de leidsters een leeromgeving waarin de kinderen materialen en activiteiten vinden die passen bij hun ontwikkeling en belangstelling. Hierdoor is de kans groot dat kinderen hun aangeboren nieuwsgierigheid behouden. De verschillen tussen kinderen en hun ontwikkelingsdrang leiden tot allerlei vormen van verschillend onderwijsaanbod. Daar komt nog bij, dat in een montessorigroep kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar zitten (heterogene groepen), waardoor zij op verschillende manieren met elkaar kunnen samenwerken, elkaar helpen en van elkaar leren.
Omgeving De omgeving, waarin kinderen dagelijks verkeren, is bepalend voor hun ontwikkeling. Kinderen ontwikkelen zich in een voortdurende wisselwerking met hun omgeving. Niemand hoeft een kind te dwingen om te leren lopen of te praten. Kinderen zijn van nature toegerust met een onverzadigbare drang tot verkennen en experimenteren. Als 4
’Help mij het zelf te doen’ is een zeer bekende uitspraak van Maria Montessori. De taak van de leidster op een montessorischool is kinderen helpen zelf te werken. Dit is het uitgangspunt van de leidster. Montessori heeft heel duidelijk naar voren gebracht dat kinderen alleen door eigen activiteit kunnen leren, kennis kunnen verwerven. De leidster begeleidt de kinderen daarbij; vandaar dat in een montessorischool gesproken wordt over leidster. De term duidt mannelijke en vrouwelijke leidsters aan. Hoewel kinderen kunnen leren door zelfwerkzaamheid, is de rol van de leidster van een niet te onderschatten betekenis. ’Zij moet hun belangstelling opwekken, hen aanmoedigen en de leerstof op grootse wijze aanbieden. Zij moet een persoonlijkheid en een mens zijn, gevoelig en vol belangstelling voor haar leerlingen’
Vrije werkkeus Tijdens het dagelijks werken in de groep wordt tegemoet gekomen aan de spontane belangstelling. De kinderen kiezen hun eigen werk. In principe kunnen ze zelf bepalen wanneer en hoelang ze met bepaalde werkjes bezig willen zijn. Aan het kiezen van werk en op welke wijze er gewerkt wordt, zijn regels verbonden. Montessori spreekt dan ook van ’vrijheid in gebondenheid’. Het speciaal ontwikkelde montessorimateriaal speelt een belangrijke rol. Het aantrekkelijke materiaal en jarenlange ervaring leren, dat het materiaal kinderen stimuleert en hun de gelegenheid geeft langere tijd zelfstandig en geconcentreerd te oefenen. Kinderen maken fasen door, waarin bepaalde vaardigheden sterk in de belangstelling staan en het gemakkelijkst geleerd worden. Montessori noemt dit ’de gevoelige periode’. Het kind heeft dan een sterke innerlijke motivatie om een nieuwe vaardigheid onder de knie te krijgen. Vaardigheden die het kind beheerst worden genoteerd door de leidster.
(uit: Door het kind naar een nieuwe wereldMaria Montessori)
De leidster moet ervoor zorgdragen dat het kind activiteiten ontplooit. Vanuit deze gedachte is het inrichten van het lokaal met de daarbij behorende leermiddelen een van de eerste taken van de leidster: ’de voorbereide omgeving’. De omgeving nodigt het kind uit actief aan het werk te gaan. De leidster staat klaar om deze activiteiten te begeleiden. Zij brengt aan de kinderen het gevoel over dat zij hen iets te bieden heeft en hen verder op weg wil helpen. Behalve het voorbereiden van de leeromgeving is het aanbieden van materialen en leerstof van groot belang. Naast de individuele lesjes geeft de leidster ook algemene lessen
Leefgemeenschap De school is een leefgemeenschap van kinderen, leidsters en ouders. Iedereen heeft een taak in het geheel en heeft een eigen 5
DE SCHOOL
en groepslessen. Het op de juiste wijze aanvoelen van het kind is hierbij een belangrijke taak van de leidster. Om kinderen goed te begeleiden, moet de leidster bescheiden zijn en vol vertrouwen in het kind. Zij kijkt, luistert en volgt het kind met respect.
Taak van de leidster
verantwoordelijkheid. In het samenwerken is het belangrijk dat wij ons realiseren dat deze taak voor ieder een andere kan zijn en dat onze mogelijkheden daarin niet gelijk zijn. Samenleven met anderen heeft ook zo zijn beperkingen. In het samenwerken met elkaar is het belangrijk gelijkwaardigheid en wederzijds respect na te streven. De school wil de nodige hulp bieden waardoor het kind verantwoordelijkheid kan en wil dragen voor zichzelf, zijn omgeving en de samenleving waarvan hij deel uitmaakt.
een met respect bejegend wordt, want pas als het kind zich veilig voelt, kan het zich ontwikkelen. Leidsters worden meestal met hun voornaam aangesproken. Kinderen hoeven dat niet, zij zijn daar vrij in. Wij vinden de toon waarop iets gezegd wordt belangrijker dan de vorm. Kinderen hebben behoefte aan uitdagingen. Daarom vinden wij het belangrijk dat er op school boeiend onderwijs wordt gegeven: onderwijs dat aansluit bij de belevingswereld van kinderen en mee gaat met de tijd. De ontwikkeling van kinderen moet leiden tot een goed evenwicht tussen hoofd, hart en handen. Daarom is de ontwikkeling van gevoel en creativiteit net zo belangrijk als schoolse zaken.
Pedagogisch klimaat op school
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
Wij hechten groot belang aan een vriendelijke en veilige sfeer op school, waar ieder-
6
Samenstelling van het team
elk kind in elke bouw als jongste in een groep en is dan in het derde jaar de oudste. Hierdoor wordt de sociale ontwikkeling bevorderd. Het kind leert hulp te ontvangen, te vragen, aan te bieden en te geven.
Het team bestaat uit groepsleerkrachten, een aantal werkt in deeltijd en een directeur. Allen zijn gespecialiseerd in het montessorionderwijs. De school werkt met een intern begeleider (IB’er). Zij verricht extra onderzoek bij kinderen om te komen tot een beter inzicht en een gerichter aanpak. De IB’er helpt de leidsters bij het begeleiden van de kinderen, die extra zorg nodig hebben. De school heeft een vakleerkracht gymnastiek die les geeft aan midden- en bovenbouw. In de middenbouw werkt een onderwijsassistente; zij geeft ondersteuning aan de groepen en werkt met niet-Nederlandstalige kinderen. In de school werkt een conciërge die allerhande klussen rond het gebouw verricht. De administratief medewerkster neemt de administratie voor haar rekening en ondersteunt de directeur bij het organisatorische reilen en zeilen van de school. De ICT (Informatie en Communicatie Technologie)-leidsters sturen het computer- en internetgebruik aan voor alle groepen. De school telt: 3 onderbouwen (4-6 jaar) 4 middenbouwen (6-9 jaar) 3 bovenbouwen (9-12 jaar)
Groepsgrootte In de middenbouw zitten gemiddeld 24 kinderen per groep. In de bovenbouw zitten gemiddeld 30 kinderen per groep. In de onderbouw starten de groepen gemiddeld met 20, aan het einde van het schooljaar zitten er rond de 26 kinderen.
Begeleiding en inzet van stagiaires De Hogeschool Amsterdam doet een beroep op onze school om medewerking te verlenen aan de begeleiding van stagiaires. Aan het einde van elk schooljaar verstrekt de directie een opgave van leidsters die een stagiaire in hun groep willen begeleiden. Vanzelfsprekend gaat onze voorkeur uit naar studenten van de montessoriopleiding. Stagiaires krijgen vanuit de opleiding taken en opdrachten uit te voeren op school. Zij maken observaties van kinderen, geven individuele hulp, bieden materiaallesjes aan en geven algemene lessen. Dit alles in overleg met de groepsleidster, die altijd de eindverantwoordelijkheid houdt. Onze school biedt ook plaats aan LIO’s: leidsters in opleiding. Deze groep studenten heeft het diploma leraar basisonderwijs behaald en doet werkervaring op gedurende
Iedere bouw heeft zijn eigen materiaal en leeromgeving. De groepen zijn heterogeen samengesteld: dat wil zeggen dat kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar in de groep zitten. Door deze heterogene samenstelling komt 7
DE ORGANISATIE
De organisatie van het onderwijs
de zintuiglijke, de motorische en de intellectuele ontwikkeling. Deze driedeling is dan ook terug te vinden in de rangschikking van de materialen die zij voorstelt. Deze speciaal ontworpen leermiddelen noemen we montessorimaterialen. In de onderbouw treffen we zintuiglijk materiaal, cognitief of intellectueel materiaal en huishoudelijk materiaal aan. Het zintuiglijk materiaal heeft tot doel dat de kleuter beter leert waarnemen, zodat de opmerkingsgave wordt vergroot. Veel materiaal helpt bij het vormen van reeksen: grootklein, dik-dun, hoog-laag. Voorbeelden hiervan zijn: de roze toren, de bruine trap en de cilinders. Het oppakken, verplaatsen en ordenen van materiaal ontwikkelt tevens de motoriek. De essentie van het materiaal (bijvoorbeeld het verschil in afmetingen) is zoveel mogelijk geïsoleerd, om de aandacht niet op bijzaken te vestigen. Het materiaal is aantrekkelijk vormgegeven. De aankleedrekken met knopen, klittenband, ritssluiting, veters en veiligheidsspelden zijn in eerste instantie bedoeld om de grove en fijne motoriek te oefenen. Daarnaast kunnen ze hulpmiddel zijn bij het oefenen van zelfstandig aan- en uitkleden. De tekenfiguren zijn er om de fijne motoriek te bevorderen en vormen een oefening tot schrijven.
een periode van negen weken. In tegenstelling tot stagiaires zijn zij bevoegd de groep zelfstandig te leiden. Zij volgen teamvergaderingen en kunnen met instemming van de betrokken ouders ook verslagbesprekingen bijwonen. Onze school biedt studenten die de opleiding tot onderwijsassistenten volgen ook een stageplaats.
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
Vervanging bij ziekte of ADV (ArbeidsDuurVerkorting) Bij ziekte of afwezigheid van een leidster wordt zoveel mogelijk voor vervanging gezorgd. Wanneer er geen invaller beschikbaar is en ook de collega’s niet kunnen inspringen, kan het gebeuren dat kinderen in andere groepen worden opgevangen. Als uiterste noodmaatregel kunnen kinderen, wanneer er thuis opvang aanwezig is, naar huis gestuurd worden. ADV kan door de leidsters opgenomen worden op de vrijdagmiddag. Wanneer de ADV op andere dagen wordt opgenomen, zal vervanging intern geregeld worden. Roostervrije dagen van groep 1 tot en met 4 worden gebruikt om ADV te vervullen.
Werken in de groepen
Het intellectuele materiaal wordt gebruikt om te leren lezen en rekenen. Dit materiaal heeft een duidelijke opbouw. De schuurpapieren cijfers zijn voor het voelen en benoemen van cijfersymbolen. De telbakjes, rekenstokken, cijfers en fiches bevorderen het getalbegrip. Wanneer het kind de cijfers goed herkent en kan benoemen, gaat het over naar getalrekken, het honderdbord en
Het werken in de groepen wordt gekenmerkt door het gebruik van door Montessori ontwikkeld materiaal. Dit materiaal is in alle montessorischolen over de hele wereld hetzelfde.
Onderbouw Maria Montessori maakt onderscheid tussen 8
Middenbouw Wanneer een kind in de middenbouw komt, ziet het naast de vele nieuwe materialen ook materialen waarmee het in de onderbouw heeft gewerkt. Zo is er onder meer nog het gouden materiaal, het honderdbord, de boerderij en de schuurpapieren letters. De kinderen gaan door waar ze gebleven zijn in hun leerontwikkeling. Leren lezen is een belangrijke activiteit. Wanneer kinderen ten minste vijf klinkers en vijf medeklinkers kennen, kunnen er drieletterwoorden gemaakt worden. Als kinderen eenmaal kunnen lezen, is er een rijk scala aan leeswerkjes. Net als in de onderbouw willen kinderen handelend bezig zijn. Er zijn eenvoudige leeszinnen, waarbij kinderen de handeling moeten uitvoeren die er beschreven staat. Met de letterdozen maken ze verhaaltjes, in een later stadium op de computer. Alle groepen beschikken over twee computers en zijn aangesloten op kennisnet. Naast de leeswerkjes en leeszinnen lezen kinderen bij een leesouder uit leesboekjes. Tijdens de werkperiode kunnen de kinderen ook andere leesboekjes uit de klas lezen en daarnaast kunnen zij ook lezen uit de boeken, die ze geleend hebben bij de schoolbibliotheek. De leesboekjes uit de bibliotheek zijn opklimmend in moeilijkheidsgraad (Analyse Van Individualiseringsvormen, het AVIniveau) Als het lezen al vlot gaat, gaan kinderen aan de slag met begrijpend lezen. Op school wordt gewerkt met de methode Goed Gelezen. In een klein groepje wordt de tekst 9
DE ORGANISATIE
boden en geoefend moeten worden.
het gouden materiaal. Met deze materialen werkt het kind met hoeveelheden boven het tiental. Lees- en schrijfmateriaal is ook aanwezig. Er zijn schuurpapieren letters en letterdozen. Alle klinkers zijn blauw en de medeklinkers roze. De kinderen leren door het voelen en benoemen van de klank de symbolen van het alfabet. Wanneer ze zelf willen schrijven, doen zij dit op een schoolbordje, op een dienblaadje met fijn zand of op ongelinieerd papier. Een indicatie voor de ’gevoelige periode’ voor het leren van letters kan zijn, dat een kleuter aangeeft dat hij zijn naam wil leren schrijven. Om de taalontwikkeling van jonge kinderen optimaal te ontplooien werken alle onderbouwgroepen met de methode Bas. Gedurende het hele jaar komen er verschillende thema’s aan het bod die dicht bij de belevingswereld van kinderen staan. In iedere onderbouwgrop staan twee computers. Bij de methode Bas hoort ook een computerprogramma. Onder het huishoudelijk materiaal verstaan we materiaal voor stof afnemen, afwassen, tafels schoonmaken, vegen, koperpoetsen, kortom alles wat het kind thuis ook ziet gebeuren. Doel van het huishoudelijk materiaal is om mede zorg en verantwoordelijkheid te dragen voor de omgeving. Dat is ook de reden dat wanneer een kleuter voor het eerst naar school gaat, hij een plantje mag meenemen, dat hij zelf verzorgt. Daarbij zijn deze werkjes ook een oefening voor de fijne en grove motoriek. Door middel van observatie en registratie weet de leidster waar het kind in zijn ontwikkeling is en welke vaardigheden nog aange-
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
om vroegtijdig en adequaat maatregelen te treffen wanneer de leerontwikkeling om wat voor reden dan ook stagneert. Ouders worden op de hoogte gebracht als de leidster leer- of gedragsproblemen signaleert. Kinderen in de middenbouw werken met topografiemateriaal. Er zijn landkaarten in de vorm van puzzels van Nederland en de werelddelen. Ook zijn er insteekkaarten met vlaggetjes. Ieder kind kan zelfstandig de namen van steden, rivieren en wateren opzoeken en op de juiste plek zetten.
doorgesproken, de opdrachten worden individueel gemaakt. De middenbouw werkt met de methode Taaljournaal voor spelling. De lessen zijn op kaart gezet en bestaan uit een reeks gevarieerde taaloefeningen die het kind na een korte instructie zelf kan maken. Per spellingkaart wordt steeds één specifiek spellingprobleem uitgelicht. Voor de middenbouw is een aparte taalset ontwikkeld. Dit is een reeks gevarieerde taaloefeningen die het kind na een korte instructie zelf kan maken. In de middenbouw wordt gelet op goed leren schrijven van letters en cijfers. Belangrijk hierbij zijn een juiste schrijfhouding en potloodgreep en een juiste schrijfrichting. Wanneer kinderen in staat zijn tot fijner werk, krijgen ze een werkboekje van de schrijfmethode Handschrift, die in de middenbouwen gebruikt wordt. De kinderen leren rekenen met concreet montessorimateriaal. Dit materiaal helpt de kinderen met verwerven van inzicht in de rekenbewerkingen. Met het materiaal worden de bewerkingen, dat wat er gebeurt, zichtbaar gemaakt. Het materiaal kent een opbouw die parallel loopt aan de weg van het leren: van concreet via symbolisch naar abstract. Wanneer een kind een bewerking ’door’ heeft, zal het het materiaal laten rusten en de som zelf, zonder materiaal, maken. Het materiaal is zelfcorrigerend, zodat de kinderen zelf kunnen constateren dat er iets goed of fout gemaakt is. Kinderen mogen hun werk zelf nakijken en afstrepen in hun aftekenboekje. Naast haar eigen registratie, gebruikt de leidster het aftekenboekje om de vorderingen van het kind bij te houden. Iedere leidster houdt nauwgezet de vorderingen van de kinderen bij
Kinderen maken graag werkstukken over onderwerpen die hun interesse hebben. De leidster geeft ook algemene lessen die uitgangspunt kunnen zijn voor het maken van werkstukken. In de middenbouw houden kinderen ook spreekbeurten en boekbesprekingen. Op deze manier zijn ze van jongsaf aan gewend om voor de groep te spreken en informatie te verzamelen. Algemeen vormende vakken (aardrijkskunde, geschiedenis en biologie) worden gegeven vanuit de methode Het ei van Columbus, schooltelevisie en algemene lessen. Kinderen uit groep 5 volgen op vrijdagmiddag
10
Bovenbouw Evenals bij de overgang naar de middenbouw, zullen kinderen wanneer ze in de bovenbouw komen, veel herkennen. Maar er zijn natuurlijk ook veel onbekende (en spannende) nieuwe materialen te zien en te ontdekken. Voor het rekenonderwijs zijn er nog diverse materialen aanwezig: de breuken worden geleerd met de breukencirkels en de tiendelige breuken met de tiendelige breukendoos. Door het maken van opdrachtkaarten worden breuken, procenten, meten verder geoefend. Naast deze kaarten werken kinderen uit Pluspunt, een methode voor realistisch rekenen. In groepjes worden de rekenproblemen besproken waarna de leerlingen individueel verder werken.
Voor de verkeerslessen wordt gebruik gemaakt van een verkeersmethode. Kinderen van groep 8 doen het praktisch verkeersexamen. Om alvast bekend te raken met de Engelse taal kunnen bovenbouwkinderen Engelse boekjes lezen en cassettes beluisteren. Er zijn ook leeswerkjes in het Engels en opdrachtkaarten waar de kinderen mee kunnen werken. Net zoals in de middenbouw houden kinderen zelf hun werkvorderingen bij in een aftekenboekje. De leidster bespreekt regelmatig met de kinderen hun werktempo en kwaliteit van het werk. Ook in de bovenbouw registreert de leidster de vaardigheden van de kinderen.
Het goed kunnen formuleren van gedachten en een juiste schrijfwijze krijgen in de bovenbouw een belangrijk accent. Naast vrije opdrachten, waarbij verhalen en werkstukken een belangrijk aandeel hebben, biedt de methode Taaljournaal een breed scala aan oefeningen op het gebied van spelling en taalbeschouwing. De in de middenbouw begonnen lesjes met woordsoorten worden verder uitgebreid. Er is materiaal voor zinsontleding dat aansluit op de werkjes uit de middenbouw. In de bovenbouw wordt verder gewerkt uit de methode Goed gelezen, om het begrijpend en studerend lezen verder te oefenen. De kinderen houden jaarlijks een boekbespreking en een spreekbeurt. De voorbereiding
Op bezoek Kinderen uit alle groepen mogen op bezoek bij een andere groep. Dat kan een parallelgroep zijn maar ook een andere bouw. Voor de bezoekregeling heeft de school een kaartensysteem ontwikkeld zodat het overzichtelijk is wie bij wie op visite is. De laatste woensdag voor de grote vakantie gaan alle kinderen die van bouw veranderen werken in hun nieuwe klas. 11
DE ORGANISATIE
doet het kind thuis evenals het leren van topografie. In speciale gevallen krijgt een kind huiswerk mee. De zaakvakken zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde worden gegeven aan de hand van boeken van de methode Het ei van Columbus. De verschillende onderwerpen binnen deze vakken komen aan bod in groepslessen, waarna de opdrachten individueel gemaakt worden.
een speciaal lesprogramma. De andere kinderen uit de middenbouw zijn die middag vrij.
terwijl het uitbreiden van de woordenschat een belangrijke taalontwikkeling inhoudt. Samen spelletjes doen, zowel binnen als buiten, bevordert de sociale ontwikkeling. Het spelen van oude, bekende spelletjes hoort bij cultuuroverdracht en waardevolle tradities. Bewegingsonderwijs ontwikkelt de motoriek. Het bewegingsonderwijs kent verschillende vormen: vrij spelen met toestellen, gericht spelen met klein materiaal, zang- en tikspelletjes, buiten spelen met het zand, stuurkar, scheppen en emmers. In de midden- en bovenbouw krijgen de kinderen naast de gymnastieklessen van de leidster, ook les van de vakleerkracht. Het actief bezig zijn met de verschillende oefeningen en materialen staat centraal in de lessen. In de middenen bovenbouw wordt ruim aandacht besteed aan spel, aan goed samenwerken tijdens de bewegingslessen en sportief gedrag.
Tijdens deze wisselochtend maken de kinderen alvast kennis met de nieuwe juf en de groep waar ze na de vakantie in komen.
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
Expressie In de klassen is teken-, schilder- en knutselmateriaal aanwezig om individueel mee te werken. Naast het individueel werken, worden handenarbeid- en handvaardigheidopdrachten juist aan groepjes kinderen aangeboden. Op deze manier maken kinderen zich verschillende technieken eigen. Veel opdrachten en ideeën worden gehaald uit de handvaardigheidmethode. Bij het stellen van de opdracht krijgt het kind voldoende ruimte voor eigen creativiteit. De expressieactiviteiten sluiten vaak aan bij de groepslessen, feesten of de seizoenen. In de groepen worden muzieklessen gegeven door de leidster. Het team maakt gebruik van de ondersteuning die de muziekconsulenten van de Amstelveense Muziekschool bieden. De school heeft verschillende muziekinstrumenten. Bovendien heeft de school een schoolorkest dat onder leiding van een ouder, samen met de muziekconsulent muziekstukken instudeert. Het orkest treedt een aantal maal per jaar op voor de ouders en leerlingen.
De derdegroepers zwemmen één maal in de week in de ’De Meerkamp’. Deze lessen worden door de gemeente Amstelveen bekostigd. De vervoerskosten worden in rekening gebracht bij de ouders. De kinderen worden per bus naar het zwembad vervoerd. Een leidster uit de middenbouw gaat mee als begeleidster. Daarnaast gaat er volgens rooster verplicht een derdegroepsouder mee. Tijdens het afzwemmen zijn ouders en belangstellenden welkom, maar er mag maar één ouder per kind in de zaal. De data van het afzwemmen en de kijkdagen staan in de ’Info’. Voor kleuters bestaat ook de mogelijkheid om te zwemmen. De kinderen worden begeleid door een zwemouder. Deze neemt de kinderen mee het zwembad in. Ouders moeten zelf hun kind naar het zwembad brengen
Bewegingsonderwijs De kinderen in de onderbouw krijgen bewegingsonderwijs van de eigen leidster. Bewegen is een zeer belangrijke vorm van onderwijs. Kleuters krijgen inzicht in de ruimte en hun taalschat wordt uitgebreid. Ruimtelijk inzicht is belangrijk voor het leren rekenen, 12
Humanistisch vormingsonderwijs en bijbelles Voor de bovenbouw bestaat de mogelijkheid tot het volgen van bijbelles of humanistisch vormingsonderwijs. De kinderen krijgen op school een informatiefolder. In de maand januari start er een nieuwe groep kinderen uit de zesde groep. De lessen worden in groep zeven vervolgd en gaan door in groep acht tot januari. De lessen worden onder schooltijd gegeven.
Bijzondere activiteiten ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
Computers In elke groep zijn minimaal twee computers
❍ ❍ ❍ ❍
❍ ❍ ❍
13
schoolreisje voor de onderbouw schoolreisje voor de middenbouw schoolreisje voor de bovenbouw meerdaags schoolreisje voor groep 8 projectweken jaarfeest schoolsportdag sportdag voor de achtste groep kerstdiner sinterklaasfeest afscheidsmusical van de achtste groep bezoeken aan kinderboerderij Elsenhove en het Broersepark uitstapjes naar musea culturele evenementen georganiseerd door de gemeente Amstelveen schoolsport, de school doet mee aan door de gemeente en door sportclubs georganiseerde sportwedstrijden optreden schoolorkest verjaardagen leidsters expressiedagen
DE ORGANISATIE
waar kinderen mee kunnen werken. De informatietechnologie-coördinator (ITC’er) coördineert een werkgroep van ouders, die programma’s installeert, storingen verhelpt en de laatste ontwikkelingen op computeren softwaregebied volgt. Onze school is aangesloten op kennisnet. Kinderen kunnen in de klassen informatie van het internet halen.
en halen en helpen met uit- en aankleden. De kosten en tijden van het kleuterzwemmen kunt u vinden in de ’Info’.
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
De zorg voor kinderen Eerste kennismaking
Leerlingbegeleiding
Nieuwe leerlingen Wanneer een leerling is ingeschreven om vanaf het vierde jaar de school te bezoeken ontvangen de ouders ongeveer een maand voordat het kind vier wordt bericht. Hierin wordt vermeld bij welke leidster de leerling is ingedeeld en het kind wordt uitgenodigd twee maal op bezoek te komen in zijn nieuwe groep. Het kan dan, samen met één van de ouders, rustig wennen aan de nieuwe situatie. Als het kind eenmaal vier jaar is geworden, is het goed dat het iedere dag komt. In het begin eerst alleen de ochtenden. Na twee weken nodigt de leidster de ouders uit voor een gesprek, om over en weer meer informatie te geven en te vragen. Kinderen zijn met vier jaar leerplichtig. Als een kind zonder bericht niet op school komt, zal de school contact opnemen met de ouders om te informeren wat er aan de hand is.
Iedere zes weken bespreken de leidsters van de verschillende bouwen samen met de intern begeleidster leerlingen die in de groep opvallen door leer- en/of gedragsproblemen. De leerlingen worden door de groepsleidster ingebracht op de vergadering. Het hoeft niet altijd te gaan om zware problemen, maar het is voor een leidster prettig om advies van collega’s te krijgen. Daarnaast bespreekt de groepsleidster de ‘zorgleerlingen’ één maal per zes weken met de IB’er. Wanneer daartoe aanleiding is, wordt met de ouders contact opgenomen. De intern begeleider coördineert de extra hulp en zorgt ervoor dat de leerlingen zo lang als dat nodig is extra gevolgd worden in hun ontwikkeling. Voor kinderen die erg makkelijk kunnen leren en extra uitdaging in de leerstof zoeken of hoogbegaafd zijn, is speciaal lesmateriaal op school.
Leerlingvolgsysteem
Wanneer leerlingen van een andere basisschool bij ons worden aangemeld, neemt de directeur contact op met de oude school en bekijkt het onderwijskundig rapport. Voordat we besluiten een leerling te plaatsen, neemt de intern begeleidster een instaptoets af. Het doel van de toets is het vaststellen van de beginsituatie van het kind en eventuele leerachterstanden en of moeilijkheden in kaart te brengen. Op deze wijze kan het kind binnen de school direct optimaal worden begeleid.
Naast de registratie van de vorderingen van het kind door de groepsleidster, worden de vorderingen van de leerlingen ook systematisch gevolgd met behulp van een aantal toetsen: Voor de onderbouw (groep 2): ❍ Citotoets Ruimte/Tijd, om de mate waarin leerlingen bekend zijn met reken- en tijdsbegrippen vast te stellen. ❍ Citotoets Taal voor Kleuters, om de mate waarin leerlingen bekend zijn met lees- en taalbegrippen te meten. 14
aanpak te komen. Zij stelt een plan op waarin wordt beschreven welke hulp zal worden geboden met welke materialen en wanneer het handelingsplan wordt geëvalueerd. De extra hulp wordt in de groep door de leidster gegeven. In sommige gevallen wordt ook hulp buiten de klas gegeven. Ook wordt er intensief gebruik gemaakt van remediërende computerprogramma’s onder begeleiding van onderwijsassistenten. Zij werken ook buiten de klas met kleine groepjes niet-Nederlandstalige kinderen. Met de ouders van kinderen die remedial teaching krijgen, bespreekt de leidster regelmatig de voortgang. Hierbij wordt soms aangeraden ook extra hulp buiten de school te zoeken. Als blijkt dat een leerling niet voldoende profiteert van de geboden extra hulp, wordt, met toestemming van de ouders, de schoolbegeleidingsdienst ingeschakeld.
Schoolbegeleidingsdienst De school wordt begeleid door een medewerker van de schoolbegeleidingsdienst Amstelland en de Meerlanden. De begeleider van de SBD onderhoudt nauw contact met de intern begeleider. De schoolbegeleidingsdienst is op de volgende wijze bij de zorg voor leerlingen betrokken: ● Het afnemen van individueel onderzoek en/of observaties. Wanneer er bij een leerling leer- en/of gedragsproblemen worden geconstateerd, die niet direct door de school kunnen worden opgelost, neemt de SBDmedewerker bij de leerling een individueel onderzoek af. Van het onderzoek wordt een verslag geschreven dat met de ouders en leidsters wordt nabesproken. Observaties worden alleen met de leidster besproken.
Remedial teaching Wanneer de leidster het idee heeft dat een leerling met een bepaald deel van de leerstof extra hulp nodig heeft, meldt zij dit bij de intern begeleider. De intern begeleider doet onderzoek om een beter inzicht in het probleem te krijgen en om tot een gerichtere 15
DE ZORG
❍ Ook worden de leesvoorwaarden getoetst. Voor de midden- en bovenbouw: ❍ Cito spellingtoets, om te toetsen of een leerling de aangeboden spellingproblemen beheerst. ❍ De AVI-leestoetsen, om het technisch leesniveau van leerlingen vast te stellen. ❍ Citotoets Begrijpend Lezen, om het tekstbegrip van leerlingen te toetsen (één maal per jaar). ❍ De Tempotest, om de mate waarin een leerling plus-, min-, vermenigvuldig-, en deelsommen heeft geautomatiseerd (uit het hoofd weet) in kaart te brengen. ❍ Cito rekenen en wiskunde, om de rekenvaardigheid van de leerlingen vast te stellen. De toetsen worden twee maal per jaar afgenomen. Als daartoe aanleiding is, stelt de intern begeleider een handelingsplan op om de onvoldoende vaardigheden extra te oefenen. De sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen wordt in kaart gebracht met de door de leidster in te vullen Bolero-vragenlijst (midden- en bovenbouw) en voor de onderbouw met behulp van de OVSO-vragenlijst. De uitkomsten van de lijsten geven een beeld van de sociale en emotionele ontwikkeling van zowel het individuele kind als de totale groep.
● Het afnemen van schoolkeuze-onderzoek.
Overgang naar een andere bouw
Dit onderzoek wordt bij die achtstegroepers afgenomen van wie nog niet duidelijk is welk type voorgezet onderwijs het meest geschikt voor hen is. Van het onderzoek wordt een verslag gemaakt dat met de leidster en de ouders wordt nabesproken. Vanzelfsprekend wordt voorafgaand aan het onderzoek toestemming aan de ouders gevraagd. ● Consultatiegesprekken met de intern begeleider. De SBD-begeleider heeft elk schooljaar vijf maal een consultatiegesprek met de intern begeleider. In het gesprek worden kinderen besproken, die eerder door de SBD zijn onderzocht en die werken met een handelingsplan. Ook worden kinderen besproken die remedial teaching krijgen of in de bouw besproken worden en waarover de leidsters specifieke vragen hebben.
Altijd is de overgang naar een andere bouw spannend voor kinderen. Om de sfeer te proeven, bezoeken zij minimaal één keer de nieuwe bouw. Bij de plaatsing in volgende bouwen nemen wij de volgende criteria in acht: broertjes en zusjes In principe komen broertjes en zusjes niet bij elkaar in de klas. In bijzondere omstandigheden kan hierop een uitzondering gemaakt worden. vriendjes en vriendinnetjes Wij proberen rekening te houden met vriendschappen. Niet altijd is dat mogelijk, soms is het beter voor de ontwikkeling van een kind om hechte koppels uit elkaar te halen. evenwichtige samenstelling van de klas Wij streven ernaar jongens en meisjes evenwichtig over de klassen te verdelen. Sterke leerlingen en kinderen die veel aandacht nodig hebben, moeten evenredig over de klassen verdeeld worden om alle groepen goed te laten functioneren.
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
Verslaggeving De leidsters van de midden- en bovenbouw maken twee maal per jaar een verslag voor de ouders van de leerlingen. In dit verslag wordt de ontwikkeling van het kind weergegeven. Per ontwikkelingsgebied wordt op vijfpuntsschalen de voortgang van de leer- en sociaalemotionele ontwikkeling aangegeven. De ouders worden uitgenodigd voor een gesprek om het verslag te bespreken. Ouders van kinderen uit de onderbouw worden twee maal per jaar voor een gesprek uitgenodigd. Zij krijgen een mondeling verslag van de sociaal-emotionele en leerontwikkeling van hun kind.Werk van kleuters wordt in een plakboek verzameld. Tijdens de gesprekjes kunnen ouders het plakboek inzien. Na de onderbouwperiode wordt het boek aan het kind meegegeven.
Ouders kunnen hun voorkeur voor plaatsing in een bepaalde groep schriftelijk kenbaar maken bij de directie. Dit moet vóór eind april gebeuren. Een uitgesproken voorkeur telt mee bij de afweging, maar we kunnen deze niet altijd honoreren.
Bouwverlenging In een aantal gevallen verloopt de ontwikkeling van een kind op zo’n wijze dat het verstandig is het kind een jaar langer de tijd 16
Schoolkeuze voortgezet onderwijs Bij de laatste oudergesprekken in groep 7 geeft de leidster een voorlopig advies over het vervolgonderwijs. In november worden de ouders van de leerlingen uit groep 8 uitgenodigd voor een gesprek over de schoolkeuze. De leidster bespreekt met de ouders welke vorm van voortgezet onderwijs het meest geschikt lijkt. Wanneer er bij de leidster en ouders veel twijfel is, wordt het kind opgegeven voor het schoolkeuze-onderzoek, dat in november plaatsvindt. Bij de verslagbespreking van januari wordt nogmaals over het advies gepraat. In februari vindt de eindtoets van het Cito plaats. Onze school doet alleen mee met de
Samenwerkingsverband Amstelveen - Ouder Amstel In het kader van Weer Samen Naar School (WSNS) maakt de school deel uit van het samenwerkingsverband Amstelveen Ouder Amstel. In dit samenwerkingsverband zijn alle basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs uit de regio ondergebracht. Het doel is om binnen het samenwerkingsverband de zorg voor leerlingen zo te organi17
DE ZORG
seren, dat leerlingen met leer- en gedragsproblemen goed en zo lang mogelijk op een school voor regulier basisonderwijs kunnen worden opgevangen. Hiertoe is een aantal leidsters van speciale basisscholen vrijgeroosterd. Zij geven ambulante begeleiding aan basisscholen bij het begeleiden van zorgleerlingen. Deze begeleiding kan een observatie in de klas zijn, maar ook het verzorgen van materialen om de remedial teaching op school te optimaliseren. De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) speelt binnen het samenwerkingsverband een rol bij de ambulante begeleiding en verwijzing naar een andere vorm van onderwijs. De intern begeleiders van de scholen die bij het samenwerkingsverband zijn aangesloten, vergaderen vijf maal per jaar onder leiding van een medewerker van de Schoolbegeleidingsdienst. In deze vergaderingen worden onder andere de laatste ontwikkelingen binnen WSNS besproken.
te geven om de basisschool te doorlopen. We spreken dan van een bouwverlenging. Wanneer de leidster aan een bouwverlenging denkt, wordt dit eerst met de ouders doorgesproken. Ook wordt de leerling in het bouwoverleg besproken met collega’s. Vervolgens wordt in januari de leerling ingebracht in de grote leerlingbespreking. In deze bespreking wordt de leerling besproken met alle collega’s en er worden afspraken gemaakt om de leerling tot en met april extra te volgen. Dit kan betekenen dat het kind door de intern begeleider in de groep wordt geobserveerd, of dat het (extra) remedial teaching krijgt om te bepalen of het kind van een bouwverlenging zal profiteren. Daarnaast neemt de intern begeleider, wanneer dat nodig is, een pedagogisch en didactisch onderzoek bij de leerling af. Wanneer het een kind in groep 2 of 5 betreft, zullen er afspraken worden gemaakt over het regelmatig bezoeken van de volgende bouw. Op deze wijze wordt duidelijker of het kind wel of niet aan een volgende bouw toe is. In mei worden de leerlingen opnieuw besproken, waarna team en directie een besluit nemen over bouwverlengingen. Vanzelfsprekend worden de ouders van de gang van zaken op de hoogte gehouden door de groepsleidster.
verplichte onderdelen taal, rekenen en informatieverwerking. In de groep wordt vooraf een aantal malen een Cito-toets geoefend. Dit om de kinderen enigszins vertrouwd te maken met de vraagstellingen in de toets. Aan de hand van het advies van de leidster, de Cito-uitslag en eventueel het advies van de SBD, wordt de definitieve schoolkeuze door de ouders samen met het kind bepaald.
len. Als kinderen zonder geldige reden verzuimen of zeer regelmatig te laat komen, schakelt de school de leerplichtambtenaar in. Orde- en tuchtmaatregelen die de directie de leerling kan opleggen worden gemeld bij de leerplichtambtenaar en de MR. De brochure over rechten en plichten van ouders inzake toelating, verwijdering en verwijzing kunt u bij de directie opvragen.
Logopedie
Pesten
Aan de school is een logopedist verbonden. De logopedist is beschikbaar voor de onderbouwleerlingen met spraakproblemen. Aanmelding gebeurt door de leidster in overleg met de ouders.
De school kent duidelijke regels omtrent het gedrag in de klas en hoe je met elkaar om hoort te gaan. Wanneer ondanks het optimale pedagogische klimaat toch gepest wordt, hanteert de school een pestprotocol. Er wordt met drie betrokken partijen tegelijkertijd gesproken. ❍de groep: iedereen is verantwoordelijk omdat pesten niet getolereerd wordt en van iedereen verwacht wordt dat zij actie ondernemen om het pesten te stoppen. ❍het gepeste kind en zijn ouders: ouders weten dat het kind een probleem heeft en kunnen het kind steunen en zonodig hulp van derden inroepen. ❍de pester en zijn ouders: ouders weten dat het kind op school pest en het kind kan thuis ook op dit zeer ongewenste gedrag aangesproken worden. Het kan wenselijk zijn om voor de pester hulp in te roepen. Na een week informeert de leidster of het pesten gestopt is. Zonodig worden er nieuwe afspraken gemaakt met alle betrokkenen. Wanneer het probleem steeds de kop opsteekt wordt de intern begeleider ingeschakeld voor advies.
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
Jeugdgezondheidszorg De schoolgezondheidszorg valt onder de verantwoordelijkheid van de GG en GD van de gemeente Amstelveen. Alleen kinderen in groep 2 ontvangen een uitnodiging voor een Preventief Gezondheidskundig Onderzoek. Viermaal per jaar overleggen de schoolverpleegkundige en de intern begeleider. Leidsters kunnen met toestemming van de ouders een leerling laten oproepen door de schoolarts voor onderzoek. Ook ouders die zorgen hebben over de ontwikkeling van hun kind kunnen een beroep doen op de JGZ(Jeugd Gezondheids Zorg)medewerkers. Voor meer informatie zie de ’Info’.
Leerplichtambtenaar Kinderen moeten gedurende hun leerplichtige leeftijd naar school om zich te ontwikke18
Belang van de betrokkenheid van ouders
❍ Alle activiteiten die in de loop van het jaar
plaatsvinden, worden in het begin van het schooljaar gepland en opgenomen in de ’Info’. ❍ Aan het begin van het schooljaar ontvangen ouders de adreslijst van de klasgenootjes van hun kind. ❍Eenmaal per veertien dagen verschijnt de Nieuwsbrief. Hierin kunnen ouders de activiteiten van de school en andere organisatorische mededelingen lezen. Berichten van de directie staan onder het hoofdje Uit het bureel. De Nieuwsbrief wordt aan het jongste kind van een gezin meegegeven. ❍ Uitnodigingen voor verslagavonden en ouderavonden ontvangen ouders persoonlijk. ❍ Elk kind krijgt vier maal per jaar Montessori-praatjes, de schoolkrant gemaakt door kinderen voor kinderen. In het geval van gescheiden ouders gaan wij ervan uit dat ouders elkaar op de hoogte houden. Extra exemplaren van de ’Info’, Nieuwsbrief en de Montessori-praatjes kunnen in de week na verschijnen op school opgehaald worden. ❍ Op onze website kunt u allerlei informatie vinden en foto’s van activiteiten bekijken. Wanneer u niet instemt met het verschijnen van foto’s op onze site of in de Nieuwsbrief van schoolactiviteiten waar uw kind ook op staat, kunt u dit kenbaar maken bij de directie.
De keuze voor het montessorionderwijs geeft aan dat ouders zich hebben verdiept in de uitgangspunten van deze vorm van onderwijs. Montessorionderwijs is meer dan individueel lesgeven aan kinderen. Maria Montessori heeft duidelijke uitspraken gedaan over hoe volwassenen en kinderen met elkaar om horen te gaan. Sleutelwoorden hierbij zijn: zelfstandigheid, zelfwerkzaamheid, respect voor elkaar en bovenal vertrouwen in het kind dat zichzelf een weg baant in de wereld. Het kind heeft hier onze hulp bij nodig. ’Help mij het zelf te doen’, een motto van Maria Montessori dat onze school hoog in het vaandel draagt. Wij gaan ervan uit dat ouders deze visie onderschrijven. Het leven thuis en op school moeten zoveel mogelijk met elkaar gemeen hebben. Dat geeft het kind een vertrouwd en beschermd gevoel.
Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school Wij vinden het belangrijk dat ouders goed op de hoogte zijn wat er op de school gebeurt. Tijdens het wegbrengen van het kind krijgt de ouder een indruk hoe de sfeer op school is en wat er allemaal speelt binnen en buiten de klas. Het kind kan laten zien waar het op school mee werkt. Bij de klassen kunnen ouders op een prikbord informatie van de desbetreffende groep lezen. Hier hangen ook de intekenlijsten voor ouderhulp.
De notulen van de medezeggenschapsraad worden op het grote prikbord naast de 19
DE OUDERS
De ouders
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
hoofdingang en bij de klassen gehangen. Mededelingen vanuit de ouderraad en medezeggenschapsraad worden in de Nieuwsbrief kenbaar gemaakt. Het directe contact tussen ouders en school is belangrijk. Daarom verwachten wij ouders in ieder geval tweemaal per jaar voor de verslagbesprekingen over hun kind. Ouders kunnen altijd een afspraak met de leidster van uw kind maken om over eventuele problemen te praten. Van een oudergesprek worden wederzijdse afspraken door de leidster vastgelegd. Slechts bij uitzondering worden er dubbele afspraken met gescheiden ouders gemaakt. De aanwezigheid van ouders op het jaarlijkse eindfeest van de school stellen wij zeer op prijs en wij rekenen een uurtje op de hulp van ouders. Dit geldt ook voor de jaarlijkse ouderavond. Deze avond wordt georganiseerd rond een specifiek thema. Zelf kunnen ouders actief met de school bezig zijn. Dat kan door te assisteren bij onderwijsactiviteiten, bibliotheek, excursies, computers, sportdag en schoolreisjes. Dat kan
ook door in de ouderraad of medezeggenschapsraad mee te denken over de opzet, inhoud en organisatie van het onderwijs. Er zijn werkgroepen waar ouders zitting in hebben; sponsoring, luizengroep en ICT-groep. Wij waarderen hulp van ouders enorm. Als ouders bij het werken met individuele kinderen of met groepjes problemen ondervinden, gaan wij ervan uit dat ouders contact opnemen met de leidster en dat ouders de privacy van de kinderen respecteren.
Buitenschoolse activiteiten Ieder jaar is er voor de kinderen een aantal toneel- en/of theatervoorstellingen. Soms vinden deze op school plaats, maar wij gaan ook wel naar het poppentheater of naar de Schouwburg Amstelveen. Voorts bezoeken de groepen de kinderboerderij Elsenhove, het Tropenmuseum of het Broersepark. De data voor deze activiteiten worden voor zover bekend, aan het begin van het schooljaar bekendgemaakt. Bij een bestemming buiten loopafstand van
20
plan). ❍ Sociale zaken (zorgplan, ontruimingsplan,
regels op het gebied van veiligheid, gezondheid). ❍ Personeel en Organisatie (aanstelling en ontslag van personeel, taakverdeling). ❍ Algemene zaken (onderhoud van gebouw en schoolplein, betrokkenheid van ouders, etc.). In een aantal in de WMO genoemde gevallen moet door het bevoegd gezag (het gemeentebestuur) of door de schoolleiding instemming of advies worden gevraagd aan de M.R. Als het gaat om onderwerpen die niet alleen onze school aangaan, bijvoorbeeld de problemen rond vervanging van onderwijzend personeel bij ziekte, zijn de instemmingsbevoegdheid en adviesbevoegdhed doorgegeven aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad, waarin de medezeggenschapsraden van alle openbare basisscholen van Amstelveen zitting hebben. De M.R. vaardigt een ouderlid en een personeelslid af naar de G.M.R.-vergaderingen, waar zij de standpunten van onze eigen M.R. en daarmee van onze school verdedigen.
Inspraak De Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO) schrijft aan elke school de verplichting voor een Medezeggenschapsraad in te stellen. Deze M.R. is vergelijkbaar met een Ondernemingsraad in het bedrijfsleven. Afhankelijk van het leerlingenaantal van een school heeft de M.R. een vastgesteld aantal leden. Voor onze school betekent dit dat in de raad drie ouders en drie personeelsleden zitting hebben. De directeur is als adviserend lid aanwezig bij de M.R.-vergaderingen.
Naast een medezeggenschapsraad heeft onze school ook een ouderraad. De ouderraad houdt zich bezig met het organiseren van diverse activiteiten en evenementen. Ook het ouderfonds en de overblijfgelden worden door de ouderraad beheerd. De ouderbijdrage wordt jaarlijks vastgesteld op de algemene ouderavond. Dit is een vrijwillige bijdrage. De bijdragen voor de schoolreisjes worden apart geïnd. De leden van de ouderraad worden gekozen tijdens de jaarlijkse vergadering, waarbij alle
De M.R. houdt zich vooral bezig met beleidsmatige zaken rond onze school. Enkele voorbeelden: 21
DE OUDERS
❍ Onderwijszaken (schoolplan, formatie-
de school zijn wij afhankelijk van de inzet van ouders, die de kinderen kunnen vervoeren met hun eigen auto. Bij onvoldoende vervoer kan een activiteit helaas niet doorgaan. De afspraken over het vervoer in eigen auto zijn: ❍ Ouders die kinderen in hun auto vervoeren moeten een inzittendenverzekering hebben afgesloten. ❍ Kinderen worden op de achterbank in autogordels vervoerd. Alleen kinderen langer dan 1,40m mogen in gordels op de voorbank. Dit geldt ook voor eigen kinderen. Ouders die rijden zorgen ervoor dat kinderen ook werkelijk in de riemen zitten. ❍ Vanzelfsprekend is de auto technisch in goede staat en heeft de ouder die rijdt geen alcohol of medicijnen die de rijvaardigeheid beïnvloeden gebruikt. ❍ Ouders die bezwaar maken dat hun kind particulier vervoerd wordt, moeten dit kenbaar maken bij de directie.
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
functioneren van medewerkers van de school of op het gevoerde onderwijsbeleid. Als er een klacht is over het geven van onderwijs, dan richten ouders zich in de eerste instantie tot de leidster. Wanneer het probleem niet is opgelost, kunnen ouders dit voorleggen aan de schoolleiding. De directie zal in overleg met de betrokken leidster en de ouders tot een goede oplossing proberen te komen. Als naar de mening van de ouders geen goede oplossing is gevonden, kan het probleem voorgelegd worden aan de klachtencommissie van het bestuur van de school.
ouders worden uitgenodigd. Op deze avond legt de ouderraad verantwoording af over de uitgaven van het afgelopen jaar en legt de begroting voor het komende jaar aan de ouders voor. Ook zijn ouders in de gelegenheid vragen te stellen over het gevoerde beleid. Gedurende het schooljaar heeft de ouderraad vergaderingen met een aantal teamleden. In nauwe samenwerking met het team worden er activiteiten georganiseerd zoals sinterklaas, kerstfeest en het jaarfeest aan het einde van het schooljaar, De ouderraad draagt financieel bij aan culturele activiteiten, lesmateriaal en schoolverzekeringen. De school is lid van de Vereniging van Openbaar Onderwijs en de Nederlandse Montessori Vereniging. U kunt in de ’Info’ lezen welke leden er zitting hebben in de M.R en O.R. Hierin zijn ook de kosten van de ouderbijdrage en het schoolreisje opgenomen. Onze school kent ook klassenouders, elke klas heeft zijn eigen klassenouder. Deze klassenouder helpt de leidster bij activiteiten van de klas. Op het prikbord bij de klassen kunt u zien wie klassenouder is.
Klachten over discriminatie, seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten Het bevoegd gezag heeft op school twee contactpersonen aangesteld, die als eerste aanspreekpunt functioneren bij het vermoeden van, of klachten over seksuele intimidatie. Deze contactpersonen adviseren bij het indienen van een klacht en kunnen informatie ge-
Klachtenrecht Ouders hebben het recht op een serieuze benadering en behandeling van hun klachten. Klachten kunnen betrekking hebben op de verschillende situaties op school. Voor de klachtenprocedure onderscheiden we er twee: ❍ klachten over het onderwijs ❍ klachten over seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten in het onderwijs. Klachten over het onderwijs Klachten kunnen betrekking hebben op het 22
Klachtenprocedure
Naschoolse Opvang
Er is een klachtenprocedure opgesteld, waarin aangegeven staat op welke manier een klacht kan worden ingediend en hoe deze wordt behandeld. Deze klachtenprocedure kan worden opgevraagd bij de contactpersonen.
Voor de opvang van uw kind na schooltijd en in de schoolvakantie kunt u terecht bij het ’KinderRijk’, Notenlaan 6 in Amstelveen. Voor meer informatie zie de’ Info’.
Klachtencommissie
Contact en overleg met de directie en leidsters
Deze commissie is ingesteld door het bevoegd gezag, met instemming van de medezeggenschapsraad. Leden van de commissie werken onder strikte geheimhouding. De namen van de contactspersonen en de leden van de klachtencommissie staan vermeld in de ’Info’.
Wij willen ouders er met klem op wijzen dat de leidsters en directie graag met ouders in gesprek gaan om vragen, zorgen of twijfels over het kind te beantwoorden. Na schooltijd kunnen ouders altijd een afspraak maken met de leidster van het kind. Als het kind extra hulp krijgt bij het leren is het ook mogelijk om met de IB’er te praten. Voor of na schooltijd kunnen ouders met vragen altijd even binnen lopen bij de directie.
Overblijfmogelijkheden Onze school heeft een continurooster. Alle kinderen eten tussen de middag op school onder leiding van hun eigen leidster. Kinderen brengen zelf hun lunch mee. Tussen de middag kunnen kinderen schoolmelk drinken. Tussen 12.15 uur en 12.45 uur spelen de kinderen buiten onder toezicht van overblijfouders. De overblijfouders zorgen voor buitenspeelgoed. Om het overblijven plezierig te laten verlopen heeft de school regels
Veiligheid op school De school heeft een ontruimingsplan in geval van calamiteiten. Met regelmaat oefenen we met de kinderen om de school zo snel en veilig mogelijk te verlaten. De bedrijfshulp23
DE OUDERS
opgesteld waar kinderen zich aan moeten houden. De regels worden regelmatig in de klassen besproken. De overblijfcommissie bestaat uit overblijfouders en teamleden en komt een paar keer per jaar bijeen voor overleg. De kosten van het overblijven worden jaarlijks vastgesteld. Het betreft een gemiddelde bijdrage over 8 jaar waarvoor iedere ouder jaarlijks een rekening ontvangt.
ven over verder te nemen stappen. De klacht komt vervolgens terecht bij een van de twee externe (dus buiten de schoolorganisatie) vertrouwenspersonen. Deze zal in de eerste instantie proberen door bemiddeling een oplossing te bereiken. Is dit niet mogelijk dan zal de vertrouwenspersoon de betrokkenen verwijzen naar hulpverlenende instellingen of bijstaan bij het indienen van een klacht.
verleners van onze school worden ingeschakeld om eerste hulp te verlenen bij kinderen.
Ongevallenverzekering De school heeft een collectieve verzekering. De kinderen zijn gedurende de schooltijd verzekerd tegen de gevolgen van een ongeval. Deze verzekering geldt ook bij uitstapjes en excursies. Ouders, die de kinderen op school of bij uitstapjes begeleiden, vallen eveneens onder de verzekering. Polisvoorwaarden liggen op school ter inzage.
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
Aansprakelijkheid De school is verzekerd tegen de gevolgen van gebeurtenissen waarvoor bestuur en leidsters (en hulpouders) wettelijk aansprakelijk worden gesteld. Voor schade die door leerlingen wordt veroorzaakt is de leerling zelf aansprakelijk. Meestal zal er sprake zijn van een persoonlijke aansprakelijkheid van de leerling. Om deze reden is het van groot belang, dat de ouders zelf aansprakelijkheidsrisico’s verzekeren door middel van een AVP (Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren).
24
seerd en wordt het scholingsplan in relatie met het schoolplan voor het nieuwe jaar vastgesteld. De afgelopen jaren heeft de school zich succesvol bezig gehouden met het invoeren van computers binnen het onderwijs. Leidsters hebben zich geschoold in het werken met computers. De bouwcoördinatoren van de onder-, midden- en bovenbouw hebben een cursus middenmanagement gevolgd. Het hele team heeft studiedagen bijgewoond over kinderen met specifieke leer- of gedragsproblemen en zijn hard bezig om deze leermomenten te vertalen naar de praktijk. Beginnende leidsters worden in het eerste jaar intensief begeleid en ingevoerd in het beleid van de school
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Op onze school wordt gewerkt met een meerjarenplan en een beleidsplan. Deze plannen zijn gebundeld in het schoolplan.
Schoolplan In het schoolplan staat beschreven welke activiteiten team en directie uitvoeren ter ontwikkeling en verbetering van het onderwijsaanbod en de schoolorganisatie voor de komende jaren. Aan het ontwikkelen van een goed verslag zal de komende tijd gewerkt worden. Hiernaast werkt het team aan klassenmanagement en collegiale consultatie. De directie organiseert in onderling overleg studiedagen voor het team. Aan het einde van het schooljaar publiceert de directie in de schoolkrant een jaarverslag van de activiteiten die het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden.
Zorg voor de relatie school en omgeving De school onderhoudt contacten met diverse personen en instanties: ❍ De gemeente Amstelveen: onderwijsbe-
leid, huisvesting, personele zaken, WSNS (Weer samen naar school) ❍ De andere Amstelveense openbare basisscholen: de directeuren overleggen over de uitvoering van het onderwijsbeleid, onderwijsinhoudelijke zaken en personele samenwerking ❍ Eerste Amstelveense Montessorischool: overleg specifieke montessori- en onderwijsinhoudelijke onderwerpen
Scholing van leidsters Scholing is een verzamelnaam voor opleiding, nascholing en omscholing, met als doel het bevorderen van de kwaliteit van het onderwijs, de arbeid en de organisatie. Aan het einde van het schooljaar worden de wensen van het team en directie geïnventari25
DE ONTWIKKELING
De ontwikkeling van het onderwijs in de school
❍ Netwerk montessorischolen Noord-
❍ ❍ ❍
❍ ❍
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
❍
❍
❍
❍
❍ ❍
verse buitenschoolse activiteiten ❍ GG en GD Amstelveen: afspraken en
Holland: overleg tussen de Noord-Hollandse montessorischolen WSNS: de stuurgroep, procesbewaking, netwerk intern begeleiders Schoolbegeleidingsdienst: consultatie, leerlingonderzoek en nascholing Educatieve Faculteit Amsterdam: vaste afstemming over stagiaires en LIO’s (leraren in opleiding) en montessori-nascholing Regionaal Onderwijs Centrum: begeleiding stagiaires onderwijsassistenten Nederlandse Montessori Vereniging: bezoeken aan de door de NMV georganiseerde symposia en activiteiten Voortgezet Montessori Onderwijs Amsterdam: uitwisseling ervaringen, gesprekken over schoolverlaters en oudleerlingen. Het verstrekken van onderwijskundige rapporten Voortgezet Onderwijs Amstelveen: uitwisseling ervaringen, gesprekken over schoolverlaters en oud-leerlingen. Het verstrekken van onderwijskundige rapporten Stichting Muziekschool Amstelveen: muziekprojecten, contacten met de muziekconsulenten, bijscholing Educatieve dienst Elsenhove en Broersepark: voorbereiden groepsbezoeken aan de boerderij of het park, betrekken van leskisten KinderRijk Amstelveen: contacten over de naschoolse opvang De Brede School: contacten over di-
❍
❍ ❍
❍ ❍
❍
❍
❍ ❍
26
aanvragen over controle-onderzoeken van kinderen, Afdeling Onderwijs en Cultuur van de gemeente Amstelveen: samenstellen van het culturele programma voor de kinderen Logopedist: aanmelden van kinderen met spraakproblemen Permanente Commissie Leerlingenzorg: leerkrachten uit het speciaal onderwijs geven ambulante begeleiding bij de zorg van kinderen met leer- of gedragsmoeilijkheden. Verwijzingscommissie voor het speciaal onderwijs Netwerk Intern Begeleiders: overleg IB’ers van de Amstelveense basisscholen Wijkteam politie Amstelveen-Zuid: overleg met contactpersoon, vuurwerkpreventie, verkeerssituatie Wijkteam Keizer Karelpark: overleg buurtconciërge, vandalisme, schoonmaak van omgeving Buurtschool Parcival: overleg over situatie rond de school, gezamenlijke activiteiten Zwembad De Meerkamp: het schoolzwemmen voor onderbouw en groep 3. Bassischolen: Contacten over kinderen die van basisschool wisselen. Het verstrekken van het onderwijskundig rapport.
keuze, bij voorkeur in overleg met het kind. Kinderen van onze school gaan na de basisschool naar: ❍ Amstelveen College (deze school heeft een montessoriafdeling) ❍ Keizer Karel College ❍ Herman Wesselink College ❍ Montessori Scholengemeenschap Amsterdam ❍ De Panta Rhei ❍ De Groenstrook in Aalsmeer ❍ Thamen in Uithoorn
Onderwijskwaliteit en adviezen voortgezet onderwijs In hun zoektocht naar een goede basisschool willen ouders nog wel eens de uitstroomresultaten van de verschillende scholen met elkaar vergelijken. De vraag is of deze resultaten veel zeggen over de kwaliteit van een school. Het slagen van het kind in het voortgezet onderwijs wordt door vele factoren bepaald.
Onze school onderhoudt goede contacten met de scholen voor het voortgezet onderwijs. Het is belangrijk om over en weer ervaringen uit te wisselen en eventuele knelpunten te inventariseren, om kinderen adequaat op de vervolgscholen voor te bereiden. De verwachting is dat kinderen met een montessoriachtergrond goed zelfstandig kunnen werken en daarom weinig problemen zullen hebben in het studiehuis van de bovenbouw van het vwo en havo.
Het succes in het vervolgonderwijs wordt bepaald door: ● intelligentie en karakter van het kind ● inzet en werkhouding ● maar ook de inspanning van de basisschool hoort hierbij; alles uit het kind proberen te halen wat erin zit. Er zorg voor dragen dat het kind met een zo breed mogelijk basispakket aan vaardigheden de overstap naar het voortgezet onderwijs maakt.
De resultaten
Wat dit laatste betreft is een goede samenwerking tussen ouders en school een absolute voorwaarde. Rekeninghoudend met de mogelijkheden van het kind wordt aan de ouders de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs geadviseerd. Kinderen in groep 8 maken in het vroege voorjaar de Cito-toets, de uitkomsten van deze toets kunnen door de ouders ook worden betrokken bij het advies. Ouders maken met behulp van dit advies hun
De resultaten van de Citotoets die de kinderen van groep 8 in februari maken worden opgenomen in de ‘Info’ van het daarop volgende jaar. De uitkomsten van de Citotoets zijn adviezen voor individuele kinderen voor het vervolgonderwijs waar zij het beste op hun plek zijn. De schoolverlaters zelf schrijven in de laatste schoolkrant van het jaar over hun schoolkeuze. 27
DE RESULTATEN
De resultaten van het onderwijs
Regeling school- en vakantietijden Schooltijden
Spreekuren
Onderbouw en jongste en middelste groep middenbouw Maandag, dinsdag, donderdag: 8.45 uur- 15.00 uur Woensdag: 8.45 uur- 12.30 uur Vrijdag: 8.45 uur- 12.15 uur
Er zijn geen spreekuren op vaste tijden. Als ouders of leidsters een gesprek willen, wordt daartoe een afspraak gemaakt. Ouders kunnen ook een gesprek met de directie aanvragen.
SCHOOLGIDS 2E AMSTELVEENSE MONTESSORISCHOOL
Oudste groep middenbouw en bovenbouw Maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag 8.45 uur-15.00 uur Woensdag: 8.45 uur- 12.30 uur De school gaat een kwartier voor schooltijd open.
Verlofregelingen voor kinderen De schoolvakanties worden ruim van tevoren bekendgemaakt. Willen ouders buiten de schoolvakanties vrij vragen voor hun kind, dan kunnen zij bij de directie formulieren krijgen om buitengewoon verlof aan te vragen. Slechts bij hoge uitzondering wordt toestemming gegeven. Wanneer kinderen wegens familieomstandigheden één of meer dagen moeten verzuimen kunnen ouders dit ook op een verlofformulier aanvragen.
28
Colofon Redactie: Yolanda Steenbruggen Foto’s: Yolanda Steenbruggen Paul Gabel Tekening: Josje Hattink Vormgeving: Peter Bol DTP, Amstelveen Paul Gabel Drukwerk: PPG Amstelveen